REGLEMENT TREKKINGSRECHTEN SOCIALE ECONOMIE IN ZUID-WEST-VLAANDEREN

Transcriptie

1 REGLEMENT TREKKINGSRECHTEN SOCIALE ECONOMIE IN ZUID-WEST-VLAANDEREN De Vlaamse overheid heeft aan de regio Zuid-West-Vlaanderen een jaarlijkse subsidie van euro toegekend voor de periode om de regierol op te nemen ter stimulering van de lokale sociale economie 1. De regio kiest ervoor om deze subsidie aan te wenden om concrete acties en projecten te helpen realiseren teneinde de uitbouw van de sociale economie in Zuid-West-Vlaanderen te versterken. Zowel lokale openbare besturen als organisaties die in de regio erkend zijn op vlak van sociale economie en doelgroepwerknemers tewerk stellen kunnen door middel van trekkingsrechten financiële ondersteuning aanvragen. Dit reglement (en het eventuele addendum) legt het kader vast voor de aanvraag en de toekenning van trekkingsrechten sociale economie in Zuid-West-Vlaanderen. 1. De aanvraag gebeurt door de projectfiche trekkingsrechten sociale economie ingevuld te bezorgen aan de contactpersoon van het regionaal overleg sociale economie: Purdey Van Heghe, projectontwikkelaar bij RESOC-SERR Zuid-West-Vlaanderen, 056/ Binnen de periode is er jaarlijks een indieningronde: projectfiches kunnen worden ingediend met als deadline 1 april. 2. In deze projectfiche geeft de projectpartner een omschrijving van het project, de doelstellingen, de verwachte resultaten en een projectbegroting weer met uitdrukkelijke vermelding van het bedrag en de bestemming van de trekkingsrechten. 3. De actiegroep regie sociale economie heeft een voorbereidende en coördinerende rol bij de uitvoering van alle projectvoorstellen. De actiegroep begeleidt de projectpartner bij de opmaak van de projectfiche, en formuleert hierover een advies ten aanzien van het regionaal overleg sociale economie. 4. De actiegroep waakt over een evenwichtige spreiding en inzet van de middelen in de gehele regio Zuid-West-Vlaanderen, rekening houdend met de gemaakte politieke afspraken omtrent het aandeel van de middelen voor de gemeenten Menen, Wevelgem en Wervik. 1 Art. 4 Ministerieel besluit van 23 juli 2014 betreffende de toekenning van een subsidie aan de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden ter uitvoering van een regierol ter stimulering van de lokale sociale economie. 1

2 5. Het regionaal overleg sociale economie neemt kennis van de projectfiche en van het advies van de actiegroep. Het beslist over de goedkeuring van de concrete acties ter uitvoering van het regionaal dossier, en over de toewijzing van trekkingsrechten sociale economie. Bij de beslissing over de goedkeuring van het projectvoorstel baseert het regionaal overleg sociale economie zich op het advies van de actiegroep. De beslissing over de al dan niet toewijzing van de gevraagde trekkingsrechten worden uiterlijk 2 maanden na de deadline van de desbetreffende indieningronde meegedeeld aan de aanvrager. 6. Trekkingsrechten strekken tot een tijdelijke financiële ondersteuning ten bedrage van maximum aan subsidies voor de uitvoering van het project, en zijn niet structureel van aard. De projectpartner toont in de projectfiche ook aan dat de financiering additioneel is. 7. De trekkingsrechten kunnen door de projectpartner opgevraagd worden door een financieel verslag met stavingsstukken te bezorgen aan de actiegroep uiterlijk op 8 december van het jaar van indiening. Het regionaal overleg sociale economie beslist over de goedkeuring van het financieel verslag en de uitbetaling van het saldo. Een inhoudelijk eindverslag wordt bezorgd uiterlijk op 14 februari van het jaar na indiening van het projectvoorstel. 8. Alle financiële transacties worden uitgevoerd door het OCMW Menen 2, in uitvoering van de genomen beslissingen door het regionaal overleg sociale economie en op uitdrukkelijk verzoek van de voorzitter van het regionaal overleg sociale economie. 9. Om de ondersteuning door middel van deze trekkingsrechten in overeenstemming te brengen met artikel 107 en artikel 108 (3 e lid) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) 3 worden in principe de de-minimisverordening 4 toegepast, ingeval de projectpartner hier expliciet om verzoekt kan het DAEB-besluit 5 toegepast worden. 2 De stad Menen is beherende gemeente van het dossier regionale samenwerking sociale economie in Zuid-West- Vlaanderen, binnen een intergemeentelijk akkoord tussen Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem, Wervik en Zwevegem. OCMW Menen werd belast met de concrete uitvoering. 3 Krachtens artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de interne markt. Artikel 108, lid3, van datzelfde Verdrag bepaalt dan ook dat staatssteun bij de Europese Commissie aangemeld moet worden teneinde de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt te beoordelen. 4 Verordening van de Europese Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, met nummer (EU) 1407/ Besluit van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, met nummer C(2011)

3 10. Bij bezwaar tegen de beslissing die door ROSE werd genomen in het kader van de toekenning van trekkingsrechten, kan u zich wenden tot de bevoegde schepen van de beherende gemeente, Stad Menen. Bezwaren worden schriftelijk gemotiveerd overgemaakt aan de schepen, binnen de 10 dagen na de bijeenkomst van het regionaal overleg sociale economie dat over de aanvraag besliste. De schepen oordeelt of het bezwaar voldoende gemotiveerd is. Indien het bezwaar voldoende gemotiveerd is wordt een arbitragegroep samengesteld. Zowel ROSE als de indiener van het bezwaar stellen hiervoor een bemiddelaar aan die niet rechtstreeks betrokken is bij het dossier. Elk van de partijen staat zelf in voor de eventuele vergoeding van kosten aan hun bemiddelaar. De arbitragegroep werkt onder moderatie van de schepen een oplossing uit. 3

4 ADDENDUM PROJECTOPROEP 2015 In het voorliggend addendum worden de bepalingen die specifiek van toepassing zijn op de projectoproep 2015 (binnen het Reglement trekkingsrechten sociale economie Zuid-West-Vlaanderen) uitgewerkt. Budget: In 2015 wordt binnen de middelen voorzien voor de uitvoering van de regionale regie van de lokale sociale economie, ter beschikking gesteld door de Vlaamse Overheid, ,00 voorzien voor projectoproepen. Projecten kunnen voor maximum aan trekkingsrechten ontvangen. Prioriteiten: Op haar zitting van 18 januari 2015 stelde het Regionaal Overleg Sociale Economie (ROSE) zes prioriteiten waarbinnen projecten ingediend kunnen worden. Doorstroom Participatieladder Lokale diensteneconomie Lerend netwerk trajectbegeleiders/ regionale activeringsstrategie Mobiliteit Netwerkmoment Projecten moeten telkens duidelijk onder één van die prioriteiten ondergebracht kunnen worden. 4

5 Beoordelingscriteria: Bij de beoordeling van ingediende projectfiches zal rekening gehouden worden met volgende criteria: Algemene beoordelingscriteria: Is het projectvoorstel haalbaar? In welke mate zullen de beschreven activiteiten bijdragen aan de realisatie van het beoogde resultaat binnen de gekozen prioriteit Heeft het project een overzichtelijke begroting en een duidelijk timing? Is de begroting en timing realistisch? Heeft het project een sluitende financiering? (verwacht resultaat 0,00) Al dan niet op termijn? Wordt het project gecontinueerd na het stopzetten van de subsidies? Komt het project positief tegemoet aan de voorkeur voor samenwerking tussen verschillende actoren binnen een (sub-)regio, binnen of over sectoren of erkenningsvormen heen? Bijzondere beoordelingscriteria: Voor elk van de prioriteiten werden in relatie tot het actieplan en de bepalingen in de Beheers-, en Beleidscyclus van OCMW Menen een aantal criteria bepaald. Die specifieke criteria worden naast de algemene criteria gehanteerd als basis voor de projectbeoordeling. Pioriteit Regionaal Actieplan Indicator BBC Menen Criteria Doorstroom OD 1.1. Werken aan continuüm Draag het project bij aan het realiseren van meer of grotere ondersteunen en ontwikkelen piloten doorstroom A B C # projecten met doorstroom als (bijzondere) focus # gestarte doorstroomtrajecten # doorgestroomde medewerkers doorstroomkansen Is er betrokkenheid zowel van REC als van SE? Is er betrokkenheid zowel van maatwerkbedrijven als van lokale diensteneconomie? OD 1.4. samenwerking SE en REC versterken o.a. i.f.v. doorstroom 5

6 Participatieladder Analyse participatieladder In kaart brengen van communicatielijnen verbeteren contacten en communicatie tussen sociale economie-actoren A B regionale inventaris (van hiaten in) continuüm van werkplekken - kwalitatief # acties om te komen tot geschikte uitvoerder Draagt het project bij aan een betere relatie tussen verschillende treden binnen de participatieladder/ verschillende niveaus binnen een trede van de participatieladder? Is er invloed op een knelpunt uit de ketenanalyse? Wat is het effect op doorstroom? Wordt er een leemte opgevangen in de participatieladder of in het aanbod van diensten? Invulling hiaten participatieladder A B #acties om tot invulling van hiaten te komen # nieuw ontwikkelde projecten (gelinkt aan 'gevonden' hiaten) Lokale diensteneconomie 1.2. regiodekkend aanbod van diensten 1.2.A # bij acties betrokken gemeenten Draagt het project bij aan de oplossing van een Schaalvergroting binnen LDE ~ decreet A B # erkende inschakelingstrajecten (VTE) in Z-W-Vl evolutie # erkende inschakelingstrajecten (VTE) in Z- W-Vl activeringsprobleem of algemener van een sociaal of maatschappelijk probleem? Kan een opdrachtverklaring verkregen worden van meerdere (territoriaal) betrokken besturen? Zo ja, van welke besturen? (beschikbare 6

7 Voeren van een niche-onderzoek om nieuwe diensten te ontwikkelen A B C kwalitatieve rapporten bevindingen niche onderzoek # ontwikkelde projectplannen met tewerkstelling(spotentieel) # gerealiseerde projectplannen met tewerkstelling(spotentieel) engagementsverklaringen toegevoegd?) Worden bijkomende tewerkstellingskansen (kwantitatief of kwalitatief 6 ) gerealiseerd of kansen/mogelijkheden daartoe gecreëerd? A A # bijeenkomsten/ jaar # vormingen en opleidingen waarrond gecommuniceerd is Is er actieve betrokkenheid van (alle) OCMW s? alternatief: Aantal actief betrokken OCMW s ~ voldoende gedragenheid Draagt het project bij aan het wegwerken van activeringsdrempels op niveau van individuen/groepen? Lerend netwerk trajectbegeleiders 2.1. Uitvoering geven aan de regionale activeringsstrategie A A. ja/nee gedeelde praktijk (stages art. 60) ja/nee regionaal kader sociale activering A # keer ruimte voor concrete of specifieke uitwisseling binnen contactmomenten lerend netwerk trajectbegeleiders OCMW A # gerealiseerde subsidiedossiers 6 Aantal tewerkstellingsplaatsen of inhoudelijk onderscheiden tewerkstellingskansen. 7

8 2.1.9.A # pilootprojecten W² Continueren van projecten die de mobiliteit van de kansengroepen verhogen: A B # mobiliteitsbevorderende initiatieven periodieke evaluatie van bestaande mobiliteitsnood Draagt het project bij aan de mobiliteit van de doelgroep? Voldoende aandacht voor link naar SE/professionele activering? Continueren Drive Mobiliteit Aandacht voor extra mobiliteitsproblemen bij tewerkstelling doelgroep Regiodekkend aanbod uitwerken: haalbaarheidsstudie + uitwerken en uitvoeren van het project Bovenlokale mogelijkheden om het behalen van een rijbewijs te faciliteren Netwerkmoment: Jaarlijks regionaal forum sociale economie Organiseren van een jaarlijks netwerkmoment A jaarlijks netwerkmoment SE-REC- (lok.) besturen - ja/nee Bereik SE-actoren (aantal) Bereik REC-actoren (aantal) Bereik lokale besturen (aantal) 8