ki1111a BASISDOCUMENT ATTESTERING IBA-SYSTEMEN Ruimtelijke Ordening en Ml~beheer VROM/Kiwa, april 1998 Werkgroep 1, Attestering IDA-systemen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ki1111a BASISDOCUMENT ATTESTERING IBA-SYSTEMEN Ruimtelijke Ordening en Ml~beheer VROM/Kiwa, april 1998 Werkgroep 1, Attestering IDA-systemen"

Transcriptie

1 0 Ministerie van Völkshulsvestlna, Ruimtelijke Ordening en Ml~beheer ki1111a BASISDOCUMENT ATTESTERING IBA-SYSTEMEN VROM/Kiwa, april 1998 Werkgroep 1, Attestering IDA-systemen

2 BASISDOCUMENT ATTESTERING!BA-SYSTEMEN VROM Directie DWL, IPC 630 Afdeling DIA Postbus GX 's-gravenhage Kiwa Afdeling Beton-Bouw postbus AB Rijswijk

3 VOORWOORD Met de totstandkoming van het Basisdocument Attestering van IDA-systemen wordt een eerste stap gezet naar aanvulling van de huidige regelgeving in het kader van de Wet bodembescherming en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Hierdoor zal naar verwachting kunnen worden afgestapt van de in het Lozingenbesluit Wet bodembescherming verplichte toepassing van uitsluitend septic tanks. Ook wordt een handreiking gegeven voor de invulling van het begrip "gelijkwaardige voorziening" en "nadere te stellen eisen" uit het Lozingenbesluit verontreiniging oppervlaktewateren voor de toepassing van IBA 's die lozen in oppervlaktewateren waaraan in gevolge de Wet op de waterhuishouding een bijzondere functie of waterkwaliteitsdoelstelling is toegekend. Dit kan tevens een bijdrage leveren aan de verdere harmonisatie van de twee Lozingenbesluiten. De Subwerkgroep IDA 's van de CIW/CUWVO VI heeft in maart 1998 een klassen-indeling op basis van effluenteisen voor de attestering van IBA 's opgesteld. Deze indeling is gericht op de toepassing in niet kwetsbare, kwetsbare en zeer kwetsbare gebieden. Dit voorstel is inmiddels goedgekeurd door de CIW /CUWVO VI. Keuringseisen, in de vorm van influentwaarden, maken eveneens deel uit van de CIW/CUWVO indeling. De werkgroep Attestering van!ba-systemen heeft zich in dit rapport gericht op!ba-systemen voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater met of zonder melkspoelwater tot en met 200 i.e. Bij de opstelling van de vereiste beproevingsmetboden voor IBA 's is zoveel mogelijk rekening gehouden met de ontwikkelingen binnen de Europese normgeving en ontwikkelingen binnen de EU. De volgende stap in het certificeringsproces is te komen tot de opstelling van beoordelingsrichtlijnen voor de attestering van typen IBA's en de certificatie van de bouw en de aanleg van!basystemen. Hierdoor wordt een beheersbare introduktie van de nog te plaatsen grote aantallen IDA 's beoogd. Naar verwachting zal hierdoor ook de handhaving en de controle van geplaatste IBA's kunnen worden vereenvoudigd. Ter verdere ondersteuning van de grootschalige introductie van!ba-systemen heeft het ministerie van VROM tevens opdracht gegeven voor de opstelling van een "Handleiding Helofytenfilters" en een Module "B4000 Individuele behandeling van afvalwater:!ba-systemen" als onderdeel van de Leidraad Riolering. Beide documenten zullen binnenkort ter beschikking komen. Nu de randvoorwaarden voor de attestering bekend zijn, zal op korte termijn aandacht besteed worden aan de inrichting van testlocaties. Ook zal nog worden nagegaan in hoeverre er mogelijkheden zijn om gegevens afkomstig van proefopstellingen in situ te evalueren en indien mogelijk te autoriseren. Uitvoerders van proefprojecten wordt geadviseerd conform dit basisdocument te handelen, opdat in situ beproevingen tot het gewenste resultaat leiden. Het is tevens gewenst dat proefprojecten gemeld worden aan het IDA-steunpunt. Dit steunpunt is bij het Van Hall Instituut te Leeuwarden is ondergebracht.

4 INHOUD 1 INLEIDING Achtergrond VROM/Kiwa project "IDA-systemen" Samenstelling en doel van de werkgroep "Attestering van IDA-systemen" Uitgangspunten Doelgroepen Afbakening Basisdocument Influent Effluent Gehanteerde begrippen Leeswijzer INFLUENTEISEN Inleiding Definiëring influent Parameters Beproevingsinfluent bestaande uit huishoudelijk afvalwater Inleiding Samenstelling huishoudelijk afvalwater Kwantiteit huishoudelijk afvalwater Beproevingsinfluent bestaande uit melkspoelwater Inleiding Samenstelling melkspoelwater Kwantiteit melkspoelwater UITVOERINGSEISEN Inleiding Testschema Opstartperiode Stabiele perioden uur durende stroomstoring test %-125% belasting-test Vakantiestress-test Badwater-test Wasmachine-test Piekbelasting-test Te analyseren parameters van het effluent Beoordeling resultaten Voorschriften voor meting, bemonstering en analyse Debietmeting influent Bemonsteringsmetbode Instelling en uitvoering van bemonsteringsapparatuur Monsterbehandeling Analyse Rapportage IN-SITU BEPROEVING

5 5 BEOORDELINGSCruTEruA Algemeen IBA klasse I IBA klasse IBA klasse III IBA klasse lila IBA klasse III B DE BIJ DE IBA GELEVERDE INFORMATIE Algemeen Door de producent/leverancier te overleggen informatie LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN Bijlage 1: Bijlage 2: Lijst van deelnemers aan werkgroep 1: Attestering van!ba-systemen Relatie met Europese normen op het gebied van afvalwater

6 1 INLEIDING 1.1 Achtergrond De Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1979 (PbEG 1980 L20/43) geeft de lidstaten bindende aanwijzingen voor de bescherming van grond- en oppervlaktewater tegen verontreiniging veroorzaakt door het ongezuiverd lozen van afvalstoffen. Het beleid in Nederland richt zich op de effectuering van de regelgeving in Na 1 januari 2005 moet het afvalwater, dat niet geloosd wordt op de openbare riolering, door een systeem voor Individuele Behandeling Afvalwater (ma) worden geleid, alvorens het water mag worden geloosd (inwerking treding van artikel 6 tot en met 9 van het Lozingenbesluit bodembescherming voor een bestaande beperkte lozing van huishoudelijk afvalwater in de bodem en artikel 13 van het Lozingenbesluit Wvohuishoudelijk afvalwater, 24 januari 1997). Er wordt uitgegaan van ca ongezuiverde lozingen. Daarvan loost ruwweg 70% op oppervlaktewater en 30% in de bodem. Dit zijn vooral bestaande beperkte lozingen van huishoudelijk afvalwater [Lozingenbesluiten Wbb en Wvo huishoudelijk afvalwater, 1997]. Daarvan komt een groot deel in aanmerking voor aansluiting op de riolering. De resterende lozingen (naar schatting 70 à ) komen in aanmerking voor zuivering via een ma-systeem om vervolgens te kunnen lozen op de bodem of het oppervlaktewater. Aan welke technische en bouwkundige voorwaarden een ma-systeem moet voldoen en op welke wijze de controle van ma's moet plaatsvinden, is beschreven in de!ba-richtlijn [VROM, 1991] en de Uitvoeringsregeling Lozingenbesluit bodembescherming van 14 juni 1990 en de regeling septic tankswvovan 27 januari Op dit moment zijn in het bovengenoemde kader slechts enkele keuringen van!ba-systemen uitgevoerd en zijn er slechts nog weinig IBA's geplaatst. De verplichte aanmelding voor een keuring blijkt binnen de huidige regeling vaak pas plaats te vinden nadat het!ba-systeem reeds is aangelegd. Ook de controle op het effluent, twee jaar na plaatsing, geeft weinig perspectief voor een praktisch uitvoerbare regeling, omdat dan het effluent van duizenden ma's bemonsterd en geanalyseerd zou moeten worden. Voldoet het effluent van de IBA niet aan de eisen, dan moet een vervolgtraject worden ingezet dat veel inspanning vraagt. Op de huidige manier kan alleen achteraf worden bepaald of een!ba-systeem geschikt is, hetgeen niet wenselijk is. Het is daarom van groot belang om van te voren te weten of het geplaatste systeem geschikt is voor de behandeling van het afvalwater dat wordt aangeboden. Daarom moet bekend zijn of het betreffende!basysteem die prestaties kan halen die in het kader van de twee genoemde Lozingenbesluiten worden vereist. Bovenstaande problematiek heeft geleid tot een project!ba-systemen, geïnitieerd door VROM, Kiwa en de Vereniging van Leveranciers van Agrarische Bedrijfsgebouwen- en uitrusting (VABU). Dit project is in september 1997 gestart. VROM is opdrachtgever voor het hierna beschreven project. 1.2 VROM/Kiwa project "!BA-systemen" Doel en organisatie VROM/Kiwa project Het doel van het onderhavige VROM/Kiwa project is tweeledig. Het eerste doel is het opstellen van een basisdocument, waarin beschreven is op welke wijze!basystemen beproefd en beoordeeld kunnen worden om vervolgens te bepalen in welke klasse het IBA -systeem kan worden ingedeeld. Elke klasse is gekoppeld aan prestatie-eisen waaraan het IBAsysteem dient te voldoen. Daarom zijn aan elke klasse andere effluenteisen verbonden. Deze, door de CIW /CUWVO VI voorgestelde klasse-indeling op basis van effluenteisen is afhankelijk van de mate van de kwetsbaarheid van het gebied waar het effluent van het!ba-systeem op wordt Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 6 van 34

7 geloosd of wordt geïnfiltreerd. Een vergunningverlener kan vervolgens, afhankelijk van de kwetsbaarheid van het gebied, een!ba-systeem uit een bepaalde klasse voorschrijven. Op deze wijze is van te voren gegarandeerd dàt een!ba-systeem de vereiste prestaties kan leveren, zodat problemen achteraf worden voorkomen. Bij de door VROM uitgevoerde evaluatie Lozingenbesluit bodembescherming zal met bovenstaande ontwikkeling rekening worden gehouden. Het tweede doel is het opstellen van een Handleiding Helofytenfilters. Dit vloeit voort uit het feit dat er momenteel voor nieuwe!ba-systemen ook gekozen wordt voor helofytenfilters. Dit!BAsysteem is niet in het Lozingenbesluit Wet bodembescherming en de IDA-richtlijn van 1991 [VROM,1991] opgenomen, omdat daar eerder geen aanleiding toe was. Deze Handleiding is inmiddels gereed gekomen. Organisatie Om het bovenstaande te realiseren is er een begeleidingscommissie voor het VROM/Kiwa project samengesteld met daarin een vertegenwoordiging van de belangrijkste marktpartijen. Deze marktpartijen zijn op alfabetische volgorde: IMAG-DLO, Kiwa Certificatie en Keuringen, L TO Nederland, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA), Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Mieubeheer (VROM), Nederlands Informatiecentrum Bodembeschermende Voorzieningen (NIBV), Nederlands Normalisatie Instituut (NNI), Stichting RIONED, Unie van Waterschappen (UvW), Van Hall Instituut (VHI), Vereniging van Leveranciers van Agrarische Bedrijfsgebouwen- en uitrusting (VABU), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Tevens zijn er twee werkgroepen samengesteld, met elk een eigen taak. Het Basisdocument Attestering van!ba-systemen is in het kader van de werkgroep "Attestering van!ba-systemen" van de Begeleidingscommissie opgesteld. 1.3 Samenstelling en doel van de werkgroep "Attestering van!ba-systemen" In deze werkgroep zijn partijen vertegenwoordigd die betrokken zijn bij de regelgeving en vergunningverlening voor lozingen in het kader van de Wbb en de Wvo. Daarnaast maken producenten/leveranciers en onafhankelijke deskundigen deel uit van deze werkgroep. De volgende, in alfabetische volgorde opgenomen, organisaties zijn vertegenwoordigd (in bijlage 1 zijn de namen van de werkgroepsleden opgenomen): Dienst Waterbeheer en Riolering (DWR) van de gemeente Amsterdam en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht; Katalysator; Kiwa Certificatie en Keuringen N. V.; Landbouwuniversiteit Wageningen, vakgroep Milieutechnologie; Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Mieubeheer (VROM), Nederlands Normalisatie Instituut (NNI); Stichting RIONED; Tauw Milieu B.V.; Van Hall instituut/ira-steunpunt; Vereniging van Leveranciers van Agrarische Bedrijfsgebouwen- en uitrusting (VABU), vertegenwoordigd door AB Milieusystemen B.V., Toban Milieutechniek B.V. en de Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 7 van 34

8 secretaris van de V ABU; Waterschap Regge en Dinkei; Zuiveringschap Rivierenland. Doel van de werkgroep "Attestering van IBA-systemen" Het doel van het project voor deze werkgroep is het opstellen van een beproevingsprotocol voor ma-systemen, waarna ma-systemen op basis van de behaalde effluentprestaties, kunnen worden geclassificeerd. De classificatie op grond van effluenteisen is voorbereid door de Commissie Integraal Waterbeheer/Commissie Uitvoering Wet verontreiniging oppervlaktewateren (CIW/CU WVO VI). Het project omvat in grote lijnen: literatuuronderzoek naar nationale en internationale normen, wettelijke eisen etc. m.b.t. beproevingsmetheden voor IDA-systemen; inventarisatie van beleid van provincies en waterbeheerders met betrekking tot de toepassing van!ba-systemen, afhankelijk van de kwetsbaarheid van het toepassingsgebied; opstellen van een classificatie van IBA 's op grond van effluenteisen, afhankelijk van de toepassing in niet kwetsbare, kwetsbare en zeer kwetsbare gebieden. Voor dit deel werd met met de CIW /CUWVO VI samengewerkt; het opstellen van een beproevingsschema voor IBA-systemen, waarmee bepaald kan worden in welke klasse een!ba-systeem kan functioneren. 1.4 Uitgangspunten De uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het opstellen van het Basisdocument zijn: de belasting van een!ba-systeem met het influent moet zo goed mogelijk aansluiten bij de werkelijke belasting in de praktijk; het influent moet eenvoudig te verkrijgen zijn, omdat anders de beproeving te kostbaar is; de beproevingsmetbode moet zo kort mogelijk zijn, maar verschillende reëel ongunstige omstandigheden voor het IBA-systeem moeten onderdeel van het beproevingsprotocol uitmaken; het beproevingsprotocol en de definiëring van het influent volgen waar nodig de eennormering (zie bijlage 2). 1.5 Doelgroepen Het basisdocument is van belang voor de volgende doelgroepen: Overheidsinstanties Waterkwaliteitsbeheerders en bodembeheerders kunnen, aan de hand van op de klasse-indeling gebaseerde attesteringsregeling voor IBA-systemen, aanwijzigingen geven voor toe te passen systemen voor lozingen in oppervlaktewateren en in de bodem, afhankelijk van de kwetsbaarheid van het gebied. Overheidsinstanties die zijn belast met het opstellen of uitvoeren van milieubeleid inzake afvalwaterlozingen -specifiek lozingen bij verspreide bebouwing- zijn: waterkwaliteitsbeheerders in het kader van het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater; gemeenten in het kader van het Lozingenbesluit Wet bodembescherming; provincies in verband met het milieubeleid. Producenten/leveranciers De producent of leverancier van IRA-systemen kunnen met een attest aantonen dat met het door hun geleverde!ba-systeem de gevraagde prestaties kunnen worden behaald. Het attest behorende Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 8 van 34

9 bij een IBA-systeem geeft aan voor welk aantal i.e.'s 1 het systeem geschikt is en voor welke toepassingsklasse in het kader van lozing op oppervlaktewater met bijzondere functie of waterkwaliteitsdoelstelling het IBA-systeerri kan worden toegepast. Ook kunnen hierdoor voor septic tanks alternatieve systemen worden aangeboden. Overige doelgroepen Daarnaast is dit Basisdocument bedoeld voor organisaties, bedrijven, belangengroeperingen en particulieren die direct of indirect met deze problematiek te maken hebben, bijvoorbeeld: onderzoeks- en onderwijsinstellingen voor afvalwaterbehandeling; milieu- en bouwtechnische adviesbureaus; milieuorganisaties; overkoepelende (bedrijfs)organisaties als LTO en beheersorganisaties voor IBA's; bewoners, c.q. eigenaars en toekomstige eigenaars van IBA-systemen. 1.6 Afbakening Basisdocument Het Basisdocument richt zich op alle IBA-systemen die zijn bestemd voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater met eventueel melkspoelwater tot een maximum van 200 i.e Influent De IBA-systemen zullen getest worden op de zuivering van huishoudelijk afvalwater met of zonder het spoelwater van de melkinstallatie en de melktank. Huishoudelijk afvalwater Onder het huishoudelijk afvalwater wordt het zogenaamde zwart- en grijswater verstaan. Het zwartwater bestaat uit toiletwater en het grijswater uit overige afvalwaterstromen uit het huishouden, zoals afvalwater uit de gootsteen, douche, bad en wasmachine. Regenwater hoeft niet gezuiverd te worden en maakt geen onderdeel uit van het influent van IBAsystemen en zal daarom niet bij het influent worden opgenomen. Naar verwachting zal het attesteringsonderzoek in eerste instantie op technische locaties van onderzoeksinstellingen plaats gaan vinden. Als influent komt in eerste instantie het afvalwater uit het openbare rioolnet in aanmerking. Dit bestaat uit een mengsel van zwart-, grijs- en regenwater. Als minimale samenstelling van het influent is gekozen voor de gemiddelde samenstelling in een periode van I jaar, exclusief 30 regendagen. Melkspoelwater Onder melkspoelwater wordt volgens de VROM-circulaire agrarische afvalwaterlozing van februari 1995 [VROM, 1995b] verstaan: was- en spoelwater als gevolg van de melkwinning. Deze afvalwaterstroom is te omschrijven als afvalwater dat vrijkomt bij de reiniging van de melkinstallatie en melktank. In het melkspoelwater van de melkinstallatie en de melktank kan onderscheid gemaakt worden in de volgende componenten: I. voorspoeling afvalwater met opgeloste melkresten; 2. hoofdspoeling afvalwater met opgeloste reinigings- en ontsmettingsmiddelen; 3. naspoeling afvalwater met opgeloste resten/sporenreinigings-en ontsmettingsmiddelen. Het water van de voorspoeling mag niet in het IBA-systeem gebracht worden. De voorspoeling dient naar de mestopslag gevoerd te worden of kan eventueel gebruikt worden als veevoer. Het Voor de eenduidigheid wordt er in het rappon alleen de tenn i.e. gebruikt i.p.v. van tenn v.e. (vervuilingseenheid) of I.e. (lozingseenhe1d). Zie ook paragraaf 1.7 Gehanteerde begrippen. Basisdocument Artestering, versie april 1998 Pagina 9 van 34

10 water van de hoofdspoeling en de naspoeling kan wel aan het IBA-systeem aangeboden worden. Spoelwater van het melkbordes en de melkput Het spoelwater van het melkbordes en de melkput dient niet in het!ba-systeem gebracht te worden en is derhalve niet meegenomen bij de vaststelling van de minimum concentraties in het influent. Het melkbordes is het bordes waarover de koeien lopen als ze worden gemolken. De put eronder, waar tijdens het melken de melker in staat, is de melkput. Vooral het spoelwater van het melkbordes zal verontreinigd zijn met mest e.d. van de koeien. Dit kan tot te grote variaties in de belasting van IBA-systemen leiden. Het spoelwater van de melkput wordt ook niet meegenomen in het toetsingsprotocol, omdat: ook dit spoelwater mestresten bevat. Qua regelgeving en beleid is rechtstreeks lozen van dergelijk water in ongezuiverde vorm niet toegestaan. Geschikte verwerkingsopties zijn de mestkelder (mestwetgeving) of apart opvangen en verspreiden over het land (Regeling waterige fracties); de hoeveelheid en vervuilingsgraad van het spoelwater fors kan verschillen per boerderij; mestresten, maar ook bijvoorbeeld stro en krachtvoerkorrels, aanleiding kunnen geven tot verstoppingen van het!ba-systeem. Behandeling van dergelijk afvalwater is daarom alleen mogelijk als de voorbehandeling aan zeer hoge eisen voldoet. Er blijken nog te weinig gegevens beschikbaar te zijn om dit onderdeel verder in dit Basisdocument te kunnen uitwerken. Afvalwater afkomstig van de kaasbereiding Enkele melkveehouderijen maken zelf kaas. Bij de kaasbereiding komen twee soorten afvalwater vrij : de wei (restant van de melk, dat overblijft na kaasbereiding); het pekelbad (zoutbad, waarmee kaas mee op smaak wordt gebracht en het rijpingsproces wordt beïnvloed). Het betreft voor beide afvalwaterstromen enige tientallen m 3 per jaar. De wei bevat hierbij een zeer hoge CZV-concentratie (tot mg 0 2 /1). Deze afvalwatersoorten worden niet meegenomen in het toetsingsprotocol, omdat: een IBA-systeem het zout uit de pekelbaden niet wegzuivert uit het afvalwater. Het is mogelijk dat het zout de zuiverende werking van het systeem negatief beïnvloed; de hoeveelheid en vervuiling van het afvalwater fors verschilt per boerderij en dus moeilijk te kwantificeren is. Daarnaast blijkt dat het slechts enige honderden bedrijven in Nederland betreft, die voor een belangrijk deel al op de riolering zijn aangesloten. Resumé Het toetsingsprotocel is dus beperkt tot de zuivering van huishoudelijk afvalwater en de hoofd- en naspoeling van de melkinstallatie en de melktank. Voor de zuivering door een!ba-systeem komt dit type afvalwater in eerste instantie in aanmerking. Als minimum kwaliteit voor het te zuiveren afvalwater (influent) is gekozen voor de kwaliteit van rioolwater, uit het openbare rioolnet met uitsluiting van 30 regendagen Effiuent De eisen die gesteld worden aan het effluent zijn gericht op lozing op het oppervlaktewater of in de bodem. Het hergebruik van effluent als drinkwater voor vee valt buiten het aandachtsveld van dit Basisdocument. Er worden daarom geen eisen gesteld aan het gehalte aan ziektekiemen als Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 10 van 34

11 E.coli, Faecale streptococcen etc Gehanteerde begrippen BZV 5 Biochemisch Zuurstof Verbruik, zijnde de massahoeveelheid zuurstof (0~ die door microorganismen per liter water wordt verbruikt gedurende een aaneengesloten tijdvak van 5 dagen bij 20 C, bepaald volgens NEN czv Chemisch Zuurstof Verbruik, zijnde de massahoeveelheid zuurstof (0 2 ) die per liter water wordt verbruikt bij chemische oxydatie volgens NEN emuent Behandeld afvalwater, algemeen de waterafvoer van een zuiveringssysteem(onderdeel). grijswater Het spoel-, bad- en waswater. buisboudelijk afvalwater Grijs- en zwartwater afkomstig van particuliere huishoudens en ander afvalwater dat naar zijn aard en samenstelling overeenkomt met afvalwater afkomstig van een particulier huishouden. IBA Individuele behandeling afvalwater. I BA-systeem Een systeem voor de individuele behandeling van afvalwater, inclusief voor- en nabehandelingsysteem. influent Aangevoerd afvalwater, algemeen de wateraanvoer naar een zuiveringsinstallatie. inwoner-equivalent (i.e.) De bij de dimensionering uitgegane hoeveelheid aangevoerd afvalwater dan wel organische vuilvracht, overeenkomend met de lozing van 1 inwoner. lozingseenheid (I.e.) Een gebruikte eenheid overeenkomend met de lozing van 1 inwoner. In het Basisdocument zal vanwege de uniformiteit de term i.e. worden gebruikt. De eenheid I.e. komt globaal overeen met de term i.e. Kjeldablstikstof De massahoeveelheid organisch gebonden stikstof en ammonium-stikstof, uitgedrukt in stikstof (N) en bepaald volgens NEN-ISO N-totaal de massahoeveelheid totale stikstof, uitgedrukt in stikstof (N), bestaande uit Kjeldahlstikstof (organisch gebonden stikstof en ammonium-stikstof), nitraat-stikstof en nitriet-stikstof. onopgeloste bestandejen De massahoeveelheid niet opgeloste stoffen (zwevende en bezonken bestandelen), volgens NEN P-totaal De totale hoeveelheid aan fosforverbindingen, uitgedrukt in fosfor (P) en bepaald volgens NEN ruw afvalwater Afvalwater dat nog geen behandeling heeft ondergaan. vervuilingseenheid (v.e.) De grondslag voor verontreinigingsheffing conform de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, gebaseerd op de geloosde hoeveelheid zuurstofbindende stoffen per inwoner. In het Basisdocument zal vanwege de uniformiteit de term i.e. worden gebruikt. De eenheid v.e. komt globaal overeen met de term i.e. zwartwater Het toiletwater. Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 11 van 34

12 zwevende stof (SS) De massahoeveelheid van zw~vende bestanddelen volgens NEN-EN Leeswijzer Voordat een beproeving van een!ba-systeem kan plaatsvinden, moet eerst worden gedefinieerd met welk afvalwater de ma getest gaat worden. Ook moet een beschrijving van de kwaliteit en kwantiteit van het influent gedurende de dag worden beschreven. De samenstelling en kwantiteit van het influent met zijn fluctuaties worden beschreven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 worden de uitvoeringseisen nader beschreven. Hierin wordt het gehele testschema gegeven met de beschrijving van de verschillende uit te voeren testen. In dit hoofdstuk worden ook de te analyseren parameters beschreven, de wijze waarop de bemonstering uitgevoerd dient te worden en aan welke eisen de rapportage dient te voldoen. De beproeving van ma-systemen kan zowel in het laboratorium plaats vinden als in het veld. De eisen aan deze zogenaamde in-situ beproeving worden in hoofdstuk 4 behandeld. Na de beproeving kan het ma-systeem op basis van de behaalde effluentprestaties worden ingedeeld in een bepaalde klasse!ba-systeem. De effluenteisen per klasse zijn beschreven in hoofdstuk 5. Voordat met de beproeving van het ma-systeem gestart kan worden dient de producent/leverancier verschillende gegevens aan te leveren. De aan te leveren informatie wordt beschreven in hoofdstuk 6. Basisdocument Anestering, versie april 1998 Pagina 12 van 34

13 2 INFLUENTEISEN 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de eisen beschreven die aan de hydraulische belasting van te attesteren IBA 's en aan de kwaliteit van het aangevoerde rioolwater worden gesteld. De eisen die worden gesteld aan het beproevingsinfluent zijn afhankelijk van het aan- of afwezig zijn van melkspoelwater. Omdat in het attest zal worden beschreven waarvoor het!ba-systeem is getest en voor welke toepassingsklasse de IBA geschikt geacht wordt, dient de producent/leverancier vóór de beproeving aan te geven voor welke grootte- en toepassingsklasse de IBA is ontworpen en met welk type afvalwater het!ba-systeem getest dient te worden. 2.2 Definiëring influent Het!BA-systeem kan getest worden met twee typen afvalwater. Deze typen zijn: 1. huishoudelijk afvalwater; 2. huishoudelijk afvalwater samen met melkspoelwater afkomstig van de hoofd- en naspoeling van de melkinstallatie en melktank. De samenstelling en de kwantiteit van het huishoudelijk afvalwater en het melkspoelwater, als uitgangspunt voor het attesteringsonderzoek, worden in de volgende paragrafen beschreven. In het beproevingsprotocol wordt onderscheid gemaakt in de volgende drie grootteklassen: i.e. of minder; 2. meer dan 10 i.e. en minder of gelijk aan 50 i.e.; 3. meer dan 50 i.e. en minder of gelijk aan 200 i.e.. De klasse-indeling is gebaseerd op nationale en Europese regelgeving. De 10 i.e. grens is afkomstig van het Lozingenbesluit Wbb en Wvo, de 50 i.e. grens is afkomstig uit de Europese regelgeving en de 200 i.e. grens is de maximaal toelaatbare lozing zonder aansluiting op de riolering. Op de bovenstaande manier ontstaan in totaal zes verschillende condities die elk (binnen een zekere bandbreedte) gedefinieerd moeten worden om een betrouwbare beproeving in het kader van een attesteringsregeling mogelijk te maken. De definitie omvat per conditie: 1. de vastlegging van de kwantitatieve kenmerken bestaande uit een dagelijks debietverloop en een set van bijzondere hydraulische belastingen (vakantie, piekbelasting e.d.); 2. de vastlegging van de kwalitatieve kenmerken bestaande uit de dagelijkse vuilvrachten (of concentraties) van de relevante parameters. 2.3 Parameters Tabel 2.1 geeft een overzicht van de te bepalen parameters aan het influent. Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 13 van 34

14 Tabel 2.1: Parameters te bepalen aan het influent in relatie tot de klasse IDA-systeem. Parameter klasse I klasse 11 klasse lila klasse IIIB biochemisch zuurstofverbruik (BZV 5 ) x x x x chemisch zuurstofverbruik (CZV) x x x x totaal stikstof (N-totaal) 1 > x x totaal fosfaat (P-totaal) x zwevende stof (SS) x x x x I) Het totaal stikstof bestaat uit Kjeldahlstikstof (organische stikstof en ammonium-stikstof), nitriet- en nitraat-stikstof. Er is geen officiële NEN-norm beschikbaar om rechtstreeks het totaal stikstof te bepalen. Om het totaal stikstof te bepalen dient men de Kjeldahlstikstof te bepalen én het nitriet- en nitraatstikstof. Het gehalte aan nitriet, nitraat en ammonium van recent aangevoerd huishoudelijk afvalwater is verwaarloosbaar en hoeft daarom niet apart geanalyseerd te worden in het bemonsterde influent. 2.4 Beproevingsinfluent bestaande uit huishoudelijk afvalwater Inleiding In dit basisdocument wordt geen onderscheid gemaakt in zwart- en grijswater, omdat de beide afvalwaterstromen vooralsnog gemengd in het!ba-systeem gebracht worden Samenstelling huishoudelijk afvalwater De samenstelling en de vuilvrachten van het huishoudelijk afvalwater waarmee!ba-systemen worden belast, zijn weergegeven in de tabel 2.2. In de tabel worden onder- en bovengrenzen gesteld. Echter bij in-situ proeven zullen de vrachten in het influent regelmatig de bovengrens overschrijden. De bovengrens geldt daarom als een richtlijn en niet als een eis. De ondergrens geldt wel als een eis. Tabel 2.2: Samenstelling huishoudelijk afvalwater. Parameters Concentraties (mg/1) Vrachten (grarnlinw.dag) 1 > biochemisch zuurstofverbruik (BZV 5 ) chemisch zuurstofverbruik (CZV) totaal stikstof (N-totaal) totaal fosfaat (P-totaal) zwevende stof (SS) I) Berekend op basis van 150 liter afvalwater per persoon per dag. De vrachten zijn afgerond op hele grammen. Tabel 2.2 is gebaseerd op de tussenrapportage van maart 1998 van de subwerkgroep IBA's van werkgroep CIW/CUWVO VI [CIW/CUWV0,1998] en op een toetsing aan de Europese normgeving en op uitvoerbaarheid bij technische beproevingslocaties die voor het attesteringsonderzoek gebruik maken van gemengd afvalwater uit het openbare rioleringsnet. Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 14 van 34

15 2.4.3 Kwantiteit huishoudelijk afvalwater Voor het totale volume huishoudelijk_ afvalwater wordt uitgegaan van 150 liter per inwoner per dag [VROM, 1991]. Deze hoeveelheid wordt echter niet gelijkmatig over de dag geproduceerd maar is afhankelijk van het tijdstip van de dag. In tabel 2.3 is deze debietvariatie weergegeven. Deze dient als basis voor de beproeving in het kader van de attestering. Tabel 2.3: Het debiet van het huishoudelijke afvalwater afhankelijk van het tijdstip van de dag. ::5 10 i.e. > 10 i.e. - ::5 50 i.e. > 50 i.e. - ::5 200 i.e. Tijdstip op de dag debiet debiet debiet debiet debiet debiet (I/i.e. per (I/i.e. per (I/i.e. per (I/i.e. per (I/i.e. per (I/i.e. per uur) tijdsvak) uur) tijdsvak) uur) tijds vak) (15 uur) (1 uur) (2 uur) , (4 uur) 2, , (2 uur) ,5 35 Gehele dag (24 uur) Beproevingsinfluent bestaande uit melkspoelwater Inleiding Als een producent/leverancier aangeeft dat een!ba-systeem geschikt is voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater met melkspoelwater dient het aangeboden!ba-systeem beproefd te worden op een mengsel van beide afvalwaterstromen. In deze paragraaf worden eisen gegeven waaraan het melkspoelwater dient te voldoen. Onder melkspoelwater wordt het spoelwater van de melkinstallatie (leidingen e.d.) en van de melktank verstaan. De spoeling van de melkinstallatie en melktank geschiedt meestal in drie fasen: 1 voorspoeling, waarbij melkresten in het spoelwater komen; 2 hoofdspoeling, waarbij heet water en reinigingsmiddel worden gebruikt; 3 naspoeling, waarbij het reinigingsmiddel van het hoofdspoelwater wordt verwijderd. Zoals reeds in de afbakening van het Basisdocument (paragraaf 1.4) is gesteld wordt de voorspoeling niet meegenomen in het Basisdocument. Uit een publicatie van het proefstation rundveehouderij [PR,1996] blijkt dat melkspoelwater een sterk wisselende samenstelling kan hebben en dat ook de hoeveelheid van het melkspoelwater sterk kan varieren. De kwantiteit is voornamelijk afhankelijk van de melkwinningsinstallatie en de kwaliteit is met name afhankelijk van de gebruiker Samenstelling melkspoelwater In tabel 2.4 is een overzicht van de gemiddelde samenstelling van melkspoelwater gegeven. Basisdocument Anestering, versie april 1998 Pagina 15 van 34

16 Tabel 2.4: Samenstelling melkspoelwater [Friesland, 1991]. reinigingsfase Voorspoeling Hoofdreiniging Naspoeling type afvalwater gemiddelde spreiding gemiddelde spreiding gemiddelde spreiding melkinstallatie ph 7,1 6,8-7,4 8,5 1,7-12,2 7,9 2,5-10 czv mg/ BZV) mg/ N-Kj mg/ ,4-233 P-tot mg/ ,7-237 melktank ph 7,2 1,7-10,2 7,8 1,6-11,3 8,2 7,4-8,9 czv mg/ ,9-53 BZV 3 mg/ N-Kj mg/ , ,7-58 P-tot mg/1 18 1, , ,6 Bij melkveehouderijen wordt gebruik gemaakt van diverse reinigings- en desinfectiemiddelen. In de volgende tabel wordt ter informatie een overzicht gegeven van de toegelaten middelen. Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 16 van 34

17 Tabel 2.5: Overzicht van de toegelaten reinigings- en desinfectiemiddelen voor melkwinningsapparatuur op de boerderij [PR, 1997]. Gehalte actieve stoffen Naam middel Kali/ Natronloog Gehalte loog NaOCI Natriumdichloor- Fosfaatvrij K-/NaOH (g/1) (g/1) isocyanuraat (%) Agib Blauw KOH Alfa 5 KOH Alfa Lava! I Extra 6,8 Alfa Lava! I Vloeibaar KOH Alfa Plus 9,2 Alfablink KOH Alfablink fosfaatvrij Na OH ja Barrein Extra KOH Barrein Speciaal Na OH Bohema R KOH Calgooit Alkalisch NP NaOH ja Calgooit DA P 6,0 Calgooit DA Vloeibaar Fosfaatvrij Na OH ja Calgooit DA Vloeibaar Super KOH Circopro AF Na OH ja Circotip AMF KOH Custral Blauw KOH Divomil RD KOH Fullwood Remigings- en Ontsmettingsmiddel KOH Herdoniet KOH Lacto Actief KOH Manukal KOH Neomoscan M KOH Neomoscan M KOH Neomoscan MF Na OH ja P3 Ansep B 5,2 P3 Ansep Special Na OH ja P3 TR Special KOH Puremei KOH Puremei NP Na OH ja Reca VL KOH Reca VL Nieuw NaOH ja Reca Wit 5,2 Stafilex Combi Vloeibaar K-/NaOH Stafilex plus Na OH ja Statilex Combi 3,4 Veagro AD Fosfaatvrij NaOH ja Vloeibaar Barrein 3 Plus 44 g/1 H Webco RD Extra KOH Webco RD Speciaal KOH ja Westfalia M KOH Wola M 18 4,8 Wola 22 V!oe1baar KOH In de reinigingsmiddelen zitten naast de in de tabel weergegeven ontsmettingsmiddelen vaak ook hardheidsbinders. Meestal zijn dit polyfosfaten, in een concentratie van ruim 1 g/1 in de gebruiksoplossing. Het ontsmettingsmiddel op basis van waterstofperoxide bevat zuur. Door fabrikanten wordt aanbevolen om bij gebruik van desinfectantia wekelijks met zuur te spoelen om kalkaanslagen te verwijderen. Hiervoor worden salpeter-, fosfor- of sulfaminezuur gebruikt. In de praktijk wordt nog veel met fosfaathoudende middelen gewerkt omdat hiermee volgens de gebruikers en leveranciers goede resultaten worden bereikt. Tijdens beproevingen van IBA 's in het kader van het attesteringsonderzoek zal gebruik gemaakt worden van fosfaathoudende middelen. Basisdocument A nestering, versie april 1998 Pagina 17 van 34

18 De bij de beproeving toe te voegen reinigings- en desinfectiemiddelen dienen conform het gebruikersvoorschrift te gebeuren. De uiteindelijke invoer van melkspoelwater in het!ba-systeem moet gemengd met het huishoudelijk afvalwater geschieden Kwantiteit melkspoelwater Algemeen De hoeveelheid melkspoelwater afkomstig van de melkinstallatie en de melktank is sterk afhankelijk van verschillende factoren zoals het type melkinstallatie en melktank, het type stal en het aantal koeien. Voor de bepaling van de hoeveelheid melkspoelwater wordt hierbij uitgegaan van de meest gangbare typen en volumes. De onderstaande gegevens zijn afkomstig van het Praktijkonderzoek Rundvee, Schapen en Paarden (PR) te Lelystad en van diverse leveranciers van melkinstallaties en melktanks (Fullwood, Alfa Lava! Agri en Meko). Melkinstallatie De melkleidingen worden na iedere melkbeurt gespoeld. Deze spoeling vindt gemiddeld tweemaal per dag plaats. De hoeveelheid spoelwater is sterk afhankelijk van de omvang van de melkinstallatie, het al dan niet aanwezig zijn van grote diameter-leidingen, het type stal en het al dan niet gebruiken van elektronische melkmeters. Voor de bepaling van de hoeveelheid melkspoelwater worden door het PR verschillende formules (afhankelijk van diameter) gebruikt. Voor de grootste gangbare diameters (63 mm en 75 mm) wordt de volgende formule gebruikt: hoeveelheid melkspoelwater = 30 liter + (6 tot 7 liter x aantal melkstellen). Het aantal melkstellen varieert per veehouderij van 4 tot zelfs 32 in een enkel geval. De meeste veehouderijen hebben echter 10 à 12 melkstellen. Uitgaande van 12 melkstellen komt er per spoeling circa 115 liter spoelwater vrij (30 + (7 x 12)). De hoeveelheid spoelwater is over de drie fasen (voor-, hoofd-, en naspoeling) verdeeld in ongeveer de verhouding %-%-%. Tussen het vrijkomen (lozen) van de verschillende spoelingen van de installatie ligt circa 10 à 30 minuten. De hoofd- en naspoeling wordt in circa 2 à 3 minuten naar het!ba-systeem geleid. De voorspoeling wordt afgevoerd naar de mestkelder of als veevoer gebruikt. De temperatuur van de verschillende spoelingen varieert. De voorspoeling wordt lauw (circa 30 à 40 C) ingevoerd, de hoofdspoeling wordt heet (circa 70 à 80 C) ingevoerd en de naspoeling wordt koud ingevoerd in de melkinstallatie. Tijdens de spoeling koelt de voorspoeling af tot circa 25 C en de hoofdspoeling tot circa 45 C. Het!BA-systeem moet dus tweernaal per dag belast worden met melkspoeling van de melkinstallatie bestaande uit een hoofdspoeling van 115 liter van circa 45 C en na circa 15 minuten met een naspoeling van 115 liter van circa 25 C. Elke spoeling wordt in 2 à 3 minuten in het!basysteem gebracht. Melktank De melktank wordt gereinigd nadat de melk is opgehaald. Dit moment is afhankelijk van de melkproductie van de koeien, het afkalfpatroon en het aantal koeien. In de meeste gevallen wordt de melk na circa 6 melkmalen opgehaald. Op basis van 2 melkmalen per dag betekent dit, dat de melktank na 3 dagen wordt geleegd en gereinigd. De hoeveelheid melkspoelwater en het aantal spoelingen waaruit een spoelbeurt bestaat, is afhankelijk van het type melktank. In de meeste bestaande type melktanks bestaat een spoelbeurt uit 5 spoelingen (2 voor-, 1 hoofd- en 2 naspoelingen). De hoeveelheid spoelwater hangt af van Basisdocument A nestering, versie april 1998 Pagina 18 van 34

19 het volume van de melktank. Het volume varieert van 1000 tot zelfs liter in een enkel geval. De meest voorkomende groott~ is echter 6000 liter. De hoeveelheid spoelwater bedraagt circa 1 % van het tankvolume. Op basis van een tankgrootte van 6000 liter komt dit neer op 60 liter per spoeling. De hoeveelheid spoelwater van de melktank wordt evenals het spoelwater van de melkinstallatie over drie fasen (voor-, hoofd-, en naspoeling) verdeeld in de verhouding van circa 2/ /5. Op basis van 5 spoelingen van ieder circa 60 liter bedraagt de totale hoeveelheid spoelwater 300 liter. De tijdsduur tussen de verschillende spoelingen en temperaturen van de spoelingen zijn vergelijkbaar met de spoeling van de melkinstallatie. In de voorspoeling komen veel melkresten vrij (zie tabel 2.4). De voorspoeling van de melktank dient evenals voor de voorspoeling van de melkinstallatie naar de mestkelder afgevoerd te worden of hergebruikt te worden als b.v. veevoer. Het te testen!ba-systeem moet dus éénmaal per drie dagen belast worden met een melkspoeling van de melktank bestaande uit éénmaal een hoofdspoeling van 60 liter van circa 45 C, gevolgd door een eerste naspoeling van 60 liter van circa 25 C en een tweede naspoeling van 60 liter van circa l5 C. Nieuwe ontwikkelingen De tendens bij nieuwere melkinstallaties leidt enerzijds door grotere leidingdiameters tot toename van het waterverbruik, maar anderzijds tot minder afvalwater (en energiebesparing) door bijvoorbeeld reiniging met lucht of door doorschuifreiniging (naspoelwater herbenutten bij voorspoeling) en door het spoelwater te benutten (de voorspoeling kan gebruikt worden als veevoeding en het hoofd- en naspoelwater kan benut worden voor het schoonspuiten van de melkput). Basisdocument Anestering, versie april 1998 Pagina 19 van 34

20 3 UITVOERINGSEISEN 3.1 Inleiding Het!BA-systeem zal met het in hoofdstuk 2 gedefinieerde influent worden beproefd. Deze beproeving is opgebouwd uit een aantal testen. De verschillende testen worden in dit hoofdstuk beschreven. De testmethode is gebaseerd op pren , Srnall wastewater treatment systems ::; 50 Part 3 Packaged systems and/or Site assembied Dornestic wastewater treatment plants [CEN, 1997]. De IBA die wordt getest, zal worden onderhouden en in werking zijn volgens de instructies van de leverancier van het ma-systeem. Reparaties e.d. worden uitgevoerd met goedkeuring en eventueel onder supervisie van de leverancier van het!ba-systeem. 3.2 Testschema In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de uit te voeren testen waarbij de perioden van de testen en bemonstertijdstippen aangegeven zijn. Tabel 3.1: Overzicht beproevingen voor een!ba-systeem. Beproeving Periode Bemonsteringstijdstip I Opstartperiode naar keuze van de n.v.t. producent/leverancier 2 Stabiele periode week 0 t/m 6 gedurende gehele periode om de 2 weken Badwater test badwatenest: 4 monsters om de 15 minuten Wasmachine test wasmachinetest: 4 monsters om de 15 minuten 3 24-uur durende stroomstoring week 7 en 8 2 en se dag na test 4 50% belasting week 9 en 10 w week 125% belasting week 11 en week 5 Vakantiestress test week 13 t/m 15 2 en se dag na test 6 Stabiele periode week 16 t/m 27 gedurende gehele periode om de 2 weken Badwater test badwatenest: 4 monsters om de 15 minuten Wasmachine test wasmachinetest: 4 monsters om de 15 minuten 7 Piekbelasting (feestje-test) week 28 en 29 4 monsters om de 15 minuten na test Opstartperiode De opstartperiode is de periode waarin het!ba-systeem de tijd heeft om optimaal te functioneren, zodat het systeem in een steady-state komt. De producent/leverancier dient aan te geven, wanneer begonnen kan worden met de start van het beproeven van het!ba-systeem Stabiele perioden Tijdens de stabiele perioden (periode 2 en 6 uit tabel 3.1) wordt het!ba-systeem belast met het standaard influent onder de door de producent/leverancier aangegeven procescondities. Om de 2 weken wordt een 24-uurs verzamelmonster van het effluent genomen. Standaard wordt het energieverbruik, het debiet en de temperatuur van in- en effluent gemeten naast de te analyseren parameters in het influent en effluent afhankelijk van de door de producent/leverancier gekozen klasse uur durende stroomstoring test Deze periode dient te beginnen met een éénmatige 24-uurs stroornlozeperiode. Na deze stroomstoring moet het systeem zich binnen 5 dagen weer stabiliseren. Daarom zal op de 2e en 5e dag na de stroomstoring een 24-uurs verzamelmonster genomen worden. Deze test wordt éénmaal uitgevoerd, in afwijking vandepren Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 20 van 34

21 %-125% belasting-test Bij de 50%-125% test wordt gecontroleerd of het systeem een continue verhoogde of verlaagde belasting in het aangegeven bereik aan kan. Debieten dienen bij deze test te worden gemeten. In de 50% belasting periode zal gedurende 2 weken de belasting worden gehalveerd d.m.v. het halveren van het debiet. Het systeem krijgt twee weken de tijd om zich op de nieuwe situatie in te stellen. Op de laatste dag van deze periode moet een 24-uurs verzamelmonster genomen worden. Hieropvolgend vindt een periode van 2 weken plaats waarbij de oorspronkelijke belasting wordt vermeerderd met 25% van het normale debiet. Het systeem krijgt ook bij deze periode twee weken de tijd om zich op de nieuwe situatie in te stellen. Op de laatste dag van deze periode moet een 24 uurs verzamelmonster genomen worden. Ook bij deze debietverhoging zal het debiet moeten worden gemeten Vakantiestress-lest De vakantiestress test bestaat uit een periode zonder belasting (vakantieperiode). De periode bedraagt drie weken hetgeen gebaseerd is op de Nederlandse vakantie-situatie. De vakantiestress test is afhankelijk van de grootte van het IBA-systeem: voor!ba-systemen van 10 i.e. en minder gedurende drie weken geen belasting; voor!ba-systemen van meer dan 10 i.e. en gelijk of minder dan 50 i.e. gedurende drie weken 25% van de belasting; voor!ba-systemen van meer dan 50 i.e. en gelijk of minder dan 200 i.e. gedurende drie weken 50% van de belasting. Op de 2e en se dag nà de vakantieperiode moet een 24-uurs verzamelmonster genomen te worden. Ook het debiet zal moeten worden gemeten. Deze test wijkt af van de test beschreven in depren Er is gekozen voor 1 periode van 3 weken, in plaats van de in de pren aangegeven 2 maal twee weken. Dit sluit beter aan bij de Nederlandse vakantieperiode Badwater-test Tijdens de stabiele perioden dient de badwater-test wekelijks uitgevoerd te worden. De badwatertest wordt uitgevoerd om de robuustheid van het systeem te testen. Bij deze test mag het organische materiaal niet uitgespoeld worden. De badwater-test is afhankelijk van de grootte van het IBA-systeem maar dient binnen een uur te worden uitgevoerd: een hydraulische extra belasting van 200 liter badwater in 3 minuten voor!ba-systemen in de klasse tot en met 10 i.e.; een hydraulische extra belasting van 4 maal 200 liter badwater in 3 minuten voor de!ba-systemen in de klasse vanaf 10 i.e. tot en met 50 i.e.; geen hydraulische extra belasting voor de!ba-systemen in de klasse vanaf 50 i.e. tot 200 i.e.; Het aan het IBA-systeem toe te voegen badwater dient vrij te zijn van toevoegingen en er wordt koud water gebruikt. Direct na het beëindigen van de test moeten er om de 15 minuten 4 steekmonsters genomen worden in het effluent Wasmachine-test De wasmachine-test dient evenals de badwater-test in de stabiele perioden uitgevoerd te worden. De frequentie en belasting van de wasmachine-test is afhankelijk van de grootte van het!basysteem: twee keer per week een hydraulische extra belasting van 1 wasmachine vanaf uur Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 21 van 34

22 voor de!ba-systemen in de klasse tot en met 10 i.e.; twee keer per week een hydraulische extra belasting van 4 wasmachines vanaf uur voor de!ba-systemen in de klasse vanaf 10 i.e. tot en met 50 i.e.; geen hydraulische extra belasting voor de!ba-systemen in de klasse vanaf 50 i.e. tot en met 200 i.e.. Direct na het beëindigen van de test moeten er om de 15 minuten 4 steekmonsters van het effluent worden genomen. De leverancier of producent van het IBA -systeem kan een aanbeveling doen voor het te gebruiken wasmiddel. De aanbeveling dient dan overeenkomstig de handleiding bij het geleverde!basysteem te zijn. Indien de producent of leverancier van het!ba-systeem geen aanwijzingen geeft voor het toe te passen wasmiddel, dan zal van een fosfaatvrij wasmiddel zonder wasverzachter worden gebruik gemaakt. Voor beproeving in klasse IIIB zal echter gebruik gemaakt worden van een fosfaathoudend wasmiddel met wasverzachter Piekbelasting-test Bij deze test wordt gedurende 6 uur een piekbelasting uitgevoerd d.m.v. van het verhogen van het debiet. Deze test simuleert een piekbelasting zoals deze kan voorkomen tijdens bijvoorbeeld een feestje. Hierbij wordt onderzocht of het IDA-systeem een dergelijke piekbelasting kan verwerken. De 6-uur durende piekbelasting van "het feestje" dient 1 maal tijdens de 2 weken, die voor deze test staat uitgevoerd te worden. De piekbelasting van deze test is afhankelijk van de grootte van het!ba-systeem: een hydraulische piekbelasting van 400% voor de!ba-systemen in de klasse tot en met 10 i.e.; een hydraulische piekbelasting van 200% voor de!ba-systemen in de klasse vanaf 10 i.e. tot en met 50 i.e.; een hydraulische piekbelasting van 150% 1 > voor de!ba-systemen in de klasse vanaf 50 i.e. tot en met 200 i.e. I) Het percentage van 150% voor de piekbelasting staat nog ter discussie en moet bij de formulering van de uiteindelijke beoordelingsrichtlijn uitgewerkt worden. De piekbelasting van 150% geeft namelijk slechts een kleine verhoging t.o.v. de 125% belasting-test uit paragraaf waardoor het effect van deze relatieve kleine verhoging gering wordt geacht. Indien echter de betreffende piekbelasting van 150% nog verder wordt verhoogd dan wordt niet uitgesloten geacht dat dit bij de technische uitvoering problemen op gaat leveren. Direct na het beëindigen van de test moeten er om de 15 minuten 4 steekmonsters van het effluent worden genomen. Tijdens de piekbelasting wordt de melktank niet gereinigd. 3.3 Te analyseren parameters van het emuent Van het effluent dienen verschillende parameters bepaald te worden om de prestatie van het!basysteem te bepalen. De te bepalen parameters zijn afhankelijk van het toepassingsgebied waarop het!ba-systeem waarvoor het wordt aangeboden. De te analyseren parameters zijn in de onderstaande tabel 3.2 weergegeven. Hierbij is een indeling gemaakt in de verschillende klassen!ba-systemen. Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 22 van 34

23 Tabel 3.2: Parameters te bepalen aan het effluent in relatie tot het toepassingsgebied!). Parameter klasse I klasse 11 klasse UIA klasse urn biochemisch zuurstofverbruik (BZV 5 ) x x x x chemisch zuurstofverbruik (CZV) x x x x ammonium (NH 4 +) 1 > x x totaal stikstof (N-totaal) 1 > x x totaal fosfaat (P-totaal) x zwevende stof (SS) x x x x I) Het totaal stikstof bestaat uit Kjeldahlstikstof (organisch gebonden stikstof en ammoniumstikstof), nitriet- en nitraat-stikstof. Er is geen officiële NEN-norm beschikbaar waarmee de totale massahoeveelheid stikstof van afvalwater rechtstreeks kan worden bepaald. Om het N-totaal te bepalen dient men het Kjeldahlstikstof te bepalen én het nitriet- en nitraatstikstof. Naast de bovengenoemde parameters dienen tijdens de beproevingsperiade eveneens de volgende onderdelen bepaald te worden: Slibproductie Bij de zuivering van het afvalwater vindt accumulatie van slib in het IBA-systeem plaats. Tijdens de beproevingsperiade zal deze hoeveelheid (volume en concentratie) bijgehouden worden. In continu systemen zoals een actief slibsysteem dienen de volgende zaken gemeten worden: voor aanvang en na afloop van de testperiode het volume en de slibconcentratie van het slibhoudende afvalwater in de reactor (g.ds/1 en g.os/1); het volume en de slibconcentratie van het afgevoerde slibhoudende afvalwater (g.ds/1 en g.os/1). het volume en de slibconcentratie van het slibhoudende afvalwater dat teruggevoerd wordt in de reactor (g.ds/1 en g.os/1). In slibaccumulatiesystemen waaronder septic tank dienen de volgende zaken gemeten worden: het volume en slibconcentratie van het slibhoudende afvalwater (g.ds/1 en g.os/1) bij aanvang van testperiode; het volume en slibconcentratie van het slibhoudende afvalwater (g.ds/1 en g.os/1) aan het einde van testperiode; het volume en slibconcentratie van het afgevoerde slibhoudende afvalwater (g.ds/1 en g.os/1). Na slibverwijdering, zoals aangegeven door de producent/leverancier, wordt een periode van 1 dag ingelast voor het herstellen van het systeem, voordat het testprogramma en het nemen van monsters wordt vervolgd. Overige productgegevens De werking van het!ba-systeem zal getoetst worden aan de gegevens die door de producent/leverancier zijn opgegeven. In hoofdstuk 6 zijn de onderdelen aangegeven die de producent/leverancier dient aan te leveren bij het te testen!ba-systeem. Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 23 van 34

24 3.4 Beoordeling resultaten Het resultaat van iedere meting zal ~oordeeld worden in relatie met de gemeten omgevingsfactoren. Indien het resultaat als niet representatief zijnde beschouwd kan worden, zal de bemonsteringsronde opnieuw uitgevoerd dienen te worden. Hierbij dient in het testschema teruggegaan te worden tot het moment dat het influent wel aan de eisen voldeed. Een mogelijke oorzaak kan b.v. een sterk verdunde aanvoer van afvalwater zijn tengevolge van regenval. Door het uitvoeren van een extra bemonsteringsronde zal de beproevingsperiode verlengd worden. 3.5 Voorschriften voor meting, bemonstering en analyse De onderstaande bemonsteringsvoorschriften zijn opgesteld aan de hand van bijlage I van de Heffingsverordering Zuiveringsschap Rivierenland "Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening". Deze voorschriften zijn gebaseerd op [STORA,1978] en [STORA,1985] Debietmeting influent Het werkelijke debiet mag niet meer dan 5% afwijken van het voorgeschreven debiet. De meting betreft het per uur aangeleverde hoeveelheid influent voor huishoudelijk afvalwater conform paragraaf en voor melkspoelwater conform paragraaf De debiet meting dient uitgevoerd te worden met gekalibreerde meetaparatuur. Meetapparatuur moet éénmaal per jaar door een NKO erkend bedrijf gekalibreerd worden Bemonsteringsmetbode In geval van een 24-uursmengmonster worden de influent- en effluentmonsters gelijktijdig genomen. Hierbij wordt geen rekening gehouden met kortstondige optredende discontinuïteiten. De combinatie langdurige beproeving en verzamelmonsters over 24 uur geven een voldoende betrouwbaar beeld van de werking van het!ba-systeem. De bemonstering moet zodanig worden uitgevoerd dat deze representatief is voor de totale hoeveelheid afvalwater die gedurende het etmaal wordt aangevoerd en de hoeveelheid gezuiverd afvalwater dat per etmaal wordt geloosd. Bij automatische bemonstering dient de bemonsteringapparatuur aan de volgende eisen te voldoen: Bij bemonstering uit gesloten systemen met behulp van "in-line"-bemonsteringsapparatuur mag het bemonsteringspunt zich niet in een bocht of een vernauwing in de leiding bevinden. Indien het te bemonsteren afvalwater wordt afgevoerd met behulp van een pomp, dan moet het bemonsteringspunt zich aan de perszijde van deze pomp bevinden. Als een gesloten meetsysteem wordt gecombineerd met een vacuümbemonsteringsapparaat moet het aanzuigpunt van dit bemonsteringsapparaat zich bij voorkeur bevinden op het punt waar de gesloten leiding uitmondt op een open afvoersysteem. Als dit niet mogelijk is, kan vanuit de gesloten leiding een aftakking worden gemaakt, uitmondend in een buffervat, waaruit wordt bemonsterd. Hierbij dient de snelheid van het afvalwater in de aftakking ten minste gelijk te zijn aan die in de hoofdleiding Instelling en uitvoering van bemonsteringsapparatuur Het bemonsteringsinterval moet zodanig worden ingesteld dat een 24-uurs mengmonster wordt verkregen dat bestaat uit ten minste 100 deelmonsters. Het volume per deelmonster mag niet meer dan 5% van het ingestelde volume afwijken. Bij vacuümbemonsteringsapparatuur moet het volume per deelmonster minimaal 50 milliliter bedragen. Bij "in-line"-bemonstering moet het volume per deelmonster minimaal 20 milliliter bedragen. Het monsterverzamelvat moet een zodanige inhoud hebben dat het vat tijdens de bemonsteringsperiode (een voor aanvang van de bemonstering vaststaande periode waarin een verzamelmonster wordt samengesteld) niet overloopt. Basisdocument Attesteriog, versie april 1998 Pagina 24 van 34

25 Zowel het monsterverzamelvat als de andere onderdelen van de bemonsteringsapparatuur die met het afvalwater in aanraking komen, f!ioeten zijn gemaakt van gemakkelijk te reinigen, inert materiaal dat de in het monster uit te voeren analyse(s) niet beïnvloedt. Het monsterverzamelvat moet gemakkelijk kunnen worden uitgenomen en zijn uitgevoerd als emmer of als vat met een wijde hals, zodat met een monsterschep gemakkelijk kan worden geroerd en geschept. Tijdens de bemonsteringsperiade moet het monsterverzamelvat zijn afgesloten met een goed afsluitende deksel Monsterbehandeling Monsters in monsterverzamelvaten moeten worden bewaard bij een temperatuur tussen ooc en 4 C. Zo snel mogelijk na het nemen van elk deelmonster moet het verzamelmonster deze temperatuur hebben bereikt. Bevriezing van het monster moet worden voorkomen. Bemonsterbenodigheden die in aanraking komen met het afvalwater, moeten zijn gemaakt van eenvoudig te reinigen inert materiaal dat de later in het monster uit te voeren analyses niet beïnvloedt. Het monster wordt uit het monsterverzamelvat geschept met een voldoende grote scheplepel. Vóór elke keer dat geschept wordt, moet de gehele inhoud van het verzamelvat zodanig worden geroerd dat al het eventueel bezonken materiaal weeropgemengd wordt. Daarbij wordt met de monsterschep afwisselend links- en rechtsom geroerd. De te vullen flessen worden in een aantal etappes gevuld om te bevorderen dat elke fles een identiek monster bevat. De bewaartermijn van etmaalverzamelmonsters begint op het moment dat de bemonsteringsperiade is afgelopen en duurt tot het moment dat de analyse wordt ingezet. De bewaartermijn begint dus 24 uur na aanvang van de bemonsteringsperiode. Als monsters worden ingevroren dient dit invriezen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier uur na afloop van de bemonsteringsperiade te geschieden. De voorgeschreven wijze van conservering en de daarbij behorende bewaartermijn voor de analyse van verschillende parameters is weergegeven in de tabel Voor de andere parameters wordt verwezen naar de betreffende NEN-normen. Tabel 3.3: Conservering van analysemonsters. Parameter Temperatuur van het monster Chemische conservering Maximale gedurende de bewaartermijn bewaartermijn biochemisch zuurstofverbruik russen o en 4 c - 24 uur te verwachten BZVl< 50 mg/1 biochemisch zuurstofverbruik russen o en 4 c - 24 uur te verwachten BZV l ~ 50 mg/1 s - t 8 c - 72 uur chem1sch zuurstofverbruik (CZV) russen o en 4 c - 24 uur Aanzuren met geconcentreerd H2SO. (18M) tot ph < 2 48 uur s - t8 c - 5 dagen Kjeldahl-stikstof (N-Kj) russen o en 4 c - 24 uur Aanzuren met geconcentreerd H2SO, (18M) tot ph < 2 48 uur s - t8 c - 5 dagen Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 25 van 34

26 3.5.5 Analyse De parameters dienen. volgens de on~erstaande normen geanalyseerd worden: Tabel 3.4: Analysenormen Parameter norm biochemisch zuurstofverbruik (BZV 5 ) NEN 6634 chemisch zuurstofverbruik (CZV) NEN 6633 nitriet (NO:z) 1 > NEN 6474 of NEN 6653 nitraat (N0 3 ) 1 > NEN 6440, ISO 7890 P.III of NEN 6652 ammonium (NH 4 +) 1 > NEN 6646 Kjeldahlstikstof (N-Kj) 1 > NEN-ISO 5563 totaal stikstof (N-totaal) 1 > - totaal fosfaat (P-totaal) NEN 6663 zwevende stof (SS) NEN-EN 872 onopgeloste bestandeten NEN 6484 of NEN 6621 zuurgraad (ph) NEN 6411 temperatuur ( 0 C) - I) Kjeldahlstikstof bestaat uit organisch gebonden stikstof en ammonium-stikstof. Het totaal stikstof bestaat uit Kjeldahlstikstof, nitriet- en nitraat-stikstof. 3.6 Rapportage Tijdens de beproeving dient door de uitvoerende instantie minimaal de volgende onderdelen vastgelegd worden: gedetailleerde technische beschrijving van de geteste installatie(s); een rapport omtrent de overeenstemming van de geteste installatie(s) en zijn werking met de door de producent/leverancier aangeleverde specificatie en informatie; de verkregen gecontroleerde gegevens, incl. een totale beoordeling van de overeenstemming met de gestelde behandelingscapaciteit van de installatie(s). een overzicht van al het onderhoud en reparaties die gedurende de testperiode zijn uitgevoerd, incl. details van de slibverwijder frequentie. de verbruikte energie gedurende de testperiode. een overzicht van alle problemen, fysiek of m.b.t. het milieu, die zijn voorgevallen tijdens de testperiode. Afwijkingen ten aanzien van de door de fabrikant aangeleverde onderhouctsinstructies moeten worden gerapporteerd. een overzicht van alle details van elke fysische verslechtering (bijvoorbeeld corrosie) van de installatie die zijn voorgevallen gedurende de test periode. de toegepaste reinigingsmiddelen en desinfectiemiddelen; de geanalyseerde parameters; de analyseresultaten van het influent; de analyseresultaten van het effluent; de omgevingsfactoren zoals: luchttemperatuur ter plaatse van de proefopstelling; Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 26 van 34

27 buitentemperatuur als de opstelling niet buiten staat; neerslaghoeveelheid in de afgelopen 24 uur als gebruik gemaakt wordt van influent dat afgestroomde neerslag bevat; het debiet van het ingevoerde afvalwater gedurende de testperiode (tabellen per dag). De uitvoerde instantie zal na afloop van de testperiode de resultaten moeten rapporteren aan het certificatie-instituut. Het certificatie-instituut kan op basis van de rapportage besluiten tot het al dan niet verlenen van een attest. De rapportage van de uitvoerende instantie aan het certificatieinstituut moet tenminste de volgende onderdelen bevatten: gedetailleerde technische beschrijving van de geteste installatie(s); rapportage van de analyseresultaten van het influent tijdens het testprogramma; rapportage van de analyseresultaten van het effluent tijdens het testprogramma. Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 27 van 34

28 4 IN-SITU BEPROEVING Indien een!ba-systeem op locatie is.beproefd en de beproeving bevat alle componenten van de in dit Basisdocument gestelde eisen, dan kan dit onder voorwaarden eveneens leiden tot een verlening van een attest door een certificatie-instelling. Basisdocument Anestering, versie april 1998 Pagina 28 van 34

29 5 BEOORDELINGSCRITERIA 5.1 Algemeen In dit hoofdstuk worden de emissie-eisen weergegeven, zoals deze zijn voorgesteld door de subwerkgroep "IBA's" van de CIW/CUWVO VI. De eisen en toelichting zijn gebaseerd op de tussenrapportage van de subwerkgroep [CIW /CUWVO, 1998]. De geformuleerde emissie-eisen van de CIW /CUWVO zijn vooralsnog beperkt tot huishoudelijke lozingen onder de 10 inwoner equivalenten (i.e.). De lozingen van < 10 i.e. vormen de grootste aantallen van de lozingen die onder de algemene regels van de lozingenbesluiten vallen. In dit document is ervan uitgegaan dat de geformuleerde emissie-eisen van toepassing kunnen zijn tot 200 i.e., wat dus afwijkt van de reikwijdte van de aanbeveling van de CIW /CUWVO. De overweging van de subwerkgroep CIW /CUWVO VI hierbij is dat aanbevelingen op het gebied van lozingen boven de 10 i.e. en lozingen van bedrijfsafvalwater van huishoudelijke aard danwel agrarische afvalwaterlozingen (b.v. melkspoel water) nog nader onderzoek vergen, danwel andere wettelijke kaders dan het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater of het Lozingenbesluit bodembescherming kennen. Voor het formuleren van de emissie-eisen heeft de subwerkgroep gebruik gemaakt van bestaande regelgeving (lozingenbesluiten), het provinciaal ontheffingenbeleid, beleidnotities van waterkwaliteitsbeheerders, Wvo-vergunningen en de module "B4000: Individuele Behandeling van afvalwater:!ba-systemen" uit de Leidraad Riolering. In het Basisdocument worden twee soorten monsters onderscheiden: debietsproportionele 24-uurs verzamelmonsters en steekmonsters. Bij de emissie-eisen is gekeken naar de effluenteisen zoals deze gesteld zijn in het Lozingenbesluit Wvo stedelijk afvalwater. Naar mening van de subwerkgroep is het redelijk dat!ba-systemen wat betreft zuiveringsprestaties iets minder presteren dan communale zuiveringsinstallaties, mede gelet op de totale omvang van deze emissies. Eerst is er een verdeling in klassen gemaakt. Deze klassen zijn: IBA klasse I; IBA klasse 11; IBA klasse 111 A; IBA klasse 111 B. Per klasse zijn vervolgens de effluenteisen geformuleerd. 5.2 IBA klasse I De IBA klasse I is gebaseerd op de prestatie van een verbeterde septic tank. Uitgangspunt is, dat zowel het zwart- als grijswater de IBA klasse I doorloopt. Omdat het zuiveringsproces in de IBA klasse I niet te beïnvloeden is, zijn geen normen maar referentiewaarden opgegeven. De referentiewaarden staan in tabel Basisdocument Anestering, versie april 1998 Pagina 29 van 34

30 Tabel 5.1: Emissie-eisen IBA klasse I Parameter in enig 24-uurs verzamel- verwijderingspercentage monster (mg/1) in enig 24-uurs verzameimonster (%) biochemisch zuurstofverbruik (BZV 5 ) < 250 > 30 chemisch zuurstofverbruik (CZV) < 750 > 30 zwevende stof (SS) < 70 > 75 Het gehalte totaal stikstof en totaal fosfaat maken geen onderdeel uit van dit eisenpakket. 5.3 IBA klasse 11 Voor de IBA klassen 11 en III is gesteld dat het soort monster (24-uurs verzamel- of steekmonster) afhankelijk is van het type proef dat de IBA ondergaat: een duurproef (b.v. de vakantiestress test) of een stootbelasting (b.v. de badwater test). Een redelijke verhouding met gelijke overschrijdingskans tussen 24-uurs verzamelmonsters en steekmonsters is 1,5 à 1, 7. Omdat wordt geaccepteerd dat de werking van een IBA enigszins wordt verstoord, zodra er een stootbelasting wordt gegeven, is de verhouding met gelijke overschrijdingskans tussen 24-uurs verzamelmonsters en steekmonsters in deze set normen daarom op 2 gesteld. Tabel 5.2: Emissie-eisen IBA klasse 11 Parameter in enig 24-uurs verzamel- in enig steekmonster monster (mg/1) (mg/1) biochemisch zuurstofverbruik (BZV 5 } < 30 < 60 chemisch zuurstofverbruik (CZV) < 150 <300 zwevende stof (SS) < 30 < IBA klasse 111 Aan IBA's in de klasse III worden tevens eisen gesteld aan de verwijdering van organische-, ammonium-, nitraat- en nitriet-stikstof. Er is voor gekozen om een klasse III A en B te onderscheiden, waarbij voor klasse III B een additionele eis voor de fosfaatverwijdering is gesteld. Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 30 van 34

31 5.4.1 IBA klasse lila Tabel 5.3: Emissie-eisen IDA klasse III A Parameter in enig 24-uurs verzamel- in enig steekmonster monster (mg/1) (mg/1) biochemisch zuurstofverbruik (BZV 5 ) < 20 < 40 chemisch zuurstofverbruik (CZV) < 100 < 200 totaal stikstof (N-totaal) 1 > < 30 < 60 ammonium (NH 4 +) < 2 < 4 zwevende stof (SS) < 30 < 60 I) Bij grote installaties is de eis geformuleerd als een jaargemiddelde. Bij een temperatuur < 12 graden celcius zal de verwijdering van stikstof afnemen en uiteindelijk stoppen. Bovengenoemde eisen gaan uit van de veronderstelling dat bij de proefopstelling ten behoeve van de attestering de temperatuur niet onder de 12 graden celcius komt IBA klasse 111 B De klasse 111 B is identiek aan de klasse 111 A met uitzondering van een aanvullende eis gericht op de fosfaatverwijdering. Tabel 5.4: Emissie-eisen IDA klasse III B Parameter in enig 24-uurs verzamel- in enig steekmonster monster (mg/1) (mg/1) biochemisch zuurstofverbruik (BZV 5 ) < 20 < 40 chemisch zuurstofverbruik (CZV) < 100 < 200 totaal stikstof (N-totaal) < 30 < 60 ammonium (NH 4 +) <2 < 4 zwevende stof < 30 < 60 totaal fosfaat (P-totaal) < 3 <6 Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 31 van 34

32 6 DE BIJ DE IBA GELEVERDE INFORMATIE 6.1 Algemeen In dit hoofdstuk zijn de eisen opgenomen waaraan de informatie moet voldoen die de producent/leverancier van een!ba-systeem aan moet leveren aan de instantie die de beproevingen uitvoert. 6.2 Door de producent/leverancier te overleggen informatie De producent/leverancier dient te kunnen overleggen: a. een beschrijving van de zuiveringswijze en technische uitvoering waaronder de tekening en de onderdelen van het te beproeven!ba-systeem, inclusief de bijbehorende berekeningen; b. de definitie van het toepassingsgebied in i.e. 's en het type te behandelen afvalwater; c. de periode waarbinnen de steady-state van het!ba-systeem is bereikt, eventueel aan te geven na plaatsing; d. informatie over de installatie van een IBA, de bedrijfsvoering, werking en de onderhouctseisen van de IBA; e. de elektrische specificatie van de IBA; f. de werking van het optisch en akoestisch signaleringssysteem bij storingen. Voor continu systemen (b.v. actief slib systemen): welke slibconcentratie in de reactor moet worden gehandhaafd; hoe dit moet worden gerealiseerd: grootte van de slib-retourstroom, surplus slibstroom en slibconcentratie. Voor slibaccumulatiesystemen (waaronder septic tank): na hoeveel tijd het slib uit de reactor moet worden verwijderd; hoeveel slib minimaal moet achterblijven in de reactor. Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 32 van 34

33 7 LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN [CEN,1997] pren van juni 1997, Small wastewater treatment systerns ~ 50 Part 3 Packaged systems and/or Site assembied Dornestic wastewater treatment plants [CIW /CUWVO, 1998] Tussenrapportage van CIW/CUWVO VI-subwerkgroep 'IDA 's' : Emissie-eisen IDA-systemen, 25 maart [Friesland, 1991] Provincie Friesland, Melkspoelwateronderzoek op melkveebedrijven, [NIPO, 1995] NIPO-onderzoek 'Waterverbruik thuis', [PR, 1996] Proefstation Runveehouderij, publicatie 114: waterverbruik in de melkstal, [Stichting RIONED, 1995] Leidraad Riolering Module 'C2100 Rioleringsberekeningen, hydraulisch functioneren', Stichting RIONED en ministerie van VROM, november [Stichting RIONED, 1997] Leidraad Riolering Module 'C2300 Meten', Stichting RIONED en ministerie van VROM, november [Stichting RIONED, 1998] Leidraad Riolering Module B4000 'Individuele behandeling van afvalwater:!ba-systemen', Stichting RIONED, mei [STORA, 1978] Meten en bemonsteren van afvalwaterstromen, 11 Afvoerrelaties in meetputten met Thompson meetschotten, [STORA,1985] Meten en bemonsteren van afvalwaterstromen, lil Minimalisering putafmetingen (rechte scherpe overlaten), [VROM,1991] Individuele behandeling van afvalwater bij verspreide bebouwing (IBA), Onderzoek fase 4B: IBA richtlijn, rapportnr. 1991/7, VROM, november [VROM, 1995] VROM-circulaire agrarische afvalwaterlozing van februari 1995 Wet bodembescherming, Stb 1986, 374 Lozingenbesluit bodembescherming, Stb 1990, 217 Uitvoeringsregeling Lozingenbesluit bodembescherming, Stcrt 123 van 28 juni 1990 Lozingsbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater, Stcrt. 27, januari 1997 Basisdocument Attestering, versie april 1998 Pagina 33 van 34

34 NEN-EN 872: Waterkwaliteit; bepaling van het gehalte aan gesuspendeerde stoffen. Methode door filtratie over glasvezels d.d. 01/12/9~. NEN 6621: Afvalwater en slib; bepaling van het gehalte aan onopgesloste bestanddelen en de gloeirest daarvan; gravimetrisch methode d.d. 01/ NEN 6633: Water; bepaling van het chemisch zuurstofverbruik (CZV), d.d /1990 met mededeling d.d. 10/1987. NEN 6634: Water; bepaling van het biochemisch zuurstofverbruik na n dagen (BZVn) verdunningsmetbode met enting. NEN 6646: Water; fotometrische bepaling van het gehalte aan ammoniumstikstof en van de som van de gehalten aan ammoniumstikstof en aan organisch gebonden stikstof volgens Kjeldahl met behulp van een doorstroomanalysesysteem, d.d. 01/11/1990. NEN 6663: Water; fotometrische bepaling van het gehalte aan opgelost orthofosfaat en het totaal gehalte aan fosforverbindingen met behulp van een doorstroomanalysesysteem (2e druk), d.d. 01/10/ NEN 6484: Water; bepaling van het gehalte aan onopgeloste bestanddelen en de gloeirest ervan (1e druk) d.d /82. Basisdocument Anestering, versie april 1998 Pagina 34 van 34

35 Bijlage 1 LIJST VAN DEELNEMERS AAN WERKGROEP 1: A TIESTERING VAN!BA-SYSTEMEN Werkgroep 1: Attestering IBA-systemen Voorzitter De heer ir. A.S. Beenen, Stichting RIONED. Secretaris Mevrouw ir. S.G.J. Rasenberg, Kiwa N.V. Leden: De heer ing. B. Baan,Dienst Waterbeheer en Riolering De heer ing. S.H.B. Daamen, Zuiveringschap Rivierenland De heer C.H.J. Elzenga, Kiwa N.V. (projectleider) De heer ing. A. Jacobs, AB Milieusystemen (namens VABU) De heer ir. P. Grin, Van Hall-instituut (!BA-steunpunt) De heer ir. G. Martijnse, Ministerie VROM De heer B. Naaktgeboren, Toban NV Watertechniek De heer ing. B. Spliethoff, Katalysator De heer ir. J.G. Voorhoeve, DHV Milieu en Infrastructuur De heer J. G. W elmer, Waterschap Regge en Dinkei Mevrouw dr. G. Zeeman, Landbouwuniversiteit Wageningen Adviseur De heer ing. J.J.M. Appelrnan, DHV Water De heer ir. E.H. Marsman, Tauw Water

36 Bijlage 2 RELATIE MET EUROPESE NORMEN OP HET GEBIED VAN AFVALWATER 1. Algemeen Europese normen worden vastgesteld door het Comité Européen de Normalisation (CEN) en zijn, eenmaal vastgesteld, bindend voor Nederland. De totstandkoming van een Europese norm is in het algemeen een langdurig proces (enkele jaren). Allereerst besluit de CEN organisatie dat een bepaalde norm op Europees niveau zal worden uitgebracht. Vervolgens vindt de voorbereiding van de normen plaats in een groot aantal internationale (sub)werkgroepen. De door de werkgroepen opgestelde ontwerpnormen worden ter kritiek aan de CEN-landen voorgelegd, aangepast en vervolgens vindt er een officiële stemming plaats. Het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) heeft het alleenrecht deelnemers in de CEN (sub)werkgroepen te benoemen en namens Nederland te stemmen. Het NNI stelt, na overleg met de belanghebbenden, Nederlandse schaduwcommissies in voor iedere Europese werkgroep. Deze (sub)commissies volgen het werk van de Europese werkgroepen en participeren hierin voor zover de toekomstige Europese norm voor Nederland van belang wordt geacht. 2. Afvalwaterzuiveringen Op het gebied van afvalwaterzuiveringen bestaan er drie Europese werkgroepen. Werkgroep (WG) 41 houdt zich bezig met normen voor afvalwaterzuiveringen < = 50 i.e. (inwonerequivalenten). Werkgroepen 42 en 43 houden zich bezig met afvalwaterzuiveringen > 50 i.e.. In Nederland is er één normsubcommissie (nsc 40), die het werk van deze drie Europese werkgroepen volgt, voornamelijk als "waakhond", dat wil zeggen dat de commissie leden met name in de gaten houden of er geen zaken in de Europese normen komen te staan waardoor Nederlandse belangen geschaad zouden kunnen worden. 3. Stand van zaken Europese normen In de onderstaande tabel is aangegeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de Europese normering op het gebied van afvalwaterzuiveringen. Nummer Naam Werkgroep/Nummer Starus Zuiveringen < = 50 i.e. I Prefabricated septic tanks WG 41/NEN-EN kritiekperiode afgesloten, commentaar is verwerkt 2 Soit systems WG 41/NEN-EN Ontwerpnorm in voorbereiding 3 Packaged and/or Site assembied WG 41/NEN-EN Ontwerpnorm afgerond. gaat kritiekperiode in dornestic wastewater treatment plants Zuiveringen > 50 i.e. 4 General construction principles 5 Preliminary treatment 6 Primary sertiement 7 Lagooning 8 Activated sludge process 9 Biologica! fued-ftlm reactors I 0 Stud ge treatment and storage 11 Odour control and ventilation 12 Safety principles 13 General data 13 Control and automation 14 Chemica! treatement 15 Desinfecuon 16 Physical tiltration 17 Test procedure for the evaluation of aerator performance WG 43/NEN-EN kritiekperiode afgesloten, commentaar wordt verwerkt WG 42/NEN-EN kritiekperiode afgesloten, commentaar is verwerkt. WG 42/NEN-EN kritiekperiode afgesloten, commentaar wordt verwerkt WG 42/NEN-EN kritiekperiode afgesloten, commentaar is verwerkt. WG 42/NEN-EN kritiekperiode afgesloten, commentaar wordt verwerkt WG 42/NEN-EN kritiekperiode afgesloten, commentaar wordt verwerkt WG 42/NEN-EN Ontwerpnorm in voorbereiding WG 43/ NEN-EN Ontwerpnorm in voorbereiding WG 43/NEN-EN kritiekperiode afgesloten, commentaar wordt verwerkt WG 43/ NEN-EN Ontwerpnorm afgerond, gaat kritiekperiode in WG 43/ NEN-EN Ontwerpnorm in voorbereiding WG 43/NEN-EN Ontwerpnorm in voorbereiding WG 43/NEN-EN Ontwerpnorm in voorbereiding WG 42 in opstartfase WG 42/WG 43 in opstartfase

37 Algemeen afvalwaterzuiveringen 18 Wastewater treaonent Vocabulary 19 Terms in the field of sludge treaonem and disposal EN 1085 NEN-EN defmitief kntiekperiode afgesloten, commentaar wordt verwerkt 4. Toelichting De norm betreffende geprefabriceerde sceptic tanks voor huishoudelijk afvalwater, zoals vermeld onder nummer 1, is ter kritiek rond geweest en er is nogal wat commentaar gekomen uit Europa. De ontwerpnorm (versie sept. 96., KIWA doe ) heeft nu een geactualiseerde versie (okt. 97). In de norm worden geen prestatie-eisen genoemd, noch dimensioneringsgrondslagen. Dit laatste is voorbehouden aan nationale regelgeving. De in de norm genoemde beproevingen hebben betrekking op waterdichtheid en hydraulische effectiviteit (bezinking), niet op zuiveringsrendement. Als minimum afmeting wordt 2 m3 vermeld. Er wordt niet verwacht dat de defmitieve norm nieuwe randvoorwaarden zal opleggen aan de Nederlandse regelgeving: De eisen welke het uitvoeringsregeling Lozingenbesluit Bodembescherming aan septic tank stelt zijn beduidend zwaarder dan bovengenoemde Europese norm.overigens is recent door CEN besloten een nieuw item aan te vangen: "Septic tanks built in situ from pre-fabricated kits-execution standard" Dit zal met name betrekking hebben op de wijze van aanleg De betreffende norm over bodemsystemen, zoals vermeld onder nummer 2, heeft als toepassinggebied infiltratie systemen en zandfilters voor effluent uit een septic tank. Omdat besloten is dit buiten het attesterings/certificatie project te houden wordt op deze norm hier niet verder ingegaan: het is voor Nederland overigens wel een belangrijke norm. De norm betreffende de behandelingsinstallaties, zoals vermeld onder nummer 3, heeft waarschijnlijk nog de meeste relaties met IBA-systemen.De norm kent een relatief uitgebreid beschreven testprocedure gedurende één jaar en kan in zijn huidige vorm duidelijk belemmerend werken op een efficiënte attestering. Er zullen dan ook door Nederland wijzigingsvoorstellen worden ingebracht. Op het moment dat een Europese norm in voorbereiding is, geldt het zogenaamde "stand-still" principe,dat wil zeggen dat nationale normering stilgelegd dient te worden. Er van uitgaande dat een attestering geen normering is ( nog verifiëren bij NNI), is dit principe derhalve niet van toepassing. De Europese normen uit de serie 12255, zoals vermeld onder de nummers 4 t/m 15, zijn bedoeld voor "grotere" afvalwater zuiveringen ( > 50 i.e.), doch door de keuze van de IDA werkgroep (tot 200 i.e.) wel van toepassing.de normen uit deze serie zij echter dermate algemeen van opzet en weinig dwingend, dat niet verwacht wordt dat hier strijdigheden uit zullen voortvloeien. Een uitzondering zou de norm kunnen zijn (lagooning), doch het toepassingsgebied van deze norm beperkt zich tot " treating municipal wastewater from combined or separate sewerage systems and when used as a tertiary treatment", wat toepassing op kleinschalige helofytenfilters niet voor de hand doet liggen. 5. Conclusies Met betrekking tot de Europese (CEN) normering worden weinig problemen verwacht bij het opstellen van een attestering voor IBA's. Bij de Europese werkgroep welke zich bezig houdt met het voorbereiden van de norm voor "Packaged and/or Site assembied dornestic wastewater treatment plants" zullen de voorstellen van de werkgroep IDA's ingebracht worden. Wel is het aan te raden met betrekking tot termen en definities aan te sluiten bij de Europese norm EN 1085 "Afvalwaterzuiveringsinstallaties-termen en definities", nu beschikbaar in het Engels, Frans en Duits, maar te zijner tijd ook in het Nederlands.

Beoordelingsrichtlijn Attestering van IBA-systemen

Beoordelingsrichtlijn Attestering van IBA-systemen BRL K10002 2000-03-01 Beoordelingsrichtlijn Klik hier voor het wijzigingsblad bij deze BRL BRL K10002 2000-03-01 Beoordelingsrichtlijn 2000 Copyright, Kiwa N.V. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd

Nadere informatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie Richtlijn 91/271/EEG: Situatierapport ex artikel 16 Nederland, situatie op 31 december 1998 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Bij allerlei activiteiten in huis en bedrijf

Nadere informatie

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT (AH 09/05) Beleidsregels voor de berekening van de vervuilingswaarde van vanuit IBA systemen geloosd afvalwater van huishoudelijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen. Beleidsregels berekening van vervuilingswaarde IBA systemen

Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen. Beleidsregels berekening van vervuilingswaarde IBA systemen WATERSCHAPSBLAD Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen Nr. 7132 2 augustus 2017 Beleidsregels berekening van vervuilingswaarde IBA systemen Artikel 1 Definities In

Nadere informatie

Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd

Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden H.A.E. de Werd Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 3261074007_3 december 2007 2007 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

PROGRAMMA VOOR AANLEG EN BEHEER VAN IBA'S

PROGRAMMA VOOR AANLEG EN BEHEER VAN IBA'S PROGRAMMA VOOR AANLEG EN BEHEER VAN IBA'S KENMERK : 473629 VV : 25 november 2004 BIJLAGE(N) : 1 AGENDAPUNT : STUKNUMMER : 1 Delft, 19 oktober 2004 AAN DE VERENIGDE VERGADERING VAN DELFLAND, Aanleiding

Nadere informatie

ISG De heer P. Carton Oostpolder XT EEMSHAVEN. Gedoogbeschikking. Geachte heer Carton,

ISG De heer P. Carton Oostpolder XT EEMSHAVEN. Gedoogbeschikking. Geachte heer Carton, ISG De heer P. Carton Oostpolder 4 9979 XT EEMSHAVEN Uw brief van: 2 maart 2016 Groningen, 29 maart 2016 Uw kenmerk: PC 001 Ons kenmerk: Z/16/000375/1 Behandeld door: I.F. (Iris) Nijhof Bijlage(n): - Onderwerp:

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Samenvatting. 1. Inleiding. 2. Fase 1, IBA- subsidieprojecten (2002-2007) 3. Fase 2, handhaving (2008 2011) 4. Resultaat. 5.

Inhoudsopgave. Samenvatting. 1. Inleiding. 2. Fase 1, IBA- subsidieprojecten (2002-2007) 3. Fase 2, handhaving (2008 2011) 4. Resultaat. 5. PROJECT BEHANDELING HUISHOUDELIJK AFVALWATER Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding 2. Fase 1, IBA- subsidieprojecten (2002-2007) 3. Fase 2, handhaving (2008 2011) 4. Resultaat 5. Conclusie 6. Bijlagen

Nadere informatie

Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest besluit op het verzoek tot gedogen van de heer A. Vergeer, Electraweg 3, 9883 TB Oldehove.

Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest besluit op het verzoek tot gedogen van de heer A. Vergeer, Electraweg 3, 9883 TB Oldehove. Gedoogbeschikking Nummer: Z/16/000383 Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest besluit op het verzoek tot gedogen van de heer A. Vergeer, Electraweg 3, 9883 TB Oldehove. Aanvraag Op 2 maart

Nadere informatie

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Afwegingen bij Afvalwaterzuivering

Afwegingen bij Afvalwaterzuivering Afwegingen bij Afvalwaterzuivering Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu De uitgangspunten voor de bescherming van het milieu tegen verontreiniging door de lozing van afvalwater zijn

Nadere informatie

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Organische vracht continue on-line bewaken Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein Waardeketen Organische stoffen TOC/CZV correlatie Inhoud Afvalwater karakteristiek zuivel-industrie Redenen om

Nadere informatie

DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING

DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING INLEIDING Landustrie Sneek BV bezit een ruime hoeveelheid kennis en ervaring in het transporteren en behandelen van riool-

Nadere informatie

IBA en andere toepassingen

IBA en andere toepassingen Studiedag helofytenfilters Frans Debets IBA en andere toepassingen www.debetsbv.nl www.oogstbaarlandschap.nl www.benutregenwater.nl www.ibahelpdesk.nl 1- 20 jaar IBA systemen Individuele Behandeling van

Nadere informatie

Individuele Behandeling afvalwater. Ontzorging gemeenten voor beheer en onderhoud IBA s

Individuele Behandeling afvalwater. Ontzorging gemeenten voor beheer en onderhoud IBA s Individuele Behandeling afvalwater Ontzorging gemeenten voor beheer en onderhoud IBA s jaaroverzicht 2007 Inhoud Waterschap De Dommel 3 Managementsamenvatting 4 Algemene werking 6 Feiten & cijfers 7 Prestaties/analyseresultaten

Nadere informatie

Inhoud: MT-IBA (Multi Thread individuele behandeling van afvalwater) door Fiber Filtration member of the V&T Group

Inhoud: MT-IBA (Multi Thread individuele behandeling van afvalwater) door Fiber Filtration member of the V&T Group Inhoud: MT-IBA (Multi Thread individuele behandeling van afvalwater) door Fiber Filtration member of the V&T Group Inhoud : MT-IBA (Multi Thread individuele behandeling van afvalwater) p. 1 1. Wat houdt

Nadere informatie

1. Vergunningssituatie

1. Vergunningssituatie Assen, 13 augustus 2010 Ons kenmerk DO/2010009757 Behandeld door mevrouw J.H. Blokzijl (0592) 36 58 46 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor DOC Kaas BA voor de inrichting aan Alteveerstraat

Nadere informatie

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor,

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, 1981-2017 Indicator 28 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Onderzoek naar de vervuilingswaarde van huishoudens

Onderzoek naar de vervuilingswaarde van huishoudens Onderzoek naar de vervuilingswaarde van huishoudens Bepaling zuurstofvraag huishoudelijk afvalwater aan de hand van een meetonderzoek Paul Telkamp, Tauw Rien de Ridder, waterschap Zuiderzeeland 9 oktober

Nadere informatie

Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP. Definitieve wijzigingsbeschikking. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta;

Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP. Definitieve wijzigingsbeschikking. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta; Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP Definitieve wijzigingsbeschikking Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta; Beschikkende op de aanvraag van Wematech Milieu Adviseurs B.V. namens Brabant Water

Nadere informatie

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries. VW Regeling meldingen Lozingenbesluit open teelt en veehouderij Regeling houdende vaststelling van nadere regels met betrekking tot gegevens, die bij een melding van voorgenomen agrarische activiteiten

Nadere informatie

ki11va HANDLEIDING HELOFYTENFILTERS VOOR!BA-SYSTEMEN Ministerie van V~ ulsvestlng, ~mtelijke Ordening en Milieubeheer

ki11va HANDLEIDING HELOFYTENFILTERS VOOR!BA-SYSTEMEN Ministerie van V~ ulsvestlng, ~mtelijke Ordening en Milieubeheer Ministerie van V~ ulsvestlng, ~mtelijke Ordening en Milieubeheer ki11va HANDLEIDING HELOFYTENFILTERS VOOR!BA-SYSTEMEN VROM~Kiwa, april 1998 Aanvulling op de!ba-richtlijn, 1991 Werkgroep 2, Handleiding

Nadere informatie

De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen:

De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen: Bijlage bij oefeningen agrarische lozingen. De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen: Riolering: Lozen in vuilwaterriool: toegestaan,

Nadere informatie

Afdeling Vergunningen Toezicht en Handhaving Aanvraagformulier maatwerkvoorschriften op basis van het Besluit lozen buiten inrichtingen

Afdeling Vergunningen Toezicht en Handhaving Aanvraagformulier maatwerkvoorschriften op basis van het Besluit lozen buiten inrichtingen Afdeling Vergunningen Toezicht en Handhaving Aanvraagformulier maatwerkvoorschriften op basis van het Besluit lozen buiten inrichtingen Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend.

Nadere informatie

Beleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven

Beleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven Beleidslijn toezicht en handhaving Wassen van machines op agrarische bedrijven Samenwerking Noordoostelijke waterschappen Eenheid Techniek en Diensten Team agrarisch VTH Roel Koekoek Henk Langeler Renske

Nadere informatie

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam.

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam. Gedoogbeschikking Nummer HAS2013_4258 Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam. Aanvraag Op 1 november 2013 heeft

Nadere informatie

Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens)

Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens) (Tekst geldend op: 06-01-2010) Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK AFVALWATER ZUIVEREN EN LOZEN IN OOSTERWOLD JUNI 2017

HUISHOUDELIJK AFVALWATER ZUIVEREN EN LOZEN IN OOSTERWOLD JUNI 2017 HUISHOUDELIJK AFVALWATER ZUIVEREN EN LOZEN IN OOSTERWOLD JUNI 2017 INLEIDING U wilt een plan ontwikkelen in Oosterwold. Een van de spelregels van Oosterwold is dat u zelf uw huishoudelijk afvalwater zuivert.

Nadere informatie

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor,

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, 1981-2014 Indicator 13 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: «Naam_SD» Lozingsadres: «Straat» «HuisNrLt» «Woonplaats1» Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: W.R. Bouma Lozingsadres: Luttelgeesterweg 21 Luttelgeest Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: G.J., G. en R. Luimes Lozingsadres: Bomenweg 20 Emmeloord Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE

Nadere informatie

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel

Nadere informatie

Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen

Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen Bijlage I: Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a etmaal: de aaneengesloten periode van 24 uur waarover een etmaalverzamelmonster

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof

Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof Wijzigingsvoorstel (RfC) op het Uitwisselmodel Aquo Foutherstel attribuut Chemische Stof Auteur: IDsW Kenmerk: W 0810-0022 Documentbeheer Wijzigingshistorie Datum Versie Auteur Wijziging 13 okt. 2008 0.4

Nadere informatie

Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening. Definitiebepalingen

Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening. Definitiebepalingen Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a etmaal: de aaneengesloten periode van 24 uur waarover een etmaalverzamelmonster

Nadere informatie

Luimes VOF De heer R. Luimes Bomenweg PH MARKNESSE. Geachte heer Luimes,

Luimes VOF De heer R. Luimes Bomenweg PH MARKNESSE. Geachte heer Luimes, DAT UM BEHANDE LD DOO R 7 december 2016 mw. I. Gorlee DIRE CT NUM MER 06-46 91 99 07 Luimes VOF De heer R. Luimes Bomenweg 25 8316 PH MARKNESSE Geachte heer Luimes, ONDERWERP melding Activiteitenbesluit

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: C. Straver Lozingsadres: Ketelweg 34 Dronten Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon:

Nadere informatie

voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver

voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver Mobiele waterzuivering voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver ing Afvalwater zuiveren voor de deur Afvalwater zuiveren voor de deur? Niet

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

Voorstel besluit Samenvatting toelichting Raadsvoorstel nr. : 2002/168 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 19 november 2002 Agendapunt : 5 Steenwijk, 5 november 2002. Onderwerp: Het opheffen van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater.

Nadere informatie

sectorplan 27 Industrieel afvalwater

sectorplan 27 Industrieel afvalwater sectorplan Industrieel afvalwater 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Industriële afvalwaterstromen (niet reinigbaar in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties) 2. Belangrijkste bronnen

Nadere informatie

GEEN Geen waterzuivering zonder geld. - 's-gravenhage : Ministerie van verkeer en Waterstaat ; Unie van waterschappen, p.

GEEN Geen waterzuivering zonder geld. - 's-gravenhage : Ministerie van verkeer en Waterstaat ; Unie van waterschappen, p. 4* Z 6 - c 87 GEEN Geen waterzuivering zonder geld. - 's-gravenhage : Ministerie van verkeer en Waterstaat ; Unie van waterschappen, 1973. - 5 p. ; 30 cm Informatie inzake de financiering der waterzuivering.

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer Algemene regels en maatwerkbeschikking voor de lozingssituatie van: VOF Hoekstra Lozingsadres: Lisdoddeweg 61 Lelystad Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus

Nadere informatie

Nummer : 17UTP00975 Barcode : *17UTP00975* Ontwerpbeschikking. Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta;

Nummer : 17UTP00975 Barcode : *17UTP00975* Ontwerpbeschikking. Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta; Nummer : 17UTP00975 Barcode : *17UTP00975* Ontwerpbeschikking Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta; beschikkende op de aanvraag van Reijngoud Milieu B.V. namens RBC Beheer B.V., Markweg

Nadere informatie

Chemisch reinigen. Nee. Gevelreiniging boven land? Reiniging met chemische middelen? Nee. Nee. Reiniging met druk boven 60 bar? Alleen afspoelen?

Chemisch reinigen. Nee. Gevelreiniging boven land? Reiniging met chemische middelen? Nee. Nee. Reiniging met druk boven 60 bar? Alleen afspoelen? Factsheet 1: Chemisch reinigen Met deze factsheet kan bepaald worden welke reinigingsmethode gebruikt wordt en wat de geldende milieuregels, zoals benoemd in het voorblad, zijn voor de reinigingsmethode

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

Bijlage I. Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening. Definitiebepalingen

Bijlage I. Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening. Definitiebepalingen Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a etmaal: de aaneengesloten periode van 24 uur waarover een etmaalverzamelmonster

Nadere informatie

Wet van 13 november 1969, houdende regelen omtrent de verontreiniging van oppervlaktewateren

Wet van 13 november 1969, houdende regelen omtrent de verontreiniging van oppervlaktewateren (Tekst geldend op: 30-03-2008) Wet van 13 november 1969, houdende regelen omtrent de verontreiniging van oppervlaktewateren Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland,

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland, ^ PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad 2011/09 Nummer 1120019 Beleidsregel ontheffing gemeentelijke zorgplicht stedelijk afvalwater 2011 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig artikel 136

Nadere informatie

Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening

Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Bijlage I Voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening Definitiebepalingen In deze bijlage wordt verstaan onder: a etmaal: de aaneengesloten periode van 24 uur waarover een etmaalverzamelmonster

Nadere informatie

Datum : 14 september 2004 Nummer PS : PS2004WEM07 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM003832i

Datum : 14 september 2004 Nummer PS : PS2004WEM07 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM003832i S T A T E N V O O R S T E L Datum : 14 september 2004 Nummer PS : PS2004WEM07 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM003832i Portefeuillehouder : J. Binnekamp Titel : wijziging

Nadere informatie

Erfafspoeling en groene zuivering

Erfafspoeling en groene zuivering Erfafspoeling en groene zuivering Meten, onderzoeken en praktische oplossingen René Gerritsen Medewerker Toezicht & Handhaving Inhoud presentatie Korte inleiding groene zuivering Wat is een groene zuivering?

Nadere informatie

Waterverbruik per minuut reiniging melkstand? l/min Aantal minuten per reinigingsbeurt? Waterverbruik per minuut reiniging stallen?

Waterverbruik per minuut reiniging melkstand? l/min Aantal minuten per reinigingsbeurt? Waterverbruik per minuut reiniging stallen? Waterefficiëntie en het gebruik van alternatieve waterbronnen Waterefficiëntie: jaarlijkse melkproductie (l)/jaarlijks totaal waterverbruik (m 3 ). Jaarlijkse melkproductie? Jaarlijks totaal watergebruik

Nadere informatie

Ontwerp Watervergunning

Ontwerp Watervergunning Ontwerp Watervergunning Datum : 28 augustus 2014 Documentnummer : 2014025455 Case nr. : WV114.0470 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 25 juni 2014 een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

Antwoord DB Zie het bestuursvoorstel en bijlage 1 van het bestuursvoorstel.

Antwoord DB Zie het bestuursvoorstel en bijlage 1 van het bestuursvoorstel. Bijlage 4 vragen en antwoorden fracties 50 plus en geborgd natuur FRACTIE 50PLUS 1. Ter voorbereiding van de bijeenkomsten op 19 en 26 september 2018 verzoek ik u de voorstellen uit het rapport van CAB

Nadere informatie

Vlaams Kenniscentrum water

Vlaams Kenniscentrum water Vlaams Kenniscentrum water IBA s in de praktijk 1 Niet vaak meer ingezet, eerder polishingstap oa landbouw (mestverwerking, verwijdering nitraat) 2 2/ Horizontaal doorstroomd bed (geen direct contact met

Nadere informatie

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005 Bijlage 2 Datum huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Belangrijkste conclusies 3 2 age 4 2.1 Algemene opmerking 4 3 Stand van zaken

Nadere informatie

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor: Watervergunning Datum : 24 september 2018 Documentnummer : 2018033630 Case nr. : WV118.0311 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 6 april 2018 een aanvraag ontvangen van

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Algemene regel en beschikking met maatwerkvoorschriften voor de lozingssituatie van: D.H. van den Hul Lozingsadres: Mosselweg 15 Biddinghuizen Waterschap Zuiderzeeland

Nadere informatie

Aanvraag rioolvergunning

Aanvraag rioolvergunning Aanvraag rioolvergunning Persoonlijke gegevens Vul hier uw persoonlijke gegevens in. De aanvrager moet de eigenaar zijn Voorletters Tussenvoegsels Naam Straatnaam en huisnummer Postcode Woonplaats Telefoonnummer

Nadere informatie

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Bioremediering wetgeving Richtlijn Duurzaam gebruik van pesticiden (EU 2009/128) Vlaanderen: Vlarem -

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECI..ASSIFICEERD beschikking 27 SEP. 2075 Nummer Onderwerp Maatwerkbesluit op grond van artikel 3.5, vijfde lid van het Activiteitenbesluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 140 Besluit van 24 februari 1996, houdende regels voor het lozen van stedelijk afvalwater (Lozingenbesluit Wvo stedelijk afvalwater) Wij Beatrix,

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking met maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing ten behoeve van Mts. Bavar lozingsadres: Hopweg 46 Rutten Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures

Nadere informatie

Individuele Behandeling van Afvalwater de natuurlijke zuivering

Individuele Behandeling van Afvalwater de natuurlijke zuivering Individuele Behandeling van Afvalwater de natuurlijke zuivering Individuele waterzuivering met actief slib De afkorting IBA staat voor Individuele Behandeling van Afvalwater. Het is een toestel dat verplicht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 325 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 7 juli 2000, nr. MJZ2000077465, houdende grenswaarden

Nadere informatie

Een plan ontwikkelen in Oosterwold. Themagids Hoe kan ik afvalwater zuiveren? (over huishoudelijk afvalwater)

Een plan ontwikkelen in Oosterwold. Themagids Hoe kan ik afvalwater zuiveren? (over huishoudelijk afvalwater) Een plan ontwikkelen in Oosterwold Themagids Hoe kan ik afvalwater zuiveren? (over huishoudelijk afvalwater) Waterschap Zuiderzeeland Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon: (0320) 274 911 fax: (0320) 247

Nadere informatie

DB-vergadering 20-12-2010 Agendapunt 6. Onderwerp Oplegging preventieve last onder dwangsom aan Heemels AGRO BV

DB-vergadering 20-12-2010 Agendapunt 6. Onderwerp Oplegging preventieve last onder dwangsom aan Heemels AGRO BV DB-vergadering 20-12-20 Agendapunt 6 Onderwerp Oplegging preventieve last onder dwangsom aan Heemels AGRO BV Portefeuillehouder(s) J.J. Schrijen Afdeling Beheer Bestuursprogramma Niet van toepassing. Waterbeheersplan

Nadere informatie

Besluit lozen buiten inrichtingen

Besluit lozen buiten inrichtingen Besluit lozen buiten inrichtingen Beschikking met maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing ten behoeve van Waterschap Zuiderzeeland lozingsadres: Karel Doormanweg ter hoogte van de Johannes

Nadere informatie

Richtlijn voor de indeling in risicoklassen van drinkwaterinstallaties die aangesloten zijn op het drinkwaternet

Richtlijn voor de indeling in risicoklassen van drinkwaterinstallaties die aangesloten zijn op het drinkwaternet Richtlijn voor de indeling in risicoklassen van drinkwaterinstallaties die aangesloten zijn op het drinkwaternet Organisatie: Vewin Postbus 1019 2280 CA Rijswijk Auteurs - Treur (Waternet), De Veer (PWN),

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

Risicoklasse-indeling van drinkwaterinstallaties

Risicoklasse-indeling van drinkwaterinstallaties Risicoklasse-indeling van drinkwaterinstallaties Beheerder document: Vewin-Platform Controle & Handhaving Vewin Postbus 90611 2509 LP Den Haag Datum: Augustus 2018 Versie: 3.4 Dit document is te vinden

Nadere informatie

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal)

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) LTO42 Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk,

Nadere informatie

Reinigen met (heet) water onder druk / Stralen

Reinigen met (heet) water onder druk / Stralen Factsheet 3: Reinigen met (heet) water onder druk / Stralen Met deze factsheet kan bepaald worden welke reinigingsmethode gebruikt wordt en wat de geldende milieuregels, zoals benoemd in het voorblad,

Nadere informatie

Besluit lozen buiten inrichtingen

Besluit lozen buiten inrichtingen Besluit lozen buiten inrichtingen Beschikking met maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing ten behoeve van Integer Vastgoed BV lozingsadres: Appartementen Oasis Beach III Olivier van

Nadere informatie

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek LTO42 Toets 5.1 Boek: Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk, Blz 321-324, Blz 328-332, Blz 336-345)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23603 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 18juli 1994 In het voorstel

Nadere informatie

Doelmatige werking van zuiveringstechnische werken en grote lozers

Doelmatige werking van zuiveringstechnische werken en grote lozers Doelmatige werking van zuiveringstechnische werken en grote lozers Pag. 1 van 11 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Bestaand beleid 3 3 Juridisch kader 3 3.1 Vergunningplicht 4 3.2 Doelmatige werking 4 4 Technische

Nadere informatie

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Zwevende stof vormt een complex mengsel van allerlei verschillende deeltjes, en speelt een belangrijke rol

Nadere informatie

grondstof? Afvalwater als Energie winnen uit afvalwater Verwijderen van medicijnen en hergebruik van meststoffen Veel mogelijkheden

grondstof? Afvalwater als Energie winnen uit afvalwater Verwijderen van medicijnen en hergebruik van meststoffen Veel mogelijkheden Afvalwater als grondstof? Energie winnen uit afvalwater Om energie uit afvalwater te winnen wordt het water van het toilet, eventueel gemengd met groente en fruitafval, vergist. Daarvoor worden een vacuümsysteem,

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, 1990-2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

KOKOPUR 1-5 IE. Kokosfilterbed voor huishoudelijk afvalwater

KOKOPUR 1-5 IE. Kokosfilterbed voor huishoudelijk afvalwater KOKOPUR 1-5 IE 3 HUISHOUDELIJK AFVALWATER 1 2 4 5 6 BIOLOGISCH BEHANDELD WATER Kokopur kokosfilterbed 1. voorbezinker 2. pompput met dompelpomp 3. irrigatienetwerk onder bovenste kokoslaag 4. actieve kokoslagen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 2 Besluit van 25 oktober 2001 tot aanpassing van het Uitvoeringsbesluit verontreiniging rijkswateren en enige andere besluiten aan de Wet van

Nadere informatie

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te H orst a/d M aas 2 december 2016 Ja Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te ARCHIEF *2016-004-220937* i.a.a. PaVH/PACA/2016-004-220937 Zaaknummer:

Nadere informatie

Lozingen. Dag 2 9.00-10.00 uur. 60 min

Lozingen. Dag 2 9.00-10.00 uur. 60 min Lozingen Dag 2 9.00-10.00 uur 1 60 min Leerdoelen lozingen Nieuwe structuur lozingsregels Lozingen wel en niet in besluit Diverse soorten lozingen verspreid over hele besluit Relatie zorgplicht en lozingen

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Bemonstering bij continue productie van vaste mest

Bemonstering bij continue productie van vaste mest Bemonstering bij continue productie van vaste mest Paul Hoeksma Wageningen UR Livestock Research februari 2016 1 Wageningen UR (University & Research centre) Inleiding Het Accreditatieprogramma bemonstering

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is.

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is. Zaaknr. : 11.ZK56591 Kenmerk : 12IT002508 Barcode : *12IT002508* memo Van : Jaap Oosthoek Via : Hermen Keizer Aan : Steven Marijnissen Onderwerp : Toelaatbaarheid tijdelijke lozing effluent Nieuwveer op

Nadere informatie