Eco-effectscan KRW Boonervliet en Vlaardingervaart te Midden-Delfland. Opdrachtgever Hoogheemraadschap van Delfland te Delft

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eco-effectscan KRW Boonervliet en Vlaardingervaart te Midden-Delfland. Opdrachtgever Hoogheemraadschap van Delfland te Delft"

Transcriptie

1 Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Aqua-Terra Nova BV Eco-effectscan KRW Boonervliet en Vlaardingervaart te Midden-Delfland Zuidweg MP Naaldwijk telefoon fax Opdrachtgever Hoogheemraadschap van Delfland te Delft Rabobank rekeningnr BTW: NL B01 K.v.K. nr

2 Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Aqua-Terra Nova BV Eco-effectscan KRW Boonervliet en Vlaardingervaart te Midden-Delfland Zuidweg MP Naaldwijk telefoon fax Opdrachtgever Hoogheemraadschap van Delfland te Delft Datum: 27 juni 2011 Rapportnr: /AQT 301 FF/CG Status: definitieve rapportage Rabobank rekeningnr BTW: NL B01 K.v.K. nr

3 COLOFON Titel : Eco-effectscan KRW Boonervliet en Vlaardingervaart te Midden-Delfland Opdrachtgever : Hoogheemraadschap van Delfland te Delft Projectteam Projectmanager Contactpersoon Auteur Kwaliteitsborging : dhr. ing. A.P. Wubben : dhr. M.H.M. Groenewegen MSc : mw. C.E. van der Graaf MSc dhr. M.A. Pols MSc : dhr. M.H.M. Groenewegen MSc Projectnummer : Aqua-Terra Nova is lid van het Netwerk Groene Bureaus, de branche organisatie voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging van groene adviesbureaus. Datum vrijgave Status Goedkeuring projectmanager Goedkeuring kwaliteitsborger 24 juni 2011 Definitief 2011 Aqua-Terra Nova B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

4 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding Doelstelling Methode en werkwijze Leeswijzer PROJECTGEBIED Beschrijving project Beschrijving projectgebied RESULTATEN ECO-EFFECTSCAN LOCATIE Beschermde natuurgebieden Regionaal en lokaal natuurbeleid Beschermde wilde planten Beschermde vogels Beschermde zoogdieren Beschermde amfibieën Beschermde reptielen Beschermde vissen Overige beschermde soorten Resumé van locatie RESULTATEN ECO-EFFECTSCAN LOCATIE Beschermde natuurgebieden Regionaal en lokaal natuurbeleid Beschermde wilde planten Beschermde vogels Beschermde zoogdieren Beschermde amfibieën Beschermde reptielen Beschermde vissen Overige beschermde soorten Resumé van locatie RESULTATEN ECO-EFFECTSCAN LOCATIE Beschermde natuurgebieden Regionaal en lokaal natuurbeleid Beschermde wilde planten Beschermde vogels Beschermde zoogdieren Beschermde amfibieën Beschermde reptielen Beschermde vissen Overige beschermde soorten Resumé van locatie CONCLUSIES Inleiding Toetsing beschermde natuurgebieden Toetsing beschermde soorten BRONVERMELDING BIJLAGE 1 WETTELIJK KADER EN BELEIDSKADER BIJLAGE 2 PROJECTGEBIED BIJLAGE 3 INVENTARISATIELIJST BIJLAGE 4 ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR BIJLAGE 5 WATERNATUURKANSENKAART BIJLAGE 6 LOP MIDDEN-DELFLAND /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 1

5 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Als onderdeel van het programma Schoon Water binnen Delfland beoogd het Hoogheemraadschap van Delfland het project KRW Boonervliet te realiseren. Het project bestaat uit drie deelprojecten op drie verschillende locaties: 1. Aanleg natuurvriendelijke oever langs de Boonervliet te Midden-Delfland (ca. 7 ha); 2. Aanleg vispaaiplaats langs de Vlaardingervaart te Vlaardingen (ca. 2,5 ha); 3. Aanleg vispaaiplaats / natuurvriendelijke oever langs de Vlaardingervaart te Vlaardingen. Voor de drie deelprojecten is een Eco-effectscan in het kader van de Flora- en faunawet nodig waarin de gevolgen van de ruimtelijke ingrepen op de aanwezige flora en fauna dient te worden weergegeven. In dit kader is de onderhavige Eco-effectscan door Aqua-Terra Nova BV in opdracht van het Hoogheemraadschap van Delfland uitgevoerd. 1.2 Doelstelling De Eco-effectscan heeft als doel te inventariseren of het project in strijd zou kunnen zijn met de natuurwetgeving. Deze natuurwetgeving betreft de: Flora- en faunawet voor beschermde soorten. Natuurbeschermingswet voor beschermde natuurgebieden. Nota Ruimte voor het planologisch veiligstellen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) via de Wet Ruimtelijke Ordening. Een samenvatting van de natuurwetgeving en het beleid omtrent de EHS staat in Bijlage Methode en werkwijze De Eco-effectscan is een risicoanalyse welke bestaat uit 4 stappen: Stap 1: Inventarisatie activiteiten Als eerste wordt beschreven welke activiteiten in het projectgebied zijn voorgenomen aan de hand van door de opdrachtgever verstrekte informatie. Dit vormt de basis van de risicoanalyse. Stap 2: Toetsing aan beschermde natuurgebieden Met behulp van kaartmateriaal en informatie van gebiedsbeherende organisaties wordt geïnventariseerd welke beschermde natuurgebieden er in een straal van ca. 1 km rond het projectgebied liggen. Aan de hand van de activiteiten wordt getoetst of het project effect kan hebben op doelstellingen van beschermde natuurgebieden. In gebieden die volgens de Natuurbeschermingswet beschermd worden zijn dit de instandhoudingsdoelstellingen en in EHSgebieden de wezenlijke kenmerken en waarden. Hierbij wordt rekening gehouden met de externe werking van de wetgeving. De toetsing leidt tot één van de volgende adviezen: 1. Het project heeft geen effect op beschermde natuurgebieden. 2. Een nadere toetsing is nodig. Voor gebieden die beschermd worden volgens de Natuurbeschermingswet is dit de zogenaamde verstorings-verslechteringstoets of Passende beoordeling en voor EHS-gebieden is dit de Nee tenzij -toets. Stap 3: Inventarisatie beschermde soorten Tijdens een locatiebezoek worden de biotopen geïnventariseerd en worden de waargenomen planten, dieren en hun sporen genoteerd. De resultaten worden onderbouwd met een literatuurstudie aan de hand van verspreidingsatlassen, naslagwerken en lokale waarnemingen. Hieruit wordt geconcludeerd welke beschermde dieren- en plantensoorten in het projectgebied aanwezig zijn of kunnen zijn. Soorten waarvan het projectgebied ruim buiten het natuurlijk verspreidingsgebied ligt worden niet nader behandeld en dit geldt ook voor soorten waarvoor projectgebied overduidelijk geen geschikte biotoop vormt. Van de (potentieel) aanwezige beschermde soorten wordt vervolgens de functionaliteit van het projectgebied beoordeeld. Stap 4: Toetsing aan beschermde soorten Per beschermde soort(groep) worden de effecten van de activiteiten getoetst aan de artikelen 8 t/m 13 uit de Flora- en faunawet (zie bijlage 1). Getoetst wordt of het project een effect heeft op de functionaliteit van het leefgebied van beschermde soort en of de gunstige staat van instandhouding in het geding komt /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 2

6 Indien het project negatieve effecten heeft, kan het volgende advies worden opgesteld: 1. Met eenvoudige maatregelen is overtreding van de wet te voorkomen. 2. Nader onderzoek naar een beschermde soort(groep) of de te treffen maatregelen is nodig. 3. Ontheffing is nodig en er dienen maatregelen getroffen te worden. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden het project en het projectgebied beschreven. De resultaten van de inventarisatie en de te verwachten effecten worden in hoofdstuk 3 beschreven. Tevens wordt hier aangegeven welke maatregelen wenselijk of noodzakelijk zijn om eventuele negatieve gevolgen te minimaliseren. Uiteindelijk worden in hoofdstuk 4 de conclusies en in hoofdstuk 5 de aanbevelingen gegeven. Bronvermeldingen zijn in de tekst met een nummer aangegeven, wat naar het desbetreffende nummer in de bronnenlijst (laatste hoofdstuk) verwijst. Tot slot volgen de bijlagen. In de bijlagen wordt de natuurwetgeving toegelicht en zijn kaarten van het kilometerhok en situatieschetsen van het project opgenomen. Daarnaast is er een inventarisatielijst opgenomen met de resultaten van het locatiebezoek en de literatuurstudie. In dit onderzoek is op een adequate en zorgvuldige wijze getracht om een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van de potentieel aanwezige beschermde planten en diersoorten en om alle effecten in beeld te brengen die het project op deze soorten kan hebben. Niettemin kunnen aan dit onderzoek geen rechten worden ontleend. Indien in de loop van het proces blijkt dat er andere dan de genoemde beschermde soorten in het projectgebied voorkomen of andere dan de genoemde effecten aan de orde komen, zullen hiertoe adequate maatregelen moeten worden genomen /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 3

7 2 PROJECTGEBIED 2.1 Beschrijving project Deze projectomschrijving is opgesteld aan de hand van plattegronden, ontwerptekeningen en mondeling door de opdrachtgever verstrekte informatie. Een weergave van de bestaande en de nieuwe situatie is in bijlage 2 opgenomen. Het project KRW Boonervliet maakt onderdeel uit van het programma Schoon Water binnen Delfland. Het project bestaat uit drie deelprojecten op drie verschillende locaties: 1. Aanleg natuurvriendelijke oever langs de Boonervliet te Midden-Delfland (ca. 7 ha); 2. Aanleg vispaaiplaats langs de Vlaardingervaart te Vlaardingen (ca. 2,5 ha); 3. Aanleg vispaaiplaats / natuurvriendelijke oever langs de Vlaardingervaart te Vlaardingen (ca. 7,4 ha). Binnen deze drie deelprojecten worden de oevers deels afgegraven. Hiervan is de technische uitwerking nog niet afgerond. Binnen deelproject 1 maakt ook de watergang achter het Vlietmolenpad onderdeel uit van het onderzoek. De deelprojecten betreffen volgens de Flora- en faunawet een ruimtelijke inrichting Activiteiten locatie 1 Tijdens de uitvoering op locatie 1 kunnen de volgende activiteiten worden benoemd: - Vergraven oever en grond t.b.v. nevengeul - Doorbreken bestaande oever (en boezemlandjes) om de nevengeul aan te sluiten op de Boonervliet - Oevervegetatie en bermvegetatie verwijderen - Eventueel rooien bosschages en struiken - Ophogen oever met grond/klei - Aan- en afvoer materiaal, materieel en grond via Vlietmolenpad en Watersportweg - Aanleg natuurvriendelijke oever Activiteiten locatie 2 Tijdens de uitvoering op locatie 2 kunnen de volgende activiteiten worden benoemd: - Aanleg vispaaiplaats: vergraven grond en graven watergangen - Aanleg vispaaiplaats/natuurvriendelijke oever: watergangen verbreden en ondiepe oever- of oeverzone aanleggen - Doorbreken bestaande oever om de vispaaiplaats aan te sluiten op de Vlaardingse vaart - Natuurvriendelijke oever: oever- en bermvegetatie verwijderen - Eventueel rooien bomen, bosschages en struiken - Aan- en afvoer materiaal, materieel en grond via Watersportweg Activiteiten locatie 3 Tijdens de uitvoering op locatie 3 kunnen de volgende activiteiten worden benoemd: - Aanleg vispaaiplaats: vergraven grond en graven watergangen - Aanleg vispaaiplaats: watergangen verbreden en verdiepen - Doorbreken bestaande oever om de vispaaiplaats aan te sluiten op de Vlaardingse vaart - Oever- en bermvegetatie verwijderen - Eventueel rooien bomen, bosschages en struiken - Aan- en afvoer materiaal, materieel en grond via Watersportweg Deze activiteiten vormen de basis van de Eco-effectscan. 2.2 Beschrijving projectgebied Ligging van het projectgebied Het projectgebied is gelegen tussen de Vlaardingse Vlietlanden en de Broekpolder in het buitengebied van Midden-Delfland en Vlaardingen te Zuid-Holland (zie bijlage 2). De Boonervliet is gelegen in het veenweide- en natuurgebied de Vlaardingse Vlietlanden Beschrijving huidige situatie Locatie 1 Boonervliet Locatie 1 is de zuidoostelijke kade van de Boonervliet tussen het Bommeer en de Vlaardingervaart te Midden-Delfland. Het projectgebied is gelegen tussen de Boonervliet en de Golfbaan aan het Vlietmolenpad Golfpad. De kade heeft een lengte van ca. 1,5 km. Ook de watergang langs het Vlietmolenpad maakt onderdeel uit van het onderzoek. Het projectgebied heeft een oppervlakte van ca. 7 ha en is in hoofdzaak onverhard terrein. Het projectgebied bestaat uit de volgende onderdelen: /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 4

8 Verhard / bebouwing 1. Vlietmolenpad, golfpad, Foppenplaskade: halfverhard (schelpen) fietspad. Onverhard / groen 2. Boonervliet: brede boezemvaart in een veengebied. 3. Boezemlandjes Boonervliet: schrale veenlandjes met een bloemrijke vegetatie van dotterbloemen, reukgras, echte koekoeksbloem, moerasspirea, ratelaar en orchideeën. Langs de boezem zijn de landjes met wilgentenen beschoeid. Nabij de picknickplaats zijn riethopen (als broedplaats voor ringslangen) opgeworpen. 4. Kade Boonervliet: kleikade met een onverhard wandelpad (gras). 5. Aanlegplaats boten: beschoeide oevers met aanlegringen voor plezierboten. Ter plekke is de vegetatie gemaaid. 6. Watergang/greppel langs kade: aan de zuidoostzijde van de kade ligt een watergang met steile oevers. De watergang is dicht begroeid met riet. 7. Rietruigte tussen greppel en Vlietmolenpad: begroeid met rietgras, smeerwortel, glanshaver, koolzaad en moerasvergeet-me-nietje. 8. Driehoek met ruigte: een ruige begroeiing van brandnetel, grote klis, smeerwortel, vlier, distels en grassen. In de ruigte is een overwoekerde greppel/watergang aanwezig. 9. Picknickplaats aan Bommeer: intensief gemaaid grasland met picknicktafels en prullenbakken. Aan het Bommeer zijn de oevers beschoeid en zij aanlegplaatsen voor boten aanwezig. 10. Bomenrij Foppenplaskade: ten zuidwesten van de picknickplek is een bomenrij van 10 wilgen (waaronder 1 knotwilg) en één zwarte els aanwezig. 11. Drie solitaire wilgen Bommeer: ten noorden van de picknickplek staan drie grote wilgen. 12. Watergang tussen Vlietmolenpad en golfbaan: ca. 2 meter breed met aan de zijde van de golfbaan een intensief beheerde berm. Aan de zijde van het Vlietmolenpad is een rietoever, en een kruidenrijke berm aanwezig. De watergang is helder, maar heeft weinig watervegetatie. Foto 1: boezemlandje Foto 2: kade Foto 3: aanlegplaats boten Foto 4: Boonervliet met oever boezemlandje /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 5

9 Foto 5: golfbaan - watergang - Vlietmolenpad Foto 6: driehoek met ruigte Beschrijving huidige situatie locatie 2 Vlaardingervaart Locatie 2 is gelegen aan het Golfpad en de Watersportweg te Vlaardingen, tussen de Broekpolder, de golfbaan en de Vlaardingse vaart. Het projectgebied heeft een oppervlakte van ca. 2,5 ha. en is volledig onverhard. Het projectgebied bestaat uit de volgende onderdelen (zie bijlage 2): Onverhard / groen 13. Vlaardingse vaart: brede boezemvaart aan de rand van een veengebied. 14. Kade Vlaardingse vaart: kleikade met een onverhard wandelpad (gras). De kade heeft een steil talud (1:2) tot de ca. 3 meter lager gelegen polder. 15. Rietruigte: ca. 90% van locatie 2 bestaat uit een ruigte van riet, brandnetel, bitterzoet, distel en smeerwortel. 16. Watergangen in polder: de ondiepe watergangen zijn dicht begroeid met riet en sterrenkroos. 17. Bosschages: langs de Watersportweg zijn kleine bosschages aanwezig van wilg, zwarte els, kornoelje, spaanse aak, meidoorn en vlier. De bomen zijn jong en dun en de ondergroei bestaat uit brandnetel, kleefkruid, smeerwortel en mos. 18. Bomenrij watersportvereniging: aan de zuidrand van locatie 2 is ene bosschage / bomenrij aanwezig van es en zwarte els. 19. Solitaire wilgen: langs de meest noordoostelijke watergang in de polder zijn groepjes van drie tot vijf grote solitaire wilgen aanwezig. Foto 7: kade met bomenrij in zuiden projectgebied Foto 8: rietruigte /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 6

10 Foto 9: talud kade Foto 10: detail polderwatergang Beschrijving huidige situatie locatie 3 Vlaardingervaart Locatie 3 is het terrein tussen de Vlaardingervaart, de Watersportweg, het Broekpolderpad en een jachthaven te Vlaardingen. Het projectgebied heeft een oppervlakte van ca. 7,4 ha en is hoofdzakelijk onverhard. Het projectgebied bestaat uit de volgende onderdelen (zie bijlage 2): Verhard / bebouwing 20. Kade Vlaardingse vaart: de kleikade heeft een steil talud (1:3) tot de ca. 1 meter lager gelegen polder het pad over de kade is voor ca. 20% geasfalteerd en voor ca. 20% verhard met schelpengruis. 21. Duikers: de polderwatergangen zijn verbonden met betonnen duikers. Onverhard / groen 22. Vlaardingse vaart: brede boezemvaart aan de rand van een veengebied. De oever heeft een kruidenrijke helofytenzone met gele lis, valeriaan, moerasvaren, watermunt, scherpe zegge en lijsterbes. De oever heeft gedeeltelijk een veenbodem. 23. Watergang langs de kade: tussen de kade en de gras/riet-ruigte ligt een brede watergang met oevers van riet en rietgras. De watergang is begroeid met puntkroos. 24. Broekbos : in de noordoosthoek van locatie 3 ligt een zeer drassig bosschage (van ca. 500 m 2 ) van wilg, zwarte els en esdoorn met een ondergroei van gele lis en mannetjesvaren. 25. Rietveld: in het noordoosten van locatie 3 ligt een rietveld van ca m 2 van lisdodde en puntkroos met een waterdiepte van cm. Het rietveld ligt tussen de vaart en de kade. 26. Rietruigte: ca. 40% van locatie 3 bestaat uit een ruigte van riet, moeraswederik, distel, brandnetel en kleefkruid. 27. Watergang in de polder: de ondiepe watergang is begroeid met riet en heeft steile oevers met een talud van 1: Braamstruweel: in het zuidoosten van het projectgebied is een ruige strook met braamstruweel en een strook met groot hoefblad aanwezig. 29. Bosschages: ca. 30% van locatie 3 bestaat uit een bos en bossasches. De begroeiing bestaat uit essen, wilg, zwarte els, berk, meidoorn, vlier en kornoelje met een ondergroei van gewone berenklauw, look-zonder-look, kruipende boterbloem en brandnetel. 30. Ruig grasland: ca. 10% van locatie 2 bestaat uit een ruig grasland omgeven door bos. De begroeiing bestaat uit grassen, rietgras, kruipende boterbloem en krulzuring. Aan de randen is een zoom van vlier, meidoorn, braam en spaanse aak aanwezig. Het grasland vormt een beschutte locatie voor insecten en vogels. 31. Watergang aan de Watersportweg: een ondiepe watergang met steile oevers met een talud van 1:2. De watergang wordt beschaduwd door bomen, heeft veel bladval en geen tot weinig watervegetatie. 32. Bomenrij Watersportlaan: de Watersportlaan ligt buiten het projectgebied. In de laan is een bomenrij aanwezig van linde, esdoorn, iep, es en zwarte els. In de berm groeit onder andere brede wespenorchis /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 7

11 Foto 11: kade langs Vlaardingse vaart Foto 12: rietveld Foto 13: watergang langs kade Foto 14: rietruigte Foto 15: essen en wilgen bos Foto 16: watergang langs Watersportweg /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 8

12 3 RESULTATEN ECO-EFFECTSCAN LOCATIE Beschermde natuurgebieden Aanwezige natuurgebieden Natuurbeschermingswet Een kaart met de omliggende natuurgebieden staat in bijlage 4. Het projectgebied ligt niet in en grenst niet aan een Natura 2000-gebied of een ander beschermd natuurgebied uit de Natuurbeschermingswet Provinciale Ecologische Hoofdstructuur Het projectgebied maakt onderdeel uit van de Vlaardingse Vlietlanden, een kerngebied van de Ecologische Hoofdstructuur. Het Vlietmolenpad en de watergang langs de golfbaan vallen buiten de Ecologische Hoofdstructuur. Kaarten van de Ecologische Hoofdstructuur en de ambities uit het Natuurbeheerplan staan in bijlage 4. Op de ambitiekaart van het Natuurbeheerplan heeft het EHS-gebied de volgende natuurdoelen (19) : Tabel 1: Effecten beschermde natuurgebieden van de Ecologische Hoooofdstructuur Aanwijzing voor Doeltype Activiteit en effect Natuurkerngebied Vlaardingse Vlietlanden Geen effect en blijft een natuurgebied Moeras N5.01 Inrichting als moeras of gedeeltelijke omvorming tot zoete plas Zoete plas N4.02 Vochtig hooiland N10.02 Geen effect of omvorming tot andere doelstelling Kruiden- en faunarijk grasland N12.02 Geen effect of omvorming tot andere doelstelling Effecten De aanleg van een nevengeul met natuurvriendelijke oevers draagt bij aan de doelstelling als moeras (N5.01). Afhankelijk van de inrichting kan het oppervlak per doelstelling wijzigen, maar in het totaal heeft dit geen effect op het functioneren van het gebied als moeras- en waterrijk natuurgebied, binnen het veenweidegebied van de Vlietlanden. Tijdens de uitvoering kan sprake zijn van een tijdelijke verstoring van flora en fauna (waaronder vogels). Ingrepen in de boezemlandjes kunnen een langdurig negatief effect hebben op de kwetsbare flora (zoals de orchideeën) van het vochtig hooiland (N10.02). De vegetatie zal als gevolg van het project in de loop der jaren herstellen. Ingrepen buiten de boezemlandjes leiden naar verwachting niet tot een permanent verlies van gevoelige en kwetsbare soorten, aangezien dit jonge en ruige of intensief beheerde vegetaties betreft Maatregelen Ingrepen in de boezemlandjes kunnen een effect hebben op de wezenlijke waarden en kenmerken van het vochtig hooiland (N10.02). Indien er sprake is van ingrepen ter plekke van de boezemlandjes wordt geadviseerd het project aan het bevoegd gezag ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur (Provincie Zuid-Holland) voor te leggen. 3.2 Regionaal en lokaal natuurbeleid Natuurbeleid Hoogheemraadschap De Vlaardingse Vlietlanden maken onderdeel uit van de Waternatuurkansenkaart (21) van het Hoogheemraadschap van Delfland. Een kaart van de Waternatuurkansenkaart staat in bijlage 5. In de onderstaande tabel worden per locatie de ambities aangegeven. Tabel 2: Effecten beschermde natuurgebieden van de Waternatuurkansenkaart Aanwijzing voor ambitie Activiteit en effect Migratiemogelijkheid / vistrek ambitie 2.3 aanleg ecologische oevers wordt benut Bestaande boezem ambitie 5.1 aanleg ecologische oevers wordt benut moerasstrook in de overgang van stad-land ambitie 5.3 aanleg ecologische oevers wordt benut Ambitie 2.3 beoogd een rustmoment voor trekvissen net na de inlaat in de vorm van boezemlandjes of natuurvriendelijke oevers te realiseren. Ook is het voor de vis belangrijk dat geschikte paaiplaatsen of leefgebieden kunnen worden bereikt. Ambitie 5.1 betreft het benutten van de ecologische potenties van bestaande boezems met de aanleg van ecologische oevers. Ambitie 5.3 betreft het ontwikkelen van een doorgaande moerasstrook in de overgang stad-land. Het is de ambitie om een aaneengesloten natuurgebied te realiseren. Op de middellange termijn wordt met de ontwikkeling van een aantal stepping-stones de ecologische kwaliteit al aanzienlijk /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 9

13 verbeterd. Het ontwikkelen van ecologische oevers en rietoevers maakt onderdeel uit van deze ambitie Natuurbeleid Midden-Delfland De Vlaardingse Vlietlanden zijn opgenomen in het Landschap OntwikkelingsPlan Midden-Delfland (LOP) (20). Het projectgebied valt binnen de Foppenpolder van deel 5 uitwerking per polder. In het ontwikkelingsplan zijn ambities opgenomen voor natuur en recreatie. Een kaart van het LOP staat in bijlage Effecten en maatregelen Aangezien het project tot doel heeft de natuur te verbeteren met de aanleg van natuurvriendelijke oevers draagt het bij aan de doelstellingen van het locaal en regionaal natuurbeleid. Een nadere toetsing of overleg met het bevoegd gezag is niet nodig. 3.3 Beschermde wilde planten Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. Door derden zijn in de omgeving drie beschermde soorten waargenomen, namelijk brede orchis, rietorchis en zwanenbloem (10,24). Tijdens het locatiebezoek zijn in de boezemlandjes gewone dotterbloem, brede- en rietorchis waargenomen. Buiten de boezemlandjes zijn geen beschermde soorten waargenomen. Door de ruige vegetatie en de abundantie van algemeen voorkomende soorten worden de door derden waargenomen beschermde wilde planten buiten de boezemlandjes niet verwacht Effecten Indien de boezemlandjes vergraven of betreden worden, bijvoorbeeld bij de aansluiting van de nevengeul op de Boonervliet, kunnen standplaatsen van rietorchis, brede orchis en gewone dotterbloem verloren gaan. De aanleg van een nevengeul heeft geen blijvend effect op de biotoop van deze soorten in de boezemlandjes. Met de aanleg van een natuurvriendelijke oever aan de nevengeul kunnen in het projectgebied nieuwe standplaatsen voor o.a. rietorchis, brede orchis en gewone dotterbloem ontstaan. Tabel 3: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Rietorchis, brede orchis FF2 Evt. beschadiging en verlies standplaats door graafwerk in boezemlandjes (art. 8) Groeiseizoen voor de zaadzetting (bloei: juni t/m september) Gewone dotterbloem FF1 Evt. beschadiging en verlies standplaats door graafwerk in boezemlandjes (art. 8) Groeiseizoen voor de zaadzetting (bloei: maart t/m jun) * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen De in de boezemlandjes aanwezige rietorchis en brede orchis zijn beschermd in tabel 2 van de Flora- en faunawet. De gewone dotterbloem valt onder de vrijstellingsregeling. Volgens artikel 8 is het verboden beschermde planten te beschadigen of op andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Daarnaast is de zorgplicht (art 2) van toepassing. Voor het project is geen ontheffing van de Flora- en faunawet nodig, mits aantoonbaar volgens de goedgekeurde gedragscode van de waterschappen gewerkt wordt (18). In het kader van de zorgplicht (art 2) wordt geadviseerd de nevengeul op de Boonervliet aan te sluiten ter plekke van de aanlegplaatsen van boten om beschadiging van de boezemlandjes te voorkomen. 3.4 Beschermde vogels Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. Door derden zijn in de omgeving van het projectgebied tien soorten waargenomen waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn (cat 1 t/m 4) en dertien soorten waarvan de nesten alleen op basis van specifieke ecologische gronden jaarrond beschermd zijn (cat 5) (10,24). In de bomen op het projectgebied (nr 10, 11) zijn tijdens het locatiebezoek geen jaarrond beschermde nesten aangetroffen. In de Vlietlanden, maar buiten het projectgebied, is een kolonie visdiefjes aanwezig (17). De oevers (nr 3, 6, 12) en de ruigtes (7,8) vormen een geschikte broedgelegenheid voor meerkoeten, futen en andere watervogels. Ook voor rietvogels en zeldzame vogels als roerdomp, /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 10

14 purperreiger en blauwborst bieden de boezemlandjes (nr 3) een geschikte broedgelegenheid en foerageergebied. Op het projectgebied worden geen nesten van weidevogels of tapuiten verwacht vanwege de beperkte breedte van het projectgebied en vanwege de recreatie over het Vlietmolenpad en op de golfbaan. De oevers zijn te laag om als broedlocatie voor oeverzwaluw of grote gele kwikstaart te fungeren Effecten Vogels die in een beschutte omgeving broeden (struweel of rietkraag) zijn tot ca. 20 meter gevoelig voor verstoring (30). Tijdens de uitvoering kunnen watervogels die in en op de oever, de ruigte of de boezemlandjes broeden verstoord worden en kunnen nesten verloren gaan. Indien bomen worden gekapt, kunnen nesten van struweel- of bosvogelsoorten verloren gaan. Vogels die in een open omgeving broeden (weiland, kolonie visdiefjes) kunnen tot ca. 100 meter gevoelig zijn voor verstoring. Doordat de kolonie visdiefjes van het projectgebied is afgeschermd door een rietkraag, wordt niet verwacht dat de werkzaamheden de broedende vogels verstoren. Als gevolg van het project gaan geen jaarrond beschermde nesten verloren. Met het project wordt nieuwe broedgelegenheid voor water-, riet- en moerasvogels gecreëerd. Tabel 4: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Tapuit FF cat 5 Verstoring en verlies nest door vergraven oever (art. 11) Broedseizoen: 15 maart t/m 15 juli Bos- en struweelvogels FF Verstoring en verlies nest door rooien struweel (art. 11) Broedseizoen: 15 maart t/m 15 juli Water-, riet- en moerasvogels FF Verstoring en verlies nest door vergraven oever (art. 11) Broedseizoen: 15 maart t/m 15 juli * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen Alle inheemse vogelsoorten zijn beschermd in de Flora- en faunawet en mogen tijdens het broeden niet gestoord worden. De meeste vogels broeden in de periode van 15 maart t/m 15 juli. Geadviseerd wordt de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren of om vooraf aan de werkzaamheden te inventariseren of er vogelnesten aanwezig zijn. Indien vogelnesten worden aangetroffen, dienen de werkzaamheden te worden uitgesteld totdat de jongen zijn uitgevlogen. Door volgens de gedragscode van de waterschappen (18) te werken, kan verstoring van vogels voorkomen worden. 3.5 Beschermde zoogdieren Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. In de Vlietlanden komen, naast algemeen voorkomende zoogdieren (10,24), noordse woelmuizen en waterspitsmuizen voor (10,24). In de biotoop waar de noordse woelmuis verwacht wordt, kan ook waterspitsmuis verwacht worden. De noordse woelmuis komt voor in de boezemlandjes (26). Dit zijn de schrale, kruiden- en bloemrijke graslanden op de veengronden grenzend aan de Boonervliet (nr 3). De ruigtes (nr 6, 7 en 8) grenzend aan de boezemlandjes vormen eveneens een geschikte biotoop voor de noordse woelmuis. Natuurmonumenten heeft aangegeven dat uitsluitend boezemland een geschikt leefgebied vormt voor noordse woelmuis (26). Noordse woelmuizen ondervinden een sterke concurrentie van veldmuizen en aardmuizen en worden op locaties waar deze soorten voorkomen vaak verdreven (31). Algemeen voorkomende muizensoorten, zoals veldmuis, bosmuis en huisspitsmuis kunnen binnen het projectgebied wel verwacht worden. De oever vormt tevens een geschikt foerageergebied voor marters en egels. Van de vleermuizen zijn de laatvlieger, meervleermuis, ruige- en gewone dwergvleermuis in de Vlietlanden waargenomen (10,24). De Vlietlanden vormen een geschikt foerageergebied voor deze soorten. De watergangen (Boonervliet) vormen voor watervleermuis en meervleermuis een geschikt foerageergebied en een geschikte vliegroute. De watervleermuis wordt echter relatief weinig aangetroffen in het veenweidegebied Effecten Met het graven van de nevengeul en het verwijderen van vegetatie kunnen muizen verstoord worden. Graafwerkzaamheden in en nabij de boezemlandjes zijn verstorend voor noordse /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 11

15 woelmuis en potentieel voor de waterspitsmuis. Graafwerkzaamheden in de ruigte (nr 6,7,8) zijn potentieel verstorend voor de noordse woelmuis en waterspitsmuis. Marters en egels kunnen de werkzaamheden ontvluchten. Na afloop van de werkzaamheden kan rond de nevengeul een nieuw foerageer- en verblijfgebied ontstaan, al zal er sprake zijn van een tijdelijke kwaliteitsvermindering. Indien tijdens de uitvoering verlichting op het water wordt gericht kunnen (voorbijvliegende) meervleermuizen en watervleermuizen verstoord worden. Dit betreft geen essentiële vliegroute, aangezien alternatieve watergangen (Middelvliet) als vliegroute gebruikt kunnen worden en de vleermuizen aan de overzijde van de watergang kunnen vliegen. Als gevolg van het project gaat geen foerageergebied of vliegroute verloren. Tabel 5: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Noordse woelmuis FF3, HRII, HRIV verstoring en verlies verblijfplek door graafwerk in boezemland en ruigte (art. 11) Voortplanting en overwintering Waterspitsmuis FF3 verstoring en verlies verblijfplek door graafwerk in boezemland en ruigte (art. 11) Voortplanting en overwintering Alg zoogdieren: muizen, egel, konijn FF1 Evt. verstoring en verlies verblijfplek door graafwerk (art. 11) Voortplanting en overwintering Laatvlieger, gewone en FF3, HRIV Geen verstoring n.v.t. ruige dwergvleermuis Meervleermuis, watervleermuis FF3, HRIV Evt. verstoring vliegroute door verlichting (art. 11) Voorjaar t/m najaar * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen De in de boezemlandjes voorkomende noordse woelmuis is strikt beschermd in de Flora- en faunwet en in de Habitatrichtlijn. Om te onderzoeken of in de ruigtes (nr 6,7 en 8) noordse woelmuizen voorkomen wordt geadviseerd om een veldinventarisatie uit te voeren. De beste periode voor muizenonderzoek is in het najaar (september t/m november) (32). De potentieel aanwezige algemeen voorkomende zoogdieren, zoals muizen, egel en marterachtigen vallen onder de vrijstellingsregeling van de Flora- en faunawet, maar de zorgplicht (art. 2) blijft wel van toepassing. In het kader van de zorgplicht wordt geadviseerd vooraf aan graafwerkzaamheden de vegetatie te verwijderen en de oevers te maaien en vervolgens een dag of twee met rust te laten, zodat de dieren elders heentrekken. Alle vleermuizen zijn strikt beschermd in de Flora- en faunawet. Om verstoring van potentieel aanwezige meervleermuizen en watervleermuizen te voorkomen, wordt geadviseerd het gebruik van verlichting tijdens de uitvoering te voorkomen. 3.6 Beschermde amfibieën Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. In de Vlietlanden zijn waarnemingen van algemeen voorkomende amfibieën (10) en één waarneming van de rugstreeppad bekend (10). De begroeide oevers van de brede en diepe Boonervliet vormen echter geen geschikte biotoop voor de rugstreeppad. De oevers, de ondiepe oeverzone en de ruigte vormen een geschikte biotoop voor algemeen voorkomende amfibieën. Het projectgebied ligt buiten het natuurlijk verspreidingsgebied van overige strikt beschermde amfibieën Effecten Het verwijderen van de vegetatie en graven van de nevengeul kan amfibieën verstoren. Met name tijdens de voortplanting zijn amfibieën gevoelig voor verstoring door aanwezigheid van eiklompen, eisnoeren en dikkopjes in de oeverzone. Na afloop van de werkzaamheden kan in en rond de nevengeul een nieuw foerageer- en verblijfgebied ontstaan, al zal er sprake zijn van een tijdelijke kwaliteitsvermindering /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 12

16 Tabel 6: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Alg amfibieën: pad, kikker, salamander FF1 Evt. verstoring door werk aan oever/water (art. 11) Voortplanting en overwintering * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen De potentieel aanwezige algemeen voorkomende amfibieën, zoals gewone pad, kleine watersalamander, bruine en groene kikker vallen onder de vrijstellingsregeling van de Flora- en faunawet, maar de zorgplicht (art. 2) blijft wel van toepassing. In het kader van de zorgplicht wordt geadviseerd het verwijderen van de oevervegetatie en watervegetatie buiten het voortplantingseizoen van amfibieën uit te voeren. Het voortplantingsseizoen van amfibieën loopt globaal van maart t/m juli. 3.7 Beschermde reptielen Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. De Vlietlanden vormen een geschikt leefgebied voor de ringslang. De opgeworpen riethopen in de boezemlandjes vormen geschikte nestlocaties. Van de Vlaardingse Vlietlanden en omstreken zijn echter nog geen waarnemingen van de ringslang bekend (10,11,24). De ringslang wordt er daarom niet verwacht. Voor de overige reptielen vormt het projectgebied geen geschikte biotoop en ligt het buiten het natuurlijk verspreidingsgebied. Foto 17: riethopen in boezemland Effecten en maatregelen Effecten en maatregelen zijn niet aan de orde, omdat in het projectgebied geen beschermde soorten worden verwacht. 3.8 Beschermde vissen Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. In de omgeving zijn de beschermde vissoorten kleine modderkuiper (25) en bittervoorn waargenomen (25). Tijdens een onderzoek naar het hele beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland zijn in de Boonervliet twintig vissoorten aangetroffen (25). De visstand wordt gedomineerd door brasem, blankvoorn, baars, pos en kolblei. Plantminnende soorten, zoals bittervoorn en kleine modderkuiper zijn in mindere mate aangetroffen (25). De oeverzones van de watergangen (nr 2 en 12) vormen een geschikte voortplantingslocatie. In de semipermanent watervoerende watergang (nr 6) kan kleine modderkuiper voorkomen Effecten Bij werkzaamheden aan watergang 6 en 12 kunnen vissen, waaronder kleine modderkuiper en bittervoorn verstoord worden. De verstoring van vissen is sterk afhankelijk van de verwachte activiteiten, bij geringe verstoring kunnen de vissen de werkzaamheden ontvluchten. De kleine modderkuiper duikt bij verstoring de modder in, maar zal bij aanhoudende verstoring ook het gebied ontvluchten. Bittervoorns kunnen verstoord worden door beschadiging van grote zoetwatermosselen, waarin eieren worden afgezet. Met het verwijderen van de vegetatie wordt de oever tijdelijk minder geschikt als voortplantings-, en schuilgebied. Tijdens de winter zijn werkzaamheden naar verwachting minder verstorend, omdat vissen dan dieper water opzoeken /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 13

17 Met het aanleggen van de nevengeul met natuurvriendelijke oevers zal nieuw leefgebied voor vissen gecreëerd worden. Tabel 7: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Bittervoorn FF3, HRII verstoring en tijdelijk verlies leefgebied door graafwerk (art. 11) Voortplanting: april t/m september Kleine modderkruiper FF2, HRII verstoring en tijdelijk verlies leefgebied door graafwerk (art. 11) Voortplanting: maart t/m september * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen De aanwezige bittervoorn en kleine modderkuiper zijn beschermd in de Flora- en faunawet. Bij ruimtelijke ingrepen kan voor de kleine modderkuiper gewerkt worden volgens de gedragscode van de waterschappen (18). Voor de bittervoorn zal een ontheffing nodig zijn, tenzij voldoende mitigerende maatregelen getroffen kunnen worden, opdat de functionaliteit van het leefgebied te allen tijde veiliggesteld kan worden. Een ontheffing wordt niet nodig geacht indien de verstoring van bestaande watergangen beperkt blijft. Indien er sprake is van vergraving van grote oevertrajecten (>50 m) wordt geadviseerd ontheffing aan te vragen. Het project dient uitgevoerd te worden volgens de gedragscode van de waterschappen (18) en de maatregelprotocollen van het Hoogheemraadschap van Delfland (29). Indien een ontheffingaanvraag benodigd is wordt geadviseerd een visseninventarisatie uit te voeren. De beschikbare vissengegevens zijn naar verwachting te oud (ouder dan 5 jaar) om als onderbouwing van een ontheffingaanvraag gebruikt te worden. 3.9 Overige beschermde soorten Aanwezige soorten Binnen deze groep behoren insecten zoals dag- en nachtvlinders, kevers, sprinkhanen, libellen en ongewervelden zoals kreeftachtigen, en weekdieren. De Vlietlanden met de bloem- en kruidenrijke oevers, graslanden en moerasgebieden vormen een geschikt leefgebied voor libellen, juffers, vinders en andere insecten. Van de beschermde soorten wordt de potentiële aanwezigheid van groene glazenmaker, platte schijfhoren, gestreepte waterroofkever en de zeggekorfslak nader onderbouwd. In de watergangen zijn geen krabbescheervelden aanwezig, die de groene glazenmaker nodig heeft om eieren op af te zetten. De Platte schijfhoren is na 1998 niet meer nabij de Vlietlanden aangetroffen (28). De verspreiding van de zeggekorfslak is in Nederland beperkt tot enkele plaatsen met zeer specifieke milieuomstandigheden (16). De boezemlandjes vormen een geschikt habitat voor de zeggekorfslag (26). De biotoop bestaat uit moerassen en broekbossen met een dichtbegroeide ondergroei van zegge (moeraszegge, liesgras, lisdodde). Naast de boezemlandjes vormt de ruigte van rietgras (nr 7) een potentiële biotoop voor de zeggenkorfslak. De gestreepte waterroofkever komt voor in brede permanente stilstaande wateren met warme zonnige plekken en oeverbegroeiing in veengebieden. De semipermanent watervoerende watergang (nr 6) vormt geen geschikte biotoop voor de gestreepte waterroofkever. De Vlaardingse Vlietlanden komen, qua habitat, overeen met het bekende verspreidingsgebied in de Nieuwkoopse plassen (33). De Vlietlanden zijn in 2007 niet naar voren gekomen als potentieel habitat voor de gestreepte waterroofkever op basis van een voorspellingsmodel (34). Verwacht wordt dat de waterkwaliteit van de Vlietlanden een beperkende factor vormt (33) en dat de soort in de Vlaardingse vaart niet voorkomt. Tabel 8: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode zeggekorfslak HRII verstoring en tijdelijk verlies leefgebied door graafwerk en ruigte Voortplanting: april t/m september * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 14

18 3.9.2 Effecten Met het vergraven van bestaande watergangen kan de potentieel aanwezige zeggekorfslak verstoord worden. Met het verwijderen van helofyten en zegges kunnen zeggekorfslakken verloren gaan. Met het aanleggen van de nevengeul met natuurvriendelijke oevers kan het projectgebied beter geschikt worden als habitat voor de gestreepte waterroofkever en de zeggekorfslak Maatregelen De zeggekorfslak is beschermd in de Habitatrichtlijn bijlage II. Dit betekent dat in Nederland beschermde natuurgebieden voor deze soort worden aangewezen. De Vlaardingse Vlietlanden vallen niet onder een degelijk beschermd natuurgebied. In het kader van de Natuurbeschermingswet is het niet nodig om maatregelen te treffen. De zeggekorfslak is niet beschermd in de Flora- en faunawet tabel 1 t/m 3. In het kader van de zorgplicht (art 2) wordt geadviseerd rekening te houden met het voorkomen van de zeggekorfslak in de boezemlandjes Resumé van locatie Beschermde natuurgebieden Het projectgebied maakt onderdeel uit van de Vlaardingse Vlietlanden; een kerngebied van de Ecologische Hoofdstructuur. Ingrepen in de boezemlandjes kunnen een effect hebben op de wezenlijke waarden en kenmerken van het vochtig hooiland (N10.02). Indien er sprake is van ingrepen ter plekke van de boezemlandjes wordt geadviseerd het project aan het bevoegd gezag ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur (Provincie Zuid-Holland) voor te leggen Regionaal en gemeentelijk natuurbeleid Aangezien het project tot doel heeft de natuur te verbeteren met de aanleg van natuurvriendelijke oevers draagt het bij aan de doelstellingen van het lokaal en regionaal natuurbeleid. Een nadere toetsing of overleg met het bevoegd gezag is niet nodig Beschermde soorten De onderstaande tabel is een samenvatting van de bovenstaande resultaten. In de onderstaande tabel worden de te treffen maatregelen per beschermde soort of soortgroep weergegeven. Tabel 19: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Aanwezig Maatregel Wilde planten Gewone dotterbloem FF1 Aanwezig Werken volgens gedragscode waterschappen Rietorchis, brede orchis FF2 Aanwezig Werken volgens gedragscode waterschappen Vogels Tapuit FF cat 5 Potentieel Werken volgens gedragscode waterschappen Water-, riet-, moerasvogels FF Potentieel Werken volgens gedragscode waterschappen Zoogdieren Noordse woelmuis FF3, HRII, Aanwezig Veldinventarisatie in de periode sep t/m nov HRIV Waterspitsmuis FF3 Potentieel Veldinventarisatie in de periode sep t/m nov Alg. voorkomende zoogdieren, zoals muizen, egel, marter FF1 Potentieel Geen effect op functionaliteit, verstoring minimaliseren in kader van zorgplicht Water-, meervleermuis FF3, HRIV Potentieel Geen effect op functionaliteit, verstoring minimaliseren in kader van zorgplicht Ruige dwerg-, gewone dwerg-, rosse vleermuis FF3, HRIV Potentieel Geen effect op functionaliteit, geen maatregelen nodig Amfibieën Alg. voorkomende amfibieën, zoals kikker, pad, salamander FF1 Potentieel Geen effect op functionaliteit, verstoring minimaliseren in kader van zorgplicht Vissen Kleine modderkuiper FF2, HRII Potentieel Werken volgens gedragscode waterschappen Bittervoorn FF3, HRII Potentieel Effect op functionaliteit kan voorkomen worden door mitigerende maatregelen te treffen Werken volgens gedragscode waterschappen Insecten Zeggekorfslak HRII Potentieel In kader van de zorgplicht rekening houden met het voorkomen van de soort * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 15

19 4 RESULTATEN ECO-EFFECTSCAN LOCATIE Beschermde natuurgebieden Aanwezige natuurgebieden Natuurbeschermingswet Een kaart met de omliggende natuurgebieden staat in bijlage 4. Het projectgebied ligt niet in en grenst niet aan een Natura 2000-gebied of een ander beschermd natuurgebied uit de Natuurbeschermingswet Provinciale Ecologische Hoofdstructuur Het projectgebied ligt de Broekpolder en maakt onderdeel uit van het kerngebied van de Ecologische Hoofdstructuur. Kaarten van de Ecologische Hoofdstructuur en de ambities uit het Natuurbeheerplan staan in bijlage 4. Op de ambitiekaart van het Natuurbeheerplan hebben de EHS-gebieden de volgende natuurdoelen (19) : Tabel 9: Effecten beschermde natuurgebieden van de Ecologische Hoooofdstructuur Aanwijzing voor doel Activiteit en effect Natuurkerngebied Vlaardingse Vlietlanden Het blijft een natuurgebied Moeras N05.01 Inrichting als moeras of gedeeltelijke omvorming tot zoete plas Vochtig hooiland N10.02 Geen effect of omvorming tot andere doelstelling Kruiden- en faunarijk grasland N12.02 Geen effect of omvorming tot andere doelstelling Vochtig hakhout- en middenbos N17.01 Geen effect of omvorming tot andere doelstelling Effecten De inrichting van het projectgebied als vispaaiplaats met natuurvriendelijke oevers draagt bij aan de doelstelling als moeras (N5.01). Afhankelijk van de inrichting kan het oppervlak per doelstelling wijzigen, maar in het totaal heeft dit geen effect op het functioneren van het gebied als moeras- en waterrijk natuurgebied, dat aansluit bij het veenweidegebied de Vlietlanden. Tijdens de uitvoering kan sprake zijn van een tijdelijke verstoring van flora en fauna (waaronder vogels) Maatregelen Het project heeft geen effect op de wezenlijke waarden en kenmerken van de Ecologische Hoofdstructuur. Een nadere toetsing of overleg met het bevoegd gezag (provincie Zuid-Holland) is niet nodig. 4.2 Regionaal en lokaal natuurbeleid Natuurbeleid Hoogheemraadschap De Vlaardingse Vlietlanden maken onderdeel uit van de Waternatuurkansenkaart (21) van het Hoogheemraadschap van Delfland. Een kaart van de Waternatuurkansenkaart staat in bijlage 5. In de onderstaande tabel worden de ambities aangegeven. Tabel 10: Effecten beschermde natuurgebieden van de Waternatuurkansenkaart Aanwijzing voor ambitie Activiteit en effect Bestaande boezem ambitie 5.1 aanleg ecologische oevers wordt benut moerasstrook in de overgang van stad-land ambitie 5.3 aanleg ecologische oevers, rietoevers en vispaaiplaats wordt hier benut Ambitie 2.3 zorgt voor een rustmoment voor trekvissen net na de inlaat in de vorm van boezemlandjes of natuurvriendelijke oevers. Ook is het voor de vis belangrijk dat geschikte paaiplaatsen of leefgebieden kunnen worden bereikt. Ambitie 5.1 betreft het benutten van de ecologische potenties van bestaande boezems met de aanleg van ecologische oevers. Ambitie 5.3 betreft het ontwikkelen van een doorgaande moerasstrook in de overgang stad-land. Het is de ambitie om een aaneengesloten natuurgebied te realiseren. Op de middellange termijn wordt met de ontwikkeling van een aantal stepping-stones de ecologische kwaliteit al aanzienlijk verbeterd. Het ontwikkelen van ecologische oevers en rietoevers maakt onderdeel uit van deze ambitie Natuurbeleid Midden-Delfland De Vlaardingse Vlietlanden zijn opgenomen in het Landschap OntwikkelingsPlan Midden-Delfland (LOP) (20). Het projectgebied valt binnen de Foppenpolder van deel 5 uitwerking per polder. In het ontwikkelingsplan zijn ambities opgenomen voor natuur en recreatie. Een kaart van het LOP staat in bijlage /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 16

20 4.2.3 Effecten en maatregelen Aangezien het project tot doel heeft de natuur te verbeteren met de aanleg van natuurvriendelijke oevers en een vispaaiplaats draagt het bij aan de doelstellingen van het locaal en regionaal natuurbeleid. Een nadere toetsing of overleg met het bevoegd gezag is niet nodig. 4.3 Beschermde wilde planten Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. Door derden zijn in de omgeving vijf beschermde soorten waargenomen, namelijk brede orchis, rietorchis, gevlekte orchis, dotterbloem en zwanenbloem (10,24). Tijdens het locatiebezoek zijn geen beschermde wilde planten waargenomen. Door de ruige vegetatie en de abundantie van algemeen voorkomende soorten worden de door derden waargenomen beschermde wilde planten niet verwacht Effecten en maatregelen Effecten en maatregelen zijn niet aan de orde, omdat op het projectgebied geen beschermde wilde planten zijn waargenomen of verwacht worden. 4.4 Beschermde vogels Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. Door derden zijn in de omgeving van het projectgebied elf soorten waargenomen waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn (cat 1 t/m 4) en zeventien soorten waarvan de nesten alleen op basis van specifieke ecologische gronden jaarrond beschermd zijn (cat 5) (10,24). De oevers en de ruigtes vormen een geschikte broedgelegenheid voor algemene watervogels. Ook voor rietvogels en zeldzame vogels als roerdomp, purperreiger en blauwborst biedt de rietruigte een geschikte broedgelegenheid en foerageergebied. Op het projectgebied worden geen nesten van weidevogels of tapuiten verwacht vanwege de ruige begroeiing. De oevers van de Vlaardingse Vaart zijn te laag om als broedlocatie voor oeverzwaluw of grote gele kwikstaart te fungeren. De bomen en bosschages vormen een geschikt broedgebied voor bos- en struweelvogels, waaronder roofvogels. Bij de Watersportweg, de Watersportvereniging Bommeer en loswal 13 zijn buizerd en sperwer waargenomen (27). Van de sperwer is in het verleden nestbouwactiviteit vastgesteld aan de Watersportweg (27). In de bomen zijn potentieel nesten van buizerd of sperwer aanwezig. Nesten van uilen worden in de jonge bosschages met dunne bomen niet verwacht Effecten Vogels die in een beschutte omgeving broeden (bosschage, boom of rietkraag) zijn tot ca. 20 meter gevoelig voor verstoring (30). Tijdens de uitvoering kunnen watervogels die in en op de oever, de ruigte of de bosschages broeden verstoord worden en kunnen nesten verloren gaan. Indien bomen worden gekapt, kunnen nesten van struweel- of bosvogelsoorten verloren gaan. Hierbij kunnen potentieel jaarrond beschermde nesten van buizerd of sperwer verloren gaan. Als gevolg van het project blijft het projectgebied geschikt als broedlocatie voor water-, riet- en moerasvogels. Tabel 11: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Buizerd, sperwer FF cat 4 Verstoring en verlies nest door kappen bomen (art. 11) Grote bonte specht, groen specht, FF cat 5 Verstoring en verlies nest door grauwe vliegenvanger, boomkruiper, kappen bomen (art. 11) zwarte mees, zwarte roodstaart Bos- en struweelvogels FF Verstoring en verlies nest door rooien struweel (art. 11) Water-, riet- en moerasvogels FF Verstoring en verlies nest door vergraven oever/ruigte (art. 11) Broedseizoen: 15 maart t/m 15 juli Broedseizoen: 15 maart t/m 15 juli Broedseizoen: 15 maart t/m 15 juli Broedseizoen: 15 maart t/m 15 juli * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen De potentieel aanwezige nesten van buizerd, boomvalk en sperwer zijn jaarrond beschermd. Om inzicht te krijgen in het voorkomen van jaarrond beschermde vogelnesten is een vogelinventarisatie gedurende het broedseizoen (15 maart t/m 15 juli) nodig. Geadviseerd wordt /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 17

21 bomen met jaarrond beschermde nesten te sparen. Voor het verwijderen van een boom met een jaarrond beschermd nest is een ontheffing van de Flora- en faunawet nodig, tenzij gegarandeerd kan worden dat de functionaliteit van het nest te allen tijde gegarandeerd kan worden. De nesten van potentieel aanwezige vogelsoorten van categorie 5 zijn niet jaarrond beschermd, omdat in de Broekpolder voldoende alternatieve broedplaatsen aanwezig zijn. Alle inheemse vogelsoorten zijn daarnaast beschermd in de Flora- en faunawet en mogen tijdens het broeden niet gestoord worden. De meeste vogels broeden in de periode van 15 maart t/m 15 juli. Geadviseerd wordt de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren of om vooraf aan de werkzaamheden te inventariseren of er vogelnesten aanwezig zijn. Indien er vogelnesten worden aangetroffen, dienen de werkzaamheden te worden uitgesteld totdat de jongen zijn uitgevlogen. 4.5 Beschermde zoogdieren Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. In de Vlietlanden komen, naast algemeen voorkomende zoogdieren (10,24), noordse woelmuizen en waterspitsmuizen voor (10,24). In de biotoop waar de noordse woelmuis verwacht wordt, kan ook waterspitsmuis verwacht worden. Natuurmonumenten heeft aangegeven dat de noordse woelmuis uitsluitend voorkomt in de boezemlandjes (26). Het projectgebied grenst aan de boezemlandjes langs de Vlaardingse vaart. De rietruigte vormt een geschikte biotoop voor de noordse woelmuis en de waterspitsmuis. Het voorkomen van de noordse woelmuis (26) kan derhalve niet uitgesloten worden. Algemeen voorkomende muizensoorten, zoals veldmuis, bosmuis en huisspitsmuis kunnen hier wel verwacht worden. Daarnaast vormt de oever een geschikt foerageergebied voor marters en egels. Van de vleermuizen zijn de laatvlieger, meervleermuis, ruige- en gewone dwergvleermuis in de Vlietlanden waargenomen (10,24). De Vlietlanden en de Broekpolder vormen een geschikt foerageergebied voor deze soorten. De Vlaardingse vaart vormt voor watervleermuis en meervleermuis een geschikt foerageergebied en een geschikte vliegroute. De watervleermuis wordt echter relatief weinig aangetroffen in het veenweidegebied. De bomen in het projectgebied zijn te jong en te dun voor geschikte verblijfplekken van boombewonende vleermuizen Effecten Met het graven van de vispaaiplaats en het verwijderen van vegetatie kunnen muizen verstoord worden. Graafwerkzaamheden in en nabij de boezemlandjes zijn verstorend voor noordse woelmuis en potentieel voor de waterspitsmuis. Graafwerkzaamheden in de rietruigte zijn kunnen verstorend zijn voor de noordse woelmuis en waterspitsmuis. Marters en egels kunnen de werkzaamheden ontvluchten. Na afloop van de werkzaamheden kan rond de vispaaiplaats een nieuw foerageer- en verblijfgebied ontstaan, al zal er sprake zijn van een tijdelijke kwaliteitsvermindering. Indien tijdens de uitvoering verlichting gevoerd wordt, die op het water gericht is, kunnen voorbijvliegende meervleermuizen en watervleermuizen verstoord worden. Dit betreft geen essentiële vliegroute, aangezien in de directe omgeving geen verblijfplekken bekend zijn en de vleermuizen aan de overzijde van de watergang kunnen vliegen. Als gevolg van het project gaat geen foerageergebied of vliegroute verloren. Met het kappen van bomen wordt niet verwacht dat er vaste verblijfplekken van vleermuizen verloren gaan /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 18

22 Tabel 12: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Noordse woelmuis FF3, HRII, HRIV verstoring en verlies verblijfplek door graafwerk in boezemland en ruigte (art. 11) Voortplanting en overwintering Waterspitsmuis FF3 verstoring en verlies verblijfplek door graafwerk in boezemland en ruigte (art. 11) Voortplanting en overwintering Alg zoogdieren: muizen, egel, konijn FF1 Evt. verstoring en verlies verblijfplek door graafwerk (art. 11) Voortplanting en overwintering Laatvlieger, gewone en FF3, HRIV Geen verstoring n.v.t. ruige dwergvleermuis Meervleermuis, watervleermuis FF3, HRIV Evt. verstoring vliegroute door verlichting (art. 11) Voorjaar t/m najaar * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen De in de boezemlandjes voorkomende noordse woelmuis is strikt beschermd in de Flora- en faunwet en in de Habitatrichtlijn. Om de aanwezigheid van noordse woelmuizen op het projectgebied uit te sluiten wordt geadviseerd om een veldinventarisatie uit te voeren. De beste periode voor muizenonderzoek is in het najaar (september t/m november) (32). De potentieel aanwezige algemeen voorkomende zoogdieren, zoals muizen, egel en marterachtigen vallen onder de vrijstellingsregeling van de Flora- en faunawet, maar de zorgplicht (art. 2) blijft wel van toepassing. In het kader van de zorgplicht wordt geadviseerd vooraf aan graafwerkzaamheden de vegetatie te verwijderen en de oevers te maaien en vervolgens een dag of twee met rust te laten, zodat de dieren elders heentrekken. Alle vleermuizen zijn strikt beschermd in de Flora- en faunawet. Om verstoring van potentieel aanwezige meervleermuizen en watervleermuizen te voorkomen, wordt geadviseerd het gebruik van verlichting tijdens de uitvoering te voorkomen. 4.6 Beschermde amfibieën Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. In de Vlietlanden en de Broekpolder zijn waarnemingen van algemeen voorkomende amfibieën (10, 27) en één waarneming van de rugstreeppad bekend (10). De begroeide oevers en de ruige rietvegetatie vormen echter geen geschikte biotoop voor de rugstreeppad. De oevers, de ondiepe oeverzone en de ruigte vormen een geschikte biotoop voor algemeen voorkomende amfibieën. Het projectgebied ligt buiten het natuurlijk verspreidingsgebied van overige strikt beschermde amfibieën Effecten Het verwijderen van de vegetatie en vergraven van bestaande watergangen kan amfibieën verstoren. Met name tijdens de voortplanting zijn amfibieën gevoelig voor verstoring door aanwezigheid van eiklompen, eisnoeren en dikkopjes in de oeverzone. Na afloop van de werkzaamheden kan in en rond de vispaaiplaats een nieuw foerageer- en verblijfgebied ontstaan, al zal er sprake zijn van predatie door vissen. Tabel 13: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Alg amfibieën: pad, kikker, salamander FF1 Evt. verstoring door werk aan oever/water (art. 11) Voortplanting en overwintering * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen De potentieel aanwezige algemeen voorkomende amfibieën, zoals gewone pad, kleine watersalamander, bruine en groene kikker vallen onder de vrijstellingsregeling van de Flora- en faunawet, maar de zorgplicht (art. 2) blijft wel van toepassing. In het kader van de zorgplicht wordt geadviseerd het verwijderen van de oevervegetatie en watervegetatie buiten het voortplantingseizoen van amfibieën uit te voeren. Het voortplantingsseizoen van amfibieën loopt globaal van maart t/m juli /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 19

23 4.7 Beschermde reptielen Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. De Vlietlanden en de rietlanden in het projectgebied vormen een geschikt leefgebied voor de ringslang. Van de Vlaardingse Vlietlanden en de Broekpolder zijn echter nog geen waarnemingen van de ringslang bekend (10,11,24,27). Daarnaast zijn in het projectgebied geen geschikte broedhopen aangetroffen. De ringslang wordt er daarom niet verwacht. Voor de overige reptielen vormt het projectgebied geen geschikte biotoop en ligt het buiten het natuurlijk verspreidingsgebied Effecten en maatregelen Effecten en maatregelen zijn niet aan de orde, omdat in het projectgebied geen beschermde soorten worden verwacht. 4.8 Beschermde vissen Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. In de omgeving worden de beschermde vissoorten kleine modderkuiper (25) en bittervoorn waargenomen (25). Tijdens een onderzoek naar het hele beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland zijn in de Boonervliet twintig vissoorten aangetroffen (25). De visstand wordt gedomineerd door brasem, blankvoorn, baars, pos en kolblei. Plantminnende soorten, zoals bittervoorn en kleine modderkuiper zijn in mindere mate aangetroffen (25). De semipermanent watervoerende polderwatergangen bevatten mogelijk kleine modderkuiper Effecten Bij werkzaamheden aan de semipermanente polderwatergangen kunnen vissen, waaronder kleine modderkuiper verstoord worden. De verstoring van vissen is sterk afhankelijk van de verwachte activiteiten, bij geringe verstoring kunnen de vissen de werkzaamheden ontvluchten. Tabel 7: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Kleine modderkruiper FF2, HRII verstoring en tijdelijk verlies leefgebied door graafwerk (art. 11) Voortplanting: maart t/m september * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen Bij ruimtelijke ingrepen kan voor de kleine modderkuiper gewerkt worden volgens de gedragscode van de waterschappen (18). 4.9 Overige beschermde soorten Aanwezige soorten Binnen deze groep behoren insecten zoals dag- en nachtvlinders, kevers, sprinkhanen, libellen en ongewervelden zoals kreeftachtigen, en weekdieren. De Vlietlanden en de Broekpolder met de kruidenrijke oevers en gras- en rietlanden vormen een geschikt leefgebied voor libellen, juffers, vinders en andere insecten. Van de beschermde soorten wordt de potentiële aanwezigheid van groene glazenmaker, platte schijfhoren, gestreepte waterroofkever en de zeggekorfslak nader onderbouwd. In de watergangen zijn geen krabbescheervelden aanwezig, die de groene glazenmaker nodig heeft om eieren op af te zetten. De Platte schijfhoren is na 1998 niet meer nabij de Vlietlanden en de Broekpolder aangetroffen (28). Het projectgebied vormt geen geschikte biotoop voor de gestreepte waterroofkever, omdat grote permanente stilstaande wateren ontbreken. De zeggekorfslak komt mogelijk voor in de boezemlandjes (26). De biotoop bestaat uit moerassen en broekbossen met een dichtbegroeide ondergroei van zegge (moeraszegge, liesgras, lisdodde). Aangezien de verspreiding van de zeggekorfslak in Nederland beperkt is tot enkele plaatsen met zeer specifieke milieuomstandigheden (16), is het niet waarschijnlijk dat de zeggekorfslak in ruigtes van de voormalige stortplaats de Broekpolder voorkomen Effecten en maatregelen Effecten en maatregelen zijn niet aan de orde, omdat in het projectgebied geen beschermde soorten worden verwacht /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 20

24 4.10 Resumé van locatie Beschermde natuurgebieden Het projectgebied maakt onderdeel uit van de Vlaardingse Vlietlanden; een kerngebied van de Ecologische Hoofdstructuur. Het project heeft een positief effect op het functioneren van de Vlaardingse Vlietlanden als moeras- en waterrijk natuurgebied. Het project heeft geen negatief effect op de wezenlijke waarden en kenmerken van de Ecologische Hoofdstructuur van de Vlaardingse Vlietlanden. Een nadere toetsing of overleg met het bevoegd gezag (provincie Zuid- Holland) is niet nodig Regionaal en gemeentelijk natuurbeleid Aangezien het project tot doel heeft de natuur te verbeteren met de aanleg van natuurvriendelijke oevers en een vispaaiplaats draagt het bij aan de doelstellingen van het locaal en regionaal natuurbeleid. Een nadere toetsing of overleg met het bevoegd gezag is niet nodig Beschermde soorten De onderstaande tabel is een samenvatting van de bovenstaande resultaten. In de onderstaande tabel worden de te treffen maatregelen per beschermde soort of soortgroep weergegeven. Tabel 20: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Aanwezig Maatregel Wilde planten FF1t/m 3 Niet aanwezig n.v.t. Vogels Buizerd, sperwer FF cat 1-4 Potentieel Veldinventarisatie in de periode 15 maart t/m 15 jul Grote bonte specht, groen FF cat 5 Potentieel Werken volgens gedragscode waterschappen specht, grauwe vliegenvanger, boomkruiper, zwarte mees, zwarte roodstaart Bos-, struweel-, water-, FF Potentieel Werken volgens gedragscode waterschappen weidevogels, ganzen, zwanen Zoogdieren Noordse woelmuis FF3, HRII, aanwezig Veldinventarisatie in de periode sep t/m nov HRIV Waterspitsmuis FF3 Potentieel Veldinventarisatie in de periode sep t/m nov Alg. voorkomende zoogdieren, zoals muizen, egel, konijn, e.d. FF1 Potentieel Geen effect op functionaliteit, verstoring minimaliseren in kader van zorgplicht Water-, meervleermuis FF3, HRIV Potentieel Geen effect op functionaliteit, verstoring minimaliseren in kader van zorgplicht Ruige dwerg-, gewone dwerg-, rosse vleermuis FF3, HRIV Potentieel Geen effect op functionaliteit, geen maatregelen nodig Amfibieën Alg. voorkomende amfibieën, zoals kikker, pad, salamander FF1 Potentieel Geen effect op functionaliteit, verstoring minimaliseren in kader van zorgplicht Vissen Kleine modderkuiper FF2, HRII Potentieel Werken volgens gedragscode waterschappen Insecten FF1t/m 3 Niet verwacht n.v.t. * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 21

25 5 RESULTATEN ECO-EFFECTSCAN LOCATIE Beschermde natuurgebieden Aanwezige natuurgebieden Natuurbeschermingswet Een kaart met de omliggende natuurgebieden staat in bijlage 4. Het projectgebied ligt niet in en grenst niet aan een Natura 2000-gebied of een ander beschermd natuurgebied uit de Natuurbeschermingswet Provinciale Ecologische Hoofdstructuur Het projectgebied maakt geen onderdeel uit van een Natura-2000 gebied, een beschermd gebied uit de Natuurbeschermingswet of de Ecologische Hoofdstructuur. Kaarten van de Ecologische Hoofdstructuur staan in bijlage Effecten en maatregelen Het project is een uitbreiding op de bestaande natuurwaarden van de Vlaardingse Vlietlanden. Een nadere toetsing of overleg met het bevoegd gezag is niet nodig. 5.2 Regionaal en lokaal natuurbeleid Natuurbeleid Hoogheemraadschap De Vlaardingse Vlietlanden maken onderdeel uit van de Waternatuurkansenkaart (21) van het Hoogheemraadschap van Delfland. Een kaart van de Waternatuurkansenkaart staat in bijlage 5. In de onderstaande tabel wordt de ambitie aangegeven. Tabel 14: Effecten beschermde natuurgebieden van de Waternatuurkansenkaart Aanwijzing voor ambitie Activiteit en effect Bestaande boezem ambitie 5.1 aanleg ecologische oevers wordt benut Ambitie 5.1 betreft het benutten van de ecologische potenties van bestaande boezems met de aanleg van ecologische oevers Natuurbeleid Midden-Delfland De Vlaardingse Vlietlanden zijn opgenomen in het Landschap OntwikkelingsPlan Midden-Delfland (LOP) (20). Het projectgebied valt binnen de Foppenpolder van deel 5 uitwerking per polder. In het ontwikkelingsplan zijn ambities opgenomen voor natuur en recreatie. Een kaart van het LOP staat in bijlage Effecten en maatregelen Het project draagt bij aan de ambities uit de Waternatuurkansenkaart, aangezien de aanleg van ecologische oevers wordt benut. Een nadere toetsing is niet nodig. Het project heeft geen effect op de doelstellingen van het LOP Midden-Delfland, aangezien de natuurwaarden worden verbeterd door aanleg van natuurvriendelijke oevers en een vispaaiplaats. Een nadere toetsing of overleg met het bevoegd gezag is niet nodig. 5.3 Beschermde wilde planten Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. Door derden zijn in de omgeving vijf beschermde soorten waargenomen, namelijk brede orchis, rietorchis, waterdrieblad, dotterbloem en zwanenbloem (10,24). Buiten het projectgebied in de berm van de Watersportlaan is tijdens het locatiebezoek de brede wespenorchis aangetroffen. In het projectgebied zijn geen beschermde soorten waargenomen. Het middengebied heeft een ruige begroeiing. Langs de oevers van de Vlaardingse vaart zijn (nabij het rietveld) smalle stroken met een veenbodem en een gevarieerde begroeiing aanwezig. Door de ruige vegetatie en de abundantie van algemeen voorkomende soorten worden de door derden waargenomen beschermde wilde planten niet verwacht Effecten en maatregelen Effecten en maatregelen zijn niet aan de orde, omdat op het projectgebied geen beschermde wilde planten zijn waargenomen /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 22

26 5.4 Beschermde vogels Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. Door derden zijn in de omgeving van het projectgebied elf soorten waargenomen waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn (cat 1 t/m 4) en zeventien soorten waarvan de nesten alleen op basis van specifieke ecologische gronden jaarrond beschermd zijn (cat 5) (10,24). De watergangen, het rietveld, de oever van de Vlaardingse vaart en de ruigtes vormen een geschikte broedgelegenheid voor meerkoeten, futen en andere watervogels. Ook voor rietvogels en zeldzame vogels als roerdomp, purperreiger en blauwborst vormt dit een geschikte broedgelegenheid en foerageergebied. Op het projectgebied worden geen nesten van weidevogels of tapuiten verwacht vanwege de ruige begroeiing. De oevers van de Vlaardingse Vaart zijn te laag om als broedlocatie voor oeverzwaluw of grote gele kwikstaart te fungeren. De bomen en bosschages vormen een geschikt broedgebied voor bos- en struweelvogels, waaronder roofvogels. Bij de Watersportweg, de Watersportvereniging Bommeer en loswal 13 zijn buizerd en sperwer waargenomen (27). Van de sperwer is in het verleden nestbouwactiviteit vastgesteld aan de Watersportweg (27). In de bomen zijn potentieel nesten van buizerd of sperwer aanwezig. Tijdens het locatiebezoek is geen kolonie roeken aangetroffen. Nesten van uilen worden in de jonge bosschages met de dunne bomen niet verwacht Effecten Vogels die in een beschutte omgeving broeden (bosschage, boom of rietkraag) zijn tot ca. 20 meter gevoelig voor verstoring (30). Tijdens de uitvoering kunnen watervogels die in en op de oever, de ruigte of de bosschages broeden verstoord worden en kunnen nesten verloren gaan. Indien bomen worden gekapt, kunnen nesten van struweel- of bosvogelsoorten verloren gaan. Hierbij kunnen potentieel jaarrond beschermde nesten van buizerd, boomvalk of sperwer verloren gaan. Als gevolg van het project blijft het projectgebied geschikt als broedlocatie voor water-, riet- en moerasvogels. Tabel 15: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Buizerd, sperwer, boomvalk FF cat 4 Verstoring en verlies nest door kappen bomen (art. 11) Ekster, grote bonte specht, groene FF cat 5 Verstoring en verlies nest door specht, grauwe vliegenvanger, kappen bomen (art. 11) boomkruiper, zwarte mees, zwarte roodstaart Bos- en struweelvogels FF Verstoring en verlies nest door rooien struweel (art. 11) Water-, riet- en moerasvogels FF Verstoring en verlies nest door vergraven oever/ruigte (art. 11) Broedseizoen: 15 maart t/m 15 juli Broedseizoen: 15 maart t/m 15 juli Broedseizoen: 15 maart t/m 15 juli Broedseizoen: 15 maart t/m 15 juli * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen De potentieel aanwezige nesten van buizerd, boomvalk en sperwer zijn jaarrond beschermd. Om het voorkomen van jaarrond beschermde vogelnesten in het projectgebied vast te stellen, is een vogelinventarisatie gedurende het broedseizoen (15 maart t/m 15 juli) nodig. Geadviseerd wordt bomen met jaarrond beschermde nesten te sparen. Voor het verwijderen van een boom met een jaarrond beschermd nest is een ontheffing van de Flora- en faunawet nodig, tenzij gegarandeerd kan worden dat de functionaliteit van het nest te allen tijde gegarandeerd kan worden. De nesten van potentieel aanwezige vogelsoorten van categorie 5 zijn niet jaarrond beschermd, omdat in de Broekpolder voldoende alternatieve broedplaatsen aanwezig. Alle inheemse vogelsoorten zijn daarnaast beschermd in de Flora- en faunawet en mogen tijdens het broeden niet gestoord worden. De meeste vogels broeden in de periode van 15 maart t/m 15 juli. Geadviseerd wordt de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren of om vooraf aan de werkzaamheden te inventariseren of er vogelnesten aanwezig zijn. Indien er vogelnesten worden aangetroffen, dienen de werkzaamheden te worden uitgesteld totdat de jongen zijn uitgevlogen /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 23

27 5.5 Beschermde zoogdieren Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. In de Vlietlanden komen, naast algemeen voorkomende zoogdieren (10,24), noordse woelmuizen en waterspitsmuizen voor (10,24). In de biotoop waar de noordse woelmuis verwacht wordt, kan ook waterspitsmuis verwacht worden. Natuurmonumenten heeft aangegeven dat de noordse woelmuis uitsluitend voorkomt in de boezemlandjes (26). Het projectgebied grenst niet aan de boezemlandjes langs de Vlaardingse vaart. De rietruigte vormt een geschikte biotoop voor de noordse woelmuis en de waterspitsmuis. Het voorkomen van de noordse woelmuis (26) kan derhalve niet uitgesloten worden. Algemeen voorkomende muizensoorten, zoals veldmuis, bosmuis en huisspitsmuis kunnen hier wel verwacht worden. Daarnaast vormt de oever een geschikt foerageergebied voor marters en egels. Van de vleermuizen zijn de laatvlieger, meervleermuis, ruige- en gewone dwergvleermuis in de Vlietlanden waargenomen (10,24). De Vlietlanden en de Broekpolder vormen een geschikt foerageergebied voor deze soorten. De Vlaardingse vaart vormt voor watervleermuis en meervleermuis een geschikt foerageergebied en een geschikte vliegroute. De watervleermuis wordt echter relatief weinig aangetroffen in het veenweidegebied. De bomen in het projectgebied zijn te jong en te dun voor geschikte verblijfplekken van boombewonende vleermuizen Effecten Met het graven van de vispaaiplaats en het verwijderen van vegetatie kunnen muizen verstoord worden. Graafwerkzaamheden in en nabij de boezemlandjes zijn verstorend voor noordse woelmuis en potentieel voor de waterspitsmuis. Graafwerkzaamheden in de rietruigte zijn potentieel verstorend voor de noordse woelmuis en waterspitsmuis. Marters en egels kunnen de werkzaamheden ontvluchten. Na afloop van de werkzaamheden kan rond de vispaaiplaats een nieuw foerageer- en verblijfgebied ontstaan, al zal er sprake zijn van een tijdelijke kwaliteitsvermindering. Indien tijdens de uitvoering verlichting op het water wordt gericht, kunnen voorbijvliegende meervleermuizen en watervleermuizen verstoord worden. Dit betreft geen essentiële vliegroute, aangezien in de directe omgeving geen verblijfplekken bekend zijn en de vleermuizen aan de overzijde van de watergang kunnen vliegen. Als gevolg van het project gaat geen foerageergebied of vliegroute verloren. Met het kappen van bomen wordt niet verwacht dat er vaste verblijfplekken van vleermuizen verloren gaan. Tabel 16: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Noordse woelmuis FF3, HRII, HRIV verstoring en verlies verblijfplek door graafwerk in boezemland en ruigte (art. 11) Voortplanting en overwintering Waterspitsmuis FF3 verstoring en verlies verblijfplek door graafwerk in boezemland en ruigte (art. 11) Voortplanting en overwintering Alg zoogdieren: muizen, egel, konijn FF1 Evt. verstoring en verlies verblijfplek door graafwerk (art. 11) Voortplanting en overwintering Laatvlieger, gewone en FF3, HRIV Geen verstoring n.v.t. ruige dwergvleermuis Meervleermuis, watervleermuis FF3, HRIV Evt. verstoring vliegroute door verlichting (art. 11) Voorjaar t/m najaar * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen De in de boezemlandjes voorkomende noordse woelmuis is strikt beschermd in de Flora- en faunwet en in de Habitatrichtlijn. Om te onderzoeken of in het projectgebied noordse woelmuizen voorkomen, wordt geadviseerd om een veldinventarisatie uit te voeren. De beste periode voor muizenonderzoek is in het najaar (september t/m november) (32). De potentieel aanwezige algemeen voorkomende zoogdieren, zoals muizen, egel en marterachtigen vallen onder de vrijstellingsregeling van de Flora- en faunawet, maar de zorgplicht (art. 2) blijft wel van toepassing. In het kader van de zorgplicht wordt geadviseerd /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 24

28 vooraf aan graafwerkzaamheden de vegetatie te verwijderen en de oevers te maaien en vervolgens een dag of twee met rust te laten, zodat de dieren elders heentrekken. Alle vleermuizen zijn strikt beschermd in de Flora- en faunawet. Om verstoring van potentieel aanwezige meervleermuizen en watervleermuizen te voorkomen, wordt geadviseerd het gebruik van verlichting tijdens de uitvoering te voorkomen. 5.6 Beschermde amfibieën Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. In de Vlietlanden en de Broekpolder zijn waarnemingen van algemeen voorkomende amfibieën (10, 27) en één waarneming van de rugstreeppad bekend (10). De begroeide oevers en de ruige rietvegetatie vormen echter geen geschikte biotoop voor de rugstreeppad. De oevers, de ondiepe oeverzone en de ruigte vormen een geschikte biotoop voor algemeen voorkomende amfibieën. Het projectgebied ligt buiten het natuurlijk verspreidingsgebied van overige strikt beschermde amfibieën Effecten Het verwijderen van de vegetatie en vergraven van bestaande watergangen kan amfibieën verstoren. Met name tijdens de voortplanting zijn amfibieën gevoelig voor verstoring door aanwezigheid van eiklompen, eisnoeren en dikkopjes in de oeverzone. Na afloop van de werkzaamheden kan in en rond de vispaaiplaats een nieuw foerageer- en verblijfgebied ontstaan, al zal er sprake zijn van predatie door vissen. Tabel 17: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Alg amfibieën: pad, kikker, salamander FF1 Evt. verstoring door werk aan oever/water (art. 11) Voortplanting en overwintering * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen De potentieel aanwezige algemeen voorkomende amfibieën, zoals gewone pad, kleine watersalamander, bruine en groene kikker vallen onder de vrijstellingsregeling van de Flora- en faunawet, maar de zorgplicht (art. 2) blijft wel van toepassing. In het kader van de zorgplicht wordt geadviseerd het verwijderen van de oevervegetatie en watervegetatie buiten het voortplantingseizoen van amfibieën uit te voeren. Het voortplantingsseizoen van amfibieën loopt globaal van maart t/m juli. 5.7 Beschermde reptielen Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. De Vlietlanden en de rietlanden in het projectgebied vormen een geschikt leefgebied voor de ringslang. Van de Vlaardingse Vlietlanden en de Broekpolder zijn echter nog geen waarnemingen van de ringslang bekend (10,11,24,27). Daarnaast zijn in het projectgebied geen geschikte broedhopen aangetroffen. De ringslang wordt er daarom niet verwacht. Voor de overige reptielen vormt het projectgebied geen geschikte biotoop en ligt het buiten het natuurlijk verspreidingsgebied Effecten en maatregelen Effecten en maatregelen zijn niet aan de orde, omdat in het projectgebied geen beschermde soorten worden verwacht. 5.8 Beschermde vissen Aanwezige soorten De resultaten van de inventarisatie en de literatuurstudie staan in bijlage 3. In de omgeving worden de beschermde vissoorten kleine modderkuiper (25) en bittervoorn waargenomen (25). Tijdens een onderzoek naar het hele beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland zijn in de Boonervliet twintig vissoorten aangetroffen (25). De visstand wordt gedomineerd door brasem, blankvoorn, baars, pos en kolblei. Plantminnende soorten, zoals bittervoorn en kleine modderkuiper zijn in mindere mate aangetroffen (25). De oeverzones van de watergangen en het rietveld vormen een geschikte voortplantingslocatie voor het afzetten van eieren en het opgroeien van de juvenielen /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 25

29 5.8.2 Effecten Bij het vergraven van de watergangen en het rietveld kunnen vissen, waaronder kleine modderkuiper en bittervoorn, verstoord worden. Bij het aansluiten van de vispaaiplaats op de Vlaardingse vaart kunnen plaatselijk vissen verstoord worden. De vissen kunnen de werkzaamheden ontvluchten. De kleine modderkuiper duikt bij verstoring de modder in, maar zal bij aanhoudende verstoring ook het gebied ontvluchten. Bittervoorns kunnen verstoord worden door beschadiging van de grote zoetwatermosselen, waarin eieren worden afgezet. Met het verwijderen van de vegetatie wordt de oever tijdelijk minder geschikt als voortplantings-, foerageer- en schuilgebied. De verstoorde oeverlengte is echter marginaal vergeleken met het totale beschikbare leefgebied in de Vlietlanden. Tijdens de winter zijn de werkzaamheden niet verstorend, omdat vissen dan dieper water opzoeken. Met het aanleggen van de vispaaiplaats met natuurvriendelijke oevers zal nieuw leefgebied voor vissen gecreëerd worden. Tabel 18: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Functie en effect Kwetsbare periode Bittervoorn FF3, HRII verstoring en tijdelijk verlies leefgebied door graafwerk (art. 11) Voortplanting: april t/m september Kleine modderkruiper FF2, HRII verstoring en tijdelijk verlies leefgebied door graafwerk (art. 11) Voortplanting: maart t/m september * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV Maatregelen Een ontheffing wordt niet nodig geacht indien de verstoring van bestaande watergangen beperkt blijft. Indien er sprake is van vergraving van grote oevertrajecten (>50 m) of watergangen in het projectgebied wordt geadviseerd ontheffing aan te vragen voor bittervoorn en kleine modderkruiper. Het project dient uitgevoerd te worden volgens de gedragscode van de waterschappen (18) en de maatregelprotocollen van het Hoogheemraadschap van Delfland (29). Indien een ontheffingaanvraag benodigd is wordt geadviseerd een visseninventarisatie uit te voeren. De beschikbare vissengegevens zijn naar verwachting te oud (ouder dan 5 jaar) om als onderbouwing van een ontheffingaanvraag gebruikt te worden en tevens niet bruikbaar voor de watergangen in het projectgebied. Een veldinventarisatie kan het best uitgevoerd worden in de periode april t/m/ oktober. 5.9 Overige beschermde soorten Aanwezige soorten Binnen deze groep behoren insecten zoals dag- en nachtvlinders, kevers, sprinkhanen, libellen en ongewervelden zoals kreeftachtigen, en weekdieren. De Vlietlanden en de Broekpolder met de kruidenrijke oevers en gras- en rietlanden vormen een geschikt leefgebied voor libellen, juffers, vinders en andere insecten. Van de beschermde soorten wordt de potentiële aanwezigheid van groene glazenmaker, platte schijfhoren, gestreepte waterroofkever en de zeggekorfslak nader onderbouwd. In de watergangen zijn geen krabbescheervelden aanwezig, die de groene glazenmaker nodig heeft om eieren op af te zetten. De Platte schijfhoren is na 1998 niet meer nabij de Vlietlanden en de Broekpolder aangetroffen (28). Het projectgebied vormt geen geschikte biotoop voor de gestreepte waterroofkever, omdat grote permanente stilstaande wateren ontbreken. De zeggekorfslak komt mogelijk voor in de boezemlandjes (26). De biotoop bestaat uit moerassen en broekbossen met een dichtbegroeide ondergroei van zegge (moeraszegge, liesgras, lisdodde). Aangezien de verspreiding van de zeggekorfslak in Nederland beperkt is tot enkele plaatsen met zeer specifieke milieuomstandigheden (16), is het niet waarschijnlijk dat de zeggekorfslak in ruigtes van de voormalige stortplaats de Broekpolder voorkomen Effecten en maatregelen Effecten en maatregelen zijn niet aan de orde, omdat in het projectgebied geen beschermde soorten worden verwacht /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 26

30 5.10 Resumé van locatie Beschermde natuurgebieden Het projectgebied maakt geen onderdeel uit van een Natura-2000 gebied, een beschermd gebied uit de Natuurbeschermingswet of de Ecologische Hoofdstructuur. Het project is een uitbreiding op de bestaande natuurwaarden van de Vlaardingse Vlietlanden. Een nadere toetsing of overleg met het bevoegd gezag is niet nodig Regionaal en gemeentelijk natuurbeleid Aangezien het project tot doel heeft de natuur te verbeteren met de aanleg van natuurvriendelijke oevers en een vispaaiplaats draagt het bij aan de doelstellingen van het lokaal en regionaal natuurbeleid. Een nadere toetsing of overleg met het bevoegd gezag is niet nodig Beschermde soorten De onderstaande tabel is een samenvatting van de resultaten uit hoofdstuk 3. In de onderstaande tabel wordt het effect van het project op de functionaliteit van het leefgebied per beschermde soort of soortgroep weergegeven. In de volgende paragraaf worden de eventueel benodigde maatregelen of vervolgacties uitgewerkt. Tabel 21: effecten op beschermde soorten Soort Wet* Aanwezig Maatregel Wilde planten FF1t/m 3 Niet aanwezig n.v.t. Vogels Buizerd, sperwer, boomvalk FF cat 1-4 Potentieel Veldinventarisatie in de periode 15 maart t/m 15 jul Ekster, grote bonte specht, FF cat 5 Potentieel Werken volgens gedragscode waterschappen groen specht, grauwe vliegenvanger, boomkruiper, zwarte mees, zwarte roodstaart Bos-, struweel-, water-, FF Potentieel Werken volgens gedragscode waterschappen weidevogels, ganzen, zwanen Zoogdieren Noordse woelmuis FF3, HRII, Potentieel Veldinventarisatie in de periode sep t/m nov HRIV Waterspitsmuis FF3 Potentieel Veldinventarisatie in de periode sep t/m nov Alg. voorkomende zoogdieren, zoals muizen, egel, konijn, e.d. FF1 Potentieel Geen effect op functionaliteit, verstoring minimaliseren in kader van zorgplicht Water-, meervleermuis FF3, HRIV Potentieel Geen effect op functionaliteit, verstoring minimaliseren in kader van zorgplicht Ruige dwerg-, gewone dwerg-, rosse vleermuis FF3, HRIV Potentieel Geen effect op functionaliteit, geen maatregelen nodig Amfibieën Alg. voorkomende amfibieën, zoals kikker, pad, salamander FF1 Potentieel Geen effect op functionaliteit, verstoring minimaliseren in kader van zorgplicht Vissen Kleine modderkuiper FF2, HRII Potentieel Werken volgens gedragscode waterschappen Bittervoorn FF3, HRII Potentieel Veldinventarisatie in de periode apr t/m okt Insecten FF1t/m 3 Niet verwacht n.v.t. * FF = Flora- en faunawet, tabel 1 t/m 3, categorie 1 t/m 5, HR = Habitatrichtlijn, bijlage II of IV /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 27

31 6 CONCLUSIES 6.1 Inleiding Op basis van een locatiebezoek en een literatuurstudie is geïnventariseerd welke beschermde soorten er in het projectgebied aanwezig kunnen zijn en welke beschermde natuurgebieden er in de omgeving van het projectgebied liggen. Aan de hand van de projectbeschrijving is getoetst of het project in strijd is met de natuurwetgeving: de natuurbeschermingswet, EHS-beleid en de Flora- en faunawet. De conclusies van de toetsing worden hieronder weergegeven. 6.2 Toetsing beschermde natuurgebieden Voor de drie locaties is onderzocht of er sprake kan zijn van negatieve effecten op de wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS of dat er sprake is van ontwikkelingen die in strijd kunnen zijn met (regionaal of gemeentelijke) natuurbeleid of beschermde natuurgebieden. Uitsluitend voor Locatie 1 Boonervliet geldt dat, indien er sprake is van ingrepen ter plekke van de boezemlandjes, geadviseerd wordt het project ten aanzien van de EHS voor te leggen aan de Provincie Zuid-Holland. Ingrepen in de boezemlandjes kunnen een effect hebben op de wezenlijke waarden en kenmerken van het vochtig hooiland (N10.02). Uit de toetsing blijkt dat voor geen van de locaties een nadere toetsing of overleg nodig is met het bevoegd gezag inzake regionaal of gemeentelijk natuurbeleid. Het project heeft geen effect op beschermde natuurgebieden uit de Natuurbeschermingswet. 6.3 Toetsing beschermde soorten De onderstaande tabel is een samenvatting van de resultaten van hoofdstuk 3, 4 en 5. In de onderstaande tabel worden de te treffen maatregelen per beschermde soortgroep volgens de Flora- en faunawet of habitatrichtlijn weergegeven. In de onderstaande paragrafen wordt per locatie aangegeven hoe overtreding van de flora- en faunawet voorkomen dient te worden. Soortgroep/ FF-wet Aanwezig / Maatregel locatie tabel Potentieel aanwezig Wilde planten Locatie 1 FF1, FF2 Gewone dotterbloem, Werken volgens gedragscode waterschappen riet- en brede orchis Vogels Locatie 1,2 en 3 FF, FF 5 Algemene broedvogels Werken volgens gedragscode waterschappen Locatie 2 en 3 FF 1-4 Broedvogels met jaarrond beschermde nesten (sperwer, buizerd) Zoogdieren Locatie 1 en 2 FF3 Noordse woelmuis, waterspitsmuis Locatie 3 FF3 Noordse woelmuis, waterspitsmuis Locatie 1,2 en 3 FF3 Vleermuizen (meer- en watervleermuis) Broedvogelinventarisatie jaarrond beschermde nesten in de periode 15 mrt t/m 15 jul Muizenonderzoek in de periode sep t/m nov Muizenonderzoek in de periode sep t/m nov Geen effect op functionaliteit voor vleermuizen, verstoring minimaliseren (zorgplicht) Amfibieën Locatie 1,2,3 FF1 Algemene amfibien Geen effect op functionaliteit, verstoring minimaliseren (zorgplicht) Vissen Locatie 1 en 3 FF3 Bittervoorn Vissenonderzoek ten behoeve van bittervoorn periode apr t/m okt Locatie 1,2 en 3 FF2 Kleine modderkruiper Werkeven volgens gedragscode waterschappen Beschermde soorten locatie 1 Binnen locatie 1 zijn gewone dotterbloem (FF1) en riet- en brede orchis (FF2) aangetroffen. Tevens kunnen de kleine modderkruiper (FF2, HRII) en algemeen voorkomende broedvogels (FF) en vogelsoorten waarvan de nesten alleen op basis van specifieke ecologische gronden jaarrond beschermd zijn (FF cat 5) verwacht worden. Voor de betreffende soorten kan overtreding van de Flora- en faunawet voorkomen worden door te werken volgens de /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 28

32 gedragscode waterschappen. Voor algemeen voorkomende zoogdieren en vleermuizen dient de verstoring geminimaliseerd te worden in het kader van de zorgplicht. Aanvullend geldt dit voor de zeggekorfslak die binnen het projectgebied verwacht kan worden. Binnen het projectgebied kan het voorkomen van waterspitsmuis (FF3) en de bittervoorn (FF2, HRII) niet uitgesloten worden. Voor deze soorten dient aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd om te beoordelen of het project in strijd is met de Habitatrichtlijn of de Flora- en faunawet. Binnen het projectgebied komt Noordse woelmuis voor. Afhankelijk van de beoogde activiteiten is een ontheffingaanvraag in het kader van de Flora- en faunawet benodigd. Ter onderbouwing van de ontheffingaanvraag dient muizenonderzoek plaats te vinden Beschermde soorten locatie 2 De kleine modderkruiper (FF2, HRII) en algemeen voorkomende broedvogels (FF) en vogelsoorten waarvan de nesten alleen op basis van specifieke ecologische gronden jaarrond beschermd zijn (FF cat 5) kunnen binnen het projectgebied verwacht worden. Voor de betreffende soorten kan overtreding van de Flora- en faunawet voorkomen worden door te werken volgens de gedragscode waterschappen. Voor algemeen voorkomende zoogdieren en vleermuizen dient de verstoring geminimaliseerd te worden in het kader van de zorgplicht. Binnen het projectgebied komt Noordse woelmuis voor. Het voorkomen van vogels met jaarrond beschermde nesten als sperwer en buizerd (FF cat 1-4) en waterspitsmuis kan niet uitgesloten worden. Afhankelijk van de beoogde activiteiten is een ontheffingaanvraag in het kader van de Flora- en faunawet benodigd. Ter onderbouwing van de ontheffingaanvraag dient een muizen- en vogelonderzoek plaats te vinden Beschermde soorten locatie 3 De kleine modderkruiper (FF2, HRII) en algemeen voorkomende broedvogels (FF) en vogelsoorten waarvan de nesten alleen op basis van specifieke ecologische gronden jaarrond beschermd zijn (FF cat 5) kunnen binnen het projectgebied verwacht worden. Voor de betreffende soorten kan overtreding van de Flora- en faunawet voorkomen worden door te werken volgens de gedragscode waterschappen. Voor algemeen voorkomende zoogdieren en vleermuizen dient de verstoring geminimaliseerd te worden in het kader van de zorgplicht. Binnen het projectgebied komt bittervoorn voor. Tevens kan het voorkomen van noordse woelmuis, waterspitsmuis en vogels met jaarrond beschermde nesten als sperwer en buizerd (FF cat 1-4) niet uitgesloten worden. Afhankelijk van de beoogde activiteiten is een ontheffingaanvraag in het kader van de Flora- en faunawet benodigd. Ter onderbouwing van de ontheffingaanvraag dient een vissen- muizen- en vogelonderzoek plaats te vinden /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 29

33 7 BRONVERMELDING Algemene natuur- en beleidsinformatie 1. Flora- en faunawet, Ministerie van LNV, Den Haag, Wijziging Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet, Staatscourant, Den Haag, 2 februari Natuurbeschermingswet 1998, Ministerie van LNV, 1 oktober Handreiking Flora- en faunawet, W.R.M. van Heusden & S.J. Vreugdenhil, Dienst landelijk gebied, oktober Algemene handreiking Natuurbeschermingswet 1998, ministerie van LNV, 6. Handreiking Bestemmingsplan en Natuurwetgeving, Directie Natuur, Ministerie van LNV, 7. Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet, Dienst Regelingen, Ministerie van LNV, augustus Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep, Dienst Regelingen, Den Haag, september Algemene verspreidingsgegevens en verspreidingsatlassen 9. Protocol vleermuizen, Vakberaad vleermuizen, Netwerk Groene Bureaus, 5 maart De amfibieën en reptielen van Nederland, Creemers, R., Van Delft, J.C.W. RAVON, Werkatlas verspreiding zoogdieren in Zuid-Holland , K. Mostert en J. Willemsen, Stichting Zoogdierwerkgroep Zuid-Holland, Delft, december Locatie specifieke informatie en internetpagina s 17. Waarneming Aqua-Terra Nova tijdens het locatiebezoek ten behoeve van deze Ecoeffectscan. 18. Gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen, Unie van waterschappen, Opmeer drukkerij bv, Den Haag, oktober informatie over de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur via Landschap OntwikkelingsPlan Midden-Delfland (LOP), ATLAS Midden-Delfland 2025 Authentiek landschap met sterke stad landverbinding. Deel 5 uitwerking per polder Broekpolder, Bosch en Slabbers. 21. Waternatuurkansenkaart Delfland, Bosch en Slabbers, Den Haag, april Effectrapportage Vlaardingse Vlietlanden voor ene nieuw peilbesluit van Delflands Boezem, F.J.J. Niewold, Alterrarapport 1248, Alterra, Wageningen, informatie van Geoweb, verkregen via het Hoogheemraadschap van Delfland. 25. Kader Richtlijn Water, visbemonsteringen waterlichamen Delfland, M.J. Kroes & F.T. Vrieze, VisAdvies BV, rapportnummer VA2006_44, Utrecht, februari informatie per van Natuurmonumenten, dhr. M. van Schie, 2 mei waarnemingen van dhr. B. van As, A. Rozendaal, D. Sparreboom, A. Roeloffzen in Excel-formaat. 28. Inhaalslag Verspreidingsonderzoek Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar Platte schijfhoren Anisus vorticulus, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld, Stichting Anemoon, Bennebroek, 30 juni Ecologische maatregelprotocollen ruimtelijke ontwikkelingen, M.J. Breeveld, B. de Vlieger, E.D. Graaskamp, Arcadis, Hoogheemraadschap van Delfland, Hoofddorp, 24 juni Vogels en recreatie, handvat ter voorkoming van verstoring, H. Pel, Bureau Waardenburg, Vogelbescherming Nederland, Zeist. 31. Beschermingsplan Noordse woelmuis, M. La Haye en J.M. Drees, Zoogdiervereniging VZZ, rapport EC/LNV nr. 270, Expertise-centrum LNV, Ministerie van LNV, Den Haag, Handleiding inventariseren noordse woelmuis m.b.v. inloopvallen, R.M. Koelman, Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem, september Advies per dhr. B. Koese van EIS en van dhr. A. Boeseveld van Metridium, juni De gestreepte waterroofkever Graphoderus bilineatus in Nederland: inhaalslag 2006/2007, Jan g.m. Cuppen, Oscar Vorst, Bram Koese & Henk Sierdsema, EIS, EIS , /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 30

34 BIJLAGE 1 WETTELIJK KADER EN BELEIDSKADER Vogel- en Habitatrichtlijn en Natura 2000 Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient met de Europese wetgeving rekening te worden gehouden. Hiervan is met name de Vogel- en Habitatrichtlijn van belang. De Vogelrichtlijn heeft als doel alle in het wild levende vogels en hun leefomgeving, op het grondgebied van de Europese Unie te beschermen en beheren. De Habitatrichtlijn heeft als doel de biologische diversiteit in de Europese Unie in stand te houden. In de richtlijn worden enerzijds aangewezen natuurgebieden beschermd en anderzijds worden aangewezen soorten beschermd. De in deze richtlijn aangewezen beschermde gebieden worden ook wel de Natura 2000 gebieden genoemd. Natura 2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden in de Europese Unie. Dit netwerk vormt de basis van het Europese biodiversiteitbeleid. De Vogel- en Habitatrichtlijn is in de Nederlandse wetgeving opgenomen. De onderdelen over de gebiedsbescherming zijn opgenomen in de Natuurbeschermingwet en de onderdelen over de soortenbescherming zijn opgenomen in de Flora- en faunawet, zoals in de onderstaande paragrafen wordt toegelicht. Natuurbeschermingswet De natuurbeschermingswet heeft als doel het beschermen en in stand houden van bijzondere gebieden in Nederland. Deze Beschermde Natuurmonumenten omvatten zowel particuliere als staatseigendommen. Op 1 oktober 2005 zijn ook de beschermde gebieden uit de Europese Vogelen Habitatrichtlijn (ook wel Natura 2000 gebieden genoemd) erin opgenomen. Handelingen binnen de beschermde gebieden worden slechts onder strikte voorwaarden toegestaan. Handelingen of activiteiten in of rondom beschermde natuurgebieden, die schadelijk kunnen zijn voor de doelstellingen van het gebied, zijn verboden, tenzij de minister van ELI of de provincie een vergunning heeft verleend. Dit wordt het Nee tenzij principe genoemd. Hierbij dient ook met invloeden van buiten het beschermde natuurgebied rekening te worden gehouden. Dit wordt de externe werking van de Natuurbescherminsgwet genoemd. Tot slot dient met de cumulatie van effecten van andere projecten of plannen rekening te worden gehouden. De instandhoudingsdoelstellingen zijn opgenomen in het doelendocument van het Ministerie van ELI en het aanwijzingsbesluit van het desbetreffende natuurgebied. De instandhoudingsdoelstellingen beschrijven de doelen voor de instandhouding van leefgebieden, natuurlijke habitats en populaties in het wild levende plant- en diersoorten, zoals vereist door de Vogel- en Habitatrichtlijn. Deze natuurwaarden moeten in een gunstige staat van instandhouding gebracht of gehouden worden. Hierbij wordt zowel gedoeld op de kwaliteit van de habitats als de verstoring van aangewezen soorten. Flora- en faunawet In 2002 is de nieuwe Flora- en faunawet in werking getreden. Het doel van de Flora- en faunawet is het in stand houden en beschermen van in het wild voorkomende planten- en dierensoorten. De Flora- en faunawet geldt voor de aangewezen beschermde soorten in heel Nederland, dus ook buiten de beschermde natuurgebieden. Bij het in stand houden en beschermen van in het wild voorkomende planten- en dierensoorten wordt het 'nee, tenzij principe' gehanteerd. Dit betekent dat potentieel schadelijke handelingen per definitie verboden zijn, tenzij er een groot maatschappelijk belang is of er bijzondere omstandigheden zijn. De schadelijke handelingen zijn opgenomen in de onderstaande verbodsbepalingen: Art. 8: verbiedt het plukken, verzamelen, afsnijden, uitsteken, vernielen, beschadigen, ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen van Art. 9: beschermde inheemse planten. verbiedt het doden, verwonden, vangen, bemachtigen of met het oog daartoe opsporen van beschermde inheemse dieren. Art. 10: verbiedt het opzettelijk verontrusten van beschermde dieren. Art. 11: verbiedt het beschadigen, vernielen, uithalen, wegnemen of verstoren van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse dieren. Art. 12: verbiedt het beschadigen, vernielen en uitnemen van eieren van beschermde dieren. Art. 13: verbiedt planten of dieren dan wel eieren, nesten of producten van dieren, te vervoeren, ten vervoer aan te bieden, af te leveren, of onder zich te hebben. Alleen onder strikte voorwaarden zijn afwijkingen van de verbodsbepalingen mogelijk. Hiertoe zal een ontheffing ex. Artikel 75 moeten worden aangevraagd. De doelstelling van de wet is om van de beschermde soorten in Nederland duurzame populaties in stand te houden. Hiertoe dient de gunstige staat van instandhouding van de soort gewaarborgd te worden /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 31

35 Indien het behoud van de functionaliteit van het leefgebied van beschermde soorten gegarandeerd is, zo nodig door het treffen van mitigerende maatregelen, is er geen sprake van overtreding van de verbodsbepalingen. Indien er hiertoe mitigerende maatregelen nodig zijn, dient aantoonbaar volgens een ecologisch werkprotocol of een goedgekeurde gedragscode gewerkt te worden. Een ontheffing zal dan niet nodig zijn. Ontheffing artikel 75 Voor de verbodsbepalingen kan een ontheffing worden aangevraagd, indien het project geen negatief effect op de duurzame instandhouding van beschermde soorten heeft èn mits het project een bij wet genoemd belang dient. Voor soorten, die beschermd worden in de Vogel- en Habitatrichtlijn, gelden alleen de belangen uit de desbetreffende richtlijn. De beschermde soorten zijn in drie verschillende tabellen opgenomen, namelijk tabel 1, 2 en 3. Vogels vallen buiten deze tabellen en worden in de volgende paragraaf besproken. Voor activiteiten met een negatief effect op soorten uit tabel 3 zal bij ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing nodig zijn. Bij soorten uit tabel 2 kan ook gebruik gemaakt worden van een gedragscode. Soorten uit tabel 1 vallen onder de vrijstellingsregeling, waarvoor een ontheffing niet nodig is. Voor alle (beschermde) soorten geldt daarnaast de algemene Zorgplicht. Jurisprudentie in het kader van de Flora- en faunawet heeft bepaald dat alleen een onderzoek naar de aanwezigheid van die beschermde soorten dient plaats te vinden, als aannemelijk is dat deze soorten in de betreffende omgeving voor kunnen komen. Vogels Van alle inheemse vogelsoorten zijn de vaste verblijfplekken gedurende het broedseizoen beschermd. De meeste vogels broeden in de periode 15 maart t/m 15 juli. Voor het broedseizoen geldt echter geen vaste periode, ieder individueel broedgeval is beschermd. Voor het verstoren van broedende vogels wordt in principe geen ontheffing verleend, omdat de verstoring voorkomen kan worden door de activiteiten buiten het broedseizoen uit te voeren. Van ca. 15 vogelsoorten (o.a. spechten, uilen en roofvogels) zijn de nesten jaarrond beschermd. Deze vogelsoorten zijn, in vijf categorieën, in de vogellijst van het Ministerie van ELI opgenomen (8) : Cat 1 zijn standsoorten, die het nest jaarrond gebruiken, ook buiten het broedseizoen, Cat 2 zijn koloniebroeders, die zeer honkvast zijn aan de nestlocatie, Cat 3 zijn vogelsoorten, die zeer honkvast zijn en afhankelijk zijn van bebouwing, Cat 4 zijn vogelsoorten, die afhankelijk zijn van nesten van andere vogels omdat de zelf niet in Cat 5 staat zijn om een nest te bouwen, zijn vogelsoorten waarvan de nesten alleen jaarrond beschermd zijn, als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. Voor beschadiging of vernietiging van jaarrond beschermde vogelnesten (art. 11) kan alleen ontheffing worden verleend, indien het project een belang uit de Vogelrichtlijn dient. Gedragscode In de gedragscode beschrijft een organisatie, hoe tijdens werkzaamheden de schade aan beschermde dieren en planten wordt voorkomen of tot een minimum wordt beperkt. De gedragscode moet aangeven hoe er in de praktijk "zorgvuldig wordt gehandeld". De gedragscode kan zelf worden opgesteld en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de minister van ELI. Indien men aantoonbaar werkt volgens een goedgekeurde gedragscode hoeft men voor activiteiten in het leefgebied van soorten van tabel 2 geen ontheffing aan te vragen. Voor bestendig beheer en onderhoudswerkzaamheden in natuurbeheer, landbouw of bosbouw geldt de gedragscode ook voor soorten uit tabel 3, met uitzondering van de soorten die ook onder Bijlage IV van de Habitatrichtlijn vallen. Zorgplicht Bij elk project, op elke locatie en bij elke handeling of activiteit geldt naast de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet bovendien de 'zorgplicht'. Een ieder (van de projectontwikkelaar die achter zijn bureau werkt aan de opzet van een nieuw project tot aan de uitvoerende mensen op de bouwlocatie) dient zó te handelen, of juist handelingen na te laten, dat de in het wild voorkomende dieren- en plantensoorten geen of zo min mogelijk hinder ondervinden. Ecologische Hoofdstructuur De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is in het Natuurbeleidsplan geïntroduceerd. In de Nota Ruimte is het beleid van de EHS overgenomen. In de EHS worden grote natuurkerngebieden, via ecologische verbindingszones, onderling tot een samenhangend netwerk verbonden. Dit netwerk bestaat uit: - bestaande natuurgebieden, reservaten en natuurontwikkelingsgebieden; - landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer; - robuuste verbindingen en grote wateren /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 32

36 De juridische doorwerking van het rijksbeleid van de EHS wordt, in de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening, met behulp van de AMvB Ruimte geborgd. De provincie draagt zorg voor de realisatie van de EHS. Met de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (juli 2008) zijn de streekplannen komen te vervallen. Deze worden vervangen door structuurvisies. Gemeentes dienen de EHS en ook de Natura 2000-gebieden en andere beschermde natuurgebieden op te nemen in een bestemmingsplan. AMvB Ruimte Over de EHS staat in de toelichting van de AMvB Ruimte het volgende: De provincie is verantwoordelijk voor de aanwijzing en begrenzing in een verordening van de gebieden die de EHS vormen. De provincie moet in een verordening regels stellen aan bestemmingsplannen in de EHS. Voor de EHS geldt het nee, tenzij -principe: nieuwe activiteiten die de wezenlijke kenmerken en waarden van de ecologische hoofdstructuur significant aantasten zijn verboden, tenzij sprake is van groot openbaar belang, er geen andere mogelijkheden voor realisatie zijn en de negatieve gevolgen worden beperkt en gecompenseerd. De verordening moet, conform de Spelregels EHS, een regeling over compensatie bevatten die er tenminste voor moet zorgen dat er geen netto verlies aan oppervlakte, samenhang of kwaliteit van de Ecologische Hoofdstructuur optreedt en dat compensatie op de juiste wijze plaatsvindt. De provinciale verordening moet er ook voor zorgen dat de gemeente dit in de toelichting van het bestemmingsplan verantwoordt. Natuurbeheerplan Zuid-Holland Het Natuurbeheerplan vormt een belangrijk instrument voor de realisering van het Rijks- en provinciaal natuur- en landschapsbeleid. Het plan geeft specifiek uitvoering aan de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur. De (bestaande en nieuwe) EHS wordt begrensd en de natuurdoelen worden aangegeven. Deze natuurdoelen vormen de invulling van de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS. Het natuurbeheerplan heeft geen bindende richtlijnen voor de burger, het heeft geen planologische consequenties voor bestemmingsplannen of voor bestaande gebruiksmogelijkheden /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 33

37 BIJLAGE 2 PROJECTGEBIED Bron: Google-earth = projectgebied bestaand /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 34

38 BIJLAGE 3 INVENTARISATIELIJST Datum: 6 juni 2011 Inventariseerder: C. van der Graaf Projectgebied: KRW Boonervliet en Vlaardingervaart, Midden- Delfland en Vlaardingen Weer: regen en zon, bewolkt, wind 1-2, 16 C wilde planten: wet Jaar (bron) Waarneming (locatie) bitterzoet - ATN (jun '11) locatie 1 bitterzoet - ATN (jun '11) locatie 2 blaartrekkende boterbloem - ATN (jun '11) locatie 1 brandnetel - ATN (jun '11) locatie 1 brandnetel - ATN (jun '11) locatie 2 brede orchis FF2 Geoweb ('76-'05) uurhok locatie 1 brede orchis FF2 Geoweb ('76-'05) uurhok locatie 1 brede orchis FF2 Geoweb ('76-07) uurhok locatie 2 brede orchis FF2 Geoweb ('78) uurhok locatie 3 brede orchis + rietorchis FF2 ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes brede orchis + rietorchis FF2 Geweb ('94-'03) uurhok locatie 1 brede orchis + rietorchis FF2 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden brede orchis + rietorchis FF2 Geoweb ('94-03) uurhok locatie 2 distel - ATN (jun '11) locatie 2 dovenetel - ATN (jun '11) locatie 2 echte koekoeksbloem - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes es - ATN (jun '11) locatie 2 fluitenkruid - ATN (jun '11) locatie 1 fluitenkruid - ATN (jun '11) locatie 2 gele lis - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes gevlekte orchis FF2 Geoweb ('94) uurhok locatie 2 gewone berenklauw - ATN (jun '11) locatie 2 gewone dotterbloem FF1 ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes gewone dotterbloem FF1 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden glanshaver - ATN (jun '11) locatie 1 glanshaver - ATN (jun '11) locatie 2 grote klis - ATN (jun '11) locatie 1, nr 8 grote lisdodde - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes grote vossenstaart - ATN (jun '11) locatie 2 grote weegbree - ATN (jun '11) locatie 2 haagwinde - ATN (jun '11) locatie 1 haagwinde - ATN (jun '11) locatie 2 heermoes - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes hondsdraf - ATN (jun '11) locatie 2 kale jonker - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes kale jonker - wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden kalmoes - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 35

39 wilde planten: wet Jaar (bron) Waarneming (locatie) kleefkruid - ATN (jun '11) locatie 2 klein hoefblad - ATN (jun '11) locatie 2 kleine klaver - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes kleine lisdodde - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes koolzaad - ATN (jun '11) locatie 1 kornoelje - ATN (jun '11) bosschage locatie 2 kornoelje - ATN (jun '11) locatie 1 kropaar - ATN (jun '11) locatie 2 kropaar - ATN (jun '11) locatie 1 kruipende boterbloem - ATN (jun '11) locatie 2 krulzuring - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes madeliefje - ATN (jun '11) locatie 2 meidoorn - ATN (jun '11) bosschage locatie 2 moeras vergeet-me-nietje - ATN (jun '11) locatie 1 moeraskartelblad - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes moerasspiea - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes moeraswederik - ATN (jun '11) locatie 1 moeraswederik - ATN (jun '11) locatie 2 pijptorktuid - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes ratelaar - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes reukgras - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes ridderzuring - ATN (jun '11) locatie 2 riet - ATN (jun '11) locatie 1 riet - ATN (jun '11) locatie 2 rietgras - ATN (jun '11) locatie 1 nr 7 rietorchis FF2 Geoweb ('97-'05) uurhok locatie 1 rietorchis FF2 Geoweb ('07) uurhok locatie 3 rietorchis FF2 Geoweb ('07) uurhok locatie 2 rode klaver - ATN (jun '11) locatie 1 scherpe boterbloem - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes scherpe zegge - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes smalle weegbree - ATN (jun '11) locatie 1 smeerwortel - ATN (jun '11) locatie 1 smeerwortel - ATN (jun '11) locatie 2 spaanse aak - ATN (jun '11) bosschage locatie 2 speerdistel - ATN (jun '11) locatie 1 sterrenkroos - ATN (jun '11) polderwatergang locatie 2 valeriaan - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes veenpluis - ATN (jun '11) locatie 1 boezemlandjes vlier - ATN (jun '11) locatie 1, nr 8 vlier - ATN (jun '11) bosschage locatie 2 waterdrieblad FF2 Geoweb ('07) uurhok locatie /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 36

40 wilde planten: wet Jaar (bron) Waarneming (locatie) waterzuring - ATN (jun '11) locatie 1 wilg - ATN (jun '11) locatie 1, nr 10,11 wilg - ATN (jun '11) locatie 2 witbol - ATN (jun '11) locatie 1 witte klaver - ATN (jun '11) locatie 1 zwanenbloem FF1 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden zwarte els - ATN (jun '11) locatie 1, nr 10 zwarte els - ATN (jun '11) bosschage locatie 2 vogels wet Jaar (bron) Waarneming (locatie) baardman FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden blauwborst FF, VR wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden blauwe kiekendief FF, VR, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden blauwe reiger FF cat 5 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden blauwe reiger FF cat 5 Geoweb ('96-05) uurhok locatie 1 boerenzwaluw FF cat 5, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden boomkruiper FF cat 5 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden boomvalk FF cat 4, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden boomvalk FF cat 4, RL BvA ('00) Watersportweg boomvalk FF cat 4, RL Geoweb ('99) uurhok locatie 3 bosuil FF cat 5 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden brandgans FF, VR wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden brilduiker FF cat 5, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden bruine kiekendief FF, VR wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden buizerd FF cat 4 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden buizerd FF cat 4 BvA ('07) Wv Bommeer ekster FF cat 5 Geoweb ('98) uurhok locatie 1 ekster FF cat 5 ATN (jun '11) locatie 2 ekster FF cat 5 Geoweb ('99) uurhok locatie 3 gele kwikstaart FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden gierzwaluw FF cat 2 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden goudplevier FF, VR, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden graspieper FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden grote bonte specht FF cat 5 Geoweb ('98) uurhok locatie 1 grauwe vliegenvanger FF cat 5 BvA ('04) Wv Bommeer grote bonte specht FF cat 5 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden grote bonte specht FF cat 5 BvA ('06-'08) Wv Bommeer, Watersportweg grote bonte specht FF cat 5 Geoweb ('99) uurhok locatie 3 groene specht FF cat 5, RL BvA ('06-'08) Wv Bommeer, loswal 13, Watersportweg grote gele kwikstaart FF cat 3 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden grote mantelmeeuw FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden grote zilverreiger FF, VR, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden grutto FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 37

41 vogels wet Jaar (bron) Waarneming (locatie) havik FF cat 4 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden houtduif FF ATN (jun '11) locatie 2 huismus FF cat 2, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden karekiet/rietzanger FF ATN (jun '11) locatie 2 kleine zilverreiger FF, VR, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden kluut FF, VR, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden koekoek FF, RL ATN (jun '11) overvliegend golfbaan koolmees FF cat 5 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden kramsvogel FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden lepelaar FF, VR wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden lepelaar FF, VR Geoweb ('96-'06) uurhok locatie 1 lepelaar FF, VR Geoweb ('96-06) uurhok locatie 1 lepelaar FF, VR Geoweb ('97-05) uurhok locatie 2 lepelaar FF, VR Geoweb ('02-'04) uurhok locatie 3 merel FF ATN (jun '11) locatie 2 nachtegaal FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden nonnetje FF, VR wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden oeverloper FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden oeverzwaluw FF cat 5 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden ooievaar FF cat 3 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden paapje FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden pijlstaart FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden pimpelmees FF cat 5 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden purperreiger FF, VR, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden ransuil FF cat 4 Geoweb ('98) uurhok locatie 1 ransuil FF cat 4, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden ringmus FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden roek FF cat 2 Geoweb ('99) uurhok locatie 3 roek FF cat 2 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden roerdomp FF, VR, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden slobeend FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden snor FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden sperwer FF cat 4 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden sperwer FF cat 4 BvA ('00) nest bouwend aan Watersportweg spotvogel FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden spreeuw FF cat 5 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden steenuil FF cat 1 Geoweb ('03) 1 uurhok locatie 1 tapuit FF cat 5, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden torenvalk FF cat 5 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden torenvalk FF cat 5 Geoweb ('98) uurhok locatie 1 tureluur FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden veldleeuwerik FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 38

42 vogels wet Jaar (bron) Waarneming (locatie) visarend FF, VR wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden visdief FF, VR, RL Geoweb ('99-'05) uurhok locatie 1 visdief FF, VR, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden (kolonie) watersnip FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden wintertaling FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden zomertaling FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden zomertortel FF, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden zwarte kraai FF cat 5 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden zwarte mees FF cat 5 BvA ('01) Wv Bommeer zwarte roodstaart FF cat 5 BvA ('01) Watersportweg zwarte stern FF, VR, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden zoogdieren: wet Jaar (bron) Waarneming (locatie) bunzing FF1 potentieel egel FF1 potentieel haas FF1 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden hermelijn FF1, RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden konijn FF1 potentieel steenmarter FF1 ZWZH ('08) X:83.2/Y:437.4 Vlaardingen vos FF1 wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden wezel FF1,RL wrn ('09/'11) Vlaardingse Vlietlanden muizen bosmuis FF1 Geoweb (09) uurhok locatie 1 bosspitsmuis FF1 Geoweb (09) uurhok locatie 1 dwergmuis FF1 potentieel huisspitsmuis FF1 Geoweb (09) uurhok locatie 1 noordse woelmuis FF3,HRII, Geoweb ('94-05) vangst uurhok en locatie 1 HRIV,RL noordse woelmuis FF3,HRII, ZWZH ('08) vlietlanden HRIV,RL rosse woelmuis FF1 Geoweb (09) uurhok locatie 1 veldmuis FF1 Geoweb (09) uurhok locatie 1 waterspitsmuis FF3 Geoweb ('90) vangst uurhok en locatie 1 vleermuizen gewone dwergvleermuis FF3,HRIV wrn ('09/'11) Vlaardingen gewone dwergvleermuis FF3,HRIV Geoweb ('96) foeragerend uurhok en locatie 1 gewone dwergvleermuis FF3,HRIV Geoweb ('98) foeragerend uurhok locatie 2 laatvlieger laatvlieger laatvlieger meervleermuis meervleermuis rosse vleermuis FF3, HRIV, RL FF3, HRIV, RL FF3, HRIV, RL FF3,HRII, HRIV FF3,HRII, HRIV FF3, HRIV, RL Geoweb ('94) foeragerend uurhok en locatie 1 Geoweb ('92-'98) foeragerend uurhok locatie 2 Geoweb ('99) foeragerend uurhok locatie 3 Geoweb ('93) batdetector uurhok en locatie 1 Geoweb ('90-'93) foeragerend uurhok locatie 2 Geoweb ('98) foeragerend uurhok locatie /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 39

43 zoogdieren: wet Jaar (bron) Waarneming (locatie) rosse vleermuis FF3,HRIV ATN '08 Vlaardingse vaart, in de wijk Holy-Zuid West ruige dwergvleermuis FF3,HRIV Geoweb (09) uurhok locatie 1 ruige dwergvleermuis FF3,HRIV Geoweb ('99) foeragerend uurhok locatie 1 ruige dwergvleermuis FF3,HRIV Geoweb ('98) foeragerend uurhok locatie 2 amfibieën, reptielen: wet Jaar (bron) Waarneming (locatie) bastaardkikker FF1 potentieel bruine kikker FF1 potentieel gewone pad FF1 potentieel groene kikker FF1 potentieel kleine watersalamander FF1 potentieel meerkikker FF1 potentieel rugstreeppad FF3,HRII, wrn (apr '11) 1 roepend Vlaardingese Vlietlanden HRIV, RL vissen: wet Jaar (bron) Waarneming (locatie) bittervoorn FF3, HRII Geoweb (06) uurhok locatie 1 bittervoorn FF3, HRII HHRS ('07) Rondje Midden Delfland kleine modderkruiper FF2, HRII HHRS ('07) Rondje Midden Delfland overige soorten: wet Jaar (bron) Waarneming (locatie) gestreepte waterroofkever FF3, HRIV potentieel zeggekorfslak HRII NM ('11) potentieel boezemlandjes Vlietlanden Bron ATN BvA Geoweb HHRS NM Potentieel wrn ZWZH Omschrijving tijdens de locatie-inventarisatie aangetroffen Waarneming van dhr. B. van As Waarneming verkregen via database van Hoogheemraadschap van Delfland Waarneming van Hoogheemraadschap van Delfland Waarneming van Natuurmonumenten wanneer het biotoop geschikt wordt geacht en de soort mogelijk hiervan gebruik maakt Waarneming door derden van Atlas Zoogdierwerkgroep Zuid-Holland Afkorting Wet / norm FF HR II Flora- en faunawet Habitatrichtlijn Bijlage II Omschrijving de soort is beschermd volgens de Flora- en faunawet. Tussen haakjes is de categorie van de nestbescherming van vogels weergegeven. Van cat 1 t/m 4 zijn de nesten jaarrond beschermd (zie bijlage 1). dieren- en plantensoorten van communautair belang voor de instandhouding waarvan aanwijzing van speciale beschermingszones vereist is. HR IV Habitatrichtlijn dieren- en plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden Bijlage IV beschermd. VR Vogelrichtlijn de soort is beschermd volgens een of meerdere bijlagen van de Vogelrichtlijn. RL Rode lijst De soort staat op een gepubliceerde lijst van in Nederland bedreigde dieren- of plantensoorten; de Rode lijst. Dit is geen wettelijke bescherming /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 40

44 BIJLAGE 4 ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR PEHS van (19) Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (19) = projectgebied Natuurbeheerplan agrarisch botanische beheertypen (19) /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 41

45 Natuurbeheerplan ambitiekaart (19) = Locatie 1 Natuurbeheerplan beheertypen (19) = Locatie /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 42

46 Natuurbeheerplan beheertypen weidevogelgebied (19) = projectgebied Stiltegebied (19) = projectgebied /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 43

47 BIJLAGE 5 WATERNATUURKANSENKAART Projectgebied indicatief /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 44

48 BIJLAGE 6 LOP MIDDEN-DELFLAND /Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 45

49 211140/Aqua-Terra Nova 301 FF/CG 46

Busbaan langs de Kruisvaart

Busbaan langs de Kruisvaart Busbaan langs de Kruisvaart Onderzoek Flora en Fauna Opdrachtgever ITC Utrecht B.V. De heer P. van Sterkenburg Ondertekenaar Movares Nederland B.V. ir. W.J. Arnold Kenmerk D83-WAR-KA-1200532 v1.0 - Versie

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart Notitie met betrekking tot de te verwachten effecten op de noordse woelmuis en de waterspitsmuis door de aanleg van natuurvriendelijke

Nadere informatie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie Bijlage 1 Onderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 Opdrachtgever: SD+P management en Advies BV Projectnummer : P12039 Datum : Auteur : M. Kuiper Controle : P.M.A. van der Wielen Paraaf : Postbus 36233 1020 ME AMSTERDAM

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Ff-onderzoek Wierdenseweg, Enter Datum: 19-9-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6444 Aanleiding en doel Binnen het plangebied (zie bijlage 1) wordt

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Best T.a.v. dhr. P. van den Broek Raadhuisplein 1 Postbus 50 5680 AB Best Datum: 2 april

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Bureauonderzoek Flora en fauna

Bureauonderzoek Flora en fauna Bureauonderzoek Flora en fauna Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

Quickscan DWL-De esch

Quickscan DWL-De esch Quickscan DWL-De esch Implementatie Flora- en faunawet, Verkenning ecologische waarden Datum 17 augustus 2006 Versie definitief Opdrachtgever ing. Hugo de Groot Paraaf Opdrachtgever: Opsteller M. Kaptein

Nadere informatie

Ecologisch vervolgonderzoek Hoefslag te Bleiswijk. Van der Waal & Partners B.V. te Naaldwijk

Ecologisch vervolgonderzoek Hoefslag te Bleiswijk. Van der Waal & Partners B.V. te Naaldwijk Ecologisch vervolgonderzoek Hoefslag te Bleiswijk Van der Waal & Partners B.V. te Naaldwijk Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Aqua-Terra Nova BV Ecologisch vervolgonderzoek Hoefslag

Nadere informatie

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers Aan: S. Baardwijk (Sjaak Baardwijk Hoveniersbedrijf ) Van: Kopie: L. Boon (Ecoresult) B. Verhoeven (Ecoresult) Datum: 15 oktober 2014 Versie:

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

6 Flora- en fauna quickscan

6 Flora- en fauna quickscan 6 Flora- en fauna quickscan 6.1 Verantwoording 6.1.1 Literatuuronderzoek Om inzicht te krijgen in de actuele gegevens in het projectgebied zijn gegevens geraadpleegd via websites van onder andere de Vlinderstichting

Nadere informatie

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Advies : QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Datum : 14 januari 2014 Opdrachtgever : De heer L.P.G. Oudenhoven Projectnummer : 211x05418 Opgesteld door : Ineke Kroes

Nadere informatie

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw

Nadere informatie

/ Stadhuisplein, Veghel

/ Stadhuisplein, Veghel Advies : QuickScan Flora & Fauna Rembrandtlaan / Stadhuisplein, Veghel Datum : 29 januari 2014 Opdrachtgever : Megaborn, Dhr. Ir. N.A. van Amstel Projectnummer : 211x06733 Opgesteld door : Ineke Kroes

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Eco-effectscan Cloosterhof te Schipluiden. Opdrachtgevers Van der Waal & Partners Te Naaldwijk

Eco-effectscan Cloosterhof te Schipluiden. Opdrachtgevers Van der Waal & Partners Te Naaldwijk Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Aqua-Terra Nova BV Eco-effectscan Cloosterhof te Schipluiden Zuidweg 79 2671 MP Naaldwijk telefoon 0174 625246 fax 0174 629744 www.aquaterranova.nl

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen. Bijlage 1 Bureauonderzoek flora en fauna Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

18 februari Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben

18 februari Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben 18 februari 2014 Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben 2 Voorstellen Paul Moerman Adviseur Ecologie, Projectmedewerker Groen Team Projecten Afdeling IBOR (Inrichting & Beheer Openbare

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Bijlage 3 Onderzoek flora en fauna Ecologie In dit onderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 03-12-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever:

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater. In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen wat

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Witpaard BV Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. J. Drenth 15-182 concept 13 mei 2015 Betreft Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Omschrijving Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein

Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein Memo Ter attentie van Laagraven Investment t.a.v. dhr. W. Toet Datum 27 juli 2017 Projectnummer 160712 Auteur Ir. T.F. Kroon Onderwerp Flora & fauna Liesbosch Nieuwegein SAMENVATTING ONDERZOEKEN FLORA

Nadere informatie

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk: Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren SAB RIJS/110164.01 datum: 22 juni 2012 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Ootmarsum (gemeente Dinkelland,

Nadere informatie

Eco-effectscan RWS-kavel te Den Haag. Opdrachtgever Gemeente Den Haag Dienst stedelijke Ontwikkeling

Eco-effectscan RWS-kavel te Den Haag. Opdrachtgever Gemeente Den Haag Dienst stedelijke Ontwikkeling Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Aqua-Terra Nova BV Eco-effectscan RWS-kavel te Den Haag Zuidweg 79 2671 MP Naaldwijk telefoon 0174 625246 fax 0174 629744 www.aquaterranova.nl Opdrachtgever

Nadere informatie

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven 15 november 2012 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Opdrachtgever Uitvoerder Auteur Datum Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven m RO Zoon Ecologie C.P.M. Zoon ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg 101 te Dalfsen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 09-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Eco-effectscan gemaal en twee stuwen Hoge Broekpolder te Rijswijk. Opdrachtgever: Iv-Water b.v. te Papendrecht

Eco-effectscan gemaal en twee stuwen Hoge Broekpolder te Rijswijk. Opdrachtgever: Iv-Water b.v. te Papendrecht Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Eco-effectscan gemaal en twee stuwen Hoge Broekpolder te Rijswijk Aqua-Terra Nova BV Zuidweg 79 2671 MP Naaldwijk telefoon 0174 625246 fax 0174 629744

Nadere informatie

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan Correspondentie gegevens Projectgegevens Datum : 26 oktober 2015 Projectlocatie : Lindelaan 2b, Dordrecht Opgesteld door : Ing. P. Otte Betreft : FF- wet Quickscan Projectnummer : 1554 Contactpersonen

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond Quickscan flora en fauna Deltaweg te Helmond A.P. Kerssemakers Voor de afdeling: SB/ROV. Gemeente Helmond. December 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.Wettelijk kader 2 3. Plangebied 4 4. Onderzoek 7

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Ecologisch onderzoek met het kenmerk 211231/AQT302FF/TG d.d. 23-04-2012

Ecologisch onderzoek met het kenmerk 211231/AQT302FF/TG d.d. 23-04-2012 AOUA-TERRA Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Hoogheemraadschap van Delfland Sector Project- en Ingenieursbureau t.a.v. drs. Ing. DJ. Maas Postbus 3061 2601 DB Delft Aqua - Terra Nova

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk Gemeente Harderwijk T.a.v. mevr. K. van der Schot Havendam 56 3841AA Harderwijk Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. M. Hoksberg 15-238 definitief 10 juli 2015 Betreft Quickscan samenvatting Stephensonstraat

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen. Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen

Nadere informatie

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. memo aan: van: ons kenmerk: Gemeente Haaren SAB FRAN/VERK/100799.03 datum: 27 februari 2017 betreft: Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. INLEIDING In Esch

Nadere informatie

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Page 1 of 5 Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Plan: Hoofdwinkelcentrum Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG01 In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit

Nadere informatie

Verkennend natuurwaardenonderzoek

Verkennend natuurwaardenonderzoek Verkennend natuurwaardenonderzoek Locatie: ter hoogte van de Spoorstraat te Zegge, gemeente Rucphen (NB) Datum: 26 maart 2012 Projectnummer: 211x05748 Opgesteld door: mw. P. Maas Ecoloog ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Eco-effectscan Ursulaland 122 te Den Haag. Opdrachtgever Steinmetz de Compaan te Rijswijk

Eco-effectscan Ursulaland 122 te Den Haag. Opdrachtgever Steinmetz de Compaan te Rijswijk Eco-effectscan Ursulaland 122 te Den Haag Opdrachtgever Steinmetz de Compaan te Rijswijk Eco-effectscan Ursulaland 122 te Den Haag Opdrachtgever Steinmetz de Compaan te Rijswijk Datum: 19 juni 2012 Rapportnr:

Nadere informatie

Ecologisch Werkprotocol

Ecologisch Werkprotocol Ecologisch Werkprotocol Aanleg depots Oude Reeuwijkerweg, Reeuwijk Projectnummer: 5999 Datum: 24-1-2013 Opgesteld: D. Welink Begeleidend ecoloog: Tel. Aanleiding Op een aantal graslandpercelen langs de

Nadere informatie

Verkennend Ecologisch Onderzoek

Verkennend Ecologisch Onderzoek Verkennend Ecologisch Onderzoek Dorpsstraat 75 te Nieuwkoop Watersnip-rapport 14A013 Colofon Titel Verkennend Ecologisch Onderzoek Dorpsstraat 75 te Nieuwkoop Projectnummer 14A0013 Datum uitgave 31 maart

Nadere informatie

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september 2011. quick scan flora en fauna

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september 2011. quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk.: De heer E.J. Overbeek SAB RIJS/110253 datum: 16 september 2011 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Diepenheim (gemeente Hof van Twente, provincie

Nadere informatie

Eco-effectscan Haakweg 40 te Hoek van Holland. Opdrachtgever Handelsonderneming Van der Knijff te Hoek van Holland

Eco-effectscan Haakweg 40 te Hoek van Holland. Opdrachtgever Handelsonderneming Van der Knijff te Hoek van Holland Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Aqua-Terra Nova BV Eco-effectscan Haakweg 40 te Hoek van Holland Zuidweg 79 2671 MP Naaldwijk telefoon 0174 625246 fax 0174 629744 www.aquaterranova.nl

Nadere informatie

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs

Nadere informatie

-Rooien van het aanwezige sierplantsoen en enkele acacia s en zomereiken. -Transportbewegingen van mensen en voertuigen en aanvoer van materieel

-Rooien van het aanwezige sierplantsoen en enkele acacia s en zomereiken. -Transportbewegingen van mensen en voertuigen en aanvoer van materieel Zwolle, 25 oktober Henk Hunneman Natuuronderzoek pompstation Wageningen Aanleiding Vitens is voornemens om op de locatie van productiebedrijf Wageningen het huidige drinkwaterreservoir te vervangen door

Nadere informatie

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g X.X Eco lo gi e KADER Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een inventarisatie van natuurwaarden

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op

Nadere informatie

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Butersdijk nabij nummer 21, Lettele Datum: 12-3-2014 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6546 Aanleiding en doel Aan de Butersdijk, nabij

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna

Quickscan flora en fauna Quickscan flora en fauna Hofjeswoningen Wijk bij Duurstede Projectnummer: 7323 Datum: 9-7-2015 Projectleider: Rob van Dijk Opgesteld: Tatiana Lodder De gemeente Wijk bij Duurstede is van plan om 29 hofwoningen

Nadere informatie

Quickscan samenvatting gemeentewerf Ouverturebaan 1, Harderwijk

Quickscan samenvatting gemeentewerf Ouverturebaan 1, Harderwijk Gemeente Harderwijk T.a.v. mevr. K. van der Schot Havendam 56 3841AA Harderwijk Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. M. Hoksberg 15-237 definitief 30 juni 2015 Betreft Quickscan samenvatting gemeentewerf

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode Onderwerp Opdrachtgever Emmaschool Heerde Witpaard Project Status Datum Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder, A. (Adriaan) de Gelder, A.

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst Memo nummer rev 00 datum 2 11 2011 aan RvR Limburg C.V. van L.E.Dinger kopie project projectnummer 200163 betreft Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst Inleiding RvR Limburg C.V. heeft het voornemen

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden 19 augustus 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 19 augustus 2013 ZOON

Nadere informatie

Quicksan flora en fauna

Quicksan flora en fauna Quicksan flora en fauna Lommerrijk 23, Lelystad Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Ligging en ontwikkelingen... 5 2.1 Ligging... 5 2.2 Voorgenomen ontwikkelingen... 6 3 Natuurwetgeving... 8 3.1 Flora- en faunawet...

Nadere informatie

Eco-effectscan Woongebouw Ambachtsgaarde te Den Haag. Opdrachtgever Gemeente Den Haag Directie Projectmanagement

Eco-effectscan Woongebouw Ambachtsgaarde te Den Haag. Opdrachtgever Gemeente Den Haag Directie Projectmanagement Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Aqua-Terra Nova BV Eco-effectscan Woongebouw Ambachtsgaarde te Den Haag Zuidweg 79 2671 MP Naaldwijk telefoon 0174 625246 fax 0174 629744 www.aquaterranova.nl

Nadere informatie

Natuurtoets Kop Zuidas

Natuurtoets Kop Zuidas Natuurtoets Kop Zuidas Planteam Groen, ecologie, stedelijke Recreatie en Water Maart 2009 Inhoud Samenvatting... 3 Inleiding... 3 Eerder onderzoek... 3 Begrenzing plangebied... 4 Beschrijving van het gebied...

Nadere informatie

Samenvatting quickscan natuurtoets

Samenvatting quickscan natuurtoets Samenvatting quickscan natuurtoets Onderwerp Opdrachtgever Insingerstraat Soest RV&O Project Status Datum Sloop en nieuwbouw Insingerstraat concept 8 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder,

Nadere informatie

Eco-effectscan Tuindersweg 28 te Maasdijk Opdrachtgever Visie Tekenwerk & Presentaties te Monster

Eco-effectscan Tuindersweg 28 te Maasdijk Opdrachtgever Visie Tekenwerk & Presentaties te Monster Eco-effectscan Tuindersweg 28 te Maasdijk Opdrachtgever Visie Tekenwerk & Presentaties te Monster Rabobank rekeningnr. 36.81.19.955 BTW: NL-8105.67878.B01 K.v.K. nr. 27240696 Milieu consultancy Watermanagement

Nadere informatie

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/ Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/6 Afbeelding 2. Impressie plangebied met mogelijk te kappen bomen. 1.2 Wijzigingen toetsingskader Het project wordt uitgevoerd in 2017. Op 1 januari 2017

Nadere informatie

Quick-scan Inrichting Van Wijk Valkenswaard

Quick-scan Inrichting Van Wijk Valkenswaard Quick-scan Inrichting Van Wijk Valkenswaard DE GROOT ECOLOGISCH ADVIES EN INRICHTING Quick-scan Inrichting Van Wijk Valkenswaard In opdracht van: Bosgroep Zuid Nederland Juni 2014 DE GROOT ECOLOGISCH ADVIES

Nadere informatie

Datum : 4 november 2014 Opdrachtgever : Gemeente Nijmegen Ter attentie van :

Datum : 4 november 2014 Opdrachtgever : Gemeente Nijmegen Ter attentie van : Notitie : Quickscan flora en fauna Vossenpelssestraat 67 te Nijmegen Datum : 4 november 2014 Opdrachtgever : Gemeente Nijmegen Ter attentie van : Projectnummer Opgesteld door : 211x07355 : Reinoud Vermoolen

Nadere informatie

Quickscan natuur Eikenlaan Sleeuwijk 27 februari 2013

Quickscan natuur Eikenlaan Sleeuwijk 27 februari 2013 Quickscan natuur Eikenlaan Sleeuwijk 27 februari 2013 zoon ecologie Colofon Titel Quickscan Natuur Eikenlaan Sleeuwijk Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 27 februari 2013

Nadere informatie

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps)

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps) Memo nummer 1 datum 10 februari 2014 aan Ron Vleugels Gemeente Maastricht van Luc Koks Antea Group Ton Steegh kopie project Sporthal Geusselt-stadion projectnummer 265234 betreft Toetsing natuurwetgeving

Nadere informatie

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189.

Conform uw opdracht hebben wij een veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de weilanden en kassen gelegen achter Zwaagdijk-Oost 189. NatuurBeleven bv Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen HB Adviesbureau bv T.a.v.: Peter Aalders Postbus 9230 1800 GE ALKMAAR Datum: 30 oktober 2009 uw brief van 23 oktober 2009 en 27 oktober 2009 uw kenmerk

Nadere informatie

Quickscan flora fauna Vlijmen

Quickscan flora fauna Vlijmen Quickscan flora fauna Vlijmen Ter attentie van Anouk van Gorp-den Hartog Datum 6 juli 2015 Projectnummer MDE/14.0578.01 Onderwerp Briefrapport quickscan flora en fauna Vlijmen AANLEIDING Waterschap Aa

Nadere informatie

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst Aan Bouwbedrijf Bovenhuis B.V. t.a.v. de heer J. H. Tromp Contactpersoon Kenmerk Status Datum M.A. (Martin) Heinen 14-416 concept 11 februari 2016 Betreft Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Nadere informatie

Flora en faunatoets. Verkennend Flora en Faunaonderzoek Kanaalweg 93, Utrecht

Flora en faunatoets. Verkennend Flora en Faunaonderzoek Kanaalweg 93, Utrecht Flora en faunatoets Verkennend Flora en Faunaonderzoek Kanaalweg 93, Utrecht 0 Colofon Project: Flora en faunatoets, Kanaalweg 93, Utrecht Projectcode: BA180515 wb. 1 Opdrachtgever: Flora Nova Hoveniers

Nadere informatie

: Mevrouw M. Snellen : Postbus 10.000 : 5280 DA Boxtel

: Mevrouw M. Snellen : Postbus 10.000 : 5280 DA Boxtel RAPPORT betreffende een flora- en faunaonderzoek Boxtelseweg 64 te Liempde Datum : 8 juni 2012 Kenmerk : 1203E181/DBI/rap3 Contactpersoon : De heer D.D.C.A. Bijl Vrijgave : C. Brouwer bba (projectleider)

Nadere informatie

Eco-effectscan Parc Drieën-Huysen te Vlaardingen. Opdrachtgever KuiperCompagnons te Rotterdam

Eco-effectscan Parc Drieën-Huysen te Vlaardingen. Opdrachtgever KuiperCompagnons te Rotterdam Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Aqua-Terra Nova BV Eco-effectscan Parc Drieën-Huysen te Vlaardingen Zuidweg 79 2671 MP Naaldwijk telefoon 0174 625246 fax 0174 629744 www.aquaterranova.nl

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs.

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs. InterConcept Advies & Uitvoering T.a.v. dhr. M. Proper Leeuwenhoekweg 58 2661 DD Bergschenhoek Contactpersoon Kenmerk Status Datum Ing. M.G. Hoksberg 15-088 definitief 27 augustus 2015 Betreft Quickscan

Nadere informatie

Ecologisch vervolgonderzoek Cloosterhof te Schipluiden. Opdrachtgever Weboma ontwikkeling te Wateringen

Ecologisch vervolgonderzoek Cloosterhof te Schipluiden. Opdrachtgever Weboma ontwikkeling te Wateringen Ecologisch vervolgonderzoek Cloosterhof te Schipluiden Opdrachtgever Weboma ontwikkeling te Wateringen Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Aqua-Terra Nova BV Ecologisch vervolgonderzoek

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis 1 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis Opdrachtgever: A.C. Dingemans Heilleweg 21 4524 KL Sluis Opgesteld door: ZLTO Advies Cereshof 4 4463 XH

Nadere informatie

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016 PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016 Contactpersonen IRIS BAIJENS Arcadis Nederland B.V. Postbus 264 6800 AG Arnhem Nederland 2 INHOUDSOPGAVE ONDERBOUWING

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 22-11-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de

Nadere informatie

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen Datum : 27 maart 2014 Projectnummer : 13-0255 Opdrachtgever : Bureau Verkuylen Inleiding Aanleiding In verband met de voorgenomen

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status: Terneuzen Quickscan Flora en fauna Wulpenbek 16 te Hoek identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: 16-09-2016 concept projectnummer: auteur I. Dekker MSc. Inhoud van

Nadere informatie

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november 2009 Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna Briefrapport aan: van: ons kenmerk: De heer J. Arends SAB RIJS/110571 datum: 20 april 2012 betreft: quick scan flora en fauna AANLEIDING EN METHODE In Opheusden (gemeente Neder-Betuwe, provincie Gelderland)

Nadere informatie

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE notitie postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 onderwerp ecologie - Trompenburg projectcode LIS16-2 referentie LIS16-2/akkr/029 opgemaakt door drs. A. den Held datum

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Ecologische beoordeling. Perceel tussen Tillewei en Landyk te Drogeham

Ecologische beoordeling. Perceel tussen Tillewei en Landyk te Drogeham B i j l a g e 3 : E c o l o g i s c h e b e o o r d e l i n g Ecologische beoordeling 2011 Perceel tussen Tillewei en Landyk te Drogeham COLOFON BUREAU FAUNAX Alde dyk 31 8407 AD Terwispel 0513-436849

Nadere informatie

E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen

E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen Om de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan te toetsen, is een ecologische inventarisatie

Nadere informatie