BESTEMMINGSPLAN WERKLANDSCHAP ASSEN-ZUID, UITWERKINGSPLAN HOOFDONTSLUITING GEMEENTE ASSEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESTEMMINGSPLAN WERKLANDSCHAP ASSEN-ZUID, UITWERKINGSPLAN HOOFDONTSLUITING GEMEENTE ASSEN"

Transcriptie

1 BESTEMMINGSPLAN WERKLANDSCHAP ASSEN-ZUID, UITWERKINGSPLAN HOOFDONTSLUITING GEMEENTE ASSEN

2

3 COLOFON Plannaam Bestemmingsplan Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting Plannummer NL.IMRO UW A-B001 Datum augustus 2012 Status Ontwerp Opdrachtgever gemeente Assen Projectteam Witpaard Johan Fuite Ronald Koers Projectnummer

4 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 2

5 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding Ligging en begrenzing van het plangebied Vigerend bestemmingsplan Systematiek van het nieuwe bestemmingsplan De bij het plan behorende stukken Leeswijzer 11 Hoofdstuk 2 Beleid Rijksbeleid Provinciaal en regionaal beleid Gemeentelijk beleid 19 Hoofdstuk 3 Kenschets plangebied 27 Hoofdstuk 4 Planbeschrijving 29 Hoofdstuk 5 Onderzoek Ecologie Archeologie en cultuurhistorie Water Verkeer Milieuaspecten Kabels en leidingen Besluit milieueffectrapportage 52 Hoofdstuk 6 Toelichting op de regels 53 Hoofdstuk 7 Financiële uitvoerbaarheid 57 Hoofdstuk 8 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 59 Bijlagen bij toelichting 61 Bijlage 1 Situering plangebied 63 Bijlage 2 Natuurtoets Aansluiting Assen-TT 65 Bijlage 3 Archeologisch onderzoek 67 Bijlage 4 Uitgangspunten Waterhuishoudingsplan 69 Bijlage 5 Exploitatieplan Werklandschap Assen-Zuid uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 3

6 Regels 73 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 75 Artikel 1 Begrippen 75 Artikel 2 Wijze van meten 78 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 79 Artikel 3 Groen 79 Artikel 4 Verkeer 80 Artikel 5 Leiding - Gas 81 Artikel 6 Waarde - Archeologie 2 83 Hoofdstuk 3 Algemene regels 85 Artikel 7 Anti-dubbeltelregel 85 Artikel 8 Algemene aanduidingsregels 86 Artikel 9 Algemene gebruiksregels 87 Artikel 10 Algemene afwijkingsregels 88 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 89 Artikel 11 Overgangsrecht bouwwerken 89 Artikel 12 Overgangsrecht gebruik 90 Artikel 13 Slotregel 91 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 4

7 Toelichting uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 5

8 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 6

9 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De planvorming over het gebied Assen-Zuid is ontstaan vanuit de Nota Ruimte (2006) en de Regiovisie Groningen-Assen (2004). Groningen-Assen is in de Nota Ruimte aangewezen als nationaal stedelijk netwerk en deels als economisch kerngebied. De nationale stedelijke netwerken vormen samen met de hoofdverbindingsassen de ruimtelijk-economische hoofdstructuur van Nederland. Met de plaatsing van Assen-Zuid op de Ontwikkelagenda van het Nationaal Stedelijk Netwerk Groningen-Assen als uitwerking van de Nota Ruimte, heeft het Rijk de ontwikkeling van Assen-Zuid als kansrijk aangemerkt. In de Integrale Structuurvisie Assen 2030 (2010) wordt Assen-Zuid, als zuidelijke entree van het nationaal stedelijk netwerk Groningen-Assen, dé toplocatie van Noord Nederland genoemd. De economische en ruimtelijke ontwikkeling van Assen zal met name langs de noord-zuidas plaatsvinden, de zogenaamde FlorijnAs. De FlorijnAs, die de vorm heeft van het aloude florijnteken, beslaat het grootste deel van deze zone. Door de ontwikkelingen wordt ook een deel van het nabijgelegen militair oefenterrein verplaatst naar het tot voor kort voor militaire doeleinden gebruikte bos- en heideterrein nabij de Baggelhuizerplas. Dit betreft dus een hervatting van de activiteiten op dit terrein. Het voorliggende bestemmingsplan betreft de juridisch-planologische regeling voor de verbindende infrastructurele maatregelen en bijbehorende ontwikkelingen in Assen-Zuid in het kader van de FlorijnAs. FlorijnAs cruciaal op landelijk en regionaal niveau De FlorijnAs is het belangrijkste ontwikkelingsgebied van de gemeente Assen. Voor de versterking van de as Groningen-Assen en de FlorijnAs is de ontwikkeling van Assen-Zuid eveneens van groot belang. De basis voor de ontwikkelingen van de FlorijnAs is gelegd in de Structuurvisie FlorijnAs, die door de gemeenteraad van Assen is vastgesteld op 27 oktober Assen groeit naar verwachting door tot circa inwoners in Tot 2030 vinden in de FlorijnAs de meeste ontwikkelingen plaats die deze groei faciliteren. Het belang strekt verder dan de gemeente Assen, want de FlorijnAs geeft een krachtige impuls aan stad en regio. Zo zorgen de werkgelegenheidseffecten voor een versterking van de regionale arbeidsmarkt. De investeringen in gebiedsontwikkelingen en bereikbaarheid vergroten de vitaliteit en aantrekkingskracht van het gehele verzorgingsgebied van Assen. Dit is ook in het belang van de omliggende gemeenten. Daarom is ook afstemming gezocht met de betrokken overheden bij het ontwikkelen van de plannen. Bovendien is een actieve (financiële) participatie van regio, provincie en Rijk bij de integrale benadering van de FlorijnAs als één ambitie en opgave van strategisch belang. Voor de economische vitaliteit van het verzorgingsgebied en het nationaal stedelijk netwerk Groningen-Assen is de FlorijnAs cruciaal. Het totale programma geeft een enorme impuls aan de economische en ruimtelijke ontwikkeling die van betekenis is op landelijk en regionaal niveau. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 7

10 Het programma voor de FlorijnAs bestaat uit afzonderlijke projecten. Deze projecten zijn onderling sterk verbonden en zorgen gezamenlijk voor het tot stand komen van een logisch samenhangende stad die ingericht is voor verdere groei en waarin een goed woon-, leef-, en vestigingsklimaat gegarandeerd is. Project Assen-Zuid: Assen-Zuid poort van stedelijk netwerk Groningen-Assen Voor de realisatie van de FlorijnAs is één van de projecten de ontwikkeling van Assen-Zuid. De hoofddoelstelling van dit project is om ruimte te bieden aan de economische ontwikkeling van Assen als poort van het stedelijk netwerk Groningen-Assen. Assen-Zuid is een veelomvattend project met een drietal hoofdelementen. Het gaat om: de aanleg van een bedrijventerrein; de ontwikkeling van een toeristisch recreatieve zone; de verbindende infrastructuur. Het bedrijventerrein wordt aangelegd als werklandschap in het gebied tussen de A28, de N33 en de spoorlijn. Assen-Zuid moet hiermee de plaats worden voor toekomstige bedrijfshuisvesting. In de toeristisch recreatieve zone (TRZ) wordt de economische potentie van het TT-terrein vergroot en wordt ruimte gegeven aan ontwikkelingen zoals TT-World en diverse attractieve programma's. De Baggelhuizerplas is onderdeel van de TRZ. Hier komen uitgebreidere mogelijkheden voor meer ontspannen recreatie. Met de verdere ontwikkeling van deze zone kan een hoogwaardig recreatief gebied worden geboden voor zowel bewoners als toeristen. Invulling van dit gebied vindt plaats op basis van de gezamenlijke visie van provincie, gemeente en de andere betrokken partners in het gebied. Voor deze ontwikkelingen is een goede bereikbaarheid van Assen-Zuid essentieel. In het kader van het Regio Specifieke Pakket (RSP) wordt geïnvesteerd in een nieuwe aansluiting op de A28. Ook wordt de N33 verdubbeld. De nieuwe aansluiting op de A28 ontsluit direct het nieuwe werklandschap, het TT-terrein en de TRZ. Bij de ontwikkelingen wordt ook ingezet op een uitbreiding van meer en veiliger fiets- en voetpaden. In Assen wordt het fietsen aantrekkelijker gemaakt in de stad en regio met een fietsnetwerk dat de belangrijkste delen van de stad verbindt en een verbetering van de routes naar de omliggende gebieden. Om de aansluiting te realiseren wordt een deel van het militair terrein verplaatst naar het tot voor kort voor militaire doeleinden gebruikte bos- en heideterrein nabij de Baggelhuizerplas. Dit betreft dus een hervatting van de activiteiten op dit terrein. Het gebruik van het terrein zal in beginsel niet afwijken van het gebruik, zoals dat tot een aantal jaren geleden heeft plaatsgevonden. Voorliggend bestemmingsplan voor verbindende infrastructuur en bijbehorende verplaatsing Het voorliggende plan betreft de planologisch-juridische uitwerking voor de nieuwe aansluiting van Assen-Zuid op de A28, de verplaatsing van een deel van het militair oefenterrein en de infrastructuur in het werklandschap Assen-Zuid. Voor de ontwikkelingen moeten verschillende procedures worden doorlopen, namelijk: Voor de nieuwe aansluiting op de A28 en de verplaatsing van een deel van het militaire oefenterrein wordt een bestemmingsplanherziening opgesteld. Vanuit het vastgestelde bestemmingsplan "Werklandschap Assen - Zuid" moet het onderdeel "infrastructuur werklandschap" nader worden uitgewerkt in een uitwerkingsplan. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 8

11 Voor de nieuwe aansluiting op de A28 in het deel van de gemeente Midden-Drenthe is een omgevingsvergunning nodig. Het doel van de plannen is om te voorzien in een planologische-juridische regeling die de mogelijkheid biedt om de infrastructuur en bijbehorende aspecten de komende jaren optimaal te ontwikkelen, waarbij rekening wordt gehouden met de effecten op de omgeving en de landschappelijke inpassing. Het voorliggende plan geeft aan waar zich welke functies mogen ontwikkelen en vormt voor de gemeente een actueel beleidskader voor de ontwikkeling van het plangebied, nu en in de toekomst. Milieueffecten onderzocht in het kader van de structuurvisie en vigerend bestemmingsplan In het kader van de Structuurvisie FlorijnAs is een milieueffectrapportage opgesteld, waarin de effecten van de FlorijnAs op het milieu in beeld zijn gebracht. Deze milieueffectrapportage is opgenomen als bijlage bij de structuurvisie. Ook is een Besluit MER opgesteld bij het vigerend bestemmingsplan (moederplan) "Werklandschap Assen - Zuid". Gebruik maken van Crisis- en herstelwet Vanwege het belang van de FlorijnAs voor de economie van Assen en omgeving is besloten gebruik te maken van de Crisis- en herstelwet (Chw). Dit instrument stelt overheden in staat om procedures versneld te doorlopen, zodat eerder de betreffende investeringen kunnen worden gerealiseerd. Dit draagt bij aan het herstel van de recente economische crisis. De Chw is opgesteld om ruimtelijke en infrastructurele projecten versneld te kunnen ontwikkelen en realiseren. Deze wet biedt hiermee mogelijkheden om het herstel van de economische structuur te bevorderen, en zo een bijdrage te leveren aan de bestrijding van de economische crisis. De FlorijnAs is aangewezen in artikel 9, onder a van het Besluit Uitvoering Crisis- en herstelwet als lokaal project met nationale betekenis als bedoeld in artikel 2.18 Chw juncto artikel 2.19 Chw. Een deel van de nieuwe aansluiting op de A28 valt momenteel buiten het plangebied van de FlorijnAs. Voor dit deel is artikel 1.1 Chw, lid 1, onder a van toepassing. Aanleg van wegen wordt genoemd in artikel. 3.4 van de Bijlage I behorend bij de Chw. Het plangebied FlorijnAs zal hierop worden aangepast bij de 5 e tranche van de Crisis- en herstelwet. 1.2 Ligging en begrenzing van het plangebied Het gebied voor de infrastructurele maatregelen bestaat uit drie deelgebieden, namelijk een deelgebied voor de partiële herziening (deelgebied 1), een deelgebied voor het uitwerkingsplan (deelgebied 2) en een deelgebied voor de omgevingsvergunning (deelgebied 3). Dit bestemmingsplan betreft deelgebied 2. In Bijlage 1 is de situering van het deelgebied van het voorliggende uitwerkingsplan weergegeven. Het gebied is gelegen ten zuiden van de kern Assen. Globaal ligt het gebied ten oosten van het militair oefenterrein "De Haar" en het TT-terrein en ten westen van het beekdal van de Drentsche Aa. Het plangebied is daarmee gelegen op de grens tussen stedelijk gebied en bijzonder waardevol landelijk gebied met natuurgebieden met beschermde status, zoals het Witterveld en het nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa. In de huidige situatie heeft het gebied hoofdzakelijk een agrarische functie. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 9

12 Het gebied ligt tussen nationale en regionale verbindingswegen; aan de westzijde van het gebied ligt de A28, aan de noordzijde ligt de N33 en aan de oostzijde van het gebied ligt het spoortracé Assen-Beilen (spoorlijn Groningen - Zwolle). Het gebied maakt onderdeel uit van het werklandschap Assen-Zuid. 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het plangebied is gelegen in het vigerende bestemmingsplan "Werklandschap Assen - Zuid" welke is vastgesteld op 27 oktober 2011 door de gemeenteraad. Het voorliggende plan betreft een uitwerking van dit bestemmingsplan. 1.4 Systematiek van het nieuwe bestemmingsplan De systematiek van het voorliggende bestemmingsplan verschilt sterk van de oudere vigerende bestemmingsplannen. Dit komt met name doordat het voorliggende bestemmingsplan voldoet aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Wet ruimtelijke ordening (Wro) Eén van de belangrijkste gevolgen van de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening is de digitaliseringplicht. Deze verplichting houdt in dat bestemmingsplannen conform de RO standaarden 2012 dienen te worden opgesteld. De RO standaarden 2012 vormen de basis voor het vormgeven (SVBP2012), inrichten (IMRO2012) en het beschikbaar stellen (STRI2012) van ruimtelijke plannen. Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dienen bestemmingsplannen zowel in papieren versie (analoge verbeelding) als digitaal (digitale verbeelding) te worden vastgesteld. Indien de digitale en de analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale verbeelding beslissend. De gemeente Assen heeft gekozen voor een eenduidige presentatie van haar bestemmingsplannen die aansluit bij de landelijke standaard: Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) met de daarbij behorende bijlagen en de Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen (PRBP) en de Standaard van de Toegankelijke Ruimtelijke Instrumenten (STRI). De uitgangspunten hiervoor zijn vastgelegd in het Handboek Bestemmingsplannen van de gemeente Assen. Dit handboek is gebruikt als leidraad bij het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Met de komst van de Wabo krijgen de planologische afwijkingsmogelijkheden een plaats in de Wabo. Middels een omgevingsbesluit kan het college van burgemeester en wethouders toestemming verlenen om af te wijken van het bestemmingsplan. De invoering van de Wabo heeft dan ook gevolgen voor de inhoud van bestemmingsplannen - en dan in het bijzonder de planregels. In de Wabo wordt niet meer gesproken over ontheffingen, vrijstellingen of wijzigingen, maar van toestemmingen. Dit bestemmingsplan voldoet aan de Wabo. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 10

13 1.5 De bij het plan behorende stukken Het bestemmingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" bestaat uit de volgende stukken: verbeelding, schaal 1:2.000 (kaart nummer NL.IMRO UW A-B001); planregels. Op de verbeelding (plankaart) zijn de bestemmingen van de in het plangebied gelegen gronden aangegeven. In de planregels zijn bepalingen opgenomen teneinde de uitgangspunten van het plan zeker te stellen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting, waarin de aan het plan ten grondslag liggende onderzoeken en een planbeschrijving zijn opgenomen. 1.6 Leeswijzer Het bestemmingsplan is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 wordt het beleidskader geschetst. Er wordt ingegaan op het beleid op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau. In hoofdstuk 3 wordt het plangebied toegelicht. De huidige situatie wordt geschetst aan de hand van de ruimtelijke en functionele structuur, de bebouwingsstructuur en wegenstructuur, het aanwezige groen. In hoofdstuk 4 wordt vervolgens het plan voor de infrastructurele verbindingen en de verplaatsing van een deel van het militair oefenterrein uiteengezet. Hoofdstuk 5 geeft een verantwoording ten aanzien van de relevante omgevingsaspecten. Aan de orde komen archeologie, ecologie, water en ook meer milieukundige aspecten als geluid, bodemkwaliteit, externe veiligheid en luchtkwaliteit. Hoofdstuk 6 licht de juridische opzet van het bestemmingsplan toe, onder meer door (waar nodig) artikelsgewijs de bij het plan behorende regels en de verbeelding daarvan toe te lichten. Ook wordt kort de procedure geschetst. De hoofdstukken 7 en 8 gaan tenslotte in op de uitvoerbaarheid. In deze hoofdstukken worden de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid beschreven. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 11

14 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 12

15 Hoofdstuk 2 Beleid Het bestemmingsplan moet in overeenstemming zijn met het beleid van het rijk, de provincie en natuurlijk de gemeente zelf. Daarom wordt hieronder kort aandacht geschonken aan dit beleid. De planuitgangspunten en vervolgens de bestemmingsregeling zijn hierop afgestemd. 2.1 Rijksbeleid Nota Ruimte De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het schept ruimte voor ontwikkeling uitgaande van het motto "decentraal wat kan, centraal wat moet" en verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. Deze nota ondersteunt gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokkenen participeren. "Ruimte voor ontwikkeling" betekent ook dat het rijk voor ruimtelijke waarden van nationaal belang waarborgen creëert om die te kunnen behouden en ontwikkelen. Ter versterking van de kracht van de steden en ter verbetering van de internationale economische concurrentiepositie en de daarbij behorende ruimtelijk-economische structuur van Nederland, geeft het rijk prioriteit aan de ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en van veelal binnen deze netwerken gelegen economische kerngebieden. Groningen-Assen is in de Nota Ruimte aangewezen als nationaal stedelijk netwerk en deels als economisch kerngebied. Assen-Zuid valt binnen dit aangewezen gebied. De regio rond Groningen en Assen vormt de belangrijkste concentratie van bevolking en werkgelegenheid in Noord-Nederland. In Assen zijn vooral de diensten- en de energiesector sterk vertegenwoordigd. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Op 13 maart 2012 is de nationale Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. Deze vervangt onder andere de Nota Ruimte. Echter, de vaste Kamercommissie van Infrastructuur en Milieu heeft besloten dat ze de vastgestelde Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte in behandeling wil nemen (de zogenaamde nahangprocedure). Dit betekent dat de komende maanden nog niet begonnen kan worden met het doorvoeren van de SVIR. Met een nahangprocedure kunnen eventuele opmerkingen en wensen van de Kamer alsnog worden verwerkt. De SVIR bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat van invloed zijn op de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevestigt in juridische zin die kaderstellende uitspraken. De Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) is de ministeriële regeling. Op 30 december 2011 zijn het Barro en de Rarro in werking getreden. Bij het voorliggende plan zijn het Barro en de Rarro van toepassing in verband met het militair oefenterrein. Met de structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 13

16 Met de SVIR wordt ingezet op het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland. De A28 en het spoortracé Assen-Beilen (spoorlijn Groningen - Zwolle) maken deel uit van de nationale ruimtelijke hoofdstructuur en zijn van nationaal belang voor de rijksdoelen rond concurrentiekracht, bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid, zodat een samenhangende ruimtelijke hoofdstructuur zichtbaar wordt. Assen is weergegeven als "Multimodaal knooppunt en ketenmobiliteit". Daarbij is de A28 opgenomen als nationale weg en Groningen geldt hierbij als "Excellent vestigingsklimaat in stedelijke regio met topsectoren". De volgende nationale belangen zijn van toepassing op het plangebied en de omgeving. 1. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie. 2. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen. 3. Efficiënt gebruik van de ondergrond. 4. Een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio's inclusief de achterlandverbindingen. 5. Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor en vaarwegen. 6. Het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen. 7. Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water), bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's. 8. Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten. 9. Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten. 10. Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten. 11. Zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen. Wat betreft de (inter)nationale bereikbaarheid van stedelijke regio's met topsectoren ligt Assen aan een (inter)nationaal hoofdwegennet en een "overig" (inter)nationaal spoorwegennet. Assen ligt nabij een stedelijke regio met topsectoren en een "overige" luchthaven van nationale betekenis. Ook is aangegeven dat er ruimte is voor elektriciteitsvoorziening, namelijk de hoogspanningslijn die ook door het plangebied loopt. Daarnaast is het plangebied aangewezen voor een gebied voor gas: producerend en aan de westkant van de A28 ligt een productielocatie. De afbeelding met het hoofdwegennet laat zien dat bij de A28 (ook bij het plangebied) ruimte is voor verbreding. De spoorlijn maakt onderdeel uit van het nationale spoorwegennet. Het natuurterrein (met daarbij het oefenterrein) Baggelhuizen maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Aan de oostzijde van de A28 ligt het Nationaal Landschap Drentsche AA. Het militair terrein in het plangebied is ook opgenomen als groot oefengebied, waarbij ruimte is voor militaire activiteiten. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 14

17 Het Rijk zet het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, leefbaar en veilig Nederland. De voorgenomen ontwikkeling betreft een uitwerking van het nationale beleid. De ontwikkeling speelt in op het verbeteren van de bereikbaarheid van de stedelijke regio's. In het voorliggende plan wordt ook rekening gehouden met de overige genoemde omgevingsaspecten. Crisis- en herstelwet De Crisis- en herstelwet (Chw) maakt het mogelijk procedurele wijzigingen door te voeren om zo spoedig mogelijk tot snellere besluitvorming te komen. Om de ontwikkelingen binnen de FlorijnAs versneld te kunnen realiseren is besloten gebruik te maken van de Chw. Op 31 maart 2010 is de Chw in werking getreden. Met de wet wordt de economie gestimuleerd. Daarnaast is de wet gericht op duurzaamheid, energie en innovatie. Voor de toepassing van de Chw moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan. Per 17 juli 2010 is het "besluit van 13 juli 2010 houdende regels ter uitvoering van de Crisis- en herstelwet, eerste tranche" in werking getreden. In deze aanvulling op de Chw is in artikel 9 de FlorijnAs aangewezen als een lokaal project van nationale betekenis in de zin van artikel 2.18 en 2.19 Chw. Naar aanleiding daarvan is een zogenaamde structuurvisie-plus opgesteld, waarop de artikelen 2.18 en 2.19 Chw van toepassing zijn. Artikel 2.19 lid 2, sub b, onder 3 geeft aan dat in het kader van de totstandkoming van de structuurvisie een analyse van de risico's ten aanzien van de verplichting tot het toekennen van een tegemoetkoming in planschade, als bedoeld in artikel 6.1 Wro, nodig is. Vanwege het gebiedsoverstijgende belang en het feit dat de FlorijnAs alle kenmerken van gebiedsontwikkeling bevat, is het programma in het kader van de Chw aangemerkt als project van nationale betekenis. Een deel van de nieuwe aansluiting op de A28 valt momenteel buiten het plangebied van de FlorijnAs. Voor dit deel is artikel 1.1 Chw, lid 1, onder a van toepassing. Aanleg van wegen wordt genoemd in artikel. 3.4 van de Bijlage I behorend bij de Chw. Het plangebied FlorijnAs zal hierop worden aangepast bij de 5 e tranche van de Crisis- en herstelwet. Voor de FlorijnAs is dus een zogenaamde structuurvisie plus opgesteld, de Structuurvisie FlorijnAs. De plus heeft voornamelijk betrekking op het vroegtijdig concretiseren en afstemmen van het programma met andere bestuursorganen, zodat het uitvoeringstraject versneld kan plaatsvinden. Bij de FlorijnAs is aan de aanvullende bepalingen van de Chw voldaan. In het kader van deze structuurvisie heeft uitgebreid overleg plaatsgevonden met de betrokken vooroverleginstanties. De plannen en het programma zijn hierbij vroegtijdig geconcretiseerd en afgestemd met andere bestuursorganen. Vanwege het uitgebreide overleg, is de fase van voorontwerpbestemmingsplan overgeslagen. Het concept-ontwerpbestemmingsplan is besproken in de projectcommissie met daarbij de relevante vooroverleginstanties. Op die manier zijn de overlegpartners betrokken bij de plannen in het kader van het vooroverleg. De projectcommissie heeft een reactie gegeven. Deze reactie is behandeld als overlegreactie. Het ontwerpbestemmingsplan wordt vervolgens gedurende een periode van zes weken ter visie gelegd. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 15

18 2.2 Provinciaal en regionaal beleid Omgevingsvisie Drenthe De Omgevingsvisie Drenthe (vastgesteld op 2 juni 2010) is het strategische kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkelingen van de provincie Drenthe voor de periode tot 2020 en in een aantal gevallen daar voorbij. De visie formuleert de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijke domein. De Omgevingsvisie Drenthe vervangt het tweede Provinciaal Omgevingsplan Drenthe (POPII). De visie is een integratie van vier wettelijk voorgeschreven planvormen, namelijk de provinciale ruimtelijke structuurvisie, het provinciaal milieubeleidsplan, het regionaal waterplan en het provinciaal verkeers- en vervoersplan. De missie van de provincie is "het koesteren van de Drentse kernkwaliteiten en het ontwikkelen van een bruisend Drenthe, passend bij de kernkwaliteiten van de provincie". De kernkwaliteiten zijn rust, ruimte, natuur, landschap, oorspronkelijkheid, kleinschaligheid, naoberschap, menselijke maat en veiligheid. Onder een "bruisend Drenthe" wordt verstaan een provincie waarin het goed wonen en werken is en waar voldoende te doen is voor jong en oud. Gestreefd wordt naar ruimtelijke kwaliteit door nieuwe ontwikkelingen en bestaande kwaliteiten in samenhang te bezien. De provincie heeft diverse ambities en daarmee ook belangen. De basis hiervoor zijn de wettelijke taken en verantwoordelijkheden. Deze zijn aangevuld met een selectie van onderwerpen die volgens de provincie het meest effectief te beïnvloeden zijn op provinciaal niveau. De onderwerpen hebben betrekking op de aanwezige kwaliteiten en de fysiek-ruimtelijke ontwikkelingen in de provincie Drenthe. Het voorliggende bestemmingsplan is zoveel mogelijk afgestemd op het strategische kader van de omgevingsvisie. De ontwikkeling van Assen-Zuid is specifiek aangeduid op de visiekaart van de omgevingsvisie. De provincie zet onder meer in op: de positionering van Assen als poort tot het nationaal stedelijk netwerk Groningen-Assen; de ontwikkeling van Assen-Zuid in relatie tot het TT-terrein; de ontwikkeling van de Stadsrandzone van Assen. Op de "Visiekaart 2020" is de grens tussen stad en land en het versterken van de bereikbaarheid per spoor aangegeven, waarbij rekening is gehouden met de beoogde ontwikkelingen in Assen-Zuid. Ook op de kaart "Ruimtelijk-economische ontwikkeling en mobiliteit" is de ontwikkeling van Assen-Zuid aangegeven. Het voorliggende bestemmingsplan speelt in op de provinciale belangen. Met dit plan worden infrastructurele verbindingen mogelijk gemaakt waarmee Assen-Zuid kan functioneren als poort van het stedelijk netwerk Groningen-Assen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de ruimtelijk-economische positie van het gebied. Provinciale Omgevingsverordening Drenthe De Provinciale Omgevingsverordening Drenthe (POV) bevat het provinciaal beleid voor de fysieke leefomgeving van de provincie. De verordening legt randvoorwaarden vast waaraan gemeenten bij ruimtelijke planontwikkeling zijn gehouden. Op 9 maart 2011 is de Verordening Ruimtelijk Omgevingsbeleid vastgesteld, met de "Vijfde wijzigingstranche Provinciale omgevingsverordening". Met deze tranche is hoofdstuk 3 Ruimtelijk Omgevingsbeleid als onderdeel aan de bestaande POV uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 16

19 toegevoegd. De toevoeging vloeit voort uit de Omgevingsvisie en de daarin neergelegde sturingsfilosofie. De verordening betreft een juridische vertaling van dit beleid; er is geen nieuw beleid aan toegevoegd. De verordening is gericht tot de gemeenten en bevat voorschriften waaraan ruimtelijke plannen, waaronder bestemmingsplannen, dienen te voldoen. Hierin zijn onder andere de regels voor het Nationale Landschap vastgelegd, maar ook het toepassen van de SER-ladder en (duurzaam) gebruik van de ondergrond. Een ruimtelijk plan voor infrastructuur kan slechts in ruimtevragende ontwikkelingen voorzien, indien uit het desbetreffende ruimtelijk plan blijkt dat dit op basis van de SER-ladder gerechtvaardigd is. De SER-ladder is een methode om te komen tot zorgvuldig ruimtegebruik bij het inpassen van ruimtebehoefte langs de volgende stappen: 1. gebruik de ruimte die al beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar gemaakt kan worden; 2. maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen; 3. indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik buiten bestaand stedelijk gebied aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak. Door een zorgvuldige keuze van de locatie van de ruimtebehoevende functie en door investeringen in kwaliteitsverbetering van de omliggende groene ruimte moet worden verzekerd dat het meerdere ruimtegebruik de kwaliteit van natuur en landschap respecteert en waar mogelijk versterkt. Bij de voorgenomen ontwikkeling is een afweging gemaakt tussen de verschillende relevante waarden en belangen. Bij de ontwikkeling is sprake van een groot openbaar belang. Het betreft de aanleg van zeer belangrijke infrastructurele voorzieningen, waarmee Assen-Zuid kan functioneren als poort van het stedelijk netwerk Groningen-Assen. De FlorijnAs is het belangrijkste ontwikkelingsgebied van de gemeente Assen. Het totale programma geeft een enorme impuls aan de economische en ruimtelijke ontwikkeling die van betekenis is op landelijk en regionaal niveau. De FlorijnAs geeft een krachtige impuls aan stad en regio. De regionale arbeidsmarkt wordt versterkt. De investeringen in gebiedsontwikkelingen en bereikbaarheid (waaronder de voorgenomen ontwikkeling) vergroten de vitaliteit en aantrekkingskracht van het gehele verzorgingsgebied van Assen. Dit is ook in het belang van de omliggende gemeenten. Daarom is ook afstemming gezocht met de betrokken overheden bij het ontwikkelen van de plannen. De aanwezige waarden blijven in stand. Het plangebied grenst aan het Nationaal Landschap Drentsche Aa. Ontwikkelingen in het Nationaal Landschap moeten hiermee rekening houden. Het plangebied valt hier dus buiten. Het plangebied valt binnen in de beschermingszone van de radiotelescoop Westerbork. Deze beschermingszone heeft als doel te voorkomen dat binnen deze zone bebouwings- en gebruiksmogelijkheden worden toegelaten waarbij elektromagnetische straling ontstaat die een storend effect heeft op de waarnemingen van de radiotelescoop. Met name hoge bebouwing en gemotoriseerd verkeer kunnen daarop van invloed zijn. Via de aanvullende regeling wordt daar rekening mee gehouden. In het voorliggend bestemmingsplan is hiermee rekening gehouden. In Hoofdstuk 6 is hier nader op ingegaan. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 17

20 Bij het onderdeel "Omgevingsvisie Drenthe" is reeds de provinciale Omgevingsvisie behandeld. Hierin is aangegeven dat voor het gebied diverse provinciale belangen van toepassing zijn en dat het voorliggende bestemmingsplan een uitwerking is van deze belangen. Regiovisie Groningen-Assen 2030 De Regio Groningen-Assen is een samenwerkingsverband van twaalf gemeenten en twee provincies. Samen vormen zij de belangrijkste concentratie van bevolking en werkgelegenheid in Noord-Nederland. Het samenwerkingsverband heeft een globale visie opgesteld (in 2004) voor de gewenste ontwikkelingen van de regio tot De Regio Groningen-Assen streeft naar een gezonde economische basis, goede bereikbaarheid, voldoende en gevarieerd woningaanbod en naar behoud van rust, ruimte en schone lucht. De ontwikkeling van locaties in de steden voor bestaande en nieuwe economische functies en voorzieningen dient op regionaal niveau te leiden tot een samenhangend en bereikbaar aanbod. Er moet een relatie worden gelegd met de ontwikkeling van nieuwe infrastructurele knooppunten. De Regio wil bij steden ruimte creëren voor nieuwe economische bedrijvigheid. Het doel is om bedrijven en maatschappelijke voorzieningen te bundelen op goed bereikbare locaties aan de hoofdinfrastructuur en op OV-knopen in de steden. De Regio gaat gezamenlijk regionale locaties ontwikkelen waar ruimte is voor bedrijven en voorzieningen die op regionale en bovenregionale schaal opereren. Assen wordt gezien als stedelijk centrum. Assen ontwikkelt zich als de tweede stad van de regio als een van de twee polen in de as Groningen-Assen. De stad krijgt de rol om te voorzien in de behoefte aan stedelijke uitbreiding op het gebied van wonen, werkgelegenheid, voorzieningen en zorg. Assen krijgt een stedelijkere identiteit. De opgave van de Regio Groningen-Assen is en blijft een goede bereikbaarheid voor de gehele regio te garanderen en de gebiedsspecifieke kwaliteiten te behouden. Ingezet wordt op het tegengaan van bereikbaarheidsproblemen. Dit is van belang voor het sociaal-economisch functioneren van de regio als geheel. De verbindende infrastructuur, die met het voorliggend bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, past goed binnen deze beleidsopgaven. Met de ontwikkelingen wordt de bereikbaarheid van de regio en de aanwezige voorzieningen verbeterd. De invulling van het plangebied voldoet hiermee aan de Regiovisie Groningen-Assen. De Regiovisie Groningen-Assen 2030 wordt herijkt. De voorgenomen ontwikkeling past ook binnen de uitgangspunten van deze herijking. Waterschapsbeleid Het beleid van waterschap Hunze en Aa's is verwoord in het Beheerplan 2010 t/m Het waterschap heeft de ruimtelijke zonering van de provincie vertaald naar een eigen zonering met water als belangrijkste element. Het waterschap benadrukt in haar functiezonering de volgende aspecten: de hoogte van de waterpeilen en het gewenste grondwaterregime (GGOR), een optimale wateraanvoer en -afvoer (waterkwantiteit), de waterkwaliteit voor verschillende functies en de inpassing van water in het landschap. Het waterschap Hunze en Aa's kent binnen het beheergebied zeven watersystemen. Voor al deze stroomgebieden zijn integrale watersysteemplannen opgesteld waarin de doelen voor het Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en de Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn opgenomen. De KRW omvat regelgeving ter bescherming van alle wateren door uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 18

21 middel van het stellen van haalbare doelen die voor de eerste termijn in 2015 worden bereikt. De kaderrichtlijn gaat daarbij uit van een benadering vanuit de stroomgebieden. De uitvoering van de kaderrichtlijn vraagt een grote inspanning van verschillende partijen op internationaal, nationaal en regionaal niveau. Het waterschap zoekt naar duurzame oplossingen. Het waterschap wil dat het water zoveel mogelijk binnen een plangebied wordt vastgehouden en dat relatief schoon water ook relatief schoon blijft. Een toename van het verharde oppervlak in risicogebieden of beekdalen wordt gecompenseerd met extra waterberging. Regenwater dat op verharde oppervlaktes valt en schoon genoeg is, wordt zoveel mogelijk vastgehouden of geborgen en eventueel hergebruikt. De laatste mogelijkheid is afvoeren via bestaande watergangen. Het eigendom, beheer en onderhoud van alle oppervlaktewater en de bijbehorende infrastructuur ligt bij waterschap, gemeente of derden. Veranderingen hierin moeten besproken worden met de betrokkenen. Daarnaast zijn vergunningen op basis van de Waterwet nodig. Ook moet langs hoofdwatergangen een beschermingszone van 5 meter gevrijwaard blijven van obstakels. Obstakels kunnen bijvoorbeeld zijn: heggen, afrastering en bomen. Alle werken binnen de beschermingszone dienen via een Keurontheffing te worden aangemeld. Hier zal in de planvorming rekening mee moeten worden gehouden. 2.3 Gemeentelijk beleid Structuurplan Stadsrandzone In dit structuurplan (uit 2008) geeft gemeente Assen haar visie op de toekomstige ontwikkeling in de westelijke stadsrand van Assen, van Assen-Zuid tot en met bedrijventerrein Messchenveld. In de komende jaren zal de landelijke trend zijn dat het autobezit en -gebruik nog (fors) toenemen. Deze trend krijgt ook zijn weerslag in Assen. De locatiekeuze voor woon- en werkgebieden moet afgestemd worden op de capaciteit en ontwikkelingsmogelijkheden van de stedelijke hoofdinfrastructuur voor auto, fiets en openbaar vervoer. In het structuurplan is Assen-Zuid concreet aangegeven als voorkeurslocatie voor een toekomstige werklocatie. De regio Groningen-Assen is aangewezen als nationaal stedelijk netwerk. Van oudsher is sprake van een relatief uitgebreide ontwikkeling op de as tussen Assen en Groningen. De ontwikkeling voltrekt zich daarbij niet alleen langs de historische as, maar vooral langs de nieuwe as, de autosnelweg A28 en de N33. In de oksels van de aansluiting worden bedrijvenlocaties ontwikkeld, prominent als zichtlocatie. De stroomwegen (A28 en N33) rondom Assen bieden in de toekomst nog voldoende capaciteit om een toename in de intensiteit van het gemotoriseerde verkeer te verwerken. Bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen, zoals de werklandschappen in Assen-Zuid, zal de druk op de bestaande infrastructuur van Assen toenemen. Het hoofdwegennet (ontsluitingswegen) van Assen heeft in de toekomst (na 2020) niet op alle plaatsen voldoende capaciteit om de toename van het gemotoriseerde verkeer door de groei van het aantal inwoners/woningen te verwerken. Dit komt vooral naar voren op de toegangsroutes naar de stad en bij de aansluitingen op de Europaweg. Spreiding van verkeer over meerdere poorten van de binnenstad verdient de voorkeur. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 19

22 Om ontwikkelingen op te kunnen vangen dienen nieuwe grootschalige infrastructuur te worden gerealiseerd, met name richting het centrum en de A28. Om te voorkomen dat de A28 niet uitgebreid kan worden is het belangrijk om langs de A28 ruimte te reserveren voor verbreding en ook voor het mogelijk ontwikkelen van een zogenaamde by-pass, een nieuwe ontsluitingsweg parallel aan de A28. Een alternatief, een nieuwe rondweg op afstand van de A28, is minder gewenst vanwege de doorsnijding van het landschap. In het plan is ook de verdubbeling van de N33 opgenomen. Daarbij is aangegeven dat het knooppunt A28/N33 moet worden aangepast. Het gebied is reeds redelijk verstoord door de aanwezigheid van de A28, N33 en de spoorlijn. Daarmee kan gesproken worden van een relatief mindere mate van aantasting van de gaafheid van het landschap. Deze aantasting zal nauwelijks toenemen door de geplande ingrepen. De voorgenomen ontwikkelingen zijn reeds opgenomen in het structuurplan voor de stadsrandzone. Daarmee wordt Assen-Zuid optimaal bereikbaar en wordt de bestaande stad minder belast door gemotoriseerd verkeer. Structuurvisie Assen 2030 De Structuurvisie Assen 2030 "Hoofdstad Assen" (februari 2010) is een integrale visie voor de gemeente. Hierin zijn de hoofdlijnen van het beleid aangegeven in woord en beeld. De structuurvisie bouwt voort op de visie "Assen Koerst" (2001) en Structuurplan stadsrandzone Assen welke de gewenste ontwikkelingen tot 2020 beschrijven (het structuurplan biedt ook een doorkijk naar de langere termijn). In de Structuurvisie Assen 2030 zijn ideeën uit eerder gemaakte plannen en visies op vergelijkbaar niveau verwerkt. Deze voorgaande plannen en visies worden dan ook niet uitgebreid behandeld in dit bestemmingsplan. In de structuurvisie is omschreven hoe de stad zich heeft ontwikkeld en wat de verwachtingen en ambities zijn ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling (tot 2030). Deze verwachtingen en ambities vormen de basis voor het beleid dat vervolgens is beschreven voor verschillende thema's en deelgebieden. Assen-Zuid is als zuidelijke entree van het nationaal stedelijk netwerk Groningen-Assen dé toplocatie van Noord-Nederland, onder meer voor de werklandschappen. Het gebied is perfect bereikbaar met de koppeling van de A28 en de N33 en de aanleg van een nieuw station. Verder liggen er in het zuidwestelijke deel van de stadsrandzone kansen voor het versterken van de toeristische sector. De zone tussen recreatiegebied Baggelhuizen en het TT-terrein is geschikt voor intensieve vormen van toerisme en recreatie. Bij de ontwikkeling van dit gebied wordt gestreefd naar een betere ontsluiting van het TT-terrein, zowel voor auto's/motoren als voor openbaar vervoer. Het TT-gebied moet aantrekkelijker worden voor een bredere doelgroep en uitgroeien tot een Nationaal Evenementen Terrein. De economische en ruimtelijke ontwikkeling van Assen moet vooral langs de noord-zuidas plaatsvinden. Met het oog op toekomstige ontwikkelingen vraagt de noord-zuidroute om een verbetering. De FlorijnAs voorziet hierin. Verbeteringen vinden onder andere plaats aan de N33 en A28 en er komt een nieuw treinstation (station Assen Zuid). uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 20

23 Deze beleidslijn is uitgewerktt in de Masterstudie FlorijnAs en heeft een juridische basis gekregen in de Structuurvisie e FlorijnAs. De masterstudie maakt een aantal thema's uit de structuurvisie concreet. Het gaat bijvoorbeeld om de bereikbaarheid van de stad (fiets, OV en auto) en de kans om Assen mooier te maken. m In Assen-Zuid komt ruimte voor bedrijven, een nieuw station en toerisme en recreatie Assen-Zuid. Bij Assen-Zuid ontstaat, als gevolg van de nieuwe aansluitingen op de d A28, de verdubbeling van de N333 van Assen naar Zuidbroek (A7) en het nieuwe NS station Assen Zuid, een nieuwe entree naar de stad. In de masterstudie zijn speerpunten opgenomen voor duurzame en sociale gebiedsontwikkeling van Assen-Zuid met betrekking tot duurzaamheid, landschappelijkee inpassing, actief parkmanagement, werkgelegenheid en bereikbaarheid. Op de visiekaartt van de structuurvisie zijn de voorgenomen infrastructurele verbindingen aangegeven als toekomstig ontwikkeling. Afbeelding: Kaart Structuurvisie Assen 2030 Met de structuurvisie wordt onder anderee ingezet op het versterken van de regionale positie van Assen door invulling van de noord-zuidas s en uitvoering geven aan het programma FlorijnAs. Het voorliggende plan betreft dus d een uitwerking van de beleidsopgaven uit de structuurvisie. Masterstudie FlorijnAs In 2008 is door de gemeentee Assen met het projectplan Masterstudie FlorijnAs opdracht verstrekt tot het opstellen van een ruimtelijke visie voor de toekomstt van dit gebied. De ambities van de Structuurvisie Assen 2030 zijn uitgewerkt in de Masterstudie FlorijnAs. De uitkomsten van deze Masterstudie dienen als uitgangspunten voor de uitwerking van het deelgebied Assen-Zuid. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 21

24 Belangrijke doelstellingen in deze studie zijn economische versterking en verbetering van de bereikbaarheid. De belangrijkste punten uit de Masterstudie FlorijnAs zijn: In Assen-Zuid komt ruimte voor bedrijven, een nieuw station Assen Zuid en toerisme en recreatie (toeristisch recreatieve zone (TRZ)). De belangrijke verkeersader Overcingellaan verandert in een stadsboulevard. Deze boulevard sluit aan bij het groene karakter van de stad en kan tegelijkertijd meer verkeer verwerken. Het huidige stationsgebied is in 2030 een aantrekkelijke entree van de stad. Het nieuwe stationsplein verbindt de oost- en de westkant van de stad. Het centrum van Assen wordt het bereikbare hart van de regio. Het openmaken van Het Kanaal en de doorgaande vaarverbinding brengen de binnenstad verder tot leven. Het stadsbedrijvenpark wordt opgeknapt. Het naastgelegen Havenkwartier wordt een aantrekkelijke woonlocatie met uitzicht over het water. De natuur in en om Assen krijgt veel aandacht. Zo komt er een verbinding tussen het natuurgebied Drentsche Aa en de binnenstad. De FlorijnAs vormt zo een "rits" tussen stad en landschap. Fietsers krijgen met de aanleg van nieuwe fietsroutes volop de ruimte. Zo komt er een nieuwe groene fietsroute van oost naar west. Die loopt vanaf de Vaart langs het Kanaal en het nieuwe havenkwartier. Er komt een comfortabele fietsroute die van noord naar zuid langs de stadsboulevard loopt. Een ringstructuur verknoopt de gebiedsontwikkelingen in Assen-Zuid met elkaar en borgt de relatie met de stad. Deze ringstructuur wordt binnen het project Assen-Zuid verder uitgewerkt. Structuurvisie FlorijnAs De Structuurvisie FlorijnAs (vastgesteld op 27 oktober 2011) is een uitwerking van de integrale Structuurvisie Assen De ambities van de Structuurvisie Assen 2030 hebben een juridische basis gekregen in deze Structuurvisie FlorijnAs. De FlorijnAs is het belangrijkste project in de verdere vorming van Assen op weg naar De gemeente Midden-Drenthe heeft een verklaring hangend onder de Structuurvisie FlorijnAs mede ondertekend. De meest belangrijke ambities uit de Structuurvisie FlorijnAs zijn de volgende zes punten: 1. Bereikbaarheid: Assen is voor iedereen bereikbaar in alle vormen van vervoer. 2. Economische ontwikkeling: Assen is met Groningen de motor van de noordelijke economie en moet de groeiopgave voor de regio faciliteren. De stad biedt voldoende werk en voorzieningen voor eigen inwoners en die van de regio. 3. Sociaal: Assen is in 2030 een stad waarin iedereen meedoet en zich kan ontplooien en zich verantwoordelijk voelt en verantwoordelijkheid neemt voor zichzelf, elkaar en de leefomgeving. Een stad waar mensen zich veilig en prettig voelen. 4. Duurzaam: Zoveel mogelijk energie besparen en in resterende behoefte voorzien via duurzame energie, en stedelijke kwaliteit verhogen waarbij groen en ecologie wezenlijke onderdelen vormen van de leefomgeving. 5. Aantrekkelijk: Assen biedt voor haar bestaande en toekomstige inwoners en bezoekers een aantrekkelijk woon-, werk- en verblijfsklimaat. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 22

25 6. Assens: Assen is een stad met een herkenbare eigen e identiteit: de hoofdstad van Drenthe. De FlorijnAs voorziet in een breed programma en omvat uiteenlopende ruimtelijke interventies: herontwikkeling, transformatie, revitalisering, intensivering van het ruimtegebruik, infrastructurele ingrepen, een nieuw bedrijventerreb ein en landschapsontwikkeling. In de FlorijnAs is i een zestal deelprojecten te onderscheiden dat elk een eigen karakter kent en specifieke (her)ontwikkelkansen heeft. Deze zes ontwikkelingsgebieden moeten in samenhang worden beschouwdd als onderdeel van een groter geheel, de FlorijnAs. Juist de optelsom enn samenhangg maakt de FlorijnAs tot een bijzondere, grote en complexe opgave met een impact diee duidelijk uitstijgt boven het lokale niveau. Aan de zuidkantt van de stadd zijn verschillende ontwikkelingen. Hoofddoelstelling van het project Assen-Zuid is ruimte bieden aan de economische ontwikkeling van Assen als poort van hett stedelijk netwerk Groningen-Assen. Assen-Zuid is een veelomvattend project met een drietal hoofdelementen. Het gaat omm de aanleg van een bedrijventerrein, de ontwikkeling van een toeristisch recreatieve zone en verbindende infrastructuur. Assen-Zuid wordt gerealiseerd met bijzondere aandacht en ambitie voor duurzaamheid, landschappelijke kwaliteiten, natuurwaarden en sociale aspecten. Op de afbeelding "Uitsnede kaart Structuurvisie FlorijnAss voor het deelgebied Assen-Zuid" zijn de beleidsopgaven voor dit deelgebied in beeld gebracht. g Afbeelding: Uitsnede kaart Structuurvisie FlorijnAs voor het deelgebied Assen-Zuid Voor deze ontwikkelingen is een goede bereikbaarhe eid van Assen-Zuid essentieel. Met het voorliggende plan wordt de aansluiting van het h nieuwe werklandschap Assen-Zuid en de toeristischh recreatieve zone (inclusief het TT-terrein) op de N33 en de A28 mogelijk gemaakt. In de structuurvisie zijn deze ontwikkelingen ook als zodanig weergegeven. Het voorliggende plan betreft dus een uitwerking van opgaven die in de structuurvisie zijn opgenomen. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 23

26 Duurzaamheidvisie De Duurzaamheidsvisie is een kaderstellende visie voor aanpalende beleidsvelden. In de visie wordt aangegeven op welke terreinen in het gemeentelijke beleid aandacht wordt besteed aan de bredere duurzaamheidsdoelstelling en wordt verwezen naar de ambities in deze beleidsterreinen. In een aantal gevallen zijn de ambities aangescherpt, vooral met het oog op de ambitie om CO 2 -neutraal te worden als gemeente. Enerzijds gaat het om maatregelen/ambities met betrekking tot de gemeentelijke organisatie en anderzijds om een duurzame ruimtelijke inrichting. Groenvisie Stadsrandzone Om de balans tussen rood en groen in de westelijke stadsrandzone te bewaren, is er een opgave van 200 hectare nieuw groen in de periode tot Daarnaast is er een opgave voor 800 hectare versterking van landschap. De voorgenomen ontwikkeling betreft een uitwerking hiervan. Groenstructuurvisie Met de Groenstructuurvisie is het groenbeleid voor de gemeente voor langere termijn vastgelegd. De gemeente Assen heeft de duurzame ambitie om het groen en blauw te beschermen en waar nodig te verbreden door middel van: consolidatie: de bestaande landschaps- en natuurstructuren beschermen; kwalitatieve versterking: de landschaps- en natuurstructuren waar nodig uitbouwen, verbinden en versterken; integratie in het ruimtelijk beleid: de "groene" belangen vroegtijdig in de ruimtelijke planvorming betrekken om daarmee te zorgen voor een evenwichtige inbreng van het groen. Het "Groene Frame" is de vertaling van de Groenstructuurvisie naar de praktijk en biedt op basis van inventarisatie en een aanvullende analyse inzicht in de knelpunten, kwaliteiten en ontwikkelkansen voor het groen en blauw. Het Groene Frame van Assen vormt het toetsingskader bij het ontwikkelen van nieuwe initiatieven en toekomstige projecten, zo ook voor het voorliggende plangebied. Waterplan Gemeente Assen: Assen Koerst op Helder Water De gemeente heeft in 2006 het Waterplan vastgesteld. Het plan heeft een planperiode van vier jaar die is verlengd tot Dit plan geeft een strategische visie van het gemeentelijk beleid omtrent het aspect water. In het plan zijn beleidskaders aangegeven waarbinnen het gemeentelijk rioleringsplan (GRP), baggerplannen, bestemmingsplannen, groenplannen, herstructureringsplannen nader kunnen worden uitgewerkt. Ten gevolge van de klimaatsveranderingen wordt in het kader van Waterbeheer 21e eeuw (WB21) onderzoek gedaan naar herziening van de ontwerpnormen voor het watersysteem. Door toename van de temperatuur, bodemdalingen, neerslaghoeveelheden en intensiteiten zal het watersysteem op basis van inundatierisico s moeten worden getoetst. Voor de gehele gemeente is het uitgangspunt dat in ieder geval het huidige oppervlaktewatersysteem gehandhaafd dient te blijven (stand-still beginsel) en zo mogelijk in geval van herstructurering en revitalisering met bergingscapaciteit wordt uitgebreid. Water moet weer een duidelijke en zichtbare plaats krijgen in en rond Assen, waarbij bestaande waterstructuren de basis vormen voor nieuwe ontwikkelingen. Met de voorgenomen ontwikkeling wordt hier ook invulling aan gegeven. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 24

27 Beleidsvisie externe veiligheid gemeente Assen Om ruimte te bieden aan de ruimtelijke ontwikkeling van v de gemeente Assen en om er voor te zorgen dat er geen onnodige of onacceptabe le veiligheidsrisico s worden gelopen, is het wenselijk om sturing te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen binnen bestaande risicocontouren. De gemeentee Assen kiest voor gebiedsgerichte ambitieniveaus. Voor woonwijkenn kiest Assenn voor een maximaal veiligheidsniveau. Op bedrijventerreinen kiest Assen voor een grotere flexibiliteit om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. Voor de transportzones is gekozen voor een veiligheidsniveau dat de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen onder voorwaarden mogelijk maakt, ook bij de voorziene ontwikkelingen in transportintensiteit. Voor het buitengebied van het gemeentelijk grondgebied kiestt Assen voor r een veiligheidsniveau dat gelijk iss aan dat van bedrijventerreinen. Het grootste deel van het buitengebied is primair een productiegebied. Per gebied zijn de ambities vertaald in randvoorwaarden met betrekking tot plaatsgebonden risico en groepsrisico. In de volgende tabel zijn de ambitieniveaus per type gebied weergegeven. Afbeelding: Niveaus externe veiligheid (bron: Beleidsvisie externee veiligheid gemeente Assen) Archeologisch erfgoed in de gemeente Assen; een archeologische waarden- en verwachtingskaart met beleidsadviezen Voor de gemeente Assen is het rapport "Archeologisch erfgoed in de gemeente Assen; een archeologische waarden- en verwachtingskaart met m beleidsadviezen" opgesteld. Met dit archeologisch onderzoek is inzicht gegeven inn de aanwezigheid en hett karakter van de archeologische resten binnen het grondgebied van de gemeente. Dit ten t behoeve van toekomstige planvorming en planuitvoering. Gekozen is voor een gebiedsgerichte benadering,, waarbij is geïnformeerd over verwachtingen mett betrekking tot de archeologische karakteristieken vann het gebied.. Tevens is archeologisch beleid geformuleerd. In het kader van de voorgenomen ontwikkelingen is archeologisca ch onderzoek uitgevoerd. Dit is gedaan op basis van de archeologische waarden- en verwachtingskaart met beleidsadviezen. Het archeologisch onderzoek is opgenomen in paragraaf 5.2. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 25

28 Nota Bodembeheer gemeente Assen In de nota bodembeheer is invulling gegeven aan de bodemambities van de gemeente Assen met betrekking tot hergebruik van grond en baggerspecie. De gemeente Assen heeft voor gebiedsspecifiek beleid gekozen. In paragraaf is omtrent bodem ingegaan op de relevante onderdelen. Conclusie De ontwikkeling van de verbindende infrastructuur in Assen-Zuid past binnen de bestaande beleidskaders en visiedocumenten voor de ruimtelijke ontwikkeling in en rondom Assen. Bij de ontwikkeling en invulling zal rekening worden gehouden met (de uitgangspunten van) deze documenten. De juridisch-planologische regeling van het nieuwe bestemmingsplan wordt hierop afgestemd. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 26

29 Hoofdstuk 3 Kenschets plangebied Het plangebied maakt onderdeel uit van het werklandschap Assen-Zuid. Het werklandschap biedt ruimte aan nieuwe bedrijvigheid tot en met ongeveer het jaar De juridisch-planologische situatie van het gebied is vastgelegd in het recent vastgestelde bestemmingsplan "Werklandschap Assen - Zuid". In dit plan is het gebied bestemd als bedrijventerrein en biedt het ruimte voor de economische ontwikkeling van Assen als poort van het stedelijk netwerk Groningen-Assen. Het plangebied, gelegen tussen de A28, de N33 en het spoor, heeft in de huidige situatie hoofdzakelijk een agrarische functie. Het grondgebruik wordt dan ook door deze functie bepaald en bestaat grotendeels uit weiden en akkers. Daarnaast komen er in het plangebied ook een aantal bospercelen voor. Tussen de A28 en Graswijk heeft het gebied een overwegend open karakter. In het oostelijk deel van het plangebied, tussen Graswijk en de spoorlijn, zijn landschapselementen aanwezig zoals boselementen, houtsingels en dergelijke. Hierdoor heeft dit gebied een meer gevarieerd en meer besloten karakter. Het plangebied ligt tussen twee natuurgebieden in. Aan de oostzijde van het plangebied ligt natuurgebied Drentsche Aa (Natura 2000-gebied en Ecologische Hoofdstructuur; deelgebied Geelbroek ligt meest nabij plangebied) en ten westen van het plangebied ligt het Witterveld (ook Natura 2000-gebied en Ecologische Hoofdstructuur). De enige (doorgaande) weg die in de huidige situatie door het werklandschap loopt, is Graswijk. Dit is een gebiedsontsluitingsweg (80 km/uur) met een vrijliggende parallelstructuur (60 km/uur). Deze weg vormt de lokale verbinding tussen Assen en Hooghalen en is de externe ontsluiting voor het plangebied. Aan de noordzijde van het plangebied loopt Graswijk onder de N33 door, waarna de weg aansluit op de Europaweg-Zuid in Assen. Graswijk vormt voor zowel autoverkeer, fietsverkeer als openbaar vervoer (buslijnen 22, 23 en 622) de enige ontsluiting. De spoorlijn Assen-Beilen en de A28 zijn de regionale verbindingen die het gebied begrenzen of doorsnijden. Aan de oostzijde loopt de spoorlijn tussen Assen en Zwolle. Aan de westzijde van het plangebied loopt de A28. In de huidige situatie heeft de A28 geen rechtstreekse aansluiting heeft op het plangebied. Het gebied is reeds redelijk verstoord door de aanwezigheid van de A28, N33 en de spoorlijn. Daarmee kan gesproken worden van een relatief mindere mate van aantasting van de gaafheid van het landschap. Deze aantasting zal nauwelijks toenemen door de geplande ingrepen. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 27

30 Afbeelding: Impressie van het plangebied uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 28

31 Hoofdstuk 4 Planbeschrijving Het gebied voor de infrastructurele maatregelen bestaat uit drie deelgebieden, namelijk een deelgebied voor de partiële herziening (deelgebied 1), een deelgebied voor het uitwerkingsplan (deelgebied 2) en een deelgebied voor de omgevingsvergunning (deelgebied 3). Dit bestemmingsplan betreft deelgebied 2. In Bijlage 1 is de situering van het deelgebied van het voorliggende uitwerkingsplan weergegeven. In onderstaande planbeschrijving wordt voor de volledigheid en totaalbeeld van het project Assen-Zuid in totaliteit beschreven. Assen-Zuid van grote betekenis voor de regio Assen Zuid neemt een belangrijke plaats in de regio in. Voor de economische ontwikkeling, werkgelegenheid en bereikbaarheid (inclusief openbaar vervoer) van de regio is het totaalgebied Assen-Zuid van grote betekenis. De ontwikkelingen van het werklandschap, de toeristisch recreatieve zone (TRZ) en de verbindende infrastructuur vormen samen - als onderdeel van de FlorijnAs - een belangrijke schakel in het Nationaal Stedelijk Netwerk Groningen-Assen. Voor de ontwikkeling van de verbindende infrastructuur wordt een deel van het militair oefenterrein verplaatst naar het tot voor kort voor militaire doeleinden gebruikte bos- en heideterrein nabij de Baggelhuizerplas. Assen-Zuid ligt op een kruispunt van twee hoofdaders in het Noorden, de A28 en N33. Daarmee heeft het gebied de potentie om uit te groeien tot een toplocatie in het noorden van Nederland. Een zeer belangrijke randvoorwaarde hiervoor is een goede bereikbaarheid over de weg en het spoor. Een nieuwe aansluiting bij Assen-Zuid is cruciaal voor de ontwikkelingen van het werklandschap en de toeristisch recreatieve zone (TRZ). Ook bevindt zich in Assen-Zuid het TT-terrein. De aansluiting is ook nodig voor een goede ontsluiting van het TT-terrein. Met de nieuwe aansluiting is sprake van een verbetering van de aan- en afvoer van bezoekers bij grotere evenementen op het terrein. Op de volgende afbeelding zijn de nieuwe aansluiting en de infrastructurele verbindingen weergegeven. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 29

32 Afbeelding: Voorgenomen aansluiting en infrastructurele verbindingen bij de A28 en omliggende gebieden Hieronder wordt ingegaan opp de ontwikkelingen van de omliggende gebieden, waarvoor de aansluiting en verbindingenn worden gerealiseerd. Werklandschap Diverse onderzoeken (zie hiervoor het bestemmingsplan "Werklandschap Assen - Zuid" en de bijbehorende MER) geven een onderbouwing van de nut en noodzaak van de realisatie van het werklandschap. Aangetoond is dat d er behoefte bestaat aan het ontwikkelen van het werklandschap Assen-Zuid, ongeacht de huidige - nog niet geheel gevulde - bedrijfsterreinen inn Assen. Assen-Zuid is bijvoorbeeld nodig om bedrijven uit het stadsbedrijvenpark op tee vangen in verband met de (gedeeltelijke) transformatie uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 30

33 van dit bedrijventerrein naar woningbouw. In het noordelijke deel, nabij het station Assen Zuid ligt de nadruk op hoogwaardige bedrijven en sensor technologie. Aan de westzijde is ruimte voor grotere bedrijven. Dit betekent dat de noordoostzijde van het werklandschap naar verwachting meer werknemers en bezoekers zal trekken dan het resterende deel. Het deel waar meer "logistieke" bedrijven en meer productiebedrijven zal worden gevestigd heeft erg veel baat bij een directe aansluiting op de A28. Toeristisch recreatieve zone Aan de westzijde van de A28 is dynamiek van de toeristisch recreatieve zone (TRZ) en het TT-terrein. In de TRZ is ruimte voor toeristisch recreatieve bedrijvigheid rond het TT-circuit en TT-World en de Baggelhuizerplas. Hierbij wordt ingezet op een groei naar anderhalf tot twee miljoen bezoekers per jaar (tot 2030). De visie op het gebied gaat uit van de ontwikkeling van het TT-circuit, vermindering van de geluidhinderbeleving en vergroting van de kwaliteit van het gebied. Op het TT-terrein zijn naast de jaarlijkse motorraces, in het gebied vrijwel dagelijks evenementen. Deze verschillen in grootte; van een promotie van nieuwe auto's met een klein aantal bezoekers tot meerdaagse races (zoals de TT en superbike) met meer dan bezoekers. Een Nationaal Evenementen Terrein is gebaat bij een goede vindbaarheid en bereikbaarheid. Indien de ambitie van het nationaal evenemententerrein wordt gerealiseerd zal het aantal bezoekers van dit gebied toenemen naar anderhalf tot twee miljoen bezoekers per jaar (tot 2030). Dit zal leiden tot een congestie op de bestaande toevoerwegen van het evenemententerrein (onder andere De Haar) en in enkele gevallen tot congestie op de hoofdwegen A28 en N33. Door de voorgenomen aansluiting wordt een tweede verbinding gelegd tussen de A28 en het evenemententerrein. Hierdoor neemt de kans op congestie sterk af en kan het verkeer beter worden gemanaged. Aansluiting ook regionaal van belang De voorgenomen aansluiting heeft niet alleen een functie voor Assen. Ook het verkeer van en naar Hooghalen krijgt met deze nieuwe aansluiting een betere en veel kortere verbinding met het hoofdwegennet. Dit biedt ook voordelen voor het verkeer van en naar "Kamp Westerbork". De nieuwe aansluiting heeft namelijk een functie voor de hele regio tussen Beilen en Assen. Verbindende infrastructuur Om het TT-terrein en de ontwikkeling van het werklandschap en de TRZ optimaal te faciliteren en te ontsluiten is het noodzakelijk om diverse infrastructurele hoofdelementen in het plangebied aan te leggen. De infrastructurele maatregelen om het werklandschap te ontsluiten worden in samenhang ontworpen en uitgevoerd. Deze hoofdinfrastructuur maakt onderdeel uit van de FlorijnAs en de integrale bereikbaarheid van Assen. De hoofdinfrastructurele maatregelen voor Assen-Zuid zijn de nieuwe aansluiting op de A28 (werknaam aansluiting Assen TT) en de ontwikkeling van een nieuw treinstation Assen Zuid. De aansluiting Assen TT is onderdeel van het RegioSpecifiek Pakket (RSP) en betreft concreet het RSP-bereikbaarheidsproject FlorijnAs. Binnen het RSP is uit de maatschappelijke kosten-batenanalyse gebleken dat een nieuwe aansluiting op de A28 van cruciaal belang is om de economische ontwikkelingen rondom de TRZ, het werklandschap en station Assen Zuid optimaal te faciliteren. Ook is een snelle verbinding tussen het treinstation Assen Zuid en de TRZ gewenst. Ook wordt het fietsen aantrekkelijker gemaakt in de stad en regio met een fietsnetwerk dat de belangrijkste delen van de stad verbindt en een verbetering van de routes naar de omliggende gebieden. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 31

34 Met de inpassing van de voorgenomen ontwikkeling wordt ook aangesloten op de ecologische verbindingen. Landschapsstructuren blijven zoveel mogelijk behouden en nieuw natuurlijk landschap wordt toegevoegd waarbij als uitgangspunt geldt versterking van ecologie en het tegengaan van barrièrewerking. In samenspraak met Rijkswaterstaat (RWS), de provincie en de gemeente en provincie is het ontwerp heeft gemaakt. RWS, de provincie en de gemeente hebben samen intensief de knoop A28-N33 in relatie tot de nieuwe aansluiting ontworpen. Vervolgens heeft RWS de knoop, inclusief een aantal optimalisaties en de aansluiting op de A28, modelmatig doorgerekend. De conclusie hieruit is dat er verkeerskundig een grote relatie is tussen de aansluiting Assen-Zuid en de aansluiting Assen TT. De nieuwe aansluiting zorgt voor een oplossend vermogen voor de knoop A28-N33, waardoor deze minder wordt belast. RWS heeft daarom in december 2011 schriftelijk de mogelijkheid tot realisatie van de nieuwe aansluiting bevestigd aan de gemeente Assen. Verplaatsing militair oefenterrein Voor de ontwikkeling van de verbindende infrastructuur wordt een deel van het militair oefenterrein verplaatst naar het tot voor kort voor militaire doeleinden gebruikte bos- en heideterrein nabij de Baggelhuizerplas. Dit betreft dus een hervatting van de activiteiten op dit terrein. Het gebruik van het terrein zal in beginsel niet afwijken van het gebruik, zoals dat tot een paar jaar geleden heeft plaatsgevonden. Ontwerp Assen-Zuid Werklandschap Het werklandschap Assen-Zuid en de bijbehorende infrastructuur is gebaseerd op de landschappelijke kwaliteiten. Er is ontworpen vanuit het landschap, duurzaamheid en de ontwikkelstrategie. Voor het ontwerp van het werklandschap is gebruik gemaakt van de landschappelijke onderlegger. Hiermee is het werklandschap goed ingepast in het landschap. De inrichting van het werklandschap gebeurt vraaggericht. Een bedrijf dat zich er wil vestigen, wordt ingepast in het bestaande landschap. Er wordt dus niet meer een nieuw bedrijventerrein aangelegd waarna gewacht wordt op bedrijven. De opzet is om in te spelen op wisselende marktomstandigheden. Bij de ontwikkeling van het werklandschap wordt de landschappelijke kwaliteit en de ruime opzet van het gebied als uitgangspunt genomen. Vanuit de bestaande landschappelijke kwaliteit en het extensieve gebruik is een ontwikkelstrategie opgezet. Deze gaat uit van de vorming van kleinschalige en compacte clusters van werken, recreëren en wonen die zich in het landschap voegen. Op deze manier is er op ieder moment een bedrijventerrein dat "af" is. De clusters worden ontsloten vanaf de zogenaamde ringstructuur in het gebied. Bij de ontwikkeling wordt zorgvuldig en respectvol omgegaan met de bestaande ondergrond en landschappelijke structuren. Landschapsstructuren blijven zoveel mogelijk behouden en nieuw natuurlijk landschap wordt toegevoegd waarbij het versterken van ecologie en het tegengaan van barrièrewerking uitgangspunt is. Hiermee ontstaat een duurzame vorm van landschapsinrichting. De bedrijvigheid met categorie 4.2 komt aan de A28 te liggen. Eventuele verstoring van het Natura 2000 gebied Drentsche Aa is daardoor minimaal. Vanuit de structuurvisie stadsrandzone ligt er de opgave om vanaf de A28, N33 en het spoor een groen beeld te creëren. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 32

35 Afbeelding: Ontwerp vanuit landschap uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 33

36 Afbeelding: Schets werklandschap en verbindende infrastructuur Toeristisch recreatieve zonee Bij de ontwikkeling van de TRZ wordt de gesloten landschappelijke structuur opengemaakt, met open vizieren vanaf de A28 richting het TT-terrein. Daarbij zijn de iconen van TT-World zichtbaar vanaf de A28. Het beekdal wordt hermeanderd met open en gesloten ruimtes. Inn het gebied is ook een mogelijkheid m voor TT-campings. Het voorliggendee bestemmingsplan biedt de planologisch-juridische regeling voor de verbindende verkeersstructuur. Afbeelding: Verkeersstructuur in relatie tot het grotere geheel (concept) uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 34

37 Assen-Zuid is de zuidelijke toegangspoort van het nationaal stedelijk netwerk Groningen-Assen. Bij de ontwikkeling van dit gebied wordt gebruik gemaakt van de bestaande kwaliteiten van de stad Assen en de regio. De poortfunctie wordt met behulp van de volgende uitgangspunten vormgegeven: Het knooppunt moet het bestaande landschap van Drentsche Aa versterken en hiermee het startpunt markeren van de KoningsAs (de (groene) verbinding tussen Groningen en Assen). Voor de landschappelijke inpassing is het beekdallandschap de beelddrager. De landschappelijke inpassing van het werklandschap als geheel en een groen beeld vanaf de infrastructuur. De dynamiek van activiteiten en recreatieve voorzieningen rondom de toeristisch recreatieve zone en het TT circuit. De fysieke verbeelding van de poort. De diverse civieltechnische kunstwerken en groen moeten een samenhangend geheel vormen. Dit draagt bij aan de zichtbaarheid en herkenbaarheid van de entree van Assen en het stedelijk netwerk en van de entree van het nieuwe werklandschap Assen-Zuid. De realisering van de ecologische verbinding Anreperdiep en Witterdiep. Dit draagt bij aan een goede landschappelijke inpassing met verhoging van de natuurwaarden. Aansluitingen De voorgenomen aansluitingen worden goed ingepast in de omgeving. Voor de aansluiting op de A28 is stedenbouwkundig een zo noordelijk gelegen aansluitpunt gewenst in verband met de relatie met het werklandschap en TRZ. Het huidige ontwerp van de knoop A28-N33 is mede gebaseerd op het technisch mogelijk maken van een zo noordelijk mogelijk gelegen aansluiting Assen TT. Het ontwerp voldoet aan de ontwerprichtlijn van RWS. De aansluiting Assen TT voorkomt dat verkeer van en naar het werklandschap gebruik moet maken van de huidige aansluiting Assen-Zuid. De nieuwe aansluiting belast het onderliggende wegennet niet extra. Het zorgt juist voor ontlasting van nu reeds zwaar belaste wegvakken in het onderliggende wegennet, zoals Graswijk en de Europaweg-Zuid. Met name de laatste twee wegvakken kennen capaciteitsproblemen vooral in de spitsperioden. Indien er geen extra aansluiting op het rijkswegennet komt, zal al het verkeer via Graswijk en de Europaweg-Zuid worden geleid. Het onderzoek van Goudappel Coffeng en de nadere beoordeling van DHV geeft aan dat de kluifrotonde op de knoop A28/N33/Haarweg en het kruispunt Graswijk/Europaweg-Zuid in zowel de autonome als projectsituatie een kritische verkeersafwikkeling hebben. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 35

38 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 36

39 Hoofdstuk 5 Onderzoek In het kader van het Besluit ruimtelijke ordening is ten behoeve van een goede ruimtelijke ontwikkeling in het gebied onderzoek uitgevoerd naar de bestaande situatie en naar de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied. In de volgende paragrafen zijn de randvoorwaarden die voortvloeien uit de fysieke omgeving, beschreven. Achtereenvolgens komen ecologie, archeologie, water en de verschillende milieuaspecten aan bod. 5.1 Ecologie Toetsingskader In het kader van de voorgenomen ontwikkeling moet rekening worden gehouden met het aspect ecologie. Bij elk ruimtelijk plan dient, met het oog op de natuurbescherming, rekening te worden gehouden met de Natuurbeschermingswet, de Ecologische Hoofdstructuur (beiden gebiedsbescherming) en de Flora- en faunawet (soortenbescherming). In verband met de voorgenomen ontwikkeling is een natuurtoets uitgevoerd (Ecogroen, Aansluiting Assen-TT, van 27 juli 2012). Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 2. Gebiedsbescherming Het plangebied maakt geen deel uit van een gebied dat is beschermd krachtens de Natuurbeschermingswet of Ecologische Hoofdstructuur. In de natuurtoets is aangegeven dat het plangebied nabij Natura 2000-gebied Witterveld en Drentsche Aa ligt. Verstoringseffecten op en verlies van oppervlak van beschermde natuurawaarden door het aanleggen van de voorgenomen infrastructuur, zijn niet te verwachten door de (grote) afstand van het plangebied tot de Natura 2000-gebieden. Het aanleggen van de infrastructuur heeft dan ook geen (significant) negatief effect. Het gebruik van de infrastructuur door het verkeer kan mogelijk wel vermestende effecten hebben op habitattypen welke aanwezig zijn binnen de Natura 2000-gebieden. Voor het gebied is in 2011 een passende beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet uitgevoerd. De passende beoordeling is opgenomen bij het vigerende bestemmingsplan "Werklandschap Assen - Zuid", waarvan dit plan een uitwerkingsplan is. In de passende beoordeling is uitgezocht welke gevolgen de toename van de stikstofdepositie heeft voor de beschermde natuurwaarden in de Natura 2000-gebieden. In de passende beoordeling is een aanvullende toetsing uitgevoerd naar de effecten als gevolg van een toename van stikstofdepositie op de instandhoudingsdoelen van de Natura 2000-gebieden "Witterveld" en "Drentsche Aa". Uit de berekeningen en verspreidingscontouren is gebleken dat ten opzichte van de huidige situatie de ontwikkeling van Assen-Zuid slechts in geringe mate zal leiden tot een toename van stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied Drentsche Aa. Voor het Natura 2000-gebied Witterveld zal er helemaal geen sprake zijn van een toename van stikstofdepositie ten opzichte van de huidige situatie. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 37

40 Uit de uitgevoerde effectenanalyse is gebleken dat de toename van stikstofdepositie ten opzichte van de huidige situatie niet zal leiden tot een verslechtering van de kwaliteit van de beïnvloede habitattypen of de kwaliteit van de leefgebieden van de vogelrichtlijnsoorten ten opzichte van de huidige situatie. De toename van stikstofdepositie als gevolg van de ontwikkelingen in Assen-Zuid ten opzichte van de huidige situatie zal dan ook niet leiden tot (significant) negatieve effecten op de instandhoudingdoelstellingen voor de beïnvloede habitattypen en vogelrichtlijnsoorten. Op basis van de natuurtoets blijkt dat, aangezien er in de eerdere toetsingen voor de nu voorgenomen plannen tevens geen effecten door licht, geluid of menselijke aanwezigheid zijn voorzien, er geen negatief effect te verwachten zijn voor het wezenlijke kenmerk 'voor fauna noodzakelijke rust' van Beschermd Natuurmonument Witterveld. Op de overige wezenlijke kenmerken zijn verder geen effecten te verwachten, aangezien de voorgenomen ontwikkeling hierop geen invloed heeft. Het plangebied ligt buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De voorgenomen ontwikkeling vormt geen aantasting van de mogelijkheid tot het realiseren van de EHS en ecologische verbindingszones. Door het plan om een faunapassage over de A28 aan te leggen dragen de plannen juist bij aan de verbindende werking van de EHS. Soortenbescherming In het kader van het vigerende bestemmingsplan "Werklandschap Assen - Zuid" is onderzoek gedaan naar de natuurwaarden in het plangebied in het kader van de Floraen Faunawet. De voortoets is opgenomen bij het vigerende bestemmingsplan, waarvan dit plan een uitwerkingsplan is. In het onderzoek is per soortgroep aangegeven wat de huidige situatie is en welke (beschermde) soorten voor (kunnen) komen in het plangebied. Vervolgens is in een aanvullend ecologisch onderzoek gedaan in de vorm van een natuurtoets (zie Bijlage 2). In de natuurtoets is ook onderzoek gedaan naar aangetroffen en te verwachten soorten. Hieruit blijkt het volgende: In het plangebied en directe omgeving zijn geen juridisch strikt beschermde plantensoorten aangetroffen of te verwachten, met uitzondering van Rietorchis, Ronde zonnedauw, Wilde gagel en Waterdrieblad. De voorgenomen ontwikkeling heeft geen invloed op de groeiplaats van deze beschermde plantensoorten, waardoor negatieve effecten zijn uit te sluiten. In het plangebied is een vleermuisbunker aangetroffen welke kan dienen als verblijfplaats van vleermuizen. De voorgenomen ontwikkeling heeft geen invloed op deze (potentiële) verblijfplaats. In het oostelijk deel van het onderzochte gebied zijn in elk geval enkele vliegroutes van vleermuizen aanwezig, in het westelijk deel zijn de vliegroutes niet onderzocht. In het plangebied zijn geen vaste verblijfplaatsen van zwaar beschermde grondgebonden zoogdieren te verwachten. Verspreid in het plangebied zijn wel vaste verblijfplaatsen van enkele algemeen voorkomende, laag beschermde (Flora- en fauna-wet tabel 1), zoogdiersoorten als Mol, Haas, Konijn en muizensoorten aangetroffen of te verwachten. Er is een jaarrond beschermd vogelnest van Sperwer in het plangebied aanwezig, maar de beoogde plannen hebben hierop geen invloed. In de omgeving van het plangebied zijn verschillende jaarrond beschermde vogelnesten aanwezig, namelijk van Buizerd, Havik, Huismus en Ooievaar. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 38

41 In de enige poel op het defensieterrein in het plangebied, is het voorkomen van de zwaar beschermde Heikikker (Flora- en faunawet tabel 3) en lichter beschermde Alpenwatersalamander (Flora- en faunawet tabel 2) bekend en aangetoond. De voorgenomen ontwikkeling heeft geen invloed op hun verblijfplaats. Verder is de aanwezigheid van algemene laag beschermde amfibieënsoorten als Gewone pad, Bastaardkikker, Bruine kikker en/ of Kleine watersalamander aangetoond of te verwachten. In de buurt van het plangebied is het voorkomen van de Levendbarende hagedis (Flora- en faunawet tabel 2) aangetoond en bekend. De voorgenomen ontwikkeling heeft geen invloed op zijn verblijfplaats. In de beek Witterdiep is de Kleine modderkruiper (Flora- en faunawet tabel 2) bekend en aangetoond. In de overige binnen het plangebied aanwezige wateren zijn ondanks frequente bemonstering geen beschermde vissoorten aangetoond. Verplichte mitigerende maatregelen Om schade op bepaalde soorten te voorkomen, zijn mitigerende maatregelen van toepassing. Deze zijn opgenomen in Bijlage 2. Faunapassage (geen wettelijke verplichting) De gemeente Assen heeft als wens om het natuurgebied op het huidig militair terrein bereikbaar te houden voor diersoorten. De aanleg van een gecombineerde faunapassage ter hoogte van het Witterdiep, onder de nieuwe toegangsweg A28 - TT-circuit door, biedt hiervoor de meeste potentie. Gevolgen voor het bestemmingsplan In het vigerende bestemmingsplan "Werklandschap Assen - Zuid" zijn reeds maatregelen opgenomen om ecologische waarden te beschermen. Het voorliggende plan is een uitwerking van het bestemmingsplan, ten behoeven van de infrastructurele voorzieningen. 5.2 Archeologie en cultuurhistorie Op 1 januari 2012 zijn de Wet en het Besluit tot modernisering van de monumentenzorg in werking getreden. Voor de ruimtelijke ordening betekent dit een omschakeling van een objectgerichte naar omgevingsgerichte benadering. Door deze modernisering moet bij het opstellen van een bestemmingsplan meer rekening worden gehouden met cultuurhistorische waarden. Dit betekent dat naast archeologie, ook een beschrijving moet worden gegeven van de historische (steden)bouwkunde en historische geografie. Door cultuurhistorie een plek te geven in procedures op het gebied van ruimtelijke ordening wordt ook bereikt dat de aandacht niet uitsluitend uitgaat naar individuele objecten (de aangewezen monumenten), maar juist de samenhang tussen gebouwen en hun omgeving. Archeologie Bij ruimtelijke planvorming dient te worden getoetst op archeologische waarden. Indien potentiële archeologische waarden worden verstoord, dient hier nader onderzoek naar te worden verricht. In verband met het voorliggende bestemmingsplan is een archeologisch onderzoek uitgevoerd (RAAP, Plangebied Assen Zuid, Onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeente Assen en Midden-Drenthe, van 3 augustus 2012). Het onderzoek is opgenomen in Bijlage 3. Het onderzoek betreft een archeologisch vooronderzoek, namelijk een bureauonderzoek en een verkennend veldonderzoek. De conclusies zijn hierna weergegeven. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 39

42 Conclusies De laagopeenvolging in een groot deel van de onderzoeksgebieden bestaat uit een bouwvoor/opgebrachte laag, soms op veen, op beekafzettingen, soms op keileem. In een deel van deelgebied A en in deelgebied B in onderzoeksgebied 2 bestaat de laagopeenvolging uit een bouwvoor/verstoorde laag, soms op veen, op dekzand, soms op keileem. In het dekzand is geen podzolbodem aangetroffen en heeft geen bodemvorming plaatsgevonden. De top van het dekzand is slechts plaatselijk intact. Hier heeft vanwege natte omstandigheden geen bodemvorming plaatsgevonden. Dit zal geen aantrekkelijke locatie zijn geweest voor bewoning. Elders is de top van het dekzand in de bouwvoor/verstoorde laag opgenomen. Een intacte veenlaag op het dekzand is nergens aangetroffen. Er is dus ook geen sprake van een intact middeleeuws archeologisch niveau. In het beekdal zijn zandige beekafzettingen met een enkele detrituslaag aangeboord. Alleen plaatselijk is nog een dikke veenlaag aanwezig. Het veen dat in deelgebied B is aangetroffen, is mogelijk de rand van de vulling van het veentje dat ten noorden van het onderzoeksgebied ligt. Aangezien onder het veen dekzand is aangeboord, is het niet waarschijnlijk dat dit veentje een pingoruïne is. De genese van het veentje is echter niet nader onderzocht, omdat het centrum van de depressie zich ver buiten het onderzoeksgebied bevindt en boringen in kruisraaien binnen het onderzoeksgebied geen extra informatie zullen opleveren. Duidelijk is wel dat binnen het onderzoeksgebied geen sprake is van een dermate dikke veenlaag dat hierin een geschikte paleo-ecologische record besloten zou kunnen liggen. Verder is de top van het veen, getuige de veenbrokken in de bouwvoor/verstoorde laag op het veen, verstoord. Alleen in het deel van het beekdal waar een veenlaag (dikker dan 0,5 m) aanwezig is, kunnen nog resten van bijvoorbeeld voorden, bruggen, afvaldumps en rituele deposities worden verwacht. In de rest van het beekdal worden geen archeologische resten verwacht. In het beekdal zijn geen dekzandopduikingen aangetroffen die mogelijk interessant zijn geweest voor bewoning. Vanwege de plaatselijke verstoring van de top van het dekzand in deelgebieden A en B van onderzoeksgebied 2 en het feit dat de natte omstandigheden in het onderzoeksgebied niet geschikt waren voor bewoning, worden hier ook geen archeologische resten verwacht. In de onderzoeksgebieden zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Aanwijzingen voor (grotere) archeologische nederzettingen ontbreken. Aanbevelingen De volgende aanbevelingen gelden: Voor een aantal percelen in onderzoeksgebied 2 is geen betredingstoestemming verleend. Hier moet alsnog een inventariserend onderzoek worden uitgevoerd indien deze percelen uiteindelijk wel bij de ontwikkeling worden betrokken. Het overige deel van het wegtracé in onderzoeksgebied 2 en het grootste deel van onderzoeksgebied 1 ten oosten van de A28 zijn in 2010 archeologisch onderzocht. Hiervoor is geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. In de rest van onderzoeksgebied 1 en in deelgebieden A, B en C van onderzoeksgebied 2 worden op basis van dit onderzoek geen archeologische resten verwacht. Voor deze delen wordt geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Vanuit archeologisch oogpunt bestaat er geen bezwaar tegen de voorgenomen bodemingrepen. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 40

43 Wanneer bij de werkzaamheden toch archeologische resten worden aangetroffen, moet hiervan direct melding gemaakt worden bij de contactpersoon voor archeologie van de gemeente Assen. Binnen het plangebied bevinden zich enkele gebieden die nog archeologisch onderzocht moeten worden. Deze percelen krijgen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2. In de planregels wordt bescherming van eventuele archeologische waarden vastgelegd. Historische (steden)bouwkundige waarden In het plangebied bevinden zich geen karakteristieke panden met historische (steden)bouwkundige waarden. Met de voorgenomen ontwikkeling gaan dan ook geen (steden)bouwkundige waarden verloren. Historische geografie Het grootste deel van het plangebied ligt op een dekzandvlakte in de bovenloop van het beekdalsysteem van de Drentsche Aa. Rondom deze dekzandvlakte ligt een aantal beekdalen. Het beekdalsysteem is hier echter zodanig aangetast dat de oorspronkelijke kenmerken van het beekdallandschap grotendeels zijn verdwenen. Het plangebied maakt dan ook geen deel uit van het Nationaal Park of het Nationaal Landschap Drentsche Aa. Wel grenst het plangebied aan de oostzijde aan het Nationale Landschap. Het huidige beekdalsysteem Drentsche Aa werd aan het eind van het Saalien als gevolg van het smeltende landijs gevormd. De oorspronkelijk vrij diepe beekdalen die in het Saalien werden gevormd, werden aan het eind van het Weichselien opgevuld met smeltwaterafzettingen. In de periode na het Weichselien (het Holoceen) werd het klimaat warmer en vond een snelle zeespiegel stijging plaats. Hierdoor steeg ook de grondwaterspiegel en vond er op uitgebreide schaal veenvorming plaats. Vanaf de 19e eeuw wordt het landschap in toenemende mate bepaald door de grootschalige ontginningen in de (hoog)veen- en heidegebieden. De vroegste bewoning dateert uit de Steentijd. De nederzettingen uit deze periode lagen verspreid in een parkachtig landschap en werden, afhankelijk van de hoeveelheid wild en het klimaat, met enige regelmaat verplaatst. Sporen uit deze periode bestaan voornamelijk uit restanten van nederzettingen met vuurstenen werktuigen. Er zijn momenteel geen aanwijzingen dat het gebied ook tijdens de Bronstijd bewoond is geweest. Door de aanwezigheid van zogenaamde Celtic fields is het echter wel zeker dat het gebied tijdens de IJzertijd in gebruik is geweest. In de loop van de Prehistorie raakte het plangebied als gevolg van de klimaatverandering overdekt met veen. Bewoning was hierdoor nauwelijks meer mogelijk. Tot de 19e eeuw beperkte de bewoning zich tot de hoger gelegen dekzanden. Vanaf de 19e eeuw werd begonnen met de ontginning van het veen. In het plangebied vonden de eerste ontginningen plaats vanaf de zandweg van Beilen naar Groningen. Later werd dit pad verlegd en werden de woeste gronden ontgonnen waarbij de buurtschappen Graswijk en Wortelkamp ontstonden. Door nieuwe ontwikkelingen in de landbouw werd het ook mogelijk om de arme heidegronden te cultiveren. Deze heidegebieden werden volgens een grootschalige blokverkaveling ontgonnen. Hierdoor ontstonden grote en open landschappen. Met name in de naoorlogse periode heeft Assen zich sterk uitgebreid. Grootschalige woningbouw en de aanleg van wegen en kanalen hebben het landschap in grote mate beïnvloed en bepaald. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 41

44 In vergelijking met de situatie omstreeks 1850 valt op dat het gebied verder ontgonnen is ten gunste van de landbouw en dat grootschalige infrastructuur in het gebied aanwezig is. Hierdoor is de oorspronkelijke samenhang van het landschap binnen het plangebied en tussen het plangebied en de omgeving grotendeels verloren gegaan. De historische padenstructuur is door de nieuwe infrastructuur versnipperd. Binnen het plangebied komen echter nog veel restanten van deze structuur voor. De belangrijkste structuur wordt gevormd door de centrale ontsluitingsas Graswijk. Dit is de oude verbindingsroute tussen Assen en Beilen met boerderijen en laanbeplanting. Ten westen van de A28 ligt het TT-terrein. Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw worden hier evenementen gehouden. De recreatieplas Baggelhuizerplas is als zandwinplas ontstaan in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het is de enige openbare zwemwaterplas van Assen. Het noordoosten van de plas was tot voor kort in gebruik als militair oefenterrein. Conclusie Voor archeologie dienen de aanbevelingen te worden opgevolgd. Voor het overige vormen archeologie en cultuurhistorie geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling. 5.3 Water Op grond van artikel 12 uit het Besluit ruimtelijke ordening moeten ruimtelijke plannen zijn voorzien van een waterparagraaf. Hiervoor moet het proces van de watertoets worden doorlopen. Bij het watertoetsproces gaat het om het hele proces van vroegtijdig meedenken, informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Waterschap Hunze en Aa's beoordeeld wat de invloed van het plan op de waterhuishouding is en geeft een wateradvies. Waterhuishoudkundige consequenties van een plan mogen niet op de omgeving afgewenteld worden. Het waterschap streeft er naar om de ingrepen binnen een peilgebied waterneutraal te houden. Wateraspecten die met een specifiek instrument geregeld kunnen worden, worden in de watertoets wel gesignaleerd, maar niet geregeld. Watertoets De watertoets is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en op evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets is een procesinstrument waarmee alle belangen ten aanzien van waterhuishoudkundige aspecten kunnen worden afgewogen. Om invulling te geven aan de sturende rol van water in ruimtelijke ordeningsprocessen is de Handreiking Watertoets opgesteld. Hierin is aangegeven op welke wijze de betrokken partijen (initiatiefnemer, waterbeheerder en planbeoordelaar) tot een betere samenwerking kunnen komen. Voor de ontwikkelingen van dit bestemmingsplan is er op meerdere niveaus overlegd met het waterschap. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 42

45 Waterhuishouding Het plangebied ligt in het stroomgebied van de Drentsche Aa. Binnen plangebied stroomt het oppervlaktewatersysteem in het zuidelijk deel af richting het zuidwesten. Het stroomt onder de A28 door af op het Witterdiep. Het oppervlaktewater van het noordelijke deel stroom naar het noorden, onder de N33 door richting het Anreeperdiep. Het Witterdiep is een gestuwde beek waardoor er in het gebied verschillende oppervlaktewaterpeilen worden gehandhaafd, op de afbeelding "Waterhuishouding" is dit aangegeven als peilgebieden. Kaderrichtlijn Water Grote delen van de Drentsche Aa zijn in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) aangewezen als KRW-lichaam, het Witterdiep is één van deze waterlichamen. Voor deze waterlichamen zijn maatregelen omschreven ter verbetering van het beeksysteem en geldt in ieder geval het stand-still principe. Dit houdt in dat de toestand van de beek en het water met betrekking tot de chemische waterkwaliteit en ecologie niet mag verslechteren. Voor het Witterdiep ligt er de opgave om de beek weer te laten hermeanderen en op trek baar te maken voor vis. Drinkwaterfunctie Het water dat afstroomt van het plangebied wordt benedenstrooms gebruikt voor drinkwaterwinning (uit het oppervlaktewater van de Drentse Aa ter hoogte van De Punt), waardoor er strenge normen gelden ten aanzien van de waterkwaliteit. Gelet op het feit dat de nieuw te realiseren infrastructuur het watersysteem van de Drentsche Aa kruist en/of er indirect op afstroomt, is er mogelijk invloed op de waterkwaliteit. Garantie voor schoon afstromend water is daarom erg belangrijk en moet bij de verder uitwerking rekening mee worden gehouden. Thema wateroverlast Het waterschap zorgt voor het functioneren van het watersysteem. Het watersysteem moet nu, maar ook op de lange termijn, goed functioneren. Het watersysteem moet zodanig zijn dat de inundatienormen niet worden overschreden bij toekomstige veranderingen zoals klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en toename van verhard oppervlak. Dit is gebaseerd op het principe van niet-afwentelen zowel bestuurlijk, financieel en geografisch, in de tijd op elk schaalniveau. Er zijn landelijke werknormen (Nationaal Bestuursakkoord Water) opgesteld voor wateroverlast. Het gaat hierbij om wateroverlast, die ontstaat door inundatie vanuit oppervlaktewater als gevolg van lokale neerslag. Bij stedelijke uitbreidingen of herstructureringen mag een toename van het verhard oppervlak niet resulteren in een extra belasting van het watersysteem, er moet waterneutraal gebouwd worden. Dit houdt in dat de initiatiefnemer voldoende maatregelen neemt om de versnelde waterafvoer, te compenseren. De initiatiefnemers van de uitbreiding van het verhard oppervlak moeten er voor zorgen dat ze voldoende compenserende maatregelen nemen. Verontreiniging voorkomen De invloed van diffuse bronnen op hemelwater moet zoveel mogelijk worden beperkt door het hanteren van de beleidsuitgangspunten in het landelijk emissiebeleid. Dit gaat volgens de trits voorkomen, scheiden en zuiveren. Door het gebruik van preventieve / brongerichte maatregelen komt hemelwater met zo weinig mogelijk vervuilende stoffen of uitlogende materialen in aanraking en blijft het zo schoon mogelijk. Het uitgangspunt bij de invulling van deze zorgplicht is het gebruik van de beste beschikbare technieken. Alternatieve maatregelen zijn ook acceptabel, mits deze maatregelen aantoonbaar hetzelfde effect opleveren. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 43

46 Lozing van hemelwater op het oppervlaktewaterlichaam mag niet leiden tot een verslechtering van de kwaliteit van dat oppervlaktewaterlichaam. Daarnaast moet de lozing van hemelwater passen binnen de te bereiken waterkwaliteitsdoelstellingen voor het oppervlaktewaterlichaam of de functies van het gebied. Voor de beoordeling van hemelwater, dat in contact is geweest met verontreinigde oppervlakken/activiteiten of schadelijke/verontreinigende stoffen, geeft de huidige Europese en landelijke wet- en regelgeving, het emissiebeleid en het vergunningen- en handhavingsbeleid van waterschap Hunze en Aa's het kader aan. Thema grondwater & ontwatering Ten aanzien van grondwater zijn de taken en verantwoordelijkheden verdeeld tussen burger, gemeente en waterschap. Het functioneren van het grondwatersysteem moet als ordenend element meegenomen worden in de locatiekeuze en de inrichting van plannen. Bij de aanleg van nieuwe gebieden is het uitgangspunt dat wijzigingen in de grondwaterstanden niet mogen resulteren in nadelige gevolgen voor andere gebieden. Dat kan tot gevolg hebben dat het oppervlaktewaterpeil niet gewijzigd kan worden of dat er daarvoor of daardoor aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om grondwateroverlast in het plangebied te voorkomen. Thema oppervlaktewaterpeilen & drooglegging Het uitgangspunt voor het operationele peilbeheer is het streven naar de gewenste grondwaterstand voor de verschillende functies en belangen. Het waterschap stelt voor het gehele beheersgebied peilbesluiten op waarin de te hanteren oppervlaktewater peilen worden vastgelegd. Een wijziging van een functie kan een reden zijn het peil te wijzigen, uitgangspunt hierbij is dat de peilwijziging niet mag resulteren in nadelige gevolgen voor andere gebieden als gevolg van de door de peilwijziging opgetreden wijziging in de grondwaterstand. Het gewenste peil kan bepaald worden op basis van de drooglegging en of op basis van het gewenste grondwaterregime (GGOR). uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 44

47 Afbeelding: Waterhuishouding Voor de ontwikkelingen in Assen-Zuid en de toeristisch recreatieve zone (TRZ) is een notitie opgesteld met de uitgangspunten van het waterhuishoudingsplan. (gemeente Assen, Uitgangspunten Waterhuishoudingsplan, van 30 oktober 2009). Deze notitie is opgenomen in Bijlage 4. In de notitie is ingegaan op het oppervlaktewater, de bodemopbouw, het grondwater, het afvalwater en het drinkwater in de huidige situatie van het plangebied. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 45

48 Water wordt vastgehouden in het plangebied. De bestaande waterhuishouding van sloten in het gebied kan grotendeels behouden blijven, waarbij op een aantal plaatsen extra bufferruimte wordt gecreëerd. De nieuw aan te leggen bermsloten geven hier ruimschoots de ruimte hiervoor. Watergangen krijgen zoveel mogelijk een robuuste natuurvriendelijke inrichting. De voorgenomen functiewijziging heeft verder geen invloed op de waterhuishouding omdat er verder geen fysieke aanpassingen plaats zullen vinden. 5.4 Verkeer De voorgenomen ontwikkelingen hebben als doel het verbeteren van de bereikbaarheid van Assen-Zuid door middel van infrastructurele verbindingen in het kader van de FlorijnAs. Maatregelen verbindende infrastructuur Om de toekomstige ontwikkelingen te faciliteren, zijn maatregelen ten behoeve van de verbindende infrastructuur noodzakelijk. In Hoofdstuk 4 onder "Verbindende infrastructuur" zijn deze maatregelen beschreven. De maatregelen betreffen onder meer een nieuwe aansluiting op de A28, de hoofdontsluiting in het werklandschap en een fietsverbinding over de A28 (ten noorden van de nieuwe aansluiting). Dit uitwerkingsplan maakt deze maatregelen juridisch-planologisch mogelijk. Infrastructuur nodig voor verbetering ontsluitingen en toekomstige ontwikkelingen In de huidige situatie zijn er problemen bij de aansluitingen van de A28 bij Assen-Zuid. Met het voorliggende bestemmingsplan wordt een nieuwe aansluiting op de A28 gerealiseerd. Dit betreft een volledige en volwaardige aansluiting in alle richtingen. Ook wordt (buiten het voorliggend uitwerkingsplan) de N33 aangepast naar een 2x2 rijstroken autosnelweg. Verkeerskundig is er een grote relatie tussen de nieuwe aansluiting en de aanpassingen van de N33. Deze ontwikkelingen zorgen namelijk voor een oplossend vermogen voor de knoop A28/N33, waardoor deze minder wordt belast. De aansluiting is ook nodig voor een goede ontsluiting van het TT-terrein. Met de nieuwe aansluiting is sprake van een verbetering van de aan- en afvoer van bezoekers bij grotere evenementen op het terrein. De verbindende infrastructuur fungeert daarnaast als schakel tussen het voorgenomen station Assen Zuid en de toeristisch recreatieve zone. Hiermee ontstaan nieuwe infrastructurele verbindingen voor het openbaar vervoer, het autoverkeer en fietsverkeer. Met de ontwikkelingen van Assen-Zuid als poort van stedelijk netwerk Groningen-Assen met de aanleg van het werklandschap, de ontwikkeling van een toeristisch recreatieve zone en de verbindende infrastructuur wordt het gebied nog intensiever gebruikt. Daarmee wordt een goede doorstroming en een goede bereikbaarheid van het gebied in de toekomst nog belangrijker. In de BesluitMER (DHV, BesluitMER Werklandschap Assen-Zuid, van mei 2011) behorend bij het vigerende bestemmingsplan "Werklandschap Assen - Zuid", zijn de effecten op het milieu van onder meer de infrastructurele maatregelen onderzocht. Hierbij is uitgegaan van een variant met een "inprikker". De voorgenomen ontwikkeling wordt echter gerealiseerd zonder "inprikker". uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 46

49 5.5 Milieuaspecten Bedrijven en milieuzonering Het aspect bedrijven en milieuzonering is in het kader van de voorgenomen ontwikkeling niet aan de orde. Bij de voorgenomen ontwikkeling worden geen objecten gerealiseerd die invloed hebben op de zones van bedrijven en milieu in en in de nabije omgeving van het plangebied Geluid Het realiseren van de voorgenomen infrastructurele maatregelen leidt niet tot overschrijding van de maximum grenswaarden. In dit plangebied zijn geen geluidgevoelige objecten aanwezig en worden ook geen geluidgevoelige objecten gerealiseerd Luchtkwaliteit Bij het vigerende bestemmingsplan "Werklandschap Assen - Zuid", waarvan dit plan een uitwerkingsplan is, is een BesluitMER opgesteld. Dit BesluitMER is opgenomen bij het vigerende bestemmingsplan. Hieruit blijkt dat de grenswaarden in de referentiesituatie (2020) niet worden overschreden. De hoogste (jaargemiddelde) concentraties doen zich voor langs de A28 en liggen ruimschoots onder de grenswaarden in de Wet Milieubeheer. Aangezien de concentraties voldoen aan de grenswaarden voor de maximale concentratie van stikstofdioxide en fijnstof, is er geen oppervlak van overschrijding aan te geven. Hetzelfde geldt voor het aantal woningen/mensen dat wordt blootgesteld aan een overschrijding van deze grenswaarden Bodem Het uitgangspunt wat betreft de bodem in het plangebied is dat de kwaliteit daarvan zodanig dient te zijn dat er geen risico's zijn voor de volksgezondheid bij het gebruik van het plangebied voor de voorgenomen functie(s). Bodemkwaliteit Het landelijk toetsingskader ten aanzien van bodem is de Wet Bodembescherming en het Besluit bodemkwaliteit. Het doel van de Wet Bodembescherming is het behoud en de verbetering van de milieuhygiënische bodemkwaliteit. Het Besluit bodemkwaliteit kent bescherming en duurzaam beheer van de bodemkwaliteit als uitgangspunt en beschrijft beleid voor bouwstoffen, grond en baggerspecie. Verdachte locaties: In kader van het "Landsdekkend Beeld 2005" is de werkvoorraad van de gemeente Assen bepaald. De werkvoorraad bevat locaties die (historisch) verdacht zijn ten aanzien van bodemverontreiniging. Hieruit zijn voor Assen 2626 locaties naar voren gekomen, waarvan er maar een beperkt aantal binnen het relevante gebied valt. Het gaat hier veelal om (sloot)dempingen, stortplaatsen en (voormalige) bedrijfslocaties die in de vervolgfasen verder onderzocht gaan worden. Nota bodembeheer: De gemeenteraad van Assen heeft de Nota bodembeheer (kenmerk 9T9036, rapportage-datum ) vastgesteld. In de Nota Bodembeheer wordt invulling gegeven aan de bodemambities van de gemeente Assen met betrekking tot hergebruik van grond en baggerspecie. De gemeente Assen heeft voor gebiedsspecifiek beleid gekozen. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 47

50 Op de afbeelding "Uitsnede gemiddelde bodemkwaliteit" is een uitsnede van deze kaart voor het plangebied van Assen-Zuid en omgeving. Uit de kaart blijkt datt de gemiddelde bodemkwaliteit ter plaatse van het plangebied aan klasse AW2000 (groen) voldoet. Uitzondering hierop vormt het oud-stedelijk gebied g langs Graswijk en in Witten (geel) waar de grond aan dee klasse Wonen voldoet. Verdachte V enn verontreinigde locaties zijn op de bodemkwaliteitskaart niet meegenomen. Afbeelding: Uitsnede gemiddelde bodemkwaliteit Bodemverontreinigingen: Een aantal (landbouw)percelen is in het verleden in verband v met t aankoop reeds onderzocht (zie de volgendee afbeelding). Uit de uitgevoerde bodemonderzoeken blijkt dat de bodem over het algemeen als schone of incidenteel licht verontreinigde grond kan worden beschouwd. Uitzonderingen hierop vormen de dempingen, boerderijlocaties en de voormalige stortplaatsen welke wel in meer of mindere mate verontreinigd zijn en bij ontwikkeling nog nader onderzocht en zoo nodig gesaneerd moeten worden. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 48

51 Percelen die in de (nabije) toekomst worden aangekocht dienen in dat kader onderzocht te worden conform de NEN-5740, waarbij de historisch verdachtee locaties extra aandacht verdienen. NAVOS-locaties Binnen het plangebied zijn vier voormalige stortplaatsen (NAVOS-locaties genaamd), te weten: 1. Nabij Graswijk 27 ("Gat van Wedda" ). 2. Nabij Graswijk Nabij Graswijk Nabij Graswijk 22 ("De Vennen"). uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 49

52 Van al deze locaties is bekend dat er in het verleden bouw- en sloopafval en boerenafval is gestort. Het iss ook mogelijk dat er op beperkte b schaal huisvuil en ander afval is gestort. Van de meeste is de omvangg van de stortt bekend door NAVOS onderzoek wat i.o.v. de provincie Drenthe is uitgevoerd. Er moet nog wel aanvullend onderzoek plaatsvinden naar bodemverontreiniging in, onder en rond de stortplaatsen, naar de aard van het dempingsmateriaal, de diktee van de afdeklaag en de eventueel aanwezige risico's Bij ontwikkeling moeten de voormalige stortplaatsen gesaneerd worden of in gepast worden in het stedenbouwkundig ontwerp van het gebied. Te allen tijde dient het grondwater gemonitoord te worden (nazorg in kader van het NAVOS-programma). Externe veiligheid Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid v ('Indeling Leidraad maatramp') zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang. Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden inn ongevallen met betrekking tot: inrichtingen; vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen; vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 50

53 Inrichtingen De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het "Besluit externe veiligheid inrichtingen" (hierna: Bevi) regels gesteld. Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient te worden onderzocht: Of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en risicovolle inrichtingen anderzijds in verband met het plaatsgebonden risico. Of (beperkt) kwetsbare objecten liggen binnen in het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en zo ja, wat de bijdrage is aan het groepsrisico. In de directe nabijheid van het plangebied liggen op dit moment geen Bevi-inrichtingen. Er zijn in dit kader dan ook geen externe veiligheidseffecten waarmee rekening moet worden gehouden. Buisleidingen en vervoer gevaarlijke stoffen In het plangebied liggen buisleidingen waardoor vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Dit betreffen twee buisleidingen van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) met de nummers en Ook vindt in de directe nabijheid van het plangebied transport van gevaarlijke stoffen over weg (A28 en N33) en spoor (spoorlijn Groningen - Zwolle) plaats. In het kader van het vigerend bestemmingsplan "Werklandschap Assen - Zuid" is hier onderzoek naar gedaan. De belangrijkste conclusies voor "Werklandschap Assen - Zuid" zijn als volgt: Het PR voldoet aan de wettelijke norm voor de A28, de N33 en de spoorweg. Het GR als gevolg van het spoor, de A28 en de N33 neemt fors toe, maar in geen van de gevallen is er in de toekomstige situatie sprake van een overschrijding van de oriëntatiewaarde. Wanneer aardgastransportleiding gebruikt wordt op ontwerpdruk (de druk waarvoor de leiding is ontworpen) in de nieuwe bevolkingssituatie, ligt het PR boven de grenswaarde en de GR boven de oriëntatiewaarde. Er mogen geen kwetsbare objecten en bij voorkeur ook geen beperkt kwetsbare objecten binnen de PR 10-6 contour worden toegestaan. Wanneer aardgastransportleiding gebruikt wordt op ontwerpdruk in de nieuwe bevolkingssituatie, ligt het PR onder de grenswaarde en het GR onder de oriëntatiewaarde. Gezien de inrichting van het plangebied worden geen knelpunten verwacht ten aanzien van PR. Wel wordt een toename van het GR in het plangebied verwacht. Gevolgen voor het bestemmingsplan Binnen de 10-6 contouren van NAM-leiding , een eventueel nieuw LPG-tankstation en bepaalde nieuwe milieucategorie 4-bedrijven, mogen geen kwetsbare bestemmingen aanwezig zijn. Beperkt kwetsbare objecten (zoals bedrijfswoningen en restaurants) zijn alleen toegestaan, mits er gewichtige redenen zijn. Hier wordt in de bestemmingen, de aanduidingen de bestemmingsgrenzen en de bijbehorende planregels rekening mee gehouden. Door een goede inrichting van het terrein kunnen ongewenste situaties worden voorkomen. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 51

54 De overschrijding van de oriëntatiewaarde van het GR van NAM-leiding is alleen acceptabel wanneer er 'gewichtige redenen' zijn. De geconstateerde toename van het GR van andere risicobronnen (als gevolg van toename 'bevolking') is in beginsel acceptabel volgens de beleidsvisie. Gezien de overschrijding van de oriëntatiewaarde van het GR door NAM-leiding en de significante verhoging van het GR bij de andere aanwezige risicobronnen, geldt een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico. Om het PR voor leiding tot onder de grenswaarde te brengen en het GR onder de oriëntatiewaarde, kan bijvoorbeeld een grondwal van 30 cm op de buisleiding worden aangebracht. Verantwoording groepsrisico Werklandschap Assen Zuid In het voorliggende bestemmingsplan worden de hoofdinfrastructurele verbindingen (A28) en fiets- en voetgangersverbindingen nader uitgewerkt. Met het plan worden geen beperkt kwetsbare objecten mogelijk gemaakt. 5.6 Kabels en leidingen In het plangebied liggen geen overige kabels en leidingen die ruimtelijk relevant zijn op bestemmingsplanniveau. Voor de buisleidingen wordt verwezen naar paragraaf Besluit milieueffectrapportage In het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) zijn m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten en indicatieve drempelwaarden opgenomen. Indien het een ontwikkeling betreft boven de drempelwaarden, dan moet een m.e.r. of een m.e.r.-beoordeling worden gedaan. Bij de m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten geldt bovendien dat de drempelwaarden indicatief zijn, dit zijn dus geen harde grenzen. De bedoeling van de wetgever is om in deze gevallen goed te kijken naar het specifieke plan en de omgeving. Daarvoor wordt ook verwezen naar de bijlage bij de Europese richtlijn voor de strategische milieubeoordeling. De selectiecriteria zijn: kenmerken van de projecten (onder andere omvang, cumulatie met andere projecten); plaats van de projecten (ligging in/nabij kwetsbare gebieden, waardevolle landschappen en dergelijke); kenmerken van het potentiële effect (bereik van het effect, onomkeerheid van het effect). Dus, afhankelijk van het soort project, de locatie en de mogelijke effecten moet worden beoordeeld of kan worden volstaan met een vormvrije m.e.r.-beoordeling of dat een m.e.r.-beoordeling nodig is. In het kader van de Structuurvisie is reeds een Plan-MER uitgevoerd (Grontmij, FlorijnAs & Park Diepstroeten, van 3 oktober 2011). Ook is een notitie aanvullingen/errata Plan-MER opgesteld (Grontmij, Aanvullingen/errata Plan-MER (naar aanleiding van zienswijzen en ambtshalve, van 30 september 2011). Voor het bestemmingsplan "Werklandschap Assen - Zuid" is een BesluitMER en een Passende Beoordeling (DHV, BesluitMER Werklandschap Assen-Zuid, van mei 2011) en oplegnotitie specificatie stikstofdepositiebijdragen (DHV, oplegnotitie specificatie stikstofdepositiebijdragen, van september 2011) opgesteld. Gezien de resultaten uit deze rapportages wordt in het kader van het voorliggende bestemmingsplan geen milieueffectrapportage doorlopen. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 52

55 Hoofdstuk 6 Toelichting op de regels Algemeen In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten. In dit hoofdstuk wordt de inhoud van de bestemmingen (de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden) toegelicht en wordt aangegeven hoe de uitgangspunten hun juridische vertaling in het eigenlijke plan hebben gekregen. Het bestemmingsplan omvat de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in een GML-bestand. De bestemmingen zijn juridisch vastgelegd in de regels (voorheen werd dit voorschriften genoemd) behorende tot dit plan en kunnen worden vertaald naar een verbeelding. Het bestemmingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar plan. Deze digitale versie is bedoeld om de burger "online" informatie te verschaffen over het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. Het bestemmingsplan is opgezet volgens de verplichte landelijke Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012). Deze standaard - welke slechts een systematische standaardisering betreft en geen inhoudelijke standaard - is verplicht in het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening. Het vaststellen van een digitale versie is vanaf 1 januari 2010 verplicht. De planregels geven inhoud aan de op de plankaart aangegeven bestemmingen. Bij de opzet van de regels is getracht het aantal regels zo beperkt mogelijk te houden en slechts datgene te regelen dat werkelijk noodzakelijk is. De regels bevatten allereerst een bestemmingsomschrijving. Hierin is per bestemming uitgewerkt voor welk doel of doeleinden de gronden mogen worden benut. Naast de bestemmingsomschrijving zijn in de regels bouwregels en gebruiksregels opgenomen. Toelichting op de bestemmingen De bestemmingen in het plangebied zijn zoveel mogelijk afgestemd op de wenselijke stedenbouwkundige structuur en de omliggende woonomgeving en natuurgebieden. De voorgaande hoofdstukken hebben hiervoor de uitgangspunten gevormd. Verkeer De binnen de bestemming voor 'Verkeer' aangewezen gronden, zijn in hoofdzaak bestemd voor wegen en straten gericht op de stroomfunctie van verkeer, alsmede voor voet- en fietspaden. De wegen, straten, voet- en rijwielpaden met de bestemming 'Verkeer dienen ingericht te zijn ten behoeve van de afwikkeling van het verkeer. Groen Onder de bestemming 'Groen' vallen onder andere groenvoorzieningen, bermen en beplanting, paden en wegen en waterlopen en waterpartijen. Expliciet is de instandhouding en bescherming van landschappelijke en natuurwaarden benoemd. Binnen de bestemming 'Groen' zijn gebouwen niet toegestaan. Aan bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn ook regels verbonden zoals maximale hoogtes. De bestemming 'Groen' dient bij te dragen aan de ecologische waarden en landschappelijke inpassing van het werklandschap in de omgeving en bedrijfsgebouwen binnen het werklandschap. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 53

56 Toelichting op de dubbelbestemmingen Leiding - Gas De strook is bestemd voor aardgastransportleidingen, die liggen ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas' en voor een veiligheidszone erom heen. Er geldt een bouwverbod met afwijkmogelijkheid ten behoeve van een andere voorkomende (basisof dubbel)bestemming. Tevens geldt een vergunningstelsel voor werken en werkzaamheden die de integriteit en werking van de buisleiding kunnen aantasten. Graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten zijn daarvan uitgesloten (artikel 14 lid 2 Besluit externe veiligheid buisleidingen). Deze kunnen worden geacht te vallen onder normaal onderhoud. Waarde - Archeologie 2 Binnen het plangebied bevinden zich enkele gebieden die nog archeologisch onderzocht moeten worden. Deze percelen krijgen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2. In de planregels is bescherming van eventuele archeologische waarden middels een onderzoeksplicht en een omgevingsvergunningstelsel (voorheen: aanlegvergunningstelsel) geborgd. Overige bepalingen Inleidende regels Voorafgaand aan de bestemmingsregels wordt in de planregels begonnen met de inleidende regels (hoofdstuk 1). De inleidende regels bevatten de begripsbepalingen die gehanteerd worden en de wijze van meten. Deze zijn opgenomen ter bevordering van de rechtszekerheid. Het gaat hierbij vooral om het verminderen van de kans op interpretatieverschillen. Algemene regels In de algemene regels zijn regels opgenomen waarvan het wenselijk is om deze ten behoeve van de leesbaarheid en raadpleegbaarheid van het bestemmingsplan in één keer op één plaats in de planregels weer te geven. Zo kunnen in het plan naast de bestemmingsspecifieke aanduidingen ook gebiedsaanduidingen voorkomen die in meerdere bestemmingen gelegen zijn. Deze zijn opgenomen in de algemene regels. In de algemene regels zijn verder de anti-dubbeltelregel, de algemene gebruiksregels en de algemene afwijkingsregel opgenomen. Gebiedsaanduiding geluidzone - industrie Middels een algemene aanduidingsregel is een 'geluidzone - industrie' vastgelegd. Gevoelige objecten mogen hier slechts worden gebouwd wanneer de gevelbelasting vanwege geluid van die objecten als gevolg van het industrieterrein (het gezoneerde deel van het plangebied) bepaalde vastgelegd maxima niet overschrijdt. Gebiedsaanduiding vrijwaringszone - radiotelescoop Een gedeelte van het plangebied ligt onder invloed van de zone van de radiotelescoop Westerbork. Deze beschermingszone is in de Provinciale Omgevingsverordening vastgelegd en heeft als doel te voorkomen dat binnen deze zone bebouwings- en gebruiksmogelijkheden worden toegelaten waarbij elektromagnetische straling ontstaat die een storend effect heeft op de waarnemingen van de radiotelescoop. Met name hoge bebouwing en gemotoriseerd verkeer kunnen daarop van invloed zijn. Via de aanvullende regeling wordt daar rekening mee gehouden. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 54

57 Overgangs- en slotbepalingen Het afsluitende hoofdstuk bevat de overgangs- en slotregels. De overgangsregel is - evenals de anti-dubbeltelregel - opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening en dus voor alle bestemmingsplannen verplicht om over te nemen. In de slotregel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 55

58 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 56

59 Hoofdstuk 7 Financiële uitvoerbaarheid Conform het Besluit op de ruimtelijke ordening dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan een onderzoek te worden ingesteld naar de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. Kostenverhaal Op grond van artikel 6.12 lid 1 Wro is de gemeenteraad verplicht om een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Het voorliggende bestemmingsplan bevat geen bouwplannen zoals beschreven conform artikel Bro. Het tracé van de aansluiting Assen TT en de bijbehorende hoofdontsluiting valt deels binnen het plangebied "Werklandschap Assen - Zuid". De gemeenteraad heeft voor dit plangebied op 27 oktober 2011 een bestemmingsplan en bijbehorend exploitatieplan "Werklandschap Assen-Zuid" vastgesteld. Het destijds vastgestelde exploitatieplan was gedetailleerd voor de eerste fase (noordwest hoek), maar globaal van aard voor de gronden die nog nader dienden te worden uitgewerkt. Gelijktijdig is destijds besloten om de hoofdinfrastructuur van het werklandschap te financieren vanuit de FlorijnAs. Deze hoofdinfrastructuur is nu opgenomen in het voorliggende uitwerkingsplan, maar wordt gefaseerd gerealiseerd. De aanleg van de afrit TT en de hoofdontsluiting naar de huidige Graswijk (ten westen van de Graswijk) zal op korte termijn (medio ) worden aangelegd. Tevens zal iets ten noorden hiervan een fietsverbinding over de A28 worden aangelegd. De hoofdontsluiting ten oosten van de Graswijk zal aan het einde van de planperiode worden aangelegd (medio ). Deze planning is nog afhankelijk van de definitieve realisatiedatum van het NS-station en de vestiging van bedrijven ten oosten van de Graswijk. Tegelijkertijd met het uitwerkingsplan wordt een herzien exploitatieplan in procedure gebracht, namelijk "Exploitatieplan Werklandschap Assen-Zuid 2012" (ontwerp). Dit exploitatieplan is opgenomen in Bijlage 5. In het exploitatieplan is de exploitatiebijdrage per eigenaar vastgesteld voor de gronden vallend binnen de detailuitwerking van de hoofdontsluiting in het werklandschap. Voor de overige gronden die buiten het uitwerkingsplan vallen en tevens niet reeds in 2011 waren uitgewerkt, hebben de onderdelen van het exploitatieplan conform artikel 6.13 lid 3 Wro een globale inhoud. uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 57

60 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 58

61 Hoofdstuk 8 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Om gebruik te kunnen maken van de versnellingsmogelijkheden die de Crisis- en herstelwet biedt, is de Structuurvisie FlorijnAs opgesteld. De kern van de te voeren procedure is dat alle betrokken overheden zich in de initiatieffase expliciet committeren aan een gemeentelijke structuurvisie. De Structuurvisie FlorijnAs is opgesteld in samenspraak met de betrokken bestuursorganen. In het kader van deze structuurvisie heeft uitgebreid overleg plaatsgevonden met de betrokken overleginstanties. De plannen en het programma zijn hierbij vroegtijdig geconcretiseerd en afgestemd met andere bestuursorganen. De betrokken bestuursorganen onderschrijven het belang van de structuurvisie en willen meewerken aan de realisatie hiervan. Dit is vertaald in een ondertekend document waarmee de betrokken bestuursorganen verklaren in te stemmen met de structuurvisie en de zittingname in een zogeheten projectcommissie. Dit is een bij wet ingeschakelde projectcommissie (artikel 2.20 lid 3 Crisis- en herstelwet). In deze commissie zitten alle betrokken overheden (rijk, provincie, waterschap, omliggende gemeenten en de gemeente Assen). De betrokken overheidsinstanties hebben zich op 14 oktober 2011 gecommitteerd aan de inhoud van de Structuurvisie FlorijnAs. Via de vastgestelde (en breed gedragen) structuurvisie kan gebruik worden gemaakt van de voorzieningen van de Crisis- en herstelwet om versneld uitvoering geven aan het project FlorijnAs. Het concept-ontwerpbestemmingsplan is voorgelegd aan de projectcommissie FlorijnAs. Vanwege het uitgebreide overleg, is de fase van voorontwerpbestemmingsplan overgeslagen. Het ontwerpbestemmingsplan wordt vervolgens gedurende een periode van zes weken ter visie gelegd. Hierop kunnen zienswijzen worden ingediend. Te zijner tijd wordt een reactie gegeven op de zienswijzen. augustus uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 59

62 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 60

63 Bijlagen bij toelichting uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 61

64 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 62

65 Bijlage 1 Situering plangebied uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 63

66 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 64

67 Rijksweg 33 Ged. Assen - Gieten Rijksweg A28 Circuit Rijksweg A28 spoorlijn Beilen-Assen SITUERING PLANGEBIED schaal 1 :

68

69 Bijlage 2 Natuurtoets Aansluiting Assen-TT uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 65

70 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 66

71 Natuurtoets aansluiting Assen-TT Inventarisatie en beoordeling van natuurwaarden in het kader van natuurwet- en regelgeving

72 Colofon Titel: Natuurtoets aansluiting Assen-TT Subtitel: Inventarisatie en beoordeling van natuurwaarden in het kader van natuurwet- en regelgeving Projectcode: Status: Definitief Datum: 27 juli 2012 Auteur: Ing. J.M. (Jorim) Kamerling Veldonderzoek: Ing. E. (Erwin) Goutbeek, dhr. J. (Jasper) Zoeter & dhr. H. (Han) Brendeka Eindredactie: Drs. I. (Iwan) Veeman Opdrachtgever: Gemeente Assen Contactpersoon: Dhr. R. Lindeboom... EcoGroen Advies BV Postbus AP Zwolle T: I: EcoGroen Advies (2012) Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt mits onder vermelding van de bron: Kamerling J.M. (2012). Natuurtoets aansluiting Assen-TT; Inventarisatie en beoordeling van natuurwaarden in het kader van natuurwet- en regelgeving. Conceptrapport EcoGroen Advies, Zwolle. NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT

73 Inhoud Samenvatting en conclusies 1 Inleiding Aanleiding en doelstelling Situatie en beoogde ontwikkelingen Algemene opzet Gebiedsgerichte natuurbescherming Inleiding Natuurbeschermingswet Ecologische Hoofdstructuur Flora- en faunawet Toetsingskader Onderzoeksmethode Flora Vleermuizen Grondgebonden zoogdieren Broedvogels Amfibieën Reptielen Vissen Overige soorten Geraadpleegde bronnen Bijlagen I Samenvatting natuurwetgeving II Luchtfoto met ligging projectgebied III Maatregelenkaart IV Schets Ecobrug (combi fietspad/faunapassage) over A28 V Kaarten soorteninventarisatie (1 t/m 4) NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT

74 Samenvatting en conclusies Aanleiding en doelstelling In opdracht van de gemeente Assen (contactpersoon dhr. R. Lindeboom) heeft EcoGroen Advies BV een quickscan natuurtoets uitgevoerd in verband met de nieuwe infrastructurele inrichting aan beide zijden van de A28 ten zuiden van Assen. Deze maatregelen vinden plaats in het kader van het ontwerptracé aansluiting Assen-TT. De consequenties van de beoogde ruimtelijke ingreep op de aanwezige natuurwaarden zijn getoetst aan de Flora- en faunawet en de vigerende gebiedsgerichte natuurbescherming. Het onderzoek is gebaseerd op veldbezoeken van 3 mei, 7 juni en 19 juni en een inventarisatie van bekende verspreidingsgegevens, waaronder diverse recente veldonderzoeken in het gebied. Gebiedsgerichte natuurbescherming Het projectgebied ligt nabij Natura 2000-gebied Witterveld en Drentsche Aa. Verstoringseffecten op en verlies van oppervlak van beschermde natuurawaarden door het aanleggen van de voorgenomen infrastructuur, zijn niet te verwachten door de (grote) afstand van het plangebied tot de Natura 2000-gebieden. Het aanleggen van de infrastructuur heeft dan ook geen (significant) negatief effect. Het gebruik van de infrastructuur door het verkeer kan mogelijk wel vermestende effecten hebben op habitattypen welke aanwezig zijn binnen de Natura 2000-gebieden. De effecten van stikstofdepositie zijn reeds in eerdere toetsingen voor de FlorijnAs en voor Werklandschap Assen-zuid onderzocht. Uit deze toetsingen, opgesteld halverwege 2011, blijkt dat er geen (significant) negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen voor Natura 2000-gebied Witterveld en Drentsche Aa te verwachten zijn. Aangezien er in de eerdere toetsingen voor de nu voorgenomen plannen tevens geen effecten door licht, geluid of menselijke aanwezigheid zijn voorzien, is er geen negatief effect te verwachten voor het wezenlijke kenmerk voor fauna noodzakelijke rust van Beschermd Natuurmonument Witterveld. Op de overige wezenlijke kenmerken zijn verder geen effecten te verwachten, aangezien de geplande ontwikkeling hier geen invloed op heeft. Het projectgebied ligt buiten de EHS en tegen een zoekgebied Ecologische Verbindingszone. De beoogde plannen vormen geen aantasting van de mogelijkheid tot het realiseren van een Ecologische Verbindingszone. Door het plan om een faunapassage over de A28 aan te leggen dragen de plannen juist bij aan de verbindende werking van de EHS. Flora- en faunawet: Aangetroffen en te verwachten soorten In het projectgebied en directe omgeving zijn geen juridisch strikt beschermde plantensoorten aangetroffen of te verwachten, met uitzondering van Rietorchis, Ronde zonnedauw, Wilde gagel en Waterdrieblad. De beoogde plannen hebben geen invloed op de groeiplaats van deze beschermde plantensoorten, waardoor negatieve effecten zijn uit te sluiten; In het projectgebied is een vleermuisbunker aangetroffen welke kan dienen als verblijfplaats van vleermuizen. De beoogde plannen hebben geen invloed op deze (potentiële) verblijfplaats. Binnen het projectgebied zijn in elk geval in het oostelijk deel enkele vliegroutes van vleermuizen aanwezig, in het westelijk deel zijn de vliegroutes niet onderzocht; In het projectgebied zijn geen vaste verblijfplaatsen van zwaar beschermde grondgebonden zoogdieren te verwachten. Verspreid in het projectgebied zijn wel vaste verblijfplaatsen van enkele algemeen voorkomende, laag beschermde (Ff-wet tabel 1), zoogdiersoorten als Mol, Haas, Konijn en muizensoorten aangetroffen of te verwachten; Er is een jaarrond beschermd vogelnest van Sperwer in het projectgebied aanwezig, maar de beoogde plannen hebben hierop geen invloed. In de omgeving van het projectgebied zijn verschillende jaarrond beschermde vogelnesten aanwezig, namelijk van Buizerd, Havik, Huismus en Ooievaar. In de enige poel op het defensieterrein in het projectgebied, is het voorkomen van de zwaar beschermde Heikikker (Ff-wet tabel 3) en lichter beschermde Alpenwatersalamander (Ff-wet tabel 2) bekend en aangetoond. De beoogde plannen hebben geen invloed op hun verblijfplaats. Verder is de aanwezigheid van algemene laag beschermde amfibieënsoorten als Gewone pad, Bastaardkikker, Bruine kikker en/ of Kleine watersalamander aangetoond of te verwachten; In de buurt van het projectgebied is het voorkomen van de Levendbarende hagedis (Ff-wet tabel 2) aangetoond en bekend. De beoogde plannen hebben geen invloed op zijn verblijfplaats; In de beek Witterdiep is de Kleine modderkruiper (Ff-wet tabel 2) bekend en aangetoond. In de overige binnen het projectgebied aanwezige wateren zijn ondanks frequente bemonstering geen beschermde vissoorten aangetoond; Flora- en faunawet: Mitigerende maatregelen en vervolgstappen Voor alle vogels geldt dat werkzaamheden die in gebruik zijnde broedbiotopen van aanwezige vogels verstoren of beschadigen altijd voorkomen dienen te worden. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd, maar is het NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 4

75 van belang of een broedgeval wordt verstoord, ongeacht de datum. Het ontzien van broedvogels is voor de meeste soorten mogelijk door gefaseerd te werken en de uitvoering in elk geval op te starten in de periode voor half maart en na half juli. Bepaalde soorten, zoals Houtduif, kunnen echter broeden tot in november. Het controleren van de werklocaties door een ter zake kundige op broedende vogels, voorafgaand aan de werkzaamheden, is aan te raden om zo het risico op overtreding van de Flora- en faunawet te verkleinen; Werkzaamheden dienen plaats te vinden in de periode september t/m februari in verband met de aanwezigheid van jaarrond beschermde nesten. Buiten deze periode kunnen werkzaamheden worden uitgevoerd (let hierbij op het vorig genoemde punt) zolang rekening wordt gehouden met de verstoringsafstand van de vogelsoorten, waarbij de daadwerkelijke nestlocatie als de aan te houden afstand tot het nest zal moeten worden bepaald door een ter zake kundige; Ten behoeve van vliegroutes van vleermuizen is het van belang dat in het noordoosten van het projectgebied geen lijnvormige groenstructuren worden onderbroken/gekapt en dat er geen (reguliere) straatverlichting langs de nieuwe rondweg mag worden aangebracht, om zo overtreding van de Flora- en faunawet te voorkomen. Tijdens de aanlegfase mag er alleen in de periode december t/m februari s avonds en s nachts gebruik worden gemaakt van verlichting; Bij het werken in het Witterdiep zal, vanwege het voorkomen van de Kleine modderkruiper, gebruik moeten worden gemaakt van ecologische begeleiding (bij het afdammen van de watergang en wegvangen van de vissoort) en zal er in de watergang alleen gewerkt mogen worden buiten vorstperiodes. Wanneer bovenstaande maatregelen worden nageleefd achten we het aanvragen van een ontheffing niet noodzakelijk. Overigens wordt voor het verstoren van broedende vogels geen ontheffing van de Flora- en faunawet verleend. Faunapassage (geen wettelijke verplichting) De gemeente Assen heeft als wens om het natuurgebied op het huidig militair terrein bereikbaar te houden voor diersoorten. Aanleg van een gecombineerde faunapassage ter hoogte van het Witterdiep, onder de nieuwe toegangsweg A28 - TT-circuit door, biedt hiervoor de meeste potentie. Doelsoorten die hiervan gebruik moeten kunnen maken zijn Das, amfibieën (o.a. Alpenwatersalamander en Heikikker) en kleine zoogdieren (o.a. marterachtigen en muizensoorten). Ook Ringslang en Waterspitsmuis kunnen meegenomen worden. De doelsoorten kunnen het best bediend worden door middel van een ecobrug met een doorlopende oever langs het Witterdiep. Iets minder gunstig is een ecoduiker, waarbij er geen sprake is van een doorlopende oever. Een minimale situatie is de aanleg van een aparte faunatunnel, waar alleen landgebonden zoogdieren en enkele meer algemene amfibieën van gebruik maken. Een goede en natuurlijke geleiding naar de faunapassage en het voorkomen van oversteken van de weg door fauna is bij alle faunavoorzieningen een belangrijk aandachtspunt evenals aansluiting op al bestaande passages en overige plannen in de nabijheid. NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 5

76 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling In opdracht van de gemeente Assen (contactpersoon dhr. R. Lindeboom) heeft EcoGroen Advies BV een quickscan natuurtoets uitgevoerd in verband met de nieuwe infrastructurele inrichting aan beide zijden van de A28 ten zuiden van Assen. Deze maatregelen vinden plaats in het kader van het ontwerptracé aansluiting Assen-TT. De Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998 verplichten vooraf te toetsen of ruimtelijke ingrepen of activiteiten niet conflicteren met aanwezige beschermde plant- en diersoorten en habitats. In het voorliggende onderzoek worden, ten behoeve van de onderbouwing van de ruimtelijke planvorming, de consequenties in beeld gebracht van voorgenomen ruimtelijke ingrepen en vindt toetsing plaats aan de Flora- en faunawet en vigerend gebiedsgerichte natuurbescherming. 1.2 Situatie en beoogde ontwikkelingen Situatie Het projectgebied is gelegen ten zuiden van Assen en knooppunt Assen-zuid, waar de N33 en A28 op elkaar aansluiten. Het projectgebied omvat een deel van twee gebieden aan beide zijden van de A28: een deel van het defensieterrein westelijk van de A28 en in het agrarisch gebied oostelijk van de A28 (zie figuur 1.1). Westelijk van het militair terrein ligt de TT-Assen en daar weer westelijk en zuidwestelijk van het Natura gebied Witterveld. Aan de oostzijde van het projectgebied ligt het spoortraject Assen- Hoogeveen en verder oostelijk het Natura 2000-gebied Drentsche Aa. Het militair terrein binnen het projectgebied heeft een natuurlijke inrichting (nieuwe natuur). Het meer landbouwkundig gebied aan de oostzijde van de A28 omvat akkers, graslanden en enkele bospercelen (zie ook bijlage II). Beoogde ontwikkeling De beoogde plannen bestaan uit het realiseren van de nieuwe aansluiting op de A28, waarbij het plangebied deels een andere inrichting zal krijgen. Het gaat onder andere om een verkeersaansluiting direct naar het TT-circuit en een nog aan te leggen ontsluiting naar het toekomstige bedrijvenpark (ook wel werklandschap ) aan de oostzijde van de snelweg, deels parallel aan het spoor (zie figuur 1.2). In figuur 1.2 is het meest oostelijk deel van de nieuwe rondweg (vanaf de nieuw geplande rotonde op de Graswijk, naar en langs het spoor en weer terug naar de Graswijk) niet ingetekend, maar de aanleg hiervan is wel meegenomen in de voorliggende toetsing Daarnaast is de gemeente voornemens een fietsbrug over de A28 aan te leggen, welke gecombineerd zal gaan met een faunapassage. Deze faunapassage zal het natuurlijk terrein aan de westzijde van de A28 (en indirect het Witterveld) moeten verbinden met de nieuw in te richten natuurstroken op het toekomstig bedrijventerrein (en indirect het Geelbroek, onderdeel van het Natura 2000-gebied Drentsche Aa). In bijlage III is de inrichtingskaart in detail opgenomen, in bijlage IV is een inrichtingsschets voor de ecobrug (combi fietspad/faunapassage) te vinden. NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 6

77 1.3 Algemene opzet Voorliggende ecologische beoordeling is voor een belangrijk deel gebaseerd op de locatiebezoeken op 3 mei 2012 (algemeen), 7 juni 2012 (broedvogels) en 19 juni 2012 (vissen en amfibieën). Verder is gebruik gemaakt van bekende verspreidingsgegevens (zie hoofdstuk 5 Geraadpleegde bronnen). Ten behoeve van de effectbeoordeling in dit project zijn de technische tekeningen van het projectgebied gebruikt, verstrekt door de gemeente Assen. Uit het totaal aan verzamelde informatie volgt een beschrijving van de mogelijke effecten van beoogde ruimtelijke ingrepen op aanwezige beschermde soorten en gebieden. Daarbij wordt ook kort ingegaan op mogelijkheden tot mitigerende (verzachtende of inpassings-) maatregelen. Figuur 1.1 Projectgebied, binnen de rode omlijning, en haar omgeving (ondergrond: BingMaps, 2012). NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 7

78 Figuur 1.2 Nieuwe inrichting projectgebied, zoals bekend op 6 juni 2012 (ondergrond: BingMaps, 2012). NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 8

79 2 Gebiedsgerichte natuurbescherming 2.1 Inleiding In het kader van dit onderzoek wordt, naast de aanwezigheid van beschermde soorten, aandacht besteed aan gebieden met een beschermingsstatus. De volgende wet- en regelgeving is daarbij van belang: De Natuurbeschermingswet 1998, een uitwerking van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn waarin de bescherming van de Natura 2000-gebieden is vastgelegd; De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, waarin het nationale beleid ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is opgenomen; Provinciaal beleid, dat vaak is opgenomen in Omgevingsplannen of Streekplannen. In het provinciaal beleid is bescherming van de natuur binnen de EHS nader uitgewerkt en daarnaast ook de bescherming van ganzenfoerageergebied en weidevogelgebied, die vaak buiten de EHS liggen. De beschermingsregimes hebben tot doel de natuurwaarden in de betreffende gebieden veilig te stellen. In sommige situaties dienen ook ruimtelijke activiteiten buiten de begrenzing van deze gebieden getoetst te worden op mogelijke schadelijke uitstralende effecten. In de onderstaande paragrafen wordt kort ingegaan op de eventuele effecten die de geplande werkzaamheden kunnen hebben op nabijgelegen gebieden met een beschermingsstatus. Figuur 2.1 Begrenzing Natura 2000-gebieden (rood) in de omgeving van het projectgebied (bron: Min. EL&I / GoogleMaps, 2012). NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 9

80 2.2 Natuurbeschermingswet 1998 Instandhoudingsdoelen De beschermde waarden van een Natura 2000-gebied worden uitgedrukt in de vorm van instandhoudingdoelen voor habitattypen, vogels en/of andere soorten. Plannen of projecten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied die de kwaliteit van een habitattype of leefgebied kunnen verslechteren of een storend effect kunnen hebben op soorten, moeten getoetst worden op hun gevolgen voor het gebied. Het projectgebied ligt in de nabijheid van twee Natura 2000-gebieden, namelijk Witterveld en Drentsche Aa (zie figuur 2.1). Voor het Natura 2000-gebied Witterveld zijn instandhoudingsdoelen opgesteld voor 8 habitattypen en voor Natura 2000-gebied Drentsche Aa betreffen dit 17 habitattypen, 5 habitatsoorten (vier vissoorten en de Kamsalamander) en 3 (complementaire) broedvogelsoorten (Watersnip, Paapje en Grauwe klauwier). Het projectgebied ligt niet in een Natura 2000-gebied, waardoor van ruimtebeslag geen sprake is. Voor de habitat- en vogelsoorten wordt niet verwacht dat zij hun verblijfplaats en/of foerageergebied (ver) buiten het Natura 2000-gebied Drentsche Aa hebben, dus voor hen is er geen sprake van een ecologische relatie met het projectgebied. Beide Natura 2000-gebieden kennen voor stikstofdepositie kritische habitattypen, waardoor wel zal moet worden bekeken in hoeverre een negatief effect door extra stikstofdepositie dankzij de projectontwikkeling te verwachten is. Beschermde Natuurmonumenten Beschermde Natuurmonumenten zijn aangewezen vanwege de aanwezigheid van natuurwaarden, natuurschoon en/of natuurwetenschappelijke betekenis voor dieren of planten. Bij projecten in of in de omgeving van een Beschermd Natuurmonument is noodzakelijk om na te gaan of deze (significante) gevolgen kunnen hebben voor de beschermde waarden van het betreffende gebied. Het Witterveld betreft een Beschermde Natuurmonument en ligt op 360 meter afstand van de grens van het projectgebied. Het Witterveld is van grote betekenis door zijn wezenlijke kenmerken: de biologische waarden en het natuurschoon, de voor fauna noodzakelijke rust, de voor hoogveengebieden kenmerkende geologische en geomorfologische structuur, de hydrologie en de waarde voor het paleologisch en archeologisch onderzoek (LNV, 1991). Daarom zal bekeken moeten worden in hoeverre negatieve effecten op de beschermde waarden van dit Beschermde Natuurmonument (onderdeel van Natura 2000-gebied Witterveld) te verwachten zijn. Effectenanalyse - Natura 2000 Verstoringseffecten op en verlies van oppervlak van beschermde natuurwaarden door het aanleggen van de voorgenomen infrastructuur, zijn niet te verwachten door de (grote) afstand van het plangebied tot de Natura 2000-gebieden. Het aanleggen van de infrastructuur heeft dan ook geen (significant) negatief effect. Het gebruik van de infrastructuur door het verkeer kan mogelijk wel vermestende effecten hebben op habitattypen welke aanwezig zijn in de Natura 2000-gebieden. De plannen voor het aanleggen van de infrastructuur zijn reeds in eerdere plantoetsingen meegenomen, namelijk in de toetsing van de FlorijnAs (grootschalige toetsing van alle plannen van de gemeente Assen voor dit ontwikkelingsgebied) en het bestemmingsplan Werklandschap Assen-zuid (bedrijventerrein en nieuwe op- en afrit A28). In de Passende Beoordeling voor de FlorijnAs (8 juni 2011) zijn de effecten op de omliggende Natura 2000-gebieden Witterveld en Drentsche Aa-gebied onderzocht. Andere Natura 2000-gebieden liggen op te grote afstand, waardoor effecten door de FlorijnAs zijn uitgesloten. Uit de beoordeling van (mogelijke) effecten door de FlorijnAs blijkt dat alleen ten aanzien van de toeristisch/recreatieve zone effecten op Natura NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 10

81 2000 niet geheel zijn uit te sluiten voor wat betreft het effecttypen verdroging (Grontmij, 2011). Aangezien plannen voor de toeristische/recreatieve zone geen onderdeel van de huidig te toetsen bestemmingsplanwijziging uitmaakt en aangezien er geen andere effecten te verwachten zijn, kunnen (significant) negatieve effecten op basis van de Passende Beoordeling worden uitgesloten. Voor het verkeer dat van de nieuwe toegangsweg naar het aan te leggen bedrijventerrein gebruik zal maken, zijn reeds effectbepalingen voor alle verstoringvormen uitgevoerd in de rapporten behorend bij het vastgestelde bestemmingsplan (op 27 oktober 2011). Zo ook berekeningen van stikstofdepositie, waarbij de autonome situatie qua verbreding N33 en verandering knooppunt Assenzuid, de nieuwe te ontwikkelen bedrijven op in het werklandschap, de nieuwe op- en afritten Assen zuid-zuid en de verkeersaantrekkende werking (ook over de nieuwe rondweg) is meegenomen. In de oplegnotitie, behorend bij het bestemmingsplan, wordt geconcludeerd dat de toename van de stikstofdepositie ten opzichte van de huidige situatie niet zal leiden tot een verslechtering van de kwaliteit van de beïnvloede habitattypen of de kwaliteit van de leefgebieden van de vogelrichtlijnsoorten. De toename zal daarmee niet leiden tot (significant) negatieve effecten op de instandhoudingdoelstellingen voor de beïnvloede habitattypen en vogelrichtlijnsoorten (DHV, 2011). - Beschermd Natuurmonument Aangezien in de eerdere beoordelingen (Grontmij, 2011 en DHV, 2011) geen effecten verwacht worden ten aanzien van geluid, licht en menselijke aanwezigheid aangaande de aanleg van de nieuwe infrastructuur, is er geen negatief effect te verwachten voor het wezenlijke kenmerk voor fauna noodzakelijke rust van Bescherm Natuurmonument Witterveld. Op de overige wezenlijke kenmerken zijn verder geen effecten te verwachten, aangezien de geplande ontwikkeling hier geen invloed op heeft. NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 11

82 2.3 Ecologische Hoofdstructuur In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte zijn de plannen beschreven voor ruimte en mobiliteit. Hiertoe behoort onder andere de bescherming en realisatie van de Ecologisch Hoofdstructuur waarvoor de provincies verantwoordelijk zijn gesteld. De EHS wordt beschermd middels het nee, tenzij -regime. Binnen de EHS zijn nieuwe projecten, plannen en handelingen met een significant negatief effect op de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS niet toegestaan, tenzij er sprake is van een groot openbaar belang en reële alternatieven ontbreken (Ministerie van I&M, 2012). Volgens de begrenzing van de EHS, zoals vastgelegd in de Omgevingsvisie van de Provincie Drenthe (2010), ligt het projectgebied niet in de Ecologische Hoofdstructuur, maar wel tegen een zoekgebied 1 voor een Ecologische Verbindingszone aan (zie figuur 2.2). De beoogde plannen vormen geen aantasting van de mogelijkheid tot het realiseren van een Ecologische Verbindingszone. Door het plan om een faunapassage (gecombineerd met fietsersbrug) over de A28 aan te leggen, dragen de plannen bij aan de verbindende werking van de EHS. Door deze faunapassage zal (indirect) een verbinding tussen het Witterveld en het Geelbroek (Drentsche Aa-gebied) mogelijk worden gemaakt. Figuur 2.2 Begrenzing Ecologische Hoofdstructuur, met in groen aan de westkant het Witterveld en aan de oostkant het Geelbroek (prov. Drenthe, 2010). 1 In de nieuwe, maar nog in concept zijnde, actualisatie EHS 2012 betreft het zoekgebied een lijnvorm welke veel geringer is. Deze lijn volgt vanaf het noordoostelijke punt van het Witterveld de weg De Haar naar het Witterdiep, waarna het de loop van dit beekje naar het noordoosten volgt. NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 12

83 3 Flora- en faunawet 3.1 Toetsingskader De Flora- en faunawet verplicht een ieder die ruimtelijke ingrepen of andere activiteiten wil ontplooien, na te gaan in hoeverre dit negatieve effecten kan hebben op van nature in Nederland in het wild voorkomende planten- en diersoorten ongeacht of deze beschermd zijn of niet. De zorgplicht van artikel 2 uit de Flora- en faunawet stelt dat optredende negatieve effecten zo veel mogelijk vermeden of geminimaliseerd dienen te worden. Voor schade aan juridisch strikt beschermde soorten kan de aanvraag van een ontheffing van de Flora- en faunawet bij het Ministerie van EL&I noodzakelijk zijn. 3.2 Onderzoeksmethode Voorliggende ecologische beoordeling is voor een belangrijk deel gebaseerd op de locatiebezoeken van 2012 en de verzamelde data uit eerder door Ecogroen Advies uitgevoerd ecologische onderzoek in 2011 (Assen-zuid, fase 1), 2010 (afrit A28, Assen-zuid) en 2007 (bestemmingsplan werklandschap Assen-zuid). Tijdens de veldbezoeken in 2012 is het gehele gebied onderzocht, waarbij aandacht is besteed aan de beschermde soorten binnen de Flora- en faunawet (Ff-wet) en vooral aan de juridisch zwaarder beschermde soorten (tabel 2- en 3-soorten). Daarnaast is aandacht besteed aan het voorkomen van bedreigde (Rode Lijst) soorten. Voor zover mogelijk zijn de volgende soortgroepen geïnventariseerd: flora, zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden. De in het projectgebied aanwezige beek en slootjes zijn intensief bemonsterd met een steeknet. Daarnaast is broedvogelonderzoek uitgevoerd, waarbij de nadruk heeft gelegen op de aanwezigheid van jaarrond beschermde nesten. Ook heeft er onderzoek naar aanwezige plantensoorten plaatsgevonden, waarbij gebruik is gemaakt van een veldcomputer met GPS om de relevante waarnemingen in te voeren. In combinatie met de terreingesteldheid, bekende verspreidingsgegevens (zie hoofdstuk 5 Geraadpleegde bronnen) en expert judgement is vervolgens een uitspraak gedaan over mogelijk aanwezige beschermde soorten. In dit hoofdstuk worden de onderzochte soortengroepen beschreven die in het projectgebied en de directe omgeving zijn aangetroffen en te verwachten. De relevante soorten worden in de onderstaande tekst kort toegelicht. 3.3 Flora Uit de veldbezoeken blijkt dat er verschillende juridisch zwaarder beschermde plantensoorten en teven soorten van de Rode Lijst voorkomen binnen en in de directe omgeving van het projectgebied (zie bijlage V, kaart 1). Wat betreft beschermde plantensoorten gaat het om groeiplaatsen van Rietorchis (Ffwet tabel 2) en Ronde zonnedauw (Ff-wet tabel 2 en RL gevoelig). Ook Wilde gagel (Ff-wet tabel 2 en RL gevoelig) en Waterdrieblad (Ff-wet tabel 2 en RL gevoelig) zijn in de directe omgeving van het projectgebied gevonden. Naast beschermde soorten zijn ook bedreigde plantensoorten aangetroffen: Eenarig wollegras (RL kwetsbaar), Dwergviltkruid (RL gevoelig), Kamgras (RL gevoelig) en Brede waterpest (RL gevoelig). Op kaart 1 in bijlage V zijn de vindplaatsen van deze soorten ruimtelijk weergegeven. De meeste vindplaatsen van beschermde en Rode Lijst planten vallen buiten de maatregellocaties. Alleen voor de standplaats van de beschermde Rietorchis en de Rode lijstsoorten Kamgras, Hondsviooltje en Wateraardbei geldt dat enkele groeilocaties onder het ruimtebeslag liggen. Voor het Hondsviooltje en Wateraardbei geldt dat deze mogelijk kunnen worden ingepast, aangezien zij in/langs de spoorsloot hun groeiplaats hebben. Voor de standplaats van Rietorchis, ter hoogte van de locatie waar het fiets- en faunaviaduct is geprojecteerd, geldt dat men verplicht is mitigerende NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 13

84 maatregelen te treffen. Hierbij dient de aangetroffen groeilocatie ruim uitgegraven te worden en op een voor deze soort geschikte en duurzame groeiplaats zal moeten worden teruggeplaatst. Het wordt aangeraden dit ook voor de groeilocaties van Kamgras te doen, maar hiervoor geldt geen verplichting. 3.4 Vleermuizen Kader 1a: Vleermuizen Het leefgebied van de strikt beschermde vleermuizen (Ffwet tabel 3 en HR bijlage IV) bestaat uit verblijfplaatsen, vliegroutes en foerageergebied. Van deze drie onderdelen genieten verblijfplaatsen de hoogste bescherming. Verblijfplaatsen bevinden zich in donkere en voor vleermuizen bereikbare ruimten in bomen, huizen, kelders et cetera en kunnen aanwezig zijn in de vorm van kraamkolonies/zomerverblijven, baltslocaties/paarverblijven en winterverblijven. Voor hun oriëntatie tijdens de trek van en naar hun verblijfplaats en foerageergebieden gebruiken vleermuizen veelal jaren lang dezelfde structuren. Vanwege dit traditiegetrouwe gedrag van vleermuizen vormen bepaalde lijnvormige structuren (bijvoorbeeld rijen woningen, watergangen en bomenrijen) een belangrijk onderdeel van een vliegroute. Wanneer alternatieve structuren ontbreken zijn dergelijke structuren onmisbaar en zodoende beschermd. Locaties waar insecten aanwezig zijn, bijvoorbeeld langs randen van bossen, bomenrijen of boven water zijn van belang als foerageergebied voor vleermuizen. Foerageergebied van vleermuizen geniet binnen de Flora- en faunawetgeving echter geen juridische bescherming, tenzij het onmisbaar is voor het voortbestaan van een populatie. Potentiële verblijfplaatsen Tijdens het veldonderzoek is in de noordoosthoek van het militair terrein (westelijk van A28) een vleermuisbunker aangetroffen. Deze bunker bestaat naar schatting 10 jaar en kent mogelijk (beperkt) gebruik door vleermuizen. Ten behoeve van de beoogde plannen wordt geen bebouwing gesloopt en ook de vleermuisbunker valt (ver) buiten de invloedssfeer van de plannen. Daarnaast zijn bij de bomen welke onder het ruimtebeslag van de plannen zullen verdwijnen geen ruimten (holten, scheuren, loszittend bast) aangetroffen die geschikt zijn als vaste verblijfplaats van vleermuizen. Schade aan verblijfplaatsen van gebouwen boombewonende soorten is zodoende niet aan de orde. Kader 1b: Vleermuizen en verlichting Vleermuizen zijn als nachtactieve dieren ingesteld op het leven in het donker. Zij kunnen op verschillende manier verstoord worden door kunstlicht. Zo kunnen vliegroutes en foerageergebieden ongeschikt worden door kunstlicht. Om lichtverstoring te voorkomen zijn diverse oplossingen denkbaar zoals het toepassen van marterverlichting, het aanpassen van de lichtintensiteit of het beperken van de hoeveelheid verlichting. Marterverlichting verstrooid niet naar de omgeving, maar verlicht lokaal de grond. Een betere oplossing is echter het toepassen van zogeheten Amber verlichting. Uit een onlangs uitgevoerd veldexperiment van de Zoogdiervereniging en LEDexpert, blijkt dat het kleurspectrum van de Amber ledlamp lichtgevoelige vleermuizen niet te verstoren, terwijl groen licht en wit licht duidelijk verstorend werken. Bron: NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 14

85 Potentiële vliegroutes In het projectgebied zijn in 2007 enkele vliegroutes aangetroffen welke vanuit Assen de N33 kruisen en het projectgebied inlopen (zie bijlage V, kaart 2). Er zijn verder geen van groot belang zijnde vliegroutes in of in de directe omgeving van de rest van het plangebied te verwachten, maar hier is geen gericht onderzoek naar uitgevoerd. Van belang is dat de lijnvormige groenstructuren, ten oosten van de A28 in het noorden van het projectgebied, niet mogen worden onderbroken. Dit houdt in dat er geen bomen uit gekapt mogen worden en dat er tevens geen nieuwe reguliere (straat)verlichting langs de aan te leggen weg mag worden aangebracht. Indien wel straatverlichting moet worden aangebracht, dan dient hiervoor een aangepast type verlichting te worden gebruikt, bijvoorbeeld Amberverlichting (zie kader 1b). Ook tijdens de aanleg van met name de infrastructuur in het noordoosten van het projectgebied is het van belang dat gebruik van verlichting s avonds en s nachts wordt voorkomen tijdens het vliegseizoen van vleermuizen (dit betreft de periode maart t/m november voor de aangetroffen vleermuissoorten). Op deze manier wordt voorkomen dat verstoring van vliegroutes en foerageergedrag optreedt. In de rest van het plangebied zijn geen belangrijke vliegroutes te verwachten, maar zonder gericht onderzoek is hier geen uitsluitsel over te geven. Daarom wordt geadviseerd om deze manier van werken in het gehele plangebied toe te passen. Indien s avonds of s nachts gewerkt moet worden met gebruik van verlichting, is middels gericht onderzoek naar vliegroutes een goed beeld te verkrijgen van de vliegroutes zodat precies bekend is waar eventueel knelpunten kunnen ontstaan. Potentieel foerageergebied Verwacht wordt dat het projectgebied door verschillende vleermuizen gebruikt wordt om te foerageren. In het onderzoek van 2007 zijn in elk geval Laatvlieger, Gewone Dwervleermuis, Baardvleermuis en Rosse vleermuis foeragerend aangetroffen. De voorgenomen ingrepen zullen naar verwachting geen invloed hebben op de hoeveelheid geschikt foerageergebied, zolang het gebruik van straatverlichting wordt voorkomen. Tijdens en na de werkzaamheden blijft ruim voldoende foerageergebied aanwezig in het projectgebied en bovendien zijn in de omgeving veel alternatieve foerageergebieden aanwezig in de vorm van bosranden en houtwallen. Zodoende is geen sprake van aantasting van onmisbaar foerageergebied. NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 15

86 3.5 Grondgebonden zoogdieren Verblijfplaatsen van juridisch zwaar beschermde grondgebonden zoogdieren binnen het projectgebied, worden op basis van veldonderzoek, terreinkenmerken en bekende verspreidingsgegevens niet verwacht. Mogelijk wordt het projectgebied wel gebruikt als beperkt, niet onmisbaar foerageergebied van Eekhoorn (Ff-wet tabel 2) en Das (Ff-wet tabel 3), die mogelijk buiten het projectgebied hun verblijfplaatsen hebben. Van een negatief effect door versnippering van het leefgebied is daarom geen sprake, maar de gemeente Assen heeft wel de wens om de nieuwe toegangsweg naar het TT-circuit passeerbaar te houden voor o.a. grondgebonden zoogdieren; zie kader 2. Hierdoor zijn de effecten eerder positief, vooral in ogenschouw nemend dat er over de A28 tevens een voor grondgebonden zoogdieren geschikte faunapassage komt. Binnen het projectgebied zijn wel vaste verblijfplaatsen van de laag beschermde zoogdiersoorten Mol, Haas, Konijn en enkele muizensoorten te verwachten. Bij de planrealisatie zullen mogelijk exemplaren en verblijfplaatsen van enkele algemene en laag beschermde kleine zoogdieren verloren gaan. Het aanvragen van een ontheffing is voor deze soorten niet aan de orde, omdat voor deze soorten een vrijstelling geldt in geval van ruimtelijke ingrepen. Schade aan genoemde algemene en laag beschermde zoogdieren kan indien de planning van de werkzaamheden dit toelaat - geminimaliseerd worden door graafwerkzaamheden uit te voeren buiten de voortplantingsperiode (maart tot augustus). De minst schadelijke periode is september tot december (mits vorstvrij). Kader 2: Tegengaan versnippering dmv gecombineerde faunapassage De gemeente Assen heeft als wens om het natuurgebied op het huidig militair terrein bereikbaar te houden voor diersoorten, ondanks de aanleg van de nieuwe toegangsweg tussen de A28 en het TT-circuit. Ten behoeve van vissoorten is al in de plannen opgenomen dat er in het Witterdiep een nieuwe vispassage wordt aangelegd. Het natuurgebiedje is nu tevens geschikt voor algemener voorkomende diersoorten, maar ook als leefgebied voor zeldzamere soorten als Heikikker en Alpenwatersalamander. Daarnaast kan het natuurgebiedje dienen als stapsteen in de verbindingszone tussen het Witterveld, het Asser Bos en het Drentsche Aa-gebied voor grondgebonden zoogdieren, amfibieën en de Ringslang. Ten behoeve van een verbindingszone is door de gemeente Assen reeds een droge faunapassage over de A28 opgenomen in de plannen (met als doelsoorten marterachtigen, eekhoorn, ringslang en vlinders). Veel diersoorten maken gebruik van lijnvormige elementen in het landschap om langs te migreren. De verwachting is dan ook dat het Witterdiep als een dergelijk lijnvormig element kan dienen. Om het bestaande natuurgebiedje ontsnipperd te houden voor diersoorten, wordt daarom voorgesteld om ter hoogte van de ligging van het Witterdiep een gecombineerde faunapassage aan te leggen onder de nieuwe toegangsweg door. Als doelsoorten wordt aangeraden Das (is in omgeving aanwezig), amfibieën (o.a. Alpenwatersalamander en Heikikker) en kleine zoogdieren aan te houden. Als ambitie kan de Ringslang en Waterspitsmuis genomen worden, aangezien dit soorten zijn die in de wijde omgeving bekend zijn en waarvoor deze verbindingszone een rol kan gaan spelen. NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 16

87 (Vervolg kader 2) Het bedienen van de doelsoorten kan in een optimale situatie door middel van een ecobrug (bij juiste maatvoering en inrichting o.a. geschikt voor doelsoorten Das, Ringslang, Kamsalamander, Waterspitsmuis en marterachtigen) en in suboptimale omstandigheden in de vorm van een ecoduiker (bij juiste maatvoering en inrichting o.a. geschikt voor doelsoorten Das en marterachtigen en in mindere mate Ringslang, Kamsalamander en Waterspitsmuis). In geval van de ecobrug zal er in elk geval aan de oostzijde van het Witterdiep een flauw oplopende oever aanwezig moeten zijn. Daarnaast zal er aansluitend op de oever een droge overloop aanwezig zijn (o.a. tbv Das), het liefst met een strook boomstronken/keien tegen de zijwand (tbv amfibieën en kleine zoogdieren ter beschutting). In geval van de ecoduiker is er geen doorlopende oever aanwezig, maar alleen een droge loopstrook (het liefst in dezelfde constructie als de watergang, vanwege de hoeveelheid invallend licht). Naast gecombineerde verbindingsroutes kunnen ook aparte faunavoorzieningen worden aangelegd, bijv. in de vorm van een faunatunnel. Hiervan is bekend dat landgebonden zoogdieren (o.a. Das en enkele marterachtigen) en enkele meer algemene amfibieën hier bij de juiste maatvoering gebruik van maken, maar dat meer watergebonden zoogdieren (zoals Waterspitsmuis), amfibieën (zoals Kamsalamander maar ook Alpenwatersalamander) en ook de Ringslang hier niet of nauwelijks gebruik van maken. Daarnaast is een goede en natuurlijke geleiding naar de faunapassage en het voorkomen van oversteken van de weg door fauna een belangrijk aandachtspunt. Hieronder zijn enkele impressies gegeven van de genoemde typen faunapassages (afmetingen van faunapassage zijn afhankelijk van de lokale situatie). Ecobrug Ecoduiker Faunatunnel NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 17

88 3.6 Broedvogels Aangezien voorliggend onderzoek een quickscan betreft, is geen systematische broedvogelinventarisatie uitgevoerd. Toch kan op basis van soortwaarnemingen, biotoopeisen, terreinkenmerken, expert judgement en bekende ecologische principes beoordeeld worden welke soorten aanwezig kunnen zijn. In deze paragraaf wordt hoofdzakelijk aandacht besteed aan broedvogels met jaarrond beschermde nesten (zie kader 3). Daarnaast wordt kort ingegaan op de meer algemeen voorkomen broedvogels. Kader 3: Jaarrond beschermde nesten van broedvogels Onder jaarrond beschermde nesten van broedvogels wordt verstaan: in functie zijnde nesten van de Ooievaar, Boomvalk, Buizerd, Havik, Ransuil, Roek, Wespendief, Zwarte wouw, Slechtvalk, Sperwer, Steenuil, Kerkuil, Oehoe, Gierzwaluw, Grote gele kwikstaart en Huismus. Voor sommige andere soorten geldt dat de nesten jaarrond beschermd zijn als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. Broedvogels met jaarrond beschermde nestplaatsen Nesten van jaarrond beschermde vogelsoorten zijn visueel niet binnen de grenzen van het projectgebied aangetroffen. Wel wordt er op basis van veldwaarnemingen voor de Sperwer (jaarrond beschermd nest cat. 4) verwacht dat hij een nestlocatie in het westelijk deel van het projectgebied heeft (zie bijlage V, kaart 3). Er zijn echter geen werkzaamheden voorzien in de nabije omgeving van zijn mogelijke nestlocatie. Buiten het projectgebied broeden Buizerd (jaarrond beschermd nest cat. 4), Havik (jaarrond beschermd nest cat. 4), Huismus (jaarrond beschermd nest cat. 2 en RL gevoelig) en Ooievaar (jaarrond beschermd nest cat. 3). De broedlocaties zijn voornamelijk in de buurt van de nieuwe rondweg aan de oostzijde van de A28 te vinden. Het projectgebied wordt naar verwachting als onderdeel van het foerageergebied van deze vogelsoorten gebruikt. Als gevolg van de beoogde ingreep verdwijnt echter een gering oppervlak verspreid over een lange strook, waardoor niet wordt verwacht dat onmisbaar foerageergebied verloren gaat. Bij het uitvoeren van de werkzaamheden zal rekening moeten worden gehouden met het broedseizoen van vogels met jaarrond beschermde nesten. Dit betekent dat de werkzaamheden het best kunnen worden uitgevoerd in de periode september t/m februari. Buiten deze periode zal rekening moeten worden gehouden met de verstoringsafstand van deze vogelsoorten, waarbij zowel de daadwerkelijke nestlocatie als de aan te houden afstand tot het nest zal moeten worden bepaald door een ter zake kundige. Overige broedvogels In het projectgebied worden diverse algemene broedvogels van bos, struweel en (vochtig) grasland verwacht. Daarnaast zijn tijdens de veldboeken in het projectgebied de Rode Lijstsoorten Zomertortel (kwetsbaar), Spotvogel (gevoelig) en Matkop (gevoelig) aangetroffen. Andere Rode Lijstsoorten zijn in de omgeving van het projectgebied aanwezig. Deze waarnemingen geven aan dat betreffend (deels natuur)gebied bijzonder genoeg is om interessante vogelsoorten aan te trekken en hiermee van bovenmodale (zij het niet beschermde) waarde is. Alle broedvogels zijn gedurende hun broedseizoen beschermd en mogen in deze periode niet verstoord of geschaad worden. Als broedseizoen wordt gehanteerd: periode van nestbouw, periode van broed op de eieren en de periode dat de jongen op het nest gevoerd worden. Voor verstoring tijdens de broedseizoen van een vogel wordt geen ontheffing verleend. Indien op een locatie geen broedende/nestelende vogels aanwezig zijn, mag het aanwezige geschikte broedbiotoop ook tijdens het broedseizoen verwijderd worden. NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 18

89 Voor de meeste van de aanwezige soorten kan de periode tussen half maart en half juli worden aangehouden als broedseizoen. De broedperiode verschilt per soort en soms ook per jaar en in het kader van de Flora- en faunawet wordt voor het broedseizoen geen standaardperiode gehanteerd. Van belang is of een broedgeval wordt verstoord, ongeacht de datum. Wanneer in de winterperiode (half november t/m februari) alle groen wordt verwijderd op locaties waar maatregelen staan gepland, en deze locaties hierna ook vrij worden gehouden van geschikt broedvogelbiotoop, kan worden voorkomen dat broedgevallen optreden en de werkzaamheden hierdoor vertraging oplopen. 3.7 Amfibieën Heikikker In een waterpartij midden in het militair terrein, westelijk van de A28, is de juveniele vorm van de Heikkikker aangetroffen en tevens zijn er mogelijk larven van de Heikikker (en/of Bruine kikker, determinatie onzeker) aangetroffen. De Heikikker is daarnaast ook in poelen aan de oostzijde van de A28 bekend (zie bijlage V, kaart 4). De inrichtingsmaatregelen hebben geen invloed op het biotoop waar deze soort in voorkomt, waardoor er geen negatieve effecten op de Heikikker zijn te verwachten. Kader 4: Heikikker De Heikikker heeft de voorkeur voor vochtige gebieden met veenvorming, maar wordt ook aangetroffen in andere vochtige biotopen. Aanwezigheid van laag struweel en hoge kruidige gewassen is van belang. Het voortplantingsbiotoop is ondiep stilstaand water, wat enigszins zuur en voedselarm is met oevervegetatie. Alpenwatersalamander In dezelfde waterpartij westelijk van de A28 is tevens een larve van de Alpenwatersalamander aangetroffen. Het voorkomen van de Alpenwatersalamander in de poelen in het knooppunt A28/N33 en in één watergang en enkele poelen (op particulier eigendom) oostelijk van de A28 was al bekend (zie bijlage V, kaart 4). De inrichtingsmaatregelen hebben verder geen invloed op het biotoop waar deze soort in voorkomt, waardoor er geen negatieve effecten op de Alpenwatersalamander is te verwachten. Kader 5: Alpenwatersalamander De Alpenwatersalamander is niet kieskeurig i.v.m. zijn voortplantingsbiotoop. In het voorjaar is hij in allerlei typen water te vinden, zolang het niet snel stromend of rijk aan vis is. Alpenwatersalamanders overwinteren op het land. Poelkikker In de brede sloten langs de TT-Tunnelweg en de zandweg parallel aan de A28 zijn volwassen exemplaren met de kenmerken van de strikt beschermde Poelkikker (Ff-wet tabel 3) aangetroffen (zie bijlage V, kaart 4). Daarnaast zijn er tientallen Bastaardkikkers (Ff-wet tabel 1) aangetroffen. Door een relatief zeldzaam genetisch proces kunnen uit paringen van Bastaardkikkers ook Poelkikkers ontstaan. In zeer geschikte habitats kunnen, door waarschijnlijk natuurlijke selectie, ook min of meer zuivere populaties Poelkikker ontstaan (Marijnissen, 2008). Dat is hier niet aan de orde gezien de grote aantallen Bastaardkikkers. Voor de hier aanwezige Poelkikkers geldt zodoende niet het strenge beschermingsregime en geldt alleen de algemene zorgplicht. Kader 6: Poelkikker Poelkikker is een kritische soort die houdt van relatief voedselarm, schoon water en een voorkeur heeft voor zwak zure, stilstaande wateren in bos- en heidegebieden op de hogere zandgronden, in vennen, poelen en watergangen in hoogveengebieden en in uiterwaarden. NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 19

90 Overige amfibieën Tijdens de veldbezoeken zijn verder de algemene en laag beschermde amfibieën Bastaardkikker, Kleine watersalamander en Bruine kikker waargenomen (allen Ff-wet tabel 1). Algemene amfibieënsoorten hebben naar alle waarschijnlijkheid ook voortplantingslocaties in het projectgebied. Deze soorten kunnen tevens overwinterend in de strooisellaag van bosschages en ruigte of op de waterbodem van poelen of ondiepe stilstaande watergangen worden aangetroffen. Het betreft hier zogenaamde algemene, laag beschermde soorten waarvoor in deze situatie automatisch een vrijstelling geldt van de verbodsartikelen van de Flora- en faunawet. Effecten op overwinterende en voortplantende laag beschermde amfibieën kunnen mits de planning van de werkzaamheden dit toelaat - geminimaliseerd worden door de werkzaamheden zoveel mogelijk uit te voeren buiten de overwinterings- en voortplantingsperiode van amfibieën. De maanden september en oktober zijn in de regel het meest geschikt (minst schadelijk) voor het uitvoeren van werkzaamheden op zowel het land als in of nabij water. 3.8 Reptielen De Levendbarende hagedis (Ff-wet tabel 2) is bekend op één locatie in de buurt van het projectgebied (zie bijlage V, kaart 4). Deze locatie ligt echter dermate ver van de maatregellocaties, dat effecten zijn uit te sluiten. Daarnaast is deze soort vaak te verwachten langs spoortaluds, vanwege de hier aanwezige en door deze hagedis gewenste schrale en zonbeschenen omstandigheden. Het spoorwegtalud valt echter buiten de invloedssfeer van de te nemen maatregelen. Tijdens de veldbezoeken is Levendbarende hagedis niet binnen het projectgebied aangetroffen, waardoor verspreiding binnen het projectgebied niet wordt verwacht. Hierdoor zijn negatieve effecten van de maatregelen op de Levendbarende hagedis dan ook uit te sluiten. 3.9 Vissen Door het uitvoeren van schepnetonderzoek is bekend dat de Kleine modderkruiper (Ffwet tabel 2) voorkomt in het Witterdiep/Anreeperdiep, waarvan de loop voor een deel binnen het projectgebied ligt (zie bijlage V, kaart 4). Ook bij bewoners in de omgeving, gesproken tijdens de veldinventarisaties, is het voorkomen van de Kleine modderkruiper in het Witterdiep bekend (mondelinge mededeling). In de plannen is het omleggen van de beekloop voorzien, om hier een vispassage en enigszins meanderende loop in aan te kunnen brengen. Hierbij wordt de bestaande vispassage vervangen en wordt eveneens de nieuwe toegangsweg en brug over de beek aangelegd. Vanwege het voorkomen van de Kleine modderkruiper zal tijdens de werkzaamheden gebruik moeten worden gemaakt van ecologische begeleiding (bij het afdammen van de watergang en wegvangen van de vissoort) en zal er in de watergang alleen gewerkt mogen worden buiten vorstperiodes. Door de geplande maatregelen zal het functioneel leefgebied van de Kleine modderkruiper niet achteruit gaan en zal de mogelijkheid tot verspreiding naar het achterland naar verwachting zelfs toenemen Overige soorten Afgaande op het veldonderzoek, gezien de terreingesteldheid van het projectgebied en bekende verspreidingsgegevens, kan worden geconcludeerd dat er geen beschermde insecten en weekdieren aanwezig en te verwachten zijn. NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 20

91 4 Geraadpleegde bronnen Literatuur Arcadis (2009). Ecologisch onderzoek stadsrandzone Assen; Inventarisatie van natuurwaarden in deelgebied Assen-zuid A, Arcadis. Bekker J.P, P. Twisk en A. Diepenbeek (2010). Veldgids Europese zoogdieren. Uitgegeven door de KNNV en VZZ. Brouwer, T., B. Crombaghs, A. Dijkstra, A.J. Scheper en P.P. Schollema (2008). Vissenatlas Groningen Drenthe. Profiel Uitgeverij, Bedum. Creemers R.C.M. & J.J.C.W. van Delft (2009). De amfibieën en reptielen van Nederland. Nederlandse Fauna 9. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey Nederland, Leiden. Dienst Regelingen (2009a). Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. Dienst Regelingen (2009b). Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Floraen faunawet ruimtelijke ingreep. DHV (2011). BesluitMER Werklandschap Assen-zuid. MD-DE MR, DHV B.V. DHV (2011). Oplegnotitie specificatie Stikstofdepositiebijdragen; BesluitMER Werklandschap Assen-zuid. MD-DE MR, DHV B.V. Grontmij (2011). FlorijnAs & Park Diepstroeten; Plan MER , revisie 05. Grontmij Nederland B.V., Assen. Grontmij (2011). Passende Beoordeling FlorijnAs; Toetsing in het kader van Natuurbeschermingswet , revisie C2. Grontmij Nederland B.V., Assen. Limpens H., K. Mostert & W. Bongers (red.) (1997). Atlas van de Nederlandse vleermuizen, Stichting Uitgeverij van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Utrecht. Hoksberg, M.G. (2011). Ecologie afrit A28, Assen Zuid. Inventarisatie en beoordeling van natuurwaarden in het kader van natuurwetgeving EcoGroen Advies, Zwolle. Ministerie van LNV (1991). Besluit tot aanwijzing Witterveld als Beschermd Natuurmonument. NMF , Min. LNV, Den Haag. Ministerie van LNV (2004). Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit TRCJZ/2004/5727, houdende vaststelling van rode lijsten flora en fauna. Ministerie van LNV (2009). Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 augustus 2009, 25344, houdende vaststelling van geactualiseerde Rode lijsten flora en fauna. Ministerie van LNV (2009). Aanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied Witterveld. PDN/ , Min. LNV, Den Haag. Ministerie van LNV (2009). Concept-aanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied Drentsche Aa. PDN/ , Min. LNV, Den Haag. Oord, J.G. (2012). Faunapassage A28 Assen Zuid. Oord Faunatechniek, Wedde. Provincie Drenthe (2010). Omgevingsvisie. Provincie Drenthe, Assen. Veeman I. & M. van der Sluis (2007). Ecologisch onderzoek stadsrandzone Assen. Inventarisatie van natuurwaarden in het deelgebied Assen-Zuid EcoGroen Advies, Zwolle. Wallink, M. (2011). Natuurtoets Assen Zuid, fase I. Inventarisatie, beoordeling en ontzien van natuurwaarden in het kader van natuurwet- en regelgeving EcoGroen Advies, Zwolle. Internet Ministerie van EL&I ( / Piscaria/ Limnodata Neerlandica ( Provincie Drenthe ( / RAVON ( Waarneming.nl (website met soortenwaarnemingen in Nederland). NATUURTOETS AANSLUITING ASSEN-TT 21

92 BIJLAGEN

93 BIJLAGE I: SAMENVATTING NATUURWETGEVING Flora- en faunawet Inleiding Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet van kracht. Onder de Flora- en faunawet zijn ongeveer 500 soorten in Nederland aangewezen als beschermde dier- of plantensoort. De doelstelling van de wet is de bescherming en het behoud van de gunstige staat van instandhouding van in het wild levende plant- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is `nee, tenzij`. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. De Flora- en faunawet kent een groot aantal verbodsbepalingen die samenhangen met ruimtelijke ingrepen, plannen en projecten. Zo is het verboden beschermde inheemse planten te plukken of te beschadigen en geldt voor beschermde dieren een verbod op het doden, verwonden en opzettelijk verontrusten. Ook is het verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse dieren te beschadigen of te verstoren of eieren te rapen of te vernielen. De verbodsbepalingen betreffende planten op hun groeiplaats zijn opgenomen in artikel 8. De verbodsbepalingen betreffende dieren in hun natuurlijke leefomgeving zijn vermeld in artikel 9 tot en met 12. Van het verbod op schadelijke handelingen (`nee`) kan onder voorwaarden (`tenzij`) worden afgeweken, met een ontheffing of vrijstelling. Het verlenen hiervan is de bevoegdheid van de minister van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I), of, in geval van beheer en schadebestrijding, van gedeputeerde staten van de provincies. Beschermde dier- en plantensoorten Beschermde inheemse planten- en diersoorten zijn bij algemene maatregel van bestuur aangewezen. Het zijn soorten die van nature in Nederland voorkomen en die in hun voortbestaan worden bedreigd of het gevaar lopen in hun voortbestaan te worden bedreigd. Ook zijn soorten aangewezen die niet noodzakelijkerwijs in hun voortbestaan worden bedreigd, maar wel bescherming genieten ter voorkoming van overmatige benutting. De volgende diersoorten zijn beschermd volgens de Flora- en faunawet: 1) Alle van nature in Nederland voorkomende soorten zoogdieren, met uitzondering van gedomesticeerde dieren en met uitzondering van de zwarte rat, de bruine rat en de huismuis; 2) Alle van nature op het Europese grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie voorkomende soorten vogels met uitzondering van gedomesticeerde vogels; 3) Alle van nature in Nederland voorkomende soorten amfibieën en reptielen; 4) Alle van nature in Nederland voorkomende soorten vissen, met uitzondering van de soorten waarop de Visserijwet 1963 van toepassing is; 5) Een aantal ongewervelden (onder andere insecten, libellen en kevers) die in hun voortbestaan bedreigd zijn of het gevaar lopen in hun voortbestaan te worden bedreigd. Er zijn drie beschermingsregimes van kracht, mede afhankelijk van de zeldzaamheid van de soort en de status in Europese richtlijnen. Van licht naar zwaar beschermd zijn de soorten opgenomen op Tabel 1, 2 of 3. Voor vogels gelden specifieke eisen, met name tijdens het broedseizoen. Bij ruimtelijke ingrepen geldt automatisch vrijstelling voor soorten van Tabel 1 waardoor de meeste aandacht gevraagd is voor soorten van Tabel 2/3 en voor vogels. Wijze van toetsing Door uitspraken van de Raad van State in het voorjaar van 2009 is de beoordeling aangepast bij ontheffingsaanvragen voor ruimtelijke ingrepen. Sinds 26 augustus van dat jaar werken we daardoor volgens een nieuw stroomschema (zie volgende pagina). Gaat u een ruimtelijke ingreep uitvoeren en zijn beschermde soorten aanwezig, dan zijn er vaak twee opties: 1) Voorkom overtreding van de Flora- en faunawet. Het gaat dan om het behoud van de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats van de soort. Het betreft de functies van het leefgebied die ervoor zorgen dat de soort succesvol kan rusten of voortplanten, bijvoorbeeld nesten, migratieroutes en foerageergebied. Als u deze veilig stelt door vooraf mitigerende maatregelen te treffen, heeft u mogelijk geen ontheffing meer nodig. Om zeker te zijn dat uw maatregelen voldoende zijn, kunt u ze vóóraf laten beoordelen door Dienst Regelingen. Als deze voldoende zijn krijgt u een beschikking met daarin de goedkeuring van uw maatregelen. De goedkeuring krijgt u in de vorm van een afwijzing van uw ontheffingsaanvraag. U heeft namelijk geen ontheffing nodig doordat u met uw maatregelen overtreding van de Flora- en faunawet voorkomt. 2 ) Kan de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats van de soort niet worden gegarandeerd door mitigerende maatregelen? Dan dient u een reguliere ontheffingsaanvraag in waarbij de onderstaande vragen gesteld worden:

94 In welke mate wordt de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats aangetast? Is er een bij wet genoemd belang? (behalve bij Tabel 2-soorten) Is er een andere bevredigende oplossing? (behalve bij Tabel 2-soorten) Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar? Beoordeling Dienst Regelingen Dienst Regelingen beoordeelt of het bij wet genoemd belang zwaarder weegt dan het overtreden van de verbodsbepaling(en). Voor Tabel 2-soorten gelden minder zware eisen en kan een door het ministerie goedgekeurde gedragscode ook uitkomst bieden. De gedragscode moet wel van toepassing zijn op uw activiteit en u moet kunnen aantonen dat u precies zo werkt als in de gedragscode staat. Voor Bijlage 1-soorten uit Tabel 3 krijgt u alleen ontheffing wanneer sprake is van een bij wet genoemd belang. Bij een ruimtelijke ingreep betreft het meestal één van de onderstaande vier belangen: Bescherming van flora en fauna (b) Volksgezondheid of openbare veiligheid (d) Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten (e) Uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling (j) Voor vogels en soorten van bijlage IV van de Habitatrichtlijn geldt dat u alleen ontheffing kunt krijgen op grond van een bij wet genoemd belang uit respectievelijk de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. In de praktijk zijn de mogelijkheden voor het verkrijgen van een ontheffing voor die soorten dan ook zeer beperkt, met name voor vogels 2. Toetsingsschema Flora- en faunawet (Bron: Dienst Regelingen Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijk ingrepen Flora- en faunawet). Rode lijsten Los van de Flora- en faunawet heeft de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ter uitvoering van de bepalingen in artikelen 1 en 3 van het Verdrag van Bern een aantal Rode Lijsten voor bedreigde 2 In de Vogelrichtlijn worden alleen de belangen b en d én de veiligheid van het luchtverkeer (belang c) genoemd;

95 en kwetsbare soorten dieren en planten gepubliceerd 3. Voor soorten van de Rode Lijsten heeft de overheid zich verplicht onderzoek en werkzaamheden te bevorderen die nodig zijn voor bescherming en beheer. Het voorkomen van een soort op de Rode Lijst heeft geen wettelijke beschermingsstatus tot gevolg. Opname op de Rode Lijst zegt alleen iets over de zeldzaamheid en populatieontwikkelingen van de betreffende soorten. Natuurbeschermingswet 1998 Op 1 oktober 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 in werking getreden. De Natuurbeschermingswet heeft betrekking op Natura 2000 gebieden in Nederland en verankert een deel van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn in de nationale wetgeving. Natura 2000 bestaat uit een netwerk van Europese natuurgebieden. Het vormt de basis van het Europese natuurbeleid. Natura 2000 is gericht op de instandhouding en ontwikkeling van soorten en ecosystemen die voor Europa belangrijk zijn. Nederland regelt aan de hand van een vergunningenstelsel de zorgvuldige afweging rond projecten die gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden. Deze vergunningen worden verleend door de provincies of door de Minister van EL&I. Daarnaast stelt Nederland voor al haar Natura 2000-gebieden beheerplannen op waarin de te beschermen waarden, de zogeheten instandhoudingdoelen, nader worden uitgewerkt in ruimte, tijd en omvang. In voorgaand wettelijk kader zijn alleen de meest relevante onderdelen van de wetgeving vereenvoudigd weergegeven. Aan deze tekst kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Voor meer achtergronden en de oorspronkelijke wetsteksten kunt u terecht op en op Meest recente beleidslijn DLG/DR Als gevolg van de doorvoering van de Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet is het momenteel in veel gevallen niet meer noodzakelijk om ontheffing van de Flora- en faunawet aan te vragen. Indien beoordeeld wordt dat de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats niet in gevaar komt, is het aanvragen van een ontheffing niet meer nodig. In plaats van het aanvragen van een ontheffing dient een op de situatie toegesneden werkprotocol/mitigatieplan op te worden gesteld waarin mitigerende maatregelen worden beschreven. Dit mitigatieplan kan desgewenst ter beoordeling worden voorgelegd aan Dienst Regelingen. Nieuwste ontwikkelingen In de afgelopen maanden heeft de Raad van State in meerdere gevallen beslist dat bovenstaande werkwijze geen stand kon houden. Eén en ander is deels van de situatie afhankelijk, maar kan ook gevolgen hebben voor dit project. Momenteel is niet duidelijk wat de gevolgen van de uitspraken zijn. DLG heeft laten weten dat ze aanvragen volgens de gangbare wijze zullen beoordelen, waarbij projecten met adequate mitigatie gewoon doorgang kunnen vinden. Het is echter niet uitgesloten dat op langere termijn geen goedkeuring meer voor deze aanpak te krijgen is. Er dient in dat geval toch ontheffing te worden aangevraagd. 3 Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van TRCJZ/2004/5727, houdende vaststelling van rode lijsten flora en fauna en Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 augustus 2009, 25344, houdende vaststelling van geactualiseerde Rode lijsten flora en fauna.

96 BIJLAGE II: LUCHTFOTO MET LIGGING PROJECTGEBIED

97 BIJLAGE III: MAATREGELENKAART

98 BIJLAGE IV: SCHETS ECOBRUG (COMBI FIETSPAD/FAUNAPASSAGE) OVER A28 Bron: Oord Faunatechniek, 2012

99 BIJLAGE V: KAARTEN SOORTENINVENTARISATIE 1. Flora 2. Zoogdieren 3. Vogels 4. Vissen, amfibieën en reptielen

100 1

101 2

102 3

103 4

104

105 Bijlage 3 Archeologisch onderzoek uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 67

106 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 68

107 6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4197 Plangebied Assen Zuid 3750 voor Chr. Onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap Gemeenten Assen en Midden-Drenthe Archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek 2200 voor Chr. 700 voor Chr. 150 na Chr. 320 na Chr. Archeologisch Adviesbureau 250 na Chr na Chr.

108 Colofon Opdrachtgever: Stedenbouwkundig adviesbureau Witpaard BV Titel: Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek Status: eindversie Datum: 3 augustus 2012 Auteur: drs. J.E.A. Jans Projectcode: ASZU Bestandsnaam: NO4197_ASZU.doc Projectleider: drs. J.E.A. Jans Projectmedewerkers: D. van den Berg, S.A. Mulder & T.M. Perger ARCHIS-vondstmeldingsnummer: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummer: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: Autorisatie: dr. G. Aalbersberg Bevoegde overheid: gemeenten Assen en Midden-Drenthe ISSN: RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. Leeuwenveldseweg 5b 1382 LV Weesp Postbus GB Weesp telefoon: telefax: raap@raap.nl RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2012 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

109 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek 1 Inleiding 1.1 Administratieve gegevens type onderzoek: een bureauonderzoek en een verkennend veldonderzoek bevoegde overheid: gemeenten Assen en Midden-Drenthe onderzoekskader: het onderzoek vindt plaats in het kader van het opstellen van een bestemmingsplan voor het gebied ten westen van de A28 in Assen Zuid en een uitwerkingsplan voor het Werklandschap Assen Zuid. In beide gevallen zijn infrastructurele aanpassingen voorzien. datum veldonderzoek: april en mei 2012 locatie: - plangebied: het plangebied bevindt zich ten zuiden van Assen en bestaat uit twee verschillende onderzoeksgebieden (tabel 1, figuur 1 en kaartbijlage 1): - onderzoeksgebied 1: dit onderzoeksgebied ligt voor het grootste deel ten westen van de A28 en ten oosten van het TT-circuit en de weg De Haar (figuur 1: zwart gearceerd). Een klein deel van dit onderzoeksgebied ligt direct ten oosten van de A28. - onderzoeksgebied 2: onderzoeksgebied 2 betreft een wegtracé ten oosten van de A28 en ten westen van de spoorlijn Groningen-Zwolle, in het toekomstige industrieterrein Werklandschap (figuur 1: rood gearceerd). Er zijn drie deelgebieden onderzocht (figuur 1: met blauw aangegeven; zie kaartbijlage 1). Deelgebied A ligt direct ten zuiden van de N33 en ten oosten van de Graswijk. Deelgebied B ligt eveneens direct ten oosten van de Graswijk, maar circa m ten zuiden van de N33 nabij de Wortelkamp. Deelgebied C is een deel van een perceel direct ten oosten van de A28. Dit laatste deelgebied ligt in de gemeente Midden-Drenthe. Voor drie andere percelen is geen betredingstoestemming verleend (aangegeven met een arcering op kaartbijlage 1). - provincie: Drenthe - gemeente: Assen en Midden-Drenthe - plaats: Assen onderzoeksgebied/deelgebied centrumcoördinaten oppervlakte onderzoeksgebied / circa 60,5 ha onderzoeksgebied 2, deelgebied A / circa 0,42 ha onderzoeksgebied 2, deelgebied B / circa 0,33 ha onderzoeksgebied 2, deelgebied C / circa 0,11 ha Tabel 1. Overzicht gegevens onderzoeksgebieden/deelgebieden. afbakening onderzoekszone: straal van 300 m rondom het onderzoeksgebied ARCHIS-vondstmeldingsnummer: niet van toepassing ARCHIS-waarnemingsnummer: niet van toepassing ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [3 ]

110 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek documentatie: de documentatie van het project wordt bij RAAP bewaard onder de projectcode ASZU en wordt binnen een termijn van twee jaar overgedragen aan het Noordelijk Archeologisch Depot te Nuis. 1.2 Aanleiding en doelstelling In de onderzoeksgebieden zijn bodemingrepen voorgenomen (zie 2.6 voor een uitgebreide beschrijving) die mogelijk bedreigend zijn voor eventuele archeologische resten. Ten behoeve van deze voorgenomen plannen is daarom op basis van de archeologische waarden- en verwachtingskaart met beleidsadviezen van de gemeente Assen (Keunen e.a., 2011) en de archeologische verwachtings- en beleidskaart buitengebied gemeente Midden-Drenthe (Marinelli & Tolsma, 2009) een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek uitgevoerd. De doelstelling van het onderzoek is het vaststellen van de archeologische waarde van de terreinen. Hiertoe is inzicht in de bodemopbouw en de gaafheid ervan van belang en dient te worden onderzocht of in het terrein archeologische resten aanwezig zijn. 1.3 Onderzoeksvragen 1. Zijn de archeologisch relevante niveaus intact? 2. Is in het beekdal sprake van beekdalafzettingen (veen en/of klei)? Zo ja, wat is de verbreiding ervan? 3. Wat is de genese van eventueel aanwezige veentjes? 4. Zijn er gevolgen voor de archeologische verwachting? 5. Zijn er aanwijzingen voor (grotere) archeologische nederzettingen? 6. Is archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk? 1.4 Randvoorwaarden Het onderzoek is uitgevoerd volgens de normen van de archeologische beroepsgroep (zie artikel 24 van het Besluit archeologische monumentenzorg). De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; geldt in de praktijk als richtlijn. RAAP beschikt over een opgravingsvergunning, verleend door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [4 ]

111 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek 2 Bureauonderzoek 2.1 Methode Het bureauonderzoek dient om een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen. Hiervoor worden verschillende bronnen gebuikt (zie literatuurlijst). Zie tabel 2 voor de dateringen van de in deze notitie genoemde archeologische perioden. Archeologische perioden Tijdperk Datering Prehistorie Nieuwste tijd (=Nieuwe tijd C) Nieuwe tijd Middeleeuwen Romeinse tijd IJzertijd Bronstijd Neolithicum (Nieuwe Steentijd) Mesolithicum (Midden Steentijd) Paleolithicum (Oude Steentijd) B A Laat Vol Ottoons Vroeg Karolingisch Merovingisch laat Merovingisch vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Midden Vroeg Laat Jong B Jong A Midden Oud naChr voor Chr / tabel1_standaard_archeologisch_raap_2010 Tabel 2. Archeologische tijdschaal RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [5 ]

112 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek 2.2 Bodem en geomorfologie bodem volgens bodemkaart: in een groot deel van onderzoeksgebied 1 bestaat de bodem uit madeveengronden met zand ondieper dan 1,2 m, zonder humuspodzol (Staring Centrum, 1991: code avz). Plaatselijk komen moerige eerdgronden met moerige bovengrond op zand, beekeerdgronden met lemig fijn zand en veldpodzolgronden met lemig fijn zand voor. Hier bevindt zich tevens een tenminste 20 cm dik pakket keileem beginnend tussen 0,4 en 1,2 m (resp. codes vwzx, pzg23x en Hn23x). In deelgebied A van onderzoeksgebied 2 komen moerige eerdgronden met zanddek en moerige tussenlaag op zand en veldpodzolgronden met lemig zand voor (codes zwz en Hn23). In de deelgebieden B en C liggen moerige eerdgronden met moerige bovengrond op zand en een tenminste 0,2 m dik pakket keileem beginnend tussen 0,4 en 1,2 m (code vwzx). Ten noorden van deelgebied B wordt een veentje/dobbe afgebeeld. geomorfologie ontleend aan ARCHIS: het grootste deel van onderzoeksgebied 1 bevindt zich in een dalvormige laagte met veen (code 2R1). In het uiterste westen en langs de oostelijke rand ligt het onderzoeksgebied in een relatief hooggelegen vlakte van grondmorene al dan niet met welvingen bedekt met dekzand (code 2M5). In het zuiden van dit onderzoeksgebied bevindt zich een relatief laaggelegen grondmorene al dan niet met welvingen bedekt met zwak golvend dekzand (code 3L2b). De drie deelgebieden van onderzoeksgebied 2 liggen op de grens van een dalvormige laagte met of zonder veen (codes 2R1 en 2R2) en relatief laaggelegen grondmorene al dan niet met welvingen bedekt met zwak golvend dekzand (code 3L2b). Ten noorden van deelgebied B wordt een moerassige laagte zonder randwal (code 3N4) afgebeeld. 2.3 Actueel Hoogtebestand Nederland Op het AHN is duidelijk te zien dat onderzoeksgebied 1 en deelgebied C van onderzoeksgebied 2 in een laaggelegen gebied ligt: het beekdal. Het maaiveld van een aantal percelen in het oosten van het beekdal ligt aanzienlijk, tot circa 2,0 m, hoger. Deze percelen zijn in de jaren 90 van de 20e eeuw opgehoogd ten behoeve van een oefenterrein van het Ministerie van Defensie (mondelinge mededeling adjudant Oosterveld). De deelgebieden A en B van onderzoeksgebied 2 liggen op hoger gelegen gronden. 2.4 Archeologische gegevens bekende archeologische vindplaatsen volgens het ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS2) in het onderzoeksgebied: geen bekende archeologische vindplaatsen volgens het ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS2) in een straal van 300 m rond het plangebied: zie tabel 3. RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [6 ]

113 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek AMK-nr, complextype datering waarde 9009 (CMA 12D- 031) nederzetting, onbepaald Mesolithicum hoog Waarnemingsnr. complextype datering opmerking onbekend Mesolithicum vuurstenen en natuurstenen artefacten onbekend Mesolithicum vuurstenen artefacten onbekend Mesolithicum vuurstenen artefacten onbekend Mesolithicum vuurstenen artefacten nederzetting, onbepaald Mesolithicum vuurstenen artefacten nederzetting, onbepaald Mesolithicum vuurstenen artefacten nederzetting, onbepaald Mesolithicum vuurstenen artefacten nederzetting, onbepaald Paleolithicum - Bronstijd vuurstenen artefacten nederzetting, onbepaald Mesolithicum - Neolithicum vuurstenen artefacten, natuurstenen artefact, keramiek nederzetting, onbepaald onbekend baksteen, mogelijk wegverharding graf, onbepaald Vroege Middeleeuwen grafkuil en Frankische glazen trechterbeker onbekend Mesolithicum - Nieuwe tijd A vuurstenen artefacten, keramiek onbekend Mesolithicum vuurstenen artefacten onbekend Mesolithicum vuurstenen artefact extractiekamp/nederzetting Laat Paleolithicum - Laat Neolithicum vuurstenen artefacten nederzetting, onbepaald Laat Paleolithicum - Neolithicum vuurstenen artefacten niet van toepassing Mesolithicum - Neolithicum vuurstenen artefact Tabel 3. Overzicht van de bekende archeologische vindplaatsen in en rond het plangebied. eerder uitgevoerd onderzoek in de omgeving volgens ARCHIS2: zie tabel 4 meldingsnr. resultaat/advies opmerking er wordt geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen de bodem in het grootste deel van het plangebied is verstoord; hiervoor wordt geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Voor een klein deel circa 290 m ten westen van onderhavig onderzoeksgebied 1, is een waarderend proefsleuvenonderzoek aanbevolen (zie 23051). circa 230 m ten noordoosten van onderzoeksgebied 2 het onderzoeksgebied, de weg De Haar, bevindt zich ten westen van onderzoeksgebied 1. Een klein deel van dat plangebied overlapt met onderhavig onderzoeksgebied RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [7 ]

114 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek meldingsnr. resultaat/advies opmerking vervolgonderzoek naar aanleiding van onderzoek De bodem blijkt overwegend verstoord. Er is circa 290 m ten westen van onderzoeksgebied 1 een enkel vuurstenen artefact gevonden. Er wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen delen waarvoor geldt streven naar behoud moeten worden ontzien of worden onderzocht d.m.v. karterend booronderzoek of proefsleuven. Voor de overige delen van het plangebied wordt, indien bodemingrepen plaatsvinden, verkennend booronderzoek aanbevolen. bureauonderzoek ruilverkavelingsgebied Laaghalen in de gemeente Assen en Midden- Drenthe. Ten oosten en zuiden van onderzoeksgebieden 1 en op de percelen waarvoor geen betredingstoestemmingen waren, moet nog verkennend booronderzoek worden uitgevoerd. De archeologische verwachting voor twee vindplaatsen (waarnemingen en alsmede AMK-terrein 9009) is laag. Aanbevolen wordt om de status van het terrein met hoge archeologische waarde niet te handhaven. In het beekdal van het Anreeper Diep worden geen archeologische resten onderzoeksgebied 2 overlapt met dit onderzoek (Van Hoof, 2010). De delen van onderzoeksgebied 2 die toen al onderzocht zijn, zijn met grijs op kaartbijlage 1 aangegeven. Voor de deelgebieden A, B en C was destijds geen betredingstoestemming verleend. verwacht. Voor de dobben V, VII, VIII, IX en X wordt geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Dobbe IV dient nader onderzocht te worden om te bepalen of het om een pingoruïne gaat een verkennend, karterend en waarderend booronderzoek hebben uitgewezen dat in het beekdalgebied veen aanwezig is. Aanbevolen wordt om ingrepen hier dit onderzoek heeft direct ten zuidwesten van onderzoeksgebied 2 plaatsgevonden. archeologisch te begeleiden. In het gebied met een dekzandlandschap zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een vindplaats gevonden. Hier wordt geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen /49857 archeologisch booronderzoek ten behoeve van de verbreding van de N33 ten oosten van onderzoeksgebied 1 en ten noorden en westen van onderzoeksgebied 2 (langs de N33 en de A28) heeft een booronderzoek plaatsgevonden. Er zijn nog geen resultaten bekend. Tabel 4. Overzicht van eerder archeologisch onderzoek in en rond het plangebied. 2.5 Historische situatie Voor het onderzoek naar de historische situatie is gebruik gemaakt van de Kadastrale Minuut uit het begin van de 19e eeuw ( de archeologische waarden- en verwachtingskaarten en diverse historische kaarten (zie literatuurlijst). RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [8 ]

115 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek historisch gebruik: de historische kaarten uit het begin van de 19e eeuw laten zien dat het grootste deel van onderzoeksgebied 1 in ontgonnen gebied ligt. In het onderzoeksgebied worden weilandpercelen afgebeeld. Een klein deel in het oosten van dit onderzoeksgebied bestaat nog uit onontgonnen heidegrond of uit natte broekgronden. Het noorden en westen van het onderzoeksgebied wordt momenteel begrensd door een brede sloot. Op de kaarten uit het begin van de 19e eeuw wordt hier het Anreeper Diep afgebeeld. In het noorden is deze waterloop bochtig, meer naar het zuiden is de waterloop rechter. De kadastrale minuut laat zien dat langs dit rechte gedeelte van het Anreeper Diep een historische weg heeft gelegen. Het noordelijke deel daarvan is een deel van de bestaande weg De Haar, die het onderzoeksgebied aan de westzijde begrenst. Het zuidelijke deel bestaat nu niet meer. Onderzoeksgebied 2 bevindt zich op deze kaarten voor een groot deel nog in een onontgonnen heidegebied (het Anreeper Veld). Alleen ter hoogte van deelgebied A word weilanden afgebeeld. Van de topografische kaart uit het begin van de 20e eeuw is af te leiden dat het Anreeper Veld in de loop van de 19e eeuw voor een deel ontgonnen is. Ook ter plaatse van deelgebieden B en C worden nu weiland-/akkerpercelen en bospercelen afgebeeld. Tussen 1832 en 1852 zijn ook de weg Graswijk en de spoorlijn Groningen-Zwolle aangelegd. In 1953 is vrijwel het gehele Anreeper Veld ontgonnen en in agrarisch gebruik. Het zuidelijke deel van het Anreeper Diep, ten westen van onderzoeksgebied 1, wordt nu het Witterdiep genoemd. Het noordelijke deel heet nog steeds het Anreeper Diep. Tussen 1953 en 1960 is ten westen van onderzoeksgebied 1 het eerste TT-circuit aangelegd. Een deel van dit circuit liep door onderzoeksgebied 1. Hier ligt nu nog steeds een asfaltweg. Tussen 1960 en 1970 is het Anreeper Diep ten noorden van onderzoeksgebied 1 gekanaliseerd. Tussen 1970 en 1982 is de A28 ten oosten van onderzoeksgebied 1 en ten westen van onderzoeksgebied 2 aangelegd. Op geen van de historische kaarten wordt bebouwing afgebeeld in de onderzoeksgebieden. Ook worden in het beekdal geen voorden, bruggen of andere aan water gerelateerde structuren weergegeven. consequentie voor de archeologie: door ontginningen, agrarisch gebruik en eventuele latere ruilverkaveling is het mogelijk dat het archeologisch relevante niveau, de top van het dekzand of de top van het veen in het beekdal, verstoord is. Of en in welke mate dit is gebeurd, is onduidelijk. Ook de aanleg van het TT-circuit in onderzoeksgebied 1 zou plaatselijk tot verstoringen kunnen hebben geleid. Indien zich op het dekzand veen heeft gevormd, dan wordt verwacht dat dit door ontginningen en agrarisch gebruik verstoord of niet meer aanwezig is. 2.6 Huidige en toekomstige situatie huidig gebruik: onderzoeksgebied 1 is op dit moment in gebruik als oefenterrein van het Ministerie van Defensie. Door het onderzoeksgebied loopt een asfaltweg: een deel van het voormalige TT-circuit. Plaatselijk is er grond opgebracht om hoogteverschillen in het gebied aan te brengen. Tevens zijn in een groot deel van het gebied bomen en struiken geplant. De deelgebieden A en B van onderzoeksgebied 2 zijn in gebruik als bos. Deelgebied B is voor een deel opgehoogd. Deelgebied C is in gebruik als grasland. In beide onderzoeksgebieden liggen kabels en leidingen. RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [9 ]

116 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek toekomstig gebruik: in onderzoeksgebied 1 zal een nieuwe aansluiting tussen de A28 en het TT-terrein worden gerealiseerd. Het noorden van dit onderzoeksgebied wordt ingericht als natuurterrein met recreatief medegebruik. Hier worden bijvoorbeeld wandel- en fietspaden aangelegd en zal het Witterdiep/Anreeper Diep worden heringericht. In onderzoeksgebied 2 zal een weg worden aangelegd ten behoeve van het geplande bedrijventerrein Werklandschap. consequentie voor de archeologie: of het huidige gebruik van de beide onderzoeksgebieden invloed heeft op eventueel aanwezige archeologische resten is onbekend. In ieder geval zal de bodem plaatselijk door de aanleg van kabels en leidingen verstoord zijn. Het toekomstige gebruik zal in ieder geval plaatselijk tot verstoring van de eventueel aanwezige archeologische resten leiden. 2.7 Gespecificeerde archeologische verwachting/advies archeologische verwachting: - middelhoge/hoge verwachting dekzandlandschap: volgens de archeologische waarden- en verwachtingskaart van de gemeente Assen (Keunen e.a., 2011) ligt een klein deel in het zuiden van onderzoeksgebied 1 en de deelgebieden A en B van onderzoeksgebied 2 in een zone met een hoge/middelhoge verwachting dekzandlandschap. - hoge verwachting veentjes: ten noorden van deelgebied B bevindt zich een veentje met een hoge archeologische verwachting. Mogelijk strekt dit veentje zich uit tot in het onderzoeksgebied. - middelhoge/hoge verwachting beekdal: een groot deel van onderzoeksgebied 1 ligt in een zone met een hoge/middelhoge verwachting beekdal. Ook deelgebied C van onderzoeksgebied 2 ligt volgens de archeologische verwachtings- en beleidskaart buitengebied gemeente Midden-Drenthe (Marinelli & Tolsma, 2009) in een beekdal. Beekdalen zijn door de provincie aangemerkt als provinciaal belang archeologie. - lage archeologische verwachting grondmorenevlakte met dekzand: het oostelijke deel van onderzoeksgebied 1 en het meest westelijke deel van onderzoeksgebied 2 ligt in een grondmorenevlakte met dekzand met een lage archeologische verwachting. gespecificeerde archeologische verwachting: - middelhoge/hoge verwachting dekzandlandschap: op basis van de resultaten van het bureauonderzoek geldt er een hoge verwachting voor vindplaatsen (bewoning) uit de Steentijd op de hogere delen van de beide onderzoeksgebieden. Het betreft de delen waarvoor volgens de archeologische waarden- en verwachtingskaart een hoge/middelhoge verwachting dekzandlandschap geldt (kaartbijlage 1: oranje). Vrijwel alle vondsten in de omgeving van de onderzoeksgebieden dateren uit deze periode. Het archeologisch relevante niveau is de top van het dekzand. Ook archeologische resten uit jongere perioden (Bronstijd t/m Nieuwe tijd) kunnen hier aanwezig zijn. Indien zich op het dekzand veen heeft gevormd, is ook dit een archeologisch relevant niveau. Hierop kunnen resten uit de Middeleeuwen aanwezig zijn. Het archeologisch relevante niveau, de top van het dekzand en (indien aanwezig) het veen, is door ontginningen, landbouwactiviteiten, de aanleg van kabels en leidingen en de inrichting van het oefenterrein mogelijk verstoord. RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [10]

117 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek - hoge verwachting veentjes: de archeologische verwachting en waarde van het veentje (kaartbijlage 1: blauw) ten noorden van deelgebied B is mede afhankelijk van zijn genese. Als dit veentje inderdaad een pingoruïne is, dan is de directe omgeving ervan een aantrekkelijke locatie geweest voor kampementen van jagers-verzamelaars in de Steentijd. In de latere Prehistorie werden pingoruïnes vaak gebruikt voor rituele deposities. Behalve aardkundige en archeologische waarde hebben pingoruïnes (en andere laagten met een dikke organische vulling) met een onaangetaste organische vulling een hoge paleobotanische waarde. Verwacht wordt echter dat het veentje niet of maar voor een klein deel in het onderzoeksgebied zal liggen. - middelhoge/hoge verwachting beekdal: het beekdal krijgt een middelhoge/hoge verwachting (kaartbijlage 1: donkergroen). Het archeologisch relevante niveau in het beekdal is het veen of andere organische afzettingen. Hierin kunnen resten van bijvoorbeeld voorden, bruggen, afvaldumps en rituele deposities aanwezig zijn. Nederzettingsresten worden hier niet verwacht. - lage archeologische verwachting grondmorenevlakte: in de gebieden op de grondmorenevlakte met dekzand op de overgang van het beekdal naar de hogere dekzandgronden worden geen archeologische resten verwacht. Hier zullen de natte omstandigheden ongeschikt zijn geweest voor bewoning. Voor deze delen geldt een lage archeologische verwachting (kaartbijlage 1: lichtgroen). archeologisch advies: - middelhoge/hoge verwachting (dekzandlandschap): volgens de beleidsadviezen van de gemeente Assen moet in deze gebieden een booronderzoek worden uitgevoerd (6 boringen per ha), gericht op de vraag in hoeverre het archeologisch relevante niveau intact is. - hoge verwachting (veentjes): van veentjes dient de genese bepaald te worden door middel van boringen in een kruisraai over de depressie met een maximale boorinterval van 20 m. Mogelijk strekt het veentje ten noorden van deelgebied B zich uit tot in het onderzoeksgebied. - middelhoge/hoge verwachting (beekdal): volgens de beleidsadviezen van de gemeenten Assen en Midden-Drenthe (die gebaseerd zijn op de richtlijnen van de provincie Drenthe) moet voor het beekdal een bureauonderzoek en een booronderzoek (3 boringen per ha) uitgevoerd worden. Daarmee moet antwoord gegeven worden op de vraag of in het onderzoeksgebied nog beekdalafzettingen (veen en/of klei) aanwezig zijn en, zo ja, wat hun verbreiding is. - lage archeologische verwachting (grondmorenevlakte): voor deze gebieden wordt geen archeologisch onderzoek aanbevolen. RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [11]

118 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek 3 Veldonderzoek 3.1 Methoden positie boringen: in het beekdal in een driehoeksgrid van 50 x 70 m, ter plaatse van het dekzandlandschap regelmatig verspreid over de percelen. In het onderzoeksgebied ligt een aantal kabels en leidingen. Bij de verdeling van de boringen is hier rekening mee gehouden. Ook door de aanwezigheid van dicht bos is soms iets afgeweken van het boorgrid. gebruikt boormateriaal: gutsboor (2 cm diameter) en Edelmanboor (7 cm diameter) totaal aantal boringen: 123 minimaal geboorde diepte: 0,5 m -Mv maximaal geboorde diepte: 3,5 m -Mv boorbeschrijvingen: lithologisch conform NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut, 1989). De uitgebreide boorbeschrijvingen (inclusief lithologisch profiel) zijn opgenomen in bijlage 1. X-/Y- en Z-coördinaten boringen gemeten met: RTK GPS 3.2 Resultaten beschrijving laagopeenvolging (lithologisch) en interpretatie (lithogenetisch): in de boringen 1 t/m 115, 122 en 123 zijn beekafzettingen aangetroffen. De laagopeenvolging bestaat er overwegend uit een bouwvoor/verstoorde laag of opgebrachte grond (zand met zand-/veen- of keileembrokken), regelmatig op een veenlaag (zandig of mineraalarm, veraard veen, amorf veen, bosveen of rietveen), op beekafzettingen (slecht gesorteerd zand met hout en andere plantenresten, vaak met silt- en/of detrituslagen, ijzervlekken en soms met grind). In kaartbijlage 1 wordt weergegeven waar een 0,5 tot 1,0 m dikke of meer dan 1,0 m dikke veenlaag is aangetroffen. Vanwege de hoge grondwaterstand bleek het vrijwel nergens mogelijk om tot in de pleistocene ondergrond te boren. Vanaf circa 1,0 tot 2,0 m -Mv konden de zandige beekafzettingen door het aanwezige water niet worden opgeboord. Alleen daar waar een dikke veenlaag aanwezig was, konden de boringen dieper gezet worden tot maximaal 3,5 m -Mv. Op vier locaties (boringen 60, 61, 100 en 116) was het zand onder de bouwvoor/verstoorde laag beter gesorteerd en bevatte het geen plantenresten. Van deze laag kon niet worden vastgesteld of het om (holocene) beekafezttingen of om dekzand gaat. De laagopeenvolging in de boringen 117 t/m 121 bestaat uit een bouwvoor/verstoorde laag, in de boringen 119, 120 en 121 op een dunne laag (amorf) veen en/of detritus, op dekzand. Het veen dat in deelgebied B is aangetroffen, is mogelijk de rand van de vulling van het veentje dat ten noorden van het onderzoeksgebied ligt. Aangezien onder het veen dekzand is aangetroffen, is het niet waarschijnlijk dat dit veentje een pingoruïne is. De genese van het veentje is echter niet nader onderzocht omdat het centrum van de depressie zich ver buiten het onderzoeksgebied bevindt en boringen in kruisraaien binnen het onderzoeksgebied geen extra informatie zullen opleveren. Duidelijk is wel dat binnen het onderzoeksgebied geen sprake is van een dermate dikke veenlaag dat hierin een geschikte paleo-ecologische record besloten zou kunnen liggen. Verder is de top van het veen, getuige de veenbrokken in de bouwvoor/verstoorde laag RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [12]

119 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek op het veen, verstoord. De top van het dekzand is in de boringen 117 en 118 vermoedelijk verstoord omdat het dekzand zich hier direct onder een bouwvoor/verstoorde laag met zandbrokken bevindt. In de boringen 119, 120 en 121 is de top van het dekzand intact. Hier wordt het dekzand afgedekt door de hierboven genoemde veenlaag. In het dekzand is geen podzolbodem aangetroffen. Hier heeft door de natte omstandigheden niet of nauwelijks bodemvorming plaatsgevonden. Onder de beekafzettingen en het (dek)zand is in de boringen 47, 60, 61, 79, 98, 107 en 119 keileem aangetroffen (zandige leem met grind). Archeologie In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen. Aanwijzingen voor de aanwezigheid van (grotere) archeologische nederzettingen ontbreken. RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [13]

120 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek 4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies De laagopeenvolging in een groot deel van de onderzoeksgebieden bestaat uit een bouwvoor/ opgebrachte laag, soms op veen, op beekafzettingen, soms op keileem. In een deel van deelgebied A en in deelgebied B in onderzoeksgebied 2 bestaat de laagopeenvolging uit een bouwvoor/verstoorde laag, soms op veen, op dekzand, soms op keileem. In het dekzand is geen podzolbodem aangetroffen en heeft geen bodemvorming plaatsgevonden. Hieronder worden de overige conclusies gegeven in de vorm van de antwoorden op de onderzoeksvragen (zie 1.3). 1. Zijn de archeologisch relevante niveaus intact? De top van het dekzand is slechts plaatselijk intact (boringen 119, 120 en 121). Hier heeft vanwege natte omstandigheden geen bodemvorming plaatsgevonden. Dit zal geen aantrekkelijke locatie zijn geweest voor bewoning. Elders is de top van het dekzand in de bouwvoor/ verstoorde laag opgenomen. Een intacte veenlaag op het dekzand is nergens aangetroffen. Er is dus ook geen sprake van een intact middeleeuws archeologisch niveau. In een deel van onderzoeksgebied 1 (zie kaartbijlage 1) is in het beekdal nog wel een archeologisch relevant niveau, een intacte veenlaag (dikker dan 0,5 m), aanwezig. In de rest van het beekdal is geen archeologisch relevant niveau aangetroffen. 2. Is in het beekdal sprake van beekdalafzettingen (veen en/of klei)? Zo ja, wat is de verbreiding ervan? In het beekdal zijn zandige beekafzettingen met een enkele detrituslaag aangetroffen. Alleen plaatselijk (zie kaartbijlage 1) is nog een dikke veenlaag aanwezig. 3. Wat is de genese van eventuele veentjes? Het veen dat in deelgebied B is aangetroffen, is mogelijk de rand van de vulling van het veentje dat ten noorden van het onderzoeksgebied ligt. Aangezien onder het veen dekzand is aangetroffen, is het niet waarschijnlijk dat dit veentje een pingoruïne is. De genese van het veentje is echter niet nader onderzocht omdat het centrum van de depressie zich ver buiten het onderzoeksgebied bevindt en boringen in kruisraaien binnen het onderzoeksgebied geen extra informatie zullen opleveren. Duidelijk is wel dat binnen het onderzoeksgebied geen sprake is van een dermate dikke veenlaag dat hierin een geschikte paleo-ecologische record besloten zou kunnen liggen. Verder is de top van het veen, getuige de veenbrokken in de bouwvoor/verstoorde laag op het veen, verstoord. 4. Zijn er gevolgen voor de archeologische verwachting? Alleen in het deel van het beekdal waar een veenlaag (dikker dan 0,5 m) aanwezig is, kunnen nog (resten van) bijvoorbeeld voorden, bruggen, afvaldumps en rituele deposities aanwezig zijn. In de rest van het beekdal worden geen archeologische resten verwacht omdat dergelijke archeologische resten niet goed bewaard blijven in zandige beekafzettingen. In het beekdal RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [14]

121 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek zijn geen dekzandopduikingen aangetroffen die mogelijk interessant zijn geweest voor bewoning. Vanwege de plaatselijke verstoring van de top van het dekzand in de deelgebieden A en B van onderzoeksgebied 2 en het feit dat de natte omstandigheden in het onderzoeksgebied niet geschikt waren voor bewoning, worden hier ook geen archeologische resten verwacht. 5. Zijn er aanwijzingen voor (grotere) archeologische nederzettingen? In de onderzoeksgebieden zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Aanwijzingen voor (grotere) archeologische nederzettingen ontbreken. 6. Is archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk? Zie Aanbevelingen De adviezen zijn met kleurvlakken weergegeven op kaartbijlage 2. De delen van onderzoeksgebied 1 waar een intacte veenlaag van meer dan 0,5 m dikte is aangetroffen, zijn met paars aangegeven op kaartbijlage 2. Voor deze delen wordt geadviseerd de werkzaamheden onder archeologische begeleiding uit te voeren. Een archeologische begeleiding dient plaats te vinden op basis van een door de bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen (PvE). Voor een aantal percelen in onderzoeksgebied 2 (met rood aangegeven op kaartbijlage 2) is geen betredingstoestemming verleend. Hier moet alsnog een inventariserend onderzoek worden uitgevoerd indien deze percelen uiteindelijk wel bij de ontwikkeling worden betrokken. Het overige deel van het wegtracé in onderzoeksgebied 2 en het grootste deel van onderzoeksgebied 1 ten oosten van de A28 zijn in 2010 archeologisch onderzocht. Hiervoor is geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen (kaartbijlage 2: grijs). In de rest van onderzoeksgebied 1 en in de deelgebieden A, B en C van onderzoeksgebied 2 (kaartbijlage 2: lichtgroen) worden op basis van dit onderzoek geen archeologische resten verwacht. Voor deze delen wordt geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Vanuit archeologisch oogpunt bestaat er geen bezwaar tegen de voorgenomen bodemingrepen. Wanneer bij de werkzaamheden toch archeologische resten worden aangetroffen, moet hiervan direct melding gemaakt worden bij de contactpersoon voor archeologie van de gemeente Assen (mevrouw A. Oosterhoff), de gemeente Midden-Drenthe (de heer S. van Veen) en de provinciaal archeoloog (de heer W.A.B. van der Sanden). RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [15]

122 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek Literatuur Deeben, J.H.C. (red.), De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), derde generatie. Rapportage Archeologische Monumentenzorg 155. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort (info: Hoof, B.I. van, Plangebied Assen Zuid, gemeente Assen; archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek. RAAP-rapport RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp. Keunen, L.J., E.H. Boshoven & S.W. Jager, Archeologisch erfgoed in de gemeente Assen; een archeologische waarden- en verwachtingskaart met beleidsadviezen. RAAP-rapport RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp. Marinelli, M.G. & J. Tolsma, Archeologische verwachtings- en beleidskaart buitengebied gemeente Midden - Drenthe. Oranjewoud, Heerenveen. Nederlands Normalisatie-instituut, Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft. Pater, B.C. de, B. Schoenmaker, e.a., Grote atlas van Nederland : comprehensive atlas of the Netherlands Asia Maior, Zierikzee Robas Producties, Historische Atlas Drenthe. Chromotopografische Kaart des Rijks, schaal 1: ROBAS Producties, Den Ilp. Staring Centrum, Bodemkaart van Nederland, schaal 1: Blad 12 West Assen Staring Centrum, Wageningen Versfelt, H.J., Kaarten van Drenthe Heveskes Uitgevers, Groningen. Versfelt, H.J. & M. Schoor, De Franse kaarten van Drenthe en de noordelijke kust Heveskes Uitgevers, Groningen. Versfelt, H.J. & M. Schoor, De Atlas van Huguenin. Militair-topografische kaarten van Noord-Nederland Heveskes Uitgevers, Groningen. Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen Figuur 1. Ligging van de onderzoeks- en deelgebieden. Inzet: ligging in Nederland (ster). Tabel 1. Tabel 2. Tabel 3. Tabel 4. Overzicht gegevens onderzoeksgebieden/deelgebieden Archeologische tijdschaal. Overzicht van de bekende archeologische vindplaatsen in en rond het plangebied. Overzicht van eerder archeologisch onderzoek in en rond het plangebied. Bijlage 1. Boorbeschrijvingen (inclusief lithologisch profiel) Kaartbijlage 1. Resultaten onderzoek. Kaartbijlage 2. Advieskaart. RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [16]

123 Europaweg-Zuid E E N T E A S S E N OpenStreetMap.org onder CC-BY-SA 2.0 licentie TT Circuit L a a g h a l e r g r o e n l a n d 232 Boskamp A28 Verkeerspark De Haar 1 W i t t e r d i e p D e V e n n e n A28 H o o g h a l e r v e l d k a m p C Haarweg NAM H van Boeijenoord Graswijk A 2 Graswijk Sulbyhoeve B S t o b b e b r o e k e n Graswijk D e W e i l a n d e n H e t B r o e k R u i m s l o o t Geelbroek Aszu.wor TP/16 mei Figuur 1. Ligging van de onderzoeks- en deelgebieden. Inzet: ligging in Nederland (ster).

124 Plangebied Assen Zuid, onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap, gemeenten Assen en Midden-Drenthe; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en verkennend veldonderzoek Bijlage 1: Boorbeschrijvingen (inclusief lithologisch profiel) RAAP-notitie 4197 / eindversie, 3 augustus 2012 [18]

125 boring: ASZU-1 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 9,99, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 9,99 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkergrijsbruin, zandbrokken, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: verstoord 36 cm -Mv / 9,63 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 70 cm -Mv / 9,29 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 8,49 m +NAP boring: ASZU-2 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,45, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,45 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, donkergrijsbruin, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoor 37 cm -Mv / 10,08 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, amorf veen 65 cm -Mv / 9,80 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 73 cm -Mv / 9,72 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen 95 cm -Mv / 9,50 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 115 cm -Mv / 9,30 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 8,95 m +NAP boring: ASZU-3 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,30, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,30 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, amorf veen Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 20 cm -Mv / 10,10 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 43 cm -Mv / 9,87 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 48 cm -Mv / 9,82 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 56 cm -Mv / 9,74 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 100 cm -Mv / 9,30 m +NAP 1

126 boring: ASZU-4 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,53, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,53 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, amorf veen Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 10 cm -Mv / 10,43 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 43 cm -Mv / 10,10 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 50 cm -Mv / 10,03 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 63 cm -Mv / 9,90 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtblauwgrijs, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 83 cm -Mv / 9,70 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 100 cm -Mv / 9,53 m +NAP boring: ASZU-5 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,20, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,20 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 27 cm -Mv / 10,93 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 125 cm -Mv / 9,95 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 160 cm -Mv / 9,60 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 9,20 m +NAP boring: ASZU-6 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,48, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,48 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, veenbrokken, matig fijn, spoor plantenresten Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 60 cm -Mv / 9,88 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, detritus 75 cm -Mv / 9,73 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtblauwgrijs, zeer fijn, weinig hout, interpretatie: beekafzettingen 105 cm -Mv / 9,43 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 8,98 m +NAP 2

127 boring: ASZU-7 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,43, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,43 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk zandig, donkergrijsbruin, veraard veen 30 cm -Mv / 10,13 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 43 cm -Mv / 10,00 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, enkele zandlagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 100 cm -Mv / 9,43 m +NAP boring: ASZU-8 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,13, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,13 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 75 cm -Mv / 9,38 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk zandig, bruin, detritus 90 cm -Mv / 9,23 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, rietveen 130 cm -Mv / 8,83 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 175 cm -Mv / 8,38 m +NAP boring: ASZU-9 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,69, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,69 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, donkergrijsbruin, matig fijn 55 cm -Mv / 10,14 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, bosveen 110 cm -Mv / 9,59 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,19 m +NAP 3

128 boring: ASZU-10 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,71, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,71 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, sterk zandig, donkerbruin, zandbrokken, veraard veen 40 cm -Mv / 10,31 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 100 cm -Mv / 9,71 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, rietveen 180 cm -Mv / 8,91 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, detritus 220 cm -Mv / 8,51 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, lichtbruin, detritus 262 cm -Mv / 8,09 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen 285 cm -Mv / 7,86 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 350 cm -Mv / 7,21 m +NAP boring: ASZU-11 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,61, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,61 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 100 cm -Mv / 10,61 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, zandbrokken, veen (niet gedifferentieerd) Bodemkundig: interpretatie: verstoord 130 cm -Mv / 10,31 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 230 cm -Mv / 9,31 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, detritus 300 cm -Mv / 8,61 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, enkele zandlagen, detritus 310 cm -Mv / 8,51 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtblauwgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 350 cm -Mv / 8,11 m +NAP 4

129 boring: ASZU-12 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,57, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,57 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 110 cm -Mv / 10,47 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, veraard veen 125 cm -Mv / 10,32 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 9,57 m +NAP boring: ASZU-13 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,80, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,80 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 20 cm -Mv / 10,60 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 115 cm -Mv / 9,65 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, enkele zandlagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 160 cm -Mv / 9,20 m +NAP boring: ASZU-14 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,52, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,52 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk zandig, donkergrijsbruin, veraard veen Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 30 cm -Mv / 10,22 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 52 cm -Mv / 10,00 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruin, enkele zandlagen, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Opmerking: gyttjeus 95 cm -Mv / 9,57 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 117 cm -Mv / 9,35 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,02 m +NAP 5

130 boring: ASZU-15 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,33, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,33 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk zandig, donkergrijsbruin, veraard veen Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 9,93 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 100 cm -Mv / 9,33 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, detritus, spoor hout 128 cm -Mv / 9,05 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, enkele zandlagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 153 cm -Mv / 8,80 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 175 cm -Mv / 8,58 m +NAP boring: ASZU-16 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,70, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,70 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zand- en veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 70 cm -Mv / 10,00 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 140 cm -Mv / 9,30 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, detritus 175 cm -Mv / 8,95 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 220 cm -Mv / 8,50 m +NAP boring: ASZU-17 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,23, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,23 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zand- en veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 110 cm -Mv / 10,13 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 165 cm -Mv / 9,58 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 175 cm -Mv / 9,48 m +NAP 6

131 boring: ASZU-18 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,42, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,42 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 10,02 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 60 cm -Mv / 9,82 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtblauwgrijs, enkele siltlagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 115 cm -Mv / 9,27 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 8,92 m +NAP boring: ASZU-19 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,71, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,71 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 10,31 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 100 cm -Mv / 9,71 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, veel dunne detrituslagen, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 125 cm -Mv / 9,46 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, grijs, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,21 m +NAP boring: ASZU-20 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,19, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,19 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 50 cm -Mv / 10,69 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 70 cm -Mv / 10,49 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 95 cm -Mv / 10,24 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 130 cm -Mv / 9,89 m +NAP 7

132 boring: ASZU-21 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 12,40, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 12,40 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, grijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 120 cm -Mv / 11,20 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijsbruin, zandbrokken, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 200 cm -Mv / 10,40 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 250 cm -Mv / 9,90 m +NAP boring: ASZU-22 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,98, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,98 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 20 cm -Mv / 11,78 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 115 cm -Mv / 10,83 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 180 cm -Mv / 10,18 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 9,98 m +NAP boring: ASZU-23 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,46, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,46 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 45 cm -Mv / 10,01 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 80 cm -Mv / 9,66 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 100 cm -Mv / 9,46 m +NAP 8

133 boring: ASZU-24 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,75, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,75 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, donkergrijsbruin, zandbrokken, matig fijn 20 cm -Mv / 10,55 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, bosveen 75 cm -Mv / 10,00 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 110 cm -Mv / 9,65 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,25 m +NAP boring: ASZU-25 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 12,08, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 12,08 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, zand- en veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 140 cm -Mv / 10,68 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk zandig, donkerbruin, amorf veen 160 cm -Mv / 10,48 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 180 cm -Mv / 10,28 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 230 cm -Mv / 9,78 m +NAP boring: ASZU-26 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 12,31, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 12,31 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 150 cm -Mv / 10,81 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin, zand- en kleibrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 200 cm -Mv / 10,31 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtblauwgrijs, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 230 cm -Mv / 10,01 m +NAP 9

134 boring: ASZU-27 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,74, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,74 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 80 cm -Mv / 9,94 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 108 cm -Mv / 9,66 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,24 m +NAP boring: ASZU-28 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,13, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,13 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 10,73 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 110 cm -Mv / 10,03 m +NAP boring: ASZU-29 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,23, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,23 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 30 cm -Mv / 10,93 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 60 cm -Mv / 10,63 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, grijsbruin, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen 80 cm -Mv / 10,43 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, amorf veen 90 cm -Mv / 10,33 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 120 cm -Mv / 10,03 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 128 cm -Mv / 9,95 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 175 cm -Mv / 9,48 m +NAP 10

135 boring: ASZU-30 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,73, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,73 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 145 cm -Mv / 10,28 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, grijs, enkele zandlagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken Einde boring op 200 cm -Mv / 9,73 m +NAP boring: ASZU-31 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,62, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,62 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 140 cm -Mv / 10,22 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtblauwgrijs, enkele detritus- en zandlagen, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 180 cm -Mv / 9,82 m +NAP boring: ASZU-32 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,88, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,88 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 30 cm -Mv / 10,58 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeel, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 60 cm -Mv / 10,28 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,38 m +NAP 11

136 boring: ASZU-33 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,76, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,76 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 65 cm -Mv / 10,11 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, zandbrokken, bosveen 80 cm -Mv / 9,96 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, enkele zandlagen, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen 123 cm -Mv / 9,53 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 170 cm -Mv / 9,06 m +NAP boring: ASZU-34 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,21, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,21 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 70 cm -Mv / 10,51 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, zandbrokken, bosveen 92 cm -Mv / 10,29 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, geelgrijs, enkele zandlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 140 cm -Mv / 9,81 m +NAP boring: ASZU-35 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,76, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,76 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, veraard veen 30 cm -Mv / 10,46 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 60 cm -Mv / 10,16 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 80 cm -Mv / 9,96 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 100 cm -Mv / 9,76 m +NAP boring: ASZU-36 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,54, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,54 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 55 cm -Mv / 10,99 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 87 cm -Mv / 10,67 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 110 cm -Mv / 10,44 m +NAP 12

137 boring: ASZU-37 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,70, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,70 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, veraard veen Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 32 cm -Mv / 10,38 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 78 cm -Mv / 9,92 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 96 cm -Mv / 9,74 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,20 m +NAP boring: ASZU-38 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,05, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,05 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 50 cm -Mv / 10,55 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 110 cm -Mv / 9,95 m +NAP boring: ASZU-39 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,24, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,24 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijs, zand- en veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 50 cm -Mv / 10,74 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 110 cm -Mv / 10,14 m +NAP boring: ASZU-40 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,31, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,31 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 40 cm -Mv / 10,91 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 90 cm -Mv / 10,41 m +NAP 13

138 boring: ASZU-41 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,15, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,15 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, geelgrijs, veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 70 cm -Mv / 10,45 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 77 cm -Mv / 10,38 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, grijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 100 cm -Mv / 10,15 m +NAP boring: ASZU-42 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,81, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,81 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijs, zand- en veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 133 cm -Mv / 9,48 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 155 cm -Mv / 9,26 m +NAP boring: ASZU-43 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,24, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,24 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, geelbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 65 cm -Mv / 10,59 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, veraard veen 85 cm -Mv / 10,39 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijsgeel, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 90 cm -Mv / 10,34 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsgeel, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 120 cm -Mv / 10,04 m +NAP boring: ASZU-44 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,93, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,93 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 68 cm -Mv / 10,25 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 90 cm -Mv / 10,03 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtblauwgrijs, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 110 cm -Mv / 9,83 m +NAP 14

139 boring: ASZU-45 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,07, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,07 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 32 cm -Mv / 10,75 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken Einde boring op 100 cm -Mv / 10,07 m +NAP boring: ASZU-46 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,63, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,63 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, matig humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 63 cm -Mv / 11,00 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, veraard veen 90 cm -Mv / 10,73 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken Einde boring op 120 cm -Mv / 10,43 m +NAP boring: ASZU-47 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,03, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,03 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 20 cm -Mv / 10,83 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsgeel, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 40 cm -Mv / 10,63 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsgeel, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 95 cm -Mv / 10,08 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtblauwgrijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 105 cm -Mv / 9,98 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: leem, sterk zandig, zwak grindig, lichtblauwgrijs, spoor hout, interpretatie: keileem, grondmorene Einde boring op 140 cm -Mv / 9,63 m +NAP boring: ASZU-48 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,34, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,34 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 30 cm -Mv / 11,04 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, bosveen 40 cm -Mv / 10,94 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, geelgrijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 100 cm -Mv / 10,34 m +NAP 15

140 boring: ASZU-49 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,91, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,91 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijs, zand- en veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 80 cm -Mv / 10,11 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 105 cm -Mv / 9,86 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,41 m +NAP boring: ASZU-50 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,77, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,77 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijs, zand- en veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 62 cm -Mv / 10,15 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 125 cm -Mv / 9,52 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 160 cm -Mv / 9,17 m +NAP boring: ASZU-51 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,37, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,37 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 87 cm -Mv / 10,50 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 100 cm -Mv / 10,37 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 110 cm -Mv / 10,27 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 120 cm -Mv / 10,17 m +NAP boring: ASZU-52 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,04, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,04 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 45 cm -Mv / 10,59 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 90 cm -Mv / 10,14 m +NAP 16

141 boring: ASZU-53 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,84, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,84 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijs, zand- en veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 90 cm -Mv / 9,94 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 105 cm -Mv / 9,79 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, weinig hout, interpretatie: beekafzettingen 150 cm -Mv / 9,34 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtblauwgrijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 165 cm -Mv / 9,19 m +NAP boring: ASZU-54 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,32, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,32 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 42 cm -Mv / 10,90 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen 65 cm -Mv / 10,67 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsgeel, enkele siltlagen, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 80 cm -Mv / 10,52 m +NAP boring: ASZU-55 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,93, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,93 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkergrijsgeel, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 53 cm -Mv / 10,40 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsgeel, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 118 cm -Mv / 9,75 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 140 cm -Mv / 9,53 m +NAP boring: ASZU-56 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,72, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,72 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 90 cm -Mv / 10,82 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, zandbrokken, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 108 cm -Mv / 10,64 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, lichtblauwgrijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 160 cm -Mv / 10,12 m +NAP 17

142 boring: ASZU-57 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,02, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,02 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 45 cm -Mv / 10,57 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken Einde boring op 100 cm -Mv / 10,02 m +NAP boring: ASZU-58 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,36, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,36 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 25 cm -Mv / 11,11 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: Fe-concreties 35 cm -Mv / 11,01 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 65 cm -Mv / 10,71 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, grijs, zandbrokken, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 90 cm -Mv / 10,46 m +NAP boring: ASZU-59 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,97, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,97 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkergrijsgeel, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 155 cm -Mv / 9,42 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, amorf veen 195 cm -Mv / 9,02 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 250 cm -Mv / 8,47 m +NAP 18

143 boring: ASZU-60 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,58, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,58 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 50 cm -Mv / 11,08 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn Bodemkundig: veel Fe-vlekken 100 cm -Mv / 10,58 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: leem, sterk zandig, zwak grindig, grijs, spoor hout, interpretatie: keileem, grondmorene Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 123 cm -Mv / 10,35 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: leem, sterk zandig, zwak grindig, lichtblauwgrijs, spoor hout, interpretatie: keileem, grondmorene Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 150 cm -Mv / 10,08 m +NAP boring: ASZU-61 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,39, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,39 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 15 cm -Mv / 11,24 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, geelgrijs, matig fijn Bodemkundig: veel Fe-vlekken 50 cm -Mv / 10,89 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: leem, sterk zandig, zwak grindig, lichtgroengrijs, spoor hout, interpretatie: keileem, grondmorene Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 70 cm -Mv / 10,69 m +NAP boring: ASZU-62 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,27, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,27 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 30 cm -Mv / 10,97 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, humusvlekken, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 35 cm -Mv / 10,92 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 80 cm -Mv / 10,47 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, uiterst fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 92 cm -Mv / 10,35 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 120 cm -Mv / 10,07 m +NAP 19

144 boring: ASZU-63 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,05, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,05 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 10 cm -Mv / 9,95 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 115 cm -Mv / 8,90 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 157 cm -Mv / 8,48 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig grof, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 8,05 m +NAP boring: ASZU-64 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,79, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,79 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 45 cm -Mv / 10,34 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, amorf veen 56 cm -Mv / 10,23 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 62 cm -Mv / 10,17 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 112 cm -Mv / 9,67 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,29 m +NAP boring: ASZU-65 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,93, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,93 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk zandig, donkerbruingrijs, zandbrokken, veraard veen Bodemkundig: interpretatie: verstoord 50 cm -Mv / 10,43 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 61 cm -Mv / 10,32 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 100 cm -Mv / 9,93 m +NAP 20

145 boring: ASZU-66 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,77, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,77 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, sterk zandig, donkerbruin, veraard veen Bodemkundig: interpretatie: verstoord 45 cm -Mv / 10,32 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, amorf veen, spoor hout 70 cm -Mv / 10,07 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtbruingrijs, zeer fijn, spoor hout 88 cm -Mv / 9,89 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 105 cm -Mv / 9,72 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 125 cm -Mv / 9,52 m +NAP boring: ASZU-67 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 12,56, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 12,56 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 160 cm -Mv / 10,96 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, grijsbruin, amorf veen Bodemkundig: interpretatie: verstoord 200 cm -Mv / 10,56 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 250 cm -Mv / 10,06 m +NAP boring: ASZU-68 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,70, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,70 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, zandbrokken, veraard veen Bodemkundig: interpretatie: verstoord 30 cm -Mv / 10,40 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 50 cm -Mv / 10,20 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 130 cm -Mv / 9,40 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,20 m +NAP 21

146 boring: ASZU-69 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,02, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,02 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: Fe-concreties 35 cm -Mv / 9,67 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, geelgrijs, enkele detritus- en zandlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 80 cm -Mv / 9,22 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, lichtblauwgrijs, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen 130 cm -Mv / 8,72 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, spoor wortelresten, interpretatie: beekafzettingen 150 cm -Mv / 8,52 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, lichtbruingrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor wortelresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 175 cm -Mv / 8,27 m +NAP boring: ASZU-70 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,61, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,61 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk zandig, donkergrijsbruin, veraard veen 57 cm -Mv / 10,04 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 160 cm -Mv / 9,01 m +NAP boring: ASZU-71 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,76, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,76 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkergrijsbruin, zandbrokken, veraard veen Bodemkundig: interpretatie: verstoord 35 cm -Mv / 10,41 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, veraard veen 75 cm -Mv / 10,01 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,26 m +NAP 22

147 boring: ASZU-72 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,80, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,80 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkergrijsbruin, zandbrokken, veraard veen Bodemkundig: interpretatie: verstoord 45 cm -Mv / 10,35 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 115 cm -Mv / 9,65 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,30 m +NAP boring: ASZU-73 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 12,37, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 12,37 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 80 cm -Mv / 11,57 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, veraard veen 120 cm -Mv / 11,17 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 175 cm -Mv / 10,62 m +NAP boring: ASZU-74 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 12,12, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 12,12 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 15 cm -Mv / 11,97 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 132 cm -Mv / 10,80 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, veraard veen 150 cm -Mv / 10,62 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen 170 cm -Mv / 10,42 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, enkele siltlagen, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 10,12 m +NAP 23

148 boring: ASZU-75 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,01, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,01 m +NAP Lithologie: veen, zwak zandig, donkergrijsbruin, rietveen 60 cm -Mv / 9,41 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, veel dunne detrituslagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 160 cm -Mv / 8,41 m +NAP boring: ASZU-76 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,61, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,61 m +NAP Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 115 cm -Mv / 9,46 m +NAP boring: ASZU-77 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,66, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,66 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkergrijsbruin, veraard veen Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 32 cm -Mv / 10,34 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 70 cm -Mv / 9,96 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 125 cm -Mv / 9,41 m +NAP boring: ASZU-78 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,88, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,88 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 30 cm -Mv / 10,58 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 75 cm -Mv / 10,13 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, geelgrijs, enkele detritus- en zandlagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 100 cm -Mv / 9,88 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtblauwgrijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 175 cm -Mv / 9,13 m +NAP 24

149 boring: ASZU-79 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,10, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,10 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 50 cm -Mv / 10,60 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, bruingrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 83 cm -Mv / 10,27 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsgeel, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 125 cm -Mv / 9,85 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, lichtgrijs, matig grof, interpretatie: keizand 145 cm -Mv / 9,65 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: leem, sterk zandig, zwak grindig, lichtblauwgrijs, spoor wortelresten, interpretatie: keileem, grondmorene Einde boring op 175 cm -Mv / 9,35 m +NAP boring: ASZU-80 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,43, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,43 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, humusvlekken, matig fijn, spoor plantenresten Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoor 30 cm -Mv / 10,13 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 58 cm -Mv / 9,85 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 110 cm -Mv / 9,33 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsgeel, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 8,93 m +NAP boring: ASZU-81 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,48, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,48 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 50 cm -Mv / 9,98 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, enkele detritus- en zandlagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 75 cm -Mv / 9,73 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 130 cm -Mv / 9,18 m +NAP 25

150 boring: ASZU-82 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,51, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,51 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkergrijsbruin, veraard veen Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 10,11 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, rietveen 60 cm -Mv / 9,91 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkergrijsbruin, bosveen, spoor hout 75 cm -Mv / 9,76 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen 87 cm -Mv / 9,64 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 118 cm -Mv / 9,33 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 160 cm -Mv / 8,91 m +NAP boring: ASZU-83 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,46, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,46 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, geel, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 45 cm -Mv / 11,01 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtbruingrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,96 m +NAP boring: ASZU-84 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,13, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,13 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoor 15 cm -Mv / 9,98 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijsbruin, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: Fe-concreties 60 cm -Mv / 9,53 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, zwartbruin, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 103 cm -Mv / 9,10 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 125 cm -Mv / 8,88 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig grof, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 8,63 m +NAP 26

151 boring: ASZU-85 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,46, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,46 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten Bodemkundig: enkele Fe-vlekken, interpretatie: bouwvoor 10 cm -Mv / 10,36 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 50 cm -Mv / 9,96 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 98 cm -Mv / 9,48 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 8,96 m +NAP boring: ASZU-86 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,63, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,63 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, zandbrokken, veraard veen Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 10,23 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 128 cm -Mv / 9,35 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 180 cm -Mv / 8,83 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 8,63 m +NAP boring: ASZU-87 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,17, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,17 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 40 cm -Mv / 9,77 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, enkele zandlagen, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 160 cm -Mv / 8,57 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, enkele detritus- en zandlagen, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 8,17 m +NAP 27

152 boring: ASZU-88 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,16, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,16 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, bruin, matig fijn, veel plantenresten Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 10 cm -Mv / 10,06 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, zandbrokken, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 80 cm -Mv / 9,36 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, bruingrijs, matig grof, weinig plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 86 cm -Mv / 9,30 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 190 cm -Mv / 8,26 m +NAP boring: ASZU-89 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,62, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,62 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 10 cm -Mv / 10,52 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond 80 cm -Mv / 9,82 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 110 cm -Mv / 9,52 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 220 cm -Mv / 8,42 m +NAP boring: ASZU-90 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 9,76, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 9,76 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, grijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 100 cm -Mv / 8,76 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, lichtblauwgrijs, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 175 cm -Mv / 8,01 m +NAP 28

153 boring: ASZU-91 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,07, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,07 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, grijsbruin, matig fijn, spoor wortelresten Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 15 cm -Mv / 9,92 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, zwartbruin, enkele zandlagen, veraard veen 73 cm -Mv / 9,34 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, veel dunne detrituslagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 130 cm -Mv / 8,77 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 8,07 m +NAP boring: ASZU-92 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,42, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,42 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 30 cm -Mv / 10,12 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, sterk zandig, bruin, veraard veen Bodemkundig: Fe-concreties 65 cm -Mv / 9,77 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, bruin, veraard veen 85 cm -Mv / 9,57 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 110 cm -Mv / 9,32 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 155 cm -Mv / 8,87 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 8,42 m +NAP boring: ASZU-93 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,80, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,80 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 63 cm -Mv / 10,17 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, veraard veen 87 cm -Mv / 9,93 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 112 cm -Mv / 9,68 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,30 m +NAP 29

154 boring: ASZU-94 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,02, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,02 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, grijsbruin, matig fijn, spoor wortelresten Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 15 cm -Mv / 9,87 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, zwartbruin, veraard veen 72 cm -Mv / 9,30 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, veel dunne detrituslagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 175 cm -Mv / 8,27 m +NAP boring: ASZU-95 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,55, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,55 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 72 cm -Mv / 9,83 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, zwartbruin, veraard veen 113 cm -Mv / 9,42 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen 130 cm -Mv / 9,25 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtblauwgrijs, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 175 cm -Mv / 8,80 m +NAP boring: ASZU-96 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 9,89, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 9,89 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, grijsbruin, matig fijn, spoor wortelresten Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 20 cm -Mv / 9,69 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, donkergrijsbruin, enkele zandlagen, uiterst fijn, interpretatie: beekafzettingen 40 cm -Mv / 9,49 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, grijs, zeer fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 60 cm -Mv / 9,29 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 170 cm -Mv / 8,19 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtblauwgrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 7,89 m +NAP 30

155 boring: ASZU-97 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,61, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,61 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 32 cm -Mv / 10,29 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijsbruin, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 80 cm -Mv / 9,81 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, grijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 95 cm -Mv / 9,66 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 170 cm -Mv / 8,91 m +NAP boring: ASZU-98 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 9,82, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 9,82 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 10 cm -Mv / 9,72 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, bruingrijs, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: Fe-concreties 25 cm -Mv / 9,57 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, sterk zandig, donkergrijsbruin, veraard veen 73 cm -Mv / 9,09 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 105 cm -Mv / 8,77 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 145 cm -Mv / 8,37 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: leem, sterk zandig, zwak grindig, lichtblauwgrijs, spoor wortelresten, interpretatie: keileem, grondmorene Einde boring op 200 cm -Mv / 7,82 m +NAP boring: ASZU-99 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,06, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,06 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 10 cm -Mv / 9,96 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: Fe-concreties 37 cm -Mv / 9,69 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, veraard veen 47 cm -Mv / 9,59 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 140 cm -Mv / 8,66 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, lichtblauwgrijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 8,06 m +NAP 31

156 boring: ASZU-100 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, donkergrijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 15 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn 65 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, matig fijn 92 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsgeel, matig fijn Einde boring op 130 cm -Mv boring: ASZU-101 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 9,88, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 9,88 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 55 cm -Mv / 9,33 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 80 cm -Mv / 9,08 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, veel dunne detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 200 cm -Mv / 7,88 m +NAP boring: ASZU-102 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,80, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,80 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 32 cm -Mv / 10,48 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijsbruin, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 60 cm -Mv / 10,20 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele schelpenlagen, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen 83 cm -Mv / 9,97 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, uiterst siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 92 cm -Mv / 9,88 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 160 cm -Mv / 9,20 m +NAP 32

157 boring: ASZU-103 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,30, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,30 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, oranjebruin, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: Fe-concreties, interpretatie: bouwvoor 27 cm -Mv / 10,03 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, donkergrijsbruin, enkele zandlagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 100 cm -Mv / 9,30 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, veel dunne detrituslagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen 180 cm -Mv / 8,50 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, grijs, zeer fijn, spoor wortelresten, interpretatie: beekafzettingen 193 cm -Mv / 8,37 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, zwak humeus, lichtgrijsbruin, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen 195 cm -Mv / 8,35 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtblauwgrijs, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 220 cm -Mv / 8,10 m +NAP boring: ASZU-104 beschrijver: JJ/DB, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,66, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,66 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 5 cm -Mv / 10,61 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele siltlagen, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 60 cm -Mv / 10,06 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 100 cm -Mv / 9,66 m +NAP boring: ASZU-105 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,56, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,56 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijsbruin, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 63 cm -Mv / 10,93 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 80 cm -Mv / 10,76 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 110 cm -Mv / 10,46 m +NAP boring: ASZU-106 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,20, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,20 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, bruingrijs, zandbrokken, veen (niet gedifferentieerd) Bodemkundig: interpretatie: verstoord 25 cm -Mv / 10,95 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 75 cm -Mv / 10,45 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, lichtblauwgrijs, matig grof, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 100 cm -Mv / 10,20 m +NAP 33

158 boring: ASZU-107 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,54, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,54 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 28 cm -Mv / 11,26 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, zwak grindig, geelgrijs, matig fijn Bodemkundig: veel Fe-vlekken, interpretatie: verstoord 42 cm -Mv / 11,12 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: leem, sterk zandig, zwak grindig, grijs, zandbrokken Bodemkundig: interpretatie: verstoord 83 cm -Mv / 10,71 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, grijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken 110 cm -Mv / 10,44 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: leem, sterk zandig, zwak grindig, grijs, interpretatie: keileem, grondmorene Einde boring op 140 cm -Mv / 10,14 m +NAP boring: ASZU-108 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,32, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,32 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 50 cm -Mv / 10,82 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken 85 cm -Mv / 10,47 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, grijs, enkele detrituslagen, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 104 cm -Mv / 10,28 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 140 cm -Mv / 9,92 m +NAP boring: ASZU-109 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,40, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,40 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 55 cm -Mv / 10,85 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 115 cm -Mv / 10,25 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 150 cm -Mv / 9,90 m +NAP 34

159 boring: ASZU-110 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,52, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,52 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zand- en veenbrokken, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 80 cm -Mv / 10,72 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, bosveen 85 cm -Mv / 10,67 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: veel Fe-vlekken Einde boring op 100 cm -Mv / 10,52 m +NAP boring: ASZU-111 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,33, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,33 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 10 cm -Mv / 11,23 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 75 cm -Mv / 10,58 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtblauwgrijs, zeer fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 100 cm -Mv / 10,33 m +NAP boring: ASZU-112 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,49, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,49 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 20 cm -Mv / 11,29 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, enkele detrituslagen, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen 65 cm -Mv / 10,84 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 80 cm -Mv / 10,69 m +NAP boring: ASZU-113 beschrijver: JJ/JEP, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,68, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,68 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, zeer fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 48 cm -Mv / 11,20 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 140 cm -Mv / 10,28 m +NAP 35

160 boring: ASZU-114 beschrijver: JJ/SM, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,26, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,26 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 35 cm -Mv / 10,91 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 65 cm -Mv / 10,61 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, geelgrijs, matig grof, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 110 cm -Mv / 10,16 m +NAP boring: ASZU-115 beschrijver: JJ/SM, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,76, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,76 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 5 cm -Mv / 10,71 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig grof, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: Fe-concreties 80 cm -Mv / 9,96 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, grijs, enkele humuslagen, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen Einde boring op 100 cm -Mv / 9,76 m +NAP boring: ASZU-116 beschrijver: JJ/SM, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,12, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,12 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 57 cm -Mv / 10,55 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: Fe-concreties 85 cm -Mv / 10,27 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn Bodemkundig: veel Fe-vlekken Einde boring op 140 cm -Mv / 9,72 m +NAP boring: ASZU-117 beschrijver: JJ/SM, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,81, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,81 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 115 cm -Mv / 9,66 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, interpretatie: dekzand Bodemkundig: veel Fe-vlekken Einde boring op 130 cm -Mv / 9,51 m +NAP 36

161 boring: ASZU-118 beschrijver: JJ/SM, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,05, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,05 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 15 cm -Mv / 10,90 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geelgrijs, matig fijn, interpretatie: dekzand Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 50 cm -Mv / 10,55 m +NAP boring: ASZU-119 beschrijver: JJ/SM, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,14, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,14 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, donkerbruin, veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 40 cm -Mv / 10,74 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, bruin, detritus 52 cm -Mv / 10,62 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: diffuus (3-10 cm) Lithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, bruingeel, matig fijn, interpretatie: dekzand 59 cm -Mv / 10,55 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: diffuus (3-10 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, zwak grindig, geel, matig fijn, interpretatie: dekzand 70 cm -Mv / 10,44 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: leem, sterk zandig, zwak grindig, lichtgrijs, interpretatie: keileem, grondmorene Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 100 cm -Mv / 10,14 m +NAP boring: ASZU-120 beschrijver: JJ/SM, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 12,13, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 12,13 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: opgebrachte grond Opmerking: keileembrokken 150 cm -Mv / 10,63 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, zwartbruin, amorf veen 160 cm -Mv / 10,53 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, bruin, detritus 189 cm -Mv / 10,24 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geel, matig fijn, weinig wortelresten, interpretatie: dekzand Einde boring op 200 cm -Mv / 10,13 m +NAP 37

162 boring: ASZU-121 beschrijver: JJ/SM, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 10,96, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 10,96 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, sterk humeus, donkergrijsbruin, zand- en veenbrokken, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: verstoord 50 cm -Mv / 10,46 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, amorf veen 80 cm -Mv / 10,16 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, mineraalarm, donkerbruin, detritus 85 cm -Mv / 10,11 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruin, matig fijn, spoor plantenresten, interpretatie: dekzand 97 cm -Mv / 9,99 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, geel, matig fijn, spoor wortelresten, interpretatie: dekzand Einde boring op 130 cm -Mv / 9,66 m +NAP boring: ASZU-122 beschrijver: JJ/SM, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,24, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,24 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 15 cm -Mv / 11,09 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: veen, zwak zandig, donkerbruin, veraard veen 32 cm -Mv / 10,92 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, matig siltig, geelgrijs, zeer fijn, interpretatie: beekafzettingen 40 cm -Mv / 10,84 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, enkele humuslagen, matig fijn, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 50 cm -Mv / 10,74 m +NAP boring: ASZU-123 beschrijver: JJ/SM, datum: , X: , Y: , coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 12D, hoogte: 11,07, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: GPS, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: bos, vondstzichtbaarheid: slecht, provincie: Drenthe, gemeente: Assen, plaatsnaam: Assen, opdrachtgever: Witpaard BV, uitvoerder: RAAP Noord 0 cm -Mv / 11,07 m +NAP Algemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, matig humeus, grijsbruin, matig fijn Bodemkundig: interpretatie: bouwvoor 5 cm -Mv / 11,02 m +NAP Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak grindig, geelgrijs, enkele siltlagen, matig fijn, spoor hout, interpretatie: beekafzettingen Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Einde boring op 75 cm -Mv / 10,32 m +NAP 38

163 Plangebied Assen Zuid Onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap Gemeenten Assen en Midden-Drenthe Resultaten onderzoek RAAP-notitie 4197, kaartbijlage 1, schaal 1:5000 legenda boringen 100 met veenpakket van 0,50 tot 1,00 meter met veenpakket dikker dan 1,00 meter overige boringen boornummer archeologische verwachting depressie/laagte al dan niet gevuld met organisch materiaal: hoog (Keunen e.a., 2011) 60 dekzandlandschap: middelhoog/hoog (Keunen e.a., 2011) beekdal: middelhoog/hoog (Keunen e.a., 2011 en Marinelli en Tolsma, 2009) grondmorenevlakte: laag (Keunen e.a., 2011) overig reeds archeologisch onderzocht (Van Hoof, 2010) geen betredingstoestemming 62 grens onderzoeksgebied 2 nummer onderzoeksgebied grens deelgebied A aanduiding deelgebied grens plangebied Aszu.wor TP/16 mei m 1:

164 Plangebied Assen Zuid Onderzoeksgebieden De Haar/A28 en wegtracé Werklandschap Gemeenten Assen en Midden-Drenthe Advieskaart RAAP-notitie 4197, kaartbijlage 2, schaal 1:5000 legenda Advies inventariserend onderzoek archeologische begeleiding geen vervolgonderzoek overig 2 A Aszu.wor TP/16 mei 2012 reeds archeologisch onderzocht (Van Hoof, 2010) grens onderzoeksgebied nummer onderzoeksgebied grens deelgebied aanduiding deelgebied grens plangebied m 1:

165 Bijlage 4 Uitgangspunten Waterhuishoudingsplan uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 69

166 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 70

167 Assen Zuid Uitgangspunten Waterhuishoudingsplan Gemeente Assen dienst Stadsontwikkeling & dienst Stadsbeheer Auteur: O.Jansen Datum: 30 oktober 2009 Versie: 2d Status: concept

168 Documenthistorie Versienr. Datum Auteur Toelichting O.Jansen Door de werkgroep ontwerp Assen Zuid goedgekeurde versie, geschikt voor overleg met Waterschap juni 2008 O. Jansen 2b 2c 2d 20 oktober sept oktober 2009 O. Jansen / T. Mollema O. Jansen / T. Mollema O. Jansen / T. Mollema Aangepast naar aanleiding van opmerkingen en aanvullingen WS H&A s, mw H. Bosman. Vergroot projectgebied Assen-Zuid (niet meer beperkt tot bedrijventerrein / Graswijk tussen spoorlijn en Rijksweg 28 Aangepast naar aanleiding van opmerkingen en aanvullingen WS H&A s, mw. H. Bosman. Verzendlijst Naam Functie Dienst/Afdeling Aktie* F.Aikema Projectleider gem. Assen Stadsontwikkeling Goedkeuren D.Nijdam Projectbureau gem. Assen Stadsontwikkeling Archiveren Leden werkgroep Ontwerp Assen Zuid Projectleiders div. afdelingen Stadsontwikkeling en Stadsbeheer Goedkeuren *Actie: Goedkeuren, Reviewen, Ter info, Archiveren. 2

169 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING Algemeen Huidige situatie UITGANGSPUNTEN Grondwater en ontwatering Oppervlaktewater en afwatering Oevers Afvalwater Drinkwater AANDACHTSPUNTEN EN HANDVATTEN VOOR NADERE UITWERKING Grondwater en ontwatering Oppervlaktewater en afwatering Oevers Afvalwater Drinkwater REFERENTIES BIJLAGE 1. Integrale waterkansenkaart BIJLAGE 2. Ontwerpuitgangspunten waterstaatkundige werken

170 1. INLEIDING 1.1 Algemeen De gemeente Assen ontwikkelt aan de zuidwestzijde van de stad een nieuw gebied. De globale contouren van dit gebied, aangeduid als projectgebied Assen-zuid, zijn aangegeven in onderstaande figuur 1. IV III I II Figuur 1: plangebied Assen Zuid (globale begrenzing) Het gebied kent verschillende deelgebieden. De deelgebieden zijn als volgt te benoemen: Nr. Wat Waar I Zoekgebied op- en afrit N33: Ten oosten van de spoorlijn Assen-Beilen II Bedrijventerrein Assen zuid: Tussen A28 en spoorlijn Assen-Beilen III Leisurezone: Tussen A28 en Witterveld, noordelijk tot Witterhoofdweg IV Baggelhuizerplas e.o.: Ten noorden van de Witterhoofdweg In april 2008 is de afdeling SO/Re-CT gevraagd om de waterhuishoudkundige uitgangspunten c.q. aandachtspunten voor het plangebied aan te geven. Het plangebied betrof aanvankelijk alleen deelgebied II, het bedrijventerrein. Doel In dit document worden een aantal randvoorwaarden aangegeven die naast andere aspecten van invloed kunnen zijn voor het stedebouwkundig ontwerp en de verdere technische uitwerking van het plan. 4

171 De punten waaraan in dit document aandacht wordt geschonken zijn: Oppervlaktewater en afwatering; Grondwater en ontwatering; Oevers; Afvalwater; Drinkwater. De uitwerking van de waterhuishouding in het gebied vindt plaats in het licht van eerdere ideeën, schetsen en globale verkenningen. Deze hebben voor de verdere uitwerking ten hoogste een richtinggevende status. Ideeën, schetsen en globale verkenningen zijn bijvoorbeeld opgetekend voor de Baggelhuizerplas e.o. (deelgebied IV) op 21 en 22 juni 2007, in de charette Assen Zuid (ref. 1): Vanuit de noordelijke hoofdentree bij Kloosterveen bereikt men een vergroot recreatiegebied. De bestaande waterpartij wordt vergroot. Anders dan bij de Hoornse plas (centrale plas welke men in een keer in zijn geheel kan overzien) ontstaat hier een complexe aaneenschakeling van telkens wegdraaiende vijvers. Dit gebied is met name geschikt voor roeien en kanovaren. Hier waant men zich in de Amazone van het noorden. (uit van de charette). En het bedrijventerrein Assen Zuid (deelgebied II): Tussen de A28 en het spoor wordt het nieuwe werklandschap gerealiseerd. Een hoogwaardig landschap waar werken, waterberging, sport en leisure met elkaar worden gecombineerd. Hierbij wordt slim gebruik gemaakt van de kenmerken en kwaliteiten (landschapselementen, verkaveling, maat en schaal) van het bestaande landschap. Het nieuwe werklandschap is opgebouwd uit: houtwallen, bosschages en singels die tezamen landschappelijke kamers vormen een monumentale hoofdas water, dat afstroomt op een groot helofytenfilter gebouwen Met de bebouwing, het parkeren en de ontsluiting neemt het verhard oppervlak sterk toe. Het water wordt opgevangen in een reeks van grotere en kleinere waterpartijen. Het water stroomt van hoog (noord) naar laag (zuid) af. Alvorens het water afstroomt op de Assener Aa wordt het door een breed helofytenfilter gevoerd, waar het water op natuurlijke wijze wordt gezuiverd. Dit helofytenfilter bestaat uit natte graslanden, water, riet en moeras en vormt een natuurlijke overgang van het nieuwe werklandschap naar het traditionele landschap. (uit van de charette). Uit de bovenstaande beschrijving wordt duidelijk dat de charette slechts richtinggevende ideeën heeft opgeleverd. Nadere verkenning van het hoogteverloop leert bijvoorbeeld dat in deelgebied II noord niet hoger is dan zuid, zie Figuur 2 hierna. 1.2 Huidige situatie Topografie De ontsluitingswegen in het plangebied (Witterhoofdweg, De Haar, Graswijk) zijn radiaal op het centrum van Assen gericht en kruisen het plangebied, zonder onderling (binnen het plangebied) goed verbonden te zijn. De spoorlijn Assen-Beilen, de N33 en de A28 zijn de regionale verbindingen die het gebied begrenzen of doorsnijden. Het huidig gebied wordt voor diverse doeleinden gebruikt. In de deelgebieden I en II bestaat het landgebruik uit grasland, akkerbouw, bosjes, bewoning en een tuincentrum. Deelgebied 5

172 III is in gebruik als militair oefenterrein, recreatiegebied (Verkeerspark, TT-campings) en grasland, naast enige bewoning. Bijzonder kenmerk in deelgebied III betreft de energiesector: dwars door het gebied loopt een hoogspanningslijn, en centraal in het gebied ligt een site voor gaswinning. Deelgebied IV is in hoofdzaak in gebruik als recreatiegebied Baggelhuizen, met aan de zuidrand een manege, grasland en enige bewoning. Het gebied kent hoogteverschillen1. Zie figuur 2. Rood op de kaart is hoger dan 13,30 m + NAP, donkerblauw op de kaart is lager dan 10,60 m + NAP. De hoogteverschillen binnen het gebied zijn daarmee beperkt tot circa 3 meter. Ten opzichte van de kern van Assen ligt het gebied gemiddeld genomen hoger. Het beekdal van het Witterdiep, tussen de A28 en het TT-circuit, is duidelijk herkenbaar op de kaart. Zo ook de hogere delen nabij Witten en de kop in het bedrijventerrein Assen Zuid (deelgebied II), tussen het beekdal van het Witterdiep en het direct oostelijk van het plangebied gelegen Geelbroek. De twee rode percelen ten zuidoosten van het TT-circuit zijn opgehoogd. Het betreft twee percelen op het militair oefenterrein. Figuur 2: hoogtekaart Assen Zuid (bron: Waterschap Hunze en Aa s). Oppervlaktewater Het gebied Assen Zuid valt geheel binnen het beheersgebied van het Waterschap Hunze en Aa s te Veendam. In het noorden vormt de globale plangrens de grens tussen het Waterschap Hunze en Aa s en het Waterschap Reest en Wieden. In de in dit document opgenomen afbeeldingen van het waterschap zijn de hoofdwatergangen lichtblauw weergegeven. 1 De hoogtekaarten van dit gebied zijn gevlogen in 1995/1996. Sindsdien is door technische ontwikkelingen (kwaliteitsverbetering opname) en door ingrepen buiten het kaartbeeld gewijzigd. Medio 2009 is nieuw kaartmateriaal beschikbaar (bron: H. v. Norel, WS Hunze en Aa s). 6

173 De afwatering van het gebied verloopt via de laagtes / oorspronkelijke beekdalen, met het Wittterdiep als hoofd-afwateringstructuur. Al het water uit de gebieden II, III en IV stroomt juist noordelijk van het plangebied samen in het Witterdiep (c.q. Anreperdiep / Anrijperdiep). Het water uit deelgebied I voegt zich hier verder noordoostelijk bij. Daarmee komt al het water terecht in (de bovenloop van) de Drentsche Aa. Er is in de huidige situatie vanuit het nu begrensde projectgebied geen verbinding (meer) naar het oppervlaktewaterstelsel van Geelbroek, het beekdal ten oosten van de spoorlijn Assen-Beilen. Figuur 3: Watergangen en peilgebieden (bron: Waterschap Hunze en Aa s). 7

174 Binnen het plangebied bevinden zich verschillende peilgebieden, zie figuur 3. Het gebied kent vrije afstroming (geen gemalen/polders). Enkele peilgebieden kennen een vast peil, anderen een zomer- en winterpeil. Sommige stuwen van de peilgebieden staan binnen het plangebied, andere er buiten. Stuwen in het Witterdiep, in en nabij het plangebied, zijn inmiddels passeerbaar gemaakt voor vis. De stuw tussen de A28 en de N33 is dat (nog) niet. De watergang die de gemeentegrens vormt in het zuiden van Assen Zuid watert af naar het Witterdiep. Juist ten oosten van Graswijk wordt waarschijnlijk in 2009 een peilscheiding gerealiseerd in deze watergang 2, waarbij het oostelijk deel van deze watergang naar het oosten zal gaan afwateren (Geelbroek) en een hoger natuurpeil krijgt. Het westelijk deel blijft naar het Witterdiep afstromen en behoudt een landbouwpeil. Het watersysteem is in relatie tot de huidige functies en bestemmingen voor de gebieden I, II en IV op orde, ook met inachtneming van aangepaste klimaatscenario s (W+scenario (KNMI) en het Midden-scenario (ref. 2, ref. 7). Voor deelgebied III geldt dat er wel een stedelijke wateropgave is, het peilvak voldoet voor grasland niet aan de norm voor inundatie voor het huidige scenario en voor grasland én akkerbouw niet aan de norm voor inundatie voor het middenscenario én het W+scenario (ref. 2, ref. 7). Het aangepast klimaatscenario (ref. 2) wordt niet gebruikt als uitgangspunt. Het rapport met het huidige scenario en het middenscenario (ref. 7) geldt als uitgangpunt voor de stedelijke wateropgave van Assen. Een deel van het plangebied is (door de provincie Drenthe) aangeduid als beekdal, zie figuur 4. Het betreft het beekdal van het Witterdiep. Een dergelijke beleidsmatige belemmering wordt in dit document niet verder uitgewerkt. 2 Med. H. Bosman, WS Hunze en Aa s. 8

175 Figuur 4: Risicogebied overstroming (bron: Waterschap Hunze en Aa s). In de legenda van figuur 4 zijn ook mogelijke risicogebieden en aangewezen gebieden aangeduid. Deze aanduidingen komen binnen het plangebied niet voor. Tevens zijn in verschillende blauwtinten de overstromingsdiepten in komvormige laagtes weergegeven. De kaart geeft hiermee een indicatie van gebieden die overstromingsgevoelig kunnen zijn. Deze indicatie is bedoeld als waarschuwing. Waterschap Hunze en Aa s adviseert om bij planvorming in dit gebied rekening te houden met overstromingsgevoeligheid 3. De Drentsche Aa is inclusief het Witterdiep en het Anreperdiep aangewezen als waterlichaam in het kader van de Europese KaderRichtlijn Water (KRW). Deze status van de beken is van belang voor de ontwikkeling van Assen Zuid. Er mogen als gevolg van deze status geen negatieve effecten (kwalitatief en kwantitatief) op de beek ontstaan. Bodemopbouw Diepe regionale bodemopbouw Zeer kenmerkend voor het gebied is de regionaal ondiep in de ondergrond aanwezige slecht doorlatende keileem. In een deel van het beschouwde gebied is de keileem als plateau aan het maaiveld aanwezig. De stagnerende werking die het keileem heeft op infiltrerend water heeft er toe geleid dat op lagere delen vroeger moerassen aanwezig zijn geweest. Op de keileem is 3 Bron: H. van Norel, WS Hunze en Aa s. Ter informatie: de aanduiding van komvormige laagtes is gebaseerd op de hoogtekaart. Er is gekeken naar komvormen, waarbij de kaartweergave is gebaseerd op de veronderstelling dat deze laagtes tot een niveau van 0,50 m onder de natuurlijke overloop of drempel onder water kunnen komen. Er is niet gerekend met een model (er is niet een bepaalde overschrijdingsfrequentie of gebeurtenis toegepast). 9

176 in de overige delen van het gebied een relatief dunne deklaag aanwezig bestaande uit dekzand- of veenafzettingen met een dikte van één of enkele decimeters. Dit pakket heeft een geringe berging. In de zone ten westen van de A28 ontbreekt de keileem overwegend. In het beekdal van het westelijk gelegen Witterdiep is door de erosie van de beek de keileem verdwenen. In het oostelijk gelegen beekdal van de Ruimsloot (Geelbroek) is de keileem nog aanwezig. De dikte van het keileemlaag varieert in dit gebied van circa 0 tot 5 meter. Onder het keileem is een watervoerend pakket aanwezig met een dikte van circa 20 tot 30 meter. Ondiepe lokale bodemopbouw De bodemkaart geeft ook aan dat binnen het plangebied keileem zeer dicht onder het maaiveld tot aan het maaiveld aanwezig is. Op het keileem is dekzand afgezet waarop in de lagere delen veen is ontstaan. Op hoger gelegen delen zijn laarpodzolgronden ontwikkeld. In de lager gelegen delen van de beekdalen worden madeveengronden aangetroffen. Op de overgangen tussen laag en hoog bevinden zich moerige eerdgronden of beekeerdgronden. Binnen het beschouwde gebied overheersen op de hoger gelegen delen de meer armere podzolgronden die zijn ontwikkeld in de dunne dekzandafzettingen op de keileem. In figuur 5 is de hoofdindeling van de bodemtypen weergegeven. In figuur 6 is het ondiep voorkomen van de keileem (storende laag, sdl) weergegeven. Figuur 5: hoofdindeling bodemtypen (bron: Waterschap Hunze en Aa s) 10

177 Figuur 6: Ondiep voorkomende keileem 11

178 Grondwater Grondwaterdynamiek In de figuren 7 en 8 is respectievelijk de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) aangegeven. Figuur 7: Gem. hoogste grondwaterstand Assen Zuid (bron: Waterschap Hunze en Aa s). Het gebied kent een relatief hoge grondwaterstand: vrijwel overal komt de hoogste grondwaterstand binnen 1,2 meter minus maaiveld voor, alleen in de omgeving van de Baggelhuizerplas is het duidelijk droger. Opvallend is dat de nattere gebieden niet uitsluitend beperkt zijn tot de laagste delen en de beekdalen. 12

179 Figuur 8: Gemiddeld laagste grondwaterstand Assen Zuid (bron: Waterschap Hunze en Aa s). Uit het kaartbeeld van figuur 8 blijken, duidelijker dan uit het kaarbeeld van figuur 7, overeenkomsten aanwezig met de hoogtekaart en de hoofdwatergangen: de lagere terreindelen met hoofdwatergangen in de buurt zijn gebieden met een minder diepe laagste grondwaterstand. Conclusie hieruit is dat in de deelgebieden I, II en III overal hogere grondwaterstanden voorkomen (figuur 7). De fluctuaties van de grondwaterstanden zijn in de beekdalen/lagere gebieden beperkter dan in de hogere gebiedsdelen (vergelijk figuren 7 en 8). Kwel en infiltratie Op regionaal niveau is het beschouwde gebied als wegzijgingsgebied aan te merken. Lokaal is echter sprake van kwel, zie figuur 9. Het kaartbeeld van figuur 9 is, net als de figuren 7 en 8, tot stand gekomen vanuit het regionaal grondwatermodel MIPWA. Door de ligging binnen het grondwatersysteem en het ondiep aanwezig zijn van de keileem, is de infiltratie beperkt en zal kwel vooral lokale kwel zijn. De afvoer zal naar verwachting vooral ondiep/oppervlakkig door de deklaag over de keileem plaatsvinden. Opvallend genoeg wordt er vrijwel geen kwel aangegeven in het dal van het Witterdiep, zeker ten opzichte van de kwel in het Geelbroek. In een gebied ten zuidoosten van Witten, in de leisurezone (deelgebied III), is opvallend veel kwel aangegeven. Ook nabij de hoofdwatergangen in het zuidelijk deel van het bedrijventerrein Assen Zuid (deelgebied II) is volgens figuur 9 sprake van kwel. 13

180 Figuur 9: Kwel en infiltratie Assen-Zuid (bron: Waterschap Hunze en Aa s). Daar waar de keileem in het beekdal van het Witterdiep ontbreekt treedt basenrijke diepe regionale kwel uit. Dit is in de Gebiedsanalyse Ruilverkaveling (ref. 5) onder andere uit de aanwezige vegetatie afgeleid. Ook het milieueffectrapport voor het oefenterrein De Haar (ref. 4) spreekt van kwelindicatoren. Deze bronnen geven ten aanzien van kwel dus een ander beeld dan figuur 9 c.q. het MIPWA-model. De bovenstaande beschrijvingen betreffen voor alle bronnen het al of niet optreden van kwel (lokaal of regionaal) in het beekdal van het Witterdiep, bínnen de leisurezone (deelgebied III). Het zoekgebied voor de op- en afrit N33 (deelgebied I) grenst aan het beekdal van Geelbroek. Er is een grondwaterrelatie met dit beekdal. Emissies vanuit grondwater of afstromend hemelwater vanuit deelgebied I zijn daarmee een aandachtpunt. Door een aanwezige spoorsloot is er geen grondwaterstromingscomponent boven de keileem vanuit het bedrijventerrein Assen Zuid (deelgebied II) naar Geelbroek. Een ecohydrologische relatie met het oostelijk gelegen Geelbroek vanuit deelgebied II is er daarmee ook niet. Op basis van de bodemopbouw en de aanwezige bermsloten van de A28 is er in de huidige situatie ook geen ecohydrologische relatie tussen deelgebied II en het Witterdiep aanwezig (ref. 3). Momenteel loopt er een hydrologisch onderzoek naar de effecten van peilverhoging in het Geelbroek op zijn omgeving. Eind 2009 is dit onderzoek gereed 4. 4 med. H. Bosman, Waterschap Hunze en Aa s, per van 30 september

181 Afvalwater De huidige typen rioolstelsels staan aangeduid in figuur 10 (Basisrioleringsplan (BRP), ref. 6). Figuur 10: typen rioolstelsels. De bestaande bebouwing in deelgebied IV en het meest noordelijk deel van deelgebied III (kern Witten) behoort tot het bemalingsgebied 12: Baggelhuizen centrum. Binnen Witten ligt een grotendeels of geheel gescheiden stelsel, waarvan de droogweerafvoer onder vrijverval loost op het gemengde stelsel in de wijk Baggelhuizen. Om deze reden is het gebied op kaart aangeduid als een gemengd stelsel. Zuidelijk van de kern Witten in deelgebied III ligt het drukrioleringstelsel 81: Drukriool Witterhaar. Voorts liggen in deelgebied III een tweetal (verbeterd) gescheiden stelsels, namelijk 42: Witten Zuid-Oost en 54: Verkeerspark. Dit laatste bemalingsgebied is een zogenaamde bijzondere locatie bedrijfsafvalwater. Bemalingsgebied 42: Witten Zuid-oost kent (nog) geen aansluitingen, de aanduiding houdt verband met de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied. De bemalingsgebieden 53: TT-circuit en 59: TT-world, juist buiten de globale begrenzing van deelgebied III, zijn (verbeterd) gescheiden stelsels in privaat eigendom en beheer. Een groot deel van deelgebied II valt binnen bemalingsgebied 79: drukriool Graswijk. Deelgebied I heeft geen rioolstelsel. In alle gevallen wordt het vrijkomende afvalwater uiteindelijk verpompt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie in Assen. Drinkwater De drinkwatervoorziening wordt door de Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) verzorgd. Op ca. 70 m-mv bevindt zich in Assen de bovenzijde van de afzettingen die behoren tot de formatie van Urk. Deze afzettingen bestaan uit zeer grove goeddoorlatende zanden. In deze bodemlaag wordt grondwater onttrokken door het pompstation Assen van het WMD ( m-mv). Daar wordt circa 4 miljoen m 3 grondwater per jaar onttrokken. Deze onttrekking bevindt zich buiten het studiegebied. Voor zover bekend vinden er verder geen grondwateronttrekkingen van betekenis in of in de directe omgeving van het plangebied plaats. 15

182 2. UITGANGSPUNTEN Voor de waterhuishouding van Assen zuid zijn door het team SO/Re-CT van de gemeente Assen uitgangspunten benoemd, welke medebepalend zullen zijn bij de uitwerking van het gebied en haar waterhuishouding. De uitgangspunten zijn hieronder per thema gerubriceerd: Grondwater en ontwatering Oppervlaktewater en afwatering Oevers Afvalwater Drinkwater 2.1 Grondwater en ontwatering 1) Grondwateroverlast moet worden voorkomen, zowel voor het gebied zelf als voor de omgeving. De kans op grondwateroverlast in het gebied is aanwezig, door de slecht doorlatende keileemlaag op (zeer) geringe diepte onder het maaiveld in omvangrijke delen van het projectgebied. 2) Ook moet voorkomen worden dat er droogteschade (kwalitatief en kwantitatief) ontstaat voor de omgeving van het plangebied. 3) Uitgangspunt voor de ontwatering 5 van het gebied zijn de volgende normen : ontwatering voor bouwwerken zonder kruipruimte minimaal 0,3 meter; ontwatering voor bouwwerken met kruipruimte minimaal 0,7 meter; ontwatering voor hoofdontsluitingswegen minimaal 1,0 meter; ontwatering voor overige wegen minimaal 0,7 meter. ontwatering voor openbaar groen minimaal 0,5 meter, tenzij expliciet andere (bijvoorbeeld ecologische) uitgangspunten voor het groen gelden. 4) Verbetering van de ontwatering dient plaats te vinden vanuit de volgende drie gezamenlijk van toepassing zijnde basisprincipes: Bij voorkeur werken met een gesloten grondbalans (duurzaamheid, kosten); Het huidige grondwaterstandsverloop zo veel mogelijk intact houden, ten minste nabij de bestaande en te handhaven bebouwing in het gebied. Zo min mogelijk grondwater afvoeren, door de ontwateringsmiddelen zo hoog mogelijk in het profiel te leggen (alleen de hoogste grondwaterstanden aftoppen ). 5) Voor de dimensionering van eventuele ontwateringsmiddelen dient te worden uitgegaan van 5 mm/etmaal (stationair). 6) De gemeente treft geen maatregelen voor grondwaterbeheer op particulier terrein. Dit is een verantwoordelijkheid van de grondeigenaar. In het kader van de gemeentelijke zorgplicht voor grondwater ontvangt en transporteert de gemeente wel het eventueel vrijkomende drainagewater. Dit door middel van een uitlegger van het hemelwaterriool op de erfgrens en op een doelmatige hoogte, waarop kan worden aangesloten. 7) Bij de inrichting van het oppervlaktewatersysteem moet rekening worden gehouden met de aanwezige grondwaterstandsfluctuatie: de grondwaterstanden en daarmee de oppervlaktewaterpeilen kunnen (aan het einde van de zomerperiode) uitzakken. 5 Ontwatering is de afstand tussen (A) het gemiddeld eens per jaar optredende hoogste grondwaterpeil en (B) de onderzijde van de vloerconstructie (bij gebouwen), het maaiveld (bij groen) of de kruin van de weg (bij wegen). Het gemiddeld eens per jaar optredende hoogste grondwaterpeil is de maatgevende hoogste grondwaterstand (MHG), die veelal tot enkele decimeters hoger ligt dan de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG). 16

183 2.2 Oppervlaktewater en afwatering Waterkwantiteit 8) Er mag als gevolg van de aanleg van het bedrijventerrein niet meer water op het Witterdiep en Anreperdiep afwateren dan de bestaande afvoer van Uitgangspunt is de kwantiteitstrits vasthouden bergen - afvoeren. Voor het gebied ten zuiden van Assen geldt een afvoerfactor van 1,2 l/sec/ha voor de maatgevende situatie (gemiddeld 1 á 2 keer per jaar voorkomend) en 1,5 l/sec/ha voor T=100, aldus het Waterschap Hunze en Aa s. De gemeente hanteert als uitgangspunt bij voorkeur een afvoerfactor van 1,5 l/sec/ha, vanwege de uniformiteit met andere (eerder ontwikkelde) bedrijventerreinen. Door bij uitwerking de verschillen tussen 1,2 en 1,5 l/sec/ha te verkennen, kan beredeneerd en in onderling overleg tussen de gemeente en het waterschap een passende keuze worden gemaakt. 9) Voor het extra snel afvloeiende en vrijkomende water als gevolg van de ontwikkeling van het gebied (toename verharding) zal binnen het gebied ruimte voor waterberging moeten worden gevonden. 10) De te vinden ruimte voor waterberging is inclusief de benodigde waterberging ten gevolge van de klimaatveranderingen. Voor de stedelijke wateropgave wordt bij het ontwerpen daarvan gebruik gemaakt van de KNMI 06 klimaatscenario's G en W. Gemotiveerd kan G+ worden gekozen als ondergrens vanwege aanzienlijke financiële, ruimtelijke of andere maatschappelijke gevolgen. De getallen die erbij horen zijn (dagsom van de neerslag T=10) 6 : G: +13% W: +27% G+: +5% Het waterschap stelt voor om te gaan rekenen met KNMI 06 klimaatscenario G, ofwel 13% toename van de dagsom van de neerslag T=10. Door gelijktijdig het systeem te toetsen op 27% toename van de neerslag, kan bij de inrichting worden geanticipeerd op eventuele problemen. 11) Zonder klimaatontwikkeling dient rekening te worden gehouden met 7 á 10% oppervlak van het (bruto) gebied, te bestemmen voor waterberging. Welk oppervlak voor waterberging gereserveerd moet worden mét klimaatontwikkeling dient nader te worden uitgewerkt. Als uitgangspunt kan voorlopig ca. 10% van het bruto planoppervlak worden aangehouden. 12) Bij de toetsing van het afwateringsysteem zal gebruik gemaakt worden van 2 neerslagreeksen, zoals bepaald in het project Wateropgave Assen (2006, ref. 7). Dit zijn: de maximale 10-daagse afvoersom naar de boezem in oktober 1960; de T=100-bui in 1953 die leidt tot de maximale waterstanden in stedelijk gebied (NBW-norm met betrekking tot maaiveldinundatie). 13) Er wordt van uitgegaan dat in het bedrijventerrein Assen Zuid (deelgebied II) alle kavels maximaal voor 100% bedrijventerrein worden. Hierbij zal de oppervlakteverdeling worden gehanteerd van (percentage vlak dak - gesloten verhard - onverhard). Vergelijkbare uitgangspunten zijn voor de overige gebieden nog niet bekend / te kiezen. 14) Tijdens de theoretische T=100-gebeurtenis (vooralsnog: scenario G) mag het water stijgen tot aan het maaiveld of tot 30 cm beneden het bouwpeil. De gemeente kiest ervoor om het water tot aan het maaiveld te laten stijgen. Het is belangrijk dat de toekomstige bedrijven 6 Voor de berekeningen wordt uitgegaan van T=10 uit de Leidraad Riolering. Daarbij dient tevens getoetst te worden op T=100, conform de normering van het NBW, omdat bij T=100 0% van het maaiveld in stedelijk gebied mag inunderen. Het blijkt dat T=10 uit de Leidraad Riolering nagenoeg overeenkomt met de T=100 gebeurtenis (Bron H.v Luijtelaar, RIONED). 17

184 (c.q. bouwers van de bedrijfsgebouwen) van dit uitgangspunt op de hoogte worden gesteld, opdat ze zelf een passend bouwpeil hierbij zoeken. 15) Er worden geen zomer- en/of winterpeilen gehanteerd. In de deelgebieden is sprake van een streefpeil. Het werkelijke peil kan oplopen in natte perioden en uitzakken in droge perioden (zie ook 2.1). Hierover moet een bandbreedte worden afgesproken tussen gemeente en waterschap, waarbij het waterschap wellicht kan bogen op ervaringen bij andere terreinen met een vergelijkbare inrichting. 16) In beginsel is de drooglegging, ofwel de afstand tussen het streefpeil (bij droog weer) en het maaiveld minimaal 1,0 meter, vanuit het waterschap wordt zelfs aangedrongen op minimaal 1,2 meter 7. Hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken, in relatie tot de nog te bepalen toekomstige peilfluctuaties in het gebied. 17) Het is aannemelijk dat voor verschillende delen van het plangebied verschillende streefpeilen worden gehanteerd, net als nu het geval is. Uitgangspunt is echter een zo robuust mogelijk systeem, met zo weinig mogelijk peilscheidende en/of debietregulerende kunstwerken. 18) Bij kruising van een watergang met een weg wordt in principe gebruik gemaakt van dammen met duikers. 19) Er moet worden voorkomen dat er oppervlaktewateroverlast of -tekort ontstaat, zowel voor het gebied zelf als voor zijn omgeving. 20) Watergangen inclusief kunstwerken ten behoeve van de waterhuishouding die voldoen aan de criteria van hoofdwatergang zullen om niet worden overgedragen aan het waterschap. 21) Bij de inrichting van de watergangen wordt rekening gehouden met veiligheid. 22) Watergangen die geen continue doorspoeling c.q. circulatie kennen moeten indien mogelijk voorkomen worden. Waterkwaliteit 23) De aanwijzing van het Witterdiep en het Anreperdiep als waterlichaam in het kader van de KRW betekent dat er kwalitatief en kwantitatief geen negatieve effecten op de beek mogen ontstaan. Afstromend hemelwater wordt binnen de huidige benadering in de regelgeving beschouwd als schoon water. Dit betekent dat er kwalitatief vooralsnog geen negatieve effecten worden verwacht op de omgeving van Assen-Zuid. Bij de uitwerking van het bestemmingsplan, maar ook van het waterhuishoudingsplan dient echter voldoende aandacht te worden gegeven aan garanties voor schoon afstromend water, opdat bijvoorbeeld calamiteiten (brand e.d.) ook niet of tenminste zo weinig mogelijk leiden tot negatieve effecten. 24) Bij het ontwerp van het afwateringssysteem gaan we uit van de kwaliteitstrits schoonhouden scheiden - zuiveren. 25) Een doelmatig en duurzaam gescheiden rioolstelsel zorgt voor de afvoer van water; 26) Als verbijzondering van dit duurzaam gescheiden rioolstelsel gelden vier specifieke aanvullende uitgangspunten: a. Met bronmaatregelen op uitgeefbaar terrein moet vervuiling worden voorkomen. De uitwerking hiervan is ter invulling aan de bedrijven c.q. ontwikkelende partijen. De essentie van deze bronmaatregelen is dat schoon hemelwater zich niet kan vermengen met vuil. b. Door het water van de doorgaande wegen te laten afstromen via bermen wordt eventuele vervuiling door verkeersbewegingen effectief afgevangen. 7 med. H. Bosman, Waterschap Hunze en Aa s, per van 30 september

185 c. De vormgeving van bergingvoorzieningen wordt waar mogelijk bewust afgestemd op een zuiverings- en bezinkrendement voor resterende vervuilingen. Zie ook de handvatten in 3.2. d. Binnen de vormgeving van de berging wordt rekening gehouden met mogelijke toekomstige aanvullende voorzieningen 8 ter verbetering van de waterkwaliteit. 27) Er worden duurzame materialen toegepast die geen negatieve invloed hebben op (de kwaliteit van) afstromend hemelwater en/of ontvangend oppervlaktewater. 28) Vanwege de hierboven benoemde bronmaatregelen en de nieuwe benadering in de regelgeving dat afstromend hemelwater per definitie schoon is, wordt toepassing van (een) helofytenfilter(s) niet (meer) nodig geacht. Tenzij het Waterschap moverende redenen aan kan geven waarom dit wel zou moeten. 29) Bij de inrichting van de watergangen wordt rekening gehouden met natuur. Zie ook de handvatten voor nadere uitwerking van natuur in Oevers 30) Bij de inrichting van de watergangen wordt rekening gehouden met veiligheid (zie ook 2.2). 31) Bij de inrichting van de watergangen wordt rekening gehouden met natuur (zie ook 2.2 en de handvatten voor nadere uitwerking van natuur in 3.2). 32) De oevers van watergangen in stedelijke gebied worden voor minimaal 25% natuurvriendelijk ingericht, met name de gebieden III en IV lenen zich voor beduidend hogere percentages (minimaal 75% als richtinggevend uitgangspunt) natuurvriendelijke inrichting. Eén en ander is ook afhankelijk van de functie van de watergang. 33) Beschoeiing, indien toegepast, dient circa 0,1 meter boven de maatgevende waterstand (de waterstand die gemiddeld 1 á 2 dagen eens per jaar voorkomt) uit te komen. 34) Beschoeiingen, indien toegepast, worden vanzelfsprekend uitgevoerd met duurzame materialen. 35) De afstand tussen de boveninsteek en een fiets- of voetpad bedraagt minimaal 1,50 m, bij voorkeur 3 á 3,5 meter. De afstand tussen de boveninsteek en een weg bedraagt minimaal 3 meter. 36) Het water wordt in principe vanaf de kant onderhouden. Hiertoe dient één- of tweezijdig voldoende ruimte gereserveerd te worden. Vooralsnog dient te worden uitgegaan van een breedte van de onderhoudsstrook van 5 meter (obstakelvrij). Watergangen tot 8 meter bovenbreedte kunnen éénzijdig worden onderhouden, watergangen met een bovenbreedte van meer dan 8 meter worden tweezijdig onderhouden. 2.4 Afvalwater 37) Bij het ontwerp van het afwateringssysteem gaan we uit van de kwaliteitstrits schoonhouden scheiden zuiveren (zie ook 2.2). 38) Voor de afvoer van water wordt een duurzaam gescheiden rioolstelsel aangelegd (zie ook 2.2). 39) (Ref 6:) Voor het huishoudelijke afvalwater is het aantal op de riolering aangesloten inwoners van belang. Hiervoor is als uitgangspunt een waterverbruik van 120 l/dag met 8 Als het Waterschap in de beheerfase van het gebied Assen-Zuid onverhoopt aantoont dat het water uit het gebied onvoldoende schoon is, moet binnen het terrein ruimte zijn voor aanvullende maatregelen, bijvoorbeeld een helofytenfilter. Het ontwerp van het watersysteem en daarmee het ontwerp van het gehele gebied dient op dit punt voldoende flexibel te zijn. Dit punt geldt in hoofdzaak voor het bedrijventerrein Assen Zuid (deelgebied II), maar ook voor de overige deelgebieden, indien afstroming van vervuiling wordt verwacht of niet (voldoende) kan worden voorkomen. 19

186 een maximum van 12 l/uur per inwoner gesteld, ook wel inwoner equivalent genoemd (i.e.). 40) (Ref. 6:) Vooralsnog wordt uitgegaan van een droogweerafvoer van 0,25 l/sec/bruto ha voor bedrijfsafvalwater. Dit is een regulier uitgangspunt voor (gemengde) bedrijventerreinen, hetgeen zal gelden voor het bedrijventerrein Assen Zuid (deelgebied II) en op voorhand ook bruikbaar lijkt voor de leisurezone en Baggelhuizerplas e.o. (deelgebieden III en IV). Voor bijzondere typen bedrijfsafvalwater (waaronder het huidige verkeerspark) wordt geprobeerd de werkelijke aantallen i.e. s te achterhalen. 41) De Leidraad Riolering (module C2100) wordt gehanteerd voor specifieke ontwerpuitgangspunten van het rioolsysteem. Zie ook het gemeentelijk Basisrioleringsplan (BRP, ref 6). 42) Het afvalwater wordt getransporteerd naar een afvalwaterzuiveringsinstallatie, er wordt vooralsnog geen decentrale zuivering van afvalwater c.q. gescheiden sanitatie nagestreefd. 43) Rioolgemalen worden altijd uitgevoerd met dubbele pompen. 44) Injecties van het afvalwater op het vrijverval riool dienen buiten de invloedsfeer van externe overstorten komen te liggen. Hiervoor zijn twee mogelijkheden, die nader onderzocht moeten worden: met of zonder RealTime Control (RTC). Bijvoorbeeld vanuit deelgebied II (bedrijventerrein Assen-Zuid) geldt: Zonder RTC betekent dat er minimaal ter hoogte van de Stationstraat in het vrijvervalriool geïnjecteerd mag worden. Indien mogelijk kan na nader onderzoek ook aangesloten worden op de ringpersleiding nabij de Hoofdlaan. Dit laatste heeft (bij een situatie zonder RTC) de voorkeur van het waterschap. Met RTC kan het afvalwater dichter bij Assen-Zuid worden geïnjecteerd in een stelsel, mits met RTC kan worden geregeld dat de injectie tijdelijk stopt bij gevuld en/of vullend ontvangend riool. Op deze manier kan technisch worden geregeld dat de overstort niet of nauwelijks wordt beïnvloed door injecties uit Assen-Zuid. 2.5 Drinkwater 45) Vanuit de gemeente Assen zijn geen bijzondere uitgangspunten voor het drinkwater geformuleerd, bijvoorbeeld de aanleg van (een) extra distributienet(ten) voor levering van andere waterkwaliteiten. De nadere uitwerking en normstelling voor drinkwater(leidingen) is in handen van de WaterleidingMaatschappij Drenthe (WMD). 20

187 3. AANDACHTSPUNTEN EN HANDVATTEN VOOR NADERE UITWERKING In het vorige hoofdstuk las u de uitgangspunten voor het plan. In dit hoofdstuk vullen we de uitgangspunten aan met enkele aandachtspunten en handvatten voor nadere uitwerking. Wederom per thema: Grondwater en ontwatering Oppervlaktewater en afwatering Oevers Afvalwater Drinkwater 3.1 Grondwater en ontwatering De waterhuishouding vormt een belangrijke randvoorwaarde voor mogelijke ontwikkelingen. Om de relatie tussen de wateraspecten en de ruimtelijke ordening te verbeteren zijn in een samenwerkingsverband van waterschappen, provincies en betrokken gemeenten waterkansenkaarten ontwikkeld. De waterkansenkaart geeft gebieden aan die vanuit water meer of minder geschikt zijn om te bebouwen en tevens wordt aangegeven welke eisen aan eventuele bebouwing worden gesteld. Voor het gebied van Assen-Zuid geeft de waterkansenkaart (houdbaar tot 2010, zie bijlage 1) het volgende aan: zoekgebied op- en afrit N33 (deelgebied I) en bedrijventerrein Assen zuid (deelgebied II) leisurezone (deelgebied III) en Baggelhuizerplas e.o. (deelgebied IV) Vanuit aspect water minder geschikt voor bebouwing, alleen bebouwing mogelijk met aanvullende maatregelen (afhankelijk van specifieke situaties/problemen) Ten dele: vanuit aspect water relatief geschikt voor bebouwing met de volgende mogelijkheden: duurzaam bouwen (bouwen met niet-uitlogende materialen) of duurzaam bouwen met beperkte drooglegging (bv. Kruipruimteloos bouwen/ophogen) Ten dele: vanuit aspect water minder geschikt voor bebouwing, alleen bebouwing mogelijk met aanvullende maatregelen (afhankelijk van specifieke situaties/problemen) Aan de gebieden die minder geschikt zijn vanuit waterhuishoudkundig oogpunt worden strikte voorwaarden gesteld. Welke eisen dit exact zullen zijn is op dit moment nog niet bekend. Hierover is nader overleg gewenst met de waterbeheerders, bijvoorbeeld in de watertoetsprocedure. De ondiep in het gebied voorkomende keileemlaag is erg dominant voor de grondwaterhuishouding in die betreffende gebieden. Deze keileemlaag creëert een schijngrondwaterstand, die meestal niet permanent en niet overal optreedt. Het ligt voor de hand om (delen van) het gebied op te hogen, tenminste met uit bouwputten en cunetten vrijkomend zand, mits dit zand geschikt is als zand in aanvulling of ophoging. Met ophoging kan naar verwachting niet of slechts ten dele de overlast door hoge schijngrondwaterstanden worden voorkomen. Er dient daarom naast ophoging rekening te worden gehouden met de (grootschalige) toepassing van drainagemiddelen, om (te) hoge grondwaterstanden óp de keileemlaag te voorkomen. Een alternatief kan zijn om plaatselijk de kleileemlaag te doorbreken c.q. om grondverbetering toe te passen. Met een dikte van de keileemlaag van 0 tot 5 meter lijkt dit mogelijk. Echter: met het doorbreken van de keileemlaag ontstaat mogelijk wel een (ecohydrologische) relatie met het Witterdiep en/of de 21

188 Ruimsloot/Geelbroek. Bovendien kan bij een kweldruk ónder de keileemlaag de kans op wateroverlast juist toenemen. De (positieve of negatieve) gevolgen van eventueel doorbreken van de keileemlaag dienen nader te worden verkend. Ontwateringsmiddelen worden óp de keileemlaag aangelegd, of in een goed doorlatend gemaakte sleuf in de keileem. Het bouwpeil dient niet alleen te worden afgestemd op de ontwatering, maar ook op de theoretische T=100-gebeurtenis. De gemeente kiest ervoor om het water in deze gebeurtenis tot aan het maaiveld te laten stijgen. Het is belangrijk dat de toekomstige bedrijven (c.q. bouwers van de bedrijfsgebouwen) van dit uitgangspunt op de hoogte worden gesteld, opdat ze zelf een passend bouwpeil hierbij zoeken. 3.2 Oppervlaktewater en afwatering In het gebied Assen-Zuid moet de nodige ruimte voor waterberging worden gevonden. Qua locatie van de waterbergingen moet vooral worden gedacht aan de lager gelegen delen van het gebied, zie figuur 2. Zo lijkt bijvoorbeeld vooral de noordwestelijke hoek van het bedrijventerrein Assen Zuid (deelgebied II) geschikt als locatie voor waterberging. Ten tweede kan het ook zinvol zijn om de mogelijke locaties te beoordelen op consequenties voor andere onderwerpen. Bijvoorbeeld archeologie, ecologie en milieu. Maar zeker ook de bodemopbouw c.q. het voorkomen van de keileemlaag. In overleg met het waterschap kan worden bepaald of het wenselijk is om ter plaatse van de locaties voor waterberging juist wel of juist geen keileem in de ondergrond te hebben, in relatie tot de ecohydrologische gevolgen. Debietregulerende kunstwerken worden bij voorkeur zo robuust mogelijk weergegeven. Dit pleit ervoor om zo weinig mogelijk kunstwerken en zo weinig mogelijk streefpeilen voor de verschillende deelgebieden te hanteren. Specifiek in deelgebied III speelt de vismigratie in het Witterdiep, waarop de kunstwerken zullen moeten worden afgestemd. Afhankelijk van een aantal kenmerken zijn wateren aan te merken als hoofdwatergang, schouwsloot of overig water. Dit heeft consequenties voor eigendom, beheer en onderhoud (gemeente of waterschap) en voor de inrichting van de betreffende watergang en begeleidende (schouw)stroken. Voor het wijzigen van de inrichting, vorm, afmeting, structuur of constructie van werken die vallen onder de keur van het waterschap is een ontheffing van de keur van het waterschap nodig. Dit geldt voor bestaande én nieuwe watergangen, duikers en overige kunstwerken. Het is aan te bevelen om de vorm van de berging af te stemmen op de locaties van de in- en uitstroompunten en de vormgeving en technische uitwerking van de debietregulerende kunstwerken. Dit vereist specialistische inbreng van een waterkwaliteitsdeskundige. Het leidt echter tot het optimaal vasthouden van eventuele vervuiling. Dit punt is voor alle deelgebieden in Assen Zuid met name van belang, omdat Assen Zuid direct of indirect afwatert op waterlichamen die zijn aangewezen in het kader van de KRW. In figuur 4 zijn de komvormige laagtes aangegeven. Het waterschap Hunze en Aa s beveelt aan om een (gezamenlijk) nader onderzoek te doen naar de werkelijk te verwachten problemen in deze komvormige laagtes, geprojecteerd op het toekomstig maaiveldverloop. Het kaartbeeld heeft vooral een waarschuwende functie, op basis van een eenvoudige analyse van het huidige maaiveldverloop. 22

189 Het Waterschap Hunze en Aa s hanteert voor ontwerp van wateren een aantal specifieke zaken, welke in het kader van dit document bruikbaar zijn als handvat voor nadere uitwerking. Deze zaken zijn opgenomen in bijlage 2. Om ook natuurlijke waarden in het gebied te kunnen behouden en/of ontwikkelen, heeft het Waterschap Hunze en Aa s een aantal handreikingen geformuleerd. Deze zijn verwerkt in het navolgende tekstkader. Natuur Bij de functietoekenning dient ook aandacht te zijn voor water met een ecologische functie. Met name oude beekdalen, stroompjes die in het stedelijk gebied nog terug te vinden zijn in de vorm van stadswater of vijverpartijen verdienen de nodige aandacht. Veelal zijn dit ecologisch waardevolle wateren door de aanwezigheid van schoon kwelwater. Voor deze waterlopen liggen er dan ook kansen in stedelijke gebieden. Voor deze waterlopen dienen dan ook de volgende aspecten bij de (her)inrichting meegenomen te worden: waar mogelijk en zinvol dienen natuurvriendelijke oevers en natte natuurelementen gemaakt te worden; duikerverbindingen dienen vervangen te worden door bruggen met open water, om migratie van watergebonden organismen te verbeteren; in het watersysteem moet voldoende areaal (minimaal 10-20%) uit ondiep water bestaan met een waterdiepte van ca. 0,3-0,5 m, zodat onderwaterbegroeiing de kans krijgt zich te ontwikkelen; er moet voldoende areaal (minimaal 20%) diep water (1,2-1,5 m) aanwezig zijn zodat waterfauna zoals vis in de winter kan overleven en de opwarming in de zomer niet te snel gaat; het watersysteem moet afhankelijk van de functie goed doorspoelbaar zijn (geen doodlopende einden), bij voorkeur met gebiedseigen water en in noodgevallen (zoals bij algenbloei of zuurstofloosheid) met gebiedsvreemd water. 3.3 Oevers De oevers zijn bij uitstek de geschikte plekken voor dubbel ruimtegebruik. Flauwe taluds bieden ruimte aan groen en kunnen tegelijkertijd een functie hebben voor waterberging in natte perioden. Het voorgaande tekstkader over behoud en/of ontwikkeling van natuurwaarden geeft ook handvatten voor uitwerking van oevers. Bij het ontwerp van de watergangen / oeverprofielen moet rekening worden gehouden met afstromend ondiep grondwater óver de keileemlaag. Dit kan leiden tot uitspoeling van oevers. 3.4 Afvalwater Voor afvalwater geldt dat de gemeente niet uit is op experimenten met lokale zuiveringen, zeker niet op het bedrijventerrein (deelgebied II). Gescheiden sanitatie is op een bedrijventerrein ook niet optimaal haalbaar, hiervoor zijn wellicht betere mogelijkheden in de leisurezone. Nader onderzoek naar (nut, noodzaak, ervaringen van grootschalig vormgegeven) gescheiden sanitatie kan meer duidelijkheid verschaffen. Dit alles neemt niet weg dat bedrijven vrij zijn om ter plekke hun eigen zuiveringsinstallaties te realiseren, c.q. urine gescheiden op te vangen, als ze daarvoor bedrijfsmatig of anderszins aanleiding hebben. Vooralsnog wordt het afvalwaterontvangst en -transport op openbaar terrein traditioneel uitgewerkt. 3.5 Drinkwater Uitwerking van het netwerk voor distributie en levering van drinkwater (en bluswater) vindt plaats in nauw overleg met de WMD. De levering van andere waterkwaliteiten door de WMD en/of de uitwisseling van waterstromen tussen de bedrijven valt buiten de scope van dit document. 23

190 REFERENTIES ref. 1. Naar een duurzaam Assen, Een verkenning naar een duurzaam werklandschap bij de Zuidpoort van het Nationaal Stedelijk Netwerk Groningen-Assen. Charrette Assen Zuid op 21 en 22 juni 2007 (concept). Projectnummer: 2-253, versienummer 1.4. KNN Groningen. ref. 2. Stedelijke wateropgave Assen, Deel 3: Aangepaste klimaatscenario s KNMI (2006), 28 juni 2007; Gemeente Assen, Waterschap Reest en Wieden, Waterschap Noorderzijlvest, Waterschap Hunze en Aa s, opgesteld in samenwerking met ARCADIS en Nelen en Schuurmans. ref. 3 MER Stadsrandzone Assen, toelichting bodem en water, (ARCADIS-)kenmerk pagina s, datum onbekend. ref. 4 Milieueffectrapport voor het oefenterrein De Haar. Witteveen+Bos, ref. 5 Gebiedsanalyse Ruilverkaveling Laaghalen. DLG, Regio Noord, J.M. Geraedts, ref. 6 Basisrioleringsplan 2008 Assen. Hoofdrapport. Nelen & Schuurmans, augustus ref. 7 Stedelijke wateropgave Assen, deel 2: analyse en resultaten, 1 maart 2006; Gemeente Assen, Waterschap Reest en Wieden, Waterschap Noorderzijlvest, Waterschap Hunze en Aa s, opgesteld in samenwerking met ARCADIS en Nelen en Schuurmans. 24

191 BIJLAGE 1. Integrale waterkansenkaart 25

192

193 BIJLAGE 2. Ontwerpuitgangspunten waterstaatkundige werken (bron: WS Hunze en Aa s) Hoofdwatergangen Wateren in stedelijke gebieden die aan onderstaande criteria voldoen worden aangemerkt als hoofdwatergang; Watergangen met een afvoer, groter dan 30 l/s 9 ; Watergang dient voor wateraanvoer of doorspoeling; Watergang vervult functie in oppervlaktewaterberging; Watergangen met aangesloten rioolwateroverstort(en). Bij het ontwerp van hoofdwatergangen in vlakke gebieden gelden de volgende uitgangspunten: stroomsnelheid bij N.W. maximaal 0,40 m/s Opstuwing maximaal 5 cm/km (inclusief kunstwerken) wenspeil N.W. 1,20 m - maaiveld wenspeil H.W. 0,60 m - maaiveld Talud Minimaal 1:2 Maaipaden éénzijdig 5 meter of tweezijdig 3 meter bovenbreedte maaipad dam 5 meter Bodembreedte minimaal 0,50 meter Waterdiepte minimaal 0,30 meter Verhouding Bodembreedte/Waterdiepte 3:1 wandruwheidsfactor km-waarden bij afvoer, wintersituatie 33 bij aanvoer, zomersituatie 24 Het Normaal Waterpeil (N.W.) is het peil dat 10 à 20 dagen per jaar wordt overschreden. Het Hoog Waterpeil (H.W.) is het peil dat 1 à 2 dagen per jaar wordt bereikt of overschreden 10. Bij aansluitingen van watergangen met een hoek kleiner dan 135 graden, in gebieden met afrasteringen, is het in verband met de draaicirkel van de machines gewenst extra grond aan te kopen conform nevenstaande schets. Aanleg en verbreding onderhoudspaden Waterschap Hunze en Aa's Schouwsloten Sloten die geen afwateringsfunctie hebben maar wel van groot belang zijn voor de waterbeheersing van derden kunnen onder schouw gezet worden. Schouwsloten moeten een minimaal profiel hebben conform het onderstaande: bodembreedte : minimaal 0,50 meter bodemdiepte : minimaal 1,20 m - mv watergang 7 m 4 m 4m 3 m insteek onderhoudspad eigendomsgrens 3 m 9 De gemeente Assen heeft recentelijk (vanuit het project EBO) met het waterschap geconcludeerd dat dit geen bruikbaar gezamenlijk uitgangspunt (meer) is. Dit hangt samen met gebruik van wezenlijke verschillende normen en berekeningsmethodieken binnen de beide organisaties. 10 Zie voetnoot 6. Ook deze criteria (H.W., N.W.) zijn nauwelijks bruikbaar in de binnen Assen gehanteerde berekeningsmethodieken. Er gaat echter wel een bruikbare denklijn vanuit. Notitie waterhuishouding Assen Zuid v2d_1 definitief_2.doc 27

194 Beschoeiing Bij de aanleg van watergangen wordt plaatselijk tijdelijke beschoeiing aangebracht om het inzakken van taluds te voorkomen. Beschoeiing in hoofdwatergangen die na 10 jaar vervallen mag zijn, moet aangebracht worden op plaatsen waar de stroomsnelheid hoger is dan 0,40 m/s bij N.W. bijvoorbeeld nabij in- en uitstroom van duikers en op plaatsen waar waterlopen haaks op elkaar aansluiten. Richtwaarden: Palen Schotten minimaal rond 0,10 meter hart op hart 0,50 meter onbehandeld grenen lengte 1,60 meter 12 mm dik hoogte 0,50 meter bovenkant 30 cm boven het laagste stuwpeil 11 FSC hout, Karri, Jarra, Robinia of gerecycled kunststof (ook in bochten leverbaar) Duikers Stroomsnelheid bij H.W. Opstuwing Hoeveelheid lucht Hoeveelheid grond Minimale gronddekking Minimale afmeting in hoofdwatergang maximaal 0,50 m/s maximaal 5 cm/km (inclusief waterlopen) min. 0,10 meter bij N.W. afvoersituatie ca. 0,10 meter 0,50 meter 0,50 meter Zinkers Stroomsnelheid bij H.W. Opstuwing Minimale gronddekking Krooshekken maximaal 0,70 m/s maximaal 10 cm 1,50 meter aan beide zijden Schouwpadduikers Minimale afmeting in schouw- en kavelsloten Uitstroom b.o.k. Instroom b.o.k. 315 mm, materiaal kunststof 30 cm beneden winterpeil op de bestaande slootbodem 11 Is hier gelijk aan het streefpeil, er wordt geen variabel stuwpeil (zomer/winterpeil) gehanteerd binnen Assen Zuid. Notitie waterhuishouding Assen Zuid v2d_1 definitief_2.doc 28

195 Bijlage 5 Exploitatieplan Werklandschap Assen-Zuid 2012 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 71

196 uitwerkingsplan "Werklandschap Assen-Zuid, uitwerkingsplan Hoofdontsluiting" (ontwerp) 72

197 ontwerp 2012

198 Ontwerp-exploitatieplan Werklandschap Assen-Zuid 2012 Beschrijving herziene onderdelen ten opzicht van het exploitatieplan werklandschap Assen-Zuid 2011 Dit ontwerp exploitatieplan betreft een herziening (artikel 6.15 lid 2 Wro) van het vigerende exploitatieplan werklandschap Assen-Zuid, zoals deze is vastgesteld door de gemeenteraad van Assen op 27 oktober Het exploitatieplan is op de onderstaande 7 onderdelen aangepast: 1. Geanticipeerd is op een aanpassing van het exploitatiegebied door het in procedure brengen van het ontwerp bestemmingsplan Aansluiting Assen TT en oefenterrein Baggelhuizen. NL.IMRO BP B001 [aanpassing van kaarten 1, 2, 3, 4 en 5] 2. Het uitgewerkte exploitatiegebied is uitgebreid met de gronden die onderdeel uitmaken van het ontwerp uitwerkingsplan Hoofdontsluiting : NL.IMRO UW A-B001 [aanpassing van kaarten 1, 2, 3, 4 en 5] 3. De taxatie van de inbrengwaarden is herzien. [aanpassing van bijlage 1 bij de toelichting] 4. Het ruimtegebruik is aangepast nu meer gronden vallen onder het uitgewerkte exploitatiegebied. [aanpassing van hoofdstuk 3 en kaarten 1 t/m 5 en bijlagen 1 en 2] 5. De berekening van het verhaalbare bedrag per gewogen eenheden is geactualiseerd [aanpassing van paragraaf 4.6]. De hoogte van de exploitatiebijdrage is daarentegen bij deze actualisatie ongewijzigd gebleven. 6. Artikel lid 3, artikel 2.9, artikel 6 en artikel 8.3 zijn geactualiseerd en nader aangevuld [aanpassing van hoofdstuk 3]. 7. De planschade-risicoanalyse Florijn-As is in het vastgestelde Exploitatieplan uit 2011 niet integraal opgenomen. In deze herziene versie van het exploitatieplan is dit wel het geval. [aanpassing bijlage 6 bij de toelichting]

199 ontwerp-exploitatieplan Werklandschap Assen-Zuid 2012 versie : 2 augustus 2012 ter inzage : 24 augustus 2012 vaststelling : contactpersoon : H. Langendijk T E. h.langendijk@assen.nl

200 INHOUD BLAD DEEL I EXPLOITATIEPLAN 3 1 DE STATUS VAN HET EXPLOITATIEPLAN Koppeling met ruimtelijk besluit Opzet van exploitatieplan Begrenzing van het exploitatiegebied Voorgenomen grondgebruik Te verwerven gronden Dekking van het tekort van het Exploitatieplan Citeertitel Leeswijzer bij het exploitatieplan 5 2 DE OMSCHRIJVING VAN WERKEN EN WERKZAAMHEDEN Bouwrijp maken van het exploitatiegebied Aanleg van nutsvoorzieningen in het exploitatiegebied Inrichten van de openbare ruimte in het exploitatiegebied 6 3 DE EISEN EN REGELS 7 ARTIKEL 1: Begripsbepalingen 7 ARTIKEL 2: Eisen en regels met betrekking tot werken en werkzaamheden en de uitvoering ervan 7 ARTIKEL 3: Regels met betrekking tot aanbesteding van de uitvoering van werken en werkzaamheden en daarop betrekking hebbende diensten 8 ARTIKEL 4 : Inrichtingseisen 9 ARTIKEL 5 : Regels voor de aanleg van nutsvoorzieningen 9 ARTIKEL 6 : Regels met betrekking tot de fasering van de uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en bouwplannen 10 ARTIKEL 7 : Regels met betrekking tot koppelingen tussen werken, werkzaamheden maatregelen en bouwplannen 10 ARTIKEL 8 : Verbodsbepaling en afwijkingsbepalingen 10 4 DE EXPLOITATIEOPZET Raming van de inbrengwaarden van de gronden Raming van de andere kosten in verband met de exploitatie Raming van de opbrengsten van de exploitatie Aanduiding van het tijdvak Aanduiding van de fasering Wijze van toerekening van te verhalen kosten aan de uit te geven gronden Percentage gerealiseerde kosten 15 KAART 1: VERBEELDING EXPLOITATIEGEBIED OP GBKN 16 KAART 2: VERBEELDING EXPLOITATIEGEBIED OP LUCHTFOTO 17 KAART 3: VERBEELDING RUIMTEGEBRUIK 18 KAART 4: VERBEELDING KADASTRALE EIGENAREN 19 KAART 5: VERBEELDING UITGIFTECATEGORIEEN 20 BIJLAGE 1: KADASTRALE PERCELEN EN EIGENAREN 21 BIJLAGE 2: RUIMTEGEBRUIK PER PERCEEL 24 BIJLAGE 3: BEGRIPPENLIJST

201 DEEL II TOELICHTING BIJ HET EXPLOITATIEPLAN 29 1 TOELICHTING BIJ DE STATUS VAN HET EXPLOITATIEPLAN Toelichting bij Koppeling met het ruimtelijk besluit Toelichting bij Opzet van het exploitatieplan Toelichting bij Begrenzing van het exploitatiegebied Toelichting bij Het voorgenomen grondgebruik Toelichting bij De te verwerven gronden Toelichting bij Dekking van het tekort van het Exploitatieplan Toelichting bij de Citeertitel Toelichting bij de Leeswijzer bij het Exploitatieplan 33 2 TOELICHTING BIJ DE OMSCHRIJVING VAN WERKEN EN WERKZAAMHEDEN 34 3 TOELICHTING BIJ DE EISEN EN REGELS Toelichting bij ARTIKEL Toelichting bij ARTIKEL Toelichting bij ARTIKEL Toelichting bij ARTIKEL Toelichting bij ARTIKEL Toelichting bij ARTIKEL Toelichting bij ARTIKEL Toelichting bij ARTIKEL TOELICHTING BIJ DE EXPLOITATIEOPZET Toelichting bij Raming van de inbrengwaarden van de gronden Toelichting bij Raming van de andere kosten in verband met de exploitatie Toelichting bij Raming van de opbrengsten van de exploitatie Toelichting bij Aanduiding tijdvak Toelichting bij Aanduiding van de fasering Toelichting bij Wijze van toerekening van te verhalen kosten aan de uit te geven gronden Toelichting bij Percentage gerealiseerde kosten 44 5 TOELICHTING BIJ DE KAARTEN EN BIJLAGEN VAN DEEL I TOELICHTING BIJ KAART 1: TOELICHTING BIJ KAART 2: TOELICHTING BIJ KAART 3: TOELICHTING BIJ KAART 4: TOELICHTING BIJ KAART 5: TOELICHTING BIJ BIJLAGE TOELICHTING BIJ BIJLAGE TOELICHTING BIJ BIJLAGE 3 45 BIJLAGE 1 BIJ DE TOELICHTING: TAXATIE INBRENGWAARDEN 46 BIJLAGE 2 BIJ DE TOELICHTING: TAXATIE UITGIFTEPRIJZEN 47 BIJLAGE 3 BIJ DE TOELICHTING: SSK RAMING VAN DE WERKEN 48 BIJLAGE 4 BIJ DE TOELICHTING: KAART MET DE WERKEN 49 BIJLAGE 5 BIJ DE TOELICHTING: PLANKOSTENSCAN 50 BIJLAGE 6 BIJ DE TOELICHTING: TAXATIE PLANSCHADERISICO 51 BIJLAGE 7 BIJ DE TOELICHTING: INKOOPBELEID GEMEENTE ASSEN

202 DEEL I EXPLOITATIEPLAN - 3 -

203 1 DE STATUS VAN HET EXPLOITATIEPLAN 1.1 Koppeling met ruimtelijk besluit Dit exploitatieplan behoort bij het bestemmingsplan Werklandschap Assen-Zuid. Het bestemmingsplan en bijbehorende exploitatieplan zijn op 27 oktober 2011 vastgesteld door de gemeenteraad van Assen. Voorliggend exploitatieplan betreft een nadere uitwerking van het exploitatieplan werklandschap Assen- Zuid, als gevolg van het uitwerkingsplan Hoofdontsluiting (NL.IMRO UW A001) en betreft daarmee een structurele wijziging van het exploitatieplan zoals vastgesteld op 27 oktober Opzet van exploitatieplan Het bestemmingsplan Werklandschap Assen-Zuid bestaat naast de directe bestemmingen voor een groot deel uit een globale bestemmingen met een uitwerkingsplicht ex artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Voor de gronden die deel uit maken van het uitgewerkte exploitatiegebied is het exploitatieplan nader gedetailleerd, terwijl voor de vervolgfasen (nader uit te werken) is uitgegaan van meer globale doch onderbouwde inschattingen. 1.3 Begrenzing van het exploitatiegebied Het Exploitatiegebied valt grotendeels samen met het bestemmingsplangebied. De volgende objecten zijn buiten het exploitatiegebied gelaten: I. Het huidige tracé van het spoorvak Meppel-Groningen. Het betreft hier de eigendommen van RaiI Side BV en Rail Infratrust BV met de percelen AD167, AD41, AD43, AD75, AD86, AD88, R884; II. De benodigde percelen voor de zogenoemde spoorse aanpassingen aan de oostzijde van het spoorvak aangeduid met de bestemming Verkeer-Railverkeer. Het betreft hier de percelen AD47, N1884, AD54, AD78 en AD61; III. Het huidige tracé van de N33 en de A28. Het betreft hier de gronden van de Staat (Ministerie Infrastructuur en Milieu) met de perceelsnummers N1878, N1881, N1883, O1157, O1487 en O1604; IV. Het Tuincentrum (Graswijk 22a) met bedrijfswoning (Graswijk 20) zijn ingepast. Het betreft hier perceel AD114 zover vallend onder bestemmingsvlak B-W V. De woning Graswijk 22 is ingepast. Het betreft hier perceel AD113; VI. De te behouden groenpercelen (met eventueel aanwezige opstallen) die volledig zijn ingepast in het bestemmingsplan. Het betreft hier de percelen AD27, AD26 en AD31. Het exploitatiegebied is aangegeven op de GBKN in Kaart 1 en op de luchtfoto op Kaart 2. Beide kaarten zijn als bijlage bij dit exploitatieplan gevoegd. 1.4 Voorgenomen grondgebruik Het gehanteerde grondgebruik is gebaseerd op het ruimtegebruik uit het bestemmingsplan. In de volgende tabel staat het ruimtegebruik weergegeven. Het ruimtegebruik in het exploitatiegebied staat tevens weergegeven in Kaart

204 Grondgebruik Bestemming uitgewerkt nader uit te werken Totaal in Totaal exploitatieplan exploitatieplan exploitatieplan exploitatieplan in m² in m² in m² in % Uitgeefbare kavels ,7% Bedrijventerrein ,3% Wonen Werken ,2% Bedrijventerrein (nader uit te werken BT-U) ,2% Voorzieningen van openbaar nut ,3% Wegprofielen ,2% Groen / water ,5% Hoofdinfra (uitwerkingsplan) Openbaar gebied (nader uit te werken BT-U) ,7% Totaal grondgebruik ,0% TABEL 1: Grondgebruik exploitatiegebied 1.5 Te verwerven gronden De gronden gelegen binnen het exploitatiegebied zijn in eigendom van de gemeente en derden. De kadastrale percelen staan per eigenaar weergegeven in Bijlage 1 en zijn tevens ruimtelijk weergegeven op Kaart 3. In bijlage 2 is een tabel opgenomen met het beoogde ruimtegebruik per perceel zo ver vallend binnen het exploitatiegebied. Het grondbeleid van de gemeente Assen, vastgelegd in de Nota Grondbeleid , voorziet in de mogelijkheid tot het actief verwerven van gronden indien dit nodig wordt geacht om de gewenste ontwikkelingen te realiseren. Wanneer eigenaren niet zelf kunnen of willen realiseren binnen de gestelde kaders van het exploitatieplan, dan zal de gemeente overgaan tot aankoop van de benodigde percelen om de bouwplanmogelijkheden die in het bestemmingsplan Werklandschap Assen Zuid zijn vastgelegd, te kunnen realiseren. 1.6 Dekking van het tekort van het Exploitatieplan De exploitatieopzet behorende bij dit exploitatieplan kent een tekort. De financiële consequenties van het exploitatieplan worden meegenomen in de grondexploitatie Werklandschap Assen-Zuid. Bij vaststelling van het exploitatieplan Assen-Zuid 2011 heeft de Asser gemeenteraad eveneens de grondexploitatie werklandschap Assen-Zuid vastgesteld om daarmee de financiële dekking van dit ruimtelijk plan te verzekeren. 1.7 Citeertitel Dit exploitatieplan wordt aangehaald als: Exploitatieplan Werklandschap Assen Zuid Leeswijzer bij het exploitatieplan Dit document bestaat uit het Exploitatieplan (onderdeel I) met de bijbehorende kaarten en bijlagen en de toelichting op het exploitatieplan (onderdeel II) met bijlagen. Juridisch gezien dienen het exploitatieplan en de toelichting van elkaar onderscheiden te worden. Het exploitatieplan en de bijbehorende kaarten en bijlagen zijn juridisch bindend. De toelichting inclusief de bijlagen zijn niet juridisch bindend

205 2 DE OMSCHRIJVING VAN WERKEN EN WERKZAAMHEDEN 2.1 Bouwrijp maken van het exploitatiegebied In het exploitatiegebied zijn de volgende werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken voorzien: Aanleg van bouwwegen (incl. aanleg blokverband of onderste asfaltlagen); Grondverzet en grondmechanische verbeteringen (waar onder ook ophogen maaiveld van een aantal kavels in verband met de verwachte zetting van veenlagen); Sloop van aanwezige opstallen; Opruimen van het terrein; Optimaliseren waterhuishouding door: Waar noodzakelijk het dempen van sloten en watergangen Aanbrengen van drainage Aanleg van bergingsvijvers inclusief beschoeiing Aanleg van waterstaatkundige werken (zoals gemalen, stuwen) Aanleg van een rioolstelsel inclusief bijbehorende voorzieningen (zoals pompgemalen) Aanleg van een transportriool in de richting van de huidige r.w.z.i. Sanering van vervuilingen in de bodem, het water en de waterbodem. 2.2 Aanleg van nutsvoorzieningen in het exploitatiegebied In het Exploitatiegebied zijn de volgende werken en werkzaamheden voor de aanleg van nutsvoorzieningen, inclusief bijbehorende bovengrondse voorzieningen, voorzien van: Aanleg elektriciteitsnet; Aanleg gasnet; Aanleg drinkwaternet; Aanleg telefoonnet; Aanleg CAI; Aanleg Glasvezel; Potentieel aanleg van warmtenet; Potentieel aanleg van smartgrid; (mogelijk) Verleggen van kabels en leidingen; Aanbrengen van haltevoorzieningen voor het openbaar vervoer. 2.3 Inrichten van de openbare ruimte in het exploitatiegebied In het exploitatiegebied zijn de volgende werken en werkzaamheden voor het (her)inrichten van de openbare ruimte voorzien: Aanleg van wegverharding waaronder wegen, fietspaden, trottoirs en openbare parkeerplaatsen (waaronder ook P&R bij NS station; doch niet meegenomen in het kostenverhaal); danwel het straten van bouwwegen in definitief verband en/of toplaag asfalt; Bijbehorende openbare verlichting; Aanbrengen van inritconstructies ter ontsluiting van de bouwkavels (indien nodig met duiker); Aanleg van nieuw te ontwikkelingen bosgebieden; Aanleg van groenvoorzieningen; Herinrichting van het huidige wegprofiel van de Graswijk

206 3 DE EISEN EN REGELS ARTIKEL 1: Begripsbepalingen Bouwplan Bouwrijpe kavel Exploitant Een bouwplan zoals bedoeld in artikel Bro Er is sprake van een bouwrijpe kavel indien: i. Het betreffende terrein voldoende draagkracht heeft zodat eenieder het terrein van het beoogde bouwwerk op veilige wijze kan betreden ii. Het terrein vrij is van obstakels, zowel bovengronds als ondergronds iii. Het betreffende terrein op het gewenste peil ligt dan wel op gewenste peil zal worden gebracht iv. Het betreffende terrein ten minste aan één zijde is te ontsluiten op de openbare weg v. Het mogelijk is om de kavel aan te sluiten op de nutsvoorzieningen. Het betreft hier in ieder geval aansluiting op gas, (drink-)water, elektriciteit, en riolering. vi. Het betreffende terrein op verantwoorde wijze kan worden afgewaterd op het openbare watersysteem vii. De bodemkwaliteit van de uit te geven kavel in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen voor het beoogde gebruik Eigenaar die gronden binnen het exploitatiegebied in exploitatie brengt, of voornemens is gronden binnen het exploitatiegebied in exploitatie te brengen, door aldaar werken en werkzaamheden te verrichten ARTIKEL 2: Eisen en regels met betrekking tot werken en werkzaamheden en de uitvoering ervan Uiterlijk 6 weken voor de voorgenomen aanvang van de werken en werkzaamheden is de exploitant verplicht schriftelijk een plan van aanpak ter instemming in te dienen bij het college van B&W. Dit plan bevat in ieder geval: i. omschrijving van het aan te leggen gebied en een kadastrale aanduiding van de bouwrijp te maken kavels; ii. planning van de uitvoering; iii. beschrijving van het uitvoeringsproces om te komen tot ontwikkeling van bouwrijpe kavels, de wijze van aanbesteden maakt in ieder geval onderdeel uit van deze beschrijving; iv. beschrijving van de wijze waarop materialen zoals chemicaliën, oliën, andere stoffen of uitlogende materialen geloosd worden; De inrichting van het openbaar gebied vindt plaats conform de eisen van artikel [gereserveerd] 2.2 Uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van de bescheiden genoemd in artikel 2.1.1, neemt het college van B&W een besluit over de eventuele instemming met het plan van aanpak. Het college van B&W toetst dit plan van aanpak of wordt voldaan aan de eisen van artikel De exploitant is verplicht een bestek voor werken en werkzaamheden voorafgaand aan de aanbesteding van de uitvoering van werken en werkzaamheden ter instemming aan het college van B&W voor te leggen Het in artikel bedoelde bestek wordt opgesteld conform het plan van aanpak waarmee is ingestemd

207 2.4 De exploitant is verantwoordelijk voor de eventuele tijdelijke omleiding van het verkeer in afstemming met het bevoegd gezag, aanleg en onderhoud van bouwwegen, schade aan de reeds aangelegde openbare voorzieningen en alle andere bijkomende kosten en werkzaamheden. 2.5 Uiterlijk binnen 6 weken voor de geplande eerste oplevering van de werken voor wat betreft de openbare voorzieningen of het bouwrijp maken van de kavels wordt het college van B&W geïnformeerd over de geplande eerste oplevering door of namens de exploitant. De exploitant dient de volgende zaken te regelen voor deze oplevering: i. dat een afgevaardigde van de gemeente Assen aanwezig is bij de oplevering voor toetsing of voldaan is aan het bestek zoals bedoeld in artikel waarmee is ingestemd; ii. iii. dat er een proces-verbaal van oplevering wordt opgesteld; dat er een lijst aanwezig is met onderhoudswerkzaamheden en de eventueel noodzakelijke herstelwerkzaamheden 2.6 De exploitant is binnen het exploitatiegebied verantwoordelijk voor de openbare voorzieningen gedurende de onderhoudstermijn van 1 jaar na de oplevering door of namens de exploitant. 2.7 Gedurende de onderhoudstermijn van de openbare voorzieningen dient de exploitant de gemeente Assen onvoorwaardelijk toegang te verlenen voor het houden van toezicht op de uitvoering voor wat betreft de openbare voorzieningen. 2.8 Uiterlijk binnen 6 weken voor de geplande tweede oplevering, met het oog op de overname van de openbare voorzieningen door de gemeente, wordt het college van B&W geïnformeerd over de geplande oplevering door of namens de exploitant. De exploitant dient de volgende zaken te regelen ten behoeve van deze oplevering: i. dat een afgevaardigde van de gemeente Assen aanwezig is bij de oplevering voor toetsing of voldaan is aan het goedgekeurde bestek zoals bedoeld in artikel 2.3.1; ii. dat de werken van de openbare voorzieningen door of namens de exploitant zijn ingemeten; iii. dat er een schriftelijke vrijwaring van de aannemer aanwezig is, waaruit blijkt dat de exploitant geen verplichtingen meer heeft jegens de aannemer; iv. dat alle onderhoudswerkzaamheden en de eventueel noodzakelijke herstelwerkzaamheden voltooid zijn. 2.9 De gronden met de bestemmingen Verkeer, Verkeer-Verblijf of Groen dienen onvoorwaardelijk beschikbaar te zijn voor instanties die belast zijn tot de aanleg van de nutsvoorzieningen De exploitant heeft gedurende het aanbestedingsproces, het uitvoeringsproces en de onderhoudstermijn een actieve informatieplicht jegens de gemeente Het is verboden de werken en werkzaamheden uit te voeren in strijd met het bestek waarmee is ingestemd. ARTIKEL 3: Regels met betrekking tot aanbesteding van de uitvoering van werken en werkzaamheden en daarop betrekking hebbende diensten Op de aanbesteding van de in dit exploitatieplan in hoofdstuk 2 genoemde werken en werkzaamheden, voor zover betrekking hebbend op voorzieningen van openbaar nut en de daarmee samenhangende diensten, is de geldende Europese en nationale aanbestedingsregelgeving voor van toepassing. Voor zover deze regelgeving niet van toepassing is, is het Inkoopbeleid gemeente Assen versie 29 april 2005 van toepassing Voorafgaand aan de uitvoering van de in dit exploitatieplan genoemde werken en werkzaamheden wordt een aanbestedingsprotocol aan het college van B&W ter instemming voorgelegd Het college van B&W beslist binnen vier weken na ontvangst van het in artikel bedoelde aanbestedingsprotocol omtrent de instemming ermee. Het college van B&W kunnen deze termijn eenmalig verlengen met vier weken indien zij verwachten dat een beslissing niet genomen kan worden binnen de vier weken als bedoeld in de eerste zin

208 3.1.4 Na instemming met het aanbestedingsprotocol en voorafgaand aan de uitvoering van de in dit exploitatieplan genoemde werken en werkzaamheden wordt een aanbestedingsverslag met een voorgenomen besluit tot gunning ter instemming aan het college van B&W voorgelegd met als doel te controleren of de aanbestedingsprocedure is verlopen overeenkomstig het bepaalde in artikel Het college van B&W beslist binnen vier weken na het indienen van het aanbestedingsverslag en het voorgenomen besluit tot gunning, als bedoeld in artikel Het college van B&W kan deze termijn eenmalig verlengen met vier weken indien zij verwachten dat een beslissing niet genomen kan worden binnen de vier weken als bedoeld in de eerste zin Het is verboden te starten met de uitvoering van de in dit exploitatieplan genoemde werken en werkzaamheden, voordat het college van B&W het in artikel bedoelde aanbestedingsverslag en het voorgenomen besluit tot gunning heeft ingestemd. Het is verboden de werken en werkzaamheden uit te voeren in afwijking van het aanbestedingsverslag en het goedgekeurde voorgenomen gunningsbesluit. 3.2 Het is verboden af te wijken van de in artikel 3.1 bedoelde aanbestedingsregels, het aanbestedingsprotocol waarmee is ingestemd en het voorgenomen besluit tot gunning waarmee is ingestemd. ARTIKEL 4 : Inrichtingseisen 4.1 Schone afwaterende oppervlakken (zoals o.a. daken) mogen niet worden aangesloten op het regenwaterriool (rwa), maar wateren af op de aan te leggen waterberging op het bedrijventerrein die onderdeel uitmaakt van de werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken van het exploitatiegebied. 4.2 Het is verboden chemicaliën, oliën, andere stoffen of uitlogende materialen te lozen naar het oppervlaktewater. De werken en werkzaamheden voor de inrichting van het openbaar gebied en bouwrijp maken van het uitgeefbaar gebied dienen zodanig te worden vormgegeven dat de hiervoor genoemde materialen niet geloosd kunnen worden naar het oppervlaktewater. 4.3 Indien artikel 4.2 van toepassing is, wordt een omgevingsvergunning niet eerder verleend dan nadat het Waterbedrijf Groningen en het Waterschap Hunze en Aa s gehoord zijn. 4.4 Na ontwikkeling van het exploitatiegebied door de exploitant dient er sprake te zijn van bouwrijpe kavels. ARTIKEL 5 : Regels voor de aanleg van nutsvoorzieningen [gereserveerd] - 9 -

209 ARTIKEL 6 : Regels met betrekking tot de fasering van de uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en bouwplannen Bouwrijp maken c.q. start aanleg Verlening omgevingsvergunning 1 Woonrijp maken c.q. oplevering Uitgewerkt exploitatiegebied Nader uit te werken exploitatiegebied Hoofdinfrastructuur fase I 1 ste helft 2013 medio 2015 Hoofdinfrastructuur fase II medio 2020 medio 2021 ARTIKEL 7 : Regels met betrekking tot koppelingen tussen werken, werkzaamheden maatregelen en bouwplannen Het is verboden binnen het exploitatiegebied anders dan in het uitgewerkte deel werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, voordat voor de betreffende gronden een uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b Wro in werking is getreden. ARTIKEL 8 : Verbodsbepaling en afwijkingsbepalingen 8.1 Het is verboden te handelen in strijd met of in afwijking van dit exploitatieplan. 8.2 Een overtreding van het verbod als bedoeld in artikel 8.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit. 8.3 Het college van B&W kan op verzoek bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod als bedoeld in artikel 7 wanneer vrijkomende grond uit een voorgaande fase overtollig is en naar elders in het exploitatiegebied kan worden afgevoerd in een ontwikkelfase een tekort ontstaat in de grondbalans en er grond afkomstig van elders uit het exploitatiegebied benut kan worden. tijdelijke voorzieningen nodig zijn om een deelgebied in ontwikkeling te brengen. ondergrondse nutsvoorzieningen (met inbegrip van de vergunningsvrije bovengrondse bouwwerken) die noodzakelijk zijn om een deelgebied tot ontwikkeling te brengen 8.4 Het college van B&W kan op verzoek bij omgevingsvergunning afwijken van artikel voor zover het betreft het voldoen aan het Inkoopbeleid gemeente Assen versie 29 april 2005, vanaf het moment dat een nieuwe versie van dit inkoopbeleid dan wel een daarvoor in de plaats tredend document is vastgesteld. De omgevingsvergunning zal alsdan een instemming met de gevraagde afwijking betreffen met daaraan verbonden het voorschrift dat wordt gehandeld conform de nieuwe versie van bedoeld inkoopbeleid dan wel het daarvoor in de plaats getreden document. 8.5 Het college van B&W kan op verzoek bij omgevingsvergunning afwijken van andere regels dan de in lid 4 genoemde, mits dit past in een voorbereiding zijnde herziening van dit exploitatieplan. Wanneer de afwijking van de in dit en het vorige lid bovendien zou leiden tot een verhoging van de exploitatiebijdragen van één of meer eigenaren in het exploitatiegebied danwel van één of meer wederpartijen van de gemeente in een grondexploitatieovereenkomst, wordt dit effect afzonderlijk meegewogen in het besluit van het college van B&W. 1 specifiek de omgevingsvergunning voor het bouwen

210 4 DE EXPLOITATIEOPZET 4.1 Raming van de inbrengwaarden van de gronden De inbrengwaarde van de gronden in het exploitatiegebied zijn getaxeerd. Ingevolge artikel Bro wordt tot de inbrengwaarde van de gronden, gerekend de ramingen van: de waarde van de gronden in het exploitatiegebied; de waarde van de opstallen die in verband met de exploitatie van de gronden niet gehandhaafd kunnen worden; de kosten van het vrijmaken van de gronden in het exploitatiegebied van persoonlijke rechten en lasten, eigendom, bezit of beperkt recht en zakelijke lasten; de kosten van sloop, verwijdering en verplaatsing van opstallen, obstakels, funderingen, kabels en leidingen in het exploitatiegebied. Een overzicht van de raming van de inbrengwaarden wordt in tabel 2 weergeven. Voor de reeds uitgewerkte bestemmingen zijn de waarden gespecificeerd en per eigenaar weergegeven. Voor de nadere uitwerking (vervolgfasen) is een cumulatieve taxatiewaarde weergegeven. Inbrengwaarden Fase Eigenaar Taxatie per Contante waarde per uitgewerkt Eigenaar 01: Gemeente Assen Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Totaal uitgewerkt Inbrengwaarde nader uit te werken exploitatieplan Totaal inbrengwaarden exploitatieplan TABEL 2: Overzicht inbrengwaarden

211 4.2 Raming van de andere kosten in verband met de exploitatie In tabel 3 zijn de kostensoorten als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, ten tweede Wro en nader uitgewerkt in artikel Bro opgenomen, die in dit exploitatieplan voorzien zijn (al dan niet deels gerealiseerd). Kostensoorten exploitatieplan (excl. inbrengwaarden) Kostensoort nominaal contante waarde per Onderzoekskosten Bodemsanering en grondwerken Aanleg nutsvoorzieningen Aanleg riolering Kosten buiten exploitatiegebied, wegen en andere voo Kosten binnen exploitatiegebied, wegen en andere vo Bouwrijp maken Woonrijp maken Plankosten Tijdelijk beheer Planschade Financieringskosten van geïnvesteerd kapitaal Totale kosten TABEL 3: andere kosten in verband met de exploitatie 4.3 Raming van de opbrengsten van de exploitatie Naast kosten voor het realiseren van de openbare ruimte en het bouwprogramma, kent de exploitatie ook opbrengsten door de uitgifte van gronden, zoals bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, ten derde Wro en nader uitgewerkt in artikel Bro. In tabel 4 is aangegeven welke opbrengsten worden verkregen uit de uitgifte van gronden, evenals wat de opbrengstpotentie van de verschillende functies is. Grondopbrengsten per uitgiftecategorie Omschrijving Hoeveelheid Taxatie Opbrengst uitgeefbare nominaal contant m²'s grond per per Uitgiftecategorieën Bedrijventerrein, waarvan Gemengde bedrijvigheid (overige kavels) Gemengde bedrijvigheid (kavels langs A28) Wonen-Werken, waarvan Bedrijf-Wonen Nader uit te werken, waarvan Gemengde bedrijvigheid (overige kavels) Totaal TABEL 4: Opbrengsten van de exploitatie

212 Voor het bepalen van de opbrengstpotentie van de in het Exploitatiegebied gelegen percelen is gebruik gemaakt van de uitgifteprijs van bouwrijpe grond, uitgedrukt in een prijs per m² uitgeefbare grond. Uitgifteprijzen Omschrijving Bedrijventerrein waarvan: Taxatie per Gemengde bedrijvigheid grote zichtkavels 101,00 /m2 Gemengde bedrijvigheid 96,00 /m2 Wonen-Werken (bedrijf-wonen) 98,00 /m2 Nader uit te werken (mengprijs) 96,12 /m2 TABEL 5: Gemiddelde uitgifteprijzen 4.4 Aanduiding van het tijdvak Het tijdvak waarbinnen de exploitatie van de gronden zal plaatsvinden, bedraagt 12 jaren, te weten van t/m Het tijdvak is gezien de globale bestemming van het nog uit te werken deel van het bestemmingsplan globaal ingeschat

213 4.5 Aanduiding van de fasering Gestart wordt met fase 1 welke gronden in het bestemmingsplan een eindbestemming hebben. De overige bestemmingen zijn globaal bestemd en nog uit te werken (zie onderstaande tabel 6). Bouwrijp maken c.q. start aanleg Verlening omgevingsvergunning 2 Woonrijp maken c.q. oplevering Uitgewerkt exploitatiegebied Nader uit te werken exploitatiegebied Hoofdinfrastructuur fase I 1 ste helft 2013 medio 2015 Hoofdinfrastructuur fase II medio 2020 medio 2021 TABEL 6: Fasering 4.6 Wijze van toerekening van te verhalen kosten aan de uit te geven gronden Ten behoeve van het bepalen van de exploitatiebijdrage worden in het exploitatieplan uitgiftecategorieën vastgesteld (artikel 6.18, lid 1 Wro). De vastgestelde basiseenheid is een vierkante meter uit te geven grondoppervlakte. Kaart 5 geeft een ruimtelijk overzicht van de uitgeefbare grond per categorie binnen het exploitatiegebied. In Bijlage 2 staat daarnaast een overzicht van de uitgeefbare grond per categorie per eigenaar per perceel weergegeven. Per onderscheiden uitgiftecategorie is het aantal basiseenheden bepaald. Per basiseenheid is een wegingsfactor vastgesteld (artikel 6.18, lid 3 Wro) op basis van de getaxeerde uitgifteprijzen. De gewogen eenheden in het exploitatiegebied worden contant gemaakt en vervolgens bij elkaar opgeteld (artikel 6.18, lid 4 Wro). In tabel 7 staan de wegingsfactoren, de gewogen eenheden en de contant gemaakte eenheden per uitgiftecategorie weergegeven. Gewogen eenheden per uitgiftecategorie Omschrijving Maximale hoe- Wegingfactor Gewogen Eenheden veelheid uitgeefbare eenheden contant m²'s grond per per Uitgiftecategorieën Bedrijventerrein, waarvan Gemengde bedrijvigheid (overige kavels) , Gemengde bedrijvigheid (kavels langs A28) , Wonen-Werken, waarvan Bedrijf-Wonen , Nader uit te werken, waarvan Gemengde bedrijvigheid (overige kavels) , Totaal TABEL 7: Wegingsfactoren en gewogen eenheden 2 specifiek de omgevingsvergunning voor het bouwen

214 Het verhaalbare bedrag per gewogen eenheid is tenslotte het ten hoogste verhaalbare bedrag, gedeeld door de som van de gewogen eenheden in het exploitatiegebied (artikel 6.18, lid 5 Wro). Het verhaalbare bedrag per eenheid is: A. Ten hoogste verhaalbare kosten contant per : B. Totaal aantal gewogen eenheden contant per : Het verhaalbare bedrag per contant gemaakte gewogen eenheid is (A B) 96,- 4.7 Percentage gerealiseerde kosten Het percentage gerealiseerde kosten per bedraagt 3,8%

215 KAART 1: VERBEELDING EXPLOITATIEGEBIED OP GBKN

216 Legenda Grens bestemmingsplan Exploitatiegebied Uitgewerkte exploitatiegebied Bebouwing Eenheid: m Getekend: Datum: Formaat: G. Pap A3 Bestandsnaam en directory: In opdracht van: afd. Grondzaken Aantal bladen: 1 Schaal: Blad: 1: I:...\Beheer_GEO\Themakaarten\Assen_Zuid_GREX\uitwerking\kaart_1_grenzen.mxd Begrenzingen binnen het bestemmingsplangebied op GBKN G eo-informatie Noordersingel 33 Postbus RA As sen Telefoon Meters 500 Telefax Bezoek adres: Van Doornestraat AN As sen

217 KAART 2: VERBEELDING EXPLOITATIEGEBIED OP LUCHTFOTO

218 Legenda Eenheid: m Getekend: Datum: Formaat: G. Pap A3 Bestandsnaam en directory: In opdracht van: afd. Grondzaken Aantal bladen: 1 Schaal: Blad: Grens bestemmingsplan Exploitatiegebied Uitgewerkte exploitatiegebied 1: I:...\Beheer_GEO\Themakaarten\Assen_Zuid_GREX\uitwerking\kaart_2_grenzen.mxd Begrenzingen binnen het bestemmingsplangebied op luchtfoto G eo-informatie Noordersingel 33 Postbus RA As sen Telefoon Meters 500 Telefax Bezoek adres: Van Doornestraat AN As sen

219 KAART 3: VERBEELDING RUIMTEGEBRUIK

220 Datum: Getekend: Eenheid: Formaat: G. Pap m A3 In opdracht van: Schaal: Aantal bladen: Kaart: afd. Grondzaken 1: Legenda Exploitatiegebied Uitgewerkte exploitatiegebied Bestemming Bedrijf - Wonen Bedrijventerrein Bedrijventerrein - Uit te werken Groen Verkeer Verkeer - Verblijfsgebied Bestandsnaam en directory: I:...\Beheer_GEO\Themakaarten\Assen_Zuid_GREX\uitwerkingsplan\kaart_3_grenzen.mxd Bestemmingen binnen het exploitatiegebied Noordersingel 33 Geo-Informatie Meters Postbus RA Assen Telefoon Telefax Bezoek adres: Van Doornestraat AN Assen

221 KAART 4: VERBEELDING KADASTRALE EIGENAREN

222 Eigenaar 18 Eigenaar 19 Eigenaar 20 Eigenaar 21 Eigenaar 22 Eigenaar 23 Eigenaar 24 Eigenaar 25 Eigenaar 08 Eigenaar 15 Eigenaar 26 Eigenaar 27 Eigenaar 07 Eigenaar 05 Eigenaar 14 Eigenaar 13 Eigenaar 04 Eigenaar 13 Eigenaar 22 Eigenaar 03 Eigenaar 12 Eigenaar 13 Eigenaar 01: Gemeente Assen Eigenaar 11 Uitgewerkte exploitatiegebied Eigenaar 09 Eigenaar 18 Grens bestemmingsplan Eigenaar openbaar Eigenaar 19 Eigenaar 22 Eigenaar 15 Eigenaar 23 Legenda Eigenaar 14 Eigenaar 20 Eigenaar 14 Eigenaar 08 Eigenaar 26 Eigenaar 21 Eigenaar 09 Eigenaar 25 Eigenaar 05 Eigenaar 18 Eigenaar 27 Eigenaar 13 Eigenaar 14 Eigenaar 03 Eigenaar 01: Gemeente Assen Eigenaar 07 Eigenaar 04 Eigenaar 11 Eigenaar Eigenaar Eigenaar 05 Eigenaar 12 Eigenaar 08 Datum: Eenheid: m Getekend: Formaat: G. Pap A3 Bestandsnaam en directory: In opdracht van: afd. Grondzaken Aantal bladen: 1 Schaal: Kaart: 1: I:...\Beheer_GEO\Themakaarten\Assen_Zuid_GREX\def\kaart_4_grenzen.mxd Grondeigenaren binnen het exploitatiegebied G eo-informatie Noordersingel 33 Postbus RA As sen Telefoon Meters 500 Telefax Bezoek adres: Van Doornestraat AN As sen

223 KAART 5: VERBEELDING UITGIFTECATEGORIEEN

224 AD.162 AD.126 AD.125 AD.161 O.1157 AD.2 AD.32 AD.120 O.1604 AD.131 O.1603 AD.3 AD.4 AD.13 N.1881 AD.15 R.881 AD.14 AD.1 AD.33 N.1884 AD.20 N.1748 AD.35 AD.40 N.1876 AD.19 AD.5 AD.16 AD.17 AD.22 AD.36 AD.47 AD.85 AD.18 AD.21 AD.23 AD.37 AD.6 AD.7 AD.54 AD.25 AD.24 AD.41 AD.9 AD.10 AD.75AD.78 AD.11 AD.86 AD.8 AD.34 AD.27 AD.28 AD.26 AD.39 AD.38 AD.110 AD.159 AD.12 AD.42 AD.61 AD.160 AD.87 AD.30 AD.29 AD.175 AD.176 AD.31 AD.111 AD.88 AD.177 AD.115 O.1487 AD.112 AD.43 AD.45 AD.116 AD.114 AD.117 AD.46 AD.113 AD.44 AD.164 AD.118 AD.130 AD.119 AD.129 AD.124 AD.122 AD.132 AD.135 N.1878 AD.163 AD.134 AD.171 AD.136 AD.167 AD.168 Legenda Grens bestemmingsplan Uitgewerkte exploitatiegebied Kadastrale percelen Uitgifte_c Bedrijf-Wonen Bedrijventerrein - kavels langs A28 Bedrijventerrein - overige kavels Bedrijventerrein - uit te werken Datum: In opdracht van: afd. Grondzaken Getekend: G. Pap Schaal: 1:5000 Eenheid: m Aantal bladen: 1 Formaat: A3 Kaart: 5 Bestandsnaam en directory: I:...\Beheer_GEO\Themakaarten\Assen_Zuid_GREX\uitwerkingsplan\kaart_5_grenzen.mxd Uitgiftecategorieën Noordersingel 33 Geo-Informatie Meters Postbus RA Assen Telefoon Telefax Bezoek adres: Van Doornestraat AN Assen

225 BIJLAGE 1: KADASTRALE PERCELEN EN EIGENAREN Eigendommen in het uitgewerkt exploitatiegebied: Eigenaar Perceel Oppervlak [m2] Eigenaar 01: Gemeente Assen AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD N N O Eigenaar 03 AD Eigenaar 04 AD Eigenaar 05 AD AD AD Eigenaar 07 AD Eigenaar 08 AD AD Eigenaar 09 AD Eigenaar 11 AD Eigenaar 12 AD Eigenaar 13 AD AD AD AD Eigenaar 14 AD AD Eigenaar 15 AD

226 Eigenaar 18 AD AD Eigenaar 19 AD Eigenaar 20 AD Eigenaar 21 AD Eigenaar 22 AD Eigenaar 25 AD Eigenaar 26 AD Eigenaar 27 AD Eigendommen in het nader uit te werken exploitatiegebied: Eigenaar Perceel Oppervlak [m2] Eigenaar 01: Gemeente Assen AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD.18 0 AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD.7 0 AD AD N Eigenaar 03 AD Eigenaar 05 AD Eigenaar 07 AD Eigenaar 08 AD

227 Eigenaar 09 AD Eigenaar 12 AD Eigenaar 13 AD AD AD Eigenaar 14 AD AD AD Eigenaar 15 AD Eigenaar 18 AD AD Eigenaar 19 AD Eigenaar 20 AD Eigenaar 21 AD Eigenaar 22 AD AD Eigenaar 23 AD Eigenaar 24 AD Eigenaar 25 AD Eigenaar 26 AD

228 BIJLAGE 2: RUIMTEGEBRUIK PER PERCEEL Eigendommen in het uitgewerkt exploitatiegebied gespecificeerd per bestemming: Bedrijf - Wonen Bedrijventerrein Bedrijventerrein - Uit te werken Groen Verkeer Verkeer - Verblijfsgebied Eigenaar Perceel Eigenaar 01 AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD N N O Eigenaar 03 AD Eigenaar 04 AD Eigenaar 05 AD AD AD Eigenaar 07 AD Eigenaar 08 AD AD Eigenaar 09 AD Eigenaar 11 AD Eindtotaal

229 Eigenaar 12 AD Eigenaar 13 AD AD AD AD Eigenaar 14 AD AD Eigenaar 15 AD Eigenaar 18 AD AD Eigenaar 19 AD Eigenaar 20 AD Eigenaar 21 AD Eigenaar 22 AD Eigenaar 25 AD Eigenaar 26 AD Eigenaar 27 AD Eigendommen in het nader uit te werken exploitatiegebied gespecificeerd per bestemming: Bedrijf - Wonen Bedrijventerrein Bedrijventerrein - Uit te werken Groen Verkeer Verkeer - Verblijfsgebied Eigenaar Perceel Eigenaar 01 AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD Eindtotaal

230 AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD AD N Eigenaar 03 AD Eigenaar 05 AD Eigenaar 07 AD Eigenaar 08 AD Eigenaar 09 AD Eigenaar 12 AD Eigenaar 13 AD AD AD Eigenaar 14 AD AD AD Eigenaar 15 AD Eigenaar 18 AD AD Eigenaar 19 AD Eigenaar 20 AD Eigenaar 21 AD Eigenaar 22 AD AD Eigenaar 23 AD Eigenaar 24 AD Eigenaar 25 AD Eigenaar 26 AD

231 BIJLAGE 3: BEGRIPPENLIJST bestemmingsplan bouwkavels Bro exploitatiebijdrage exploitatiegebied exploitatieopzet Het bestemmingsplan Werklandschap Assen Zuid (NL.IMRO BP C001) inclusief het uitwerkingsplan Hoofdontsluiting (NL.IMRO UW A-B001) De gronden waarop één of meer bouwplannen als bedoeld in artikel Bro mogelijk zijn, één en ander zoals aangegeven in hoofdstuk 4 Besluit ruimtelijke ordening De door een particuliere exploitant via de omgevingsvergunning aan de gemeente verschuldigde vergoeding in de kosten van de grondexploitatie als bedoeld in artikel 6.17 eerste lid Wro. Het gebied waarop dit exploitatieplan van toepassing is, zoals aangegeven is op Kaart 1 De exploitatieopzet als bedoeld in artikel 6.13 eerste lid onder c Wro en uitgewerkt in hoofdstuk 4 van het exploitatieplan exploitatieplan Dit exploitatieplan Werklandschap Assen Zuid omgevingsvergunning: openbare ruimte De omgevingsvergunning is wettelijk geregeld met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) die op 1 oktober 2010 van kracht werd. Dit waren onder andere de bouwvergunning, milieuvergunning, gebruiksvergunning,aanlegvergunning en de kapvergunning. Om de administratieve lasten van burgers en bedrijven te verminderen kan de omgevingsvergunning bij één loket bij de gemeente worden aangevraagd. Hiervoor gaat één procedure gelden waarop één besluit volgt. Ook bij beroep tegen dat besluit zal er slechts één beroepsprocedure zijn. De gronden die openbaar toegankelijk zijn of worden en waarop de openbare voorzieningen zijn of worden gerealiseerd of gereconstrueerd. openbare voorzieningen Openbare wegen, waterwegen en groenvoorzieningen en andere voor het publiek toegankelijke ruimten en gebouwen, zoals aangegeven in hoofdstuk 2 van het exploitatieplan RB-Assen RB-OV Op 28 juni 2008 is tussen de regio en het Rijk een convenant gesloten over een alternatief Regiospecifiek Pakket (kortweg RSP) ter compensatie van het stopzetten van de Zuiderzeelijn. Een onderdeel van dit convenant is het pakket Regionale Bereikbaarheid (kortweg RB). In het pakket RB wordt de bereikbaarheid van Assen als concreet project genoemd. Het betreft bereikbaarheidsmaatregelen als onderdeel van gebiedsontwikkeling, o.a. extra snelwegaansluiting, station Assen Zuid en lokale infrastructuurmaatregelen (totale kosten 222 miljoen) Op 28 juni 2008 is tussen de regio en het Rijk een convenant gesloten over een alternatief Regiospecifiek Pakket (kortweg RSP) ter compensatie van het

232 stopzetten van de Zuiderzeelijn. Een onderdeel van dit convenant is het pakket Regionale Bereikbaarheid (kortweg RB). In het pakket RB wordt Openbaar Vervoer als concreet project genoemd. Het betreft o.a. stations Assen en uitbreiding van het spoor (totale kosten ca. 43 miljoen) eigen bijdrage Assen Wro Het Regiospecifiek Pakket (kortweg RSP) wordt voor 670 mln. gefinancierd door de regio. De aanleg van de hoofdontsluiting in Assen-Zuid, waaronder de afrit assen TT en de verbinding naar het toekomstige NS-station maakt deel uit van het RSP. De gemeente Assen zal daarbij ook een aanzienlijke eigen bijdrage moeten leveren. Bij vaststelling van de grondexploitatie Assen-Zuid op 27 oktober 2011 is besloten om tegelijkertijd 5,0 mln. bij te dragen aan het RSP vanuit de eigen middelen van de gemeente Assen. Wet ruimtelijke ordening

233 DEEL II TOELICHTING BIJ HET EXPLOITATIEPLAN

234 1 TOELICHTING BIJ DE STATUS VAN HET EXPLOITATIEPLAN 1.1 Toelichting bij Koppeling met het ruimtelijk besluit Aanleiding Werklandschap Assen-Zuid De ontwikkeling van Assen zal de komende decennia verschuiven naar de zuidelijke stadsrandzone. Het Werklandschap Assen-Zuid maakt deel uit van deze ontwikkeling en bevindt zich in het gebied tussen de A28, de N33 en het spoor. De ambitie is een hoogwaardig, groen, landschappelijk en duurzaam bedrijvenpark te realiseren voor onder meer instellingen op het gebied van sensortechnologie en een kenniscampus, dit aansluitend op het Energy Valley concept. In het gebied zal tot 2022 circa 60 hectare netto bedrijventerrein worden ontwikkeld. Ter onderbouwing van de ontwikkeling van Werklandschap Assen-Zuid is door Ecorys, STEC Groep en Buck Consultants International onderzoek uitgevoerd naar de nut en noodzaak. Tevens is de SER Ladder ingevuld ter onderbouwing van de ruimteclaim voor nieuw te vestigen danwel te verplaatsen bedrijvigheid. Alle vier deze onderzoeken zijn ter onderbouwing bij het ontwerp Bestemmingsplan gevoegd. Bestemmingsplan Werklandschap Assen-Zuid In het bestemmingsplan Werklandschap Assen-Zuid zijn de volgende bestemmingen opgenomen: Bedrijf - Wonen De voor Bedrijf - Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor lichte bedrijvigheid (milieucategorieën 1 en 2), het tuincentrum en (bedrijfs) woningen aan de Graswijk. Bedrijventerrein De bestemming Bedrijventerrein is gelegd op de gronden die als eerste voor ontwikkeling in aanmerking komen. Dit betreft de gronden in het noordenwesten van het plangebied. Groen De bestemming Groen komt verspreid voor in het plangebied. De bestaande groenelementen in het plangebied dienen zoveel mogelijk in tact te worden gehouden en zijn daarom op de plankaart met de bestemming Groen aangemerkt. Verkeer De binnen de bestemming voor "Verkeer" aangewezen gronden, zijn in hoofdzaak bestemd voor wegen en straten gericht op de stroomfunctie van verkeer, alsmede voor voet- en fietspaden. Verkeer - Railverkeer Aan de noordoostrand van het plangebied is de bestemming Verkeer -Railverkeer op genomen in de plankaart. Deze bestemming biedt ruimte aan spoorlijnen en spoorwegvoorzieningen. Verkeer - Verblijf De gronden met de bestemming Verkeer Verblijf zijn in hoofdzaak bestemd voor wegen en straten en voet- en rijwielpaden waarbij gestreefd wordt naar een inrichting gericht op zowel de stroom- als verblijfsfunctie van het verkeer. Wonen De bestemming Wonen is gelegd op de gronden van de te behouden woning aan de Graswijk 25a. Bedrijventerrein Uit te werken Het grootste deel van het plangebied heeft de bestemming Bedrijventerrein Uit te werken. Aangezien de invulling van het bedrijvenpark gefaseerd zal verlopen en daarnaast afhankelijk is van bedrijven die zich willen vestigen, biedt deze regeling het bevoegd gezag de mogelijkheid om het terrein in dit bestemmingsplan als bedrijventerrein aan te merken, maar later uit te werken. In de uitwerkingsregels bij deze bestemming is aangegeven dat de uitwerking plaatsvindt conform het Stedenbouwkundig Plan Werklandschap Assen-Zuid 1.2 Toelichting bij Opzet van het exploitatieplan Aanleiding

235 Het exploitatieplan is een nieuw instrument dat met het van kracht worden van de Wro (per 1 juli 2008) gemeenten de mogelijkheid biedt, maar ook verplicht, tot het verhalen van de kosten in verband met de grondexploitatie op particuliere grondeigenaren die zelf een bouwplan willen realiseren. Dit om te voorkomen dat deze kosten worden afgewenteld op de samenleving. Dit zogenaamde freeridersprobleem kwam herhaaldelijk voor bij de ontwikkeling van Vinex-locaties, waarbij ontwikkelaars wel profiteerden van de lusten van een bestemmingsplan, maar niet wilden delen in de lasten en daartoe publiekrechtelijk niet toe gedwongen konden worden. Naast het kostenverhaal heeft een exploitatieplan ook de functie van vereveningsinstrument. Dit betekent dat de bestemmingen met de hoogste opbrengstpotentie ook het meeste bijdragen in de kosten. Verplichting tot vaststellen van een Exploitatieplan Bij het ontwerpbestemmingsplan Werklandschap Assen Zuid is de gemeente Assen wettelijk verplicht (conform artikel 6.12 eerste lid Wro) tot vaststelling van een exploitatieplan, omdat: 1. Het bestemmingsplan bouwplannen mogelijk maakt, als bedoeld in artikel Bro; 2. De gemeente Assen niet alle gronden waarop bouwplannen mogelijk worden gemaakt in eigendom heeft; 3. Niet met alle particuliere grondeigenaren een overeenkomst is gesloten inzake de grondexploitatie (zogenaamde anterieure overeenkomsten). Ter uitvoering en realisatie van het exploitatiegebied in overeenstemming met het vastgestelde bestemmingsplan Werklandschap Assen Zuid, heeft de gemeente een exploitatieplan vastgesteld. Procedure De procedure van het exploitatieplan is verbonden aan de procedure van het bestemmingsplan. Op de voorbereiding van een exploitatieplan is evenals bij een bestemmingsplan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing, hetgeen inhoudt dat het exploitatieplan gedurende zes weken ter inzage wordt gelegd, binnen welke termijn belanghebbenden een zienswijze in kunnen dienen. Het bestemmingsplan en exploitatieplan zullen tegelijkertijd door de gemeenteraad worden vastgesteld (art lid 4 Wro). Van deze vaststelling ontvangen eigenaren van gronden gelegen in het exploitatiegebied binnen 4 weken bericht (art lid 2 Wro). Daarnaast zal voor alle percelen in het exploitatieplan waarop een exploitatiebijdrage rust een aantekening worden gemaakt in het gemeentelijke register van publiekrechtelijke beperkingen als bedoeld in de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen. Functie van het exploitatieplan Voor ontwikkeling van het Werklandschap Assen-Zuid heeft dit exploitatieplan slechts een beperkte functie. De gemeente is immers voornemens om alle voor de ontwikkeling benodigde gronden in het Exploitatiegebied zelf te verwerven en heeft daartoe reeds eerder een voorkeursrecht op deze gronden gevestigd. De gemeente Assen kiest voor actief grondbeleid, zoals vastgelegd in de Nota Grondbeleid Desondanks is zelfrealisatie door particuliere ontwikkelaars niet volledig uit te sluiten. Inhoud Het exploitatieplan, de bijbehorende kaarten en de in het exploitatieplan opgenomen exploitatieopzet vormen de juridische basis om conform afdeling 6.4 van de Wro en afdeling 6.2 van het Bro de door de gemeente gemaakte en te maken kosten in het kader van de ontwikkeling Werklandschap Assen-Zuid te verhalen op eigenaren van in het exploitatiegebied gelegen gronden waarop het bestemmingsplan de ontwikkeling van een bouwplan mogelijk maakt. Het kostenverhaal vindt plaats bij de verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwplan. De exploitatieopzet beschrijft de kosten en opbrengsten in het plan en op welke wijze de kosten toegerekend worden aan de verschillende eigenaren. In dit verband omschrijft het exploitatieplan welke werken en werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in het kader van het bouwrijp maken, de aanleg van nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte. Bij ontwikkeling van gronden binnen het exploitatiegebied dient het exploitatieplan in acht te worden genomen

236 Voor het uitgewerkte exploitatiegebied kan een exploitatiebijdrage per eigenaar worden berekend. Voor gronden in het nog nader uit te werken exploitatiegebied waar vooralsnog geen omgevingsvergunning kan worden verleend, hebben de onderdelen van dit exploitatieplan conform art 6.13 lid 3 Wro een globale inhoud. Jaarlijkse herziening Bij de exploitatieopzet wordt er gerekend met ramingen en een tijdsplanning voor het gehele proces. Gedurende het proces worden vrijwel altijd afwijkingen van de eerdere ramingen geconstateerd en kunnen werkelijk gerealiseerde kosten hoger of lager uitvallen. Om deze reden is in de Wro (art. 6.15) bepaald dat het exploitatieplan, nadat het in werking is getreden, minimaal jaarlijks moet worden herzien totdat alle werken, werkzaamheden en maatregelen die in het exploitatieplan zijn voorzien, zijn gerealiseerd. Een herziening kan los van het bestemmingsplan plaatsvinden. Deze herziening kan bestaan uit nietstructurele onderdelen als een uitwerking en detaillering van de ramingen van kosten en opbrengsten, indexering of het vervangen van de ramingen van de kosten door gerealiseerde kosten. Een besluit tot herziening van een exploitatieplan op uitsluitend niet-structurele onderdelen wordt voorbereid conform de reguliere procedure van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Bekendmaking geschiedt dan volgens artikel 3:42 Awb. Als een herziening op andere onderdelen ziet, dan wordt een ontwerpherziening conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in procedure gebracht, ontvangen grondeigenaren bericht, kunnen belanghebbenden een zienswijze indienen en staat beroep open tegen vaststelling van de herziening bij de Raad van State. 1.3 Toelichting bij Begrenzing van het exploitatiegebied Het bestemmingsplan Werklandschap Assen Zuid voorziet in de herontwikkeling van het gebied in de stadsrandzone van Assen en wordt aan de westzijde begrensd door de A28 aan de noordzijde door de N33 aan de oostzijde door het spoor en aan de zuidzijde door de hoofdwatergang van het Waterschap Hunze & Aa s. Het Exploitatiegebied valt grotendeels samen met het bestemmingsplangebied, waarbij de volgende onderdelen buiten het exploitatiegebied zijn gelaten: I. Het huidige tracé van het spoorvak Meppel-Groningen. Hier worden geen nieuwe bouwplannen conform artikel Bro mogelijk gemaakt. Tevens hoeven hier geen voorzieningen van openbaar nut te worden gerealiseerd. II. De zogenoemde spoorse aanpassingen aan de oostzijde van het spoorvak. Hier worden geen nieuwe bouwplannen conform artikel Bro mogelijk gemaakt. De spoorse aanpassingen worden gefinancierd vanuit het RB-OV en staat financieel en ruimtelijk-functioneel gezien los van de ontwikkeling van het werklandschap door de gemeente Assen. Het profijt en de toerekenbaarheid van deze ingrepen voor de nieuwe te vestigen bedrijven is niet aangetoond. Daardoor kan er geen sprake zijn van kostenverhaal. III. Het huidige tracé van de N33. Hier worden geen nieuwe bouwplannen conform artikel Bro mogelijk gemaakt. De verdubbeling van N33 door Rijkswaterstaat staat financieel en ruimtelijkfunctioneel gezien los van de ontwikkeling van het werklandschap door de gemeente Assen. Het profijt en de toerekenbaarheid van deze ingrepen voor de nieuwe te vestigen bedrijven is niet aangetoond. Daardoor kan er geen sprake zijn van kostenverhaal. IV. Het Tuincentrum (Graswijk 22a) met bedrijfswoning (Graswijk 20). Deze beide objecten zijn volledig ingepast. Hier worden geen nieuwe bouwplannen conform artikel Bro mogelijk gemaakt. Tevens worden geen voorzieningen van openbaar nut gerealiseerd. V. De woning Graswijk 22. Dit object is volledig ingepast. Hier worden geen nieuwe bouwplannen conform artikel Bro mogelijk gemaakt. Tevens worden geen voorzieningen van openbaar nut gerealiseerd

237 VI. De te behouden groenpercelen (met eventueel aanwezige opstallen) Deze percelen zijn volledig ingepast. Hier worden geen nieuwe bouwplannen conform artikel Bro mogelijk gemaakt. Tevens hoeven hier geen voorzieningen van openbaar nut te worden gerealiseerd. Het exploitatieplan heeft betrekking op het exploitatiegebied. Het exploitatiegebied is weergegeven op de kaart 1 horende bij het Exploitatieplan. Het exploitatiegebied geeft de begrenzing aan van het gebied waarbinnen kosten via de omgevingsvergunning verhaald kunnen worden. 1.4 Toelichting bij Het voorgenomen grondgebruik Het voorgenomen grondgebruik binnen het exploitatiegebied is bepaald op basis van het bestemmingsplan. De onderverdeling van het nader uit te werken bedrijventerrein tot uitgeefbare kavels en openbaargebied is gebaseerd op het totaal aan 60 hectare netto bedrijfsterrein, zoals vastgelegd in het bestemmingsplan. 1.5 Toelichting bij De te verwerven gronden Gedurende de exploitatietermijn kunnen percelen van eigenaar verwisselen. De grondeigenaren zijn dus slechts een momentopname. De eigenaar op moment van aanvraag van de omgevingsvergunning is de exploitatiebijdrage verschuldigd, tenzij het kostenverhaal op andere wijze is verzekerd. 1.6 Toelichting bij Dekking van het tekort van het Exploitatieplan In gevolge artikel onder m Bro dient de gemeente aan de geven hoe een eventueel tekort op het exploitatieplan wordt gedekt. De financiële consequenties van het exploitatieplan worden meegenomen in de gemeentelijke grondexploitatie Werklandschap Assen-Zuid. Deze grondexploitatie Werklandschap Assen-Zuid heeft een tekort. Bij vaststelling van het Exploitatieplan heeft de gemeenteraad van Assen tevens de grondexploitatie vast gesteld. Met dit openbare besluit heeft de gemeenteraad de financiële uitvoerbaarheid zeker gesteld. 1.7 Toelichting bij de Citeertitel De citeertitel wordt gebruikt in besluiten en beleidsdocumenten van de gemeente Assen indien wordt verwezen naar het Exploitatieplan Werklandschap Assen-Zuid Toelichting bij de Leeswijzer bij het Exploitatieplan Dit document bestaat uit het Exploitatieplan (onderdeel I) met de bijbehorende kaarten en bijlagen en de toelichting op het exploitatieplan (onderdeel II) met bijlagen. Juridisch gezien dienen het exploitatieplan en de toelichting van elkaar onderscheiden te worden. Het exploitatieplan en de bijbehorende kaarten en bijlagen zijn juridisch bindend. De toelichting inclusief de bijlagen zijn niet juridisch bindend

238 2 TOELICHTING BIJ DE OMSCHRIJVING VAN WERKEN EN WERKZAAMHEDEN In paragraaf 2.1, 2.2 en 2.3 zijn de benodigde werken, werkzaamheden en voorzieningen omschreven, die betrekking hebben op het bouwrijp en woonrijp maken van het uitgeefbare gebied, de aanleg van de nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte. Het is wettelijke verplicht om een opsomming van de werkzaamheden in het kader van het bouwrijp maken op te nemen in het exploitatieplan. In het vervolg van de realisatie zullen deze werkzaamheden nader worden gedetailleerd in een inrichtingsplan voor de openbare ruimte

239 3 TOELICHTING BIJ DE EISEN EN REGELS 3.1 Toelichting bij ARTIKEL 1 Geen nadere toelichting 3.2 Toelichting bij ARTIKEL 2 Artikel 2 geeft een procesomschrijving hoe en onder welke voorwaarden de door een exploitant aangelegde openbare voorzieningen zal worden overgenomen door de gemeente Assen. De in artikel 2 bedoelde procesomschrijving is als volgt. De exploitant dient eerst, voordat gestart kan worden met werken en werkzaamheden, een plan van aanpak ter instemming aan het college van B&W voor te leggen. Vervolgens dient, na instemming hiermee, een bestek voor werken en werkzaamheden ter instemming aan het college van B&W voorgelegd te worden. Hierna dient de exploitant overeenkomstig artikel 3 een aanbestedingsprotocol aan het college van B&W ter instemming voor te leggen en na instemming met het besluit tot gunning door het college van B&W kan gestart worden met de uitvoering van werken en werkzaamheden. Daarnaast is de exploitant verantwoordelijk voor de aanvraag en coördinatie van de aanbesteding, de (voor-)financiering, verzekering voor de realisatie van de werken en alle benodigde vergunningen en goedkeuringen van instanties. Tot het moment van overname van de openbare voorzieningen door de gemeente Assen zijn alle kosten die verband houden met de werken voor rekening van de exploitant, waaronder in ieder geval haar interne kosten, administratiekosten, belastingen, leges, verzekeringen, adviezen van derden, taxaties, beheerskosten, onderhoudskosten, onderzoeken door derden, financieringskosten en procedurekosten bij eventuele geschillen met derden. Tot slot is in dit artikel een regel gereserveerd voor het stadium van een herziening van het exploitatieplan. In dat stadium worden gemeentelijke kwaliteitseisen (inrichtingsplan) opgesteld en in de herziening van het exploitatieplan opgenomen. 3.3 Toelichting bij ARTIKEL 3 Artikel 3 geeft de aanbestedingsregels weer. Hiermee wordt verzekerd dat de werken conform de vigerende overheidsregels worden aanbesteed. Door het hanteren van aanbestedingsregels hebben ook alle overige exploitanten in het exploitatiegebied de zekerheid van marktconforme prijzen bij afrekening van het exploitatieplan. Het Inkoopbeleid van de gemeente Assen versie 29 april 2005 is bijgevoegd in bijlage Toelichting bij ARTIKEL 4 Het werklandschap Assen-Zuid watert af op De Drentsche Aa. Het Waterbedrijf Groningen is echter afhankelijk van waterkwaliteit van De Drentsche Aa voor de productie van voldoende drinkwater. Bij het ontwerp van het watersysteem zal aandacht worden besteed aan het verminderen van de kans op een lagere waterkwaliteit en het monitoren van de waterkwaliteit. Hiertoe dienen de kavels op een juiste manier af te wateren op de aanwezige voorzieningen

240 3.5 Toelichting bij ARTIKEL 5 Tijdens de planontwikkeling voor het werklandschap Assen-Zuid is veel aandacht besteed aan een energetisch duurzaam werklandschap. De aanleg van bijvoorbeeld een collectief warmtenet en een collectief elektriciteitsnet (zogenaamd Smartgrid) naast de traditionele gasaansluiting worden sterk overwogen. De markt voor duurzame concepten is echter zeer dynamisch waardoor het noodzaak is flexibel op deze ontwikkelingen te kunnen inspelen. In dit artikel is een regel gereserveerd voor de herziening van het exploitatieplan indien een definitieve keuze is gemaakt voor het energiesysteem. 3.6 Toelichting bij ARTIKEL 6 De hoofdinfrastructuur is opgenomen in het voorliggende uitwerkingsplan (NL.IMRO UW A-B001), maar zal gefaseerd worden gerealiseerd. Hoofdstructuur fase I omvat de aanleg van de afrit TT naar de huidige Graswijk (ten westen van de Graswijk) en staat aangeduide met de onderdelen C2 en C1 op bijlage 4. Het resterende deel van de hoofdontsluiting (ten oosten van de Graswijk) en staat aangeduide met de onderdelen A1 en A2 op bijlage 4. De realisatie van Fase I zal uiterlijk in de eerste helft van 2013 van start moeten gaan, om daarmee voorafgaand aan de oplevering van bedrijfskavels te zorgen voor een afdoende ontsluiting van het bedrijventerrein. Het resterende deel van de hoofdontsluiting (fase II) zal aan het einde van de planperiode worden aangelegd. Deze planning is nog afhankelijk van de definitieve realisatiedatum van het NS-station en het ontwikkeltempo van het bedrijventerrein ten oosten van de Graswijk. Sturing op de verdere ontwikkeling van het nader te uit te werken exploitatiegebied gebeurt met het bestemmingsplan. Indien een volgende fase aan bod komt, zal er een uitwerkingsplan worden vastgesteld. 3.7 Toelichting bij ARTIKEL 7 Het leggen van koppelingen bij de ontwikkeling van het werklandschap Assen-Zuid gebeurt met het bestemmingsplan. Aan de hand van koppelingsregels wenst de gemeente te voorkomen dat werken en werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, worden uitgevoerd voordat voor de betreffende gronden een uitwerkingsplan in werking is getreden. Eerst dient een uitwerkingsplan van kracht te zijn voordat gestart kan worden met werken en werkzaamheden. 3.8 Toelichting bij ARTIKEL 8 In dit artikel zijn afwijkingsbepalingen opgenomen, te weten artikelen 8.3, 8.4 en 8.5. Artikel 8.3 lid 1 regelt dat, wanneer bij de ontwikkeling van het uitgewerkt exploitatiegebied, meer grond vrijkomt dan in die deelontwikkeling gebruikt kan worden dat deze grond elders in het exploitatiegebied gebruikt kan worden (principe van de gesloten grondbalans). Artikel 8.3 lid 2 regelt dat, wanneer bij de ontwikkeling van het uitgewerkt exploitatiegebied, grond tekort komt, deze grond nuttig gewonnen kan worden elders in het exploitatiegebied (principe van de gesloten grondbalans). Artikel 8.3 lid 3 regelt dat, wanneer bij de ontwikkeling van het uitgewerkt exploitatiegebied, tijdelijke voorzieningen kunnen worden aangelegd. Voorbeelden van tijdelijke voorzieningen zijn bouwwegen of een waterberging om per deelontwikkeling te kunnen voldoen aan de bergingseisen

241 Artikel 8.3 lid 4 regelt dat, wanneer bij de ontwikkeling van het uitgewerkt exploitatiegebied, nutsvoorzieningen (inclusief de bijbehorende vergunningsvrije gebouwen uit artikel 2 Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht). kunnen worden aangelegd. In artikel 8.4 is een mogelijkheid opgenomen om te kunnen afwijken van het thans geldende gemeentelijke inkoopbeleid voor het geval de gemeente na vaststelling van dit exploitatieplan dit beleid zou aanpassen. In artikel 8.5 is een algemene mogelijkheid opgenomen voor het instemmen met verzoeken tot afwijking van een regel. In dit lid is bepaald onder welke voorwaarde de toestemming om af te wijken verleend kan worden

242 4 TOELICHTING BIJ DE EXPLOITATIEOPZET De exploitatieopzet vormt de basis voor de berekening van de exploitatiebijdrage die betaald moet worden bij de afgifte van de omgevingsvergunning voor het bouwplan. In de exploitatieopzet worden alle kosten en opbrengsten geraamd die verbonden zijn met de exploitatie. De kosten worden vervolgens verdeeld (omgeslagen) over alle percelen waarop een bouwplan mogelijk is. Voor de berekening is niet relevant wie eigenaar is van de percelen, alle percelen delen volgens dezelfde systematiek in de kosten. Volgens art eerste lid, onder c Wro moet een exploitatieopzet uit de volgende onderdelen bestaan: 1. voor zover nodig een raming van de inbrengwaarden van de gronden, welke inbrengwaarden voor de toepassing van deze afdeling worden beschouwd als kosten in verband met de exploitatie van die gronden; 2. een raming van de andere kosten in verband met de exploitatie, waaronder een raming van de schade die op grond van artikel 6.1 voor vergoeding in aanmerking zou komen; 3. een raming van de opbrengsten van de exploitatie, evenals de peildatum van de onder 1 tot en met 3 bedoelde ramingen; 4. een tijdvak waarbinnen de exploitatie van de gronden zal plaatsvinden; 5. voor zover nodig een fasering van de uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en bouwplannen, en zo nodig koppelingen hiertussen; 6. de wijze van toerekening van de te verhalen kosten aan de uit te geven gronden. De indeling van dit hoofdstuk volgt de indeling zoals in artikel 6.13 eerste lid, onder c Wro en hierboven is weergegeven. 4.1 Toelichting bij Raming van de inbrengwaarden van de gronden Ingevolge artikel 6.13 eerste lid, onder c, ten eerste Wro dient een exploitatieopzet te bestaan uit, voor zover nodig, een raming van de inbrengwaarden van de gronden, welke inbrengwaarden worden beschouwd als kosten in verband met de grondexploitatie. In het derde lid van artikel 6.13 Wro is bepaald hoe de inbrengwaarde met toepassing van de systematiek van de OW dient te worden vastgesteld. Om de inbrengwaarde van de gronden in het exploitatiegebied te ramen, worden ingevolge artikel Bro voor zover deze redelijkerwijs zijn toe te rekenen aan de inbrengwaarde van de gronden, gerekend de ramingen van: 1. de waarde van de gronden in het exploitatiegebied; 2. de waarde van de opstallen die in verband met de exploitatie van de gronden niet gehandhaafd kunnen worden; 3. de kosten van het vrijmaken van de gronden in het exploitatiegebied van persoonlijke rechten en lasten, eigendom, bezit of beperkt recht en zakelijke lasten; 4. de kosten van sloop, verwijdering en verplaatsing van opstallen, obstakels, funderingen, kabels en leidingen in het exploitatiegebied. Voor de raming van de inbrengwaarde wordt aangesloten bij de systematiek van de Onteigeningswet. Indien geen sprake is van onteigening wordt de inbrengwaarde van gronden vastgesteld met overeenkomstige toepassing van de artikelen 40b tot en met 40f van de Onteigeningswet (zoals bepaald in artikel 6.13, lid 5, eerste volzin Wro). Dit betekent dat de inbrengwaarden van de gronden worden vastgesteld tegen de werkelijke waarde van de zaak, en niet de denkbeeldige waarde die de zaak uitsluitend voor de persoon van de rechthebbende heeft (artikel 40b Ow). Daarbij wordt uitgegaan van de prijs, tot stand gekomen bij een veronderstelde koop in het vrije commerciële verkeer tussen een redelijk handelend verkoper en een redelijk handelend koper, waarbij slechts in bijzondere gevallen de werkelijke waarde naar andere maatstaf wordt bepaald

243 Bij een uitwerking van het bestemmingsplan ontstaan mogelijk inbrengwaarden voor eigenaren die nu nog in het uit te werken gebied vallen. Het exploitatieplan zal dan structureel worden herzien. Deze structurele wijziging is nu het geval. De ontwerpherziening wordt conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in procedure gebracht, ontvangen grondeigenaren (opnieuw) bericht, kunnen belanghebbenden een zienswijze indienen en staat beroep open tegen vaststelling van de herziening bij de Raad van State. De taxatie van de inbrengwaarden per is uitgevoerd door de heer I. Vermeulen beëdigd rentmeester NVR en register makelaar-taxateur werkzaam bij rentmeesterskantoor Noorderstaete en opgenomen als bijlage Toelichting bij Raming van de andere kosten in verband met de exploitatie Criteria Op grond van artikel 6.13 zesde lid Wro moeten de kosten die in het exploitatieplan worden opgenomen tevens voldoen aan drie criteria: Profijt Het exploitatiegebied of een gedeelte daarvan moet nut ondervinden van de betreffende werken, werkzaamheden en maatregelen. Te denken valt aan fysiek nut (bij wegen of riolering bijvoorbeeld) of aan het feit dat door de voorzieningen en maatregelen een groter gebied kan worden ontwikkeld. Toerekenbaarheid De kosten zouden zonder het plan niet gemaakt worden of worden mede ten behoeve van het plan gemaakt. Proportionaliteit Als meerdere locaties profijt hebben van een voorziening, werk of maatregel, worden de kosten naar rato verdeeld. Macro-aftopping Op grond van artikel 6.16 Wro mogen niet meer kosten verhaald worden dan er aan opbrengsten zijn in het plan, dit wordt ook wel macro-aftopping genoemd. Opgenomen kostensoorten Begroting op basis van ramingen De in de exploitatieopzet opgenomen begroting van kosten is voor een groot deel gebaseerd op ramingen. Bij de jaarlijkse herziening van het exploitatieplan worden voor zover nodig de ramingen aangepast of vervangen door gerealiseerde kosten. De raming van de aanlegkosten per is gedateerd op 18 april 2011 en is uitgevoerd door de heer ing. E.E. Visser werkzaam bij Advies- en ingenieursbureau DHV en bijgevoegd als bijlage 3 bij de toelichting. Bijlage 4 geeft een kaart met de onderdelen waarop deze raming betrekking heeft. Kosten grondwerken, sanering en aanleg voorzieningen a. Grondwerken (art sub b Bro) De kosten voor grondwerken, waaronder grondverzet, ontgravingen, dempen en zandvulling, zijn gebaseerd op kengetallen per m³. De watertoets horende bij het bestemmingsplan laat een met name aan de westzijde langs de A28 slecht ontwaterde gebieden zien. Waarschijnlijk is grootschalig grondverzet in combinatie met drainage en grondverbetering noodzakelijk om te komen tot bouwkavels met voldoende

244 drooglegging. Na het opstellen van de grondbalans zal er meer duidelijkheid ontstaan over het exacte grondverzet. Een nadere detaillering van de ontwikkelgebieden is hierbij noodzakelijk. De kosten voor grondwerken, waaronder grondverzet, ontgravingen, dempen en zandvulling, zijn gebaseerd op ervaringskengetallen per m³ en afkomstig van de afdeling Grondzaken van de gemeente Assen. b. Saneringskosten (art sub b Bro)] Uit de milieukundige inventarisatie die is bijgevoegd bij het ontwerp bestemmingsplan blijkt dat zich binnen het exploitatiegebied een viertal voormalige stortplaatsen bevinden in het nader te detailleren gebied. De gemeente Assen zal in dergelijke gevallen functiegericht laten saneren. Het is echter nog onbekend welke functie zich waar in het uit te werken gebied zal bevinden. De kosten voor de milieusanering zijn gebaseerd op ervaringskengetallen per m³ afkomstig van de afdeling Milieu van de gemeente Assen. c. Aanleg voorzieningen binnen het exploitatiegebied (art sub c Bro) De binnen het exploitatiegebied aan te leggen voorzieningen vallen onder artikel Bro, wat betekent dat de kosten van deze voorzieningen in beginsel in het exploitatieplan mogen en moeten worden opgenomen. De kosten hiervoor zijn geraamd op basis van ervaringskengetallen per m³ en afkomstig van de afdeling Grondzaken van de gemeente Assen. Planschade In het kader van de structuurvisie Florijn-As is een planschade risicoanalyse uitgevoerd voor het project Assen-Zuid door het bureau SAOZ. Het betreft hier een taxatiebedrag van Het taxatierapport voor het deelgebied Assen-Zuid is bijgevoegd in bijlage 6. Kosten nutsvoorzieningen Conform artikel sub a Bro worden alleen die kosten van nutsvoorzieningen ten laste van het exploitatieplan gebracht die niet via de gebruikstarieven kunnen worden gedekt. In dit geval betreft het de verlegging van nutsvoorzieningen die niet door de nutsbedrijven zelf wordt bekostigd (derhalve geen vervangingsinvesteringen) en de aanleg van nieuwe riolering (artikel sub b Bro). Wat betreft de nutsvoorzieningen zijn de kosten die als onrendabele top kunnen worden aangemerkt opgevoerd in de exploitatieopzet. Het betreft hier de voorinvesteringen bij de aanleg van het netwerk, die niet volledig kunnen worden gedekt vanuit de aansluittarieven van de zich vestigende bedrijven. Kosten van voorzieningen geheel ten behoeve van het exploitatiegebied Alle binnenplanse voorzieningen baten alleen het exploitatiegebied. Voor wat betreft de binnen het exploitatiegebied gelegen wegen geldt dat zij uitsluitend een functie hebben voor het exploitatiegebied. De hoofdontsluiting zorgt voor een directe en snelle aansluiting van het bedrijventerrein op het Rijkswegennet. Deze hoofdontsluiting is belangrijk om gedurende de gebiedsontwikkeling flexibel te kunnen inspelen op de marktvraag naar de diverse bedrijfskavels. De gefaseerde ontwikkeling van het werklandschap is een belangrijk uitgangpunt in het stedenbouwkundig plan. Het verleggen van de doorgaande verkeersfunctie van de Graswijk naar een de nieuwe hoofdontsluiting heeft als bijkomende voordeel, dat er een verblijfsmilieu ontstaat langs de Graswijk, waardoor het segment woon-werken hier mogelijk wordt gemaakt. Bovenwijkse voorzieningen gelegen in het exploitatiegebied Dergelijk kosten zijn niet van toepassing aangezien dergelijk elementen (de spoorse aanpassingen) buiten het exploitatiegebied zijn gelaten d. Aanleg voorzieningen buiten het exploitatiegebied (art sub e Bro) Het exploitatiegebied zal aan de zuidwest zijde worden ontsloten door een nieuwe te realiseren aansluiting op de A28. De definitieve vormgeving van deze aansluiting is nog niet vastgesteld. Op basis van een SSK

245 raming en opslagen voor planvorming en engineering (VTU) zijn deze kosten geraamd op ongeveer 13 miljoen. Op basis van een de huidige verkeersmodellen wordt de onderstaande verdeling van de toekomstige verkeersstromen verwacht: - 25% richting TT-circuit (nadat verbinding is gerealiseerd) - 10% doorgaand verkeer richting Assen of Hooghalen - 65% verkeer met de bestemming of herkomst vanuit het werklandschap Assen-Zuid Feitelijk kan deze bovenwijkse voorziening dus op basis van de criteria profijt, proportionaliteit en toerekenbaarheid voor 65% x 13 mln. = 8,5 mln worden toegerekend. De afrit Assen-Zuid-Zuid wordt echter gefinancierd vanuit het RB-Assen en de toewijzing van een eigen bijdrage door de gemeente Assen aan de diverse onderdelen is nog niet vastgesteld. Daarom is er voorlopig voor gekozen om de kosten van de afrit Assen-Zuid-Zuid niet toe te rekenen in dit exploitatieplan e. Planontwikkelingskosten (art g t/m j Bro) Onder planontwikkelingskosten vallen kosten voor voorbereiding en toezicht civieltechnische werkzaamheden, uitvoering van grondaankopen, stedenbouwkunde, planeconomie, juridica, project- en procesmanagement, landmeting, communicatie, gronduitgifte en ruimtelijke ordening. Door een ministeriële regeling kan een maximum worden gesteld aan de te verhalen planontwikkelingskosten (art Bro). Vooralsnog is deze regeling niet vastgesteld en geldt de maximering dus nog niet, maar zijn er wel concepten gepubliceerd, genaamd Plankostenscan. Op basis van het voorlopige door het ministerie van I&M (voorheen VROM) gepubliceerde model Plankostenscan versie III, 2009 is een berekening gemaakt van de hoogte van de toe te rekenen planontwikkelingskosten voor deze locatie (zie bijlage 5). De Plankostenscan berekent de maximaal toe te rekenen planontwikkelingskosten. Zodra de ministeriële regeling in werking is getreden zal het bedrag worden geactualiseerd. f. Tijdelijke exploitatie (art sub k Bro) Het betreft de beheerskosten binnen het exploitatiegebied zijnde: onderhoud van bouwwegen, herstel van beschadigde openbare ruimte, terreinbewaking, onderhouden en beheer van overig vastgoed (minus huuren pachtopbrengsten), inzaaien, klepelen en maaien van in gebruik zijnde bouwterreinen en bijkomende kosten voor gemeentelijke en waterschapsheffingen tot het moment van oplevering van een deelgebied. Deze kosten worden bepaald op basis van ervaringkengetallen per m2 en zijn per jaar afkomstig van de afdeling Grondzaken van de gemeente Assen. g. Gerealiseerde kosten Van de geraamde kosten (totaal te verwachten uitgaven minus de inbrengwaarden) is 3,8% reeds gerealiseerd per (Zie tabel 8). De gerealiseerde kosten bestaan voornamelijk uit de planontwikkelingskosten die zijn gerealiseerd. 4.3 Toelichting bij Raming van de opbrengsten van de exploitatie Naast kosten in verband met de grondexploitatie zijn er ook opbrengsten door de uitgifte van gronden. a. Belang bepalen opbrengstpotentie Om twee redenen wordt de opbrengstpotentie van het plan en van een individueel perceel bepaald. Ten eerste mag de gemeente slechts kosten verhalen voorzover er opbrengsten zijn in het plan (zie ook paragraaf 2.3 Macro-aftopping ). Daarnaast worden de kosten ook aan de hand van de opbrengstpotentie van de verschillende functies verdeeld over het exploitatiegebied. Allereerst wordt verder ingegaan op de opbrengsten die verkregen worden uit de uitgifte van gronden en wordt ingezoomd op opbrengstpotenties van de verschillende functies (2.4.1). Daarna wordt een overzicht gepresenteerd van de te ontvangen bijdragen en subsidies (2.4.2). In paragraaf worden de opbrengsten uitgezet in de tijd. b. Opbrengsten gronduitgifte en toerekening kosten aan Bouwkavels

246 Voor het bepalen van de opbrengstpotentie van de in het exploitatiegebied gelegen percelen wordt gebruik gemaakt van de uitgifteprijs van bouwrijpe grond, uitgedrukt in een prijs per m² uitgeefbare grond. De grondprijzen zijn gebaseerd op de getaxeerde uitgifteprijzen (prijspeil 2011) 3. De genoemde prijzen zijn gemiddelde prijzen die gelden voor het exploitatieplan Werklandschap Assen Zuid 4. In welke mate een perceel bijdraagt in de kosten van de exploitatie hangt samen met de grondopbrengst die op het perceel gerealiseerd wordt. De hoogte van de grondopbrengst is afhankelijk van het programma dat op de locatie mogelijk is. Als uitgiftecategorieën gerealiseerd worden met een hogere grondopbrengst, dan dient een groter aandeel in de kosten bijgedragen te worden. Om te berekenen wat de opbrengstpotentie per perceel is, zijn eerst de uitgeefbare m² s grondoppervlak per perceel bepaald. Vervolgens is deze oppervlakte vermenigvuldigd met de uitgifteprijs voor de type uitgiftecategorie dat op het betreffende perceel wordt bestemd. c. Opbrengsten uitgezet in de tijd Het exploitatieplan legt geen fasering op ten aanzien van de realisatie van de bebouwing binnen het exploitatiegebied. Ten behoeve van de berekening moet wel een aanname gedaan worden voor wat betreft het tijdstip van de verwachte kosten en opbrengsten. In dit kader wordt een gelijkmatige verdeling van de opbrengsten gehanteerd over de exploitatieperiode, beginnend in De uitgifte van gronden in de eerste fase van het bestemmingsplan wordt in 4 jaren gerealiseerd, te beginnen in De uitgifte van gronden in de nog uit te werken delen van het bestemmingsplan wordt in een tijdvak van 8 jaren gerealiseerd, te beginnen in Hierbij wordt gestart met de westelijk gelegen gronden aan de A28 en als deze uitgegeven zijn wordt het oostelijke gedeelte langs de spoorlijn uitgegeven, te beginnen in het zuiden richting het noorden. Bij de jaarlijkse herziening van het exploitatieplan zal deze fasering worden geactualiseerd. 4.4 Toelichting bij Aanduiding tijdvak Als startdatum voor de exploitatieopzet geldt 1 januari 2012 en als einddatum 31 december Toelichting bij Aanduiding van de fasering Gestart met die delen van het bestemmingsplan die reeds een eindbestemming hebben gekregen. De overige bestemmingen zijn globaal bestemd en nog uit te werken. Het exploitatiegebied krijgt gefaseerd een eindbestemming. 4.6 Toelichting bij Wijze van toerekening van te verhalen kosten aan de uit te geven gronden De wijze van toerekening van de te verhalen kosten aan de uit te geven gronden omvat twee stappen: (1) het bepalen van de maximaal te verhalen kosten, en (2) de toerekening van de maximaal te verhalen kosten aan de uit te geven gronden. Ad 1: Het bepalen van de maximaal te verhalen kosten 3 Taxatie van de uitgifteprijzen per is gedateerd op 13 april 2011 en is uitgevoerd door de heer ing. J.J. Claus beëdigd rentmeester NVR / taxateur RT werkzaam bij ingenieursbureau Oranjewoud. 4 Hierbij behoudt de gemeente overigens de vrijheid om in concrete gevallen op basis van het gronduitgifteprijsbeleid aan de hand van maatwerk bij de uitgifte van gronden een andere prijs overeen te komen

247 De raming van de opbrengsten is van belang voor de omvang van de te verhalen kosten. Van de verhaalbare kosten worden de opbrengsten van bijdragen en subsidies van derden en de opbrengsten die worden verkregen of toegekend in verband met het in exploitatie brengen van gronden die in de naaste toekomst voor bebouwing in aanmerking komen, afgetrokken. In een exploitatiegebied worden de kosten deels eerder gemaakt dan dat de exploitatiebijdrage ontvangen wordt. In een kasstroomschema wordt inzichtelijk gemaakt wanneer de kosten en opbrengsten verwacht worden. Toekomstige kosten en opbrengsten worden berekend door inflaties en rente-invloeden mee te rekenen. De rente in de exploitatieopzet in gelijkgesteld aan de omslagrente waarmee het grondbedrijf binnen de gemeente Assen wordt belast (zijnde 4,5%). Voor de kosten- en opbrengsteninflatie is aangesloten bij het streefpercentage voor de inflatie binnen de eurozone (zijnde 2%). De exploitatieopzet wordt jaarlijks geactualiseerd bij de herziening van het exploitatieplan. Ramingen worden daarbij vervangen door daadwerkelijk gemaakte kosten. De nog te maken kosten worden geactualiseerd op basis van de genoemde indexen. Indien de omslagrente binnen de gemeente Assen danwel het streefpercentage voor de inflatie van de ECB wijzigt, zullen deze indexen voor toekomstige kasstromen worden geactualiseerd

248 Ad 2: De toerekening van de maximaal te verhalen kosten aan de uit te geven gronden Ten behoeve van het bepalen van de exploitatiebijdrage worden in het exploitatieplan uitgiftecategorieën vastgesteld (artikel 6.18, lid 1 Wro). Per onderscheiden categorie wordt een basiseenheid vastgesteld in een hoeveelheid vierkante meters grondoppervlakte, een hoeveelheid vierkante meters vloeroppervlakte, of een andere hiermee vergelijkbare maatstaf als de terreinmaat (artikel 6.18, lid 2 Wro). In de exploitatieopzet is de basiseenheid een vierkante meter uit te geven grond. Door elke basiseenheid te vermenigvuldigen met een per categorie vastgestelde gewichtsfactor worden gewogen eenheden vastgesteld (artikel 6.18, lid 3 Wro). De wet geeft overigens geen regels voor het bepalen van de gewichtsfactoren. De opbrengstpotentie kan als een mogelijk en realistisch aanknopingspunt dienen. Door de opbrengstpotentie af te leiden van de uitgifteprijzen en te vertalen naar verhoudingscijfers (waarbij de laagst opbrengende categorie de gewichtfactor 1 krijgt) kunnen gewichtsfactoren worden berekend. Een uitgiftecategorie met een hogere opbrengstpotentie per basiseenheid betaalt als gevolg hiervan relatief meer mee per basiseenheid aan de verhaalbare kosten dan een uitgiftecategorie met een geringere opbrengstpotentie per basiseenheid. De gewogen eenheden in het exploitatiegebied worden bij elkaar opgeteld (artikel 6.18, lid 4 Wro). Het verhaalbare bedrag per gewogen eenheid is het ten hoogste verhaalbare bedrag, gedeeld door de som van de gewogen eenheden in het exploitatiegebied (artikel 6.18, lid 5 Wro). Een particuliere eigenaar betaalt alleen wanneer hij gronden exploiteert waarop het bestemmingsplan een bouwplan mogelijk maakt. Dit is het geval bij (art Bro): De bouw van één of meer woningen of hoofdgebouwen; De uitbreiding van een gebouw met minimaal 1000 m² of één of meer woningen; De verbouwing van één of meer gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden mits tenminste 10 woningen worden gerealiseerd of voor detailhandel/dienstverlening/kantoor of horecadoeleinden mits de cumulatieve oppervlakte minimaal m² bedraagt; De bouw van kassen met een oppervlakte met minimaal 1000 m². 4.7 Toelichting bij Percentage gerealiseerde kosten De gerealiseerde kosten zijn de planontwikkelingskosten per Door dit bedrag te delen op de totaal geraamde kosten ontstaat het percentage gerealiseerde kosten. Realisatievoortgang contante waarde per Totaal geraamde kosten (excl. inbrengwaarden) Al geïnvesteerd vermogen per Percentage gerealiseerd 3% TABEL 8: Gerealiseerde kosten

249 5 TOELICHTING BIJ DE KAARTEN EN BIJLAGEN VAN DEEL I 5.1 TOELICHTING BIJ KAART 1: Deze kaart geeft een ruimtelijk verbeelding van het vastgestelde exploitatiegebied op de GBKN, waarbij het uitgewerkte deel van het exploitatiegebied en de contour van het bestemmingsplan eveneens zijn weergegeven. 5.2 TOELICHTING BIJ KAART 2: Deze kaart geeft een ruimtelijk verbeelding van het vastgestelde exploitatiegebied op de luchtfoto, waarbij het uitgewerkte deel van het exploitatiegebied en de contour van het bestemmingsplan eveneens zijn weergegeven. 5.3 TOELICHTING BIJ KAART 3: Deze kaart geeft een ruimtelijk verbeelding van het ruimtegebruik gebaseerd op het bestemmingsplan binnen het aangewezen exploitatiegebied in totaliteit en in het uitgewerkte exploitatiegebied in het bijzonder. 5.4 TOELICHTING BIJ KAART 4: Deze kaart geeft een ruimtelijke verbeelding van de grondeigenaren die gelegen zijn binnen het aangewezen exploitatiegebied in totaliteit en in het uitgewerkte exploitatiegebied in het bijzonder 5.5 TOELICHTING BIJ KAART 5: Deze kaart geeft een ruimtelijk verbeelding van de uitgiftecategorieën die gelegen zijn binnen het aangewezen exploitatiegebied in totaliteit en in het uitgewerkte exploitatiegebied in het bijzonder 5.6 TOELICHTING BIJ BIJLAGE 1 Deze bijlage geeft een overzicht van de grondeigenaren en percelen gelegen binnen het exploitatiegebied. 5.7 TOELICHTING BIJ BIJLAGE 2 Deze bijlage geeft per eigenaar een overzicht van het ruimtegebruik van de opgenomen percelen in het exploitatiegebied. 5.8 TOELICHTING BIJ BIJLAGE 3 Deze bijlage geeft de betekenis van een aantal begrippen die in de tekst van het exploitatieplan en de toelichting worden gebruikt

250 BIJLAGE 1 BIJ DE TOELICHTING: TAXATIE INBRENGWAARDEN

251 TAXATIE INBRENGWAARDE WERKLANDSCHAP ASSEN-ZUID GEMEENTE ASSEN Taxatie van de inbrengwaarde van de gronden ten behoeve van de gebiedsontwikkeling Werklandschap Assen-Zuid herziening 2012 van de gemeente Assen. Assen, 1 augustus 2012 Kenmerk: Gemeente Assen-Assen Zuid(IV)07/ZW/012 Pagina 1 van 8

252 INHOUD 1. Inleidende informatie 1.1 Opdrachtgever 1.2 Deskundige 1.3 Aanleiding en opdracht 1.4 Doel 1.5 Uitgangspunten 1.6 Datum opname 1.7 Waardepeildatum 2. Basisgegevens 2.1 Algemene beschrijving 2.2 Eigenaren 2.3 Gebruik 2.4 Kadastrale aanduiding 2.5 Zakelijke rechten 2.6 Bestemming 2.7 Ligging 3. Uitgangspunten en overwegingen 3.1 Algemene uitgangspunten en overwegingen 3.2 Toelichting op de bepaling van de waarde en verstrekking van de overige informatie 4. Waardespecificatie Bijlagen: zie bijgevoegde lijst Kenmerk: Gemeente Assen-Assen Zuid(IV)07/ZW/012 Pagina 2 van 8

253 1. Inleidende informatie 1.1 Opdrachtgever Gemeente Assen De heer H.A.T. Langendijk Postbus RA ASSEN 1.2 Deskundige I. Vermeulen, beëdigd rentmeester, register makelaar-taxateur van onroerende zaken, voor Noorderstaete rentmeesters B.V., kantoorhoudende te Assen, Vaart-Zuidzijde 33, 9401 GG ASSEN; postadres: Postbus 312, 9400 AH ASSEN. 1.3 Aanleiding en opdracht Op 12 juni 2012 heeft de heer ir. H.A.T. Langendijk aan Noorderstaete rentmeesters B.V. de opdracht verstrekt voor het uitbrengen van een taxatie van de inbrengwaarde van de gronden voor de gebiedsontwikkeling Werklandschap Assen-Zuid van de gemeente Assen. 1.4 Doel De opdrachtgever inzicht verschaffen in: de inbrengwaarde van de gronden. Deze informatie over de waarde van de genoemde gronden is gewenst in verband met de gebiedsontwikkeling Werklandschap Assen-Zuid door de gemeente Assen. 1.5 Uitgangspunten De waarde is bepaald op basis van artikel Wro en Bro. 1.6 Datum opname April Waardepeildatum 1 augustus 2012 Kenmerk: Gemeente Assen-Assen Zuid(IV)07/ZW/012 Pagina 3 van 8

254 2. Basisgegevens 2.1 Algemene beschrijving Het betreft diverse kadastrale percelen en partijen inclusief de gemeente Assen. Het grootste deel van de gronden is in eigendom van de gemeente Assen. De overige partijen betreffen hoofdzakelijk particulieren, Waterschap Hunze en Aa s, Bureau Beheer Landbouwgronden en enige bedrijfsmatige partijen. 2.2 Eigenaren Zie de verwervingslijst zoals opgenomen in het exploitatieplan Werklandschap Assen- Zuid als bijlage Gebruik Agrarisch, percelen grasland, bouwland, natuur en woningen en bedrijfsgebouwen langs de lintbebouwing van Graswijk. 2.4 Kadastrale aanduiding Zie de verwervingslijst zoals opgenomen in het exploitatieplan Werklandschap Assen- Zuid als bijlage Zakelijke rechten De taxateur heeft geen titelonderzoek gedaan, waaruit zakelijke rechten anders dan opgegeven zouden blijken. De zakelijke rechten en publiekrechtelijke beperkingen staan vermeld op de kadastrale berichten van de objecten. Er is geen onderzoek verricht naar erfdienstbaarheden. 2.6 Bestemming Het bestemmingsplan is werklandschap Assen-Zuid en is vastgesteld op 27 oktober 2011, maar is nog niet onherroepelijk. Taxateur gaat er vanuit dat het bestemmingsplan ongewijzigd blijft, indien dit niet het geval is en dit gevolgen kan hebben voor de bestemmingen in onderhavig rapport, dient taxateur de waardering hiervan (deels) te herzien. Bij onderhavige waardering is vooralsnog als uitgangspunt dat de getaxeerde gronden de bestemming bedrijf, bedrijventerrein, groen en verkeer hebben. 2.7 Ligging De gronden liggen in het plan Werklandschap Assen-Zuid. Kenmerk: Gemeente Assen-Assen Zuid(IV)07/ZW/012 Pagina 4 van 8

255 3. Uitgangspunten en overwegingen 3.1 Algemene uitgangspunten en overwegingen Deze taxatie is gebaseerd op de volgende uitgangspunten/overwegingen. Deze taxatie is verricht op basis van prijspeil 1 juli De rapportage is gebaseerd op een buitenopname en de informatie die is verstrekt door de opdrachtgever en een uitgevoerde marktanalyse. Er is een beperkte kadastrale recherche verricht. Voor zover van toepassing zijn de vermelde waarden van onroerende zaken "kosten koper", (exclusief overdracht- en/of omzetbelasting, honorarium notaris, kadastraal recht etc.), tenzij anders vermeld. 3.2 Toelichting op de bepaling van de waarde en verstrekking van de overige informatie Inbrengwaarde De hoofdregel voor de inbrengwaarde is opgenomen in de Wro artikel Wro bepaalt: Indien geen sprake is van onteigening wordt de inbrengwaarde van gronden vastgesteld met overeenkomstige toepassing van de artikelen 40b tot en met 40f van de onteigeningswet. Voor gronden welke onteigend zijn of waarvoor een onteigeningsbesluit is genomen, of welke op onteigeningsbasis zijn of worden verworven, is de inbrengwaarde gelijk aan de schadeloosstelling ingevolge de onteigeningswet. De bepaling over inbrengwaarde in de Wro is nader uitgewerkt in het Bro. Artikel Bro bepaalt: Tot de kosten, bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, ten eerste, van de wet, worden, voor zover deze redelijkerwijs zijn toe te rekenen aan de inbrengwaarde van de gronden, gerekend de ramingen van: a) de waarde van de gronden in het exploitatiegebied; b) de waarde van de opstallen die in verband met de exploitatie van de gronden moeten worden gesloopt; c) de kosten van het vrijmaken van de gronden in het exploitatiegebied van persoonlijke rechten en lasten, eigendom, bezit of beperkt recht en zakelijke lasten; d) de kosten van sloop, verwijdering en verplaatsing van opstallen, obstakels, funderingen, kabels en leidingen in het exploitatiegebied. Voorstroken Bij het bepalen van de inbrengwaarde is geen rekening gehouden met de aanwezigheid van voorstroken. Bij het bepalen van de inbrengwaarde is er van uitgegaan dat er geen gronden binnen het plan aanwezig zijn die als voorstroken kunnen worden aangemerkt. Sloopkosten Bij het bepalen van de inbrengwaarde is rekening gehouden met eventueel relevante sloopkosten. Deze zijn ingeschat op basis van een geveltaxatie. De opstallen zijn niet onderzocht. Gezien de bouwjaren van de opstallen zal in een gedeelte van de opstallen asbest aanwezig zijn. Verder zijn er diverse schuren voorzien van asbestcementplaten. Kenmerk: Gemeente Assen-Assen Zuid(IV)07/ZW/012 Pagina 5 van 8

256 Overige schade art Wro Bij het bepalen van de inbrengwaarde is geen rekening gehouden met overige schade conform art Wro, De gemeente stelt dat zij bij verwerving uitgaat van minnelijke aankoop. Indien geen sprake is van onteigening wordt de inbrengwaarde van gronden vastgesteld met overeenkomstige toepassing van de artikelen 40b tot en met 40f van de onteigeningswet, zoals eerder beschreven in 3.2. Opbrengstpotentie te behouden opstallen in bestemmingsplan Een aantal opstallen in het exploitatieplan wordt ingepast in het nieuwe planologische regime. Als uitgangspunt is genomen dat de opbrengstpotentie overeenkomt met de inbrengwaarde. Voor de specificatie van de opbrengstpotentie wordt verwezen naar bijlage 1. Waardeonderbouwing Voor de inbrengwaarde in onderhavig rapport is een (complex)waarde gehanteerd welke aansluit op referentietransacties. De referenties waar de waarde op is gebaseerd zijn hieronder vermeld. Referentietransacties zonder opstallen: Aktenummer Aktedatum Grootte (ha) Koopsom/ha Plaats Assen Assen Assen Inbrengwaarde Voor het bepalen van de inbrengwaarde is een marktanalyse uitgevoerd. Voor de specificatie van de inbrengwaarde wordt verwezen naar de bijlage Totale inbrengwaarde fase ,00 Totale inbrengwaarde fase 1 hoofdinfra ,00 Totale inbrengwaarde fase 2 (nader uit te werken) ,00 Totale inbrengwaarde fase 2 hoofdinfra ,00 Totale inbrengwaarde ,00 ============ Waardespecificatie INBRENGWAARDE GRONDEN EN OPSTALLEN Waarde van de gronden en opstallen afgerond: ,00 ============ Zegge: elf miljoen driehonderdzestigduizend euro Kenmerk: Gemeente Assen-Assen Zuid(IV)07/ZW/012 Pagina 6 van 8

257 Aldus gedaan te goeder trouw, naar beste kennis en wetenschap, ondertekend in drievoud te Assen, d.d. 1 augustus 2012 I. Vermeulen Beëdigd rentmeester en register makelaar-taxateur Kenmerk: Gemeente Assen-Assen Zuid(IV)07/ZW/012 Pagina 7 van 8

258 Bijlagen 1. Taxatie van de inbrengwaarden Kenmerk: Gemeente Assen-Assen Zuid(IV)07/ZW/012 Pagina 8 van 8

259 Fase Eigenaar Openbaar Vastgoedwaarde Bro art sub a en b Behoud Opstallen Bro art sub b Kosten vrijmaken Bro art sub b Kosten sloop Bro art sub b Totale inbrengwaarde Uitgewerkt Eigenaar 01: Gemeente Assen Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Totaal inbrengwaarden in uitwerkingen Totaal inbrengwaarden nader uit te werken Totale inbrengwaarde Exploitatieplan werklandschap Assen-Zuid

260 BIJLAGE 2 BIJ DE TOELICHTING: TAXATIE UITGIFTEPRIJZEN

261

262

263 BIJLAGE 3 BIJ DE TOELICHTING: SSK RAMING VAN DE WERKEN

264 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Colofon SSK-2010 Rekenmodel ( ) Project: Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid Deelproject: Plangebied Assen-Zuid, deelgebieden E Projectfase: Schetsontwerpfase Opdrachtgever: Gemeente Assen Projectmanager: ing. P.E. Boer Projectleider: ir. A. van der Kaa Raming: Archivering: Type raming: Investeringsraming Project- of dossiernummer: BA Datum opstelling raming: 18 april 2011 Documentnummer raming: - Opsteller raming: ing. E.E. Visser Nummer kostenrapportage: Verwijzing naar.. Mede opstellers raming: - Bestandsnaam raming: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-E.xls Versie raming: 4 Pad opgeslagen raming: Status raming: Definitief Prijspeil raming: C:\Documents and Settings\nl70450\Desktop Toetsing: Parafering: Raming intern getoetst door: ing. F. Mooy Paraaf opsteller raming: Paraaf Datum interne toetsing: Paraaf interne toetser: Paraaf Raming extern getoetst door: ing. P van Delden Paraaf externe toetser: Paraaf Datum externe toetsing: - Paraaf projectleider: Paraaf Paraaf projectmanager: Paraaf DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 900. Printdatum: Printtijd: 16:21 Pagina 1 van 24 DHV B.V. Tabblad: Colofon Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-E.xls

265 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Keuzeparameters binnen de raming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Deelramingen aan- of uitzetten (vinkje = aan): Deelraming object 1, deelgebied E1 bouwrijpmaken TRUE Deelraming object 2, deelgebied E1, woonrijpmaken TRUE Deelraming object 3, deelgebied E2, bouwrijpmaken TRUE Deelraming object 4, deelgebied E2, woonrijpmaken TRUE Deelraming object 5, deelgebied E3 west, bouwrijpm TRUE Deelraming object 6, deelgebied E3 west, woonrijpm TRUE Deelraming object 7, deelgebied E3 oost, bouwrijpma TRUE Deelraming object 8, deelgebied E3 oost, woonrijpma TRUE Deelraming object 9 FALSE Deelraming object 10 FALSE Specifieke invoer investeringskosten: 0% [-] Organisatiegebonden reserveringen; als percentage over de gemiddelde investeringskosten - [ ] Onzekerheidsreserve investeringskosten; in te vullen door financier - [ ] Reservering scope wijzigingen investeringskosten; in te vullen door financier Specfieke invoer levensduurkosten: 0% [-] Organisatiegebonden reserveringen; als percentage over de gemiddelde investeringskosten - [ ] Onzekerheidsreserve levensduurkosten; in te vullen door financier - [ ] Reservering scope wijzigingen levensduurkosten; in te vullen door financier Centrale invoer van variabelen: Beschrijving variabele: Defaultwaarde variabele: Exclusief Inclusief of exclusief BTW? Inclusief Nee Bijzondere gebeurtenissen onderling correleren bij afhankelijke berekening? Nee Nee Procentuele risicoreserveringen onderling correleren bij afhankelijke berekening? Nee Ja Hoeveelheden onderling correleren bij afhankelijke berekening? Ja Ja Prijzen onderling correleren bij afhankelijke berekening? Ja 2011 Startjaar investeringskosten = start lifecycle - 0 Is het startjaar investeringskosten jaar 0 of jaar 1 in het model? 1 Nee Worden de investeringskosten als Contante Waarde berekend? Nee Nee Worden de levensduurkosten als Contante Waarde berekend? Nee 2011 Voor welk jaar wordt de Contante Waarde berekend? - Invoer variabelen voor berekening discontovoet: Beschrijving variabele: Opmerking: 0,00% Reële rente per jaar per ultimo 0,00% Inflatie (gemiddelde over de totale levensduur) per jaar per ultimo 0,00% Discontovoet (reëel) zonder inflatie en risicotoeslag per jaar per ultimo = (1+Reele_rente)*(1+Inflatie)-1 0,00% Risicotoeslag per jaar per ultimo 0,00% Discontovoet (reëel) zonder inflatie en risicotoeslag per jaar per ultimo = (1+Discontovoet_zonder_risicotoeslag)*(1+Risicotoeslag)-1 DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 900. Printdatum: Printtijd: 16:21 Pagina 2 van 24 DHV B.V. Tabblad: Keuzeparameters Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-E.xls

266 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Uitgangspunten kostenraming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Basisdocumenten: - Memo: - Tekening: Schetsontwerp plangebied, Gemeente Assen, d.d. 28 december Tekening: 6 dwarsprofielen, Gemeente Assen - Tekening: Wegontwerp, Gemeente Assen, d.d. 28 december Tekening: Matenplan Assen Zuid.dwg, Gemeente Assen, d.d. 14 februari 2011 Scope van de raming is: - Voorzieningen t.b.v. het plangebied conform schetsontwerp tekeningen - De scope van de raming bevat de deelgebieden E1, E2 en E3 - De drooglegging van de assen van de wegen is minimaal 1,10 m boven de hoogste streef- of stuwpeilen van het oppervlakte water - De kolken van de openbare wegen wateren af op een gescheiden rioolstelsel - Voor de dikte van het zand in zandbed voor de openbare wegen is 0,25 meter extra meegenomen t.b.v. het verbeteren van de draagkracht van de ondergrond - De staat van de huidige waterhuishoudkundige kunstwerken blijven gehandhaafd - De huidige oppervlakte- en grondwaterstanden blijven gehandhaafd - De huidige maaiveldhoogten zijn toereikend voor de minimale drooglegging van de deelgebieden m.u.v. deelgebied E1 - Binnen het plangebied E wordt een gesloten grondbalans toegepast - De huidige (pers)riolering in plangebied E2 wordt vervangen door een vrijverval riolering met een grotere capaciteit - De parallelweg wordt geamoveerd t.b.v. het aanbrengen van de vrijverval riolering - Op de nieuwe vrijverval rioolleiding wordt een vrijliggend tweezijdig bereden fietspad aangebracht - Over de te kruisen (transport)leidingen worden overkluizingen aangebracht RAMS(HE)-analyse Reliability, Availability, Maintainability, Safety, Health, Environment (Bedrijfszekerheid), Betrouwbaarheid (storingen-falen), Beschikbaarheid, Onderhoudbaarheid, Veiligheid, Gezondheid/Arbo, Omgeving/Milieu Realisatiefase Gebruik, Beheer & Onderhoudsfase LCC-analyse Life Cycle Cost Levenscycluskosten Printdatum: Printtijd: 16:21 Pagina 3 van 24 DHV B.V. Tabblad: Uitgangspunten Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-E.xls

267 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Uitgangspunten kostenraming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Planning, kasritme en Contante Waarde (CW) berekening - In de raming is geen aanname gedaan voor de kasritme Aan de raming zijn de volgende eisen verbonden: - De raming is een bedrijfseconomische raming (de invloeden van de markt zijn buiten beschouwing gelaten) - De raming is deterministisch doorgerekend - De ingeschatte nauwkeurigheid (variatiecoëfficiënt) van de deterministische raming is +/- 20% - In de raming zijn geen bijzondere gebeurtenissen uit het risicodossier opgenomen (benoemde risico's) - Het werkterrein van de civiel technische aannemer/opdrachtnemer is vrij van obstakels - De werkzaamheden vinden voor zover mogelijk overdag plaats op reguliere werkdagen, 8 uren per dag en 5 dagen per week - Op bijzondere werkdagen worden geen werkzaamheden verricht. (bouwvak, weekend, erkende Nederlandse feestdagen ect.). In de raming zijn wel kosten opgenomen voor: - Bouwkosten, inclusief kosten t.b.v. faseringen - Object overstijgende risicoreservering In de raming zijn geen kosten opgenomen voor: - Geen rekening gehouden met (object)risico's bouwkosten - Geen rekening gehouden met vastgoedkosten - Geen rekening gehouden met engineeringskosten - Geen rekening gehouden met overige bijkomende kosten - Geen rekening gehouden met het aanbrengen van bestaande kabels en leidingen (nutsvoorzieningen) - Geen rekening gehouden met het verleggen van bestaande kabels en leidingen - Geen rekening gehouden met tijdelijke verkeersmaatregelen anders dan omleidingsroutes - Geen rekening gehouden met kosten voor tijdelijke parkeerplaatsen c.q. parkeervoorzieningen - Geen rekening gehouden met geluidswerende en/of geluidsreducerende voorzieningen - Geen rekening gehouden met vervuilde vrijkomende materialen (slib-, bodem-, grond-, puinverontreinigingen etc.) - Geen rekening gehouden met mogelijke saneringen van grondwaterverontreinigingen - Geen rekening gehouden met kosten voor mogelijke milieukundige saneringen - Geen rekening gehouden met kosten voor archeologie anders dan onderzoeken - Geen rekening gehouden met kosten voor explosieven anders dan onderzoeken - Geen rekening gehouden met versneld afschrijven van bestaande objecten - Geen rekening gehouden met mogelijke (externe) financiële dekkingsgelden - Geen rekening gehouden met kosten voor beheer en onderhoud, exploitatiekosten etc. (levensduurkosten) Printdatum: Printtijd: 16:21 Pagina 4 van 24 DHV B.V. Tabblad: Uitgangspunten Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-E.xls

268 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Code Samenvatting raming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Kostengroepen Voorziene kosten Risicoreservering Totaal Verdeling Jaar Jaar Totaal Directe kosten Directe kosten Indirecte kosten kosten Start Eind LCC Kostencategorieën Benoemd Nader te detailleren Van T/m Investeringskosten (indeling naar categorie): BK Bouwkosten % VK Vastgoedkosten % EK Engineeringskosten % OBK Overige bijkomende kosten % SUBINV Subtotaal investeringskosten % OORINV Totaal objectoverstijgende risicoreservering investeringskosten % INVDET Subtotaal investeringskosten deterministisch % SINV Scheefte investeringskosten (n.v.t. bij deterministische berekening) - - 0% INVEXC Totaal investeringskosten deterministisch (exclusief BTW) % BTW BTW (maar niet over heffingen, leges, e.d.) Exclusief % INVINC Totaal investeringskosten exclusief BTW % Bandbreedte: met 70% zekerheid liggen de projectkosten (excl. BTW) tussen en en Variatiecoëfficiënt: schatting (+/-) bij deterministische berekening hier invullen 20% 20% Levensduurkosten: SUBLEV Subtotaal levensduurkosten % OORLEV Totaal objectoverstijgende risicoreservering levensduurkosten - - 0% LEVDET Subtotaal levensduurkosten deterministisch % SLEV Scheefte levensduurkosten (n.v.t. bij deterministische berekening) - - 0% LEVEXC Totaal levensduurkosten deterministisch (exclusief BTW) % BTW BTW (maar niet over heffingen, leges, e.d.) Exclusief % LEVINC Totaal levensduurkosten exclusief BTW % Bandbreedte: met 70% zekerheid liggen de projectkosten (excl. BTW) tussen - en - - en - Variatiecoëfficiënt: schatting (+/-) bij deterministische berekening hier invullen - - PKBTW Projectkosten exclusief BTW % PKBTWLCC Projectkosten exclusief BTW % 9% 100% Budgetvaststelling investeringskosten: INVBTW Totaal investeringskosten exclusief BTW INVRESERVE Onzekerheidsreserve (in te vullen door financier) - - INVSCOPE Reservering scope wijzigingen (in te vullen door financier) - - INVBUDGET Aan te houden risicoreservering investeringskosten en totaal budget investeringskosten Budgetvaststelling levensduurkosten: LEVBTW Totaal levensduurkosten exclusief BTW LEVRESERVE Onzekerheidsreserve (in te vullen door financier) - - LEVSCOPE Reservering scope wijzigingen (in te vullen door financier) - - LEVBUDGET Aan te houden risicoreservering levensduurkosten en totaal budget levensduurkosten Printdatum: Printtijd: 16:21 Pagina 5 van 24 DHV B.V. Tabblad: Samenvatting Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-E.xls

269 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Code Samenvatting raming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Kostengroepen Voorziene kosten Risicoreservering Totaal Verdeling Jaar Jaar Totaal Directe kosten Directe kosten Indirecte kosten kosten Start Eind LCC Kostencategorieën Benoemd Nader te detailleren Van T/m Investeringskosten (indeling naar objecten): BK1 Bouwkosten deelraming object 1, deelgebied e1 bouwrijpmaken % VK1 Vastgoedkosten deelraming object 1, deelgebied e1 bouwrijpmaken % EK1 Engineeringskosten deelraming object 1, deelgebied e1 bouwrijpmaken % OBK1 Overige bijkomende kosten deelraming object 1, deelgebied e1 bouwrijpmaken % INV1 Totaal investeringskosten deelraming object 1, deelgebied e1 bouwrijpmaken % BK2 Bouwkosten deelraming object 2, deelgebied e1, woonrijpmaken % VK2 Vastgoedkosten deelraming object 2, deelgebied e1, woonrijpmaken % EK2 Engineeringskosten deelraming object 2, deelgebied e1, woonrijpmaken % OBK2 Overige bijkomende kosten deelraming object 2, deelgebied e1, woonrijpmaken % INV2 Totaal investeringskosten deelraming object 2, deelgebied e1, woonrijpmaken % BK3 Bouwkosten deelraming object 3, deelgebied e2, bouwrijpmaken % VK3 Vastgoedkosten deelraming object 3, deelgebied e2, bouwrijpmaken % EK3 Engineeringskosten deelraming object 3, deelgebied e2, bouwrijpmaken % OBK3 Overige bijkomende kosten deelraming object 3, deelgebied e2, bouwrijpmaken % INV3 Totaal investeringskosten deelraming object 3, deelgebied e2, bouwrijpmaken % BK4 Bouwkosten deelraming object 4, deelgebied e2, woonrijpmaken % VK4 Vastgoedkosten deelraming object 4, deelgebied e2, woonrijpmaken % EK4 Engineeringskosten deelraming object 4, deelgebied e2, woonrijpmaken % OBK4 Overige bijkomende kosten deelraming object 4, deelgebied e2, woonrijpmaken % INV4 Totaal investeringskosten deelraming object 4, deelgebied e2, woonrijpmaken % BK5 Bouwkosten deelraming object 5, deelgebied e3 west, bouwrijpmaken % VK5 Vastgoedkosten deelraming object 5, deelgebied e3 west, bouwrijpmaken % EK5 Engineeringskosten deelraming object 5, deelgebied e3 west, bouwrijpmaken % OBK5 Overige bijkomende kosten deelraming object 5, deelgebied e3 west, bouwrijpmaken % INV5 Totaal investeringskosten deelraming object 5, deelgebied e3 west, bouwrijpmaken % BK6 Bouwkosten deelraming object 6, deelgebied e3 west, woonrijpmaken % VK6 Vastgoedkosten deelraming object 6, deelgebied e3 west, woonrijpmaken % EK6 Engineeringskosten deelraming object 6, deelgebied e3 west, woonrijpmaken % OBK6 Overige bijkomende kosten deelraming object 6, deelgebied e3 west, woonrijpmaken % INV6 Totaal investeringskosten deelraming object 6, deelgebied e3 west, woonrijpmaken % BK7 Bouwkosten deelraming object 7, deelgebied e3 oost, bouwrijpmaken % VK7 Vastgoedkosten deelraming object 7, deelgebied e3 oost, bouwrijpmaken % EK7 Engineeringskosten deelraming object 7, deelgebied e3 oost, bouwrijpmaken % OBK7 Overige bijkomende kosten deelraming object 7, deelgebied e3 oost, bouwrijpmaken % INV7 Totaal investeringskosten deelraming object 7, deelgebied e3 oost, bouwrijpmaken % BK8 Bouwkosten deelraming object 8, deelgebied e3 oost, woonrijpmaken % VK8 Vastgoedkosten deelraming object 8, deelgebied e3 oost, woonrijpmaken % EK8 Engineeringskosten deelraming object 8, deelgebied e3 oost, woonrijpmaken % OBK8 Overige bijkomende kosten deelraming object 8, deelgebied e3 oost, woonrijpmaken % INV8 Totaal investeringskosten deelraming object 8, deelgebied e3 oost, woonrijpmaken % SUBINV Subtotaal investeringskosten % OORINV Totaal objectoverstijgende risicoreservering investeringskosten % INVDET Subtotaal investeringskosten deterministisch % SINV Scheefte investeringskosten (n.v.t. bij deterministische berekening) - - 0% INVEXC Totaal investeringskosten deterministisch (exclusief BTW) % BTW BTW (maar niet over heffingen, leges, e.d.) Exclusief % INVINC Totaal investeringskosten exclusief BTW % Bandbreedte: met 70% zekerheid liggen de projectkosten (excl. BTW) tussen en en Variatiecoëfficiënt: schatting (+/-) bij deterministische berekening hier invullen 20% 20% Printdatum: Printtijd: 16:21 Pagina 6 van 24 DHV B.V. Tabblad: Samenvatting Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-E.xls

270 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Code Samenvatting raming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Kostengroepen Voorziene kosten Risicoreservering Totaal Verdeling Jaar Jaar Totaal Directe kosten Directe kosten Indirecte kosten kosten Start Eind LCC Kostencategorieën Benoemd Nader te detailleren Van T/m Levensduurkosten: LEV1 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 1, deelgebied e1 bouwrijp % LEV2 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 2, deelgebied e1, woonrijp % LEV3 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 3, deelgebied e2, bouwrijp % LEV4 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 4, deelgebied e2, woonrijp % LEV5 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 5, deelgebied e3 west, bo % LEV6 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 6, deelgebied e3 west, wo % LEV7 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 7, deelgebied e3 oost, bo % LEV8 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 8, deelgebied e3 oost, wo % SUBLEV Subtotaal levensduurkosten % OORLEV Totaal objectoverstijgende risicoreservering levensduurkosten - - 0% LEVDET Subtotaal levensduurkosten deterministisch % SLEV Scheefte levensduurkosten (n.v.t. bij deterministische berekening) - - 0% LEVEXC Totaal levensduurkosten deterministisch (exclusief BTW) % BTW BTW (maar niet over heffingen, leges, e.d.) Exclusief % LEVINC Totaal levensduurkosten exclusief BTW % Bandbreedte: met 70% zekerheid liggen de projectkosten (excl. BTW) tussen - en - - en - Variatiecoëfficiënt: schatting (+/-) bij deterministische berekening hier invullen - - Projectkosten exclusief BTW % Projectkosten exclusief BTW % 9% 100% Budgetvaststelling investeringskosten: INVBTW Totaal investeringskosten exclusief BTW INVRESERVE Onzekerheidsreserve (in te vullen door financier) - - INVSCOPE Reservering scope wijzigingen (in te vullen door financier) - - INVBUDGET Aan te houden risicoreservering investeringskosten en totaal budget investeringskosten Budgetvaststelling levensduurkosten: LEVBTW Totaal levensduurkosten exclusief BTW LEVRESERVE Onzekerheidsreserve (in te vullen door financier) - - LEVSCOPE Reservering scope wijzigingen (in te vullen door financier) - - LEVBUDGET Aan te houden risicoreservering levensduurkosten en totaal budget levensduurkosten Printdatum: Printtijd: 16:21 Pagina 7 van 24 DHV B.V. Tabblad: Samenvatting Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-E.xls

271 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Colofon SSK-2010 Rekenmodel ( ) Project: Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid Deelproject: Bovenwijksevoorzieningen Assen-Zuid, deelgebieden A+B+C Projectfase: Schetsontwerpfase Opdrachtgever: Gemeente Assen Projectmanager: ing. P.E. Boer Projectleider: ir. A. van der Kaa Raming: Archivering: Type raming: Investeringsraming Project- of dossiernummer: BA Datum opstelling raming: 18 april 2011 Documentnummer raming: - Opsteller raming: ing. E.E. Visser Nummer kostenrapportage: Verwijzing naar.. Mede opstellers raming: - Bestandsnaam raming: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-A-B-C.xls Versie raming: 4 Pad opgeslagen raming: Status raming: Definitief Prijspeil raming: C:\Documents and Settings\nl70450\Desktop Toetsing: Parafering: Raming intern getoetst door: ing. F. Mooy Paraaf opsteller raming: Paraaf Datum interne toetsing: Paraaf interne toetser: Paraaf Raming extern getoetst door: ing. P van Delden Paraaf externe toetser: Paraaf Datum externe toetsing: - Paraaf projectleider: Paraaf Paraaf projectmanager: Paraaf DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 900. Printdatum: Printtijd: 16:23 Pagina 1 van 29 DHV B.V. Tabblad: Colofon Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-A-B-C.xls

272 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Keuzeparameters binnen de raming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Deelramingen aan- of uitzetten (vinkje = aan): Deelraming object 1, deelgebied A1 TRUE Deelraming object 2, deelgebied A2 TRUE Deelraming object 3, deelgebied A3 TRUE Deelraming object 4, deelgebied B TRUE Deelraming object 5, deelgebied C1 TRUE Deelraming object 6, deelgebied C2 TRUE Deelraming object 7, deelgebied C3 TRUE Deelraming object 8 FALSE Deelraming object 9 FALSE Deelraming object 10 FALSE Specifieke invoer investeringskosten: 0% [-] Organisatiegebonden reserveringen; als percentage over de gemiddelde investeringskosten - [ ] Onzekerheidsreserve investeringskosten; in te vullen door financier - [ ] Reservering scope wijzigingen investeringskosten; in te vullen door financier Specfieke invoer levensduurkosten: 0% [-] Organisatiegebonden reserveringen; als percentage over de gemiddelde investeringskosten - [ ] Onzekerheidsreserve levensduurkosten; in te vullen door financier - [ ] Reservering scope wijzigingen levensduurkosten; in te vullen door financier Centrale invoer van variabelen: Beschrijving variabele: Defaultwaarde variabele: Exclusief Inclusief of exclusief BTW? Inclusief Nee Bijzondere gebeurtenissen onderling correleren bij afhankelijke berekening? Nee Nee Procentuele risicoreserveringen onderling correleren bij afhankelijke berekening? Nee Ja Hoeveelheden onderling correleren bij afhankelijke berekening? Ja Ja Prijzen onderling correleren bij afhankelijke berekening? Ja 2011 Startjaar investeringskosten = start lifecycle - 0 Is het startjaar investeringskosten jaar 0 of jaar 1 in het model? 1 Nee Worden de investeringskosten als Contante Waarde berekend? Nee Nee Worden de levensduurkosten als Contante Waarde berekend? Nee 2011 Voor welk jaar wordt de Contante Waarde berekend? - Invoer variabelen voor berekening discontovoet: Beschrijving variabele: Opmerking: 0,00% Reële rente per jaar per ultimo 0,00% Inflatie (gemiddelde over de totale levensduur) per jaar per ultimo 0,00% Discontovoet (reëel) zonder inflatie en risicotoeslag per jaar per ultimo = (1+Reele_rente)*(1+Inflatie)-1 0,00% Risicotoeslag per jaar per ultimo 0,00% Discontovoet (reëel) zonder inflatie en risicotoeslag per jaar per ultimo = (1+Discontovoet_zonder_risicotoeslag)*(1+Risicotoeslag)-1 DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 900. Printdatum: Printtijd: 16:23 Pagina 2 van 29 DHV B.V. Tabblad: Keuzeparameters Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-A-B-C.xls

273 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Uitgangspunten kostenraming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Basisdocumenten: - Memo: - Tekening: Schetsontwerp plangebied, Gemeente Assen, d.d. 28 december Tekening: 6 dwarsprofielen, Gemeente Assen - Tekening: Wegontwerp, Gemeente Assen, d.d. 28 december Tekening: Matenplan Assen Zuid.dwg, Gemeente Assen, d.d. 14 februari 2011 Scope van de raming is: - Bovenwijkse voorzieningen conform schetsontwerp tekeningen - De scope van de raming bevat de deelgebieden A1, A2 en A3 - De scope van de raming bevat het deelgebied B - De scope van de raming bevat de deelgebieden C1, C2 en C3 - De drooglegging van de assen van de wegen is minimaal 1,10 m boven de hoogste streef- of stuwpeilen van het oppervlakte water - De kolken van de openbare wegen wateren af op het oppervlakte water - De openbare weg in deelgebied A3 wordt op maaiveldhoogte aangebracht - Voor de dikte van het zand in zandbed voor de openbare wegen is 0,25 meter extra meegenomen t.b.v. het verbeteren van de draagkracht van de ondergrond - De staat van de huidige waterhuishoudkundige kunstwerken blijven gehandhaafd - De A28 blijft tijdens de uitvoering 2x2 met verschoven versmalde rijstroken met een maximum snelheid van 70 km/uur - Over de te kruisen (transport)leidingen worden overkluizingen aangebracht in deelgebied A1 RAMS(HE)-analyse Reliability, Availability, Maintainability, Safety, Health, Environment (Bedrijfszekerheid), Betrouwbaarheid (storingen-falen), Beschikbaarheid, Onderhoudbaarheid, Veiligheid, Gezondheid/Arbo, Omgeving/Milieu Realisatiefase Gebruik, Beheer & Onderhoudsfase LCC-analyse Life Cycle Cost Levenscycluskosten Printdatum: Printtijd: 16:23 Pagina 3 van 29 DHV B.V. Tabblad: Uitgangspunten Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-A-B-C.xls

274 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Uitgangspunten kostenraming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Planning, kasritme en Contante Waarde (CW) berekening - In de raming is geen aanname gedaan voor de kasritme Aan de raming zijn de volgende eisen verbonden: - De raming is een bedrijfseconomische raming (de invloeden van de markt zijn buiten beschouwing gelaten) - De raming is deterministisch doorgerekend - De ingeschatte nauwkeurigheid (variatiecoëfficiënt) van de deterministische raming is +/- 20% - In de raming zijn geen bijzondere gebeurtenissen uit het risicodossier opgenomen (benoemde risico's) - Het werkterrein van de civiel technische aannemer/opdrachtnemer is vrij van obstakels - De werkzaamheden vinden voor zover mogelijk overdag plaats op reguliere werkdagen, 8 uren per dag en 5 dagen per week - Op bijzondere werkdagen worden geen werkzaamheden verricht. (bouwvak, weekend, erkende Nederlandse feestdagen ect.). In de raming zijn wel kosten opgenomen voor: - Bouwkosten, inclusief kosten t.b.v. faseringen - Object overstijgende risicoreservering In de raming zijn geen kosten opgenomen voor: - Geen rekening gehouden met (object)risico's bouwkosten - Geen rekening gehouden met vastgoedkosten - Geen rekening gehouden met engineeringskosten - Geen rekening gehouden met overige bijkomende kosten - Geen rekening gehouden met het aanbrengen van kunstwerken in deelgebied A3 - Geen rekening gehouden met het aanbrengen van een ongelijkvloerse oversteek voor defensie in deelgebied C3 - Geen rekening gehouden met het verleggen van bestaande kabels en leidingen - Geen rekening gehouden met tijdelijke verkeersmaatregelen anders dan omleidingsroutes - Geen rekening gehouden met kosten voor tijdelijke parkeerplaatsen c.q. parkeervoorzieningen - Geen rekening gehouden met het vervangen van bestaande riolering c.q. de bestaande capaciteit wordt niet aangepast - Geen rekening gehouden met geluidswerende en/of geluidsreducerende voorzieningen - Geen rekening gehouden met vervuilde vrijkomende materialen (slib-, bodem-, grond-, puinverontreinigingen etc.) - Geen rekening gehouden met mogelijke saneringen van grondwaterverontreinigingen - Geen rekening gehouden met kosten voor mogelijke milieukundige saneringen - Geen rekening gehouden met kosten voor archeologie anders dan onderzoeken - Geen rekening gehouden met kosten voor explosieven anders dan onderzoeken - Geen rekening gehouden met versneld afschrijven van bestaande objecten - Geen rekening gehouden met mogelijke (externe) financiële dekkingsgelden - Geen rekening gehouden met kosten voor beheer en onderhoud, exploitatiekosten etc. (levensduurkosten) Printdatum: Printtijd: 16:23 Pagina 4 van 29 DHV B.V. Tabblad: Uitgangspunten Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-A-B-C.xls

275 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Code Samenvatting raming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Kostengroepen Voorziene kosten Risicoreservering Totaal Verdeling Jaar Jaar Totaal Directe kosten Directe kosten Indirecte kosten kosten Start Eind LCC Kostencategorieën Benoemd Nader te detailleren Van T/m Investeringskosten (indeling naar categorie): BK Bouwkosten % VK Vastgoedkosten % EK Engineeringskosten % OBK Overige bijkomende kosten % SUBINV Subtotaal investeringskosten % OORINV Totaal objectoverstijgende risicoreservering investeringskosten % INVDET Subtotaal investeringskosten deterministisch % SINV Scheefte investeringskosten (n.v.t. bij deterministische berekening) - - 0% INVEXC Totaal investeringskosten deterministisch (exclusief BTW) % BTW BTW (maar niet over heffingen, leges, e.d.) Exclusief % INVINC Totaal investeringskosten exclusief BTW % Bandbreedte: met 70% zekerheid liggen de projectkosten (excl. BTW) tussen en en Variatiecoëfficiënt: schatting (+/-) bij deterministische berekening hier invullen 20% 20% Levensduurkosten: SUBLEV Subtotaal levensduurkosten % OORLEV Totaal objectoverstijgende risicoreservering levensduurkosten - - 0% LEVDET Subtotaal levensduurkosten deterministisch % SLEV Scheefte levensduurkosten (n.v.t. bij deterministische berekening) - - 0% LEVEXC Totaal levensduurkosten deterministisch (exclusief BTW) % BTW BTW (maar niet over heffingen, leges, e.d.) Exclusief % LEVINC Totaal levensduurkosten exclusief BTW % Bandbreedte: met 70% zekerheid liggen de projectkosten (excl. BTW) tussen - en - - en - Variatiecoëfficiënt: schatting (+/-) bij deterministische berekening hier invullen - - PKBTW Projectkosten exclusief BTW % PKBTWLCC Projectkosten exclusief BTW % 9% 100% Budgetvaststelling investeringskosten: INVBTW Totaal investeringskosten exclusief BTW INVRESERVE Onzekerheidsreserve (in te vullen door financier) - - INVSCOPE Reservering scope wijzigingen (in te vullen door financier) - - INVBUDGET Aan te houden risicoreservering investeringskosten en totaal budget investeringskosten Budgetvaststelling levensduurkosten: LEVBTW Totaal levensduurkosten exclusief BTW LEVRESERVE Onzekerheidsreserve (in te vullen door financier) - - LEVSCOPE Reservering scope wijzigingen (in te vullen door financier) - - LEVBUDGET Aan te houden risicoreservering levensduurkosten en totaal budget levensduurkosten Printdatum: Printtijd: 16:23 Pagina 5 van 29 DHV B.V. Tabblad: Samenvatting Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-A-B-C.xls

276 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Code Samenvatting raming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Kostengroepen Voorziene kosten Risicoreservering Totaal Verdeling Jaar Jaar Totaal Directe kosten Directe kosten Indirecte kosten kosten Start Eind LCC Kostencategorieën Benoemd Nader te detailleren Van T/m Investeringskosten (indeling naar objecten): BK1 Bouwkosten deelraming object 1, deelgebied a % VK1 Vastgoedkosten deelraming object 1, deelgebied a % EK1 Engineeringskosten deelraming object 1, deelgebied a % OBK1 Overige bijkomende kosten deelraming object 1, deelgebied a % INV1 Totaal investeringskosten deelraming object 1, deelgebied a % BK2 Bouwkosten deelraming object 2, deelgebied a % VK2 Vastgoedkosten deelraming object 2, deelgebied a % EK2 Engineeringskosten deelraming object 2, deelgebied a % OBK2 Overige bijkomende kosten deelraming object 2, deelgebied a % INV2 Totaal investeringskosten deelraming object 2, deelgebied a % BK3 Bouwkosten deelraming object 3, deelgebied a % VK3 Vastgoedkosten deelraming object 3, deelgebied a % EK3 Engineeringskosten deelraming object 3, deelgebied a % OBK3 Overige bijkomende kosten deelraming object 3, deelgebied a % INV3 Totaal investeringskosten deelraming object 3, deelgebied a % BK4 Bouwkosten deelraming object 4, deelgebied b % VK4 Vastgoedkosten deelraming object 4, deelgebied b % EK4 Engineeringskosten deelraming object 4, deelgebied b % OBK4 Overige bijkomende kosten deelraming object 4, deelgebied b % INV4 Totaal investeringskosten deelraming object 4, deelgebied b % BK5 Bouwkosten deelraming object 5, deelgebied c % VK5 Vastgoedkosten deelraming object 5, deelgebied c % EK5 Engineeringskosten deelraming object 5, deelgebied c % OBK5 Overige bijkomende kosten deelraming object 5, deelgebied c % INV5 Totaal investeringskosten deelraming object 5, deelgebied c % BK6 Bouwkosten deelraming object 6, deelgebied c % VK6 Vastgoedkosten deelraming object 6, deelgebied c % EK6 Engineeringskosten deelraming object 6, deelgebied c % OBK6 Overige bijkomende kosten deelraming object 6, deelgebied c % INV6 Totaal investeringskosten deelraming object 6, deelgebied c % BK7 Bouwkosten deelraming object 7, deelgebied c % VK7 Vastgoedkosten deelraming object 7, deelgebied c % EK7 Engineeringskosten deelraming object 7, deelgebied c % OBK7 Overige bijkomende kosten deelraming object 7, deelgebied c % INV7 Totaal investeringskosten deelraming object 7, deelgebied c % SUBINV Subtotaal investeringskosten % OORINV Totaal objectoverstijgende risicoreservering investeringskosten % INVDET Subtotaal investeringskosten deterministisch % SINV Scheefte investeringskosten (n.v.t. bij deterministische berekening) - - 0% INVEXC Totaal investeringskosten deterministisch (exclusief BTW) % BTW BTW (maar niet over heffingen, leges, e.d.) Exclusief % INVINC Totaal investeringskosten exclusief BTW % Bandbreedte: met 70% zekerheid liggen de projectkosten (excl. BTW) tussen en en Variatiecoëfficiënt: schatting (+/-) bij deterministische berekening hier invullen 20% 20% Printdatum: Printtijd: 16:23 Pagina 6 van 29 DHV B.V. Tabblad: Samenvatting Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-A-B-C.xls

277 Project: Bedrijventerrein Assen-Zuid - Projectnr: BA Opdr.gever: Gemeente Assen Prijspeil raming: Versie raming: 4 - Status: Definitief - Opgesteld door: ing. E.E. Visser Datum raming: Code Samenvatting raming SSK-2010 Rekenmodel ( ) Kostengroepen Voorziene kosten Risicoreservering Totaal Verdeling Jaar Jaar Totaal Directe kosten Directe kosten Indirecte kosten kosten Start Eind LCC Kostencategorieën Benoemd Nader te detailleren Van T/m Levensduurkosten: LEV1 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 1, deelgebied a % LEV2 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 2, deelgebied a % LEV3 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 3, deelgebied a % LEV4 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 4, deelgebied b % LEV5 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 5, deelgebied c % LEV6 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 6, deelgebied c % LEV7 Totaal levensduurkosten (niet gekapitaliseerd) deelraming object 7, deelgebied c % SUBLEV Subtotaal levensduurkosten % OORLEV Totaal objectoverstijgende risicoreservering levensduurkosten - - 0% LEVDET Subtotaal levensduurkosten deterministisch % SLEV Scheefte levensduurkosten (n.v.t. bij deterministische berekening) - - 0% LEVEXC Totaal levensduurkosten deterministisch (exclusief BTW) % BTW BTW (maar niet over heffingen, leges, e.d.) Exclusief % LEVINC Totaal levensduurkosten exclusief BTW % Bandbreedte: met 70% zekerheid liggen de projectkosten (excl. BTW) tussen - en - - en - Variatiecoëfficiënt: schatting (+/-) bij deterministische berekening hier invullen - - Projectkosten exclusief BTW % Projectkosten exclusief BTW % 9% 100% Budgetvaststelling investeringskosten: INVBTW Totaal investeringskosten exclusief BTW INVRESERVE Onzekerheidsreserve (in te vullen door financier) - - INVSCOPE Reservering scope wijzigingen (in te vullen door financier) - - INVBUDGET Aan te houden risicoreservering investeringskosten en totaal budget investeringskosten Budgetvaststelling levensduurkosten: LEVBTW Totaal levensduurkosten exclusief BTW LEVRESERVE Onzekerheidsreserve (in te vullen door financier) - - LEVSCOPE Reservering scope wijzigingen (in te vullen door financier) - - LEVBUDGET Aan te houden risicoreservering levensduurkosten en totaal budget levensduurkosten Printdatum: Printtijd: 16:23 Pagina 7 van 29 DHV B.V. Tabblad: Samenvatting Bestand: _SSK-2010 LCC_Assen-Zuid_deelgebieden-A-B-C.xls

278 BIJLAGE 4 BIJ DE TOELICHTING: KAART MET DE WERKEN

279 A3 A2 A1 E1 E2 E3-west E3-oost C1 Legenda Exploitatiegebied 1ste fase C2 Totale exploitatiegebied Datum: Getekend: Eenheid: Formaat: G. Pap m A3 In opdracht van: Schaal: Aantal bladen: Blad: afd. Grondzaken 1: Bestandsnaam en directory: I:...\Beheer_GEO\Themakaarten\Assen_Zuid_GREX\Exploitatiegebied_1ste_fase Exploitatiegebied Werklandschap Assen-Zuid + 1ste fase Noordersingel 33 Geo-Informatie Meters Postbus RA Assen Telefoon Telefax Bezoek adres: Van Doornestraat AN Assen

280 BIJLAGE 5 BIJ DE TOELICHTING: PLANKOSTENSCAN

281 Verkorte * toelichting excel model behorend bij het ontwerp van de ministeriële regeling plankosten exploitatieplan Het model invullen wanneer het exploitatieplan voorziet in 1 of meer van de volgende bouwplannen a. een bouwplan voor meer dan 1 (bedrijfs)woning b. een bouwplan voor een hoofdgebouw voor agrarische doeleinden of bedrijfsdoeleinden (muv horeca, kantoor, detailhandel ) met een oppervlakte van meer dan m2 bvo c. een bouwplan voor een ander hoofdgebouw d. een bouwplan voor een uitbreiding van een gebouw voor agrarische doeleinden of bedrijfsdoeldeinden (muv horeca, kantoor, detailhandel) met meer dan m2 bvo of met een woning of meer dan 1 bedrijfswoning e. een bouwplan voor een uitbreiding van een ander gebouw met meer dan m2 bvo of met meer dan 1 woning f. een bouwplan voor kassen met een oppervlakte van meer dan m2 bvo tabblad vragenlijst: 1. Vul de gegevens in cel E10, E11 en E12 in. 2. Geef een antwoord op de vragen 1 t/m 18, uitgangspunt is een actieve gemeentelijke grondexploitatie. 3. Klik op de grijze? buttons voor meer informatie over de vraag. tabblad produktenlijst Geef in kolom B per produkt/activiteit aan of het bij dit project van toepassing is: vul ja of nee in. tabblad resultaat In cel G51 staat het forfaittair bedrag dat in het exploitatieplan op het moment van vaststelling ruimtelijk besluit wordt opgenomen. Dus niet nader faseren. printen Print het blad vragenlijst, produktenlijst en resultaat met behulp van de printbuttons Deze uitdraaien moeten bij het exploitatieplan gevoegd worden. berekening kosten voorbelasten/ophogen en bestemmingsplannen In een hulpblad worden de kosten voor voorbelasten/ophogen separaat berekend. Tevens zijn hierin de uren voor het maken van ruimtelijke ordening produkten aangegeven. Met deze button wordt het hulpblad zichtbaar danwel verborgen. hulpblad tonen hulpblad verbergen technische informatie Om de scan goed te laten functioneren dient het beveiligingsniveau in Excel op "laag" gezet te worden. Extra, Macro, beveiliging, laag * een uitgebreide toelichting is te vinden in de bijlagen bij de ontwerp regeling. Dit excel model is in opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op basis van de Plankostenscan ontwikkeld en opgesteld door : Mevr drs B.A.M.P. van Hoek mevr mr ing. M.E Krul-Seen b.van.hoek@bieleveldvanhoek.nl MKN@tg.nl de heer ir M.J. D. Stout MJS@tg.nl

282 Vragenlijst ontwerp regeling plankosten exploitatieplan Datum Gemeente Assen Projectnaam werklandschap Assen-Zuid Projectnummer 9408 Datum prijspeil Looptijd project in jaren 14 Aantal werkweken per jaar 42 print A Algemeen 1 Wat is de looptijd van het project vanaf het moment van vaststellen van het ruimtelijk besluit? 12 jaren 2 Wat is de grootte van het exploitatiegebied (netto)? 110 ha 3 Waar ligt het exploitatiegebied? historisch gebied binnenstedelijke locatie inbreidingslocatie uitleglocatie 4 Betreft het een herstructureringsopgave? ja ja ja ja ja nee nee nee nee nee B Eigendomsituatie 5 Hoeveel onroerende zaken dienen verworven te worden? 87 totaal a waarvan percelen (onbebouwd) 76 stuks b waarvan woningen 7 stuks c waarvan (agrarische) bedrijven/winkels/kantoren 4 stuks d waarvan bijzondere objecten 0 stuks 6 Van hoeveel huur(pacht)ontbindingen is sprake? 2 stuks 7 Wordt er met een onteigeningsplan gewerkt (administratieve procedure)? a zo ja voor hoeveel onroerende zaken? 2 stuks b in hoeveel van die gevallen komt het tot een gerechtelijke procedure? 1 stuks 8 Wordt of is een voorkeursrecht gevestigd? ja nee C Beoogde programma 9 Wat is het beoogde programma volgens het ruimtelijk besluit? woningen 0 aantal bedrijvigheid m2 uitgeefbaar commercieel/retail 0 m2 bvo maatschappelijk m2 bvo recreatie 0 m2 D Onderzoeken 10 a Is een Milieu Effect Rapportage (MER) benodigd? b Is nader onderzoek nodig naar luchtkwaliteit? c Is aanvullend archeologisch onderzoek nodig? d Is saneringsonderzoek nodig naar bodemverontreiniging? ja ja ja ja nee nee nee nee?? E Ruimtelijke ordeningsprocedures 11 Wordt het ruimtelijk besluit opgesteld: a middels een globaal uit te werken plan of projectbesluit of projectafwijkingsbesluit? Indien sprake is van een globaal uit te werken plan, hoeveel uitwerkingsplannen verwacht u? Aantal ja 6 b of middels een gedetailleerd bestemmingsplan? 12 Of kan gebruik gemaakt worden van een wijziging van het bestemmingsplan? ja ja 13 Maakt dit exploitatieplan deel uit van een groter bestemmingsplan? zo ja, wat is de verhouding in oppervlakte ten opzichte van dit bestemmingsplan? ja 0,90 nee nee nee nee F Civiele en cultuurtechniek 14 Wat is de (te verwachten) bodemgesteldheid in het gebied? Slecht Normaal Goed ja ja ja nee nee nee 15 Wat zijn de (te verwachten) sloopkosten? Is sprake van ophoging danwel voorbelasting? Indien er opgehoogd/voorbelast wordt, de volgende vragen invullen: ja nee a Wordt er integraal of partieel opgehoogd? integraal partieel ja ja nee nee b In hoeveel deelplannen/fasen wordt er opgehoogd/voorbelast? 6 deelplan/fase c Wat is de te verwachten zettingstijd? 0 jaar d Wat is de hoogte van de voorbelasting? 0 m1 17 Wat zijn de (te verwachten) kosten voor bouw en woonrijpmaken? G Gronduitgifte 18 a hoeveel vrije kavels worden uitgegeven? 0 stuks b hoeveel uitgiftecontracten woningbouw verwacht u? 0 stuks c hoeveel uitgiftecontracten bedrijvigheid verwacht u? 100 stuks d hoeveel uitgiftecontracten commercieel vastgoed verwacht u? 0 stuks e hoeveel uitgiftecontracten maatschappelijke voorzieningen verwacht u? 0 stuks C:\Users\Herm\Downloads\Plankostenscan f hoeveel uitgiftecontracten met gemengde Assen-Zuid uitgiften verwacht (regeling u jan? 2010) tbv e 0 Vragenlijst stuks

283 Produkten/activiteitenlijst ontwerp regeling plankosten exploitatieplan print Datum Gemeente Assen Projectnaam werklandschap Assen-Zuid Projectnummer 9408 invullen Datum prijspeil Looptijd project in jaren 14 Produkt/activiteit Verwerving ja nee 1.1 Taxatie en aankoop onroerende zaak uur per onbebouwde perceel uur per woning (ook huur/pachtontbinding) uur per agrarisch/bedrijf/winkel/kantoor uur per agrarisch/bedrijf/winkel/kantoor in herstructurering uur per byzonder object uur per byzonder object in herstructurering ja nee 1.2 Onteigenen van onroerende zaken uur per administratieve procedure uur per gerechtelijke procedure vast bedrag advocaatkosten per onteigening ja nee 1.3 Toepassen Wet voorkeursrecht gemeente uur voor vestiging voorkeursrecht Stedenbouw ja nee 2.1 Programma van Eisen uur voor opstellen pve uur bij maatschappelijk programa ja nee 2.2 Prijsvraag uur voor organiseren ja nee 2.3 Masterplan uur per woning uur per 100 m2 uitgeefbaar niet woningbouw ja nee 2.4 Beeldkwaliteitsplan uur per woning uur per 100 m2 uitgeefbaar niet woningbouw ja nee 2.5 Stedenbouwkundig plan uur per woning uur per 100 m2 uitgeefbaar niet woningbouw uur bij maatschappelijk programa ja nee 2.6 Inrichtingsplan Openbare ruimte uur per woning uur per 100 m2 uitgeefbaar niet woningbouw ja ja ja nee nee nee Ruimtelijke ordening 3.1 Opstellen en procedure bestemmingsplan of project (afwijkings) besluit uur per globaal uit te werken plan of project (afwijkings)besluit uur per uitwerkingsplan uur per gedetailleerd bestemmingsplan 3.2 Opstellen en procedure wijziging uur per wijziging 3.3 Opstellen en procedure exploitatieplan uur per plan C:\Users\Herm\Downloads\Plankostenscan Assen-Zuid (regeling jan 2010) tbv e Productenlijst

284 Produkten/activiteitenlijst ontwerp regeling plankosten exploitatieplan print Datum Gemeente Assen Projectnaam werklandschap Assen-Zuid Projectnummer 9408 invullen Datum prijspeil Looptijd project in jaren 14 Produkt/activiteit ja nee Civiele en cultuur techniek 4.1 Planontwikkeling uur per week ja nee 4.2 Voorbereiding, toezicht en directievoering % over sloopkosten uren en bedragen per activiteit ophogen/voorbelasten % over bouw en woonrijpmaken ja nee Landmeten/vastgoedinformatie 5.1 Kaartmateriaal uur per week ja nee Communicatie 6.1 Omgevingsmanagement Uur per week kosten gemid per jaar woningbouw kosten gemid per jaar bedrijvigheid/commercieel ja nee Gronduitgifte 7.1 Gronduitgiftecontracten uur per contract vrije kavel uur per contract overige woningbouw uur per contract bedrijvigheid uur per contract commercieel vastgoed uur per contract maatschappelijke voorzieningen uur per contract gemengde uitgiften ja ja nee nee Management 8.1 Projectmanagement uur per week 8.2 Projectmanagementassistentie uur per week ja nee Planeconomie 9.1 Planeconomie uur per week C:\Users\Herm\Downloads\Plankostenscan Assen-Zuid (regeling jan 2010) tbv e Productenlijst

285 Resultaatsheet ontwerp regeling plankosten exploitatieplan Datum Complexiteit 128% Gemeente Assen Projectnaam werklandschap Assen-Zuid Projectnummer 9408 Datum prijspeil print Looptijd project in jaren 14 euro's Produkt/activiteit uren euro's in % Verwerving % 1.1 Taxatie en aankoop onroerende zaak % 1.2 Onteigenen van onroerende zaken % 1.3 Toepassen Wet voorkeursrecht gemeente % Stedenbouw % 2.1 Programma van Eisen % 2.2 Prijsvraag - - 0% 2.3 Masterplan % 2.4 Beeldkwaliteitsplan % 2.5 Stedenbouwkundig plan % 2.6 Inrichtingsplan Openbare ruimte % Ruimtelijke Ordening % 3.1 Opstellen en procedure bestemmingsplan of project (afwijkings) besluit % 3.2 Opstellen en procedure wijziging - - 0% 3.3 Opstellen en procedure exploitatieplan % Civiele en cultuur techniek % 4.1 Planontwikkeling % 4.2 Voorbereiding, toezicht en directievoering % Landmeten/vastgoedinformatie % 5.1 Kaartmateriaal % Communicatie % 6.1 Omgevingsmanagement % Gronduitgifte - - 0% 7.1 Gronduitgiftecontracten - - 0% Management % 8.1 Projectmanagement % 8.2 Projectmanagementassistentie % Planeconomie % 9.1 Planeconomie % totaal % C:\Users\Herm\Downloads\Plankostenscan Assen-Zuid (regeling jan 2010) tbv e resultaat

286 BIJLAGE 6 BIJ DE TOELICHTING: TAXATIE PLANSCHADERISICO

287

288

289

290

291

292

293

294

295

296

297

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Perceel L 534 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534 Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst, Perceel L 534 Vastgesteld 13 september 2013 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534-VA01

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 2/11 Inhoudsopgave RUIMTELIJKE ONDERBOUWING 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 Hoofdstuk 2 Aanvraag omgevingsvergunning 5 Hoofdstuk 3 Geldende planologische

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN DE NIEUWE FABRIEK / VAN OSTADESTRAAT 233

BESTEMMINGSPLAN DE NIEUWE FABRIEK / VAN OSTADESTRAAT 233 BESTEMMINGSPLAN DE NIEUWE FABRIEK / VAN OSTADESTRAAT 233 TOELICHTING 17 december 2013, GEMEENTE AMSTERDAM, STADSDEEL ZUID TOELICHTING ONTWERPBESTEMMINGSPLAN DE NIEUWE FABRIEK/VAN OSTADESTRAAT 233 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bestemmingsplan Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. DOEL EN OPZET BESTEMMINGSPLAN... 3 1.1 AANLEIDING EN DOEL... 3 1.2 LIGGING EN BEGRENZING

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II, Herziening I Betreft Status Bovenkamp II Heerde vastgesteld Datum 30 mei 2011 Bovenkamp II, herziening I, vastgesteld,

Nadere informatie

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1931.BP1509DK003-ON01 Datum: 23 maart 2015 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Doel en aanleiding Masterplan en Beeldkwaliteitplan Belangrijk brondocument van deze omgevingsvergunning

Nadere informatie

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Provinciaal Omgevingsplan Limburg Provinciaal Omgevingsplan Limburg Presentatie t.b.v. Regionalrat Düsseldorf, Provinciale Staten Gelderland en Provinciale Staten Limburg Arnhem, 7 maart 2012 POL POL = Provinciaal Omgevingsplan Limburg,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid In de toekomst zullen er altijd verzoeken komen van ontwikkelingen die niet passen binnen voorliggend bestemmingsplan. Voor dergelijke initiatieven kan alsnog medewerking worden gevraagd aan het college

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: 11 mei 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Bij het plan

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Duinkampen 21 te Paterswolde NL.IMRO.1730.ABDuinkamp21PW-0301 Status: concept - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld om

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Ruimtelijke Onderbouwing t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Aanleiding Stichting Spurd heeft een aanvraag om omgevingsvergunning

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013'

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' TOELICHTING In opdracht van Opgesteld door Auteur IMRO codering Datum Status Inhoudsopgave 1.1. Aanleiding en doel 1 1.2. Ligging van het plangebied

Nadere informatie

Het splitsen van de woonboerderij op het perceel Taarloseweg 29 te Vries

Het splitsen van de woonboerderij op het perceel Taarloseweg 29 te Vries Ruimtelijke onderbouwing Het splitsen van de woonboerderij op het perceel Taarloseweg 29 te Vries als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, sub a.3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Gemeente Tynaarlo november

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp

Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp Gorinchem, 4 april 2016 NL.IMRO. 1719.1bp15herzmadeprins-on01 Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Maastricht Centraal, reparatie Gebroeders Hermansstraat 11-13

Maastricht Centraal, reparatie Gebroeders Hermansstraat 11-13 Ontwerpbestemmingsplan Maastricht Centraal, reparatie Gebroeders Hermansstraat 11-13 Gemeente Maastricht Datum: 31 mei 2011 Projectnummer: 90569.01 ID: NL.IMRO.0935.bpGebrHstr11en13-vg01 INHOUD 1 Inleiding

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo).

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo). Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo). Doel en aanleiding Verzoek Adriaans voor vestiging Adriaans heeft gevraagd om zich op

Nadere informatie

2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten

2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten Gemeente Uden 2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten Toelichting, regels en analoge verbeelding 15 december 2015 Kenmerk 0856-26-T01 Projectnummer 0856-26 Toelichting Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) 29 juli 2014 ontwerp Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking

Ladder voor duurzame verstedelijking Ladder voor duurzame verstedelijking Klik om de modelstijlen te bewerken Tweede niveau Derde niveau Vierde niveau Vijfde niveau Ladder voor duurzame verstedelijking 1. Waar komt het vandaan? 2. Wat is

Nadere informatie

Beheersverordening Krommeniedijk

Beheersverordening Krommeniedijk Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10

Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10 Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10 Toelichting, regels en analoge verbeelding Maart 2016 Kenmerk 1901-17-T01 Projectnummer 1901-17 Toelichting Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tynaarlo. Bron:

Tynaarlo. Bron: Tynaarlo Bron: www.tynaarlobouwt.nl Introductie Tynaarlo is een klein dorp in de gelijknamige Drentse gemeente waarvan o.a. ook Eelde en Zuidlaren deel uitmaken. Er wonen ongeveer 1800 inwoners. In deze

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN TOELICHTING ONTWERP BESTEMMINGSPLAN Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN Opdrachtnummer : 99.372 IDnr. : Datum : augustus 2018 Versie : 2 Auteurs : mro b.v. : mro b.v. Leeuwenveldseweg 16H 1382 LX

Nadere informatie

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 De overkapping is zowel in strijd met

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder

Nadere informatie

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen,

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen, Indieningsvereisten Ruimtelijke Plannen gemeente Woudenberg Zoals vastgesteld en van toepassing sinds januari 2012 en gewijzigd vastgesteld 16 juli 2015 Inleiding Voor het opstellen van een bestemmingsplan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 3 1.1. Het project 3 2. Beschrijving huidige en

Nadere informatie

Realiseren paardenbak

Realiseren paardenbak Realiseren paardenbak Ruimtelijke onderbouwing Langereis 25 Hoogwoud Ontwerp Bakker Zwollo-de Wilt juristen Locatie: Langereis 25 Hoogwoud Opgesteld door: Mw. drs. I.A. Zwollo Bakker Zwollo-de Wilt juristen

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Rapportnummer: IMRO-Idn: 211x06608.077039_1

Nadere informatie

Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos

Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos Gemeente Dordrecht fase: vastgesteld datum: november 2014 1 Toelichting Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Ligging

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante beleid

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue)

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue) Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue) Nota Ruimte budget 75 miljoen euro voor Brainport Eindhoven en 6,8 miljoen voor ontwikkeling A2-zone Planoppervlak 3250 hectare (Brainport Eindhoven) Trekker

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS Visie op Zuid-Holland Verordening Ruimte Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS GS 21 mei 2013 ONTWERP VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING RUIMTE Provinciale Staten van

Nadere informatie

Raadscommissieavond Omgevingswet en de gemeenteraad. Welke keuzes moet de gemeenteraad maken, wat voor rol past hierbij en wat betekent dit?

Raadscommissieavond Omgevingswet en de gemeenteraad. Welke keuzes moet de gemeenteraad maken, wat voor rol past hierbij en wat betekent dit? Raadscommissieavond Omgevingswet en de gemeenteraad Welke keuzes moet de gemeenteraad maken, wat voor rol past hierbij en wat betekent dit? 30-01-2017 Agenda 19.30 20.15: Presentatie Omgevingswet & de

Nadere informatie

Congres Grip op de Omgevingswet

Congres Grip op de Omgevingswet Congres Grip op de Omgevingswet Workshop Couleur locale 27 september 2018 Door: Patries van den Broek Zwolle Alphons van den Bergh - Schulinck Programma Inleiding Zwolse aanpak Omgevingsvisie in relatie

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

De Raad en de Omgevingswet

De Raad en de Omgevingswet De Raad en de Omgevingswet Stelling Ik ben tevreden met de huidige werkwijze en instrumenten voor de fysieke leefomgeving! Inhoud Waarom de Omgevingswet? Wat is de Omgevingswet? Wat verandert er door de

Nadere informatie

versie: 1.1 datum: 16 mei 2011 Pagina 2 van 6

versie: 1.1 datum: 16 mei 2011 Pagina 2 van 6 Ruimtelijke onderbouwing aanvraag omgevingsvergunning T.b.v. de aanleg van tijdelijke verkeersvoorzieningen in Watergang versie 1.1 1 april 2011 Inleiding De gemeente moet groot onderhoud uitvoeren aan

Nadere informatie

Beheersverordening Gemengd gebied, Natte Natuurparel en Eerste Zeine

Beheersverordening Gemengd gebied, Natte Natuurparel en Eerste Zeine Beheersverordening Gemengd gebied, Natte Natuurparel en Eerste Zeine Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 1.2 Doel van de beheersverordening 1.3

Nadere informatie

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte voor de Amsterdamse regio 3 WAAROM oordolland oord HET GAAT GOED MET NOORD- HOLLAND NOORD. DE ECONOMIE IS KRACHTIG

Nadere informatie

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer

Nadere informatie

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

1e Partiële herziening Bestemmingsplan Dorp Renswoude

1e Partiële herziening Bestemmingsplan Dorp Renswoude Gemeente Renswoude 1e Partiële herziening Bestemmingsplan Dorp Renswoude Toelichting, regels en verbeelding 29 september 2015 Kenmerk 0339-11-T01 Projectnummer 0339-11 Toelichting Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Bestemmingsplan Fietspad Vliegveldweg. Gemeente Beek

Bestemmingsplan Fietspad Vliegveldweg. Gemeente Beek Bestemmingsplan Fietspad Vliegveldweg Bestemmingsplan Fietspad Vliegveldweg Toelichting Regels Verbeelding Schaal 1:1.000 Datum: April 2011 Vastgesteld: 28 april 2011 Projectgegevens: TOE02-BELZ0003-01a

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

Bijlagen: - raadsvoorstel 12 - raadsbesluit 14

Bijlagen: - raadsvoorstel 12 - raadsbesluit 14 INHOUDSOPGAVE TOELICHTING 1. INLEIDING 1.1 Inleiding en doel 1 1.2 Bestemmingsplan 1 2. BELEIDSKADER 2.1 Rijk 2 2.2 Provincie 3 2.3 Regio 5 2.4 Gemeente 6 3. UITVOERINGSASPECTEN 3.1 Milieuaspecten en fysieke

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijk Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 3 december 2002 Nummer voorstel: 2002/197

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijk Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 3 december 2002 Nummer voorstel: 2002/197 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijk Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 3 december 2002 Nummer voorstel: 2002/197 Voor raadsvergadering d.d.: 17-12-2002 Agendapunt: 17 Onderwerp:

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord 28 februari 2013 INHOUD 1 Beschrijving project en locatie...3 2 Planologisch kader...4 2.1 Vigerend

Nadere informatie

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR REGIONALE RAADSAVOND 5 april 2017 AGENDA Oogst van de ronde door de regio Lezing van de regio Het Omgevingsbeeld voor de regio Alkmaar 2 OMGEVINGSBEELD

Nadere informatie

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025"

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie Wernhout 2025 Reactienota Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025" 1. Inleiding De ontwerp structuurvisie "Wernhout 2025" is op dinsdag 22 oktober 2013 gepresenteerd aan de bewoners en de Dorpsraad van Wernhout.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Hunzeweg 96 De Groeve NL.IMRO.1730.ABHunzewg96-0301 - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het vervangen van een

Nadere informatie

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 28 september 2015 Documentnummer : 2015.0.072.749 Zaaknummer: 2015-03-01380 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Stadsblokken - Meinerswijk 2015'

Nadere informatie

Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat Gemeente Asten. datum: 7 augustus 2013 projectnummer: R.2013 adviseur: Jke

Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat Gemeente Asten. datum: 7 augustus 2013 projectnummer: R.2013 adviseur: Jke Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat 2013 Gemeente Asten status: vast te stellen datum: 7 augustus 2013 projectnummer: 202080R.2013 adviseur: Jke Image 2013 Aerodata International Surveys INHOUD

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december 2016 ruimte voor ideeën Mortiere fase 5A Inhoudsopgave Vaststellingsbesluit 3 Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

Gemeente / Leusden Bestemmingsplan / Maanweg 2009 Wijziging Gasleiding Arnhemseweg

Gemeente / Leusden Bestemmingsplan / Maanweg 2009 Wijziging Gasleiding Arnhemseweg Gemeente / Leusden Bestemmingsplan / Maanweg 2009 Wijziging Gasleiding Arnhemseweg Bestemmingsplan Maanweg 2009 - Wijziging Gasleiding Arnhemseweg procedure datum ontwerp 23 mei 2013 vastgesteld 20 augustus

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00024-on01 gemeente Tiel datum: september 2015 Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht

Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het concept ontwerpbestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht ( TVM

Nadere informatie

Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht

Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het concept ontwerpbestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht ( TVM

Nadere informatie

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr. Raadsvoorstel Agendapunt: 16 Onderwerp: Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.: 060-2018 Opsteller: Toon Capel Portefeuillehouder:

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Tienelsweg 31 Zuidlaren NL.IMRO.1730.ABTienelsweg31Zdl-0301 Status: ontwerp - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor

Nadere informatie

vastgesteld gemeente Groningen - bestemmingsplan Facetherziening Parkeren 2

vastgesteld gemeente Groningen - bestemmingsplan Facetherziening Parkeren 2 vastgesteld gemeente Groningen - bestemmingsplan Facetherziening Parkeren 2 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 Hoofdstuk 2 Beleidskader 9 Hoofdstuk 3 Juridische toelichting 11 Hoofdstuk 4 Procedure en overleg 15

Nadere informatie

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) 4.2 Natuur en landschap in Gelderland De provincie en haar partners streven samen naar een compact en hoogwaardig stelsel van onderling verbonden natuurgebieden

Nadere informatie

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum 1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum Huizen bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0406.BPHWC2011H01-VG01 03-04-2014 ontwerp 26-06-2014 vastgesteld projectnummer:

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,

Nadere informatie