AI-12 Zwangerschap en arbeid 3e druk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AI-12 Zwangerschap en arbeid 3e druk"

Transcriptie

1 AI-12 en arbeid 3e druk 1 Inleiding 1.1 Algemeen De huidige arbeidsomstandigheden wet- en regelgeving geeft de werkgever en werknemer meer mogelijkheden om de arbeidsomstandigheden zelf vorm te geven. De huidige wet- en regelgeving bevat niet alleen dwingende voorschriften. Deze ontwikkeling is mede ingezet door de Europese richtlijnen en nieuwe maatschappelijke en wetenschappelijke inzichten. Dit betekent niet dat de overheid zich heeft teruggetrokken; zij geeft alleen meer en meer een kader aan. Hoe steekt de wetgeving nu precies in elkaar? De wet- en regelgeving over arbeidsomstandigheden in Nederland bestaat uit de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Arbowet 1998), het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbo-besluit), de Arbeidsomstandighedenregeling (Arbo-regeling) en de Beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving (Arbo-beleidsregels). De Arbeidsomstandighedenwet 1998 heeft betrekking op de arbeidsomstandigheden en omvat: algemene verplichtingen voor de werkgever; algemene verplichtingen voor de werknemer; voorschriften voor samenwerking en overleg tussen werkgever, werknemer en deskundigen, en het overheidstoezicht. De Arbowet 1998 vormt het algemeen wettelijk kader. Materiële bepalingen over arbeidsomstandigheden zijn niet in de Arbo-wet zelf opgenomen, maar in het Arbeidsomstandighedenbesluit. De Arbo-wet en het Arbo-besluit geven de mogelijkheid om bij ministeriële regeling een nadere uitwerking te geven. Dit is gebeurd in de Arbeidsomstandighedenregeling. Ten slotte zijn er de Arbobeleidsregels. Een beleidsregel is een concrete, uitvoerbare invulling van algemene doelvoorschriften uit Arbowet, Arbobesluit of Arboregeling. Beleidsregels geven werkgevers en werknemers houvast bij de toepassing van wettelijke regels. Daarnaast zal de Arbeidsinspectie bij de vervulling van haar handhavende taken regelmatig gebruik maken van de beleidsregels. Beleidsregels zijn geen algemeen verbindende voorschriften. Een werkgever mag andere maatregelen nemen dan in de beleidsregel zijn aangegeven mits, de werkgever kan aantonen dat deze maatregelen ten minste hetzelfde beschermingsniveau opleveren als de beleidsregels voorstaan. Het voorkomen van ongevallen, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid is één van de belangrijkste doelstellingen van de Arbowet De doelstelling kan alleen gerealiseerd worden door naleving van de voorschriften. Mocht de Arbeidsinspectie tijdens een inspectie een overtreding van de wet constateren, een zgn. beboetbaar feit, dan heeft zij de mogelijkheid gekregen om een bestuurlijke boete op te leggen. Bij de vaststelling van het boetebedrag houdt de inspectie rekening met de omstandigheden waarin de organisatie verkeert. Naast het hierboven beschreven juridische kader bestaan over een aantal onderwerpen op het gebied van arbeidsomstandigheden de Arbo-Informatiebladen. Deze AI-bladen bevatten toegankelijke informatie over hoe werkgevers en werknemers in de praktijk kunnen omgaan met de samenhangende wettelijke regels en beleidsregels. Arbo-Informatiebladen zijn uitdrukkelijk bedoeld als voorlichting en niet als bindend voorschrift of bindende beleidsregel. 1.2 Toepassingsgebied Dit AI-blad is bestemd voor iedereen die te maken krijgt met de combinatie van zwangerschap en het verrichten van arbeid. Dit kunnen zijn de werkgever, de werknemers, de werknemersvertegenwoordiging, de arbocoördinator en deskundigen zoals de bedrijfsarts, de arbeidshygiënist, de gynaecoloog en de verloskundige. Dit blad geeft informatie over aanvullende wet- en regelgeving en over de speciale gevaren en noodzakelijke maatregelen in verband met zwangerschap. Werknemers kunnen in contact komen met allerlei mogelijke belastende factoren, zoals gevaarlijke stoffen,

2 lichamelijk belastend werk en schadelijk geluid. In dit Arbo-Informatieblad worden niet alle belastende factoren besproken. Gekozen is voor die belastende factoren die nadelige gevolgen kunnen hebben voor één of meerdere van de volgende gezondheidsaspecten: de vruchtbaarheid en het erfelijk materiaal in de ei- en zaadcellen; de gezondheid van de zwangere werkneemster, als de gevolgen van de belastende factoren anders zijn dan buiten de zwangerschap; de gezondheid van het ongeboren kind; de gezondheid van de werkneemster na de bevalling, als de gevolgen van de belastende factoren anders zijn dan buiten een bepaalde periode na de bevalling; de kwaliteit van de borstvoeding; de gezondheid van de zuigeling. De wet- en regelgeving die geldt voor alle werknemers, is natuurlijk ook tijdens de zwangerschap en in de periode van borstvoeding van toepassing. Die valt echter buiten de inhoud van dit Arbo-Informatieblad. In de zwangerschap en in de periode van borstvoeding geldt aanvullende wet- en regelgeving, die in dit Arbo- Informatieblad uitgebreid aan de orde komt. Belastende factoren kunnen voorkomen bij het verrichten van arbeid, maar ook daarbuiten, zoals in het huishouden, bij de verzorging van kinderen en in de vrije tijd bij het uitoefenen van hobby's en van sport. Het verdient aanbeveling ook buiten de arbeid maatregelen te treffen om mogelijk nadelige effecten te vermijden. Figuur 1

3 AI-12 en arbeid 2 sbeleid als onderdeel van het arbobeleid Het voeren van een arbo- en verzuimbeleid is de wijze waarop een organisatie omgaat met de arbeidsomstandigheden en het verzuim. Dit beleid kan bijdragen aan betere arbeidsomstandigheden, minder verzuim, minder werknemers die in de WAO belanden en gezond personeel. Daarmee heeft het een belangrijke toegevoegde waarde voor de organisatie en de medewerkers. Daarnaast is het voeren van een arbobeleid een wettelijke verplichting voor iedere organisatie. Het zwangerschapsbeleid is een wezenlijk onderdeel van dit beleid. 2.1 sbeleid Trefwoorden: zwangerschapsbeleid Iedere organisatie heeft te maken met zwangerschap. Het gaat hierbij om de volgende aspecten: a. de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen, waaronder het erfelijk materiaal in de ei- en zaadcellen; b. de zwangere werkneemster zelf; c. het ongeboren kind; d. de werkneemster in de periode na de bevalling en tijdens de borstvoeding; e. de borstvoeding en de zuigeling. In iedere organisatie werken mannen en vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Dus ook bedrijven waar geen vrouwen werken, dienen aandacht te schenken aan het onderwerp. In een grote organisatie met veel vrouwen zijn altijd wel zwangere werkneemsters en werkneemsters in de periode van borstvoeding aanwezig. Bijvoorbeeld, een ziekenhuis met 1500 medewerkers waarvan 70% vrouw, heeft altijd circa 75 medewerksters die zwanger zijn, net bevallen zijn of borstvoeding geven / kolven. In het midden- en kleinbedrijf wordt een organisatie niet permanent geconfronteerd met zwangerschap. Hier kan de impact van zwangerschap echter zeker groot zijn, omdat de vrouw alleen al minimaal 16 weken afwezig is voor haar zwangerschaps- en bevallingsverlof. Werkgevers moeten beleid voeren ten aanzien van zwangerschap. Het verdient aanbeveling in dit beleid onder meer aan te geven op welke voorzieningen aanspraak kan worden gemaakt (zie hoofdstuk 3), hoe gevaren voor zwangerschap in kaart worden gebracht (zie hoofdstuk 4: nadere risico-inventarisatie en -evaluatie), en welke maatregelen bij welk arbeidsrisico noodzakelijk zijn (zie de hoofdstukken 5 en 6). Arbowet, artikel 3, lid 1 De werkgever voert een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid. Arbowet, artikel 3, lid 1c De inrichting van de arbeidsplaatsen, de werkmethoden en de bij de arbeid gebruikte arbeidsmiddelen alsmede de arbeidsinhoud moeten zoveel als redelijkerwijs kan worden gevergd aan de persoonlijke eigenschappen van werknemers zijn aangepast. 2.2 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Als algemeen uitgangspunt geldt dat het voeren van een zwangerschapsbeleid de verantwoordelijkheid is van de werkgever in samenwerking met de werknemers, waar nodig met deskundige ondersteuning. Het gaat daarbij ten minste om de verplichtingen zoals opgenomen in tabel 1. Om aanspraak te kunnen maken op bepaalde voorzieningen en specifiek beschermende maatregelen moet de werkneemster de werkgever wel (tijdig) informeren over haar zwangerschap, bevalling en het geven van borstvoeding. De werkgever mag hierbij een verklaring van een arts of verloskundige vragen, waaruit blijkt dat de werkneemster zwanger is. De werkneemster kan bij de werkgever een verzoek indienen voor aanpassingen van haar werk. Echter, het verdient aanbeveling te voorkomen dat een zwangere vrouw zelf het volledige initiatief moet nemen. Als zij genoodzaakt is aanpassingen (informeel) te regelen met haar collega's maakt dat haar te afhankelijk van willekeur en gunsten. Tabel 1 De voornaamste wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien van het zwangerschapsbeleid Actor Wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden Werkgever Het aanbieden van voorzieningen tijdens de zwangerschap en na de bevaling (zie hoofdstuk 3). Het (laten) opstellen van drie nadere risico-inventarisatie en -evaluaties (zie hoofdstuk 4). Het treffen van maatregelen ter bescherming van (a) de vruchtbaarheid waaronder het erfelijk materiaal in de ei- en zaadcellen, (b) de zwangere

4 werkneemster zelf, (c) het ongeboren kind, (d) de werkneemster in de periode na de bevalling en tijdens de borstvoeding, (e) de borstvoeding en de zuigeling (zie hoofdstuk 6). Werknemer De werkneemster moet bepaalde momenten tijdig melden aan de werkgever om aanspraak te kunnen maken op bepaalde voorzieningen of regelingen. Dit betreft ten minste (I) de zwangerschap, (II) de uitgerekende datum van bevalling, (III) het moment van opnemen van zwangerschaps- en bevallingsverlof, (IV) het daadwerkelijke moment van bevalling, (V) het geven van borstvoeding / kolven. Bij I en II kan een verklaring van een arts of verloskundige verlangd worden. De zwangere werkneemster mag een verzoek indienen bij de werkgever om haar werk zo in te richten dat rekening wordt gehouden met haar specifieke omstandigheden. De werkgever voldoet aan de wettelijke verplichtingen binnen een redelijke termijn (Arbeidstijdenwet, artikel 4:5). Arbobesluit, artikel 1.1 Lid 5b: zwangere werknemer: de werknemer die zwanger is en de werkgever hiervan in kennis heeft gesteld; Lid 5c: werknemer tijdens de lactatie: de werknemer die haar kind borstvoeding geeft en haar werkgever hiervan in kennis heeft gesteld. Opmerking: Lactatie behelst meer dan het geven van borstvoeding. Ook kolven valt hier onder, hoewel dit niet direct blijkt uit de tekst van het Arbobesluit. Arbeidstijdenwet, artikel 4:5, lid 1 (tekst is opgenomen in paragraaf 3.1) Arbeidstijdenwet, artikel 4:8, lid 1 (tekst is opgenomen in paragraaf 3.1) Wet arbeid en zorg, artikel 3:3 Lid 1: De vrouwelijke werknemer meldt aan de werkgever: a. de dag met ingang waarvan zij het zwangerschapsverlof opneemt uiterlijk drie weken voor die dag; b. haar bevalling uiterlijk op de tweede dag volgend op die van de bevalling. Besluit stralingsbescherming, artikel 16 (tekst is opgenomen in paragraaf 2.5) 2.3 Maatwerk en overleg Net als het arbobeleid is het bepalen van het zwangerschapsbeleid voor een organisatie maatwerk (zie Arbo- Informatieblad nummer 1). Daarnaast is het van belang om per medewerkster of situatie in overleg tussen de werkgever en werkneemster concrete afspraken te maken. De wet- en regelgeving stelt in een aantal gevallen nadrukkelijk dat dit moet gebeuren (bijvoorbeeld Arbeidstijdenwet artikel 4:8 lid 2). Vaak komen een werkneemster en de werkgever er samen wel uit. Indien dit niet het geval is, kunnen ze derden vragen te adviseren of te bemiddelen. Een mogelijkheid is de zaak voor te leggen aan deskundige werknemers / deskundige diensten (waaronder de arbodienst). Daarnaast kan de werkneemster de zaak aankaarten bij de werknemersvertegenwoordiging of de vakbond. Als de dialoog geen oplossing lijkt te bieden, kan de werkneemster de Arbeidsinspectie vragen de arbeidsomstandigheden nader te onderzoeken en/of kan zij in het uiterste geval een klacht indienen bij de Arbeidsinspectie. Op bedrijfstakniveau wordt ter ondersteuning van individuele organisaties vaak al een voorzet gegeven voor maatwerk, door voor bepaalde typen werk voorbeelden te geven voor het zwangerschapsbeleid en regelingen. Een voorbeeld is de brochure Brandweervrouwen en zwangerschap van het Netwerk Brandweervrouwen. 2.4 Continuïteit van het werk en belasting collega s Bij het treffen van maatregelen, in geval van arbeidsongeschiktheid en bij zwangerschapsen bevallingsverlof, moet vermeden worden dat de continuïteit van het werk in gevaar komt en de belasting van collega s toeneemt. Zo is door zwangerschaps- en bevallingsverlof een medewerkster minimaal 16 weken afwezig. Werkzaamheden die door een (zwangere, pas bevallen of zogende) werkneemster tijdelijk niet uitgevoerd kunnen worden, zullen door iemand anders verricht moeten worden. Om de continuïteit te waarborgen en het verschuiven van belasting naar collega s te vermijden, kan vervanging een sleuteloplossing zijn. De wetgever heeft voor vervanging diverse financiële voorzieningen

5 gecreëerd omdat hij het ongewenst acht de werkgever te belasten met de financiële consequenties van arbeidsongeschiktheid wegens zwangerschap en bevalling, en de kosten van zwangerschaps- en bevallingsverlof (zie hoofdstuk 3). Het verdient aanbeveling in overleg na te gaan welke vorm van vervanging het effectiefst is. Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat de vervanger het precieze takenpakket van de uitgevallen werkneemster overneemt. De vervanging is immers maar tijdelijk en voor veel functies is een langere inwerktijd noodzakelijk. Het herverdelen van taken tussen collega s, zodat een takenpakket gecreëerd kan worden met een beperkte inwerktijd, verlaagt de drempel tot vervanging. Voor grote organisaties, regio s of sectoren kunnen ook arbeidspools opgezet worden, waaruit snel en laagdrempelig vervanging geregeld kan worden. 2.5 Voorlichting Bij indiensttreding moeten alle medewerkers worden voorgelicht over hoe binnen de organisatie veilig en gezond kan worden gewerkt. Hierbij moet ook aandacht worden besteed aan gevaren voor de vruchtbaarheid waaronder het erfelijk materiaal (zaad- en eicellen). Als zwangerschap eenmaal een feit is, moet aanvullende voorlichting worden gegeven. Naast een aantal verboden werkzaamheden tijdens de zwangerschap of borstvoeding wordt in een aantal andere wettelijke bepalingen geen verbod opgelegd, maar wordt gesteld dat de werknemer niet kan worden verplicht tot een aantal met naam genoemde werkzaamheden of werkomstandigheden. Voorbeelden hiervan zijn bepalingen over nachtdienst (Arbeidstijdenwet, artikel 4:5 lid 5), fysieke belasting en ultrasone trillingen en ultrageluid (Arbobeleidsregel 1.42). Een werkneemster moet voldoende informatie krijgen om zelf de gevaren en getroffen maatregelen te kunnen beoordelen, zodat zij een afgewogen beslissing kan nemen om werkzaamheden al dan niet te verrichten. De werkgever moet de zwangere werkneemster binnen twee weken na melding van haar zwangerschap voorlichting geven. De voorlichting moet in ieder geval gaan over de risico s en de getroffen maatregelen die het werk heeft voor haarzelf en haar (ongeboren) kind. Hierbij moeten de volgende arbeidsrisico s - voorzover aanwezig in het werk tijdens de zwangerschap - de revue passeren: gevaarlijke stoffen, biologische agentia, fysieke belasting, psychische belasting, werk- en rusttijden, klimaat, geluid, straling, werken onder overdruk, trillingen, ultrasone trillingen en ultrageluid. Ook moet voorlichting plaatsvinden over de locatie en het gebruik van de rustruimte (zie paragraaf 3.2). Vlak voor het zwangerschapsverlof moet de voorlichting herhaald worden, gericht op de situatie na de bevalling. Arbowet, artikel 8 Beleidsregel 8 1. De verplichting van de werkgever om er voor te zorgen dat een werknemer doeltreffend wordt voorgelicht en dat aan werknemers doeltreffend onderricht wordt verstrekt houdt mede in dat specifieke voorlichting en onderricht wordt gegeven aan zwangere werknemers en werknemers tijdens lactatie. 2. De werkgever geeft een zwangere werknemer voorlichting over de risico s van haar werk voor haarzelf en haar (ongeboren) kind en de genomen maatregelen om deze risico s te voorkomen. Bij deze voorlichting wordt ook aandacht besteed aan de rustruimte binnen het bedrijf. Deze voorlichting vindt plaats binnen twee weken nadat de zwangere werknemer aan de werkgever gemeld heeft zwanger te zijn. 3. Tevens geeft de werkgever voorlichting aan de werknemer voor het bevallingsverlof over de risico s van het werk voor de pas bevallen werknemer en de genomen maatregelen om deze risico s te voorkomen. Deze voorlichting betreft ook informatie inzake risico s van het werk voor kwaliteit en kwantiteit van de borstvoeding en de genomen maatregelen om deze risico s te voorkomen. Besluit stralingsbescherming, artikel 16 De ondernemer zorgt ervoor dat vrouwen die ten gevolge van een handeling kunnen worden blootgesteld aan ioniserende straling voor aanvang van het verrichten van handelingen zijn geïnformeerd over: a. de noodzaak om een zwangerschap in een vroeg stadium te melden; b. de risico s van blootstelling aan ioniserende straling voor het ongeboren kind door uitwendige bestraling of besmetting; c. de risico s die een kind dat borstvoeding krijgt, loopt bij besmetting van de moeder. Samenvatting Iedere organisatie heeft te maken met zwangerschap. Werkgevers moeten dan ook een zwangerschapsbeleid voeren dat door maatwerk past bij de eigen organisatie. Het doel is bescherming van (a) de vruchtbaarheid waaronder het erfelijk materiaal in de ei- en zaadcellen, (b) de zwangere werkneemster zelf, (c) het ongeboren kind, (d) de werkneemster in de periode na de bevalling en tijdens de borstvoeding, (e) de borstvoeding en de zuigeling. Naast deze bescherming moet aandacht bestaan voor de continuïteit van het werk en de belasting van collega s. Een belangrijk onderdeel van het zwangerschapsbeleid is voorlichting.

6 AI-12 en arbeid 3 Voorzieningen tijdens de zwangerschap en na de bevalling Tijdens de zwangerschap en na de bevalling moet de werkneemster gebruik kunnen maken van een aantal bij wet geregelde voorzieningen. Daarnaast worden in een aantal collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO's) bovenwettelijke regelingen afgesproken. Deze CAO-afspraken zijn niet opgenomen in dit Arbo-Informatieblad. Een CAO kan worden opgevraagd bij de werkgever, de werkgeversorganisatie of de vakbond. Verder bestaan voor de werkgever financiële (compensatie)regelingen bij zwangerschaps- en bevallingsverlof en bij arbeidsongeschiktheid wegens zwangerschap of bevalling. 3.1 Aanpassen werk- en rusttijden Trefwoorden: bevallingsverlof; verlof, bevallings-; Wet arbeid en zorg Het aanpassen van werk- en rusttijden is een algemene maatregel om de belasting door het werk te verminderen. Het werk kan belastend zijn door meerdere belastende factoren (zie hoofdstuk 5). De wet bepaalt dat het werk van zwangere werkneemsters en werkneemsters in een periode van zes maanden na de bevalling zodanig moet zijn ingericht dat rekening wordt gehouden met haar specifieke omstandigheden. Tijdens de zwangerschap De zwangere werkneemster heeft recht op een of meer extra pauzes die samen ten hoogste een achtste deel zijn van haar arbeidstijd. Daarnaast heeft zij recht op een bestendig en regelmatig arbeids- en rusttijdenpatroon en kan zij niet verplicht worden tot overwerk en nachtdiensten. Hierbij wordt onder overwerk verstaan het afwijken van de bij wet voorgeschreven maximale arbeidstijd (in de standaardregeling voor werknemers van 18 jaar of ouder: maximaal 9 uur per dienst, 45 uren per week en in elke periode van 13 weken gemiddeld 40 uren per week). Verder geldt de vrijstelling van nachtdiensten alleen als dit redelijkerwijs van de werkgever kan worden gevraagd. Naast voorgaande regelingen moet de werkgever de zwangere werkneemster in de gelegenheid stellen zwangerschapsonderzoeken te ondergaan. Hiertoe krijgt zij betaald verlof in werktijd. Na de bevalling Voor het geven van borstvoeding of om te kolven mag de werkneemster de eerste negen levensmaanden van het kind het werk onderbreken voor maximaal een kwart van de arbeidstijd. De werkgever is verplicht deze tijd door te betalen. Na de bevalling geldt voor een periode van zes maanden dezelfde regeling als die omschreven in voorgaande alinea. Hiervan zijn de zwangerschapsonderzoeken logischerwijs uitgezonderd. Het is de bedoeling dat de werkneemster en de werkgever concrete afspraken maken over de uiteindelijke invulling van genoemde regelingen. Zie ook paragraaf 2.3. Tijdens zwangerschap Arbeidstijdenwet, artikel 4:5 1. De arbeid van een zwangere werknemer wordt zodanig ingericht, dat rekening wordt gehouden met haar specifieke omstandigheden. De werkgever voldoet, met inachtneming van het tweede tot en met het vijfde lid, aan de voor hem uit de eerste volzin voortvloeiende verplichting binnen een redelijke termijn nadat een verzoek daartoe door de zwangere werknemer is gedaan. Bij dit verzoek wordt desgevraagd een schriftelijke verklaring overgelegd van een geneeskundige of een verloskundige waaruit blijkt, dat de betrokken werknemer zwanger is. 2. De zwangere werknemer heeft het recht de arbeid af te wisselen met één of meer pauzes buiten die bedoeld in artikel 5:10 of de bij of krachtens artikel 5:12 voorgeschreven pauzes. Deze extra pauze onderscheidenlijk pauzes bedragen tezamen ten hoogste één achtste deel van de voor haar geldende arbeidstijd per dienst. De in de vorige volzin bedoelde pauzes gelden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als arbeidstijd. 3. De zwangere werknemer heeft het recht arbeid te verrichten in een bestendig en regelmatig arbeids- en rusttijdenpatroon. 4. De zwangere werknemer kan niet verplicht worden arbeid te verrichten anders dan op grond van de artikelen 5:6 en 5:7 of de bij of krachtens artikel 5:12 in afwijking of ter aanvulling hiervan gestelde regels ten aanzien van de arbeidstijd is toegestaan. 5. De zwangere werknemer kan niet verplicht worden arbeid te verrichten in nachtdienst, tenzij de werkgever aannemelijk maakt dat dit redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd. 6. De werkgever stelt de zwangere werknemer in de gelegenheid de noodzakelijke zwangerschapsonderzoeken te ondergaan. Zij behoudt haar aanspraak op het naar tijdsruimte vastgesteld loon, indien zij door het bedoelde zwangerschapsonderzoek verhinderd is geweest haar arbeid te verrichten. 7. Elk beding waarbij ten nadele van de zwangere werknemer wordt afgeweken van het eerste tot en met zesde lid, is nietig. Na de bevalling Arbeidstijdenwet, artikel 4:7 Artikel 4:5 met uitzondering van het zesde lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een vrouwelijke

7 werknemer gedurende een periode van 6 maanden na de bevalling. Periode van borstvoeding Arbeidstijdenwet, artikel 4:8 1. Een vrouwelijke werknemer, die een borstkind voedt, heeft, indien zij de werkgever hiervan in kennis heeft gesteld, gedurende de eerste 9 levensmaanden van dat kind het recht de arbeid te onderbreken ten einde in de nodige rust en afzondering haar kind te zogen dan wel de borstvoeding te kolven. De werkgever biedt haar daartoe de gelegenheid en stelt, waar nodig, een geschikte af te sluiten besloten ruimte ter beschikking. 2. De onderbrekingen, bedoeld in het eerste lid, vinden plaats zo vaak en zo lang als nodig is doch bedragen gezamenlijk ten hoogste een vierde van de arbeidstijd per dienst. De vaststelling van het tijdstip en de duur van de onderbrekingen vindt plaats door de betrokken vrouwelijke werknemer na overleg met de werkgever. 3. De duur van de onderbrekingen, bedoeld in dit artikel, gelden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als arbeidstijd, waarover de vrouwelijke werknemer haar aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon behoudt. 4. Elk beding waarbij ten nadele van de vrouwelijke werknemer wordt afgeweken van dit artikel, is nietig. 3.2 Beschikbaarheid van een afsluitbare ruimte De zwangere werkneemster en de werkneemster die borstvoeding geeft of kolft moet gebruik kunnen maken van een geschikte, af te sluiten besloten ruimte. Deze ruimte is met name bedoeld om te kunnen rusten. Daarvoor moet in de ruimte een (opvouwbaar) bed of een rustbank beschikbaar zijn. Daarnaast kan de ruimte na de bevalling ook gebruikt worden bij het geven van borstvoeding of bij het kolven. De ruimte moet geschikt zijn, wat kan worden opgevat als: 1. van binnenuit af te sluiten; 2. voldoende rustig en afgezonderd; 3. met voldoende verse lucht en voldoende voorzieningen voor klimaatbeheersing; en 4. zonder risico s zoals gevaarlijke stoffen en verontreinigingen. Indien geen geschikte ruimte beschikbaar is, moet de werkgever de werkneemster in de gelegenheid stellen thuis te voeden of te kolven. Hierbij geldt nog wel de bepaling over de beschikbare tijd - maximaal 25% van de arbeidstijd per dienst - op kosten van de werkgever, zoals beschreven in paragraaf 3.1. Er is geen wettelijke basis voor de vergoeding van reistijd buiten deze 25%-norm als een vrouw gedwongen wordt te reizen door het ontbreken van een geschikte ruimte. Arbobesluit, artikel 3.48 Voor zwangere werknemers en werknemers tijdens de lactatie is een geschikte, af te sluiten besloten ruimte beschikbaar, waarin gelegenheid is of onmiddellijk kan worden gemaakt voor het nemen van rust. In een zodanige ruimte is een deugdelijk, al of niet opvouwbaar bed of een deugdelijke rustbank beschikbaar. Arbeidstijdenwet, artikel 4:8 Lid 1 (de tekst is opgenomen in paragraaf 3.1) 3.3 s- en bevallingsverlof De wet- en regelgeving beschrijft het recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof en de financiering van dit verlof. Hierbij bestaan wel verschillen tussen werknemers, ambtenaren (overheids- en onderwijspersoneel) en zelfstandigen. In tabel 2 zijn de voornaamste bepalingen samengevat. De gedetailleerde regelingen zijn na te lezen in de Wet arbeid en zorg. Om aanspraak te kunnen maken op de uitkeringsrechten moet de werkgever voldoen aan de meldingsplicht van zwangerschap en bevalling van een werkneemster bij het UWV. De werkneemster ontvangt de uitkering meestal via de werkgever. Voor de werkenden met verlofrecht (= werknemers en ambtenaren) bestaat het zwangerschaps- en bevallingsverlof uit een periode van ten minste 16 weken rond de bevalling. Het verlof kan zes weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling ingaan, maar de vrouw mag ook twee weken langer doorwerken om zo na haar bevalling langer verlof te hebben. De werkneemster mag niet werken vanaf vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling tot zes weken na de bevalling. Het verlof gaat altijd zes weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum in als de werkneemster arbeidsongeschikt is vóór het verlof. Een aantal CAO s bevat afspraken over extra (onbetaald) verlof. Wet arbeid en zorg, artikel 3:1 1. De vrouwelijke werknemer heeft in verband met haar bevalling recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. 2. Het recht op zwangerschapsverlof bestaat vanaf zes weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling, zoals aangegeven in een aan de werkgever overlegde schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige, tot en met de dag van de bevalling. Het zwangerschapsverlof gaat in uiterlijk vier weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling.

8 3. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling en bedraagt tien aaneengesloten weken vermeerderd met het aantal dagen dat het zwangerschapsverlof tot en met de vermoedelijke datum van bevalling, dan wel, indien eerder gelegen, tot en met de werkelijke datum van bevalling, minder dan zes weken heeft bedragen. 4. Voor de toepassing van het derde lid worden dagen waarover de vrouwelijke werknemer op grond van artikel 29a, tweede lid, van de Ziektewet ziekengeld heeft genoten in de periode dat zij recht heeft op zwangerschapsverlof, maar dat verlof nog niet is ingegaan, aangemerkt als dagen waarover zij zwangerschapsverlof heeft genoten. Wet arbeid en zorg, hoofdstuk 3, afdeling 2: Uitkering in verband met zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg Arbeidstijdenwet, artikel 4:6 De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat een vrouwelijke werknemer: a. geen arbeid verricht binnen 28 dagen voor de vermoedelijke datum van de bevalling, zoals die is aangegeven in een door de vrouwelijke werknemer aan de werkgever overlegde schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige waaruit de vermoedelijke datum van de bevalling blijkt. Het in de eerste volzin bedoelde tijdvak wordt verlegd met het tijdvak, dat verloopt tussen de vermoedelijke datum van de bevalling en de werkelijke datum van de bevalling; b. geen arbeid verricht binnen 42 dagen na haar bevalling. Tabel 2 Het recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof, en het recht op een uitkering tijdens dit verlof `Gewone' werknemers (personen met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht) Alfahulpen, huishoudelijke hulpen en directeuren grootaandeelhouder (personen met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht) Overheids- en onderwijspersoneel (personen met een publiekrechtelijke aanstelling) Thuiswerkers (zoals omschreven in het Arbobesluit artikel 1.1, lid 5d) Zelfstandigen, vrije beroepsbeoefenaren en meewerkende echtgenoten 3.4 Ontslagbescherming Recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof Ja Ja Ja Nee Nee Recht op een uitkering tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof Ja, uitkering ter hoogte van het dagloon (maar ten hoogste het wettelijke maximum dagloon) Ja, uitkering van maximaal het minimumloon Ja, uitkering ter hoogte van het dagloon (maar ten hoogste het wettelijke maximum dagloon) Ja, uitkering ter hoogte van het dagloon Ja, uitkering van maximaal het minimumloon Het burgerlijk wetboek biedt zwangere werkneemsters en pas bevallen werkneemsters ontslagbescherming. Zo is er een verbod op opzegging van de arbeidsovereenkomst: gedurende de zwangerschap; gedurende het bevallingsverlof; in de periode van 6 weken na werkhervatting die (a) aansluit op het bevallingsverlof of (b) op een periode van arbeidsongeschiktheid die haar oorzaak vindt in de bevalling of de daaraan voorafgaande zwangerschap en die aansluit op dat bevallingsverlof; wegens het geldend maken van het recht op ouderschapsverlof. In een aantal omstandigheden zijn de opzegverboden niet van toepassing, namelijk bij een dringende reden voor ontslag op staande voet, ontbinding door de kantonrechter, beëindiging van de overeenkomst met wederzijds goedvinden, de overeenkomst voor bepaalde tijd en faillissement. Burgerlijk Wetboek, artikel 7:667, lid 8 Een beding, krachtens hetwelk de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt wegens zwangerschap of bevalling van de werkneemster, is nietig. Burgerlijk Wetboek, artikel 7:670, lid 2 en 7

9 2. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst met een werkneemster niet opzeggen gedurende de zwangerschap. De werkgever kan ter staving van de zwangerschap een verklaring van een arts of van een verloskundige verlangen. Voorts kan de werkgever de arbeidsovereenkomst van de werkneemster niet opzeggen gedurende de periode waarin zij bevallingsverlof als bedoeld in artikel 3:1, derde lid, van de Wet arbeid en zorg geniet en na werkhervatting, gedurende het tijdvak van zes weken aansluitend op dat bevallingsverlof, dan wel aansluitend op een periode van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid die haar oorzaak vindt in de bevalling of de daaraan voorafgaande zwangerschap en die aansluit op dat bevallingsverlof. 7. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst niet opzeggen wegens de omstandigheid dat de werknemer zijn recht op ouderschapsverlof als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg geldend maakt. 3.5 Ouderschapsverlof De wettelijke regeling van het ouderschapsverlof geeft beide ouders of verzorgers recht op tijdelijk, onbetaald verlof. De werkgever is verplicht ouderschapsverlof toe te kennen aan iedereen die daartoe een verzoek indient. De regeling rond ouderschapsverlof is uitgebreid, en een gedetailleerde bespreking valt niet binnen de context van dit Arbo-Informatieblad. Meer informatie is aan te vragen via de Informatietelefoon van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (zie de adressenlijst achter in dit Arbo-Informatieblad) of is te vinden op Verder bevat een groot aantal CAO s bovenwettelijke afspraken over ouderschapsverlof. Het gaat dan om doorbetaling van het loon, de duur van het verlof, de mogelijkheid van voltijd verlof, en de leeftijdscategorie van de kinderen waarvoor het verlof kan worden opgenomen. Wet arbeid en zorg, hoofdstuk 6: Ouderschapsverlof (tekst niet opgenomen) 3.6 Uitkering arbeidsongeschiktheid werkneemster wegens zwangerschap of bevalling Voor werkneemsters met een arbeidsovereenkomst moet de werkgever bij ziekte het loon gedurende minimaal het eerste ziektejaar doorbetalen. Hierop bestaat een uitzondering, namelijk bij ziekte van de werkneemster wegens zwangerschap of bevalling. Als de ziekte niet door de zwangerschap of de bevalling wordt veroorzaakt, geldt de gebruikelijke regel. De werkgever moet in dit geval het loon doorbetalen. Werkneemsters met een arbeidsovereenkomst volgens burgerlijk recht en publiekrechtelijke aanstelling (= alle personen die onder de Ziektewet vallen) krijgen bij ziekte wegens zwangerschap of bevalling een uitkering op basis van de Ziektewet. Voor de bevalling loopt het recht op uitkering vanaf de eerste ziektedag tot aan het zwangerschapsverlof. Na de geboorte van het kind heeft de werkneemster na afloop van het bevallingsverlof 52 weken recht op een uitkering. De uitkering is het dagloon, maar ten hoogste het wettelijke maximum dagloon. In de praktijk betaalt de werkgever het loon door, maar kan hij de uitkering op basis van de Ziektewet claimen bij het UWV. Het komt regelmatig voor dat organisaties geen gebruik maken van deze mogelijkheid. Om aanspraak te kunnen maken op het ziekengeld moet de werkgever wel voldoen aan de meldingsplicht bij het UWV. In 2004 wordt de algemene verplichting voor een werkgever het loon van een zieke werknemer door te betalen verlengt van het eerste ziektejaar naar de eerste twee ziektejaren (104 weken). Het recht op een Ziektewetuitkering bij arbeidsongeschiktheid wegens zwangerschap of bevalling wordt uitgebreid van maximaal 52 weken naar maximaal 104 weken. In paragraaf 6.3 is beschreven dat de werkgever voldoende maatregelen moet treffen ter bescherming van de zwangere werkneemster en/of het (ongeboren) kind. Als een organisatie tot de conclusie komt dat dit redelijkerwijs niet mogelijk is en dat het noodzakelijk is die arbeid te staken, kan een beroep gedaan worden op de Ziektewet. Voor de duidelijkheid: de werkgever is wel verantwoordelijk voor de begeleiding en reïntegratie van de werkneemster die arbeidsongeschikt is wegens zwangerschap en arbeidsongeschiktheid. Het UWV verstrekt een uitkering, maar neemt het werkgeverschap in deze zin niet over. Ziektewet, artikel Behoudens het tweede lid, onderdeel e, en de artikelen 29a en 29b wordt geen ziekengeld uitgekeerd, indien de verzekerde uit hoofde van de dienstbetrekking op grond waarvan hij de arbeid behoort te verrichten: a. recht heeft op loon als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel indien het recht op loon door toepassing van het derde, vijfde, zesde of negende lid van dat artikel geheel of gedeeltelijk ontbreekt; b. recht heeft op bezoldiging als bedoeld in artikel XV van de Wet terugdringing ziekteverzuim, dan wel indien het recht op die bezoldiging op grond van het vierde, zevende, achtste, negende of tiende lid van dat artikel geheel of gedeeltelijk ontbreekt. 2. Het ziekengeld wordt uitgekeerd over iedere dag van de ongeschiktheid tot werken, doch niet over de zaterdagen

10 en de zondagen, aan: a. de verzekerde van wie de arbeidsverhouding op grond van artikel 4 of 5 als dienstbetrekking wordt beschouwd, vanaf de derde dag van de ongeschiktheid tot werken; b. degene wiens aanspraak berust op artikel 46, vanaf de derde dag van de ongeschiktheid tot werken; c. de verzekerde van wie de dienstbetrekking, bedoeld in artikel 3, binnen het in het vijfde lid genoemde tijdvak van 104 weken eindigt, vanaf de eerste dag van ongeschiktheid tot werken nadat de dienstbetrekking is geëindigd, doch niet eerder dan vanaf de derde dag van de ongeschiktheid tot werken; d. de verzekerde die op grond van artikel 7 als werknemer wordt beschouwd, vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken; e. de verzekerde die wegens orgaandonatie ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid, vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken; f. de vrouwelijke verzekerde, overeenkomstig artikel 29 a; g. de werknemer, bedoeld in artikel 29 b. 3. Als eerste dag van de ongeschiktheid tot werken geldt de eerste werkdag waarop wegens ziekte niet is gewerkt of het werken tijdens de werktijd is gestaakt. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan voor bijzondere gevallen regels stellen inzake welke dag als eerste werkdag wordt aangemerkt. 4. Geen ziekengeld wordt uitgekeerd op en na de eerste dag van de maand waarin de verzekerde de leeftijd van 65 jaar bereikt alsmede over de periode waarover de verzekerde een uitkering op grond van artikel 3:7, tweede lid, 3:9 of 3:10, tweede en derde lid van de Wet arbeid en zorg ontvangt. 5. Geen ziekengeld wordt uitgekeerd nadat een tijdvak van 104 weken van ongeschiktheid tot werken is verstreken, te rekenen vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken. Voor het bepalen van dit tijdvak worden tijdvakken van ongeschiktheid tot werken samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Bij de vaststelling van de periode van vier weken blijven perioden, waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, buiten beschouwing. In de gevallen waarin de tweede volzin toepassing vindt, worden gedurende de desbetreffende periode van 104 weken de eerste twee dagen van de ongeschiktheid tot werken, waarover op grond van het tweede lid, onderdelen a en b, geen ziekengeld wordt uitgekeerd, slechts eenmaal in aanmerking genomen. 6. Het ziekengeld, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a tot en met d, bedraagt 70% van het dagloon van de verzekerde. 7. Het ziekengeld, bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, wordt gesteld op het dagloon. 8. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan nadere regels stellen met betrekking tot het tweede lid, onderdeel e. 9. Het tijdvak van 104 weken, bedoeld in het vijfde lid, wordt verlengd met de duur van het tijdvak dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van artikel 71b, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft vastgesteld. 10. Het tweede lid, onderdeel a, b of c, is niet van toepassing indien onderdeel g van dat lid van toepassing is. Ziektewet, artikel 29a 1. De vrouwelijke verzekerde heeft, indien zij, voorafgaand aan de dag waarop zij recht heeft op uitkering op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8, tweede lid, of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg, ongeschikt wordt tot het verrichten van haar arbeid en die ongeschiktheid haar oorzaak vindt in de zwangerschap, behoudens over de zaterdagen en de zondagen, recht op ziekengeld ter hoogte van haar dagloon vanaf de eerste dag waarop die ongeschiktheid bestaat. 2. De vrouwelijke verzekerde die in de periode, waarin zij recht had kunnen hebben op uitkering op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8, tweede lid, of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg doch die uitkering nog niet is aangevangen, wegens ziekte ongeschikt is tot het verrichten van haar arbeid, heeft recht op ziekengeld ter hoogte van haar dagloon. Dit ziekengeld wordt uitgekeerd vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken. 3. De vrouwelijke verzekerde heeft geen recht op ziekengeld over perioden waarover zij uitkering op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8, eerste lid, of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorggeniet. 4. Nadat het recht op uitkering op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8, derde lid, of 3:10, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg is geëindigd, heeft de vrouwelijke verzekerde, indien zij aansluitend ongeschikt is tot het verrichten van haar arbeid en die ongeschiktheid haar oorzaak vindt in de bevalling of de daaraan voorafgaande zwangerschap, recht op ziekengeld ter hoogte van haar dagloon, zolang die ongeschiktheid duurt, doch ten hoogste gedurende 104 aaneengesloten weken. Dit ziekengeld wordt uitgekeerd vanaf de eerste dag nadat het recht op uitkering, bedoeld in de eerste zin, is geëindigd. 5. Artikel 29, vijfde lid, blijft buiten toepassing ten aanzien van de vrouwelijke verzekerde die, op grond van het tweede of vierde lid van dit artikel, recht heeft op ziekengeld ter hoogte van haar dagloon. 6. Artikel 30 blijft buiten toepassing ten aanzien van de vrouwelijke verzekerde die op grond van dit artikel recht heeft op ziekengeld. Burgerlijk Wetboek, artikel 7: Voor zover het loon niet meer bedraagt dan het maximum dagloon, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, behoudt de werknemer voor een tijdvak van 104 weken recht op 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon, maar de eerste 52 weken ten minste op het voor hem geldende wettelijke minimumloon, indien hij de bedongen arbeid niet heeft verricht omdat hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling daartoe verhinderd was. 2. Voor de werknemer die ten behoeve van zijn werkgever uitsluitend of nagenoeg uitsluitend huiselijke of persoonlijke diensten op minder dan drie dagen per week verricht, geldt het in lid 1 bedoelde recht voor een tijdvak van zes weken. 3. De werknemer heeft het in lid 1 bedoelde recht niet: a. indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt of het gevolg is van een gebrek waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring valse informatie heeft verstrekt en daardoor de toetsing aan de voor de functie opgestelde

11 belastbaarheidseisen niet juist kon worden uitgevoerd; b. voor de tijd, gedurende welke door zijn toedoen zijn genezing wordt belemmerd of vertraagd; c. voor de tijd, gedurende welke hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 3 voor de werkgever of voor een door de werkgever met toestemming van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen aangewezen derde, waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt, niet verricht; d. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan door de werkgever of door een door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de werknemer in staat te stellen passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 3 te verrichten; e. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 658a lid In afwijking van lid 1 heeft de vrouwelijke werknemer het in dat lid bedoelde recht niet gedurende de periode dat zij zwangerschaps- of bevallingsverlof geniet overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg. 5. Het loon wordt verminderd met het bedrag van enige geldelijke uitkering die de werknemer toekomt krachtens enige wettelijke voorgeschreven verzekering of krachtens enige verzekering of uit enig fonds waarin de werknemer niet deelneemt. Het loon wordt voorts verminderd met het bedrag van de inkomsten, door de werknemer in of buiten dienstbetrekking genoten voor werkzaamheden die hij heeft verricht gedurende de tijd dat hij, zo hij daartoe niet verhinderd was geweest, de bedongen arbeid had kunnen verrichten. 6. De werkgever is bevoegd de betaling van het in het lid 1 bedoelde loon op te schorten voor de tijd, gedurende welke de werknemer zich niet houdt aan door de werkgever schriftelijk gegeven redelijke voorschriften omtrent het verstrekken van de inlichtingen die de werkgever behoeft om het recht op loon vast te stellen. 7. De werkgever kan geen beroep meer doen op enige grond het loon geheel of gedeeltelijk niet te betalen of de betaling daarvan op te schorten, indien hij de werknemer daarvan geen kennis heeft gegeven onverwijld nadat bij hem het vermoeden van het bestaan daarvan is gerezen of redelijkerwijs had behoren te rijzen. 8. Artikel 628 lid 3 is van overeenkomstige toepassing. 9. Van dit artikel kan ten nadele van de werknemer slechts in zoverre worden afgeweken dat bedongen kan worden dat de werknemer voor de eerste twee dagen van het in lid 1 of lid 2 bedoelde tijdvak geen recht op loon heeft.>/li> 10. Voor de toepassing van de leden 1, 2 en 9 worden perioden, waarin de werknemer in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Bij de vaststelling van de periode van vier weken blijven perioden, waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, buiten beschouwing. 11. Het tijdvak van 104 weken, bedoeld in lid 1, wordt verlengd: a. met de duur van de vertraging indien de werkgever de aangifte, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Ziektewet later doet dan in dat artikel is voorgeschreven; b. met de duur van de verlenging van de wachttijd, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, indien die wachttijd op grond van het zevende lid van dat artikel wordt verlengd; en c. met de duur van het tijdvak dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van artikel 71a, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft vastgesteld. 12. Indien de werknemer passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 3 verricht, blijft de arbeidsovereenkomst onverkort in stand. Samenvatting De medewerkster heeft recht op diverse voorzieningen tijdens de zwangerschap en na de bevalling. Dit zijn: aangepaste werk- en rusttijden, een besloten afsluitbare ruimte, zwangerschaps- en bevallingsverlof, ontslagbescherming en ouderschapsverlof. De werkgever kan gebruikmaken van twee financiële (compensatie)regelingen: bij zwangerschaps- en bevallingsverlof en bij arbeidsongeschiktheid wegens zwangerschap of bevalling.

12 AI-12 en arbeid 4 Risico-inventarisatie en -evaluatie Om in kaart te brengen welke gevaren, risico s en risicobeperkende maatregelen in een organisatie aanwezig zijn, moet iedere werkgever een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) (laten) opstellen. Arbo- Informatieblad nummer 1 gaat uitgebreid in op de RI&E. De wet- en regelgeving kent drie specifieke verplichtingen met betrekking tot de risicoinventarisatie en - evaluatie die relevant zijn voor zwangerschap. Het uiteindelijke doel van de RI&E is te voorkomen dat werknemers met een kinderwens, zwangere werkneemsters en de werkneemsters in de periode van borstvoeding gezondheidsschade oplopen of dat het (ongeboren) kind wordt geschaad. Om dat te bereiken moet de werkgever maatregelen nemen als uit de RI&E blijkt dat risico s onvoldoende worden weggenomen of beheerst. 4.1 Aandacht in de RI&E voor zwangere en zogende werkneemsters In de RI&E moet, naast de risico s die gelden voor alle werknemers, ook worden vastgelegd welke risico s aanwezig zijn voor bijzondere categorieën werknemers. Zwangere werkneemsters en werkneemsters in de periode van borstvoeding worden beschouwd als een bijzondere categorie. In de RI&E moet voor deze groep ten minste aandacht worden besteed aan de onderwerpen die in bijlage I van de Europese richtlijn over zwangerschap (Richtlijn 92/85/EEG) zijn opgenomen (zie bijlage 1). In de RI&E moet worden nagegaan of arbeidsrisico s een specifiek of groter risico hebben voor zwangere werkneemsters, werkneemsters na de bevalling en zij die borstvoeding geven. Hierbij kan gebruikgemaakt worden van de achtergrondinformatie uit hoofdstuk 5. Iedere organisatie moet een actuele RI&E als bedoeld in deze paragraaf klaar hebben liggen. Dan kan als de zwangerschap gemeld wordt onder meer aan de hand van deze RI&E voor de specifieke functie worden nagegaan of risico s aanwezig zijn. Als deze RI&E nog uitgevoerd moet worden als een medewerkster komt melden dat zij zwanger is, is onduidelijk of en welke maatregelen getroffen moeten worden en is de informatie ten behoeve van de voorlichting wellicht niet tijdig aanwezig. Immers, de werkgever moet de werkneemster binnen twee weken na melding van haar zwangerschap voorlichten over de risico s en de maatregelen (zie paragraaf 2.5). Deze informatie moet dan wel bekend zijn. De risico s voor het ongeboren kind zijn relatief groot aan het begin van de zwangerschap, dus als maatregelen noodzakelijk zijn, is het belangrijk deze direct na melding te treffen. Arbowet, artikel 5 Lid 1: Bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever in een risicoinventarisatie en -evaluatie schriftelijk vast welke risico s de arbeid voor de werknemers met zich brengt. Deze risico-inventarisatie en - evaluatie bevat tevens een beschrijving van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen en de risico s voor bijzondere categorieën van werknemers. Arbobesluit, artikel 1.41 Indien in een bedrijf of inrichting een zwangere werknemer of een werknemer tijdens de lactatie werkzaam is of pleegt te zijn, wordt in de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, in het bijzonder aandacht besteed aan de niet-limitatieve lijst van agentia, procédés en arbeidsomstandigheden, opgenomen in bijlage I bij de richtlijn Opmerking: Artikel 1.41 uit het Arbobesluit verwijst naar bijlage I van de Europese richtlijn 92/85/EEG. In bijlage 1 van dit Arbo- Informatieblad zijn de bijlagen I en II van richtlijn 92/85/EEG opgenomen, waarbij door de auteur de relevante informatie uit de richtlijnen waarnaar wordt verwezen met vermelding wordt weergegeven. 4.2 Aandacht in de RI&E voor gevaarlijke stoffen De wet- en regelgeving kent meerdere bepalingen over de inventarisatie en evaluatie van gevaarlijke stoffen. Twee bepalingen zijn van belang in verband met zwangerschap: 1. inventarisatie van voor de voortplanting giftige stoffen (ook wel reproductietoxische stoffen genoemd); 2. inventarisatie van kankerverwekkende of mutagene stoffen of kankerverwekkende processen. In hoofdstuk 5 wordt uiteengezet welke bijzondere risico s mutagene en kankerverwekkende stoffen, kankerverwekkende processen en reproductietoxische stoffen hebben in relatie tot zwangerschap. In de wettelijke artikelen na deze paragraaf (Arbobesluit, artikel 4.21, lid 2 en 4.13) is precies beschreven welke gegevens geregistreerd moeten worden. Arbo-informatieblad nummer 6 besteedt uitgebreid aandacht aan de RI&E voor kankerverwekkende stoffen en processen. Hoewel niet verplicht, verdient het aanbeveling ook stoffen te registreren uit categorie 3: verdacht kankerverwekkend of mutageen. De categorie 3 van voor de voortplanting giftige stoffen moet wel verplicht geregistreerd worden. In de RI&E kan naast de blootstelling aan stoffen uit de omgeving ook aandacht worden besteed aan blootstelling door opslag in het lichaam.

13 Zoals beschreven in paragraaf 4.1 moet de organisatie zorgen dat de RI&E aanwezig en actueel is, met ook aandacht voor de gevaarlijke stoffen. De werkgever moet onder meer op basis van de RI&E afdoende beheersmaatregelen treffen voor alle medewerkers. Op het moment dat een medewerker een kinderwens heeft of zwanger is, dient onder meer op basis van de RI&E, voor de specifieke functie nagegaan te worden of de beheersmaatregelen voldoende bescherming bieden of dat aanvullende beschermingsmaatregelen nodig zijn. Arbobesluit, artikel 4.2a, lid 2 Indien op de arbeidsplaats in verband met de aard van de werkzaamheden die daar worden uitgevoerd, gevaarlijke stoffen plegen voor te komen die bij of krachtens de Wet milieugevaarlijke stoffen worden ingedeeld in de categorie voor de voortplanting vergiftig, bedoeld in artikel 34, tweede lid, onder n, van die wet, alsmede stoffen als bedoeld in richtlijn nr. 67/548/EEG van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechterlijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PbEG L 196) die met de waarschuwingszin R64 worden gekenmerkt overeenkomstig de criteria in paragraaf van bijlage VI bij deze richtlijn, worden met betrekking tot die stoffen in de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, tevens de volgende gegevens vermeld: a. de hoeveelheid van de stof die per jaar pleegt te worden vervaardigd of gebruikt dan wel aanwezig pleegt te zijn in verband met opslag; b. het aantal werknemers dat arbeid pleegt te verrichten op de arbeidsplaats waar de stof pleegt voor te komen; c. de vorm van de arbeid die met de stof pleegt te worden verricht; d. de wijze waarop de onder b bedoelde werknemers bij hun arbeid aan de stof worden of kunnen worden blootgesteld. Arbobesluit, artikel 4.13 Indien arbeid wordt verricht waarbij werknemers als gevolg van hun werk worden of kunnen worden blootgesteld aan kankerverwekkende of mutagene stoffen of kankerverwekkende processen, worden met betrekking tot deze stoffen of processen die, gelet op de aard van de bedrijvigheid, met enige regelmaat aanwezig zijn of worden toegepast, in de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, in ieder geval de volgende gegevens opgenomen: a. met betrekking tot de identiteit: 1. in geval van een enkelvoudige stof: de chemische naam of namen dan wel het CAS-nummer of het nummer waaronder de stof is opgenomen in de lijst van stoffen, bedoeld in bijlage I bij Richtlijn nr. 67/548/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1967 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PbEG 196); 2. in geval van een meervoudige stof: de handelsnaam of namen alsmede de chemische naam of namen en de gewichtspercentages van de component die aanleiding geeft tot indeling van de stof in de categorie carcinogeen of de categorie mutageen; 3. in geval van een proces: de beschrijving van het proces en de chemische naam van de stoffen die daarbij vrijkomen; b. de reden waarom het gebruik van een kankerverwekkende stof of het toepassen van een kankerverwekkend proces voor het verrichten van de arbeid strikt noodzakelijk is en vervanging technisch niet uitvoerbaar is; c. een aanduiding van de organisatorische eenheid of eenheden binnen het bedrijf of de inrichting waar een kankerverwekkende of mutagene stof pleegt voor te komen of een kankerverwekkend proces pleegt te worden toegepast; d. de benaming van het gevaar of de gevaren van de kankerverwekkende of mutagene stof of het kankerverwekkende proces; e. de hoeveelheid van de kankerverwekkende of mutagene stof die per jaar pleegt te worden vervaardigd of gebruikt dan wel aanwezig pleegt te zijn in verband met de opslag respectievelijk de frequentie waarmee een proces per jaar pleegt te worden toegepast; f. de soort arbeid die met de kankerverwekkende of mutagene stof pleegt te worden verricht of waarbij het kankerverwekkende proces pleegt te worden toegepast; g. het aantal werknemers dat aan een kankerverwekkende of mutagene stof of een kankerverwekkend proces pleegt te worden blootgesteld of kan worden blootgesteld; h. de wijze waarop de onder g bedoelde werknemers aan een kankerverwekkende of mutagene stof of een kankerverwekkend proces plegen te worden blootgesteld of kunnen worden blootgesteld. Samenvatting Voor zwangerschap zijn drie onderdelen van de risico-inventarisatie en -evaluatie van belang: (1) die voor zwangere en zogende werkneemsters (2) die voor reproductietoxische stoffen en (3) die voor mutagene en kankerverwekkende stoffen en kankerverwekkende processen. Deze inventarisaties dienen altijd aanwezig en actueel te zijn. Zo kan altijd worden nagegaan of in het algemeen en voor een specifieke functie afdoende beheersmaatregelen getroffen zijn.

14 AI-12 en arbeid 5 Arbeidsrisico s en zwangerschap In dit hoofdstuk wordt voor elf arbeidsrisico s beschreven welke invloed het risico kan hebben in verband met zwangerschap. De opbouw is voor alle onderwerpen hetzelfde: (1) na een bespreking van de belastende factoren wordt ingegaan op (2) de belastbaarheid van zowel de werkneemster als het (ongeboren) kind. Vervolgens komen (3) de effecten aan bod, waarna ieder onderwerp wordt afgesloten met (4) de wet- en regelgeving die onder meer ingaat op verboden in verband met zwangerschap. De maatregelen komen aan bod in hoofdstuk 6. Tabel 3 Omschrijving van drie groepen stoffen die een extra risico vormen in verband met zwangerschap Eigenschap Omschrijving Blootstellingsgrens Mutageen Kankerverwekkend Reproductietoxisch Stoffen en preparaten die bij inademing of bij opneming via de mond of via de huid erfelijke genetische afwijkingen kunnen veroorzaken of de frequentie van deze afwijkingen doen toenemen. Mutagene stoffen en preparaten hebben een genotoxische werking. Stoffen en preparaten die bij de inademing of bij opneming via de mond of via de huid kanker kunnen veroorzaken of de frequentie van kanker doen toenemen. Vrijwel alle kankerverwekkende stoffen hebben een genotoxische werking. Stoffen en preparaten die bij inademing of bij opneming via de mond of via de huid niet-erfelijke afwijkingen bij het nageslacht alsmede of uitsluitend aantasting van de mannelijke of vrouwelijke voortplantingsfuncties of vermogens kunnen veroorzaken, dan wel de frequentie van de afwijkingen of aantasting doen toenemen. Genotoxische werking: geen veilige drempelwaarde. Genotoxische werking: geen veilige drempelwaarde. Niet-genotoxische werking:geen risico voor de gezondheid indien de blootstelling beneden een zekere drempelwaarde blijft. Geen risico voor de gezondheid indien de blootstelling beneden een zekere drempelwaarde blijft. Figuur 2.Voor zwangeren kan blootstelling aan chemische stoffen een extra gevaar zijn 5.1 Gevaarlijke stoffen Belastende factoren Medewerkers kunnen blootstaan aan gevaarlijke stoffen bij de productie van deze stoffen in de industrie, bij

15 het gebruik van deze stoffen (bijvoorbeeld als grondstof), bij het ontstaan van gevaarlijke stoffen als (ongewenst) bijproduct bij een bewerking (zoals lassen) of als ingrediënt van een alledaags product (zoals schoonmaakmiddelen en haarverven). Voor vrouwelijke en mannelijke werknemers die een kind wensen, werkneemsters die zwanger zijn of borstvoeding geven, kan blootstelling aan bepaalde stoffen een extra gevaar zijn. Er zijn stoffen die schade kunnen toebrengen aan de vruchtbaarheid, de ei- en zaadcellen, het (ongeboren) kind, of de zwangerschap kunnen doen afbreken. Drie groepen stoffen vormen een extra risico: (1) mutagene stoffen, (2) kankerverwekkende stoffen en kankerverwekkende processen, en (3) reproductietoxische stoffen (ofwel voor de voortplanting vergiftige stoffen ). Deze stoffen zijn kort omschreven in tabel 3. Het werkingsmechanisme is van invloed op het al dan niet aanwezig zijn van een blootstellinggrens. Stoffen met een genotoxische werking veroorzaken een verandering in het erfelijke materiaal dat in cellen ligt opgeslagen. Voor deze stoffen bestaat geen veilige drempelwaarde. Stoffen met een niet-genotoxische werking vormen geen risico voor de gezondheid, indien de blootstelling beneden een zekere drempelwaarde blijft. Arbo-Informatieblad nummer 31 gaat in op de gezondheidsrisico s van gevaarlijke stoffen. Arbo- Informatieblad nummer 6 gaat specifiek over het werken met kankerverwekkende stoffen en processen. Het herkennen, beoordelen en beheersen van gevaarlijke stoffen staat in beide bladen uitgebreid beschreven. In deze paragraaf wordt alleen ingegaan op de voor zwangerschap relevante aspecten. Lijsten van stoffen Ter verduidelijking van de vraag welke stoffen mutageen, kankerverwekkend en/of reproductietoxisch zijn, houdt de overheid lijsten bij met dergelijke stoffen. Deze lijsten zijn te verkrijgen (a) via en (b) via de Informatietelefoon van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ( ) of (c) door publicatie tweemaal per jaar in de Staatscourant. Omdat deze lijsten regelmatig worden geactualiseerd verdient het aanbeveling periodiek de laatste stand van zaken op te vragen. Veel stoffen zijn nog niet beoordeeld op hun schadelijke eigenschappen voor de voortplanting. Als stoffen worden gebruikt die niet als mutageen, kankerverwekkend of reproductietoxisch worden aangemerkt, wil dit dus niet altijd zeggen dat de stof deze schadelijke eigenschappen niet bezit. Waarschuwingszinnen Op het etiket van een verpakt product wordt met waarschuwingszinnen (R-zinnen) op (mogelijk) schadelijke eigenschappen gewezen. In tabel 4 zijn de R-zinnen opgenomen die voor zwangerschap een risico vormen. Ook het verplicht bij te leveren veiligheidsinformatieblad bevat informatie over de gevaarlijke eigenschappen van de stof. Als geen waarschuwingszinnen zijn vermeld, wil dit niet altijd zeggen dat geen gevaar bestaat. Van veel stoffen zijn de mogelijk schadelijke eigenschappen niet beoordeeld. Verder is het van belang te beseffen dat veel (dier)geneesmiddelen, cosmetica en afvalstoffen niet geëtiketteerd zijn voor de werknemer die deze stoffen verwerkt of toedient. Figuur 3 Gevaarlijke stoffen kunnen bij mannen onvruchtbaarheid veroorzaken Grenswaarden Voor gevaarlijke stoffen geldt altijd dat de blootstelling zo laag mogelijk moet zijn, maar in ieder geval onder de vastgestelde grenswaarde (MAC-waarde). De grenswaarden van gevaarlijke stoffen zijn opgenomen in de Nationale MAC-lijst (uitgave Sdu). Deze lijst wordt jaarlijks herzien. Bij een aantal stoffen is aangegeven dat voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd of voor zwangere vrouwen andere grenswaarden gelden. De aanpassing varieert van strengere grenswaarden tot het vermijden van blootstelling. Een voorbeeld van een dergelijke stof is kwik. Voor kwik is de MAC-waarde TGG 8 uur 0,05 mg/m 3 terwijl voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd deze MAC-waarde gehalveerd is tot 0,025 mg/m 3. Tabel 4 De categorieën die schadelijk zijn in verband met zwangerschap en borstvoeding

16 * Voor de voortplanting vergiftige stoffen, ook wel reproductietoxische stoffen genoemd, zijn in een drietal categorieën te onderscheiden (Richtlijn 93/21/EEG): Categorie 1 zijn stoffen waarvan bekend is dat zij bij de mens de vruchtbaarheid schaden onderscheidenlijk ontwikkelingsstoornissen veroorzaken. Samen met de categorie 2-stoffen worden deze aangeduid met de gevaarzin R60 en/of R61. Categorie 2 zijn stoffen die dienen te worden beschouwd alsof zij bij de mens de vruchtbaarheid schaden onderscheidenlijk ontwikkelingsstoornissen veroorzaken. Samen met de categorie 1-stoffen worden deze aangeduid met de gevaarzin R60 en/of R61. Categorie 3 zijn stoffen die in verband met hun mogelijk voor de vruchtbaarheid van de mens schadelijke effecten onderscheidenlijk mogelijke voor de ontwikkeling schadelijke effecten, reden geven tot bezorgdheid. Deze worden aangeduid met de gevaarzin R62 en/of R63. RI&E In hoofdstuk 4 is beschreven welke onderdelen van de risico-inventarisatie en -evaluatie verplicht zijn bij de combinatie zwangerschapgevaarlijke stoffen. Bepalingen in de arbeidsovereenkomst In een aantal collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO's) zijn bepalingen opgenomen over het werken met stoffen in de zwangerschap. Zo is in de CAO Apotheken opgenomen dat de zwangere werkneemster in principe niet betrokken wordt bij het werken met grondstoffen niveau 2 (zoals cytostatica). Een CAO is op te vragen bij de werkgever, de werkgeversorganisatie of de vakbond Belastbaarheid In de zwangerschap, na de bevalling en in de periode van borstvoeding vinden diverse veranderingen plaats in het lichaam. Zo veranderen de hormoonhuishouding, de ademhaling, het hart en de bloedsomloop, en de stofwisseling. Dit kan leiden tot veranderingen in opname, distributie, opslag, uitscheiding, en omzetting (biotransformatie) van gevaarlijke stoffen door het lichaam. Zo kan de verhoging van het ademminuutvolume in rust door de zwangerschap leiden tot een grotere opname van gevaarlijke stoffen door inademing. Ook kan de hogere doorbloeding van de huid in de zwangerschap resulteren in een grotere opname via de huid. De placenta is de barrière tussen de bloedsomloop van de moeder en de bloedsomloop van het ongeboren kind. Deze barrière kan door gevaarlijke stoffen worden gepasseerd. Het makkelijkst passeren vetoplosbare, nietpolaire stoffen met een laag molecuul gewicht. Echter, ook andere stoffen passeren (langzamer) de barrière en kunnen leiden tot blootstelling van het ongeboren kind. Vrijwel alle stoffen uit het bloed van de vrouw kunnen terechtkomen in de borstvoeding. Gevaarlijke stoffen kunnen via de borstvoeding worden doorgegeven aan de zuigeling. Dit geldt ook voor stoffen die in het lichaam van de moeder vóór de periode van borstvoeding waren opgeslagen Effecten Mutagene, kankerverwekkende en reproductietoxische stoffen kunnen leiden tot onvruchtbaarheid, schade aan de ei- en zaadcellen, miskramen, aangeboren afwijkingen, en tot nadelige effecten bij de zuigeling door blootstelling aan gevaarlijke stoffen via de moedermelk. Het precieze effect is afhankelijk van de stof, de toxiciteit en de hoeveelheid. De hoeveelheid wordt bepaald door de concentratie, de frequentie en de duur van blootstelling Wet- en regelgeving

17 Als concreet wettelijk voorschrift geldt dat het voor een zwangere werkneemster en een werkneemster in de periode van borstvoeding verboden is om te werken met loodwit, metallisch lood en zijn ionverbindingen. Verder moet blootstelling aan gevaarlijke stoffen die de gezondheid van moeder en kind kunnen schaden, worden voorkomen. Arbobesluit, artikel Het is een zwangere werknemer en een werknemer tijdens de lactatie verboden arbeid te verrichten met loodwit als bedoeld in afdeling 7 van dit hoofdstuk alsmede met metallisch lood en zijn ionverbindingen waarvoor op grond van artikel 4.8b, tweede lid, een biologische grenswaarde is vastgesteld. Beleidsregel 1.42 De verplichting van de werkgever om de arbeid van een zwangere werknemer en werknemer tijdens lactatie zodanig te organiseren dat de arbeid voor die werknemer geen gevaren met zich kan brengen voor haar veiligheid en gezondheid en geen terugslag kan veroorzaken op de zwangerschap of lactatie, houdt ten minste in dat: lid 1f: de zwangere werknemer of werknemer tijdens lactatie bij de arbeid niet wordt blootgesteld aan stoffen, die de gezondheid van henzelf en/of hun (ongeboren) kind kunnen schaden. lid 3: Tot stoffen, bedoeld in het eerste lid, onder f, worden in elk geval gerekend: a. stoffen die de gezondheid schade kunnen toebrengen via een zogenaamd genotoxisch werkingsmechanisme en die via de moeder het ongeboren kind of de zuigeling kunnen bereiken, waaronder alle mutagene en vrijwel alle kankerverwekkende stoffen; b. stoffen die, via een niet-genotoxisch werkingsmechanisme door blootstelling van de moeder de gezondheid van het ongeboren kind of de zuigeling kunnen schaden. 5.2 Biologische agentia Trefwoorden: agentia, biologische, zwangeren; zwangeren, biologische agentia Belastende factoren Bacteriën, schimmels, gisten en virussen worden gerekend tot de biologische agentia. De wetgeving hanteert als definitie: al dan niet genetisch gemodificeerde celculturen, menselijke endoparasieten en microorganismen. Een deel hiervan kan schadelijk zijn voor mensen. Biologische agentia zijn ingedeeld in vier categorieën die de mate van risico aangeven bij blootstelling (zie tabel 5). De arbeid kan zich specifiek richten op het werken met biologische agentia, bijvoorbeeld bij het doen van onderzoek naar deze agentia. Daarnaast kan bij arbeid een (gerede) kans bestaan op blootstelling aan biologische agentia. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het werken met (dode) dieren, (dode) planten, en geïnfecteerde patiënten in de gezondheidszorg. De wet- en regelgeving maakt nadrukkelijk onderscheid tussen het gericht werken met en gerede kans op blootstelling aan in de werksituatie. Meer informatie over biologische agentia is te vinden in het Arbo-Informatieblad nummer 9 (Biologische agentia) Belastbaarheid In de zwangerschap is het afweersysteem dat beschermt tegen biologische agentia minder actief. verhoogt de kans op ziekten als gevolg van blootstelling aan bepaalde biologische agentia. De bloed-placenta barrière tussen de moeder en het ongeboren kind kan door biologische agentia worden gepasseerd. Of transmissie van de besmetting plaatsvindt kan afhankelijk zijn van het stadium van de zwangerschap. Zowel de gezondheid van de zwangere werkneemster als de gezondheid van het ongeboren kind kan negatief worden beïnvloed door biologische agentia Effecten Blootstelling aan biologische agentia kan leiden tot infecties, allergische reacties of toxische effecten. Bepaalde agentia kunnen leiden tot abortus, vroeg- of doodgeboorte, en aangeboren afwijkingen. Zo leiden Toxoplasma en Rubellavirus (Rode hond) tot aangeboren afwijkingen bij het kind. Bij het werken met katten (door bijvoorbeeld een dierenarts of het werken met proefdieren) bestaat een verhoogde kans op besmetting met Toxoplasma. Bij contact met patiënten en kinderen (door bijvoorbeeld een verpleegkundige of een kleuterleidster) bestaat een verhoogde kans op blootstelling aan het rodehondvirus. Een volledig overzicht van biologische agentia waarmee besmetting kan plaatsvinden tijdens het uitoefenen van het werk en die nadelige effecten kunnen hebben op de zwangerschap, is niet beschikbaar. De biologische agentia zijn vaak specifiek voor een beroep, en het risico hangt sterk af van de werkwijze. Voor twee beroepsgroepen zijn voorbeelden opgenomen in tabel 6. Informatie over specifieke beroepen of specifieke agentia kan worden ingewonnen bij een arts of deskundige diensten zoals de arbodienst. Diverse branche-organisaties hebben ook informatie beschikbaar. Naast de biologische agentia zelf kunnen ook de door deze agentia noodzakelijk geworden therapeutische maatregelen (zoals geneesmiddelen) nadelige effecten hebben voor het ongeboren kind of voor de zuigeling. Een voorbeeld is het antibioticum tetracycline, dat de ontwikkeling van de tanden bij het (ongeboren) kind aantast. De apotheker heeft hierover meer informatie.

18 Tabel 5 Indeling biologische agentia Het agens - kan bij mensen een ziekte veroorzaken en - kan een gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers opleveren. Het agens zal zich onder de bevolking verspreiden. Categorie 1 Onwaarschijnlijk - - Categorie 2 Ja Onwaarschijnlijk Ja Categorie 3 Categorie 4 Ja, - een ernstige ziekte en - is een groot gevaar Ja, - een ernstige ziekte veroorzaken en - is een groot gevaar Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk Voor het agens bestaat een effectieve profylaxe (= complex van preventieve maatregelen) of behandeling Wet- en regelgeving In de zwangerschap is het voor een werkneemster verboden om werk te verrichten met Toxoplasma en het Rubellavirus. Dit soort werkzaamheden kan voorkomen bij laboratoriumwerk. Ja Nee Arbobesluit, artikel Het is een zwangere werknemer verboden arbeid te verrichten met de biologische agentia Toxoplasma en Rubellavirus, bedoeld in afdeling 9 van dit hoofdstuk (auteur: dit hoofdstuk is hoofdstuk 4 van het Arbobesluit), tenzij is gebleken dat zij hiervoor immuun is. 5.3 Fysieke belasting Trefwoorden: belastende factor, fysiek Belastende factoren Het verrichten van arbeid leidt altijd tot fysieke belasting, ook wel lichamelijke belasting genoemd. Om het werk te kunnen uitvoeren moet een werknemer bewegingen uitvoeren en werkhoudingen innemen, zoals staan en zitten. Ook moet een werknemer kracht uitoefenen voor het ondersteunen, tillen, duwen, trekken en dragen van lasten. In de huidige vormen van arbeid komen het langdurig innemen van dezelfde houding (statische belasting) en het voortdurend uitvoeren van nagenoeg dezelfde beweging (repeterende bewegingen) vaak voor. De aard en de mate van lichamelijke belasting is afhankelijk van het werk dat wordt uitgevoerd en de omstandigheden waaronder dit gebeurt. Het handmatig sorteren van grote stukken wasgoed in een wasserij leidt tot een andere belasting dan het geven van onderwijs aan kleuters. Een onderscheid kan worden gemaakt in: de belasting van het houdings- en bewegingsapparaat waaronder spieren en gewrichten (biomechanische belasting); de belasting van het hart en de bloedsomloop en het ademhalingssysteem (energetische belasting). Tabel 6 Voorbeelden van biologische agentia waarop in het werk een gerede kans op blootstelling bestaat en die schadelijk kunnen zijn in de zwangerschap Aandoening Diergeneeskundige praktijk Chlamydia-infecties Listeriose Toxoplasmose Gezondheidszorg Rode hond Cytomegalie Hepatitis-B Belastbaarheid Biologisch agentia Chlamydia psittaci Listeria monocytogenes Toxoplasma gondii Rubellavirus Cytomegalievirus Hepatitis-B-virus

19 Houdings- en bewegingsapparaat Tijdens de zwangerschap treden grote veranderingen op in het lichaam van de zwangere werkneemster. De meest zichtbare veranderingen zijn de toename in lichaamsgewicht en lichaamsafmetingen zoals de buikomvang. Deze veranderingen leiden tot een verschuiving van het lichaamszwaartepunt naar voren. Deze verschuiving kan leiden tot een (snellere) verstoring van het lichaamsevenwicht. Een afname van spierkracht in de zwangerschap wordt door een aantal onderzoekers beschreven, maar niet door alle onderzoeken onderschreven. In de zwangerschap verandert de structuur van bindweefsel door hormonale veranderingen. Dit vermindert de draagkracht van het bindweefsel, waardoor tijdens de zwangerschap de bewegingsuitslag van gewrichten toeneemt en de stabiliteit van gewrichten afneemt. Hart en bloedsomloop en het ademhalingssysteem In de zwangerschap moet het ademhalingssysteem zuurstof voor zowel moeder als kind opnemen. Het hart en de bloedsomloop van de moeder moeten de bloedtoevoer naar het ongeboren kind en haar eigen lichaam verzorgen. De zwangerschap leidt tot een extra belasting van het ademhalingssysteem en het hart en de bloedsomloop. Hormonale veranderingen en de druk van de vergrote baarmoeder op de bloedvaten bij staan kunnen bijdragen aan het ontstaan van spataderen Effecten Trefwoorden: zwangerschap, RSI Lichamelijke belasting in de zwangerschap kan invloed hebben op de gezondheid van de werkneemster en op het ongeboren kind. Houdings- en bewegingsapparaat algemeen In de zwangerschap hebben veel vrouwen klachten over het bewegingsapparaat, met name rugklachten. Deze klachten kunnen leiden tot een beperking van de activiteiten en tot ziekteverzuim. Het soort werk en de werkhouding beïnvloeden het ontstaan en het verergeren van rugklachten in de zwangerschap. Voorbeelden hiervan zijn zwaar werk, staan met een voorovergebogen romp en draaien met de romp. Door de zwangerschap neemt de biomechanische belasting van het lichaam, veroorzaakt door een bepaalde activiteit, toe. Zo leiden onder meer het dragen van een last, het opstaan uit een stoel, en het beklimmen van een trap tot een grotere belasting van het lichaam in de zwangerschap. De toename in buikomvang in de zwangerschap leidt bij een bepaalde reikafstand tot een toename in buiging van de romp en/of heffing van de armen. kan invloed hebben op de te leveren arbeidsprestatie. De veranderingen in lichaamsafmetingen, gewicht(sverdeling) en evenwichtsgevoel kunnen het aannemen van bepaalde werkhoudingen (zoals hurken), het uitvoeren van bepaalde bewegingen (zoals het reiken naar hoog gelegen planken) en het leveren van kracht bemoeilijken. De snellere verstoring van het lichaamsevenwicht treedt vooral op bij activiteiten waarbij het lichaamszwaartepunt naar voren toe wordt bewogen zoals bij hoog of ver reiken, bukken en de trap afdalen. De verandering van het evenwichtsgevoel tijdens de zwangerschap en de belemmering van het zicht op de voeten vergroot het risico op uitglijden (bijvoorbeeld bij een natte, gladde vloer) en op struikelen (bijvoorbeeld over drempels of rommel). Bij verandering van houding (bijvoorbeeld van staan naar zitten en omgekeerd) vallen zwangeren eerder door het verlies van evenwicht. Dit laatste geldt ook voor werkzaamheden waarbij tegen de omgeving wordt geleund. RSI Hormonale veranderingen tijdens de zwangerschap kunnen leiden tot het vasthouden van vocht en het optreden van oedeem (vochtophoping) in de weke delen. Dit kan leiden tot samendrukking (compressie) van de zenuw in de pols, waardoor klachten als tintelingen, slaapgevoel, doofheid en pijn in de hand ontstaan. De aandoening heet het carpaaltunnelsyndroom (CTS). CTS is één van de aandoeningen die vallen onder het paraplubegrip RSI (Repetitive Strain Injury). De belangrijkste risicofactoren in het werk voor het ontstaan van CTS zijn de frequentie van herhaalde bewegingen, handarbeid waarbij de medewerker grote kracht uitoefent, hand- armtrillingen, activiteiten met een combinatie van krachtleverantie en extreme polsstanden, en koude. Werk waarin deze risicofactoren voorkomen kunnen tijdens de zwangerschap eerder tot klachten leiden. Naast een grotere kans op CTS bestaat tijdens de zwangerschap ook een grotere kans op peesontsteking (tendinitis) en peesschedeontsteking (tenosynovitis) bij blootstelling aan repeterende bewegingen van de bovenste extremiteiten zoals handen en armen. Hart en bloedsomloop en het ademhalingssysteem Energetisch belastend werk leidt tot een herverdeling van bloed in het lichaam. Meer bloed wordt naar de actieve spieren gestuurd, terwijl de bloedvoorziening van de baarmoeder en ingewanden wordt verminderd. Alledaagse lichamelijke inspanning en normale sportbeoefening zal de bloedvoorziening van de baarmoeder niet betekenisvol verminderen, gezien de grote veiligheidsmarge in de doorbloeding van de placenta. Bij zware inspanning kan de doorbloeding van de baarmoeder wel betekenisvol afnemen.

20 Een bepaalde gestandaardiseerde submaximale activiteit kost in de zwangerschap meer energie. De maximale capaciteit bij lopen en fietsen neemt pas af in de laatste drie maanden van de zwangerschap. Figuur 4 Traplopen leidt door de zwangerschap tot een grotere belasting Het ongeboren kind Vrouwen met lichamelijk zwaar werk hebben een verhoogde kans op een vroeggeboorte of een te laag geboortegewicht voor de duur van de zwangerschap. Onderzoek geeft aan dat een arbeidsvermoeidheidsindex een betere indicator voor vroeggeboorte is dan het beroep. Deze vermoeidheidsindex komt tot stand door beoordeling van de lichaamshouding, of al dan niet aan een machine gewerkt wordt, de lichamelijke belasting, de mentale belasting en belastende omgevingsfactoren Wet- en regelgeving In de zwangerschap moet de noodzaak om te bukken, te hurken, te knielen, en te tillen zo veel mogelijk worden beperkt. Voor tillen geldt dit ook voor de drie maanden na de bevalling. Aanvullend gelden afhankelijk van de zwangerschapsduur de in bijgevoegde wet- en regelgeving opgenomen bepalingen ten aanzien van de toegestane maximale tilfrequentie, maximale tilgewicht, en maximale buk-, hurken knielfrequentie. Ook is aangegeven in welke periode van de zwangerschap voetpedalen niet staand mogen worden bediend. Figuur 5 Bij het ver reiken zal het lichaamsevenwicht snel verstoord worden Beleidsregel 1.42 De verplichting van de werkgever om de arbeid van een zwangere werknemer en werknemer tijdens lactatie zodanig te

Het organiseren van werk zonder gevaren kan het volgende inhouden: -- aanpassingen in werkzaamheden/werkmethoden

Het organiseren van werk zonder gevaren kan het volgende inhouden: -- aanpassingen in werkzaamheden/werkmethoden Bijlage 4 - Zwangerschapsprotocol Zwangerschapsprotocol voor de openbare apotheek In elke organisatie werken vrouwen in de vruchtbare leeftijd die op enig moment een kinderwens krijgen. In de apotheekbranche

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Lid 1 Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 207 Vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en zorg)

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond van

Nadere informatie

RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945

RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 TER INFORMATIE RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 Hieronder zijn opgenomen een aantal relevante bepalingen van boek 7

Nadere informatie

Dubbel U B.V. Verzuimprotocol. Ziek, wat nu?

Dubbel U B.V. Verzuimprotocol. Ziek, wat nu? Dubbel U B.V. Verzuimprotocol Ziek, wat nu? Januari 2010 1 Inhoudsopgave Inleiding 2 Ziekmelding 3 Ziekmelding vanuit het buitenland 3 Melding richting De Arbobutler 3 Eigen Verklaring 3 Wekelijks contact

Nadere informatie

Het artikel dat hieronder is weergegeven bevat de tekst zoals die gold op 30 juni 2008.

Het artikel dat hieronder is weergegeven bevat de tekst zoals die gold op 30 juni 2008. Het artikel dat hieronder is weergegeven bevat de tekst zoals die gold op 30 juni 2008. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Lid 1 Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond van

Nadere informatie

Zwangerschapsbeleid Gemeente Velsen

Zwangerschapsbeleid Gemeente Velsen Zwangerschapsbeleid Gemeente Velsen Afdeling: HR Datum: Juni 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 1. Inleiding...3 1.1 Doel en doelgroep...3 1.2 Waarom zwangerschapsbeleid?...3 1.3 Relatie zwangerschapsbeleid

Nadere informatie

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof Leeswijzer: De officiële wettekst is nog niet beschikbaar. Onderstaande wettekst is op basis van de kamerstukken samengesteld.

Nadere informatie

Artikel 7: 610b B.W. Artikel 7: 628a B.W.

Artikel 7: 610b B.W. Artikel 7: 628a B.W. TER INFORMATIE RELEVANTE BEPALINGEN VAN HET BOEK 7 VAN HET B.W. BETREFFENDE DE ARBEIDSOVEREENKOMST ALSMEDE ARTIKEL 6 VAN HET BBA 1945 Hieronder zijn opgenomen een aantal relevante bepalingen van boek 7

Nadere informatie

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen. Relevante wet-en regelgeving BHV1 1. Arbeidsomstandighedenwet (van kracht sinds 1 januari 2007) N.B. Achter de artikelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 855 Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

powered by: Mercatorlaan 1200 Postbus LB Utrecht

powered by: Mercatorlaan 1200 Postbus LB Utrecht powered by: Mercatorlaan 1200 Postbus 20057 3502 LB Utrecht info@dejongespecialist.nl www.dejongespecialist.nl @jongespecialist Aios en Zwangerschap 3 4 Aios en Zwangerschap Vooraf 5 Wanneer meld je dat

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT:

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 6 maart 2006, Directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/A&V/2006/14012 houdende/tot

Nadere informatie

Fulltime arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

Fulltime arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd BIJLAGE 17 Fulltime arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De ondergetekenden,... gevestigd te... hierna te noemen "werkgever" te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door...,directeur en... wonende te...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 967 Wijziging van de Wet arbeid en zorg en enige andere wetten in verband met het geboorteverlof en het aanvullend geboorteverlof teneinde bij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 688 Besluit van 14 december 2004, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten in verband met de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N provinciaal blad nr. 29 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 30 juni 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 21 juni 2005, nr. 2005-12.559, afd PO, tot

Nadere informatie

1 Arbeidsovereenkomst

1 Arbeidsovereenkomst 1 Arbeidsovereenkomst Arbeidsovereenkomst Artikel 7.610 en 7.750 BW Voorwaarden arbeidsovereenkomst Geen duidelijke afspraken Er is een arbeidsovereenkomst als een werknemer met een werkgever overeenkomt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 532 Wijziging van de Arbeidstijdenwet in verband met vereenvoudiging van die wet Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10 43 BIJLAGE 3 RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10 Goed werkgever en goed werknemer - Artikel 7: 611 BW (geldt voor alle

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t :

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t : GEMEENTE HOOGEVEEN Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) Het college van de gemeente Hoogeveen, gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke

Nadere informatie

Zwangerschap: veilig werken en verlof

Zwangerschap: veilig werken en verlof Zwangerschap: veilig werken en verlof Inhoud Zwangerschap: veilig werken en verlof 5 Zwanger en veilig werken 6 Hoe weet u of uw werk schadelijk is als u zwanger bent? 6 Wat moet u met uw werkgever regelen

Nadere informatie

Wet- en regelgeving. Wet Arbeid en Zorg. (Tekst geldend op: 20-07-2015) http://wetten.overheid.nl/bwbr0013008 Pag. 1/31 Wet- en regelgeving

Wet- en regelgeving. Wet Arbeid en Zorg. (Tekst geldend op: 20-07-2015) http://wetten.overheid.nl/bwbr0013008 Pag. 1/31 Wet- en regelgeving Wet- en regelgeving Wet Arbeid en Zorg (Tekst geldend op: 20-07-2015) http://wetten.overheid.nl/bwbr0013008 Pag. 1/31 Wet- en regelgeving (Tekst geldend op: 20-07-2015) Wet van 16 november 2001 tot vaststelling

Nadere informatie

Zwangerschap: veilig werken en verlof

Zwangerschap: veilig werken en verlof Zwangerschap: veilig werken en verlof Inhoud Zwangerschap: veilig werken en verlof 5 Zwanger en veilig werken 6 Hoe weet u of uw werk schadelijk is als u zwanger bent? 6 Wat moet u met uw werkgever regelen

Nadere informatie

II Het dienstverband

II Het dienstverband II Het dienstverband Voorwaarden De onderwerpen in dit boek hebben betrekking op de situaties waarbij er sprake is van een - tijdelijk of vast - dienstverband. Er is sprake van een dienstverband als er

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wet van 16 november 2001 tot vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en zorg) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Verlof rond zwangerschap, adoptie, pleegzorg en geboorte

Verlof rond zwangerschap, adoptie, pleegzorg en geboorte Verlof rond zwangerschap, adoptie, pleegzorg en geboorte Op hoeveel weken verlof heeft een werknemer recht in verband met zwangerschaps-, bevallings-, adoptie- en pleegverlof? Behoudt de werknemer recht

Nadere informatie

Nieuwe tekst Arbowet na invoering wetswijziging per 1 juli 2017

Nieuwe tekst Arbowet na invoering wetswijziging per 1 juli 2017 Nieuwe tekst Arbowet na invoering wetswijziging per 1 juli 2017 Toelichting: Wijzigingen in de Arbowet die sinds 1 juli 2017 gelden zijn rood gemarkeerd Delen van de Arbowet die sinds 1 juli 2017 niet

Nadere informatie

Vrijwillige verzekering binnenland

Vrijwillige verzekering binnenland uwv.nl werk.nl Vrijwillige verzekering binnenland Informatie over vrijwillig verzekeren voor Ziektewet, WIA, WAO en WW Wilt u meer weten? Deze brochure geeft algemene informatie. Wilt u na het lezen meer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 565 Wet van 17 december 2014, houdende modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden 0 Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 192 Wet van 29 mei 2008 tot wijziging van de Wet arbeid en zorg in verband met een uitkering aan zelfstandigen bij zwangerschap en bevalling

Nadere informatie

Tegenover het recht op ziekengeld staan ook een aantal (op wet- en regelgeving gebaseerde) verplichtingen.

Tegenover het recht op ziekengeld staan ook een aantal (op wet- en regelgeving gebaseerde) verplichtingen. Verzuimprotocol Medewerkers Pay for People U bent werknemer van Pay for People en bent ziek waardoor u niet kunt werken. Het kan ook zijn dat u een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met Pay for People

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 034 Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn

Nadere informatie

Tools Vakantiedagen

Tools Vakantiedagen Tools 3.14.01.08 Art. 634 1. De werknemer verwerft over ieder jaar waarin hij gedurende de volledige overeengekomen arbeidsduur recht op loon heeft gehad, aanspraak op vakantie van ten minste vier maal

Nadere informatie

provinciaal blad besluiten: ARTIKEL I De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt gewijzigd als volgt:

provinciaal blad besluiten: ARTIKEL I De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt gewijzigd als volgt: provinciaal blad nr. 23 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 27 juni 2007 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 12 juni 2007, nr. 2007-27208, afd. PO, tot

Nadere informatie

Personeelsinformatie. Regeling rond zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg. Regeling rond zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg 1

Personeelsinformatie. Regeling rond zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg. Regeling rond zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg 1 Personeelsinformatie Regeling rond zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg Regeling rond zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg 1 Regelingen rond zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg

Nadere informatie

HOOFDSTUK V ZIEKTE 1 ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK V ZIEKTE 1 ALGEMENE BEPALINGEN RECHTSPOSITIE GEMEENTE AMSTERDAM DEEL 1 Ambtenarenreglement Amsterdam HOOFDSTUK V ZIEKTE BS DB HO (1 januari 2006) 1 ALGEMENE BEPALINGEN Art. 501 T onderbreking periode van arbeidsongeschiktheid Achtereenvolgende

Nadere informatie

Zwangerschap: veilig werken en verlof

Zwangerschap: veilig werken en verlof Zwangerschap: veilig werken en verlof Inhoud Zwangerschap: veilig werken en verlof 5 Zwanger en veilig werken 6 Hoe weet u of uw werk schadelijk is als u zwanger bent? 6 Wat moet u met uw werkgever regelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 366 Wijziging van de Wet arbeid en zorg in verband met een uitkering aan zelfstandigen bij zwangerschap en bevalling en een verruiming van de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 272 27 207 Vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en

Nadere informatie

Bijlage 1 bij U201501087. Bijlage CAR teksten. A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof.

Bijlage 1 bij U201501087. Bijlage CAR teksten. A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof. Bijlage 1 bij U201501087 Bijlage CAR teksten A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof Artikel 6:4 Lid 1 Het kraamverlof, calamiteiten en ander kortverzuimverlof

Nadere informatie

WET ARBEID EN ZORG. Het recht op verlof in verband met zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg

WET ARBEID EN ZORG. Het recht op verlof in verband met zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg WET ARBEID EN ZORG Wet van 16 november 2001, Stbl. 567, tot vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin, laatstelijk gewijzigd bij

Nadere informatie

BIJLAGE 7 GEDRAGSREGELS BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID

BIJLAGE 7 GEDRAGSREGELS BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID BIJLAGE 7 GEDRAGSREGELS BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID Ingevolge de Wet Uitbreiding Loondoorbetalingsverplichting bij Ziekte (WULBZ) behoudt de werknemer voor een tijdvak van tweeënvijftig weken recht op 70%

Nadere informatie

Voorwoord 11. Hoofdstuk 1 Arbeidsbeschermende beleidskaders Inleiding Arbeids- en rusttijden 13

Voorwoord 11. Hoofdstuk 1 Arbeidsbeschermende beleidskaders Inleiding Arbeids- en rusttijden 13 Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Arbeidsbeschermende beleidskaders 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Arbeids- en rusttijden 13 1.2.1 Arbeids- en rusttijdenbeleid 13 1.2.2 De vaststelling van het arbeidstijdpatroon

Nadere informatie

Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd

Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd BIJLAGE 20 Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd De ondergetekenden: De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (of een andere rechtsvorm)... gevestigd te..., kantoorhoudende te... aan

Nadere informatie

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Bijlage 1 bij U201501087 Bijlage CAR teksten A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof Artikel 6:4 Lid 1 Het kraamverlof, calamiteiten en ander kortverzuimverlof

Nadere informatie

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Frank Rijshouwer Hogere Veiligheidskundige 20 juni 2006 1 Arbowetgeving Arbeidsomstandighedenwet Arbeidsomstandighedenbesluit Arbeidsomstandighedenregeling Arbo-

Nadere informatie

c. de vergoeding in geld voor wacht- en storingsdienst, gemiddeld per maand over de voorafgaande periode van 12 maanden;

c. de vergoeding in geld voor wacht- en storingsdienst, gemiddeld per maand over de voorafgaande periode van 12 maanden; Hoofdstuk 11 Sociale zekerheid en Pensioen Artikel 11.1 Algemene bepalingen Artikel 11.1.1 Definities In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. volledig en duurzaam arbeidsongeschikt: is hij/zij die als

Nadere informatie

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden:

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden: Bijlage 2 bij U201501087 Bijlage CAR-UWO teksten A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof Artikel 6:4 Lid 1 Het kraamverlof, calamiteiten en ander kortverzuimverlof

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 221 Besluit van 13 april 2006, houdende wijziging van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet

Nadere informatie

Alfahulp bepalingen SWO Drimmelen per 1-1-2014. Inhoudsopgave

Alfahulp bepalingen SWO Drimmelen per 1-1-2014. Inhoudsopgave Alfahulp bepalingen SWO Drimmelen per 1-1-2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. De werkzaamheden... (pagina 1) 1.1 Aard en omvang. (pagina 1) 1.2 Tijdstippen, regeling en uitvoering.. (pagina 1) 1.3 Rol en verplichtingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 073 Aanpassing van enige arbeidsrechtelijke bepalingen die een belemmering kunnen vormen voor werknemers en ambtenaren die na de AOW-gerechtigde

Nadere informatie

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Cao Openbare Bibliotheken 2015-2019 Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Gewijzigde artikelen met terugwerkende kracht per 1 januari 2018 Hoofdstuk II Salariëring en vergoedingen Artikel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 814 Wijziging van de rbeidsomstandighedenwet 1998 in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand bij het arbeidsomstandighedenbeleid

Nadere informatie

Inkomen bij zwangerschap, pleegzorg Informatie voor werknemers en werkgevers VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN

Inkomen bij zwangerschap, pleegzorg Informatie voor werknemers en werkgevers VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN Inkomen bij zwangerschap, adoptie en pleegzorg Informatie voor werknemers en werkgevers VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN Inkomen bij zwangerschap, adoptie en pleegzorg Werk boven uitkering UWV verstrekt

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit:

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit: Ontwerpregeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, 2018-0000085164, houdende regels met betrekking tot de compensatie van de transitievergoeding bij een einde van de arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Inkomen bij zwangerschap, pleegzorg. Informatie voor werknemers en werkgevers VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN

Inkomen bij zwangerschap, pleegzorg. Informatie voor werknemers en werkgevers VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN Inkomen bij zwangerschap, adoptie en pleegzorg Informatie voor werknemers en werkgevers VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN Inkomen bij zwangerschap, adoptie en pleegzorg Werk boven uitkering UWV verstrekt

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 412 Wet van 11 juni 1998 tot wijziging van de Ziektewet, de WAO, de WW en enkele andere wetten in verband met het wegnemen van belemmeringen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10547 26 februari 2019 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 februari 2019, nr. 2019-0000023811,

Nadere informatie

Overeenkomst voor het verrichten van dienstverlening aan huis

Overeenkomst voor het verrichten van dienstverlening aan huis Ondergetekenden, Overeenkomst voor het verrichten van dienstverlening aan huis De hulpvrager hierna te noemen, de werkgever (graag alle gegevens hieronder volledig invullen) Voorletters en achternaam :

Nadere informatie

Moederschapsbescherming. Toelichting. Infodocument. 201510/Provikmo-I-886

Moederschapsbescherming. Toelichting. Infodocument. 201510/Provikmo-I-886 Moederschapsbescherming - Toelichting Infodocument Moederschapsbescherming - Toelichting 1 Zwangerschapsverlof Indien de werkneemster niet reeds uit het werk verwijderd was, moet de werkgever haar op haar

Nadere informatie

Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en zorg Eijsden-Margraten

Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en zorg Eijsden-Margraten GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Eijsden-Margraten. Nr. 131209 31 december 2015 Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 207 Vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en zorg)

Nadere informatie

Verzuimreglement. Informatie, regelgeving en procedure. Versie januari Pagina 1 van 5

Verzuimreglement. Informatie, regelgeving en procedure. Versie januari Pagina 1 van 5 Verzuimreglement Informatie, regelgeving en procedure Versie januari 2018 Pagina 1 van 5 Verzuimreglement Belangrijk is dat bij Erick Personeelsdiensten B.V. gewerkt wordt in een veilige en gezonde werkomgeving.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 464 Wijziging van de Werkloosheidswet, de Ziektewet en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen om cumulatie van de uitkeringsduur op grond

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 009 Voorstel van wet van het lid Bijleveld-Schouten houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met het

Nadere informatie

VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN

VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN Ik ben oproepkracht: heb ik recht op loon of een Ziektewetuitkering als ik ziek word? Een toelichting voor werknemers die werkzaam zijn als oproepkracht VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN Werk boven

Nadere informatie

Lisv Ziekengeldreglement 1997

Lisv Ziekengeldreglement 1997 Lisv Ziekengeldreglement 1997 Het Landelijk instituut sociale verzekeringen; Gelet op artikel 54 van de Ziektewet; Besluit het navolgende ziekengeldreglement vast te stellen: Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Nadere informatie

Wet van 16 november 2001 tot vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin

Wet van 16 november 2001 tot vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin Wet van 16 november 2001 tot vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en zorg) Bijgewerkt tot: Staatsblad 2009, 318;

Nadere informatie

3. Zwanger aan het werk. Informatie voor de zwangere werkneemster

3. Zwanger aan het werk. Informatie voor de zwangere werkneemster Zwanger aan het werk Informatie voor de zwangere werkneemster Je bent zwanger, of je wilt zwanger worden. Dan komt er een hoop op je af en je hebt vast veel vragen. Niet alleen over de zwangerschap zelf,

Nadere informatie

Een deel van de fysieke zwangerschapsklachten hangt samen met hormonale veranderingen.

Een deel van de fysieke zwangerschapsklachten hangt samen met hormonale veranderingen. Zwanger aan de slag Een veranderd lichaamsgevoel, rugklachten, vermoeidheid, moeite met lopen en misselijkheid zijn inherent aan de zwangerschap. Vrouwen zijn daardoor nog niet ziek, maar vaak wel minder

Nadere informatie

Werken tijdens Zwangerschap en Borstvoeding

Werken tijdens Zwangerschap en Borstvoeding Werken tijdens en 1. Inleiding De UT is als werkgever verplicht om de gezondheid van moeder en kind tijdens de zwangerschap en periode van borstvoeding zo goed mogelijk te beschermen. Dit betekent dat

Nadere informatie

Protocol zwangerschap in de huisartsenpraktijk Ten behoeve van huisartsopleiders. Algemeen

Protocol zwangerschap in de huisartsenpraktijk Ten behoeve van huisartsopleiders. Algemeen Protocol zwangerschap in de huisartsenpraktijk Ten behoeve van huisartsopleiders Bronnen: RI&E-applicatie van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) CAO voor de huisarts in opleiding / Personeelsinformatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 231 Verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte (Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003)

Nadere informatie

Ziekteverzuimprotocol

Ziekteverzuimprotocol Ziekteverzuimprotocol Werknemers Stipt Payroll bv en u zijn conform de Wet Verbetering Poortwachter samen verantwoordelijk voor een zo spoedig mogelijke werkhervatting in geval van arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Ziekteverzuimreglement Payroll Talent

Ziekteverzuimreglement Payroll Talent Ziekteverzuimreglement Payroll Talent 1. Ziek melden U dient zich bij arbeidsongeschiktheid tussen 8.00 en 9.30 uur persoonlijk ziek te melden bij de afdeling Ziekteverzuim van Payroll Talent via telefoonnummer:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 900 21 januari 2010 Besluit van... houdende wijziging van het Algemeen rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 54 van de Ziektewet en artikel 3:16 van de Wet arbeid en zorg;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 54 van de Ziektewet en artikel 3:16 van de Wet arbeid en zorg; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16428 24 maart 2017 Ziekengeldreglement 2017 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, Gelet op artikel 54 van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 618 Wijziging van de Ziektewet, de WAO, de WW en enkele andere wetten in verband met het wegnemen van belemmeringen in sociale verzekeringswetten

Nadere informatie

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ]

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ] 1. Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ] Dit is een globaal overzicht van de wet en de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, aan dit overzicht kan geen enkel

Nadere informatie

3. Zwanger aan het werk. Informatie voor de zwangere werkneemster

3. Zwanger aan het werk. Informatie voor de zwangere werkneemster Zwanger aan het werk Informatie voor de zwangere werkneemster Je bent zwanger, of je wilt zwanger worden. Dan komt er een hoop op je af en je hebt vast veel vragen. Niet alleen over de zwangerschap zelf,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 29 497 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de toegang

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t :

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t : GEMEENTE HOOGEVEEN Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) Het college van de gemeente Hoogeveen, gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden d.d. 17

Nadere informatie

Vrijwillige verzekering binnenland. Informatie over vrijwillig verzekeren voor de Ziektewet, WIA, WAO en WW

Vrijwillige verzekering binnenland. Informatie over vrijwillig verzekeren voor de Ziektewet, WIA, WAO en WW Vrijwillige verzekering binnenland Informatie over vrijwillig verzekeren voor de Ziektewet, WIA, WAO en WW Werk boven uitkering UWV verstrekt tijdelijk inkomen in het kader van wettelijke regelingen als

Nadere informatie

Vrijwillige verzekering binnenland. Informatie over vrijwillig verzekeren voor Ziektewet, WIA, WAO en WW

Vrijwillige verzekering binnenland. Informatie over vrijwillig verzekeren voor Ziektewet, WIA, WAO en WW Vrijwillige verzekering binnenland Informatie over vrijwillig verzekeren voor Ziektewet, WIA, WAO en WW Inhoud Waarom deze brochure? 2 Waarom zelf verzekeren? 2 Wanneer kunt u zich vrijwillig verzekeren?

Nadere informatie

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD2014-013269 versie 2 december 2014 Aanpassing in het kader van de CAO 2013-2015 Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging Wijzigingen Vakantie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Ik krijg een kind. uwv.nl werk.nl. Uw inkomen bij zwangerschap, adoptie en pleegzorg. Meer informatie?

Ik krijg een kind. uwv.nl werk.nl. Uw inkomen bij zwangerschap, adoptie en pleegzorg. Meer informatie? uwv.nl werk.nl Ik krijg een kind Uw inkomen bij zwangerschap, adoptie en pleegzorg Meer informatie? Deze brochure geeft algemene informatie. Kijk voor meer informatie op uwv.nl. Heeft u daarna nog vragen?

Nadere informatie

1. AANDACHTSPUNTEN ARBOBELEID ZWANGERE MEDEWERKSTERS UNIVERSITEIT TWENTE

1. AANDACHTSPUNTEN ARBOBELEID ZWANGERE MEDEWERKSTERS UNIVERSITEIT TWENTE De UT is als werkgever verplicht om de gezondheid van moeder en kind tijdens de zwangerschap en periode van borstvoeding zo goed mogelijk te beschermen. Dit betekent dat het werk zo moet worden georganiseerd

Nadere informatie

Bijlage 7 Veilig werken tijdens zwangerschap en borstvoedingsperiode

Bijlage 7 Veilig werken tijdens zwangerschap en borstvoedingsperiode Bijlage 7 Veilig werken tijdens zwangerschap en borstvoedingsperiode 1. Inleiding De werkgever heeft de wettelijke zorgplicht om de zwangere werkneemster en haar ongeboren kind en het borstgevoede kind

Nadere informatie

Inhoud 1 REGELGEVING ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 1

Inhoud 1 REGELGEVING ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 1 Inhoud Woord vooraf Lijst van afkortingen V VII 1 REGELGEVING ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 1 1.1 Inleiding 2 1.1.1 Waarom zorg voor arbeidsomstandigheden? 2 1.1.2 Financieel-economische motieven 2 1.1.3 Bedrijfsvoeringsmotieven

Nadere informatie

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE Artikel 5.1 Omschrijving 1. Algemene bepalingen 1. Als vakantie worden beschouwd de dagen, welke door de werkgever als zodanig met inachtneming van artikel 5.7 zijn vastgesteld.

Nadere informatie

Mijn oproepkracht is ziek. Wat betekent dit?

Mijn oproepkracht is ziek. Wat betekent dit? uwv.nl werk.nl Mijn oproepkracht is ziek. Wat betekent dit? Informatie voor werkgevers over recht op loon of Ziektewet-uitkering Wilt u meer weten? Deze brochure geeft algemene informatie. Wilt u na het

Nadere informatie

Bijlage 3 Verlofschema

Bijlage 3 Verlofschema 56 KNMT-ARBEIDSVOORWAARDENREGELING 2019 Bijlage 3 Verlofschema Het verlofschema bevat een samenvatting van de verlofvormen die in Hoofdstuk 8 van de KNMT-Arbeidsvoorwaardenregeling tandheelkundige praktijken

Nadere informatie

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 13 SUPPLETIE Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 13:1 * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5 * Suppletie 13:6 t/m 13:11 * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 * Scholing,

Nadere informatie

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding proeftijd en concurrentiebeding Antwoord 1 In casu is een arbeidsovereenkomst tussen Gert en Plas tot stand gekomen met een proeftijd van twee maanden. Indien een proeftijd is bedongen conform artikel

Nadere informatie

De arbeidsovereenkomst

De arbeidsovereenkomst De arbeidsovereenkomst 1. Overeenkomsten tot het verrichten van arbeid Voor wat betreft overeenkomsten tot het verrichten van arbeid tegen betaling noemt het Burgerlijke Wetboek(BW) nadrukkelijk een drietal

Nadere informatie

Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten Geldend van t/m heden

Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten Geldend van t/m heden Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten Geldend van 01-01-2015 t/m heden Besluit van 23 augustus 2007, houdende regels omtrent de hoogte en duur van de op te leggen administratieve maatregelen op grond

Nadere informatie