2013 Mercury Marine SC1000-toerenteller/snelheidsmeter 90-8M nld i

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2013 Mercury Marine SC1000-toerenteller/snelheidsmeter 90-8M nld i"

Transcriptie

1 nld i 2013 Mercury Marine SC1000-toerenteller/snelheidsmeter 90-8M

2 ii nld

3 Productoverzicht Werking en functies... 1 Functie automatische motordetectie... 1 Master Reset... 2 Alarmwaarschuwingen met tekstbeschrijving... 3 Waarschuwingsdisplayschermen... 5 Displayschermen... 8 SC 1000 toerenteller Displayschermen systeemtoerenteller... 9 Onderhoudsscherm Menu voor toerentellerkalibratie snelheidsregeling, verlichting en contrast Toerentellerschermen SC 1000 snelheidsmeter Snelheidsmeterdisplayschermen Menu voor snelheidsmeterkalibratie Snelheidsregeling, verlichting, contrast en tijd Snelheidsmeterschermen Regeling langzaam varen Gebruik van de regeling voor langzaam varen Smart Tow (Sleepfunctie) Gebruik van cruise control Precisie snelheidsregeling kalibreren (optioneel) Gebruik van de acceleratieregeling Aangepaste acceleratie instelling maken nld iii

4 iv nld

5 Werking en functies PRODUCTOVERZICHT NB: Op motoren uit modeljaar 2007 en later wordt een alarmwaarschuwingsscherm met beschrijvende tekst weergegeven Systeemtoerenteller Systeemsnelheidsmeter Opstarten: Elke meter wordt ingeschakeld wanneer het contactslot naar de stand Aan wordt gedraaid. De meters blijven aan zolang de contactsleutel op Aan staat. Verlichting: Regelt de helderheid en het contrast van de meter. Knoppen: De knop "MODE/SELECT" wordt gebruikt om schermen met informatie te selecteren. De knoppen "+" en " " worden gebruikt voor het instellen van het motortoerental tijdens de regeling voor langzaam varen en voor het instellen van meterkalibraties. Regeling voor langzaam varen: Configureert en regelt het stationaire toerental van de motor voor langzaam varen zonder de gasregeling te gebruiken. Motorbewakingssysteem: Controleert de voornaamste sensoren op de motor voor vroege indicatie van eventuele problemen. Het systeem reageert op een probleem door het motortoerental te verlagen en de bestuurder te waarschuwen dat er een mogelijk schadelijke situatie bestaat. Waarschuwingssysteem: Het systeem geeft een signaal via de waarschuwingshoorn en toont de waarschuwingsmelding. BELANGRIJK: Optionele sensoren zoals die voor diepte, brandstof, schoepenwiel en stuurhoek moeten altijd worden verbonden met de stuurboordmotor bij gebruik van SmartCraft-meters van versie 4.0 of later. PRODUCTEN MET EMISSIEREGELING Nadat de contactsleutel naar Aan is gedraaid worden de naam van de meter en de softwareversie ongeveer twee seconden lang op de toerenteller weergegeven. Linksboven op de display is tevens een klein motorpictogram zichtbaar. Het pictogram geeft aan dat de motorinstallatie emissieregeling heeft met boorddiagnose, ook bekend als OBD (onboard diagnostics). Het pictogram wordt uitsluitend weergegeven tijdens het opstarten, tenzij er een systeemstoring wordt aangetroffen. Als er een storing wordt aangetroffen, wordt het OBD-pictogram linksboven op alle systeemschermen weergegeven. a S MERCURY C mart raft v X.X Functie automatische motordetectie a - OBD-pictogram b - Softwareversie De systeemtoerenteller/-snelheidsmeter hebben een automatische functie voor motordetectie. Deze functie detecteert automatisch welk motortype u gebruikt en configureert de meter op basis van dit motortype. b nld 1

6 PRODUCTOVERZICHT Wanneer de meter voor de eerste keer wordt ingeschakeld of na een "Master Reset" verschijnt "AUTODETECT" op de meter. Druk op de knop "MODE/SELECT" om de automatische motordetectiefunctie te starten: de meter stelt nu het motortype vast. Dit verricht een voorinstelling van de gegevensschermen, wat de eerste setup vergemakkelijkt. AUTODETECT ENGINE SMARTSCREEN PRESS MODE/SELECT TO START Als de meter de waarschuwing "NO STARBOARD ENGINE" (Geen stuurboordmotor) of "MULTIPLE STARBOARD ENGINES" (Meerdere motoren aan stuurboordzijde) weergeeft, moet de plaats van de motor (bakboord en stuurboord) worden geselecteerd door een erkend dealer die beschikt over het computerdiagnosesysteem (CDS). Master Reset Zet de meter op de in de fabriek vooringestelde waarden terug met de opdracht Master Reset. BELANGRIJK: Als u een Master Reset uitvoert, wordt de eenheid teruggesteld naar de standaardinstellingen van de fabriek, waardoor eventuele installaties en kalibraties die tijdens het instellen van het product zijn uitgevoerd, ongedaan worden gemaakt. Druk gelijktijdig op " " en "+" gedurende ongeveer 10 seconden (totdat de staafgrafieken bij elkaar komen) om de unit te resetten op de fabrieksinstellingen. Druk ter bevestiging op de knop "MODE/SELECT". MASTERRESET MASTERRESET ERASE! PRESS MODE/SELECT TO CONFIRM nld

7 PRODUCTOVERZICHT Alarmwaarschuwingen met tekstbeschrijving NB: Op motoren uit modeljaar 2007 en later wordt een alarmwaarschuwingsscherm met beschrijvende tekst weergegeven. a b c REDUCE THROTTLE a - displayscherm b - motorbewakingssysteem c - alarmsignaal 3200 RPM AL Wanneer een probleem wordt ontdekt, verschijnt de naam van het betreffende alarm op de display. Als het probleem onmiddellijke motorschade kan veroorzaken, reageert het motorbewakingssysteem op het probleem door het motorvermogen te beperken. Verlaag het toerental onmiddellijk en raadpleeg de waarschuwingsmeldingen op de volgende pagina's. Zie de Handleiding voor gebruik, onderhoud en garantie van de motor voor een nadere uitleg van het probleem en wat u eraan moet doen. Het alarmbericht blijft op het scherm totdat de knop "MODE/SELECT" wordt ingedrukt. Als er meerdere alarmen zijn, verschijnen ze na elkaar op het scherm met een interval van vijf seconden. Als de knop "MODE/SELECT" voor weergave van een ander scherm wordt ingedrukt, verschijnt het knipperende alarmsignaal "AL" rechtsboven op het scherm om aan te geven dat er nog steeds een probleem is. Alarmwaarschuwing met tekstbeschrijving SYS FAULT [ SHOW ] De balk "SYS FAULT" (Systeemstoring) geeft aan dat er een probleem in het systeem is. "SHOW" (Tonen) geeft de component met de storing weer. STBD SYSTEM FAULT <FAULTY COMPONENT> [ EXIT ] [ NEXT ] [ MORE ] De bovenste balk geeft het systeem aan van de component met de storing. De lichtkranttekst geeft de component met de storing weer. "NEXT" geeft de volgende storing weer. "MORE" geeft een gedetailleerde beschrijving van de storing. nld 3

8 PRODUCTOVERZICHT Alarmwaarschuwing met tekstbeschrijving STBD SYSTEM FAULT <FAULT DESCRIPTION> [ EXIT ] [ NEXT ] [ ACTION ] De lichtkranttekst geeft een gedetailleerde beschrijving van de storing. "ACTION" geeft aan wat de operator moet doen om de storing te verhelpen. STBD SYSTEM FAULT <CORRECTIVE ACTION> [ EXIT ] [ NEXT ] [ BACK ] De lichtkranttekst geeft aan wat de gebruiker moet doen om de storing te verhelpen. STORINGEN EMISSIEREGELING MET TEKSTBESCHRIJVING Als er een probleem in het emissieregelingssysteem wordt aangetroffen, knippert het scherm en worden beurtelings de tekst "OBD Service Soon" (OBD-onderhoud gauw uitvoeren) en het systeemstoringscherm weergegeven. Deze twee schermen blijven knipperen totdat u op de knop "+" drukt om de regelingsstoring weer te geven. Als het probleem onmiddellijke motorschade kan veroorzaken, reageert het motorbewakingssysteem op het probleem door het motorvermogen te beperken. Verlaag het toerental onmiddellijk en raadpleeg de waarschuwingsmeldingen op de volgende pagina's. Zie de Handleiding voor gebruik, onderhoud en garantie van de motor voor een nadere uitleg van het probleem en wat u eraan moet doen. Het alarmbericht blijft op het scherm totdat de knop "MODE/SELECT" wordt ingedrukt. Als er meerdere alarmen zijn, verschijnen ze na elkaar op het scherm met een interval van vijf seconden. Als de knop "MODE/SELECT" voor weergave van een ander scherm wordt ingedrukt, verschijnt het pictogram voor een storingsalarm voor de motoremissie linksboven op het scherm. Het motorpictogram is op alle schermen zichtbaar. Storingen voor emissieregeling moeten door een onderhoudsdealer worden bekeken en verholpen voordat u weer met de boot gaat varen. Storingen emissieregeling met tekstbeschrijving OBD SERVICE SOON Er verschijnt een motorpictogram in het midden van het scherm, met de tekst "OBD SERVICE SOON" (OBDonderhoud gauw uitvoeren). Het scherm verandert om de drie seconden in het scherm "SYS FAULT" (Systeemstoring). SYS FAULT OBD SERVICE SOON [ SHOW ] STBD SYSTEM FAULT 114 <CRITICAL IDLE AIR > [ EXIT ] [ MORE ] De balk "SYS FAULT" (Systeemstoring) geeft aan dat er een probleem in het systeem is. Onder de balk wordt "OBD SERVICE SOON" (OBD-onderhoud gauw uitvoeren) weergegeven. "SHOW" (Tonen) geeft de component met de storing weer. De bovenste balk geeft het systeem aan van de component met de storing, met het storingnummer. De lichtkranttekst vermeldt de ernst van de storing en het onderdeel waarop de storing zich voordoet. "MORE" geeft een gedetailleerde beschrijving van de storing. 4 nld

9 PRODUCTOVERZICHT Storingen emissieregeling met tekstbeschrijving STBD SYSTEM FAULT 114 <CRITICAL IDLE AIR > [ EXIT ] [ ACTION ] De lichtkranttekst geeft een gedetailleerde beschrijving van de storing. "ACTION" geeft aan wat de operator moet doen om de storing te verhelpen. [ EXIT ] STBD SYSTEM FAULT 114 < RETURN TO PORT > [ BACK ] De lichtkranttekst geeft aan wat de gebruiker moet doen om de storing te verhelpen. Waarschuwingsdisplayschermen Wanneer een probleem met de motor wordt gedetecteerd, waarschuwen de waarschuwings-displayschermen de bestuurder voor het mogelijke probleem. Zie de Handleiding voor gebruik, onderhoud en garantie van de motor voor een uitleg van het probleem en wat u eraan moet doen. PROBLEEM TOERENTELLER- DISPLAY BATTERY (ACCU) ENGINE DATA BUS (MOTORGEGEVENSBUS) FAULT - HORN (STORING - HOORN) FAULT - IGNITION (STORING - ONTSTEKING) FAULT - INJECTOR (STORING - INJECTOR) FAULT - OIL PUMP (STORING - OLIEPOMP) FAULT - SENSOR (STORING - SENSOR) FAULT - WATER TEMP (STORING - WATERTEMPERATUUR) SNELHEIDSMETER- DISPLAY LOW FUEL (BRANDSTOFPEIL TE LAAG) LOW OIL (OLIEPEIL TE LAAG) FAULT - OIL TEMP (STORING - OLIETEMPERATUUR) OIL PSI (OLIEDRUK) OVERHEAT (OVERVERHITTING) OVERSPEED (OVERTOEREN) FAULT - OIL PRESSURE (STORING - OLIEDRUK) RESERVE OIL (OLIERESERVE) SYSTEM FAULT OBD SERVICE SOON (SYSTEEMSTORING - OBD- ONDERHOUD GAUW UITVOEREN) WATER IN FUEL (WATER IN BRANDSTOF) FAULT - MAP (STORING - MAP) nld 5

10 PRODUCTOVERZICHT PROBLEEM TOERENTELLER- DISPLAY FAULT - MAT (STORING - MAT) FAULT - TPS (STORING - TPS) SNELHEIDSMETER- DISPLAY NB: Niet alle schermen zijn van toepassing, dit hangt af van het motormodel en de vaartuigopties. 1 OVERHEAT FAULT HORN 5 2 PRESSURE RESERVE 90% REMAINING 6 3 OVERSPEED 7500 RPM FAULT OIL PUMP 7 4 WATER IN FUEL FAULT INJECTOR BELANGRIJK: Raadpleeg de Handleiding voor gebruik, onderhoud en garantie van de motor voor nadere uitleg van het probleem en wat u eraan moet doen. Neem contact op met de dealer als het probleem aanhoudt. 1. OVERHEAT (OVERVERHITTING): De motor is oververhit. 2. PRESSURE (DRUK): De waterdruk in het koelsysteem is onvoldoende. 3. OVERSPEED (OVERTOEREN): Het motortoerental heeft het maximale toegestane toerental overschreden. 4. WATER IN FUEL (WATER IN BRANDSTOF): Het water in het waterscheidend brandstoffilter heeft het "vol"-peil bereikt. 5. FAULT - HORN (STORING - HOORN): De waarschuwingshoorn werkt niet naar behoren. 6. RESERVE OIL LOW (RESERVE-OLIEPEIL LAAG) - alleen 2-takt buitenboordmotor: Het oliepeil in het op de motor gemonteerde oliereservoir is zeer laag. 7. FAULT - OIL PUMP (STORING - OLIEPOMP): De oliepomp werkt niet meer elektrisch. Er wordt geen smeerolie aan de motor geleverd. 8. FAULT - INJECTOR (STORING - INJECTOR): De elektrische functie van een of meer brandstofinjectoren is gestopt. 6 nld

11 PRODUCTOVERZICHT NB: Niet alle schermen zijn van toepassing, dit hangt af van het motormodel en de vaartuigopties. 9 FAULT IGNITION FAULT WATER TEMP V BATTERY 18V FAULT NO STARBOARD ENGINE ENGINE DATA BUS FAULT MULTIPLE STARBOARD ENGINE FAULT SENSOR FAULT OIL TEMP FAULT - IGNITION (STORING - ONTSTEKING): Er is een storing in het ontstekingssysteem. 10. BATTERY (ACCU): Het elektrisch systeem wordt niet geladen of de accuspanning is laag. 11. ENGINE DATA BUS (MOTORGEGEVENSBUS): De aansluiting voor gegevensoverdracht tussen de toerenteller en de motor is niet aangesloten. 12. FAULT - SENSOR (STORING - SENSOR): Een van de sensoren functioneert niet goed. 13. FAULT - WATER TEMP (STORING - WATERTEMPERATUUR): De sensor voor het meten van de zoet-/zoutwatertemperatuur werkt niet goed. 14. FAULT - NO STARBOARD ENGINE (STORING - GEEN STUURBOORDMOTOR): Het instrument kan de computer van de stuurboordmotor niet vinden. Dit geeft doorgaans aan dat er geen gegevens van de computer van de motor naar de meter worden overgedragen. Controleer de bedrading. Zorg ervoor dat beide eindweerstanden in de bus zijn geïnstalleerd. Controleer met een computerdiagnosesysteem (CDS) dat de PCM/ECM s niet voor dezelfde locatie zijn geconfigureerd. 15. FAULT - MULTIPLE STARBOARD ENGINE (STORING - MEERDERE STUURBOORDMOTOREN): De SmartCraft-meters zien meerdere motoren als stuurboord. NB: In toepassingen met meerdere motoren moet aan elke motor een plaats worden toegewezen (starboard, port, starboard2 of port2) met een CDS voordat het systeem naar behoren zal werken. 16. OIL TEMP (OLIETEMPERATUUR): De motorolie is oververhit. NB: Niet alle schermen zijn van toepassing, dit hangt af van het motormodel en de vaartuigopties. 17 FAULT OIL PRESSURE FAULT MAP E LOW FUEL F FAULT MAT E LOW OIL F FAULT TPS 22 SYS FAULT 23 OBD SERVICE SOON [ SHOW ] nld 7

12 PRODUCTOVERZICHT 17. FAULT - OIL PRESSURE (STORING - OLIEDRUK): De oliedruk is te laag. 18. LOW FUEL LEVEL (LAAG BRANDSTOFPEIL): Het brandstofpeil in de brandstoftank is zeer laag. Stop onmiddellijk om te tanken zodat u niet zonder brandstof komt te zitten. 19. LOW OIL LEVEL (OLIEPEIL LAAG) alleen 2-takt buitenboordmotor: Het oliepeil in de externe olietank is laag. Stop en vul de olietank onmiddellijk bij zodat u niet zonder olie komt te zitten. 20. FAULT - MAP (STORING - MAP): Er heeft zich een motorprobleem voorgedaan. Laat de motor door een dealer nakijken. 21. FAULT - MAT (STORING - MAT): Er heeft zich een motorprobleem voorgedaan. Laat de motor door een dealer nakijken. 22. FAULT - TPS (STORING - TPS): Er heeft zich een motorprobleem voorgedaan. Laat de motor door een dealer nakijken. 23. SYSTEM FAULT - OBD SERVICE SOON (SYSTEEMSTORING - OBD-ONDERHOUD GAUW UITVOEREN): Er heeft zich een probleem voorgedaan met het systeem voor motoremissieregeling. Laat de motor door een dealer nakijken. Displayschermen Displayscherm toerenteller Inlopen motor (alleen 2-takt buitenboordmotor) Motortemperatuur Olietemperatuur Oliedruk Trim en toerental Trim en waterdruk Water Press (Waterdruk) Accuspanning en motoruren Brandstofflow en verbruikte brandstof Vaarsnelheid en zeewatertemperatuur Accuspanning Displayscherm snelheidsmeter Klok - Lucht/zeewatertemperatuur Brandstofverbruik Cog - Als er een GPS-signaal wordt ontvangen Afstand en brandstof tot bestemming Speed (Snelheid) Geschat brandstofbereik Huidig en gemiddeld brandstofverbruik Afstandsmeter Peil brandstoftanks Peil olietanks Niveaus zoetwater % resterende brandstof (brandstoftank 1) Niveaus vuilwater Diepte Trimpositie Brandstofdruk Toerental Onderhoud Beknopt naslagscherm Accu, temperatuur, druk Stuurhoek (alleen MerCruiser) Trimvinnen Twee motoren Trim en toerensynchronisator 8 nld

13 SC 1000 TOERENTELLER Displayschermen systeemtoerenteller Wanneer het contactslot naar de stand Aan wordt gedraaid, laat de toerenteller het laatste scherm zien dat zichtbaar was voordat het contactslot naar de stand Uit werd gedraaid. Druk op "MODE/SELECT" om displayschermen te veranderen. Ga terug naar het vorige scherm door "MODE/SELECT" twee seconden ingedrukt te houden. NB: De waarden kunnen in Engelse (Amerikaanse) of metrische eenheden worden weergegeven. Zie Toerentellerschermen. NB: Niet alle schermen zijn van toepassing, dit hangt af van het motormodel en de vaartuigopties. 1 2 COLD 125 F OIL 150 F HOT 3 4 TRIM 1.5 OIL 12.5 PSI RPM TRIM 1.5 WATER PSI VOLTS 12.5 H20 PSI HOURS Temperatuur: Geeft de motorkoelvloeistoftemperatuur weer. 2. Olietemperatuur: Geeft de temperatuur van de motorolie weer. 3. Oliedruk: Geeft de motoroliedruk in "PSI" of "BAR" weer. 4. Trim en toerental: Geeft het motortoerental en de trimstand weer. 5. Trimbekrachtigingshoek: Geeft de trimhoek van de buitenboordmotor of hekaandrijving tot de maximale trimhoek weer en geeft vervolgens de trailerhoek weer. 0 = omlaag, 10 = maximale trim en 25 = volledige trailerstand. 6. Waterdruk: Geeft de waterdruk van het koelsysteem bij de motor weer. nld 9

14 SC 1000 TOERENTELLER 7. Accuspanning: Geeft het spanningsniveau (conditie) van de accu weer. Registreert tevens de bedrijfstijd van de motor. 8 GPH 4.5 FUEL USED RPM MAINTENANCE OK [ENTER] 35 FT SPEED SEA TEMP 45 MPH 45 F BAT TMP PSI OK OK OK v Brandstofflow: Geeft het brandstofverbruik in gallons of liters per uur weer, en het totale brandstofverbruik. 9. Digitale toerenteller: Geeft het motortoerental in omwentelingen per minuut (omw/min) weer. 10. Onderhoud: Wordt weergegeven als de motor "OK" is of als er een onderhoudsbeurt nodig is. Dit onderhoudsscherm is gebaseerd op een onderhoudscyclus van 100 uur. Volg het onderhoudsschema dat in de eigenaarshandleiding wordt aanbevolen. NB: De cyclus voor onderhoudsbeurten moet worden gereset na elk onderhoud dat volgens de aanbeveling "Eenmaal per jaar" of "Vóór opslag" in de eigenaarshandleiding wordt verricht. 11. Waterdiepte: Geeft de waterdiepte onder de transducer weer, indien aangesloten. Het waterdieptescherm kan aan of uit worden gezet in Toerentellerschermen. Het alarm kan worden ingesteld om af te gaan wanneer de boot in water vaart dat ondieper is dan het alarmniveau. Zie Toerentellerschermen voor de instellingen voor het waterdieptealarm en de offsetwaarden. NB: Dit scherm werkt alleen als er een (afzonderlijk aan te schaffen) dieptetransducer op het systeem is aangesloten. 12. Snelheid/temperatuur: Geeft een deelscherm weer met de zeewatertemperatuur en vaarsnelheid. NB: Dit scherm werkt alleen als er een snelheidsinvoersensor op het systeem is aangesloten. 13. Beknopt naslagscherm: Geeft aan dat de accu, de motortemperatuur en drukwaarden in orde zijn. 10 nld

15 SC 1000 TOERENTELLER 14. Accuspanning: Geeft de huidige accuspanning weer in grote cijfers TRIM % 43.5 BREAK-IN TIME 65 MIN LEFT FUEL PSI Trimbekrachtigingshoek/waterdruk: Geeft de trimhoek van de motor en de waterdruk van het koelsysteem weer. 16. Brandstofpercentage: Geeft het percentage brandstof in de brandstoftank weer. 17. Brandstofdruk: Geeft de motorbrandstofdruk weer. 18. Motorinloopperiode: Geeft de resterende tijd van de inloopperiode van een nieuwe motor weer. Dit scherm verdwijnt automatisch nadat de inloopperiode is afgelopen. Onderhoudsscherm Op sommige modellen met een 4-takt motorinstallatie kan het aantal bedrijfsuren na de laatste onderhoudsbeurt worden ingeschat. De normale onderhoudsbeurt voor de motor wordt om de 100 bedrijfsuren verricht. Op het onderhoudsscherm ziet u een staafdiagram dat bij benadering aangeeft hoeveel tijd er resteert tot de volgende onderhoudsbeurt. Als het onderhoudsscherm gereset wordt, verandert het staafdiagram en geeft dit aan dat de volgende onderhoudsbeurt over 100 uur moet worden verricht. Om dit scherm te activeren, moet het onderhoudsscherm ingeschakeld zijn. Volg altijd het onderhoudsschema dat in de gebruikershandleiding vermeld staat, ongeacht wat de meter aangeeft. Zie voor het aanzetten van deze functie Toerentellerdisplayschermen. 1. Druk terwijl het onderhoudsscherm wordt weergegeven op "ENTER" om te zien hoeveel tijd er nog ongeveer resteert tot de volgende aanbevolen onderhoudsbeurt [EXIT] MAINTENANCE OK [ENTER] SCHED. MAINTENANCE OK OK [RESET] PERFORM SCHEDULED MAINTENANCE OK [EXIT] [RESET] MAINTENANCE HAS SCHEDULED MAINT. BEEN PERFORMED? [YES ] [ NO ] SCHED. MAINTENANCE OK [EXIT] OK [RESET] Op het scherm met onderhoudsaanbeveling wordt een staafgrafiek weergegeven die bij benadering laat zien hoeveel tijd er nog resteert volgens de geschatte onderhoudscyclus. Druk op "EXIT" om naar het vorige scherm te gaan of druk op "RESET" nadat de onderhoudsbeurt is verricht. nld 11

16 SC 1000 TOERENTELLER 3. Als er sinds de laatste onderhoudsbeurt meer dan 100 bedrijfsuren zijn verstreken, wordt op het scherm de tekst "PERFORM SCHEDULED MAINTENANCE" (Onderhoudsbeurt vereist) weergegeven en is de staafgrafiek niet zichtbaar. Druk op "EXIT" om terug te gaan naar het vorige scherm, of druk op "RESET". 4. Nadat u op "RESET" hebt gedrukt, verandert het scherm weer in het scherm "MAINTENANCE" (Onderhoud). Op het scherm "MAINTENANCE" (Onderhoud) wordt "HAS SCHEDULED MAINT. BEEN PERFORMED?" (Is onderhoudsbeurt verricht?) weergegeven. Druk op "YES" om het onderhoudsschema te resetten of druk op "NO" om terug te gaan naar het vorige scherm. 5. Nadat u op "YES" hebt gedrukt, wordt de staafgrafiek weer op het scherm weergegeven, en geeft hij aan dat er 100 bedrijfsuren resteren tot de volgende onderhoudsbeurt. Druk op "EXIT" om terug te gaan naar het scherm "MAINTENANCE OK" (Onderhoud OK). Menu voor toerentellerkalibratie snelheidsregeling, verlichting en contrast TOERENTELLERMENU 1. Houd de knoppen "MODE/SELECT" en "+" tegelijkertijd ongeveer twee seconden ingedrukt om het scherm "MENU" te openen. 2. Druk op "MODE/SELECT" voor "SKIP" (Overslaan) van de snelheidsregeling en om het kalibratiemenu te doorlopen. 3. Druk op "+" of " " om de instellingen te wijzigen. Toerentellermenu [ NO ] SPEED CONTROL TROLL CONTROL? ENABLED [SAVE] [ YES ] De functie Langzaam varen moet op de toerenteller ingesteld zijn op gebruik van het motortoerental. Bij gebruik van het motortoerental voor de functie langzaam varen, zal de vaarsnelheid variëren afhankelijk van de omstandigheden: wind, golfslag of stroming. LIGHT [DOWN] [SAVE] [ UP ] Regelt de helderheid van de meterverlichting. 12 nld

17 SC 1000 TOERENTELLER Toerentellermenu CONTRAST [DOWN] [SAVE] [ UP ] REMOTE LCD LIGHT? [ NO ] [SAVE] [YES ] REMOTE LCD CONTRAST? [ NO ] [SAVE] [YES ] SPLASH SCREEN MERCURY [SKIP] [ EDIT ] SPLASH SCREEN _MERCURY [DOWN] [NEXT] [ UP ] LOCAL LIGHT [DOWN] [SAVE] [ UP ] Regelt het contrast van de display. Regelt de verlichtingsniveaus op alle meters gelijktijdig vanaf deze meter. Als u "YES" selecteert, gelden de veranderingen voor het verlichtingsniveau op deze toerenteller tevens voor alle andere in het systeem aanwezige toerentellers. Het scherm moet op alle toerentellers op "YES" zijn ingesteld, anders zal de functie niet werken. Regelt vanaf deze meter tegelijkertijd het contrast van een andere systeemtoerenteller. Als u "YES" selecteert, gelden de veranderingen voor het contrastniveau op deze toerenteller tevens voor alle andere in het systeem aanwezige toerentellers. Het scherm moet op alle toerentellers op "YES" zijn ingesteld, anders zal de functie niet werken. U kunt de naam van het begroetingsscherm bewerken. Druk op "+" om de naam te bewerken of druk op "MODE/SELECT" om het bewerken van de naam van het begroetingsscherm over te slaan. De naam van het begroetingsscherm bevat negen posities voor tekens. Voor elke positie zijn 59 tekens (inclusief leeg) beschikbaar. Druk op de knop " " of "+" om het teken te veranderen. Druk op de knop "MODE/SELECT" om naar de volgende positie te gaan. U moet alle negen posities voor de naam van het begroetingsscherm geselecteerd hebben voordat u de begroetingsschermoptie kunt afsluiten. Hiermee kunt u de verlichting van het plaatselijke scherm regelen. Toerentellerschermen Deze kalibratie schakelt de systeemschermen in en uit. NB: Niet alle schermen zijn van toepassing, dit hangt af van het motormodel en de vaartuigopties. 1. Houd de knoppen "MODE/SELECT" en "+" tegelijkertijd ongeveer zeven seconden ingedrukt om het scherm "SCREENS" (Schermen) te openen. 2. Druk op de knop " " of "+" om de in vierkante haakjes [ ] op het scherm weergegeven optie te selecteren. 3. Druk op "MODE/SELECT" om de instelling op te slaan en de kalibratieschermen te doorlopen. nld 13

18 SC 1000 TOERENTELLER Toerenteller Displayschermen QUICK REF SCREEN? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het beknopte naslagscherm wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". ENGINE TEMP SCREEN? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het motortemperatuurscherm wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". OIL TEMP SCREEN? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het olietemperatuurscherm wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". OIL PRESS SCREEN? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het oliedrukscherm wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". TRIM AND PSI SCREEN? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het deelscherm met de trimhoek en de waterdruk wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". WATER PSI SCREEN? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het waterdrukscherm wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". TRIM AND RPM SCREEN? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het deelscherm met de trimhoek en het motortoerental wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". RPM SCREEN? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het scherm met het motortoerental wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". 14 nld

19 SC 1000 TOERENTELLER Toerenteller Displayschermen FUEL USED SCREEN? ( NO ) (SAVE) ( YES ) Het scherm met het brandstofverbruik wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". FUEL PSI SCREEN? ( NO ) (SAVE) ( YES ) Het brandstofdrukscherm wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". VOLT / HOUR SCREEN? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het deelscherm met de accuspanning en de motoruren wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". SPEED / SEA SCREEN? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het deelscherm met de vaarsnelheid en zeewatertemperatuur wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". SEA TEMP O OFFSET = F (DOWN ) (SAVE) ( UP ) Foutcorrectie zeewatertemperatuursensor. Druk op "DOWN" of "UP". DEPTH SCREEN? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het dieptescherm wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". REMOTE SCREENS? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Hiermee kunnen alle daarop ingestelde SC1000 toerentellers (YES) hetzelfde scherm weergeven. Als op de toerenteller bij station 1 de diepte wordt weergegeven, is dat ook op de toerenteller bij station 2 het geval. HIGH RESOLUTION TRIM? [ NO ] [SAVE] [ YES ] De trimhoek kan worden weergegeven in stappen van 0,1 als "YES" is geselecteerd. nld 15

20 SC 1000 TOERENTELLER Toerenteller Displayschermen TRIM POPUP? [ NO ] [SAVE] [ YES ] Als "YES" is geselecteerd, opent het trimscherm zodra de triminstelling wordt gewijzigd. SCREENS EXIT? [ NO ] [ YES ] [CAL ] Selecteer "NO" om de schermselectie opnieuw te doorlopen, "YES" om de schermen af te sluiten of "CAL" om de tankniveaus te kalibreren. Zie hiervoor Brandstoftankkalibratie. BRANDSTOFTANK KALIBREREN 1. Houd de knoppen "MODE/SELECT" en "+" tegelijkertijd ongeveer zeven seconden ingedrukt om het scherm "SCREENS" (Schermen) te openen. 2. Druk op "MODE/SELECT" om de selecties naar het afsluitscherm te doorlopen en druk op "+" om naar de functie voor brandstoftankkalibratie te gaan. Er zijn drie methoden om de functie voor het bewaken van het brandstoftankpeil te kalibreren: Niets doen. De lineaire waarde wordt gebaseerd op onbewerkte sensorwaarden. Deze methode houdt geen rekening met onregelmatig gevormde tanks. Procedure voor tankkalibratie zonder brandstof toe te voegen: het systeem verstrekt een geschatte bereikwaarde, gebaseerd op de lineaire interpolatie van de sensorbereikwaarden. Deze methode houdt geen rekening met onregelmatig gevormde tanks. U moet de tankkalibratie bewerken door een numerieke waarde voor de inhoud van de brandstoftank in te voeren. De lineaire waarde wordt gebaseerd op onbewerkte sensorwaarden. Procedure voor tankkalibratie met toevoeging van brandstof voor elk kalibratiepunt: het systeem verstrekt een geschatte bereikwaarde die rekening houdt met de vorm van de brandstoftank. U moet de tankkalibratie bewerken door brandstof toe te voegen voor een brandstoftank die 1/4, 1/2, 3/4 en helemaal vol is. Als u de tankkalibratie niet bewerkt, wordt het brandstofpeil automatisch ingesteld op de standaardinstelling voor de inhoud in liters/gallons. Tankkalibratie FUEL TANK 1 CAPACITY CAPACITY = 26.2 G [DOWN] [SAVE] [ UP ] Voer de inhoud van de tank in. Selecteer "DOWN" of "UP" om de inhoud van de tank in te stellen. Druk vervolgens op "SAVE". Deze optie is voor alle tanks hetzelfde. FUEL TANK 1 [SKIP] [EDIT] Selecteer "EDIT" om de kalibratiemodus voor de brandstoftank in te voeren. De kalibratieprocedure is voor alle tanks hetzelfde. Selecteer "EDIT" om te beginnen met de kalibratie van het tankniveau. TANK : DEFAULT, OR ADD FUEL? [DFLT] [ADD ] Selecteer "DFLT" om de kalibratie van de tankniveaus door SmartCraft te laten verrichten. Selecteer "ADD" om de tankniveaus te kalibreren door bij te tanken. 16 nld

21 SC 1000 TOERENTELLER Tankkalibratie CALIBRATING : EMPTY TANK THEN PRESS PLUS BUTTON [SKIP] [SAVE] Leeg de tank. Druk op de knop "+" om het kalibratieniveau voor leeg op te slaan. FILL TANK TO 1/4 THEN PRESS PLUS BUTTON [SAVE] Vul de tank tot hij 1/4 vol is. Druk op de knop "+" om het kalibratieniveau voor 1/4 vol op te slaan. FILL TANK TO ½ THEN PRESS PLUS BUTTON [SAVE] Vul de tank tot hij 1/2 vol is. Druk op de knop "+" om het kalibratieniveau voor 1/2 vol op te slaan. FILL TANK TO 3/4 THEN PRESS PLUS BUTTON [SAVE] Vul de tank tot hij 3/4 vol is. Druk op de knop "+" om het kalibratieniveau voor 3/4 vol op te slaan. FILL TANK TO FULL THEN PRESS PLUS BUTTON [SAVE] Vul de tank tot hij helemaal vol is. Druk op de knop "+" om het kalibratieniveau voor vol op te slaan. TANK 2 INPUT OIL TANK [DOWN] [SAVE] [ UP ] KALIBRATIE BRANDSTOFVERBRUIK Selecteer het type tank: not installed (niet geïnstalleerd), fuel tank 2 (brandstoftank 2), water tank of waste tank (vuilwatertank). De optie voor de olietank is alleen beschikbaar voor de OptiMax buitenboordmotor. NB: Alle tanks kunnen gekalibreerd worden zoals hierboven beschreven. 1. Houd de knoppen "MODE/SELECT" en "+" tegelijkertijd ongeveer zeven seconden ingedrukt om het scherm "SCREENS" (Schermen) te openen. 2. Druk op "MODE/SELECT" om de schermselecties naar het afsluitscherm te doorlopen en druk op "+" om naar de functie voor brandstoftankkalibratie te gaan. 3. Druk op "MODE/SELECT" om de opties te doorlopen naar Calibration Fuel Used (Kalibratie Brandstofverbruik). nld 17

22 SC 1000 TOERENTELLER Kalibratie brandstofverbruik FUEL USED (SKIP) (EDIT) Selecteert hoe het brandstofverbruik gekalibreerd wordt. Druk op "+" om "EDIT" of "MODE/SELECT" te selecteren en zo de optie voor kalibratie van het brandstofverbruik over te slaan. FUEL USED CAL : ENTER MULTIPLIER, OR REFUELED? [MULT] [FUEL] FUEL USED CAL : MULTIPLIER = 1.0 [DOWN] [SAVE] [ UP ] FUEL USED CAL : AMOUNT REFUELED = 0.0 G [DOWN] [SAVE] [ UP ] Selecteert hoe het brandstofgebruik wordt gekalibreerd: met een vermenigvuldigingsfactor of met bijtanken. Druk op " " om de vermenigvuldigingsfactor "MULT" te selecteren of op "+" om bijtanken "FUEL" te selecteren. Stelt de vermenigvuldigingsfactor in, van 0,50 tot 1,50. Druk op " " om "DOWN" te selecteren of "+" om "UP" te selecteren. De vermenigvuldigingsfactor wordt gebruikt voor fijnafstelling van de brandstofzender ter correctie van fouten i.v.m. het brandstofverbruik. Als de meter aangeeft dat er 10 liter brandstof is verbruikt maar er in werkelijkheid 14 liter is bijgetankt, verandert u de vermenigvuldigingsfactor in 1,40. Als de meter aangeeft dat er 10 liter brandstof is verbruikt maar er in werkelijkheid slechts 8 liter is bijgetankt, verandert u de vermenigvuldigingsfactor in 0,80. Past de kalibratie van het brandstofverbruik aan op basis van de hoeveelheid brandstof die is bijgetankt. Druk op " " om "DOWN" te selecteren of "+" om "UP" te selecteren. De brandstofoptie werkt net zoals de vermenigvuldigingsfactor. Als de meter aangeeft dat er 10 liter brandstof is verbruikt maar er in werkelijkheid 14 liter is bijgetankt, verandert u de hoeveelheid bijgetankte brandstof (amount refueled) in 14,0. Als de meter aangeeft dat er 10 liter brandstof is verbruikt maar er in werkelijkheid 8 liter is bijgetankt, verandert u de hoeveelheid toegevoegde brandstof (amount refueled) in 8,0 liter. De meter berekent de vermenigvuldigingsfactor en verandert de waarde in de optie "Multiplier" (Vermenigvuldigingsfactor) automatisch. KALIBRATIE EXTERNE SENSORS 1. Houd de knoppen "MODE/SELECT" en "+" tegelijkertijd ongeveer zeven seconden ingedrukt om het scherm "SCREENS" (Schermen) te openen. 2. Druk op "MODE/SELECT" om de schermselecties naar het afsluitscherm te doorlopen en druk op "+" om naar de functie voor brandstoftankkalibratie te gaan. 3. Druk op "MODE/SELECT" om de opties te doorlopen naar Calibration External Sensors (Kalibratie Externe sensors). Toerentellerkalibratie Externe sensors EXTERNAL SENSORS? [SKIP] [EDIT] Selecteert en kalibreert de externe sensors die in het systeem zijn geïnstalleerd. Selecteer "SKIP" om naar de snelheidsopties te gaan. Selecteer "EDIT" om naar de keuze van een externe sensor te gaan. 18 nld

23 SC 1000 TOERENTELLER Toerentellerkalibratie Externe sensors EXTERNAL SENSORS PITOT SENSOR? YES [ NO ] [SAVE] [YES ] Is de boot met een pitotsensor uitgerust om de vaarsnelheid te meten? Druk op " " om "NO" te selecteren of "+" om "YES" te selecteren. EXTERNAL SENSORS PADDLE SENSOR? YES [ NO ] [SAVE] [YES ] Is de boot met een schoepenwiel uitgerust om de vaarsnelheid te meten? Druk op " " om "NO" te selecteren of "+" om "YES" te selecteren. NB: De selectie hier moet "Yes" zijn om de snelheidsovergang te kunnen instellen. EXTERNAL SENSORS USE GPS SPEED? YES ( NO ) (SAVE) ( YES ) Use the GPS input to drive the speed display? (GPS-invoer gebruiken voor de snelheidsdisplay?) Druk op " " om "NO" te selecteren of "+" om "YES" te selecteren. NB: GPS moet op "Yes" ingesteld zijn om de Smart Towsnelheidsoptie te kunnen gebruiken. EXTERNAL SENSORS TRIM SENSOR? YES [ NO ] [SAVE] [YES ] Heeft de boot een trimsensor? Druk op " " om "NO" te selecteren of "+" om "YES" te selecteren. EXTERNAL SENSORS SEA TEMP? YES [ NO ] [SAVE] [YES ] Heeft de boot een zeewatertemperatuursensor? Druk op " " om "NO" te selecteren of "+" om "YES" te selecteren. EXTERNAL SENSORS STEERING SENSOR? YES [ NO ] [SAVE] [YES ] Heeft de boot een stuursensor? Druk op " " om "NO" te selecteren of "+" om "YES" te selecteren. EXTERNAL SENSORS INVERT STEERING? YES [ NO ] [SAVE] [YES ] Wijzigt de positie (richting) van de stuurdisplay. Druk op " " om "NO" te selecteren of "+" om "YES" te selecteren. TRIM [SKIP] [EDIT] Selecteer "EDIT" om de meter te kalibreren voor de standaard trimhoek van 0 10 van de unit en een trailerpositieschaal van Selecteer "SKIP" om naar de volgende keuzemogelijkheid te gaan. nld 19

24 SC 1000 TOERENTELLER Toerentellerkalibratie Externe sensors TRIM FULL DOWN THEN PRESS PLUS BUTTON [DFLT] [SKIP] [SAVE] Trim het systeem helemaal omlaag en druk op de knop "+" om de instelling op te slaan. TRIM FULL UP THEN PRESS PLUS BUTTON [DFLT] [SKIP] [SAVE] Trim het systeem helemaal omhoog en druk op de knop "+" om de instelling op te slaan. TRIM TO TRAILER POINT THEN PRESS PLUS BUTTON [DFLT] [SKIP] [SAVE] Trim het systeem naar het trailerpunt en druk op de knop "+" om de instelling op te slaan. SPEED OPTION [SKIP] [EDIT] Met dit gedeelte kunt u de volgende snelheidssensors configureren. Selecteer "EDIT" om de sensors te kalibreren. Selecteer "SKIP" om naar het scherm voor de dieptesensor te gaan. PITOT SENSOR 100 PSI TYPE [ NO ] [SAVE] [YES ] Selecteer het type pitot-transducer. U kunt 100 of 200 psi kiezen. (100 psi komt het meeste voor.) PITOT SENSOR MULTIPLIER = 1.00 [DOWN] [SAVE] [ UP ] Stel de pitotdruksensor bij om voor te hoge/lage waarden op het scherm te corrigeren. Druk op " " of "+" om de vermenigvuldigingsfactor voor de pitotsensor met "OMHOOG" of "OMLAAG" aan te passen. PADDLE SENSOR PULSEFACTOR = 3.0 [DOWN] [SAVE] [ UP ] Stel de schoepenwielfrequentie bij voor te hoge/lage waarden op de display. Druk op " " of "+" om de pulsfactor voor de schoepenwielsensor "DOWN" of "UP" aan te passen. TRANSITION SPEED TRANSITION = 30 MPH [DOWN] [SAVE] [ UP ] Stel de snelheid in waarbij de meter het schoepenwiel niet meer uitleest en de pitotsensor of het GPS gaat gebruiken om de vaarsnelheid te meten. Druk op " " of "+" om de snelheid waarbij de overgang plaatsvindt, "DOWN" of "UP" aan te passen. 20 nld

25 SC 1000 TOERENTELLER Toerentellerkalibratie Externe sensors DEPTH SENSOR OFFSET = 3 FEET [DOWN] [SAVE] [ UP ] Voor elektronisch configureren van een dieptecompensatie. Als u een negatief getal invoert, verkrijgt u een waterlijncompensatie. Met een positief getal verkrijgt u een kielcompensatie. Druk op " " of "+" om de compensatie van de dieptesensor "DOWN" of "UP" aan te passen. DEPTH ALARM LEVEL = 2.5 FEET [DOWN] [SAVE] [ UP ] Voer een dieptewaarde in. Wanneer de dieptetransducer die waarde of een lagere waarde afleest, weerklinkt het alarm Ondiep water. Druk op " " of "+" om het dieptealarmpeil "DOWN" of "UP" aan te passen. SPEED UNITS MPH [DOWN] [SAVE] [ UP ] Wijzigt de eenheden waarin de snelheid wordt weergegeven. U kunt kiezen uit: MPH (mijl per uur), KN (knopen) of KMH (kilometer per uur). DISPLAY UNITS ENGLISH [DOWN] [SAVE] [ UP ] Hiermee kunt u de eenheden van Engelse (standaard) in metrische veranderen en vice versa. Selecteer "DOWN" of "UP" om tussen Engelse of metrische eenheden heen en weer te schakelen. SIMULATOR MODE NO [ NO ] [SAVE] [ YES ] Activeert de simulatiemodus. (Alleen gebruikt voor demonstratiedoeleinden.) EXIT? [ NO ] [ YES ] [SCREENS] Druk op "MODE/SELECT" om af te sluiten. Druk op " " om niet af te sluiten maar de kalibratiefuncties opnieuw te doorlopen, of druk op "+" om het volledige menu "SCREENS" (Schermen) te doorlopen. SIMULATORMODUS NB: De simulatormodus kan alleen worden gebruikt als de meter niet op een motorinstallatie is aangesloten maar voor visuele weergavedoeleinden wordt gebruikt. Simulatormodus SIMULATOR MODE NO [ NO ] [SAVE] [ YES ] Activeert de simulatiemodus. (Alleen gebruikt voor demonstratiedoeleinden.) nld 21

26 Snelheidsmeterdisplayschermen SC 1000 SNELHEIDSMETER NB: Niet alle schermen zijn van toepassing, dit hangt af van het motormodel en de vaartuigopties. 1 5:30 PM F 70 AIR 60 F SEA 2 FUEL 1 E 90 GAL F FUEL 2 E 110GAL F 10 0 SPEED PORT TABS 0% 0% STBD 5 INST M/G AVG RESET Wanneer het contactslot naar de stand Aan gedraaid wordt, laat de snelheidsmeter het laatste scherm zien dat werd weergegeven voordat het contactslot naar de stand Uit gedraaid werd. Druk op "MODE/SELECT" om displayschermen te veranderen. Ga terug naar het vorige scherm door "MODE/SELECT" twee seconden ingedrukt te houden. NB: De waarden kunnen in Engelse (Amerikaanse) of metrische eenheden worden weergegeven. Zie Snelheidsmeterschermen. NB: De beschrijvingen volgen niet noodzakelijkerwijs de volgorde op de meter. De volgorde varieert afhankelijk van het motortype. 1. Klok - temperatuur: Klok, luchttemperatuur en watertemperatuur. De lucht- en watertemperatuursensors moeten zijn aangesloten om de waarden op het scherm te zien. 2. Fuel 1 (Brandstof 1): Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in brandstoftank 1 weer. 3. Fuel 2 (Brandstof 2): Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in brandstoftank 2 of het peil in de water/vuilwatertank (indien van toepassing) weer. Voor een OptiMax buitenboordmotor wordt op dit scherm automatisch de motorolietank weergegeven. 4. Tabs (Trimvinnen): Toont de stand van de trimvinnen aan stuur- en bakboord als percentage. 5. Brandstofverbruik: Toont het gemiddelde ("AVG") brandstofverbruik en het huidige ("INST") brandstofverbruik. De weergegeven getallen geven mijl per gallon ("M/G") of kilometer per liter ("KM/L") aan. Brandstofreset: Selecteer voor een reset het displayscherm en druk tegelijkertijd op de knoppen "MODE/SELECT" en " ". 22 nld

27 SC 1000 SNELHEIDSMETER NB: Niet alle schermen zijn van toepassing, dit hangt af van het motormodel en de vaartuigopties. 6 ESTIMATED RANGE 300 MILES 7 RESET TRIP 25 MILES MPH PITOT 0 SPEED 80 9 RESET FUEL USED 1.5 GAL COG MPH TO WAYPOINT GAL MI DIST STEERING ANGLE 52 PORT Geschatte actieradius: De geschatte actieradius is gebaseerd op de vaarsnelheid, het brandstofverbruik en de in de tank resterende brandstof. De weergegeven getallen geven een schatting van de afstand die u met de resterende brandstof nog kunt afleggen. Hiervoor is een snelheidsinvoer vereist (schoepenwiel, pitotdruk of GPS). 7. Trip: Geeft de totale afgelegde afstand weer sinds de laatste meterreset. Resetten: Selecteer voor een reset het displayscherm en druk tegelijkertijd op de knoppen "MODE/SELECT" en " ". 8. Snelheidsmeter: Geeft de vaarsnelheid in mijl per uur, kilometer per uur of zeemijlen per uur weer. De snelheidsmeter gebruikt het schoepenwiel voor de lage-snelheidsaflezingen maar schakelt over op de pitotdruksensor of het GPS (indien aangesloten) voor de hoge-snelheidsaflezingen. 9. Verbruikte brandstof: Geeft de sinds de laatste meterreset verbruikte hoeveelheid brandstof weer. Resetten: Druk voor een reset van het scherm voor brandstofverbruik tegelijkertijd op de knoppen "MODE/SELECT" en " ". 10. Grondkoers: Geeft de vaarrichting en de huidige vaarsnelheid via een GPS weer. 11. Tot routepunt: Geeft de hoeveelheid brandstof tot het routepunt en de afstand tot het routepunt weer. Er moet een GPS-unit met routepuntcapaciteit geïnstalleerd zijn om de afstand tot het routepunt weer te kunnen geven. 12. Stuurhoek: Toont de relatieve stand van het stuursysteem. Alleen verkrijgbaar op Mercury MerCruiser modellen. Er moet een stuurhoeksensor op de motor zijn geïnstalleerd. nld 23

28 SC 1000 SNELHEIDSMETER 13. Synchronisator motortoerental: Dubbele motorisering - Bewaakt het toerental van beide motoren RPM SYNCH PORT STBD 0 SPEED PORT TRIM SYNCH STBD Trimsynchronisator: Dubbele motorisering - Geeft de trimpositie van beide motoren weer. Maakt het eenvoudiger om beide trimniveaus gelijk te houden. Menu voor snelheidsmeterkalibratie Snelheidsregeling, verlichting, contrast en tijd MENU VOOR SNELHEIDSMETERKALIBRATIE 1. Houd de knoppen "MODE/SELECT" en "+" tegelijkertijd ongeveer twee seconden ingedrukt om het scherm "MENU" te openen. 2. Druk op "MODE/SELECT" voor "SKIP" (Overslaan) van de snelheidsregeling en om het kalibratiemenu te doorlopen. 3. Druk op "+" of " " om de instellingen te wijzigen. Kalibratiemenu [ NO ] SPEED CONTROL TROLL CONTROL? ENABLED [SAVE] [ YES ] Om de vaarsnelheid te kunnen gebruiken moet op de snelheidsmeter de functie Langzaam varen ingesteld zijn. Bij gebruik van de vaarsnelheid voor de functie langzaam varen zal het motortoerental variëren afhankelijk van de omstandigheden: wind, golfslag of stroming. 24 nld

29 SC 1000 SNELHEIDSMETER Kalibratiemenu LIGHT [DOWN] [SAVE] [ UP ] CONTRAST [DOWN] [SAVE] [ UP ] REMOTE LCD LIGHT? [ NO ] [SAVE] [YES ] REMOTE LCD CONTRAST? [ NO ] [SAVE] [YES ] SPLASH SCREEN MERCURY [SKIP] [ EDIT ] SPLASH SCREEN _MERCURY [DOWN] [NEXT] [ UP ] LOCAL LIGHT [DOWN] [SAVE] [ UP ] Regelt de helderheid van de meterverlichting. Regelt het contrast van de display. Regelt de verlichtingsniveaus op alle meters gelijktijdig vanaf deze meter. Als u "YES" selecteert, gelden de veranderingen voor het verlichtingsniveau op deze toerenteller tevens voor alle andere in het systeem aanwezige toerentellers. Het scherm moet op alle toerentellers op "YES" zijn ingesteld, anders zal de functie niet werken. Regelt vanaf deze meter tegelijkertijd het contrast van een andere systeemtoerenteller. Als u "YES" selecteert, gelden de veranderingen voor het contrastniveau op deze toerenteller tevens voor alle andere in het systeem aanwezige toerentellers. Het scherm moet op alle toerentellers op "YES" zijn ingesteld, anders zal de functie niet werken. U kunt de naam van het begroetingsscherm bewerken. Druk op "+" om de naam te bewerken of druk op "MODE/SELECT" om het bewerken van de naam van het begroetingsscherm over te slaan. De naam van het begroetingsscherm bevat negen posities voor tekens. Voor elke positie zijn 59 tekens (inclusief leeg) beschikbaar. Druk op de knop " " of "+" om het teken te veranderen. Druk op de knop "MODE/SELECT" om naar de volgende positie te gaan. U moet alle negen posities voor de naam van het begroetingsscherm geselecteerd hebben voordat u de begroetingsschermoptie kunt afsluiten. Hiermee kunt u de verlichting van het plaatselijke scherm regelen. MENU TIME [ SKIP ] [EDIT ] Stelt de tijd in. Selecteer "EDIT" (Bewerken) om de tijd in te stellen of "SKIP" (Overslaan) om naar het volgende scherm te gaan. nld 25

30 SC 1000 SNELHEIDSMETER Kalibratiemenu TIME FORMAT 12H - M, D, Y (DOWN) (SAVE) ( UP ) Toont de tijd als maand/dag/jaar in de 12-uursnotatie of als dag/ maand/jaar in de 24-uursnotatie. Selecteer "DOWN" of "UP" om de notatie te wijzigen. USE GPS TIME DISABLED ( NO ) ( SKIP ) ( YES ) Als er een GPS is geïnstalleerd en de GPS is ingeschakeld, geeft de snelheidsmeter de tijd weer die via de GPS wordt ontvangen. Dit is handig om de tijd automatisch te corrigeren als u naar een andere tijdzone gaat. UTC ZONE UTC CORRECTION = 0 H [DOWN] [SAVE] [ UP ] Als de GPS-tijd is ingeschakeld, kunt u de UTC-zonetijd met 13 H tot +13 H wijzigen. Druk op " " om "OMLAAG" of op "+" om "OMHOOG" te selecteren. HOUR 1:42 PM Past de uren aan uw plaatselijke tijd aan. Selecteer "DOWN" of (DOWN) (SAVE) ( UP ) "UP" om de uursinstelling te wijzigen. MINUTE 1:42 PM Past de minuten aan uw plaatselijke tijd aan. Selecteer "DOWN" (DOWN) (SAVE) ( UP ) of "UP" om de minuutinstelling te wijzigen. Snelheidsmeterschermen Deze kalibratie schakelt de displayschermen van het systeem in en uit. NB: Niet alle schermen zijn van toepassing, dit hangt af van het motormodel en de vaartuigopties. 1. Houd de knoppen "MODE/SELECT" en "+" tegelijkertijd ongeveer zeven seconden ingedrukt om het scherm "SCREENS" (Schermen) te openen. 2. Druk op de knop " " of "+" om de in vierkante haakjes [ ] op het scherm weergegeven optie te selecteren. 3. Druk op "MODE/SELECT" om de instelling op te slaan en de kalibratieselecties te doorlopen. SCHERMEN Snelheidsmeterdisplayschermen TO WAYPOINT SCREEN? YES ( NO ) ( SAVE ) ( YES ) Het scherm Tot routepunt wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". Om dit scherm te activeren moeten de GPSschermen ingeschakeld zijn. 26 nld

31 SC 1000 SNELHEIDSMETER Snelheidsmeterdisplayschermen WAYPOINT ALARM? YES ( NO ) ( SAVE ) ( YES ) Het alarm Routepunt wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". Om dit scherm te activeren moeten de GPSschermen ingeschakeld zijn. WAYPOINT ALARM DISTANCE = 0.3 MILES ( DOWN ) ( SAVE ) ( UP ) Stelt de afstand in vanaf het routepunt waarop het alarm wordt ingeschakeld. Druk op " " om de afstand te verkleinen of op "+" om de afstand te vergroten. De standaardinstelling voor de afstand is 0,3 mijl. STEERING ANG. SCREEN? YES [ NO ] [SAVE] [ YES ] De stuurhoek wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". TEMP/CLOCK SCREEN? YES [ NO ] [SAVE] [ YES ] Het gedeelde scherm met de luchttemperatuur en de tijd wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". FUEL USED SCREEN? ( NO ) (SAVE) ( YES ) Het scherm met het brandstofverbruik wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". TRIP SCREEN YES ( NO ) (SAVE) ( YES ) Het boottochtscherm wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". FUEL MGMNT SCREEN YES ( NO ) (SAVE) ( YES ) Het scherm voor brandstofbeheer wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". TABS SCREEN? YES ( NO ) (SAVE) ( YES ) Het tabbladenscherm wordt weergegeven "YES" of niet weergegeven "NO". nld 27

32 SC 1000 SNELHEIDSMETER Snelheidsmeterdisplayschermen SCREENS EXIT? [ NO ] [ YES ] [CAL ] Selecteer "NO" om de schermselectie opnieuw te doorlopen, "YES" om de schermen af te sluiten of "CAL" om de tankniveaus te kalibreren. Zie Kalibratie brandstofverbruik. KALIBRATIE BRANDSTOFVERBRUIK 1. Houd de knoppen "MODE/SELECT" en "+" tegelijkertijd ongeveer zeven seconden ingedrukt om het scherm "SCREENS" (Schermen) te openen. 2. Druk op "MODE/SELECT" om de schermselecties te doorlopen naar het afsluitscherm en druk op "+" om naar de kalibratiefunctie voor brandstofverbruik te gaan. Brandstofverbruik FUEL USED (SKIP) (EDIT) Selecteert hoe het brandstofverbruik gekalibreerd wordt. Druk op "+" om "EDIT" te selecteren of druk op "SELECT" om de optie voor kalibratie van het brandstofverbruik over te slaan. FUEL USED CAL : ENTER MULTIPLIER, OR REFUELED? [MULT] [FUEL] FUEL USED CAL : MULTIPLIER = 1.0 [DOWN] [SAVE] [ UP ] FUEL USED CAL : AMOUNT REFUELED = 0.0 G [DOWN] [SAVE] [ UP ] Selecteert hoe het brandstofgebruik wordt gekalibreerd: met een vermenigvuldigingsfactor of met bijtanken. Druk op " " om de vermenigvuldigingsfactor "MULT" te selecteren of op "+" om bijtanken "FUEL" te selecteren. Stelt de vermenigvuldigingsfactor in, van 0,50 tot 1,50. Druk op " " om "DOWN" te selecteren of "+" om "UP" te selecteren. De vermenigvuldigingsfactor wordt gebruikt voor fijnafstelling van de brandstofzender ter correctie van fouten i.v.m. het brandstofverbruik. Als de meter aangeeft dat er 10 liter brandstof is verbruikt maar er in werkelijkheid 14 liter is bijgetankt, verandert u de vermenigvuldigingsfactor in 1,40. Als de meter aangeeft dat er 10 liter brandstof is verbruikt maar er in werkelijkheid slechts 8 liter is bijgetankt, verandert u de vermenigvuldigingsfactor in 0,80. Past de kalibratie van het brandstofverbruik aan op basis van de hoeveelheid brandstof die is bijgetankt. Druk op " " om "DOWN" te selecteren of "+" om "UP" te selecteren. De brandstofoptie werkt net zoals de vermenigvuldigingsfactor. Als de meter aangeeft dat er 10 liter brandstof is verbruikt maar er in werkelijkheid 14 liter is bijgetankt, verandert u de hoeveelheid bijgetankte brandstof (amount refueled) in 14,0. Als de meter aangeeft dat er 10 liter brandstof is verbruikt maar er in werkelijkheid 8 liter is bijgetankt, verandert u de hoeveelheid toegevoegde brandstof (amount refueled) in 8,0 liter. De meter berekent de vermenigvuldigingsfactor en verandert de waarde in de optie "Multiplier" (Vermenigvuldigingsfactor) automatisch. KALIBRATIE EXTERNE SENSORS 1. Houd de knoppen "MODE/SELECT" en "+" tegelijkertijd ongeveer zeven seconden ingedrukt om het scherm "SCREENS" (Schermen) te openen. 2. Druk op "MODE/SELECT" om de selecties te doorlopen naar het afsluitscherm en druk op "+". 28 nld

33 SC 1000 SNELHEIDSMETER 3. Druk op "MODE/SELECT" om naar de kalibratiefunctie voor de externe sensors te gaan. Externe sensors EXTERNAL SENSORS (SKIP) (EDIT) Selecteert en kalibreert de externe sensors die in het systeem zijn geïnstalleerd. Selecteer "SKIP" (Overslaan) om naar de volgende keuzemogelijkheid te gaan. Selecteer "EDIT" om naar de keuze van een externe sensor te gaan. EXTERNAL SENSORS AIRTEMP? YES ( NO ) (SAVE) ( YES ) Is er een luchttemperatuursensor geïnstalleerd? Druk op " " om "NO" te selecteren of "+" om "YES" te selecteren. EXTERNAL SENSORS GPS? YES ( NO ) (SAVE) ( YES ) Is er een GPS-sensor geïnstalleerd? Druk op " " om "NO" te selecteren of "+" om "YES" te selecteren. EXTERNAL SENSORS USE GPS SPEED? YES ( NO ) (SAVE) ( YES ) Use the GPS input to drive the speed display? (GPS-invoer gebruiken voor de snelheidsdisplay?) Druk op " " om "NO" te selecteren of "+" om "YES" te selecteren. SEA TEMP OFFSET = 0 F (DOWN) (SAVE) ( UP ) Stel de zeewatertemperatuursensor bij om te hoge/lage waarden op het scherm te corrigeren. Druk op " " of "+" om de weergegeven temperatuur "DOWN" of "UP" aan te passen. WEERGEGEVEN EENHEDEN 1. Houd de knoppen "MODE/SELECT" en "+" tegelijkertijd ongeveer zeven seconden ingedrukt om het scherm "SCREENS" (Schermen) te openen. 2. Druk op "MODE/SELECT" om de selecties te doorlopen naar het afsluitscherm en druk op "+". 3. Druk op "MODE/SELECT" om naar de weergegeven eenheden te gaan. Weergegeven eenheden SPEED UNITS MPH [DOWN] [SAVE] [ UP ] Wijzigt de eenheden waarin de snelheid wordt weergegeven. U kunt kiezen uit: MPH (mijl per uur), KN (knopen) of KMH (kilometer per uur). nld 29

34 SC 1000 SNELHEIDSMETER Weergegeven eenheden DISPLAY UNITS ENGLISH [DOWN] [SAVE] [ UP ] Simulatormodus EXIT? [ NO ] [ YES ] [SCREENS] Hiermee kunt u de eenheden van Engels (standaard) in metrisch veranderen en vice versa. Selecteer "DOWN" of "UP" om tussen Engelse of metrische eenheden heen en weer te schakelen. Zie Simulatormodus. Selecteer "NO" om de kalibratiefuncties opnieuw te doorlopen, "YES" om af te sluiten of "SCREENS" (Schermen) om de schermselectie te doorlopen. SIMULATORMODUS NB: De simulatormodus kan alleen worden gebruikt als de meter niet op een motorinstallatie is aangesloten maar voor visuele weergavedoeleinden wordt gebruikt. Simulatormodus SIMULATOR MODE NO [ NO ] [SAVE] [ YES ] Activeert de simulatiemodus. (Alleen gebruikt voor demonstratiedoeleinden.) 30 nld

35 REGELING LANGZAAM VAREN Gebruik van de regeling voor langzaam varen NB: De regeling voor langzaam varen is alleen beschikbaar op de systeemtoerenteller en -snelheidsmeter RPM X SPEED 80 b c a d b e a f Troll Speed On 1000 ACT RPM 1500 SET RPM PUSH SELECT TO DISENGAGE Troll Speed On 10.5 ACT MPH 12.0 SET MPH PUSH SELECT TO DISENGAGE TR 10:35 F F 70 AIR 62SEA a - snelheid/toerental voor langzaam varen verhogen b - snelheid/toerental voor langzaam varen verlagen c - daadwerkelijk motortoerental d - ingesteld motortoerental e - daadwerkelijke vaarsnelheid f - ingestelde vaarsnelheid NB: De regeling voor langzaam varen is niet op alle motormodellen beschikbaar. NB: Het min/max-bereik van de regeling voor langzaam varen kan variëren afhankelijk van het motortype. U kunt de regeling voor langzaam varen instellen met de systeemtoerenteller of -snelheidsmeter. De snelheidsmeter stelt de vaarsnelheid in MPH, KPH of KN in en de toerenteller stelt het toerental in. U kunt de regeling voor langzaam varen op elk gewenst moment uitzetten door de gashendel te verstellen of in het scherm voor langzaam varen op de knop "MODE/SELECT" te drukken. Wanneer de regeling voor langzaam varen is uitgeschakeld, onthoudt het systeem de ingestelde snelheid/het ingestelde toerental. Wanneer de regeling voor langzaam varen wordt ingeschakeld, wordt de ingestelde vaarsnelheid of het ingestelde toerental weer hervat. Het displayscherm keert terug naar het vorige scherm als er vijf seconden lang geen activiteit is geweest. Druk op de knop "+" of " " om het displayscherm voor langzaam varen weer te activeren. Wanneer de regeling voor langzaam varen ingeschakeld is en u in een ander scherm bent, verschijnt er een knipperend signaal "TR" linksboven op het scherm om aan te geven dat de regeling voor langzaam varen nog steeds aan staat. nld 31

36 LANGZAAM VAREN INSTELLEN REGELING LANGZAAM VAREN RPM X SPEED 80 b TROLL SPEED ON OFF ACT SET RPM RPM PUSH SELECT TO DISENGAGE a b e TROLL SPEED ON OFF 2.5 MPH ACT SET MPH 3.0 PUSH SELECT TO DISENGAGE a f TROLL SPEED TOO FAST 4.5 ACT MPH 7.5 REDUCE TROLL SPEED SET MPH TROLL SPEED TOO SLOW SET 2.5 MPH ACT 3.0 MPH c d INCREASE TROLL SPEED a - ingesteld(e) snelheid/toerental voor langzaam varen verhogen b - ingesteld(e) snelheid/toerental voor langzaam varen verlagen c - instelling is te hoog: verlaag de snelheid/het toerental dat u voor langzaam varen hebt ingesteld d - instelling is te laag: verhoog de snelheid/het toerental dat u voor langzaam varen hebt ingesteld e - werkelijk(e) snelheid/toerental f - ingesteld(e) snelheid/toerental 1. Terwijl de motor loopt, schakelt u de motor. Stel het motortoerental in op stationair. 2. Druk op de knop "+" of " " om het displayscherm voor de regeling voor langzaam varen te openen. 3. Druk op "MODE/SELECT" om de regeling voor langzaam varen in te schakelen. 4. Gebruik de knoppen "+" en " " om de gewenste snelheid of het gewenste toerental in te stellen. Gebruik "+" om het toerental of de snelheid te verhogen en gebruik " " om de snelheid/het toerental te verlagen. 5. Als u de regeling voor langzaam varen op een hogere snelheid of een hoger toerental hebt ingesteld dan de regeling voor langzaam varen kan aanhouden, verschijnt het bericht TROLL SPEED TOO FAST (LANGZAME SNELHEID TE HOOG). Verlaag de ingestelde snelheid/het ingestelde toerental voor langzaam varen. 6. Als u de regeling voor langzaam varen op een lagere snelheid of een lager toerental hebt ingesteld dan de regeling voor langzaam varen kan aanhouden, verschijnt het bericht TROLL SPEED TOO SLOW (LANGZAME SNELHEID TE LAAG). Verhoog de ingestelde snelheid/het ingestelde toerental voor langzaam varen. REGELING VOOR LANGZAAM VAREN UITSCHAKELEN Er zijn drie manieren om de regeling voor langzaam varen uit te schakelen: Druk op de knop "MODE/SELECT" in het displayscherm voor de regeling voor langzaam varen. 32 nld

37 REGELING LANGZAAM VAREN Breng de gashendel naar een andere snelheid. Schakel de motor naar neutraal. nld 33

38 Gebruik van cruise control SMART TOW (SLEEPFUNCTIE) NB: De functie voor cruise control is uitsluitend beschikbaar op DTS-motoren vanaf modeljaar SPEED 80 a - ingesteld toerental voor cruise control verhogen b - ingesteld toerental voor cruise control verlagen c - ingesteld motortoerental voor cruise control b a c SMART TOW ON 1000 CRUISE RPM SET LAUNCH + / - TO DISENGAGE NB: Het min/max-bereik voor de cruise control kan variëren, afhankelijk van het motormodel. Er zijn twee modi voor cruise control: "RPM MODE" (Toerentalmodus) en "SPEED MODE" (Snelheidsmodus). U kunt cruise control op "RPM MODE" instellen met de Smart Tow toerenteller of de Smart Tow snelheidsmeter. De acceleratieregeling neemt de besturingsmodus over die hier is geselecteerd. Houd de knop "SELECT" ongeveer drie seconden ingedrukt om heen en weer te schakelen tussen "SPEED MODE" en "RPM MODE". BELANGRIJK: Alleen op de Smart Tow snelheidsmeter kunt u heen en weer schakelen tussen de "RPM MODE" en "SPEED MODE" voor cruise control. Op de Smart Tow toerenteller kunt u alleen van de "SPEED MODE" overschakelen op de "RPM MODE". U kunt cruise control op elk gewenst moment uitschakelen door gelijktijdig op "+" en " " te drukken. Als cruise control is ingeschakeld en de gashendel wordt versteld tot onder het voor cruise control ingestelde motortoerental of de dito vaarsnelheid, neemt het motortoerental volgens de verstelling van de gashendel af. Als de gashendel tot voorbij de ingestelde waarde voor cruise control wordt versteld, regelt de cruise control het motortoerental actief om de ingestelde cruise control-snelheid te verkrijgen. Wanneer cruise control wordt uitgeschakeld, wordt de ingestelde vaarsnelheid onthouden. Die vaarsnelheid wordt weer hervat wanneer cruise control wordt ingeschakeld en de gashendel tot voorbij de ingestelde snelheid voor cruise control wordt versteld. Druk twee keer op "SELECT" om het scherm voor cruise control af te sluiten. 34 nld

39 SMART TOW (SLEEPFUNCTIE) HET SYSTEEM AAN- OF UITZETTEN c SMART TOW ON 1000 CRUISE RPM SET LAUNCH + / - TO DISENGAGE d 10 0 SPEED SMART TOW OFF 1000 CRUISE RPM SET LAUNCH + / - TO DISENGAGE b a a - ingesteld toerental voor cruise control verhogen b - ingesteld toerental voor cruise control verlagen c - ingesteld motortoerental voor cruise control d - cruise control uit CRUISE CONTROL INSTELLEN Om het toerental voor cruise control in te stellen: 1. Druk op "+" of " " om het displayscherm voor cruise control te openen. 2. Stel het gewenste toerental voor cruise control in. Als de gashendel op volgas staat, is het ingestelde toerental het maximale toerental. 3. Druk gelijktijdig op de knoppen "+" en " " om cruise control in te schakelen. NB: Cruise control moet ingeschakeld zijn om op beide meters de actieve instelling voor cruise control te kunnen zien. CRUISE CONTROL UITSCHAKELEN Druk gelijktijdig op de knoppen "+" en " " om cruise control uit te schakelen. Precisie snelheidsregeling kalibreren (optioneel) De Smart Tow met GPS snelheidsmeter kan de vaarsnelheid binnen 0,8 km/h (0,5 MPH) van de instelling voor cruise control houden. Het is niet verplicht om deze inleeroefening te voltooien om de snelheidsregeling te gebruiken: deze kalibreert zichzelf tijdens normaal gebruik. nld 35

40 SMART TOW (SLEEPFUNCTIE) PRECISIE SNELHEIDSREGELING KALIBREREN NB: De functie voor cruise control is uitsluitend beschikbaar op DTS-motoren vanaf modeljaar SPEED 80 a - ingestelde vaarsnelheid voor cruise control verhogen b - ingestelde vaarsnelheid voor cruise control verlagen c - ingestelde vaarsnelheid voor cruise control b a c SMART TOW ON 10 CRUISE MPH LAUNCH + / - TO DISENGAGE Er zijn twee modi voor cruise control: "RPM MODE" (Toerentalmodus) en "SPEED MODE" (Snelheidsmodus). Stel cruise control in op "SPEED MODE" met de Smart Tow snelheidsmeter. De acceleratieregeling neemt de besturingsmodus over die hier is geselecteerd. Houd de knop "SELECT" ongeveer drie seconden ingedrukt om heen en weer te schakelen tussen "SPEED MODE" en "RPM MODE". BELANGRIJK: Alleen op de Smart Tow snelheidsmeter kunt u heen en weer schakelen tussen de "RPM MODE" en "SPEED MODE" voor cruise control. Op de Smart Tow toerenteller kunt u alleen van de "SPEED MODE" overschakelen op de "RPM MODE". CRUISE CONTROL INSCHAKELEN 1. Druk op "+" of " " om het displayscherm voor cruise control te openen. 2. Stel de vaarsnelheid in op 10 MPH. 3. Druk gelijktijdig op de knoppen "+" en " " om cruise control in te schakelen. Als de gashendel op volgas staat, neemt het ingestelde motortoerental toe totdat de ingestelde vaarsnelheid is bereikt. 4. Verhoog de vaarsnelheid met 1 MPH nadat u 20 seconden lang met 10 MPH hebt gevaren. 5. Verhoog de vaarsnelheid met 1 MPH nadat u 20 seconden lang met 11 MPH hebt gevaren. 6. Ga verder met dit stapsgewijs verhogen van de vaarsnelheid totdat het vaartuig de maximale vaarsnelheid heeft bereikt. CRUISE CONTROL UITSCHAKELEN Druk gelijktijdig op de knoppen "+" en " " om cruise control uit te schakelen. Wanneer cruise control wordt uitgeschakeld, wordt de ingestelde vaarsnelheid onthouden. Die vaarsnelheid wordt weer hervat wanneer cruise control wordt ingeschakeld en de gashendel tot voorbij de ingestelde snelheid voor cruise control wordt versteld. Druk twee keer op "SELECT" om het scherm voor cruise control af te sluiten. BELANGRIJK: Door het verrichten van een Master Reset worden alle kalibraties teruggesteld op de standaard fabriekswaarden. 36 nld

41 SMART TOW (SLEEPFUNCTIE) Gebruik van de acceleratieregeling NB: De functie voor acceleratieregeling is uitsluitend beschikbaar op DTS-motoren vanaf modeljaar SPEED 80 a - instelling voor acceleratieregeling verhogen b - instelling voor acceleratieregeling verlagen c - ingesteld motortoerental voor cruise control d - instelling acceleratieregeling b c SMART TOW ON WERKING RPM SET LAUNCH + / - TO DISENGAGE De acceleratieregeling bepaalt hoe snel de motor tot een ingestelde kruissnelheid accelereert. a d nld 37

42 SMART TOW (SLEEPFUNCTIE) U kunt de acceleratieregeling instellen met de Smart Tow toerenteller of de Smart Tow snelheidsmeter. De instellingen zijn 1, 2, 3, 4 en 5, waarbij 1 de meest geleidelijke acceleratie is en 5 de meest felle. Druk eenmaal op "SELECT" om de instelling voor de acceleratieregeling te markeren. Druk op "+" om de instelling voor de acceleratieregeling te verhogen of op " " om de instelling voor de acceleratieregeling te verlagen. Dit kan zowel in de "RPM MODE" (Toerentalmodus) als in de "SPEED MODE" (Snelheidsmodus) worden gedaan. De instelling voor de acceleratieregeling blijft behouden totdat u hem wijzigt Als cruise control is ingeschakeld en er geen numerieke instellingen voor acceleratieregeling zijn geselecteerd (er wordt "CRUISE" weergegeven), wordt de acceleratie geregeld via de PCM tot op het ingestelde toerentalpunt. Het displayscherm keert terug naar het scherm "RPM SET" als er vijf seconden lang geen activiteit is. Druk op de knop "SELECT" om het displayscherm voor de acceleratieregeling te markeren. ACCELERATIEREGELING INSTELLEN Er zijn twee modi voor de acceleratieregeling: "RPM MODE" (Toerentalmodus) en "SPEED MODE" (Snelheidsmodus). Stel de acceleratieregeling in op "SPEED MODE" met de Smart Tow snelheidsmeter. De acceleratieregeling neemt de besturingsmodus over die hier is geselecteerd. Houd de knop "SELECT" ongeveer drie seconden ingedrukt om heen en weer te schakelen tussen "SPEED MODE" (Snelheidsmodus) en "RPM MODE" (Toerentalmodus). BELANGRIJK: Alleen op de Smart Tow snelheidsmeter kunt u heen en weer schakelen tussen de "RPM MODE" en "SPEED MODE" voor cruise control. Op de Smart Tow toerenteller kunt u alleen van de "SPEED MODE" overschakelen op de "RPM MODE". 1. Druk op "+" of " " om het displayscherm voor cruise control te openen. 2. Druk op de knop "SELECT" om "SET LAUNCH" (Acceleratie instellen) te markeren. 3. Druk op "+" om de instelling te verhogen of druk op " " om de instelling te verlagen. 4. De acceleratieregeling wordt automatisch samen met de cruise control ingeschakeld. Als de cruise control is ingeschakeld en er geen numerieke of aangepaste instellingen voor acceleratieregeling zijn geselecteerd (er wordt "CRUISE" weergegeven), wordt de acceleratie geregeld via de gasbediening tot op het ingestelde toerentalpunt. Het displayscherm keert terug naar het scherm "RPM SET" als er vijf seconden lang geen activiteit is. Druk op de knop "SELECT" om "SET LAUNCH" (Acceleratie instellen) te markeren. 38 nld

43 SMART TOW (SLEEPFUNCTIE) ACCELERATIEREGELING UITSCHAKELEN De acceleratieregeling wordt uitgeschakeld samen met het uitschakelen van cruise control. Aangepaste acceleratie-instelling maken Na instelling 5 voor de acceleratieregeling zijn er nog acht aangepaste acceleratie-instellingen mogelijk. De naam van elke aangepaste acceleratie-instelling kan maximaal zeven lettertekens bevatten om de aangepaste acceleratie-instelling te identificeren. De aangepaste acceleratie-instelling kan zowel op toerental als op vaarsnelheid gebaseerd zijn. Om de functie op basis van vaarsnelheid te gebruiken, moet het GPS via een aansluitkast verbonden zijn met een SmartCraft-meter. NB: Als het Smart Tow instelpunt wordt gewijzigd terwijl de aangepaste acceleratie-instelling wordt gebruikt, wordt het instelpunt automatisch voor die gebruiker opgeslagen. 1. Druk op de knop "SELECT" om "SET LAUNCH" (Acceleratie instellen) te markeren. 2. Stel de instelling voor de acceleratie-regeling hoger in dan nummer 5. Na nummer 5 wordt de instelling "NEW USER" voor de acceleratie-regeling geactiveerd. 3. Houd de knop "SELECT" ongeveer drie seconden ingedrukt om de aangepaste acceleratie-instelling te bewerken SPEED a - instelling voor acceleratieregeling verhogen b - instelling voor acceleratieregeling verlagen c - ingesteld motortoerental voor cruise control d - knop "SELECT" e - instelling acceleratieregeling b a c SMART TOW ON 35.5 NEW USER RPM SET LAUNCH + / - TO DISENGAGE d e Aangepaste acceleratie-instellingen NAME RPM SET MPH SET [DOWN] AAAAAAA [EDIT] Druk op de knop "SELECT" om de naam te bewerken. nld 39

2015 Mercury Marine. SC 1000 toerenteller/snelheidsmeter

2015 Mercury Marine. SC 1000 toerenteller/snelheidsmeter 2015 Mercury Marine SC 1000 toerenteller/snelheidsmeter 8M0107714 315 nld nld Productoverzicht Werking en functies... 1 Alarmwaarschuwingen met tekstbeschrijving... 2 Alarmwaarschuwingen met universele

Nadere informatie

2008 Mercury Marine Systeemtoerenteller, snelheidsmeter, Smart Tow met GPS *898283B* B

2008 Mercury Marine Systeemtoerenteller, snelheidsmeter, Smart Tow met GPS *898283B* B 28 Mercury Marine Systeemtoerenteller, snelheidsmeter, Smart Tow met GPS *898283B* 9-898283B 87 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 - Systeemtoerenteller en -snelheidsmeter Werking en functies...2 Functie automatische

Nadere informatie

2012 Mercury Marine Systeemtoerenteller en -snelheidsmeters 90-8M nld i

2012 Mercury Marine Systeemtoerenteller en -snelheidsmeters 90-8M nld i nld i 2012 Mercury Marine Systeemtoerenteller en -snelheidsmeters 90-8M0061631 411 ii nld Productoverzicht Productidentificatie van systeemtoerenteller en snelheidsmeters... 1 Systeemtoerenteller en snelheidsmeter

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding IN DEZE HANDLEIDING VINDT U DE VOOR UW BOOT VERKRIJGBARE SMARTCRAFT METERSYSTEMEN 2003, Mercury Marine 90-10229B23 203 0 PRODUCTIDENTIFICATIE Voor boten met SmartCraft metersystemen

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding IN DEZE HANDLEIDING VINDT U DE VOOR UW BOOT VERKRIJGBARE SMARTCRAFT METERS 2003, Mercury Marine 90-10229B23 203 0 PRODUCTIDENTIFICATIE Voor boten met SmartCraft meters kunt u naar

Nadere informatie

2013 Mercury Marine MercMonitor 90-8M nld i

2013 Mercury Marine MercMonitor 90-8M nld i nld i 2013 Mercury Marine MercMonitor 90-8M0086704 813 ii nld Algemene informatie Werking en functies... 1 Beschrijving van MercMonitor Gatewaymodellen... 2 Beschrijving van de protocolaanvaarding voor

Nadere informatie

2012 Mercury Marine MercMonitor versie M nld i

2012 Mercury Marine MercMonitor versie M nld i nld i 2012 Mercury Marine MercMonitor versie 6.0 90-8M0070686 411 ii nld Algemene informatie Werking en functies... 1 Beschrijving van MercMonitor Gatewaymodellen... 2 Beschrijving van de protocolaanvaarding

Nadere informatie

2015 Mercury Marine. MercMonitor

2015 Mercury Marine. MercMonitor 2015 Mercury Marine MercMonitor 8M0108799 415 nld nld Algemene informatie Werking en functies... 1 Beschrijving van MercMonitor Gatewaymodellen... 2 Beschrijving van de protocolaanvaarding voor MercMonitor

Nadere informatie

2010 Mercury Marine SmartCraft Monitor 5.0v 90-8M B 1109

2010 Mercury Marine SmartCraft Monitor 5.0v 90-8M B 1109 i 2010 Mercury Marine SmartCraft Monitor 5.0v 90-8M0053681B 1109 ii INHOUDSOPGAVE Algemene informatie Beschrijving van MercMonitor Gatewaymodellen...1 Beschrijving van de protocolaanvaarding voor MercMonitor

Nadere informatie

KMS CAN display Onderdeel nr:

KMS CAN display Onderdeel nr: KMS CAN display Onderdeel nr: 01-01-01-0009 Versie 1.03 1 Dit document bevat gedetailleerde informatieve over de KMS CAN display. Overige informatie, handleidingen, kabelboom schema s en software kan worden

Nadere informatie

VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND

VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND 1 Automaat componenten, 1. LCD scherm: voor tijd, programma aanduiding en algemene informatie. 2. +/On & -/Off knoppen: Om programma gegevens zichtbaar te maken. 3.

Nadere informatie

DTS. SC5000 System View. Versie 1.XX Bedieningshandleiding

DTS. SC5000 System View. Versie 1.XX Bedieningshandleiding DTS SC5000 System View Versie 1.XX Bedieningshandleiding 2002 Mercury Marine 90-888937B JUNI 2002 INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Om te beginnen System View opstarten Displayschermen Kalibratie

Nadere informatie

SC5000 System View. Versie 3.XX Gebruikshandleiding

SC5000 System View. Versie 3.XX Gebruikshandleiding SC5000 System View Versie 3.XX Gebruikshandleiding 2003 Mercury Marine 90-892133B JULI 2003 INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Om te beginnen System View opstarten Displayschermen Hoofdstuk 3 Voortstuwing

Nadere informatie

BIZOBIKE Display handleiding E-Motion

BIZOBIKE Display handleiding E-Motion BIZOBIKE Display handleiding E-Motion Inhoudsopgave Materiaal & kleur 1 Functies 1 Interface 1 Installatie 1 Powerknop 1 Wandel assistent 2 Achtergrond verlichting 2 Batterij capaciteit 2 Afstand & trip

Nadere informatie

SC5000 System View. Versie 3.42 en hoger Bedieningshandleiding

SC5000 System View. Versie 3.42 en hoger Bedieningshandleiding SC5000 System View Versie 3.42 en hoger Bedieningshandleiding 2004 Mercury Marine INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Om te beginnen System View opstarten Displayschermen Hoofdstuk 3 Voorstuwing Informatie

Nadere informatie

i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010

i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010 i7 0 Verkorte gebruikershandleiding Dutch Document number: 86141-1 Date: 11-2010 DUTCH Document number: 86141-1 Date: 11-2010 Instrumentbesturingen Besturen van indeling en functies. Het instrument inschakelen

Nadere informatie

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING INDEX KENMERKEN 3 AFMETINGEN 3 AANSLUIT SCHEMA 4 GEBRUIK 5 NOTITIES 6 ALARMEN EN STILALARM 7 MENU OVERZICHT 7 SET-UP EN PROGRAMMERING

Nadere informatie

6 DISPLAYS EN INSTELLINGEN

6 DISPLAYS EN INSTELLINGEN 6 DISPLAYS INSTELLING 6.1 Indicaties op het scherm 1 2 3 4 5 6 7 Indicatie ondersteuningsniveau: Geeft het huidige niveau weer van niveau 1 tot niveau 5, indien geen nummer wordt weergegeven betekent het

Nadere informatie

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product!

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product! Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet Beste Gebruiker, Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product! Neemt u a.u.b. deze handleiding zorgvuldig

Nadere informatie

Dit apparaat is een programmeerbare magnetische fiets. Het apparaat bestaat uit drie delen: de motor & controller en het magnetische remsysteem.

Dit apparaat is een programmeerbare magnetische fiets. Het apparaat bestaat uit drie delen: de motor & controller en het magnetische remsysteem. Computerhandleiding Proteus PEC 4250/4255/4350/4355 Dit apparaat is een programmeerbare magnetische fiets. Het apparaat bestaat uit drie delen: de motor & controller en het magnetische remsysteem. Opstarten

Nadere informatie

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds Bedieningspaneel Dit hoofdstuk bechrijft de het bedieningspaneel en de funktie van de LEDS. Note: de labels van de knoppen en de leds kunnen iets afwijken van de tekst echter de funkties blijven hetzelfde

Nadere informatie

Computerhandleiding Proteus PEC-7588

Computerhandleiding Proteus PEC-7588 Computerhandleiding Proteus PEC-7588 De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: De monitor Knopfuncties Werkingsinstructies Zaken die u dient te weten alvorens te trainen De monitor Er

Nadere informatie

WWW.TECHGROW.NL. TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

WWW.TECHGROW.NL. TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00 WWW.TECHGROW.NL TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER software versie: 1.00 HANDLEIDING TechGrow HS-1 handleiding GEFELICITEERD! U heeft de TechGrow HS-1 Portable CO 2 Meter aangeschaft. De HS-1 CO 2 Meter

Nadere informatie

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER Infiniti ST-950 Computerhandleiding Hoofdscherm Staafgrafiek Programma profielen Start/Stop knop SELECT knoppen RESET knop om gegevens te wissen RECOVERY knop om de recovery functie te activeren ENTER

Nadere informatie

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00. Uitgifte datum: 01-11-2014

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00. Uitgifte datum: 01-11-2014 WWW.TECHGROW.NL TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER software versie: 1.00 Uitgifte datum: 01-11-2014 HANDLEIDING TechGrow HS-1 handleiding GEFELICITEERD! U heeft de TechGrow HS-1 Portable CO 2 meter aangeschaft.

Nadere informatie

Handleiding. Bijlage LCD Display. +32 (0)

Handleiding. Bijlage LCD Display. +32 (0) Handleiding Bijlage LCD Display +32 (0) 485 68 25 62 info@turbobike.be www.turbobike.be LCD-Display handleiding Functies 01 Omhoog knop 06 Tijd indicator 02 Aan/uit knop 07 Wandel-assistentie 03 Omlaag

Nadere informatie

Computer Instructies voor de SM-5062

Computer Instructies voor de SM-5062 Hoofdscherm Staafgrafiek Recovery Knop om de Recovery functie te activeren Programma Profielen Select Knoppen Enter Knop om keuzes te bevestigen Reset Knop om gegevens te wissen Start/Stop Knop Computer

Nadere informatie

Computerhandleiding SportsArt C51r

Computerhandleiding SportsArt C51r -1- Het computerscherm 1. HET MATRIX-SCHERM: Geeft het programma profiel en informatie weer 2. LINKER INFORMATIE SCHERM: Geeft de TIME (tijd), RESISTANCE LEVEL (weerstandsniveau), WATTS (wattage) en HEART

Nadere informatie

Korte introductie van de Vogue E-bike. 1 Motor 2 Display 3 Accu 4 Controller 5 Pedaal sensor. Aan/uit knop

Korte introductie van de Vogue E-bike. 1 Motor 2 Display 3 Accu 4 Controller 5 Pedaal sensor. Aan/uit knop Korte introductie van de Vogue E-bike 1 Motor 2 Display 3 Accu 4 Controller 5 Pedaal sensor Aan/uit knop Om het display aan of uit te schakelen houdt u de aan/uit knop voor 2 seconden lang ingehouden.

Nadere informatie

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Wordt gebruikt om unit te starten en te stoppen. Let Op!!: Bij alleen koeling units is warmte mode niet

Nadere informatie

Uitleg gebruik Cortina Diagnostic Software. Ecomo 36V

Uitleg gebruik Cortina Diagnostic Software. Ecomo 36V Uitleg gebruik Cortina Diagnostic Software Ecomo 36V UITLEG GEBRUIK CDS Open de Cortina Diagnostic Software Sluit de fiets aan Klik op Connect Zorg ervoor dat de fiets aanstaat. SYSTEM OVERVIEW 1 2 3 4

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LCD DISPLAY INTELLIGENT 800S... 2

INHOUDSOPGAVE LCD DISPLAY INTELLIGENT 800S... 2 E-BIKE HANDLEIDING INHOUDSOPGAVE LCD DISPLAY INTELLIGENT 800S... 2 LCD DISPLAY KEY-DISP KD21C... 5 LCD DISPLAY INTELLIGENT... 8 LCD DISPLAY BAFANG C07.UART... 10 LCD DISPLAY BAFANG (MODUS) DP C10.UART...

Nadere informatie

GMI 10. verkorte handleiding

GMI 10. verkorte handleiding GMI 10 verkorte handleiding Inleiding Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Met de GMI 10 kunt u snel

Nadere informatie

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding NETVOEDING/BATTERIJEN De psense-ii gebruikt vier oplaadbare penlite (AA) batterijen. Om de batterijen te plaatsen of te vervangen moet je met een schroevendraaier

Nadere informatie

Handleiding Remote control thermostaat

Handleiding Remote control thermostaat Handleiding Remote control thermostaat De programmeerbare intelligente Remote Control thermostaat, is inclusief een eenvoudig bedienbare afstandsbediening maar kan ook bediend worden zonder deze afstandsbediening.

Nadere informatie

Handleiding Approach S1

Handleiding Approach S1 Handleiding Approach S1 Introductie Waarschuwing Raadpleeg de belangrijke veiligheid- en productinformatie brochure in de doos voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Wanneer het toestel

Nadere informatie

1. INCLINE: Gebruik de INCLINE knoppen om het loopvlak te verhogen of te verlagen. De helling is instelbaar van 0% tot 12%.

1. INCLINE: Gebruik de INCLINE knoppen om het loopvlak te verhogen of te verlagen. De helling is instelbaar van 0% tot 12%. SportsArt 1288 HR Gebruiksaanwijzing computergedeelte A. KNOPFUNCTIES: 1. INCLINE: Gebruik de INCLINE knoppen om het loopvlak te verhogen of te verlagen. De helling is instelbaar van 0% tot 12%. 2. SPEED:

Nadere informatie

7 Serie. The Future Starts Now. Digitale thermometers Temp7. Temp7 PT100. Temp7 NTC. Temp7 K/T

7 Serie. The Future Starts Now. Digitale thermometers Temp7. Temp7 PT100. Temp7 NTC. Temp7 K/T 7 Serie Digitale thermometers Temp7 Temp7 PT100 Temp7 NTC Temp7 K/T Voor Pt100 RTD elektrodes 0,1 C van -99,9 tot +199,9 C / 1 C van -200 tot +999 C Voor NTC 30K elektrodes 0,1 C van -50,0 tot +150,0 C

Nadere informatie

Infiniti ST-790 Computerhandleiding Introductie

Infiniti ST-790 Computerhandleiding Introductie Infiniti ST-790 Computerhandleiding Introductie Uw trainingsapparaat bevat een programmeerbare computer om uw vooruitgang weer te geven en u te helpen motiveren bij het bereiken van uw fitness doelen.

Nadere informatie

R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS

R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS LCD Display Liquid Crystal Display SPM Weergave Functie Identificatie 1. STOP Display = STOP status 2. Manueel Display = 1~16 Weerstand levels 3. Program Display = P1~P12 4.

Nadere informatie

Fluid Ergometer Computer V.8012

Fluid Ergometer Computer V.8012 Fluid Ergometer Computer V.8012 2 INDEX 3. Meeteenheden Computer 4. Programma's. Snelle Start. 5. Programma's. Pacer. 6. Programma's. Interval 7. Instellen en opslaan van trainingsparameters. 8. Computeropties.

Nadere informatie

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut.

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut. Proteus PEC-4850 Computerhandleiding Standaard trainingsstappen Stap 1: Stap 2: Stap 3: U kunt de rechterknop naar rechts of naar links draaien om een programma te selecteren; variërend van MANUAL, PROGRAM

Nadere informatie

9120 Kallo www.sonarcom.be +32 474 727 135. Lowrance X4. Handleiding draadloze dieptemeter

9120 Kallo www.sonarcom.be +32 474 727 135. Lowrance X4. Handleiding draadloze dieptemeter Sint Ignatiusstraat 134 info@sonarcom.be 9120 Kallo www.sonarcom.be +32 474 727 135 Lowrance X4 Handleiding draadloze dieptemeter TOETSEN Een geluid weerklinkt als je op een toets drukt. Hierdoor weet

Nadere informatie

CC400 Gebruikershandleiding

CC400 Gebruikershandleiding CC400 Gebruikershandleiding Ft. Atkinson, Wisconsin USA Panningen, Nederland www.digi-star.com D3674-NL Rev C Mei 2011 Cab Control 400 Gebruikershandleiding Inhoudsopgave In gebruik nemen... 1 Installatie

Nadere informatie

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D 9 5222 AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus 2117 5202 AE s-hertogenbosch Nederland

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D 9 5222 AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus 2117 5202 AE s-hertogenbosch Nederland HANDLEIDING VOOR DE DEALER DIGITAAL BEDIENINGSPANEEL JUMBO-SERIE 0,6 0,4 VACUUM 0,8-1 0 0,2 SEAL HENKELMAN BV Adres Veemarktkade 8 / D 9 5222 AE s-hertogenbosch Nederland Postadres Postbus 2117 5202 AE

Nadere informatie

Bovenstaande computer is ontworpen voor elliptical trainers en wordt geïntroduceerd met de volgende functies:

Bovenstaande computer is ontworpen voor elliptical trainers en wordt geïntroduceerd met de volgende functies: Infiniti ST-890 Computerhandleiding Bovenstaande computer is ontworpen voor elliptical trainers en wordt geïntroduceerd met de volgende functies: Knopfuncties Schermen Werkingsreikwijdten Wat u zou moeten

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing R-88 Gebruiksaanwijzing Infiniti R-88 Roeitrainer -1-

Gebruiksaanwijzing R-88 Gebruiksaanwijzing Infiniti R-88 Roeitrainer -1- Gebruiksaanwijzing Infiniti R-88 Roeitrainer -1- Het opstarten van de computer De computer werkt met behulp van batterijen. Plaats de batterijen in het batterijencompartiment dat aan de voorzijde van de

Nadere informatie

Introductie. Werking van RallySafe Unit. 1 De unit aanzetten

Introductie. Werking van RallySafe Unit. 1 De unit aanzetten Werking van RallySafe Unit Introductie Rallysafe units zijn ontworpen om de veiligheid van deelnemers te vergroten door middel van 'live' de status waarin de auto's zich bevinden - en veiligheid meldingen

Nadere informatie

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display 1 Product en type naam 1.1 Intelligent LCD Display 1.2 Model: APT12LCD800S 2 Elektrische Parameters 24V/36V/48V batterij ondersteuning Rated operating

Nadere informatie

Programmeerbare plug-in thermostaat HT-600

Programmeerbare plug-in thermostaat HT-600 Deze plug-in thermostaat is bestemd voor gebruik in elektrische verwarmingselementen en soortgelijke apparatuur. Knop Functie Stroom aan/uit Temp. omhoog of temp. instellen Temp. omlaag of temp. instellen

Nadere informatie

ELLIPTICAL X-16 CONSOLE GUIDE

ELLIPTICAL X-16 CONSOLE GUIDE A C E B D F I K M H J L G N COMPUTERFUNCTIES A Cardio B Calorie Burn (Calorieverbranding) C Manual (Handmatig) D Gradient (Helling) E Stoppen KNOPFUNCTIES Cardio Hiermee start u het cardioprogramma. E

Nadere informatie

Bedieningspaneel. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index

Bedieningspaneel. Afdrukken. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Index Dit gedeelte van de handleiding bevat informatie over het bedieningspaneel, het wijzigen van printerinstellingen en over de menu's van het bedieningspaneel. U kunt de meeste printerinstellingen wijzigen

Nadere informatie

Computerhandleiding Kroon 088

Computerhandleiding Kroon 088 Computerhandleiding Kroon 088 A= Veiligheidssleutel B= Snelheid omlaag C= Start knop D= LCD scherm E= Incline up / down knop F= Stop / Enter knop G= Snelheid omhoog Knoppen START Druk op de START knop

Nadere informatie

Volkswagen Marine. Scheepsmotoren. Extra bedieningshandleiding Multi-functie-indicatie. SDI en TDI. 2002 Volkswagen Marine

Volkswagen Marine. Scheepsmotoren. Extra bedieningshandleiding Multi-functie-indicatie. SDI en TDI. 2002 Volkswagen Marine Titel_MFA_1004_32_2.qxd 26.10.2004 12:33 Uhr Seite 1 Extra bedieningshandleiding Multi-functie-indicatie Volkswagen Marine Scheepsmotoren SDI en TDI 2002 Volkswagen Marine De teksten, afbeeldingen en normen

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Cameo V6

Gebruiksaanwijzing. Cameo V6 Gebruiksaanwijzing Cameo V6 Knopfuncties UP / DOWN 1. In het standaardmenu kunt u op de UP/DOWN knop drukken om een programma te selecteren uit MANUAL, P1-P12, FAT (ingebouwde vetmeter), THR (Target Heart

Nadere informatie

Beknopte handleiding SQ Vieuw software

Beknopte handleiding SQ Vieuw software Beknopte handleiding SQ Vieuw software Het startscherm met de verschillende opties: - Logger Set-up : het programmeren van de datalogger naar een gewenste configuratie - Download Data: het halen van data

Nadere informatie

nl BeknOpte handleiding

nl BeknOpte handleiding Beknopte handleiding nl MODI EN WEERGAVEN TIJD leeg weekdag datum seconden dubbele tijd tijden van zonsopgang en zonsondergang stopwatch dagteller KOMPAS leeg koers in graden tijd hoogtemeter leeg logboekfunctie

Nadere informatie

Handleiding Filtron. De reeks bewerkbare velden: Spoelduur (A) Spoelmodus (B) Handmatigeaccumulaties. De gewenste spoelduur per station

Handleiding Filtron. De reeks bewerkbare velden: Spoelduur (A) Spoelmodus (B) Handmatigeaccumulaties. De gewenste spoelduur per station Filtron Algemene instructies: De spoelcontroller is gemaakt en ontworpen voor het spoelen van semi-automatische filters. Na installatie van de Filtron kan het filter spoelen op een ingestelde tijd, drukverschil

Nadere informatie

SP-1101W/SP-2101W Quick Installation Guide

SP-1101W/SP-2101W Quick Installation Guide SP-1101W/SP-2101W Quick Installation Guide 05-2014 / v1.0 1 I. Productinformatie I-1. Inhoud van de verpakking Smart Plug Switch Snelstartgids CD met snelle installatiegids I-2. Voorzijde Power LED Switch

Nadere informatie

Lifegear Concept PC Rower

Lifegear Concept PC Rower Lifegear Concept PC Rower -Functie Display -Linker Intelli-Knop -Rechter Intelli-Knop -Profiel Display Handleiding computer gedeelte bevat: Functie knoppen Over Displays Functie reikwijdten Training Instructies

Nadere informatie

Dolphin V4. Functie knoppen De schermen Werkingsinstructies. Batterijen installatie:

Dolphin V4. Functie knoppen De schermen Werkingsinstructies. Batterijen installatie: Dolphin V4 Functie knoppen De schermen Werkingsinstructies Batterijen installatie: Plaats 2 AA of UM-3 batterijen in het batterijencompartiment. Zorg ervoor dat de batterijen juist geplaatst zijn; het

Nadere informatie

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road Versie 1.2.1 Korsmit Rally Elektronics 16-7-2017 Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 1. informatie... 4 Achtergrond... 4 Weergaven:... 4 2. Werking... 5 3.1:

Nadere informatie

SportsArt 1060 gebruiksaanwijzing Computergedeelte

SportsArt 1060 gebruiksaanwijzing Computergedeelte SportsArt 1060 gebruiksaanwijzing Computergedeelte Knop functies: 1. TIME : 2. SPEED: I. De tijd reikwijdte is 00:00 99:59. II. Gebruik de TIME knop om uw tijd in te stellen. III. Iedere keer wanneer TIME

Nadere informatie

De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:

De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: Computerhandleiding Proteus PEC-4975 De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: Knopfuncties De schermen Besturingsgetallen Zaken die u dient weten alvorens te trainen Werkingsinstructies

Nadere informatie

De computerhandleiding bestaat uit de onderdelen: Knopfuncties De schermen Het selecteren en instellen van de programma s -1-

De computerhandleiding bestaat uit de onderdelen: Knopfuncties De schermen Het selecteren en instellen van de programma s -1- Computerhandleiding De computerhandleiding bestaat uit de onderdelen: Knopfuncties De schermen Het selecteren en instellen van de programma s -1- Knopfuncties Er zijn in totaal 6 toetsen aanwezig, namelijk

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing ST-990 BLUE VG50. Gebruiksaanwijzing. VG50 Crosstrainer. Gemaakt door:

Gebruiksaanwijzing ST-990 BLUE VG50. Gebruiksaanwijzing. VG50 Crosstrainer. Gemaakt door: Gebruiksaanwijzing VG50 Crosstrainer Gemaakt door: 1 Het opstarten van de computer De computer werkt met behulp van een adapter. Plaats de stekker van de adapter in het stopcontact en plug de pin van de

Nadere informatie

Computerhandleiding -1-

Computerhandleiding -1- Computerhandleiding Proteus -1- A. STROOM AANSLUITEN A. Verbind alle kabels met de computer. B. Nadat de stroom wordt aangesloten, zullen alle LCD segmenten 2 seconden oplichten. De weerstand zal op de

Nadere informatie

LifeSpan TR800 Loopband. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

LifeSpan TR800 Loopband. Gebruikershandleiding. Versie 1.0 LifeSpan TR800 Loopband Gebruikershandleiding Versie 1.0 Veiligheidssleutel Wanneer u gebruik wilt maken van de loopband, dient u ervoor te zorgen dat de veiligheidssleutel op de computer is bevestigd.

Nadere informatie

SportsArt 1080 gebruiksaanwijzing computergedeelte

SportsArt 1080 gebruiksaanwijzing computergedeelte SportsArt 1080 gebruiksaanwijzing computergedeelte Knop functies: 1. INCLINE: Gebruik de INCLINE knoppen om de helling van de loopband te verhogen of te verlagen. De helling is instelbaar van 0% tot 10%.

Nadere informatie

Handleiding: instelling en werking LCD display t.b.v. ombouwset 007 en prolithium Daily Driver, Juice, Stick, Heavy Duty, Hammer en Monster

Handleiding: instelling en werking LCD display t.b.v. ombouwset 007 en prolithium Daily Driver, Juice, Stick, Heavy Duty, Hammer en Monster Handleiding: instelling en werking LCD display t.b.v. ombouwset 007 en prolithium Daily Driver, Juice, Stick, Heavy Duty, Hammer en Monster Beste Gebruiker, Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T -

Nadere informatie

Scherm. Knoppen. Drieknops elektronische besturing. Aan/uit. Batterij. Snelheid. Modus. Level. Unit. Wandel Tijd. Afstand Unit

Scherm. Knoppen. Drieknops elektronische besturing. Aan/uit. Batterij. Snelheid. Modus. Level. Unit. Wandel Tijd. Afstand Unit Handleiding C961 Scherm Batterij Modus Snelheid Level Wandel Tijd ODO TRIP Unit Afstand Unit Knoppen Drieknops elektronische besturing Aan/uit 4 Opgelet: Het display niet ontkoppelen als de stroom is ingeschakeld.

Nadere informatie

Handleiding Scorebord Horstacker (Nijmegen) Wildcats; november 2011; Versie 1.1 Page 1

Handleiding Scorebord Horstacker (Nijmegen) Wildcats; november 2011; Versie 1.1 Page 1 Wildcats; november 2011; Versie 1.1 Page 1 Foto-1: Scorebord met weergave basis voor Basketball wedstrijd Wildcats; november 2011; Versie 1.1 Page 2 Voorbereiding 1. Kies juiste Sport Voor BASKETBALL moet

Nadere informatie

Handleiding Teknatool houtdraaibank Nova DVRxp Nederlands bij gebruik van de originele Engelse handleiding

Handleiding Teknatool houtdraaibank Nova DVRxp Nederlands bij gebruik van de originele Engelse handleiding Teknatool houtdraaibank Nova DVRxp Artikelnummer: 24207 Besturingssysteem software versie: 4.54x Interface software versie: s03 Teknatool International, 13 juli 2006 1.0 Introductie 1.1 Algemeen Deze handleiding

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing JBM

Gebruiksaanwijzing JBM Gebruiksaanwijzing -1- Computerknoppen SPEED Met behulp van de SPEED knoppen verhoogt of verlaagt u de snelheid. U kunt tijdens het trainen op elk moment de snelheid verhogen of verlagen. In het standaardmenu

Nadere informatie

Hanwell temperatuur / vocht logger handleiding

Hanwell temperatuur / vocht logger handleiding Hanwell temperatuur / vocht logger handleiding De Hanwell temperatuur / vochtigheid datalogger Hanwell Hanlog32USB software (W200) USB set up communicatie kabel Y055 Verschillende mogelijkheden: -starten

Nadere informatie

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY BEDIENINGS INSTRUCTIES 8-SYMBOOL AFSTANDBEDIENING Kinder slot Tijd Signaal indicator Thermostatische stand Batterij Countdown F or C Programma Eco stand Temperatuur Dubbele brander 8-SYMBOOL DISPLAY INSTELLING

Nadere informatie

DUTCH Document number: Date:

DUTCH Document number: Date: DUTCH Document number: 86142-1 Date: 02-2011 Let op: Zorg dat u er altijd zicht op hebt Met automatische koersbesturing is het besturen van uw schip gemakkelijker, maar het is GEEN vervanging van goed

Nadere informatie

9120 Kallo www.sonarcom.be +32 474 727 135. Lowrance CHIRP X-series. Handleiding draadloze dieptemeter Dualscan module

9120 Kallo www.sonarcom.be +32 474 727 135. Lowrance CHIRP X-series. Handleiding draadloze dieptemeter Dualscan module Sint Ignatiusstraat 134 info@sonarcom.be 9120 Kallo www.sonarcom.be +32 474 727 135 Lowrance CHIRP X-series Handleiding draadloze dieptemeter Dualscan module Toetsen Een geluid weerklinkt als je op een

Nadere informatie

Computerhandleiding X985 Computerhandleiding Infiniti X

Computerhandleiding X985 Computerhandleiding Infiniti X Computerhandleiding Infiniti 1. Wanneer de stroom is aangesloten, zullen alle segmenten van het LCD scherm oplichten en zal de computer een piepsignaal afgeven (1). Op het LCD scherm zal rechtsboven de

Nadere informatie

SportsArt C52R. Computerhandleiding

SportsArt C52R. Computerhandleiding SportsArt C52R Computerhandleiding Het computerscherm 1. WEIGHT LOSS (65% HR Target): De Persoonlijke Cardio Adviseur berekent automatisch de ideale hartslag waarop u dient te trainen om gewicht te verliezen,

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing ST-990 DUAL COLOR -1-

Gebruiksaanwijzing ST-990 DUAL COLOR -1- Gebruiksaanwijzing -1- 1. Wanneer de stroom is aangesloten, zullen alle segmenten van het LCD scherm oplichten en zal de computer een piepsignaal afgeven (1). Op het LCD scherm zal rechtsboven de diameter

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie Verwarming en ventilatie BEDIENINGSELEMENTEN 1. Temperatuurregeling. Afzonderlijk instelbaar voor de bestuurder en de passagier voorin. 2. Programma voor maximaal ontdooien. 3. Luchtverdeling. In de geselecteerde

Nadere informatie

SportsArt C53U. Computerhandleiding

SportsArt C53U. Computerhandleiding SportsArt C53U Computerhandleiding Het computerscherm 1. WEIGHT LOSS (65% HR Target): De Persoonlijke Cardio Adviseur berekent automatisch de ideale hartslag waarop u dient te trainen om gewicht te verliezen,

Nadere informatie

MultiBoot Handleiding

MultiBoot Handleiding MultiBoot Handleiding Copyright 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP-producten en -diensten

Nadere informatie

G. Schottert Handleiding Freekie 1. Nederlandse handleiding. Freekie DMX ADRES INSTELLINGEN 1

G. Schottert Handleiding Freekie 1. Nederlandse handleiding. Freekie DMX ADRES INSTELLINGEN 1 DMX ADRES INSTELLINGEN 1 Freekie Nederlandse handleiding Iedere fixture dat verbonden is met serial link moet voorzien worden van een DMX startadres, welke het eerste kanaal is dat de controller gebruikt

Nadere informatie

Scherm met suggesties voor veilig varen. Updaten van de VesselView-software. Automatische zoekactie via wifi. Gebruik van de Micro SD-kaart

Scherm met suggesties voor veilig varen. Updaten van de VesselView-software. Automatische zoekactie via wifi. Gebruik van de Micro SD-kaart Scherm met suggesties voor veilig varen Hoofdstuk 1 - Om te beginnen Telkens als VesselView wordt ingeschakeld nadat 30 seconden of langer is uitgeschakeld, verschijnt er een scherm met advies over veilig

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060

GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060 GEBRUIKSAANWIJZING (verkort) GT1050/GT1060 Draagbare CO 2,temperatuur, RV-meter Aan / uit schakelen Druk enkele seconden op de SET knop totdat de meter een kort geluid signaal geeft. De meter gaat nu 30

Nadere informatie

nl BeknOpte handleiding

nl BeknOpte handleiding Beknopte handleiding nl MODI EN WEERGAVE TIJD datum seconden dubbele tijd tijden van zonsopen zonsondergang stopwatch countdown leeg ALTI & BARO KOMPAS tijd windrichtingen koers bjhouden hoogtemeter logboekfunctie

Nadere informatie

PROTEUS PEC 3250 Trainingsmonitor

PROTEUS PEC 3250 Trainingsmonitor PROTEUS PEC 3250 Trainingsmonitor INTRODUCTIE Uw fiets beschikt over een programmeerbare computer om u te helpen en te motiveren bij het bereiken van uw fitness doelen. Deze computer beschikt over verscheidene

Nadere informatie

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33. Instrumenten verklikkerlichten De verklikkerlichten die hier staan vermeld, zijn niet in alle auto s aanwezig. Deze beschrijving geldt voor alle instrumentenuitvoeringen. X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht

Nadere informatie

Van Raam App handleiding.

Van Raam App handleiding. Van Raam App handleiding. Inhoud Inhoud... 1 Inleiding.... 3 Login/registreer scherm.... 4 Inlogscherm.... 4 Registreer scherm... 5 Menu.... 5 App instellingen.... 6 SOS gegevens.... 6 WiFi.... 6 Taal....

Nadere informatie

O-synce NAVI2move. Gebruikershandleiding NEDERLANDS

O-synce NAVI2move. Gebruikershandleiding NEDERLANDS O-synce NAVI2move Gebruikershandleiding NEDERLANDS Versie Juni 2011 1 OM TE BEGINNEN... 4 1.1 Download en installeer het NaviControlCenter...4 1.2 Opladen...4 1.3 Het aan- en uitzetten van de NAVI2move...4

Nadere informatie

Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382

Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382 Programmeerhandleiding Nelson Turf EZ Pro Jr. voor de types 8304, 8306, 8309, 8312, 8374, 8376, 8379, 8382 Overzicht U kunt een onderdeel slechts wijzigen wanneer het knippert in het display. Duw de knoppen

Nadere informatie

1. Introductie 2. Omschrijving 2 Omschrijving van de onderdelen (voorzijde) 2. 2. Algemeen 3

1. Introductie 2. Omschrijving 2 Omschrijving van de onderdelen (voorzijde) 2. 2. Algemeen 3 HANDLEIDING Digitale Harddisk Recorder DVR DigitAll CCTV Doornseweg 2a Tel.: 0183-4016346 1. Introductie 2 Omschrijving 2 Omschrijving van de onderdelen (voorzijde) 2 2. Algemeen 3 Opstarten systeem 3

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. E-8000P Crosstrainer

Gebruiksaanwijzing. E-8000P Crosstrainer E-8000P Crosstrainer 1 Het opstarten van de computer De computer werkt met behulp van een adapter. Plaats de stekker van de adapter in het stopcontact en plug de pin van de adapter in de opening aan de

Nadere informatie

InteGra Gebruikershandleiding 1

InteGra Gebruikershandleiding 1 InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.

Nadere informatie

Handleiding Beweegbare Bodem Manager

Handleiding Beweegbare Bodem Manager Handleiding Beweegbare Bodem Manager Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inloggen... 3 Reset noodstop... 4 Cilinder naam veranderen... 5 Menu knop... 6 Inloggen OPGELET! Lees het document aandachtig voordat

Nadere informatie

Down: Verlaagt de waarde van de geselecteerde parameter: TIME,DISTANCE, enz. Tijdens de training zal de weerstand worden verlaagt.

Down: Verlaagt de waarde van de geselecteerde parameter: TIME,DISTANCE, enz. Tijdens de training zal de weerstand worden verlaagt. Computer. Toets Funties: Start/Stop: 1. Start en pauzeert trainingen. 2. Start Body Fat meeting 3. Houd deze knop 3 seconden ingedrukt, en alle functies worden gereset naar 0. Down: Verlaagt de waarde

Nadere informatie