HOOFDSTUK 2 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOOFDSTUK 2 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg"

Transcriptie

1 HOOFDSTUK 2 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg 2.1 Gevallen Inleiding De strafrechter beschikt over een keur van bevoegdheden die hij ambtshalve kan aanwenden. Hier beperk ik mij tot die bevoegdheden die belangrijke invloed (kunnen) hebben op het eindoordeel van de strafrechter Het oproepen van getuigen en deskundigen Spreken we over ambtshalve optreden van de strafrechter in feitelijke aanleg dan springt dadelijk in het oog het gebruik dat de rechter ambtshalve kan maken van de bevoegdheid getuigen en deskundigen op te roepen 1 en bescheiden en stukken van overtuiging te doen overleggen (art. 315 Sv). 2 Hij dient zich daarbij naar de tekst van de wet te laten leiden door de vraag of het oproepen van de getuigen of deskundigen of het doen overleggen van bescheiden en stukken van overtuiging noodzakelijk is, en wel met het oog op de door hem te nemen beslissingen. 3 Verwant met deze bevoegdheid van de rechter tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de aan de voorzitter van de rechtbank gegeven bevoegdheid reeds voorafgaand aan de terechtzitting ambtshalve aan de officier van justitie te bevelen om getuigen en deskundigen ter terechtzitting te doen oproepen 1 Corstens-Borgers, 8 e druk, p. 684: een bevoegdheid die past in het Nederlandse processtelsel waarin de rechter een zelfstandige verantwoordelijkheid draagt voor de deugdelijkheid van zijn onderzoek en niet is gebonden aan het door procespartijen bijeengebrachte materiaal. 2 Ook de rechter-commissaris kan in bepaalde gevallen ambtshalve onderzoek uitvoeren (art. 182 lid 7 Sv). Zie daarover Corstens-Borgers, 8 e druk, p Zijn door de verdachte overeenkomstig het bepaalde in art. 263 of 410 Sv opgegeven getuigen niet opgeroepen of niet ter terechtzitting verschenen dan behoeft de rechter deze niet ambtshalve op te roepen: HR 1 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1496, r.o. 2.20, 2.53, NJ 2014/441, m.nt. M.J. Borgers. 5

2 2.1 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg (art. 263 lid 4 Sv) of om nader onderzoek te doen verrichten of bescheiden of stukken van overtuiging over te leggen (art. 258 lid 5 Sv). Deze bevoegdheden zijn aan de voorzitter gegeven uit praktische overwegingen: Het (art. 263 lid 4 Sv; WHV) wil tevens aan de voorzitter van de rechtbank meer mogelijkheden geven om, bij de voorbereiding van de zaak, een efficiënte behandeling daarvan te bevorderen. Daartoe wordt in de eerste plaats een wijziging van de artikelen 263 en 264 Sv voorgesteld die het mogelijk maakt dat de voorzitter van de rechtbank voor de terechtzitting aan de officier van justitie getuigen en deskundigen opgeeft. Thans heeft slechts de verdachte die mogelijkheid. De rechters kunnen slechts afwachten welke getuigen en deskundigen worden opgeroepen en van welke getuigen en deskundigen de oproeping door de officier van justitie wordt geweigerd. Indien de rechtbank zelf het horen van niet opgeroepen getuigen of deskundigen noodzakelijk acht kan zij eerst ter terechtzitting, op grond van artikel 315 Sv, de oproeping van getuigen en deskundigen bevelen. Dat leidt tot schorsingen van het onderzoek ter terechtzitting, en een nodeloos verlies aan zittingscapaciteit. Door ook aan de voorzitter, die de zaak op grond van artikel 258, zesde lid, Sv appointeert, de bevoegdheid te geven aan de officier van justitie getuigen en deskundigen op te geven, kan dit verlies aan zittingscapaciteit worden beperkt. 4 ( ) Tenslotte wordt voorgesteld aan de voorzitter de bevoegdheid te geven aan de officier van justitie te bevelen nader omschreven onderzoek te verrichten of doen verrichten, alsmede bescheiden of stukken van overtuiging over te leggen. Op deze wijze wordt buiten twijfel gesteld dat in gevallen waarin het opmaken van een voorlichtingsrapport over de verdachte in de rede ligt, in het dossier relevante stukken ontbreken, dan wel nader onderzoek, eventueel door de rechter-commissaris uit te voeren, wenselijk voorkomt, de officier van justitie daar voor aanvang van de terechtzitting door de voorzitter op kan worden geattendeerd. Aangetekend zij nog dat de omstandigheid dat de onderhavige bevoegdheden aan de voorzitter van de rechtbank worden toebedeeld, er vanzelfsprekend niet aan in de weg staat dat deze omtrent de toepassing daarvan overlegt met de andere rechters die de strafzaak zullen berechten. 5 Enige maatstaf voor de hantering van deze bevoegdheden bevat de wet niet. 6 Aan de parlementaire geschiedenis valt deze evenmin te ontlenen. 7 Gezien de parallellie van de aan de voorzitter gegeven bevoegdheden met die in art. 315 Sv aan de rechtbank gegeven ook een ambtshalve bevoegdheid, zij het dat 4 Kamerstukken II 2003/04, 29254, nr. 3, p Kamerstukken II 2003/04, 29254, nr. 3, p Zie over de hantering van deze bevoegdheid Otte in J.W. Fokkens en R. Otte, De duur van het Nederlandse strafproces, preadvies voor de Nederlands-Vlaamse Vereniging voor Strafrecht 2009, p. 147 e.v. 7 Het valt op dat aan de invoering van deze bevoegdheden geen discussie is voorafgegaan over de positie van de rechter ten opzichte van het openbaar ministerie. Evenmin is aandacht gegeven aan de vraag of de bevoegdheden ook ten nadele van de verdachte mogen worden aangewend. 6

3 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg 2.1 openbaar ministerie en verdachte het gebruik daarvan kunnen verzoeken (art. 328 Sv) mogen we aannemen dat de wetgever hier hetzelfde criterium op het oog heeft, dus of de noodzaak daarvan is gebleken. Daarbij doet zich ook de vraag voor of en zo ja in hoeverre de voorzitter deze bevoegdheid mag hanteren ten nadele van de verdachte. Opmerking verdient dat hier bevoegdheden aan de voorzitter zijn gegeven die ter terechtzitting aan de rechtbank toekomen. De voorzitter kan het onderzoek ter terechtzitting dus reeds voor de aanvang daarvan in belangrijke mate regisseren buiten de rechters om die eveneens over de zaak moeten oordelen. Verstandig is dat uiteraard niet. De wetgever geeft de voorzitter de betekenisvolle wenk dat hij in voorkomende gevallen kan overleggen met zijn collegae die eveneens over de zaak moeten oordelen Het oproepen van de verdachte Evenals de rechtbank (art. 278 lid 2 Sv) kan ook de voorzitter bevelen dat de verdachte in persoon zal verschijnen, eventueel met een bevel tot medebrenging (art. 258 lid 2 Sv). Voor de rechtbank geldt als maatstaf voor het aanwenden van deze bevoegdheid of het verschijnen van de verdachte wenselijk is. Deze nietszeggende maatstaf zal ook gelden voor de overeenkomstige bevoegdheid van de voorzitter. De wenselijkheid kan worden ingevuld vanuit verdachtes belang maar ook vanuit het belang van een goede rechtspleging, zoals deugdelijke waarheidsvinding of het demonstratieve effect van in persoon terechtstaan, zowel voor de verdachte als voor de samenleving Leemten in het dossier De wet kende oorspronkelijk geen uitdrukkelijke voorziening voor het vragen van aanvulling van het dossier voorafgaand aan de zitting. Toch placht algemeen te worden aangenomen dat de rechter voor de zitting wel om aanvulling van het dossier kon verzoeken. Doorgaans ging dit om vragen, gericht tot het openbaar ministerie, maar in voorkomende gevallen te denken valt aan 8 Zie Onderzoeksproject Strafvordering 2001, onder redactie van M.S. Groenhuijsen en G. Knigge, eerste interimrapport, p. 33, 34, tweede interimrapport, p. 668 en eindrapport, p. 78: het dialoogkarakter van het strafproces brengt mee dat de wetgever met het oog op de doelstellingen van het strafproces voorzieningen mag treffen om de lijfelijke aanwezigheid van de verdachte ter terechtzitting te bevorderen. Die doelstellingen worden in het eerste interimrapport, p. 15 e.v., beschreven als te bewerkstelligen dat de schuldigen worden gestraft en te voorkomen dat de onschuldigen worden gestraft. 7

4 2.1 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg een reactie op een schriftelijke standpuntbepaling in een ontnemingszaak of om stukken de persoon van de verdachte betreffende kon de vraag ook aan de verdachte of diens raadsman worden gesteld. Thans voorziet art. 258 lid 2 Sv ingevoerd samen met en op dezelfde gronden als de hiervoor onder besproken bevoegdheid tot het oproepen van getuigen en deskundigen uitdrukkelijk in de bevoegdheid van de voorzitter aan de officier van justitie een bevel te geven nader omschreven onderzoek te verrichten of te doen verrichten alsmede bescheiden of stukken van overtuiging over te leggen. Voor de hantering van deze bevoegdheid geldt bij gebreke van enige in de wet uitgedrukte maatstaf het noodzaakcriterium, en wel op dezelfde gronden als voor de bevoegdheid van de voorzitter te bevelen getuigen op te roepen (eveneens art. 258 lid 2 Sv). Het bepaalde in art. 258 lid 2 Sv betekent niet dat de voorzitter aan de verdachte of zijn raadsman geen aanvulling van de stukken kan vragen. Nu het hier gaat om niet meer dan een verzoek behoeft dat verzoek voorts niet te worden beperkt tot gevallen waarin die aanvulling noodzakelijk is. Wenselijkheid van die aanvulling kan voldoende zijn. Ten aanzien van het slachtoffer ligt dit niet anders. Steun voor deze opvatting kan worden gevonden in het bepaalde in art. 34 respectievelijk 51b Sv dat aan de verdachte c.q. aan het slachtoffer de bevoegdheid geeft aan de officier van justitie te verzoeken (specifiek omschreven) stukken die van belang zijn voor de beoordeling van de zaak of voor wat betreft het slachtoffer stukken die het slachtoffer relevant acht voor de beoordeling van de zaak tegen de verdachte of van zijn vordering bij de processtukken te voegen. Worden tijdens het onderzoek ter terechtzitting nog stukken bij de processtukken gevoegd dan kan de rechter op vordering van de officier van justitie, op verzoek van de verdachte of van het slachtoffer maar ook ambtshalve bepalen dat van die stukken of van gedeelten daarvan geen afschrift wordt verstrekt. Maatstaven voor het hanteren van die bevoegdheid zijn het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de opsporing en vervolging van strafbare feiten en zwaarwichtige gronden aan het algemeen belang ontleend (art. 32 jo. 51b Sv) Het ontbreken van een rechtsmiddel tegen voorzittersbeslissingen De beslissing van de voorzitter al dan niet van zijn bevoegdheden gebruik te maken is niet aan enig rechtsmiddel onderworpen, ook niet wanneer de voorzitter weigert in te gaan op een verzoek van de verdediging van de hem gegeven bevoegdheid gebruik te maken. Hetzelfde geldt voor een verzoek van het openbaar ministerie, zij het dat daarvoor alleen in aanmerking komt een 8

5 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg 2.1 verzoek 9 te bevelen dat de verdachte ter terechtzitting verschijnt. Tot het oproepen van getuigen en deskundigen en het overleggen van bescheiden en stukken van overtuiging kan het openbaar ministerie immers overgaan zonder tussenkomst van de rechter. Van grote betekenis is het ontbreken van enig rechtsmiddel niet: ter terechtzitting kan bezwaar worden gemaakt tegen het horen van een getuige, er kan om het horen van een getuige worden verzocht. Een wezenlijk belang is in het geding wanneer de verdachte uit welbegrepen eigenbelang dan wel op advies van zijn raadsman niet ter terechtzitting wenst te verschijnen omdat hij vreest dat dat zijn verdediging kan schaden en hij op bevel van de voorzitter daartoe toch wordt gedwongen. 10 Die mogelijkheid sluit de wet immers niet uit. Dan kan het ontbreken van een rechtsmiddel zich echt doen gevoelen Gebreken in de tenlastelegging Zowel tijdens de bestudering van het dossier als tijdens het onderzoek ter terechtzitting kan de vraag opkomen of het openbaar ministerie erop moet worden gewezen dat de tenlastelegging een fataal 11 gebrek bevat. In eerste aanleg zal die vraag zich niet meer zo scherp voordoen nu ook in hoger beroep wijziging van de tenlastelegging kan worden gevorderd (art. 415 jo. 313 Sv), in hoger beroep blijft die vraag onverminderd overeind. Wordt deze bevestigend beantwoord, dan kan daaraan op heel verschillende wijze uitvoering worden gegeven, op de terechtzitting of daarbuiten. Zo kan de rechter subtiel de aandacht op het gebrek pogen te vestigen door de tenlastelegging nog eens met nadruk voor te lezen of de verdachte bijvoorbeeld nog eens met nadruk te vragen of de overval inderdaad in X. plaatsvond, maar ook kan hij aan het openbaar ministerie de vraag voorleggen of het gelet op de tekst van de strafbepaling ook aanleiding ziet gebruik te maken van de bevoegdheid wijziging van de tenlastelegging te vorderen. Of zal tenenkrommend zwijgen hier toch steeds het devies moeten zijn? 9 Het gaat hier niet om een krachtens het wetboek genomen vordering, dus art. 446 Sv biedt het openbaar ministerie hier geen rechtsmiddel. 10 Kamerstukken II 2003/04, 29254, nr. 3, p. 7: Het bevel van de voorzitter is geen ter terechtzitting gegeven beslissing, dus geen uitspraak, waartegen gelijktijdig met de einduitspraak een rechtsmiddel kan worden aangewend. 11 Niet ieder gebrek is fataal; zie o.m. D.H. de Jong, De grondslagleer: (steeds) minder formalistisch dan velen denken, NJB 2004, p P.A.M. Mevis (Strafrechtspraak in hoger beroep in 2015, Strafblad 2011, 2, p. 25, 26) bepleit een nog verdergaande versoepeling van de grondslageis. 9

6 2.1 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg D.H. de Jong 12 oppert dat de thans bestaande mogelijkheid ook in hoger beroep wijziging van de tenlastelegging te vorderen de rechter in eerste aanleg ertoe zal brengen eerder fouten in de tenlastelegging aan de orde te stellen dan het geval was voordat die mogelijkheid bestond. Naar zijn inschatting zal het de eerste rechter uit een oogpunt van kwaliteit van het strafgeding tegen de borst stuiten dat eerst op formele gronden een vrijspraak wordt gegeven terwijl valt te voorzien dat de tenlastelegging in hoger beroep wordt gewijzigd en alsnog een veroordeling zal volgen. Die gedachte vinden we ook terug in de rechtspraak van de Hoge Raad op art. 80a RO. Valt te verwachten dat een nieuwe behandeling niet zal leiden tot een andere uitkomst ten aanzien van de bewezenverklaring, dan heeft de verdachte onvoldoende belang bij zijn klacht over de ontoereikendheid van de bewijsvoering en acht de Hoge Raad de verdachte dus niet-ontvankelijk in zijn beroep in cassatie Aanwezigheidsrecht Is de dagvaarding rechtsgeldig betekend dan kan de rechter niettemin voor de vraag komen te staan of daarmee verdachtes aanwezigheidsrecht voldoende is gewaarborgd en daarmee of de behandeling van de zaak niet moet worden aangehouden opdat verdachte opnieuw kan worden opgeroepen, eventueel (art. 278 lid 2 Sv) met een bevel om te verschijnen. Is de dagvaarding niet gezonden naar een overeenkomstig het bepaalde in art. 588a Sv opgegeven adres dan zal de verdachte opnieuw moeten worden opgeroepen met herstel van dit gebrek. De vraag is of de rechter met het oog op verdachtes aanwezigheidsrecht ambtshalve eveneens tot hernieuwde oproeping moet besluiten wanneer naast het GBA-adres ook een ander adres van de verdachte bekend is doch hij dat niet overeenkomstig het bepaalde in art. 588a Sv heeft opgegeven. 14 In hoger beroep kan zich de vraag voordoen of en zo ja in hoeverre bij berechting in eerste aanleg bij verstek in hoger beroep zelfstandig moet worden onderzocht of de inleidende dagvaarding geldig is betekend. Deze vraag is niet zonder belang omdat schending van verdachtes aanwezigheidsrecht in eerste aanleg meebrengt dat de uitspraak waarvan beroep niet in stand kan 12 WvSv, A.L. Melai/M.S. Groenhuijsen e.a., aant. 5 op art. 261 Sv (suppl. 125, oktober 2001). 13 O.a. HR 2 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ Zie waarnemend A-G Jörg (ECLI:NL:PHR:2014:176) die opmerkt niet te begrijpen waarom bij betekeningen die ene extra inspanning van verzending van een brief naar een bekend adres niet wordt verricht, vooral niet als die inspanning uit niet meer bestaat dan het door de frankeermachine halen van een extra brief die zó als kopie uit de printer rolt. 10

7 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg 2.1 blijven en kan leiden tot nietigheid van de inleidende dagvaarding dan wel terugwijzing van de zaak naar de eerste rechter Feitsomschrijving De rechter kan zich ook voor de vraag gesteld zien of de omschrijving van het feit in de tenlastelegging begrijpelijk is. Dient hij bij de beantwoording van deze vraag de belangen van de verdachte in het oog te houden ook wanneer deze niet klaagt over gebrek aan duidelijkheid van de feitsomschrijving? En in hoeverre mag c.q. moet daarbij meewegen of de verdachte al dan niet is voorzien van rechtsbijstand? Onrechtmatig verkregen bewijs Het Wetboek van Strafvordering kent een keur aan voorschriften voor het voorbereidend onderzoek. 16 Onder omstandigheden verbindt de wet (art. 359a Sv) aan schending van die voorschriften gevolgen, zoals vermindering van straf of uitsluiting van door die schending verkregen onderzoeksresultaten voor het bewijs. Vele van die voorschriften zijn gericht op het waarborgen van de belangen van de verdachte. Te denken valt aan de regel dat de verdachte voor ieder verhoor wordt medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht is (art. 29 lid 2 Sv) of aan de voorschriften voor de doorzoeking (art. 96b e.v. Sv). Wat nu als uit een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar niet blijkt dat de verdachte erop is gewezen dat hij niet verplicht is tot antwoorden en de verdachte daar zelf niet over klaagt? Kan de rechter dat gebrek negeren of dient hij ambtshalve te constateren dat het bewijs onrechtmatig is verkregen en daaraan met inachtneming van het bepaalde in art. 359a Sv eventueel strafprocessuele gevolgen te verbinden? En maakt het dan nog verschil of de verdachte wordt bijgestaan door een raadsman of niet? Een van de problemen is dat het ontbreken van de vermelding van een in acht genomen vorm in het proces-verbaal van de politie nog niet wil zeggen dat die vorm inderdaad niet in acht is genomen. Het kan dus nader onderzoek vergen of een vormvoorschrift inderdaad niet is nageleefd. Dan kan de rechter komen te staan voor de vraag of hij dat onderzoek eigener beweging zal instellen dan wel het initiatief tot het constateren van het gebrek bij de verdachte en zijn raadsman zal laten. Er kan immers ook worden geredeneerd dat 15 Vgl. HR 12 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5163, r.o. 3.29, NJ 2002/317, m.nt. T.M. Schalken. Zie voorts HR 7 mei 1996, NJ 1996/557 en HR 14 maart 2000, NJ 2000/423 (verdachte wel in gerechtsgebouw aanwezig doch niet tijdig door de bode opgeroepen). 16 Deze term ontleen ik aan art. 359a Sv. 11

8 2.1 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg de verdachte van het gebrek geen nadeel zal hebben ondervonden als hij over het gebrek niet klaagt. De vraag of de rechter ambtshalve moet optreden komt nog scherper te liggen wanneer het gaat om schending van voorschriften die niet alleen zijn geschreven ter behartiging van het belang van de verdachte maar ook om andere belangen tot hun recht te doen komen, zoals de regels voor het verschoningsrecht (art Sv), en de verdachte op schending van die regels geen beroep doet Zittingsvoorschriften Ook de regeling van het onderzoek ter terechtzitting kent vele voorschriften bedoeld ter behartiging van de belangen van de verdachte. Ik noem het voorschrift dat de rechter dient te beslissen over ieder verzoek van de verdachte of zijn raadsman strekkende tot gebruikmaken van een recht of bevoegdheid door de wet toegekend (art. 330 jo. 328 Sv) of aan het recht van de verdachte op het laatste woord (art. 311 lid 4 Sv). Ten aanzien van die voorschriften rijst eveneens de vraag of de rechter ambtshalve dient te voorzien in herstel van schending van voorschriften die in het belang van verdachte zijn geschreven dan wel dat hij het initiatief tot het constateren van het gebrek bij de verdachte en zijn raadsman kan laten. Ook hier kan immers worden geredeneerd dat de verdachte van het gebrek geen nadeel zal hebben ondervonden als hij over het gebrek niet klaagt en met herstel van het gebrek dus geen belang is gediend Strafuitsluitingsgronden Wordt geen beroep op een strafuitsluitingsgrond gedaan dan zou de rechter ervan uit kunnen gaan dat de verdachte daarop dus geen beroep toekomt. Zou het anders zijn dan ligt immers voor de hand dat de verdachte zelf wel een beroep doet op die strafuitsluitingsgrond, zeker wanneer hij wordt bijgestaan door een raadsman. Doet de verdachte een beroep op een strafuitsluitingsgrond dan mag de rechter van de verdachte echter niet verlangen dat hij de feiten waarop deze een beroep op een strafuitsluitingsgrond baseert, aannemelijk maakt. De rechter dient ter zake dus eigener beweging onderzoek in te stellen. 17 Een mooi voorbeeld van dit zelfstandig onderzoek biedt het arrest van het hof dat ter beoordeling voorlag in HR 1 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010: BL1713. Hier liet het hof zien dat het niet alleen op grond van de verklaringen 17 Dat was ten onrechte niet geschied in het geval dat ten grondslag lag aan HR 28 maart 1995, NJ 1995/

9 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg 2.1 van de getuigen niet aannemelijk achtte dat zoals aan het beroep op noodweer ten grondslag was gelegd het slachtoffer op de verdachte af was gekomen met een steen in de hand, maar ook op basis van het gegeven dat de verdachte van die omstandigheid bij geen enkele gelegenheid gewag had gemaakt, ook niet ter terechtzitting in hoger beroep, terwijl ook overigens uit het onderzoek ter terechtzitting niet van die omstandigheid was gebleken. Maar had de rechter naar die omstandigheid ook onderzoek moeten doen wanneer voor het bestaan daarvan aanwijzingen waren maar de verdachte en zijn raadsman daarin geen aanleiding zagen een beroep op noodweer of een andere strafuitsluitingsgrond te doen? Of, nu anders, kan de rechter een strafuitsluitingsgrond aannemen op grond van de aannemelijkheid van het betoog van de verdachte zonder dat die feiten aan een beroep op een strafuitsluitingsgrond ten grondslag zijn gelegd en het openbaar ministerie daar dus het zijne niet van heeft kunnen zeggen? Sancties De wet staat de rechter toe ambtshalve een onderzoek naar de geestvermogens van de verdachte te bevelen. Het kan zijn dat noch het openbaar ministerie noch de verdediging de vraag of een dergelijk onderzoek aangewezen is aansnijdt, terwijl de rechter met het oog op verdachtes strafbaarheid en de aan hem op te leggen straf en/of maatregel nadere informatie over de persoon van de verdachte wenselijk acht. Uit dat onderzoek kan blijken dat de verdachte ontoerekeningsvatbaar of verminderd toerekeningsvatbaar is, hetgeen kan resulteren in de oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling, al dan niet met verpleging van overheidswege. Het openbaar ministerie kan dat ongewenst vinden en bijvoorbeeld uit een oogpunt van beveiliging opteren voor een lange vrijheidsstraf, verdachte kan aan een lange vrijheidsstraf de voorkeur geven boven een in tijd onbegrensde terbeschikkingstelling. Moet de rechter zich daardoor laten weerhouden of niet? Daarbij dient te worden bedacht dat de verdachte door medewerking aan een onderzoek naar zijn geestvermogens te weigeren de oplegging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege niet kan blokkeren. 18 Ook anderszins kan de rechter bij het opleggen van een straf of maatregel ambtshalve optreden: hij kan een zwaardere straf opleggen dan gevorderd, hij kan een ingrijpende maatregel als de terbeschikkingstelling opleggen hoewel deze niet is geëist. De reden van het uitgaan boven de eis kan liggen in de omstandigheid dat de gevorderde straf te laag is ten opzichte van de straf die 18 Kamerstukken II 1992/93, 22909, nr. 3, p. 4 en 5, alsmede HR 24 januari 2006, ECLI:NL:HR: 2006:AU6776, r.o

10 2.1 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg voor een soortgelijk delict pleegt te worden opgelegd. Maar het kan ook zijn dat de rechter van oordeel is dat de geëiste straf onvoldoende recht doet aan de ernst van het bewezenverklaarde feit of naar zijn inschatting onvoldoende generaal- of speciaalpreventieve werking moet worden toegedicht. Tot de oplegging van een maatregel als terbeschikkingstelling kan de rechter aanleiding vinden in de noodzaak van bescherming van de veiligheid van anderen dan wel van de algemene veiligheid van personen en goederen (art. 37a lid 1, art. 37b Sr). In laatstgenoemde gevallen treedt de rechter ten nadele van de verdachte in de behartiging van de belangen die het openbaar ministerie zijn toevertrouwd Kennis van de rechter Recht doen betekent dat veel gebruik wordt gemaakt van ervaringsregels en feiten van algemene bekendheid. Algemeen bekende ervaringsregels kunnen zonder meer aan een beslissing ten grondslag worden gelegd. Maar hoe is dat met specifieke ervaringskennis of deskundigheid van een rechter, bijvoorbeeld verworven door studie of door raadpleging van bronnen op internet? 19 Kan hij deze ambtshalve aanwenden ook als daarvan in het dossier geen gewag wordt gemaakt? En hoe te handelen ten aanzien van eigen waarneming van de rechter ter zitting: kan hij het waargenomene zonder meer aan zijn beslissing ten grondslag leggen de aard van de getoonde, beweerdelijk pornografische afbeeldingen, de wijze van lopen van de verdachte etc. of dient hij minstgenomen mee te delen wat hij heeft waargenomen? De inrichting van het onderzoek ter terechtzitting Ten slotte dient niet te worden vergeten dat de vraag naar het al dan niet ambtshalve optreden ook aan de orde is bij de wijze waarop de rechter het onderzoek ter terechtzitting verricht, niet alleen in de beslissingen die hij neemt maar ook in de onderwerpen die hij al dan niet aansnijdt en de vragen die hij stelt of juist achterwege laat. Hoe stelt hij zich op als rechtsbijstand tekortschiet, bewaakt hij de eerlijkheid van het proces ook als de verdachte of zijn raadsman niet klaagt over enig gebrek, handhaaft hij ook op eigen initiatief beginselen van een behoorlijke procesorde? 19 Zie L. Siemerink, De googelende rechter. Bewijs door middel van feiten (van algemene bekendheid), Trema 2011, p en L. Stevens, De verleiding van feiten van algemene bekendheid, DD 2012/7(afl. 1, p ). 20 Zie hierover HR 15 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ2831 en HR 11 januari 2011, ECLI: NL:HR:2011:BP0291, NJ 2011/116, m.nt. P.A.M. Mevis. 14

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord / V. HOOFDSTUK 1 Een vraag van beleid / 1

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord / V. HOOFDSTUK 1 Een vraag van beleid / 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V HOOFDSTUK 1 Een vraag van beleid / 1 HOOFDSTUK 2 Ambtshalve optreden van de strafrechter in eerste aanleg / 5 2.1 Gevallen / 5 2.1.1 Inleiding / 5 2.1.2 Het oproepen van getuigen

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 487 Wet van 26 september 1996 tot wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de terechtzitting

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5. U MOET TERECHTSTAAN INHOUD Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De enkelvoudige kamer: de politierechter

De enkelvoudige kamer: de politierechter 3 De enkelvoudige kamer: de politierechter 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de procedure bij de politierechter. Deze is niet totaal verschillend van die bij de meervoudige strafkamer. Integendeel.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 834 Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 045 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met een hervorming van de regeling betreffende herziening ten voordele van de gewezen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S in de zaak tegen de verdachte: ARWM, geboren te curaçao, wonende te Sint Maarten. 1. Onderzoek van de zaak Het onderzoek ter openbare terechtzitting

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. U wordt verdacht Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. * Waar in deze brochure hij staat,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 012 Wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing

Nadere informatie

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten. Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond. Rapport Een onderzoek naar klachten over het niet eerder seponeren van een strafzaak en over het doorsturen van een verzoek om schadevergoeding naar de rechtbank. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt

Nadere informatie

6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding

6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 1 INLEIDING Over de taak van de rechter in het burgerlijk geding bestaat weinig onenigheid. Het is zijn taak om ambtshalve te beoordelen of het recht op

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2006:AV4834

ECLI:NL:HR:2006:AV4834 ECLI:NL:HR:2006:AV4834 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-06-2006 Datum publicatie 07-06-2006 Zaaknummer 01395/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AV4834

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak. ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

U moet terechtstaan. Inhoud

U moet terechtstaan. Inhoud U moet terechtstaan Inhoud Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. ECLI:NL:RBZLY:2008:BG9239 Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum uitspraak 02-12-2008 Datum publicatie 08-01-2009 Zaaknummer 07.600132-08 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

Hoge Raad 1 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1496

Hoge Raad 1 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1496 Hoge Raad 1 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1496 Beschouwingen over het oproepen & horen van getuigen ter terechtzitting Inleiding... 2 Toepasselijke wettelijke bepalingen... 2 Aan te leggen maatstaven... 7

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 11-12-2003 Datum publicatie 12-12-2003 Zaaknummer 3498-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Vragen betreffende het verstek in strafzaken:

Vragen betreffende het verstek in strafzaken: 75 Vragen betreffende het verstek in strafzaken: Zittende magistratuur: Aanhouding: 1. Moet er slechts worden besloten tot aanhouding als de raadsman daarom (expliciet) verzoekt of ook bij twijfel omtrent

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 U WORDT VERDACHT INHOUD Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 6 Voorgeleiding bij de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158 ECLI:NL:HR:2017:479 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer 16/01158 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:167,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AT7002

ECLI:NL:GHAMS:2005:AT7002 ECLI:NL:GHAMS:2005:AT7002 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-06-2005 Datum publicatie 08-06-2005 Zaaknummer 21-001756-04 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie