Veiligheid in multiculturele teams

Transcriptie

1 Veiligheid in multiculturele teams Titulatuur: Drs. Voorletters: A. Roepnaam: Annick Achternaam: Starren Naam bedrijf / instituut 1: TNO Gegevens auteur 2 Voorletters: K. Roepnaam: Kyra Achternaam: Luijters Gegevens auteur 3 Voorletters: J. Roepnaam: Jos Achternaam: Hornicxk De arbeidsmarkt is in de laatste jaren steeds internationaler geworden. Dit leidt steeds meer tot multiculturele teams, oftewel teams van werknemers met een diversiteit in culturele achtergrond. De vraag is of dit voor consequenties heeft voor de arbeidsveiligheid welke dit zijn, en wat goede maatregelen zijn om dit te voorkomen. Diverse rapporten hebben aangegeven dat er verschillen zijn in arbeidsveiligheid gerelateerd aan nationale achtergrond of diversiteit (European Agency for Safety and Health at Work, 2009; Starren, Dijkman, Van der Beek & Gallis, 2009, Guldenmund, Chen, Cleal, & Mearns (2010). Guldenmund, Chen, Cleal, & Mearns (2010) geven aan dat er consequenties zijn gerelateerd aan veiligheidskennis (van procedures o.a.), waarden in het werk, en communicatie. Zo zijn migranten bijvoorbeeld kwetsbaarder voor veiligheidsincidenten door volgzaamheid (culturele waarde), of bijvoorbeeld omdat ze gedreven zijn om snel geld te willen verdienen. Ook de NEA (Van den Bossche, Hupkens, Ree and Smulders (2006)) laat zien dat niet-westerse migranten significant vaker berokken zijn bij ongevallen. Van belang is echter dat dit hogere risico niet alleen verklaard wordt door kenmerken van de medewerkers zelf, maar ook door kenmerken van het werk en de werkomgeving (Van Hooff, Smulders & De Vroome, 2009), zoals het aandeel flexwerk en de hoogte van risico s in het werk. Zo werkt in Nederland werken migranten relatief vaak op basis van flex contracten. Geschat wordt dat de helft van de migranten uit Midden of Oost Europa komen werken via uitzendbureaus (Ministerie SZW, 2011). Bedrijven zijn zich ervan bewust dat diversiteit leidt tot potentiele veiligheidsissues, maar ze pakken dit of nauwelijks op (Brukman, Tijsmans, & Visee, 2010). Zij concluderen dat als er maatregelen worden genoemd dan zijn deze slechts op taalaspecten gericht.

2 Het doel van deze studie is om veiligheidsmaatregelen beter te laten aansluiten bij een multiculturele werkomgeving. Daartoe kijken we naar de rol van (nationale) cultuur bij de determinanten van de veiligheidsprestatie van een bedrijf. Tevens kijken we naar potentiele effectieve maatregelen. Gezegd moet worden kan er geen spoorboekje per land te maken is. Wel is het mogelijk aan te geven welke maatregelen effectief zijn om diversiteit beter te managen en dan met name de veiligheid in diverse teams. Tevens wordt een framework gegeven voor multiculturele aspecten veiligheid die om nader onderzoek vragen. Referenties Bossche, S.N.J. van den, Hupkens, C.L.H., Ree, S.J.M. de & P.G.W. Smulders Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2005: Methodologie en globale resultaten. [National survey of the working conditions in the Netherlands 2005: Methodology and results]. Hoofddorp: TNO, pp European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions, Eurofound 2007, Literature Study on Migrant Workers. Dublin. Brukman, M., Tijsmans, N., Visee, H Best Practices arbeidsveiligheid buitenlandse werknemers [Best Practices occupational safety foreign employers ]. Regioplan Policy research (for the ministry of Social Affairs and Employment). Guldenmund, F., Chen, M., Cleal, B., Mearns, K., The relationship between accidents of foreign workers and their cultural background; an exploratory study. TU Delft. Ministry of Social Affairs and Employment Brief aan de Tweede Kamer, maatregelen arbeidsmigratie uit Midden en oost Europa. [Letter on measures labour migration from Middle and East Europe.], 14 april Starren, A.M.L., Dijkman, A. Van der Beek, F.A. & Gallis, H.R Improving Work Safety for Low-skilled and High-risk work. Safety Science Monitor Van Hooff, M., Smulders, P., de Vroome, E. (2009). Onderzoeksnotitie: Verklaren werkomstandigheden de gezondheidsverschillen tussen autochtone en allochtone werknemers? [Can health differences between local employers and migrant employers be explained? ] Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 25:

3 Kracht van macht Is veiligheid het recht van de sterkste? Voorletters: F. Roepnaam: Francien Achternaam: Rense Naam bedrijf / instituut 1: Leijnse Artz Veiligheid is vanuit juridische optiek voornamelijk een onderwerp van wet- en regelgeving. De wetgever bepaalt aan welke eisen vanuit veiligheidsoptiek moet worden voldaan. De wettelijke eisen richten zich vooral op inrichting van organisaties en inrichting van specifieke handelingen of werkzaamheden. Door handhaving van die eisen in het geval van geconstateerde tekortkomingen in het kader van toezicht of vanwege incidenten waarbij van tekortkomingen is gebleken, kan op correcties worden aangestuurd. Maar het juridisch instrumentarium is per definitie beperkt. Er moeten voldoende concrete eisen worden gesteld, want dat verlangt de wetgevingssystematiek en handhaving. En handhaving moet zich op de gestelde eisen richten. Bovendien is handhaving nog lang geen continue proces. Er worden alleen met grote tussenpozen toezichtbezoeken en -inspecties uitgevoerd en afgelegd. Handhaving is veelal zelfs afhankelijk van incidenten. Het zal de veiligheidskundigen, naar ik aanneem, een doorn in het oog zijn. Hap-snap-eisen en hap-snap-correcties. Waar is de lange termijn en geïntegreerde visie? Waar is de aandacht voor zachte factoren, zoals veiligheidsbewustzijn, en waar is de aandacht voor al die extra eisen die worden gesteld en geïmplementeerd? En dan, als er een juridisch conflict of discussie rijst of dreigt, nemen de juristen, natuurlijk op verzoek van de opdrachtgever, ook nog de lead. Bepalen zij eventueel welk onderzoek wordt uitgevoerd, welke accenten worden gelegd en wat op welke wijze kan worden gerapporteerd. Waar is vanaf dat moment het aspect veiligheid gebleven? Wordt het conflict of de discussie vanuit die optiek benaderd of worden de betrokkenen gegijzeld door de angst voor juridische consequenties, aansprakelijkheden, verplichtingen tot vergoeding van schade enzovoort? Ik pleit voor een benadering waarin veiligheid op de voorgrond staat en blijft staan. In alle fasen, van wetgeving, tot de inrichting van organisaties als ook handhaving. Daar gaat het uiteindelijk tenslotte om. Vanuit een ieders optiek, de wetgever, de organisaties, de betrokkenen, de autoriteiten en ieder ander. Wat betekent dat voor u als veiligheidskundige? Wat betekent dat voor de organisaties, opdrachtgevers? En wat betekent dat voor de juristen? Maar ook: wat betekent dat voor de autoriteiten? Welke spelregels zouden moeten gelden? Veiligheid hoort niet het sluitstuk te zijn, maar het startpunt. Veiligheid is niet het recht van de sterkste, maar het recht van degenen wiens veiligheid onverhoopt in het gedrang zou kunnen komen. Het recht, de jurist moet een methode vinden om daaraan bescherming te bieden. De veiligheidskunde geeft daarvoor de onderbouwing.

4 Risks to young people at work Increasing human capital or strict regulation? Voorletters: P. Roepnaam: Peter Achternaam: Berkhout Naam bedrijf / instituut 1: RIGO Research en Advies Workers under 25 (17% of all Dutch workers) are involved in 22% of occupational accidents with at least one day absence of work. In this paper we examine if this can be explained by just age or also by other factors and how sensitive the risk is to changes in exposure to occupational hazards. We do so to decide which strategy, either increasing human capital (making young people less vulnerable) or strict regulation (keeping young workers away from exposures) can be more successful. Methoden en technieken: To do so we use an exposure to hazards survey from 2011 containing the total annual exposure in hours for over 60 occupational hazards (like working on a placement ladder ). This 2011 survey also contains the respondents occupational accidents during the last 12 months. We also use the Storybuilder analysis of serious occupational accidents reported to the Dutch labour inspectorate from 1998 to In this paper we will first identify if young workers have a different exposure profile compared to other workers and how this profile relates to the number of observed accidents. We will then construct an empirical model to explain the observation of accidents given personal characteristics (including age) on the one hand and exposure on the other. This (count) model makes use of the distinction between not having an accident (a so-called zero observation) with no hazard present and not having an accident with hazards present. This results in a factor that could be described as accident prone or vulnerability. Resultaten en discussie: Based on our estimation model that explains the occurrence of accidents in relation to age and other background variables on the one hand and exposure profiles on the other we conclude that the strategy of increasing human capital is to be preferred (that is: has the most room for improvement) and especially for young women. The regulation strategy can be considered in situations where young workers are exposed to many hazards simultaneously. That is: reducing the number of hazards, not necessarily the duration of the exposure.

5 De menselijke fout: Jong geleerd of oud gedaan? Een onderzoek naar menselijke fouten als oorzaak van arbeidsongevallen en de relatie hiervan tot de leeftijd van het slachtoffer Voorletters: V. Roepnaam: Vanessa Tussenvoegsels: van Achternaam: Eijk Naam bedrijf / instituut 1: RPS Gegevens auteur 2 Voorletters: R. Roepnaam: Remco Achternaam: Hakhoff Naam bedrijf / instituut 1: RPS Op veel ongevalsformulieren wordt door de melder vaak de menselijke fout vaak aangeduid als een oorzaak van het ongeval. De stomme fout, de domme fout of hij heeft niet opgelet. Dit kan waar zijn, maar dit levert weinig bruikbare informatie op. Meer informatie wordt verkregen wanneer de menselijke fouten worden gecategoriseerd op soort en gekeken wordt of er een relatie is met de leeftijd van de maker. Is deze relatie aan te tonen met bestaande ongevalsgegevens en eventueel te gebruiken voor interventies? Methoden en technieken: Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft alle meldingsplichtige ongevallen, die tussen 1998 en 2009 hebben plaatsgevonden, laten analyseren. Hiervoor zijn modellen gebruikt waarbij één of meer falende barrières als oorzaak van een bedrijfsongeval worden gezien. Bij deze falende barrières is gekeken of het slachtoffer zelf een fout maakte dat ten grondslag lag aan het ongeval. Deze fouten zijn vervolgens in verschillende soorten gecategoriseerd waarna ze zijn gekoppeld aan de gegevens van het slachtoffer. Resultaten en discussie: Voorlopige resultaten lijken erop te wijzen dat een belangrijk deel van de menselijke fouten, die hebben geleid tot een ongeval, vaker is te herleiden tot jongere werknemers (15-25 jaar) die fouten maakten op kennisniveau en dan op het begaan van overtredingen. Het relatief grote aandeel fouten op kennisniveau verdwijnt naar mate de leeftijd toeneemt. Opmerking: Zowel vraagstelling, methode en resultaten zijn op dit moment nog onder voorbehoud omdat de analyse van de gegevens nog loopt.