GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-830 MFC-840

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-830 MFC-840"

Transcriptie

1 GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-830 MFC-840

2 DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, GEKOPPELD MET DE PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother meldt dat dit product mogelijk niet naar behoren werkt in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht en biedt geen garantie in het geval dat dit product gebruikt wordt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land. i

3 Over deze handleiding Hartelijk dank voor de aankoop van een Brother Multifunctionele centrale (MFC). De MFC is zo ontwikkeld, dat hij eenvoudig te bedienen is. Op het LCD-scherm verschijnen instructies die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Wij raden u echter toch aan deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van het apparaat. Bovendien heeft uw MFC een Helptoets. Druk op Shift en Receive Mode om een overzicht af te drukken van de meest elementaire stappen en functies. Informatie opzoeken De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. Informatie over specifieke kenmerken of functies kan worden opgezocht in de index achter in deze handleiding. In deze handleiding zult u verder nog symbolen tegenkomen die u attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en waarschuwingen. Hier en daar zijn ook LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken. In deze handleiding gebruikte symbolen Opmerking of extra informatie. Als u de aanbevelingen niet opvolgt, kan de machine worden beschadigd of zal zij niet naar behoren werken. Opgelet: wees voorzichtig met secties die met dit symbool zijn aangeduid. ii

4 Gebruikersvriendelijk programmeren We hebben in de Multifunctionele Centrale MFC een functie voor programmeren op het LCDscherm ingebouwd. Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van dit apparaat optimaal te benutten. Zie Over deze handleiding. Tijdens het programmeren van uw machine verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap meldingen die u door de programmeringsprocedure leiden. U volgt gewoon de instructies op het LCD-scherm; ze helpen u de juiste functiemenu s, programmeringsopties en instellingen te selecteren. Een volledige lijst van de beschikbare functies, opties en instellingen staat in de appendix van deze handleiding. (Zie Menu s Selection in hoofdstuk 23.) De programmeerstand gebruiken (MENU-modus) Drukt op de toets Menu om toegang te krijgen tot de programmeerstand. Druk op 1 voor het FAX MENU of druk op 2 voor het PRINTER MENU of druk op 3 voor het KOPIE MENU of druk op 4 voor het VIDEO MENU of (alleen voor de MFC-840) druk op 5 voor het PhotoCapture Centre menu. Als u de MENU-modus selecteert, geeft uw MFC een lijst weer met menu s van niveau 1, waaruit u kunt kiezen. Deze menuopties verschijnen achtereenvolgens op het scherm. Wanneer de gewenste optie op het LCD-scherm verschijnt, drukt u op Set. U kunt sneller doorheen de opties bladeren door te drukken op. Wanneer de gewenste optie op het LCD-scherm verschijnt, drukt u op Set. (Gebruik om achteruit door de opties te bladeren als u bijvoorbeeld de optie van uw keuze voorbij bent gelopen, of om tijd te besparen. Deze cursortoetsen bladeren respectievelijk vooruit en achteruit door de opties.) Wanneer u een functie afsluit, verschijnt op het LCD-scherm de melding GEACCEPTEERD. Als u de programmeerstand wilt verlaten, druk dan op Stop. Afwisselende aanduidingen bij programmeren op het LCDscherm Wanneer u uw MFC programmeert, verschijnt op het LCDscherm soms afwisselend de optie die momenteel is FAX: NR. & START geselecteerd en een Help-berichtje met beknopte KOPIE:DRUK COPY instructies. Vaak zal onderstaand voorbeeld op het LCDscherm te zien zijn: deze afwisselende melding betekent dat u, wanneer u een document in de invoer hebt geplaatst, ofwel een nummer kunt kiezen om het document te faxen, of op Mono Copy of Colour Copy kunt drukken om er een kopie van te maken. iii

5 Inhoudsopgave VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING Over deze handleiding Gebruikersvriendelijk programmeren Inhoudsopgave...iv Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing Tips voor de Voorbereiding en Beknopte Gebruiksaanwijzing... 8 Overzicht van het bedieningspaneel NORMAAL GEBRUIK Hoofdstuk 1 Installatie Aangepaste instellingen Nummers opslaan om snel te kiezen Hoofdstuk 2 Een fax verzenden Het scannen afstellen Verzenden Hoofdstuk 3 Faxen ontvangen Ontvangstmodus: instellingen Faxen ontvangen Hoofdstuk 4 Gebruik als telefoon Telefoongesprekken voeren Hoofdstuk 5 Rapporten afdrukken Types rapporten Verzendrapport Rapporten instellen GEAVANCEERDE BEWERKINGEN Hoofdstuk 6 Geavanceerd verzenden Geavanceerd gebruik Hoofdstuk 7 Geavanceerd ontvangen Werken met een extern of een tweede toestel Hoofdstuk 8 Pollen Ontvang Pollen Verzend Pollen (niet beschikbaar voor kleurfax) iv

6 Hoofdstuk 9 Opties voor afstandsbediening (Niet beschikbaar voor kleurfax) Fax doorzenden...51 Opvragen op afstand...52 KOPIËREN Hoofdstuk 10 Kopieën maken Basisbewerkingen...56 Tijdelijke kopieerinstellingen...57 Kopieerkwaliteit Standaardinstellingen...60 Wettelijke beperkingen...63 VIDEO AFDRUKKEN Hoofdstuk 11 Videobeelden afdrukken Voordat u begint...64 Videobeelden in kleur afdrukken...65 Zwart-witte videobeelden afdrukken...65 Tijdelijke instellingen om videobeelden af te drukken...65 De standaardinstellingen wijzigen...67 Hoofdstuk 12 Photo Capture Centre (alleen voor MFC-840) Algemene beschrijving...71 Voordat u begint...71 De standaardinstellingen wijzigen...76 PRINTER/SCANNER Hoofdstuk 13 De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken De Brother-machine samen met uw PC gebruiken...80 Voor u Multi-Function Link Pro installeert...80 Een bidirectionele parallelle kabel (IEEE-1284) om de MFC aan te sluiten op een PC (met Windows 95, 98, 98SE, Windows NT Workstation Versie 4.0 of Windows 2000 Professional)...81 De MFC met een USB-kabel aansluiten op de PC (Alleen voor Windows 98, 98SE en Windows 2000 Professional)...95 De Brother-software installeren Hoofdstuk 14 De MFC als printer gebruiken Kenmerken Printerdriver De juiste papiersoort kiezen Multifunctionele papierinvoer Tegelijkertijd afdrukken en faxen Toetsen op het bedieningspaneel v Chapter

7 Hoofdstuk 15 Printerdriverinstellingen De Brother MFC-830/MFC-840 printerdriver gebruiken Het tabblad Papier Het tabblad Kwaliteit/Kleur Hoofdstuk 16 Het op Windows gebaseerde Brother Control Centre gebruiken (voor Windows 95/98/98SE en NT 4.0) Brother Control Centre De toets Scan gebruiken met een Windows-pc De toetsen op het bedieningspaneel gebruiken Kenmerken van Brother Control Centre Scan to File Scan to Naar een tekstverwerker scannen De knop persoonlijke instellingen Kopiëren/Twee op één kopiëren Hoofdstuk 17 ScanSoft PaperPort voor Brother/TextBridge ScanSoft PaperPort en TextBridge gebruiken Een document scannen Beeld vastleggen op PC Hoofdstuk 18 Multi-Function Link Pro gebruiken Inleiding MFC Remote Setup Hoofdstuk 19 Het PhotoCapture Centre op uw pc gebruiken (alleen voor MFC-840) Inleiding Hoofdstuk 20 De Brother MFC gebruiken met een New Power Macintosh G3, G4 of imac /ibook Uw met USB uitgeruste Apple Macintosh G3, G4 of imac, met Mac OS 8.5/ 8.5.1/8.6/9.0 instellen De Brother printer- en scannerdrivers installeren De Brother Printerdriver gebruiken met uw Apple Macintosh De Brother TWAIN-scannerdriver gebruiken met uw Apple Macintosh vi

8 ONDERHOUD Hoofdstuk 21 Problemen oplossen en onderhoud Foutmeldingen Vastgelopen papier verwijderen Problemen met de werking van de machine De afdrukkwaliteit verbeteren De MFC inpakken en vervoeren Regelmatig onderhoud BELANGRIJKE INFORMATIE Hoofdstuk 22 Belangrijke veiligheidsinstructies Belangrijke veiligheidsinstructies BELANGRIJK - voor uw eigen veiligheid APPENDIX Hoofdstuk 23 Specificaties Faxspecificaties Printerspecificaties Samenstelling en publicatie Handelsmerken Brother-papier Tekst invoeren Menu s Selection Omtrent faxmachines Verklarende woordenlijst Index vii Chapter

9 Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing Eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de MFC Volg deze eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de MFC. Raadpleeg voordat u deze stappen uitvoert echter eerst de Belangrijke Veiligheidsinformatie, de Voorzorgsmaatregelen, de Tips bij de voorbereiding en de Beknopte Gebruiksaanwijzing. Raadpleeg NORMAAL GEBRUIK en GEAVANCEERD GEBRUIK voor nadere informatie. 1 Controleer of u de hieronder afgebeelde onderdelen hebt. VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING Voor USB-kabel Inktcartridges Voor Bi-directionele kabel Gekruld snoer van hoorn (Alleen voor MFC-840) Kabelklem Telefoonsnoer Steun van papierinvoer Steun van documentinvoer Hoorn (Alleen voor MFC-840) Steun van documentuitvoer Papieruitvoerlade Gebruikershandleiding Brother Kleurensuite CD-ROM 2 Sluit het netsnoer en het telefoonsnoer aan (en de hoorn voor de MFC- 840). Gekruld snoer van hoorn* Zodra het netsnoer is aangesloten, verschijnen afwisselend onderstaande meldingen: Netsnoer Telefoonsnoer PLAATS CARTRIDGE OPEN DEKSEL (Zie Het netsnoer aansluiten in dit hoofdstuk.) * *... Alleen voor MFC-840 Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 1

10 3 Bevestig de steun van papierinvoer, de steun van documentinvoer, de papieruitvoerlade en de steun van documentuitvoer. 1 De papiersteun op de multifunctionele papierinvoer plaatsen. 2 Steun van papierinvoer 1 2 De plastic documentsteun bevestigen. Steun van documentinvoer 3 De papier uitvoerlade bevestigen en de plastic steun van de papier uitvoerlade uittrekken. Plastic papier uitvoerlade De papier uitvoerlade bevestigen om papierdoorvoer storingen te voorkomen en de afdrukkwaliteit optimaal te houden. Extensie 2

11 4 De documentsteun bevestigen. Steun voor documentuitvoer VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING 4 Plaats papier in de papiercassette. 1 Waaier de stapel papier goed uit. Leg het papier in de lade, waarbij u zorgt dat de afdrukzijde naar u is gericht en dat de stapel niet boven het driehoekje uitkomt. Markering op papiergeleider 2 Stel de papiergeleiders in op het gebruikte papierformaat. Papiergeleider Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 3

12 5 Installeer de inktcartridges. 1 Controleer of de stroom is ingeschakeld. Op het LCDscherm verschijnen afwisselend onderstaande PLAATS CARTRIDGE meldingen: OPEN DEKSEL 2 Maak de deksel van het bedieningspaneel (1) open door deze naar u toe te trekken, open daarna de bovenkap (2). Na een paar seconden zal de printkop naar links bewegen, naar de positie voor het verwisselen van inktcartridges. Bovenkap Deksel van bedieningspaneel 3 Verwijder de gele transportbescherming door deze omhoog en uit de cartridge te trekken. Aan de onderkant van de gele transportbescherming kan wat inkt zitten. Maak dit na het verwijderen schoon. Het wordt aangeraden om de inktcartridges van links naar rechts te installeren, in de volgorde Zwart, Geel, Cyaan, Magenta. 4 Maak het zakje met de zwarte cartridge open en haal de inktcartridge eruit. 4

13 5 Verwijder de tape voorzichtig van de cartridge. De tape nooit naar u toe trekken. Belangrijk Voorkom dat inkt uw handen en kleding bevlekt, verwijder de beschermende tape langzaam en voorzichtig. Raak de inktopening op de cartridge en de beschermende tape niet aan. Openmaken Tape niet naar u toe trekken! VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING 6 Elke kleur heeft haar eigen correcte positie. Kijk naar de markeringen van de kleurenindicators op de cartridgehouder als leidraad. Plaats daarna voorzichtig de zwarte inktcartridge door ze naar u toe te draaien en vervolgens naar achter te drukken tot ze op haar plaats klikt. 7 Herhaal stap 4-6 voor de andere cartridges. 8 Nadat alle inktcartridges zijn geplaatst, sluit u de bovenkap en de deksel van het bedieningspaneel totdat deze op hun plaats klikken. Uw MFC zal zich nu voorbereiden op het reinigen van de printkoppen, deze reinigingscyclus duurt ongeveer 6 minuten. Voor elke cartridge wordt u gevraagd of u de printkop wilt reinigen en de machine gaat op on-line, klaar voor afdrukken. Controleer dat er papier in de cassette ligt. Op het LCD-scherm verschijnt de melding REINIGT ZWART. Nadat de reinigingscyclus is beëindigd verschijnt DRUK DAN START op het LCD-scherm. 9 Druk op Start binnen een minuut. De MFC maakt een AFDRUK OK? testafdruk. Alleen de eerste keer dat de cartridges worden geïnstalleerd verschijnt de volgende melding 1.JA 2.NEE op het LCD-scherm: 0 Controleer de afdrukkwaliteit van de testpagina. Als die niet voldoet, reinig dan de printkop opnieuw door te drukken op 2. Het scherm vraagt u of de afdrukkwaliteit OK is voor elke kleur. Selecteer NEE voor de kleur(en) die niet correct werd(en) afgedrukt. Als het reinigen is afgelopen, drukt u op Start. De MFC start het afdrukken van Testpagina Nr. 2. A Stel de verticale lijnen af aan de hand van de instructies op de testafdruk. Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 5

14 Als inkt in de ogen komt, deze onmiddellijk met water spoelen en indien nodig een arts raadplegen. De inktcartridges UITSLUITEND verwijderen wanneer ze moeten worden vervangen, anders wordt de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloed en kan de MFC niet bijhouden hoeveel inkt er nog in de cartridges zit. De inktcartridges NIET schudden, daar anders inkt wordt geknoeid wanneer de beschermende tape wordt verwijderd. Als inkt uw lichaam of kleding bevlekt, dit/deze onmiddellijk met zeep of reinigingsmiddel wassen. Als u een inktcartridge op de verkeerde plaats installeert, dient u de printkop een aantal malen te reinigen nadat de juiste cartridge is geplaatst, anders worden de kleuren gemengd. Installeer de inktcartridge na opening onmiddellijk in de MFC en gebruik die binnen de zes maanden na installatie. Gebruik ongeopende inktcartridges voor de vervaldatum die op de verpakking staat. Inktcartridges NIET NAVULLEN. Het gebruik van nagevulde inktcartridges kan de printkop beschadigen en de garantie op dit product doen vervallen. Als de melding XXXX INKT LEEG op het LCD-scherm verschijnt nadat de inktcartridges zijn geïnstalleerd, dient u te controleren dat ze juist zijn geïnstalleerd. 6 Datum en tijd instellen 1 Druk op Menu, 1, 1, 2. 2 Voer de laatste twee cijfers van het jaar in en druk op Set. 01 wordt als 2001 geregistreerd in de machine. JAAR:XX 3 Voer twee cijfers voor de maand in en druk op Set. MAAND:XX 4 Voer twee cijfers voor de dag in en druk op Set. DAG:XX 5 Voer de tijd in 24uurs formaat in en druk op Set. TIJD:XX:XX 6 Druk op Stop. (Zie Datum en tijd instellen in dit hoofdstuk.) 7 Stations-ID instellen 1 Druk op Menu, 1, 1, 3. 2 Voer uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Set. FAX: 3 Voer uw telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Set. TEL: 6

15 4 Voer uw naam in door gebruik te maken van de cijfertoetsen of het schema. Om een spatie in te voeren drukt u op. NAAM: 5 Druk op Set. 6 Druk op Stop. (Zie De stations-id instellen in dit hoofdstuk.) Toets eenmaal A D G J M P T W tweemaal B E H K N Q U X driemaal C F I L O R V Y viermaal S 8 Z vijfmaal A D G J M 7 T 9 VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING 8 Selecteer de ontvangststand om faxen en telefoongesprekken te ontvangen. Handmatig U moet alle oproepen zelf beantwoorden. Als u faxsignalen hoort, drukt u op Start en legt u de hoorn op de haak. Alleen fax De MFC beantwoordt elk telefoontje automatisch alsof het een faxbericht betreft. U kunt geen normale telefoontjes ontvangen, maar u kunt wel opbellen. Fax/Tel De MFC beantwoordt automatisch alle oproepen. Als er een fax binnenkomt, wordt deze afgedrukt. Is de oproep geen fax, dan hoort u een signaal zodat u weet dat u de hoorn moet opnemen. And:Antwoordapp. Dit is de enige instelling waarbij u een extern antwoordapparaat kunt gebruiken. Uw antwoordapparaat is verbonden met uw machine en beantwoordt elke oproep. Als het externe antwoordapparaat (TAD) opneemt, luistert de machine naar faxsignalen. Worden er faxsignalen gedetecteerd, dan worden de faxberichten ontvangen. Deze stand werkt uitsluitend wanneer een extern antwoordapparaat (TAD) op uw faxmachine is aangesloten. (De zgn. belvertraging, ofwel het aantal keren dat de telefoon overgaat voordat de fax opneemt, en de F/T-beltijd werken in deze stand niet). (Zie Faxen ontvangen in hoofdstuk 3.) 9 Met de hand kiezen 1 Neem de hoorn op van een extern apparaat (voor de MFC-830) of neem de hoorn op van de MFC (voor de MFC-840). 2 Wacht totdat u de kiestoon hoort en gebruik vervolgens de cijfertoetsen om het nummer te kiezen. 3 Om de verbinding te verbreken, legt u de hoorn neer. 10 Automatisch een fax verzenden 1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Voer het gewenste faxnummer in. 3 Druk op Start. BELANGRIJK: Neem de hoorn niet op. 11 Een kopie maken 1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer. 2 Druk eenmaal op Mono Copy of Colour Copy, en druk nog eens op dezelfde toets. 3 Om het kopiëren te stoppen, druk op Stop. Druk nogmaals op Stop om het originele document vrij te geven. (Zie Kopieën maken in hoofdstuk 10.) Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 7

16 12 Meer kopieën maken 1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de papierinvoer. 2 Druk op Mono Copy of op Colour Copy. 3 Gebruik de kiestoetsen om het aantal gewenste kopieën in te voeren. Druk bijvoorbeeld op 3, 8 voor 38 kopieën. 4 Druk nogmaals op Mono Copy of op Colour Copy. U kunt kopieën sorteren met behulp van de toets Options. (Zie De toets Options gebruiken in hoofdstuk 10.) 13 De MFC samen met uw pc gebruiken Bij gebruik van Windows 95, 98, 98SE, WindowsNT Workstation versie 4.0 en Windows 2000 Professional, raadpleeg hoofdstuk 13. Bij gebruik van New Power Macintosh, G3, G4 of imac /ibook, raadpleeg hoofdstuk 20. Tips voor de Voorbereiding en Beknopte Gebruiksaanwijzing Verpakken Wanneer de MFC vervoerd moet worden, moet hij zorgvuldig in het originele verpakkingsmateriaal worden ingepakt. Een geschikte plaats kiezen Zet het apparaat op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats het apparaat in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard, geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen 10 en 32 C blijft. Zet de MFC niet op een plaats waar iemand of iets tegen de machine kan stoten. Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten. Zorg ervoor dat uw MFC niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof. Sluit uw MFC niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of een automatische timer, bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren gaan. Sluit uw MFC niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kunnen verstoren. Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons. Zorg voor een vrije luchtstroom van de ventilator aan de rechterkant. Plaats de MFC niet in fel licht, zoals direct zonlicht. Nooit niet-geïsoleerde telefoonbedrading of aansluitpunten aanraken, tenzij de telefoonlijn bij de stekker is ontkoppeld. Wees altijd uiterst voorzichtig tijdens het aansluiten of wijzigen van telefoonlijnen. 8

17 Het netsnoer aansluiten Als u de MFC bedient voordat de cartridges zijn geplaatst, wordt de printkop onherstelbaar beschadigd. De MFC moet worden uitgerust met een geaarde stekker. De MFC is geaard via het stopcontact; om uzelf te beschermen tegen mogelijk gevaarlijke elektrische condities op het telefoonnet, dient u de machine aan te laten staan bij aansluiting op een telefoonlijn. Ook als u de MFC wilt verplaatsen, dient u eerst de telefoonlijn los te koppelen en vervolgens pas het netsnoer. VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING Opslag in geheugen Als u de voorgevormde hoofdstekker moet verwijderen om een gepast type te monteren, moet u de voorgevormde stekker na het lossnijden onmiddellijk wegwerpen, zodat hij niet per ongeluk in een stopcontact onder stroom wordt gestoken, waarbij elektrocutiegevaar ontstaat. De draden in de hoofdbedrading van dit toestel zijn gekleurd volgens de code. Groen-en-geel: Aarding Blauw: Neutraal Bruin: Spanning Omdat de draden in de hoofdbedrading van dit toestel mogelijk niet overeenkomen met de kleurencode van de eindpunten in uw stekker, gelieve als volgt te werk te gaan: De draad met groen-en-gele kleur moet worden aangesloten op het eindpunt in de stekker die gemarkeerd is met de letter E of door het veiligheidssymbool voor aarding of door groene of groen-en-gele kleur. De draad met de blauwe kleur moet aangesloten worden op het punt dat gemarkeerd is met de letter N of een zwarte kleur. De bruine draad moet worden aangesloten op het punt dat gemarkeerd is met de letter L of een rode kleur. Als de stroom uitvalt, worden alle instellingen van de functies STAND.INSTEL, ONTVANGST MENU, KIESGEHEUGEN, AFSTAND OPTIES, en ook die van VOORBLAD INST. en VOORBLAD OPM. (van VERZEND MENU) permanent opgeslagen. Datum en tijd instellen Uw MFC geeft de datum en de tijd weer en deze gegevens worden afgedrukt op elke fax die u verzendt. Als er een stroomstoring optreedt, worden de datum en tijd een aantal uren in het geheugen bewaard. Alle andere instellingen blijven ongewijzigd. Als u een slechte telefoonlijnverbinding hebt, kan uw gesprekspartner een echo van uw stem horen tijdens de oproep. Leg de hoorn op de haak en probeer opnieuw. 1 Druk op Menu, 1, 1, 2. 2 Toets de twee cijfers van het jaartal in en druk op Set. 01 wordt in deze machine geregistreerd als Voer twee cijfers voor de maand in en druk op Set. Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 9

18 4 Voer twee cijfers voor de dag in en druk op Set. 5 Voer de tijd in 24-uurs formaat in en druk op Set. 6 Druk op Stop. De stations-id instellen U kunt uw naam, faxnummer en telefoonnummer in het geheugen van uw MFC opslaan. Deze gegevens worden afgedrukt op het voorblad en op elke pagina van de faxberichten die u verzendt. (Zie Automatisch voorblad in hoofdstuk 6.) Het is uiterst belangrijk dat de fax- en telefoonnummers in internationaal standaardformaat worden ingevoerd, m.a.w. precies in onderstaande volgorde: - Het + (plus) teken (druk op het teken). - Uw landnummer (bijv. 31 voor Nederland of 32 voor België). - Uw netnummer zonder de eerste 0 (in Spanje is dit een 9 ). - Een spatie. - Uw abonneenummer, eventueel met spaties voor de duidelijkheid. Als uw MFC bijvoorbeeld in Engeland is geïnstalleerd, wordt gebruikt voor zowel faxberichten als telefoongesprekken en uw nationale telefoonnummer is, dan moet het faxnummer en het telefoonnummer voor uw stationsidentificatie als volgt worden ingevoerd: Druk op Menu, 1, 1, 3. 2 Voer uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Set. 3 Voer uw telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Set. 4 Voer uw naam in (tot 20 karakters) via de kiestoetsen en de tabel. Om een spatie in te toetsen, druk op. 5 Druk op Set. 6 Druk op Stop. Zie (Zie Tekst invoeren in hoofdstuk 23.) voor nadere informatie over het invoeren van uw naam Het telefoonnummer dat u invoert, wordt alleen gebruikt voor het terugbelbericht en het voorblad. Als u geen faxnummer invoert, kan er ook geen verdere informatie worden ingevoerd. Druk eenmaal op om een spatie tussen nummers in te voegen en druk tweemaal op deze toets om een spatie tussen letters in te voeren. Als uw stations-id reeds was ingevoerd, wordt u gevraagd of u deze identificatie wilt wijzigen (1) of dat u wilt afsluiten zonder wijzigingen aan te brengen (2). 10

19 Het Document plaatsen Documenten moeten tussen 14,8 en 21,6 cm breed zijn, en tussen 12,7 en 35,6 cm hoog. Uw MFC kan een beeld scannen van 20,8 cm breed, ongeacht hoe breed het papier is. Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde naar voren in de documentinvoer. Stel de papiergeleiders af op de breedte van uw document. Papiergeleiders VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING De automatische documentinvoer kan maximaal 20 pagina s bevatten. Elke pagina wordt afzonderlijk ingevoerd. Gebruik in de automatische papierinvoer uitsluitend standaardpapier (75 g/m 2 ). Wilt u zwaarder papier gebruiken, dan moet elk vel afzonderlijk met de hand worden ingevoerd. Druk (voordat u de fax verzendt) op Resolution een selecteer met welke resolutie uw document moet worden verzonden. Gebruik GEEN omgekrulde, verkreukelde, gevouwen of gescheurde documenten, en ook geen documenten met nietjes, paperclips, lijm, correctievloeistof of plakband. Gebruik ook GEEN karton, krantenpapier of stof. Zorg ervoor dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn. Raadpleeg Transmissies met meerdere resoluties elders in dit hoofdstuk als u voor elke pagina van uw document een andere resolutie wilt instellen. Aansluiting op meerdere lijnen (centrale) De meeste kantoren maken gebruik van een eigen telefooncentrale (PBX). De MFC werkt probleemloos met de meeste PBX- of toetssystemen waarop een tweedraads analoge verbinding mogelijk is. Het is echter verstandig om voor uw MFC een afzonderlijke lijn te gebruiken. Zo kan de machine continu in de ontvangststand blijven staan, zodat u dag en nacht faxberichten kunt ontvangen. Als u de machine installeert om via een telefooncentrale (PBX) te werken: 1 Het wordt niet gegarandeerd dat het apparaat onder alle omstandigheden naar behoren met PBX s zal kunnen werken. Bij problemen dient u zich in eerste instantie te wenden tot het bedrijf dat uw PBX verzorgt. 2 Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden beantwoord, is het raadzaam de stand voor beantwoorden op HANDMATIG in te stellen. Alle inkomende telefoontjes worden dan in eerste instantie als telefoongesprekken beschouwd. 3 Dit apparaat kan worden gebruikt op lijnen die gebruik maken van tonen of van pulsen. Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 11

20 Aansluiting van een extern antwoordapparaat (TAD - Telephone Answering Device) Sequentie Indien gewenst, kan een antwoordapparaat worden aangesloten. Als u een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de MFC, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat. De MFC luistert naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de machine het gesprek over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de machine het gesprek over aan het antwoordapparaat en kan er op normale wijze een bericht worden ingesproken. Het antwoordapparaat moet elk gesprek binnen vier keer bellen beantwoorden. U wordt echter aanbevolen om het apparaat in te stellen op twee keer bellen. De machine kan de faxtonen pas opvangen als het antwoordapparaat het gesprek heeft beantwoord, en met vier keer bellen blijven er slechts 8-10 seconden over voor de aansluitbevestiging. Volg de procedure voor het opnemen van een uitgaand bericht in deze handleiding nauwkeurig op. Gebruik geen toll-saver (de bespaarstand voor telefoonkosten) op het antwoordapparaat. Een antwoordapparaat nooit elders op dezelfde lijn aansluiten, daar anders zowel de MFC als het antwoordapparaat proberen om de telefoon te beantwoorden. Aansluitingen 1 Een extern antwoordapparaat kan als volgt op uw faxmachine worden aangesloten. TAD 2 Stel uw antwoordapparaat zo in, dat na één of twee keer overgaan wordt opgenomen. (De zgn. belvertraging van de MFC werkt nu niet.) 3 Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op (zie volgende pagina). 4 Activeer het antwoordapparaat. 5 Stel de ontvangststand in op ANT:ANTWOORDAPP. 12

21 Uitgaand bericht van antwoordapparaat Timing is van essentieel belang wanneer u een uitgaand bericht opneemt. Het bericht bepaalt de wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt. 1 U wordt aanbevolen een bericht van niet meer dan 20 seconden te gebruiken. 2 Neem eerst vijf seconden stilte op. (dit geeft uw MFC de gelegenheid om bij automatische faxtransmissies eerst de faxtonen te horen.) 3 U wordt aanbevolen om aan het einde van het uitgaande bericht de code voor activeren op afstand te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld: Na de toon kunt u een bericht inspreken of op Start drukken om een fax te sturen. Houd er rekening mee dat sommige handmatig verzonden faxen niet automatisch kunnen worden ontvangen. Dit komt omdat de verzendende faxmachine dan geen faxtonen doorgeeft. Daarom is het raadzaam uw code voor activeren op afstand ( 5 1) te vermelden. VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING Een extern toestel aansluiten Uw MFC heeft een hoorn die u als een normale telefoon kunt gebruiken (Alleen MFC-840). Indien gewenst, kunt u echter ook een extern toestel (of antwoordapparaat) op uw MFC aansluiten, zoals op onderstaande afbeelding. Extern toestel Tweede toestel Telkens als een extern toestel (of TAD) in gebruik is, verschijnt op het scherm de melding TELEFOON (voor de MFC-830) EXT.TEL IN GEBR. (voor de MFC-840), en als de hoorn van de MFC niet op de haak ligt, weerklinkt een alarm. Om het gesprek van het externe toestel over te schakelen naar de MFC, neemt u de hoorn van de haak en drukt u op de toets Tel (voor de MFC-830). Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 13

22 Overzicht van het bedieningspaneel MFC MFC

23 1 LCD-scherm Op het LCD-scherm verschijnen meldingen die u helpen bij het instellen en bedienen van uw MFC. 2 Kleurafdrukfunctietoetsen: Reset Wist gegevens uit het geheugen en stelt de MFC terug op de fabrieksinstellingen. Ink Management Reinigt de printkoppen en/of stelt de inktmeter terug nadat een cartridge is verwisseld. 3 Kleurkopie Functietoetsen: Enlarge/Reduce Hiermee kunnen vergrote of verkleinde kopieën worden gemaakt, afhankelijk van de door u geselecteerde verhouding. Options U kunt de instellingen wijzigen van Kopie, Videoprinting en *PhotoCapture Centre. (* Alleen voor MFC-840) Quality Gebruik deze toets om tijdelijk de kwaliteit te wijzigen van Kopie en Videoprinting en *PhotoCapture Centre. (* Alleen voor MFC-840) Colour Copy Maakt een full-colour kopie. Mono Copy Maakt een zwart-witte kopie, of een kopie in één kleur. 4 Redial/Pause Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer opnieuw gekozen. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in automatisch te kiezen nummers. 5 R (Recall) Druk op Shift en deze toets om toegang te krijgen tot een buitenlijn en/of om de telefonist(e) te bereiken of een oproep door te schakelen naar een andere extensie, als u bent aangesloten op een centrale (PBX). Mute (Uitsluitend voor de MFC- 840) Gebruik deze toets om een gesprek in wachtstand te plaatsen. Tel Deze toets wordt gebruikt om een telefoon aan te nemen in F/T modus (Voor MFC-830) of om de lijn over te schakelen tussen hoorn en luidspreker (Voor MFC-840). 6 Directkiestoetsen Met deze 4 toetsen krijgt u rechtstreeks toegang tot vooraf geprogrammeerde telefoonnummers. 7 Cijfertoetsen Met deze toetsen worden telefoon/ faxnummers gekozen. Deze toetsen worden tevens gebruikt voor het in de faxmachine invoeren van informatie. 8 Search/Speed Dial Laat u toe opgeslagen telefoonnummers te kiezen door te drukken op de toets # en een getal met twee cijfers. Laat ook toe opgeslagen nummers in het geheugen op te zoeken. 9 Shift Gebruik deze toets om de geheugenlokaties 5 tot 8 te raadplegen van de directkiestoetsen. Druk op deze toets en op de toets Receive Mode, telkens als u een beknopte helplijst wilt afdrukken. VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 15

24 0 Scannerfunctietoetsen: Scan Image Druk op deze toets om een kleurafbeelding te scannen en het in uw grafisch programma te bekijken en te wijzigen. Scan/OCR Druk op deze toets om een tekstdocument te scannen. ScanSoft TextBridge zal het omzetten naar wijzigbare tekst en in uw tekstverwerkingsprogramma tonen voor verdere bewerking. Scan to Druk op deze toets om een origineel te scannen naar uw programma, waarbij het automatisch als bijlage wordt gecreëerd. A B C Faxfunctietoetsen: Receive Mode Met deze toets kunt u specificeren hoe uw MFC inkomende telefoontjes moet beantwoorden. Help Druk op Shift en deze toets telkens als u een beknopte helplijst wilt afdrukken. De helplijst toont hoe functies te bedienen, hoe informatie te registreren, en hoe basisinformatie te raadplegen. Resolution Met deze toets kunt u de resolutie van een te verzenden fax instellen. Stop Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt, een bewerking geannuleerd of een functiemenu afgesloten. Start Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestart, zoals het verzenden van een faxbericht. D E Programmeertoetsen: (pijltoets links) (pijltoets rechts) Volume Verplaats de LCD-cursor naar links of rechts om het volume van de luidspreker en van de bel bij te stellen. Menu Met deze toets krijgt u toegang tot de functies en de programmeerstand. Set Deze toets wordt gebruikt om een instelling op te slaan. Verify Druk op Shift en deze toets telkens als u een transmissiecontrolerapport voor uw laatste verzending wilt afdrukken. Resolutie indicatielampjes Deze LED s tonen de geselecteerde resolutiemodus. 16

25 1 Installatie Aangepaste instellingen Volume-instellingen Volume van waarschuwingstoon Het volume kan worden ingesteld op LAAG, HOOG of UIT. De fabrieksinstelling is LAAG. Als het volume is ingesteld op LAAG of op HOOG, hoort u een geluidssignaal telkens wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt en aan het einde van faxtransmissies. 1 Druk op Menu, 1, 1, 4. 2 Druk op of om de gewenste instelling te selecteren. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. Volume van luidspreker U kunt het volume van de luidspreker instellen nadat de MFC een nummer heeft gekozen (bellen met hoorn op haak), er verbinding is verkregen en de melding TELEFOON op het LCD-scherm wordt weergegeven. U kunt het volume UITSCHAKELEN of u kunt een volumesterkte kiezen. Druk op of om het volume af te stellen. Op het LCD-scherm wordt nu de door u gekozen instelling weergegeven. Telkens wanneer u op een van de pijltoetsen drukt, wordt het volume verder afgesteld. De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u deze wijzigt. Volume van bel U kunt het volume van de bel instellen wanneer de machine inactief is. Het volume van de bel kan worden uitgezet als u de bel van inkomende berichten niet wilt horen. Druk op of om het volume af te stellen. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, gaat de bel even over, zodat u hoort hoe luid de bel met de huidige instelling klinkt (het LCD-scherm toont de huidige instelling). Telkens wanneer u op een pijltoets drukt, wordt het volume van de bel verder afgesteld. De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u deze wijzigt. PBX en DOORVERBINDEN Uw MFC is in eerste instantie zo ingesteld dat zij kan worden aangesloten op openbare telefoonlijnen (PSTN - Public Switched Telephone Network). De meeste bedrijven gebruiken echter een centraal telefoonsysteem of een PBX (Private Automatic Branch Exchange). Uw MFC kan worden aangesloten op de meeste types PBX-telefoonsystemen. Is uw MFC aangesloten op een PBX, dan krijgt u snel toegang tot een buitenlijn door te drukken op Shift en R. Of u kunt een telefoontje ook doorschakelen naar een ander toestel door te drukken op Shift en R. PBX instellen Als uw MFC is aangesloten op een centrale, moet PBX:AAN worden geselecteerd. Is de MFC niet op een centrale aangesloten, dan moet deze functie UIT. 1 Druk op Menu, 1, 1, 5. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen: 2 Druk op of om AAN of UIT te selecteren, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCDscherm staat. PBX:UIT KIES,DRUK SET NORMAAL GEBRUIK Installatie 17

26 3 Druk op Stop. U kunt een druk op toets R programmeren als onderdeel van een directkiesnummer of een snelkiesnummer. Om een directkiesnummer of een snelkiesnummer te programmeren (functiemenu of 1-5-2) drukt u eerst op Shift en R (op het LCD-scherm verschijnt! ), en vervolgens voert u het telefoonnummer in. U hoeft dan niet meer op Shift en R te drukken als u een buitenlijn kiest met behulp van een directkiestoets of een snelkiestoets. (Zie Nummers opslaan om snel te kiezen.) Als de PBX echter is UIT-geschakeld, kunt u geen directkiestoets of snelkiestoets gebruiken waarin de toetscombinatie Shift en R is geprogrammeerd. Zomertijd/wintertijd instellen Met deze functie zet u de klok van de MFC snel een uur vooruit of een uur terug. 1 Druk op Menu, 1, 1, 6. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen: 2 Druk op of om zomertijd of wintertijd te selecteren, en druk op Set. 3 Druk op 1 om over te schakelen van wintertijd naar zomertijd, of andersom, of druk op 2 om af te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen. De taal voor de meldingen op het LCD-scherm instellen De meldingen op het LCD-scherm kunnen worden weergegeven in het Nederlands, Frans of Engels. De standaardtaal is Nederlands. 1 Druk op Menu, 1, 1, 7. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen:- 2 Druk op of om NEDERLANDS, FRANS of ENGELS te selecteren. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. Nummers opslaan om snel te kiezen U kunt uw MFC op drie verschillende manieren laten snelkiezen: met directkiestoetsen, met snelkiestoetsen en met groepen voor het groepsverzenden van faxberichten. Directkiesnummers opslaan IN ZOMERTIJD? KIES,DRUK SET TAAL:NEDERLANDS KIES,DRUK SET U kunt 8 fax- en telefoonnummers opslaan die dan met één druk op een toets gekozen kunnen worden. Samen met deze nummers kunnen ook namen worden opgeslagen. De nummers die in het geheugen zijn opgeslagen, blijven behouden als de stroom uitvalt. Wanneer u op een directkiestoets drukt, verschijnt op het LCD-scherm de naam of het nummer dat wordt gekozen. (Zie Directkiezen in hoofdstuk 4.) 18 Hoofdstuk 1

27 Directkiestoetsen zijn niet de normale kiestoetsen. Dit zijn de vier toetsen (nummer 1-4). De directkiestoetsen 5-8 kunt u kiezen door de toets Shift ingedrukt te houden en vervolgens de overeenkomstige directkiestoets in te drukken. 1 Druk op Menu, 1, 5, 1. 2 Druk op de directkiestoets waaronder u het nummer wilt opslaan. Op het LCD-scherm staat het nummer van de door u gekozen directkiestoets. 3 Voer een nummer in (maximaal 20 tekens), en druk op Set. U wordt gevraagd een naam in te voeren. 4 Gebruik de normale kiestoetsen om de naam in te voeren (maximaal 15 tekens). (Zie Tekst invoeren in hoofdstuk 23.) of Ga naar stap 5 om het nummer zonder een naam op te slaan. 5 Druk op Set. U wordt gevraagd aan te geven wat voor nummer het is (fax, telefoon of beide). Druk op of om het type nummer te selecteren. NORMAAL GEBRUIK FAX TEL F/T is een faxnummer is een telefoonnummer is een gecombineerd fax/telefoonnummer 6 Druk op Set. Herhaal deze procedure vanaf stap 2 voor het volgende directkiesnummer, of druk op Stop. Wanneer u op een directkiestoets drukt, verschijnt op het LCD-scherm de naam van de persoon wiens nummer wordt gekozen. Als u geen naam hebt ingevoerd, wordt het nummer getoond. Snelkiesnummers opslaan U kunt snelkiesnummers opslaan zodat u een nummer kunt bellen door slechts 4 toetsen in te drukken. De MFC-830 kan 50 snelkiesnummers opslaan, MFC-840 ondersteunt 100 snelkiesnummers. (Zie Directkiezen in hoofdstuk 4.) 1 Druk op Menu, 1, 5, 2. U wordt gevraagd een locatie in te voeren. 2 Gebruik de normale kiestoetsen om een uit twee cijfers bestaande locatie in te voeren (01-50 voor MFC-830, voor MFC-840), en druk op Set. Op het LCD-scherm verschijnt uw invoer. U wordt nu gevraagd om het nummer in te voeren dat u wilt opslaan. 3 Voer het nummer in (maximaal 20 cijfers), en druk op Set. U wordt nu gevraagd een naam bij het nummer op te slaan. 4 Gebruik de normale kiestoetsen om de naam in te voeren (maximaal 15 tekens). (Zie Directkiezen in hoofdstuk 4. Zie ook Snelkiezen in hoofdstuk 4.) of ga naar stap 7 om het nummer zonder een naam in te voeren. 5 Druk op Set. U wordt gevraagd aan te geven wat voor nummer het is (fax, telefoon of beide). Druk op of om het type nummer te selecteren. FAX TEL F/T is een faxnummer is een telefoonnummer is een gecombineerd fax/telefoonnummer 6 Herhaal deze procedure vanaf stap 2 om het volgende snelkiesnummer in te voeren, of druk op Stop. Installatie 19

28 Directkiesnummers en snelkiesnummers wijzigen Als u probeert een directkiesnummer of een snelkiesnummer op te slaan op een locatie waar reeds een nummer staat, verschijnt de naam van het huidig opgeslagen nummer op het LCD-scherm en wordt u gevraagd of u deze wilt wijzigen of de handeling wilt afsluiten. 1 Druk op 1 als u het opgeslagen nummer wilt wijzigen, of op 2 als u de handeling wilt afsluiten zonder een wijziging te maken. 2 Voer het nieuwe nummer in. Als u het nummer wilt wissen, drukt u op Stop als de cursor helemaal links van de cijfers staat. Als u één van de cijfers wilt veranderen, gaat u met de pijltoetsen of naar het te wijzigen cijfer en voert u het nieuwe cijfer in. 3 Volg de verdere procedure die is beschreven in Directkiesnummers opslaan en Snelkiesnummers opslaan. 20 Hoofdstuk 1

29 2 Een fax verzenden Het scannen afstellen Contrast Als uw document erg licht of donker is, wilt u het contrast wellicht aanpassen. Gebruik LICHT voor het verzenden van een erg licht document. Gebruik DONKER voor een erg donker document. 1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Druk op Menu, 1, 3, 3. 3 Gebruik of om AUTO, LICHT, of DONKER te selecteren. 4 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 5 Druk op 2 als u klaar bent met instellen en ga naar stap 6 of druk op 1 als u bijkomende instellingen wilt kiezen. Het scherm toont opnieuw het menu STAND INST. VERZEND MENU. 6 Voer het gewenste faxnummer in en druk op Start om de fax te verzenden. Resolutie NORMAAL GEBRUIK Als er een document in de documentinvoer zit, kunt u de toets Resolution gebruiken. Druk op de toets Resolution tot de gewenste selectie op het scherm verschijnt. (Zie Verzenden met meerdere resoluties (niet beschikbaar voor kleurfax) in hoofdstuk 6.) Standaard: geschikt voor de meeste getypte documenten. (Geen lichte tinten) Fijn: is een ideale instelling voor documenten met een klein lettertype. De transmissiesnelheid is langzamer dan bij de standaardresolutie. Foto: is een ideale instelling voor documenten met wisselende grijstinten, zoals foto s. De transmissiesnelheid is tamelijk langzaam. Kleuren fax: gebruik deze om het origineel in kleur te verzenden. U kunt de faxresolutie ook wijzigen naar Z.Fijn. Meer, zie Verzenden met meerdere resoluties (niet beschikbaar voor kleurfax) in hoofdstuk 6. Verzenden Automatisch verzenden Dit is de makkelijkste manier. BELANGRIJK: neem de hoorn niet van de haak. 1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Voer het gewenste faxnummer in. (U kunt hiervoor directkiestoetsen, snelkiestoetsen, of de Telefoonindex gebruiken, of u kunt het nummer met de hand invoeren.) 3 Druk op Start. De machine begint het document in te scannen. Het nummer van de opdracht en de hoeveelheid beschikbaar geheugen verschijnen op het LCD-scherm. Als de machine niet bezig is een document te verzenden, te ontvangen of af te drukken, zal het nummer worden gekozen. Een fax verzenden 21

30 Handmatig verzenden met een extern toestel, dat op de faxmachine is aangesloten (voor de MFC-830) Als u handmatig documenten gaat verzenden, hoort u de kiestoon, de beltonen en de faxontvangsttonen. Pas wanneer u deze laatste tonen hoort, kunt u de fax verzenden. 1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Neem de hoorn van de haak en wacht totdat u de kiestoon hoort. 3 Voer het gewenste faxnummer in. (U kunt dit nummer met de normale kiestoetsen invoeren, of de snelkiestoetsen of directkiestoetsen gebruiken.) (Zie Directkiezen in hoofdstuk 4, en Snelkiezen, in hoofdstuk 4.) 4 Zodra u de faxtonen hoort, drukt u op Start. 5 Als u de hoorn van de externe telefoon gebruikt, hangt u nu op. Handmatig verzenden (voor de MFC-840) Als u handmatig documenten gaat verzenden, hoort u de kiestoon, de beltonen en de faxontvangsttonen. Pas wanneer u deze laatste tonen hoort, kunt u de fax verzenden. 1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Neem de hoorn van de haak en wacht totdat u de kiestoon hoort. 3 Voer het gewenste faxnummer in. (U kunt dit nummer met de normale kiestoetsen invoeren, of de snelkiestoetsen of directkiestoetsen gebruiken.) (Zie Snelkiezen in hoofdstuk 4, en Snelkiezen, in hoofdstuk 4.) 4 Zodra u de faxtonen hoort, drukt u op Start. 5 Als u de hoorn gebruikt, hangt u nu op. Opnieuw kiezen Als u een fax handmatig verzendt maar de lijn is bezet, dan kunt u de fax opnieuw proberen te verzenden door te drukken op de toets Redial/Pause. 1 Druk op Redial/Pause. 2 Druk op Start. Als u een fax automatisch verzendt en de lijn is bezet, zal de faxmachine met tussenpozen van 2 minuten het nummer drie keer opnieuw proberen. 22 Hoofdstuk 2

31 Kleurfax verzenden Met uw MFC kunt u ook kleurfaxen verzenden. 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Druk op de toets Resolution om Colour Fax te selecteren. 3 Voer het faxnummer in via de kiestoetsen, snelkiestoetsen, directkiestoetsen of de telefoonindex. 4 Druk op Start. Als u een kleurfax verzendt, start de MFC het verzenden van de fax zonder eerst het origineel in het geheugen te scannen. Tweevoudige werking (Niet beschikbaar voor kleurfax) U kunt tot 50 berichten in het faxgeheugen scannen, zelfs terwijl de machine een andere fax ontvangt of verzendt (vanuit het geheugen). U kunt tijdelijke instellingen bepalen voor elke fax die u scant, behalve instellingen voor de Tijdklok en voor het Pollen. Als u tijdens het scannen van de eerste pagina van een fax de melding ziet dat het GEHEUGEN VOL is, dient u op Stop te drukken om de scan te stoppen. Als de melding verschijnt dat het GEHEUGEN VOL is tijdens het scannen van een volgende pagina, kunt u ofwel op Start drukken om de gescande pagina s te zenden, of op Stop drukken om de gehele scan te annuleren. 1 Controleer dat de documentinvoer leeg is. 2 Plaats het document in de documentinvoer. 3 Voer het gewenste faxnummer in. 4 Druk op Start. De machine begint het document te scannen en het scherm toont het jobnummer (#XX) van de fax, en hoeveel geheugen nog beschikbaar is. Als de machine begint te bellen, kunt u onmiddellijk de stappen 1 tot 4 herhalen voor de volgende fax. NORMAAL GEBRUIK Uw machine werkt normaal in de modus Tweevoudige werking. Om echter een kleurfax te verzenden, moet u Tweevoudige werking uitschakelen en direct verzenden gebruiken. Een fax verzenden 23

32 Direct (ofwel real-time) verzenden Als het geheugen vol is, kan de machine de documenten niet meer in het geheugen scannen voordat ze worden verzonden. U kunt in dit geval DIRECT VERZ. selecteren. Plaats het document vervolgens in de documentinvoer en voer het faxnummer in. Zodra de lijn vrij is, kiest de machine het nummer en wordt de fax verzonden. 1 Plaats het document in de documentinvoer. 2 Druk op Menu, 1, 3, 9. Op het LCD-scherm staan afwisselend onderstaande meldingen: 3 Om de standaardinstelling te wijzigen, drukt u op of om AAN (of UIT) te selecteren en druk op Set. Ga naar stap 6 of, als de instelling alleen geldt voor de 9.DIRECT VERZ. DIRECT VERZ.:AAN KIES,DRUK SET volgende fax, drukt u op of om ALLEEN DEZE FAX te selecteren. 4 Druk op Set. 5 Als de instelling alleen geldt voor de volgende fax, drukt u op of om AAN (of UIT) te selecteren en drukt u op Set. 6 Druk op 1 als u bijkomende instellingen wilt kiezen. Het scherm toont opnieuw het VERZEND MENU, of druk op 2 als u klaar bent met de selectie van de instellingen, en ga naar stap 7. 7 Voer het faxnummer in en druk op Start. Deze instelling geldt niet voor kleurfaxen. 24 Hoofdstuk 2

33 3 Faxen ontvangen Ontvangstmodus: instellingen De belvertraging instellen (het aantal keren dat de bel overgaat) U kunt instellen hoe vaak de bel van de MFC overgaat voordat de machine opneemt. Zie Werken met een extern of een tweede toestel in hoofdstuk 7. Zie ook Uitsluitend voor de stand Fax/Telefoon in hoofdstuk 7. 1 Druk op Menu, 1, 2, 1 en vervolgens op Set. 2 Druk op of om te selecteren hoe vaak de bel overgaat voordat wordt opgenomen (02-04). 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. NORMAAL GEBRUIK De F/T-beltijd (Fax/Tel) instellen (alleen voor Fax/Tel-modus) U moet bepalen hoelang de MFC zijn speciale F/T-pseudobelsignaal laat horen als u een spraakoproep krijgt. Dit signaal wordt gegeven na het initiële signaal van de telefoonmaatschappij. Alleen de MFC belt gedurende 20, 30, 40, of 70 seconden; geen andere toestellen op dezelfde lijn geven het speciale F/T-pseudobelsignaal. U kunt de oproep echter beantwoorden via elk toestel met een apart stopcontact dat op dezelfde lijn staat als de MFC. (Zie Werken met een extern of een tweede toestel in hoofdstuk 7.) 1 Druk op Menu, 1, 2, 2. 2 Druk op of om te selecteren hoe vaak de bel moet overgaan om een normaal telefoontje te melden, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 3 Druk op Stop. Als de MFC in de stand Fax/Telefoon staat en de telefoon gaat, zullen alle toestellen op deze lijn het aantal keren overgaan dat u in de belvertraging hebt geselecteerd. U kunt het gesprek door de MFC laten beantwoorden, die zelf zal waarnemen of het een faxbericht of een normaal gesprek is. Als het een normaal gesprek betreft, wordt de dubbele beltoon gegeven gedurende het aantal seconden dat u voor de F/T-beltijd heeft geselecteerd. Zelfs als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, zal dit signaal het aantal seconden aanhouden dat u hebt geselecteerd. Houd er rekening mee dat sommige faxen niet automatisch kunnen worden ontvangen in de stand Fax/Telefoon, omdat niet alle faxmachines een standaard Groep 3 faxtoon uitzenden. BELANGRIJK! De MFC geeft deze belinstellingen niet door aan andere toestellen. Dergelijke toestellen gaan slechts het door u onder belvertraging geselecteerde aantal keren over. Faxen ontvangen 25

34 Fax waarnemen Als u deze mogelijkheid gebruikt, is het niet nodig op Start te drukken als u een faxoproep beantwoordt of faxsignalen hoort. Houd de hoorn gedurende enkele seconden vast. Als ONTVANG op het LCD-scherm verschijnt of als u faxgeluiden hoort in de hoorn van een extern toestel met een ander stopcontact, legt u de hoorn op de haak, en uw MFC doet de rest. Door AAN te selecteren kan uw MFC automatisch faxoproepen ontvangen, zelfs als u de hoorn van een extern toestel hebt opgenomen. Door HALF te selecteren (alleen op de MFC-840) kan de faxmachine de oproep alleen ontvangen als u de hoorn van de machine zelf hebt opgenomen. Door UIT te selecteren, moet u zelf de MFC activeren, door te drukken op Start of op 5 1 als u niet bij de MFC staat. Zie Werken met een extern of een tweede toestel in hoofdstuk 7. Zie ook Uitsluitend voor de stand Fax/Telefoon in hoofdstuk 7. Als Fax Waarnemen vanwege ruis op de lijn niet werkt, drukt u op Start of voert u de code voor activeren op afstand in Druk op Menu, 1, 2, 3. 2 Druk op of om AAN, HALF (MFC-840) of UIT te selecteren en druk op Set als op het scherm uw keuze verschijnt. 3 Druk op Stop. Als u deze functie heeft geactiveerd (AAN) maar uw MFC niet automatisch verbinding met een fax kan krijgen wanneer u de handset van een extern of een tweede toestel van de haak neemt, drukt u op 5 1. Als u zich bij de machine bevindt, neemt u de handset van de haak en drukt u op Start. Faxen ontvangen De ontvangstmodus selecteren U dient een extern telefoontoestel aan te sluiten om Fax/Tel (F/T) of Handmatige modus te kunnen selecteren (alleen voor MFC-830). Stand voor beantwoorden 1. HANDMATIG Gebruik deze functie als u talrijke telefoontjes krijgt, maar slechts weinig faxen ontvangt. Elk telefoontje moet door u worden aangenomen. Als u faxtonen hoort, drukt u op Start en legt u de hoorn op de haak. 2. ALLEEN FAX Gebruik deze functie als u alleen faxberichten wilt ontvangen (geen telefoontjes). De faxmachine dient bij voorkeur op een eigen lijn te zijn aangesloten. De faxmachine beantwoordt elk telefoontje alsof het een faxbericht betreft. U kunt geen normale telefoongesprekken ontvangen, maar u kunt wel opbellen en een telefoongesprek voeren. (Deze instelling is ideaal wanneer de faxmachine op een afzonderlijke lijn is aangesloten.) 26 Hoofdstuk 3

35 Stand voor beantwoorden 3. Fax/Tel (F/T) Gebruik deze functie als u talrijke faxen verwacht en slechts weinig telefoontjes. De machine beantwoordt automatisch elke oproep. Is de oproep een fax, dan wordt die afgedrukt. Is de oproep geen fax, dan krijgt u het F/T pseudobelsignaal, dat verschilt van het gewone bellen. U dient dan de hoorn op te nemen. Als u deze instelling kiest, moet u de belvertraging en de F/T-beltijd instellen (op de volgende bladzijden). 4. ANT Dit is de enige instelling waarmee u ook een extern antwoordapparaat kunt gebruiken. Uw antwoordapparaat moet op uw faxmachine zijn aangesloten en zal elk telefoontje aannemen. Zodra het antwoordapparaat een telefoontje beantwoordt, luistert uw faxmachine of er faxtonen over de lijn worden uitgezonden. Als die er zijn, wordt het inkomende faxbericht ontvangen. Deze instelling werkt uitsluitend wanneer er een extern antwoordapparaat op uw faxmachine is aangesloten. De belvertraging en de F/T-beltijd werken in deze stand niet. De ontvangststand kiezen en wijzigen 1 Druk op de toets Receive Mode. Het scherm toont uw huidige selectie. 2 Druk opnieuw op de toets zodat de volgende keuzemogelijkheid verschijnt. Na 2 seconden keert het scherm terug naar de datum/tijdweergave en worden uw nieuwe instellingen voor de ontvangstmodus opgeslagen. FAX/TEL ANT:ANTWOORDAPP. Als u de ontvangststand wijzigt terwijl u een andere actie uitvoert, keert het scherm terug naar die handeling. HND HANDMATIG ALLEEN FAX ALLEEN FAX HANDMATIG NORMAAL GEBRUIK ANTWOORDAPP. Huidige ontvangstmodus Handmatige ontvangst (de stand Handmatig) Als u de ontvangststand instelt op Handmatig, moet u alle inkomende oproepen zelf beantwoorden. Selecteer deze modus door te drukken op de toets Receive Mode. Hierna volgt wat u moet doen als u de Handmatige modus gebruikt: Bij ontvangst van een Als volgt beantwoorden 1. Normaal telefoontje Beantwoord de telefoon normaal. 2. Telefoontje en verzoek om fax te verzenden Druk op Start als uw gesprek afgelopen is en leg de hoorn op de haak. Vergeet niet: De afzender moet ook op Start drukken. 3. Faxtoon Wacht tot de faxmachine de oproep overneemt of druk op Start. Faxen ontvangen 27

36 Automatische ontvangst van faxberichten (de Fax-stand) Als het apparaat is ingesteld op automatische ontvangst van faxberichten, worden alle binnenkomende faxen automatisch ontvangen. Deze stand wordt geselecteerd door op Receive Mode te drukken. Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken Met deze MFC kunt u een verkleinde afdruk maken van een inkomend faxbericht. Hiervoor worden vaste verkleiningspercentages gebruikt. Als u AUTO kiest, bepaalt de machine hoe klein het document wordt afgedrukt, ongeacht het oorspronkelijke formaat. 1 Druk op Menu, 1, 2, 5. Het LCD-scherm geeft het 5.VERKLEINEN volgende weer 2 Gebruik of om de gewenste verkleiningsfactor te selecteren: AUTO, 100%, 88%, 83% of 70%. Kies 100% als u het document niet wilt verkleinen. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. Als u faxen ontvangt die worden gesplitst over twee pagina's, wijzig de verkleining dan naar AUTO of kies een lager verkleiningspercentage. Als u automatische verkleining gebruikt om het inkomende faxbericht op één pagina te kunnen afdrukken, mag het origineel niet langer zijn dan 35 cm. Is het origineel langer, dan worden de gegevens niet verkleind en wordt op een volgend vel verdergegaan. Als u automatische verkleining gebruikt en een faxbericht ontvangt dat kleiner is dan het papier waarop wordt afgedrukt, wordt het bericht niet verkleind maar in de oorspronkelijke grootte afgedrukt. 28 Hoofdstuk 3

37 Ontvangen in het geheugen Raakt het papier tijdens het ontvangen van een faxbericht op, dan wordt op het LCD-scherm de melding KIJK PAPIER NA weergegeven. Plaats nieuw papier. (Zie Papier plaatsen in Voorbereiding en ingebruikneming.) Als de GEH.ONTVANGST op AAN staat zal de lopende faxontvangst worden voortgezet. De resterende pagina s worden opgeslagen naargelang het beschikbare geheugen. Later binnenkomende faxen worden eveneens in het geheugen opgeslagen tot het geheugen vol is. Daarna worden binnenkomende faxberichten niet meer automatisch ontvangen. Alle data worden afgedrukt zodra er opnieuw papier in de papierinvoer zit. Druk dan op Start. Als de GEH.ONTVANGST op UIT staat zal de lopende faxontvangst worden voortgezet. De resterende pagina s worden opgeslagen naargelang het beschikbare geheugen. Later binnenkomende faxen worden echter niet meer automatisch ontvangen tot er weer papier in de papierinvoer zit. De laatst binnengekomen fax wordt afgedrukt zodra er opnieuw papier in de papierinvoer zit. Druk dan op Start. 1 Druk op Menu, 1, 2, 6. Het LCD-scherm geeft het volgende weer 2 Gebruik of AAN of UIT te selecteren en druk op Set als het scherm uw keuze weergeeft. 3 Druk op Stop. Een fax uit het geheugen afdrukken 6.GEH.ONTVANGST Als geheugenopslag AAN staat voor gebruik op afstand, kunt u nog altijd een fax afdrukken die in het geheugen zit als u bij de machine staat: (Zie Fax Opslaan instellen in hoofdstuk 9.) 1 Druk op Menu, 1, 7, 4. 2 Druk op Start. 3 Als alle data die in het geheugen staan, zijn afgedrukt, drukt u op Stop. NORMAAL GEBRUIK Faxen ontvangen 29

38 4 Gebruik als telefoon Telefoongesprekken voeren U kunt uw faxmachine ook voor normale telefoongesprekken gebruiken. Nummers kunnen met de hand worden gekozen, met de directkiestoetsen of met de snelkiestoetsen. Handmatig kiezen HET TOESTEL GEBRUIKEN MET EEN EXTERNE TELEFOON (alleen voor de MFC-830) Als u een extern telefoontoestel aansluit op uw faxmachine, kunt u normale telefoongesprekken voeren vanaf de faxmachine. Om een nummer met de hand te kiezen, toetst u gewoon het telefoonnummer in. 1 Neem de hoorn van de haak. 2 Wacht totdat u de kiestoon hoort en gebruik vervolgens de cijfertoetsen om het nummer te kiezen. 3 Als u wilt ophangen legt u de hoorn weer neer. Directkiezen 1 Neem de hoorn van de haak. 2 Wacht totdat u de kiestoon hoort en druk vervolgens op de directkiestoets waaronder het te kiezen nummer is opgeslagen. (Zie Directkiesnummers opslaan in hoofdstuk 1.) 3 Als u wilt ophangen, legt u de hoorn weer neer. Als u een directkiestoets gebruikt waaraan nog geen nummer is toegewezen, hoort u een waarschuwingstoon en verschijnt op het LCD-scherm de melding NIET OPGESLAGEN. Deze melding verdwijnt na twee seconden. Snelkiezen Als u een faxbericht verzendt, drukt u op Start nadat u op de betreffende directkiestoets heeft gedrukt. Als u de hoorn in uw hand heeft, drukt u op Start zodra u de faxtonen van het andere faxapparaat hoort. 1 Neem de hoorn van de haak. 2 Als u de kiestoon hoort, drukt u op Search/Speed Dial, vervolgens op # en de twee cijfers van het snelkiesnummer. (Zie Snelkiesnummers opslaan in hoofdstuk 1.) 3 Om af te sluiten, legt u de hoorn op de haak. Als u een faxbericht verzendt, drukt u op Start nadat u het betreffende snelkiesnummer heeft ingevoerd. Als u de hoorn in uw hand heeft, drukt u op Start zodra u de faxtonen van het andere faxapparaat hoort. 30 Hoofdstuk 4

39 Wachtstand (alleen voor de MFC-840) 1 Als u een gesprek in de wachtstand wilt zetten, drukt u op Mute/Tel. 2 U kunt de hoorn nu neerleggen zonder dat de verbinding wordt verbroken. 3 Neem de hoorn weer van de haak om de wachtstand uit te schakelen. De wachtstand wordt niet uitgeschakeld als de hoorn van een ander toestel wordt opgenomen. Pauze Druk op Redial/Pause om een pauze in te voegen tussen de cijfers die worden gekozen. Als uw faxmachine is aangesloten op een centrale, moet u vóór de fax/ telefoonnummers wellicht een extra cijfer (bijv. 9) en een pauze invoeren om toegang te krijgen tot een buitenlijn. Als u op Redial/Pause drukt, verschijnt op het LCD-scherm een streepje (-). Door een pauze op te slaan, kunt u een vertraging van 3 tot 5 seconden creëren. NORMAAL GEBRUIK Kiezen met de hoorn op de haak 1 Voer het nummer in met de kiestoetsen, met een directkiestoets of met Search/Speed Dial gevolgd door # en de twee cijfers van het snelkiesnummer. 2 Op het LCD-scherm verschijnt het nummer dat u kiest of de naam die bij de directkiestoets of de snelkiestoets is opgeslagen. 3 Druk op Start. 4 Zodra u de stem aan de andere kant van de lijn hoort, neemt u de hoorn van de haak (bij gebruik van de MFC-830, drukt u op Tel). Als een gesprek wordt gemaakt met gebruik van Start hoort u de stem van de persoon met wie u bent verbonden via de luidspreker. Deze persoon kan u echter niet horen tenzij u de hoorn oppakt (bij gebruik van de MFC-830, op Tel drukt). Als u per ongeluk op Tel drukt voordat de hoorn is opgepakt, wordt de verbinding verbroken. Telefoonindex U kunt zoeken naar namen die u hebt opgeslagen in directkies- en snelkiesgeheugens. Namen worden alfabetisch opgeslagen. (Zie Directkiesnummers opslaan in hoofdstuk 1, en Snelkiesnummers opslaan, in hoofdstuk 1) 1 Druk op Search/Speed Dial en voer de eerste letter in van de naam die u zoekt. 2 Druk op of om het geheugen te doorzoeken. 3 Als u de gezochte naam eenmaal heeft gevonden, drukt u op Start om het nummer te kiezen. 4 Zodra de andere kant het gesprek beantwoordt, neemt u de hoorn van het toestel (bij gebruik van de MFC-830, drukt u op Tel). (De luidspreker werkt slechts in één richting; de gebelde persoon kan u alleen via de hoorn horen). 5 Hang weer op als het gesprek is beëindigd. Gebruik als telefoon 31

40 Combinatienummers Als enkele van uw telefoonnummers erg lang zijn, kunnen deze worden opgesplitst en in secties worden opgeslagen als directkiesnummers of als snelkiesnummers. Vervolgens kunt u twee of meer van deze gedeeltelijke nummers combineren, en aanvullen met nummers die met de hand worden ingevoerd. Deze nummers kunnen in elke gewenste combinatie worden gebruikt. Zodra u op Start drukt, worden de nummers in de door u bepaalde volgorde gekozen. Voorbeeld: Directkiestoets 01 bevat het nummer 555, en directkiestoets 02 bevat nummer Wanneer directkiestoets 01 en 02 worden gekozen en op Start wordt gedrukt, wordt het nummer gedraaid. Als u dit nummer tijdelijk wilt wijzigen, kunt u een deel van het nummer vervangen door een met de hand ingevoerd nummer. Als u dus op directkiestoets 01 drukt en 7001 invoert met de normale kiestoetsen, wordt nummer gebeld. Het gebruik van toegangscodes is uiterst eenvoudig. Soms is het voordeliger om een ander telefoonbedrijf te gebruiken voor uw internationale gesprekken; ook kunnen de tarieven variëren naar gelang bestemming en tijd van de dag. Om de lagere tarieven te kunnen gebruiken, kunt u toegangscodes of nummers van internationale diensten opslaan als direct- of snelkiesnummers. Oproepreservering met een extern toestel (alleen voor de MFC- 830) Met de functie Oproepreservering kunt u een faxbericht versturen en vervolgens via de externe telefoon met de ontvanger spreken. Nadat uw fax bij de andere partij is afgedrukt, gaat daar de faxmachine over alsof het een normaal telefoongesprek betreft. Zodra iemand aan de andere kant opneemt, gaat uw faxmachine over. Neem de hoorn van het externe toestel op en druk op Tel om het gesprek te beginnen. Meer informatie over deze functie kunt u vinden Zie hoofdstuk.6. De stand Fax/Telefoon Als u een lijn deelt voor uw telefoon en uw faxmachine, kan de faxmachine in de Fax/Tel-stand (F/T) zelf bepalen of een inkomende oproep een fax of een gesprek is. (Zie De ontvangstmodus selecteren in hoofdstuk 3.) De toets Tel Uitsluitend voor de MFC-830 Met deze toets kunt u een telefoongesprek overnemen wanneer u de hoorn opneemt op een extern toestel in de Fax/Tel-stand met dubbele bel, enz. Uitsluitend voor de MFC-840 Wanneer u de hoorn in uw hand heeft en op Tel drukt, kunt u weliswaar luisteren naar de persoon aan de andere kant van de lijn, maar deze persoon kan u niet horen. 32 Hoofdstuk 4

41 5 Rapporten afdrukken Types rapporten U kunt onderstaande rapporten en lijsten afdrukken 1.VERZ. RAPPORT 2.JOURNAAL 3.KIESLIJST 4.TEL.INDEX 5.SYSTEEM INST. 6.GEH. STATUS 7.BESTEL DOC. U kunt zelf bepalen of er na elk faxbericht dat verzonden wordt, een verzendrapport wordt afgedrukt. In dit rapport staat informatie over de laatste 50 faxberichten die zijn ontvangen/verzonden. TX betekent verzonden, RX betekent ontvangen. Dit is een lijst van namen en nummers die in het geheugen zijn opgeslagen onder de directkiestoetsen en snelkiestoetsen. Ze staan in numerieke volgorde in de lijst. De KIESLIJST (zie hierboven), maar dan in alfabetische volgorde. Dit is een lijst van instellingen voor STAND INSTEL, ONTVANGST MENU, VERZEND MENU, PRINT RAPPORT, AFSTAND OPTIES en DIVERSEN. Hier wordt informatie gegeven over het (gebruikte) geheugen. U kunt een besteldocument voor toebehoren naar uw Brother-dealer afdrukken. NORMAAL GEBRUIK Verzendrapport Verzendrapport Het verzendrapport bewijst dat een faxbericht verzonden is. In dit rapport staan de naam en het nummer van de ontvangende partij, de datum en de tijd waarop het faxbericht was verzonden, en of de transmissie foutloos is verlopen. Als deze functie UIT staat, wordt het rapport slechts automatisch afgedrukt als er een fout is opgetreden tijdens de transmissie. Als het rapport een foutmelding vermeldt, verzendt u het document opnieuw. Als het rapport vermeldt dat u de leesbaarheid van sommige pagina's moet controleren, verzendt u deze opnieuw. Als u regelmatig verschillende faxen naar dezelfde geadresseerde stuurt, hebt u misschien behoefte aan een merkteken voor elke faxtransmissie. Selecteer UIT+BEELD of AAN+BEELD om een deel van de eerste pagina van het faxbericht op het rapport af te drukken. 1 Druk op Menu, 1, 6, 1. 2 Druk op of om UIT, UIT+BEELD, AAN of AAN+BEELD te selecteren. 3 Druk op Set. 4 Druk op Stop. Rapporten afdrukken 33

42 Als de MFC inactief is, kunt u het verzendrapport afdrukken door Shift en Verify in te drukken, om te controleren of de laatste transmissie succesvol was of niet. Rapporten instellen Een rapport afdrukken 1 Druk op Menu, 1, 6. 2 Voer het nummer in van het rapport dat u wilt afdrukken. Druk bijvoorbeeld op 4 als u de TEL.INDEX wilt afdrukken. 3 Druk op Start. 4 Druk op Stop. Regelmaat van journaal Het journaal (ook wel activiteitenrapport genoemd) kan op bepaalde, door u gespecificeerde tijden worden afgedrukt: elk uur (1 uur), elke 3 uur, elke 6 uur, elke 12 uur, elke 24 uur, elke 2 dagen, elke 4 dagen of elke 7 dagen. Als u het journaal uitschakelt (UIT), kunt u dit rapport volgens de hierboven beschreven procedure afdrukken. 1 Druk op Menu, 1, 6, 2. 2 Druk op of om JOURNAAL PER. weer te geven, en druk op Set. 3 Druk op of om de instelling van uw keuze te selecteren. Als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd aan te geven welke de eerste dag van de 7-daagse periode moet zijn. 4 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 5 Voer in 24-uurs formaat in om hoe laat het journaal moet worden afgedrukt (Voorbeeld: 19:45 als dit om kwart voor acht s avonds moet gebeuren), en druk op Set. 6 Druk op Stop. 34 Hoofdstuk 5

43 6 Geavanceerd verzenden Geavanceerd gebruik Automatisch voorblad Dit voorblad wordt naar de faxmachine van de ontvangende partij gestuurd. Als het gesprek wordt gemaakt met gebruik van de directkiesfunctie of de snelkiesfunctie, staan op het voorblad de gegevens die met deze functies zijn opgeslagen, zoals bijvoorbeeld de naam. Op dit voorblad staat verder ook uw stations-id en het aantal pagina s dat u verzendt. Als u de optie VOORBLAD INST. hebt ingesteld op AAN (functiemenu 1-3-1), komt in het vak voor het aantal pagina s niets te staan. U kunt een van de opmerkingen selecteren, of 1. GEEN 1.GEEN OPMERKING OPMERKING kiezen als u geen opmerking op uw voorblad wilt zetten. (Zie Tekst invoeren in hoofdstuk 23.) U kunt in plaats van een van bovenstaande opmerkingen 2.BELLEN A.U.B. echter ook zelf een opmerking opstellen. Voor het voorblad kunnen twee speciale opmerkingen van 3.BELANGRIJK maximaal 27 tekens worden opgeslagen. (Zie Tekst invoeren in hoofdstuk 23.) De meeste opties in het VERZEND MENU zijn tijdelijke 4.VERTROUWELIJK opties, aan de hand waarvan u tijdelijke wijzigingen kunt maken voor elk van de documenten die u verzendt. Om u echter in staat te stellen om van te voren een voorblad en opmerkingen in te stellen, zullen de standaardinstellingen van Voorblad Instellen en Voorblad Opmerking veranderen. Voorblad uitsluitend voor het volgende faxbericht De stations-id moet zijn ingesteld. (Zie De stations-id instellen in Voorbereiding en ingebruikneming.) Deze functie werkt uitsluitend als de stations-id is ingesteld. U kunt uw MFC zo instellen, dat alleen met een bepaald document een voorblad wordt verzonden. Op een dergelijk voorblad wordt onder meer vermeld uit hoeveel pagina s uw faxbericht bestaat. 1 Plaats het document in de documentinvoer. 2 Druk op Menu, 1, 3, 1. 3 Druk op Set zodra op het LCD-scherm de optie ALLEEN DEZE FAX staat. 4 Druk op of om AAN (of UIT) te selecteren, en druk op Set. 5 Druk op of om de mogelijke opmerkingen te bekijken. 6 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 7 Voer twee cijfers in om aan te geven uit hoeveel pagina s uw faxbericht bestaat. (Voer 00 in als u dit vak leeg wilt laten.) Maakt u een vergissing, druk dan op en voer het aantal pagina s opnieuw in. 8 Druk op Set. Op het scherm verschijnt de melding dat u kunt doorgaan. 9 Druk op 1 als u verdere instellingen wilt selecteren. Het LCD-scherm toont nu weer het VERZEND MENU. Als u geen verdere instellingen meer wilt selecteren, drukt u op 2 en gaat u door naar stap Voer het faxnummer in en druk op Start. GEAVANCEERDE BEWERKINGEN Geavanceerd verzenden 35

44 Altijd een voorblad verzenden Zorg ervoor dat uw stations-id is ingesteld. (Zie De stations-id instellen in Voorbereiding en ingebruikneming.) Deze functie werkt alleen als de stations-id is ingesteld. U kunt uw MFC zo instellen, dat met elk document een voorblad wordt verzonden. Op een dergelijk voorblad wordt niet vermeld uit hoeveel pagina s uw faxbericht bestaat. 1 Druk op Menu, 1, 3, 1. 2 Druk op of om AAN of UIT te selecteren. 3 Druk op Set zodra op het LCD-scherm de melding VOORBLAD:AAN staat. (Als u AAN selecteert, wordt met elk faxbericht een voorblad meegezonden.) 4 Als AAN is geselecteerd, verschijnen op het LCD-scherm de opties voor de voorbladopmerking. Druk op of om de mogelijke opmerkingen te bekijken. 5 Druk op Set als het scherm uw selectie toont. Op het scherm verschijnt de melding dat u kunt doorgaan. 6 Druk op 1 als u nog andere instellingen wilt selecteren (het LCD-scherm toont dan weer het VERZEND MENU), of druk op 2 als u geen verdere instellingen meer wilt selecteren. Een afgedrukt voorblad gebruiken Als u er de voorkeur aan geeft om een voorblad te gebruiken waarop u bijvoorbeeld zelf nog informatie kunt schrijven, kunt u een voorblad eerst afdrukken en aan uw faxbericht toevoegen. 1 Druk op Menu, 1, 3, 1. 2 Druk op of om PRINT VOORBEELD te selecteren, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 3 Druk op Start. Uw voorblad wordt nu afgedrukt. Uw eigen opmerking opstellen 1 Druk op Menu, 1, 3, 2. Op het LCD-scherm verschijnt de volgende melding: VOORBLAD OPM.. 2 Gebruik of om optie 5 of 6 te selecteren, en druk op Set. (Zie Tekst invoeren in hoofdstuk 23.) 3 Druk op Set. Op het scherm verschijnt de melding dat u kunt doorgaan. 4 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (het LCD-scherm toont dan weer het VERZEND MENU), of druk op 2 als u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt selecteren. 36 Hoofdstuk 6

45 Internationale oproepen Als u een fax stuurt naar een internationale bestemming, kunnen problemen optreden. Met deze modus zal de MFC beter functioneren bij internationale oproepen. De functie wordt automatisch afgesloten nadat het faxbericht is verzonden. 1 Plaats het document in de documentinvoer. 2 Druk op Menu, 1, 3, 5. 3 Druk op of om AAN of UIT te selecteren, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (het LCD-scherm toont dan weer het VERZEND MENU), of druk op 2 als u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt selecteren. In dit geval kunt u doorgaan naar stap 5. 5 Voer het gewenste faxnummer in en druk op Start. Oproepreservering U kunt een fax sturen en de persoon voor wie de fax bestemd is, laten weten dat u hem of haar wilt spreken zodra de fax is ontvangen. Het faxtoestel van de andere partij zal een beltoon laten horen zoals bij een binnenkomend gesprek, en zodra de andere partij de hoorn van de haak neemt, gaat uw MFC over. Neem de hoorn van de haak (en druk op Tel als u over een MFC-830 beschikt) om het gesprek te voeren. Als u oproepreservering en terugbelbericht hebt geactiveerd (AAN), laat uw machine een bericht achter als de andere partij niet opneemt. 1 Plaats het document in de documentinvoer. 2 Druk op Menu, 1, 3, 6. Op het LCD-scherm verschijnt de huidige instelling voor oproepreservering. 3 Druk op of om AAN (of UIT) te selecteren. 4 Als u de oproepreservering activeert (AAN), drukt u op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Op het LCD-scherm verschijnt de huidige instelling voor het terugbelbericht. 5 Druk op of om AAN of UIT te selecteren, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 6 Druk op 1 als u verdere instellingen wilt selecteren. Het LCD-scherm toont nu weer het VERZEND MENU. Als u geen verdere instellingen meer wilt selecteren, drukt u op 2 en gaat u door naar stap 7. U wordt gevraagd het gewenste faxnummer in te voeren. 7 Voer het gewenste faxnummer in en druk op Start. 8 Als oproepreservering is geactiveerd, neemt u de hoorn van de haak zodra de bel van de MFC overgaat. GEAVANCEERDE BEWERKINGEN Met oproepreservering kan een nummer niet automatisch opnieuw worden gekozen. Oproepreservering kan niet worden gebruikt in combinatie met uitgestelde verzendingen of met pollen. Als u het terugbelbericht wilt gebruiken, moet de stations-id zijn ingesteld. Geavanceerd verzenden 37

46 Het terugbelbericht afdrukken 1 Druk op Menu, 1, 3, 6. 2 Druk op of om PRINT VOORBEELD te selecteren, en druk op Set. 3 Druk op Start. Uitgestelde transmissie (tijdklok) (Niet beschikbaar voor kleurfaxen) Met deze functie kunnen faxberichten maximaal 24 uur later worden verzonden. 1 Plaats het document in de documentinvoer. 2 Druk op Menu, 1, 3, 7. 3 Voer het tijdstip in waarop u de fax wilt verzenden, in 24-uurs formaat (dus 19:45 als u het s avonds om 7:45 wilt verzenden), en druk op Set. 4 Druk op 1 en selecteer DOC, of druk op 2 en selecteer GEHEUGEN. Als u 1.DOC selecteert, begint de MFC pas te scannen als het tijd is om het document te verzenden. Het document moet dus in de documentinvoer zitten. 5 Druk op 1 om extra instellingen te selecteren. Op het GEEF FAX NUMMER LCD-scherm verschijnt het VERZEND MENU of druk op 2 als u geen verdere instellingen wilt selecteren DRUK DAN START en ga naar stap 7. Op het LCD-scherm verschijnt de melding dat u het faxnummer kunt invoeren. 6 Voer het gewenste faxnummer in en druk op Start. Het faxbericht zal op het door u gespecificeerde tijdstip worden verzonden. Uitgestelde batch-transmissies Voordat uitgestelde faxen verzonden worden, zal uw Brother-machine eerst alle documenten in het geheugen sorteren op bestemming en tijdstip van verzending. Alle faxen die wachten om gelijktijdig naar hetzelfde faxnummer verzonden te worden, worden in één transmissie naar het nummer in kwestie verzonden. 1 Druk op Menu, 1, 3, 0. 2 Druk op of om AAN (of UIT) te selecteren, en druk op Set. 3 Druk op Stop. VERZAMELEN:AAN 38 Hoofdstuk 6

47 Groepsverzending (niet beschikbaar voor kleurfax) Bij een groepsverzending wordt dezelfde fax naar verschillende faxnummers gestuurd. Met behulp van de Set-toets kunt u tot 8 directkiestoetsen, tot 50 snelkiestoetsen (MFC-830), tot 100 snelkiestoetsen (MFC-840), en tot 50 handmatig ingevoerde nummers (dus maximum 108 locaties voor de MFC-830 en 158 locaties voor de MFC-840) instellen, als u geen locaties hebt gebruikt voor groepen, toegangscodes of kredietkaartnummers. De functie Direct verzenden moet UIT staan. Hoeveel geheugen beschikbaar is, is echter afhankelijk van het type opdrachten in het geheugen en het aantal locaties van de groepsverzending. Als u een groepsverzending verzendt aan meer nummers dan het maximaal toegestane aantal, kunt u geen transmissies instellen met gebruik van de tweevoudige werking en de tijdklok. De eenvoudigste manier om een groepsverzending uit te voeren is om eerst directkiesnummers en snelkiesnummers op te nemen in een groep, en deze te definiëren onder een directkiestoets. (Vergeet niet: u kunt tot zes groepen en direct-/snelkiesnummers opnemen in meer dan een groep.) Druk vervolgens op Set tussen iedere locatie zodat u zowel directkiesnummers, snelkiesnummers, groepen en handmatig ingevoerde nummers (ingevoerd via de cijfertoetsen) in dezelfde groepsverzending opnemen. Gebruik de Search om snel en eenvoudig nummers te selecteren. Als de groepsverzending is voltooid, wordt er automatisch een groepsverzendingsrapport afgedrukt om u de resultaten te tonen. 1 Plaats de documenten in de documentinvoer. 2 Voer een nummer in via een directkiestoets, een snelkiestoets, een groepsnummer, een nummer via de telefoonindex of een handmatig nummer via de cijfertoetsen zijn. (Zie Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen in hoofdstuk 6.) Voorbeeld: Groepsnummer 3 Druk op Set. U wordt nu gevraagd het volgende nummer in te voeren. 4 Voer het volgende nummer in. Voorbeeld: Snelkiesnummer. 5 Druk op Set. 6 Voer het volgende nummer in. Voorbeeld: handmatig nummer, met gebruik van de cijfertoetsen. 7 Druk op Start. Nadat het hele bericht is ingelezen, wordt het faxbericht automatisch naar de door u opgegeven faxnummers verzonden. Druk tijdens de transmissie op Stop als u de huidige groepsverzending wilt annuleren. U wordt dan gevraagd of u alle locaties wilt annuleren, of alleen de locatie waarnaar het bericht op dat moment wordt verzonden. Voer lange kiesnummers op de gebruikelijke manier in, maar denk eraan dat elke toets telt als één locatie, zodat het aantal locaties dat u kunt bellen beperkt wordt. Als één van de nummers bezet is of er door een andere reden geen contact wordt gekregen, wordt het nummer automatisch opnieuw gekozen. Als het geheugen vol is, kunt u op Stop drukken om de opdracht af te breken, of op Start drukken om het gedeelte te verzenden dat reeds in het geheugen is gescand (als er meer dan één pagina is gescand). GEAVANCEERDE BEWERKINGEN Geavanceerd verzenden 39

48 Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen De functie groepsverzenden laat u toe hetzelfde faxbericht te versturen naar verschillende faxnummers met slechts één directkiestoets (dit wordt Groepsverzenden genoemd.). Eerst moet u ieder faxnummer opslaan als een directkiesnummer of snelkiesnummer. Vervolgens kunt u deze opnemen in een Groep. Iedere groep wordt opgeroepen met een directkiestoets. Vergeet niet: u kunt tot 6 kleine groepen definiëren, of tot 107 nummers (MFC-830) en tot 157 nummers (MFC-840) opnemen in een grote groep. (Zie Directkiesnummers opslaan in hoofdstuk 1. Zie ook Snelkiesnummers opslaan in hoofdstuk 1.) 1 Druk op Menu, 1, 5, 3. Op het LCD-scherm staan afwisselend onderstaande meldingen: KIES DIRECTKIES. 2 Selecteer de directkiestoets waar u het nummer wilt opslaan (kies bijvoorbeeld directkiestoets 02 als de groep). 3 Voer het groepsnummer in met behulp van de cijfertoetsen (druk bijvoorbeeld op 1 voor groep 1). 4 Druk op Set. Voer de directkiesnummers en de snelkiesnummers voor deze groep in alsof u de nummers kiest. Voor directkiestoets 5 drukt u bijvoorbeeld op directkiestoets 5. Voor snelkieslocatie 09, drukt u op Search/Speed Dial en vervolgens op de cijfertoetsen 0 en 9. Het LCD-scherm toont 05, #09. 5 Druk op Set. U wordt gevraagd een naam in te voeren. 6 Gebruik de cijfertoetsen om een naam voor de groep in te voeren (bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN) en druk op Set. (Zie Tekst invoeren in hoofdstuk 23.) 7 Druk op Stop. Een taak in de wachtlijst annuleren G01:*05#09_ U kunt een lijst afdrukken van alle ingevoerde directkiesnummers en snelkiesnummers. De groepsnummers staan in de kolom Groep. (Zie Rapporten afdrukken in hoofdstuk 5.) Taken die u in de wachtlijst hebt geplaatst, zoals uitgestelde faxtransmissies en uitgestelde pollingtaken, kunnen desgewenst geannuleerd worden. Terwijl de MFC standby staat: 1 Druk op Menu, 1, 4. Op het LCD-scherm verschijnen alle taken die in de wachtlijst staan. Als er niets in de wachtlijst staat, verschijnt de melding GEEN OPDRACHTEN. 2 Als er meer dan twee taken in de wachtrij staan, drukt u op of om de te annuleren taak te selecteren. Druk op Set zodra de taak in kwestie op het LCD-scherm staat. Als er slechts één taak in de wachtrij staat, gaat u door naar stap 3. 3 Druk op 1 om de taak te annuleren, of druk op 2 om af te sluiten zonder een taak te annuleren. Herhaal stap 2 als u nog een taak wilt annuleren. 4 Druk op Stop. Als de machine bezig is, drukt u op Stop, waarna u stap 2 t/m 4 kunt volgen om de taak te annuleren. Door stap 1 en 2 uit te voeren, kunt u controleren welke taken nog in de wachtrij staan. 40 Hoofdstuk 6

49 Verzenden met meerdere resoluties (niet beschikbaar voor kleurfax) Gebruik deze functie als u een faxbericht van meerdere pagina s wilt verzenden met verschillende resoluties. Dit komt vooral van pas wanneer u een fax wilt verzenden met pagina s met tekst en pagina s met foto s, of met pagina s met normale tekst en pagina s met een klein lettertype. Nadat het faxbericht is verstuurd, wordt de resolutie automatisch teruggesteld naar STAND.. 1 Plaats de documenten in de documentinvoer en druk op Menu, 1, 3, 4. 2 Gebruik of om de resolutie voor pagina 1 te selecteren, en druk op Set. 3 Herhaal stap 2 voor de volgende pagina s. Druk op Stop wanneer u alle verschillende resoluties hebt ingesteld. 4 Druk op 1 als u verdere instellingen wilt selecteren. Het LCD-scherm toont nu weer het instelmenu voor het verzenden van faxberichten. Als u geen verdere instellingen meer wilt selecteren, drukt u op 2 en gaat u door naar stap 5. U wordt gevraagd om het gewenste faxnummer in te voeren. 5 Voer het gewenste faxnummer in en druk op Start. Stand. Standaardinstelling voor de meeste types documenten. Fijn Goed voor tekst met kleine lettertypes, de transmissie verloopt trager dan bij de standaard resolutie, S.Fijn Goed voor tekst met kleine lettertypes of illustraties, de transmissie verloopt trager dan bij de fijne resolutie. Foto Goed voor documenten met verschillende grijstinten, traagste transmissiesnelheid. GEAVANCEERDE BEWERKINGEN Als u een kopie met meerdere resoluties wilt maken, drukt u in stap 5 op Mono Copy en Colour Copy. TX slot De functie TX slot verhindert dat iemand ongeoorloofd toegang heeft tot de faxmachine. Als de functie AAN staat, sluit TX slot de meeste functies af. Alleen de volgende functies blijven toegankelijk als het TX slot AAN staat. Faxen ontvangen Uitgestelde verzendingen die reeds zijn geprogrammeerd* Polling* Fax Doorzenden* Opvragen op afstand * Op voorwaarde dat deze functie was ingesteld voordat het TX slot werd geactiveerd (AAN). Geavanceerd verzenden 41

50 Het TX slot gebruiken U moet een wachtwoord invoeren om het TX slot AAN of UIT te zetten. Het TX slot voor het eerst instellen 1 Druk op Menu, 1, 0, 2. U wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren en vervolgens op Set te drukken. 2 Voer een viercijferig wachtwoord in. 3 Druk op Set. U wordt gevraagd uw wachtwoord opnieuw in te voeren. 4 Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding: 5 Op het LCD-scherm staan afwisselend onderstaande meldingen: 6 Druk op of om STEL IN TX SLOT te selecteren. 7 Druk op Set. U wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren. 8 Voer het viercijferige wachtwoord in en druk vervolgens op Set. NIEUW W.W.:XXXX VOER IN & SET CONTROLEER:XXXX VOER IN & SET STEL IN TX SLOT WACHTWOORD WACHTWOORD:XXXX VOER IN & SET Dit is hetzelfde wachtwoord als het beveiligingswachtwoord dat u eerder al voor de machine hebt ingesteld. Op het scherm verschijnt GEACCEPTEERD gedurende twee seconden, gevolgd door TX SLOT MODE het TX slot is nu geactiveerd (AAN). Als u in stap 8 een foutief wachtwoord hebt ingevoerd, verschijnt op het scherm VERKEED W.W.. Na 2 seconden verschijnt opnieuw het gewone scherm (datum en tijd worden weergegeven). Ga opnieuw naar stap 1 en volg de procedure om het TX slot in te stellen. 42 Hoofdstuk 6

51 Het wachtwoord voor het TX slot wijzigen 1 Druk op Menu, 1, 0, 2. STEL IN TX SLOT 2 Druk op of om WACHTWOORD te selecteren. 3 Druk op Set. U wordt gevraagd het oude wachtwoord in te voeren. 4 Voer het huidige wachtwoord in. 5 Druk op Set. U wordt gevraagd een nieuw wachtwoord in te voeren. 6 Voer een nieuw wachtwoord van vier cijfers in. 7 Druk op Set. U wordt gevraagd het nieuwe wachtwoord nogmaals in te voeren. 8 Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Set. 9 Druk op Stop. WACHTWOORD HUIDIG W.W.:XXXX VOER IN & SET NIEUW W.W.:XXXX VOER IN & SET CONTROLEER:XXXX VOER IN & SET GEAVANCEERDE BEWERKINGEN Het TX slot activeren (AAN) 1 Druk op Menu, 1, 0, 2. Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding: STEL IN TX SLOT WACHTWOORD 2 Druk op of om STEL IN TX SLOT te selecteren. 3 Druk op Set. U wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren. 4 Voer het viercijferige wachtwoord in en druk vervolgens op Set. Dit is hetzelfde wachtwoord als het beveiligingswachtwoord dat u eerder al voor de machine hebt ingesteld. WACHTWOORD:XXXX VOER IN & SET Op het scherm verschijnt GEACCEPTEERD gedurende twee seconden, gevolgd door TX SLOT MODE het TX slot is nu geactiveerd (AAN). Als u in stap 8 een foutief wachtwoord hebt ingevoerd, verschijnt op het scherm VERKEED W.W.. Na 2 seconden verschijnt opnieuw het gewone scherm (datum en tijd worden weergegeven). Ga opnieuw naar stap 1 en volg de procedure om het TX slot in te stellen. Geavanceerd verzenden 43

52 Het TX slot uitschakelen (UIT) 1 Als het TX slot AAN staat, drukt u op Menu. U wordt gevraagd om het wachtwoord in te voeren. Druk vervolgens op Set. 2 Voer het viercijferige wachtwoord in en druk op Set. WACHTWOORD:XXXX VOER IN & SET Op het scherm verschijnt GEACCEPTEERD gedurende twee seconden. Daarna verschijnt het gewone scherm opnieuw en het TX slot is nu uitgeschakeld (UIT). Als u in stap 8 een foutief wachtwoord hebt ingevoerd, verschijnt op het scherm VERKEED W.W.. Na 2 seconden verschijnt opnieuw het gewone scherm TX SLOT MODE. Ga opnieuw naar stap 1 en volg de procedure om het TX slot uit te schakelen. Herinnert u zich het wachtwoord voor het TX slot niet meer, neem dan contact op met uw Brotherdealer voor assistentie. 44 Hoofdstuk 6

53 7 Geavanceerd ontvangen Werken met een extern of een tweede toestel Een extern toestel is een telefoon die op uw MFC is aangesloten (in de aansluiting EXT op de machine of als een dubbelstekker in de achterkant van de aansluiting die in het telefooncontact wordt gestoken). Een tweede toestel is een extra telefoontoestel met hetzelfde telefoonnummer als uw MFC, maar dat is aangesloten op een ander contact. Zo kan uw machine bijvoorbeeld zijn aangesloten op een contact in uw kantoor, en kunt u een extra telefoon aansluiten op dezelfde lijn (en met hetzelfde nummer) in de keuken. Deze functie stelt u in staat de telefoon te beantwoorden in de keuken, en door te verbinden naar de machine in het kantoor als blijkt dat het binnenkomende gesprek een faxbericht is. Als u een binnenkomend faxbericht beantwoordt via een extern toestel of een tweede toestel, kunt u de MFC zo instellen dat hij het van u overneemt met behulp van de Code op afstand. Voer de Code op afstand 5 1 in, zodat de MFC de ontvangst van de fax start. Als de MFC een normaal telefoontje aanneemt en het dubbele belsignaal geeft, voert u de code voor uitschakelen (# 5 1) in om het telefoontje op een tweede toestel aan te nemen. De code voor uitschakelen wordt uitsluitend in de stand Fax/Telefoon gebruikt. (Zie De F/T-beltijd (Fax/Tel) instellen (alleen voor Fax/Tel-modus) in hoofdstuk 3.) Als u een telefoontje aanneemt en u niets hoort, betreft het hoogstwaarschijnlijk een inkomend faxbericht. Als u het telefoontje op de MFC hebt opgenomen, drukt u op Start en hangt u weer op. Als u op een tweede toestel hebt opgenomen, drukt u op 5 1 en wacht u totdat u het specifieke faxgeluid hoort voordat u weer ophangt. Op een extern toestel drukt u op 5 1 en wacht u totdat de verbinding is verbroken (op het LCD-scherm van de faxmachine staat ONTVANG) voordat u ophangt. (Degene die de fax verstuurt, moet op zijn/haar faxmachine op Start drukken.) GEAVANCEERDE BEWERKINGEN Als u per ongeluk de hoorn van een tweede toestel opneemt terwijl er een faxbericht binnenkomt, wordt de transmissie onderbroken of zullen sommige delen onleesbaar zijn. De code voor activeren op afstand kan ook door bellers worden gebruikt. Als u een antwoordapparaat gebruikt, moet uw uitgaande bericht eindigen met de mededeling Druk op 5 1 om een fax te sturen. (Zie Uitgaand bericht van antwoordapparaat in Voorbereiding en ingebruikneming.) Uitsluitend voor de stand Fax/Telefoon Als de stand F/T actief is, hoort u de F/T-beltijd (F/T-pseudobelsignaal) om u te laten weten dat het om een inkomend gesprek gaat. Als u naast het toestel staat kan u de hoorn opnemen (voor MFC- 840) of bij een extern toestel neemt u de hoorn op en u drukt op Tel om te antwoorden (voor MFC- 830). Als u zich bij een tweede toestel bevindt, moet u de hoorn tijdens de F/T-beltijd opnemen en tussen twee dubbele belsignalen in op # 5 1 drukken. Als u niets hoort, of als iemand probeert een fax te sturen, drukt u op 5 1 om het telefoontje naar de faxmachine over te zetten. Geavanceerd ontvangen 45

54 De afstandsbedieningcodes wijzigen Het is mogelijk dat de codes voor het op afstand activeren en/of uitschakelen op bepaalde telefoonsystemen niet werken. De code voor het activeren is in de fabriek ingesteld op 5 1 en die voor het op afstand uitschakelen op # 5 1. Als de verbinding telkens wordt verbroken wanneer u probeert om op afstand toegang te krijgen tot uw antwoordapparaat, is het raadzaam om andere codes voor activeren en uitschakelen te kiezen. Verander bijvoorbeeld 5 1 in # # # en # 5 1 in Voor de code voor activeren en die voor uitschakelen moeten verschillende combinaties worden gekozen. De codes voor afstandsbediening wijzigen 1 Druk op Menu, 1, 2, 4. 2 Druk op of om AAN (of UIT) te selecteren, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 3 Indien gewenst, kunt u een nieuwe code voor activeren op afstand invoeren. Druk vervolgens op Set. 4 Indien gewenst, kunt u een nieuwe code voor uitschakelen op afstand invoeren. Druk vervolgens op Set. 5 Druk op Stop. 46 Hoofdstuk 7

55 8 Pollen Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere faxmachine. U kunt uw MFC gebruiken om andere machines te pollen, of u kunt de andere partij vragen uw machine te pollen. Allereerst moeten beide partijen hun machines zo instellen, dat er gepolld kan worden. De partij die uw MFC belt om documenten op te vragen, betaalt voor het telefoontje. Als u de faxmachine van derden belt om daar documenten op te vragen, betaalt u het telefoontje. (Zie Verzend Pollen (niet beschikbaar voor kleurfax) in dit hoofdstuk.). Ontvang Pollen Beveiligd pollen Met beveiligd pollen kunt u voorkomen dat uw documenten in verkeerde handen terechtkomen wanneer de MFC in de polling-wachtstand staat. U kunt beveiligd pollen uitsluitend met andere Brother-faxmachines gebruiken. Op de machine die uw documenten opvraagt, moet uw viercijferige identificatienummer worden ingevoerd. GEAVANCEERDE BEWERKINGEN Sommige faxmachines reageren niet op de polling-functie. Ontvang Pollen instellen Ontvang Pollen betekent dat u een andere faxmachine belt om daar documenten op te vragen. 1 Druk op Menu, 1, 2, 7. Het LCD-scherm geeft het volgende weer: 2 Druk op of om STAND. te selecteren, en druk op Set. U wordt gevraagd het te pollen faxnummer in te voeren en op Start te drukken. 3 Voer het te pollen faxnummer in, en druk op Start. Op het LCD-scherm verschijnt de melding KIEZEN #XX. Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen Het is belangrijk dat u hetzelfde identificatienummer gebruikt als de andere partij. 1 Druk op Menu, 1, 2, 7. Het LCD-scherm geeft het volgende weer: 2 Druk op of om BEVEILIG. te selecteren, en druk op Set. 3 Voer een viercijferig nummer in. POLLING:STAND. KIES,DRUK SET GEEF FAX NUMMER DRUK DAN START POLLING:STAND. KIES,DRUK SET Dit nummer moet hetzelfde zijn als het beveiligingscode van de faxmachine die u gaat pollen. Pollen 47

56 4 Druk op Set. U wordt gevraagd het te pollen faxnummer in te voeren en op Start te drukken. 5 Voer het te pollen faxnummer in. 6 Druk op Start. Uitgesteld Ontvang Pollen instellen U kunt uw machine instellen om de polling op een later tijdstip uit te voeren. GEEF FAX NUMMER DRUK DAN START 1 Druk op Menu, 1, 2, 7. Het LCD-scherm geeft het volgende weer: 2 Druk op of om TIJDKLOK. te selecteren, en druk op Set. 3 U wordt gevraagd om de tijd in te voeren dat de polling moet worden uitgevoerd. 4 Voer het tijdstip in (in 24-uurs formaat) waarop u het pollen wilt starten. Om het pollen s avonds om kwart voor tien te starten, voert u bijvoorbeeld 21:45 in. POLLING:STAND. KIES,DRUK SET 5 Druk op Set. U wordt gevraagd het te pollen faxnummer in te voeren. Druk vervolgens op Start. 6 Voer het gewenste faxnummer in en druk op Start. GEEF FAX NUMMER De MFC begint op het door u gespecificeerde tijdstip met het pollen. DRUK DAN START U kunt deze functie voor slechts één nummer instellen. Opeenvolgend pollen Bij opeenvolgend pollen vraagt uw machine in één bewerking documenten van diverse andere locaties op. In stap 4 specificeert u van welke nummers er documenten opgevraagd moeten worden. Nadat alle nummers gepolld zijn, wordt een rapport afgedrukt. 1 Druk op Menu, 1, 2, 7. Het LCD-scherm geeft het POLLING:STAND. volgende weer: 2 Druk op of om STAND., BEVEILIG of TIJDKLOK te selecteren, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 3 Als u STAND. hebt geselecteerd, wordt u gevraagd het faxnummer in te voeren en vervolgens op Start te drukken. Als u BEVEILIG hebt geselecteerd, voert u de viercijferige code in en drukt u vervolgens op Set. Als u TIJDKLOK hebt geselecteerd, voert u de tijd in waarop de procedure moet plaatsvinden (in 24-uurs formaat), en drukt u vervolgens op Set. 4 Specificeer de faxnummers die gepolld moeten worden (u kunt directkiestoetsen, snelkiestoetsen, of een Groep gebruiken, of u kunt de nummers met de hand invoeren). Tussen elke locatie moet u op Set drukken. 48 Hoofdstuk 8

57 5 Druk op Start. Elk nummer of elk groepsnummer wordt op volgorde gekozen en de documenten worden op de betreffende faxmachines opgevraagd. Verzend Pollen (niet beschikbaar voor kleurfax) Verzend Pollen betekent dat uw MFC met een document in de invoer wacht totdat het document door een ander faxapparaat wordt opgevraagd. 1 Plaats de documenten in de documentinvoer. 2 Druk op Menu, 1, 3, 8. Het LCD-scherm geeft het POLLING:STAND. volgende weer: KIES,DRUK SET 3 Druk op of om STAND. te selecteren, en druk 1.DOC 2.GEHEUGEN op Set. Op het LCD-scherm verschijnen afwisselend onderstaande meldingen: 4 Druk op 1 als u DOC wilt selecteren, waarmee de machine opdracht krijgt het document pas te scannen als de polling plaatsvindt, of druk op 2 als u GEHEUGEN wilt selecteren. 5 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (het LCD-scherm toont dan weer het VERZEND MENU), of druk op 2 als u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt selecteren. U kunt nu doorgaan naar stap 6. 6 Druk op Start. Verzend Pollen instellen met een beveiligingscode Als u POLLING:BEVEILIG activeert, moet iedereen die uw faxmachine pollt een identificatienummer invoeren om documenten te kunnen opvragen. 1 Plaats de documenten in de documentinvoer. 2 Druk op Menu, 1, 3, 8. Het LCD-scherm geeft het POLLING:STAND. volgende weer: KIES,DRUK SET 3 Druk op of om BEVEILIG te selecteren. 4 Voer een viercijferig nummer in, en druk op Set. 5 Druk op 1 als u DOC wilt selecteren, waarmee de machine opdracht krijgt het document pas te scannen als de polling plaatsvindt, of druk op 2 als u GEHEUGEN wilt selecteren. 6 Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt maken (het LCD-scherm toont dan weer het VERZEND MENU), of druk op 2 als u klaar bent en verder geen instellingen meer wilt selecteren. U kunt nu doorgaan naar stap 7. 7 Druk op Start en wacht totdat uw documenten worden opgevraagd. 1.DOC 2.GEHEUGEN GEAVANCEERDE BEWERKINGEN U kunt beveiligd pollen uitsluitend met andere Brother-faxmachines gebruiken. Pollen 49

58 Een opdracht annuleren terwijl het document wordt gescand Door op Stop te drukken, kunt u een faxopdracht annuleren terwijl het document wordt gescand. Druk nogmaals op Stop om het document door te voeren. De status van een taak controleren U kunt controleren welke opdrachten in het geheugen wachten op verzending. Druk op Menu, 1, 4 om dit te controleren. Als de MFC bezig is met het ontvangen of verzenden van een fax, drukt u op Stop. Het LCD-scherm toont de taaknummers. Druk op of om door de takenlijst te bladeren. 50 Hoofdstuk 8

59 9 Opties voor afstandsbediening (Niet beschikbaar voor kleurfax) Fax doorzenden Om Fax Doorzenden te kunnen gebruiken, moet de functie Fax Opslaan zijn geactiveerd. Fax Opslaan instellen Zet deze functie AAN als u wilt dat inkomende faxberichten in het geheugen worden opgeslagen. U kunt dan functies als Fax Doorzenden en Op Afstand Opvragen gebruiken om uw faxberichten op een andere locatie te ontvangen/op te vragen. Op het LCD-scherm wordt aangegeven of er berichten zijn opgeslagen. 1 Druk op Menu, 1, 7, 2. U wordt gevraagd een faxinstelling te kiezen. 2 Druk op of om AAN of UIT te selecteren, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 3 Druk op Stop. Als er faxberichten in het geheugen zitten en u de functie Fax Opslaan uitschakelt, wordt u gevraagd of u alle opgeslagen faxberichten wilt wissen. Als u op 1 drukt, worden alle faxberichten gewist en wordt de functie Fax Opslaan uitgeschakeld. Als de faxgegevens in het geheugen nog niet waren afgedrukt, worden deze eerst afgedrukt, pas dan worden ze gewist. Als u op 2 drukt, worden de faxberichten niet gewist en blijft Fax Opslaan geactiveerd. GEAVANCEERDE BEWERKINGEN Een nummer programmeren waar faxberichten naar doorgestuurd moeten worden Als de functie Fax Doorzenden actief is (AAN), slaat de faxmachine een ontvangen fax in het geheugen op, belt het nummer op dat u hebt geprogrammeerd, en stuurt het faxbericht door naar dit nummer. (Zie Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten moeten worden doorgestuurd in dit hoofdstuk.) 1 Druk op Menu, 1, 7, 1. 2 Druk op of om AAN (of UIT) te selecteren., en druk op Set. U wordt gevraagd om het nummer in te voeren waar de faxberichten naar doorgestuurd moeten worden. 3 Voer het nummer in (maximaal 20 tekens), en druk op Set. 4 Druk op Set. Opties voor afstandsbediening (Niet beschikbaar voor kleurfax) 51

60 Opvragen op afstand U kunt ook vanaf een ander toestel op een externe locatie uw faxmachine opbellen om deze functie te activeren, of om het nummer te wijzigen waarnaar u de faxen wilt doorzenden. De code voor toegang op afstand wijzigen Zodra de faxmachine opneemt, voert u uw code voor toegang op afstand in. U kunt uw machine dan op afstand bedienen. Deze code voor toegang op afstand is in de fabriek ingesteld op 1 5 9, maar indien gewenst kunt u deze code wijzigen. 1 Druk op Menu, 1, 7, 3. 2 Voer een driecijferig nummer in ( ), en druk op Set. Het sterretje ( ) kan niet worden gewijzigd. Zorg ervoor dat u een andere code kiest dan de code voor het op afstand activeren of uitschakelen. 3 Druk op Stop. Uw code voor toegang op afstand gebruiken Als u uw faxberichten wilt opvragen, moet u bellen vanaf een faxmachine die kiest m.b.v. tonen. Indien gewenst, kunt u uw faxberichten ook vanaf een toetstelefoon opvragen door ze naar een andere faxmachine door te sturen. Als er in uw hotelkamer bijvoorbeeld geen faxmachine staat, kunt u het nummer van de faxmachine in de receptie invoeren. 1 Kies op een toetstelefoon het nummer van uw faxmachine. 2 Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u uw code voor toegang op afstand in (1 5 9 ). 3 De faxmachine geeft aan of er faxberichten zijn ontvangen. 1 lange toon = faxbericht(en) ontvangen geen toon = geen faxberichten ontvangen 4 Uw faxmachine geeft twee korte biepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. Als u na dertig seconden nog geen opdracht hebt ingevoerd, wordt de verbinding verbroken. Als u een ongeldige opdracht invoert, hoort u drie biepjes. 5 Nadat u klaar bent, drukt u op 9 0 om de MFC terug te stellen. 6 Hang op. 52 Hoofdstuk 9

61 Opdrachten voor afstandsbediening U kunt uw faxmachine bedienen met behulp van onderstaande opdrachten voor afstandsbediening. Wanneer u uw faxmachine opbelt en de code voor toegang op afstand (1 5 9 ) invoert, hoort u twee korte biepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. De instellingen voor Fax Doorzenden wijzigen Druk op 9 5. Druk ofwel op 1 - om Fax Doorzenden uit te schakelen op 2 - om Fax Doorzenden te activeren Programmeer nummer voor Fax Doorzenden Druk op 4. De functie Fax Doorzenden wordt automatisch geactiveerd (AAN). op 6 - om Fax Opslaan te activeren Schakel Fax Opslaan UIT Druk op 7. (Dit is alleen mogelijk als er op dit ogenblik geen faxen zijn opgeslagen in het geheugen, of als alle faxen uit het geheugen zijn gewist via de opdrachten voor afstandsbediening 9 6 3). Een faxbericht opvragen Druk op 9 6. Kies ofwel Geheugenstatuslijst afdrukken Druk op 1, en voer vervolgens het faxnummer van het toestel op afstand in, en druk op # #. Na de biep legt u de hoorn op de haak en wacht u een ogenblik. Alle faxen ontvangen Druk op 2, en voer vervolgens het faxnummer van het toestel op afstand in, en druk op # #. Na de biep legt u de hoorn op de haak en wacht u een ogenblik. Alle faxberichten wissen Druk op 3. Als de gegevens die in het geheugen zijn opgeslagen, nog niet werden afgedrukt, worden deze eerst afgedrukt en vervolgens gewist. Controleren of er faxberichten zijn ontvangen Druk op 9 7. Druk dan op 1 - om te zien of er faxberichten zijn ontvangen. 1 lange toon = faxbericht(en) ontvangen 3 korte biepjes = geen faxberichten ontvangen Ontvangstmodus wijzigen Druk op 9 8. Druk ofwel op 1 - voor Antwoordapparaat op 2 - voor Fax/Telefoon op 3 - voor Alleen fax Afstandsbediening afsluiten Druk op 9 0. GEAVANCEERDE BEWERKINGEN Opties voor afstandsbediening (Niet beschikbaar voor kleurfax) 53

62 De geheugenstatuslijst opvragen U kunt een geheugenstatuslijst opvragen om te controleren of er faxberichten zijn binnengekomen. 1 Toets het nummer van uw faxmachine in. 2 Voer na het biepje onmiddellijk uw code voor toegang op afstand in (de fabrieksinstelling is ). 3 Zodra u twee korte biepjes hoort, toetst u met de cijfertoetsen in. 4 Toets met de cijfertoetsen het nummer in van de externe faxmachine waarnaar de lijst moet worden gestuurd (maximaal 20 tekens) en druk op # #. U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken, maar u kunt # wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen. 5 Wacht totdat u het biepje hoort, hang op en wacht een ogenblik. Uw faxmachine kiest nu het door u gespecificeerde nummer en stuurt u de geheugenstatuslijst. Faxberichten opvragen 1 Toets het nummer van uw faxmachine in. 2 Voer na het biepje onmiddellijk uw code voor toegang op afstand in (de fabrieksinstelling is ). 3 Zodra u twee korte biepjes hoort, toetst u met de cijfertoetsen in. 4 Toets met de cijfertoetsen het nummer in van de externe faxmachine waarnaar de faxberichten moeten worden afgedrukt (maximaal 20 tekens) en druk op # #. U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken, maar u kunt # wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen. 5 Wacht totdat u het biepje hoort, hang op en wacht een ogenblik. Uw faxmachine kiest nu het door u gespecificeerde nummer en stuurt u de in het geheugen opgeslagen faxberichten. 54 Hoofdstuk 9

63 Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten moeten worden doorgestuurd U kunt vanaf een externe faxmachine het nummer wijzigen waarnaar uw faxberichten moeten worden doorgestuurd. 1 Toets het nummer van uw faxmachine in. 2 Voer na het biepje onmiddellijk uw code voor toegang op afstand in (de fabrieksinstelling is ). 3 Zodra u twee korte biepjes hoort, toetst u met de cijfertoetsen in. 4 Toets met de cijfertoetsen het nieuwe nummer in waar de faxberichten naar moeten worden doorgestuurd en druk op # #. U kunt en # niet gebruiken als kiesnummers. Maar u kunt een pauze inlassen door te drukken op #. Als uw faxmachine bovendien is aangesloten op een PBX, dan kunt u eerst op # drukken, en vervolgens het faxnummer invoeren. De toets # fungeert dus als de toets R. 5 Wacht totdat u twee korte biepjes hoort en druk op om de geheugenstatuslijst op te vragen. 6 Voer met de cijfertoetsen het nummer in van de externe faxmachine (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op # #. 7 Wacht totdat u het biepje hoort, hang op en wacht een ogenblik. Uw faxmachine kiest nu het nummer van de externe faxmachine en stuurt u de geheugenstatuslijst. In deze lijst staat nu het nieuwe nummer waarnaar faxberichten moeten worden doorgestuurd. 8 Controleer of dit nummer juist is. Als u een verkeerd nummer hebt ingevoerd, herhaalt u deze procedure vanaf stap 1. GEAVANCEERDE BEWERKINGEN Opties voor afstandsbediening (Niet beschikbaar voor kleurfax) 55

64 10 Kopieën maken Basisbewerkingen Een kopie maken Met uw MFC kunt u prachtige fotokopieën en transparanten maken. U kunt zwart-witte of kleurenkopieën maken. Controleer voordat u met kopiëren begint altijd dat er papier in de papierinvoer zit. Trek tijdens het kopiëren NOOIT aan het papier. Om te annuleren drukt u op Stop. Eén enkele kopie maken 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Druk op Mono Copy of op Colour Copy. 3 Druk nogmaals op Mono Copy of op Colour Copy (druk op dezelfde toets als in stap 2). 4 Om te stoppen drukt u op Stop om het origineel document vrij te geven. KOPIËREN P.01 Meerdere kopieën maken Met de MFC kunt u meerdere zwart-wit kopieën en meerdere kleurenkopieën maken. 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Druk op Mono Copy of op Colour Copy. 3 Voer met de cijfertoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken. Druk bijvoorbeeld op 3 en op 8 als u 38 kopieën wenst. 4 Druk op Mono Copy of op Colour Copy. OPMERKING: druk op dezelfde toets als in stap 2. Geheugen Vol Als het geheugen tijdens het kopiëren vol raakt, verschijnt op het LCD-scherm onderstaande melding: 56 Hoofdstuk 10 Om kopieën te sorteren, zie De toets Options gebruiken in dit hoofdstuk. Nadat u op de toets Mono Copy of Colour Copy hebt gedrukt, kunt u de toetsen Enlarge/Reduce, Quality en Options gebruiken om verschillende instellingen uit te testen voor een optimaal resultaat. GEHEUGENVOL P.02

65 gevolgd door: COPY = KOPIËER STOP=STOPPEN Als de eerste pagina van het te kopiëren document wordt ingelezen, drukt u op Stop om het kopiëren te annuleren. Begin opnieuw, maar maak ditmaal enkelvoudige kopieën. Als het geheugen vol raakt tijdens het inlezen van de volgende pagina s van een document met meerdere pagina s, kunt u op Mono Copy of op Colour Copy drukken om het reeds ingelezen gedeelte te kopiëren, of drukt u op Stop om het kopiëren te annuleren. Voordat u verdergaat, moet u geheugen vrijmaken. Hiertoe dient u een aantal in het geheugen opgeslagen gesproken berichten of faxberichten te wissen. Om extra geheugen vrij te maken, kunt u de functie Fax Opslaan uitschakelen in Hoofdstuk 9 of Een fax uit het geheugen afdrukken in Hoofdstuk 3. Tijdelijke kopieerinstellingen De kopieerkwaliteit kan met een druk op Enlarge/Reduce, Quality en Options worden verbeterd. Dit zijn tijdelijke instellingen en na het kopiëren schakelt de MFC weer over naar de standaardinstellingen. Probeer diverse combinaties om te zien welke het beste resultaat geeft. Nadat u op de toets Mono Copy of Colour Copy hebt gedrukt, kunt u de toetsen Enlarge/Reduce, Quality en Options gebruiken om verschillende combinaties instellingen uit te testen voor een optimaal resultaat. Vergrote of verkleinde kopieën maken (tijdelijke instellingen) KOPIËREN 1 Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Druk op Enlarge/Reduce. Op het LCD-scherm VERGR/VERKL:100% verschijnt onderstaande melding: DRUK COPY/SET 3 Druk op of om een percentage voor vergroten/ verkleinen te selecteren. U kunt verkleinen tot 93%, 87%, 75%, 50% of 25% van het originele formaat, of of u kunt het origineel 120%, 125%, 150%, 200% of 400% vergroten. of Als u HANDMATIG selecteert en vervolgens op Set drukt, kunt u de cijfertoetsen gebruiken om de vergrotings/verkleiningsfactor met de hand in te voeren (tussen 25% en 400%). Druk bijvoorbeeld op 5 en op 3 als u het document tot 53% van het originele formaat wilt verkleinen. 4 Druk op Set. 5 Druk op Mono Copy of op Colour Copy. 6 Voer met de cijfertoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken, of of gebruik de standaardwaarde (01). 7 Druk op Set. Kopieën maken 57

66 De toets Quality gebruiken Met de toets Quality kunt u instellingen definiëren voor de kwaliteit (KLAD, NORM, HOOG en FOTO) KLAD: NORM: HOOG: FOTO: 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Druk op Quality. Op het LCD-scherm verschijnt de standaardinstelling. 3 Druk op of om de gewenste kwaliteitsresolutie te selecteren. KWALITEIT:NORM KWALITEIT:HOOG KWALITEIT:FOTO KWALITEIT:KLAD 4 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. De toets Options gebruiken Hiermee maakt u een snelle kopie, en wordt er het minst inkt verbruikt. Gebruik de optie KLAD om tijd te besparen (revisiedocumenten, grote documenten of veel kopieën). Deze optie is aanbevolen voor normale afdrukken. Een goede kopieerkwaliteit met een normale kopieersnelheid. Deze kwaliteit is beter dan NORMAAL en de kopieersnelheid ligt hoger dan bij FOTO-kwaliteit. Gebruik deze modus om gedetailleerde afbeeldingen zoals foto s te kopiëren. De optie FOTO is een kopie met de hoogste resolutie maar tegen de laagste kopieersnelheid. Met de toets Options wijzigt u de instellingen voor het papiertype, de helderheid en de speciale kopieeroptie alleen voor volgende fax. Deze opties verschijnen op het LCD-scherm zoals in de onderstaande illustratie is aangegeven. Druk op Options: KOPIE:PAPIER TYPE KOPIE:HELDERHEID KOPIE:OPTIES PAPIER:NORM PAPIER:INKJET PAPIER:GLOSSY PAPIER:FOTO PAPIER:TRANSP. + OPTIES:NORM. OPTIES:SORT. COLOR:OFF OPTIES:2 IN 1 OPTIES:4 IN 1 INKJET:BROTHER INKJET:ANDERS is standaard 1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Druk op Options. 58 Hoofdstuk 10

67 3 Druk op of om KOPIE:PAPIER TYPE, KOPIE:HELDERHEID, of KOPIE:OPTIES te selecteren, en druk op Set. Als u de volgende optie hebt geselecteerd: KOPIE:PAPIER TYPE: Als u kwaliteitspapier gebruikt, wordt de kopieerkwaliteit nog beter. De beste resultaten krijgt u als u speciaal Brother-papier gebruikt. 4 Druk op of om het type papier te selecteren dat u nu gebruikt (NORMAAL, INKJET, GLOSSY, FOTO of TRANSP.), en druk op Set. Gecoat Brother-papier is inkjetpapier. Als u inkjetpapier van een ander merk dan Brother gebruikt, of gecoat Brotherpapier, selecteer dan de optie INKJET. Als u de optie INKJET hebt geselecteerd: 5 Druk dan op of om papiertype BROTHER (BP72CA) of ANDERS (inkjetpapier van een ander merk dan Brother) te selecteren en druk op Set. KOPIE:HELDERHEID selecteren: 6 Herhaal stap 3. 7 Druk op om een lichtere kopie te maken of druk op om een donkerdere kopie te maken, en druk op Set. Speciale KOPIE:OPTIES selecteren: 8 Herhaal stap 3. 9 Druk op of om NORM., SORT., 2 IN 1 of 4 IN 1 te selecteren en druk op Set. KOPIËREN 2 op 1 Pagina Pagina Pagina Pagina Kopieën maken 59

68 4 op 1 Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina De functies SORTEREN, 2in1 of 4in1 drukken alleen zwart-witte kopieën af. 10 Druk op Mono Copy of op Colour Copy. 11 Voer met de cijfertoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken. Druk bijvoorbeeld op 3 en op 8 als u 38 kopieën wenst. 12 Druk op Mono Copy of op Colour Copy. Kopieerkwaliteit Standaardinstellingen De standaardinstellingen wijzigen Druk op Menu, 3 om de standaardinstellingen voor de kopieerstand te wijzigen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze met een druk op Menu wijzigt. Stel de kleuren af met de instellingen voor kleurafstelling en contrast. In onderstaand schema wordt geïllustreerd hoe u op een cijfer kunt drukken om kopieerinstellingen te wijzigen. Druk op of om door de opties voor de verschillende instellingen te bladeren. Druk op Set om een gekozen optie vast te leggen. Druk op Stop om af te sluiten, of druk op om de volgende instelling die u wilt wijzigen te selecteren. 60 Hoofdstuk 10

69 Druk op Menu, 3. 1.PAPIER TYPE 2.KWALITEIT PAPIER:NORMAAL PAPIER:INKJET PAPIER:GLOSSY PAPIER:FOTO PAPIER:TRANSP. KWALITEIT:NORM KWALITEIT:HOOG KWALITEIT:FOTO KWALITEIT:KLAD INKJET:BROTHER INKJET:ANDERS 3.KLEUREN AANP. KLEUR:ROOD KLEUR:GROEN KLEUR:BLAUW R: + G: + B: + 4.CONTRAST 5.EEN KLEUR + KLEUR:UIT KLEUR:CYAAN KLEUR:MAGENTA KLEUR:GEEL KOPIËREN : is standaard Kopieën maken 61

70 De papiersoort selecteren 1 Druk op Menu, 3, 1. Op het LCD-scherm verschijnt 1.PAPIER TYPE onderstaande melding: 2 Druk op Set. 3 Druk op of om uw papierinstelling te selecteren. 4 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Als u gecoat Brother-papier gebruikt, selecteer dan INKJET, en vervolgens BROTHER (BP72CA). Als u inkjetpapier van een ander merk dan Brother gebruikt, selecteer dan INKJET, en kies vervolgens ANDERS. Hebt u geen INKJET geselecteerd, ga dan door naar stap 6. (Meer informatie over het bestellen van Brother-papier vind je op de pagina voor de Inhoudsopgave.) 5 Druk op of om BROTHER of ANDERS te selecteren en druk op Set. 6 Druk op Stop. De kopieerkwaliteit selecteren 1 Druk op Menu, 3, 2. 2 Druk op of om de kopieerkwaliteit te selecteren, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm verschijnt. 3 Druk op Stop. Kleuren afstellen 1 Druk op Menu, 3, 3. 2 Druk op of om ROOD, GROEN, of BLAUW te selecteren, en druk op Set. Licht De MFC werpt het papier uit op de papieruitvoer (aan de voorkant van de machine), met de bedrukte zijde naar boven. Als u transparanten gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk van de papieruitvoer te nemen, dit om te voorkomen dat het papier omkrult of vastloopt. Donker 3 Druk op of om de kleurintensiteit af te stellen, en druk op Set. 4 Herhaal stap 2 om een andere kleur af te stellen, of druk op Stop. 62 Hoofdstuk 10

71 De helderheid van de kopie instellen Voordat u gaat kopiëren, kunt u het contrast afstellen. Een scherper contrast kan het beeld duidelijker en meer levendig maken. Deze functie kan uitsluitend worden gebruikt wanneer u kleurenkopieën maakt. 1 Druk op Menu, 3, 4. 2 Druk op om het contrast minder scherp te maken, of druk op om het contrast scherper te maken. Druk op Set zodra de gewenste instelling op het LCD-scherm staat. 3 Druk op Stop. Eén kleur selecteren (Eén kleur) Als u een zwart-wit origineel wilt kopiëren, kunt u één andere kleur in plaats van zwart selecteren, en deze kleur standaard gebruiken als u een kopie maakt met de toets Mono Copy. Standaardinstelling voor Zwart afdrukken is UIT. 1 Druk op Menu, 3, 5. 2 Druk op of om een kopieerkleur te selecteren. U kunt kiezen uit UIT, CYAAN, MAGENTA, en GEEL. 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. Wettelijke beperkingen KOPIËREN Het in kleur reproduceren van bepaalde documenten is wettelijk verboden en kan leiden tot strafvervolging of wettelijke aansprakelijkheid. Deze mededeling is bedoeld als een richtlijn, het is geen complete lijst van alle verboden. Als u niet zeker weet of u een document mag kopiëren, dient u de wetgevende instanties in uw land te raadplegen. Hieronder volgen een aantal voorbeelden van documenten die niet mogen worden gekopieerd: Papiergeld Obligaties of andere schuldbekentenissen Deposito-bewijzen Militaire dienst papieren Paspoorten Postzegels (al dan niet gestempeld) Immigratiepapieren Bijstandsdocumenten Cheques of wissels die door overheidsinstanties worden getrokken Identificatiedocumenten, badges of insignes Licenties en kentekenbewijzen Werk dat wordt beschermd door auteursrechten mag niet worden gekopieerd, maar delen van een door auteursrechten beschermd document kunnen voor persoonlijk gebruik worden gekopieerd. Het maken van meerdere kopieën zal dan echter niet zijn toegestaan. Kunstwerken dienen altijd te worden beschouwd als beschermd door auteursrechten. Kopieën maken 63

72 11 Videobeelden afdrukken Dankzij Video Printing kunt u uw videocamera, digitale camera, videospelletjes of VCR op uw MFC aansluiten, en een video bekijken op het aangesloten apparaat. De invoer ondersteunt alleen PALvideosignalen. Voordat u begint Controleer dat er geen documenten in de documentinvoer zitten en steek vervolgens het snoer van het Video Uit contact op uw videocamera in het RCA-contact van de MFC. U kunt de video nu afspelen. Sommige videocamera s, digitale camera s, videospelletjes of VCR s ondersteunen de PAL-standaard niet helemaal correct. Als ze niet 100% compatibel zijn, kunnen afdrukproblemen optreden. Automatische overschakeling Zodra u uw MFC op de video-uitrusting hebt aangesloten, worden de toetsen onder Copy automatisch overgeschakeld naar de videomodus Op het LCD-scherm verschijnt onderstaande melding: VIDEO:DRUK COPY BEELD WACHT 64 Hoofdstuk 11

73 Zodra u de video-uitrusting uitschakelt of loskoppelt, worden de kleurenkopietoetsen automatisch overgeschakeld naar de normale kopieermodus. U kunt niet overschakelen naar videomodus als er niet veel geheugen beschikbaar is. Druk de documenten in het geheugen af om geheugen vrij te maken. Videobeelden in kleur afdrukken 1 Controleer dat er geen documenten in de documentinvoer zitten en steek vervolgens het snoer van het Video Uit contact op uw videocamera in het RCA-contact van de MFC. 2 Speel de video af. Zodra de MFC videosignalen ontvangt, verschijnt onderstaande melding op het LCDscherm: 3 Druk op Colour Copy zodra u het beeld ziet dat u wilt afdrukken en druk dit af. De MFC begint het beeld af te drukken en geeft een waarschuwingssignaal wanneer de afdruk is voltooid. VIDEO:DRUK COPY BEELD WACHT Als de MFC geen videosignalen ontvangt, gebeurt er niets als u op Colour Copy drukt. Maar als er een document in de papierinvoer zit, wordt er een kleurenkopie van het document gemaakt. Zwart-witte videobeelden afdrukken Dit gebeurt op dezelfde wijze als het afdrukken van videobeelden in kleur, maar in plaats van op Mono Copy drukt u nu op Colour Copy. Tijdelijke instellingen om videobeelden af te drukken U kunt de kopieerkwaliteit van afgedrukte videobeelden eenvoudig verbeteren met behulp van de toetsen Quality en Options. Deze instellingen zijn tijdelijk, en de MFC herstelt automatisch de standaardinstellingen zodra de afdruk is gebeurd. Eventueel kunt u diverse instellingscombinaties proberen om te zien welke instellingen de beste afdrukresultaten geven. VIDEO AFDRUKKEN De toets Quality gebruiken De kwaliteit van de afgedrukte videobeelden kan worden aangepast door de afdrukkwaliteit en het type papier waarop wordt afgedrukt te selecteren. Probeer diverse combinaties om te zien welke het beste resultaat geeft. 1 Controleer dat er geen documenten in de documentinvoer zitten. Steek vervolgens het snoer van het Video Uit contact op uw videocamera in het RCA-contact van de MFC. 2 Druk op Quality. Op het LCD-scherm verschijnt de huidige instelling. 3 Gebruik of om de resolutie voor het kopiëren te selecteren. KWALITEIT:NORM KWALITEIT:HOOG Videobeelden afdrukken 65

74 Als er te veel gegevens in het geheugen zitten, wordt naar een lagere afdrukkwaliteit overgeschakeld. 4 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCDscherm staat. Op het LCD-scherm verschijnt: 5 Druk op Mono Copy of op Colour Copy. Op het LCD-scherm verschijnt De toets Options gebruiken DRUK COPY PRINTEN Met de toets Options kunt u de instellingen wijzigen voor het videotype, de afdrukafmetingen, de kwaliteit en de helderheid die alleen van toepassing zijn voor de eerstvolgende afdruk van videobeelden. Deze opties verschijnen op het LCD-scherm in de volgorde zoals in onderstaande illustratie. Druk op Options. VIDEO:PAPIER TYPE VIDEO:VIDEO TYPE VIDEO:AFDRUK AFM VIDEO:HELDERHEID PAPIER:NORMAAL PAPIER:INKJET PAPIER:GLOSSY PAPIER:FOTO PAPIER:TRANSP. COLOR:OFF VIDEO:BEWEGEND VIDEO:STILSTAAND AFM.:(10X7.6) COLOR:OFF AFM.:6X(10X7.6) AFM.:(14.6X10.8) + INKJET:BROTHER INKJET:ANDERS is standaard 1 Controleer dat er geen documenten in de documentinvoer zitten. Steek vervolgens het snoer van het Video Uit contact op uw videocamera in het RCA-contact van de MFC. 2 Druk op Options. 3 Druk op of om VIDEO:PAPIER TYPE, VIDEO:VIDEO TYPE, VIDEO:AFDRUK AFM., of VIDEO:HELDERHEID te selecteren, en druk op Set. Als u de optie VIDEO:PAPIER TYPE hebt geselecteerd: Als u kwaliteitspapier gebruikt, wordt de kopieerkwaliteit nog beter. De beste resultaten krijgt u als u speciaal Brother-papier gebruikt. 66 Hoofdstuk 11

75 4 Druk op of om het type papier te selecteren dat u nu gebruikt (NORMAAL, INKJET, GLOSSY, FOTO of TRANSP.), en druk op Set. Gecoat Brother-papier is inkjetpapier. Als u inkjetpapier van een ander merk dan Brother gebruikt, of gecoat Brotherpapier, selecteer dan de optie INKJET. Als u de optie INKJET hebt geselecteerd: 5 Druk op of om papiertype BROTHER (BP72CA) of ANDERS (inkjetpapier van een ander merk dan Brother) te selecteren en druk op Set. Om VIDEO :VIDEO TYPE te selectereren: 6 Herhaal stap 3. 7 Druk op of om BEWEGEND of STILSTAAND te selecteren, en druk op Set. De optie VIDEO:AFDRUK AFM selecteren: 8 Herhaal stap 3. 9 Druk op of om (10X7.6), 6X(10X7.6) of (14.6X10.8) te selecteren, en druk op Set. De optie VIDEO:HELDERHEID selecteren: 10 Herhaal stap Druk op Stop. Druk op Instellen zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Druk op om een donkerdere afdruk te maken, of druk op om een lichtere afdruk te maken, en druk op Set. 12 Druk op Mono Copy of op Colour Copy. 13 Voer met de cijfertoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken. Druk bijvoorbeeld op 3 en op 8 als u 38 kopieën wenst. 14 Druk op Mono Copy of op Colour Copy. VIDEO AFDRUKKEN De standaardinstellingen wijzigen Druk op Menu, 4 om de standaardinstellingen voor het afdrukken van videobeelden te wijzigen. In onderstaand schema wordt geïllustreerd hoe u met een druk op Menu, 4 de instellingen voor het afdrukken van videobeelden kunt wijzigen. Druk op of om door de opties voor de verschillende instellingen te bladeren. Druk op Set om een gekozen optie vast te leggen. Videobeelden afdrukken 67

76 Druk op Menu, 4. 1.PAPIER TYPE 2.KWALITEIT 3.VIDEO TYPE 4.AFDRUK AFM. PAPIER:NORMAAL PAPIER:INKJET PAPIER:GLOSSY PAPIER:FOTO PAPIER:TRANSP. KWALITEIT:HOOG KWALITEIT:NORM VIDEO:BEWEGEND VIDEO:STILSTAAND AFM.:(10X7.6) AFM.:6X(10X7.6) AFM.:(14.6X10.8) INKJET:BROTHER INKJET:ANDERS 5.KLEUREN AANP. KLEUR:ROOD KLEUR:GROEN KLEUR:BLAUW R: + G: + B: + 6.CONTRAST + is standaard Het papiertype selecteren 1 Druk op Menu, 4, 1. 2 Op het LCD-scherm staan afwisselend onderstaande meldingen: PAPIER:NORMAAL PAPIER:INKJET PAPIER:GLOSSY PAPIER:FOTO PAPIER:TRANSP. 3 Druk op of om een papiertype te selecteren, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Als u gecoat Brother-papier gebruikt, selecteer dan INKJET, en vervolgens BROTHER (BP72CA). Als u inkjetpapier van een ander merk dan Brother gebruikt, selecteert u ANDERS. 4 Druk op Stop. 68 Hoofdstuk 11

77 De kwaliteit van de afgedrukte videobeelden selecteren 1 Druk op Menu, 4, 2. Op het LCD-scherm verschijnt : 2 Druk op of om de gewenste kwaliteit te selecteren. KWALITEIT:NORM KWALITEIT:HOOG 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. Het type video selecteren U dient eerst de MFC in te stellen op het ontvangen van stilstaande of bewegende videobeelden, pas dan mag u het videosignaal activeren. Bekijk de video op uw videocamera en druk op Mono Copy of Colour Copy zodra u het frame ziet dat u wilt afdrukken. 1 Druk op Menu, 4, 3. 2 Druk op of om het type origineel te selecteren, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 3 Druk op Stop. Als er niet voldoende geheugen beschikbaar is voor het verwerken van het geselecteerde beeld, zal de afdrukkwaliteit minder goed zijn, zelfs als een stilstaand beeld wordt afgedrukt. De grootte van de afdruk instellen 1 Druk op Menu, 4, 4. 2 Druk op of om de gewenste afdrukafmetingen te selecteren: AFM. : (10 X 7.6) AFM. : 6 X (10 X 7.6) AFM. : (14.6 X 10.8) 3 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 4 Druk op Stop. Positie van afdruk 1 14,6 cm x 10,8 cm ➁ 10 cm x 7,6 cm ➂ 6 x 10 cm x 7,6cm VIDEO AFDRUKKEN 10,8cm 10cm 7,6cm 14,6cm 7,6cm 10cm Videobeelden afdrukken 69

78 De kleuren voor het afgedrukte videobeeld afstellen 1 Druk op Menu, 4, 5. 2 Druk op of om ROOD, GROEN, of BLAUW te selecteren, en druk op Set. Licht Donker 3 Druk op of om de kleurintensiteit af te stellen, en druk op Set. 4 Herhaal stap 2 om een andere kleur af te stellen, of druk op Stop. De helderheid voor het af te drukken videobeeld instellen U kunt de helderheid instellen voor u een videobeeld afdrukt. 1 Druk op Menu, 4, 6. 2 Druk op om het contrast minder scherp te maken, of druk op om het contrast scherper te maken, en druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. 3 Druk op Stop Hoofdstuk 11

79 12 Photo Capture Centre (alleen voor MFC-840) Algemene beschrijving Uw Brother MFC beschikt over twee mediastations zodat u de faxmachine kunt gebruiken in combinatie met populaire digitale cameramedia: Compact Flash en SmartMedia. De functie PhotoCapture Centre van uw MFC laat u toe om digitale foto s van uw digitale camera tegen een hoge resolutie en met een schitterende fotokwaliteit af te drukken. U kunt ook videoframes in kleur van uw VCR, videocamera of digitale camera afdrukken als deze voorzien is van een standaard PAL-videopoortaansluiting. Deze unieke functie van uw Brother MFC biedt u de mogelijkheid om frames van videobeelden op uw PC op te slaan, om deze frames af te drukken, te faxen, op te slaan, of om beelden op eenvoudige en snelle wijze in andere bestanden op te nemen. Voordat u begint 1 Plaats de mediakaart in het mediastation (PhotoCapture Centre ). Let wel: uw MFC is voorzien van twee slots: één voor de CompactFlash -kaart, en één voor de SmartMedia -kaart. Gebruik de kaarten alleen met 3.3 volt. Het bovenste slot is voor de CompactFlash -kaart, het onderste voor de SmartMedia -kaart. Plaats de kaart in het slot met de bovenkant van de kaart naar links gericht. Steek de kaarten stevig in het juiste slot. VIDEO AFDRUKKEN Voor Compact Flash-kaart Voor SmartMedia-kaart LED-lampje voor de mediakaarten: - Het LED-lampje brandt als de kaart correct in het slot steekt. - Als het LED-lampje niet brandt, zit de mediakaart niet correct in het slot. - Het LED-lampje knippert als er naar de kaart wordt geschreven of als de kaart wordt gelezen. Photo Capture Centre (alleen voor MFC-840) 71

80 Trek het snoer niet uit het contact of haal de SmartMedia - of CompactFlash -kaart niet uit het PhotoCapture Centre terwijl de MFC de kaart leest (het LED-lampje knippert). Zo kunt u de gegevens verliezen of de kaart beschadigen. Als beide kaarten tegelijk in de slots zitten, dan leest PhotoCapture Centre alleen de kaart die eerst werd geïnstalleerd. Afdrukken in DPOF Om toegang te krijgen tot de andere kaart, moet u beide kaarten uit het toestel verwijderen en vervolgens alleen de gewenste kaart insteken. De gebruikerinstellingen blijven behouden tot de mediakaart wordt verwijderd. DPOF betekent Digital Print Order Format. Belangrijke fabrikanten van digitale camera s (Canon Inc, Eastman Kodak Company, Fuji Photo Film Co., Ltd. en Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.) hebben deze standaard gecreëerd om het afdrukken van beelden afkomstig van een digitale camera eenvoudiger te maken. Als uw digitale camera DPOF-afdrukken ondersteunt, kunt u op het schermpje van de digitale camera de beelden kiezen en het aantal kopieën instellen dat u wilt afdrukken. Als u daarna de mediakaart (CompactFlash of SmartMedia ) met de DPOF-informatie in uw Brother MFC steekt, worden de afbeeldingen die u hebt geselecteerd, automatisch afgedrukt. 1 Steek de mediakaart in het juiste slot. S MEDIA ACTIEF Op het LCD-scherm verschijnt de volgende melding: DRUK COLOUR COPY Specificeer of er een DPOF-bestand op de kaart staat. DPOF PRINT:JA Op het LCD-scherm verschijnt de volgende melding: KIES,DRUK SET Met de toets Quality kunt u de kwaliteit van de afdruk afstellen. Als u de instellingen voor het papiertype, de afdrukafmetingen en de kleuruitbreiding wilt wijzigen, drukt u op de toets Options. (Zie De toets Options gebruiken in dit hoofdstuk.) 2 Druk op of om DPOF PRINT:JA te selecteren, en druk op Set. Op het LCD-scherm verschijnt de volgende melding: PRINTEN of Als u een index (miniatuurbeeld) wilt afdrukken, of de beelden met de bijhorende afdrukoptie wilt kiezen, dan selecteert u DPOF PRINT:NEE en drukt u op Set. (Zie Afdrukken in DPOF verder, en Beelden afdrukken in dit hoofdstuk.) 72 Hoofdstuk 12

81 De index afdrukken (miniatuurbeelden) PhotoCapture Centre wijst nummers toe aan de beelden (bv. 001, 002, 003, enz.). Het herkent geen andere nummers of bestandsnamen die uw digitale camera of PC heeft gebruikt om de beelden te identificeren. U kunt daarom een pagina met miniatuurbeelden (de index) afdrukken, die een overzicht geeft van alle beelden op de mediakaart. Of u kunt alleen de beelden selecteren die u wilt afdrukken, en de toets Options gebruiken om het papiertype, de afdrukafmetingen en de kleuruitbreiding in te stellen. Op het LCD-scherm verschijnt de volgende melding: S MEDIA ACTIEF 1 Druk op Colour Copy. DRUK COLOUR COPY Op het LCD-scherm verschijnt de volgende melding: 1.INDEX 2.BEELD 2 Druk op 1 om een index (de miniatuurbeelden) af te drukken van alle beelden die op de mediakaart staan. Beelden afdrukken Op het LCD-scherm verschijnt de volgende melding: 1 Druk op de toets Colour Copy om te kiezen of u een indexpagina wilt afdrukken, of een of meer beelden op de mediakaart. 2 Druk op 2 om individuele beelden te selecteren. 3 Voer het nummer van het gewenste beeld in. U kunt meer dan één beeld selecteren om af te drukken: S MEDIA ACTIEF DRUK COLOUR COPY 1.INDEX 2.BEELD BLD: VOER IN & SET Druk op om een komma in te voeren, ( betekent dat u de beelden 1, 3 en 6 selecteert om af te drukken). Druk op # om opeenvolgende beelden te selecteren (1#5 betekent dat u de beelden 1 tot en met 5 selecteert). U kunt op de toets Quality drukken om de kwaliteit van de afdruk af te stellen. (standaardinstelling) KWALITEIT:NORM DRUK COPY/SET Druk op of om de kopieerkwaliteit te selecteren: KWALITEIT:NORM 4 Als u het papiertype, de afdrukafmetingen of de kleuruitbreiding wilt wijzigen, drukt u op de toets Options. (Zie De toets Options gebruiken in dit hoofdstuk.) of Als u alle instellingen hebt geselecteerd en nu wilt afdrukken, drukt u op de toets Colour Copy. 5 Voer het gewenste aantal in als u meerdere kopieën wilt afdrukken, en druk vervolgens opnieuw op de toets Colour Copy. KWALITEIT:HOOG KWALITEIT:FOTO PAPIER TYPE KIES, DRUK SET AANT. KOPIEËN:01 NR + COPY TOETS VIDEO AFDRUKKEN Photo Capture Centre (alleen voor MFC-840) 73

82 De toets Options gebruiken Via de toets Options kunt u de instellingen voor het papiertype, de afdrukafmetingen en de kleuruitbreiding wijzigen. De opties verschijnen op het scherm in de volgorde zoals aangeduid op de volgende tabel. Druk op Options. PAPIER TYPE AFDRUK AFM. KLEUR AANPASSEN PAPIER:NORMAAL PAPIER:INKJET PAPIER:GLOSSY PAPIER:FOTO PAPIER:TRANSP. AFM.:(10X7.6) COLOR:OFF AFM.:6X(10X7.6) AFM.:(14.6X10.8) AFM.:(20.3X15.2) AANPASSEN:UIT COLOR:OFF AANPASSEN:AAN INKJET:BROTHER INKJET:ANDERS is standaard 1 Druk op Options. 2 Druk op of om PAPIER TYPE, AFDRUK AFM. of KLEUR AANPASSEN te selecteren en druk op Set. Als u de optie PAPIER TYPE hebt geselecteerd: Als u kwaliteitspapier gebruikt, wordt de kopieerkwaliteit nog beter. De beste resultaten krijgt u als u speciaal Brother-papier gebruikt. 3 Druk op of om het type papier te selecteren dat u nu gebruikt (NORMAAL, INKJET, GLOSSY, FOTO of TRANSP.), en druk op Set. Gecoat Brother-papier is inkjetpapier. Als u inkjetpapier van een ander merk dan Brother gebruikt, of gecoat Brotherpapier, selecteer dan de optie INKJET. 74 Hoofdstuk 12

83 Als u de optie INKJET hebt geselecteerd: 4 Druk op of om papiertype BROTHER (BP72CA) of ANDERS (inkjetpapier van een ander merk dan Brother) te selecteren en druk op Set. AFDRUK AFM. selecteren: 5 Herhaal stap 3. 6 Druk op of om (10x7.6), 6x(10x7.6), (20.3x15.2) of (14.6x10.8) te selecteren, en druk op Set. KLEUR AANPASSEN selecteren: 7 Herhaal stap 3. 8 Druk op of om AANPASSEN:AAN of UIT te selecteren, en druk op Set. Uw MFC laat u toe de kleuruitbreiding af te stellen met behulp van de functietoets, als u de optie AANPASSEN:AAN hebt geselecteerd. (Zie Kleuruitbreiding in dit hoofdstuk.) 9 Druk op de toets Colour Copy om terug te keren naar het scherm: AANT. KOPIEËN:01 Voer het gewenste aantal in als u meerdere kopieën wilt afdrukken, en druk vervolgens opnieuw op de toets Colour Copy. PhotoCapture Centre drukt alleen af in kleur. Met deze functie is het niet mogelijk zwart-wit beelden af te drukken. U kunt de beelden niet groter of kleiner maken als u de functie PhotoCapture Centre gebruikt. De gebruikerinstellingen blijven behouden tot de mediakaart wordt ingestoken. PhotoCapture Centre herstelt automatisch de standaardinstellingen zodra de mediakaart uit het slot is verwijderd. VIDEO AFDRUKKEN Photo Capture Centre (alleen voor MFC-840) 75

84 De standaardinstellingen wijzigen U kunt de Photo Capture Centre -instellingen die zijn afgebeeld in de volgende tabel, wijzigen door te drukken op Menu, 5. Druk op de pijltoetsen ( of ) om te bladeren doorheen de opties. Druk op Set om uw selectie op te slaan. Druk op Menu, 5. 1.PAPIER TYPE 2.KWALITEIT 3.HELDERHEID 4.CONTRAST 5.KLEUREN AANP. 6.KLEUR AANP. PAPIER:NORMAAL PAPIER:INKJET PAPIER:GLOSSY PAPIER:FOTO PAPIER:TRANSP. KWALITEIT:NORM KWALITEIT:HOOG KWALITEIT:FOTO KLEUR:ROOD KLEUR:GROEN KLEUR:BLAUW WIT BALANS SCHERPTE KLEUR INSTELLING INKJET:BROTHER INKJET:ANDERS : is standaard 76 Hoofdstuk 12

85 Papier Type 1 Druk op Menu, 5, 1. Het LCD-scherm geeft het volgende weer: 2 Druk of om de gewenste papiersoort te selecteren en druk op Set. Als u gecoat Brother-papier gebruikt, selecteert u INKJET, en vervolgens BROTHER. Als u papier gebruikt van een ander merk dan Brother, selecteert u ANDERS. 3 Als op het scherm de melding INKJET verschijnt, drukt u op Set. Als u een ander type dan INKJET hebt geselecteerd, gaat u naar stap 4. 4 Druk op Stop. De kwaliteit van PhotoCapture Centre instellen 1.PAPIER TYPE PAPIER:NORMAAL PAPIER:INKJET PAPIER:GLOSSY PAPIER:FOTO PAPIER:TRANSP. 1 Druk op Menu, 5, 2. Op het LCD-scherm verschijnt : 2. KWALITEIT. 2 Druk of om de gewenste kwaliteit te selecteren en druk op Set. 3 Druk op Stop. 2.KWALITEIT KWALITEIT:NORM KWALITEIT:HOOG KWALITEIT:FOTO Helderheid van de foto s U kunt de helderheid van de foto s afstellen voor u een kopie maakt. 1 Druk op Menu, 5, 3. 2 Druk op om een donkerdere kopie te maken en druk op Set of druk op om een lichtere kopie te maken en druk op Set. 3 Druk op Stop. Contrast van de foto s U kunt de contrastinstellingen van een foto wijzigen. Een groter contrast geeft een scherper beeld en maakt de foto levendiger. 1 Druk op Menu, 5, 4. 2 Druk op om minder contrast in te stellen en druk op Set of druk op om meer contrast in te stellen en druk op Set. 3 Druk op Stop. VIDEO AFDRUKKEN Photo Capture Centre (alleen voor MFC-840) 77

86 Kleuren afstellen 1 Druk op Menu, 5, 5. 2 Druk op of toom ROOD, GROEN of BLAUW te selecteren, en druk op Set. 3 Druk op of om de kleurintensiteit af te stellen, en druk op Set. 4 Herhaal stap 2 om een andere kleur af te stellen, of druk op Stop. Kleuruitbreiding Licht Donker 1 Druk op Menu, 5, 6. 2 Druk op of WIT BALANS te selecteren en druk op Set. Om deze optie over te slaan, drukt u op om de SCHERPTE of de KLEUR INSTELLING te selecteren. 3 Druk op of om de graad van de witbalans af te stellen en druk op Set. 4 Herhaal de stappen 2 en 3 om de scherpte en de kleurinstelling af te stellen, of druk op Stop om af te sluiten. Wit balans Met deze optie wijzigt u de tint van de witte vlakken van een beeld. Belichting, camera-instellingen en andere invloeden kunnen de weergave van het wit beïnvloeden. De witte vlakken van een beeld vertonen ook vaak een licht roze, gele of andere schijn. Door de balans bij te stellen kunt u deze effecten corrigeren en de witte vlakken zuiverder wit maken. Scherpte Hiermee geeft u de details van een beeld scherper weer. U kunt het vergelijken met het scherpstellen van een camera. Als de camera niet helemaal correct is ingesteld, worden de kleine details van een afbeelding snel vaag en onduidelijk. Kleur instelling Met deze optie stelt u de hoeveelheid kleur van een beeld bij. U kunt de hoeveelheid kleur in een beeld groter of kleiner maken om de kwaliteit te verbeteren van een beeld waarvan de kleuren wazig of uitgelopen lijken. Foutmeldingen begrijpen Zodra u de types fouten herkent die kunnen optreden als u met PhotoCapture Centre werkt, kunt u de problemen gemakkelijk identificeren en oplossen. Als een foutmelding op het LCD-scherm verschijnt, hoort u een bieptoon om uw aandacht te trekken. MEDIA FOUT Deze melding verschijnt als u een beschadigde of niet geformatteerde mediakaart in de MFC hebt gestoken, of als er een probleem is met het mediastation. Verwijder de mediakaart om deze melding te wissen. GEEN BESTAND Als u op de toets Colour Copy hebt gedrukt, verschijnt deze melding indien de mediakaart in het mediastation geen.jpg-bestand bevat of indien het DPOF-afdrukbestand op de mediakaart een.jpg-beeld selecteert dat niet op de kaart staat. GEHEUGEN VOL Deze foutmelding verschijnt als u beelden wilt verwerken die te groot zijn voor het MFC-geheugen. 78 Hoofdstuk 12

87 PhotoCapture Centre -vereisten Om fouten te vermijden, moet u steeds rekening houden met de volgende aspecten: Het DPOF-bestand op de mediakaart moet een geldig formaat hebben. De extensie van het beeldbestand moet.jpg zijn (de extensies JPEG en TIF, en andere bestandsextensies voor illustraties worden niet herkend). Het is onmogelijk om op hetzelfde ogenblik afdrukken te maken met PhotoCapture Centre en bewerkingen op de PC uit te voeren met PhotoCapture Centre. (Gelijktijdige bewerkingen zijn niet mogelijk.) Als u een INDEX of een BEELD afdrukt, drukt PhotoCapture Centre alle geldige beelden af, zelfs als een of meer beelden werden beschadigd. Afhankelijk van waar de fout in de gegevens optreedt, kan eventueel een deel van een beschadigd beeld toch worden afgedrukt. VIDEO AFDRUKKEN Photo Capture Centre (alleen voor MFC-840) 79

88 13 De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken De Brother-machine samen met uw PC gebruiken Met de software Multi-Function Link Pro (MFL Pro) maakt u van de Brother-machine een multifunctioneel centrum. Zo kunt u uw faxmachine gebruiken als printer en scanner en vanuit uw Windows -toepassingen op uw computer aansturen. De MFC-830 is een 5 in 1 multifunctioneel centrum en de MFC-840 is een 6 in 1 multifunctioneel centrum. Installeer de software Multi- Function Link Pro en andere Brother-software die u vindt op de meegeleverde cd-rom. Als u de Brother-software Multi-Function Link Pro eerder al hebt geïnstalleerd voor een andere machine, moet u deze installatie eerst van uw systeem verwijderen. Voor u Multi-Function Link Pro installeert Beschikt u over een USB-kabel (alleen bij gebruik van Windows 98, 98SE en Windows 2000 Professional), zie De MFC met een USB-kabel aansluiten op de PC (Alleen voor Windows 98, 98SE en Windows 2000 Professional) in dit hoofdstuk. Beschikt u over een bidirectionele parallelle kabel volgens IEEE-1284, zie Een bidirectionele parallelle kabel (IEEE-1284) om de MFC aan te sluiten op een PC (met Windows 95, 98, 98SE, Windows NT Workstation Versie 4.0 of Windows 2000 Professional) in dit hoofdstuk. Het is belangrijk dat u uw MFC op uw computer aansluit voor u de software installeert. 80 Hoofdstuk 13

89 Computervereisten In de volgende tabel vindt u een overzicht van de computervereisten die u nodig hebt om de MFCdrivers in te stellen en te bedienen. Windows - besturingssysteem COMPUTERVEREISTEN Snelheid (of hoger) RAM min MB (aanbevolen MB) HD vrije schijfruimte CD- ROMsnelheid 95, 98, 98SE Pentium 75MHz 24MB (32MB aanb.) 50MB 2X NT 4.0 Pentium 75MHz 32MB (64MB aanb.) 50MB 2X Workstation 2000 Professional Pentium 133MHz 64MB (128MB aanb.) 50MB 2X Gebruik alleen een afgeschermde parallelle interfacekabel volgens IEEE-1284 en/of een USB-kabel die niet langer is dan 1,8 meter. Een bidirectionele parallelle kabel (IEEE- 1284) om de MFC aan te sluiten op een PC (met Windows 95, 98, 98SE, Windows NT Workstation Versie 4.0 of Windows 2000 Professional) BELANGRIJK Als u Windows NT Workstation versie 4.0 of Windows 2000 Professional gebruikt, dient u zich als Administrator aan te melden, anders kunt u de software niet installeren. Melding voor de pc-gebruiker In de plastic zak van uw MFC vindt u een kleine Ferriet-ring en kabelklem. BEWAAR DEZE ONDERDELEN GOED. U hebt ze nodig als u de MFC op een PC aansluit. De beste prestaties haalt u als u een bidirectionele parallelle kabel gebruikt in combinatie met de meegeleverde Ferriet-ring en kabelklem. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 81

90 Zorg ervoor dat u een bepaald type Ferriet-ring gebruikt samen met de bidirectionele parallelle kabel en de USB-kabel. Als u uw MFC op een PC aansluit, dient u de meegeleverde Ferriet-ring op de bidirectionele parallelle kabel te bevestigen. De Ferriet-ring op de bidirectionele parallelle kabel bevestigen: 1 Bevestig de kabelklem op 50 mm of minder van de parallelle interfaceconnector. Dubbel afgeschermde Kabelklem Kabelklem parallelle interfacekabel naar MFC 50mm Dubbel afgeschermde parallelle interfacekabel Parallelle interfaceconnector 2 Klem de Ferriet-ring rond de kabel tussen de parallelle interfaceconnector en de kabelklem en druk erop tot u een klik hoort. Ferriet-ring Kabelklem Ferriet-ring naar MFC Dubbel afgeschermde parallelle interfacekabel De MFC op de PC aansluiten 1 Trek het netsnoer van de MFC uit het stopcontact voor u de parallelle interfacekabel aansluit. 2 Schakel de computer uit en trek het netsnoer uit voordat u de interfacekabel aansluit. 3 Sluit de parallelle interfacekabel aan op de parallelle interfacepoort van de MFC en maak de kabelklemmen vast. 82 Hoofdstuk 13

91 4 Sluit de interfacekabel aan op de printerpoort van de computer en schroef het vast. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw computer om te weten waar de locatie van de parallelle printerpoort zit. 5 Sluit eerst het netsnoer van de Brother-machine aan en sluit vervolgens uw computer weer aan, voor u de PC start. Volg de instructies volgens het besturingssysteem dat u op uw computer gebruikt. Bij gebruik van Windows 95, 98 en 98SE Nu kunt u de Brother-drivers installeren: Als u Windows 2000 Professional gebruikt, ga naar Bij gebruik van Windows 2000 Professional op pagina 87. Als u Windows NT Workstation Versie 4.0 gebruikt, ga naar Bij gebruik van Windows NT Workstation Versie 4.0 op pagina 91. Bij gebruik van Windows 95 OSR2, 98, 98SE: 6 Als het scherm Wizard Nieuwe hardware wordt geopend, klikt u op Volgende. PRINTER/SCANNER Elke versie van het besturingssysteem heeft een ander dialoogvenster. De tekst kan afwijken, afhankelijk van de versie die u gebruikt. De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 83

92 Bij gebruik van Windows 95: Selecteer Stuurprogramma op diskette van hardware-fabrikant en klik op OK. De instructies in de stappen 7 tot 16 zijn van toepassing als u Windows 98SE gebruikt. 7 Selecteer (aanbevolen) en klik op Volgende. 8 Plaats de cd-rom MFL Pro in uw cd-rom-station. 9 Selecteer Een locatie specificeren, maak alle andere selecties ongedaan en klik vervolgens op Bladeren... om het bestand te zoeken. 84 Hoofdstuk 13

93 10 Dubbelklik op het pictogram van de cd en klik op de map x:\dut\w9x\para (x: is de letter die uw cd-rom-station aanduidt). Klik vervolgens op OK. 11 Controleer dat Een locatie specificeren is geselecteerd en klik op Volgende. 12 Controleer dat de naam van de printerdriver in het dialoogvenster staat en klik op Volgende. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 85

94 13 U kunt de naam van deze printer zelf invoeren, maar u kunt ook de naam gebruiken die op het scherm wordt weergegeven. Als u klaar bent, klikt u op Voltooien. 14 Als de Wizard Nieuwe hardware wordt weergegeven, klikt u op Voltooien. 15 Als het venster Setup wordt weergegeven en de statusbalk 100% aangeeft, worden de resterende bestanden gekopieerd. 16 Klik op OK. 86 Hoofdstuk 13

95 17 Alle drivers zijn nu geïnstalleerd. U kunt nu gaan afdrukken en scannen. Als u PaperPort of Multi-Function Link Pro wilt installeren, ga naar de CD sectie. (Zie De Brother-software installeren in dit hoofdstuk.) Bij gebruik van Windows 2000 Professional 6 Als het scherm Wizard Nieuwe hardware gevonden wordt geopend, klikt u op Volgende. 7 Selecteer (aanbevolen) en klik op Volgende. 8 Plaats de cd-rom MFL Pro in uw cd-rom-station. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 87

96 9 Selecteer Een op te geven locatie, maak alle andere selecties ongedaan, en klik op Volgende. 10 Klik op Bladeren... om het bestand te zoeken. 11 Dubbelklik op het pictogram van de cd, klik op de map x:\dut\w2k\para (x:is de letter die uw cdrom-station aanduidt), en klik op OK. 12 Controleer dat Een op te geven locatie is geselecteerd en klik op Volgende. 88 Hoofdstuk 13

97 13 Klik op Voltooien. 14 Herhaal stap 6-13 totdat u alle printer- en scannerdrivers hebt geïnstalleerd. Het is mogelijk dat tijdens de installatie de melding Kan digitale handtekening niet vinden wordt weergegeven. Als u deze melding ziet, klikt u op Ja om de driver te installeren. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 89

98 15 Klik op Voltooien. 16 Als het venster Setup wordt weergegeven en de statusbalk 100% aangeeft, worden de resterende bestanden gekopieerd. 17 Klik op OK. 18 Alle drivers zijn nu geïnstalleerd. U kunt nu gaan afdrukken en scannen. Als u PaperPort of Multi-Function Link Pro wilt installeren, ga naar de CD sectie. (Zie De Brother-software installeren in dit hoofdstuk.) 90 Hoofdstuk 13

99 Bij gebruik van Windows NT Workstation Versie Windows NT Workstation 4.0 heeft geen Plug & Play, dus moet u de drivers zelf installeren. Klik in de taakbalk op Starten en selecteer Instellingen, Printer. Dubbelklik op Printer toevoegen. 7 Selecteer Mijn computer en klik op Volgende. 8 Selecteer LPT1: en klik op Volgende. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 91

100 9 Plaats de cd-rom MFL Pro in uw cd-rom-station, en klik op Diskette Klik op Bladeren... om het bestand te zoeken. 11 Dubbelklik op het pictogram van de cd en klik op de map x:\dut\nt40 (x: is de letter die uw cd-rom-station aanduidt), en klik op Openen. 12 Controleer dat Een op te geven locatie is geselecteerd en klik op OK. 92 Hoofdstuk 13

101 13 Selecteer het printermodel dat u gebruikt en klik op Volgende. Dit dialoogvenster wordt bij sommige MFCmodellen niet geopend. 14 Klik op Volgende. 15 Selecteer Niet gedeeld, en klik op Volgende. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 93

102 16 Selecteer Ja (aanbevolen) om een testpagina af te drukken en klik op Voltooien. 17 Nadat de testpagina is afgedrukt, klikt u op Ja. 18 De printerdriver is nu geïnstalleerd en wordt op uw scherm weergegeven. 19 Ook de andere Brotherdrivers moet u zelf installeren. Klik in de taakbalk op Starten en selecteer Uitvoeren. Typ x:\dut\nt40\setup\setup.exe en klik op OK. 94 Hoofdstuk 13

103 20 Als het venster Setup wordt weergegeven en de statusbalk 100% aangeeft, worden de resterende bestanden gekopieerd. 21 Klik op OK. 22 Alle drivers zijn nu geïnstalleerd. U kunt nu gaan afdrukken en scannen. Als u PaperPort of Multi-Function Link Pro wilt installeren, ga naar de CD sectie. (Zie De Brother-software installeren in dit hoofdstuk.) De MFC met een USB-kabel aansluiten op de PC (Alleen voor Windows 98, 98SE en Windows 2000 Professional) BELANGRIJK Als u Windows NT Workstation versie 4.0 of Windows 2000 Professional gebruikt, dient u zich als Administrator aan te melden, anders kunt u de software niet installeren. Om de MFC op uw computer aan te sluiten, moet u een USB-kabel kopen die niet langer is dan 1,8 meter. Melding voor de PC-gebruiker In de plastic zak van uw MFC vindt u een kleine Ferriet-ring en kabelklem. BEWAAR DEZE ONDERDELEN GOED. U hebt ze nodig als u de MFC op een PC aansluit. De beste prestaties haalt u als u een USB-kabel gebruikt in combinatie met de meegeleverde Ferriet-ring en kabelklem. Als u uw MFC aansluit op een PC, bevestigt u de meegeleverde Ferriet-ring op de USB-kabel. 1 Bevestig de kabelklem op 50 mm of minder van de USB-kabelconnector die op de MFC zal worden aangesloten. 2 Klem de Ferriet-ring rond de kabel tussen de USB-kabelconnector en de kabelklem en druk erop tot u een klik hoort. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 95

104 Ferriet-ring Kabelklem Ferriet-ring Kabelklem USB-Kabel USB-Kabel naar MFC 50mm Connector 3 Nadat u de MFC hebt geïnstalleerd en hebt gecontroleerd dat deze goed werkt, zet u uw PC af. 4 Sluit de USB-kabel op de MFC en de PC aan. 5 Zet uw PC aan. Bij gebruik van Windows 98, 98SE Nu kunt u de Brother-drivers gaan installeren: Bij gebruik van Windows 2000 Professional, ga naar Bij gebruik van Windows 2000 Professional op pagina Bij gebruik van Windows 98, 98SE: Als de Wizard Nieuwe hardware wordt weergegeven, klikt u op Volgende. Elke versie van het besturingssysteem heeft een ander dialoogvenster. Het is mogelijk dat iedere driver anders wordt geïnstalleerd, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt. 96 Hoofdstuk 13

105 7 Selecteer (aanbevolen) en klik op Volgende. 8 Plaats de cd-rom MFL Pro in uw cd-rom-station. 9 Selecteer Een locatie specificeren aan, maak alle selecties ongedaan en klik vervolgens op Bladeren... om het bestand te zoeken. 10 Dubbelklik op het pictogram van de cd, klik op de map x:\dut\w98\usb bij gebruik van Windows 98, 98SE, en klik vervolgens op OK. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 97

106 11 Controleer dat Een locatie specificeren is geselecteerd en klik op Volgende. Controleer dat de locatie voor Windows 98/ 98SE x:\dut\w98\usb. 12 Klik op Volgende. Als de Insert Disk Wizard wordt weergegeven, verwijdert u de cd-rom MFL Pro uit het cd-rom-station en plaatst u de cd-rom Windows 98/98SE in het station (om de standaard Windows -driver te zoeken) en klikt u op OK. 13 Klik op Voltooien. (Als u de cd-rom Windows 98/98SE hebt geplaatst, neem deze uit het cd-rom-station, en plaats de cd-rom MFL Pro) 98 Hoofdstuk 13

107 14 Als de Wizard Nieuwe hardware is geïnstalleerd en de Wizard Nieuwe Hardware opnieuw wordt weergegeven, klikt u op Volgende. 15 Selecteer (aanbevolen) en klik op Volgende. 16 Selecteer Een locatie specificeren en klik op Volgende. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 99

108 17 Klik op Volgende. 18 Als de Wizard Nieuwe hardware meldt dat de installatie is voltooid, klikt u op Voltooien. Herhaal stap 6 tot 12 om alle drivers te installeren. 19 Nadat u drivers hebt geïnstalleerd voor de USB Composite Device, PhotoCapture Centre (alleen voor MFC-840), de faxmodem, de scanner en de printer, selecteert u BRUSB: USB Printer Port als printerpoort en klikt u op Volgende. 100 Hoofdstuk 13

109 20 U kunt de naam van deze printer zelf invoeren, maar u kunt ook de naam gebruiken die op het scherm wordt weergegeven. Als u klaar bent, klikt u op Volgende. 21 Selecteer Ja (aanbevolen) om een testpagina af te drukken en klik op Voltooien. 22 Nadat de testpagina is afgedrukt, klikt u op Ja. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 101

110 23 Als de Wizard Nieuwe hardware meldt dat de installatie is voltooid, klikt u op Voltooien. 24 Alle drivers zijn nu geïnstalleerd. U kunt nu gaan afdrukken en scannen. Als u PaperPort of Multi-Function Link Pro wilt installeren, ga naar de CD sectie. (Zie Bij gebruik van Windows 2000 Professional in dit hoofdstuk.) Bij gebruik van Windows 2000 Professional 6 Als de Wizard Nieuwe hardware gevonden wordt weergegeven, klikt u op Volgende. 7 Selecteer (aanbevolen) en klik op Volgende. 102 Hoofdstuk 13

111 8 Plaats de cd-rom MFL Pro in uw cd-rom-station. 9 Een op te geven locatie, maak alle andere selecties ongedaan en klik op Volgende. 10 Klik op Bladeren... om het bestand te zoeken. 11 Dubbelklik op het pictogram van de cd, klik op de map x:\dut\w2k\usb (x: is de letter die uw cd-rom-station aanduidt), en klik op OK. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 103

112 12 Controleer dat Een op te geven locatie is geselecteerd. 13 Klik op Volgende. 14 Klik op Voltooien. 15 Herhaal stap 6-14 totdat u alle drivers hebt geïnstalleerd. 104 Hoofdstuk 13

113 Het is mogelijk dat tijdens de installatie de melding "Kan digitale handtekening niet vinden" wordt weergegeven. Als u deze melding ziet, klikt u op Ja om de driver te installeren. 16 Alle drivers zijn nu geïnstalleerd. U kunt nu gaan afdrukken en scannen. Als u PaperPort, of Multi-Function Link Pro wilt installeren, ga naar de CD sectie. (Zie De Brother-software installeren in dit hoofdstuk.) De Brother-software installeren BELANGRIJK U dient eerst de printer- en scannerdrivers te installeren, pas dan kunt u deze software (MFL Pro) installeren. (Zie het begin van dit hoofdstuk.) 1 Plaats de cd-rom MFL Pro in uw cd-rom-station. Er wordt een scherm geopend waar u de taal kunt selecteren. Klik op het menu met uw taal. (Als dit venster niet wordt geopend, gebruikt u de Windows Explorer om het programma setup.exe in de root-map van de Brother-cd uit te voeren.) Het openingsscherm van de cd-rom wordt geopend: PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 105

114 Als u Windows 2000 Professional of NT 4.0 gebruikt, dient u zich als Administrator aan te melden, anders kunt u de software niet installeren. Multi-Function Link Pro (hoofdprogramma) installeren: 1 Klik op de eerste knop Installeer MFL Pro. 2 Volg de instructies op het scherm. ScanSoft PaperPort wordt eerst geïnstalleerd, en daarna MFL-Pro. Nadat de installatie is voltooid, moet u uw pc opnieuw starten. Als u klikt op Installeer MFL Pro, worden de toepassingen Multi-Function Link Pro, ScanSoft PaperPort en ScanSoft TextBridge OCR geïnstalleerd. In Muti-Function Link Pro zijn TrueType-lettertypen en Remote Setup opgenomen. PaperPort is een toepassing waarmee u documenten kunt beheren om binnenkomende faxen en gescande documenten te bekijken. ScanSoft TextBridge is een OCR-toepassing die beelden omzet in tekst en deze in PaperPort integreert. De on line documentatie bekijken: 1 Klik in het hoofdmenu op Bekijk Online dokumenten. Het volgende scherm wordt weergegeven: 2 Klik op een knop om de documentatie in kwestie te bekijken. Als Adobe Acrobat Reader niet op uw systeem is geïnstalleerd, kunt u deze toepassing nu installeren door te klikken op Installeer Acrobat reader. Op de meegeleverde cd staat de meest recente Engelse versie van Adobe Acrobat Reader. Voor nadere informatie en andere talen, kijkt u op: adobe. com. U kunt deze software gratis downloaden. 3 Als u klaar bent met de on line documentatie, klikt u op Vorige om TERUG te gaan naar het openingsscherm van de cd-rom. 106 Hoofdstuk 13

115 De Brother home page zoeken: Als u op het openingsscherm klikt op Brother homepage, gaat u direct naar de home page van Brother. Klik op Brother homepage om naar onze website op te gaan. Deze website geeft informatie over de producten en services van Brother, zoals specificaties en vaak gestelde vragen (FAQ s). Nuttige tips bij gebruik van Windows 95/98/98SE/2000 Professional of Windows NT 4.0 Het installatieprogramma stelt de printerpoort automatisch in op de parallelle interface, BRMFC (voor Windows 95/98/98SE) en BMFC (voor Windows NT Workstation 4.0 en Windows 2000 Professional). Als u Multi-Function Link Pro van uw systeem wilt verwijderen, klikt u in de programmagroep Brother MFL Pro op het pictogram Uninstall en volgt u de instructies op het scherm. PRINTER/SCANNER De MFC en de PC geïntegreerd gebruiken 107

116 14 De MFC als printer gebruiken Kenmerken De MFC heeft dezelfde kenmerken als een inkjetprinter van hoge kwaliteit. Hoge afdruksnelheid In de conceptstand kunt u vier pagina s per minuut afdrukken, in fullcolour. Schitterende 4-kleurenafdrukken bij een resolutie van 300 dpi Als u afdrukt met een resolutie van 300 dpi, wordt afgedrukt met een normale resolutie. Schitterende 4-kleurenafdrukken bij een resolutie van 600 dpi Als u afdrukt met een resolutie van 600 dpi en speciaal gecoat of glanzend papier gebruikt, wordt afgedrukt met een hoge resolutie. Schitterende 4-kleurenafdrukken bij een resolutie van 1200 dpi Als u afdrukt met een resolutie van 1200 dpi en speciaal gecoat of glanzend papier gebruikt, wordt afgedrukt met de hoogste resolutie. Lage bedrijfskosten Als een van de kleuren inkt op is, hoeft u alleen de lege cartridge te vervangen. Bidirectionele parallelle interface De parallelle interface maakt bidirectionele communicatie (conform IEEE 1284) mogelijk tussen de MFC en de computer. USB De Universal Serial Bus Interface maakt snelle communicatie met uw computer mogelijk. Recht Papierpad De MFC kan verschillende types papier gebruiken: gewoon paper, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend paper, transparanten en enveloppen. Het gebruik van aangepast papier voorkomt papierdoorvoerstoringen. Meer informatie over welke soorten papier u kunt gebruiken in de MFC, zie Brother-papier in hoofdstuk 23. Printerdriver Op uw computer kunt u de volgende printerinstellingen wijzigen: Kwaliteit (Snelheid)/Media Kleuraanpassing Halftoon/Kleuruitbreiding 108 Hoofdstuk 14

117 De juiste papiersoort kiezen Voor optimale resultaten is het van essentieel belang dat u de juiste papiersoort kiest. Lees hoofdstuk Brother-papier van deze handleiding aandachtig door voordat u papier voor uw MFC gaat kopen. Multifunctionele papierinvoer De multifunctionele papierinvoer kan normaal papier, gecoat papier, glanzend papier, transparanten, enveloppen en Organizer-papier (K, L) doorvoeren. Wanneer de MFC gegevens van de PC ontvangt, wordt het afdrukproces begonnen met het invoeren van een vel papier vanuit de multifunctionele papierinvoer. 1 Selecteer op uw PC de afdrukopdracht. 2 Uw PC stuurt een afdrukopdracht en data naar de MFC. Het scherm toont ONTVANGST. 3 Als er meer dan één pagina moet worden afgedrukt, zal uw MFC de volgende pagina( s) automatisch afdrukken. 4 Als de MFC klaar is met het afdrukken van alle gegevens, worden de datum en tijd opnieuw weergegeven. U kunt de papierbron, papierafmetingen en afdrukstand in de toepassing op uw PC selecteren. Als uw toepassing een afwijkend papierformaat niet ondersteunt, selecteert u een papierformaat dat net iets groter is dan het door u gebruikte formaat. Vervolgens past u het bedrukbaar gedeelte aan door de instelling voor de rechter en linker kantlijn te wijzigen. Papier plaatsen In de multifunctionele papierinvoer van de MFC kunnen diverse soorten papier worden gebruikt: normaal papier, gecoat papier, glanzend papier, transparanten, enveloppen en Organizer-papier (K, L). (Raadpleeg hoofdstuk 23 in de handleiding voor complete informatie over de papiersoorten die u in de MFC kunt gebruiken.) 1 Open het deksel van het bedieningspaneel door het naar u toe te trekken en til vervolgens het bovendeksel naar achter. Wenst u af te drukken op normaal papier, plaats de paarse hendel voor het regelen van de papierdikte in de stand OMHOOG. Wenst u dik papier te gebruiken, druk de hendel dan naar BENEDEN. Sluit daarna het bovendeksel en het deksel van het bedieningspaneel. 2 Verwijder alle papier uit de papierinvoer, en plaats het nieuwe OP (voor normaal papier) Paarse hendel om papierdikte te regelen NEER (voor dik papier) papier. De papierstapel goed losschudden voor het plaatsen. 3 Plaats de papierstapel met de afdrukzijde (gecoat) naar boven. Stel de papiergeleider in. PRINTER/SCANNER De MFC als printer gebruiken 109

118 Controleer dat het papier onder de pijl blijft. U kunt ongeveer 100 vellen van 75g/m 2 gewoon papier plaatsen. Als u inktsporen ziet op bovenkant van de afgedrukte pagina's, druk dan de paarse hendel voor het regelen van de papierdikte naar beneden. Tegelijkertijd afdrukken en faxen Het is mogelijk om uw MFC te laten afdrukken terwijl er een faxbericht wordt verstuurd of in het geheugen van de MFC binnenkomt, of terwijl er fax- of scangegevens naar de computer worden gestuurd. Als de MFC echter bezig is een kopie te maken of als er een fax binnenkomt op papier, wordt de pc-handeling gepauzeerd en gaat deze pas weer verder nadat de kopie is gemaakt of de fax is ontvangen. Als er een fax wordt verzonden, gaat de MFC gewoon door met afdrukken. Toetsen op het bedieningspaneel De toets Reset Als op het LCD-scherm de melding MEER GEGEVENS staat, kunt u de gegevens die nog in het geheugen zitten wissen door op Reset te drukken. De toets Ink Management Als u op de toets Ink Management drukt, toont het LCDscherm: 1.REINIGEN Als een van de kleuren problemen oplevert, kunt u dit vaak 2.VERVANG INKT corrigeren door de inktkop te reinigen. (Zie Problemen oplossen en onderhoud in hoofdstuk 21.) Als de foutmelding XXXX BIJNA OP of XXXX INKT LEEG verschijnt, moet de inktcartridge met de kleur in kwestie worden vervangen. (Zie Problemen oplossen en onderhoud in hoofdstuk 21.) Bidirectioneel afdrukken uitschakelen De afdrukkwaliteit kan verder worden verbeterd door de printkop van de MFC tijdens het afdrukken in slechts één richting te laten bewegen. Het bidirectioneel afdrukken is dan uitgeschakeld, maar het afdrukken duurt twee keer zo lang. 1 Druk op Menu, 2, 3. 2 Druk op of om UIT selecteren. 3.BI-DIR AFDRUK 110 Hoofdstuk 14

119 15 Printerdriverinstellingen De Brother MFC-830/MFC-840 printerdriver gebruiken De printerdriver van Brother MFC-830/MFC-840 laat u toe instellingen te wijzigen en standaardinstellingen te overschrijven. U kunt het type papier, type document en de af te drukken kleuren wijzigen. In het dialoogvenster Brother MFC-830/MFC-840 on BRMFC worden twee tabbladen weergegeven: een tabblad om de papierinstellingen (Paper) en een tabblad om de kwaliteit en de kleur (Quality/Colour) te wijzigen. Het tabblad Papier In het tabblad Papier kunt u de papierafmetingen, papierinvoer, afdrukstand, scaling en aantal kopieën selecteren. Om de printerdriver weer te geven, selecteert u Afdrukken in het menu File. Selecteer in het dialoogvenster Print de printer Brother MFC-830/Brother MFC-840 uit de selectielijst en klik op de knop Properties. Het dialoogvenster Brother MFC-830/MFC-840 on BRMFC: Eigenschappen wordt weergegeven: PRINTER/SCANNER Klik op Toepassen. Uw instellingen worden nu geactiveerd. Als u wilt terugkeren, klikt u eerst op Standaard en vervolgens op Toepassen. Printerdriverinstellingen 111

120 Papierformaat U kunt een van de volgende papierformaten en enveloppes selecteren: Letter (Amerikaans) Legal (Amerikaans) Executive (Amerikaans) A4 A5 (Internationale) Briefkaart (US) Fotokaart (US) Enveloppe B5 (Internationale enveloppe) C5 (Internationale enveloppe) COM-10 DL (Internationale enveloppe) Monarch (Amerikaanse enveloppe) Organizer K Organizer L x mm (8 1/2 x 11 inch) x mm (8 1/2 x 14 inch) x mm (1/4 x 10 1/2 inch) 210 x 297 mm 148 x 210 mm (5.8 x 8.3 inch) 127 x mm (5 x 7 inch) x mm (4 x 6 inch) 176 x 250 mm (6.9 x 9.8 inch) 162 x 229 mm (6.4 x 9 inch) x 241 mm (4 1/8 x 9 1/2 inch) 110 x 220 mm (4.3 x 8.7 inch) 98.4 x mm (3 7/8 x 7 1/2 inch) 95.3 x mm (3 3/4 x 6 3/4 inch) x mm (5 1/2 x 8 1/2 inch) Afwijkende papierafmetingen In de MFC kan papier worden gebruikt dat niet groter of kleiner is dan Minimum 90 x 127 mm (3.5 x 5 inch) Maximum 216 x mm (8.5 x 14 inch) Hier kunt u de papierafmetingen aanpassen en dit nieuwe formaat als volgt opslaan: 1 Meet het papier dat u wilt gebruiken. 2 Selecteer onder Papierformaat de optie Afwijkend papierformaat. 3 Voer in het vak Naam afwijkend papierformaat een unieke naam in. 4 Selecteer inches of mm als maateenheid. 5 Voer de lengte en de breedte in. 6 Klik op Opslaan om het papierformaat op te slaan. Indien gewenst, kunt u een reeds ingesteld formaat verwijderen door op Verwijderen te klikken. Het kan zijn dat de toepassing die u onder Windows gebruikt deze instelling onderdrukt. Vergeet niet om ook in uw toepassing het juiste papierformaat in te stellen. Wanneer u het kleinste formaat gebruikt, is het bovendien raadzaam om ook de instellingen voor de kantlijn en de marges te controleren; als deze te groot zijn, zal er namelijk niets worden afgedrukt. 112 Hoofdstuk 15

121 Afdrukstand De afdrukstand kan Staand of Liggend zijn. Staand betekent dat het papier langer is dan breed als u de afdruk rechtop bekijkt. Liggend betekent dat het papier breder is dan lang wanneer u de afdruk rechtop bekijkt. Aantal De waarde die bij Aantal wordt ingevoerd, laat Windows weten hoeveel exemplaren van uw document er via de door u gebruikte toepassing afgedrukt moeten worden. Deze instelling staat geheel los van wat er is ingevoerd bij de instelling voor het aantal exemplaren binnen het afdrukmenu van de door u gebruikte toepassing. U mag deze twee selecties nooit tegelijkertijd gebruiken. Sorteren In afdruktaken met meerdere pagina s die niet gesorteerd zijn, wordt eerst het benodigd aantal exemplaren van pagina 1 afgedrukt, daarna het benodigd aantal exemplaren van pagina 2, dan het benodigd aantal exemplaren van pagina 3, enz. Als u bijvoorbeeld twee exemplaren wenst te krijgen van een document met drie pagina s, dan wordt als volgt afgedrukt: op volgorde pagina 1, pagina 1, pagina 2, pagina 2, pagina 3, pagina 3. In afdruktaken die gesorteerd zijn, wordt het hele document in een keer afgedrukt, en vervolgens nogmaals. Als u bijvoorbeeld twee exemplaren wenst te krijgen van een document met drie pagina s, dan wordt als volgt afgedrukt: op volgorde pagina 1, pagina 2, pagina 3 en dan nogmaals pagina 1, pagina 2, pagina 3. In dat geval begint de MFC pas met afdrukken nadat alle gegevens verwerkt zijn, waardoor het afdrukken van gesorteerde documenten langer duurt dan wanneer er niet-gesorteerde documenten worden afgedrukt. Omgekeerde volgorde De MFC begint het afdrukken gewoonlijk met pagina 1 en werpt deze met de bedrukte zijde naar boven uit; de volgende pagina s worden daar bovenop gestapeld. Dit betekent dat in een stapel van vijf pagina s dus pagina 5 bovenop zal liggen en pagina 1 onderaan (pagina 5, pagina 4, pagina 3, pagina 2, pagina 1). Gebruik deze functie als u wilt dat de afdrukken op juiste volgorde worden uitgeworpen. De afdrukbewerking wordt dan in omgekeerde volgorde afgedrukt, te beginnen bij de laatste pagina, zodat in een stapel van vijf pagina s nu pagina 1 bovenop zal liggen en pagina 5 onderop. Als u deze functie gebruikt zal het afdrukken meer tijd in beslag nemen omdat de bewerking eerst gespooled moet worden. Papier dikte Om te vermijden dat het papier gaat schuiven (dun papier) of vastlopen (dik papier), dient u de juiste papierdikte in te stellen. Normaal Selecteer deze optie voor normaal papier. Dun Selecteer deze optie als het papier dunner is dan normaal papier (bijvoorbeeld Organizer-papier) Dik Selecteer deze optie voor dik papier (bijvoorbeeld 321b, prentkaarten) Dikker Selecteer deze optie voor nog dikker papier (bijvoorbeeld enveloppes) PRINTER/SCANNER Printerdriverinstellingen 113

122 Scaling Gebruik deze functie om uw document volgens de gespecificeerde schaal te vergoten/verkleinen (50% - 200%). 2 op 1 Twee pagina s worden samen op één pagina, en dus verkleind afgedrukt. Als u de optie 2 in 1 hebt geselecteerd, kunt u het schaalpercentage niet meer handmatig instellen. Papierinvoer Als de door u gebruikte toepassing een soortgelijke functie heeft, dan zijn beide instellingen geldig. U mag deze twee selecties nooit tegelijkertijd gebruiken. Papierlade De multifunctionele papierinvoer wordt voornamelijk gebruikt voor het afdrukken op papier van normaal formaat en op enveloppen. Het tabblad Kwaliteit/Kleur In dit tabblad kunt u de afdrukkwaliteit selecteren, het papier waarop wordt afdrukt, kleuren (afgestemd op het beeldscherm van de PC, afwijkende kleuren of mono), en het documenttype. Klik op het tabblad Kwaliteit/Kleur. Onderstaand scherm wordt geopend. Klik op Toepassen. Uw instellingen worden nu geactiveerd. Als u wilt terugkeren, klikt u eerst op Standaard en vervolgens op Toepassen. 114 Hoofdstuk 15

123 Kwaliteit De snelheid waarmee wordt afgedrukt is afhankelijk van de kwaliteit van de afdrukken. Hoe hoger de kwaliteit, hoe langer het duurt; hoe lager de kwaliteit, hoe sneller er wordt afgedrukt. Concept : Normaal: Fijn : Superfijn: 300 x 150 dpi. De snelste afdrukstand (ongeveer 2-4 zo snel als in de normale stand) waarbij bovendien minder inkt wordt verbruikt. Deze stand kan bijvoorbeeld worden gebruikt wanneer u een groot aantal documenten moet afdrukken, of wanneer u een document wilt nakijken voordat u de uiteindelijke afdruk maakt. 300 x 300 dpi. Aanbevolen voor normale afdrukken. Goede kwaliteit met een comfortabele afdruksnelheid. 600 x 600 dpi voor kleurenafdrukken. Betere kwaliteit dan in de normale stand en snellere afdruksnelheid dan in de superfijne stand x 1200 dpi. De hoogste kwaliteit. Deze stand wordt bijvoorbeeld gebruikt om zeer precieze afbeeldingen, zoals foto s, af te drukken. Aangezien er hier veel meer afdrukgegevens zijn dan in de normale stand, zal het verwerken en overdragen van de gegevens en ook het afdrukken zelf langer duren. Papier soorten Selecteer de gewenste media (papiertype). De MFC plaatst de dots anders afhankelijk van het geselecteerde mediatype. Selecteer het juiste mediatype om een betere afdruk te maken. Wanneer u een ander papiertype kiest om op af te drukken, wordt automatisch overgeschakeld naar de meest geschikte kwaliteit van afdrukken (zie onderstaand). Wij raden u aan om deze vooraf ingestelde kwaliteit te handhaven, zodat altijd een optimaal resultaat wordt verkregen. Papiertype Normaal papier Inkjetpapier (Gecoat papier) Glanzend papier Foto papier Transparanten Transparanten (mirror) Geschikte afdrukkwaliteit Normaal Fine S. Fine S. Fine Normaal Normaal Gebruik alleen Brother-papier, zoals Inkjet (gecoat papier), glanzend papier of transparant voor de beste afdrukkwaliteit. Als u papier gebruikt van een ander merk dan Brother, kan het zijn dat de afdrukkwaliteit te wensen overlaat. PRINTER/SCANNER Printerdriverinstellingen 115

124 Document De printerdriver selecteert automatisch de meest geschikte methode voor kleuraanpassing, afhankelijk van het type document. Over het algemeen worden tekst en zakelijke afbeeldingen zoals grafieken scherp afgedrukt, en foto s wat minder scherp. Auto De printerdriver selecteert het type document automatisch. In de meeste gevallen is dit de beste instelling. Foto Selecteer deze stand voor afbeeldingen van fotografische kwaliteit Albeeldingen Selecteer deze stand voor documenten met tekst of grafische illustraties (grafieken of clip art). Afwijkend Als u de kleuraanpassing en de halftoonmethode handmatig wilt instellen, selecteert u deze optie en drukt u op de knoppen Kleuren Instelling en Afwijkende Instellingen om meer instellingen weer te geven. Kleur/Mono Kleur Selecteer deze stand wanneer uw document kleuren bevat en u ook in kleur wilt afdrukken. Er worden alleen generische kleuren afgedrukt, tenzij ook kleuraanpassing wordt gebruikt. Mono Selecteer deze stand als uw document alleen teksten en/of voorwerpen in zwart of in grijstinten bevat. Als uw document kleur bevat en u Mono selecteert, wordt er afgedrukt met ondersteuning van 256 grijstinten. Kleuren aanpassing U kunt de kleuraanpassing handmatig selecteren. Kies de meest geschikte optie voor uw document. Op beeldscherm Geschikt voor fotografische afbeeldingen. De kleur wordt zo nauwkeurig mogelijk afgestemd op de kleuren die u op uw beeldscherm ziet. Heldere kleuren Geschikt voor zakelijke afbeeldingen zoals grafieken, schema s en tekst. De kleur wordt zo scherp mogelijk afgesteld. Printkop heen en weer De MFC print d.m.v het bewegen van de printkop. Normaal gesproken in beide richtingen. Wanneer u deze optie op UIT zet (standaardinstelling is AAN) dan print de MFC (uni-directional) zodat de afdruksnelheid wordt gehalveerd. Soms kan de bewegingssnelheid van de printkop instabiel zijn door temperatuursveranderingen etc. en kan de afgedrukte verticale lijn niet helemaal juist zijn uitgelijnd. Wanneer u tegen dit probleem aanloopt kunt u de optie op UIT zetten of gebruik maken van het Kwaliteit/Kleur menu om de verticale lijn goed uit te lijnen. 116 Hoofdstuk 15

125 Afwijkende instellingen U kunt de instellingen aanpassen door het type Halftone of Colour Enhance te selecteren. Halftoon De MFC kan diverse manieren gebruiken om dots op papier te plaatsen, zodat halftonen mogelijk zijn. Er zijn een aantal voorgedefinieerde patronen volgens welke dots op papier worden gezet, en u kiest die welke u het meest geschikt acht voor het door u geproduceerde document. Foto Deze methode creëert fraaie halftonen, geschikt voor fotografische afbeeldingen. Het duurt wat langer om de gegevens te verwerken, maar er kunnen meer niveaus van halftoon en natuurlijkere beelden gecreëerd worden. Cluster Deze methode is geschikt voor zakelijke afbeeldingen zoals grafieken, schema s en tekeningen, omdat de afdrukken scherper zijn. Bovendien duurt het afdrukken minder lang. Kleur Uitbreiding Kleurverbetering: Stelt de kleuren van de afbeelding af voor een betere afdrukkwaliteit. Het afdrukken duurt langer als de optie Kleurverbetering AAN staat. Scherpte Hiermee geeft u de details van een beeld scherper weer. U kunt het vergelijken met het scherpstellen van een camera. Als de camera niet helemaal correct is ingesteld, worden de kleine details van een afbeelding snel vaag en onduidelijk. Kleur instelling Met deze optie stelt u de hoeveelheid kleur van een beeld bij. U kunt de hoeveelheid kleur in een beeld groter of kleiner maken om de kwaliteit te verbeteren van een beeld waarvan de kleuren wazig of uitgelopen lijken. Wit balans Met deze optie wijzigt u de tint van de witte vlakken van een beeld. Belichting, camerainstellingen en andere invloeden kunnen de weergave van het wit beïnvloeden. De witte vlakken van een beeld vertonen ook vaak een licht roze, gele of andere schijn. Door de balans bij te stellen kunt u deze effecten corrigeren en de witte vlakken zuiverder wit maken. Helderheid Wijzigt de helderheid, maakt de hele afbeelding lichter of donkerder. Wanneer u de schuifbalk naar links versleept, wordt het beeld donkerder en wanneer u hem naar rechts versleept, wordt het beeld lichter. Contrast Verandert het contrast van een afbeelding. Donkere delen worden donkerder en lichte delen worden lichter wanneer u het contrast scherper instelt. Maak het contrast scherper wanneer u een duidelijker beeld wenst, en maak het contrast minder scherp als u een wat vager beeld wenst Rood Maak de keur rood dieper als u het hele beeld wat roder wilt maken. Groen Maak de keur groen dieper als u het hele beeld wat groener wilt maken. Blauw Maak de keur blauw dieper als u het hele beeld wat blauwer wilt maken. PRINTER/SCANNER Printerdriverinstellingen 117

126 16 Het op Windows gebaseerde Brother Control Centre gebruiken (voor Windows 95/98/98SE en NT 4.0) Brother Control Centre Het Brother Control Centre is een softwaretoepassing welke op uw PC scherm verschijnt wanneer u papier in de automatische documentinvoer plaatst. Hiermee krijgt u toegang tot de meest frequent gebruikte scantoepassingen d.m.v. een paar muisklikken. Als u het Control Centre gebruikt, hoeft u bepaalde toepassingen niet handmatig te starten. Het Brother Control Centre heeft twee verschillende functies: 1 Rechtstreeks scannen naar een bestand, , tekstverwerker of grafische toepassing van uw keuze 2 Geavanceerde kopieerfuncties, zoals twee op één kopiëren Brother Control Centre automatisch laden Brother Control Centre is in eerste instantie zo geconfigureerd dat deze software automatisch wordt geladen telkens wanneer Windows wordt gestart. Wanneer het Control Centre is geladen, wordt op de taakbalk het pictogram Control Centre weergegeven. Als u niet wilt dat Control Centre automatisch wordt geladen, kunt u het automatisch laden uitschakelen. 118 Hoofdstuk 16

127 Het automatisch laden uitschakelen 1 Klik met de linker muisknop op het pictogram Control Centre en klik op Show. 2 Wanneer het pictogram Control Centre wordt weergegeven, klikt u met de linker muisknop op de knop Configuratie Control Centre. Er wordt een dialoogvenster geopend met daarin het selectievakje Popup automatisch laden: 3 Klik op het selectievakje Popup automatisch laden om het vinkje weg te halen. De toets Scan gebruiken met een Windows-pc Als u de MFC op een Macintosh hebt aangesloten, zullen de toetsen in het bedieningspaneel niet worden ondersteund op uw computer. zie De Brother MFC gebruiken met een New Power Macintosh G3, G4 of imac / ibook in hoofdstuk 20. Gebruik de toets Scan op het bedieningspaneel om documenten in uw tekstverwerker, grafische toepassing of programma te scannen. Het voordeel van de toets Scan is dat u zonder te klikken kunt scannen vanaf de pc. PRINTER/SCANNER Het op Windows gebaseerde Brother Control Centre gebruiken 119

128 De toetsen op het bedieningspaneel gebruiken U kunt de toets Scan op het bedieningspaneel pas gebruiken nadat u de MFC hebt aangesloten op een pc waarop Windows draait en waarop de juiste drivers voor uw Windows -systeem zijn geïnstalleerd. Als u de toets Scan wilt gebruiken, moet de toepassing Brother Control Centre op uw pc draaien. (Meer informatie over het configureren van de knoppen van Brother Control Centre om de toepassing van uw keuze te starten met de toetsen Scan, zie Brother Control Centre in dit hoofdstuk.) Scan Image U kunt een plaatje in een grafische toepassing scannen en dit vervolgens bewerken. 1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Druk op Scan Image. 3 De MFC zal het origineel nu scannen en het beeld naar uw grafische toepassing sturen. Scan/OCR Als u tekst wilt scannen, kunt u deze automatisch door ScanSoft TextBridge in een bewerkbaar formaat laten omzetten en de tekst vervolgens in een tekstverwerker bewerken. 1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden in uw documentinvoer. 2 Druk op Scan/OCR. 3 De MFC zal het origineel nu scannen en ScanSoft TextBridge converteert de tekst met gebruikmaking van optische tekenherkenning, waarna het resultaat in uw tekstverwerker wordt weergegeven. U kunt de tekst nu lezen en bewerken. Scan to U kunt een origineel in zwart-wit of in kleur als een bijgevoegd bestand naar uw scannen. Brother Control Centre kan worden geconfigureerd om bestanden in zwart-wit of in kleur alleen als bijvoegsel te verzenden, maar deze instelling kan makkelijk worden gewijzigd. (Voor details zie Scan to in dit hoofdstuk.) 1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Druk op Scan to . 3 De MFC zal het origineel nu scannen, een bestand maken en uw toepassing opstarten met een nieuw, leeg bericht waaraan dit bestand is gekoppeld. U hoeft alleen nog de geadresseerde in te voeren. 120 Hoofdstuk 16

129 Kenmerken van Brother Control Centre Automatische configuratie Tijdens de installatie controleert het Control Centre welke programma s, tekstverwerkers en grafische toepassingen voor het bekijken en bewerken van beelden op uw systeem worden gebruikt. Als u normaal gesproken bijvoorbeeld Outlook gebruikt voor uw , zal het Control Centre automatisch een koppeling en een scanknop voor Outlook creëren. Als u een andere standaardtoepassing wilt gebruiken, klikt u met de rechter muisknop op een van de scanknoppen in het Control Centre en selecteert u de gewenste toepassing. U kunt bijvoorbeeld, een scanknop van MS Word veranderen in MS Word Pad door in de lijst een andere tekstverwerker te selecteren. Scanfuncties Naar bestand scannen Deze functie laat u toe met twee muisklikken direct naar een bestand op schijf te scannen. U kunt het bestandstype, de doelmap en de bestandsnaam desgewenst wijzigen. Naar scannen Deze functie laat u toe met twee muisklikken direct naar uw e- mailtoepassing te scannen. De pagina of het document wordt dan in de vorm van een bestand als een normaal bijvoegsel aan uw bericht gekoppeld. U kunt het bestandstype en de resolutie selecteren. Naar tekstverwerker scannen Hiermee kunt u een pagina of een document met slechts twee muisklikken scannen, ScanSoft TextBridge OCR uitvoeren en de tekst (geen grafische afbeeldingen) in een tekstverwerkerbestand invoegen. U kunt zelf selecteren welke tekstverwerker wordt gebruikt, bijvoorbeeld Word Pad, MS Word, Word Perfect, enz. De knop persoonlijke instellingen Hiermee kunt u een pagina of document direct scannen naar de grafische toepassing die u gebruikt voor het bekijken en bewerken van afbeeldingen. U kunt zelf selecteren welke toepassing wordt gebruikt, bijvoorbeeld MS Paint of Corel PhotoPaint. PRINTER/SCANNER Het op Windows gebaseerde Brother Control Centre gebruiken 121

130 Kopieerfuncties Kopiëren Met deze functie kunt u via uw pc en een willekeurige Windows -printerdriver geavanceerde kopieerfuncties gebruiken. U kunt een pagina op een Brother MFC scannen en de kopieën afdrukken met gebruikmaking van een van de functies van de Brother MFC-printerdriver. Het is echter ook mogelijk om de kopie rechtstreeks naar een op de pc geïnstalleerde Windows - printerdriver te sturen. Twee op één-exemplaar Hiermee kunt u via de functie 2 op 1 van de printerdriver twee pagina s van het origineel afdrukken op één vel papier. Met deze functie wordt een miniatuurbeeld van het origineel gemaakt, dat op één vel wordt afgedrukt. Scannerinstellingen voor de toetsen Scan en Copy Als het venster Pop-Up wordt weergegeven, kunt u het venster met scannerinstellingen openen. Klik op het pictogram Configuration boven aan het scherm Brother Control Centre, of klik op de knop Instellingen aanpassen op een van de configuratieschermen. Algemene instellingen Popup automatisch laden Klik op dit selectievakje als u wilt dat het Brother Control Centre wordt geladen telkens wanneer u uw computer opstart. 122 Hoofdstuk 16

131 De scanner configureren In de toepassing Pop-Up zijn acht verschillende scanmodi opgeslagen. Telkens wanneer u een document scant, moet u de beste scanmodus selecteren. U kunt kiezen uit: Archiveren en kopiëren Tekst voor OCR Foto s Foto s (hoge kwaliteit) Foto s (snel scannen) Afwijkend Kladexemplaar Kwaliteitsexemplaar Elke modus heeft een eigen set opgeslagen instellingen. U kunt deze fabrieksinstellingen gebruiken, of uw eigen instellingen maken: Resolutie Selecteer de resolutie waarmee u meestal scant. Kleurmodus Selecteer een kleurenmodus in de lijst. Scangrootte Selecteer een formaat in de lijst. Helderheid Stel de helderheid af van 0% tot 100%. Contrast Stel het contrast af van 0% tot 100%. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan. Als u een vergissing maakt en later weer de oorspronkelijke instelling wilt gebruiken, klikt u op de knop Standaard instellingen herstellen wanneer de scanmodus wordt weergegeven. Het scherm met de scannerconfiguratie openen: 1 Plaats het origineel in de documentinvoer. 2 Klik met de rechter muisknop op de knop van het Control Centre waarvan u de configuratie wilt wijzigen. Klik op de configuratie die wordt weergegeven. Het configuratiescherm voor de knop in kwestie wordt geopend. 3 Klik op OK om uw instellingen op te slaan, of klik op Standaard instellingen herstellen als u de fabrieksinstellingen weer wilt gebruiken. In het scherm Control Centre een bewerking uitvoeren Als het volgende venster wordt weergegeven, betekent dit dat u met de linker muisknop op een knop in het Control Centre hebt gedrukt zonder dat u een origineel in de documentinvoer hebt geplaatst. PRINTER/SCANNER Plaats het origineel in de documentinvoer en klik op OK om terug te gaan naar het scherm Control Centre. Het op Windows gebaseerde Brother Control Centre gebruiken 123

132 Scan to File Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto s; Foto s (hoge kwaliteit); Foto s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen als u een instelling wilt wijzigen. Bestemmingsmap PaperPort-map Selecteer dit vakje als u het document in de map PaperPort wilt scannen. Andere map Selecteer dit vakje als u het origineel als een ander bestandstype en/of in een andere directory/map wilt scannen. Bestand Als u hebt geselecteerd dat u het document in een andere map wilt scannen, dient u het bestandstype te selecteren: PaperPort-bestanden (*.MAX) Self Viewing-bestanden (*.EXE) PaperPort 5.0-bestanden (*.MAX) PaperPort 4.0-bestanden (*.MAX) PaperPort 3.0-bestanden (*.MAX) Windows Bitmap (*.BMP) PC Paintbrush (*.PCX) Uit meerdere pagina s bestaande PCX (*.DCX) JPEG-beeldbestanden (*.JPG) TIFF niet gecomprimeerd (*.TIF) TIFF groep 4 (*.TIF) TIFF klasse F (*.TIF) Uit meerdere pagina s bestaande TIFF niet gecomprimeerd (*.TIF) Uit meerdere pagina s bestaande TIFF groep 4 (*.TIF) Uit meerdere pagina s bestaande TIFF klasse F (*.TIF) PDF-bestanden (*.PDF) Portable Network Graphics (*.PNG) FlashPix (*.FPX) HFX-faxbestanden (*.HFX) Klik op Bladeren als u op uw systeem wilt zoeken naar een directory of map. Klik op OK om uw instellingen op te slaan. 124 Hoofdstuk 16

133 Scan to Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Archiverenen en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto s; Foto s (hoge kwaliteit); Foto s (snel scannen); Afwijkend; Draft Copy of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen als u een instelling wilt wijzigen. Toepassing toepassing Selecteer uw toepassing in de lijst. instellingen... Klik op de knop instellingen om koppelingen te maken. Het venster Koppelingsvoorkeuren wordt weergegeven: PRINTER/SCANNER Het op Windows gebaseerde Brother Control Centre gebruiken 125

134 Bestandsbijlagen Bestanden niet converteren Klik op dit selectievakje als u het bestandstype van bijvoegsels niet wilt wijzigen. De opties voor het converteren van bestanden zijn dan niet beschikbaar (in grijs weergegeven). Allen MAX-bestanden converteren Klik op dit selectievakje als u bijvoegsels alleen wilt converteren als het PaperPort-bestanden zijn. Alle bestanden converteren indien mogelijk Klik op dit selectievakje als u het bestandstype van alle bijvoegsels wilt wijzigen. Conversie-opties Opmaak Allee bestanden in één bestand converteren indien mogelijk Klik op dit selectievakje als u alle bestanden van hetzelfde bestandstype in één bestand wilt opnemen. (Alleen voor kleurmodellen van Brother) Niet-afbeeldingsbestanden neer kleur convert non Klik op dit selectievakje als u alle bestanden die via OCR zijn verwerkt, in kleur wilt omzetten. QuickSend-menu tonen Klik op dit selectievakje als u het venster Snelkiezen wilt weergeven wanneer u Scan to selecteert. Deze functie werkt alleen met toepassingen van het type MAPI, zoals Microsoft Exchange, Microsoft Outlook en Eudora. QuickSend-lijst U kunt een lijst opstellen van namen en adressen die u t, zodat u deze snel en gemakkelijk kunt selecteren. Klik op de knop Nieuw om een naam toe te voegen aan uw QuickSend-lijst. Uw adresboek wordt weergegeven, zodat u reeds opgeslagen namen kunt selecteren of nieuwe namen kunt toevoegen: Markeer de naam of de namen die u aan de lijst wilt toevoegen, en klik op de knop Aan:. Klik vervolgens op OK om terug te keren naar het venster Koppelingsvoorkeuren. In het venster Koppelingsvoorkeuren kunt u een naam uit de QuickSend-lijst verwijderen door de naam in kwestie te selecteren en vervolgens op de knop Verwijderen te klikken. 126 Hoofdstuk 16

135 Naar een tekstverwerker scannen Sannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto s; Foto s (hoge kwaliteit); Foto s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen als u een instelling wilt wijzigen. Tekstverwerker Tekstverwerker Selecteer in de lijst de tekstverwerker die u wilt gebruiken. Klik op de knop Koppelinginstellingen om een scherm te openen waarin u een koppeling kunt maken tussen de versie van uw OCR-toepassing en het documentformaat dat u wilt gebruiken: PRINTER/SCANNER Het op Windows gebaseerde Brother Control Centre gebruiken 127

136 OCR Pakket Selecteer in de lijst TextBridge Classic OCR als u de OCR-toepassing wilt gebruiken die met de Brother-software werd geïnstalleerd. Klik op de knop OCR Instellingen om te kiezen op welke wijze de OCR-toepassing de pagina s leest die u in uw tekstverwerker scant. Het venster Voorkeuren wordt weergegeven: Selecteer een instelling en klik op OK. Auto-orientatie Selecteer dit selectievakje als u wilt dat uw tekstverwerker de pagina leest zoals deze was opgesteld. Uitvoer zonder kolommen Selecteer dit selectievakje als u wilt dat uw tekstverwerker de hele pagina leest, van links naar rechts. Documentopmaak Selecteer in de lijst het bestandsformaat dat u wilt gebruiken voor uw tekstverwerker- of tekstdocumenten. De knop persoonlijke instellingen Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto s; Foto s (hoge kwaliteit); Foto s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen als u een instelling wilt wijzigen. Applicatie Applicatie Selecteer in de lijst de toepassing die u aan het scherm Pop-Up wilt toevoegen. Klik op de knop Aangepaste koppelinginstellingen om koppelingen naar de door u gespecificeerde toepassing te maken. 128 Hoofdstuk 16

137 Kopiëren/Twee op één kopiëren Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto s; Foto s (hoge kwaliteit); Foto s (snel scannen); Afwijkend;Kladexmplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen als u een instelling wilt wijzigen. Kopieerinstellingen Brother MFC-830/MFC-840 Aantal exemplaren Geef aan hoeveel kopieën u wilt maken. Klik op de knop Kopieeropties als u de opties voor het kopiëren wilt wijzigen. Klik op OK om de instellingen voor het kopiëren op te slaan. PRINTER/SCANNER Het op Windows gebaseerde Brother Control Centre gebruiken 129

138 17 ScanSoft PaperPort voor Brother/TextBridge ScanSoft PaperPort en TextBridge gebruiken ScanSoft PaperPort voor Brother is een toepassing waarmee u documenten kunt beheren. U gebruikt PaperPort om de gescande documenten te bekijken. PaperPort is een geraffineerd maar gebruikersvriendelijk systeem voor het archiveren van documenten, zodat u makkelijk kunt ordenen. U kunt documenten met verschillende bestandsformaten combineren of stapelen, waarna u ze kunt afdrukken of archiveren. ScanSoft PaperPort wordt geopend via de programmagroep ScanSoft PaperPort. Zie de on line documentatie voor Multi-Function Link Pro op de cd-rom. De complete handleiding voor ScanSoft PaperPort, inclusief ScanSoft TextBridge OCR, staat in de on line documentatie op de cd-rom. Dit hoofdstuk geeft u slechts een beknopt overzicht van de belangrijkste bewerkingen. 130 Hoofdstuk 17

139 Items in ScanSoft PaperPort bekijken In ScanSoft PaperPort kunt u items op diverse manieren bekijken: Bureaublad-beeld toont een miniatuurweergave van elk item op een bureaublad of in een map. Items in de geselecteerde map worden weergegeven op het bureaublad van PaperPort. Er worden PaperPort -items (*.MAX-bestanden) weergegeven, maar ook andere items (bestanden die in andere toepassingen zijn gemaakt). Bij items die niet in PaperPort zijn gemaakt, staat een pictogram dat aangeeft in welke toepassing het item was gemaakt. Een item dat niet in PaperPort is gemaakt, wordt getoond als een kleine rechthoekige miniatuurweergave, het eigenlijke beeld wordt niet getoond. Paginabeeld toont een close-up van één pagina. U opent een PaperPort -item door er gewoon op te dubbelklikken. U kunt ook dubbelklikken op items die niet in PaperPort zijn gemaakt; deze worden dan geopend mits op uw computer een toepassing is geïnstalleerd die het item kan weergeven. Bureaublad-beeld toont items als miniatuurweergaven Uw items in mappen rangschikken PaperPort is een gebruikersvriendelijk systeem voor het archiveren en ordenen van uw items. Het archiveringssysteem bestaat uit mappen en items die u kunt selecteren en in Desktop View kunt bekijken. Een item kan in PaperPort of in een andere toepassing zijn gemaakt: Mappen worden in de Folder View gerangschikt in een hiërarchische structuur. U gebruikt dit venster om mappen te selecteren en om items in Desktop View te bekijken. U sleept een item gewoon naar een map en zet het daar neer. Zodra de map is gemarkeerd, laat u de muisknop los. Het item wordt dan in deze map opgeslagen. Mappen kunnen worden genest, met andere woorden binnen mappen kunnen andere mappen worden opgeslagen. Als u op een map dubbelklikt, worden de items in die map (PaperPort MAX-bestanden en andere bestanden) op het bureaublad weergegeven. Voor het beheren van de mappen en items die in Desktop View worden weergegeven, kunt u ook Windows Explorer gebruiken. PRINTER/SCANNER ScanSoft PaperPort voor Brother/TextBridge 131

140 Koppelingen naar andere toepassingen ScanSoft PaperPort zal de meeste andere toepassingen op uw computer automatisch herkennen en daar een koppeling voor maken. Op de balk met koppelingen onder aan de Desktop View staan pictogrammen van de toepassingen waarnaar een koppeling is gemaakt. Als u een koppeling wilt gebruiken, sleept u een item naar de koppeling in kwestie. De desbetreffende toepassing wordt dan opgestart. Het volgende voorbeeld van een balk met koppelingen toont diverse toepassingen met koppelingen naar PaperPort. Als PaperPort een van de toepassingen op uw computer niet automatisch herkent, dient u handmatig een koppeling te maken met behulp van de opdracht Nieuwe Koppeling maken. (Raadpleeg PaperPort in de on line documentatie op de cd-rom voor meer informatie over het maken van koppelingen.) ScanSoft TextBridge OCR gebruiken (tekst in een beeld omzetten in tekst die u kunt bewerken) Software van: ScanSoft Als u ScanSoft PaperPort installeert, wordt automatisch ook ScanSoft TextBridge OCR geïnstalleerd. ScanSoft PaperPort kan tekst op een ScanSoft PaperPort -item (dit is in feite gewoon een plaatje van de tekst) snel omzetten in tekst die u in een tekstverwerker kunt bewerken. PaperPort gebruikt hiervoor ScanSoft TextBridge, een programma voor optische tekenherkenning dat samen met PaperPort wordt geleverd. PaperPort kan echter ook een reeds op uw computer geïnstalleerd OCR-programma gebruiken. U kunt het hele item converteren, maar met gebruikneming van de opdracht Als tekst kopiëren kunt u ook slechts een deel van de tekst selecteren en alleen dit stuk tekst converteren. Door een item naar het pictogram van een koppeling naar een tekstverwerker te slepen en het op dit pictogram neer te zetten, wordt de ingebouwde OCR-toepassing van PaperPort opgestart, maar u kunt desgewenst ook uw eigen OCR-toepassing gebruiken. Items uit andere toepassingen importeren U kunt items scannen, maar u kunt items ook op andere manieren naar PaperPort overbrengen en in PaperPort -bestanden (MAX-bestanden) omzetten: Vanuit een andere toepassing zoals Microsoft Excel, afdrukken naar de Desktop View. Bestanden importeren die in andere formaten zijn opgeslagen, zoals Windows Bitmap (BMP) of TIFF. 132 Hoofdstuk 17

141 Items in andere bestandsformaten exporteren U kunt PaperPort -bestanden in diverse populaire bestandsformaten opslaan of exporteren. U kunt de volgende bestandsformaten exporteren: BMP, JPEG, TIFF, of zichzelf uitpakkende bestanden. U kunt bijvoorbeeld een bestand voor een Internet-website maken en dit als een JPEG-bestand exporteren. Websites gebruiken voor het weergeven van beelden vaak JPEG-bestanden. Een document scannen TWAIN Compatibel De Brother-software Multi-Function Link Pro beschikt over een TWAIN-compatibele scannerdriver. TWAIN-drivers beantwoorden aan het standaard universele protocol waardoor scanners en softwaretoepassingen met elkaar kunnen communiceren. U kunt dus niet alleen beelden direct in de Desktop View van PaperPort scannen die Brother in de MFC heeft opgenomen, maar u kunt beelden ook direct scannen in honderden andere softwaretoepassingen die het scannen volgens TWAIN ondersteunen. Onder deze populaire programma s vinden we bijvoorbeeld Adobe Photoshop, Adobe PageMaker, CorelDraw en nog vele andere. Als u Brother Multi-Function Link Pro als uw scanner wilt selecteren, doet u dit onder Selecteer scanner, of selecteert u in uw software de optie voor het selecteren van een bron. De scanner activeren Klik in het PaperPort -venster op de knop Scan of selecteer TWAIN in het menu Bestand of kies Verkrijgen. Het dialoogvenster TWAIN van Multi-Function Link Pro wordt weergegeven: Een document in uw pc scannen PRINTER/SCANNER 1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Definieer indien nodig in het dialoogvenster Scanner de volgende instellingen: Resolutie Type scan (Zwartwit, Grijs [Foutdiffusie], Ware grijstinten, 256 kleuren of 24-bits kleur) Afmetingen ScanSoft PaperPort voor Brother/TextBridge 133

142 3 Klik in het scannervenster op de knop Starten. Als het beeld is gescand, klikt u op de knop Annuleren om terug te gaan naar het PaperPort - venster. Instellingen in het scannervenster Resolutie: Resolutie: Selecteer in de keuzelijst een resolutie waarmee moet worden gescand. Bij hogere resoluties wordt meer geheugen gebruikt en duurt het scannen langer, maar het beeld is met hoge resoluties duidelijker. Selecteer een van de volgende resoluties: 100 x 100 dpi 150 x 150 dpi 200 x 200 dpi 300 x 300 dpi 400 x 400 dpi 600 x 600 dpi 1200 x 1200 dpi (Zwartwit, Grijs [Foutdiffusie]. Ware grijstinten and 24-bits kleur) 2400 x 2400 dpi (Zwartwit, Grijs [Foutdiffusie]. Ware grijstinten and 24-bits kleur) Type scan: Zwartwit: Selecteer Zwartwit als Type scan voor tekst of lijntekeningen. Grijssschaal: Selecteer voor fotografische beelden als Type scan Grijs (Foutdiffusie) of Ware grijstinten. Kleuren: Selecteer ofwel 256 kleuren, om tot 256 kleuren te scannen ofwel 24-bits kleur om tot 16,8 miljoen kleuren te scannen. Bij deze laatste optie wordt een beeld gemaakt met de meest correcte kleuren, maar het bestand zal gemiddeld drie keer groter zijn dan een bestand dat u hebt gemaakt als u scant met 256 kleuren. Afmetingen: Selecteer voor het formaat een van de volgende instellingen: Letter (8 1/2 x 11 inch) A4 (210 x 297 mm) Legal (8 1/2 x 14 inch) A5 (148 x 210 mm) B5 (182 x 257 mm) Executive (7 1/4 x 10 1/2 inch) Afmeting Business Card (90 x 60 mm) Afwijkend (door gebruiker ingesteld van 0.35 x 0.35 inch tot 8.5 x 14 inch) Nadat u een afwijkend formaat hebt geselecteerd, kunt u het te scannen gedeelte verder aanpassen door de stippellijn die de rand van het te scannen beeld aangeeft, met de linker muisknop te verslepen. Dit is bijvoorbeeld nodig als u een stukje van het beeld wilt afknippen voordat u gaat scannen. Als u visitekaartjes wilt scannen, selecteert u het formaat Afmeting Business Card (90 x 60 mm) en legt u het visitekaartje op een beschermend vel; zorg dat het visitekaartje in het midden en aan de bovenkant van het vel ligt. Als u foto s of andere beelden scant die u in een tekstverwerker of grafische toepassing wilt gebruiken, is het raadzaam om verschillende instellingen uit te proberen voor het contrast, de resolutie, enz., zodat u altijd het beste resultaat krijgt. 134 Hoofdstuk 17

143 Afwijkend: Hier verschijnt het formaat dat u hebt geselecteerd. Om het te scannen gedeelte automatisch aan te passen tot het formaat van een visitekaartje, selecteert u het vakje Afmeting Business Card. Beeld afstellen: Klik in de sectie Adjust op de knop Mono. Het scherm Mono wordt geopend: Klik op de knoppen links en rechts van de schuifbalk om de Helderheid en het Contrast desgewenst af te stellen. Origineel: Selecteer het selectievakje Photo als u een foto scant. Video Capture: Klik op de knop Video Capture om het scherm weer te geven waar u een videoframe kunt selecteren. (Zie Beeld vastleggen op PC in dit hoofdstuk.) Een beeld snel scannen Met de functie PreScan kunt u een beeld snel en met een lage resolutie scannen. In het scanvenster wordt een miniatuurweergave van het beeld getoond. Dit is slechts een voorbeeld dat u laat zien hoe het beeld in het te scannen gedeelte eruit zal zien. Gebruik de knop Vooraf scannen om een voorbeeld te bekijken wanneer u ongewenste delen van een beeld wilt afknippen. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, selecteert u de knop Starten in het scannervenster om het beeld te scannen. De functie PreScan gebruiken om een beeld aan te passen: 1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Klik op de knop Te scannen gedeelte. Het hele document wordt in de pc gescand en het gescande beeld wordt weergegeven in het voorbeeldgedeelte van het scannervenster. PRINTER/SCANNER ScanSoft PaperPort voor Brother/TextBridge 135

144 3 Als u een stuk van het te scannen document wilt afknippen, sleept u met de linker muisknop een zijkant of een hoek van de stippellijn die de omtrek van het te scannen beeld aangeeft. Sleep de hoek of de zijkant zo ver, dat de stippellijn alleen om het te scannen gedeelte staat. 4 Plaats het document weer met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 5 Pas de instellingen voor Resolutie, Type scan en Afmetingen aan in het scanner venster, indien nodig. 6 Klik op de knop Starten. Ditmaal wordt in het PaperPort - venster alleen het geselecteerde gedeelte van het document weergegeven. 7 In het PaperPort -venster kunt u de opties gebruiken om het beeld te perfectioneren. (Zie de on line documentatie over PaperPort voor Brother op de cd-rom voor gedetailleerde informatie.) 136 Hoofdstuk 17

145 Beeld vastleggen op PC Beelden vastleggen betekent in feite dat één enkel frame (of beeld) wordt geïsoleerd op de media die met de videoapparatuur wordt gebruikt (zoals een videocamera of een VCR), waarna dit frame of dit beeld als een beeldbestand naar uw pc wordt overgebracht. Dit beeldbestand kan worden opgeslagen, afgedrukt, gefaxt of in andere bestanden worden ingevoegd. Uw videoapparatuur aansluiten Voordat u een videoframe gaat vastleggen, moet u eerst uw videoapparatuur op uw MFC aansluiten. Uw videoapparatuur aansluiten: 1 Sluit de videokabel aan op de ingang van uw videoapparatuur met het opschrift VIDEO OUT. 2 Sluit de mannelijke RCA-stekker aan het andere einde van de videokabel aan op de vrouwelijke RCA-ingang aan de voorkant van de MFC. Een beeld vastleggen Multi-Function Link Pro s TWAIN-dialoogvenster kan worden geopend via de ScanSoft PaperPort voor Brother Viewer, of via een toepassing die compatibel is met TWAIN-scanners. Het is belangrijk dat u uw MFC op uw pc aansluit voor u de software installeert. Een frame als een beeld vastleggen: 1 Sluit uw videoapparatuur aan op de MFC. 2 Selecteer in PaperPort de optie Bestand in het menu Bestand of klik op het pictogram Scan (TWAIN). PRINTER/SCANNER ScanSoft PaperPort voor Brother/TextBridge 137

146 Het dialoogvenster TWAIN in Multi-Function Link Pro wordt geopend: 3 In het dialoogvenster Multi-Function Link Pro Setup (TWAIN) klikt u op de knop Video Capture. Het dialoogvenster Video Capture wordt geopend: 138 Hoofdstuk 17

147 4 Selecteer de Bron van de video: camera video laser Disk digitale camera 5 Selecteer het Type video: Auto-is de meest algemene keuze, omdat het systeem zal bepalen welk Type moet worden gebruikt. Bewegend Stiltstaand Hoge kwaliteit Professionele kwaliteit. 6 Selecteer het type Voorbeeld: zwart/wit-zwart en wit toont ongeveer vier frames per seconde. kleur-toont ongeveer één frame per twee seconden omdat kleurenbeelden veel meer gegevens bevatten. 7 Selecteer de afmeting (Afmeting) in dots per inch van het beeldbestand dat moet worden gemaakt: 1280 x 960-is de beste kwaliteit. Hiermee wordt een groot beeldbestand gemaakt, dat veel ruimte op de harde schijf van uw pc in beslag zal nemen. 750 x x 480-is geschikt voor de meeste beelden. 320 x Zet uw videoapparatuur aan en speel de video af. 9 Wanneer u het frame ziet dat u wilt vastleggen, klikt u op de knop Pauze. Het frame wordt getoond in het Viewer-scherm van het dialoogvenster TWAIN van Multi-Function Link Pro. 10 Als u het getoonde frame wilt vastleggen, klikt u op de knop OK, of Als u niet tevreden bent met het getoonde frame, speelt u de video verder af door nogmaals te klikken op de knop Pauze. De video wordt verder afgespeeld. 11 Klik op de knop Stoppen om het dialoogvenster Video Capture te sluiten. 12 Start PaperPort, waar een miniatuurafbeelding van het geselecteerde frame verschijnt. (Zie de on line documentatie over ScanSoft PaperPort op de cd-rom voor gedetailleerde informatie). PRINTER/SCANNER ScanSoft PaperPort voor Brother/TextBridge 139

148 18 Multi-Function Link Pro gebruiken Inleiding Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de basisfunctionaliteiten van de Brother-software om u snel op weg te helpen met het programma Multi-Function Link Pro. Gedetailleerde informatie over de installatie en setup vindt u in de on line documentatie op de Brother-cd-rom die wordt meegeleverd bij uw MFC. De software Multi-Function Link Pro voor uw MFC bevat de programma s ScanSoft PaperPort voor Brother en ScanSoft TextBridge. (Zie ScanSoft PaperPort voor Brother/TextBridge in hoofdstuk 17.) Brother Resource Manager De toepassing Brother Resource Manager moet op uw pc zijn geïnstalleerd voordat u uw MFC kunt besturen via uw Windows -computer. Multi-Function Link Pro en de MFL Pro Printer Driver starten desgewenst automatisch de Resource Manager. Met de Resource Manager kunt u van de enkelvoudige bidirectionele parallelle poort op de MFC een communicatiepoort maken om te faxen en te scannen, en om een parallelle poort te simuleren voor Windows GDI-afdrukken. MFC Remote Setup Het programma MFC Remote Setup is een extern instellingsprogramma waarmee u uw MFC snel en eenvoudig vanop uw pc kunt instellen, en alle voordelen van het gebruikersvriendelijk instellen op een pc kunt benutten om uw faxmachine te programmeren. Als u deze toepassing start, worden alle huidige instellingen van uw MFC automatisch naar uw pc gedownload en op uw computerscherm weergegeven. Nadat u de instellingen hebt gewijzigd, kunt u ze direct uploaden naar de MFC. 140 Hoofdstuk 18

149 OK Hiermee start u het uploadproces van de gegevens op de pc naar de MFC en sluit u vervolgens het extern instellingsprogramma af. Als een foutmelding wordt weergegeven, moet u de juiste gegevens opnieuw invoeren en vervolgens op OK klikken. AFBREKEN Hiermee sluit u het extern instellingsprogramma af zonder dat de gegevens naar de MFC worden geupload. TOEPASSEN Hiermee stuurt u alle instellingen naar de MFC maar sluit u het extern instellingsprogramma niet af. Afdrukken Met deze opdracht drukt u de geselecteerde items op de MFC af. U kunt de gegevens alleen afdrukken als ze naar de MFC zijn geupload. Klik op TOEPASSEN om de nieuwe gegevens naar de MFC up te loaden en klik vervolgens op Afdrukken. EXPORTEN Met deze opdracht slaat u de huidige configuratie-instellingen op in een bestand. IMPORTEREN Met deze opdracht leest u de instellingen die zijn opgeslagen in een bestand. PRINTER/SCANNER Multi-Function Link Pro gebruiken 141

150 19 Het PhotoCapture Centre op uw pc gebruiken (alleen voor MFC-840) Inleiding U kunt het PhotoCapture Centre alleen gebruiken als de faxmachine via een USB-kabel is aangesloten op uw pc en als u met Windows 98, 98SE of 2000 Professional op uw pc werkt. 1 Plaats een SmartMedia of CompactFlash kaart in de MFC. 2 Ga naar Windows Explorer op uw pc en dubbelklik op het pictogram Verwisselt schijf. De bestanden en mappen die op de mediakaart staan, worden weergegeven op het pc-scherm. Als beide kaarten tegelijk in de slots zitten, dan leest PhotoCapture Centre alleen de kaart die eerst werd geïnstalleerd. Om toegang te krijgen tot de andere kaart, moet u beide kaarten uit het toestel verwijderen en vervolgens alleen de gewenste kaart insteken. Trek het snoer of de USB-kabel niet uit of haal de SmartMedia - of CompactFlash -kaart niet uit de MFC terwijl de MFC de kaart leest (het LEDlampje knippert). Zo kunt u de gegevens verliezen of de kaart beschadigen. Zolang de MFC afdrukt via de functie PhotoCapture Centre is het onmogelijk om met PhotoCapture Centre een andere bewerking uit te voeren. 142 Hoofdstuk 19

151 20 De Brother MFC gebruiken met een New Power Macintosh G3, G4 of imac /ibook Uw met USB uitgeruste Apple Macintosh G3, G4 of imac, met Mac OS 8.5/ 8.5.1/8.6/9.0 instellen Voordat u de MFC kunt aansluiten op uw Machintosh, dient u een USB kabel te hebben, die niet langer is dan 1,8 meter. Bevestig de Ferriet-ring en de kabelklem op de kabel. Om met uw MFC te werken, moet uw Apple Macintosh die van een USB-kabel is voorzien, beschikken over Mac OS 8.5/8.5.1/8.6/9.0. (De Brother-scannerdriver werk alleen met Mac OS 8.6/ 9.0) Melding aan pc-gebruikers In de plastic zak van uw MFC vindt u een kleine Ferriet-ring en kabelklem. BEWAAR DEZE ONDERDELEN GOED. U hebt ze nodig als u de MFC op een PC aansluit. De beste prestaties haalt u als u een bidirectionele parallelle kabel gebruikt in combinatie met de meegeleverde Ferriet-ring en kabelklem. Als u een Macintosh gebruikt met uw MFC, gelieve dan de bijgevoegde Ferriet-ring aan de USBkabel te bevestigen. (Zie De MFC met een USB-kabel aansluiten op de PC (Alleen voor Windows 98, 98SE en Windows 2000 Professional) in hoofdstuk 13.) De Brother printer- en scannerdrivers installeren 1 Zet uw Macintosh aan en wacht tot het opstarten is voltooid. 2 Plaats de Brother cd-rom in uw cd-rom-station. Het volgende venster verschijnt automatisch. 3 Om de printer- en scannerdrivers te installeren, klikt u op MFL Pro Driver Installer. 4 Als de installatie voltooid is, sluit u een standaard USB-kabel aan op de MFC en de Macintosh. PRINTER/SCANNER Herstart uw Macintosh zodat hij de nieuwe drivers kan herkennen. De Brother MFC gebruiken met een New Power Macintosh G3, G4 of imac /ibook 143

152 De Brother Printerdriver gebruiken met uw Apple Macintosh De printer selecteren: 1 Open vanuit het Apple-menu de Kiezer. 2 Klik op de printerdriver die u geïnstalleerd hebt, om hem te selecteren. Klik in de rechterzijde van de Kiezer op de printer die u wilt gebruiken. Sluit de Kiezer. Om het document af te drukken: 3 Klik in een softwareprogramma zoals PaperPort op het Archief en kies Pagina-instelling. U kunt de instellingen wijzigen voor Papier, Papier dikte, Papier toevoer, Oriëntatie, en Scaling. Klik vervolgens op OK. 144 Hoofdstuk 20

153 4 Klik in een softwareprogramma zoals PaperPort op het Archief en kies Print. Klik op Print om het afdrukken te starten. Wilt u wijzigingen aanbrengen in Kopieën, Pagina s, Kwaliteit, Soort papier en Kleur/Mono, kies dan uw instellingen voordat u klikt op Print. Via de toets Optie... kunt u wijzigingen doorvoeren in de Document. PRINTER/SCANNER De Brother MFC gebruiken met een New Power Macintosh G3, G4 of imac /ibook 145

154 De Brother TWAIN-scannerdriver gebruiken met uw Apple Macintosh De Brother MFC software bevat ook een TWAIN-scannerdriver voor Macintosh. De Macintosh TWAIN-scannerdriver kan worden gebruikt met programma's die TWAIN ondersteunen. U kunt PaperPort gebruiken om te scannen. Toegang tot de Scanner Open het programma PaperPort. Het pictogram van PaperPort verschijnt in de rechter bovenhoek van uw scherm. Als u de Brother TWAIN-driver voor het eerst gebruikt, stel hem dan in als standaard door Selecteer Bron te kiezen, en vervolgens te klikken op het pictogram PaperPort. Vervolgens klikt u voor ieder origineel de bron scannen via Verkrijgen door te klikken op het pictorgram PaperPort. Het dialoogvenster met scannerinstellingen verschijnt. Een document scannen naar uw Macintosh G3, G4 of imac 1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Kies zonodig de juiste instellingen in het dialoogvenster met scannerinstellingen: Resolutie Type scan Starten Contrast Te scannen gedeelte 3 Klik op Starten. Als het scannen voltooid is, zal het beeld verschijnen in uw grafisch programma. 146 Hoofdstuk 20

155 Instellingen in het scannervenster Beeld Resolutie Kies de scanresolutie in het pop-up menu Resolution. Hogere resoluties nemen meer geheugen in en vergen meer transfertijd, maar leveren een preciezer gescand beeld. (Elk model heeft verschillende resoluties. Lees de Specificaties.) Type scan Zwartwit Selecteer Zwartwit als Type voor tekst of lijntekeningen. Voor fotografische beelden selecteert u het beeldtype Grijs (Foutdiffusie) of Ware grijstinten. Grijs (Foutdiffusie) wordt gebruikt voor documenten die fotografische beelden of afbeeldingen bevatten. (Error Diffusion is een methode om gesimuleerde grijsbeelden te creëren door zwarte punten in een specifieke matrix te plaatsen, in plaats van ware grijze punten.) Ware grijstinten wordt eveneens gebruikt voor documenten die fotografische beelden of afbeeldingen bevatten. Deze modus is exacter omdat hij tot 256 grijstinten gebruikt. Hij vraagt het meeste geheugen en de langste transfertijd. Kleuren: Selecteer ofwel 256 kleuren, om tot 256 kleuren te scannen ofwel 24-bits kleur om tot 16,8 miljoen kleuren te scannen. Bij deze laatste optie wordt een beeld gemaakt met de meest correcte kleuren, maar het bestand zal gemiddeld drie keer groter zijn dan een bestand dat u hebt gemaakt als u scant met 256 kleuren. PRINTER/SCANNER De Brother MFC gebruiken met een New Power Macintosh G3, G4 of imac /ibook 147

156 Te scannen gedeelte Selecteer voor het formaat een van de volgende instellingen: Letter (8.5 x 11 inch) A4 (210 x 297 mm) Legal (8.5 x 14 inch) A5 (148 x 210 mm) B5 (182 x 257 mm) Executive (7.25 x 10.5 inch) Afmeting Business Card (90 x 60 mm) Afwijkend(door gebruiker ingesteld van 0.35 x 0.35 inch tot 8.5 x 14 inch) Als u een aangepast formaat (Custom) hebt gekozen, kunt u het te scannen gedeelte bijstellen. Klik en sleep met ingedrukte muisknop om het beeld te selecteren. Breedte: Lengte: Voer de breedte in van het aangepast formaat. Voer de lengte in van het aangepast formaat. Beeld aanpassen Helderheid Regel de instellingen voor helderheid tot u het beste resultaat krijgt. De Brother TWAINscannerdriver biedt 100 instellingsmogelijkheden voor de helderheid (-50 tot 50). De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een gemiddelde instelling wordt beschouwd. U kunt de helderheid instellen door de knop naar rechts te slepen voor een lichter beeld, of naar links voor een donkerder beeld. U kunt ook een waarde typen in het invoerveld en vervolgens op OK klikken. Als het gescande beeld te helder is, stel dan een lagere helderheidswaarde in en scan het document opnieuw. Als het gescande beeld te donker is, stel dan een hogere helderheidswaarde in en scan het document opnieuw. Contrast De instellingen voor contrast zijn alleen wijzigbaar als u één van de instellingen voor grijswaarden hebt geselecteerd, maar niet als u Zwartwit hebt geselecteerd als glanzend papier. Het verhogen van het contrast (door de knop naar rechts te slepen) benadrukt de donkere en heldere gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen van het contrast (door de knop naar links te slepen) meer detail weergeeft in de grijze zones. In plaats van de knop te slepen kunt u ook een waarde typen in het invoerveld voor het contrast en vervolgens op OK klikken. 148 Hoofdstuk 20

157 Colour Sync Visuele overeenkomst Alle kleuren van een bepaald gamma worden proportioneel herberekend om in een ander gamma te passen. Dat bevordert min of meer het behouden van de balans tussen de kleuren van het beeld. Het is dan ook de beste keuze voor realistische beelden, zoals gescande foto's. Veradigingsovereenkomst De relatieve verzadiging van de kleuren wordt behouden van het ene gamma naar het andere. De kleuren worden eigenlijk verschoven naar het einde van het spectrum om de kleur met de hoogst mogelijke verzadiging te bekomen. Verwerken van het beeld met deze instelling resulteert in de diepste kleuren en is ideaal voor kolomgrafieken en cirkeldiagrammen, waarin de keuze van de kleur ondergeschikt is aan de levendigheid ervan. Relatief colorimetrisch De kleuren die tot de gamma's van beide toestellen behoren blijven ongewijzigd. Sommige kleuren zullen in beide beelden precies dezelfde zijn, wat nuttig is als kleuren kwantitatief moeten overeenkomen. Als de kleur binnen het gamma valt, blijft ze dus dezelfde. Als de kleur echter buiten het gamma valt, zal ze worden gemapt naar het einde van het spectrum. Deze instelling is de beste voor logo's of spot colours, waarbij de kleuren moeten overeenkomen. Absoluut Colorimetrisch Een bijna perfecte match over het volledige tintenspectrum kan worden bereikt, maar als de minimum dichtheid van het geïdealiseerde beeld verschilt van het geproduceerde beeld, zullen de witte zones in het beeld afwijken. Kleuren die binnen de gamma's van beide toestellen vallen, blijven ongewijzigd. Scanner Profiel Selecteer uw Brother MFC. PRINTER/SCANNER De Brother MFC gebruiken met een New Power Macintosh G3, G4 of imac /ibook 149

158 Een beeld snel scannen Met de functie PreScan kunt u een beeld snel en met een lage resolutie scannen. In het scanvenster wordt een miniatuurweergave van het beeld getoond. Dit is slechts een voorbeeld dat u laat zien hoe het beeld in het te scannen gedeelte eruit zal zien. Gebruik de knop Vooraf scannen om een voorbeeld te bekijken wanneer u ongewenste delen van een beeld wilt afknippen. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, selecteert u de knop Starten in het scannervenster om het beeld te scannen. 1 Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer. 2 Klik op Vooraf scannen. Het hele document wordt in de Macintosh G3 of imac gescand en het gescande beeld wordt weergegeven in het voorbeeldgedeelte van het scannervenster: 3 Als u slechts een stuk van het te scannen document wilt scannen, klik en sleep erover met de muis om het te selecteren. 4 Plaats het origineel opnieuw in de documentinvoer van de Brother MFC. 5 Kies de gewenste instellingen voor Resolutie, Type scan (Grijssschaal), Helderheid, Contrast, en Afmetingen in het dialoogvenster Scanner Setup. 6 Klik op Starten. Ditmaal zal alleen het geselecteerde gedeelte van het origineel verschijnen In de te scannen gedeelte. 7 Werk de afbeelding zoals gebruikelijk af met uw grafisch programma. 150 Hoofdstuk 20

159 21 Problemen oplossen en onderhoud Foutmeldingen Zoals met elk verfijnd apparaat, kan het gebeuren dat er zich problemen voordoen. In een dergelijk geval kan de MFC het probleem doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. FOUTMELDING OORZAAK ACTIE KIJK PAPIER NA Het papier in de MFC is opgebruikt. Plaats papier in de papierinvoer, of installeer de cassette behoorlijk en druk op Start. COMM. FOUT GEEN CONTACT Er is een communicatiefout opgetreden doordat de telefoonverbinding slecht is, of door ruis op de lijn. U hebt geprobeerd een polling uit te voeren op een faxmachine die niet in de wachtstand staat voor polling. Probeer opnieuw te bellen. Als het probleem aanhoudt, moet u contact opnemen met uw telefoonbedrijf. Controleer of de andere partij is ingesteld voor polling AFKOELEN De printkop is te heet geworden. Trek de stekker uit het stopcontact en wacht een half uur totdat de printkop is afgekoeld. KAP OPEN OPGEHANGEN DOC. VASTGELOPEN Het deksel van het bedieningspaneel of het bovendeksel is niet volledig gesloten. De andere partij of de andere faxmachine heeft de verbinding verbroken. De documenten zijn niet goed ingevoerd of het document was langer dan 90 cm. Open en sluit vervolgens de deksels. U kunt proberen contact op te nemen met de andere partij om uit te vinden waarom zij hebben opgehangen. Raadpleeg Papier vastgelopen elders in dit hoofdstuk. INKT LEEG Een of meer inktcartridges zijn leeg. Vervang de inktcartridge(s). Raadpleeg De inktcartridges vervangen elders in dit hoofdstuk. MACHINE FOUT XX MEDIA FOUT GEHEUGEN VOL XXXXX BIJNA OP Uw MFC heeft een mechanische storing ontwikkeld. De ingevoerde mediakaart is ofwel defect ofwel niet geformatteerd of er is een probleem met de medialezer. Te veel GEGEVENS voor het geheugen van de MFC. Een of meer van de inktcartridges is bijna leeg, waarbij XXXX naar de kleur verwijst. Trek de stekker uit het stopcontact, en neem contact op met uw Brother-dealer voor verdere service. Verwijder de mediakaart. Zie Photo Capture Centre (alleen voor MFC-840) in hoofdstuk 12. (Zie Geheugen Vol in hoofdstuk 10.) Bestel nu een of meer nieuwe inktcartridges. ONDERHOUD Problemen oplossen en onderhoud 151

160 FOUTMELDING OORZAAK ACTIE GEEN BESTAND GEEN ANTW/ BEZET NIET OPGESLAGEN PRINTER PROBLEEM PLAATS CARTRIDGE De mediakaart in de medialezer bevat geen.jpg bestand, of het DPOFprintbestand op de mediakaart selecteert een.jpg beeld dat niet op de kaart staat. Het gebelde nummer antwoordt niet of is bezet. U hebt geprobeerd een directkies/ snelkiesnummer op te roepen dat niet is opgeslagen. Het papier waarop wordt afgedrukt is in de MFC vastgelopen. Een van de inktcartridges is niet juist geïnstalleerd. (Zie PhotoCapture Centre vereisten in hoofdstuk 12.) Controleer het nummer en probeer het nogmaals. Sla het nummer op als directkiesnummer of als snelkiesnummer. (Zie Directkiezen in hoofdstuk 4. Zie ook Snelkiezen in hoofdstuk 4.) Raadpleeg Papier vastgelopen elders in dit hoofdstuk. Installeer de cartridge opnieuw. (Zie De inktcartridges vervangen in dit hoofdstuk.) OPWARMEN De printkop is te veel afgekoeld. Wacht totdat de MFC weer is opgewarmd. Vastgelopen papier verwijderen Document vastgelopen Als het origineel is vastgelopen, volg dan onderstaande stappen. Vastgelopen document in de voorkant van het bedieningspaneel. 1 Verwijder alle papier dat niet is vastgelopen uit de documentinvoer. 2 Trek het vastgelopen origineel naar de voorkant uit de MFC. 3 Druk op Stop. 152 Hoofdstuk 21

161 Vastgelopen document aan de achterzijde van het bedieningspaneel. 1 Verwijder alle papier dat niet is vastgelopen uit de documentinvoer. 2 Til de dekplaat van het bedieningspaneel op. 3 Trek het vastgelopen document naar de achterkant uit de MFC. 4 Sluit het deksel van het bedieningspaneel. Deksel van bedieningspaneel Doorvoerstoringen in de printer of vastgelopen papier Bepaal waar het papier in de MFC is vastgelopen en verwijder het. Papier is vastgelopen in de multifunctionele papierinvoer. 1 Verwijder alle papier dat niet is vastgelopen uit de multifunctionele papierinvoer. 2 Trek het vastgelopen papier naar boven uit de opening voor papierinvoer. Multifunctionele papierinvoer ONDERHOUD Problemen oplossen en onderhoud 153

162 Papier is vastgelopen binnenin de MFC. 1 Open het deksel van het bedieningspaneel door het naar u toe te trekken, en til vervolgens de bovenkap naar achter. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit het deksel van het bedieningspaneel en de bovenkap. Papier is vastgelopen binnenin aan de voorkant van de MFC. 1 Trek het papier naar u toe. Papier is vastgelopen binnenin aan de achterkant van de MFC. 1 Open het deksel voor vastgelopen papier. 2 Trek het papier langs de achterkant uit de MFC. 3 Sluit het deksel voor vastgelopen papier. 4 Druk op Stop, en vervolgens op Start. Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier 154 Hoofdstuk 21

163 Problemen met de werking van de machine Als u denkt dat uw MFC niet naar behoren werkt, maak dan eerst een paar kopieën. Als de kopie er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met uw MFC te maken. Controleer onderstaande punten en volg de instructies die worden gegeven. PROBLEEM OPLOSSING Problemen met het afdrukken of ontvangen van faxberichten Tekst staat te dicht op elkaar; horizontale strepen; bovenen onderkant van tekst ontbreekt Slechte afdrukkwaliteit Inktvlekken of strepen bovenaan in het midden op de afgedrukte pagina. Te donker of te licht afdrukken Afdrukken zijn vuil of de inkt loopt uit Witte strepen in letters en grafische afbeeldingen De achterkant of onderkant van het papier is bevlekt Er staan verticale zwarte strepen op ontvangen faxen Ontvangen kleurenfaxen worden in zwart/wit afgedrukt. Maak een kopie. Als de kopie er goed uitziet, had u waarschijnlijk een slechte verbinding met ruis op de lijn. Controleer dat het papier dat u in de printerdriver hebt geselecteerd, hetzelfde is als het papier in de MFC. (Zie Het tabblad Kwaliteit/ Kleur in hoofdstuk 15.) Als u normaal papier gebruikt, is het misschien een goed idee om het aanbevolen speciale papier te gebruiken. (Zie Brother-papier in hoofdstuk 23. Hanteer het papier pas wanneer de inkt helemaal droog is. Stel de verticale lijnen af. zie De inktcartridges uitlijnen in dit hoofdstuk.) Druk de paarse hendel om de papierdikte te regelen naar beneden. (Zie Plaats papier in de papiercassette in Voorbereiding en ingebruikneming.) Controleer of de inktcartridges misschien te oud zijn en of de uiterste gebruiksdatum is verlopen. De uiterste gebruiksdatum van de cartridge staat op de verpakking. Controleer of de printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt (Zie Het tabblad Kwaliteit/Kleur in hoofdstuk 15.) Probeer het aanbevolen speciale papier te gebruiken De aanbevolen omgeving voor uw MFC is tussen de 15ºC en 30ºC. Controleer dat u het aanbevolen papier gebruikt. (Zie Brotherpapier in hoofdstuk 23.) Hanteer het papier pas wanneer de inkt helemaal droog is. De aanbevolen temperatuur van de omgeving waarin de MFC staat is 15 C tot 30 C. Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen in hoofdstuk 21.) De drukplaat en de papieropnamerol zijn misschien vuil. Controleer dit. (Zie Regelmatig onderhoud in hoofdstuk 21.) De scanner van de faxmachine van de verzendende partij is misschien vuil. Vraag de verzenders een kopie te maken om te zien of het probleem misschien bij hun ligt. Probeer de fax op een andere machine te ontvangen. Vervang de lege of bijna lege kleurinktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangen in dit hoofdstuk.) ONDERHOUD Problemen oplossen en onderhoud 155

164 PROBLEEM Problemen met telefoonlijn of verbinding MFC geeft geen gehoor bij oproep Geen kiestoon wanneer u de hoorn opneemt Faxen verzenden Slechte kwaliteit van faxberichten Het verzendrapport drukt een fout af Problemen met het hanteren van ontvangen faxen Dubbele bel in de Fax/ Telefoonstand Een faxoproep doorverbinden naar de MFC Speciale functies op een enkele lijn OPLOSSING Controleer dat de MFC in de juiste ontvangstmodus staat volgens uw installatie (Fax of Fax/Tel). Controleer de kiestoon. Bel zo mogelijk uw MFC om te zien of hij antwoordt. Krijgt u geen antwoord, kijk dan de aansluiting van de telefoonlijn na. Sluit een standaard telefoontoestel aan op de MFC contactdoos. Hoort u geen belsignaal als u de MFC belt, laat het telecommunicatiebedrijf dan de lijn nakijken. Neem de hoorn op. Hoort u geen kiestoon, kijk dan de telefoonaansluitingen na op de MFC en de wandcontactdoos. Controleer of de hoorn is aangesloten op de MFC. Test de wandcontactdoos met een ander toestel. Hoort u nog geen kiestoon, neem dan contact op met het telecommunicatiebedrijf. Verander de resolutie in FIJN of S.FIJN. Maak een kopie om te controleren of de scanner van uw MFC misschien vuil is. Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer het faxbericht nogmaals te verzenden. Blijft het probleem zich voordoen, neem dan contact op met uw telecommunicatiebedrijf. De MFC weet dat het inkomende telefoontje geen faxbericht is en waarschuwt u dat u de hoorn moet opnemen. Neem de hoorn op, of neem de hoorn van een tweede toestel van de haak en voer de code voor uitschakelen op afstand in (#51). Als u het telefoontje had aangenomen via de hoorn van uw MFC, drukt u op Start, waarna u onmiddellijk ophangt. Als u het telefoontje had aangenomen via de hoorn van een tweede toestel, voert u uw driecijferige code voor activeren op afstand in (de fabrieksinstelling is 51). Zodra uw MFC opneemt, legt u de hoorn weer op de haak. Hebt u Voice Mail, een alarmsysteem of iets anders op dezelfde telefoonlijn staan als uw MFC, dan kunnen er problemen optreden bij het verzenden of ontvangen van faxgegevens. Bijvoorbeeld: Als u een faxbericht verzendt of ontvangt terwijl een signaal voor een ander toestel binnenkomt, dan kan dat signaal de faxgegevens tijdelijk onderbreken of afbreken. De ECM-functie van Brother kan dit probleem oplossen. Het is echter typisch voor de telefoonindustrie en komt voor bij alle toestellen die informatie zenden en ontvangen via een lijn die met andere functies wordt gedeeld. Als uw bedrijf zich dergelijke onderbrekingen niet kan veroorloven, dan is het aanbevolen om een aparte lijn zonder extra functies te voorzien. 156 Hoofdstuk 21

165 PROBLEEM Problemen met de printer Er staan horizontale strepen in tekst of afbeeldingen Een beeld van het PhotoCapture Center kan slechts gedeeltelijk of helemaal niet worden afgedrukt. Problemen met scannen TWAIN-fouten duiken op tijdens het scannen. Problemen met software De functie 2 op 1 werkt niet Ik kan niet afdrukken als ik Paint Brush gebruik Ik kan niet afdrukken als ik Adobe gebruik Op het papier staan afwisselend dikke en dunne strepen Sommige lijnen staan dicht op elkaar Als ik ATM-lettertypen gebruik, ontbreken sommige tekens of worden ze over elkaar heen afgedrukt Als ik Power Point of Excel gebruik, ziet het gearceerde patroon er niet goed uit Afdrukken gaat traag. Kleuruitbreiding werkt niet correct. OPLOSSING Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen in hoofdstuk 21.) Controleer of het beeldbestand niet is beschadigd en of het een.jpg extensie heeft, overeenkomstig met Exif versie 2. (Zie PhotoCapture Centre -vereisten in hoofdstuk 12.) Controleer of de Brother TWAIN-driver is geselecteerd als hoofdbron. Klik in PaperPort op File Select Source, selecteer de Brother TWAIN-driver en klik op Select. Controleer dat de papierinstellingen in de printerdriver en de door u gebruikte toepassing hetzelfde zijn. Stel de beeldscherminstellingen op 256 kleuren. Gebruik voor het afdrukken een lagere resolutie. Schakel het bidirectioneel afdrukken UIT in het tabblad Kwaliteit/ Kleur van de printerdriver. Schakel Omgekeerde volgorde UIT. Deze optie vindt u in de printer driver onder het tabblad Papier. Als u Windows 95, gebruikt, selecteert u in het menu Start de optie Printerinstellingen. Open Brother XXXX. Klik in het tabblad Details op Wachtrij-instellingen Selecteer onder Wachtrijgegevensindeling de optie RAW. Open het tabblad Kwaliteit/Kleur in de printerdriver en selecteer als documenttype Foto. Op het tabblad Kwaliteit/Kleur van het dialoogvenster Print selecteert u in de sectie Document de optie Auto. Als de beeldgegevens in uw programma niet full colour zijn (zoals 256 colour), dan werkt kleuruitbreiding niet. Gelieve tenminste 256 colour data te gebruiken voor de functie Kleur Uitbreiding. ONDERHOUD Problemen oplossen en onderhoud 157

166 PROBLEEM De foutmelding Kan niet schrijven naar LPT1 of LPT1 al in gebruik verschijnt. De foutmelding MFC bezig of MFC Connect Failure verschijnt. Videobeelden vastleggen Op het LCD-scherm verschijnt niet de melding VIDEO: DRUK COPY BEELD WACHT OPLOSSING 1.Controleer of de MFC aan staat (stekker in contactdoos) en dat hij direct is aangesloten op de computer via een IEEE-1284 bidirectionele parallelle kabel. De kabel mag niet via een ander aangesloten toestel lopen (zoals een Zip Drive, Externe cd-romspeler, of Switchbox). 2.Controleer of de MFC geen foutmelding geeft op het LCDscherm. 3.Controleer of geen andere drivers, die ook via de parallelle poort communiceren, automatisch werken wanneer u de computer opstart (zoals drivers voor Zip Drivers, Externe cd-rom-speler, enz.). Controleer ook: (Load=, Run=opdrachtregels in het bestand winanl of in de startgroep). 4.Vraag uw computerfabricant of hij kan bevestiging dat de instellingen van de parallelle poort van uw computer in de BIOS een bidirectionele machine ondersteunen, bijvoorbeeld, Parallel Port Mode-ECP Controleer de videoaansluiting op de RCA-ingang van de MFC. Controleer dat de videoapparatuur een signaal uitzendt (de videoapparatuur moet aanstaan en juist zijn ingesteld). 158 Hoofdstuk 21

167 De afdrukkwaliteit verbeteren Testafdruk Als u niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit, maakt u een testafdruk om te zien welke instellingen gewijzigd moeten worden. 1 Druk op Menu, 2, 1, en druk op Set. 2 Druk op Start. De MFC begint met afdrukken. 3 Druk op Stop. De printkop reinigen Reinig de printkop als u horizontale strepen krijgt in een tekst of afbeelding op uw afgedrukte documenten. U kunt de printkoppen voor de vier kleuren (zwart, cyaan, geel, magenta) (of voor één kleur) reiningen door de toets Ink Management te gebruiken. De inktkop NOOIT met uw handen of een doek reinigen. 1 Druk op Ink Management. 2 Druk op 1 om 1.REINIGEN te selecteren. 3 Druk op of or om te gewenste kleur te selecteren. 4 Druk op Set om de printkop automatisch te reinigen. Nadat de kop is gereinigd, zal de MFC automatisch weer on line gaan. Raak de printkop NIET aan. Aanraken van de printkop kan permanente schade veroorzaken, en de garantie op de printkop kan vervallen. ONDERHOUD Problemen oplossen en onderhoud 159

168 De inktcartridges uitlijnen Met deze functie kunt u inktcartridges controleren en zo nodig opnieuw uitlijnen, zodat altijd een optimale prestatie wordt geleverd. Controleer voordat u ze gaat uitlijnen dat er papier in de papierinvoer zit. 1 Druk op Menu, 2, 2. 2 Druk op Start. De MFC drukt een testpagina af. Controleer de uitlijning en bepaal welke nummers op 300DPI AANPASSEN het voorbeeld voor 300 dpi en voor 600 dpi het meest regelmatige beeld geven. Op het LCD-scherm DRUK NR.(1-9) verschijnen afwisselend onderstaande meldingen: 3 Gebruik de cijfertoetsen om in te voeren in hoeverre de inktcartridges voor 300 dpi moeten worden uitgelijnd (1 t/m 9). 4 Op het LCD-scherm staan afwisselend onderstaande meldingen: 5 Gebruik de cijfertoetsen om in te voeren in hoeverre de inktcartridges voor 600 dpi moeten worden uitgelijnd (1 t/m 9). 6 Druk nog een testpagina af om te zien of het resultaat nu acceptabel is (Zie Testafdruk in dit hoofdstuk.) 7 Druk op Stop. 600DPI AANPASSEN DRUK NR.(1-9) 160 Hoofdstuk 21

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding FAX-2820 FAX-2920 U moet eerst alle hardware instellen, pas dan kunt u de machine gebruiken. Lees deze Installatiehandleiding voor instructies over de correcte opstelling van deze machine. Installatiehandleiding

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING

INSTALLATIEHANDLEIDING MFC-580 INSTALLATIEHANDLEIDING Versie B DANK U! VOOR DE AANSCHAF VAN EEN BROTHER-MACHINE. U ZULT BESLIST ONDER DE INDRUK ZIJN VAN DE GEBRUIKSVRIENDELIJKE MANIER WAAROP UW NIEUWE MACHINE ZO VEEL VERSCHILLENDE

Nadere informatie

FAX-8360P GEBRUIKERSHANDLEIDING

FAX-8360P GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-8360P GEBRUIKERSHANDLEIDING Versie B DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat

Nadere informatie

MFC-580 GEBRUIKERSHANDLEIDING

MFC-580 GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-580 GEBRUIKERSHANDLEIDING DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product

Nadere informatie

FAX-8360P GEBRUIKERSHANDLEIDING

FAX-8360P GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-8360P GEBRUIKERSHANDLEIDING DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product

Nadere informatie

FAX-8070P MFC-9070 GEBRUIKERSHANDLEIDING

FAX-8070P MFC-9070 GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-8070P MFC-9070 GEBRUIKERSHANDLEIDING DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat

Nadere informatie

MFC-9660 GEBRUIKERSHANDLEIDING

MFC-9660 GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-9660 GEBRUIKERSHANDLEIDING DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product

Nadere informatie

FAX-8070P MFC-9070 GEBRUIKERSHANDLEIDING

FAX-8070P MFC-9070 GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-8070P MFC-9070 GEBRUIKERSHANDLEIDING DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat

Nadere informatie

Installatiehandleiding FAX-1820C

Installatiehandleiding FAX-1820C Installatiehandleiding FAX-1820C U moet eerst alle hardware instellen, pas dan kunt u de machine gebruiken. Raadpleeg deze installatiehandleiding en volg de eenvoudige instructies voor het opstellen van

Nadere informatie

MFC-9880 GEBRUIKERSHANDLEIDING

MFC-9880 GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-9880 GEBRUIKERSHANDLEIDING DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product

Nadere informatie

FAX-8060P MFC-9060 GEBRUIKERSHANDLEIDING

FAX-8060P MFC-9060 GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-8060P MFC-9060,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, GEBRUIKERSHANDLEIDING DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN 2-DRAADS ANALOGE OPENBARE TELEFOONLIJN DIE IS VOORZIEN

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING

INSTALLATIEHANDLEIDING MFC-590 INSTALLATIEHANDLEIDING Versie B DANK U! VOOR DE AANSCHAF VAN EEN BROTHER-MACHINE. U ZULT BESLIST ONDER DE INDRUK ZIJN VAN DE GEBRUIKSVRIENDELIJKE MANIER WAAROP UW NIEUWE MACHINE ZO VEEL VERSCHILLENDE

Nadere informatie

MFC-9180 GEBRUIKERSHANDLEIDING

MFC-9180 GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-9180 GEBRUIKERSHANDLEIDING DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product

Nadere informatie

MFC-590 GEBRUIKERSHANDLEIDING

MFC-590 GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-590 GEBRUIKERSHANDLEIDING DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit

Nadere informatie

LASERJET PRO 500 COLOR MFP. Naslaggids M570

LASERJET PRO 500 COLOR MFP. Naslaggids M570 LASERJET PRO 500 COLOR MFP Naslaggids M570 Direct afdrukken via USB 1. Plaats het USB-flashstation in de USB-poort aan de voorzijde van het apparaat. 2. Het menu USB-flashdrive wordt geopend. Raak de pijknoppen

Nadere informatie

Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen

Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen DX-C200 Verkorte Handleiding Namen en locaties De kopieerfunctie gebruiken De scannerfunctie gebruiken De faxfunctie gebruiken Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Inktcartridges Lees deze handleiding

Nadere informatie

MFC-9650 FAX-875 50P FAX-8350P MFC FAX-8350P MFC-9650 FAX-8750P GEBRUIKERSHANDLEIDING

MFC-9650 FAX-875 50P FAX-8350P MFC FAX-8350P MFC-9650 FAX-8750P GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-8350P MFC-9650 FAX-8750P 50P FAX-8350P MFC MFC-9650 FAX-875 Gefeliciteerd met de aanschaf van uw Brother-faxmachine. Installeer uw machine als volgt - raadpleeg de gebruikershandleiding

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Enkelvoudig telefoontoestel Modelnummer KX-TSC11EX Bedieningshandleiding Hartelijk dank voor het kopen van dit Panasonic enkelvoudig telefoontoestel. Bewaar deze handleiding voor eventuele toekomstige

Nadere informatie

De inhoud van de verpakking controleren

De inhoud van de verpakking controleren De inhoud van de verpakking controleren papiersteun cd-rom met printersoftware & Gebruikershandleiding pakket met cartridges (bevat zowel zwart-wit- als kleurencartridges.) printer Gids voor snelle starters

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Polycom IP321 en IP331

Gebruikershandleiding Polycom IP321 en IP331 Gebruikershandleiding Polycom IP321 en IP331 1 Inhoudsopgave 1. 2. 3. Installatie Gebruik van uw toestel Problemen oplossen Basis IP321 en IP331 telefoon Voeding (24Volt, 500mA) Ethernet kabel Telefoonhoorn

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding FAX-560 Installatiehandleiding U kunt de machine pas gebruiken nadat u alle hardware hebt geïnstalleerd. Lees deze installatiehandleiding voor installatieprocedures. De installatie is voltooid! Bewaar

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding FAX-1840C U moet eerst alle hardware instellen, pas dan kunt u de machine gebruiken. Lees deze Installatiehandleiding voor instructies over de correcte opstelling van deze machine. Installatiehandleiding

Nadere informatie

Betekenis van printerberichten 1

Betekenis van printerberichten 1 Betekenis van printerberichten 1 Wanneer de printer aandacht vereist, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel. Als u het Windows-statusvenster voor het stuurprogramma hebt geïnstalleerd,

Nadere informatie

Calisto P240. USB-handset GEBRUIKERSHANDLEIDING

Calisto P240. USB-handset GEBRUIKERSHANDLEIDING Calisto P240 USB-handset GEBRUIKERSHANDLEIDING Welkom Gefeliciteerd met uw nieuwe Plantronics-product. In deze handleiding vindt u instructies voor de installatie en het gebruik van uw Calisto P240 USB-handset

Nadere informatie

De gebruikers. handleiding. Cisco IP-telefoon

De gebruikers. handleiding. Cisco IP-telefoon De gebruikers handleiding Cisco IP-telefoon 1 Inhoudsopgave Belangrijk om te weten 3 De telefoon in één oogopslag 4,5 Een gesprek voeren 6 Een gesprek beantwoorden 7 Een gesprek uitschakelen 8 Een gesprek

Nadere informatie

Veiligheidsinformatie

Veiligheidsinformatie Veiligheidsinformatie Dit product mag uitsluitend worden gebruikt in landen waarvoor door de bevoegde wetgeving specifieke toestemming is afgegeven. Dit is herkenbaar aan de sticker aan de achterzijde

Nadere informatie

Voor gebruikers van Windows XP

Voor gebruikers van Windows XP Voor gebruikers van Windows XP De machine en de pc instellen om samen te werken Voordat u begint U dient een interfacekabel te kopen die geschikt is voor de interface waarmee u deze machine gaat gebruiken

Nadere informatie

Installatiehandleiding FAX-2440C

Installatiehandleiding FAX-2440C Installatiehandleiding FAX-2440C U moet eerst de machine instellen, pas dan kunt u deze gebruiken. Lees deze Installatiehandleiding voor instructies over de correcte opstelling van deze machine. De installatie

Nadere informatie

Installatiehandleiding voor hardware

Installatiehandleiding voor hardware Uitpakken Verwijder alle beschermende materialen. De afbeeldingen in deze handleiding zijn voor een soortgelijk model. Hoewel deze kunnen afwijken van uw model, is de methode van gebruik hetzelfde. Verwijder

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing CallBarrier

Gebruiksaanwijzing CallBarrier Gebruiksaanwijzing CallBarrier INHOUD blz Inleiding... 3 Werking van de CallBarrier... 4 Installatie van de CallBarrier... 5 Omschrijving toets en indicaties CallBarrier... 6 Uitleg van de opties... 7

Nadere informatie

Appendix A, B HGT Teksttelefoon

Appendix A, B HGT Teksttelefoon Appendix A, B HGT Teksttelefoon Uitgave september 2000 5.x Een uitgave van: HGT Nederland Postbus 435 3800 AK Amersfoort Teksttelefoon 033 480 03 41 Telefoon 033 480 03 40 Fax 033 480 03 42 Inhoud Appendix

Nadere informatie

LASERJET PRO 200 COLOR MFP. Naslaggids M276

LASERJET PRO 200 COLOR MFP. Naslaggids M276 LASERJET PRO 200 COLOR MFP Naslaggids M276 Kopieerkwaliteit optimaliseren De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar: Aut. selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van

Nadere informatie

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit Printerproblemen Een aantal printerproblemen is eenvoudig te verhelpen. Als de printer niet reageert, controleer dan eerst of: de printer is ingeschakeld; het netsnoer is aangesloten op het stopcontact;

Nadere informatie

Installatiehandleiding MFC-3420C

Installatiehandleiding MFC-3420C Installatiehandleiding MFC-3420C U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te installeren, pas dan kunt u de MFC gebruiken. Raadpleeg deze installatiehandleiding en volg de eenvoudige instructies

Nadere informatie

Installatiehandleiding voor hardware

Installatiehandleiding voor hardware Uitpakken Verwijder alle beschermende materialen. De afbeeldingen in deze handleiding zijn voor een soortgelijk model. Hoewel deze kunnen afwijken van uw model, is de methode van gebruik hetzelfde. Het

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Connexity M6500IP gebruikershandleiding M300 analoge toestellen 1

Gebruikershandleiding. Connexity M6500IP gebruikershandleiding M300 analoge toestellen 1 Connexity M6500 Gebruikershandleiding M300 ANALOGE TOESTELLEN Connexity M6500IP gebruikershandleiding M300 analoge toestellen 1 Connexity M6500 gebruikershandleiding M300 analoge toestellen: Editie 1.

Nadere informatie

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425 LASERJET PRO 400 MFP Naslaggids M425 Kopieerkwaliteit optimaliseren De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar: Aut. selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van de kopie

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING. FAX-T104 Series FAX-T106 Series

GEBRUIKERSHANDLEIDING. FAX-T104 Series FAX-T106 Series GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-T104 Series FAX-T106 Series Als u de Klantenservice moet bellen A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie: Modelnummer: FAX-T104, FAX-T106 Serienummer:*

Nadere informatie

Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.)

Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.) Beknopte handleiding Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.) Garantiekaart Beknopte handleiding Lithium-batterij D1 etikettencassette

Nadere informatie

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer Hier beginnen Inktcartridges uitlijnen zonder een computer Volg de stappen in de installatiehandleiding om de installatie van de hardware te voltooien. Ga door met de volgende stappen om de afdrukkwaliteit

Nadere informatie

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding Gebruikershandleiding MFP kleur systemen Aanteken vel Het Bedieningspaneel Functie paneel Functietoetsen Geeft de keuze om te wisselen tussen de functies: Kopiëren - Doc. Server Faxen - Printen - Scannen

Nadere informatie

Gids voor een snelle start. Registreer uw product en krijg support op CD250 CD255 SE250 SE255. Aansluiten.

Gids voor een snelle start. Registreer uw product en krijg support op   CD250 CD255 SE250 SE255. Aansluiten. Registreer uw product en krijg support op www.philips.com/welcome CD250 CD255 SE250 SE255 Gids voor een snelle start 1 Aansluiten 2 Installeren 3 Veel plezier! Wat zit in de verpakking Basisstation OF

Nadere informatie

Installatiehandleiding DCP-4020C

Installatiehandleiding DCP-4020C Installatiehandleiding DCP-4020C U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te, pas dan kunt u de DCP gebruiken. Raadpleeg de installatiehandleiding en volg de eenvoudige instructies voor het

Nadere informatie

Installatiehandleiding MFC-3220C

Installatiehandleiding MFC-3220C Installatiehandleiding MFC-3220C U moet eerst alle hardware instellen en het stuurprogramma installeren, pas dan kunt u de MFC gebruiken. Raadpleeg deze installatiehandleiding en volg de eenvoudige instructies

Nadere informatie

Telefonisten handleiding snom 360

Telefonisten handleiding snom 360 Telefonisten handleiding snom 360 De verschillende toetsen 1. Displaytoetsen: Deze vier toetsen corresponderen met de mogelijkheden in het display. Welke functies de toetsen hebben hangt af van de status

Nadere informatie

Gebruikershandleiding FAX-T94 FAX-T96

Gebruikershandleiding FAX-T94 FAX-T96 Gebruikershandleiding FAX-T94 FAX-T96 DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop

Nadere informatie

FAX 1195L Beknopte gebruikershandleiding

FAX 1195L Beknopte gebruikershandleiding FAX 1195L Beknopte gebruikershandleiding Lees deze handleiding aandachtig voordat u dit product gebruikt en houd deze bij de hand voor toekomstige referentie. Voor een veilig en correct gebruik, zorg ervoor

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding MFC-3360C Installatiehandleiding U kunt de machine pas gebruiken nadat u alle hardware en software hebt geïnstalleerd. Lees deze installatiehandleiding voor installatie-instructies en -procedures. Stap

Nadere informatie

Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma.

Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma. Pagina 1 van 13 Handleiding voor afdrukkwaliteit Neem contact op met onze klantenservice als u het probleem niet kunt oplossen met deze suggesties. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of

Nadere informatie

Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.)

Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.) Insert % Shift Beknopte handleiding Zorg dat u alle items hebt die worden getoond in Afbeelding 1. (De etiketten in het pakket kunnen verschillend zijn.) Garantiekaart D1 etikettencassette warranty card

Nadere informatie

Bedieningen Dutch - 1

Bedieningen Dutch - 1 Bedieningen 1. Functieschakelaar Cassette/ Radio/ CD 2. Golfband schakelaar 3. FM antenne 4. CD deur 5. Schakelaar om zender af te stemmen 6. Bass Boost toets 7. CD skip/ voorwaarts toets 8. CD skip/ achterwaarts

Nadere informatie

Handleiding voor afdrukkwaliteit

Handleiding voor afdrukkwaliteit Pagina 1 van 7 Handleiding voor afdrukkwaliteit Veel problemen met de afdrukkwaliteit kunnen worden opgelost door supplies of printeronderdelen te vervangen die bijna het einde van hun levensduur hebben

Nadere informatie

Wat zit er in de doos?

Wat zit er in de doos? Snelstartgids SE888 Wat zit er in de doos? Handset * Basisstation Oplader * Netspanningsadapter * Telefoonsnoer ** CD-ROM Snelstartgids Garantiebewijs Opmerking * In verpakkingen met meerdere handsets

Nadere informatie

CMP-VOIP80. VoIP + DECT TELEFOON. English Deutsch Français Nederlands Italiano Español Magyar Suomi Svenska Česky ANLEITUNG MANUAL MODE D EMPLOI

CMP-VOIP80. VoIP + DECT TELEFOON. English Deutsch Français Nederlands Italiano Español Magyar Suomi Svenska Česky ANLEITUNG MANUAL MODE D EMPLOI MANUAL MODE D EMPLOI MANUALE HASZNÁLATI ÚTMUTATÓ BRUKSANVISNING CMP-VOIP80 VoIP + DECT TELEFOON ANLEITUNG GEBRUIKSAANWIJZING MANUAL DE USO KÄYTTÖOHJE NÁVOD K POUŽITÍ Česky Svenska Suomi Magyar Español

Nadere informatie

Beknopte gebruikershandleiding

Beknopte gebruikershandleiding Beknopte gebruikershandleiding FAX-2840 FAX-2845 FAX-2940 Niet alle modellen zijn leverbaar in alle landen. Versie 0 BEL-DUT Als u de klantendienst moet bellen Vul de volgende gegevens in om deze later

Nadere informatie

Snelzoekgids voor de digitale telefoon NL, Uitgave 1, juni 2004

Snelzoekgids voor de digitale telefoon NL, Uitgave 1, juni 2004 Snelzoekgids voor de digitale telefoon 240 6-30034NL, Uitgave, juni 2004 2 3 8 4 5 6 7 7 6 8 5 4 3 2 0 9 Lijn- en functieknoppen: hiermee kunt u toegang verkrijgen tot binnenkomende en uitgaande lijnen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Polycom IP650

Gebruikershandleiding Polycom IP650 Gebruikershandleiding Polycom IP650 1 Inhoudsopgave 1. 2. 3. Installatie Gebruik van uw toestel Problemen oplossen Basis IP650 telefoon Voeding (24Volt, 500mA) Ethernet kabel Hoorn Krulsnoer hoorn Grondplaat

Nadere informatie

Tritel VAMO. Gebruikershandleiding

Tritel VAMO. Gebruikershandleiding Tritel VAMO Gebruikershandleiding Inhoudsopgave 1. VAMO 3 1.1 Identiteit 3 1.2 Bellen en gebeld worden 3 1.3 Gebeld worden 3 1.4 Voicemail 3 1.5 Gespreksbediening 4 1.6 Zakelijk of privé 4 1.7 Bellen bij

Nadere informatie

FAX 1195L Uitgebreide gebruikershandleiding

FAX 1195L Uitgebreide gebruikershandleiding FAX 1195L Uitgebreide gebruikershandleiding Lees deze handleiding aandachtig voordat u dit product gebruikt en houd deze bij de hand voor toekomstige referentie. Voor een veilig en correct gebruik, zorg

Nadere informatie

Hoorn. NeXspan gebruikershandleiding M725 digitale toestel 1

Hoorn. NeXspan gebruikershandleiding M725 digitale toestel 1 Uw Telefoon: De M725 De telefoon is voorzien van de hieronder beschreven toetsen. In deze handleiding worden alle toetsen, die moeten worden ingedrukt, aangeduid met pictogrammen, zoals: en. Hoorn Display

Nadere informatie

Geavanceerde gebruikershandleiding

Geavanceerde gebruikershandleiding Geavanceerde gebruikershandleiding MFC-J245 DCP-J132W Versie 0 DUT/BEL-DUT Gebruikershandleidingen en waar ze te vinden zijn Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de handleiding? Handleiding product

Nadere informatie

Soms zijn er bijkomende functies op het volgende scherm. Gebruik dan de navigatortoets om naar het volgend/vorig scherm te gaan.

Soms zijn er bijkomende functies op het volgende scherm. Gebruik dan de navigatortoets om naar het volgend/vorig scherm te gaan. Allcatell OmniiPCX Enterpriise Advanced 4035 Dynamische schermtoetsen Onderaan het display van uw toestel vindt u 5 dynamische schermtoetsen. De functie van deze toetsen is afhankelijk van de status van

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Book Copier VL 4222 Deze handleiding is geschreven om u te helpen bij het kopiëren van een boek of een gedeelte daarvan.

Gebruiksaanwijzing Book Copier VL 4222 Deze handleiding is geschreven om u te helpen bij het kopiëren van een boek of een gedeelte daarvan. Gebruiksaanwijzing Book Copier VL 4222 Deze handleiding is geschreven om u te helpen bij het kopiëren van een boek of een gedeelte daarvan. Stap 1 U legt het boek opengeslagen met de pagina s die u wilt

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-T98

GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-T98 GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-T98 DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat

Nadere informatie

Handleiding HGT Teksttelefoon

Handleiding HGT Teksttelefoon Handleiding HGT Teksttelefoon Uitgave september 2002 5.x.s Een uitgave van: HGT Nederland Postbus 435 3800 AK Amersfoort Teksttelefoon 033 480 03 41 Telefoon 033 480 03 40 Fax 033 480 03 42 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS

GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS RC UNIVERS34 8-in-1 LCD afstandsbediening GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS www.hqproducts.com 2 De RC UNIVERS34 universele afstandsbediening bedient vrijwel alle merken TV s (TV), DVD spelers en DVR spelers

Nadere informatie

De Konftel 250 Korte handleiding

De Konftel 250 Korte handleiding Conference phones for every situation De Konftel 250 Korte handleiding NEDERLANDS Beschrijving De Konftel 250 is een conferentietelefoon die kan worden aangesloten op analoge telefoonaansluitingen. Zie

Nadere informatie

UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING

UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-7360N MFC-7460DN MFC-7860DW Niet alle modellen zijn leverbaar in alle landen. Versie 0 DUT/BEL-DUT Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden? Welke handleiding?

Nadere informatie

UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING

UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-J625DW DCP-J525W DCP-J725DW Versie A DUT/BEL-DUT Gebruikershandleiding en waar kan ik die vinden? Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de handleiding? Handleiding

Nadere informatie

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Naslagkaart Wordt gekopieerd Kopieën maken Snel kopiëren 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op. 4 Als u het document op de glasplaat hebt gelegd, raakt u Finish the Job (Taak voltooien) aan

Nadere informatie

IDPF-700 HANDLEIDING

IDPF-700 HANDLEIDING IDPF-700 HANDLEIDING Kenmerken product: Resolutie: 480x234 pixels Ondersteunde media: SD/ MMC en USB-sticks Fotoformaat: JPEG Foto-effecten: kleur, mono, en sepia Zoomen en draaien van afbeeldingen Meerdere

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. BROTHER FAX-T106

Uw gebruiksaanwijzing. BROTHER FAX-T106 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor BROTHER FAX-T106. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de BROTHER FAX-T106 in de gebruikershandleiding (informatie,

Nadere informatie

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. 3 5 Ontgrendeling

Nadere informatie

Uitgebreide gebruikershandleiding

Uitgebreide gebruikershandleiding Uitgebreide gebruikershandleiding MFC-8510DN MFC-8520DN Niet alle modellen zijn leverbaar in alle landen. Versie 0 DUT/BEL-DUT Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden? Welke handleiding?

Nadere informatie

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk Pagina 1 van 8 Handleiding voor afdrukkwaliteit U kunt veel problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen door supplies of printeronderdelen te vervangen die bijna het einde van hun levensduur hebben bereikt.

Nadere informatie

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken Naslagkaart Bezig met kopiëren Kopieën maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde zijn. Zo voorkomt

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-8220 Versie D DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst

Nadere informatie

Printerproblemen oplossen

Printerproblemen oplossen 1 De display op het bedieningspaneel is leeg of er worden alleen ruitjes weergegeven. Taken worden niet De zelftest van de printer is mislukt. De printer is niet gereed om gegevens te ontvangen. De aangegeven

Nadere informatie

Inhoudsopgave Uitpakinstructies...1 Voordat u begint...5 Installatie...6 De fles met verzegelingsvloeistof vullen...9

Inhoudsopgave Uitpakinstructies...1 Voordat u begint...5 Installatie...6 De fles met verzegelingsvloeistof vullen...9 Inhoudsopgave 1 Uitpakinstructies...1 Verpakkingsmateriaal verwijderen...3 2 Voordat u begint...5 3 Installatie...6 De documentfeederladen installeren...6 De schuif en opvanglade installeren...7 Zijuitgang...8

Nadere informatie

UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING

UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-J825DW DCP-J925DW Versie A DUT/BEL-DUT Gebruikershandleiding en waar kan ik die vinden? Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de handleiding? Handleiding product

Nadere informatie

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren.

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren. Naslagkaart Bezig met kopiëren Een kopie maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de glasplaat. Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde

Nadere informatie

Opladen Opmerkingen Vragen?... 11

Opladen Opmerkingen Vragen?... 11 Aanwezigheidsregistratie Release 1 2018 1 e kwartaal Model: X-9200B Inhoudsopgave Activiteiten aanmaken... 2 Hoe werkt het registratieproces?... 4 Aan de slag: Draadloos scannen met een smartphone, tablet

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING FAX-1840C MFC-3240C Versie A Als u de Klantenservice moet bellen A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie: Modelnummer: FAX-1840C en MFC-3240C (omcirkel uw

Nadere informatie

VAMO. Handleiding. Copyright RoutIT 2014 www.routit.nl info@routit.nl

VAMO. Handleiding. Copyright RoutIT 2014 www.routit.nl info@routit.nl VAMO Handleiding 1 Document historie Versie Toelichting Auteur Datum 1.0 Initiële versie RoutIT B.V. 03-03-2014 1.1 Aanpassingen voor identiteitswijziging (HIPPER) RoutIT B.V. 05-06-2014 2 1. Inhoud 1.

Nadere informatie

UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING

UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-J6510DW MFC-J6710DW Versie 0 DUT Gebruikershandleiding en waar kan ik die vinden? Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de handleiding? Veiligheid en wetgeving

Nadere informatie

Handleiding VAMO (Vast-Mobiel integratie)

Handleiding VAMO (Vast-Mobiel integratie) Handleiding VAMO (Vast-Mobiel integratie) Document: Handleiding VAMO Datum: 20-3-2018 Versie: 2.0 Auteur: Ingrid de Bont Inhoudsopgave 1 Introductie... 3 1.1. Identiteit... 3 1.2. Bellen en gebeld worden...

Nadere informatie

LASERJET PROFESSIONAL M1130/M1210 MFP-SERIE. Naslaggids

LASERJET PROFESSIONAL M1130/M1210 MFP-SERIE. Naslaggids LASERJET PROFESSIONAL M1130/M1210 MFP-SERIE Naslaggids Met Windows afdrukken op speciaal papier, etiketten of transparanten 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Selecteer

Nadere informatie

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Laser-MFP Naslagkaart Kopiëren Snel kopiëren documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats plaatst, moet u de papiergeleiders

Nadere informatie

De nummers kunnen in de display worden opgeroepen, compleet met datum en tijd van elke oproep. INSTALLATIE

De nummers kunnen in de display worden opgeroepen, compleet met datum en tijd van elke oproep. INSTALLATIE De BeoCom 2500 is een moderne telefoon in een eigentijds en gebruikersvriendelijke vormgeving. De bediening en instelling van de telefoon werken via menubesturing. De BeoCom 2500 heeft een ingebouwde Nummerweergave

Nadere informatie

Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl. Printen en Scannen

Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl. Printen en Scannen Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl Printen en Scannen Als een nieuwe printer wordt gekocht en onder Windows XP aangesloten zal Windows deze nieuwe

Nadere informatie

Webservices gebruiken om op het netwerk te scannen (Windows Vista SP2 of recenter, Windows 7 en Windows 8)

Webservices gebruiken om op het netwerk te scannen (Windows Vista SP2 of recenter, Windows 7 en Windows 8) Webservices gebruiken om op het netwerk te scannen (Windows Vista SP2 of recenter, Windows 7 en Windows 8) Met het Webservices-protocol kunnen gebruikers van Windows Vista (SP2 of recenter), Windows 7

Nadere informatie

Brink Technical Solutions BV

Brink Technical Solutions BV 1 2 2 Auteur: Eindredactie: Brink Technical Solutions BV Brink Technical Solutions BV Dit is een uitgave van Brink Technical Solutions BV 2014. Deze uitgave mag vrij worden gekopieerd binnen educatieve

Nadere informatie

IP Phone GEBRUIKERSHANDLEIDING

IP Phone GEBRUIKERSHANDLEIDING M I T E L N E T W O R K S 5001 IP Phone GEBRUIKERSHANDLEIDING 3300 ICP - 4.0 MEDEDELING De informatie in dit document is zeer zorgvuldig samengesteld, maar MITEL NETWORKS Corporation biedt hiervoor geen

Nadere informatie

HANDLEIDING YEALINK T21P

HANDLEIDING YEALINK T21P HANDLEIDING YEALINK T21P Inhoudsopgave 1. NIEUW GESPREK OPZETTEN... 3 2. GEBRUIKMAKEN VAN DE SPEAKER... 3 3. GEBRUIKMAKEN VAN DE HEADSET... 3 4. BEANTWOORDEN VAN EEN GESPREK/BEËINDIGEN/HERHALEN... 3 5.

Nadere informatie

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken Naslagkaart Bezig met kopiëren Kopieën maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de glasplaat. Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde zijn.

Nadere informatie

M700 DIGITALE TOESTELLEN

M700 DIGITALE TOESTELLEN M700 DIGITALE TOESTELLEN Gebruikershandleiding M700 digitale toestellen: Editie 1, software V2.1. 2004. Actis Business Partners. Alle rechten voorbehouden. EADS-Telecom voert een beleid, dat gericht is

Nadere informatie

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575 LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP Naslaggids M575 Een opgeslagen taak afdrukken Volg de onderstaande procedure om een taak af te drukken die in het apparaatgeheugen is opgeslagen. 1. Raak in het beginscherm

Nadere informatie

Yealink T46G. Gebruikershandleiding

Yealink T46G. Gebruikershandleiding Yealink T46G Gebruikershandleiding Inhoud 1. Nieuw gesprek opzetten... 3 2. Gebruikmaken van de speaker... 3 3. Gebruikmaken van de Headset... 3 4. Beantwoorden van een gesprek/beëindigen/herhalen... 3

Nadere informatie

1.QUICKSTART GUIDE 3 2.PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.MONTEREN EN AANSLUITEN VAN DE DEURBEL OP STROOM 5 4.NEERZETTEN OF MONTEREN VAN HET SCHERM 6

1.QUICKSTART GUIDE 3 2.PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.MONTEREN EN AANSLUITEN VAN DE DEURBEL OP STROOM 5 4.NEERZETTEN OF MONTEREN VAN HET SCHERM 6 GEBRUIKSAANWIJZING 2 INHOUDSOPGAVE 1.QUICKSTART GUIDE 3 2.PRODUCTAFBEELDING MET UITLEG 4 3.MONTEREN EN AANSLUITEN VAN DE DEURBEL OP STROOM 5 4.NEERZETTEN OF MONTEREN VAN HET SCHERM 6 5.HET PLAATSEN OF

Nadere informatie

Handleiding. EADS Telecom M 760. Digitale telefoon

Handleiding. EADS Telecom M 760. Digitale telefoon Handleiding EADS Telecom M 760 Digitale telefoon De M760 U hebt een nieuw telefoon toestel ontvangen. Met dit toestel, een M 7 6 0, hebt u toegang tot alle services en functies van de EADS Telecom M6500

Nadere informatie