Verslag over de doorlichting van Vrije Lagere School Sint-Leo te Brugge

Transcriptie

1 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan BRUSSEL Verslag over de doorlichting van Vrije Lagere School Sint-Leo te Brugge Hoofdstructuur bao Instellingsnummer Instelling Vrije Lagere School Sint-Leo directeur Patrick LAGROU adres Potterierei BRUGGE telefoon fax website/url Bestuur van de instelling VZW Hemelsdaele - Sint-Leo te BRUGGE adres Potterierei BRUGGE Scholengemeenschap Brugge-Noord-Haven te BRUGGE adres Potterierei BRUGGE CLB Vrij CLB Brugge(n) te BRUGGE adres Sint-Maartensbilk BRUGGE Dagen van het doorlichtingsbezoek 23/05/2011, 24/05/2011 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 24/05/2011 Datum bespreking verslag met de 20/06/2011 instelling Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Lieven DEPRETTERE Teamleden Jan LOOSVELD Deskundige(n) behorend tot de nihil administratie Externe deskundige(n) nihil Vrije Lagere School te Brugge 1

2 INHOUDSOPGAVE INLEIDING SAMENVATTING FOCUS VAN DE DOORLICHTING Leergebieden in de focus Procesindicatoren of -variabelen in de focus KENMERKEN VAN DE SCHOOL VOLDOET DE SCHOOL AAN DE ERKENNINGS-VOORWAARDEN? Lager onderwijs: Nederlands Lager onderwijs: wereldoriëntatie Lager onderwijs: leren leren BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? Personeelsbeheer Professionalisering Materieel beleid Welzijn Curriculum Begeleiding Evaluatie ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL Wat doet de school goed? Wat kan de school verbeteren? Wat moet de school verbeteren? ADVIES REGELING VOOR HET VERVOLG Vrije Lagere School te Brugge

3 INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de doorlichting van uw instelling 1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Zij deed dit in het kader van haar opdracht zoals bepaald in het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de instelling de erkenningsvoorwaarden respecteert, of de instelling op systematische wijze haar eigen kwaliteit bewaakt en of de instelling zelfstandig de tekorten kan remediëren. De onderwijsinspectie maakt gebruik van de mogelijkheid om het toezicht op de erkenningsvoorwaarden betreffende hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid afzonderlijk uit te voeren. Dit impliceert dat het advies in dit verslag betrekking heeft op alle erkenningsvoorwaarden behalve de voorwaarden die het welzijnsbeleid betreffen (hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid). Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt. De doorlichting bestaat uit drie fases: het vooronderzoek, de doorlichtingsbezoeken en de verslaggeving. Tijdens het vooronderzoek selecteert de onderwijsinspectie leergebieden en procesindicatoren of procesvariabelen die het inspectieteam onderzoekt tijdens de doorlichtingsbezoeken. Tijdens de doorlichtingsbezoeken verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. Het resultaat van de doorlichting is het doorlichtingsverslag. Het doorlichtingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op de volledige instelling of op één of meerdere structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen als de instelling binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten. Enkel bij een ongunstig advies adviseert de onderwijsinspectie of de instelling zelfstandig de vastgestelde tekorten kan remediëren. 1 Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11 ). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13 ) Vrije Lagere School te Brugge 3

4 Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde viseert het verslag en stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden. Meer informatie? en Vrije Lagere School te Brugge

5 1. SAMENVATTING De vrije lagere school Sint-Leo ligt in het historische centrum van Brugge op een campus met een secundaire school. In de buurt van de school is er een ruim aanbod van basisscholen van de eigen en de andere onderwijskoepels. De school legt goede resultaten voor de onderzochte leergebieden Nederlands en wereldoriëntatie voor. Het team levert behoorlijke inspanningen om de eindtermen van Nederlands en wereldoriëntatie met de leerlingen te bereiken. Voor leren leren zijn er voldoende aanwijzingen dat alle eindtermen aan bod komen, maar dit is niet eenduidig afgesproken binnen het team. Het team kan aantonen dat ze de leerplannen Nederlands en wereldoriëntatie met de leerlingen realiseert. Voor Nederlands zorgt het consequente gebruik van de onderwijsleermethode voor de nodige garanties. Leerkrachten passen geregeld de voorgestelde activiteiten aan. Het is positief dat dit voor spreken, luisteren en creatief schrijven voornamelijk gebeurt om de samenhang met andere leergebieden te bevorderen. Voor spelling en taalbeschouwing is het extra aanbod niet altijd voldoende gericht op de noden van de klas of van de individuele leerlingen. Bij wereldoriëntatie bewaakt het team met overzichtslijsten dat de leerplandoelen voldoende aan bod komen. Er zijn overzichten van de thema s aanwezig, maar het team maakt nog weinig afspraken over een optimale opbouw over de leerjaren heen. In alle klassen zijn er voldoende activiteiten om de leergebiedoverschrijdende eindtermen leren leren na te streven. Het ontbreekt aan afspraken om ervoor te zorgen dat de opbouw in de hele lagere school optimaal is. Een visie is nog niet gezamenlijk aangepakt zodat de uitvoering vooral afhangt van de individuele opvattingen van de leerkrachten. Dit neemt niet weg dat de eindtermen leren leren op een goede manier aan bod komen, onder andere omdat ze verweven zitten in de andere leergebieden. Het team zorgt voor degelijk onderwijs. De sterke aandacht om de beginsituatie van de nieuwe leerlingen in kaart te brengen is opmerkelijk. Positief is dat dit ook gebeurt voor de leerlingen die later dan het eerste leerjaar in de school instromen. Kinderen krijgen voldoende kansen om actief te leren. Daarbij maakt de school goed gebruik van de kansen die Brugge biedt. Leerlingen gaan geregeld op leerwandeling en krijgen kansen om ervaringen op te doen. Het team heeft oog voor stimulerend onderwijs. De school zorgt voor heel degelijke leerbegeleiding. De duidelijke visie op preventie en remediëring is geen dode letter in de praktijk. Leerlingen met problemen krijgen goede ondersteuning. Het team heeft stevige structuren uitgewerkt om problemen op te sporen en te analyseren. Het zorgteam zorgt voor een goede planning en opvolging van de hulpverlening. Het speelt in samenspraak met de klasleerkrachten zo goed mogelijk en soepel in op de noden en behoeften van de leerlingen. Dat daarbij ook oog is voor hoogbegaafde kinderen is eveneens een positief gegeven. De evaluatiepraktijk is nog weinig op schoolniveau uitgewerkt. Te veel gaat het team uit van de eigen keuzes van de leerkracht. Een overkoepelende en gedragen visie ontbreekt. Dit zorgt voor een heel verscheiden aanpak. Vooral voor wereldoriëntatie en muzische vorming staat de evaluatie niet op punt en mist die aansluiting bij het leerplan. Het valt eveneens op dat leerlingen nog weinig kansen krijgen om zelf actief aan de evaluatie deel te nemen. De werkpunten die de school heeft, hebben vooral te maken met de kwaliteitsbewaking die niet echt is uitgebouwd. Voor de zorg is dit echter wel degelijk uitgewerkt Vrije Lagere School te Brugge 5

6 Kortom, de school voldoet aan de eisen en verwachtingen van de overheid. Het team biedt degelijk onderwijs aan en realiseert de leerplannen van de onderzochte leergebieden. De leerbegeleiding is zondermeer sterk. Werkpunten hebben te maken met de kwaliteitsbewaking die niet op punt staat. Vooral de evaluatiepraktijk en de optimale opbouw van bepaalde leerdomeinen van wereldoriëntatie en de eindtermen leren leren over de leerjaren heen verdienen hierbij extra aandacht. Gezien er binnen het team al expertise aanwezig is, kan de school deze werkpunten beslist op eigen kracht aan. 2. FOCUS VAN DE DOORLICHTING Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting heeft de inspectie leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen geselecteerd voor onderzoek tijdens de doorlichtingsbezoeken. 2.1 Leergebieden in de focus Lager onderwijs Nederlands wereldoriëntatie leren leren 2.2 Procesindicatoren of -variabelen in de focus Onderwijs Begeleiding Leerbegeleiding Evaluatie Evaluatiepraktijk 3. KENMERKEN VAN DE SCHOOL Aanwezigheid van andere scholen in de onmiddellijke omgeving. Daling leerlingpopulatie. Relatief groot aantal neveninstromers met leerachterstand. Geen kleuterafdeling. Gelegen in de kern van de historische stad Brugge. 4. VOLDOET DE SCHOOL AAN DE ERKENNINGS- VOORWAARDEN? Het onderzoek naar het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden levert voor de geselecteerde leergebieden volgende vaststellingen op: 4.1 Lager onderwijs: Nederlands Voldoet Vaststellingen De school legt goede resultaten voor uit genormeerde testen van het leerlingvolgsysteem en uit de toetsen van de koepel. De cijfers van de toetsen uit de Vrije Lagere School te Brugge

7 onderwijsleermethode bevestigen die. Hiermee kan de school aantonen dat ze de eindtermen met de leerlingen behoorlijk realiseert. Het team realiseert het leerplan voornamelijk door een onderwijsleermethode als leidraad te volgen. Bepaalde leerkrachten vervangen bepaalde activiteiten, maar bewaken dat de betreffende leerplandoelen toch aan de orde zijn. De leerdomeinen komen voldoende aan bod. Lezen gebeurt gevarieerd en is up to date. Het is goed dat kinderen luister-, spreek- en schrijfoefeningen in horizontale samenhang met andere leergebieden aangeboden krijgen. In sommige klassen krijgen de leerlingen een aanbod spelling dat niet in relatie staat tot wat de resultaten op de testen van het leerlingvolgsysteem aangeven. In enkele klassen sluiten de extra doelen taalbeschouwing niet aan bij de beginsituatie en de mogelijkheden van de leerlingen. Hiervoor is bijsturing wenselijk. Er is voldoende onderwijstijd voorzien om het leerplan te realiseren. De leerkrachten hebben oog voor horizontale samenhang met andere leergebieden. De beginsituatiebepaling voor zowel de instromers in het eerste leerjaar als de leerlingen die later instromen, is adequaat. In bepaalde klassen krijgen leerlingen veel kansen tot interactie met elkaar en tot reflectie. De nodige heuristieken zijn in het klasbeeld aanwezig. De leerlingen krijgen voldoende differentiatie aangeboden. Hiervoor hebben ze minstens de differentiatiemiddelen uit de onderwijsleermethode ter beschikking, naast andere leermiddelen. Het gebruik van de scheurblokken uit de onderwijsleermethode is niet in alle klassen echt afgestemd op de feitelijke vorderingen van de leerlingen. Daarnaast voorziet de school interne klasdifferentiatie met ondersteuning van het zorgteam. Er zijn tevens verschillende vormen van lezen op niveau. De school investeert heel wat tijd en middelen om de preventieve aanpak in de klas te ondersteunen. Het zorgteam speelt hier flexibel op in. De evaluatie gebeurt met de toetsen van de onderwijsleermethode, aangevuld met toetsen van de leerkracht. De genormeerde toetsen van het leerlingvolgsysteem zorgen voor een extra bewaking van de leervorderingen. Voor luisteren en spreken is de evaluatie niet altijd dekkend voor de leerplandoelen. De leerkrachten hebben observatiegegevens over vorderingen en problemen van leerlingen. Foutenanalyses gebeuren systematisch voor de genormeerde testen, maar wisselend voor andere toetsen. Leerlingen met problemen krijgen adequate hulpverlening aangeboden. Het zorgteam speelt flexibel in op de noden van de leerlingen. Er is hiervoor goede samenspraak met de klasleerkracht. 4.2 Lager onderwijs: wereldoriëntatie Voldoet Vaststellingen De school legt voldoende tot goede resultaten van genormeerde toetsen voor. Hiermee toont de school aan dat ze de eindtermen met de leerlingen voldoende realiseert. Het team bewaakt op een degelijke manier de realisatie van het leerplan. De overzichtslijsten geven aan dat leerkrachten een ernstige inspanning leveren om de leerplandoelen met de leerlingen te bereiken. Niet iedereen gebruikt dit instrument even doelgericht om na te gaan of alles voldoende aan bod is gekomen. In het kader van de schoolprioriteiten is er extra aandacht en ondersteuning voor het leerdomein techniek. De school heeft een overzicht van jaarplannen van alle leerjaren ter beschikking. Daarin zijn onder andere inhouden en activiteiten per thema opgenomen. De Vrije Lagere School te Brugge 7

8 samenhang tussen deze jaarplannen, de overzichtslijsten met de aangebrachte leerplandoelen en de schoolagenda s van de leerkrachten is niet altijd duidelijk. Voor tijd en ruimte zijn er afspraken over gradatie. Bij andere leerdomeinen zijn die minder eenduidig bepaald. De leerkrachten realiseren hun leerplannen naar eigen keuze. Sommigen werken uitsluitend met eigen thema s. Anderen richten zich vooral op een onderwijsleermethode en vullen zo nodig aan met eigen thema s. Extra bronnenmateriaal is eveneens in gebruik. Er is een strategiekaart voor leerkrachten om thema s gericht uit te werken. Er is voldoende onderwijstijd voorzien om het leerplan te realiseren. De leerlingen krijgen onderwijs dat behoorlijk is gericht op horizontale samenhang tussen de leerdomeinen en met andere leergebieden. Er zijn wel nog groeikansen om ICT actief in het onderwijsleerproces te integreren. De andere leergebiedoverschrijdende eindtermen komen vaak in horizontale samenhang voor. De integratie van de actualiteit krijgt niet in alle groepen de nodige aandacht. De wereldoriënterende aanpak is doordacht. Er is sterke aandacht voor de mogelijkheden van de stad Brugge in al zijn facetten. Leeruitstappen en het betrekken van experts zijn ingeburgerd. Meerdaagse extra-murosactiviteiten zijn vast ingepland. Verschillende educaties krijgen eveneens passende aandacht. De school zorgt voor stimulerend onderwijs. De leerlingen krijgen voldoende kansen om te beleven, te experimenteren en waar te nemen. Ze krijgen ruimte om te reflecteren. Activerende werkvormen komen aan bod. Wel zijn de kansen om opgedane ervaringen of verworven vaardigheden extra te oefenen soms beperkt. De school heeft weinig richtlijnen voor de evaluatie opgesteld. Er is hierdoor een grote verscheidenheid aan toetsen, al dan niet gekoppeld aan de onderwijsleermethode. Eigen toetsen richten zich vrij sterk op cognitieve aspecten, soms aangevuld met enkele vaardigheden. Tijdens de gesprekken met de teamleden komen voorbeelden van procesevaluatie ter sprake, maar er zijn hiervan soms weinig sporen terug te vinden in de leerlingenmappen, de klas of de observaties van de leerkrachten. Rapportering gebeurt met één globaal cijfer voor het hele leergebied. De informatie is bijgevolg heel beperkt en niet doorzichtig voor de gebruiker. De leerlingen zijn vaak weinig betrokken in het evaluatieproces. 4.3 Lager onderwijs: leren leren Voldoet Vaststellingen Recent is er per leerjaar een overzicht gemaakt van alle activiteiten die zich binnen de verschillende leergebieden richten op het nastreven van de leergebiedoverschrijdende eindtermen leren leren. Daaruit is af te leiden dat alle eindtermen leren leren in de loopbaan van een leerling aan bod komen. Op schoolniveau is er nog geen actie ondernomen om afspraken over de realisatie van de eindtermen gezamenlijk in te voeren en is nog niet duidelijk wat de verdere planning is. Wel zijn de eindtermen op een studiemoment aan bod gekomen, maar deze zijn niet grondig besproken. Dit zorgt ervoor dat bepaalde eindtermen niet voor iedereen even duidelijk zijn. Dit is te merken aan bepaalde activiteiten die niet volledig beantwoorden aan de eindterm die ermee wordt nagestreefd. Gradatie en continuïteit zijn niet aan de orde. De aanpak is overgelaten aan de professionaliteit van de individuele leerkracht. Er zijn mooie voorbeelden van goede praktijk, zeker waar het gaat om leren studeren. Het valt op dat er doordachte pogingen zijn om de eindtermen te integreren in verschillende leergebieden Vrije Lagere School te Brugge

9 Op school zijn voldoende leermiddelen en bronnenmateriaal beschikbaar om de eindtermen na te streven. Zo nodig onderneemt het team acties om kinderen met leerproblemen te ondersteunen. De school gaat ervan uit dat de evaluatie van de eindtermen leren leren voldoende is verwerkt in het evaluatieaanbod van de onderwijsleermethodes. Er zijn weinig acties om gericht de eindtermen te evalueren. Rapportering over de vorderingen van de kinderen gebeurt soms met een korte opmerking over de leerhoudingen op het rapport over de sociale vaardigheden. 5. BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of -variabelen levert volgende vaststellingen op: 5.1 Personeelsbeheer 5.2 Professionalisering 5.3 Materieel beleid 5.4 Welzijn 5.5 Curriculum 5.6 Begeleiding Afstemming tussen school en CLB of andere partners Leerbegeleiding De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor: - doelgerichtheid - ondersteuning - doeltreffendheid - ontwikkeling. Vaststellingen De school werkt doelgericht aan het zorgbeleid. Een visie over preventie en remediëring stuurt de zorg zowel op leerling-, leerkracht- als schoolniveau aan. Het GOK- en talenbeleid zijn geïntegreerd in het zorgbeleid. Het team maakt duidelijke keuzes om de zorgverbreding af te stemmen op de leerlingeninstroom. Zowel de neveninstromers met schoolse vertraging als de hoogbegaafde kinderen krijgen de nodige aandacht. De teamleden krijgen degelijke ondersteuning door doordachte procedures, documenten en acties vanuit de zorgwerking Een klasoverzicht met alle gegevens en zorginterventies van de voorbije leerjaren geeft een duidelijk beeld over de noden van kinderen. De zorgleerkrachten nemen zowel in de preventie als de remediëring een belangrijke ondersteunende rol op. De taak van de klastitularis is eveneens goed afgesproken Vrije Lagere School te Brugge 9

10 Voor zowel de kinderen van het eerste leerjaar als de neveninstromers gebeurt een degelijke beginsituatiebepaling aan de hand van genormeerde toetsen voor Nederlands en wiskunde. Het multidisciplinair overleg en het overleg van het zorgteam zijn degelijk uitgebouwd. Aanmelding en probleemanalyse gebeuren doordacht. Hulpverlening is duidelijk afgesproken en neergeschreven in een handelingsplan. Een zorgmap en overzichtsdocumenten zorgen voor een goed beeld van de verdere opvolging en evolutie van de leervorderingen. Voor lichamelijke opvoeding voorziet de school wekelijks een zorgmoment. Curriculumdifferentiatie wiskunde is voorzien voor een leerling. De school werkt doordacht samen met externe hulpverleners. De goede opvolging van de effecten van de hulpverlening en de evaluatie van het GOK-project geven aan dat het team veel aandacht besteedt aan de doeltreffendheid van zowel het beleid als de concrete acties. Door de geregelde professionalisering van zorgteam en schoolteam toont de school aan werk te maken van de ontwikkeling van de leerbegeleiding. Dit zorgde voor recente bijsturingen, onder andere om beter in te spelen op de noden van de gewijzigde leerlingeninstroom Loopbaanbegeleiding Sociale en emotionele begeleiding 5.7 Evaluatie Evaluatiepraktijk De school staat voor wat betreft de kwaliteitsbewaking van deze indicator/variabele aan het begin van een ontwikkelingsproces. Vaststellingen De school werkt weinig doelgericht aan haar evaluatiepraktijk. Elementen die wijzen op visieontwikkeling zitten verspreid over verschillende documenten in het schoolwerkplan of verslagen van overlegmomenten. Een coherente globale visie op schoolniveau is niet terug te vinden. Voor enkele leergebieden gebruiken de leerkrachten evaluatiemiddelen uit de onderwijsleermethode, maar het is niet duidelijk in hoeverre de visie eruit wordt gevolgd. Voor de evaluatie van sociale vaardigheden zijn binnen de GOK-werking afspraken gemaakt. Er zijn op schoolniveau weinig afspraken waarop leerkrachten kunnen terugvallen om de verschillende leergebieden te evalueren. De school gaat er vooral vanuit dat de ondersteuning voldoende gebeurt door het aanbod van de methodetoetsen van de onderwijsleermethodes. Leerkrachten vullen die aan met eigen toetsen. Gebruik van foutenanalyses is heel verscheiden. Observaties in schoolagenda s en op klasoverzichten geven in sommige klassen bijkomende informatie. Voor wereldoriëntatie is de evaluatie weinig gelinkt aan de realisatie van de leerplandoelen. Bevraging van cognitieve aspecten overweegt. Voor muzische vorming zijn weinig sporen te vinden van evaluatie volgens de visie van het leerplan. Er zijn enkele mooie voorbeelden en initiatieven van procesevaluatie, maar dit zijn veeleer uitzonderingen op de regel Vrije Lagere School te Brugge

11 Vaardigheden van lichamelijke opvoeding worden ontwikkelingsgericht geëvalueerd De evaluatie van de sociale vaardigheden gebeurt voornamelijk aan de hand van een hiervoor uitgewerkt rapport, maar dit is vaak op basis van vroegere afspraken die nu niet allemaal meer gelden. De school voorziet voor enkele leerlingen vormen van gedifferentieerde evaluatie. Ze krijgen aparte LVS-testen op hun niveau of aparte items tijdens de toetsen. In geringe mate kunnen kinderen reflecteren over de evaluatie van hun leerprestaties. Overleg over evaluatiegegevens in het kader van het multidisciplinair overleg is gebaseerd op de signaleringsfiche en de resultaten van de genormeerde testen. Gegevens worden goed bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. De school gaat nog weinig na of de evaluatie doeltreffend is. Tijdens het multidisciplinair overleg is dit wel aan de orde voor zover het de evaluatie van de hulpverlening aangaat. Er is weinig aandacht voor validiteit van de eigen toetsen. Nog zelden gaat men na of de toetsitems in relatie staan tot de leerplandoelen. Resultaten van externe proeven en van de genormeerde toetsen zijn weinig aan de orde op teamvergaderingen. Op dit ogenblik heeft de school geen initiatieven gepland die wijzen op aandacht voor ontwikkeling van de evaluatiepraktijk. Ook in het verleden zijn er weinig sporen van terug te vinden Rapporteringspraktijk 6. ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op: Visieontwikkeling gebeurt nog niet voor alle aspecten van het onderwijs. Het proces is het verst gevorderd voor het zorgbeleid. Voor de gelijkgerichtheid zijn er beslist nog groeikansen. De besluitvorming gebeurt voornamelijk op personeelsvergaderingen. Werkgroepen zijn weinig aan de orde, maar dit is gezien de kleinschaligheid van de school te begrijpen. Het proces van kwaliteitszorg is het sterkst ontwikkeld bij het zorgbeleid. Onder andere onder invloed van het GOK-project heeft men ervaring opgedaan in het werken aan de eigen onderwijskwaliteit. De professionalisering is wisselend. De school beschikt over een ontwerptekst talenbeleid. De tekst bevat een inventaris van initiatieven die het talenbeleid van de school vorm geven. De initiatieven worden door de titularissen en de zorgwerking ondersteund. De professionalisering van leerkrachten over de nieuwe eindtermen Nederlands en Frans kan nog meer diepgang krijgen. De school biedt initiatie Frans aan vanaf het eerste leerjaar. Functioneel communicatief taalgebruik staat terecht voorop, gezien de ligging van de school in een toeristische stad Vrije Lagere School te Brugge 11

12 7. STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL 7.1 Wat doet de school goed? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: De school realiseert het leerplan Nederlands met oog voor de communicatieve vaardigheden. Het team bewaakt de realisatie van de leerplandoelen wereldoriëntatie. De leerlingen krijgen stimulerend onderwijs. De leerlingen krijgen kansen tot actief leren. De school besteedt extra aandacht aan techniek. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: Het team besteedt veel aandacht aan de beginsituatiebepaling. De school volgt de vorderingen van de leerlingen goed op. De school zorgt voor een preventieve en remediërende leerbegeleiding. Het zorgteam organiseert de leerbegeleiding op een flexibele en adequate manier. Wat betreft het algemeen beleid: De kwaliteitsbewaking van het zorgbeleid is degelijk uitgebouwd. 7.2 Wat kan de school verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: Het onderwijs voor spelling en taalbeschouwing is niet in alle leergroepen voldoende afgestemd op de noden van de leerlingen in relatie tot de verwachtingen van het leerplan. Er zijn voor bepaalde leerdomeinen van wereldoriëntatie geen afspraken om gradatie en continuïteit te verkrijgen. Er is weinig gradatie en continuïteit voor de leergebiedoverschrijdende eindtermen leren leren. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen: De visie en afspraken over de evaluatiepraktijk staan weinig in relatie met de visie van de leerplannen. De leerlingen worden zelden betrokken in de evaluatie. Wat betreft het algemeen beleid: De professionalisering van de leerkrachten rond de nieuwe eindtermen heeft weinig diepgang. De interne kwaliteitszorg is met uitzondering van het zorgbeleid zwak uitgewerkt. 7.3 Wat moet de school verbeteren? Wat betreft de erkenningsvoorwaarden: nihil Vrije Lagere School te Brugge

13 8. ADVIES In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning GUNSTIG voor de volledige instelling. 9. REGELING VOOR HET VERVOLG Nihil Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever Lieven Deprettere Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling: Voor kennisname Het bestuur of zijn gemandateerde Naam: Lieve Dereu Vrije Lagere School te Brugge 13