ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT HERINRICHTING BEMMELSEWAARD

Transcriptie

1 ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT HERINRICHTING BEMMELSEWAARD Wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie Rapportnummer: BL V03

2 ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT HERINRICHTING BEMMELSEWAARD Wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie Rapportnummer: BL V03 Nude DN Wageningen telefoon fax internet

3 Pagina 2 van 9 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Wijzigingen ten opzichte van eerdere rapportage uit Conclusie Literatuurlijst... 8 Verantwoording... 9

4 Pagina 3 van 9 1. INLEIDING Buro Blauw heeft in 2008 fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) berekeningen uitgevoerd. Dit onderzoek maakt onderdeel uit van de vigerende milieuvergunning (thans omgevingsvergunning) van Zand en Grintmaatschappij DOS BV (onderdeel van K3Delta BV), en beschrijft de huidige inrichting in de Bemmelse Waard. In het rapport nummer BL V04 zijn de fijnstof en stikstofdioxide emissies beschreven, gekwantificeerd en getoetst aan de wettelijke grenswaarden. De herinrichting van de Bemmelsewaard beslaat nu circa 70% van het totale oppervlak. In de uitwerking van het voorkeursmodel worden ook de resterende delen van het gebied heringericht. De doelstelling van dit onderzoek is het in kaart brengen en mogelijk toetsen van de PM10 en NO 2 concentraties aan de grenswaarden zoals gegeven in de Wet luchtkwaliteit. Bij de herinrichting wordt gedurende enkele maanden droge grond verzet van bovengrond en klei met kranen en dumpers. Daarnaast neemt de winbare voorraad aan zand en grind toe waardoor er ter plaatse circa 6 jaar langer zand en grind gewonnen kan worden. Door het droge grondverzet vindt uitstoot van PM10 plaats door het verbranden van brandstof en het grondverzet van bovengrond en klei. Stikstofdioxide (NO 2 ) uitstoot vindt eveneens plaats door de verbrandingsbronnen. Het zand en grind wordt gewonnen en geklasseerd met elektrisch aangedreven installaties (zandzuiger en scheidingsinstallatie). Deze zijn vergund voor onbepaalde tijd en zijn ten behoeve van de vergunning in kaart gebracht als was het diesel aangedreven, en dus PM10- en NO2 emitterende apparatuur. Omdat de daadwerkelijke ingezette machines elektrische apparatuur betreft, zal de geschatte emissies van PM10 en NO 2 dalen. In deze rapportage worden de wijzigingen horend bij de herinrichting ten opzichte van de huidige situatie besproken en gekwantificeerd. Vervolgens wordt de conclusie van het onderzoek gegeven.

5 Pagina 4 van 9 2. WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN DE HUIDIGE SITUATIE Elektrisch versus dieselaangedreven zandzuiger (afname) Binnen de eerdere rapportage behorende bij de vigerende omgevingsvergunning is rekening gehouden met diesel aangedreven installaties (zandzuiger en scheidingsinstallatie). Deze zijn inmiddels omgezet naar elektrisch aangedreven installaties. Het totaal vermogen van 3600 kw is ongewijzigd. Door het inzetten van deze installaties vindt er geen fijn stof of stikstofdioxide uitstoot meer plaats bij de winning en verwerking van zand en grind. Dit betekent dat in het nieuwe scenario de PM10 en stikstofoxide emissie zal afnemen met respectievelijk kg PM10/j en kg NO x /j. Hiervoor is gebruik gemaakt van TIER 2, voor een worst case benadering is de emissie 6,6 g/kwh NO X en 0,2 g/kwh PM10 (1). Afname: [3600 kw * 0,70 * 3120 u/j * 6,6 g/kwh * 10-3 kg/g = kg NO X /j]. Afname: [3600 kw * 0,70 * 3120 u/j * 0,2 g/kwh * 10-3 kg/g = kg PM10/j]. Tijdelijk extra dieselemissie mobiele werktuigen (toename) Voor het ontgraven van de bovengrond en klei worden tijdelijk voor 6 maanden een aantal mobiele werktuigen ingezet. Er worden 1 kraan, 3 dumpers en 1 shovel ingezet. De machines werken gemiddeld 8 uur per dag en zijn 80% van de tijd effectief aan het werk, in die tijd wordt gemiddeld 50% van het vermogen aangewend. Het totale geschatte vermogen van deze machines betreft circa 1400 kw. De PM10 uitstoot voor deze machines bedraagt 3,7 gram (2) De NOx emissie 44 g NO x per kilo brandstof. De dichtheid van diesel bedraagt 0,84 kg/l. Het verbruik bedraagt c.a. 0,2 liter per kwh. Per jaar wordt circa 3120 uur gewerkt met deze machines. De machines emitteren totaal kg NO X en 543 kg PM10 per jaar. Tijdelijke toename: [1400 kw * 40% * 1560 uur/jaar * 0,2 l/kwh * 0,84 kg/l * 44 gr NO x /kg * 10-3 kg/g = kg NO x /j] Tijdelijke toename: [1400 kw * 40% * 1560 uur/jaar * 0,2 l/kwh * 0,84 kg/l * 3,7 gr * 10-3 kg PM10/g = 543 kg PM10/j] Tijdelijk verwaaiing bij overslag van bovengrond en klei Ingeschat wordt dat in totaal wordt er ton bovengrond en ton klei verzet. Dit duurt enkele maanden. Bij het verladen van klei is de PM10 emissie nihil, omdat deze in de stuifklasse S5 vallen: niet of nauwelijks stuifgevoelig. Voor grond (stuifklasse S4) wordt worstcase uitgegaan van de stuifgevoeligheid van zand. De emissie van PM10 bij verladen van stuifgevoelig materiaal zoals zand bedraagt 0,1 g/t (3) (4). Zowel bij het verladen van bovengrond van kraan naar dumper als van dumper naar toepassingslocatie (de bovengrond wordt binnen de uiterwaard gebruikt voor herinrichting) kan PM10 verwaaien. De totale doorzet aan afgegraven bovengrond wordt dus 2 maal verladen. De PM10 emissie door het afgraven en verladen bedraagt 22 kg PM10 per jaar. Tijdelijke toename: [ ton/jaar * 2 maal * 0,1 g/ton * 10-3 kg/g = 22 kg PM10/j]

6 Pagina 5 van 9 Het aantal vaartuig- en verkeersbewegingen van en naar het fabrieksterrein blijft gelijk. Er wordt niet meer of minder van of naar de inrichting gebracht. Uit de emissieberekeningen blijkt dat de jaarlijkse NO x emissie door de inrichting ten opzichte van de huidige vergunde situatie zal dalen met kg/jr en de PM10- bijdrage met kg/jr. De afname in emissie doordat de diesel aangedreven zandzuiger is vervangen door een elektrische zandzuiger compenseert ruimschoots de extra uitstoot door de tijdelijke inzet van mobiele werktuigen.

7 Pagina 6 van 9 Doorzicht naar toekomstige jaren In het rapport nummer BL V04 zijn de bijdragen voor de huidige vergunde bedrijfsvoering doorgerekend. Het droge grondverzet voor de herinrichting die nu wordt voorbereid zal naar verwachting in 2014 uitgevoerd worden. De zand en grindwinning duurt met de huidige vergunde voorraad tot circa Door het herinrichtingsplan wordt de voorraad vergroot waardoor de winning circa 6 jaar langer doorloopt. De gewonnen jaarlijkse hoeveelheid, en dus gerelateerde emissie blijft gelijk. De achtergrondconcentratie verandert in de toekomst. Omdat luchtkwaliteit in de toekomst door autonome ontwikkelingen beter wordt, zal de achtergrondconcentratie in de toekomst dalen. Dus de berekende bijdrage daalt en de achtergrondconcentratie in de toekomst daalt. De totale concentratie op leefniveau zal in de toekomst dalen. Daarnaast is nu gerekend met emissie kentallen voor machines en voertuigen op het huidige niveau. In de toekomst worden motoren steeds schoner en neemt de bijdrage dus ook af.

8 Pagina 7 van 9 3. CONCLUSIE Binnen de gewijzigde plannen is zowel sprake van een structurele afname als een tijdelijke toename aan verbrandingsemissies. De totale afname aan emissie bedraagt 1572 kg PM10/jr en kg NO x /jr. De herinrichting in het huidige stadium brengt de tijdelijke inzet van extra dieselaangedreven mobiele werktuigen met zich mee. De totale tijdelijke toename in emissie als gevolg hiervan bedraagt 565 kg PM10/jr en 6458 kg NO x /jr. De structurele afname in emissie doordat de diesel aangedreven zandzuiger en scheidingsinstallatie zijn vervangen door een elektrische aandrijving compenseert ruimschoots de tijdelijke toename als gevolg van mobiele werktuigen. De beschreven wijzigingen worden enkele jaren later uitgevoerd dan het in 2008 uitgevoerde luchtkwaliteitsonderzoek. In dit onderzoek is rekening gehouden met de achtergrondconcentratie in De luchtkwaliteit is verbeterd ten opzichte van 2008, en verbetert in de toekomst nog meer. Hierdoor daalt de achtergrondconcentratie. De totale concentratie neemt daardoor bij gelijkblijvende of dalende bijdrage van het plan af. De grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit worden als gevolg van de beschreven wijzigingen niet overschreden.

9 Pagina 8 van 9 4. LITERATUURLIJST 1. CBS. Tabellenset van het methodenrapport voor de berekening van de emissies door mobiele bronnen, versie 2012: t/m definitieve cijfers [Online] Versie Methoden voor de berekening van emissies door mobiele bronnen in Nederland t.b.v. Emissiemonitor, jaarcijfers 2001 en ramingen sl : MilieuMonitor No. 13, Mulder, W. Emissiefactoren van stof bij de op- en overslag van stortgoederen; emissiefactoren voor fijn stof,. sl : TNO, Rapportnummer R86/ Buy, F.J. du. Stuifgevoeligheidstesten bij de op- en overslag van stuifgevoelige producten. sl : Buro Blauw, 2004.

10 Pagina 9 van 9 VERANTWOORDING Rapporttitel ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT HERINRICHTING BEMMELSEWAARD Subtitel Wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie Rapportnummer BL V03 Deze versie vervangt eventueel eerder uitgebrachte versies in zijn geheel Trefwoorden Opdrachtgever K3 Delta Contactpersoon Hans Hooijer Uitvoerder(s) Auteur ir. F.C. Wijma Paraaf auteur Controleur J.W.M. Peters Paraaf controleur Datum

11 Nude DN Wageningen telefoon fax internet