tegen de uitspraak in de zaken met de kenmerken AWB 09/350, 09/2450 en 09/2452 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in de gedingen tussen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "tegen de uitspraak in de zaken met de kenmerken AWB 09/350, 09/2450 en 09/2452 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in de gedingen tussen"

Transcriptie

1 Gerechtshof Amsterdam, , 11/00375, 11/00376 en 11/00377 Inhoudsindicatie Anders dan de rechtbank is het Hof van oordeel dat er sprake is van onttrekking aan het douanetoezicht zodat op grond van artikel 203, lid 1, van het CDW een douaneschuld is ontstaan. Op grond van het bepaalde artikel 61 van de BTW-richtlijn en artikel 18, lid 1, onderdeel c, van de Wet OB is ten gevolge van de onttrekking ook de omzetbelasting verschuldigd. Gegevens Instantie Datum uitspraak Datum publicatie ECLI Formele relaties Gerechtshof Amsterdam ECLI:NL:GHAMS:2012:BY2297 Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:1373 Zaaknummer 11/00375, 11/00376 en 11/00377 Bijzondere Hoger beroep kenmerken Rechtsgebied Belastingrecht Anders dan de rechtbank is het Hof van oordeel dat er sprake is van onttrekking aan het douanetoezicht zodat op Inhoudsindicatie grond van artikel 203, lid 1, van het CDW een douaneschuld is ontstaan. Op grond van het bepaalde artikel 61 van de BTW-richtlijn en artikel 18, lid 1, onderdeel c, van de Wet OB is ten gevolge van de onttrekking ook de omzetbelasting verschuldigd. Vindplaats rechtspraak-nl Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM Kenmerk 11/00375, 11/00376 en 11/ oktober 2012 uitspraak van de meervoudige douanekamer op het hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst/Douane Roosendaal, de inspecteur, tegen de uitspraak in de zaken met de kenmerken AWB 09/350, 09/2450 en 09/2452 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in de gedingen tussen de inspecteur en [A] B.V., te [P], belanghebbende, gemachtigde: mr. ing. B.J.B. Boersma. 1. Ontstaan en loop van het geding Beroep 11/ De inspecteur heeft met dagtekening 4 november 2008 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (hierna: UTB) uitgereikt voor een bedrag van 415,53 aan douanerechten en 139,20 aan omzetbelasting. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 3 december 2008, de UTB gehandhaafd. Op 15 januari 2009 heeft de inspecteur aan belanghebbende medegedeeld de dagtekening van voormelde uitspraak te herzien en in verband daarmee een uitspraak met dagtekening 19 december 2008 uitgereikt.

2 Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de inspecteur beroep ingesteld bij de rechtbank. Beroep 11/ De inspecteur heeft met dagtekening 24 mei 2007 aan belanghebbende een UTB uitgereikt voor een bedrag van 325,00 aan douanerechten en 184,50 aan omzetbelasting. Belanghebbende heeft verzocht om terugbetaling van deze bedragen. Bij beschikking van 28 november 2008 heeft de inspecteur dit verzoek afgewezen. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 28 april 2009, deze beschikking gehandhaafd Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de inspecteur beroep ingesteld bij de rechtbank. Beroep 11/ De inspecteur heeft met dagtekening 1 juli 2008 aan belanghebbende een UTB uitgereikt voor een bedrag van 260,00 aan douanerechten en 142,80 aan omzetbelasting. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 13 mei 2009, de UTB gehandhaafd Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de inspecteur beroep ingesteld bij de rechtbank Bij uitspraak van 23 maart 2011 heeft de rechtbank de onder 1.1.2, en genoemde beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de onder en genoemde UTB s vernietigd, de inspecteur opgedragen de onder bedoelde terugbetaling te verlenen, de inspecteur veroordeeld in de proceskosten ten bedrage van 1.086,75 en gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van 585 vergoedt Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 3 mei 2011, aangevuld bij brief van 22 juni Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend Op 12 en op 14 september 2012 heeft het Hof nadere stukken ontvangen van belanghebbende. Deze zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 september Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden. 2. Feiten De rechtbank heeft in de onderdelen 2.1.tot en met van haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als eiseres, de inspecteur als verweerder Eiseres is logistiek dienstverlener. Beroep 09/ Op 18 december 2007 heeft eiseres als aangever een zending taartvullingen en instant noedels onder de regeling extern communautair douanevervoer geplaatst door middel van de elektronische aangifte T1 met nummer [ ]. Als kantoor van vertrek was Moerdijk aangegeven en als kantoor van bestemming Antwerpen. De uiterste vervoerdatum was 26 december Omdat er geen terugmeldingsexemplaar dan wel elektronische terugmelding van de aangifte werd ontvangen, heeft Douane-Zuid, kantoor Heerlen op 24 januari 2008 aan eiseres een Mededeling niet-beëindiging regeling douanevervoer T gezonden. Daarbij werd aan eiseres verzocht om het bewijs van het op regelmatige wijze beëindigen van de regeling te leveren, dan wel informatie te verschaffen teneinde een nasporingsprocedure te kunnen inleiden Bij brief van 24 april 2008 heeft eiseres aan Douane-Zuid, kantoor Heerlen de volgende bescheiden toegezonden: - een origineel gestempeld Acknowledgement of receipt (hierna: Aor) van MINUSTAH, zijnde een verklaring namens de in Port au Prince (Haïti) voor de Verenigde Naties aanwezige strijdkrachten dat zij aldaar een zending voedingsmiddelen hebben ontvangen en dat deze voedingsmiddelen aldaar verbruikt zullen worden; - een kopie van de packinglist Bij brief van 21 juli 2008 heeft eiseres aan Douane-Zuid, kantoor Heerlen de volgende bescheiden toegezonden: - een kopie van de Bill of lading, waarin als laadhaven Antwerpen wordt genoemd; - vijf kopie-facturen Op 11 augustus 2008 heeft Douane-Zuid, kantoor Heerlen een verzoek tot nasporing gezonden naar het kantoor van bestemming te Antwerpen. Het kantoor van bestemming heeft op 6 oktober 2008 geantwoord dat noch de goederen noch het bijbehorend document aldaar zijn aangeboden en dat hierover geen inlichtingen kunnen worden verkregen. Daarop heeft verweerder op 4 november 2008 de onder bedoelde utb opgelegd. Beroep 09/2450

3 Op 3 juli 2006 heeft eiseres als aangever een zending van 250 zakken basmatirijst onder de regeling extern communautair douanevervoer geplaatst door middel van de aangifte T1 met nummer [ ]. Als kantoor van vertrek was Moerdijk aangegeven en als kantoor van bestemming Bremerhaven. Als geadresseerde is vermeld: [ X]000 ABIDJAN CI Omdat er geen terugmeldingsexemplaar dan wel elektronische terugmelding van de aangifte werd ontvangen, heeft Douane-Zuid, kantoor Heerlen op 4 augustus 2006 aan eiseres een Mededeling niet-beëindiging regeling douanevervoer T gezonden. Daarbij werd aan eiseres verzocht om het bewijs van het op regelmatige wijze beëindigen van de regeling te leveren, dan wel informatie te verschaffen teneinde een nasporingsprocedure te kunnen inleiden Bij brief van 9 november 2006 heeft eiseres aan Douane-Zuid, kantoor Heerlen een kopie van de Bill of lading en van de specificatie van container [ ] toegezonden. Hierin wordt Antwerpen genoemd als plaats van lading Een verzoek tot nasporing aan het kantoor van bestemming Antwerpen heeft niet tot resultaat geleid. Daarop heeft verweerder op de onder bedoelde utb opgelegd Bij brief van 31 mei 2007, bij verweerder ontvangen op 5 juni 2007, heeft eiseres verzocht om teruggaaf van de bedragen die via de onder bedoelde utb zijn nagevorderd. Hierbij heeft eiseres een kopie van de volgende bescheiden overgelegd: - het (ongestempelde) T1-document; - een Aor van de Verenigde Naties van ONUCI, zijnde een verklaring namens de in Abidjan (Ivoorkust) voor de Verenigde Naties aanwezige strijdkrachten dat zij aldaar een zending voedingsmiddelen, waaronder 250 zakken basmatirijst, hebben ontvangen en dat deze voedingsmiddelen aldaar verbruikt zullen worden; - een ladinglijst; - een factuur; - een specificatie Bij brief van 14 juni 2007 heeft eiseres het origineel van de Aor overgelegd Bij fax van 12 augustus 2007 heeft eiseres de volgende bescheiden toegezonden: - diverse facturen; - een betalingsbewijs. Beroep 09/ Op 13 augustus 2007 heeft eiseres als aangever een zending van 200 zakken basmatirijst onder de regeling extern communautair douanevervoer geplaatst door middel van de aangifte T1 met nummer [ ]. Als kantoor van vertrek was Moerdijk aangegeven en als kantoor van bestemming Bremerhaven. Als geadresseerde is vermeld: [Y]*** 1 KABUL AF Omdat er geen terugmeldingsexemplaar dan wel elektronische terugmelding van de aangifte werd ontvangen, heeft Douane-Zuid, kantoor Heerlen op 26 september 2007 aan eiseres een Mededeling niet-beëindiging regeling douanevervoer T gezonden. Daarbij werd aan eiseres verzocht om het bewijs van het op regelmatige wijze beëindigen van de regeling te leveren, dan wel informatie te verschaffen teneinde een nasporingsprocedure te kunnen inleiden Bij brief van 16 januari 2008 heeft eiseres aan Douane-Zuid, kantoor Heerlen een kopie van de Bill of lading en een kopie van de paklijst toegezonden. Hierin wordt Rotterdam genoemd als plaats van lading Bij brief van 24 april 2008 heeft eiseres de volgende bescheiden overgelegd: - een origineel gestempeld Aor van ISAF, zijnde een verklaring namens de in Kabul (Afghanistan) voor de NAVO aanwezige troepen dat zij aldaar een zending voedingsmiddelen, die is gespecificeerd op de bijgevoegde paklijst, hebben ontvangen en dat deze voedingsmiddelen aldaar verbruikt zullen worden; - een kopie van de paklijst Een verzoek tot nasporing heeft niet tot resultaat geleid. Daarop heeft verweerder op 1 juli 2008 de onder bedoelde utb opgelegd..

4 Het Hof gaat voor de beslechting van het geschil uit van voormelde feiten. 3. Geschil in hoger beroep 3.1. Tussen partijen is primair in geschil of een douaneschuld is ontstaan op grond van artikel 203 van het Communautair Douanewetboek (hierna: CDW), zoals de inspecteur stelt doch belanghebbende bestrijdt Voorts is in geschil of sprake is van een verzuim als bedoeld in artikel 859 UCDW, dat zonder werkelijke gevolgen is gebleken voor de juiste werking van de regeling douanevervoer, zodat geen douaneschuld op grond van artikel 204 CDW is ontstaan, hetgeen belanghebbende stelt doch de inspecteur bestrijdt Zo het gelijk met betrekking tot 3.1 of 3.2. aan de inspecteur is, houdt partijen verdeeld of belanghebbende naast douanerechten ook omzetbelasting verschuldigd is, hetgeen de inspecteur stelt doch belanghebbende bestrijdt. 4. Relevante wettelijke bepalingen Artikel 92, eerste lid, CDW: 1. De regeling extern douanevervoer eindigt en de verplichtingen van het subject zijn nagekomen wanneer de onder de regeling geplaatste goederen samen met de vereiste documenten bij de douane worden aangebracht op het douanekantoor van bestemming overeenkomstig de bepalingen van de betrokken regeling. Artikel 96, eerste lid, CDW: 1. De aangever is het subject van de regeling extern communautair douanevervoer. Hij is verplicht: a) de goederen binnen de gestelde termijn ongeschonden bij de douane aan te brengen op het kantoor van bestemming met inachtneming van de door de douaneautoriteiten getroffen identificatiemaatregelen; b) de bepalingen betreffende de regeling communautair douanevervoer na te leven. Artikel 203, eerste lid, CDW: 1. Een douaneschuld bij invoer ontstaat indien aan rechten bij invoer onderworpen goederen aan het douanetoezicht worden onttrokken. Artikel 204, eerste lid, onderdeel a, CDW: 1. Een douaneschuld bij invoer ontstaat: a) indien niet wordt voldaan aan een van de verplichtingen welke ten aanzien van aan rechten bij invoer onderworpen goederen voortvloeien uit de tijdelijke opslag van deze goederen of uit het gebruik van de douaneregeling waaronder zij zijn geplaatst, (...) in andere gevallen dan die bedoeld in artikel 203, tenzij vaststaat dat dit verzuim zonder werkelijke gevolgen is gebleken voor de juiste werking van de tijdelijke opslag of de betrokken douaneregeling. Artikel 365, derde lid UCDW (tekst tot 1 juli 2009) 3. De regeling communautair douanevervoer wordt eveneens als beëindigd beschouwd wanneer de aangever een douanedocument, of een kopie of fotokopie daarvan, overlegt dat ten genoegen van de douaneautoriteiten voldoende gegevens ter identificatie van de betrokken goederen bevat en waaruit bl?kt dat deze in een derde land een douanebestemming hebben gekregen. De kopie of fotokopie van het document moet door de instantie die het originele document heeft geviseerd, door een officiële instantie van het betrokken derde land of door een officiële instantie van een der lidstaten voor eensluidend z?n gewaarmerkt. Artikel 366, tweede en derde lid UCDW (tekst vanaf 1 juli 2008) 2. De regeling communautair douanevervoer wordt eveneens als beëindigd beschouwd wanneer de aangever ten genoegen van de douaneautoriteiten een van de volgende documenten ter identificatie van de goederen overlegt: a) een in een derde land opgesteld douanedocument waaruit bl?kt dat de goederen een douanebestemming hebben gekregen; b) een in een derde land opgesteld document dat is geviseerd door de douaneautoriteiten van dat land en waarin wordt bevestigd dat de goederen worden geacht zich in dat land in het vrije verkeer te bevinden. 3. De in lid 2 genoemde documenten kunnen worden vervangen door kopieën of fotokopieën die voor conform zijn gewaarmerkt door

5 de instantie die de originele documenten heeft geviseerd, door de autoriteiten van de betrokken derde landen of de autoriteiten van een van de lidstaten. Artikel 859, aanhef en onder 6, UCDW: De volgende vormen van verzuim worden beschouwd als z?nde zonder werkel?ke gevolgen voor de juiste werking van de t?del?ke opslag of van de betrokken douaneregeling in de zin van artikel 204, lid 1, van het Wetboek, voor zover: z? geen poging tot onttrekking van de goederen aan het douanetoezicht inhouden, z? geen duidel?ke nalatigheid van de z?de van de belanghebbende inhouden, en alle formaliteiten voor het regulariseren van de situatie van de goederen alsnog worden vervuld: (...) 6) het verlaten van het douanegebied van de Gemeenschap van goederen in t?del?ke opslag of goederen die onder een douaneregeling z?n geplaatst, (...), zonder dat de vereiste formaliteiten z?n vervuld; 5. De overwegingen van de rechtbank De rechtbank heeft ten aanzien van het geschil het volgende overwogen. Beroep 09/2450 (Hof: hoger beroep 11/00376) 4.1. Ingevolge artikel 236, eerste lid, van het CDW wordt overgegaan tot terugbetaling van rechten bij invoer wanneer wordt vastgesteld dat het bedrag van de rechten op het tijdstip van betaling niet wettelijk verschuldigd was, dan wel in strijd met artikel 220, tweede lid, van het CDW werd geboekt. Een dergelijke terugbetaling wordt krachtens artikel 236, tweede lid, eerste alinea, van het CDW verleend indien bij het betrokken douanekantoor vóór het verstrijken van een termijn van drie jaren, te rekenen vanaf de datum waarop genoemde rechten aan de schuldenaar zijn medegedeeld, een daartoe strekkend verzoek wordt ingediend. De rechtbank zal hierna beoordelen of het bedrag aan douanerechten dat met de utb van 24 mei 2007 aan eiseres in rekening werd gebracht, wettelijk verschuldigd was. Bij deze beoordeling zijn dezelfde wettelijke bepalingen van belang als bij de beoordeling van de vraag of de utb s terecht zijn opgelegd. Alle beroepen 4.2. De rechtbank stelt voorop dat zij aan de hand van de door eiseres overgelegde sets van diverse bescheiden (zie onder Tussen partijen vaststaande feiten ) er niet aan twijfelt dat de goederen het douanegebied van de Gemeenschap hebben verlaten. In dit kader heeft verweerder desgevraagd ter zitting aangegeven dat indien het om communautaire goederen had gehandeld, hij het bewijs van uitvoer geleverd zou hebben geacht. Hierna zal de rechtbank beoordelen of het overgelegde bewijs ook het wettige bewijs is dat op grond van de toepasselijke bepalingen van het CDW en de TCDW is voorgeschreven Verweerder stelt zich op het standpunt dat het enkele niet-aanbrengen van de goederen en de documenten bij het kantoor van bestemming er al toe leidt dat de goederen zijn onttrokken aan het douanetoezicht zoals bedoeld in artikel 203, eerste lid, van het CDW. Verweerder heeft desgevraagd aangeven niet over feiten of gegevens te beschikken waaruit zou blijken dat de door hem gestelde onttrekking aan het douanetoezicht op een andere wijze zou hebben plaatsgevonden. Eiseres is van mening dat sprake is van een nietnakomen van verplichtingen zoals bedoeld in artikel 204, eerste lid, sub a, van het CDW, en wel in het bijzonder van een vormverzuim dat zonder werkelijke gevolgen is gebleken zoals bedoeld in artikel 859 van de TCDW De rechtbank heeft in hetgeen partijen hebben ingebracht geen enkele aanleiding gevonden om aannemelijk te achten dat de goederen aan het douanetoezicht zijn onttrokken. De enkele stelling van verweerder dat het niet-aanbrengen van de goederen en de documenten bij het kantoor van bestemming voldoende is om een onttrekking aan het douanetoezicht te kunnen aannemen, kan niet worden aanvaard. Indien een dergelijke niet-nakoming van een verplichting die voortvloeit uit de regeling extern communautair douanevervoer tot een onttrekking zou leiden, zou artikel 204 van het CDW voor deze regeling zinledig worden. Bovendien heeft de gemachtigde van eiseres verklaard dat het niet-zuiveren van de in geding zijnde documenten hoogstwaarschijnlijk het gevolg is geweest van een administratieve misslag op het kantoor van bestemming. Deze verklaring is niet ongeloofwaardig en maakt het niet-nakomen van een verplichting waarbij in het midden kan blijven aan wie dit te wijten is aannemelijk. De rechtbank is derhalve van oordeel dat artikel 204, eerste lid, sub a, van het CDW van toepassing is Het niet-nakomen van een verplichting die voortvloeit uit het gebruik van de douaneregeling waaronder de goederen zijn geplaatst leidt tot het ontstaan van een douaneschuld op grond van artikel 204, eerste lid, sub a, van het CDW, tenzij vaststaat dat dit verzuim zonder werkelijke gevolgen is gebleven voor de juiste werking van de betrokken douaneregeling. Mogelijke verzuimen zonder werkelijke gevolgen worden limitatief opgesomd in artikel 859 van de TCDW. De basisvoorwaarden voor het kwalificeren van een verzuim als een verzuim zonder werkelijke gevolgen zijn dat: 1. geen sprake is van een poging tot onttrekking van de goederen aan het douanetoezicht; 2. geen sprake is van duidelijke nalatigheid van belanghebbende; en 3. alle formaliteiten voor het regulariseren van de situatie van de goederen alsnog worden vervuld.

6 Daarnaast stelt artikel 859, ten tweede, van het TCDW, specifiek voor plichtsverzuimen bij toepassing van de regeling douanevervoer, als voorwaarden dat: a. de onder de regeling geplaatste goederen in ongeschonden staat bij het kantoor van bestemming zijn aangebracht; b. het kantoor van bestemming erop heeft kunnen toezien dat deze goederen bij het beëindigen van het douanevervoer een douanebestemming hebben gekregen; en c. de goederen binnen een redelijke termijn bij het kantoor van bestemming zijn aangebracht. De onder a tot en met c genoemde voorwaarden zijn in de onderhavige gevallen niet vervuld, zodat deze herstelmogelijkheid eiseres niet kan baten Artikel 859, ten zesde, van de TCDW omschrijft als een vormverzuim dat zonder werkelijke gevolgen is gebleken het verlaten van het douanegebied van de Gemeenschap van goederen die onder een douaneregeling zijn geplaatst zonder dat de vereiste formaliteiten zijn vervuld. In deze situatie dienen wel de drie onder 4.5 genoemde basisvoorwaarden te worden vervuld. De rechtbank vindt in de toevoeging zonder dat de vereiste formaliteiten zijn vervuld bevestiging dat het voor de toepassing van deze herstelmogelijkheid niet vereist is dat de formaliteiten die verbonden zijn aan de gebruikte douaneregeling (in de onderhavige gevallen: de regeling extern communautair douanevervoer) worden vervuld, maar dat het voldoende is dat wordt aangetoond dat de goederen het douanegebied hebben verlaten Nu de communautaire regelgever in het midden heeft gelaten hoe het bewijs in dit specifieke geval geleverd dient te worden, vindt de rechtbank aanleiding aan te knopen bij de doelstellingen die ten grondslag liggen aan artikel 204 van het CDW. Deze doelstellingen zijn geformuleerd en toegelicht in het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 15 juli 2010, zaak C-234/09, DSV Road A/S. De eerste doelstelling is voorkomen dat niet-communautaire goederen in het economische circuit van de Europese Unie terechtkomen en de tweede doelstelling is te verzekeren dat de voorschriften van de betrokken douaneregeling snel worden toegepast, waarbij van de aangever niet het onmogelijke kan worden gevraagd. Onder de gegeven omstandigheden, namelijk de overtuiging aan de zijde van de rechtbank dat de goederen het douanegebied van de Gemeenschap hebben verlaten en de door de gemachtigde van eiseres geschetste problemen bij de zuivering van T1-documenten, komt de rechtbank tot het oordeel dat telkens sprake is van een vormverzuim dat zonder werkelijke gevolgen is gebleken Steun voor de onder 4.7 gegeven uitleg vindt de rechtbank voorts in het Handboek douanevervoer van de Europese Commissie, waarin is opgenomen dat alternatief bewijs, dat goederen in een derde land een douanebestemming hebben gekregen, uitsluitend kan bestaan uit in een derde land afgegeven douanedocumenten of gegevens (bijvoorbeeld een douaneaangifte waarmee de goederen onder een douaneregeling zijn geplaatst) indien de bevoegde autoriteiten van het land van vertrek hieruit kunnen opmaken dat deze inderdaad betrekking hebben op de betrokken goederen en dat deze goederen het grondgebied van de Gemeenschap hebben verlaten. Het gehanteerde begrip gegevens is dermate ruim, dat hieronder ook de door eiseres ingebrachte Aor s kunnen worden begrepen, mits zoals in de onderhavige gevallen in combinatie met andere betrouwbare (handels)documenten waaruit de identiteit van de goederen blijkt. In dit kader heeft de rechtbank meegewogen dat de goederen in opdracht van missies van de Verenigde Naties of van de NAVO zijn vervoerd naar landen die niet bekend staan als staten met een sterk (centraal) gezag en zoals onweersproken gesteld de goederen aldaar buiten de douane om op de bestemming kunnen worden ingevoerd Voor zover verweerder stelt dat het alternatieve bewijs van het beëindiging van de regeling douanevervoer alleen kan worden geleverd op de wijze voorzien in artikel 365 van het TCDW (thans artikel 366 van het TCDW) en dat eiseres dat bewijs niet heeft geleverd, heeft hij daarin gelijk. Deze vaststelling heeft echter niet tot gevolg dat daarmee ook een douaneschuld is ontstaan. De betreffende bepalingen voorzien niet in het ontstaan van een doauneschuld. Het ontstaan van een douaneschuld is uitsluitend geregeld in titel VII, hoofdstuk 2 van het CDW De rechtbank is voorts van oordeel dat, zoals de gemachtigde van eiseres stelt, voor zover de verschuldigdheid van omzetbelasting aan de orde is de leer van het vrije bewijs geldt en niet, zoals verweerder stelt, de bewijsregels die zijn voorgeschreven door de douaneregelgeving. De Btw-richtlijn bevat op dit gebied geen specifieke bewijsregeling en de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet OB) evenmin. Dat in artikel 22, eerste lid, van de Wet OB is bepaald dat ter zake van de belasting bij invoer de wettelijke bepalingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet, met uitzondering van artikel 868 van de TCDW, van overeenkomstige toepassing zijn, maakt dit niet anders, omdat deze schakelbepaling uitsluitend betrekking heeft op de wijze van heffing. De lidstaten hebben weliswaar in bepaalde mate de bevoegdheid om de wijze van heffing van de omzetbelasting bij invoer te regelen, maar deze bevoegdheid strekt minder ver indien het onderwerpen van materiële aard betreft zoals de toepassing van de vrijstellingen met recht op aftrek, zoals bij de uitvoer van goederen. De rechtbank verwijst in dit kader naar het arrest van het Hof van Justitie van 21 februari 2008, zaak C-271/06, Netto Supermarkt, waarin het Hof van Justitie besliste dat zelfs vervalste of valse bescheiden als bewijs van uitvoer kunnen dienen, indien de exporteur te goeder trouw is Gelet op het vorenoverwogene dienen de beroepen gegrond te worden verklaard. 6. Beoordeling van het geschil Douanerechten 6.1. Het Hof stelt voorop dat artikel 203 CDW voorrang heeft op artikel 204 van het CDW Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) dient het begrip onttrekking aan het

7 douanetoezicht in artikel 203 van het CDW aldus te worden opgevat dat het elk handelen of nalaten omvat dat tot gevolg heeft dat de douaneautoriteiten, al is het maar tijdelijk, de toegang wordt belemmerd tot onder douanetoezicht staande goederen en wordt belet de in artikel 37, eerste lid, van het douanewetboek bedoelde controles uit te voeren (vgl. HvJ 29 april 2004, British American Tobacco, C- 222/01, punt 47, en de daarin aangehaalde rechtspraak). Van een dergelijk handelen of nalaten is sprake indien het kantoor van vertrek van een zending die onder de regeling extern communautair douanevervoer is geplaatst, heeft vastgesteld (1) dat deze zending niet bij het kantoor van bestemming is aangebracht en (2) dat de douaneregeling voor de betrokken zending niet is beëindigd (HvJ 20 januari 2005, Honeywell Aerospace GmbH, C 300/03, punt 20) Met betrekking tot het niet voldoen aan de voorwaarde dat de goederen zijn aangebracht bij het kantoor van bestemming heeft de inspecteur aangevoerd dat hij van de kantoren van bestemming te Antwerpen en Bremerhaven geen berichten van aankomst van de zendingen heeft ontvangen en dat zijn verzoeken om nasporing evenmin hebben geleid tot een bevestiging dat de goederen bij de kantoren van bestemming zijn aangebracht. Voor de twee zendingen naar Bremerhaven heeft de inspecteur, naar aanleiding van de door belanghebbende verstrekte informatie, ook nasporing verricht in Antwerpen, zonder dat dat enige informatie over de zendingen heeft opgeleverd Het Hof is gelet op het onder 6.3. overwogene van oordeel dat de inspecteur zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat geen van de goederen bij het kantoor van bestemming zijn aangebracht in de zin van artikel 92 en artikel 96 CDW Met betrekking tot de voorwaarde dat de douaneregeling is beëindigd heeft belanghebbende bills of lading en ontvangstbevestigingen overgelegd. De ontvangstbevestigingen zijn afgegeven door vertegenwoordigers van vredesmissies van de Verenigde Naties in respectievelijk Haïti, Ivoorkust en Afghanistan. Naar s Hofs oordeel kan op basis van deze verklaringen niet worden geoordeeld dat de regeling douanevervoer is beëindigd. Genoemde verklaringen voldoen niet aan de dwingend voorgeschreven voorwaarden die de artikelen 365, derde lid (tekst tot 1 juli 2009) en 366, tweede en derde lid (tekst vanaf 1 juli 2008) UCDW stellen aan het bewijs voor de beëindiging van het douanevervoer, omdat geen sprake is van douanedocumenten, noch van door de douaneautoriteiten gewaarmerkte documenten. Hetzelfde heeft te gelden voor de bills of lading Gelet op het vorenoverwogene staat vast dat de zendingen niet bij het kantoor van bestemming zijn aangebracht en dat de douaneregeling voor de betrokken zendingen niet is beëindigd. Hieruit volgt, gelet op het onder 6.2. vermelde arrest van het HvJ, Honey Well Aerospace, dat de goederen aan het douanetoezicht zijn onttrokken, zodat op grond van artikel 203, eerste lid, van het CDW een douaneschuld bij invoer is ontstaan Of de goederen het douanegebied hebben verlaten, aan welke omstandigheid de rechtbank blijkens overweging 4.2. van haar uitspraak niet twijfelt, is in dit verband niet relevant (vgl. HvJ , C-337/01 en HR , nr , LJN AIO754). De stelling van belanghebbende dat er ingeval de goederen in het derde land zijn aangekomen en aldaar worden geconsumeerd er geen douaneschuld kan ontstaan faalt derhalve Met betrekking tot de stelling van belanghebbende dat het niet anders kan zijn dan dat de goederen zijn aangebracht, dat de douaneregeling is beëindigd en dat dus geen onttrekking heeft plaatsgevonden, overweegt het Hof dat belanghebbende ter zitting desgevraagd heeft erkend dat over de feitelijke gang van zaken uitsluitend bekend is dat de goederen door belanghebbende onder de regeling extern communautair douanevervoer zijn geplaatst, dat deze goederen zich op enig moment hebben bevonden in containers, welke blijkens een bill of lading zijn uitgegaan per zeeschip vanuit de haven van Antwerpen en zijn aangekomen in een derde land. Deze omstandigheden zijn ten ene male onvoldoende om te concluderen dat geen onttrekking heeft plaatsgevonden. Ook deze stelling faalt derhalve De stellingen van belanghebbende inzake artikel 859, aanhef en onder 6 UCDW, inzake een verzuim zonder werkelijke gevolgen, behoeven geen behandeling meer nu deze bepaling slechts betrekking heeft op het mogelijk ontstaan van een douaneschuld op de voet van artikel 204 CDW. Omzetbelasting Op dezelfde plaats en op hetzelfde tijdstip waarop de onttrekking in de zin van artikel 203 CDW plaatsvindt, vindt tevens een onttrekking plaats in zin van artikel 61 van de BTW-richtlijn en artikel 18, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de Omzetbelasting Zulks volgt uitdrukkelijk uit het arrest HvJ 11 juli 2002, Liberexim BV, C-371/99, punt 44 t/m 47 (BNB 2003/158). Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld doet hieraan niet af of naar nationale bewijsrechtelijke maatstaven aannemelijk moet worden geacht dat de goederen het douanegebied van de Europese Unie hebben verlaten (vgl. Hoge Raad 21 januari 2005, nr , BNB 2005/142). Slotsom De slotsom is dat het hoger beroep gegrond is. De uitspraak van de rechtbank dient te worden vernietigd. 7. Kosten Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de kosten op de voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. 8. Beslissing Het Hof: - vernietigt de uitspraak van de rechtbank;

8 - verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door mrs. B.A. van Brummelen, voorzitter, E.M. Vrouwenvelder en U.E. Tromp, leden van de douanekamer, in tegenwoordigheid van mr. R.J.M. Bosch, als griffier. De beslissing is op 25 oktober 2012 in het openbaar uitgesproken. Wegens afwezigheid van de voorzitter is door de oudste raadsheer ondertekend. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen: 1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd. 2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. een dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht; d. de gronden van het beroep in cassatie. Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten. Bron: Datum: :00:13 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFR mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher s prior consent.

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490 ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-12-2008 Datum publicatie 17-12-2008 Zaaknummer 07/00490 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712 ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 26-03-2015 Zaaknummer 13/00712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding. Proceskosten.

BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding. Proceskosten. ECLI:NL:GHARL:2017:4578, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-05-2017, 15/00942 Inhoudsindicatie BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024

ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024 ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 16/00024 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00638

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00638 ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer 09/00638 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549 ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 09-12-2010 Datum publicatie 05-01-2011 Zaaknummer 09/00549 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123 ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:3625

ECLI:NL:RBNHO:2016:3625 ECLI:NL:RBNHO:2016:3625 Instantie Datum uitspraak 21-03-2016 Datum publicatie 01-06-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 15 _ 1343 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM

GERECHTSHOF AMSTERDAM Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:4777

ECLI:NL:GHARL:2017:4777 ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637

ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637 ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-05-2016 Datum publicatie 01-06-2016 Zaaknummer 15/00637 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:789 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00218

ECLI:NL:GHAMS:2017:789 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00218 ECLI:NL:GHAMS:2017:789 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer 16/00218 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2014 Datum publicatie 18-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13/00269

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:9611

ECLI:NL:GHARL:2017:9611 ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:1341

ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00396

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BY0157

ECLI:NL:RBARN:2012:BY0157 ECLI:NL:RBARN:2012:BY0157 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 18-10-2012 Datum publicatie 18-10-2012 Zaaknummer AWB 11/2382 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097 ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097 Instantie Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 15-03-2012 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 11/4708 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 februari 2015, nummer LEE 13/1129, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 februari 2015, nummer LEE 13/1129, in het geding tussen belanghebbende en Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-04-2016, 15/00291 Inhoudsindicatie Heffingsambtenaar maakt de waarde van een in de commerciële sfeer geëxploiteerde onroerende zaak niet aannemelijk. Hof stelt de waarde

Nadere informatie

Gerechtshof 's-hertogenbosch Instantie Datum uitspraak Datum publicatie ECLI ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ8214

Gerechtshof 's-hertogenbosch Instantie Datum uitspraak Datum publicatie ECLI ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ8214 Gerechtshof 's-hertogenbosch, 25-08-2006, 05/00487 Inhoudsindicatie Ingevolge artikel 3.20, lid 5, van de Wet IB 2001is de bijtelling privé-gebruik auto, als bedoeld in dat artikel, niet van toepassing

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:5327

ECLI:NL:GHARL:2017:5327 ECLI:NL:GHARL:2017:5327 Instantie Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00521 en 16/00522 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:6759

ECLI:NL:GHARL:2014:6759 ECLI:NL:GHARL:2014:6759 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 12-09-2014 Zaaknummer 13/01247 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 Instantie Datum uitspraak 17-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer 16/00056 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:8884

ECLI:NL:GHARL:2016:8884 ECLI:NL:GHARL:2016:8884 Instantie Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 11-11-2016 Zaaknummer 16/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:1840 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/00564

ECLI:NL:GHAMS:2013:1840 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/00564 ECLI:NL:GHAMS:2013:1840 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-07-2013 Datum publicatie 10-07-2013 Zaaknummer 12/00564 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBGEL:2016:6801 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5684 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Belastingrecht, Voorzieningenrechter. Locatie: Breda. Zaaknummer BRE 16/847. uitspraak van 4 maart 2016

Belastingrecht, Voorzieningenrechter. Locatie: Breda. Zaaknummer BRE 16/847. uitspraak van 4 maart 2016 ECLI:NL:RBZWB:2016:1625, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-03-2016, BRE - 16 _ 847 Inhoudsindicatie Belanghebbende heeft haar zetel in het Verenigd Koninkrijk. Zij heeft de inspecteur verzocht (i) haar

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:613

ECLI:NL:GHARL:2017:613 ECLI:NL:GHARL:2017:613 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00072 en 16/00073 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:8624

ECLI:NL:GHARL:2013:8624 ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:3001 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/00670

ECLI:NL:GHAMS:2015:3001 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/00670 ECLI:NL:GHAMS:2015:3001 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-07-2015 Datum publicatie 22-07-2015 Zaaknummer 14/00670 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

11-09-2015 21-09-2015 14/00330. Belastingrecht. Hoger beroep

11-09-2015 21-09-2015 14/00330. Belastingrecht. Hoger beroep ECLI:NL:GHSHE:2015:3523 http://deeplink. Deeplink Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 11-09-2015 21-09-2015

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559 ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:2681

ECLI:NL:GHARL:2014:2681 ECLI:NL:GHARL:2014:2681 Instantie Datum uitspraak 01-04-2014 Datum publicatie 11-04-2014 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 13/00862 en 13/00863 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2098

ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00015 Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2733

ECLI:NL:GHSHE:2016:2733 ECLI:NL:GHSHE:2016:2733 Instantie Datum uitspraak 08-07-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 15/00008 tot en met 15/00010 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:826

ECLI:NL:GHDHA:2017:826 ECLI:NL:GHDHA:2017:826 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 19-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00407

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur. Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen

Nadere informatie

de voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,

de voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur, uitspraak / GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 09/00515 Uitspraak van de eerste meervoudige Belastingkamer op het hoger beroep van de voorzitter

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM. 1 Ontstaan en loop van het geding. Uitspraak. Kenmerk 13/ augustus 2014

GERECHTSHOF AMSTERDAM. 1 Ontstaan en loop van het geding. Uitspraak. Kenmerk 13/ augustus 2014 Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM Kenmerk 13/00066 21 augustus 2014 uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X], wonende te [Z], belanghebbende tegen de uitspraak in de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB4234 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 06/00058

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB4234 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 06/00058 ECLI:NL:GHAMS:2007:BB4234 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 26-09-2007 Zaaknummer 06/00058 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 juni 2017, nr. SGR 16/2060.

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 juni 2017, nr. SGR 16/2060. \81e>vat>' uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer Uitspraak van 30 maart 2018 in het geding tussen: y z >B.V. te' I, belanghebbende, en P de inspecteur van de Belastingdienst,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477

ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477 ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 14-06-2010 Zaaknummer 09/00106 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 04-06-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Zaaknummer AWB 13/675 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 99/00565

ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 99/00565 ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0357 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-02-2001 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 99/00565 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:10274, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:10274, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:GHDHA:2016:1491, Gerechtshof Den Haag, 06-04-2016, BK-15/01012 en BK-15/01013 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-04-2016 Datum Publicatie 26-05-2016 Formele

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:22148, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:22148, Bekrachtiging/bevestiging Gerechtshof Den Haag, 08-11-2013, BK 12-00864 Inhoudsindicatie BPM. In geschil is of voor de hoogte van de BPM de vermelding van energie-efficiëntieklasse E in het kentekenregister beslissend is, dat wil

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00429

ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00429 ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-07-2008 Datum publicatie 23-07-2008 Zaaknummer 07/00429 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 Instantie Datum uitspraak 06-10-2011 Datum publicatie 01-02-2012 Zaaknummer 11/00219 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:3296

ECLI:NL:GHARL:2015:3296 ECLI:NL:GHARL:2015:3296 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-05-2015 Datum publicatie 22-05-2015 Zaaknummer 14/00675 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2014:5014, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:634

ECLI:NL:GHARL:2017:634 ECLI:NL:GHARL:2017:634 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/01571 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:72

ECLI:NL:GHAMS:2016:72 ECLI:NL:GHAMS:2016:72 Permanente link: http://deepl Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-01-2016 Datum publicatie 20-01-2016 Zaaknummer 14/01023 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2014:10956,

Nadere informatie

Uitspraak ^' 3 / o^ 5

Uitspraak ^' 3 / o^ 5 Uitspraak ^' 3 / o^ 5 GERECHTSHOF AMSTERDAM 4 juli 2013 uitspraak van dc zevende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van X 2, OBBVHHBBBV' wonende te flhhav belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826

ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826 ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-05-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Zaaknummer 11-00572 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 Instantie Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 05-09-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant AWB-12_5516 Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6206

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6206 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6206 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 21-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer AWB 08/5482 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2002:AE8442 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01/3644

ECLI:NL:GHAMS:2002:AE8442 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01/3644 ECLI:NL:GHAMS:2002:AE8442 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-10-2002 Datum publicatie 08-10-2002 Zaaknummer 01/3644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:8053, Bekrachtiging/bevestiging Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2353

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:8053, Bekrachtiging/bevestiging Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2353 ECLI:NL:GHDHA:2017:1565, Gerechtshof Den Haag, 19-04-2017, BK-16/00361 Inhoudsindicatie Partijen hebben desgevraagd verklaard dat tussen hen enkel in geschil is of de Inspecteur terecht het door belanghebbende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/01104

ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/01104 ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-02-2010 Datum publicatie 17-02-2010 Zaaknummer 08/01104 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BW5380, Gerechtshof Leeuwarden, BK 11/00154 Inkomstenbelasting Datum 08-05-2012 uitspraak: Datum 10-05-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:In

Nadere informatie

<p>geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting voor onroerende zaak die naar haar aard niet bestemd is voor bewoning.</p>

<p>geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting voor onroerende zaak die naar haar aard niet bestemd is voor bewoning.</p> ECLI:NL:GHARL:2017:638, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-01-2017, 16/01041 Inhoudsindicatie geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting voor onroerende zaak die naar haar aard niet bestemd is voor bewoning.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7752

ECLI:NL:RBDHA:2017:7752 ECLI:NL:RBDHA:2017:7752 Permanente link: http://deeplink. Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 06-07-2017 Datum publicatie 20-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 5490 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:4053

ECLI:NL:RBNHO:2016:4053 ECLI:NL:RBNHO:2016:4053 Instantie Datum uitspraak 17-05-2016 Datum publicatie 07-09-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 15 _ 1225 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 14 april 2016, nummer Awb 15/2747, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 14 april 2016, nummer Awb 15/2747, in het geding tussen belanghebbende en ECLI:NL:GHARL:2017:1775 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Zaaknummer 16/00600 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2016:1287, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2012:BZ2838

ECLI:NL:RBBRE:2012:BZ2838 ECLI:NL:RBBRE:2012:BZ2838 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 28-09-2012 Datum publicatie 01-03-2013 Zaaknummer 12/1407 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:1563

ECLI:NL:GHDHA:2017:1563 ECLI:NL:GHDHA:2017:1563 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-03-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00505

Nadere informatie

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 10/00867 Schriftelijke uitspraak op het hoger beroep van BigffiwnrrmBriWiflMI^^^^^ te hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:3683

ECLI:NL:RBGEL:2017:3683 ECLI:NL:RBGEL:2017:3683 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 14-07-2017 Datum publicatie 17-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 1419 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:4534, Bekrachtiging/bevestiging Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2608

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:4534, Bekrachtiging/bevestiging Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2608 Gerechtshof Den Haag, 23-11-2016, BK-16/00267 t/m BK-16/00270 Inhoudsindicatie In geschil is of de Inspecteur terecht het na een boekenonderzoek voor het jaar 2012 vastgestelde foutpercentage van 15 met

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ7209

ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ7209 ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ7209 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 18-01-2007 Datum publicatie 07-02-2007 Zaaknummer 05/3811 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond.

Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. b) LJN: BX8102, Gerechtshof 's-gravenhage, BK-10/00754 en 10/00233

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 14/000542 uitspraakdatum: 27 januari 2015 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6681

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6681 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6681 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 01-02-2011 Datum publicatie 04-03-2011 Zaaknummer AWB 10/1461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Woning in aanbouw vormt geen eigen woning omdat deze belanghebbende niet als hoofdverblijf ter beschikking stond.

Woning in aanbouw vormt geen eigen woning omdat deze belanghebbende niet als hoofdverblijf ter beschikking stond. ECLI:NL:GHARN:2010:BL6459, Gerechtshof Arnhem, 16-02-2010, 09-00138 Inhoudsindicatie Inkomstenbelasting. Woning in aanbouw vormt geen eigen woning omdat deze belanghebbende niet als hoofdverblijf ter beschikking

Nadere informatie

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan.

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan. Rechtbank Haarlem 5 oktober 2010, nrs. 09/3619 en 09/3620 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer Zaaknummers: AWB 09/3619 en AWB 09/3620 Uitspraakdatum: 5 oktober

Nadere informatie

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl ECLI:NL:HR:2015:1084 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775 In cassatie op

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende

Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 4345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268 ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-09-2006 Datum publicatie 13-10-2006 Zaaknummer AWB 06/2133 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 Instantie Datum uitspraak 11-12-2007 Datum publicatie 07-01-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 06/2511, AWB 06/2530 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De Inspecteur heeft de bijdrage uit het BTW compensatiefonds teruggevorderd. Het Hof vernietigt de terugvorderingsbeschikking.

De Inspecteur heeft de bijdrage uit het BTW compensatiefonds teruggevorderd. Het Hof vernietigt de terugvorderingsbeschikking. ECLI:NL:GHDHA:2018:956 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 16-03-2018 Datum publicatie 26-04-2018 Zaaknummer BK-17/00742 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2017:7752, (Gedeeltelijke)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2009:BJ4751

ECLI:NL:RBBRE:2009:BJ4751 ECLI:NL:RBBRE:2009:BJ4751 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 22-07-2009 Datum publicatie 07-08-2009 Zaaknummer 08/5931 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00546

ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00546 ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 13-07-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 16/00546 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM. Zaak met kenmerk 12/ Zaak met kenmerk 12/ Zaak met kenmerk 12/01143

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM. Zaak met kenmerk 12/ Zaak met kenmerk 12/ Zaak met kenmerk 12/01143 Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 12/01141 toten met 12/01145 17 oktober 2013 uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van ^ ven nootschap onder firm a te belanghebbende,

Nadere informatie

Date de réception : 29/11/2011

Date de réception : 29/11/2011 Date de réception : 29/11/2011 0-, /._,-", I. i._ I Itnl,." 2 i ';".' 'f ";.~'1! "j~j- lu! i..., ::.:::J Hoge Raad der Nederlanden I Derde Kamer Nr. 09/05101 30 september 2011 Ingeschreven in het register

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM

GERECHTSHOF AMSTERDAM Gerechtshof Amsterdam, 27022014, 12/00341 Inhoudsindicatie BPM. Nieuw of gebruikt voertuig. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat de kilometerstand op het moment van het belastbare feit een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691 ECLI:NL:RBZWB:2017:3691 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 20-07-2017 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 16 _ 2238 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231

ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231 ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231 Instantie Datum uitspraak 28-06-2007 Datum publicatie 24-08-2007 Zaaknummer 06/00183 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591

ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-01-2009 Datum publicatie 12-05-2009 Zaaknummer AWB 07/1900 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Gerechtshof 's-hertogenbosch Instantie Datum uitspraak Datum publicatie ECLI ECLI:NL:GHSHE:2006:AY0300

Gerechtshof 's-hertogenbosch Instantie Datum uitspraak Datum publicatie ECLI ECLI:NL:GHSHE:2006:AY0300 Gerechtshof 's-hertogenbosch, 12-04-2006, 04/01727 Inhoudsindicatie Belanghebbende heeft verliezen uit jaren vóór de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001. Die verliezen zijn, naar de gemachtigde

Nadere informatie

NTFR-A 2017/1 Douane- en invoer-btw-schulden: niet altijd helder communicerende vaten

NTFR-A 2017/1 Douane- en invoer-btw-schulden: niet altijd helder communicerende vaten NTFR-A 2017/1 Douane- en invoer-btw-schulden: niet altijd helder communicerende vaten Belastingjaar/tijdvak Wetsartikelen NTFRA-art. 1 Auteur A Tissir Y El Bojaddaini J Nuijten 1. Inleiding Begin juni

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:20

ECLI:NL:GHARL:2015:20 ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie