Na detentie: de gevolgen van rechtspraak

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Na detentie: de gevolgen van rechtspraak"

Transcriptie

1 omslag rechtstreeks:omslag rechtstreeks :01 Pagina 1 rechtstreeks 2009 nr 1 Rechtstreeks is een periodiek van de Raad voor de rechtspraak en richt zich op de praktijk en de ontwikkeling van de rechtspraak in Nederland. Ga direct naar de gevangenis. Ga niet langs Af, u ontvangt geen ƒ 200, aldus de kanskaart in het oude Monopoly. En eruit? Afgezien van een dubbelworp met beide dobbelstenen, alleen door betaling van ƒ 500. Niks geen rationele selectie op basis van verheven doeleinden, maar zuivere willekeur, financieel gewin voor de overheid en pure leedtoevoeging. Hoe is dat in het echt? Waartoe de bajes? rechtstreeks nr 1 Raad voor de rechtspraak Recent verschenen nr 4 Rechtspraak & rechtspraak: een precaire balans nr 3 Leken en strafrechters vergeleken: Wagenaars raadkameronderzoek en de discussies over punitiviteit en lekeninbreng nr 2 De strafrechter en het vormverzuim: inspirerende rechtspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof Na detentie: de gevolgen van rechtspraak

2 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 1 Na detentie: de gevolgen van rechtspraak

3 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 2 rechtstreeks 1/2009 Colofon Rechtstreeks is een periodiek van de Raad voor de rechtspraak en richt zich op de praktijk en de ontwikkeling van de rechtspraak in Nederland. Het blad stelt zich ten doel wetenschappelijke inzichten en bijdragen aan het publieke debat over de rechtspraak ter kennis te brengen van allen die beroepshalve bij de rechtspraak betrokken zijn. Opname in Rechtstreeks betekent niet dat de inhoud het standpunt van de Raad voor de rechtspraak weergeeft. Redactieraad Mr. Th. Groeneveld (voorzitter) Lid Raad voor de rechtspraak Mr. M.I. Blagrove Rechter rechtbank Dordrecht Mr. W. Duitemeijer Raadsheer-plaatsvervanger gerechtshof Arnhem Prof. mr. J.L.M. Gribnau Bijzonder hoogleraar kwaliteit van fiscale regelgeving, Universiteit Leiden en hoofddocent fiscale metho - dologie, Universiteit van Tilburg Dr. C.M. Klein Haarhuis Senior onderzoeker Wetenschappelijk onderzoek- en documentatiecentrum (WODC), Ministerie van Justitie, Den Haag Mr. J.J.M. de Laat Vice-president inhoudelijk adviseur, sector kanton Rechtbank Utrecht Mr. Th.C.M. Willemse Raadsheer gerechtshof Arnhem Redactie Dr. A. Klijn (hoofdredacteur) Adviseur wetenschappelijk onderzoek Raad voor de rechtspraak Mr. dr. R.P. Mulder (eindredacteur) Reinjan Mulder research & editing Mr. drs. E.C.M. Bouman Beleidsadviseur Raad voor de rechtspraak M.I. Scholtz (secretaris) Programmasecretaris wetenschappelijk onderzoek Raad voor de rechtspraak Redactieadres Redactie Rechtstreeks Raad voor de rechtspraak Afd. Ontwikkeling Postbus LP Den Haag rechtstreeks@rechtspraak.nl Uitgever Sdu Uitgevers BV, Den Haag Oplage 4000 exemplaren ISSN Abonnementen Rechtstreeks wordt gratis toegezonden aan hen die tot de doelgroep behoren. Zij die menen voor toezending in aanmerking te komen worden verzocht hun naam, postadres en hun functie kenbaar te maken aan het secretariaat van Rechtstreeks (rechtstreeks@rechtspraak.nl). Mocht u niet voor een gratis abonnement in aanmerking komen, dan kunt u zich voor een (betaald) abonnement richten tot de Klantenservice van Sdu Uitgevers. Losse nummers en adresmutaties Sdu Klantenservice Postbus EA Den Haag tel of via: Retouren Bij onjuiste adressering verzoeken wij u gebruik te maken van de adresdrager en daarop de reden van retournering aan te geven. Staat der Nederlanden (Raad voor de rechtspraak) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, in een voor anderen toegankelijk gegevensbestand worden opgeslagen of worden openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Raad voor de rechtspraak. De toestemming wordt hierbij verleend voor het verveelvoudigen, in een gegevensbestand toegankelijk maken of openbaar maken waarvoor geen geldelijke of andere tegenprestatie wordt gevraagd en ontvangen en waarbij deze uitgave als bron wordt vermeld. 2

4 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 3 rechtstreeks 1/2009 Redactioneel Redactioneel Tuinman van de wereld stond er boven de advertentie waarin het overlijden van Louk Hulsman op 28 januari j.l. werd openbaar gemaakt. Een toevallige samenloop van omstandigheden, want juist in die dagen waren de auteurs van dit nummer en wij als redactie druk in de weer met de negatieve gevolgen van de gevangenisstraf. Als er in ons land iemand was die overtuigd was van die schadelijke effecten, was hij het. Het strafrecht stond bij hem te boek als een repressief overheidsoptreden waar niets goeds uit voort kón komen. Hulsman was in ons land de verdediger, zo niet de grondlegger, van het abolitionisme: een stroming onder criminologen die zich niet beperkt tot de bestudering van de oorzaken van criminaliteit, maar ook een radicale aanpassing van het strafrecht voorstaat. 1 Dat actieperspectief was wel het meest kenmerkende van de abolionisten. Wat heeft men eraan de wereld te kennen, als die niet verbeterd wordt? Het abolitionisme uit de tijd van Hulsman was uit op een schone wereld. Inderdaad, de missie van een tuinman. In de necrologie van het dagblad Trouw 2 is nog iets anders te lezen. Hulsman grossierde in prikkelende theorieën, waaraan hij consequent bleef vasthouden, ook als kritiek of zelfs hoon zijn deel waren. Nu valt vasthoudendheid in geval van hoon hogelijk te prijzen. Je moet er niet aan denken dat iemand alleen al door het al dan niet besmuikte lachen van derden een gedachte opgeeft. Maar anders is dat met kritiek, aangenomen dat die serieus is. In die categorie valt waarschijnlijk het woord utopist. Dat was Hulsman volgens velen ook. Het strafrecht kon in zijn ogen beter worden afgeschaft, en vervangen worden door een herstelrecht. Een goede illustratie daarvan zou volgens Hulsman de dood van Meindert Tjoelker zijn, na een vechtpartij in Leeuwarden. Niks overheidsreactie, de daders en de nabestaanden, zo dachten sommigen, zouden zonder het strafrecht tot een vergelijk komen. Zou het? Het ideaal is mooi, maar vraagt wel om enkele kritische vragen. Heeft het strafrecht juist in dit soort, spectaculaire zaken niet ook een vergeldende functie? Vaak wordt zo n vergelding door nabestaanden van de slachtoffers nog als te licht ervaren. 3 En dan is er nog het argument dat in alle beschaafde samenlevingen strafrecht bestaat Adri Vermaat, Louk Hulsman , Trouw 9 februari 2009, p De (thans in verbouwing zijnde) site van de Vereniging ouders van een vermoord kind laat van die gevoelens de (begrijpelijke) sporen zien. 3

5 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 4 rechtstreeks 1/2009 Redactioneel Zou dat niet wijzen op een diep gevoelde behoefte aan een dergelijk, rationeel georganiseerd instituut? Niet voor Hulsman. Wie hem niet terstond geloofde, probeerde hij op soms dominante wijze alsnog te overtuigen, aldus de necrologie in Trouw, die eraan herinnerde dat Hulsman zich in dergelijke situaties graag op z n vakkennis beriep. Het kan verkeren. Want zo leren althans de auteurs van dit nummer over de effecten van de gevangenisstraf weten we goed beschouwd nog steeds niet veel. Veel uitgesproken resultaten van empirisch onderzoek zijn er niet. Nu kunt u natuurlijk tegenwerpen dat de common sense meer dan genoeg is in deze. Maar die vlieger laat u in allerlei andere situaties, waarin sprake is van interventies in uw eigen leven, ook niet opgaan. Dan wilt u ook niet dat er geoordeeld en gehandeld wordt op basis van gevoelens en wat onze taalburen zo mooi noemen: Alltagswissen. In elk geval vragen anderen tegenwoordig om zo n empirische onderbouwing. Dat blijkt nog eens uit het dezer dagen verschenen onderzoek naar de wijze waarop en de mate waarin de strafrechters zich laten informeren over de effectiviteit en de tenuitvoerlegging van sancties. De tenuitvoerlegging van sancties: maatwerk door de rechter? 4 Dat vraagteken in de titel staat er niet voor niets. Noch over de effectiviteit noch over de wijze van de tenuitvoerlegging blijken rechters erg goed geïnformeerd. En u kunt wel denken: Er valt ook niets te weten!, maar dat zou de Rechtspraak toch snel doen voorkomen als een wel erg schaars geklede dame. In ieder geval wordt er nu gewerkt aan een kledingstuk dat u, zoals maatwerk met zich brengt, zal gaan zitten als gegoten. U hoort daarover nog. Na de inhoud nu de vorm van Rechtstreeks. U heeft het vast al gemerkt: de omslag! Deze is van een wat ander materiaal, meer koffievlekwerend en een heel klein beetje meer glossy. En ook de lay-out is veranderd. De start van het tweede lustrum van ons blad lijkt een mooi moment om iets doen aan enkele kleine irritaties. Zo bleek de fotocombinatie op de omslag niet altijd de verduidelijkende functie te hebben die we bedoelden. Voortaan staat nu links altijd het symbool van de Rechtspraak, met een wisselende kleur, en rechts een fotografische verwijzing naar het thema. Continuïteit en verandering dus. 4 M. Boone, A. Beijer, A. A. Franken & C. Kelk, De tenuitvoerlegging van sancties: maatwerk door de rechter? Den Haag: Boom Juridische uitgevers, Pompereeks,

6 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 5 rechtstreeks 1/2009 Redactioneel Er is meer verandering te melden. Ter verhoging van de kwaliteit hebben we een professionele eindredacteur (op freelance basis) aangetrokken in de persoon van Reinjan Mulder. Die naam doet bij sommigen vast een bel rinkelen: inderdaad die Mulder van het literaire supplement van de slijpsteen voor de geest. Wie nu veronderstelt dat we op de fictietour gaan, heeft het mis. Reinjan Mulder was in een verder verleden als criminoloog werkzaam op het SCP, onze hofleverancier van kwantitatieve informatie. Het signaal zal duidelijk zijn: Rechtstreeks is een gevestigd onderdeel van ons werk geworden. Hopelijk is het dat ook van het uwe. Zo niet, maak dan bij dit nieuwjaarsmoment een passend voornemen. Albert Klijn 5

7 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 6 Anja Dirkzwager is als onderzoeker verbonden aan het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) te Amsterdam, waar zij een van de coördinatoren is van de onderzoekslijn gevangeniswezen en gevangenisstraffen. Willemijn Lamet is als junior-onderzoeker verbonden aan het NSCR en doet onderzoek naar de bedoelde en onbedoelde effecten van gevangenisstraf op het leven en welzijn van gedetineerden en hun familieleden. Paul Nieuwbeerta is als senior-onderzoeker werkzaam bij het NSCR. Daarnaast is hij bijzonder hoogleraar bij de vakgroep Sociologie van de Universiteit Utrecht, met als leerstoel maatschappelijke effecten van strafrechtelijke interventies. Arjan Blokland is als onderzoeker verbonden aan het NSCR. Hij richt zich op de ontwikkeling van crimineel gedrag over de levensloop en (jeugdige) zedendelinquenten. Zijn belangstelling gaat uit naar evolutionaire verklaringen voor criminaliteit. Voorts is hij als senior-onderzoeker verbonden aan Brijder Onderzoek (PARC) te Den Haag. Peter van der Laan is als senior-onderzoeker en coördinator van de themagroep Burger en strafrechtelijk systeem werkzaam bij het NSCR. Daarnaast is hij bijzonder hoogleraar sociaal pedagogische hulpverlening aan de Universiteit van Amsterdam en bijzonder hoogleraar reclassering aan de Vrije Universiteit. 6

8 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 7 rechtstreeks 1/2009 Inleiding Na detentie: de gevolgen van rechtspraak Anja Dirkzwager, Willemijn Lamet, Paul Nieuwbeerta, Arjan Blokland, Peter van der Laan 1 Inleiding Het afgelopen jaar hebben strafrechters aan meer dan volwassenen een gevangenisstraf opgelegd. Wat hebben zij daarmee willen bereiken? Wat zijn de doeleinden van deze ingrijpende straf? Die vraag zou iedere strafrechter moeten kunnen beantwoorden. Traditioneel worden ter rechtvaardiging van de gevangenisstraf zes doeleinden genoemd: de beveiliging van de samenleving door het opsluiten van daders, waardoor ze fysiek niet in staat zijn delicten te plegen (incapacitatie), en het voorkomen dat daders opnieuw crimina - liteit plegen door ze af te schrikken (speciale preventie) en te resocialiseren (resocialisatie). Verder wordt gestreefd naar het voorkomen dat niet-daders criminaliteit gaan plegen (generale preventie), naar genoegdoening en vergelding voor het leed van het slachtoffer en naar het teniet doen van negatieve effecten op de samenleving (zie box 1). Box 1 Doeleinden van gevangenisstraf Retributie: mensen die zich misdragen verdienen straf: vergelding, leedtoevoeging Generale preventie: alle personen laten afzien van crimineel gedrag, door: normbevestiging samenleving afschrikking potentiële daders in samenleving Speciale preventie: (ex-)gedetineerden laten afzien van crimineel gedrag, door: incapacitatie: onschadelijkmaking individu door insluiting preventie/afschrikking: recidive individu voorkomen door afschrikking resocialisatie: recidive individu voorkomen door resocialisatie 7

9 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 8 rechtstreeks 1/2009 Inleiding In dit nummer van Rechtstreeks richten we ons speciaal op de eerste twee doelen: het voorkomen dat daders van criminaliteit opnieuw in de fout gaan door incapacitatie, afschrikking en resocialisatie. Daarnaast kijken we naar andere effecten die de gevangenisstraf op daders en hun omgeving heeft. Zijn er naast mogelijke positieve effecten van de straf ook negatieve effecten, bijvoorbeeld op het gebied van hun gezondheid en hun financiële en economische situatie? En wat is het effect van gevangenisstraf op het welzijn van hun familieleden? Veel strafrechters zullen deze vragen naar het effect van sancties min of meer intuïtief kunnen beantwoorden op basis van hun beroepspraktijk. Wanneer veroordeelden geregeld terugkomen, weten ze dat de straf hen kennelijk niet heeft afgeschikt, of in ieder geval niet genoeg. Maar deze laatste toevoeging geeft al aan dat het begrip effect minder eenvoudig is dan het lijkt. Bovendien blijft onduidelijk wat er gebeurt met delinquenten die niet meer worden teruggezien. Daar komt bij dat de vrijheidsbeneming dusdanig ingrijpend is op andere terreinen dat meer inzicht in de neveneffecten nodig is voor wie deze straf oplegt. Daarom geven we hier een actueel overzicht van de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek naar de bedoelde en onbedoelde gevolgen van detentie voor de gedetineerden. We doen dit in de eerste plaats om de lezer de gelegenheid te bieden op basis van bestaande kennis de voors en tegens van de straf zo rationeel mogelijk af te wegen, en ook omdat het bij het nemen van belangrijke en ingrijpende beslissingen sowieso goed is inzicht te hebben in de gevolgen, of die nu vermijdbaar zijn of niet. Na een bespreking van de achtergronden van gevangenisstraf in Nederland zullen we daarom in paragraaf 3 aandacht besteden aan de verschillende theorieën die er in omloop zijn op het gebied van bedoelde en onbedoelde gevolgen van criminaliteitspreventie. Vervolgens zullen we in paragraaf 4 ingaan op de belangrijkste resultaten van empirisch onderzoek naar de effecten van de vrijheidsstraf. Ten slotte zullen we stilstaan bij de relevantie van onze bevindingen voor strafrechters. Zolang gevangenisstraf als sanctie een onmisbaar instrument binnen de strafrechtelijke context is, zullen rechters moeten beslissen hoe ze zich opstellen tegenover de huidige wetenschappelijke kennis op dit terrein. Wanneer rechters in dit artikel stof tot nadenken en reflectie vinden over de effecten van één van de meest ingrijpende sancties die in Nederland door strafrechters kan worden opgelegd, is ons doel bereikt. 8

10 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 9 rechtstreeks 1/2009 Gevangenisstraffen in Nederland 2 Gevangenisstraffen in Nederland 2.1 Nederland koploper De vrijheidsstraf is in Nederland nog altijd eerder uitzondering dan regel. In 2007 werd aan één op de zeven veroordeelde personen een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf opgelegd. Dat neemt niet weg dat de strafsoort de afgelopen decennia sterk in belang is toegenomen. Gedurende de afgelopen dertig jaar is het aantal geëiste en opgelegde gevangenisstraffen zelfs verviervoudigd. Aan het begin van de 20ste eeuw zaten van elke inwoners er meer dan 200 in de gevangenis. Dat aantal is vervolgens geleidelijk gedaald tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw. In 1975 waren er in Nederland 35 gedetineerden op de inwoners. Daarna is dat aantal echter zeer sterk toegenomen, tot boven de 130 per inwoners (zie figuur 1). Sinds 2005 is er weliswaar een daling opgetreden in het aantal gedetineerden in ons land, maar het is nog te vroeg om te kunnen spreken van een definitieve trendbreuk. In 2007 het jaar waarover de meest recente cijfers beschikbaar zijn hebben rechters aan volwassenen een gevangenisstraf opgelegd. De kosten van de detentie van deze volwassenen bedragen meer dan één miljard euro per jaar (Jaarbericht DJI, 2008). Figuur 1. Aantal gedetineerden in Nederland per inwoners, Internationaal gezien wordt in Nederland tegenwoordig ook relatief vaak gevangenisstraf opgelegd. Was ons land jaren lang een van de West-Europese landen waar de vrijheidsstraf het minst voorkwam, op dit moment is Nederland vrijwel koploper geworden in het toe - passen van gevangenisstraf. Alleen het Verenigd Koninkrijk en Spanje kennen per inwoners meer gedetineerden. Maar in deze landen was het aantal gedetineerden altijd al hoog (zie figuur 2). In de afgelopen decennia is het aantal gedetineerden in de meeste West-Europese landen gestegen, maar nergens is de stijging zo drastisch als in Nederland (Boone & Moerings, 2007; Tonry & Bijleveld, 2007). 9

11 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 10 rechtstreeks 1/2009 Gevangenisstraffen in Nederland Figuur 2. Aantal gedetineerden per inwoners in een aantal West-Europese landen, in 1987 en Aantal gedetineerden per Nederland Zweden Denemarken Duitsland België Frankrijk England & Wales Bron: DJI, Jaarverslag Ministerie van Justitie, Den Haag. 2.2 De rechtvaardiging van de straf Dat gevangenisstraf tegenwoordig in ons land veelvuldig wordt opgelegd, gaat samen met het feit dat het voorkomen van criminaliteit en recidive nu zeer hoog op de politieke, juridische en beleidsagenda staat. Het lopende Veiligheidsprogramma Naar een veiliger samenleving beoogt bijvoorbeeld een daling van 20-25% van criminaliteit en overlast in de maatschappij en het terugdringen van recidive van ex-gedetineerden met 10% in 2010 (Ministerie van Justitie, 2007; Hirsch Ballin & Albayrak, 2008). Om dit te bereiken zijn speciale programma s voor gedetineerden opgesteld, zoals Terugdringen Recidive (TR) en krijgen stelselmatige daders vaker en langer een maatregel opgelegd. Ook de rechtelijke macht baseert zich bij de verantwoording van de opgelegde vrijheidsstraffen in toenemende mate op de vermeende effectiviteit van opsluiting bij het terug - dringen van de criminaliteit. In vonnissen noemen rechters regelmatig het terugdringen van recidive en de veiligheid van de samenleving als belangrijk argument voor de op te leggen gevangenisstraf. In het verleden hebben die accenten anders gelegen. In samenhang met veranderingen in de tijdgeest zijn er in de afgelopen eeuw veel verschuivingen geweest in de nadruk die op de doeleinden van detentie is gelegd (Boone, 2007; De Jonge, 2007; Nieuwbeerta, 2007; Franke, 1990). In de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog werd de basis gelegd voor de modernisering en humanisering van het Nederlandse gevangeniswezen. In de jaren vijftig en zestig werd veel nadruk gelegd op de resocialisatie en re-integratie van (ex-)gedetineerden. 10

12 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 11 rechtstreeks 1/2009 Gevangenisstraffen in Nederland Door het leven achter de gevangenismuren zo goed mogelijk te laten aansluiten op het normale sociale leven, hoopte men gevangenen vaardigheden bij te kunnen brengen die hen buiten de gevangenis van pas zouden komen en waardoor hun criminele activiteiten zouden verminderen. Op basis van deze gedachte kregen gedetineerden opleidingen, arbeidstrainingen, therapie, creatieve vakken en later ook allerlei sociale vaardigheidstrainingen aangeboden. In zowel de Beginselenwet Gevangeniswezen (1953) als de Penitentiaire Beginselenwet (1999) wordt expliciet benoemd dat de tenuitvoerlegging van de detentie zoveel mogelijk in dienst moet staan van de voorbereiding op terugkeer van de gedetineerde in de maatschappij. Met het verstrijken van de tijd werd echter in toenemende mate getwijfeld aan de mogelijkheden van resocialisatie. Dit had tot gevolg dat de politiek in de jaren tachtig de humanisering van de detentie (d.w.z. de vrijheidsbeneming is op zichzelf de straf en extra leedtoevoeging diende voorkomen te worden) tot hoofddoelstelling van het gevangeniswezen maakte. Het beperken van detentieschade en resocialisatie bleven als doelstellingen echter van belang. De laatste tien jaar wordt het detentiebeleid vooral gekenmerkt door de versoberingsgedachte, waardoor specifieke preventie in de belangstelling is teruggekomen. De nadruk is sterk komen te liggen op de voorkoming van criminaliteit, hetzij door delinquenten achter de tralies te zetten en hen zo van criminaliteit af te houden, hetzij door hen af te schrikken na hun invrijheidstelling in herhaling te vervallen. Daarbij speelde de groeiende verontrusting over onveiligheid en criminaliteit in de maatschappij een belangrijke rol alsmede de veranderde opvattingen over het straffen en bejegenen van gedetineerden. Deze ontwikkeling, in combinatie met het sterk stijgende aantal gedetineerden en daardoor ontstane capaciteitsproblemen, en niet te vergeten de forse bezuinigingen op het gevangeniswezen, zorgde voor een afnemende belangstelling voor de persoon van de veroordeelde. Het aanbieden van scholing, arbeid en andere activiteiten werd sterk verminderd en in de huizen van bewaring werd dit zelfs afgeschaft. Gevangenen zitten nu een zeer groot deel van hun tijd achter de deur. Alleen bij een klein en gemotiveerd deel van gedetineerden met een strafrestant van vier maanden of meer, wordt nog aandacht besteed aan resocialisatie en wordt scholing en begeleiding aangeboden. 2.3 Recidivecijfers De recente nadruk op het terugdringen van criminaliteit door veroordeelden en gedetineerden maakt het des te belangrijker om te weten of dergelijke preventieve doelstellingen ook daadwerkelijk worden bereikt. Cijfers van het Ministerie van Justitie (DJI, 2006, p. 53, Wartna & Tollenaar, 2006, p. 5) wijzen daar echter niet op. Zij laten zien dat een groot deel van alle gedetineerden na ontslag uit een penitentiaire inrichting weer opnieuw wordt veroordeeld voor een strafbaar feit (zie figuur 3). Deze veroordelingen kunnen tot een boete of 11

13 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 12 rechtstreeks 1/2009 Gevangenisstraffen in Nederland een taakstraf leiden of opnieuw tot een gevangenisstraf. Bijna de helft van de gedetineerden wordt binnen één jaar weer veroordeeld en bij een kwart leidt dat opnieuw tot gevangenisstraf. Na zeven jaar is bijna driekwart van de ex-gedetineerden opnieuw veroordeeld en heeft iets meer dan de helft wederom gevangenisstraf opgelegd gekregen. Figuur 3. Percentage ex-gedetineerden dat opnieuw veroordeeld wordt en opnieuw gevangenisstraf krijgt opgelegd naar aantal jaren uit de gevangenis Percentage Aantal jaren na detentie Opnieuw veroordeeld Opnieuw gevangenisstraf Bron: DJI, Jaarverslag Ministerie van Justitie, Den Haag. 12

14 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 13 rechtstreeks 1/2009 Theorieën over de effecten van detentie 3 Theorieën over de effecten van detentie Over de effecten van sancties zijn in de loop van de vorige eeuw veel theorieën ontwikkeld. Theorieën zijn gedachteconstructies die samenhangen tussen verschijnselen of gebeurtenissen verwoorden. De waarde ervan ligt daarin dat men op basis van die veronderstelde relaties kan voorspellen welke gevolgen van interventies zullen optreden of hoe men de interventies moet vormgeven om bepaalde doelen te bereiken dan wel ongewenste gevolgen te voor komen. Theorieën zijn dus waardevoller naarmate ze eenduidiger en specifieker zijn in hun toepassing. Des te preciezer de voorspellingen zijn, des te beter kunnen rechters zich hierop baseren. Vanuit diverse theorieën uit verschillende sociaalwetenschappelijke disciplines zoals de sociologie, economie, criminologie en psychologie zijn voorspellingen af te leiden over mogelijke effecten van detentie op het leven van (ex-)gedetineerden en hun familieleden. Zo bestaan er diverse algemene theorieën over crimineel gedrag, zoals rationele keuzetheorieën, socialisatie-theorieën, sociale controle- en bindingen-theorieën, culturele deviantietheorieën, leertheorieën, en labeling-theorieën. Wanneer we de kerngedachten van deze theorieën toepassen op de vraag hoe de effecten van detentie op levenslopen en crimineel gedrag te verklaren zijn, dan kunnen we concluderen dat detentie invloed heeft via een aantal mechanismen. Zo wordt verondersteld dat detentie van invloed is op een aantal verklarende factoren: a) de informatie die gedetineerden en ex-gedetineerden beschikbaar hebben, bijvoorbeeld over de ernst van en de kans op een detentie, b) de kennis en vaardigheden van (ex-)gedetineerden, c) het sociale netwerk van (ex-)gedetineerden, d) waarden en normen van (ex-)gedetineerden ten opzichte van criminaliteit en conventioneel gedrag, e) de gelegenheid en mogelijkheden om criminaliteit te plegen, en f) de reacties van de maatschappij op hun detentie, bijvoorbeeld van familie, vrienden en werkgevers. Deze factoren zijn op hun beurt weer van invloed op de levenslopen en toekomstig crimineel gedrag van daders (zie figuur 4). De bestaande theoretische ideeën leveren voor rechters echter nauwelijks solide argumenten op om te concluderen dat detentie tot beoogde doelen zal leiden en dus in feite ook niet om gevangenisstraf op te leggen. Tot op heden is nauwkeurige theorievorming op het terrein van onderzoek naar levenslopen en crimineel gedrag namelijk nog weinig systematisch ontwikkeld. Een probleem hierbij is dat afhankelijk van de veronderstellingen die gemaakt worden, op basis van de veronderstelde mechanismen tegengestelde hypothesen kunnen worden geformuleerd over de effecten van detentie. Het hangt er bijvoorbeeld van af wat 13

15 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 14 rechtstreeks 1/2009 Theorieën over de effecten van detentie Figuur 4: Verklaringen voor relatie tussen gevangenisstraf, levensloopomstandigheden en crimineel gedrag Levensloopomstandigheden Verklarende factoren informatie kennis en vaardigheden houdingen en waarden gelegenheid reacties omgeving Gevangenisstraf Crimineel gedrag voor informatie iemand krijgt en wat voor kennis, vaardigheden en houdingen iemand leert tijdens detentie of dit de kans op toekomstig crimineel gedrag verkleint of juist vergroot. De huidige stand van zaken in criminologische theorievorming is zodanig dat voor individuele daders evengoed voorspeld kan worden dat gevangenisstraf een positief dan wel een negatief effect zal hebben en dat zowel op zijn crimineel gedrag als op andere levens - gebieden (zie box 2). Wat rechters mogelijk wel valide argumenten zou kunnen opleveren zijn de resultaten van empirische onderzoeken die, vaak mede om bovenstaande criminologische theorieën te toetsen, zijn uitgevoerd naar de effecten van gevangenisstraf. Box 2 Tegenstrijdige voorspellingen op grond van criminologische theorieën Op grond van leertheorieën kan verwacht worden dat gevangenisstraf de kennis en vaardigheden van gedetineerden verandert. Maar hoe? Twee tegenstrijdige voorspellingen: Gedetineerden kunnen tijdens hun gevangenisstraf door training van agressieregulering, vakopleidingen en sollicitatietrainingen kennis en vaardigheden opdoen die meer mogelijkheden bieden voor een conventioneel inkomen en leven. De kans op recidive wordt kleiner. Gedetineerden kunnen tijdens hun gevangenisstraf geen nieuwe ervaringen opdoen die van belang zijn op de arbeidsmarkt. Wél kunnen ze er van andere gedetineerden criminele technieken leren. De kans op recidive wordt groter. Op grond van socialisatietheorieën kan verondersteld worden dat gevangenisstraf de houdingen, normen en waarden van de gedetineerden verandert. Maar hoe? Twee tegenstrijdige voorspellingen: Gedetineerden komen tijdens hun gevangenisstraf in contact met penitentiaire inrichtingswerkers en nemen hun conventionele houdingen, normen en waarden over. De kans op recidive wordt kleiner. Gedetineerden komen tijdens hun gevangenisstraf in contact met andere gedetineerden en nemen hun deviante waardeoriëntaties over. De kans op recidive wordt groter. 14

16 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 15 rechtstreeks 1/2009 Empirisch onderzoek 4 Empirisch onderzoek Onderzoek om vast te stellen in hoeverre gevangenisstraf bepaalde effecten veroorzaakt is ingewikkeld. Zo zeggen de hoge recidivecijfers die we hiervoor voor ex-gedetineerden tegenkwamen nog maar weinig over het effect van gevangenisstraf. Daarvoor moeten we weten hoeveel er gerecidiveerd zou zijn zonder die straf. Ook het uitblijven van recidive zegt nog weinig. Bekend is bijvoorbeeld dat er voor sommige delicttypen een leeftijdseffect is. Met het ouder worden wordt crimineel gedrag minder frequent. Het achterwege blijven van crimineel gedrag na een vrijheidsstraf kan dan evenzeer het gevolg zijn van het een - voudigweg ouder worden als van de straf. Om het effect van vrijheidsstraffen op recidive te meten kan de recidive van ex-gedetineerden daarom beter worden vergeleken met die van andere personen, bijvoorbeeld personen die ook zijn veroordeeld, maar tot een andere straf. Dergelijke vergelijkingen zijn veelvuldig gemaakt. Het blijkt bijvoorbeeld dat de kans om binnen twee jaar opnieuw te worden veroordeeld 23% is voor personen die tot een geldstraf zijn veroordeeld, van veroordeelden die een taakstraf kregen wordt 26% opnieuw veroordeeld, en van veroordeelden die tot een gevangenisstraf zijn veroordeeld, recidiveert ongeveer 50% binnen twee jaar (Wartna, 2009). Het patroon dat uit deze cijfers naar voren komt, lijkt duidelijk: personen die gevangenisstraf opgelegd krijgen, hebben een grotere kans op recidive. Maar betekent dit nu dat gevangenisstraf dit effect daadwerkelijk veroorzaakt? Nee, in het geheel niet. Bij hun beslissing om al dan niet een vrijheidsstraf op te leggen, laten rechters zich terecht leiden door de aard van het gepleegde delict, de voorgeschiedenis van de persoon en de inschatting dat een verdachte zal recidiveren. Gevangenisstraffen worden daardoor niet willekeurig opgelegd, maar juist vaker aan degenen die een grotere kans op recidive hebben. Een onderzoeker moet daarom ook rekening houden met verschillen die al vóór de detentie bestaan. De beste strategie om rekening te houden met al bestaande verschillen tussen personen zou zijn om een gerandomiseerd experiment uit te voeren. In dat geval wordt aan een wille - keurige groep te veroordelen personen een gevangenisstraf opgelegd (de behandelgroep) en aan een eveneens willekeurige groep andere personen wordt deze onthouden (de controlegroep). Op deze manier worden vooraf bestaande verschillen tussen de behandel- en de controlegroep gemiddeld genomen geneutraliseerd en krijgen we een adequate indruk van de werkelijke causale effecten van gevangenisstraf. In de medische wetenschap is deze wijze van onderzoek standard practice om de effecten van een bepaalde interventie/ behandeling vast te stellen. 15

17 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 16 rechtstreeks 1/2009 Empirisch onderzoek Zeker als het om gevangenisstraf van lange duur gaat is een dergelijk gerandomiseerd experiment echter om ethische en praktische redenen lastig uit te voeren. De rechtelijke macht is namelijk zeer terughoudend met het meewerken aan experimenten waarbij straffen en zeker gevangenisstraffen omwille van het experiment aan veroordeelden worden toegewezen. Een alternatieve mogelijkheid zou zijn om voor willekeurige veroordeelden straffen licht te verlichten of te vervangen door even zware alternatieven. Echter ook aan experimenten met een dergelijke opzet wordt door de rechtelijke macht in ons land nauwelijks medewerking verleend zodat ze vrijwel niet kunnen worden toegepast. In de huidige onderzoekspraktijk zal daarom een zogeheten quasi-experimenteel design de meest haalbare onderzoeksopzet zijn om de gevolgen van gevangenisstraf te onderzoeken. In dat geval worden personen niet vooraf willekeurig verdeeld over twee groepen, maar wordt achteraf zo goed mogelijk rekening gehouden met de bestaande verschillen in kenmerken van de personen uit beide groepen. Daarnaast bevat quasi-experimenteel onderzoek minimaal een zogeheten voor- en nameting van de uitkomstmaat. Dat wil bij recidive studies bijvoorbeeld zeggen dat crimineel gedrag zowel voor als na detentie wordt gemeten. Een in de criminologie veelgebruikte indeling om de methodologische kwaliteit van studies naar de effecten van (strafrechtelijke) interventies in kaart te brengen, is de Maryland Scientific Methods Scale (SMS). Dit is een schaal met vijf niveaus oplopend van 1 (minst geschikt om effecten vast te stellen) tot 5 (het meest geschikt). Voor een meer gedetailleerde toelichting zie box 3. Box 3 Maryland Scientific Methods Scale (SMS) De SMS-schaal is ontwikkeld door Sherman en zijn collega s (2002), met als doel onderzoek naar effecten van strafrechtelijke interventies te classificeren naar de mate waarin causale effecten kunnen worden vastgesteld. Studies kunnen hiermee geclassificeerd worden op basis van de onderzoeksopzet: Niveau 1 Eenmalige meting van een behandel- en controlegroep Niveau 2 Meting voor en na de detentie zonder (vergelijkbare) controlegroep Niveau 3 Meting voor en na de detentie bij zowel een experimentele als een vergelijkbare controlegroep (quasi-experimenteel design) Niveau 4 Meting voor en na de detentie in een quasi-experimentele setting, met controle voor andere variabelen die de uitkomsten kunnen beïnvloeden (adequaat quasi-experimenteel design) Niveau 5 Meting voor en na de detentie waarbij de gevangenisstraf willekeurig is toebedeeld aan een experimentele- en controlegroep (gerandomiseerd experiment) 16

18 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 17 rechtstreeks 1/2009 Empirisch onderzoek Alleen studies vanaf niveau 4 en hoger dat wil zeggen studies met een adequaat quasiexperimenteel of experimenteel design zijn geschikt om op verantwoorde wijze conclusies te trekken over de effecten van een bepaalde interventie. Dit betekent dat beschrijvend onderzoek waarin één situatie in kaart gebracht wordt met behulp van een vergelijking tussen een onderzoeksgroep en een controlegroep ongeschikt is (SMS-niveau 1). Datzelfde geldt voor een herhaalde meting voor en na de invoering van een interventie zonder controlegroep (SMS-niveau 2). Ook studies die wel een onderzoeks- en controlegroep en een voor- en nameting hebben, maar onvoldoende rekening houden met bestaande verschillen voorafgaand aan de interventie, zijn feitelijk ongeschikt om adequaat een causaal effect vast te stellen (SMS-niveau 3). Zulke studies zijn uiteraard wel informatief, maar op grond daarvan kunnen geen zinvolle uitspraken worden gedaan over de vraag in hoeverre detentie bepaalde gevolgen veroorzaakt. 17

19 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 18 rechtstreeks 1/2009 De effecten van incapacitatie 5 De effecten van incapacitatie Reeds lange tijd weten we dat een relatief klein deel van de daders verantwoordelijk is voor een relatief groot deel van de criminaliteit. Dat betekent dat het korter of langer onschadelijk maken van deze groep veel effect zou kunnen hebben. Een eenvoudige manier om terugdringen van criminaliteit te bereiken is dan ook door selectieve incapacitatie: zulke (veel)plegers vast zetten of streng controleren. Veel internationaal onderzoek naar dit effect van incapacitatie stamt uit de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw, maar recentelijk is er gelukkig nu ook in eigen land meer aandacht gekomen voor onderzoek naar de incapacitatie-effecten van de vrijheidsstraf. Daarbij zijn er ruwweg gezegd drie methoden gevolgd: macro-studies, micro-studies en simulatiestudies. Macro-studies In macro-studies naar incapacitatie onderzoekt men het verband tussen aantallen gedetineerden en criminaliteitscijfers op landelijke in de VS: statelijke of regionale schaal. Een recent overzicht van deze voornamelijk Amerikaanse incapacitatiestudies geeft aan dat 1% toename van de gevangenispopulatie samenhangt met een daling in het criminaliteitsniveau van naar schatting 0 tot 2,2% (Stemen, 2007). De meest geavanceerde studies op dit terrein werden gedaan door Levitt (1996) en Spelman (2000, 2005). Levitt maakte een vergelijking tussen de criminaliteitsniveaus en de gevangenispopulaties in vijftig Amerikaanse staten, en Spelman onderzocht deze relaties in districten in de staat Texas. De laatste twee studies komen tot een daling in het criminaliteitsniveau van naar schatting 0,26 tot 0,44% voor iedere procent die de gevangenispopulatie toeneemt. Er zijn ook diverse macro-studies die ingaan op het effect van specifiek gevangenisbeleid, bijvoorbeeld beleid dat zich richt op veelplegers. Er is bijvoorbeeld veel onderzoek gedaan naar de effecten van de zogenaamde three strikes -wetten. Deze wetten voorzien in lange detentiestraffen voor veroordeelden met een bepaalde criminele geschiedenis. Wie bijvoorbeeld twee of meer eerdere veroordelingen voor relatief ernstige misdrijven op zijn naam heeft, kan bij een volgende berechting rekenen op een zeer zware straf. De gevonden effecten van dergelijke op selectieve incapacitatie gerichte wetten blijken doorgaans gering. In ons land zijn het voornamelijk economen geweest die macro-niveau onderzoek naar incapacitatie-effecten hebben gedaan. Zo vond Van Tulder in 1994 een duidelijk insluitingseffect bij de berechting van gekwalificeerde diefstal (braak e.d.): 1% meer insluiting gaat volgens hem gepaard met 0,4% minder criminaliteit. Bij geweldsmisdrijven en eenvoudige diefstallen is dit effect volgens hem geringer, bij 1% toename van vrijheidsstraffen komt er rond de 0,1 à 0,2% minder criminaliteit voor. Ook Scheele vond recentelijk, in 2006, een afschrikkings- en/of insluitingseffect van gevangenisstraf. Maar hij maakt geen onderscheid 18

20 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 19 rechtstreeks 1/2009 De effecten van incapacitatie tussen soorten misdrijven. Zijn resultaten suggereren dat een 1% langere duur van gevangenisstraf leidt tot naar schatting 0,1 à 0,2% minder criminaliteit. Micro-studies Bij de microbenadering probeert men zicht te krijgen op de omvang van het incapacitatieeffect van detentie door een schatting te maken van de individuele delictsfrequentie van gedetineerden. Hoe vaak zouden deze delinquenten hebben gerecidiveerd als zij niet gedetineerd zouden zijn geweest? Een dergelijke schatting voor individuele gedetineerden is uiteraard verre van eenvoudig. De meest voor de hand liggende manier is om aan te nemen dat gedetineerden op dezelfde voet door zouden zijn gegaan met het plegen van delicten als ze hun detentieperiode in vrijheid hadden doorgebracht. Die aanname is echter dubieus. Onderzoek wijst uit dat de criminele carrières van tot detentie veroordeelden een duidelijke stijging laten zien in het aantal justitiecontacten in de periode voorafgaand aan de veroordeling die uiteindelijk leidt tot detentie. Teruggrijpen bij de schatting op de direct aan de detentie voorafgaande periode dreigt daarom te leiden tot een overschatting van het insluitingeffect. Een andere manier van schatten is om uit te gaan van de delictsfrequentie zoals deze is gevonden bij een vergelijkbare groep veroordeelden die in dezelfde periode niet gedetineerd werden. In Nederland is een dergelijke studie nog niet verricht. Onderzoek van Sweeten en Apel (2007) in de Verenigde Staten laat zien dat wanneer rekening gehouden wordt met verschillende variabelen zoals sekse, etniciteit, stedelijkheid en sociaal economische status er een inschatting gemaakt kan worden van het aantal delicten dat delinquenten gepleegd zouden hebben als zij niet ingesloten zouden zijn. Sweeten en Apel schatten dat er door insluiting jaarlijks tussen de 6,2 en 14,1 delicten voorkomen worden bij delinquenten van 16 en 17 jaar oud en 4,9 tot 8,4 delicten bij delinquenten van 18 en 19 jaar oud. Simulaties Ten slotte kunnen effecten van incapacitatie worden vastgesteld door het doen van zogeheten simulatiestudies. Daarbij gaat men uit van een bestaande situatie en probeert door het variëren van bepaalde factoren de invloed op de uitgangssituatie te berekenen. Zo kan men uitgaan van een bestaande delictfrequentie van delinquenten onder bepaalde omstandigheden en onder een bepaald strafregime. Vervolgens worden dan verschillende veranderingen in het strafregime gesimuleerd en wordt berekend wat deze veranderingen zouden betekenen voor de delictsfrequentie van delinquenten. Die verandering in delictfrequentie is dan het (extra) incapacitatie-effect. Een dergelijke simulatiestudie is voor ons land gedaan door Blokland en Nieuwbeerta (2007). De simulatie die zij uitvoerden had de veroordeeldenpopulatie in 1977 als uitgangspunt. Verondersteld werd dat minstens 50 jaar na 1977 elk opeenvolgend jaar er weer een gelijke 19

21 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 20 rechtstreeks 1/2009 De effecten van incapacitatie groep daders in termen van aantal en type begaan delict zouden bijkomen. Het enige wat verandert zijn de beleidsscenario s waarmee veelplegers worden aangepakt. Ze gingen dus uit van een hypothetische vaste instroom van delinquenten. Verder lieten ze alle overige omstandigheden hetzelfde blijven, met uitzondering van het strafrechtelijk beleid waarmee veelplegers zouden worden aangepakt. Ze voerden vier verschillende scenario s uit: dat wil zeggen scenario s waarbij standaard bij elke derde veroordeling een detentiestraf van respectievelijk 2, 5, 10 of 20 jaar wordt opgelegd. Bij de vier scenario s hebben zij de ontwikkeling van de geregistreerde criminaliteit en de ontwikkeling van de gevangenis - populatie doorgerekend. Figuur 5: Simulatiestudies 5.1: Geschatte daling in de geregistreerde criminaliteit Figuur 1: Geschatte daling in de geregistreerde criminaliteit onder diverse vormen van selectief detentie beleid 30 dalingspercentage jaar na invoering niet-selectief beleid 3 veroord. 2 jaar 3 veroord. 5 jaar 3 veroord. 10 jaar 3 veroord. 20 jaar 5.2: Geschatte ontwikkeling in gedetineerdenpopulatie Figuur 5.2: Geschatte ontwikkeling populatie gedetineerden onder diverse vormen van selectief detentie bele Aantal procent gedetineerden jaar na invoering niet-selectief beleid 3 veroord. 2 jaar 3 veroord. 5 jaar 3 veroord. 10 jaar 3 veroord. 20 jaar 20

22 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 21 rechtstreeks 1/2009 De effecten van incapacitatie De uitkomsten laten zien in hoeverre een bepaald gekozen detentiebeleid de geregistreerde criminaliteit kan laten dalen. Naarmate de gefixeerde straffen oplopen van twee jaar tot de zuiver hypothetische 20 jaar gevangenisstraf daalt de criminaliteit daardoor tot uiteindelijk 25%. Hiertegenover staat uiteraard een sterke groei van de gevangenispopulatie: het strengste selectieve beleid van 20 jaar gevangenisstraf bij drie veroordelingen leidt tot een gedetineerdenpopulatie die 45 maal zo groot is (zie figuur 5.1 en 5.2). Aanvullende analyses van Blokland en Nieuwbeerta laten verder zien dat vele personen bij een dergelijk selectief detentieregime een erg lange periode gevangen gezet zouden worden, terwijl zij feitelijk toch geen criminaliteit meer zouden plegen (de zogenaamde vals positieven ). Uit dit voorbeeld van recent onderzoek blijkt dat het aantal veroordelingen door een selectief strafbeleid wel kan worden teruggedrongen, wat grote besparingen met zich mee zal brengen. Aan de andere kant wordt ook duidelijk dat daar zeer aanzienlijke kosten tegenover staan: een veel grotere gedetineerdenpopulatie en veel strikt vanuit recidive oogpunt gezien onnodig lang opgesloten personen. 21

23 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 22 rechtstreeks 1/2009 De preventieve effecten van detentie 6 De preventieve effecten van detentie Wat is nu het preventieve effect van gevangenisstraf op de gestraften? Remt het hun criminele carrière of stimuleert het deze juist? Daar is tot nu toe weinig bruikbaar kwantitatief onderzoek naar gedaan. Ons zijn wereldwijd slechts zes voorbeelden bekend van experimentele studies waarbij gevangenisstraf willekeurig werd toebedeeld aan bepaalde veroordeelden (de behandelgroep) en geen of een andere straf aan andere veroordeelden (de controlegroep), ofwel studies met een SMS-niveau 5. (Zie voor overzichten van deze studies: Villettaz e.a en Nagin e.a ) De bevindingen van deze gerandomiseerde experimentele studies zijn nogal uiteenlopend. In drie studies werd geen verschil in recidive gevonden tussen personen die een gevangenisstraf ondergingen en personen die een andersoortige sanctie kregen (intensieve supervisie in de maatschappij of deelname aan een programma voor schadeherstel). In de overige drie studies werd wel een effect van detentie op recidive gevonden, maar dat was een negatief effect: personen die gedetineerd waren geweest, recidiveerden vaker dan delinquenten die een taakstraf of een voorwaardelijke detentie hadden gekregen. Box 4 Gerandomiseerde experimentele studies naar effecten van detentie op recidive Auteurs Land Interventie Uitkomsten Van der Werff, 1979 Nederland EG: 14 dagen gevangenisstraf Verkeers- en vermogensdelicten: CG: straf ongedaan gemaakt geen verschil in recidive tussen EG en CG Geweldsdelichten: EG meer recidive dan CG Bergman, 1976 USA EG: onvoorwaardelijke detentie EG meer recidive dan CG CG: voorwaardelijke detentie Schneider, 1986 USA EG: detentie Geen verschil in recidive tussen CG: schadeloosheidsstellingprogramma EG en CG Bartons & Butts, 1990 USA EG: detentie Geen verschil in recidive tussen CG: intensieve supervisie in maatschappij EG en CG Kilias e.a., 2000 Zwitserland EG: 39 met maximaal 14 dagen detentie EG meer recidive dan CG CG: 84 met maximaal 14 dagen taakstraf Deschenes e.a., 1995 USA EG: detentie Geen verschil in recidive tussen CG: strenge vorm van supervisie in EG en CG maatschappij EG = experimentele groep; CG = controlegroep. 22

24 rechtstreeks :rechtstreeks :24 Pagina 23 rechtstreeks 1/2009 De preventieve effecten van detentie Een van de interessantste experimentele studies naar het effect van vrijheidsstraf op daders is de Nederlandse studie van Van der Werff (1979). De onderzoekster had daarbij het voorrecht gebruik te kunnen maken van een ideale onderzoekssituatie die was ontstaan door het besluit om ter gelegenheid van het huwelijk van de toenmalige prinses Beatrix iedereen die tussen 28 februari en 10 maart 1966 was veroordeeld wegens een misdrijf de straf geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden. Vrijheidsstraffen van maximaal 14 dagen werden geheel kwijtgescholden. Deze groep gegratieerden vergeleek Van der Werff met een volledig vergelijkbare groep anderen die in 1965 en 1966 tot een zelfde straf waren veroordeeld, en die ook hadden ondergaan. Uit dit onderzoek bleek dat er of geen of slechts een negatief preventieve werking uitgaat van dergelijke korte vrijheidstraffen. Na zes jaar bleken afgestrafte daders van verkeers- en vermogensdelicten even vaak te recidiveren als de gegratieerden. Daders van geweldsdelicten die hun straf ongedaan gemaakt hadden zien worden, recidiveerden zelfs significant minder vaak dan daders van geweldsdelicten die wel ingesloten waren geweest. Naast de hier genoemde studie van Van der Werff zijn er in ons land wel diverse beschrijvende studies gedaan naar het effect van vrijheidsstraffen op de afgestrafte daders, maar die zijn qua opzet te mager om vergaande conclusies aan te verbinden. Vaak maken ze geen gebruik van controlegroepen, of ontbreekt er bij longitudinale studies een zogeheten vooren nameting (SMS-niveau 1-3). Wartna (2009) en Van Noije en Wittebrood (2008), die beiden een overzicht geven van Nederlandse recidivestudies, concluderen dan ook dat de uitgevoerde Nederlandse studies weinig bruikbare resultaten opleveren. Er zijn slechts twee quasi-experimentele studies verricht naar de effecten van gevangenisstraf op recidive van volwassen ex-gedetineerden met (a) een voor- en nameting en (b) met controlegroep en (c) die voldoende rekening houden met al voor de gevangenisstraf bestaande verschillen tussen de experimentele en controlegroep (SMS-niveau 4). In de eerste studie maakten Nieuwbeerta, Nagin en Blokland (2007) gebruik van gegevens over officieel geregistreerde criminaliteit die zich bevinden in de dataset van de Criminele Carrière en Levensloop Studie (CCLS). De CCLS bestaat uit personen die in 1977 met justitie in aanraking zijn geweest. De onderzoekers gingen na wat het effect is van een eerste detentie op de kans op een veroordeling in de drie daaropvolgende jaren. Deze studie vond dat eerste maal gevangenisstraf een significant criminogeen effect heeft. Het aantal veroordelingen van personen die gevangenisstraf opgelegd hebben gekregen bleek twee maal zo groot te zijn als die van personen die een andere straf kregen. In een tweede studie onderzochten Wermink en haar collega s (2009) wat het effect is van een gevangenisstraf in het jaar Ze vergeleken recidivecijfers van personen veroordeeld tot een gevangenisstraf met die veroordeeld tot een werkstraf. Personen veroordeeld tot een 23

Na detentie: de gevolgen van rechtspraak

Na detentie: de gevolgen van rechtspraak rechtstreeks 2009 nr 1 Rechtstreeks is een periodiek van de Raad voor de rechtspraak en richt zich op de praktijk en de ontwikkeling van de rechtspraak in Nederland. Ga direct naar de gevangenis. Ga niet

Nadere informatie

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997 Welke recidive volgt er op de sancties die in Nederland worden opgelegd? Het Nederlandse strafrecht kent een uitgebreid pakket aan straffen en maatregelen, maar we weten niet goed welke uitstroomresultaten

Nadere informatie

Samenvatting Tabel a Enkele achtergronden van ex-gedetineerden uitgestroomd tussen 1996 en 1999

Samenvatting Tabel a Enkele achtergronden van ex-gedetineerden uitgestroomd tussen 1996 en 1999 Samenvatting Welke recidive volgt er op de gevangenisstraffen die in ons land worden opgelegd? Ondanks een forse toename van het aantal beschikbare plaatsen heeft het Nederlands gevangeniswezen moeite

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader Welke strafrechtelijke recidive volgt er op opnames in justitiële jeugdinrichtingen? In de justitiële jeugdinrichtingen (JJI s) vindt opvang plaats van jongeren in voorlopige hechtenis en wordt uitvoering

Nadere informatie

Monitor 2013 Veelplegers Twente

Monitor 2013 Veelplegers Twente Monitor 213 Veelplegers Twente A. Kruize J. Snippe B. Bieleman 1. Inleiding Het thema veelplegers blijft actueel en is één van de speerpunten van beleid. Voor een goede beleidsvorming en -uitvoering voor

Nadere informatie

Opgave 3 De burger als rechter

Opgave 3 De burger als rechter Opgave 3 De burger als rechter Bij deze opgave horen tekst 5 en de tabellen 2 en 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Hoe behoren volgens het Nederlandse publiek veroordeelde plegers van misdrijven gestraft

Nadere informatie

Samenvatting. De onderzoeksgroep

Samenvatting. De onderzoeksgroep Samenvatting In 2002 is door het WODC een onderzoek uitgevoerd naar de praktijk van de jeugdreclassering (Kruissink & Verwers, 2002). Dat onderzoek richtte zich op een steekproef uit de groep jongeren

Nadere informatie

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel 6 secondant #6 december 21 Groot effect SOV/ISD-maatregel Selectieve opsluiting recidivisten werkt Crimi-trends Een langere opsluiting van hardnekkige recidivisten heeft een grote bijdrage geleverd aan

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld Hieronder staan drie tekstfragmenten en één figuur uit het rapport Sociale veiligheid ontsleuteld, veronderstelde en werkelijke effecten van veiligheidsbeleid; Lonneke

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I Opgave 1 Veranderende opvattingen in het jeugdstrafrecht tegen de achtergrond van veranderingen in criminaliteitscijfers onder jongeren Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met uit het bronnenboekje.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45808 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Bosma, A.Q. Title: Targeting recidivism : an evaluation study into the functioning

Nadere informatie

Voorwaardelijke straffen: Publieke steun, naleving en recidive

Voorwaardelijke straffen: Publieke steun, naleving en recidive Samenvatting (Dutch Summary) Voorwaardelijke straffen: Publieke steun, naleving en recidive Inleiding Sinds het begin van deze eeuw is de Nederlandse overheid bezorgd over de hoge recidivecijfers. Uit

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

Nederland in internationaal perspectief 1

Nederland in internationaal perspectief 1 11 Nederland in internationaal perspectief 1 P.R. Smit en H. Goudriaan Nederland doet mee met de dalende trend in de geregistreerde criminaliteit in Noord- en West-Europese landen in de periode 2002-2011.

Nadere informatie

De subjectieve zwaarte van detentie: een empirisch onderzoek. Ellen Raaijmakers Jan de Keijser Paul Nieuwbeerta Anja Dirkzwager Joni Reef

De subjectieve zwaarte van detentie: een empirisch onderzoek. Ellen Raaijmakers Jan de Keijser Paul Nieuwbeerta Anja Dirkzwager Joni Reef De subjectieve zwaarte van : een empirisch onderzoek Ellen Raaijmakers Jan de Keijser Paul Nieuwbeerta Anja Dirkzwager Joni Reef Veenhuizen 20 Juni 2014 Achtergrond Detentie dient vier doelen: Afschrikking

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Eén van de manieren van het ministerie van Veiligheid en Justitie om de hoge recidive onder ex-gedetineerden omlaag te brengen is door al tijdens detentie

Nadere informatie

Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden

Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden Factsheet 2010-2 Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden Auteurs: G. Weijters, P.A. More, S.M. Alma Juli 2010 Aanleiding Een aanzienlijk deel van de Nederlandse gedetineerden verblijft

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen vwo 2018-I

maatschappijwetenschappen vwo 2018-I Opgave 2 Juridische aanpak jihadi s Bij deze opgave horen de teksten 2 en 3. Inleiding In januari 2016 gaf strafrechter Jan van der Groen een interview aan NRC Handelsblad, waarin hij zijn twijfel uitte

Nadere informatie

Monitor 2010 Veelplegers Twente

Monitor 2010 Veelplegers Twente Monitor 2010 Veelplegers Twente J. Snippe G. Wolters B. Bieleman Bij diverse organisaties is het thema één van de speerpunten van beleid. Ook in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB) is er aandacht

Nadere informatie

Werk, detentie & recidive

Werk, detentie & recidive Werk, detentie & recidive Anke Ramakers Paul Nieuwbeerta Johan van Wilsem Anja Dirkzwager Prison Project Dissertaties Achtergrond Werkkansen laag onder ex-gedetineerden Laag opgeleid, weinig werkervaring,

Nadere informatie

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen Werkstuk door een scholier 1573 woorden 23 januari 2002 5,8 206 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inleiding Het gevangeniswezen. Hoe gaat het er in de gevangenissen

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van Samenvatting De problematiek van de veelplegers staat momenteel hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Er is een wetsvoorstel ingediend om deze categorie delinquenten beter aan te kunnen pakken.

Nadere informatie

Samenvatting. Onderzoeksvragen

Samenvatting. Onderzoeksvragen Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder (ex-)gedetineerden terug te dringen, wordt al tijdens detentie gewerkt aan re-integratie. Een belangrijk onderdeel van het re-integratiebeleid is het werken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer

Eindexamen maatschappijleer Opgave 3 Criminaliteit in Nederland tekst 1 2 30 3 40 4 In Nederland worden per jaar zo n vijf en een half miljoen misdrijven gepleegd. Ruim anderhalf miljoen daarvan komt ter kennis van de politie. Uiteindelijk

Nadere informatie

Monitor Veelplegers 2016

Monitor Veelplegers 2016 Factsheet 2016-4 Monitor Veelplegers 2016 Trends in de populatie zeer actieve veelplegers uit de periode 2003 tot en met 2014 Auteurs: M.G.J.C. Beerthuizen, N. Tollenaar, A.M. van der Laan Juni 2016 Mensen

Nadere informatie

Datum 12 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen leden Recourt en Marcouch inzake taakstraf in de buurt

Datum 12 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen leden Recourt en Marcouch inzake taakstraf in de buurt 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EH DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Buitenlandse straf uitzitten in Nederland

Buitenlandse straf uitzitten in Nederland Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.232 Buitenlandse straf uitzitten in Nederland algemene informatie bronnen Ministerie van Veiligheid en Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen; www.dji.nl Straf

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Dit artikel van BJu Tijdschriften is gemaakt voor Vrije Universiteit

Dit artikel van BJu Tijdschriften is gemaakt voor Vrije Universiteit Kort, maar niet krachtig * Janine Janssen Penologen zijn in de loop van de ontwikkeling van hun vakgebied allesbehalve kort van stof geweest daar waar het de korte vrijheidsstraf betreft. Ook in de eerste

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Advies ontwerpbesluit aanscherping glijdende schaal

Advies ontwerpbesluit aanscherping glijdende schaal De minister voor Immigratie en Asiel drs. G.B.M. Leers Postbus 20011 2500 EA Den Haag datum 15 augustus 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 2011-2000250817 cc

Nadere informatie

De invloed van verschillende factoren op de behoefte aan celcapaciteit

De invloed van verschillende factoren op de behoefte aan celcapaciteit Factsheet 2016-3 De invloed van verschillende factoren op de behoefte aan celcapaciteit Auteur: P.R. Smit, B.S.J. Wartna Mei 2016 Naar aanleiding van het AO Gevangeniswezen van 30 maart 2016 waarin de

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Wat weten wij over de gevangenispopulatie?

Wat weten wij over de gevangenispopulatie? Wat weten wij over de gevangenispopulatie? Een overzicht van bevindingen uit verschillende onderzoeken Jo-Anne Wemmers maart 1995 Justitie Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Ov 6600 . J

Nadere informatie

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer 6 Berechting Z.C. Driessen en R.F. Meijer In 2015 deed de rechter 102.000 misdrijfzaken af, 20% minder dan in 2007 en 5% meer dan in 2014. Vermogensmisdrijven en gewelds- en seksuele misdrijven vormden

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 mei 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 360518 onderwerp Advies

Nadere informatie

Doelstelling van het onderzoek en onderzoeksvragen

Doelstelling van het onderzoek en onderzoeksvragen Samenvatting Jeugdcriminaliteit vormt een ernstig probleem. De overgrote meerderheid van de jeugdigen veroorzaakt geen of slechts tijdelijk problemen voor de openbare orde en veiligheid. Er is echter een

Nadere informatie

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen 6 Berechting M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In deed de rechter 102.000 misdrijfzaken 1 af. Dat is 23% minder dan in. In meer dan de helft van de zaken gaat het om vermogensmisdrijven (35%) of gewelds- en

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Stichting TRIX. een re-integratie en rehabilitatieproject. Kansen voor kansarmen. Resultaten en werkzame factoren van het project TRIX

Stichting TRIX. een re-integratie en rehabilitatieproject. Kansen voor kansarmen. Resultaten en werkzame factoren van het project TRIX Stichting TRIX een re-integratie en rehabilitatieproject Kansen voor kansarmen Resultaten en werkzame factoren van het project TRIX Door: Nicolette Plasse Jan van de Graaf Website: www.stichtingtrix.nl

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding In het kader van het programma Modernisering Sanctietoepassing (MST) binnen het beleidsprogramma Naar een veiliger Samenleving is onder meer aandacht voor het beleid met betrekking

Nadere informatie

Waarom Koers & kansen?

Waarom Koers & kansen? Waarom Koers & kansen? Dalende criminaliteit, minder mensen die straf krijgen Minder lange gevangenisstraffen opgelegd door rechter Criminelen hebben vaak ook andere problemen, bijvoorbeeld psychologische

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

2. Straf: de bedoeling en de werkelijkheid blz De bedoeling 2.2. De werkelijkheid

2. Straf: de bedoeling en de werkelijkheid blz De bedoeling 2.2. De werkelijkheid Inhoudsopgave 1. Misdaad en straf blz. 3 2. Straf: de bedoeling en de werkelijkheid blz. 4 2.1. De bedoeling 2.2. De werkelijkheid 3. Vrijheid na detentie blz. 5 3.1. Recidive, eens een boef altijd een

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Sanctietoepassing voor volwassenen Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Oktober 2008 / F&A 8880 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld 24 maximumscore 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) heeft als taak (één van de volgende): 1 het bevorderen van de openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen 6 Berechting M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In 2010 deed de rechter 106.000 strafzaken tegen verdachten van misdrijven af. Dat is 16% minder dan in het voorgaande jaar. In bijna drie kwart van de behandelde

Nadere informatie

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's

Datum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie-

Nadere informatie

- Samenvatting - Kies voor Verandering

- Samenvatting - Kies voor Verandering - Samenvatting - Kies voor Verandering Evaluatie van de theoretische onderbouwing, de uitvoering en uitkomsten van de training voor volwassen gedetineerden Janine Plaisier Daniëlle Bouma Allard Feddes

Nadere informatie

Monitor 2007 Veelplegers Twente

Monitor 2007 Veelplegers Twente Monitor 27 Twente A. Kruize J. Snippe M. van Zwieten B. Bieleman COLOFON Stichting INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 971 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Feiten & Achtergronden. Aanpak veelplegers. December 2006/F&A 6806

Feiten & Achtergronden. Aanpak veelplegers. December 2006/F&A 6806 Aanpak veelplegers December 2006/F&A 6806 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070 370 68 50 F 070 370 75 94 E voorlichting@minjus.nl http://www.justitie.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

Berechting. A.Th.J. Eggen

Berechting. A.Th.J. Eggen 6 Berechting A.Th.J. Eggen Jaarlijks behandelt de rechter in eerste aanleg circa 130.000 strafzaken tegen verdachten van misdrijven. Ruim 80% van de zaken wordt afgedaan door de politierechter. Het aandeel

Nadere informatie

Kennislink.nl. Reizende criminelen langer uit handen van de politie. Slechts kwart van misdrijven opgehelderd

Kennislink.nl. Reizende criminelen langer uit handen van de politie. Slechts kwart van misdrijven opgehelderd Kennislink.nl Discussieer mee: Allemaal de beste van de klas?! Onderwerpen Publicaties Over Kennislink Nieuwsbrief Zoek Leven, Aarde & Heelal Gezondheid, Hersenen & Gedrag Mens & Maatschappij Energie &

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Parketnummer Invulinstructies 1. Onder het kopje Info kunt u per uitspraak nagaan of er voldoende informatie

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 4 Verklaringen voor daling van de criminaliteit 15 maximumscore 2 a de sociaal-economische benaderingswijze Voorbeelden van verklarende vragen (één van de volgende): 1 Is er een verband tussen verkleinen

Nadere informatie

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht (ASR) in werking getreden. Met het adolescentenstrafrecht beoogt de wetgever een flexibele toepassing van het jeugden volwassenenstrafrecht rond

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt.

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. Ministerie van Justitie t.a.v. Mr. drs J.T.J.Struyker Boudier Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 16 augustus 2007 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5475995/07/6 onderwerp conceptwetsvoorstel

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Betreft: advies conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling Uw kenmerk:

Betreft: advies conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling Uw kenmerk: Ere-voorzitter Prof. mr. Pietervan Vollenhoven Postbus 93166 2509 AD Den Haag T 070 363 59 36 Ministerie van Justitie en Veiligheid T.a.v. de Minister voor Rechtsbescherming Zijne Excellentie de heer drs.

Nadere informatie

Monitor 2009 Veelplegers Twente

Monitor 2009 Veelplegers Twente Monitor 29 Veelplegers Twente J. Snippe G. Wolters B. Bieleman Bij diverse organisaties is het thema één van de speerpunten van beleid. Ook in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB) is er aandacht

Nadere informatie

De voorwaardelijke straf

De voorwaardelijke straf De voorwaardelijke straf Percepties van rechters en officieren van justitie: overwegingen bij de oplegging van de voorwaardelijke straf Doris van Dijk, Bas Vergouw Marijke Malsch, Joke Harte 1 september

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder ex-gedetineerden te verminderen, wordt in het kader van re-integratie al tijdens detentie begonnen met het werken aan de problematiek van gedetineerden.

Nadere informatie

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting In dit rapport worden voor het eerst cijfers over de strafrechtelijke recidive na uitstroom uit de hele forensische zorg (FZ) gepresenteerd. Eerder beperkte het recidiveonderzoek voor de FZ

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 745 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet en het Wetboek van Strafrecht in verband met de herijking van de wijze van de tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Tabel 11.1 Geïndexeerd aantal slachtoffers naar delictgroep en onveiligheidsgevoelens per land

Tabel 11.1 Geïndexeerd aantal slachtoffers naar delictgroep en onveiligheidsgevoelens per land 476 Criminaliteit en rechtshandhaving 2013 Tabellen bij hoofdstuk 11 Tabel 11.1 Geïndexeerd aantal slachtoffers naar delictgroep en onveiligheidsgevoelens per land Voertuiggerelateerde criminaliteit c

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Methode

Samenvatting Inleiding Methode Samenvatting Inleiding In de ene familie komt criminaliteit vaker voor dan in de andere. Uit eerder onderzoek blijkt dan ook dat kinderen van criminele ouders zelf een groter risico lopen op het plegen

Nadere informatie

Crimiquiz over trends en ontwikkelingen

Crimiquiz over trends en ontwikkelingen Crimiquiz over trends en ontwikkelingen Quiz voor de deelnemers aan de SSR cursus Criminologie/effectiviteit interventiestrategieën, Zwolle 22 november Jaap de Waard, Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Nadere informatie

Tabel 11.1 Aantal ondervonden misdrijven naar land en delictgroep (per 100 respondenten) en onveiligheidsgevoelens per land, 2004

Tabel 11.1 Aantal ondervonden misdrijven naar land en delictgroep (per 100 respondenten) en onveiligheidsgevoelens per land, 2004 Bijlage 4 543 Tabellen bij hoofdstuk 11 Tabel 11.1 Aantal ondervonden misdrijven naar land en delictgroep (per 100 respondenten) en onveiligheidsgevoelens per land, 2004 Autodiefstal Diefstal uit auto

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2015 tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 56 punten

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Informatie voor betrokkenen

Informatie voor betrokkenen Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

Rapportage. Politie in aanraking met veteranen. Stuurgroep Politie in aanraking met veteranen

Rapportage. Politie in aanraking met veteranen. Stuurgroep Politie in aanraking met veteranen Rapportage Politie in aanraking met veteranen Stuurgroep Politie in aanraking met veteranen Doorn 9 juni 2011 1 Aanleiding en opzet van het onderzoek In de uitvoering van haar taak komt de politie ook

Nadere informatie

De ontwikkeling van het Nederlandse gevangenisstelsel vanaf de 19 e eeuw.

De ontwikkeling van het Nederlandse gevangenisstelsel vanaf de 19 e eeuw. De ontwikkeling van het Nederlandse gevangenisstelsel vanaf de 19 e eeuw. Mei 2004 Simone van Esch ANR 304542 Universiteit van Tilburg Inhoud 1.0 Inleiding 2.0 Gevangenisstelsels in de 18 e eeuw. 2.1 Het

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG TBS.^- Nederland Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Kenmerk: DIRUIT18/237/HB/svdk Groningen, 14 juni 2018 Betreft:

Nadere informatie

6. Veiligheid en criminaliteit

6. Veiligheid en criminaliteit 6. Veiligheid en criminaliteit Gevoelens van onveiligheid komen meer voor onder jongeren dan onder 25-plussers. Jongeren zijn ook vaker slachtoffer van criminaliteit. Jonge mannen zijn vaker slachtoffer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

6 Justitiële verkenningen, jrg. 34, nr. 2, 2008

6 Justitiële verkenningen, jrg. 34, nr. 2, 2008 5 Het thema afschrikking en generale preventie is in zekere zin tijdloos. De afschrikkende werking van (streng) straffen is vaak als een vanzelfsprekendheid gezien en was in vroeger tijden een belangrijke

Nadere informatie

U heeft de Nederlandse Orde van Advocaten verzocht te adviseren over bovengenoemd conceptwetsvoorstel.

U heeft de Nederlandse Orde van Advocaten verzocht te adviseren over bovengenoemd conceptwetsvoorstel. r - 7- Minister van Veiligheid en Justitie T.a.v. de heer mr. LW. Opstelten ~ Postbus 20301 1 t f 1 2500 EH Den Haag Den Haa~g, ~3 ~hei 2~Ç1 Doorkiesnummer: 1 Faxnummer: E-mail: Betreft: Conceptwetsvoorstel

Nadere informatie

Monitor 2006 veelplegers Twente

Monitor 2006 veelplegers Twente Monitor 2006 Twente A. Kruize J. Snippe M. van Zwieten B. Bieleman Monitor 2006 Veelplegers Twente Mei 2007 I NTRAVAL Groningen-Rotterdam COLOFON Stichting INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 753 Rechtsbijstand Nr. 57 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie