Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en kappen

Transcriptie

1 Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en kappen Project Buitenring Parkstad Limburg: Realisatie afsluiterput Hamstraat te Kerkrade, kadastraal bekend als gemeente Kerkrade, sectie K, perceel 1558 Zaaknummer: Kenmerk: 2016/95711 d.d. 24 november Verzonden:

2 INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure De aanvraag Bevoegd gezag Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Procedure Advies 6 3 Overwegingen Gebruik in strijd met ruimtelijke ordening Vellen houtopstand 9 4 Algemene voorschriften 10 Zaaknummer:

3 1 Besluit Onderwerp Gedeputeerde Staten van Limburg hebben op 29 augustus 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg. De aanvraag betreft de realisatie van een afsluiterput op de Hamstraat te Kerkrade, gelegen aan kadastrale sectie K, perceelnummer De aanvraag is geregistreerd onder nummer Op 16 november 2016 is de aanvraag aangevuld. Besluit Gedeputeerde staten van Limburg besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo): 1. aan N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg de omgevingsvergunning (verder te noemen: vergunning) te verlenen. Deze vergunning wordt verleend voor de realisatie van een afsluiterput op de Hamstraat te Kerkrade, gelegen aan kadastrale sectie K, perceelnummer 1558; 2. dat de vergunning verleend wordt voor de volgende activiteiten en werkzaamheden: het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, regels gesteld door Rijk of Provincie of een voorbereidingsbesluit, zijnde het toepassen van een halfverharding (kunststof grastegels); het vellen of doen vellen van een houtopstand; 3. dat aan deze vergunning de in hoofdstuk 4 vermelde voorschriften verbonden zijn; 4. dat de volgende gewaarmerkte stukken onderdeel uitmaken van deze vergunning: aanvraag met Olo nummer , d.d. 29 augustus 2016; tekening aanpassing Hamstraat voorontwerp, kenmerk: IN V002, wijz. C, d.d. 9 augustus 2016; tekening ontwerp, kenmerk: B , wijz. E, d.d. 27 oktober 2016; memo toelichting afsluiterput Hamstraat, kenmerk: IN93-AP-M001, d.d. 24 augustus 2016; foto van de te kappen bomen; memo onderbouwing kap 2 bomen nabij Hamstraat te Kerkrade ten behoeve van de aanleg van een appendageput, kenmerk: N , d.d. 10 november 2016; verkennend natuuronderzoek Hamstraat Kerkrade, kenmerk: SWNL , revisie D2, d.d. 3 november Gedeputeerde Staten van Limburg, namens dezen, C.J. Hermans, Afdelingshoofd Vergunningen a.i. Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg Zaaknummer:

4 Verzending Dit besluit is verzonden aan de aanvrager van de vergunning, zijnde N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg, Postbus 1060, 6201 BB Maastricht. Afschriften Een afschrift van dit besluit is verzonden aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Kerkrade, Postbus 600, 6460 AP Kerkrade. Rechtsbescherming Bezwaar Als dit besluit uw belang rechtstreeks raakt en u het met de inhoud van dit besluit niet eens bent, kunt u bezwaar maken. U moet dan binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een bezwaarschrift indienen. Op deze procedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de datum; c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, en; d. de redenen van het beroep (motivering). Op dit besluit is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Wij verzoeken u dit in het bezwaarschrift te vermelden. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Limburg Cluster Juridische Zaken en Inkoop, team Rechtsbescherming Postbus MA Maastricht. Voor meer informatie verwijzen wij u naar en klik vervolgens op e-loket. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Als u een bezwaarschrift heeft ingediend, dan kunt u tevens een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, sector Bestuursrecht, Postbus 950, 6040 AZ Roermond. Wij verzoeken in dit eveneens aan te geven dat afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing is. U kunt ook digitaal een verzoek indienen bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag volgend op de bezwaartermijn van 6 weken. Indien binnen de bezwaartermijn tegen het besluit bij de Voorzieningenrechter een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Zaaknummer:

5 2 Procedure 2.1 De aanvraag Op 29 augustus 2016 hebben wij een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg. Op 16 november 2016 is de aanvraag aangevuld. De aanvraag betreft de realisatie van een afsluiterput op de Hamstraat te Kerkrade. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, regels gesteld door Rijk of Provincie of een voorbereidingsbesluit (artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo); het vellen of doen vellen van een houtopstand (artikel 2.2, eerste lid, onder g, van de Wabo). 2.2 Bevoegd gezag Het besluit van Provinciale Staten van Limburg van 29 juni 2012, nr. G , tot vaststelling van het inpassingsplan "Buitenring Parkstad Limburg 2012 (hierna: PIP), is grotendeels onherroepelijk geworden door de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 11 maart 2015 en voor het overige deel zijn de rechtsgevolgen van dit inpassingsplan in stand gelaten. Nu het PIP volledig in werking is getreden, zijn wij bevoegd gezag voor het verlenen van de omgevingsvergunningen op basis van dit inpassingsplan. 2.3 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. In verband met het ontbreken van een aantal gegevens hebben wij de aanvrager op 21 oktober 2016 in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 21 november 2016 aanvullende gegevens in te dienen. Op 16 november 2016 hebben wij de aanvullende gegevens ontvangen. De termijn voor het nemen van het besluit is daardoor opgeschort met 27 dagen. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. Zaaknummer:

6 2.4 Procedure Dit besluit is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 30 augustus 2016 conform artikel 3.8 van de Wabo kennis gegeven van de aanvraag op de site van de Provincie Limburg ( en in een plaatselijk huis aan huisblad. Wij hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn van 8 weken te verlengen met zes weken overeenkomstig artikel 3.9, tweede lid van de Wabo. Van deze verlenging is kennis gegeven op 25 oktober 2016 op de site van de Provincie Limburg ( en in een plaatselijk huis aan huisblad. 2.5 Advies In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 van de Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.4 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies verzonden aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Kerkrade. Naar aanleiding van de aanvraag hebben wij geen reactie ontvangen van de gemeente Kerkrade. Zaaknummer:

7 3 Overwegingen 3.1 Gebruik in strijd met ruimtelijke ordening De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien vergunningverlening, van de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, met toepassing van artikel 2.12 van de Wabo geen strijdigheid oplevert met een goede ruimtelijke ordening. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Toetsing De activiteit vindt plaats in een gebied waarvoor het PIP is vastgesteld. De aangevraagde activiteit is hiermee in strijd. Ondanks dat sprake is van strijd met de geldende planologische kaders kan medewerking worden verleend met een afwijkingsvergunning. Beoordeeld dient te worden of: de aangevraagde activiteit in lijn is met de in het plan of de verordening opgenomen regels inzake afwijking (binnenplanse ontheffing); een AMvB ontheffing het handelen in strijd met het plan mogelijk maakt (kruimellijst artikel 4, bijlage II van het Bor; of de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en voorzien is van een goede ruimtelijke onderbouwing (omgevingsafwijkingsbesluit). Uit de plankaarten behorende bij het PIP blijkt dat op de locatie waar de afsluiterput wordt gerealiseerd de enkelbestemming Berm van toepassing is. Enkelbestemming berm De opsteller van het PIP wil voorkomen dat er activiteiten plaatsvinden die niet passen binnen de voor de bestemming Berm bestemde gronden. In artikel 5.1 is daarom het volgende bepaald. De voor 'Berm' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor: a. bermen; b. groenvoorzieningen; c. kabels en leidingen; d. onverharde wegen; e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; f. bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting; g. taluds. Toetsing bouwwerken Afsluiterput De afsluiterput bevindt zich grotendeels onder maaiveld. De oppervlakte van de toegang tot de afsluiterput welke boven maaiveld uitkomt bedraagt (3,8 x 3,5 =) 13,3 vierkante meter. Lantaarnpaal De lantaarnpaal met een hoogte van 2,95 meter is uitsluitend bedoeld als werklicht en wordt alleen gebuikt bij (onderhouds)werkzaamheden in relatie met de afsluiterput. Zaaknummer:

8 Hekwerk Het hekwerk heeft een hoogte van 1,8 meter. Bedieningskast De bedieningskast heeft een lengte van 3 meter, een breedte van 0,6 meter en een hoogte 1,85 meter. Conclusie De realisatie van deze bouwwerken is voor de bouwactiviteit en de planologische gebruiksactiviteit conform de algemene maatregel van bestuur in artikel 2, lid 18 a in bijlage II van het Bor vergunningsvrij. De hoogte (per bouwwerk) is kleiner dan 3 meter en de oppervlakte (per bouwwerk) is kleiner dan 15 vierkante meter. Meting heeft plaatsgevonden conform systematiek van het PIP. Toetsing gebruik van de grond Halfverharding (kunststof grastegels) Het aanleggen van een halfverharding (kunststof grastegels) is niet in overeenstemming met artikel 5.1. van het PIP. Verder zijn er binnenplans geen mogelijkheden opgenomen om een afwijking van het bestemmingsplan te vergunnen. Beoordeeld is vervolgens of de strijdigheid met het bestemmingsplan vergund kan worden met gebruik van een buitenplanse vrijstelling (kruimelgeval). Dit is gelet op de geringe impact op de omgeving mogelijk gelet op hetgeen is neergelegd in artikel 4, lid 8 van bijlage II van het Bor. Verder wordt op basis van de memo Afsluiterput Hamstraat met kenmerk: IN93-AP-M001, d.d. 24 augustus 2016 en het Verkennend natuuronderzoek Hamstraat Kerkrade met kenmerk: SWNL , revisie D2, d.d. 3 november 2016 de afwijking beschouwd in overeenstemming te zijn met een goede ruimtelijke ordening. Beide documenten zijn als bijlage opgenomen bij deze vergunning. Gezien de niet-ingrijpende herinrichting van het openbaar gebied wordt er voor de strijdigheid gebruik gemaakt van de ontheffing welke in de algemene maatregel van bestuur is opgenomen onder artikel 4, lid 8 in bijlage II van het Bor. De omgevingsvergunning kan, gelet op het bovenstaande en het bepaalde artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 2 van de Wabo dan ook op deze grond worden verleend. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Zaaknummer:

9 3.2 Vellen houtopstand De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder g van de Wabo niet voldoet aan het in de Bomenverordening Kerkrade 2012 gestelde toetsingskader. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Toetsing Volgens artikel 2 Kapverbod van de bomenverordening is het verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag de volgende houtopstanden te vellen of te doen vellen: a. houtopstanden die als monumentale boom staan vermeld op een bij besluit van burgemeester en wethouders vastgestelde lijst van waardevolle en monumentale bomen Kerkrade; b. houtopstanden die als waardevolle boom staan vermeld op de onder sub a genoemde lijst van waardevolle en monumentale bomen Kerkrade; c. bomen met een doorsnede groter dan 25 centimeter; Op basis van de memo Onderbouwing van 2 bomen nabij Hamstraat te Kerkrade ten behoeve van de aanleg van een appendageput met kenmerk: N01, d.d. 10 november 2016 en het Verkennend natuuronderzoek Hamstraat Kerkrade met kenmerk: SWNL , revisie D2, d.d. 3 november 2016, voldoet de activiteit aan de in artikel 4 van de bomenverordening gestelde criteria. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning op deze gronden worden verleend. Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het vellen of doen vellen van een houtopstand zijn er ten aanzien van de aangevraagde activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In dit besluit zijn de voor deze activiteit relevante voorschriften opgenomen. Zaaknummer:

10 4 Algemene voorschriften 4.1 Tijdens de realisatie van het werk is de omgevingsvergunning op het terrein aanwezig. De stukken dienen op verzoek aan een toezichthouder van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid Limburg (verder: toezichthouder) ter inzage te worden gegeven; Startgesprek 4.2 Om het toezicht goed te laten verlopen is het van belang een startgesprek te hebben met een toezichthouder. Gedurende het startgesprek zal de toezichthouder een aantal belangrijke controlepunten tijdens de uitvoering aanhalen en zullen contactgegevens worden uitgewisseld en afspraken worden vastgelegd. Via het adres / of telefonisch via kunt u een afspraak maken met een toezichthouder; 4.3 De aanvang en beëindiging van de werkzaamheden dient schriftelijk gemeld te worden. U dient hiervoor gebruik te maken van de bij deze vergunning gevoegde formulieren melding start kapwerkzaamheden. De formulieren kunt u per post versturen naar de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid Limburg, postbus 5700, 6202 MA Maastricht, dan wel per wabobouwen@rudzl.nl; Voorkomen van onveilige situaties tijdens bouwwerkzaamheden 4.4 De uitvoering van bouwwerkzaamheden is zodanig dat voor de omgeving een onveilige situatie of voor de gezondheid of bruikbaarheid nadelige hinder zoveel mogelijk wordt voorkomen. 4.5 Bij het uitvoeren van de werkzaamheden worden maatregelen getroffen ter voorkoming van een onveilige situatie voor derden; 4.6 Als op een terrein waar de werkzaamheden worden uitgevoerd niet gewerkt wordt, moeten: de tijdelijke elektrische installaties op zodanige wijze zijn uitgeschakeld, dat het weer in gebruik stellen door anderen dan daartoe bevoegde personen niet zonder meer mogelijk is; machines en werktuigen worden achtergelaten in een zodanige toestand, dat deze dan wel mechanismen daarvan, niet zonder meer door anderen dan daartoe bevoegde personen in werking kunnen worden gesteld. Het bovenstaande is niet van toepassing op rustpauzen tijdens de dagelijkse werktijd en niet op de voeding van een elektrische installatie, indien de omstandigheden vereisen dat de voeding niet wordt onderbroken en de veiligheid voldoende is gewaarborgd. 4.7 Het bevoegd gezag kan het gebruik van een werktuig, dat schade of ernstige hinder voor de omgeving veroorzaakt of kan veroorzaken, verbieden. Kabels en leidingen 4.8 Alvorens te beginnen met graafwerkzaamheden dient de vergunninghouder rekening te houden met het navolgende: graaf alleen als er een KLIC-melding is gedaan; graaf alleen als de ligging van kabels en leidingen is gecontroleerd; graaf alleen na een duidelijke instructie over de ligging van de kabels en leidingen; meld ontdekte afwijkingen en beschadigingen aan de netbeheerder; ken de gevaren en gevolgen van graafschade. Meer informatie kunt u vinden op en Zaaknummer: