Transplantatie. Gemeente van Christus, Intro over onze naam

Transcriptie

1 Transplantatie Gemeente van Christus, Intro over onze naam Hoe staat u bekend in uw omgeving? Hoe denken uw buren over u? Hoe denken jullie vrienden over jullie? Waar denken uw collega s aan als uw naam valt? Met deze vragen raken we aan iets wat voor veel mensen heel erg belangrijk is. Met deze vragen raken we aan het beeld dat onze omgeving van ons heeft. Het gaat over ons imago, of anders gezegd, met deze vragen gaat het over onze naam. De meeste mensen hechten daaraan. We hechten aan een positief imago en doen er alles aan dat in stand te houden. Dat kan door jezelf te richten op een zo goed mogelijk uiterlijk. Je brengt s morgens een enige tijd door voor de spiegel omdat je er zo goed mogelijk uit te zien. Dat heeft alles te maken met imago, maar belangrijk nog dan je daden is je gedrag. Hoe ga je om met de buren, hoe ga je om met je vrienden en je collega s. Je gedrag zal uiteindelijk bepalen hoe je bekend staat in je omgeving. Ons gedrag is bepalend voor de vraag of wij een goede of een slechte naam hebben in onze omgeving. Dat weten we en daarom zijn we er meestal ook wel op bedacht geen gekke dingen te doen waar anderen bij zijn. Want het liefst staan we bekend als aardig en sportief, als intelligent en stoer, als knap of sterk, u moet het maar voor uzelf invullen wat uw eigen ideaalbeeld is, hoe u bekend wilt staat in uw omgeving.

2 Wij en de naam Nu zijn wij mensen niet de enigen die een goede of een slechte naam hebben. Volgens de bijbel heeft God ook een naam. We kennen die naam doordat we over zijn daden lezen in onze bijbel. We weten wie hij is door dat wat we over hem horen in de kerk. Nu zijn er ook mensen die niet in de kerk komen en niet in de bijbel lezen. Kerk en bijbel kunnen hun beeld van God niet vormen. Deze mensen zijn voor het beeld dat zij hebben van God afhankelijk van andere mensen die wel in hem geloven. Mensen die geloven komen ze tegen als ze tv kijken, misschien komen ze die ook wel tegen op hun werk. Misschien is er zelfs een buurman of buurvrouw die in God gelooft. Van die mensen moet je het dan hebben als je niet gelooft en geen bijbel leest. Mensen die wel geloven zijn dan bepalend voor het beeld dat je hebt van God. Het kan geen kwaad als we ons hier meer van bewust zouden zijn want het kan heel erg mooie dingen opleveren. Met onze manier van leven kunnen we reclame maken voor de naam van God. Maar het omgekeerde kan ook voorkomen en daar gaat het over in het hoofdstuk dat we met elkaar hebben gelezen. Israël is hier de buurman die bepalend is voor het beeld dat de niet gelovige heeft van God. Schade voor de naam De volken die in een halve cirkel rond Israël wonen hebben zo ook wel hun goden, maar voor hun beeld van de God van Israël zijn toch afhankelijk van datgene wat ze zien van buurman Israël.

3 Ze kijken daarnaar vanuit hun eigen kader want ze hebben zo hun eigen opvattingen over de verhouding tussen een volk en haar god. In die tijd was het land waar je woonde het bezit van een bepaalde God. En het volk dat in dat land woonde werd beschermd door de God van het land maar in Israël wordt die samenhang verbroken en dat kan in de ogen van de volken maar twee redenen hebben. Of de God van Israël heeft er de brui aan gegeven en is er gewoon helemaal klaar mee. Hij heeft het gehad met zijn volk en gaat op zoek naar een ander. Of de God van Israël is overruled door een andere God. De God van Babel zou dan sterker zijn dan de God van Israël. Vanuit het perspectief van de buren zijn er maar twee opties. Of de God van Israël komt zijn plichten niet na en laat zijn eigen volk vallen. Of hij wil dat wel maar kan het niet omdat er andere goden zijn die sterker zijn dan hij is. Maar of het nu linksom is of rechtsom, in beide gevallen is het zijn goede naam die te grabbel wordt gegooid. Gods verdriet En dat is het wat God zo raakt. Het raakt hem tot in het diepst van zijn wezen dat zijn naam te grabbel wordt gegooid. Het doet hem verdriet dat zijn heilige naam zo door wordt ontwijd bij de volken. Gods reputatie krijgt een knauw. Zijn eigen volk maakt hem bespottelijk. Dat doet hem pijn. Dat raakt hem heel erg diep. God heeft met zichzelf te doen. Zijn erbarmen richt zich dit keer niet naar buiten maar naar binnen.

4 God erbarmt zich over zijn eigen naam. Ergens heeft dat iets heel erg menselijks. We herkennen het op een bepaalde manier. Het kan ons heel diep raken als onze goede naam door het stof wordt gehaald, dat is vernederend. Maar misschien is dat ook wel zo vernederend omdat we ergens diep van binnen wel weten dat er met die goede naam van ons iets aan de hand is. Onze goede naam heeft altijd iets eenzijdigs. Want er is geen mens op aarde die niet ook een donkere kant met zich meedraagt. Aan elkaar hopen we alleen het positieve te laten zien. Ondertussen weten we dat er meer is en als er dan iemand is daar die terecht of onterecht naar verwijst worden we laaiend. Dat is onze gekrenkte trots maar bij God is dat anders want die donkere kant die er bij ons is, is er niet bij hem. God is licht en als wij met onze manier van leven iets anders suggereren dan licht dan kwets dat hem. Als wij hem zijn naam door het stof halen raakt hem dat heel diep. Dat kan hij niet hebben omdat het hem geen recht doet. Dat kan hij niet hebben omdat de armen en de ellendigen het van die naam moet hebben. Waar moeten zij blijven als hun naast al het andere ook nog dit wordt ontnomen? Waar moeten zij blijven als ze ook geen naam meer hebben om op te hopen? Ik doe het niet vanwege jou God gaat ingrijpen. Dat doet hij niet vanwege van Israël want daar heeft Israël het niet naar gemaakt. De ballingschap heeft ze aan zichzelf te danken. Als God ingrijpt in dan doet hij dat vanwege zijn naam. De buren moeten beseffen dat hij nog steeds de HERE is en daarom grijp hij in. Hij brengt zijn volk terug naar huis maar kan daar niet mee volstaan, want er is daarmee nog niets gedaan aan het eigenlijk probleem.

5 Hij heeft zijn volk niet voor niets het huis uitgezet. Het schortte nogal aan onderlinge verstandhouding. Men hield zich niet aan de huisregels. Er werd regelmatig met deuren gesmeten. Met het naar huis halen van zijn volk is er nog niets veranderd aan dit probleem. De buitenkant van de relatie zou zijn opgeknapt maar van binnen zou het nog een puinhoop zijn. Jezus heeft het ergens over witgepleisterde graven. Het lijkt heel wat van buiten maar van binnen is het donker, van binnen heerst het verderf. Je mooier voordoen dan je bent. Als mensen ergens een hekel aan hebben dan is het wel daaraan. God wil niet volstaan met een uiterlijke ingreep. Hij pakt het probleem aan in de kern en de kern is ons hart. Naast terugkeer naar huis stelt de HERE zijn volk een harttransplantatie in het vooruitzicht. Zoals u weet is dat een ingrijpende ingreep. Een nieuw hart krijgen is niet niks. Dat doe je alleen maar als alle andere opties niet uitvoerbaar zijn. Een harttransplantatie moet echt nodig zijn anders begin je er niet aan. In dit geval is het ook echt hard nodig want het hart is verkalkt. Het is zo hard geworden als een steen. Dat stenen hart wordt weggehaald en in plaats van dat stenen hart komt een hart dat warm is en dat klopt. Er gaat een nieuwe wind waaien in het leven, het volk zal in andere gedachten gaan ademen, en het verschil zal totaal zijn. God kan niet volstaan met een facelift, hij laat het niet bij een renovatie van de voorgevel. Als God ingrijpt veranderd er echt iets, dan krijgen wij een vaste geest die diep van binnen zonder onzekerheid hem blijft beminnen. Als God ingrijpt worden we een levende billboard die verwijst naar hem.

6 Jezus Christus Spannende vraag is of dat ook echt gebeurd. Vinden er van die harttransplantaties plaats? Op het internet kan je tabellen vinden waarin het wordt bijgehouden. In Nederland gebeurd het vijftig keer per jaar las ik. Maar ik kon in die tabel de harttransplantaties waar het hier over gaat niet vinden en als ik lees wat het betekent zo n nieuw hart te krijgen ga ik twijfelen. Het nieuwe hart zorgt er volgens de tekst voor dat je in de wegen van God gaat wandelen. En de geest die gaat waaien zorgt ervoor dat je zijn regels in acht neemt. Daar zou het dus aan te zien moeten zijn. Maar zien we het ook? Tijdens de voorbereiding van de preek werd ik wat somber van deze vraag. In deze tekst is het zo zwart wit, je hebt een stenen hart of een vlezen hart, je doet de geboden of je doet ze niet. Daar wordt ik somber van want zo helder als het hier is, is het niet in mijn leven. Bij Jeremia kom je de vraag ook tegen over een Nubiër zijn huid kan veranderen, of een panter iets aan zijn vlekken kan doen, of wij mensen, vergroeid als wij zijn met het kwaad, in staat zouden zijn tot het doen van het goede. Dat is mijn twijfel maar tegenover mijn twijfel staat het evangelie, de blijde boodschap die mij verkondigt dat er toch een mens is die het heeft. Een hart dat leeft in het licht, een hart dat warm van liefde en klopt van bewogenheid. U heeft ongetwijfeld vaker van hem gehoord. Hij heet Jezus en hij komt uit Nazareth. Hij heeft geen last van hartverkalking. Hij doet de geboden één voor één. Hij heeft zijn naaste lief als zichzelf en God boven alles.

7 Het kan dus toch. Als we het hebben over een levend hart gaat het niet over sprookjes. Het nieuwe hart is werkelijkheid geworden in hem. Wat wij mensen zelf niet voor elkaar krijgen is wel mogelijk bij God. De nieuwe mens In Jezus zien we dus hoe dat eruit ziet, de mens met een nieuw hart en een nieuwe geest, maar nu is het niet de bedoeling dat we daar met onze armen over elkaar naar gaan staan kijken. Het mag dan zo wezen dat hij de geboden in onze plaats heeft gedaan, hij heeft ze niet gedaan opdat wij ze niet meer zouden doen, maar opdat wij ze ook zouden doen en daarom is het sinds Pinksteren gaan waaien. De Geest tovert versteende harten om in harten die in vuur en vlam staan voor de God van Israël. Helemaal uitleggen hoe hij dat doet kan ik niet, maar ik weet wel dat het alles te maken heeft met de verkondiging van het evangelie. Mensen die het evangelie horen lopen extra risico op een nieuw hart en als daar dan ook nog eens sacramenten bij komen, doop en avondmaal dan kan het eigenlijk niet anders of er veranderd diep van binnen iets. Niet dat de bijverschijnselen van hartverkalking in één keer verdwenen zijn. Misschien kan je je het wel vergelijken met het krijgen van een nieuwe knie. Met zo n nieuwe knie moet je opnieuw leren lopen en zo is dat ook met het nieuwe hart. Daar moet je mee leren leven. Je conditie is niet in één keer op peil. Met oude gewoontes zal je moeten breken. Het schijnt zelfs dat het lichaam van sommige mensen het nieuwe hart wil afstoten.

8 U begrijpt dat het dan een gevecht wordt van leven op dood. Je kunt je daar hondsberoerd bij voelen. Innerlijk verscheurd en gespleten. Maar bij het avondmaal mag je dan opademen omdat het dan even helder wordt bij wie je eigenlijk hoort. U hoort bij Christus en mocht u er na het avondmaal toe komen het te ontkennen dan is dat een leugen. Doe niet alsof u geen nieuw hart zou hebben want dan liegt u. Laat het waar wezen wat vanmorgen zichtbaar werd. Afsluiting We zijn begonnen met de vraag hoe wij bekend staan in onze omgeving. Iedereen denkt daar wel eens over na en is daar wel eens mee bezig. Met ons uiterlijk of ons gedrag hebben wij daar invloed op. Als je dat wilt kan je jezelf beter voordoen dan je bent, dan pas je je uiterlijk en je gedrag aan zonder dat er van binnen iets veranderd. Als god ingrijpt levert hij geen half werk. Hij brengt zijn volk weer terug naar het beloofde land maar kan daar niet mee volstaan. Hij geeft hen een nieuw hart en een nieuwe geest zodat ze een meer dan complete verwijzing zijn naar zijn grote naam want alle mensen moeten weten dat hij de HERE is, de God van Israël. Amen