Reacties op de internetconsultatie Implementatie van het vierde EU-Spoorwegpakket in Nederlandse Spoorwegwetgeving
|
|
- Christian Kuiper
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Reacties op de internetconsultatie Implementatie van het vierde EU-Spoorwegpakket in Nederlandse Spoorwegwetgeving Openbare internetconsultatie van 9 juni 2017 tot en met 21 juli 2017 Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) bereidt de implementatie van het vierde Spoorwegpakket in de Nederlandse Spoorwetgeving voor. Implementatie vindt plaats door aanpassing van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000, de Wet lokaal spoor en de op deze wetten gebaseerde regelgeving. Het Vierde Spoorwegpakket schrijft voor dat de marktpijler uiterlijk op 25 december 2018 geïmplementeerd moet zijn in nationale wetgeving en de technische pijler uiterlijk op 16 juni Doel van de regeling De Europese wetgever beoogt een geleidelijke openstelling van de spoorwegmarkt. Het Europese spoorverkeer mag niet belemmerd worden door landsgrenzen, technische eigenschappen en veiligheidsvoorschriften en procedures. De verbetering van de spoorwegveiligheid is hierbij een belangrijke voorwaarde. Hiertoe zijn pakketten van Europese verordeningen en richtlijnen tot stand gekomen. Het Vierde Spoorpakket is vooralsnog het laatste pakket en bestaat uit zes wetgevingsvoorstellen, onderverdeeld in een marktpijler en een technische pijler. Het is een pakket van Europese wetgevingsmaatregelen dat beoogt bij te dragen aan het verbeteren van de kwaliteit, de concurrentiekracht en de efficiency van de Europese spoorwegsector. Daarbij moet het ook de aantrekkingskracht van het spoor ten opzichte van andere vervoersmodaliteiten versterken opdat het aandeel van het spoorvervoer in het totale vervoer groter wordt. De marktpijler van het Vierde Spoorwegpakket beoogt de toegang tot de binnenlandse markt voor personenvervoer per spoor in de lidstaten te vergroten om zo voor een groei van het aanbod te zorgen en de kwaliteit en efficiëntie van het passagiersvervoer te verbeteren. Onderhandse gunning van openbare dienstcontracten voor personenvervoer per spoor blijft bestaan, maar wordt vanaf 2023 aan voorwaarden gebonden. De technische pijler betreft de herschikking van de interoperabiliteitsrichtlijn en de spoorwegveiligheidsrichtlijn. Deze is het directe gevolg van de nieuwe taken van het Spoorwegbureau van de Europese Unie (hierna: Europees Spoorwegbureau) op grond van de nieuwe Spoorwegbureau verordening. De nieuwe taken hebben betrekking op de vergunningverlening voor het in de handel brengen van voertuigen binnen de Europese Unie en de veiligheidscertificering van spoorwegondernemingen die in meerdere lidstaten opereren. Na verwerking van de opmerkingen in deze internetconsultatie zal het wetsvoorstel worden voorgelegd aan de ministerraad en na instemming van de ministerraad worden voorgelegd voor advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Nadat de Raad van State advies heeft uitgebracht zal het wetsvoorstel worden aangeboden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
2 en openbaar worden. Het ministerie zal in een verslag reageren tot welke wijzigingen de consultatie-inbreng heeft geleid. Dit zal naar verwachting eind 2017 plaatsvinden. De internetconsultatie De consultatie vond plaats om betrokkenen en belangstellenden de gelegenheid te bieden een reactie te geven op de ontwerpwijzigingen van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000, de Wet lokaal spoor. Gevraagd werd met name om aandachtspunten bij het wetsvoorstel en de uitvoerbaarheid van de voorgestelde wetsbepalingen voor de instanties die geraakt worden door de veranderingen die het Europese 4e Spoorwegpakket met zich meebrengt. Belangstellenden en betrokkenen konden bij hun reactie alle artikelen die gewijzigd zijn in het Wetsvoorstel wijziging van de Spoorwegwet in verband met het 4e Spoorwegpakket en de Memorie van Toelichting (algemeen- en artikelgewijs deel) betrekken. Dit verslag bevat een weergave op hoofdlijnen van de ontvangen reacties op de internetconsultatie. Het commentaar van de participanten betreft met name de Spoorwegwet. Er werden in totaal 10 reacties ingediend, waarvan 5 openbaar. Indieners waren NS, KNV, Vereniging Historisch Railvervoer Nederland (HRN), Shunter BV (onderhoudsorganisatie voor rollend spoorwegmaterieel en vervoerder), een partij in de spoorbranche, een particulier, twee railvervoerders, waaronder DB Cargo Nederland NV, een spooronderhoudsmaatschappij alsmede een samenwerkingsverband voor mobiliteitsbedrijven (FMN). Algemeen KNV is blij met de implementatie van het vierde EU-spoorwegpakket en met name de technische pijler. Zij is van mening dat hiermee concrete stappen worden gezet om te komen tot één Europese spoorwegruimte (SERA). HRN spreekt van een positieve ontwikkeling op het gebied van het rijden met historisch materieel, maar wijst hierbij wel op het belang van maatwerk in de uitwerking van de regelgeving. Een partij in de spoorbranche geeft aan dat de keuze voor beleidsarme implementatie logisch is, en onderschrijft deze. Ook enkele railvervoerders spreken zich uit over de nieuwe regelgeving. Shunter BV wijst erop dat op diverse vlakken de Europese doelstellingen inzake interoperabiliteit nog niet voldoende doorwerken in de praktijk en/of nationale regelgevingen en is van mening dat de voorgestelde regelgeving hier een flinke impuls aan zal kunnen geven, mits deze effectief wordt toegepast. Een andere railvervoerder ziet geen aandachtspunten of problemen betreffende uitvoerbaarheid van de regelgeving. DB Cargo Nederland NV daarentegen is van mening dat in het algemeen de toegankelijkheid en duidelijkheid van de Spoorwegwet met de voorgenomen wetswijziging niet verbetert, en ziet hierbij tevens nalevingsproblemen en uitvoerbaarheidsproblemen voor spoorwegondernemingen. Een samenwerkingsverband van mobiliteitsbedrijven merkt op dat naar zijn mening de voorstellen incompleet, prematuur en gedeeltelijk ook in strijd zijn met de Europese richtlijnen. Deze participant wijst erop dat er een compleet beeld van de voorgenomen wet- en regelgeving noodzakelijk is, en dat dit naar zijn mening ontbreekt.
3 Beheer spoor Een partij in de spoorbranche vraagt aandacht voor de rol van de infrabeheerder bij materieeltoelating, en stelt dat de infrabeheerder zolang interoperabiliteit van het gehele spoorwegsysteem nog niet is bereikt, te allen tijde moet kunnen adviseren bij het toelaten van materieel op de Nederlandse spoorweginfrastructuur. KNV vindt het vierde EU spoorwegpakket met name gericht op interoperabiliteit in Europa en samenwerking tussen Europese infrastructuurbeheerders, maar is van mening dat ook de samenwerking tussen beheerders in Nederland goed moet worden ingericht. Shunter BV is van mening dat de interoperabiliteit vergroot zou moeten worden door de infrastructuurbeheerders te dwingen de grensbaanvakken zo uit te rusten dat toegelaten voertuigen uit beide betreffende landen hier zonder beperkingen kunnen rijden. Een samenwerkingsverband van mobiliteitsbedrijven stelt voor om in artikel 16 toe te voegen, dat een planning waarbij door hen geuite zorgpunten niet door de beheerder zijn weggenomen, door de beheerder schriftelijk moet worden gemotiveerd. NS verzoekt in artikel 16a op te nemen dat de beheerder en de spoorwegonderneming aparte rechtspersonen moeten zijn. Shunter BV verzoekt onderscheid te maken tussen beheerders van hoofdspoorweginfrastructuur en secundaire infrastructuur welke als toegang dient tot bijvoorbeeld werkplaatsen of privéterreinen. Administratieve lasten KNV vindt dat met de voorgestelde wijzigingen grondslagen voor nadere regulering worden geschapen (o.a. artikel 3a, 26t, 26w, 36, etc.) om meer administratieve lasten voor vervoerders te veroorzaken, en is van mening dat dit de concurrentiepositie van het spoorgoederenvervoer zal verslechteren. Ook DB Cargo Nederland NV spreekt in het verlengde hiervan de vrees uit dat bij implementatie van het vierde spoorpakket de administratieve lasten zullen toenemen. Definities Een partij in de spoorbranche merkt op dat door de voorgestelde wijze van implementatie de Spoorwegwet straks twee soorten definities zal bevatten, nl. door de Nederlandse wetgever aangepaste Europese definities en de één op één overgenomen Europese definities. Deze participant acht dit niet wenselijk, en geeft aan het van belang te vinden dat de Nederlandse wetgever het Europese recht nader duidt met het oog op de toepassing daarvan in de Nederlandse context. Shunter BV is in dit verband van mening dat de ruimte die in artikel 26f wordt gelaten voor nationale interpretatie van Europese voorschriften de interoperabiliteit kan hinderen. DB Cargo Nederland NV is van mening dat de toepassing van meerdere definities in artikel 1 niet consistent is, daar soms wordt verwezen naar een definitie in de te implementeren richtlijnen, soms een definitie letterlijk wordt overgenomen, soms afwijkt en soms niet helemaal duidelijk is. NS merkt op dat de definities uit de verschillende te implementeren richtlijnen op verschillende wijze door het ministerie van IenM zijn verwerkt in het wetsvoorstel. Een samenwerkingsverband van mobiliteitsbedrijven stelt in het verlengde hiervan dat de definitie van verbetering elementen bevat die, afgaand op de tekst van de Sera-richtlijn, niet nodig zijn. Ook wordt gewezen op het door elkaar gebruiken van de termen inzetcertificaat, indienststellingsvergunning en voertuigvergunning.
4 Implementatie van nadere regelgeving NS geeft aan dat de Spoorwegwet op veel onderwerpen de bepaling bevat dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels kunnen worden gesteld, en ziet het als een nadeel dat de markt moet afwachten of dergelijke, nieuwe, lagere regelgeving gaat komen, of dat de verwijzingen betrekking hebben op wijziging van bestaande lagere regelgeving. Een partij in de spoorbranche stelt dat de keuze van de wetgever om bij eerdere implementatie van richtlijnen niet consequent het Europese recht één op één te implementeren hinder oplevert bij zijn beheerstaken. KNV waarschuwt ervoor dat nadere regulering de concurrentiepositie van het spoorgoederenvervoer zal kunnen verslechteren. Shunter BV stelt dat in de voorgestelde regelgeving ruim afgeweken kan worden van Europese voorschriften, en pleit voor inkadering om onder meer gelijke speelvelden in Europa te creëren, en zo een hoge mate van interoperabiliteit te behouden. Een samenwerkingsverband van mobiliteitsbedrijven merkt in het verlengde hiervan op dat teveel ruimte voor nationale regelgeving de interoperabiliteit en open access nadelig kunnen beïnvloeden of beperken, hetgeen volgens deze participant onder meer in strijd is met de geest van de Europese richtlijnen. Deze participant stelt dat terughoudendheid bij het invullen van deze ministeriële regeling van belang is, en pleit tevens voor een tweede consultatie over het integrale pakket regelgeving. Ook wordt geadviseerd eventueel aanvullende compatibiliteits- en andere eisen primair door aanpassing van het subsysteem spoorweginfrastructuur vorm te laten krijgen. Tot slot merkt het samenwerkingsverband op dat het vanaf 2020 afschaffen van openbare dienstcontracten op grond van de Sera-richtlijn nog onvoldoende tot uitdrukking wordt gebracht in de nationale wetgeving. Onderhoud spoorweginfrastructuur KNV benadrukt het belang van goed en efficiënt onderhoud van het spoor en pleit ervoor om onderhoudscontracten stabiel in de markt te zetten, waardoor spooraannemers robuust en duurzaam kunnen opereren ten behoeve van maximale beschikbaarheid. Shunter BV verzoekt een bepaling in de wetgeving op te nemen die de infrastructuurbeheerder verplicht ontvankelijk te zijn voor onderhoudsverzoeken van de gebruikers. Onderhoud spoorvoertuigen NS vraagt zich af of, gelet op het voornemen om tot een verordening te komen over onderhoudswerkplaatsen alsmede gelet op het tot stand komen van een systeem voor de certificering van met het onderhoud van goederenwagens belaste entiteiten, de minister niet teveel vooruitloopt op een mogelijke toekomstige situatie. HRN merkt op dat artikel 37 zo geformuleerd is dat dit van toepassing is op elk in Nederland rijdend voertuig en niet meer alleen op voertuigen die in het Nederlandse voertuigregister zijn opgenomen. De participant vraagt zich af of dit zou betekenen dat buitenlandse voertuigen die voor een manifestatie naar Nederland komen ook aan dit artikel moeten voldoen. HRN merkt op over artikel 36 lid 5 betreffende de met het onderhoud belaste entiteit van spoorvoertuigen, niet zijnde goederenwagens, dat de Spoorwegwet hier een voorbehoud lijkt te maken voor het al dan niet verplicht worden van een ECM certificaat, en vraagt zich af hoe dit is geregeld in andere Europese landen. Deze participant is van mening dat dit de concurrentiepositie van partijen die internationaal opereren en/of internationaal rijdende voertuigen onderhouden, zou kunnen schaden.
5 Openbare aanbesteding dienstcontracten Een samenwerkingsverband van mobiliteitsbedrijven merkt op dat de primaire doelstelling van de PSO-verordening binnen het Vierde Spoorpakket is, dat openbare dienstcontracten voor personenvervoer per spoor moeten worden aanbesteed, en daarbij het principe openbare aanbesteding, tenzij geldt. De participant constateert dat voorstellen voor wijziging van de Wp2000 echter uitgaan van het tegenovergestelde (er wordt onderhands gegund, tenzij) en acht dit ongewenst. Tevens merkt het samenwerkingsverband op dat in de Wp 2000 een clausule staat die de werking van de Sera-richtlijn, volgens welke spoorwegondernemingen vanaf 2020 recht op toegang tot de spoorweginfrastructuur in een lidstaat om binnenlandse personenvervoerdiensten per spoor uit te voeren zonder openbaardienstcontract, beperkt, en verzoekt deze clausule te verwijderen. Proceduretermijnen NS merkt op dat op een aantal plaatsen in de wet van de Algemene wet bestuursrecht ( Awb ) afwijkende termijnen worden gebruikt en wijst erop dat het wenselijk is zoveel mogelijk de termijnen uit de Awb in acht te nemen. Een partij in de spoorbranche benadrukt in het verlengde hiervan het belang van eenheid van bestuursrechtelijke procedures, en is van mening dat elke afwijking hiervan deugdelijk gemotiveerd moet worden. Shunter BV brengt naar voren dat in artikel 26 diverse beslissings- en/of reactie termijnen worden beschreven. De participant wijst erop dat deze door hem en zijn klanten als lang worden beschouwd. Voertuig- en infrastructuurregister NS merkt op dat op grond van Artikel 5, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit van de Commissie de lidstaten er op moeten toezien dat de gegevens in het infrastructuurregister betrouwbaar en actueel zijn. NS zou graag zien dat deze twee eisen worden opgenomen in artikel 26v Spoorwegwet en dat ILT toeziet op de nakoming daarvan door de beheerder. Shunter BV merkt op met betrekking tot het voertuigregister dat raadzaam lijkt voorafgaand aan de implementatie van de nieuwe Spoorwegwet in nauwe samenwerking en afstemming met materieeleigenaren een inhaalslag te maken in de synchronisatie van het NVR met in het verleden verleende vergunningen. Ook is de participant van mening dat de procedure voor het wijzigen van het register aangevuld dient te worden, zodat ook de ECM die wordt aangewezen door de houder een handtekening zet voor zijn aanstelling. Een samenwerkingsverband van mobiliteitsbedrijven merkt op dat in de Spoorwegwet is bepaald dat Onze Minister de inschrijving in het voertuigregister kan wijzigen of kan schrappen, en acht het gezien het feit dat spoorvoertuigen niet door de minister maar door andere partijen worden ingezet, wenselijk dat alvorens tot een dergelijke wijziging of schrapping over wordt gegaan, de betrokken voertuighouder en eigenaar worden geïnformeerd en deze in de gelegenheid word gesteld zijn opinie hierover te geven. Een adviesbureau wijst erop dat in tegenstelling tot hetgeen is vermeld in art 26, het niet meer de Minister is die een voertuigvergunning verleent, maar dat de Lidstaat een voertuigregister moet bijhouden. Deze participant is van mening dat geregeld zal moeten worden dat de spoorwegonderneming een door de infrabeheerder toegelaten voertuig meldt en verzoekt dit voertuig op te nemen in het register.
6 Toelatingseisen spoorvoertuigen NS merkt op dat in de Spoorwegwet is opgenomen dat, voordat de Minister een voertuigvergunning verleent, hij de beheerder moet horen. De participant wijst er hierbij op dat in het vierde spoorwegpakket de beheerder geen formele rol meer speelt bij de procedure tot voertuigtoelating, en stelt dan ook voor om het vooraf moeten horen van de beheerder te schrappen uit de artikelen. Indien naar het oordeel van de Minister de beheerder toch een rol zou moeten blijven spelen bij voertuigtoelating, dan moet duidelijkheid komen over de criteria die de beheerder hanteert en de daarbij te volgen procedure. KNV meldt dat vervoerende aannemers zich zorgen maken over de moeilijke en soms conflicterende toelatingsvereisten voor spoorvoertuigen die door de diverse lidstaten worden gesteld, en wijst erop dat spooronderhoudsmachines niet gebouwd zijn volgens de TSI standaard. Een spooronderhoudsbedrijf deelt deze mening. HRN vraagt zich af of een ontheffingsmogelijkheid voor incidenteel gebruikte voertuigen ook voor historische voertuigen geldt, en geeft hierbij aan dit een goede ontwikkeling zou zijn, waarbij de participant tevens vermeldt het gewenst te vinden dat dit in de Toelichting duidelijker tot uiting wordt gebracht. Een samenwerkingsverband van mobiliteitsbedrijven reageert positief op het feit dat op diverse plaatsen in hoofdstuk 2a Spw wordt de mogelijkheid wordt geboden ontheffing te verlenen van zekere verplichtingen, en is van mening dat dit meer maatwerk en flexibiliteit met zich kan brengen. Wel wijst de participant erop dat kunnen verlenen een beleidsvrijheid suggereert die volgens hem niet strookt met het in de Interoperabiliteitsrichtlijn neergelegde regime. Ook stelt het samenwerkingsverband naar aanleiding van de regel dat een voertuigvergunning onder beperkingen en voorwaarden kan worden verleend dat van de overheid gevraagd mag worden, dat dergelijke beperkingen en voorwaarden gebaseerd zijn op objectieve, onafhankelijke vaststellingen en daarom gekoppeld worden aan de in het technisch dossier opgenomen informatie. Spoorwegveiligheid Een particulier is van mening dat in de omzetting de veiligheidscultuur ontbreekt. Deze participant merkt op dat lidstaten moeten zorgen voor handhaving van het veiligheidsniveau, en hiervoor een instrument bestaat, nl het directeurenoverleg spoorwegveiligheid. Deze adviseert dit overleg een wettelijke status te geven en de sector te verplichten de uitkomsten van dit directeurenoverleg ook uit te voeren. Tevens merkt het adviesbureau op dat aanbevelingen van de onderzoeksraad gericht moeten zijn aan de NSA, maar de richtlijn in art 16en 17 voorziet wat de NSA met die aanbevelingen moet doen. NS stelt vragen over het stellen van nadere regels over spoorwegveiligheid en overdracht van spoorvoertuigen. NS zou graag weten of er lagere regelgeving zal komen betreffende het voorgestelde artikel 3a over veiligheidsmaatregelen en het uitwisselen of overdragen van spoorvoertuigen tussen spoorwegondernemingen, en stelt tevens voor in de Spoorwegwet een algemene veiligheidsbepaling op te nemen ter implementatie van artikel 4, eerste lid, aanhef en onderaan, Spoorwegveiligheidsrichtlijn, ondanks dat deze bepaling is gericht aan de lidstaten. NS merkt tevens op dat in artikel 32, tweede lid, Spoorwegwet invulling wordt gegeven aan artikel 10, achtste lid, Spoorwegveiligheidsrichtlijn, en wijst erop dat in dit artikellid het vereiste ontbreekt dat nationale veiligheidsinstanties met elkaar in overleg treden en dat een zogenaamde raadpleging van de betrokken veiligheidsinstanties per geval kan
7 geschieden of kan worden vastgelegd in een grensoverschrijdend akkoord tussen de lidstaten of de nationale veiligheidsinstanties. NS juicht toe dat de in Artikel 33 opgenomen grond voor schorsing en intrekking handelen in strijd met de voorwaarden - duidelijk is omschreven, maar vraagt zich hierbij wel af of er geen behoefte zal blijven bestaan om ook om andere redenen dan het niet voldoen aan de voorwaarden van het veiligheidscertificaat een certificaat in te trekken. Een samenwerkingsverband van mobiliteitsbedrijven merkt op dat in de Spoorwegveiligheidsrichtlijn gekozen is voor een inperking op de reikwijdte die niet terug te vinden is in (implementatie in) de Spoorwegwet. De participant beveelt dan ook aan hetzij de door Europa mogelijk gemaakte uitsluitingen uitdrukkelijk te aanvaarden of te verwerpen, hetzij per optionele uitsluitingsmogelijkheid in de spoorwegwetgeving op te nemen of deze uitsluiting al dan niet van toepassing is in Nederland. NS geeft aan dat in artikel 34 waarin de Minister bij constatering van een ernstig veiligheidsrisico de bevoegdheid krijgt onmiddellijk tijdelijke maatregelen te nemen ten aanzien van de risicoveroorzakende activiteiten van een spoorwegonderneming, de term ernstig veiligheidsrisico ruim, subjectief, en niet duidelijk is beschreven, en stelt voor dit artikel te schrappen. Een samenwerkingsverband van mobiliteitsbedrijven is in het verlengde hiervan van mening dat deze bevoegdheid verstrekkend is, en voor de betrokken onderneming ingrijpend. De participant is van mening dat een dergelijk ingrijpen slechts mag plaatsvinden indien de beslissing daartoe kan worden gestaafd met bewijs, en de maatregelen voldoen aan eisen van redelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit. Veiligheidscertificaat Een partij in de spoorbranche ondersteunt de lijn om door standaardisatie van materieel, infrastructuur en vergunningen de lastendruk voor spoorwegondernemingen omlaag te brengen, en benadrukt dat deze betrokken wil blijven bij de certificering van materieel, ook als hierover de uiteindelijke beslissing buiten Nederland wordt genomen. HRN geeft aan dat voor de Vereniging twee verschillende situaties relevant zijn, namelijk uitsluitend lokaal benutten van een klein gedeelte van de hoofdspoorweg, en het incidenteel, rijden over langere afstanden op de hoofdspoorweg. Deze participant geeft aan in het voorstel een samenhangende benadering te missen voor de twee genoemde situaties. Een samenwerkingsverband van mobiliteitsbedrijven merkt op dat de ruime bevoegdheid van ILT om te bezien hoe deze kan omgaan met interimoplossingen door middel van het hanteren van veiligheidscertificaten met korte looptijd de aanvrager weinig houvast biedt, en verzoekt duidelijkheid te verschaffen door termijnstelling of vooraf door de ILT bekend te maken elementen die het informatiedossier moet bevatten om het te kunnen kwalificeren als de vereiste informatie. Verder is deze participant van mening dat eventueel door ILT geconstateerd verzuim weinig ruimte biedt voor discussie of daadwerkelijk sprake is van een verzuim, of bijvoorbeeld alleen van een interpretatieverschil. Het samenwerkingsverband geeft aan het wenselijk te vinden dat alvorens te komen tot de (zware) kwalificatie verzuim, een verzoek om nadere verificaties gedaan, naar analogie van bijvoorbeeld artikel 16 lid 1 Interoperabiliteitsrichtlijn.
8 Overgangsrecht NS merkt op dat het derde lid van artikel 123a bepaalt dat bij wege van overgangsrecht een aanvraag voor een aanvullende vergunning voor indienststelling van een spoorvoertuig of een subsysteem moet worden doorgestuurd naar de ERA voor verdere behandeling. De participant vraagt zich af wat ERA daar vervolgens mee kan doen nu het Europese recht het fenomeen aanvullende vergunning voor indienststelling niet meer kent. HRN stelt dat het niet duidelijk is in welke mate de overgangsregeling voor bestaande voertuigen wordt overgezet in een nieuwe regeling van vergelijkbare strekking, en welke gevolgen daar eventueel aan verbonden kunnen zijn. Overig NS verzoekt aan te geven of en hoe het Besluit personenvervoer 2000, het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorwegen en/of onderliggende ministeriële regelingen zullen worden gewijzigd of aangevuld, wat daarvoor de planning is en op welke wijze deze wijzigingen met de markt zullen worden geconsulteerd. NS betreurt het dat gevolgen voor de marktpijler niet zijn beschreven daar dit onderwerp in Brussel tot een uitvoerig politiek debat heeft geleid, en vraagt zich af of de voorgenomen planning ruimte laat om nog een compleet concept ter consultatie aan de markt voor te leggen. Een partij in de spoorbranche geeft aan problemen te verwachten bij het tijdig verkrijgen van indienststellingsvergunningen en verzoekt het wetsvoorstel zodanig aan te passen dat de huidige werkwijze met betrekking tot het verkrijgen van indienststellingsvergunningen bestendigd kan worden. DB Cargo Nederland NV merkt op dat in de conceptregelgeving op meerdere plaatsen een delegatiegrondslag wordt opgenomen om in materiële wetgeving nadere regels te stellen, en geeft aan van mening te zijn dat in de richtlijnen hiervoor een grondslag ontbreekt, en dat dit tevens niet past bij de te implementeren Europese regels. KNV geeft aan blij te zijn dat het Europese Spoorwegbureau de systeemautoriteit voor ERTMS wordt waardoor volgens deze participant geborgd wordt dat het Nederlandse ERTMSsysteem interoperabel is met andere Europese landen. Een samenwerkingsverband van mobiliteitsbedrijven merkt op dat het erop lijkt dat de wijzigingen met betrekking tot de reikwijdte van de Interoperabiliteitsrichtlijn, Veiligheidsrichtlijn en Sera-Richtlijn niet in de Spoorwegwet zijn opgenomen, terwijl deze op het toepassingsbereik voor de spoorpraktijk van belang zijn.
Verwerking van de reacties op de internetconsultatie Implementatie van het vierde EU-Spoorwegpakket in Nederlandse Spoorwegwetgeving
Verwerking van de reacties op de internetconsultatie Implementatie van het vierde EU-Spoorwegpakket in Nederlandse Spoorwegwetgeving Openbare internetconsultatie van 9 juni 2017 tot en met 21 juli 2017
Nadere informatieLagere regelgeving implementatie Vierde Spoorwegpakket
Hoofdlijnenverslag van de internetconsultatie Lagere regelgeving implementatie Vierde Spoorwegpakket Openbare internetconsultatie van 28 september tot en met 9 november 2018 Het Ministerie van Infrastructuur
Nadere informatieConcept voor internetconsultatie (juni 2017)
Wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn 2016/797/EU van het Europees parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende
Nadere informatieAan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Veldhoven,
Retouradres: Postbus 16228 2500 BE Den Haag Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus 20901 2500 EK DEN HAAG Datum 12 november 2018 Onderwerp Lagere
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.1.2016 COM(2016) 36 final 2013/0014 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER Brussel, 10 juli 2018 Annuleert en vervangt de kennisgeving van 27 februari 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD
Nadere informatieGelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;
Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 61 Wet van 30 januari 2019 tot wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten in verband met de implementatie
Nadere informatieLagere regelgeving voor de implementatie van het Europese Vierde Spoorwegpakket
Lagere regelgeving voor de implementatie van het Europese Vierde Spoorwegpakket Dit document bestaat uit meerdere besluiten en ministeriële regelingen. Allereerst volgt de lagere regelgeving van de Markpijler
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.3.2018 C(2018) 1392 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.3.2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden inzake de eisen voor
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4831 14 maart 2012 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 5 maart 2012, nr. IENM/BSK-2012/23596, tot
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.10.2016 COM(2016) 691 final/2 2013/0029 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.10.2016 COM(2016) 689 final 2013/0028 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking
Nadere informatie4 e spoorpakket. Masja Stefanski. Directie Openbaar Vervoer en Spoor
4 e spoorpakket Masja Stefanski Directie Openbaar Vervoer en Spoor 16 mei 2013 Inhoudsopgave 1. Historie Europese spoorregelgeving 2. Nederlandse spoormarkt en Lange termijn spooragenda 3. Inhoud 4 de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 914 Wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2016/797
Nadere informatieHSL-Zuid en grensbaanvak Venlo-DL
Reacties op de internetconsultatie Wijzigingsregeling indienststelling spoorvoertuigen ivm toelating HSL-Zuid en grensbaanvak Venlo-DL Openbare internetconsultatie van 24-mei 2016 tot en met 24 juni 2016
Nadere informatieAlgemeen deel van de toelichting Inhoudsopgave
Algemeen deel van de toelichting Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Strekking van het wetsvoorstel 1.2 Doelstelling van het Vierde Spoorwegpakket 1.3 De implementatie in de Nederlandse regelgeving 1.4 Korte
Nadere informatieArtikelsgewijs. Artikel I (Spoorwegwet) Artikel I, onderdeel A (artikel 1)
Artikelsgewijs Artikel I (Spoorwegwet) Artikel I, onderdeel A (artikel 1) Onderdeel A bevat een voorstel tot wijziging van de definitiebepalingen in artikel 1 van de Spoorwegwet. Er is zoveel mogelijk
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 965 Wijziging van de Spoorwegwet en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 474 Wijziging van de Spoorwegwet ter nadere implementatie van richtlijn 2004/49/EG inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 203 Besluit van 27 mei 2019 tot wijziging van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen, het Besluit spoorverkeer
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 202 Besluit van 27 mei 2019 tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 2016/2338 van het Europees
Nadere informatieReacties van ministerie van Infrastructuur en Milieu op de internetconsultatie
Reacties van ministerie van Infrastructuur en Milieu op de internetconsultatie Regeling omgevingsregime hoofdspoorwegen Openbare internetconsultatie van 15 maart 2016 tot en met 12 april 2016 d.d. 7 juli
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.2.2018 C(2018) 860 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 16.2.2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke veiligheidsmethoden voor toezicht door
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 591 Wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER
Nadere informatieMethodiek voor de analyse van het economisch evenwicht van een concessie voor openbaar personenvervoer per spoor
Methodiek voor de analyse van het economisch evenwicht van een concessie voor openbaar personenvervoer per spoor 1 Inleiding 1. Per dienstregelingsjaar 2021 is het in Nederland mogelijk om op basis van
Nadere informatieEUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 april 2004 (OR. en) 2002/0025 (COD) C5-0156/04 PE-CONS 3641/04 TRANS 134 CODEC 408 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Richtlijn
Nadere informatieOverzicht van stemmingen in de Tweede Kamer
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat Betreffende wetsvoorstel: 34914 Wijziging van de Spoorwegwet,
Nadere informatieRegeling Spoorwegpersoneel 2011
Hoofdlijnenverslag van de internetconsultatie Regeling Spoorwegpersoneel 2011 Openbare internetconsultatie van 25 oktober tot en met 22 november 2018 Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst)
L 85 I/60 27.3.2019 VERORDENING (EU) 2019/503 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 maart 2019 betreffende bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en spoorverbindingen in verband met de terugtrekking
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 914 Wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2016/797
Nadere informatieNota naar aanleiding van het verslag
Wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende
Nadere informatieVierde Spoorwegpakket
Journée Schadee Rotterdam 13 april 2017 Adriaan Hagdorn Bedrijfsjurist NS Legal Vertrekstation 1991 Van Miert wil gebruik spoorwegen vrij maken Trein oplossing voor vervoerprobleem" BRUSSEL - De Belg Van
Nadere informatieTaken van de veiligheidsinstantie DVIS 27/02/2012
27/02/2012 2 Afgifte, vernieuwing, wijziging en intrekking van de veiligheidscertificaten voor spoorwegondernemingen Deel A : voor de spoorwegonderneming die haar allereerste activiteit in België opstart.
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van {X}, nr. {X}, tot wijziging van de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 en enkele andere regelingen voor het jaar 2018 in verband met
Nadere informatieKoninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn ALGEMEEN 1.1 In de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn ('Implementatiewet') worden wijzigingen
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 12.2.2019 COM(2019) 88 final 2019/0040 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en
Nadere informatie1 van :40
1 van 5 30-12-2013 21:40 Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen (Tekst geldend op: 30-12-2013) Besluit van 3 december 2004, houdende nadere regels over de bedrijfsvergunning
Nadere informatieL 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie
L 320/8 Publicatieblad van de Europese Unie 17.11.2012 VERORDENING (EU) Nr. 1078/2012 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2012 betreffende een gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor de controle die moet
Nadere informatie1. Procedure toelating tot indienststelling : zie hoofdstukken II, III,IV en VI. 2. Aanvraag toelating voertuigtype : zie hoofdstuk V en VII
KONINKRIJK BELGIË Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit der Spoorwegen HANDLEIDING VOOR HET BEKOMEN VAN EEN TOELATING OF BESLISSING VAN DE VEILIGHEIDSINSTANTIE BETREFFENDE STRUCTURELE SUBSYSTEMEN In
Nadere informatieModernisering van de Spoorwegregelgeving. 2 e stakeholderbijeenkomst, 30 november 2018
Modernisering van de Spoorwegregelgeving 2 e stakeholderbijeenkomst, 30 november 2018 De agenda vandaag Tijdstip 09.00 uur Inloop 09.30 uur Welkom en inleiding Huishoudelijke mededelingen Stand van zaken
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 010 011 3 830 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn
Nadere informatieWijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart)
Nota naar aanleiding van het verslag Wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart) Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor
Nadere informatie***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING
Europees Parlement 2014-2019 Commissie vervoer en toerisme 2013/0028(COD) 21.10.2016 ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op
Nadere informatie(Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN EUROPESE COMMISSIE
19.7.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 253/1 I (Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN EUROPESE COMMISSIE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 18 juli 2018 betreffende richtsnoeren
Nadere informatieWERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. Begeleidend document bij
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.1.2013 SWD(2013) 9 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING Begeleidend document bij Voorstel voor een verordening van het
Nadere informatie*** ONTWERPAANBEVELING
EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie juridische zaken 26.9.2014 2013/0184(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad inzake de goedkeuring namens de Europese Unie van het Protocol
Nadere informatieMemorie van antwoord. Algemeen
34914 Wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016
Nadere informatieAanvraag Beschikking registratie spoorvoertuigen
Aanvraag Beschikking registratie spoorvoertuigen (Hoofdspoorweginfrastructuur) Met dit formulier kunt u uw voertuig(en) in het nationaal voertuigregister laten inschrijven. U kunt uw bestaande inschrijving
Nadere informatieRegels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)
Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt: A In artikel 1 vervalt
Nadere informatieVERSLAG VAN DE COMMISSIE
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.9.2018 COM(2018) 623 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE Over de voortgang bij de voorbereiding van het Spoorwegbureau van de Europese Unie op de uitbreiding van zijn bevoegdheden
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst)
L 185/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1136 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 896 Regeling van het beroepsgoederenvervoer en het eigen vervoer met vrachtauto s (Wet wegvervoer goederen) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 543 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieNota naar aanleiding van het verslag. Inleiding
34 914 Wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nummer 200043 / 5.B603 Betreft
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 9 Wet van 19 november 2014 tot wijziging van de Spoorwegwet en de Wet personenvervoer 2000 in verband met een tweede tranche van uitvoeringsmaatregelen
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7.1, eerste en tweede lid, van de Wet luchtvaart;
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35918 11 juli 2019 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 27 juni 2019, nr. IENW/BSK-2019/104331,
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 914 Wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2016/797
Nadere informatieOp 12 oktober 2018 heeft u het voorstel voor de Regeling Tachografen aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.
Retouradres: Postbus 16228 2500 BE Den Haag Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Datum 1 november 2018 Onderwerp Regeling Tachografen
Nadere informatieReactie van ministerie van Infrastructuur op de internetconsultatie Experimenteerwet zelfrijdende auto
Reactie van ministerie van Infrastructuur op de internetconsultatie Experimenteerwet zelfrijdende auto Openbare internetconsultatie van 7 juni 2016 tot en met 1 september 2016 De regering wil experimenten
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.5.2019 COM(2019) 221 final 2019/0107 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot machtiging van Duitsland om zijn huidige bilaterale overeenkomst
Nadere informatiea) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal law.
Fiche 2: Richtlijnvoorstel strafbaarstelling witwassen 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on countering money laundering by criminal
Nadere informatieNa overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Dr. R.H.A. Plasterk Postbus 20011 2500 EA Den Haag bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag
Nadere informatieIndexering tarieven 2018 Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
Verslag van de internetconsultatie Indexering tarieven 2018 Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) Openbare internetconsultatie van 29 november tot en met 13 december Het ministerie van Infrastructuur
Nadere informatieRegels over de aanleg, het beheer, het gebruik en de veiligheid van lokale spoorwegen (Wet lokaal spoor)
Regels over de aanleg, het beheer, het gebruik en de veiligheid van lokale spoorwegen (Wet lokaal spoor) NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET NADER VERSLAG Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het nader
Nadere informatieBeantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)
Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Herziening ministeriele regeling spoorverkeer 1. Specificeren bij welke aanwijzingen cf. art. 36 trein stilgezet
Nadere informatiede Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen
de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Ministerie van Justitie en Veiligheid Ingediend op https://www.internetconsultatie.nl/moderniseringpersonenvennootschap Amsterdam, 29
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG. Advisering Besluit langdurige zorg.
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 235 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek, de Wet op de economische delicten en enige fiscale wetten ter implementatie
Nadere informatie2. Format werkafspraken Gemeente Barendrecht en Bureau BIBOB
2. Format werkafspraken Gemeente Barendrecht en Bureau BIBOB Doel van de overeenkomst Bureau BIBOB (verder: het Bureau) hecht aan een goede samenwerking met bestuursorganen die bij het Bureau adviesverzoeken
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 779 Wijziging van de Wet kabelbaaninstallaties in verband met Verordening (EU) nr. 2016/424 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie
L 3/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/6 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2017 betreffende het Europees implementatieplan voor ERTMS DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de
Nadere informatieOpenbare internetconsultatie van 2 juni 2016 tot en met 3 juli 2016
Reactie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu op de internetconsultatie Wijzigingen van de WvW1994 in verband met de invoering van 2toDrive (begeleid rijden) Openbare internetconsultatie van
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 272 Wijziging van onder meer de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties in verband met de implementatie van Richtlijn 2013/55/EU van
Nadere informatieOntwerpbesluit, houdende de regeling van enkele onderwerpen van de Aanbestedingswet (Aanbestedingsbesluit), met nota van toelichting.
dit advies dit advies Adviezen Print E-mail ZAAKNUMMER W15.12.0455/IV DATUM VAN ADVIES donderdag 20 december 2012 SOORT Algemene maatregel van bestuur MINISTERIE Economische Zaken VINDPLAATS Ontwerpbesluit,
Nadere informatieAdvies inzake wijziging van het Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand
Aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA s-gravenhage Inlichtingen mw. mr. R. Hoorweg T (070) 426 6266 F (070) 426 6000 Uw kenmerk 1 van 5 Onderwerp Advies
Nadere informatiede Koning > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Financiele Markten
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de Koning Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief (kenmerk) Datum 24 september 2015 Betreft Nader rapport
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 215 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieBesluit Regels in het belang van de verkeersveiligheid Lokaal spoor in de Stadsregio Amsterdam
Besluit Regels in het belang van de verkeersveiligheid Lokaal spoor in de Stadsregio Amsterdam Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam Beslissende over Regels in het belang van de verkeersveiligheid
Nadere informatieBesluit keuring spoorvoertuigen
Besluit keuring spoorvoertuigen NOTA VAN TOELICHTING Algemeen Het voorliggende besluit strekt tot uitvoering van de Spoorwegwet met name waar het gaat om de keuring, certificering, onderhoud en herstel
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 239 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met de uitvoering van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 wordt als volgt gewijzigd:
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 45242 14 december 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 10 december 2015, nr. IENM/BSK-2015/228712,
Nadere informatieBesluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:
Besluit van tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 in verband met de ingangsdata van de aanbestedingsverplichting in het openbaar vervoer en de verlenging van de maximale concessieduur Op de
Nadere informatieHet Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:
Besluit van tot wijziging van het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur (implementatie richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische
Nadere informatieGelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016
1/5 Advies nr. 111/2018 van 7 november 2018 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst)
27.5.2019 L 139 I/103 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/775 VAN DE COMMISSIE van 16 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 454/2011 met betrekking tot veranderingsbeheer (Voor de EER relevante
Nadere informatieSTICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam
Convenant tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de Stichting DSI inzake vakbekwaamheid van Relevante personen werkzaam onder de verantwoordelijkheid van Ondernemingen STICHTING AUTORITEIT
Nadere informatieNo.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015
... No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 Bij Kabinetsmissive van 9 juli 2015, no.2015001243, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van
Nadere informatieHieronder treft u aan een samenvatting van de onderwerpen op de agenda van de Transportraad van 11 maart 2013.
GEANNOTEERDE AGENDA EU TRANSPORTRAAD 11 MAART 2013 Hieronder treft u aan een samenvatting van de onderwerpen op de agenda van de Transportraad van 11 maart 2013. Tijdens de Transportraad zal een beleidsdebat
Nadere informatieRichtsnoeren voor de praktische regelingen voor de procedure inzake vergunningen voor voertuigen
Making the railway system work better for society. Richtsnoeren voor de praktische regelingen voor de procedure inzake vergunningen voor voertuigen Naam Opgesteld door Gevalideerd door Goedgekeurd door
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 688 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met de implementatie
Nadere informatieBrussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet
EUROPESE CONVENTIE Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT CONV 738/03 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet Het secretariaat
Nadere informatieVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.4.2019 C(2019) 2615 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 5.4.2019 tot wijziging van bijlage VI bij Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake
Nadere informatieMEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.12.2014 COM(2014) 740 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT betreffende het voortgangsverslag over de tenuitvoerlegging van de Spoorwegveiligheidsrichtlijn
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregel vernieuwingen of verbeteringen aan spoorvoertuigen Spoorwegwet
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20650 28 juli 2014 Beleidsregel vernieuwingen of verbeteringen aan spoorvoertuigen Spoorwegwet Datum: 14 juli 2014 Kenmerk:
Nadere informatieDAGELIJKS BESTUUR. B-3c. Mandatering handhavingsbevoegdheden Wet lokaal spoor Portefeuillehouder Verkeer Annemarie Smit. Gevraagde beslissing:
agendapunt : B-3c vergaderdatum : 8 oktober 2015 onderwerp : aangemeld door : behandelend ambtenaar : paraaf afdelingshoofd : Mandatering handhavingsbevoegdheden Wet lokaal spoor Portefeuillehouder Verkeer
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 11 september 2014 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 11 september 2014 (OR. en) 12761/1/14 REV 1 TRANS 403 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 8 september 2014 aan: Nr. Comdoc.: D033759/03 Betreft: het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 527 Regels omtrent de basisregistratie grootschalige topografie (Wet basisregistratie grootschalige topografie) Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE
Nadere informatie