Shell vs. Exxon en BP

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Shell vs. Exxon en BP"

Transcriptie

1 Shell vs. Exxon en BP Een bedrijfseconomische vergelijking in de naoorlogse periode Gerben Bergman Studentnummer: Doctoraalscriptie Economische en Historische Studies Universiteit Utrecht Docent: Jan Luiten van Zanden

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Shell, Exxon en BP tot tot de oliecrisis van tot en met tot heden 6. Conclusie Overzicht van geraadpleegde werken

3 1. Inleiding Het einde van de Tweede Wereldoorlog markeerde een fundamentele omslag voor de olie-industrie. Waren de Verenigde Staten tot dan toe de grootste olieproducent en -exporteur ter wereld geweest, met de ontdekking en ontginning van de reusachtige olievelden in Saudi-Arabië verschoof de balans definitief richting het Midden-Oosten. Koeweit, Irak, Iran en in een later stadium Libië voerden eveneens hun productie op, en de vloedgolf van goedkope olie die hier het gevolg van was stuwde het Westen tot ongekende economische hoogten. De jaren 70 gaven een kentering te zien. De oliemaatschappijen raakten de rechten op hun overzeese oliereserves kwijt aan de olieproducerende landen, en twee opeenvolgende oliecrises voerden de prijs van een vat ruwe olie op van $3 in 1973 tot $34 in De daaropvolgende decennia kenmerkten zich door rationalisatie en consolidatie in de industrie. Herstructurering, overnames en fusies waren aan de orde van de dag, leidend tot een substantieel verlies aan werkgelegenheid en het verdwijnen/samengaan van enkele vertrouwde namen. Hoe heeft de Koninklijke/Shell Groep deze periode doorstaan? Het Nederlands/Engelse bedrijf had zich in de jaren voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog opgewerkt van onafhankelijke uitdager van Standard Oil tot één van s werelds grootste internationale olieconcerns, met activiteiten verspreid over alle continenten. Heeft het zijn positie behouden, versterkt, of is het juist achterop geraakt? In een industrie waar megafusies en -overnames verre van ondenkbaar zijn is dit een pertinente vraag, aangezien tegenvallende prestaties het bedrijf kwetsbaar maken voor vijandige overnameactiviteiten. Dit onderzoek beoogt meer licht te schijnen op deze kwestie door de bedrijfsresultaten van de Koninklijke/Shell Groep in de naoorlogse periode te vergelijken met die van twee van zijn grootste concurrenten: Exxon (het oude Standard Oil of New Jersey) en BP (British Petroleum). De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: In hoeverre is de positie van de Koninklijke/Shell Groep in de naoorlogse periode veranderd ten opzichte van die van Exxon en BP? Om de bovenstaande vraag te beantwoorden zal worden gekeken naar variabelen als netto olieproductie, omzet, nettowinst, uitkeringsratio, liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteit, personeel, arbeidsproductiviteit, beurswaarde en beurskoers, en zal een en ander worden geanalyseerd aan de hand van de politieke en economische gebeurtenissen in de bestudeerde periode. Hoofdstuk 2 bevat een beknopte geschiedenis van Shell, Exxon en BP voorafgaand aan 1945, hoofdstuk 3 behandelt het tijdvak van 1945 tot de oliecrisis van 1973, hoofdstuk 4 houdt zich bezig met de jaren 1973 tot en met 1986 (wanneer de olieprijs zich stabiliseert na een periode van snelle daling), hoofdstuk 5 beschouwt de periode 1987 tot heden, en in hoofdstuk 6 worden de nodige conclusies getrokken en wordt de hoofdvraag beantwoord. De studie is gebaseerd op cijfermateriaal dat is verzameld door onderzoekers aan de Universiteit Utrecht, in het kader van het daar lopende Koninklijke/Shell-project. Zonder hun werk was deze scriptie niet mogelijk geweest. 3

4 2. Shell, Exxon en BP tot 1945 Shell In 1891 sloot een Joodse handelaar uit Londen, Marcus Samuel, een overeenkomst met de Rothschild-familie voor het leveren van Russische olie. Hij wilde deze olie in Azië aan de man brengen, en daartoe bouwde hij opslagtanks in o.a. Singapore, Japan en China, en ontwierp hij een nieuw, veiliger type olietanker dat goedgekeurd werd om door het Suez-kanaal te varen. In 1892, toen de voorbereidingen waren afgerond, voer de eerste tanker uit en trad het systeem in werking. Standard Oil was verrast door de plotselinge alomtegenwoordigheid van Samuels olie in Azië, en kon derhalve niet reageren met z n gebruikelijke tactiek van het verlagen van de prijzen op lokale markten gekoppeld aan het tegelijkertijd verhogen van de prijzen op andere markten. Samuel had de eerste slag gewonnen. 1 Daaropvolgende pogingen van Standard om Samuels bedrijf op te kopen of anderszins tot overeenstemming te komen faalden, en in 1897 werd Shell Transport and Trading geboren (zo genoemd naar de schelpenhandel van Samuels vader). 2 Ondertussen was de Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij, gesteund door de Nederlandse overheid in Den Haag, bezig met het boren naar olie op Sumatra (vanaf 1890). Productie in dit gebied kwam na de nodige aanloopproblemen goed op gang, gevolgd door de ontdekking van een substantiële bron in Perlak (1899), en ook hier werden de avances van Standard gedecideerd afgeslagen. 3 In 1900 trad Henri Deterding aan als bestuursvoorzitter, de man die de het beleid van de Koninklijke/Shell Groep in de daaropvolgende 36 jaar vrijwel eigenhandig zou bepalen. 4 Deterding was van mening dat met het oog op de concurrentieslag met Standard de Koninklijke beter kon gaan samenwerken met Shell dan elkaar te beconcurreren. Samuel deelde deze visie, alhoewel niet van harte, en in 1901 begon het overleg dat zou leiden tot de Asiatic Petroleum Company (een samenwerkingsverband van Shell, de Koninklijke, de Rothschilds en enkele onafhankelijke olieproducenten in Nederlands- Indië). 5 De positie van Shell binnen het verband ging er echter snel op achteruit, en onder druk van Deterding smolten Shell en de Koninklijke in 1907 samen tot de Koninklijke/Shell Groep. Samuel werd voorzitter van de gecombineerde onderneming, terwijl Deterding het dagelijks bestuur voor zijn rekening nam. 6 In 1910 breidde Deterding Shells activiteiten in de V.S. agressief uit, om zo te voorkomen dat Standard nog langer zijn lage buitenlandse prijzen kon subsidiëren door middel van hoge prijzen op de Amerikaanse binnenlandse markt. 7 Twee jaar later (in 1912) nam Shell de Russische activiteiten over van de Rothschilds. 8 Gedurende de Eerste Wereldoorlog toonde Shell zich een trouwe bondgenoot van de Geallieerden. Ondanks voortdurende aanvallen van de Anglo-Persian Oil Company wegens vermeende disloyaliteit aan de Britse zaak leverde het op grote schaal olie voor de geallieerde oorlogsinspanning. 9 1 Daniel Yergin, The prize: the epic quest for oil, money & power (Londen, 1991), Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem,

5 Op initiatief van de Armeense zakenman Calouste Gulbenkian werd in 1912 de Turkish Petroleum Company opgericht (later de Iraq Petroleum Company), een consortium dat zich richtte op de ontginning van de potentiële olievelden in Mesopotamië (het huidige Irak). Shell was voor 25% mede-eigenaar. 10 Na het aanboren van olie in Irak werd in 1928 de overeenkomst herzien, waarbij Shell 23,75% van de olie in een door een rode lijn omgeven gebied kreeg toegewezen (de rest ging naar Anglo-Iranian, het Franse staatsoliebedrijf CFP, een Amerikaans consortium onder leiding van Standard Oil of New Jersey, en Gulbenkian zelf). Binnen dit gebied mochten de partners in de TPC alleen in samenspraak opereren. 11 In 1922 boorde Shell een groot olieveld (La Rosa) aan in Venezuela. De koortsachtige activiteit die hier het gevolg van was, zou Venezuela tot één van de grootste olieproducenten van deze periode maken. 12 Daartoe gedwongen door de import van goedkope Russische olie en de door Deterding ontketende prijzenoorlog (om Vacuum en Standard Oil of New York te straffen voor het kopen van Russische olie in weerwil van Shells rechten op het gebied), nodigde Deterding in de zomer van 1928 de leiders van Standard Oil of New Jersey, Anglo- Iranian, Gulf Oil en Standard Oil of Indiana uit op een kasteel in het Schotse Achnacarry. Doel van de bijeenkomst was het verdelen van de Europese en Aziatische markten (de Amerikaanse markt werd erbuiten gehouden uit angst voor het overtreden van de antitrustwetten in de V.S.). In de hieruit resulterende As-Is -overeenkomst beloofden de bedrijven hun marktaandeel ten opzichte van elkaar constant te houden en zouden ze vrij spel krijgen in hun eigen geografische marktgebieden. 13 Eind 1936 ging Deterding met pensioen en emigreerde naar Duitsland. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog voegden Shell, Anglo-Iranian en de Britse tak van Jersey hun activiteiten samen onder leiding van de Britse regering, om met het oog op de oorlogssituatie de olie zo efficiënt mogelijk te verdelen. 14 Exxon In 1865 begon het verhaal van John D. Rockefeller, de meest illustere figuur in de geschiedenis van de olie-industrie. Hij verafschuwde de chaos op de Amerikaanse oliemarkt, en stelde zich ten doel om een reusachtig verticaal geïntegreerd imperium op te bouwen dat de olie-industrie volledig zou domineren en controleren en zodoende stabiliseren. Standard Oil werd gekozen als de naam waaronder een en ander moest gaan gebeuren (1870). Door middel van kartelvorming en grootschalige overnames van concurrerende raffinaderijen (bij voorkeur vriendschappelijk, maar vijandig indien nodig) wist hij zijn positie gaandeweg te versterken, en in 1879 was de Oil War afgelopen: Standard had gewonnen, 90% van de Amerikaanse raffinagecapaciteit was in Rockefellers handen. 15 De publieke opinie begon zich inmiddels tegen Standard te keren. Door de aanklachten van enkele olieproducenten kwam het reilen en zeilen van Rockefeller en con- 10 Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem,

6 sorten steeds meer in de openbaarheid, en om zich juridisch in te dekken werd de organisatie van Standard omgezet in een trust (1882). 16 Had Standard zich tot dan toe alleen bezig gehouden met raffinage, distributie en marketing van olie en olieproducten, met de ontdekking van een groot olieveld in Ohio in het midden van de jaren 80 stapte het bedrijf eveneens in de productie van ruwe olie. Tevens bepaalde het voortaan eenzijdig de prijs die het betaalde aan de onafhankelijke olieproducenten. 17 John D. Rockefeller was zich ondertussen van geen kwaad bewust. Zijn economische beleid was voor de buitenwereld onethisch en gewetenloos, in zijn ogen bracht hij orde en stabiliteit in de chaos van de olie-industrie en verschafte hij licht aan het volk. 18 In 1897 trad hij terug als bestuursvoorzitter van Standard en werd hij opgevolgd door John D. Archbold. 19 Het verzet tegen trusts in het algemeen en Standard Oil in het bijzonder nam aan het eind van de 19 e eeuw toe, en in een serie artikelen in het tijdschrift McClure s legde de journaliste Ida Tarbell de praktijken van Standard genadeloos bloot. De Amerikanen waren geschokt. 20 Met het aantreden van Theodore Roosevelt als President in 1901 werd de politieke druk op Standard verder opgevoerd (om socialisten en anarchisten wind uit de zeilen te nemen), wat in 1904 zou leiden tot een officiële aanklacht wegens overtreding van de Sherman Anti Trust Act. 21 In 1909 werd Standard schuldig bevonden aan monopolistisch gedrag en gelast zichzelf op te breken (bevestigd in 1911). In plaats van één moloch waren er voortaan zeven grote oliemaatschappijen actief op de Amerikaanse markt: Standard Oil of New Jersey (het latere Exxon), Standard Oil of New York (later Mobil), Standard Oil of California (later Chevron), Standard Oil of Ohio (later de Amerikaanse tak van BP), Standard Oil of Indiana (later Amoco), Continental Oil (later Conoco), en Atlantic (later een deel van Sun). 22 De revolutie in Rusland maakte de situatie aldaar buitengewoon onzeker, en in 1920 kocht Jersey (onder leiding van Walter Teagle) de Russische activiteiten van de Nobel-familie. Dit bleek een verkeerde investering toen de bolsjewieken in de daaropvolgende jaren eigenhandig concessies begonnen te verkopen aan buitenlandse bedrijven. De rechten van Jersey (en Shell) werden terzijde geschoven als overblijfselen van de Tsaristische periode, en Teagle had geen andere keuze dan z n verlies te nemen en de nieuwe situatie te aanvaarden. 23 In 1928 trad Jersey als leider van een Amerikaans consortium toe tot de Turkish Petroleum Company. Deze gebeurtenis markeert het begin van de Amerikaanse betrokkenheid in het Midden-Oosten. 24 Tevens nam Jersey in dat jaar deel aan de onderhandelingen die zouden leiden tot de As-Is -overeenkomst (zie boven). 16 Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem,

7 BP Perzië was van strategisch belang voor Groot-Brittannië (het vormde een buffer tussen Rusland en India). In 1901 tekende de Britse avonturier William Knox D Arcy, met goedkeuring van de Britse overheid, een 60-jarige exclusieve overeenkomst met de Shah voor de oliewinning in driekwart van zijn grondgebied. 25 De exploratie verliep moeizaam in het klimatologisch, politiek en cultureel vijandige land, en in 1904 dreigde de hele operatie door geldgebrek te worden afgeblazen, 26 maar in 1908 was het dan toch raak: er werd olie gevonden bij Masjid-i-Suleiman. Een jaar later werd de Anglo- Persian Oil Company opgericht (in 1954 hernoemd tot de British Petroleum Company, beter bekend als BP). 27 De belangrijkste steun voor Anglo-Persian in deze periode kwam van de kant van de Britse marine. Admiraal John Fisher wilde de Britse vloot laten overstappen van stoomaandrijving op fossiele aandrijving, en nadat hij erin was geslaagd Winston Churchill te overtuigen werd in 1912 het besluit genomen om alleen nog maar schepen met olieaandrijving te bouwen. 28 In 1914 werd Anglo-Persian aangewezen als officiële leverancier van de Royal Navy, waarop de Britse overheid 51% van de aandelen kocht en zitting nam in het bestuur het eerste staatsoliebedrijf was geboren. 29 Gedurende de Eerste Wereldoorlog vormde Charles Greenway Anglo-Persian om tot een verticaal geïntegreerde oliemaatschappij met z n eigen marketingtak (British Petroleum) en tankervloot. 30 In 1928 verwierf het bedrijf een aandeel van 23,75% in de Turkish Petroleum Company, 31 en in datzelfde jaar nam het deel aan de As-Is - overeenkomst. 32 In 1932 zegde de toenmalige Shah van Perzië (Reza Khan) eenzijdig de concessie van Anglo-Iranian op, omdat er door de terugvallende vraag naar olie als gevolg van de Grote Depressie te weinig geld binnenkwam. In 1933 werd een nieuwe overeenkomst gesloten die gunstiger was voor de Shah. 33 Na de ontdekking van olie op Arabisch grondgebied (Bahrain, 1931) richtten de grote olieconcerns hun peilen op deze regio. 34 Anglo-Iranian kon niet achterblijven, en in 1934 vormde het een 50/50 joint venture met het Amerikaanse Gulf Oil die een concessie wist te verkrijgen van de Koeweitse sjeik Ahmad: de Kuwait Oil Company Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem,

8 tot de oliecrisis van 1973 De wereldeconomie De naoorlogse jaren tot de eerste oliecrisis werden gekenmerkt door een ongekende economische groei en toegenomen welvaart in de Westerse geïndustrialiseerde wereld. Tussen 1948 en 1971 nam de wereldproductie gemiddeld met 5,6% per jaar toe, een unieke prestatie, en recessies waren dermate mild dat de traditionele conjunctuurbeweging leek te hebben afgedaan (absolute dalingen deden zich vrijwel niet voor; slechts vertragingen in het groeitempo). Met name West-Duitsland en Japan, de belangrijkste verliezers van de Tweede Wereldoorlog, herstelden zich buitengewoon voorspoedig en groeiden in korte tijd uit tot economische wereldmachten van formaat. De rest van West-Europa bleef niet ver achter. 36 Direct na de oorlog zag het er somber uit voor Europa. Het gebied was sterk verarmd en zwaar beschadigd, en beschikte niet over de middelen om zijn eigen herstel ter hand te nemen. Toch was de basis niet zo slecht als alom werd aangenomen: het machinepark had relatief weinig geleden onder de oorlog (infrastructuur, woningen en andere gebouwen waren de voornaamste schadeposten), het wereldwijde productiepotentieel was tijdens de oorlog eerder gegroeid dan afgenomen, en de belangrijke wetenschappelijke en technologische vooruitgang in de wapenindustrie liet zich zonder veel problemen inzetten in vredestijd. 37 Om dit potentieel te benutten was hulp van buitenaf noodzakelijk. Er was grote vraag naar Amerikaanse producten (kapitaalgoederen, voedingsmiddelen, grondstoffen, energie), maar geen dollars om deze te kunnen betalen. In 1947 kondigden de Verenigde Staten het Marshall-plan aan: een uitgebreid pakket hulpmaatregelen om West- Europa uit het slop te halen, en zodoende uit de greep van het communisme te houden. Tevens diende het als stimulans voor West-Europa om zich economisch te verenigen. 38 Wat volgde was een periode van uitzonderlijke economische groei. De achterstand op de Verenigde Staten werd in rap tempo ingelopen: de groei van het Bruto Nationaal Product per hoofd bedroeg tussen 1947 en 1973 in West-Europa gemiddeld 3,98% per jaar (tegen 2,43% in de V.S.), 39 arbeidsproductiviteitwinsten droegen in West-Europa en Japan aanzienlijk meer bij aan de economische groei dan in de V.S., 40 betere scholing verhoogde de kwaliteit van het in West-Europa aanwezige human capital, 41 en door middel van hoge bruto-investeringen schoof men dichter op in de richting van de technologische grens (waarop de V.S. zich reeds bevond). 42 Ook op het gebied van het industrieel onderzoek dat na de oorlog een steeds wetenschappelijker karakter kreeg werd vooruitgang geboekt, al bleef de voorsprong van de V.S. hier tot de jaren 70 enorm Herman van der Wee, De gebroken welvaartscirkel: de wereldeconomie, (Leiden, 1983), Ibidem, Ibidem, Keetie E. Sluyterman, Kerende kansen: het Nederlandse bedrijfsleven in de twintigste eeuw (Amsterdam, 2003), Van der Wee, De gebroken welvaartscirkel, Ibidem, Ibidem, Ibidem,

9 Een belangrijke bijdrage aan de verhoging van de West-Europese en Japanse arbeidsproductiviteit vormde de uit de V.S. overgewaaide Managerial Revolution. Bedrijven werden gereorganiseerd in autonome divisies onder administratieve controle van een overkoepelend orgaan, geleid door professionele managers voor wie groei op lange termijn prioriteit had boven winst op korte termijn. De macht van de aandeelhouders raakte versnipperd, en hun invloed werd niet zelden bij wet ingeperkt. 44 Het traditionele familiebedrijf raakte door deze rationaliseringsgolf in het gedrang. 45 Nationale overheden speelden een grote rol bij het aanwakkeren van de economische groei in deze periode. Het Interbellum had het failliet van het economisch liberalisme aangetoond, en gewapend met het instrumentarium van John Maynard Keynes grepen de West-Europese en Japanse regeringen steunend op een brede consensus in de samenleving diep in in het economisch leven: recessies werden bestreden door de overheidsbestedingen op te voeren teneinde de effectieve vraag te stimuleren, onderzoek werd aangemoedigd, speerpuntsectoren werden aangewezen en gesteund, verouderde sectoren werden afgebouwd, de inkomensverdeling werd genivelleerd, en het stelsel van collectieve voorzieningen werd radicaal uitgebreid (sociale woningbouw, onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur, etc.). Volledige werkgelegenheid was te allen tijde het uitgangspunt. Dit systeem van markteconomie met een menselijk gezicht zou bekend worden als de gemengde economie. 46 Niet minder belangrijk was de internationale dimensie: tussen 1953 en 1977 vervijfvoudigde de wereldhandel ruimschoots, zonder noemenswaardige schommelingen. De exportvraag steeg sneller dan de binnenlandse vraag, waardoor de meest exportgeoriënteerde landen de beste groeicijfers realiseerden. 47 Als voornaamste redenen voor deze spectaculaire ontwikkeling worden genoemd: het klimaat van relatieve vrijhandel onder Amerikaanse leiding (de Pax Americana), het stelsel van Bretton Woods (vaste wisselkoersen gekoppeld aan de dollar, op zijn beurt weer gekoppeld aan het goud), 48 grote vraag als gevolg van de wederopbouw en de inhaalbeweging, exportpromotie door nationale overheden, lage transportkosten door beter internationaal vervoer en goedkope brandstof, betere informatie en communicatie, en uiteraard de comparatieve voordelen en het gegroeide vermogen van het bedrijfsleven om deze voordelen te benutten. 49 De beweging tot Europese economische eenwording mag ook niet worden vergeten. Begonnen met de douane-unie van de Benelux in 1948, gevolgd door de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in 1951, en uitmondend in de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) in 1958, stimuleerde dit proces de handel tussen de lidstaten Frankrijk, West- Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg aanzienlijk. In latere jaren zouden meer landen toetreden, al ging dit niet altijd zonder slag of stoot. 50 De landen van het Oostblok volgden hun eigen industrialiseringspad, gericht op autarkie. Internationale handel diende slechts als middel om essentiële invoergoederen te verkrijgen (niet ter verhoging van de economische efficiëntie), en geschiedde grotendeels binnen het kader van de Comecon. De handel met het Westen bleef beperkt, enerzijds door het Westerse embargo als gevolg van de Koude Oorlog, anderzijds doordat de Oostbloklanden vasthielden aan hun filosofie van bilaterale verdragen Ibidem, Sluyterman, Kerende kansen, Van der Wee, De gebroken welvaartscirkel, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem,

10 De Derde Wereld profiteerde minder van de groei van de wereldhandel dan zij had gewenst. De redenen hiervoor zijn legio: ontwikkelingslanden specialiseerden zich in de productie en export van voedingsmiddelen waarvan de vraag minder snel steeg dan de vraag naar industrieproducten (koffie, thee, cacao), ze exporteerden grondstoffen waarvoor in het Westen substituten werden ontwikkeld (synthetische garen, plastic), ze voerden een ondoelmatig economisch beleid (te hoog gewaardeerde valuta s uit prestigeoverwegingen, streven naar autarkie en invoersubstitutie), en/of ze hadden te lijden onder de internationale economische machtsverhoudingen (niet zelden werden in het Westen tariefmuren opgeworpen tegen goedkope invoer uit de Derde Wereld). 52 Belangrijkste gebeurtenissen in de olie-industrie Al tijdens de Tweede Wereldoorlog liet de olie-industrie zijn oog vallen op het Midden- Oosten. Schattingen over de omvang van de daar aanwezige olievelden gingen het voorstellingsvermogen ver te boven, en de Amerikaanse regering vatte het plan op zijn olie voortaan uit deze regio te importeren en de eigen oliebronnen (uit strategisch oogpunt) te sparen. 53 Dit gekoppeld aan de enorme inhaalvraag na het einde van de oorlog maakte de Verenigde Staten van een olie-exporterend land tot een olie-importerend land. 54 In 1947 werd het aantal partners in Aramco (het bedrijf dat de concessie in Saudi- Arabië bezat) uitgebreid tot vier: Socal, Texaco, Jersey en Socony. Dit was nodig om voldoende kapitaal bij elkaar te krijgen om de reusachtige velden in het gebied te ontginnen en toegang tot markten te garanderen. 55 Tevens sloot Shell een overeenkomst met Gulf Oil om Gulfs aandeel in de ruwe olie afkomstig uit de Kuwait Oil Company af te nemen, en Anglo-Iranian kwam overeen zijn ruwe olie gedurende 20 jaar te betrekken van Jersey en Socony. 56 Via deze drie grote oliedeals raakten de Verenigde Staten diep betrokken bij de situatie in het Midden-Oosten. De jaren 50 zagen het begin van het proces dat de positie van de oliemaatschappijen ten opzichte van de olieproducerende landen zou ondermijnen. Geïnspireerd door een soortgelijke regeling in Venezuela 57 dwong Saudi-Arabië eind 1950 een 50/50- verdeling af, waarbij Aramco en de Saudische overheid de winsten gelijk zouden splitsen. Koeweit en Irak volgden snel. 58 In 1951 werd de oudste concessie in het Midden-Oosten eenzijdig beëindigd met de nationalisatie van Anglo-Iranian door de Iraanse regering onder leiding van Mossadegh. 59 Een twee jaar durende boycot en stillegging van de Iraanse olieproductie waren het gevolg, en alleen door middel van een (door de Amerikanen en Britten geregisseerde) coup werd de impasse doorbroken: de autoriteit van Shah Mohammed Pahlavi werd hersteld, 60 en een consortium bestaande uit Anglo-Iranian, Jersey, Socony, Texaco, Socal, Gulf, Shell en CFP (de Oil Services Company, oftewel OSCO) nam in samenwer- 52 Ibidem, Yergin, The prize, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem,

11 king met de National Iranian Oil Company, dat de olievelden en raffinaderijen bezat de oliewinning en -verkoop op zich. 61 De Suez-crisis van 1956 leidde tot sluiting van het Suez-kanaal en sabotage van de IPC-pijpleiding. 62 Het tekort dat hierdoor dreigde in West-Europa werd aangevuld met Amerikaanse olie (de zogenaamde Oil Lift ), waarna in 1957 de crisis ten einde kwam en de normale situatie terugkeerde. 63 Nieuwe supertankers uit Japan maakten in het vervolg de lange route via Kaap de Goede Hoop economisch haalbaar, en verminderden West-Europa s afhankelijkheid van het Suez-kanaal en de IPC-pijpleiding. 64 Als reactie op het aanbod van grote hoeveelheden goedkope Russische olie eind jaren 50 verlaagden de oliemaatschappijen in het Midden-Oosten de posted price (de officiële, constante prijs waarvan de olieproducerende landen de helft kregen). 65 Uit onvrede over dit eenzijdige besluit en daartoe aangespoord door de Saudische technocraat en nationalist Abdullah Takiri en de Venezolaanse olieminister Pérez Alfonso richtten vertegenwoordigers van Saudi-Arabië, Venezuela, Koeweit, Irak en Iran in 1960 de Organization of Petroleum Exporting Countries (OPEC) op. 66 In 1959 werden grote olievelden ontdekt in Libië. Met z n ligging aan de Middellandse Zee was het land perfect gesitueerd om West-Europa te voorzien, en in de daaropvolgende jaren werd de productie met rasse schreden opgevoerd (in het gebied waren veel kleinere, onafhankelijke oliebedrijven werkzaam, als resultaat van bewust beleid van de Libische regering). De winstgevendheid van de sector kwam zo onder druk te staan. 67 Veel Texaanse olieproducenten hadden hun buik vol van de import van goedkope olie uit Venezuela en het Midden-Oosten. In 1959 slaagden ze erin door middel van een machtige lobby de Amerikaanse regering quota s in te laten stellen op buitenlandse olie, quota s die de volgende 14 jaar van kracht zouden blijven. 68 Dit liet West-Europa over als voornaamste groeimarkt. 69 In 1966 verkocht Shell zijn bezittingen in Indonesië aan de Indonesische overheid, in het kader van een grootscheepse nationalisatie gericht tegen de vroegere koloniale overheerser. Shell verliet aldus het gebied waar het driekwart eeuw eerder allemaal was begonnen voor Koninklijke Olie. Een emotioneel moment, maar de economische betekenis was beperkt Shell was zijn geboortegrond reeds lang ontgroeid en had zich ontwikkeld tot een multinational in de ware zin van het woord. 70 De Zesdaagse Oorlog van 1967 tussen Egypte en Israël (overtuigend gewonnen door Israël) leidde tot een boycot van de Verenigde Staten en Engeland door de olieproducerende landen in het Midden-Oosten, als straf voor hun vriendschappelijke betrekkingen met Israël. Tevens werden het Suez-kanaal en de pijpleidingen naar de Middellandse Zee gesloten. De oliemaatschappijen wisten de crisis echter snel te bezweren door de productie elders op te voeren (Venezuela, V.S.) en supertankers via Kaap de Goede Hoop te laten varen. De landen die het embargo hadden ingesteld verloren veel inkomsten en bleken uiteindelijk de grote verliezers Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Sluyterman, Kerende kansen, Yergin, The prize,

12 Eind 1967 werd in Alaska het grootste olieveld in de geschiedenis van Noord- Amerika ontdekt. Ondanks de extreme weersomstandigheden en fel verzet vanuit de milieubeweging begonnen ARCO, Jersey en BP met de exploitatie. 72 In september 1969 wierp kolonel Khaddafi in Libië het bewind van koning Idris omver en stelde een dictatuur in met pan-arabische ambities. Vrijwel onmiddellijk trachtte hij zijn aandeel in de opbrengsten van de Libische olie te verhogen, en slaagde erin door de tot dan toe heilig geachte grens van 50% te breken: 55%. Het tijdperk van 50/50 was ten einde. In 1971 werd met OPEC overeengekomen dat het nieuwe minimum 55% zou bedragen van nu af aan namen de olieproducerende landen het initiatief in de onderhandelingen, en OPEC ontpopte zich tot meer dan een impotent discussieclubje. 73 Het verzet in de olieproducerende landen tegen het concept van de concessie (waarbij de olievoorraden in de grond het eigendom waren van de oliebedrijven) nam ondertussen steeds verder toe. Gedeeld eigendom werd gezien als de volgende stap, en in 1972 dwong Saudi-Arabië een participatie van 25% af (die volgens plan zou oplopen tot 51% in 1983), terwijl Libië direct 51% greep van de voorraden binnen zijn grenzen. 74 Het was duidelijk dat de situatie in de olie-industrie fundamenteel was veranderd. Door decennia van goedkope olie was het Westen voor zijn economie afhankelijk geworden van deze vorm van brandstof, en de toegenomen vraag had het aanbodsurplus opgebruikt: de buyers market was nu een sellers market. De bereidheid in het Midden- Oosten om het oliewapen te gebruiken tegen het Westen nam hand over hand toe Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem,

13 Olieprijs De olieprijs ontwikkelde zich in deze jaren als volgt: Grafiek 3.1 Prijs, in $ Prijs vat ruwe olie (BP) ,5 2 1,5 1 0, Bronnen: Jaarverslagen BP. Wat direct opvalt is de stabiliteit van de olieprijs, alsmede het lage niveau (gemiddeld $1,83 per vat). Dit was dan ook een periode van relatieve overvloed, met genoeg olie om aan de groeiende vraag te voldoen, wat in niet geringe mate heeft bijgedragen aan de opzienbarende economische ontwikkeling van het Westen Sluyterman, Kerende kansen,

14 Shell, Exxon en BP: de resultaten Hoe presteerde Shell in vergelijking met zijn belangrijkste concurrenten Exxon en BP? Om hierover een uitspraak te kunnen doen, zal worden gekeken naar achtereenvolgens de netto olieproductie, de omzet, de nettowinst, de uitkeringsratio, de liquiditeit (current ratio), de solvabiliteit (leverage ratio), de rentabiliteit (op eigen vermogen en totaal vermogen, hefboomeffect), de omvang van het personeelsbestand, de arbeidsproductiviteit, de beurswaarde en de beurskoers. Grafiek Netto olieproductie Productie, in mln. vaten/dag Bronnen: Jaarverslagen Shell/Exxon/BP, Petroleum Yearbook. De netto olieproductie is de hoeveelheid olie die een bedrijf zelf uit de grond pompt, minus de royalties die het verschuldigd is aan de regeringen van de landen waar de olie wordt gewonnen. Het betreft hier dus dat deel van de productie waar het bedrijf vrij over kan beschikken. Zowel Exxon, Shell als BP voerden hun productie gestaag op, van minder dan 1 miljoen vaten per dag naar meer dan 4 miljoen. De toegenomen vraag naar olie als gevolg van de snelle economische groei van de Westerse geïndustrialiseerde wereld, aangewakkerd door de lage olieprijs, maakte een dergelijke expansie mogelijk. Geen van de crises in deze periode (Iran 1951, Suez 1956, Zesdaagse Oorlog 1967) bleek in staat de stijgende trend te doorbreken. Shell positioneerde zich als goede tweede, achter Exxon en voor BP. In 1972 slaagde BP erin Shell terug te dringen naar de derde plaats, al bleven de onderlinge verschillen gering. 14

15 Grafiek 3.3 Omzet Omzet, in mrd Bronnen: Jaarverslagen Shell/Exxon/BP, Petroleum Yearbook. Bij de omzet, oftewel de totale opbrengsten van de verkopen, is eveneens sprake van een stijgende trend een logisch gevolg van de verhoogde productie bij stabiele prijzen. Met name de stijging na 1967 was opmerkelijk: in zes jaar tijd wist Shell zijn omzet bijna te verdubbelen, van 4,5 miljard pond naar 8,3 miljard. De devaluatie van het pond in november 1967 heeft hier ongetwijfeld een positieve bijdrage aan geleverd. 77 Jammer genoeg ontbreken de cijfers van BP voor het grootste deel van de periode, alsook de laatste jaren van Exxon. Het lijkt er echter op dat de verhoudingen weinig anders waren dan die van de netto productie: Exxon was het grootst, met op korte afstand Shell en een wat groter gat naar BP. 77 Stephen Howarth, A century in oil: the Shell Transport and Trading Company (Londen, 1997),

16 Grafiek 3.4 Nettowinst Nettowinst, in mln Bronnen: Jaarverslagen Shell/Exxon/BP, Petroleum Yearbook. De nettowinst is gedefinieerd als de totale opbrengsten minus kosten en belastingen, ofwel de winst die schoon overblijft en door de onderneming naar eigen goeddunken kan worden aangewend voor investeringen, dividendbetalingen, etc. Op enkele kleine schommelingen na is ook hier sprake van een positieve ontwikkeling. De kortstondige recessies van in de Verenigde Staten en West-Europa 78 leidden tot een terugval in de winstgevendheid van Exxon en Shell, en aan het einde van periode stelden Shell en BP wat teleur, maar over het algemeen ontwikkelde de winstgevendheid van de drie bedrijven zich in opwaartse richting. Ook hier kwam Exxon als beste uit de bus. De nettowinst van Exxon was alle jaren hoger dan die van de concurrentie, waarbij Shell redelijk in het spoor bleef (gemiddeld 206 miljoen pond tegen 285 miljoen voor Exxon) en BP steeds verder achterop raakte (gemiddeld 55 miljoen). 78 Van der Wee, De gebroken welvaartscirkel,

17 Grafiek 3.5 Uitkeringsratio Uitkeringsratio, in % Bronnen: Jaarverslagen Shell/Exxon/BP, Petroleum Yearbook. De uitkeringsratio drukt de dividendbetalingen uit als percentage van de nettowinst, en geeft dus aan welk gedeelte van de nettowinst is uitgekeerd als dividend. Dit zegt het een en ander over de macht van de aandeelhouders en de langetermijnstrategie van een bedrijf. uitkeringsratio = (dividend / nettowinst) * 100% Het blijkt dat Exxon, naar Amerikaans gebruik, in deze periode de oren het meest heeft laten hangen naar de aandeelhouders: de uitkeringsratio bedroeg gemiddeld niet minder dan 56%. BP (50%) en Shell (37%) gaven de voorkeur aan bescheidener dividenduitkeringen, teneinde meer middelen over te houden ten behoeve van de langetermijngroei van de onderneming. Het is wellicht interessant om te kijken hoe deze waarden zich verhouden tot die van de Nederlandse industrie als geheel. In onderstaande tabel worden de uitkeringsratio s van alle aan de Amsterdamse beurs genoteerde ondernemingen afgezet tegen die van respectievelijk Shell, Exxon en BP: Tabel 3.1 De ontwikkeling van de uitkeringsratio (%) Periode Nederland ,3-33,5 27, ,4 22,1 54,4 35, ,3 43,7 64,9 58,9 Bronnen: Nederland: Jan Luiten van Zanden, Een klein land in de twintigste eeuw: Economische geschiedenis van Nederland Shell/Exxon/BP: Jaarverslagen, Petroleum Yearbook. 17

18 Opvallend is dat de ratio s van de drie onderzochte bedrijven hun maximale waarden bereikten in de jaren 60, terwijl die van de Nederlandse industrie juist daalden onder invloed van een afnemende winstgevendheid. 79 Zoals hierboven is geconstateerd nam de winstgevendheid van de olie-industrie gedurende deze jaren eerder toe dan af, een duidelijke afwijking van de ontwikkeling in andere sectoren, wat het groeiende aandeel van de dividendbetalingen in de nettowinsten verklaart. Een ander opvallend aspect betreft de bijzonder lage waarden van Shell in vergelijking met de Nederlandse industrie als geheel, met name in de jaren 50. Het Shellmanagement verkoos het inhouden van winst boven het uitbetalen van dividend, en liet zich daarbij niet beïnvloeden door de keuzes van zijn Nederlandse collega s. Grafiek Current ratio Current ratio Bronnen: Jaarverslagen Shell/Exxon/BP, Petroleum Yearbook. De current ratio is een indicator van de liquiditeit van een onderneming. Door de vlottende activa (vorderingen met een looptijd korter dan een jaar) te delen door de vlottende passiva (schulden met een looptijd korter dan een jaar) wordt een getal verkregen dat aangeeft in welke mate een bedrijf aan zijn kortetermijnverplichtingen kan voldoen: current ratio = vlottende activa / vlottende passiva De grafiek is wat moeilijk leesbaar door de exceptioneel hoge ratio s van BP in de jaren 50 en begin jaren 60. Worden deze pieken genegeerd, dan is over de hele periode sprake van stabiliteit voor BP (+0,17), lichte teruggang voor Shell ( 0,33) en grotere teruggang voor Exxon ( 2,03). De waarden aan het einde van de periode (2,08 voor BP, 1,57 voor Exxon en 1,48 voor Shell) zijn gunstig te noemen: de vlottende activa waren in alle gevallen ruimschoots voldoende om de vlottende passiva te dekken. 79 Jan Luiten van Zanden, Een klein land in de twintigste eeuw: economische geschiedenis van Nederland (Utrecht, 1997),

19 Shell neemt hier de laatste plaats in. Het hield zijn liquiditeit beter op peil dan Exxon, maar zag zijn positie ten opzichte van BP verslechteren en had begin jaren 70 de laagste current ratio van de drie. Grafiek 3.7 Leverage ratio Leverage ratio Bronnen: Jaarverslagen Shell/Exxon, Petroleum Yearbook. De solvabiliteit van een onderneming is de mate waarin die onderneming op langere termijn aan zijn verplichtingen kan voldoen. De belangrijkste indicator voor de solvabiliteit is de leverage ratio, die wordt verkregen door het eigen vermogen te delen door het vreemd vermogen: leverage ratio = eigen vermogen / vreemd vermogen Helaas beginnen de gegevens hier hiaten te vertonen. De cijfers van BP ontbreken volledig, waardoor dit bedrijf noodgedwongen buiten de analyse zal worden gehouden. Meest in het oog springend is de convergentie die eind jaren 50 optreedt. Exxon begon op een hoog niveau (ruim boven de 4) en gleed sindsdien geleidelijk af. Shell begon veel lager (iets meer dan 0,5), bracht de achterstand in 1958 terug tot 0,9 (door het eigen vermogen uit te breiden met miljoen pond en het vreemd vermogen te verkleinen met 42 miljoen), waarna het Exxon vergezelde in zijn neerwaartse beweging. Exxon was in deze periode veruit het meest solvabel. De relatieve positie van Shell is wel significant verbeterd, ogenschijnlijk in een poging zijn kwetsbaarheid ten opzichte van zijn voornaamste concurrent te verminderen. 19

20 Grafiek 3.8 REV REV, in % Bronnen: Jaarverslagen Shell/Exxon, Petroleum Yearbook. Rentabiliteit is de relatie tussen een resultaat dat is behaald en de financiële middelen waarmee dat resultaat is behaald. De rentabiliteit op het eigen vermogen (REV) drukt de door een onderneming behaalde winst uit als percentage van het eigen vermogen, en geeft zo een indicatie van de mate waarin het eigen vermogen is beloond: REV = (winst / eigen vermogen) * 100% Lag Shell aanvankelijk duidelijk voorop, tussen 1951 en 1954 zakte het af naar het niveau van Exxon. De redenen hiervoor zijn de snelle uitbreiding van het eigen vermogen en de lagere winstgevendheid van Shell in deze jaren: het eigen vermogen nam sneller toe dan dat van Exxon terwijl de winsten achterbleven, waardoor er op het eigen vermogen minder werd verdiend. De dip van wordt verklaard door de tegenvallende winsten als gevolg van de recessie (zie boven). De gemiddelden zijn in het voordeel van Shell, al is het verschil klein: 12,2% tegen 10,8%. Dit keer moest marktleider Exxon dus zijn meerdere erkennen in de Brits/Nederlandse uitdager. 20

21 Grafiek 3.9 RTV RTV, in % Bronnen: Jaarverslagen Shell. De rentabiliteit op het totale vermogen (RTV) drukt de door een onderneming behaalde winst + betaalde rente uit als percentage van het totale vermogen (eigen vermogen + vreemd vermogen), en geeft zo een indicatie van de mate waarin het totale vermogen is beloond: RTV = (winst + rente) / totaal vermogen * 100% De rente betaald over het vreemd vermogen bleek voor Exxon en BP niet of nauwelijks te achterhalen. Zinvolle vergelijking van de bedrijven is dan ook niet mogelijk. 21

22 Grafiek 3.10 Hefboomeffect Hefboomeffect, in mln Bronnen: Jaarverslagen Shell. Het hefboomeffect treedt op als de rentabiliteit van het totale vermogen (RTV) afwijkt van de rente die is betaald over het vreemd vermogen (RVV). Is de RTV hoger dan de RVV, dan betekent dit dat met het vreemd vermogen (VV) meer is verdiend dan ervoor is betaald. Deze meerwaarde wordt overgeheveld naar het eigen vermogen (EV), wat te boek staat als een positief hefboomeffect. Andersom, als de RTV lager is dan de RVV, dan is voor het vreemd vermogen meer betaald dan ermee is verdiend, en komt het verschil ten laste van het eigen vermogen. In dat geval wordt gesproken over een negatief hefboomeffect. hefboomeffect = ((RTV - RVV) * VV / EV) * VV Voor Shell is het hefboomeffect gedurende de gehele periode positief geweest. Met andere woorden: ieder jaar heeft het vreemd vermogen meer opgeleverd dan het heeft gekost, en heeft het aldus bijgedragen aan het rendement op het eigen vermogen. De vraag hoe dit zich verhoudt tot Exxon en BP zal helaas onbeantwoord moeten blijven, gezien het ontbreken van gegevens omtrent de rentebetalingen van deze bedrijven. 22

23 Grafiek 3.11 Personeel Personeel, maal duizend Bronnen: Jaarverslagen Shell/Exxon, Petroleum Yearbook. Zowel Shell als Exxon krompen hun personeelsbestand in, met respectievelijk en werknemers (de cijfers van BP bleken te onbetrouwbaar om in de vergelijking mee te nemen). Ondanks de grote productie-uitbreidingen en toenemende omzetten en winsten was het zinvol om mensen te ontslaan, wat het een en ander zegt over de productiviteitswinsten die werden gerealiseerd. 23

24 Grafiek 3.12 Arbeidsproductiviteit A.p.t., in duizend Bronnen: Jaarverslagen Shell/Exxon, Petroleum Yearbook. De arbeidsproductiviteit is hier gedefinieerd als de bijdrage van iedere individuele werknemer aan de omzet: arbeidsproductiviteit = omzet / aantal werknemers Inderdaad is er sprake van een sterk stijgende trend. Tussen 1951 en 1966 verdrievoudigde de productiviteit van de gemiddelde Exxon-werknemer, terwijl die van zijn Shellcollega tussen 1956 en 1972 ruim verviervoudigde. Shell kon Exxon ook in deze categorie niet bijbenen. Het had meer mensen in dienst en behaalde lagere omzetten; in de elf jaar waarvoor voor beide bedrijven gegevens beschikbaar zijn, bedroeg het verschil gemiddeld 38% in het voordeel van Exxon. 24

25 Grafiek 3.13 Beurswaarde Beurswaarde, in mrd Bronnen: Beursgegevens. De beurswaarde van een onderneming, oftewel de effectieve waarde, is gelijk aan de totale marktwaarde van het uitstaande pakket aandelen in die onderneming: beurswaarde = aantal uitstaande aandelen * beurskoers Hier is uitgegaan van gewone aandelen, dat wil zeggen aandelen zonder speciale rechten. Het moge duidelijk zijn dat Exxon het populairst was onder beleggers: de beurswaarde was gemiddeld twee keer zo hoog als die van nummer twee Shell, een verschil dat niet geheel gerechtvaardigd lijkt te worden door het verschil in omvang en economische prestaties van beide bedrijven. De beurswaarde van Shell was weer tweeënhalf keer zo hoog als die van BP. De groeicijfers zijn indrukwekkend te noemen: Exxon zag zijn beurswaarde tussen 1950 en 1972 met een factor 8,5 stijgen, tegen 10,0 voor Shell en 15,7 voor BP. Exxon bewerkstelligde deze groei zonder veel nieuwe aandelen uit te geven; het aantal uitstaande aandelen nam gecorrigeerd voor splitsingen met slechts 24% toe. Shells groei ging gepaard met een verdriedubbeling van het aantal uitstaande aandelen, BP hield het bij een verdubbeling. 25

26 Grafiek 3.14 Beurskoers Beurskoers, 1950 = Bronnen: Beursgegevens. Bovenstaande grafiek geeft de ontwikkeling van de beurskoers van gewone aandelen weer, gecorrigeerd voor splitsingen, uitgedrukt als indexcijfer met het basisjaar Shell springt er in negatieve zin uit: de index bedroeg gemiddeld 224, tegen 447 voor Exxon en 441 voor BP. Dit kondigde zich al aan bij de behandeling van de beurswaarde (zie boven), waar bleek dat Shell veel meer nieuwe aandelen moest uitgeven dan de concurrentie om zijn effectieve waarde te laten groeien mogelijk waren beleggers niet onverdeeld gelukkig met de lage uitkeringsratio s van deze jaren. De stabiliteit van het aandeel Shell is eveneens opmerkelijk. Het verschil tussen de hoogste en de laagste index was maximaal 299, terwijl de aandelen Exxon (588) en BP (923) beduidend meer in waarde schommelden. 26

27 Conclusie Hoe heeft Shell het gedaan tussen 1945 en 1972? Uit de bovenstaande vergelijking met Exxon en BP blijkt dat het bedrijf zich heeft gemanifesteerd als goede tweede: bij de netto olieproductie, de omzet, de nettowinst, de liquiditeit, de solvabiliteit, de arbeidsproductiviteit en de beurswaarde moest het Exxon voor zich dulden, al bleef het doorgaans dicht in de buurt, en in de meeste gevallen hield het BP comfortabel achter zich. Qua rentabiliteit wist Shell Exxon net te verslaan, en als gevolg van de relatief lage uitkeringsratio hield het meer middelen over om de groei op lange termijn te financieren. De dynamiek van de beurskoers viel evenwel weer wat tegen. Het volgende hoofdstuk zal uitwijzen of Shell zijn degelijke prestaties van deze periode een vervolg heeft weten te geven in de roerige jaren

28 tot en met 1986 De wereldeconomie Het sprookje van de schier oneindige economische groei kwam in de jaren 70 ten einde. De economieën van het Westen gaven blijk van enkele fundamentele ontwrichtingen en onevenwichtigheden, het internationale monetaire stelsel stortte in, en de brandstofprijzen stegen sterk als gevolg van twee oliecrises. Dit alles leidde tot een diepe recessie, hollende inflatie en een dramatische toename van de werkloosheid de gouden jaren waren voorgoed voorbij. Eind jaren 60 begon het tij te keren. De Amerikaanse handelsbalans vertoonde steeds grotere tekorten als gevolg van de oververhitting van de economie en de overwaardering van de dollar, en de afvloeiing van dollars en goud naar West-Europa en Japan werkte de inflatie aldaar in de hand. Daarbij wilden de vakbonden af van de loonmatiging (werkgelegenheid en economische groei werden als gegeven beschouwd), resulterend in de loonexplosies van en het haasje over -effect dat we nu kennen als de loonprijsspiraal. 80 De eenzijdige beslissing van president Nixon om de goudconvertibiliteit van de dollar op te schorten (augustus 1971) betekende de doodsteek voor het naoorlogse stelsel van vaste wisselkoersen. De dollar devalueerde ten opzichte van de andere valuta, wat gunstig was voor de Amerikaanse concurrentiepositie en betalingsbalans. Dit ging echter ten koste van West-Europa en Japan, die hun betalingsbalansoverschotten zagen wegsmelten als sneeuw voor de zon, 81 en ook de olieproducerende landen waren er niet blij mee: zij werden voor hun olie betaald in dollars, en deze dollars werden allengs minder waard. 82 Een nieuwe golf van protectionistische maatregelen was het gevolg, in de vorm van niet-tarifaire handelsbelemmeringen ( vrijwillige invoerbeperkingen, administratieve lasten, standaardisatie-eisen, etc.) en directe overheidssteun aan de industrie. 83 De zwevende wisselkoersen zorgden voor onvoorspelbaarheid in het internationale betalingsverkeer. De V.S. voelden zich niet geroepen om de voortsluipende ontwaarding van de dollar tegen te gaan ( benign neglect ), 84 en pogingen om tot een nieuw systeem van stabiele wisselkoersen te komen mislukten. 85 In dit klimaat van inflatie, wrevel en onzekerheid was de oliecrisis van oktober 1973 de spreekwoordelijke lont in het kruitvat: de spectaculaire stijging van de energieprijzen tastte de koopkracht in het Westen aan, en de reeds sluimerende recessie zette nu definitief door. 86 Voor het eerst sinds decennia was er sprake van absolute teruggang in de economische activiteit in het Westen. De werkloosheid nam snel toe, terwijl de inflatie onverminderd hoog bleef 87 een onmogelijkheid volgens de toen gangbare economische theorie (de Phillips-curve vond hier zijn Waterloo). 88 Het voeren van een deflatoir beleid 80 Van der Wee, De gebroken welvaartscirkel, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Ibidem, Dit fenomeen van een stagnerende economie in combinatie met inflatie zou bekend worden onder de term stagflatie. 88 Van der Wee, De gebroken welvaartscirkel,

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Olie crisis? 24 juni 2014

Olie crisis? 24 juni 2014 24 juni 2014 Olie crisis? De prijs van olie heeft invloed op financiële markten. Een stijgende olieprijs verhoogt de inflatie en heeft een remmend effect op de economische groei. In de jaren 2006-2011

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90 Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90 Praktische-opdracht door een scholier 3697 woorden 29 juni 2004 4,7 54 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Deze praktische

Nadere informatie

Lesbrief Voor de docent Voor de leerling Inhoud Inleiding De Nigeriaanse olie-industrie in beeld Opdracht 1 Aardolie in Nigeria Niveau

Lesbrief Voor de docent Voor de leerling Inhoud Inleiding De Nigeriaanse olie-industrie in beeld Opdracht 1 Aardolie in Nigeria Niveau Voor de docent Inhoud In 214 en 215 maakte de olieprijs in de een vrije val: in juli 214 kostte een vat olie nog ruim 1 dollar, in januari 215 nog maar 47 dollar. De prijs is sindsdien wel weer iets gestegen,

Nadere informatie

Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder?

Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder? Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder? Net als we vorig jaar meerdere keren hebben gezien, zijn de beurzen wederom bijzonder nerveus en vooral negatief. Op het moment van schrijven noteert de AEX 393

Nadere informatie

Het 4 e kwartaal van 2014.

Het 4 e kwartaal van 2014. 1 Het 4 e kwartaal van 2014. Zoals werd aangegeven aan het einde van het derde kwartaal van 2014 zou voorzichtigheid betracht worden bij het investeren in aandelen. De kansen op topvorming werden zo groot

Nadere informatie

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze Profit Europa is een van s werelds meest welvarende regio s en heeft een van de grootste interne markten. Deze positie wordt echter bedreigd door de snelle opkomst van Azië, maar ook door het steeds groter

Nadere informatie

Wijnimport Nederland naar regio

Wijnimport Nederland naar regio DO RESEARCH Wijnimport Nederland naar regio Sterke opmars wijn uit Chili Jeroen den Ouden 1-10-2011 Inleiding en inhoudsopgave Pagina I De invoer van wijn in Nederland 1 II De invoer van wijn naar herkomst

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België

De buitenlandse handel van België De buitenlandse handel van België 1 ste kwartaal 2010 1 De buitenlandse handel van België na het eerste kwartaal van 2010 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van het eerste kwartaal

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

Persbericht Aantal pagina s: 4

Persbericht Aantal pagina s: 4 Persbericht Aantal pagina s: 4 Brunel: sterke groei omzet en winst Kernpunten verslagjaar 2004 Omzet 313 miljoen; 27% groei EBIT 11,0 miljoen; toename van 8,1 miljoen Nettowinst 7,3 miljoen; toename van

Nadere informatie

VBO-analyse. over de verhouding tussen het loonaandeel en de winsten van bedrijven

VBO-analyse. over de verhouding tussen het loonaandeel en de winsten van bedrijven VBO-analyse over de verhouding tussen het loonaandeel en de winsten van bedrijven Dalend loonaandeel gaat niet naar dividenden, maar naar meer investeringen en belastingen Terwijl het loonaandeel daalt,

Nadere informatie

Olie en opkomende markten: Een tweesnijdend zwaard

Olie en opkomende markten: Een tweesnijdend zwaard Olie en opkomende markten: Een tweesnijdend zwaard Date : december 29, 2014 De olieprijs stortte dit jaar in elkaar als gevolg van de volatiliteit op de meeste markten en een tijdelijke onbalans tussen

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding: Dossier regionale luchthavens 0. Aanleiding: In 2004 presenteerde het Vlaams Forum Luchtvaart een rapport en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de luchtvaart in Vlaanderen [2]. Belangrijk onderdeel

Nadere informatie

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie

Nadere informatie

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in %

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in % Tweede kwartaal/eerste halfjaar 2010 26 augustus 2010 Halfjaarbericht Hoofdpunten Omzet met 10,8% gestegen naar 7,1 miljard (stijging van 4,4% tegen constante wisselkoersen) Bedrijfsresultaat met 17,6%

Nadere informatie

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein De Verenigde Staten gaan meestal voorop bij het herstel van de wereldeconomie. Maar terwijl een gerenommeerd onderzoeksburo recent verklaarde dat de Amerikaanse

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel.

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. EEN TRANSFER VAN BIJNA 9 MILJARD UIT DE PORTEMONNEE VAN DE WERKENDE MENSEN NAAR DE BEDRIJFSWINSTEN. EEN VERLIES

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters In onze eerste nieuwsbrief nieuwe stijl willen wij terugblikken op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en uiteraard geven wij onze visie op de financiële markten. Terugblik

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Energiemarktanalyse voor Groenten & Fruit door Powerhouse. Olie

Energiemarktanalyse voor Groenten & Fruit door Powerhouse. Olie Energiemarktanalyse voor Groenten & Fruit door Powerhouse Olie 12 Olie (volgende maand) 11 Prijs/vat 1 9 8 96,92 76,21 7 Brent (Dollar) Brent (EUR) Afgelopen week We zagen de afgelopen ween een lichte

Nadere informatie

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel Na de snelle daling van de bedrijfswinsten door de kredietcrisis, is er recentelijk weer sprake van winstherstel. De crisis heeft echter geen gat geslagen in de grote financiële buffers van bedrijven.

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus 80040 5600 JP Eindhoven

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus 80040 5600 JP Eindhoven Philips Pensioenfonds heeft de uitvoering van het Philips flex pensioen uitbesteed aan Hewitt Associates Outsourcing B.V. U kunt bij Hewitt Associates terecht met al uw pensioenvragen. De gegevens van

Nadere informatie

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen De mondiale markt voor onderhandse derivaten - niet gestandaardiseerd verhandeld op de beurs maar in maatwerk tussen grote partijen - is sinds

Nadere informatie

De groei voorbij. Jaap van Duijn september 2007

De groei voorbij. Jaap van Duijn september 2007 De groei voorbij Jaap van Duijn september 2007 1 Een welvaartsexplosie Na WO II is de welvaart meer gestegen dan in de 300 jaar daarvoor Oorzaken: inhaalslag, technologische verandering en bevolkingsgroei

Nadere informatie

Outlook 2016. Figuur 1: Invloed van Chinese groei op wereldwijde groei. (bron: Capital Economics) december 2015 Pagina 2 van 7

Outlook 2016. Figuur 1: Invloed van Chinese groei op wereldwijde groei. (bron: Capital Economics) december 2015 Pagina 2 van 7 Outlook 2016 Inleiding 2016 is in China het jaar van de aap. Apen zijn de genieën van de Chinese dierenriem. Ze leven in groepen, zijn intelligent en geestig. Niets is voor hen te moeilijk. Als het wel

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 1 woensdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1 Conjunctuurenquête Nederland Tweede kwartaal 11 Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1 3-5-11 :36 Economisch herstel zet door Horeca en detailhandel haken aan Na een lichte afzwakking in het eerste kwartaal

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

DE PIEK KOMT ERAAN 1

DE PIEK KOMT ERAAN 1 DE PIEK KOMT ERAAN 1 Ook al praat niemand over een naderende oliekrapte, de prijs per vat wil maar niet onder de 100 dollar zakken. Kopers van olie hebben kennelijk iets door wat de rest van ons lijkt

Nadere informatie

Duvel Moortgat : courante netto winst +16%

Duvel Moortgat : courante netto winst +16% 15 Maart 2000 Duvel Moortgat : courante netto winst +16% Markante feiten van 1999 Beursintroductie: Duvel Moortgat werd begin juni geïntroduceerd op de Beurs van Brussel. Participatie in Noord Amerikaanse

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Amsterdam Commodities profiteert van volatiele prijzen Stijging nettowinst 2009 met 20% tot 10,5 miljoen

Amsterdam Commodities profiteert van volatiele prijzen Stijging nettowinst 2009 met 20% tot 10,5 miljoen PERSBERICHT Rotterdam, 20 april 2010 Amsterdam Commodities profiteert van volatiele prijzen Stijging nettowinst 2009 met 20% tot 10,5 miljoen Nettowinst 10,5 miljoen (2008: 8,7 miljoen) Voorstel slotdividend

Nadere informatie

Het 1 e kwartaal van 2015.

Het 1 e kwartaal van 2015. 1 Het 1 e kwartaal van 2015. Achteraf bezien was het eerste kwartaal van 2015, vooral in Europa, uiterst vriendelijk voor beleggers. Hoewel door Invest4You, ondanks de jubelverhalen in de pers een zekere

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse

Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse Hoe kunnen beleggers genoeg leren over een organisatie voordat ze besluiten of ze daarin moeten beleggen of niet. Een belangrijke informatiebron

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I Opgave 1 Hoge druk op de arbeidsmarkt Gedurende een aantal jaren groeide de economie in Nederland snel waardoor de druk op de arbeidsmarkt steeds groter werd. Het toenemende personeelstekort deed de vrees

Nadere informatie

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%) Hogere volumes zorgen voor stijging toegevoegde waarde en ebitda met meer dan 10% Resultaat Resilux na belasting stijgt met meer dan 25% Resultaat JV Airolux blijft voorlopig nog negatief Kerncijfers eerste

Nadere informatie

USD / 1.16 1.15 1.14 1.13 1.12 1.11

USD / 1.16 1.15 1.14 1.13 1.12 1.11 Energiemarktanalyse Groenten & Fruit door Powerhouse Marktprijzen Macro-economie Markten in mineur Afgelopen week De angst voor een wereldwijde economische vertraging is weer toegenomen na een slechte

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot

Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot Siemen van Berkum en Gerben Jukema, LEI Wageningen UR, 17 december 2014 Deze notitie geeft een beknopt overzicht

Nadere informatie

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere

Nadere informatie

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Willemstad, mei 2017 Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 5 1.1 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen... 5 1.2 Concurrentiepositie...

Nadere informatie

Rabobank Food & Agri. Druk op varkensvleesmarkt blijft. Kwartaalbericht Varkens Q2 2015

Rabobank Food & Agri. Druk op varkensvleesmarkt blijft. Kwartaalbericht Varkens Q2 2015 Rabobank Food & Agri Kwartaalbericht Varkens Q2 2015 Druk op varkensvleesmarkt blijft De vooruitzichten voor de Nederlandse varkenshouderij voor het tweede kwartaal 2015 blijven mager. Ondanks de seizoensmatige

Nadere informatie

KOUDE OORLOG. Opgavenblad

KOUDE OORLOG. Opgavenblad ARUBA SE 3 MIDDAGMAVO AVONDMAVO GESCHIEDENIS 2018-2019 Tijdvak-1 KOUDE OORLOG Opgavenblad Dit School Examen (SE) bestaat uit 42 vragen. Voor dit SE zijn maximaal 70 punten te behalen. Dit SE bestaat uit

Nadere informatie

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland Conjunctuur enquête Technologische Industrie Nederland Gunstig beeld met internationale onzekerheden Het CBS kopt donderdag 16 februari dat het ondernemersvertrouwen in Nederland nog nooit op zo n hoog

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014 Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014 1. Samenvatting en conclusies De Nederlandse uitvoerwaarde is in 2013 met 1,0% gestegen t.o.v. dezelfde periode in 2012 tot 433,8 miljard euro. De bescheiden

Nadere informatie

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN 2018D19763 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de brief van de Minister van Financiën van 16 februari 2018 met zijn toelichting op de opbouw van het Nederlandse handelsoverschot

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

De economische wereldcrisis

De economische wereldcrisis De economische wereldcrisis (9.2) Onderzoeksvraag: Wat waren de oorzaken van de economische wereldcrisis van 1929 en waarom duurde die crisis zo lang? Kenmerkend aspect: De crisis van het wereldkapitalisme.

Nadere informatie

FACTSHEET FRESH VEGETABLES

FACTSHEET FRESH VEGETABLES miljoen dollar cq. 1000 ton Factsheet verse groenten januari 2016 FACTSHEET FRESH VEGETABLES Fruit&VegetableFacts; JanKeesBoon; +31654687684; fruitvegfacts@gmail.com WERELDHANDEL VERSE GROENTEN IN 2015

Nadere informatie

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Kenmerkende aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

Bilaterale handel Vlaanderen - Colombia

Bilaterale handel Vlaanderen - Colombia Bilaterale handel Vlaanderen - Colombia Handelsbalans Vlaanderen - Colombia Onze handel met Colombia is steevast in een handelstekort geëindigd. Dat tekort was op zijn hoogst in 2008: zowat een half miljard

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2011 EEN MOEILIJK JAAR 2011 ONDANKS EEN GOEDE EERSTE SEMESTER

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2011 EEN MOEILIJK JAAR 2011 ONDANKS EEN GOEDE EERSTE SEMESTER 1 Brussel, 31 augustus 2011 Gereglementeerde informatie 31 augustus 2011 17.30 u. CET GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2011 EEN MOEILIJK JAAR 2011 ONDANKS EEN GOEDE EERSTE SEMESTER Spadel zet haar investeringsstrategie

Nadere informatie

Spirit AeroSystems Holdings Inc.

Spirit AeroSystems Holdings Inc. TIP 3: Spirit AeroSystems Holdings Inc. Beurs Land Ticker Symbol ISIN Code Sector New York Stock Exchange Verenigde Staten SPR US8485741099 Industrial Goods - Aerospace/Defense Products & Services Spirit

Nadere informatie

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? Komt er QE in de eurozone? Sinds enige maanden wordt er op de financiële markten gezinspeeld op het opkopen van staatsobligaties door de Europese

Nadere informatie

Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;

Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken; Werkstuk door een scholier 2376 woorden 29 november 2001 7,3 29 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn

Nadere informatie

Herdenking Capitulaties Wageningen

Herdenking Capitulaties Wageningen SPEECH SYMPOSIUM 5 MEI 2009 60 jaar NAVO Clemens Cornielje Voorzitter Nationaal Comité Herdenking Capitulaties Wageningen Dames en heren, De détente tussen oost en west was ook in Gelderland voelbaar.

Nadere informatie

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8 BEDRIJFSLEVEN TOTAAL 1. Bedrijfsleven eind 2008 in onzekerheid Het bedrijfsleven in het gebied van Kamer van Koophandel Den Haag heeft in het derde kwartaal van 2008 niet slecht gepresteerd, zeker niet

Nadere informatie

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Exportmonitor 2011 Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Uit de Exportmonitor 2011 blijkt dat het noordelijk bedrijfsleven steeds meer aansluiting vindt bij de wereldeconomie. De Exportmonitor

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 =

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 = Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( 2.600.000 + 3.000.000) / 2 = 2.800.000 REV na belasting = 400.000 100% = 14,29% 2.800.000 b. Gemiddeld totaal vermogen = ( 7.150.000 + 7.200.000) / 2 = 7.175.000

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer Verslag door Lotte 1361 woorden 19 juni 2017 6,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van televisie

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België - 2009 -

De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België in 2009 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van 2009 Zoals lang gevreesd, werden in 2009 de gevolgen van

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Toegenomen verlies Airolux Verder verhoging dividend Kerncijfers

Nadere informatie

Marktbeeld appels en peren

Marktbeeld appels en peren Afzet appels en peren door Russische boycot in de verdrukking Productie De appelproductie in de EU bedroeg in 215 ruim 12 miljard kilo. Dit was de op één na grootste EUoogst ooit. Bijna een derde van de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

Arbeidskosten per eenheid product

Arbeidskosten per eenheid product Arbeidskosten per eenheid product CPB Achtergronddocument, behorend bij: MEV 2012 September 2011 Martin Mellens CPB Memo Aan: Belangstellenden Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM

Nadere informatie

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl) Economie 1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 17 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 65 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Duurzame energie in Japan

Duurzame energie in Japan Duurzame energie in Japan Rob Stroeks (Project Officer, TWA Tokio) - 8-3-2004 Samenvatting Japan heeft van oudsher weinig natuurlijke energiebronnen. De daarmee samenhangende afhankelijkheid van buitenlandse

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie