Notitie Algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen in beeld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Notitie Algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen in beeld"

Transcriptie

1 Notitie Algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen in beeld 1. Inleiding Tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (d.d. 3 en 4 december 2003) heb ik toegezegd de Tweede Kamer te informeren over de praktijk van de aangepaste vormvereisten die met ingang van 1 januari 2003 gelden voor CAO-fondsen waarvoor een verzoek tot algemeen verbindendverklaring wordt ingediend. Met de wijziging van het Toetsingskader AVV voor wat betreft de vormvereisten voor het algemeen verbindend verklaren van CAO-fondsen is beoogd de transparantie van de baten en lasten van de fondsen ten behoeve van de bestedingsdoelen te vergroten voor de direct betrokkenen en ook voor derden. Met deze notitie wordt verslag gedaan van de wijze waarop en de mate waarin CAO-partijen aan de nieuwe vormvereisten hebben voldaan in het jaar 2003 (met betrekking tot de verantwoording van de financiën van het boekjaar 2002). Daarnaast wordt op grond van de verplichte verslaglegging van de stichtingsbesturen van de CAO-fondsen inzicht gegeven in de baten, lasten en reserves van de CAO-fondsen. Allereerst wordt in deze notitie de achtergrond geschetst van de praktijk van de CAO-fondsen ( 2), gevolgd door het wettelijk en regelgevend kader dat van toepassing is op CAO-fondsen en het algemeen verbindend verklaren ervan ( 3 en 4). Vervolgens wordt geëvalueerd in welke mate de CAO-fondsen in 2003 hebben voldaan aan de nieuwe vormvereisten ( 5) en worden op grond van de jaarverslagen over het boekjaar 2002 de patronen van baten en lasten van de CAO-fondsen in beeld gebracht ( 6). Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de bijdragen die vanuit de CAO-fondsen zijn geleverd aan werkgevers- en werknemersorganisaties. Bijzondere aandacht wordt ook besteed aan het voorkomen van hiaten tussen de perioden waarvoor opvolgende besluiten van algemeen verbindendverklaringen van toepassing zijn ( 7). De notitie wordt afgesloten met conclusies ( 8). 2. CAO-fondsen en fonds-cao s Werknemers- en werkgeversorganisaties kunnen in een CAO afspraken maken over fondsvorming door middel van financiële afdrachten, ten behoeve van nader gespecificeerde doeleinden die verband houden met de arbeidsverhoudingen. CAO-partijen kunnen dergelijke afspraken in de reguliere CAO opnemen naast de overige grotendeels arbeidsvoorwaardelijke bepalingen, of ze kunnen tot fondsvorming komen door middel van een separate CAO die de betreffende fondsvorming als enige onderwerp heeft. Beide komt in de Nederlandse CAOpraktijk voor. 1 De achterliggende reden voor fondsvorming is dat daarbij collectieve goederen tot stand kunnen worden gebracht die anders niet of minder eenvoudig en kostbaarder door individuele werkgevers en/of werknemers tot stand gebracht zouden kunnen worden. Voor doeleinden als het verzekeren tegen inkomensderving kan fondsvorming een schaalvoordeel opleveren in samenhang met risicospreiding. Voor doeleinden als financiering van scholingsactiviteiten kan fondsvorming op verschillende manieren investeringsvoordelen opleveren en/of kunnen investeringsrisico s worden verminderd. In de eerste plaats kan door gezamenlijke investering een infrastructuur van scholing en opleiding worden gecreëerd, specifiek op de bedrijfstak gericht. In de tweede plaats kan het risico worden verminderd dat investeringen van 1 Hierna zal de term fonds-cao worden gebruikt voor separate CAO s die als enige onderwerp een fonds hebben, de term CAO-fonds zal als algemene term worden gebruikt voor fondsvorming door middel van een bepaling in de reguliere CAO dan wel middels een separate CAO. 1

2 werkgevers in de scholing van hun werknemers wegvloeien naar werkgevers die niet in scholing investeren maar wel geschoolde werknemers wegkapen. Of dergelijke potentiële voordelen van fondsvorming ook daadwerkelijk genoten kunnen worden, is in beginsel afhankelijk van de mate waarin werkgevers en/of werknemers deelnemen aan een fonds. De CAO, en dan met name de bedrijfstak-cao, is een instrument waarmee een groot of zelfs maximaal bereik van een fonds kan worden bewerkstelligd. Dit niet alleen vanwege het collectieve karakter van een CAO, maar tevens door het bindende karakter. Bijdragen aan het fonds zijn dan bij de aan de CAO gebonden werkgevers en/of werknemers uiteindelijk ook juridisch afdwingbaar. Hierdoor kan de totstandkoming en het voortbestaan van het fonds beter worden gewaarborgd. Het algemeen verbindend verklaren van een CAO-fonds draagt daar verder aan bij. Fondsvorming met behulp van de CAO komt in de praktijk relatief veel voor. Zo werden er in 2003 naast de 231 reguliere bedrijfstak-cao s ook 229 separate bedrijfstak-fonds-cao s geteld. 2 Ook op ondernemingsniveau worden separate fonds-cao s afgesloten, in 2003 waren dat er 26, met name VUT-regelingen. Het aantal CAO-fondsen ligt echter hoger aangezien ook in reguliere CAO s fondsbepalingen kunnen zijn opgenomen. Op grond van de in de praktijk voorkomende doelstellingen van fondsen zijn deze onder te verdelen in zogenoemde uitkeringsfondsen en sociale fondsen. Bij uitkeringsfondsen gaat het dan voornamelijk om verzekeringen tegen inkomensderving bij ziekte, arbeidsongeschiktheid, (seizoens)werkloosheid, vorstverlet, of vervroegde uittreding. Bij sociale fondsen gaat het o.a. om doelstellingen met betrekking tot scholing, kinderopvang, arbeidsomstandigheden, bevordering van naleving van de CAO, of voorlichting over de CAO. 3 Zowel bij uitkerings- als sociale fondsen vindt de fondsvorming plaats met behulp van de heffing van een premie. Bij uitkeringsfondsen, met name VUT-fondsen, vindt de premieheffing vaak zowel bij werkgevers als werknemers plaats. Bij sociale fondsen komt dit minder voor (zie ook 5). 3. Wettelijk en regelgevend kader bij CAO-fondsvorming Aangezien er bij fondsvorming niet alleen verplichtingen bestaan om financieel aan het fonds bij te dragen, maar ook aanspraken worden opgebouwd en rechten bestaan met betrekking tot financiering uit het fonds, bestaan er wettelijke en regelgevende kaders ter waarborging van die plichten en rechten die voortvloeien uit fondsvorming door middel van de CAO. Voor die vormen van CAO-fondsvorming op bedrijfstakniveau waarbij looninhouding aan de orde is, gelden vormvereisten zoals vastgelegd in titel 2 van het Besluit fondsen en spaarregelingen (Staatsblad , 33). In dit besluit is geregeld dat een dergelijk fonds een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid dient te zijn, met statuten en reglementen die doelstellingen inhouden en een nauwkeurige aanduiding van de belangen die het fonds behartigt en de werkingssfeer (bedrijfstak) waarop het fonds betrekking heeft. Aan het bestuur van het fonds wordt o.a. de eis gesteld dat deze uit minstens éénderde moet bestaan uit vertegenwoordigers van werknemers en dit aandeel gelijk moet zijn aan het aandeel van de vertegenwoordigers van werkgevers. Tevens dient het bestuur jaarlijks verantwoording af te leggen over het vermogen van het fonds en de ontwikkeling daarvan en over het gevoerde beleid. De verantwoording dient te gebeuren door middel van een verslag dat door een 2 Zie bijlage 5 van de Voorjaarsrapportage CAO-afspraken 2003, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mei Zie voor een uitgebreider overzicht van voorkomende doelstellingen, CAO-fondsen. Doelstellingen, financiering en werkingsgebied per 31 december 1999, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, werkdocument no. 207, april

3 registeraccountant of andere bevoegde accountant op getrouwheid wordt gecontroleerd. Het verslag dient tevens ter inzage te liggen voor bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers ten kantore van het fonds en op door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen plaatsen. CAO-bepalingen met betrekking tot fondsvorming kunnen in principe voor algemeen verbindendverklaring in aanmerking komen op grond van artikel 2 van de Wet AVV. Dit geldt ook voor CAO s die fondsvorming als enige onderwerp hebben. Separate fonds-cao s worden juridisch gezien erkend als CAO s in de zin van artikel 1 lid 1 Wet CAO en komen derhalve ook voor algemeen verbindendverklaring in aanmerking. 4 Voor CAO-fondsen waarvan partijen willen dat deze in aanmerking komen voor algemeen verbindendverklaring, gelden in beginsel dezelfde eisen die voortvloeien uit de Wet AVV en die als beleidsregels zijn vastgelegd in het Toetsingskader AVV. In algemene zin geldt daarbij dat de (bestedings)doelen van het fonds moeten passen binnen het kader van bepalingen die voor algemeen verbindendverklaring in aanmerking komen. Voor wat betreft het tijdvak waarvoor algemeen verbindendverklaring plaats kan vinden is er in de wet bepaald dat fondsen voor vijf jaar algemeen verbindend kunnen worden verklaard, in afwijking van het maximale tijdvak van twee jaar voor de andersoortige CAO-bepalingen. Dit vanwege het meer permanente karakter dat dergelijke CAO-bepalingen naar hun aard kunnen dragen (zie artikel 2 lid 2 Wet AVV). Daarnaast gelden er aanvullende vormvereisten voor CAO-fondsen waarvoor een verzoek tot algemeen verbindendverklaring wordt gedaan. Ook deze aanvullende vormvereisten dienen ter waarborging van de rechten en plichten voortvloeiend uit de fondsvorming. Bovendien wordt met de aanvullende vormvereisten ook beoogd de fondsvorming transparant te maken voor de betrokkenen, waaronder ook de werkgevers en werknemers die uitsluitend door algemeen verbindendverklaring aan de fondsbepalingen worden gebonden. 4. Vormvereisten algemeen verbindend verklaring CAO-fondsen De nadere vormvereisten voor CAO-fondsen waarvoor een verzoek tot algemeen verbindendverklaring wordt ingediend, zijn in tweeërlei opzicht feitelijk een uitbreiding van de vereisten vanuit het Besluit fondsen en spaarregelingen. In de eerste plaats zijn de vereisten uit het Besluit fondsen en spaarregelingen uitgebreid naar fondsen waar looninhouding niet aan de orde is, maar uitsluitend een premieheffing bij werkgevers plaatsvindt. In de tweede plaats zijn er aanvullende vereisten geformuleerd die verband houden met het beleidskader van het algemeen verbindend verklaren en met het feit dat ook voor derden die door algemeen verbindendverklaring aan het fonds worden gebonden voldoende transparant is wat er met de fondsmiddelen is of wordt gedaan. De vormvereisten hebben betrekking op de organisatie van het fonds, de doelstellingen en de verantwoording van de besteding van de fondsmiddelen en zijn vastgelegd in het Toetsingskader AVV. 5 Het Toetsingskader AVV vereist dat het fonds de rechtsvorm van een stichting heeft, waarvan het bestuur is belast met het beheer van het fonds. De bestedingsdoelen van het fonds moeten zoals gezegd passen binnen het kader van de bepalingen die voor algemeen verbindend verklaren in aanmerking komen, waaronder ook worden begrepen de kosten van het beheer en het bestuur van het fonds en waarvan worden uitgezonderd de kosten van het eigenlijke CAOoverleg. 4 Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 30 januari 1987 (NJ 1987, 936). 5 Zie Staatscourant 1998, nr.240 / pag.14 en voor wijzigingen Staatscourant 7 september 2001, nr. 173 / pag.12, en Staatscourant 19 juni 2002, nr.114 / pag.11. 3

4 De overige vormvereisten schrijven voor wat er in de verplichte statuten en reglementen van het fonds in ieder geval moet zijn vastgelegd. Deze statuten dienen integraal onderdeel uit te maken van de CAO, zodat ze na algemeen verbindendverklaring ook voor een ieder kenbaar kunnen zijn. De statuten dienen nauwkeurig de doelstelling(en) te omschrijven en een limitatieve omschrijving te bevatten van de bestedingsdoelen of de te bekostigen activiteiten en een omschrijving van de wijze waarop fondsvorming plaatsvindt. Daarbij dient ook te zijn vastgelegd op welke wijze en onder welke voorwaarden er recht op verstrekking uit het fonds bestaat. In het geval van subsidieverstrekking uit het fonds moeten de statuten voorschrijven dat subsidieontvangende instellingen een begroting indienen en een, door een accountant gecontroleerde, verantwoording overleggen over de besteding van de subsidiegelden, welke beide zijn gespecificeerd naar de bestedingsdoelen respectievelijk de te bekostigen activiteiten. Ook moeten de statuten voorschrijven dat het fondsbestuur jaarlijks een begroting en een door een accountant gecontroleerd financieel jaarverslag opstellen, beide ook weer gespecificeerd naar de bestedingsdoelen respectievelijk de te bekostigen activiteiten. Daarbij dient uit de accountantsverklaring over het financieel jaarverslag van het fonds te blijken dat de uitgaven van het fonds conform de bestedingsdoelen zijn gedaan en in het jaarverslag dienen ook de verantwoordingen te zijn opgenomen van de subsidieontvangende instellingen. Ten slotte dient in de statuten te zijn geregeld dat het financieel jaarverslag en de accountantverklaring ter inzage ligt ten kantore van het fonds voor de bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers en op een of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen. Ook voor anderen dan alleen de betrokken werknemers en werkgevers ligt het financieel jaarverslag en de accountantverklaring ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De boven beschreven vormvereisten zijn in hun huidige vorm het resultaat van een recente aanpassing. Toetsingscriteria met betrekking tot de rechtsvorm, de doelstellingen en de verantwoordingsplicht van CAO-fondsen werden in de praktijk van het toetsen van verzoeken tot algemeen verbindendverklaring ook al gehanteerd vóór de codificering van het beleid van algemeen verbindendverklaring in de in 1998 gepubliceerde beleidsregels van het Toetsingskader AVV. Sinds de inwerkingtreding van het Toetsingskader AVV per 1 januari 1999 zijn de vormvereisten voor het algemeen verbindend verklaren van CAO-fondsen twee maal gewijzigd. 6 Met de laatste wijziging zijn met ingang van 1 januari 2003 de vormvereisten aangevuld met enkele extra waarborgen van transparantie met name met betrekking tot de verantwoording van de uitgaven. Dit is gebeurd naar aanleiding van een Algemeen Overleg met de vaste commissie van de Tweede Kamer voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, d.d. 18 oktober De toenmalige Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vond met leden van de commissie dat de transparantie van de verantwoording van de uitgaven van algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen kon worden verbeterd. 7 De Minister gaf daarbij aan het Toetsingskader AVV op een aantal punten aan te passen: 1. De openbaarheid en verkrijgbaarheid van de jaarstukken wordt vergroot. 2. Het wordt verplicht een accountantsverklaring bij het jaarverslag te voegen, waaruit blijkt dat de uitgaven conform de doelstellingen zijn gedaan. 3. Er wordt overgegaan tot invoering van een datum waarop de jaarverslagen beschikbaar moeten zijn bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 6 Zie bijlage I voor de vormvereisten in het Toetsingskader AVV per 1 januari 1999, 2002 en Zie Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr.10. 4

5 4. De algemeen verbindendverklaring wordt ingetrokken indien tijdens de looptijd onomstotelijk blijkt dat niet aan de eisen wordt voldaan. Deze voorgenomen aanpassingen van de vormvereisten voor CAO-fondsen werden met concrete aanpassingsvoorstellen met een adviesaanvrage aan de Stichting van de Arbeid voorgelegd. 8 Na kennisneming van het advies van de Stichting van de Arbeid is het definitieve besluit tot wijziging van het Toetsingskader AVV op 14 juni 2002 genomen en per 1 januari 2003 in werking getreden. 9 De Tweede Kamer is hiervan op 12 juli 2002 op de hoogte gesteld Evaluatie aangepaste vormvereisten CAO-fondsen In het jaar 2003 dienden de vormvereisten voor het eerst te worden toegepast op de verslaglegging ten aanzien van de financiën van de CAO-fondsen in het boekjaar Aangezien de vormvereisten niet zonder de nodige operationele gevolgen zouden blijven voor de fondsen was voorzien in een overgangsregime, waardoor de beoogde eindsituatie uiteraard nog niet geheel bereikt kon worden. Daarbij gold tevens dat als zou blijken (met in achtneming van de overgangsregeling) dat men niet zou voldoen aan de nieuwe vormvereisten, de algemeen verbindendverklaring van het CAO-fonds kon worden ingetrokken. Mede in het licht daarvan zijn CAO-partijen door middel van generieke en specifieke voorlichting vanaf medio 2002 vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondersteund om een zo adequaat mogelijke invoering van de aangescherpte fondsvereisten te bewerkstelligen. Hieronder wordt een samenvatting gegeven van de evaluatie van het verloop van de implementatie van de nieuwe vormvereisten. De desbetreffende evaluatie is in zijn geheel als bijlage toegevoegd aan deze notitie. Aanpassing statuten en/of reglementen De aangepaste vormvereisten vergen een wijziging van statuten en/of reglementen van de CAO-fondsen. Daarbij is voorzien in een overgangsperiode voor fondsen waarvoor op grond van een vóór 1 januari 2003 ingediend verzoek tot algemeen verbindendverklaring een besluit tot algemeen verbindendverklaring is genomen dat na 2003 expireert. De statuten en/of reglementen van deze fondsen moesten uiterlijk per 31 december 2003 tussentijds zijn aangepast aan de nieuwe vormvereisten en met een verzoek tot algemeen verbindendverklaring van de wijzigingen zijn voorgelegd. Inmiddels voldoen de statuten en/of reglementen van 126 CAO-fondsen aan de nieuwe vormvereisten en zijn er nog 33 verzoeken tot algemeen verbindendverklaring van wijzigingen van statuten en/of reglementen in behandeling. Ongeveer 40 CAO-fondsen zijn reeds geëxpireerd voor 2004 en worden mogelijk later in het jaar met een nieuw verzoek tot algemeen verbindendverklaring voorgelegd. Toezending jaarverslagen 2002 Een overgangsregime gold ook voor het vormvereiste dat het jaarverslag en de accountantsverklaring binnen uiterlijk zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarop het verslag betrekking heeft aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid moest worden toegezonden. Voor het boekjaar 2002 gold daarbij een eenmalige overgangsregeling. Indien het jaarverslag 2002 wegens technische redenen niet tijdig kon worden ingediend en voor 1 juli 2003 daarvan een gemotiveerde mededeling was gedaan, zou de verlate toezending 8 Zie AV/A&M/2001/ Zie Staatscourant 19 juni 2002, nr. 114 / pag Zie AV/CAM/2002/

6 niet beschouwd worden als een reden tot intrekking van het betreffende besluit tot algemeen verbindendverklaring. Iets meer dan de helft van de in totaal 194 CAO-fondsen die een jaarverslag dienden toe te zenden, heeft om uitstel gevraagd wegens technische redenen. Door het merendeel daarvan zijn de jaarstukken nog in 2003 toegezonden. Uiteindelijk ontbreken nog 3 verantwoordingen van CAO-fondsen. 11 Alle jaarverslagen liggen conform het gewijzigde Toetsingskader AVV voor een ieder ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Verkenning inhoud jaarverslagen 2002 Naast de meer procedurele vereisten zoals het aanpassen van de statuten en/of reglementen en het tijdig toezenden van de jaarverslagen, hebben de aangepaste vormvereisten tevens gevolgen voor de inhoud van de jaarverslagen, te beginnen met die van 2002 en rekening houdend met het overgangsregime (zie ook 4). Gegeven het overgangsregime dient te worden opgemerkt dat zolang de statuten/reglementen van een fonds nog niet waren aangepast aan de nieuwe vereisten, de inhoudelijke invulling van dit voorschrift zijn begrenzing vindt in de mogelijkheden die de vigerende statuten en reglementen daartoe bieden. In overeenstemming met de Wet AVV en de Wet CAO vindt de naleving van de toepassingspraktijk van algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen in de privaatrechtelijke sfeer plaats. Bij de aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toegezonden jaarverslagen wordt wel verkend of deze in het licht van het bepaalde in het Toetsingskader evidente vragen oproepen. Het in strijd handelen met de vereisten van het Toetsingskader kan tot repercussies leiden bij een volgend verzoek tot algemeen verbindendverklaring, maar eventueel ook tot intrekking van een lopend besluit tot algemeen verbindendverklaring. Bij alle 191 tot dusver ontvangen jaarverslagen over het boekjaar 2002 is nagegaan of deze evidente vragen opriepen. Naar aanleiding van 23 jaarverslagen zijn het fonds en de betrokken CAO-partijen geattendeerd op punten die, tijdens de periode van het overgangsregime, nog niet geheel in overeenstemming zijn met de nieuwe vormvereisten, maar dat in de toekomst wel dienen te zijn. Met betrekking tot 18 jaarverslagen is uitdrukkelijk om een reactie op mogelijke onjuistheden gevraagd. Voor wat betreft de gesignaleerde evidenties ging het o.a. om het financieren van op het eigenlijke CAO-overleg betrekking hebbende kosten (een dergelijke financiering is uitdrukkelijk door het Toetsingskader verboden). Een ander voorbeeld betreft het financieren van de kosten verbonden aan het werven en binden van leden en de kosten verbonden aan de uitgave van het vakbondsledenblad (de Wet AVV verbiedt het maken van onderscheid tussen georganiseerden en ongeorganiseerden). Een volgend voorbeeld dat genoemd kan worden is het (ongeclausuleerd) financieren van organisatie- en algemene kosten, huisvestingskosten en ict-kosten van werknemersorganisaties. Dergelijke kostensoorten komen in principe niet voor subsidie uit algemeen verbindend verklaarde fondsen in aanmerking, behalve indien deze direct (aantoonbaar) zijn te relateren aan de (algemeen verbindend verklaarde) bestedingsdoelen, c.q. activiteiten van het fonds. 11 Voor twee van de betreffende fondsen is momenteel geen algemeen verbindendverklaring van toepassing en zal in principe niet eerder tot besluitvorming over een nieuw verzoek tot algemeen verbindendverklaring kunnen worden overgegaan dan wanneer het jaarverslag alsnog is ontvangen. Met betrekking tot het derde geval is een procedure tot intrekking van het besluit tot algemeen verbindendverklaring gestart. 6

7 Uiteindelijk hebben in drie gevallen de reacties op de vragen naar mogelijke onjuistheden ertoe geleid dat de duur van de recentelijk met betrekking tot die fondsen genomen besluiten tot algemeen verbindendverklaring - in afwijking van het verzoek van de desbetreffende CAO-partijen - in de tijd zijn beperkt tot 9 september Pas wanneer de beoordeling van de betreffende jaarverslagen over het boekjaar 2004 positief uitvalt kan een nieuw verzoek tot algemeen verbindendverklaring voor de betreffende CAO-fondsen in behandeling worden genomen. In twee andere gevallen waar het nog lopende besluiten tot algemeen verbindendverklaring betreft, kan eventueel bij een volgend verzoek tot algemeen verbindendverklaring een zelfde gedragslijn worden gevolgd. 6. Monitor financiën CAO-fondsen Op grond van de volgens de vormvereisten in het Toetsingskader AVV verplicht toegezonden jaarverslagen van de CAO-fondsen zijn ook de feitelijke baten, lasten en reserves van algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen met behulp van een monitor in beeld gebracht voor het jaar 2002, waarvoor nog het overgangsregime gold. De monitor is uitgevoerd met betrekking tot 57 algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen die bovendien kunnen worden getypeerd als sociale fondsen. 13 Hieronder wordt een samenvatting gegeven van de monitor, waarvan de gehele rapportage als bijlage is toegevoegd aan de notitie. De financiën van de algemeen verbindend verklaarde sociale fondsen die zijn onderzocht hebben doorgaans betrekking op doelstellingen gericht op: - het doen van onderzoek ter voorbereiding van het CAO-overleg, het uitvoeren van de CAO en het informeren van werkgevers en werknemers over de CAO en de bevordering van de goede werking van de (arbeidsverhoudingen in de) bedrijfstak, - het bevorderen van opleiding en ontwikkeling van werknemers in de bedrijfstak, - het bevorderen van de werkgelegenheid in de bedrijfstak, - het bevorderen van goede arbeidsomstandigheden in de bedrijven, - het bieden van kinderopvang. Baten en lasten De gemiddelde premie die ten behoeve van de te bekostigen activiteiten werd geheven in het jaar 2002 bedroeg voor de 57 onderzochte sociale fondsen 0,63% (van de loonsom), ten 12 De datum van 9 september 2005 is gekozen omdat met betrekking tot het boekjaar 2004 voor het eerst kan worden beoordeeld of men volledig voldoet aan de nieuwe vormvereisten, omdat men bij de verantwoording over het jaar 2003 nog de gevolgen kan ondervinden van het overgangsregime. En de verantwoording van de uitgaven in het boekjaar 2004 kan uiterlijk vanaf juli 2005 worden beoordeeld. Het gaat hier om de volgende besluiten: Besluit van de Minister van SZW van 29 januari 2004 tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de CAO Bloemendetailhandel inzake Sociaal Fonds (AI Nr , Bijv. Stcrt , nr. 22), Besluit van de Minister van SZW van 12 februari 2004 tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de CAO Bijdragen Sociaal Fonds voor het Horecabedrijf (UAW Nr , Bijv. Stcrt , nr. 31), en Besluit van de Minister van SZW van 12 februari 2004 tot algemeen verbindend verklaring van gewijzigde bepalingen van de CAO voor de Gemengde Branche en Speelgoedbranche inzake Sociaal Fonds (UAW NR 10099, Bijv. Stcrt nr. 31). 13 De monitor is uitgevoerd onder de algemeen verbindend verklaarde sociale fondsen die voorkomen in de bedrijfstakken die zijn vertegenwoordigd in de steekproef van 125 grotere CAO s waarmee normaliter CAOonderzoek wordt uitgevoerd door de directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving van het Ministerie van Sociale Zaken. Uit deze steekproef zijn ondernemings-cao s en collectieve arbeidsvoorwaardenregelingen voor de overheidssectoren verwijderd, omdat algemeen verbindendverklaring daarbij niet aan de orde is. Verder werd er bij 22 CAO's geen algemeen verbindend verklaard sociaal fonds aangetroffen en van 2 bedrijfstak- CAO s was het jaarverslag van de betreffende fondsen op de sluitingsdatum van de gegevensverzameling van 1 februari 2004 nog niet ontvangen. Zodoende is het onderzoek uitgevoerd onder 51 bedrijfstak-cao s, waarin 57 algemeen verbindend verklaarde sociale fondsen zijn aangetroffen, met betrekking tot 2,5 miljoen werknemers. 7

8 opzichte van 0,66% in Bij 74 procent van onderzochte sociale fondsen bleef de premie gelijk, 10 procent kende een stijging van de premie en 16 procent een daling. De premie werd bij 46 sociale fondsen door de werkgever opgebracht en bij 11 fondsen werd de premie door de werkgever en werknemer gedeeld. Uit tabel 1 kan worden opgemaakt dat vooral door de premieheffingen (93 procent) de baten van de onderzochte algemeen verbindend verklaarde sociale fondsen in ,5 miljoen bedroegen. De resterende baten betroffen subsidies en rente-opbrengsten. Tabel 1 De baten, lasten en reserves van algemeen verbindend verklaarde sociale fondsen in 2002 (N=57) 14. Baten/Lasten In % van de Totaalbedragen (x mln.) baten/lasten Baten: 100% 545,5 bijdragen van partijen (premies) 93% 506,1 subsidies 1% 6,8 Rente en overige baten 6% 32,7 Lasten: 100% 540,0 A. Doelstellingsgerelateerde lasten:* 87% 472,4 - CAO-gerelateerde doelstelling 7% 40,2 - opleiding en ontwikkeling 49% 263,1 - werkgelegenheid 8% 42,4 - arbeidsomstandigheden 4% 23,4 - kinderopvang 11% 58,4 - overige doelstellingen 8% 44,9 B. Overige lasten:* 13% 67,6 - administratieve lasten 7% 39,4 - niet gespecificeerde bijdragen aan 3% 16,3 werkgevers- en werknemersorganisaties - andere lasten 2% 11,8 Saldo baten-lasten 5,5 Reserves: 100% 666,1 - gebonden reserve 55 % 364,0 - vrije reserve 45 % 302,1 * De bedragen van de afzonderlijke kostenposten onder A en B zijn als percentage berekend ten aanzien van de totale lasten. Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2004), Sociale fondsen Dit rapport is als bijlage toegevoegd aan deze notitie. De lasten van de algemeen verbindend verklaarde sociale fondsen bedroegen in ,0 miljoen. Hierbij ging het met name om lasten ten behoeve van bestedingsdoelen in het kader van opleiding en ontwikkeling van werknemers, namelijk 49 procent van de totale lasten. Lasten ten behoeve van kinderopvangregelingen zijn met een aandeel van 11 procent van de totale lasten de tweede kostenpost in omvang. Bijdragen aan werkgevers- en werknemersorganisaties Uit algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen kunnen financiële bijdragen (bijvoorbeeld in de vorm van subsidies) worden verstrekt aan instellingen voor activiteiten die passen binnen de in de algemeen verbindend verklaarde fondsstatuten vastgelegde doelstellingen en bestedingsdoelen. Daarbij bestaat in principe geen onderscheid naar soorten instellingen, wat 14 Door afrondingen kan het voorkomen dat getallen niet altijd exact sommeren tot het totaal. 8

9 inhoudt dat ook werknemers- en/of werkgeversorganisaties in principe in aanmerking kunnen komen voor fondsfinanciering van activiteiten. Een fondsbestuur kan subsidies of bijdragen uit het algemeen verbindend verklaarde fonds alleen aan werknemers- en werkgeversorganisaties toekennen als deze vooraf kenbaar maken dat zij het besteden aan de algemeen verbindend verklaarde doelstellingen. De subsidie ontvangende instellingen dienen daarover ook achteraf verantwoording af te leggen aan het subsidieverlenende fonds. Die verantwoording door de subsidieontvangende instelling maakt vervolgens weer onderdeel uit van de financiële verantwoording van het fondsbestuur zelf. Aan het proces van toekenning van financiële bijdragen en verantwoording van de besteding ervan ligt het besluit tot algemeen verbindendverklaring ten grondslag, hetgeen impliceert dat is getoetst of de in de statuten vastgelegde doelstellingen en bestedingsdoelen passen binnen het kader van bepalingen die voor algemeen verbindendverklaring in aanmerking kunnen komen. Hiervan zijn op voorhand uitgezonderd de kosten met betrekking tot het eigenlijke CAO-overleg en ook activiteiten die niet een ieder in de bedrijfstak ten goede (kunnen) komen. Gezien de aard van de werkzaamheden van werknemers- en werkgeversorganisaties zijn dit voor fondsbesturen belangrijke criteria bij de toekenning van financiële bijdragen aan de betreffende instellingen en met betrekking tot de transparantie van de verantwoording van de besteding. Uit de jaarverslagen blijkt dat er in totaal 53,7 miljoen uit 30 fondsen is bijgedragen aan werkgevers- en werknemersorganisaties: 24,3 miljoen ten behoeve van de werkgeversorganisaties en 29,4 miljoen ten behoeve van de werkneversorganisaties. Bij alle 30 fondsen betreft het lasten die verenigbaar zijn met de algemeen verbindend verklaarde statuten van betreffende fondsen. Bij 17 fondsen waren de betreffende lasten (ten bedrage van 37,4 miljoen) op grond van de informatie in het jaarverslag ook onder te brengen bij de voor de monitor onderscheiden categorieën doelstellingen. 15 Voor de overige 13 fondsen waren de lasten ten behoeve van de werkgevers- en werknemersorganisaties (ten bedrage van 16,3 miljoen) te verantwoorden vanuit de algemeen verbindend verklaarde statuten, maar was niet uit de informatie in het jaarverslag af te leiden onder welke doelgerelateerde lasten de betreffende lasten waren onder te brengen. 16 Deze 13 fondsen zijn naar aanleiding van de nieuwe vormvereisten erop gewezen dat dergelijke lasten ten behoeve van werknemers- en werkgeversorganisaties in het vervolg ook gespecificeerd naar de in de statuten vastgelegde doelstellingen in het jaarverslag verantwoord dienen te worden (zie ook 5 en de als bijlage toegevoegde evaluatie). Reserves De omvang van de reserves van de algemeen verbindend verklaarde sociale fondsen is in totaal een kwart groter dan de omvang van de bedragen van de totale baten of lasten, namelijk 666,1 miljoen. Minder dan de helft van de totale reserves is vrij voor elke algemeen verbindend verklaarde doelstelling van een sociaal fonds aan te wenden ( 302,1 miljoen). Het merendeel van de totale reserves ( 364,0 miljoen) is gebonden en kan worden aangewend ten behoeve van één of een selectie van de algemeen verbindend verklaarde fondsdoelstellingen. 15 Deze uitgaven zijn in tabel 1 ondergebracht bij de doelgerelateerde lasten. 16 Deze uitgaven zijn in tabel 1 ondergebracht bij de overige lasten onder de noemer niet gespecificeerde bijdragen aan werknemers- en werkgeversorganisaties. 9

10 Verder blijkt dat de reserves niet gelijk zijn verdeeld over de onderzochte sociale fondsen. Het grootste aandeel (71 procent) in de totale reserves zit in kas bij een kleine groep (21 procent) sociale fondsen. 7. Continuïteit algemeen verbindendverklaringen CAO-fondsen Een besluit tot algemeen verbindendverklaring van CAO-bepalingen heeft op grond van artikel 2 lid 3 van de Wet AVV geen terugwerkende kracht. Voor de continuïteit van CAOfondsen is het derhalve van belang dat algemeen verbindendverklaringen exact op elkaar aansluiten. Zodra er een hiaat ontstaat tussen de expiratiedatum van een besluit tot algemeenverbindendverklaring en de ingangsdatum van het opvolgende besluit, dan gelden de bepalingen van de betreffende bedrijfstak-cao in de tussenliggende periode niet voor de werkgevers en werknemers die niet direct aan die CAO zijn gebonden. Dit kan ertoe leiden dat er ook een periode kan ontstaan waarover de ongebonden werkgevers en/of werknemers geen bijdrage aan het fonds hoeven te zijn verschuldigd. Van een dergelijke situatie is sprake als in de algemeen verbindend verklaarde CAO-bepalingen niet is aangegeven op welk tijdstip moet worden voldaan aan de verplichting een bijdrage aan het fonds te betalen. In die situatie bestaat slechts de verplichting te betalen naar evenredigheid van het deel van het jaar dat de werkgever en/of werknemer aan de algemeen verbindend verklaarde CAO-bepaling is gebonden. 17 Vanuit de Tweede Kamer zijn in 2003 vragen gesteld over de aandacht die door de media werd gevestigd op het voorkomen van onterecht geheven premies door CAO-fondsen waarvoor niet voor het gehele kalenderjaar een algemeen verbindendverklaring gold. 18 Naast het beantwoorden van de betreffende vragen is het onderzoek waarop de berichtgeving in de media was gebaseerd nader onderzocht en zijn vervolgens feitelijke ervaringen van werkgevers gepeild. Medio juni is een onderzoeksrapport verschenen naar onverschuldigde betalingen aan CAOfondsen, waaruit in diverse media is geput. 19 In dat onderzoek is met betrekking tot een twintigtal algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen geïnventariseerd in welke mate het voorkomt dat er een hiaat bestaat tussen opvolgende perioden van algemeen verbindendverklaring van de betreffende CAO-fondsen. Vervolgens is er op grond van de gemeten hiaten geschat welk bedrag mogelijk aan premies is geheven bij niet direct aan de CAO-fondsen gebonden werkgevers in de periode dat er geen algemeen verbindendverklaring gold, uitgaande van de veronderstelling dat ook werkelijk onterecht premies zouden zijn geheven. 20 In het onderzoek wordt dus niet vastgesteld of er feitelijk onterecht premie wordt geheven resulterend in onverschuldigde betalingen aan CAO-fondsen. Daarom is getracht meer inzicht te verkrijgen in de mate waarin het in de praktijk voorkomt dat werkgevers teveel betalen aan CAO-fondsen. Daarvoor is gebruik gemaakt van de gelegenheid om bij de dataverzameling ten behoeve van een onderzoek naar ervaringen van 17 Zie ook de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 1983 (NJ 1984, 147). 18 Zie Tweede Kamer, vergaderjaar , Aanhangsel nr Het AVV-gat bij CAO-fondsen. Onderzoek naar onverschuldigde betalingen aan CAO-fondsen, door H.J.P. Vogels, juni Hierbij dient verder te worden opgemerkt dat aan de hand van een reproductie van het onderzoek is gebleken dat de onderzoeker bij een achttal CAO-fondsen ten onrechte een hiaat tussen de opvolgende perioden van algemeen verbindendverklaring heeft geconstateerd. 10

11 werkgevers met de CAO en AVV enkele vragen te laten stellen aan werkgevers over het eventueel teveel betalen van premies aan CAO-fondsen. 21 Uit het onderzoek blijkt dat van de bijna 500 ondervraagde werkgevers die zijn gebonden aan een (algemeen verbindend verklaarde) bedrijfstak-cao, driekwart bijdragen betaalt aan een bedrijfstakfonds voor bijvoorbeeld opleidingen, VUT of andere doeleinden. 22 Van de groep werkgevers die premies afdragen aan fondsen zegt 16 procent dat het wel eens voor is gekomen dat men teveel premie heeft betaald. Van de 42 werkgevers die zeggen wel eens teveel premie te hebben betaald, hebben er 17 (42 procent) de teveel betaalde premie teruggevraagd en hebben vrijwel alle werkgevers die erom vroegen het ook terug gekregen. Bij werkgevers die door algemeen verbindendverklaring worden verplicht premie af te dragen aan een fonds wijkt het beeld niet af van dat van de georganiseerde werkgevers die direct al zijn gebonden aan een CAO-fonds. Er is op grond van de onderzochte praktijk dus geen indicatie dat er sprake is van een problematische situatie. In de praktijk hebben werkgevers en/of werknemers die menen dat zij op grond van de algemeen verbindend verklaarde statuten van een CAO-fonds teveel premie hebben betaald, het recht onverschuldigde betalingen terug te vorderen. Daartoe kunnen zij zich primair richten tot het verantwoordelijke fonds. In sommige gevallen is in statuten van CAO-fondsen expliciet een procedure voor terugvordering van teveel betaalde premie vastgelegd. Bij een eventueel conflict staat een gang naar de civiele rechter hoe dan ook open, gegeven het privaatrechtelijke karakter van CAO-bepalingen, ook als deze algemeen verbindend zijn verklaard. 8. Conclusies In 2003 dienden algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen voor het eerst te voldoen aan de nieuwe vormvereisten in het Toetsingskader AVV met betrekking tot de verantwoording van de financiën van de CAO-fondsen in het boekjaar Op grond van een evaluatie kan worden gesteld dat daarbij, rekening houdend met (de effecten van) het overgangsregime in 2003 en op enkele uitzonderingen na, in bevredigende mate is voldaan aan de nieuwe vormvereisten en daarmee de transparantie van de verantwoording van de financiën van de CAO-fondsen is vergroot. Voor wat betreft de uitzonderingen zijn er maatregelen genomen, vastgelegd in terzake genomen besluiten tot algemeen verbindendverklaring. En ook in andere voorkomende gevallen is richting CAO-partijen en fondsbesturen gecommuniceerd dat de verantwoording nog voor verbetering vatbaar is. Ik ga ervan uit dat de uitkomsten van de evaluatie goede perspectieven bieden dat na de overgangssituatie, en dus met betrekking tot het boekjaar 2004, de verantwoordingen van de financiën van de algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen geheel in overstemming zijn met de geldende vormvereisten. Naar aanleiding van de monitor van de financiën van algemeen verbindend verklaarde CAOfondsen is gebleken dat de onderzochte CAO-fondsen in 2002 een totaal bedrag van 545 miljoen als baten hadden en gezamenlijk 540 miljoen aan lasten. De totale baten van de onderzochte CAO-fondsen werden voor het overgrote deel (93 procent) opgebracht door 21 Het gaat om de enquête die is uitgevoerd voor het onderzoek Ervaringen van werkgevers met de CAO en AVV, door Regioplan i.o.v. het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW-werkdocument no.307). Het onderzoek is op 25 februari 2004 aan de Tweede Kamer aangeboden. 22 Zie bijlage II voor de verantwoording van de gegevensverzameling, de gestelde vragen en de onderzoeksresultaten. 11

12 premieheffing, die gemiddeld genomen licht was gedaald (van 0,66% naar 0,63% van de loonsom) ten opzichte van het voorafgaande jaar Verder kan worden geconcludeerd dat bijna de helft van de baten ten goede kwam aan lasten ten behoeve van activiteiten in het kader van opleiding en ontwikkeling van de werknemers in de bedrijfstak. De overige lasten waren verdeeld over activiteiten in het kader van doelstellingen zoals bevordering van de werkgelegenheid, de arbeidsomstandigheden, of kinderopvang. Zo n tien procent van de totale lasten ( 53,7 miljoen) kwam ongeveer gelijk verdeeld ten goede aan werknemers- en werkgeversorganisaties, die op grond van de algemeen verbindend verklaarde statuten en/of reglementen in aanmerking konden komen voor financiering uit de CAO-fondsen ten behoeve van activiteiten in het kader van de doelstellingen van het betreffende CAO-fonds. Tijdens het overgangsjaar werd slechts een klein deel van de lasten (3 procent van de totale lasten) ongespecificeerd verantwoord als lasten die ten goede kwamen aan werknemers- en werkgeversorganisaties. Daarvoor bestond in principe wel een grondslag in de algemeen verbindend verklaarde statuten en/of reglementen van het CAO-fonds. Naar aanleiding van de verkenning van de jaarverslagen 2002 zijn ook op dit punt CAO-partijen en fondsbesturen die het aangingen erop gewezen dat verantwoording van deze kostenpost in de toekomst niet meer ongespecificeerd kan. De omvang van de totale reserves overstijgt met bijna een kwart de omvang van zowel de totale baten als de totale lasten. Dit is echter geen algemeen patroon dat bij alle CAO-fondsen opgeld doet. Daarbij komt dat het grootste deel van de reserves bij een klein deel van de CAO-fondsen zit. Ten slotte kan de conclusie worden getrokken dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat het voorkomen van hiaten tussen opvolgende perioden van algemeen verbindendverklaring leidt tot problemen met onverschuldigde betalingen van premies aan de CAO-fondsen, die niet afdoende door betrokkenen zelf (zouden kunnen) worden opgelost. Het algemene beeld dat naar aanleiding van zowel de evaluatie van de aangepaste vormvereisten als de monitor van de financiën van de CAO-fondsen kan worden geschetst, is dat sociale partners op een verantwoorde en meer transparante manier met de mede door algemeen verbindendverklaring gegenereerde middelen omgaan ten behoeve van de arbeidsverhoudingen in Nederland. 12

13 Bijlage I a) Vormvereisten algemeen verbindend verklaren CAO-bepalingen ten aanzien van fondsvorming, geldend m.i.v. 1 januari 1999 (Stcrt. 1998, nr. 240 / pag. 14). 3. Ten aanzien van fondsen Bepalingen betreffende fondsvorming, die niet aan de navolgende vormvereisten voldoen. De bestedingsdoelen moeten passen binnen het kader van bepalingen die voor avv in aanmerking komen zoals hiervoor aangegeven, waaronder mede begrepen de bestuurs- en beheerskosten van het fonds. Dat vereist een heldere en limitatieve beschrijving van de bestedingsdoelen. Uitgezonderd zijn de kosten met betrekking tot het eigenlijke cao-overleg. Het fonds dient ondergebracht te worden in een aparte stichting met juridisch afgescheiden vermogen. De statuten en reglementen van de stichting moeten: het bestuur belasten met het beheer van het fondsvermogen, het doel en de wijze waarop dat doel wordt bereikt nauwkeurig omschrijven in de vorm van activiteiten en wijze van fondsvorming, waarbij ingeval van een inhouding op het loon van de werknemer tevens wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 7:631 BW en de voorwaarden die in dat kader bij algemene maatregel van bestuur zijn of worden gesteld (Besluit Fondsen en spaarregelingen); een geïntegreerd onderdeel van de cao zijn en corresponderen met de overige cao-tekst; vastleggen op welke wijze en onder welke voorwaarden er recht op een verstrekking uit het fonds bestaat voor zover dit niet in de desbetreffende CAO zelf is geschied; voorschrijven dat subsidieverzoekende instellingen een begroting moeten indienen; voorschrijven dat de subsidie-ontvangende instellingen jaarlijks een door een registeraccountant of accountantsadministratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring overleggen over de besteding van de subsidiegelden; voorschrijven dat het bestuur jaarlijks een begroting opstelt, welke voor betrokkenen beschikbaar moet zijn; voorschrijven dat het bestuur jaarlijks een verslag opstelt en publiceert conform het bepaalde in artikel 1 f van het Besluit Fondsen en spaarregelingen; dit verslag en de verklaring omtrent de rechtmatigheid daarvan dienen aan het Centraal kantoor van de Arbeidsinspectie te worden gezonden. b) Vormvereisten algemeen verbindend verklaren CAO-bepalingen ten aanzien van fondsvorming, geldend m.i.v. 1 januari 2002 (Stcrt. 7 september 2001, nr. 173 / pag. 12). 3. Ten aanzien van fondsen Bepalingen betreffende fondsvorming, die niet aan de navolgende vormvereisten voldoen. a. De bestedingsdoelen moeten passen binnen het kader van bepalingen die voor AVV in aanmerking komen zoals hiervoor aangegeven, waaronder mede begrepen de bestuurs- en beheerskosten van het fonds. Dat vereist een heldere en limitatieve beschrijving van de bestedingsdoelen. Uitgezonderd zijn de kosten met betrekking tot het eigenlijke CAOoverleg. b. Het fonds dient ondergebracht te worden in een aparte stichting met juridisch afgescheiden vermogen. c. De statuten en reglementen van de stichting moeten: 1. het bestuur belasten met het beheer van het fondsvermogen, 2. het doel en de wijze waarop dat doel wordt bereikt nauwkeurig omschrijven in de vorm van activiteiten en wijze van fondsvorming, waarbij ingeval van een inhouding op het loon van de werknemer tevens wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 7:631 BW en de 13

14 voorwaarden die in dat kader bij algemene maatregel van bestuur zijn of worden gesteld (Besluit Fondsen en spaarregelingen). Voorzover een en ander in de overige CAO-tekst van dezelfde CAO is vastgelegd volstaat een uitdrukkelijke verwijzing naar de desbetreffende CAO-bepalingen; 3. een geïntegreerd onderdeel van de CAO zijn met een daaraan gelijke of beperktere werkingssfeer en ook overigens corresponderen met de overige CAO-tekst; 4. vastleggen op welke wijze en onder welke voorwaarden er recht op een verstrekking uit het fonds bestaat. Voor zover dit in de overige CAO-tekst van dezelfde CAO is vastgelegd volstaat een uitdrukkelijke verwijzing naar de desbetreffende CAO-bepalingen; 5. voorschrijven dat subsidieverzoekende instellingen een begroting moeten indienen; 6. voorschrijven dat de subsidie-ontvangende instellingen jaarlijks een door een registeraccountant of accountants-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring overleggen over de besteding van de subsidiegelden; 7. voorschrijven dat het bestuur jaarlijks een begroting opstelt, welke voor betrokkenen beschikbaar moet zijn; 8. voorschrijven dat het bestuur jaarlijks een verslag opstelt en publiceert conform het bepaalde in artikel 1 f van het Besluit Fondsen en spaarregelingen; dit verslag en de verklaring omtrent de rechtmatigheid daarvan dienen aan het Centraal kantoor van de Arbeidsinspectie te worden gezonden. c) Vormvereisten algemeen verbindend verklaren CAO-bepalingen ten aanzien van fondsvorming, geldend m.i.v. 1 januari 2003 (na wijziging Stcrt. 19 juni 2002, nr. 114 / pag. 11). 3. Ten aanzien van fondsen Bepalingen betreffende fondsvorming die niet aan de navolgende vormvereisten voldoen. a. De rechtsvorm van het fonds is die van de stichting. b. De bestedingsdoelen moeten passen binnen het kader van bepalingen die voor AVV in aanmerking kunnen komen, waaronder mede begrepen de bestuurs- en beheerskosten van het fonds. Uitgezonderd zijn de kosten met betrekking tot het eigenlijke CAO-overleg. c. De statuten en reglementen moeten blijkens de CAO een geïntegreerd onderdeel daarvan zijn met een daaraan gelijke of beperktere werkingssfeer en ook overigens corresponderen met de overige CAO-tekst. d. De statuten en reglementen moeten: 1. Het doel van het fonds nauwkeurig omschrijven alsmede een limitatieve omschrijving bevatten van de bestedingsdoelen respectievelijk van de activiteiten welker kosten uit de middelen van het fonds mogen worden gefinancierd. Zo dienen bijvoorbeeld voor financiering in aanmerking komende activiteiten van instellingen als bijvoorbeeld werkgevers- en werknemersverenigingen limitatief zijn benoemd en - bij algemeen geformuleerde activiteiten - gespecificeerd; 2. De wijze van fondsvorming aangeven, waarbij ingeval sprake is van een inhouding op het loon van de werknemer moet zijn voldaan aan het bepaalde in artikel 7:631 BW en het daarop gebaseerde Besluit fondsen en spaarregelingen; 3. Vastleggen op welke wijze en onder welke voorwaarden er recht op een verstrekking uit het fonds bestaat. Daarbij moet ingeval van subsidieverstrekking zijn voorgeschreven dat: - subsidie-verzoekende instellingen een begroting moeten indienen, welke moet zijn gespecificeerd overeenkomstig de onder punt 1 bedoelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten; - subsidie-ontvangende instellingen jaarlijks een door een registeraccountant of accountantsadministratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring overleggen 14

15 over de besteding van de subsidiegelden, welke verklaring (tenminste) moet zijn gespecificeerd volgens de onder punt 1 bedoelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten, en geïntegreerd onderdeel uit moet maken van het (financieel) jaarverslag (zie punt 6); 4. Voorzover (elementen van) bovenstaande vereisten zijn uitgewerkt in de overige CAOtekst van dezelfde CAO waarvan het fonds onderdeel maakt, uitdrukkelijk verwijzen naar de desbetreffende CAO-bepalingen; 5. Voorschrijven dat het bestuur jaarlijks een begroting opstelt, welke (desgevraagd) voor de bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers beschikbaar moet zijn, en welke moet zijn ingericht en gespecificeerd overeenkomstig de onder punt 1 bedoelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten. 6. Bepalen dat het bestuur jaarlijks een (financieel) verslag opstelt, dat een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen van het fonds en van de ontwikkeling daarvan gedurende het boekjaar en waarin het bestuur rekenschap aflegt van het gevoerde beleid. Daarbij moet zijn voorgeschreven dat: - het verslag overeenkomstig de onder punt 1 bedoelde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten moet zijn gespecificeerd en gecontroleerd door een register accountant of accountants-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid, uit welke stukken moet blijken dat de uitgaven conform de bestedingsdoelen zijn gedaan; - het verslag en de accountantsverklaring ter inzage van de bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers wordt neergelegd ten kantore van het fonds en op een of meer door de minister van SZW aan te wijzen plaatsen; - het verslag en de accountantsverklaring op aanvraag aan de bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers wordt toegezonden (tegen betaling van de daaraan verbonden kosten); 7. Bepalen dat het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar. 8. Het bestuur belasten met het beheer van het fondsvermogen. e. Daarnaast moeten het (financieel) jaarverslag en de accountantsverklaring binnen uiterlijk 6 maanden na afloop van het boekjaar waarop het verslag betrekking heeft in 3-voud worden toegezonden aan het Centraal Kantoor van de Arbeidsinspectie; dit verslag en de accountantsverklaring liggen voor een ieder ter inzage bij het ministerie van SZW. Als tijdens de looptijd van de AVV onomstotelijk blijkt dat niet aan de eisen wordt voldaan kan de AVV van de fondsbepalingen worden ingetrokken. 15

Evaluatie vereisten Algemeen Verbindend Verklaarde CAO-fondsen

Evaluatie vereisten Algemeen Verbindend Verklaarde CAO-fondsen Evaluatie vereisten Algemeen Verbindend Verklaarde CAO-fondsen (vorm)vereisten AVV de CAO-fondsen en jaarverslagen boekjaar 2003 Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Afdeling Collectieve

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Aan partijen betrokken bij de Stichting. Datum 23 april 2013 Betreft Jaarverslag 2012

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Aan partijen betrokken bij de Stichting. Datum 23 april 2013 Betreft Jaarverslag 2012 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Aan partijen betrokken bij de Stichting Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetge ving Afdeling Collectieve

Nadere informatie

EVALUATIE VEREISTEN ALGEMEEN VERBINDEND VERKLAARDE CAO-FONDSEN. (vorm)vereisten avv de cao-fondsen en jaarverslagen boekjaar 2005

EVALUATIE VEREISTEN ALGEMEEN VERBINDEND VERKLAARDE CAO-FONDSEN. (vorm)vereisten avv de cao-fondsen en jaarverslagen boekjaar 2005 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving EVALUATIE VEREISTEN ALGEMEEN VERBINDEND VERKLAARDE CAO-FONDSEN (vorm)vereisten avv de cao-fondsen en

Nadere informatie

Aan partijen betrokken bij de Stichting << Adressering>> << Straat>> <<Huisnummer>> <<toevoeging>> <<Postcode>> <<PLAATS>>

Aan partijen betrokken bij de Stichting << Adressering>> << Straat>> <<Huisnummer>> <<toevoeging>> <<Postcode>> <<PLAATS>> > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Aan partijen betrokken bij de Stichting > > wetge Postbus 90801 2509 LV Den Haag

Nadere informatie

Voorlichtingsbijeenkomst 25 januari 2007 Cao-fondsen: het doel bereikt? (presentatie mr. J. van Dongen)

Voorlichtingsbijeenkomst 25 januari 2007 Cao-fondsen: het doel bereikt? (presentatie mr. J. van Dongen) Voorlichtingsbijeenkomst 25 januari 2007 Cao-fondsen: het doel bereikt? (presentatie mr. J. van Dongen) Inleiding Dames en heren, Om te beginnen neem ik u even mee terug in de tijd, naar het jaar 2002.

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Aan partijen betrokken bij de Stichting Directie Uitvoeringstal

Nadere informatie

EVALUATIE VEREISTEN ALGEMEEN VERBINDEND VERKLAARDE CAO-FONDSEN

EVALUATIE VEREISTEN ALGEMEEN VERBINDEND VERKLAARDE CAO-FONDSEN Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving EVALUATIE VEREISTEN ALGEMEEN VERBINDEND VERKLAARDE CAO-FONDSEN (vorm)vereisten AVV de CAO-fondsen en

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 MAART 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

Praktische handreiking jaarverslag

Praktische handreiking jaarverslag Praktische handreiking jaarverslag Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Vormvereisten... 3 1. Inrichting jaarverslag... 3 1.1. Fonds met slechts één bestedingsdoel... 3 2. Subsidieverlening... 3 2.1 Reikwijdte

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Wonen 2003/2004 Sociaal Fonds Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9890 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 26-02-2003, nr. 40 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING

Nadere informatie

Artikel 1: Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam: ''Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf''.

Artikel 1: Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam: ''Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf''. Statuten Sociaal Fonds Bakkersbedrijf Artikel 1: Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam: ''Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf''. 2. Zij is gevestigd te Gouda. Artikel 2: Doelstellingen 1. De

Nadere informatie

Praktische handreiking fondsbepalingen

Praktische handreiking fondsbepalingen Praktische handreiking fondsbepalingen Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Vormvereisten... 2 3. Inhoud... 5 1. Cao-overleg... 5 2. Avv-verzoek... 5 3. Internationale projecten... 6 4. Pensioenkosten...

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Tuincentrumbranche Sociaal Fonds 2000/2004 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9363 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 26-04-2000, nr. 81 ALGEMEEN

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25 6 februari 2009 Kappersbedrijf Sociaal Fonds voor Opleiding en Ontwikkeling 2009/2010 Verbindendverklaring gewijzigde

Nadere informatie

CAO-fondsen van 2006 in beeld. Inhoudelijke verkenning en financiële monitor van avv de fondsen

CAO-fondsen van 2006 in beeld. Inhoudelijke verkenning en financiële monitor van avv de fondsen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving CAO-fondsen van 2006 in beeld Inhoudelijke verkenning en financiële monitor van avv de fondsen juni

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22056 26 mei 2016 Ambachtelijke Pluimvee en Wildbedrijven Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen 2016/2017 Verbindendverklaring

Nadere informatie

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring (Tekst geldend vanaf: 10-01-2012) Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelet op

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE TANDTECHNIEK INZAKE VERVROEGD UITTREDEN AI Nr. 10048

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, pagina: 1 Bijlage 1 Conceptbesluit tot wijziging van het Besluit aanmelding van CAO s en het aanvragen van AVV Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, directie Arbeidsverhoudingen,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Contractcateringbranche Vrijwillig Vervroegd Uittreden 2004/2008 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8560 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 4-6-1996, nr. 104 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST BEDRIJFSFONDS APOTHEKEN. is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan:

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST BEDRIJFSFONDS APOTHEKEN. is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan: COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST BEDRIJFSFONDS APOTHEKEN Tussen de ondergetekenden: I. (1) Vereniging Zelfstandige Apotheken (VZA); (2) Associatie van Ketenapotheken (ASKA) en als partijen ter werkgeverszijde;

Nadere informatie

Het onderzoek is gebaseerd op de financiële jaarverslagen over 1999 van alle 55 grote, avv'de sociale fondsen 2

Het onderzoek is gebaseerd op de financiële jaarverslagen over 1999 van alle 55 grote, avv'de sociale fondsen 2 1 SOCIALE FONDSEN FINANCIEEL BEZIEN, een onderzoek naar de baten en lasten van avv'de sociale fondsen in 1999 1 Inleiding Sociale fondsen zijn in brede zin gericht op een goede werking van een bedrijfstak.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8446 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 04-01-1996, nr. 3 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN

Nadere informatie

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring (Tekst geldend op: 01-10-2010) Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelet op de

Nadere informatie

Algemeen verbindend verklaarde Sociale Fondsen in 2004: Baten, Lasten, Reserves en Doelstellingen

Algemeen verbindend verklaarde Sociale Fondsen in 2004: Baten, Lasten, Reserves en Doelstellingen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Algemeen verbindend verklaarde Sociale Fondsen in 2004: Baten, Lasten, Reserves en Doelstellingen Juni

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9911 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 14-04-2003, nr. 73 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 28 FEBRUARI 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Bouwbedrijf 2003/2005 Bedrijfstakeigen Regelingen Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9993 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 29-09-2003, nr. 187 ALGEMEEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8553 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 2-5-1996, nr. 84 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9720 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 01-02-2002, nr. 23 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken Jaarrekening 2014 Van: Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken Statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe s-gravelandseweg 16 1405 HM Bussum Inhoudsopgave Jaarverslag

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Stichting Koeltechnisch Onderwijs 2003/2004 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 10047 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 22-12-2003, nr. 247 ALGEMEEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID UAW Nr. 10296 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 24-02-2005, nr. 39 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BE- PALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9552 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 08-05-2001, nr. 88 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE HOUTVERWERKENDE INDUSTRIE AI Nr. 10025 Bijvoegsel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 2527 19 februari 2009 Slagersbedrijf 2009/2013 Vormings- en Ontwikkelingswerk Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Vervoer van personen met personenauto s Sociaal Fonds 1996/1997 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8622 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 28-10-1996,

Nadere informatie

Statuten. Stichting Naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven (SNTB)

Statuten. Stichting Naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven (SNTB) Statuten Stichting Naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven (SNTB) Statuten SNTB 2009 1 Artikel 1. Naam, zetel en duur 1. De Stichting draagt de naam: "Stichting naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven",

Nadere informatie

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsbepalingen als omschreven in artikel

Nadere informatie

Reglement Vakantiefonds

Reglement Vakantiefonds Reglement Vakantiefonds voor het Schilders,- Afwerkings- en Glaszetbedrijf HOOFDSTUK I ALGEMEEN Artikel 1 Begripsbepaling In dit reglement wordt verstaan onder: het Fonds: de Stichting Vakantiefonds voor

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2016 No. 43 Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 4 augustus 2016 tot wijziging van de dagloongrenzen voor 2015, genoemd in de Landsverordening ongevallen

Nadere informatie

REGLEMENT REGELING VAN WERK NAAR WERK GRAFIMEDIABRANCHE. Reglement Regeling Van Werk naar Werk Grafimediabranche 1

REGLEMENT REGELING VAN WERK NAAR WERK GRAFIMEDIABRANCHE. Reglement Regeling Van Werk naar Werk Grafimediabranche 1 REGLEMENT REGELING VAN WERK NAAR WERK GRAFIMEDIABRANCHE Reglement Regeling Van Werk naar Werk Grafimediabranche 1 REGLEMENT REGELING VAN WERK NAAR WERK GRAFIMEDIABRANCHE Dit reglement is in werking getreden

Nadere informatie

STATUTEN STICHTING AANVULLINGSFONDS MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. november 2004

STATUTEN STICHTING AANVULLINGSFONDS MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. november 2004 STATUTEN STICHTING AANVULLINGSFONDS MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN november 2004 ARTIKEL 1 Naam en zetel 1. De Stichting draagt de naam: Stichting Aanvullingsfonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Verblijfsrecreatie 1999/2000 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9190 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 11-02-1999, nr. 29 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING

Nadere informatie

Algemene Subsidieregeling 2008

Algemene Subsidieregeling 2008 Algemene Subsidieregeling 2008 Paragraaf 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. gemeentebestuur: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van besluiten betreffende

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Horecabedrijf Stichting Aanvullende Voorzieningen bij Arbeidsongeschiktheid 2000 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9408 Bijvoegsel Stcrt.

Nadere informatie

Overgoo jz Leidschendam,,.. _,..,.,_ ^ Ministene van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2260 AK Leidschendam directie Uitvoeringstaken

Overgoo jz Leidschendam,,.. _,..,.,_ ^ Ministene van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2260 AK Leidschendam directie Uitvoeringstaken Raad van Overleg /^Metalektro Overgoo 13 2266 jz Leidschendam,,.. _,..,.,_ ^ Postbus 407 Ministene van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2260 AK Leidschendam directie Uitvoeringstaken tel 070 31 71 900

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17299 18 juli 2014 Gemengde Branche en Speelgoedbranche Sociaal Fonds 2014 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH Inhoudsopgave Artikel Titel 1. Algemene bepalingen 1 2. Deelnemers 1 3. Jaarsalaris 2 4. Arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag

Nadere informatie

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland.

Nadere informatie

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland en

Nadere informatie

Algemeen verbindend verklaarde cao-fondsen in 2005: Baten, Lasten, en Reserves

Algemeen verbindend verklaarde cao-fondsen in 2005: Baten, Lasten, en Reserves Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Algemeen verbindend verklaarde cao-fondsen in 2005: Baten, Lasten, en Reserves Juni 2007 W. Smits H.

Nadere informatie

STATUTEN. Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Technische Groothandel

STATUTEN. Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Technische Groothandel STATUTEN Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Technische Groothandel 2 ARTIKEL 1 Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Technische Groothandel,

Nadere informatie

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; Gelet op artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 4 JUNI 2004 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

CAO-PARTUEN SCHILDERS

CAO-PARTUEN SCHILDERS CAO-PARTUEN SCHILDERS Burg.Elsenlaan 321 Postbus 11,2280 AA Rijswijk tel: 070-3366111 fax:070-3368100 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie UAW t.a.v. de heer mr. M.H.M. van der Goes

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ALGEMEEN VERBINDEND VERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN HET SCHOONMAAK- EN GLAZENWASSERSBEDRIJF INZAKE VRIJWILLIG

Nadere informatie

Jaarrekening 2014. van Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Tankstations en Wasbedrijven

Jaarrekening 2014. van Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Tankstations en Wasbedrijven Jaarrekening 2014 van Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Tankstations en Wasbedrijven Sociale partners: FNV Bondgenoten CNV Vakmensen De Unie LBV BETA BOVAG Statutaire vestigingsplaats: Adres:

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Schoendetailhandel 2001/2002 Vervroegd Uitreden Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9605 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 07-08-2001, nr. 150 ALGEMEEN

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8640 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-11-1996, nr. 223 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

(Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken ID-banen [Versie geldig vanaf: ])

(Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken ID-banen [Versie geldig vanaf: ]) Staatscourant 14-02-2003, 37. Regeling houdende regels met betrekking tot verstrekking van een eenmalige subsidie aan werkgevers die een dienstbetrekking als bedoeld in het Besluit in- en doorstroombanen

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Gevestigde Bloemendetailhandel inzake Vervroegd Uittreden 2001/2002 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9594 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-07-2001,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8559 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 04-06-1996, nr. 104 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9370 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 15-06-2000, nr. 113 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

$z W Ministerie van Sociale Zaken

$z W Ministerie van Sociale Zaken $z W Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Stichting van de Arbeid T.a.v. de Agendacommissie Mevrouw drs. J.A.M. Mooren, secretaris Postbus 90405 2509 LK S GRAVENHAGE M l ll" l.» l l l.» ' l"

Nadere informatie

Subsidiereglement van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (SOOB)

Subsidiereglement van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (SOOB) Conceptversie 2 feb. Subsidiereglement van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (SOOB) Geldend per 1 maart 2011 Artikel 1 Definities

Nadere informatie

Statuten Stichting Sociaal Fonds Tentoonstellingsbedrijven

Statuten Stichting Sociaal Fonds Tentoonstellingsbedrijven Statuten Stichting Sociaal Fonds Tentoonstellingsbedrijven NAAM EN ZETEL Artikel 1 De stichting draagt de naam: Stichting Sociaal Fonds Tentoonstellingsbedrijven (hierna te noemen: Stichting). Zij is gevestigd

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 FEBRUARI 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsbepalingen als omschreven in artikel

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 pagina 1 van 13 Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 Regelgeving Algemeen register Algemeen bestuur Overige zaken betreffende algemeen bestuur Regeling Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9705 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 16-01-2002, nr. 11 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2251 6 februari 2012 Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten verbindingskantoren AWBZ 2012 23 januari

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8726 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 10-2-1997, nr. 28 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING ALMERE 2011 De raad van de gemeente Almere; Gezien het voorstel van het college; Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12893 19 augustus 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 augustus 2010, nr. AV/AR/2010/13478,

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer 1587/30 ATG vs St. OOMT Betreft zaak: ATG vs. SOOMT. I. Inleiding

BESLUIT. Zaaknummer 1587/30 ATG vs St. OOMT Betreft zaak: ATG vs. SOOMT. I. Inleiding BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Ontwerpbesluit van houdende voorwaarden waaronder de transitievergoeding niet verschuldigd is (Besluit overgangsrecht transitievergoeding)

Ontwerpbesluit van houdende voorwaarden waaronder de transitievergoeding niet verschuldigd is (Besluit overgangsrecht transitievergoeding) Ontwerpbesluit van houdende voorwaarden waaronder de transitievergoeding niet verschuldigd is (Besluit overgangsrecht transitievergoeding) Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8913 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 23-12-1997, nr. 247 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Jaarverslag. Vereniging FME-CWM FNV Metaal CNV Vakmensen De Unie VHP2. Metalektro

Jaarverslag. Vereniging FME-CWM FNV Metaal CNV Vakmensen De Unie VHP2. Metalektro Jaarverslag 2014 Vereniging FME-CWM FNV Metaal CNV Vakmensen De Unie VHP2 Metalektro INHOUDSOPGAVE VOORWOORD STATUTEN BESTUUR JAARREKENING Balans per 31 december 2014 Staat van baten en lasten over 2014

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen / geen verplichting tot persoonlijke

Nadere informatie

Controleprotocol gemeente Roosendaal voor de verantwoording en de controle van subsidies

Controleprotocol gemeente Roosendaal voor de verantwoording en de controle van subsidies Controleprotocol gemeente Roosendaal voor de verantwoording en de controle van subsidies Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal; gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) titel 4.2 en

Nadere informatie

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK Naar de rechtmatigheid van de investering in het integraal kindcentrum door de Stichting Rooms Katholiek Onderwijs Huizen te Huizen (74426) Utrecht, oktober 2017 Documentnummer:

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8639 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 14-11-1996, nr. 221 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VRIJWILLIG

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8924 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 29-12-1997, nr. 249 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Collectieve Arbeidsovereenkomst Vormings- en Ontwikkelingswerk Slagersbedrijf. De ondergetekenden, de rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen:

Collectieve Arbeidsovereenkomst Vormings- en Ontwikkelingswerk Slagersbedrijf. De ondergetekenden, de rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen: Collectieve Arbeidsovereenkomst Vormings- en Ontwikkelingswerk Slagersbedrijf De ondergetekenden, de rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen: De Koninklijke Nederlandse Slagersorganisatie, gevestigd

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Gevestigde Bloemendetailhandel Inzake Sociaal Fonds 2003 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9871 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 21-01-2003, nr.

Nadere informatie

nds in de Met Vereniging FME-CWM FNV Bondgenoten CNVVakmensen De Unie VHP2

nds in de Met Vereniging FME-CWM FNV Bondgenoten CNVVakmensen De Unie VHP2 nds in de Met Vereniging FME-CWM FNV Bondgenoten CNVVakmensen De Unie VHP2 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 3 STATUTEN 4 BESTUUR 4 JAARREKENING Balans per 31 december 2013 6 Staat van baten en Iasten over 2013

Nadere informatie

Beleid methodiek (forfaitaire) schadevergoeding SNCU

Beleid methodiek (forfaitaire) schadevergoeding SNCU Beleid methodiek (forfaitaire) schadevergoeding SNCU Achtergrond Vanaf het najaar 2005 vindt door de SNCU in de uitzendbranche controle plaats op de naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en sinds 2009

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 108 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter verbetering van

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 AUGUSTUS 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

JAARREKENING 2013 STICHTING SOCIAAL FONDS PARKET (SFP)

JAARREKENING 2013 STICHTING SOCIAAL FONDS PARKET (SFP) JAARREKENING 2013 INHOUD Pagina BESTUURSVERSLAG 1 JAARREKENING 2013 Balans per 31 december 2013 4 Rekening van baten en lasten over 2013 5 Toelichting op de balans per 31 december 2013 6 Toelichting op

Nadere informatie

Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI

Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI Belastingdienst Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI Datum Convenant samenwerking 64 Suwt Pagina 1 van 5 Partijen: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheld handelend in

Nadere informatie

Koninklijke Algemene Nederlandse Kappersorganisatie

Koninklijke Algemene Nederlandse Kappersorganisatie Definitief eindbod ANKO Cao Kappers 2017-2019 INLEIDING De ANKO heeft overleg gevoerd met FNV Mooi en CNV Vakmensen over de inhoud van een nieuwe cao. De huidige cao is geëxpireerd op 30 juni 2016. Tot

Nadere informatie

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding. voor de Lederindustrie

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding. voor de Lederindustrie Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Lederindustrie Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Lederindustrie Akerstraat 92,6411 HD Heerlen Postbus 4471,6401 CZ Heerlen Telefoon:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27263 29 september 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid,Welzijn en Sport en van de Staatssecretaris

Nadere informatie

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Artikel 1 Toepassing Dit reglement is van toepassing op aanmeldingen die na 1 april 2015 zijn ontvangen

Nadere informatie