Integrale toelichtings- en screeningnota. RUP ZONEVREEMDE RECREATIE Gemeente Opglabbeek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Integrale toelichtings- en screeningnota. RUP ZONEVREEMDE RECREATIE Gemeente Opglabbeek"

Transcriptie

1 Integrale toelichtings- en screeningnota RUP ZONEVREEMDE RECREATIE Gemeente Opglabbeek BE versie D 09/2016

2 2/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE OPDRACHTGEVER Gemeente Opglabbeek Kapelstraat Opglabbeek Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zonevreemde Recreatie Integrale toelichtings- en screeningsnota OPDRACHTNEMER ARCADIS Belgium nv Eurostraat 1 bus Hasselt Contactpersoon Telefoon Ruth Vandecan ruth.vandecan@arcadis.com \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

3 3/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

4 4/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Revisie Versie Datum Opmerking A 04/2013 versie 1 B 01/2015 Versie 2 na terugkoppeling gemeente C 05/2016 Versie 3 na terugkoppeling gemeente D 09/2016 Versie 4 na terugkoppeling gemeente Opgesteld Afdeling/discipline Functie Naam Handtekening Datum Geverifieerd Afdeling Functie Naam Handtekening Datum Goedgekeurd door klant Afdeling Functie Naam Handtekening Datum \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

5 5/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ZONEVREEMDE RECREATIE Provincie Limburg Gemeente Opglabbeek Dit plan werd opgesteld door één of meerdere erkende Ruimtelijk Planners: Ruth Vandecan Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek in zitting van. De gemeentesecretaris De voorzitter gemeenteraad Het college van burgemeester en schepenen van Opglabbeek bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek werd neergelegd gedurende het openbaar onderzoek van. tot. De gemeentesecretaris De burgemeester Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek in zitting van. De gemeentesecretaris De voorzitter gemeenteraad \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

6 6/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE INHOUDSOPGAVE TOELICHTINGSNOTA Inleiding Situering gemeente Opglabbeek en drie deelrups Beleidskader Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Limburgs Mijngebied Buitengebied Ontwikkelingsperspectieven sport- en recreatie-infrastructuur in relatie tot het buitengebied Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos Provinciaal ruimtelijk structuurplan Nederzettingsstructuur Natuurlijke structuur Economische structuur Toeristisch recreatieve structuur Bereikbaarheid en ontsluiting Landschappelijke structuur Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Algemeen: concepten en doelstellingen voor Opglabbeek Deelruimtes Toerisme en recreatie Specifieke afwegingen ten opzichte van het GRS: bindende bepalingen Compensatie natuurgebied DeelRUPs BIJLAGEN \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

7 7/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE LIJST DER FIGUREN Figuur 1: RSV - schematische weergave van de ruimtelijke visie op Vlaanderen Figuur 2: gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos (grens Opglabbeek) Figuur 3: RSPL - Gewenste ruimtelijke structuur Figuur 4: RSPL Natuurverbindingen en bovenlokale ecologische infrastructuur Figuur 5: gewenste recreatieve structuur Figuur 6: ruimtelijk afwegingskader zonevreemde recreatie (GRS) LIJST DER KAARTEN Kaart 1: situering LIJST DER BIJLAGEN Bijlage 1 Informatieve kaart Bijlage 2 Bronvermelding Bijlage 3 Beslissing Dienst MER \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

8 8/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE TOELICHTINGSNOTA 1 Inleiding 1.1 Aanleiding opmaak RUP Zoals in veel Vlaamse gemeenten wordt ook de gemeente Opglabbeek geconfronteerd met de vrees van een aantal sport-, recreatie- en jeugdverenigingen omtrent de bestaanszekerheid van hun infrastructuur. Ze zijn zonevreemd, hetgeen impliceert dat ze gelegen zijn in een bestemmingszone van het gewestplan die niet bedoeld is voor dergelijke ontwikkelingen. In uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Opglabbeek besliste de gemeente om via een RUP de problematiek omtrent drie zonevreemde sportterreinen op korte termijn aan te pakken. Het globale kader waarbinnen de verschillende sportactiviteiten en -infrastructuren wordt afgewogen, vloeit rechtstreeks voort uit het goedgekeurde GRS. In de bindende bepalingen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt een ruimere opzet beoogd. Drie bepalingen zetten in op de toeristisch-recreatieve structuur. BB24 schrijft voor dat een GRUP wordt opgesteld voor de geselecteerde locaties voor jeugdverblijftoerisme. Deze bepaling heeft onder meer betrekking op het derde deelrup, aangezien hier één van de geselecteerde locaties is gesitueerd. Verder stelt BB28 dat een GRUP Schakelruimte wordt opgesteld. Het betreft een zone tussen Opglabbeek en de noordelijke industriezone. Het plangebied van het eerste deelrup is hier gesitueerd. Tot slot wordt in BB23 opgenomen dat een GRUP wordt opgesteld voor de Sportzone van Louwel (gelegen in deelrup 2) en voor de Sportzone van Nieuwe Kempen, gelegen in deelrup 3. Een gedeelte van het plangebied van deelrup 3 is gelegen in natuurgebied. Deze bestemming wordt hier opgeheven en gecompenseerd in deelrup 4. Voorliggende gemeentelijke plannen hebben een beperkte scope. Het betreft immers slechts drie sportterreinen. De reden hiervoor is het feit dat deze recreatieve activiteiten vandaag de dag heel wat problemen ondervinden in hun dagelijkse werking, omwille van hun zonevreemd statuut. Een gevolg hiervan is immers dat ze stedenbouwkundige, milieuen/of exploitatievergunningen niet kunnen verkrijgen, terwijl deze vereist zijn voor een goede werking van de recreatieve activiteiten. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

9 9/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Opbouw van de nota In onderhavige nota worden de toelichtingsnota en de screening op milieueffecten integraal opgenomen. De stedenbouwkundige voorschriften worden in een tweede nota opgenomen. Het grafisch plan wordt bijgevoegd. In het voorliggend RUP worden vier deelrups besproken. Een algemeen kader wordt uiteengezet in een algemene toelichtingsnota. Daarna worden in aparte deelnota s de verschillende deelrups uitgewerkt. De opbouw van de integrale nota wordt hier verduidelijkt. In voorliggende algemene toelichtingsnota worden in eerste instantie de gemeente Opglabbeek en de vier deelplannen gesitueerd. (Hoofdstuk 2 algemene toelichtingsnota) Hierna wordt ingegaan op de planningscontext en worden de verschillende plannen besproken die een invloed uitoefenen op het RUP. Er wordt onder meer nagekeken hoe dit RUP zich binnen de vigerende structuurplannen situeert: het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg en voornamelijk het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Opglabbeek. Binnen dit onderdeel wordt ook de relatie van het voorliggend RUP met het GRS uitgewerkt. Dit vormt een cruciale stap in de behandeling van de zonevreemde recreatie in Opglabbeek. (Hoofdstuk 3 algemene toelichtingsnota) Vervolgens wordt er overgestapt op de vier verschillende deelrups. Deze worden besproken in aparte deelnota s. De algemene opbouw hiervan is als volgt: - Hoofdstuk 1 - deelnota: situering en probleemstelling - Hoofdstuk 2 - deelnota: gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos - Hoofdstuk 3 - deelnota: gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Opglabbeek Dit hoofdstuk omvat onder meer de bespreking van de deelruimte waarin het besproken plangebied gelegen is. Ook wordt voor de verschillende zonevreemde recreatieve activiteiten het afwegingskader uit het GRS doorlopen. - Hoofdstuk 4 deelnota: bestaande juridische toestand - Hoofdstuk 5 deelnota: bestaande feitelijke toestand - Hoofdstuk 6 deelnota: visie, motivatie en verantwoording De deelplannen beogen in eerste instantie de bestendiging van de bestaande activiteiten. Binnen dit hoofdstuk wordt nagegaan of dit strookt met de gemeentelijke visie en hoe de aanwezige activiteiten kunnen meewerken in het realiseren van gemeentelijke ontwikkelingsperspectieven. Concreet wordt ook aangegeven hoe de ruimtelijke visie doorvertaald wordt naar de stedenbouwkundige voorschriften van voorliggende deelrups. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

10 10/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Hoofdstuk 7 deelnota: onderzoek tot milieueffectenrapportage Hierin wordt per deelgebied nagegaan of het voorgenomen plan plan-mer-plichtig is (plan-mer-decreet, 1 december 2007). In een eerste stap wordt nagegaan of het plan van rechtswege plan-mer-plichtig is. Indien dit niet het geval is, wordt in een tweede stap onderzocht of het plan kan leiden tot belangrijke negatieve milieueffecten en daardoor plan-mer-plichtig is. Ten slotte worden eventuele milderende maatregelen meegegeven die doorvertaald kunnen worden naar het RUP. - Hoofdstuk 8 deelnota: ruimtebalans Dit onderdeel vergelijkt het ruimtebeslag van de bestaande en de geplande juridische toestand. - Hoofdstuk 9 deelnota: op te heffen voorschriften Het laatste hoofdstuk beschrijft welke bestaande voorschriften voor de plangebieden worden opgeheven, waardoor na goedkeuring van dit RUP enkel de voorschriften van het RUP Zonevreemde recreatie gelden. - Hoofdstuk 10 deelnota: planbaten en planschaden \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

11 11/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Situering gemeente Opglabbeek en vier deelrups Kaart 0: situering Opglabbeek is een gemeente in midden-limburg en ligt ten noordoosten van Genk. Het is een groene gemeente: bijna 24% van de gemeente bestaat uit bossen en iets meer dan 33% van haar gronden wordt gebruikt voor de landbouw. Het centrum van de gemeente ligt op de kruising van de Weg naar As, Weg naar Bree (huidige N730) en de Weg naar Zwartberg, Weg naar Opoeteren. In dit gemeentelijk RUP worden 3 zonevreemde locaties opgenomen en herbestemd om de bestaande activiteiten naar de toekomst toe te kunnen bestendigen. In een 4 e deelplan wordt de compensatie van het opgeheven natuurgebied geregeld. Het RUP bestaat dus uit 4 verschillende deelplannen verspreid gelegen over het grondgebied van de gemeente Opglabbeek. DeelRUP 1: het terrein bevindt zich langs de Ophovenstraat, ten westen van de kern van Opglabbeek. Hier is een schutterij gelegen. DeelRUP 2: het plangebied bevindt zich in de deelkern Nieuwe Kempen langs de Resedastraat en sluit aan bij de bebouwing van Nieuwe Kempen. Op het terrein situeert zich een recreatieve zone voor deze deelkern. DeelRUP 3: het terrein bevindt zich in de deelkern Louwel. Op het terrein situeren zich 2 clubs en een bivakplaats. De voetbalclub Louwel situeert zich langs de Weg naar Opoeteren, de schutterij met bivakplaats langs de Weg naar Dorne. DeelRUP4 betreft een aantal volledig beboste percelen in het noorden van de gemeente Opglabbeek. Dit gebied is vandaag de dag grotendeels bestemd als agrarisch gebied. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

12 12/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Beleidskader 3.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Figuur 1: RSV - schematische weergave van de ruimtelijke visie op Vlaanderen Limburgs Mijngebied Opglabbeek behoort tot het Limburgs Mijngebied dat geselecteerd is als stedelijk netwerk op Vlaams niveau. Naast de gemeente Opglabbeek, Heusden-Zolder, Houthalen- Helchteren, As en Dilsen-Stokkem maken ook de kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau Beringen en Maasmechelen en het regionaal stedelijk gebied Hasselt-Genk deel uit van dit Limburgs Mijngebied. Structuurbepalend voor het Limburgs Mijngebied zijn de mogelijkheden van de ruimtelijke reconversie in functie van het mijnpatrimonium, de economische structuur langs infrastructuurassen en de versterking van de stedelijke structuur. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

13 13/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Buitengebied Opglabbeek wordt aangeduid als gemeente in het buitengebied. Hier overweegt de open (onbebouwde) ruimte. Concreet betekent dit dat de gemeente vooral een taak heeft in de open ruimte gebieden van de Kempen met natuur, landbouw en toerisme en recreatie. Het bestaand fysisch systeem wordt als uitgangspunt gehanteerd bij de ontwikkeling van de structurerende functies en activiteiten van het buitengebied. Om een verdere versnippering van het buitengebied te vermijden zal de ontwikkeling van wonen en werken in de kernen worden gebundeld. Ten aanzien van het buitengebied worden verschillende doelstellingen gesteld: - het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies (landbouw, natuur, bos, wonen en werken op het niveau van het buitengebied) - het tegengaan van de versnippering van het buitengebied; - het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied (wonen, verzorgende activiteiten); - het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen; - het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied; - het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem; - het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied Ontwikkelingsperspectieven sport- en recreatie-infrastructuur in relatie tot het buitengebied Volgende principes worden vooropgesteld: - de bestaande infrastructuur moet op meer optimale wijze benut worden; - het is niet wenselijk om op een grootschalige wijze toeristische en recreatieve voorzieningen uit te breiden of nieuw in te planten in het buitengebied; - gestreefd moet worden naar kwaliteitsvolle vormen van medegebruik door toeristisch-recreatieve activiteiten van infrastructuur die voor een andere functie zijn uitgebouwd of door andere activiteiten kunnen benut worden. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

14 14/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos Figuur 2: gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos (grens Opglabbeek) \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

15 15/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Het Vlaams Gewest werkte ter uitvoering van het RSV via gebiedsgerichte processen een ruimtelijke visie uit voor landbouw, natuur en bos. De gemeente Opglabbeek maakt onderdeel uit van het deelgebied Hoge Kempen, meer bepaald het noordoostelijke deel ervan. De ruimtelijke visie werd er afgerond in maart 2008 en door de Vlaamse regering goedgekeurd op 12 december Op Figuur 2 wordt de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos voor de gemeente Opglabbeek weergegeven. Algemeen kan de visie op het deelgebied Hoge Kempen als volgt worden geformuleerd. De bos- en heidecomplexen met aansluitende waardevolle beekvalleien van de Hoge Kempen behoren tot de grootste aaneengesloten natuurgebieden van Vlaanderen. Dat aaneengesloten karakter moet worden behouden en versterkt door verdere versnippering tegen te gaan, intensieve functies binnen deze gebieden af te bouwen en waardevolle bosen natuurgebieden in te bedden binnen samenhangende gehelen. Onderlinge natuurverbindingen en unieke hydrologische relaties worden behouden, hersteld en ontwikkeld. Toerisme is een belangrijke nevenfunctie die binnen het ecologisch en landschappelijke kader verder kan ontwikkeld worden. De lijst ruimtelijke concepten die hierna wordt opgesomd, is relevant voor de deelrups. Ze zijn gekoppeld aan zones op de kaarten. (Figuur 2) - Behoud en versterking van ecologisch waardevolle complexen van bossen, heiden, landduinen en vennen. - Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in landschappelijk en ecologisch waardevolle valleien (vallei van de Bosbeek) - Vrijwaren en versterken van waardevolle landschappen en erfgoedwaarden (duinengordel van Opglabbeek) - Vrijwaren en versterken van kleinschalige open ruimte gebieden, waaronder ook de open ruimte gebieden rondom Opglabbeek. Deze moeten worden gevrijwaard van verdere bebouwing en vertuining. Ze worden prioritair voorbehouden voor landbouw en kleine bos-, natuur- en landschapselementen. In de deelnota s die de 4 deelrups verder uitdiepen, wordt verder ingegaan op deze concepten. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

16 16/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Provinciaal ruimtelijk structuurplan OPGLABBEEK Figuur 3: RSPL - Gewenste ruimtelijke structuur Het Provinciaal ruimtelijk Structuurplan Limburg definieert 4 hoofdruimten: het netwerk Midden-Limburg, Kempen, Maasland en Haspengouw-Voeren. De gemeente Opglabbeek behoort tot de hoofdruimte Kempen en de deelruimte Drieparkengebied. De visie voor de hoofdruimte Kempen als geheel legt de prioriteit bij de ontwikkeling van de open ruimte functies, zoals natuurontwikkeling, bosbouw, waterbeheer, landbouw en toerisme en recreatie. Een evenwicht tussen al deze functies moet worden bereikt, zodat het gebied als geheel kan uitgroeien tot toeristisch-recreatief park met internationale aantrekkingskracht. Deelruimte Drieparkengebied omvat, zoals de naam al doet vermoeden, 3 Kempense parken, meer bepaald Park Lage-Kempen, Park Midden-Limburg en Park Hoge-Kempen. Deze behoren tot de grootste aaneengesloten natuurgebieden van Vlaanderen. Dat aaneengesloten karakter moet worden behouden en versterkt door verdere versnippering tegen te gaan en natuurverbindingsgebieden te herstellen en toe te voegen. Deze drie grote natuurgebieden vormen samen met de Bosbeekvallei het deelgebied Drieparkengebied. Opglabbeek maakt deel uit van het verstedelijkte lint van de Bosbeekvallei dat tussen Park Midden-Limburg en Park Hoge Kempen ligt. Het geheel staat onder druk van de stijgende versnippering en urbanisatie. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

17 17/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Nederzettingsstructuur Opglabbeek is geselecteerd als hoofddorp. Louwel en Nieuwe Kempen zijn geselecteerd als woonkernen. Samen met As, Niel, Dorne en Opoeteren behoort Opglabbeek tot een dorpenband die de Bosbeekvallei volgt. De gemeente ligt binnen de invloedsfeer van de regionale stad Genk. Specifiek voor sport, recreatie en jeugd wordt er opgenomen dat deze zowel in buitengebied als in stedelijk gebied best dienen aan te sluiten bij de kernen. Ze dienen op zijn minst veilig en snel toegankelijk te zijn vanuit de verschillende woongebieden en dit voor alle lagen van de bevolking Natuurlijke structuur Opglabbeek situeert zich in de Limburgse bos- en heidegordel. Deze bestaat uit drie grote blokken, de Limburgse parken en wordt aangevuld met een vierde blok: de vallei van de Bosbeek. Hier wordt vooropgesteld dat de bestaande woonen landbouwfunctie optimaal geïntegreerd worden. Figuur 4: RSPL Natuurverbindingen en bovenlokale ecologische infrastructuur \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

18 18/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Droge natuurverbindingen verbinden over het land de dragers van de gewenste natuurlijke structuur. Zij verbinden beekvalleien over de grenzen van stroombekkens heen. Voor Opglabbeek worden de volgende op provinciaal niveau geselecteerd: - Nr. 10. Maaseik, Opglabbeek (Broekkant Bosbeekvallei Ruwmortelsheide). - Nr. 12. Meeuwen-Gruitrode, Houthalen-Helchteren, Opglabbeek, eventueel As / Genk, tussen domein Masy en Klaverberg, en Hengelhoef. - Nr. 14. As, tussen Heiderbos en bossen tussen As en Niel-bij-As. Natte natuurverbindingen nemen het netwerk van waterlopen als uitgangspunt. Daarbij wordt gestreefd naar een aaneensluitend ecologisch netwerk van beekvallei. Voor Opglabbeek wordt de volgende natte natuurverbinding geselecteerd: - nr. 76. As, Opglabbeek, vallei van de Bosbeek. De ruimte van de Bosbeekvallei vergt een bijzondere aandacht door haar natuurverbindingsfunctie. Ze moet worden ingezet in de versterking van de verbindingen tussen het Park Hoge Kempen en Park Midden-Limburg, zo stelt het PRS. De waardevolle en fragiele Bosbeekvallei wordt bedreigd door de suburbanisatie rond Opglabbeek en As Economische structuur In de Limburgse bos- en heidegordel wordt de meeste ruimte economisch benut door bosbouw en verblijfsrecreatie in voornamelijk campings en jeugdhuizen. Het gebied wordt uitgebreid ontsloten door fiets- en wandelroutes. Landbouw komt beperkt voor in het bekken van de Bosbeekvallei Toeristisch recreatieve structuur Algemeen: groene provincie benut voor toerisme en recreatie Algemeen wordt gesteld dat de provincie Limburg naar Vlaamse begrippen een groene provincie is met een natuurlijke voorraadfunctie (planten- en dierensoorten) en hydrologische voorraadfunctie (brongebieden en waterwinning). Zij moet zorgvuldig omgaan met die waarden. Zij moeten worden beschermd, beheerd en versterkt. Ze kunnen echter worden benut, aldus het PRS, in het bijzonder voor toerisme en recreatie. De provincie positioneert zichzelf daarbij in euregionale context als een groengebied met belangrijke toeristische potenties. Die laatste kunnen de open ruimte rol van de provincie financieel ondersteunen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

19 19/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Binnen de deelruimte Drieparkengebied, waartoe Opglabbeek behoort, wordt het toerisme verspreid ontwikkeld onder de vorm van recreatief medegebruik. Deze is gedifferentieerd in de ruimte, afhankelijk van de ruimtelijke draagkracht. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar een optimale inpassing van het (grensoverschrijdend) fietsroutenetwerk, naar een ruimtelijke sanering van het openluchtrecreatief aanbod en naar de inschakeling van de dorpskernen in het toeristisch aanbod Verblijftoerisme in Opglabbeek Opglabbeek maakt deel uit van het gebied de Bosbeek en landduinen. Dit is een aantrekkelijk afwisselend landschap met een reliëfrijke beekvallei en jeugdbivak in de bossen. Er is sprake van een concentratie aan verblijfstoerisme en Opglabbeek speelt hierin een belangrijke rol. Zo bevinden er zich toeristische verblijfsconcentraties met meer dan overnachtingen in deze gemeente. Ook van verblijfsconcentraties die als hoogdynamisch verblijfstoerisme worden bestempeld in het PRS-L is er sprake. Het gaat meer bepaald om een aantal kampeerterreinen en verblijfsparken. Jeugdverblijfscentrum De Schutterij wordt ook in de lijst van hoogdynamisch verblijfstoerisme opgenomen. In het informatief deel van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg wordt gesteld dat de problematiek van zonevreemde jeugdverblijfinfrastructuur een prangend probleem blijft voor een rechtszekere jeugdwerking. Deze is van aanzienlijk sociaal belang in de provincie. Er moet een duurzame oplossing voor deze problematiek worden gezocht. (PRS-L, 2012, p188) In het richtinggevend deel staat te lezen dat de provincie in haar ruimtelijk beleid een stimulerende en ondersteunende rol wenst te spelen bij het zoeken naar een oplossing voor de ruimtelijke problematiek van (zonevreemde) jeugdverblijven in het buitengebied. (PRS-L, 2012, p448) Dit alles omdat Limburg de belangrijkste provincie is voor jeugdkampen in Vlaanderen. Ondersteuning van dit sociaal toerisme is een prioriteit van de provincie. Naast het (jeugd)verblijftoerisme, is ook het dagtoerisme (wandelen en fietsen) belangrijk in de regio. Een knelpunt is dat in en rond de Bosbeekvallei de kwaliteit van de open ruimte wordt bedreigd door een concentratie van toeristisch-recreatieve activiteiten. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

20 20/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Bereikbaarheid en ontsluiting De bereikbaarheid van het Kempens Plateau steunt voornamelijk op het autoverkeer. Over het gebied ligt een breedmazig raster van gewestwegen, aansluitend op het hoofdwegennet. De N76 (Genk-Bree) en de N730 maken deel uit van dit raster. Het rasternetwerk van gewestwegen biedt weinig mogelijkheden om het verkeer te sturen met veel oneigenlijk gebruik van wegen als gevolg Landschappelijke structuur Open ruimte verbinding nr. 12: doorheen de Bosbeekvallei, tussen het park Hoge Kempen en het Park Midden-Limburg, tussen Opglabbeek en As. Opglabbeek behoort landschappelijk tot het Kempens Plateau, gekenmerkt door weinig bebouwde en grote compartimenten landbouw en bos of heide. De compartimenten worden doorsneden door kleinschalige, gesloten beekvalleien, bebouwingslinten, losse verspreide bebouwing en uitwaaierende stadjes. De vallei van de Bosbeek wordt als complex gaaf landschap en ankerplaats door het RSPL erkend. De Bosbeek is een ruimtelijk structurerend hydrografisch landschapskenmerk. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

21 21/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Algemeen: concepten en doelstellingen voor Opglabbeek In het GRS van Opglabbeek wordt de visie op het grondgebied uitgezet aan de hand van de deelruimtes. Algemeen worden er echter wel een aantal visie-elementen enerzijds en doelstellingen anderzijds voor het ganse grondgebied uitgezet. In het kader van voorliggende deelrups zijn de volgende visie-elementen op de toekomstige ontwikkeling van de gemeente van belang. In eerste instantie wordt Opglabbeek gezien als een toeristisch recreatieve verblijfsplek, met een accent op het jeugdverblijftoerisme. Hierbij dient echter ook meegenomen te worden dat de open ruimte moet worden veiliggesteld. Meer specifiek moet de Bosbeekvallei worden beschermd. Het zijn onder meer deze landschappelijke structuren die naar waarde moeten worden geschat: samen met de ruimtelijke structuren dienen zij te fungeren als basis voor een mogelijke structuurversterkende ontwikkeling. Tot slot moet men steeds een kwalitatieve ruimtelijke uitwerking voor ogen houden. Met deze visie-elementen dienen een aantal doelstellingen te worden bereikt. Voor voorliggende deelplannen is voornamelijk het volgende doel relevant: zoeken naar mogelijkheden om de bestaande andere functies (zachte recreatie en toerisme) te integreren in de open ruimte, zonder deze te belasten. Met andere woorden: aangepast aan de locatie. Daarnaast streeft het GRS naar een verhoging van het toeristisch verblijfspotentieel. De voorliggende deelrups spelen in op deze doelstelling(en): op drie specifieke locaties is de nood het hoogst en gaat men de toekomstperspectieven van de aanwezige ontwikkelingen bepalen en bestendigen. Deze afweging wordt onder meer gebaseerd op de aanwezige landschappelijke en natuurlijke structuur. De open ruimte vervult een belangrijke rol in de gemeente Opglabbeek. Vandaar dat verscheidene doelstellingen hierop inspelen: - Behouden en zeker stellen van de open ruimte tussen de woonkernen, om de natuurlijke structuur en de positie van de woonkernen ten opzichte van de aangrenzende groenstructuur te versterken. - Behouden en waar nodig herstellen en versterken van de natuurlijke structuren (Bosbeekvallei, open gebieden en groengebieden) als basiswaarden van Opglabbeek. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

22 22/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Het belang van het toerisme en de recreatie in Opglabbeek wordt doorvertaald naar deze doelstelling: men moet streven naar de uitbouw van een laag dynamisch toeristisch recreatief netwerk, gekoppeld aan uitgewerkte fiets-, wandel- en ruiterroutes. Bestaande infrastructuren moeten daarbij worden gecategoriseerd, optimaal benut en vooral: kwalitatief ruimtelijk uitgewerkt worden in functie van hun bestemming. Tot slot dient men algemeen te streven naar een kwalitatieve uitwerking van zowel de bestaande als de nieuwe ruimtelijke ingrepen Deelruimtes Doorheen het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Opglabbeek worden verschillende deelruimtes aangeduid, uitgewerkt en gehanteerd om de ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven van de gemeente uit te zetten. De plangebieden van de vier deelrups die het voorliggend plan omvat zijn elk gelegen in een andere deelruimte. Het betreft meer bepaald: - DeelRUP 1 ligt in de deelruimte VI Schakelruimte. - DeelRUP 2 is gelegen in de deelruimte IV Lineair gestructureerde deelruimte. - DeelRUP 3 ligt in het grensvlak tussen de deelruimte II Grensoverschrijdende Bosbeekvallei en de deelruimte V Historisch gegroeide nederzetting. - DeelRUP 4 ligt in I.B. Lineaire overgangszone. De verschillende deelruimtes worden besproken in de deelnota s die de deelrups behandelen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

23 23/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Toerisme en recreatie Figuur 5: gewenste recreatieve structuur Het streefbeeld van de toeristisch recreatieve structuur omvat verschillende aspecten: sport en cultuur; zacht recreatief gebruik van de open ruimte en het groen; dag- en verblijfstoerisme; jeugdverblijfstoerisme Sport en cultuur Er wordt gestreefd naar een bundeling van buitensportvelden en een eigen ruimte voor het lokale verenigingsleven in elke woonkern. Elke woonkern heeft een voldoende ruime en afgebakende zone voor recreatie. Het is de bedoeling om in de toekomst de buitensporten op deze plekken te concentreren. Voor de overige zonevreemde locaties wordt gestreefd naar afbouw of herbestemming. Voor Nieuwe Kempen betekent dit een concentratie op de bestaande locatie langs de Resedastraat van waaruit via een fietspad een verbinding gelegd kan worden met Opglabbeek en Dennenweelde. De zone vraagt een kwalitatieve inrichting en maatregelen voor een landschappelijke inrichting. Het betreft het plangebied van deelrup 2. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

24 24/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Voor Louwel worden de bundeling gerealiseerd op de oostelijke locatie Eendracht Louwel (plangebied deelrup 3) en op het terrein tussen de Weg naar Opoeteren en de Kreemerstraat in functie van de jeugdverenigingen. De kern Opglabbeek heeft een goed ontsloten en ruimte locatie langs de weg naar Bree. Vanzelfsprekend zal het sportgebeuren van de hoofdkern zich hier concentreren. Hier wordt echter geen deelrup opgemaakt. Bijkomend wordt er een zone gereserveerd voor andere sportverenigingen en verenigingen die behoefte hebben aan buitenterrein (jumping, hondendressuur, schutterij, ) tussen Opglabbeek en de noordelijke industriezone. Dit gebied wordt uitgewerkt als groene stapsteen tussen de noordelijke en zuidelijke groenstructuur. Het betreft de zone schakelruimte. (zie later) Een deel van deze zone zit vervat in een deelrup, meer bepaald in deelrup 1 van voorliggend plan Zacht recreatief gebruik van de open ruimte en het groen Er is een divers en zeer ruim aanbod aan groen, soorten landschap, vegetatie, e.d. Er ontstaat al snel de vraag om hiervan zoveel mogelijk in te zetten voor zachte recreatie. De gemeente stelt zich echter tot doel al naargelang de kwetsbaarheid van het gebied, de seizoenen, de eigendomsstructuren en mogelijk andere factoren, een duidelijke selectie te maken van niet-toegankelijke, seizoensgebonden toegankelijke en altijd toegankelijke gebieden. De bedoeling is om te komen tot een samenhangende en duidelijk bruikbare zacht recreatieve onderlegger. Over deze onderlegger wordt de fietsroute Kempen en Maasland, de gemeentelijke fietsroute en het wandelpad tot de Bosbeek duidelijk uitgewerkt. De zachte recreatie is een grote troef van Opglabbeek en het inpassen van deze functies wordt steeds voorop gesteld. Indien er aanpassingen aan het terrein zelf vereist zijn, zullen deze echter geen doorwerking krijgen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

25 25/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Dag- en verblijfstoerisme, jeugdverblijftoerisme Algemeen kan gesteld worden dat voor de aanwezige weekendverblijven een uitdoofbeleid wordt gehanteerd. Dag- en verblijfstoerisme en laagdynamische recreatie worden gebundeld op twee plekken, met name t Laer en Wilhem Tell (provinciaal niveau); zo stelt het Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Opglabbeek. Ondertussen bestaat t Laer niet meer. Specifiek voor jeugdkampplaatsen worden er verscheidene bivakhuizen voorzien in de gemeente Opglabbeek. Het gaat om een aloude traditie, waardoor de gemeente het aanbod aan bivakplaatsen blijvend een plaats wil geven in de toeristisch-recreatieve structuur. Deze inpassing dient echter in een meer gestructureerd geheel te worden gerealiseerd, rekening houdend met de specifieke locatie Planologische oplossing vereist Volgende locaties vereisen een planologische oplossing, volgens het GRS: - Sportzone de Kemp, Ophovenstraat (deelrup 1) - Bivakhuis de Schutterij, Louwel (deelrup 3) - Sportzone Louwel (deelrup 3) Behandeling zonevreemde recreatie Voor bepaalde zonevreemde recreatieve activiteiten wenst het GRS een planologische oplossing voor te schrijven. In het kader hiervan werd een ruimtelijk afwegingskader opgesteld. Dit wordt in de volgende paragrafen besproken. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

26 26/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Figuur 6: ruimtelijk afwegingskader zonevreemde recreatie (GRS) In het afwegingskader gebeurt de evaluatie op basis van vier criteria: - aard van de activiteit; - reikwijdte; - de bijhorende infrastructuur; - ligging. Er kan een onderscheid gemaakt worden naargelang de aard en reikwijdte van de zonevreemde recreatie met daaraan verbonden de specifieke infrastructuur. Los van de overkoepelende gebiedsgerichte en niveaugebonden criteria zullen al naargelang de aard van de activiteit andere afwegingscriteria een rol gaan spelen. Op basis van onderstaande deelaspecten werd een gestuurde afweging per locatie gedaan. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

27 27/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Aard van de activiteit Er wordt een opdeling gemaakt in twee groepen, afhankelijk van de infrastructuur: - sport- en speelvelden: de lokale sportzones (speel- en voetbalvelden) en andere clubgebonden recreatieve activiteiten zoals hondenclub, ruiterclub, schuttersclub,... - Verblijfstoerisme: de bivakplaatsen (jeugdverblijfstoerisme) en het dag- en verblijfstoerisme, waaronder het hoevetoerisme en de toeristisch recreatieve knooppunten type lia van provinciaal niveau. Deze opdeling heeft te maken met de bijhorende infrastructuur, de druk op de omgeving, de frequentie in gebruik door een grotere doelgroep en de structurele ingrepen van buffering. - De 1 e groep (sport-, recreatievelden en ander clubgebonden activiteiten) vraagt een meer gestuurde en structurele inpassing dan het bedoelde verblijfstoerisme. - Het hoevetoerisme zal in hoofdzaak gebruik maken van bestaande bebouwing en infrastructuur, het jeugdverblijfstoerisme is seizoensgebonden en vraagt een beperktere basisinfrastructuur (sanitair, keuken, slaapplaatsen) die bovendien gemakkelijker landschappelijk kan ingepast worden. Deze geven minder druk op de omgeving Reikwijdte - Bovengemeentelijk Dat wil zeggen: een doelgroep van gebruikers die afkomstig is uit de ganse gemeente en maximaal uit de aangrenzende gemeenten. - Lokaal gemeentelijk en lokaal deelgemeentelijk. - Nooit provinciaal of hoger (uitzondering: bivakhuizen). De bivakhuizen richten zich op de ruimere regio en de provincie (mogelijk: Vlaanderen), maar zijn in grootte beperkt tot een capaciteit van om en bij de 120 slaapplaatsen in een vaste constructie. In losse constructies (tenten) kunnen bijkomend een 80-tal kampeerders een plek vinden. Zij maken gebruik van dezelfde basisinfrastructuur. Er wordt in het GRS echter vanuit gegaan dat de recreatieve activiteit de draagkracht van de omgeving niet overschrijdt. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

28 28/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE De bijhorende infrastructuur (ruimtelijk, infrastructureel en verkeersgenererend) - Beperkt (en gemakkelijk landschappelijk te integreren) - Matig (en landschappelijk te integreren mits matige ingrepen) - Belangrijk (en slechts mits structurele ingrepen landschappelijk te integreren) Ligging - In een Vlaamse of provinciale structuur (agrarisch, open ruimte, natuurverbinding, verwevingsgebied, VEN). - In een gemeentelijke deelruimte (bossen heidegordel, Bosbeekvallei, westelijk agrarisch gebied, lineair gestructureerde deelruimte, historisch gegroeide nederzettingen, schakelruimte). - functioneel verbonden met de kernen Deelruimtebenadering Op basis van de gewenste deelruimtebenadering werd, conform de geformuleerde ontwikkelingsperspectieven per (sub)deelruimte, een 1 selectie gemaakt van uit te sluiten activiteiten. A. SPORT- EN RECREATIEVELDEN EN ANDERE CLUBGEBONDEN RECREATIEVE ACTIVITEITEN NIET - in de grensoverschrijdende deelruimten Bos- en heidegordel en Bosbeekvallei (met uitzondering van de bestaande juridisch vastgelegde recreatieve zones), - in het westelijk agrarisch gebied in de lineair gestructureerde deelruimte IV.C. - in de historisch gegroeide nederzettingen V.B. en V.C. WEL - in de lineair gestructureerde deelruimte IVA, IV.B. en IV.D., - in de historisch gegroeide nederzetting V.A. - in de schakelruimte (lokaal en bovenlokaal) Voorwaarde: mits een degelijke functionele verbinding met het centrumgebeuren én een kwalitatieve landschappelijke integratie. B. DAG- EN VERBLIJFSTOERISME kan in elke deelruimte, maar enkel in de geselecteerde, bestaande locaties: - in grensoverschrijdende bos- en heidegordel I.A (mits een beperkte tot matige infrastructuur) - in de grensoverschrijdende Bosbeekvallei II.A \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

29 29/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE C. BIVAKHUIZEN Maken bij voorkeur gebruik van bestaande infrastructuren en gebouwen (voor deelruimte II.A. enkel op de bestaande locaties). Hierbij wordt gestreefd naar een gebiedsgerichte en kwalitatieve landschappelijke integratie met respect voor de omgeving. Ingrijpende en belangrijke verruimingen en infrastructurele aanpassingen die de draagkracht van de omgeving overschrijden, zijn niet toegestaan Specifieke afwegingen ten opzichte van het GRS: bindende bepalingen In de bindende bepalingen is de opmaak van een sectoraal RUP recreatie niet opgenomen. De aanpak van de zonevreemde recreatie zit wel vervat in gebiedsgerichte planinitiatieven. De opmaak van een RUP is niet strijdig met de bindende bepalingen. Het RUP is verspreid over de volgende 3 bindende bepalingen. 1. BB 23: opstellen van een GRUP voor de Sportzone van Louwel (Eendracht Louwel) en de sportzone van Nieuwe Kempen. DeelRUP 2 en deelrup 3 van voorliggend RUP zijn een gedeeltelijke uitvoering van deze bindende bepaling. 2. BB 24: opstellen van een GRUP voor de geselecteerde locaties voor jeugdverblijftoerisme, waaronder de Schutterij (Louwel) Het bivakhuis in deelrup 3 vormt een gedeeltelijke uitvoering van deze bindende bepaling. 3. BB 28: opstellen van een GRUP Schakelruimte, voor de zone tussen Opglabbeek en de noordelijke industriezone In het GRUP wordt deze zone dan aangeduid als locatie voor het uitwerken van groene stapstenen in functie van het verbinden van de noordelijke en zuidelijke omgordende groenstructuren gecombineerd met het inpassen van landbouwpercelen en recreatieve kamers voor de herlokalisatie van lokale zonevreemde recreatie. Een basisvoorwaarde voor het inpassen van zachte recreatie in de deelruimte schakelruimte is dat de vaste constructies, in de vorm van bijhorende gebouwen, zo veel mogelijk gebundeld worden en optimaal aansluiten op de bestaande wegeninfrastructuur en de bestaande woonlinten van de kern Opglabbeek (ter hoogte van De Kemp). Dit om te voorkomen dat de schakelruimte, die in hoofdzaak een groene verbindende rol speelt, verwordt tot een versnipperde recreatieve zone. DeelRUP 1 is gelegen in de deelruimte schakelruimte en vormt een planologische oplossing voor De Kemp. Bij uitwerking van een RUP Schakelruimte zal het deelrup worden opgenomen in dit ruimere RUP. Uiteraard worden de ontwikkelingsperspectieven voor de schakelruimte gerespecteerd bij de uitwerking van het deelrup in voorliggend plan. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

30 30/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Voorts is er binnen de toeristisch-recreatieve structuur nog sprake van de volgende drie selecties: 1. BB 08: selectie locaties met beperkte ontwikkelingsmogelijkheden voor lokale sportvoorzieningen per deelkern De gemeente selecteert in Opglabbeek de sportzone die centraal gelegen is, ten oosten van de Weg naar Bree. In Louwel wordt de oostelijke locatie Eendracht Louwel geselecteerd (plangebied deelrup 3) als plek waar de lokale sportvoorzieningen beperkte ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. In de Nieuwe Kempen wordt onder meer de locatie van de voormalige voetbalclub FC Nieuwe Kempen geselecteerd. (plangebied deelrup 2) 2. BB 09: selectie van locatie voor lokale sportvoorzieningen De gemeente selecteert de zone tussen Opglabbeek en de noordelijke industriezone ter hoogte van De Kemp voor lokale sportvoorzieningen. Het plangebied van deelrup 1 is gesitueerd binnen deze selectie. 3. BB 10: selectie van locatie voor jeugdverblijftoerisme De gemeente selecteert onder meer de volgende locaties voor jeugdverblijftoerisme (niet limitatief): - De Schutterij, Weg naar Opoeteren gelegen in deelrup 3. - De Kemp gelegen in deelrup 1. Tot slot worden binnen de agrarische structuur ook een aantal selecties gemaakt die van belang zijn voor de voorliggende deelrups. 1. BB 13. Selectie van agrarisch gebied in functie van herbestemming De gemeente selecteert het agrarisch gebied ten zuiden van de industriezone en een gebied in de schakelruimte (recreatieve kamers) als te herbestemmen naar groen, lokale zachte recreatie en lokale industrie. DeelRUP 2 neemt hier een deel van in. 2. BB 17. Selectie van groene stapstenen De gemeente selecteert de zone tussen Opglabbeek en de noordelijke industriezone (Ophoven) als locatie voor het uitwerken van groene stapstenen in functie van het verbinden van de noordelijke en zuidelijke omgordelende groenstructuren. Het betreft hier de deelruimte schakelruimte, waarbinnen het plangebied van deelrup 1 is gelegen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

31 31/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Compensatie natuurgebied In deelrup 3 wordt natuurgebied ingenomen. Deze oppervlakte wordt elders in de gemeente planologisch gecompenseerd. Deze compensatie maakt deel uit van deelrup 4 en wordt bijgevolg hier besproken. 5 DeelRUPs In de volgende deelnota s zal er apart worden ingegaan op de vier deelrups die het voorliggend plan bestrijkt. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

32 32/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE BIJLAGEN Bijlage 1 Informatieve kaart \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

33 DeelRUP 3 DeelRUP 4 DeelRUP 1 DeelRUP 2 Gemeentegrens Opglabbeek Afbakening deelrups Kaart 0 RUP Zonevreemde Recreatie Opglabbeek Situering 1: Q:\00_P\BE0112\BE \GIS\Maps\BE _krt_005E_situering.mxd

34 33/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Bijlage 2 Bronvermelding Dataset Gewestplan(nen) Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Bronvermelding Vlaamse overheid, departement RWO Gewestplan, raster, toestand 01/01/2002, bijgewerkt tot 02/05/2011 Vlaamse overheid, departement RWO Gewestplan, vector, toestand 01/01/2002, bijgewerkt tot 02/05/2011 Vlaamse overheid, departement RWO Ruimtelijke uitvoeringsplannen, contouren (gewestelijk), versie 04/03/2011 Vlaamse overheid Voorlopig en definitief goedgekeurde gewestelijke RUPs, opzoeking 06/02/2012 Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Provincie Limburg Provinciale RUPs, opzoeking 05/03/2012 Algemene plannen van aanleg Bijzondere plannen van aanleg Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Vlaamse overheid, departement RWO Plannen van aanleg, gescand, gegeorefereerd (AGIV-product), toestand 01/01/2002 Vlaamse overheid, departement RWO Digitale vectoriële versie van BPA-contouren op middenschalig niveau (1/10.000), toestand 01/08/1999 Vlaamse overheid, departement RWO Plannen van aanleg, gescand, gegeorefereerd (AGIV-product), toestand 01/01/2002 Gemeente Opglabbeek BPA s, opzoeking 05/03/2012 Gemeente Opglabbeek Gemeentelijke RUPs, opzoeking 05/03/2012 Verkavelingsvergunningen Gemeente Opglabbeek Verkavelingen, opzoeking 07/03/2012 Bouwvergunningen Gemeente Opglabbeek Bouwvergunningen, opzoeking 22/02/2012 Vastgestelde bouwovertredingen Gemeente Opglabbeek Vastgestelde bouwovertredingen, opzoeking 22/02/2012 Milieuvergunningen Gemeente Opglabbeek Milieuvergunningen, opzoeking 05/03/2012 Bodemvervuiling Gebieden met recht van voorkoop OVAM, Afdeling Bodemsanering en Attestering Digitale versie van de verspreiding van bodemonderzoeken in Vlaanderen, toestand 18/08/2011 Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) Gebieden met recht van voorkoop, opzoeking 07/02/2012 Vlaamse Landmaatschappij (VLM) afdeling Landelijke Inrichting Gebieden met recht van voorkoop, natuurinrichtingsprojecten, 09/02/2010 Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) Gebieden met recht van voorkoop, natuurreservaten (AGIV-product), 10/11/2011 Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) Gebieden met recht van voorkoop, woningbouw- en vernieuwingsgebieden (AGIV-product), 26/08/2011 Vlaamse Landmaatschappij (VLM) afdeling Landelijke Inrichting Gebieden met recht van voorkoop (AGIV-product), ruilverkaveling, 01/04/2011 \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

35 34/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) Gebieden van het VEN en het IVON (AGIV-product), toestand 08/08/2011 Vlaamse overheid, departement RWO Gebieden met recht van voorkoop, ruimtelijke ordening, 30/11/2011 Havendecreet Gebieden met recht van voorkoop, Integraal Waterbeleid, toestand 05/03/2009 Gebieden met recht van voorkoop, Waterwegen en Zeekanaal NV, toestand 19/07/2011 Herbevestigde Agrarische Gebieden (HAG) Ruilverkaveling / landinrichting / natuurinrichting Vogelrichtlijngebieden Habitatrichtlijngebieden Vlaamse overheid Planningsprocessen voor landbouw, natuur en bos, versie 08/2009 VLM Ruilverkavelingen, land- en natuurinrichting, opzoeking 07/02/2012 Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) SBZ-V (AGIV-product), 22/07/2005 Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) SBZ-H (AGIV-product), 15/02/2008 Gebieden van het duinendecreet Instituut voor Natuurbehoud (IN), Natuur CD 2000 Duindecreet, versie 2.0 Ramsar Instituut voor Natuurbehoud (IN), Natuur CD 2000 Ramsar, versie 2.0 Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) Vlaamse of erkende natuurreservaten Bosreservaten Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) Gebieden van het VEN en het IVON (AGIV-product), toestand 08/08/2011 Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) Gebieden met recht van voorkoop, natuurreservaten (AGIV-product), 10/11/2011 Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) Bosreservaten (AGIVproduct), 01/03/2003 Natuurinrichting Vlaamse Landmaatschappij (VLM) afdeling Landelijke Inrichting Natuurinrichtingsprojecten, 09/02/2010 Biologische waarderingskaart (BWK) Beschermingszones grondwaterwinningen Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) Biologische Waarderingskaart (AGIV-product), versie 2.2 toestand 2010 Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Operationeel Waterbeheer Beschermingszones van grondwaterwinningen (AGIV-product), toestand 06/07/2006 Bevaarbare en onbevaarbare waterlopen Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Operationeel Waterbeheer Vlaamse Hydrografische Atlas Waterlopen (AGIV-product), 07/10/2011 Watertoets Recent overstroomde gebieden (ROG) Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Water Erosiegevoelige, Grondwaterstromingsgevoelige en Overstromingsgevoelige gebieden, Hellingenkaart, Infiltratiegevoelige bodems, Winterbedkaart, 20/07/2006 Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid Watertoetsinstrument Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Operationeel Waterbeheer Recent overstroomde gebieden, 21/03/2011 \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

36 35/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Risicozones overstromingen Beschermde monumenten, landschappen, stads-, en dorpsgezichten Atlas van de relicten, ankerplaatsen (landschapsatlas) Erfgoedlandschappen Onroerend erfgoed: bouwkundig erfgoed en wereldoorlogerfgoed Woningbouw- en vernieuwingsgebieden Vlaamse overheid, departement MOW, afdeling Waterbouwkundig Laboratorium, en Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Operationeel Waterbeheer Risicozones voor overstromingen, 08/09/2006 MVG, departement LIN, AROHM, afdeling Monumenten en Landschappen Beschermde Landschappen, stads- en dorpsgezichten (AGIV-product), 01/03/2001 Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) Databank beschermd erfgoed, opzoeking 07/02/2012 MVG, departement LIN, AROHM, afdeling Monumenten en Landschappen Landschapsatlas: ankerplaatsen (AGIV-product), 01/05/2001 MVG, departement LIN, AROHM, afdeling Monumenten en Landschappen Landschapsatlas: relicten van de traditionele landschappen, 08/05/2001 Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) Ankerplaatsen en Erfgoedlandschappen, opzoeking 06/02/2012 Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) Bouwkundig Erfgoed en Wereldoorlogerfgoed, opzoeking 18/01/2012 Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) Woningbouw- en vernieuwingsgebieden (AGIV-product), 26/08/2011 Atlas van de woonuitbreidingsgebieden Vlaamse overheid, departement RWO, afdeling Ruimtelijke Planning WUGAtlas, toestand 06/01/2011 Toeristische vergunning Gemeente Opglabbeek Toeristische vergunning, opzoeking 05/03/2012 Rooilijnen Gemeente Opglabbeek Rooilijnen, opzoeking 07/03/2012 Voet- en buurtwegen Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk Fietsknooppuntennetwerk Gewestwegen Gemeente Opglabbeek Atlas voet- en buurtwegen Provincie Limburg Atlas voet- en buurtwegen Provincie Limburg Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk, opzoeking 07/02/2012 NGI België, Toerisme Vlaanderen, Toerisme Provincie Antwerpen, Westtoer, Toerisme Oost-Vlaanderen, Toerisme Limburg, Toerisme Vlaams-Brabant, ADW Software, Uitgeverij Lannoo Topografische Fietskaarten Vlaanderen, versie 2.2 uitgave 2009 Fietsnet Fietsnetwerken, opzoeking 07/02/2012 Vlaamse overheid, Agentschap Wegen en Verkeer Gewestwegen, opzoeking 07/02/2012 Spoorwegen NMBS Netkaart, opzoeking 07/02/2012 Leidingen (Hoogspanningsleidingen, gasleidingen ) NGI Topografische kaart 1/ top10-rkl (AGIV-product), Vlaamse overheid Voorlopig en definitief goedgekeurde gewestelijke RUPs, opzoeking 06/02/2012 Openbaar vervoer De Lijn Netplannen, versie 09/01/2012 Seveso-inrichtingen Vlaamse overheid, departement Leefmilieu Natuur en Energie Sevesoinrichtingen in Vlaanderen, versie 29/12/2011 \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

37 36/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE VLAO Bedrijventerreinen Achtergrond Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO) Bedrijventerreinen, terreinen en gebruikspercelen, toestand 23/06/2011 Bronvermelding Topografische kaart 1/ (zwart-wit) NGI Topografische kaart 1/ top10-rzw, Topografische kaart 1/ (kleur) NGI Topografische kaart 1/ top10-rkl (AGIV-product), Topografische kaart 1/ (kleur) NGI Topografische kaart 1/ top50-r (AGIV-product), Orthofoto Kadasterplan AGIV Middenschalige kleurenorthofoto s zomeropname (AGIV-product), opname 2009 Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie CADMAP, toestand 2011 \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

38 37/38 (algemeen deel toelichtingsnota) BE Bijlage 3 Beslissing Dienst MER \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_algemeen_h.do cx

39 Kantoren ARCADIS Belgium nv Antwerpen-Berchem Posthofbrug 12 (City Link) B-2600 Antwerpen-Berchem T F Gent Kortrijksesteenweg 302 B-9000 Gent Hasselt Eurostraat 1 bus 1 B-3500 Hasselt Luik Rue des Guillemins 26, 2 e verd. B-4000 Luik Charleroi 119, Avenue de Philippeville B-6001 Charleroi Bruxelles Rue Royale 80 B-1000 Bruxelles Iso gecertificeerd voor Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, infrastructuur, milieu en ruimtelijke ordening

40 BE _1 Integrale toelichtings- en screeningnota DEELRUP 1 ZONEVREEMDE RECREATIE Gemeente Opglabbeek BE /2016

41 2/49 (deelrup 1) BE _1 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ZONEVREEMDE RECREATIE Provincie Limburg Gemeente Opglabbeek Dit plan werd opgesteld door één of meerdere erkende Ruimtelijk Planners: Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek in zitting van De gemeentesecretaris De voorzitter gemeenteraad Het college van burgemeester en schepenen van Opglabbeek bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek werd neergelegd gedurende het openbaar onderzoek van tot De gemeentesecretaris De burgemeester Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek in zitting van De gemeentesecretaris De voorzitter gemeenteraad

42 3/49 (deelrup 1) BE _1 INHOUDSOPGAVE DEELRUP 1 TOELICHTINGSNOTA DEELRUP Situering en probleemstelling Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Opglabbeek Deelruimte VI Schakelruimte Beschrijving Schakelruimte Visie en ontwikkelingsperspectieven Schakelruimte Ruimtelijke concepten Schakelruimte Behandeling Schutterij Sint-Amandus volgens afwegingskader Bestaande juridische toestand Juridische tabel Verdieping bij juridische tabel Gewestplan Bestaande feitelijke toestand Mens ruimtelijke aspecten Mens mobiliteit Categorisering van de wegenis Openbaar vervoer Buurt- en voetwegen Fietsroutes Mens externe mensveiligheid Water Beschrijving watersysteem Grondwater en watertoets Bodem Geluid Lucht en klimaat Fauna en Flora Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Visie, motivatie & verantwoording Doorwerking gemeentelijke visie, concepten en randvoorwaarden in het plangebied Vertaling naar stedenbouwkundige voorschriften en/of verordenend grafisch plan Onderzoek tot milieueffectrapportage Stap 1: Toetsing aan het decreet DABM Stap 2: is het plan van rechtswege plan-mer-plichtig? Toetsing aan categorie A Toetsing aan de categorie B Conclusie over de plan-mer-plicht van rechtswege Stap 3: Veroorzaakt het plan belangrijke milieueffecten? Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

43 4/49 (deelrup 1) BE _ Mens ruimtelijke aspecten Mens mobiliteit Mens - externe veiligheid Water Bodem Geluid Lucht en klimaat Fauna en flora Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Grensoverschrijdende effecten Conclusie Ruimtebalans Op te heffen voorschriften Op te heffen gewestplanvoorschriften Planbaten en Planschaden BIJLAGEN LIJST DER FIGUREN Figuur 1: gewestelijke ruimtelijke visie deelruimte Hoge Kempen gebied B2 (kaart 7) 8 Figuur 2: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte VI schakelruimte... 9 Figuur 3: recreatie in groene stapstenen (schakelruimte) en beekvallei (oosten) Figuur 4: afwegingskader Schutterij Sint-Amandus Figuur 5: ingehuldigde herdenkingsplaat bouw verenigingsgebouw Figuur 6: bestaande toestand Figuur 7: wegencategorisering, met aanduiding van deelrup1 (GRS, mobiliteitsplan).. 20 Figuur 8: beslissingsdiagramma dienst Veiligheidsrapportage Figuur 9: Stappen in het onderzoek tot milieueffectrapportage LIJST DER KAARTEN Kaart 1_deelRUP 1: orthofoto gewestplan... 6 Kaart 2_deelRUP 1: openbaar vervoer en buurt- en voetwegen Kaart 3_deelRUP 1: fietsroutes (functioneel en recreatief) Kaart 4_deelRUP 1: watertoets Kaart 5_deelRUP 1: BWK Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

44 5/49 (deelrup 1) BE _1 LIJST DER FOTO S Foto 1: overzicht terrein Foto 2: Ophovenstraat Foto 3: parking en lokaal omgeven door bomen Foto 4: entreezone gebied: bomenpartijen Foto 5: schietbomen Foto 6: vereningsgebouw De Kemp LIJST DER BIJLAGEN Bijlage 1: informatieve kaarten Bijlage 2: enquêtering gemeente Bijlage 3: beslissing dienst MER Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

45 6/49 (deelrup 1) BE _1 TOELICHTINGSNOTA DEELRUP 1 1 Situering en probleemstelling Kaart 1_deelRUP 1: orthofoto gewestplan Het plangebied van deelrup 1 ligt ten westen van de dorpskern van Opglabbeek, meer bepaald aan de Ophovenstraat. De gemeente wenst de aanwezige schutterij (Sint-Amandus) volgens het gewestplan gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, via een RUP rechtszekerheid te bieden. Het gaat om een activiteit die reeds enige tijd geworteld is in het sociale leven van Opglabbeek. Herlocatie van de terreinen van de schutterij is niet mogelijk gezien de historische verbondenheid met de woonomgeving (wijk Ophoven) enerzijds en de nood aan een groot openruimte gebied voor het schietveld anderzijds. Men wil dat de huidige situatie wordt bestendigd. Het adequaat functioneren van deze schutterij wordt vandaag de dag echter ook in de weg gestaan op de huidige locatie. Omwille van verscheidene redenen is het plaatsen van een kogelvanger aangewezen. Zo zorgt deze er onder meer voor dat de te respecteren veiligheidszone verkleint, waardoor de inpassing van de historisch gewortelde schutterij in het dorpsweefsel makkelijk gegarandeerd kan worden. Bovendien blijkt het gebruik van kogelvangers de beste manier om loodverontreiniging door schietactiviteiten tegen te gaan. De schutterij komt echter pas in aanmerking voor provinciale subsidies in het kader van de plaatsing van een kogelvanger, indien aan verschillende voorwaarden is voldaan. Één van die eisen is de volgende: de schietinrichting en de plaatsing en het gebruik van de kogel- of pijlenvanger(s) op de schietinrichting moeten vergund zijn of worden op het vlak van milieu- en stedenbouwkundige en eventuele andere vergunningen, dit voor zover er een vergunningsplicht is. Door het zonevreemde statuut is het echter uiteraard onmogelijk om deze vergunningen te verkrijgen. Aanpalend aan de terreinen van de schutterij is het voetbalterrein van de lokale amateurvoetbalploeg Bijns Boys gelegen. Deze voetbalclub maakt geen deel uit van het RUP. Opglabbeek opteert hier voor een uitdoofbeleid, opdat op langere termijn het gebied weer ingezet kan worden als landbouwgebied. Het terrein wordt gehuurd van de gemeente Opglabbeek en doet bij bondsfeesten dienst als feestweide. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

46 7/49 (deelrup 1) BE _1 2 Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2008 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Limburgse Kempen en Maasland. Op 12 december 2008 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed. Gemeente Opglabbeek valt binnen deelruimte II Hoge Kempen van de regio Limburgse Kempen en Maasland. De Hoge Kempen, gelegen op het hoogste deel van het Kempens Plateau, omvat de twee grote natuur- en boscomplexen Park Midden-Limburg en Park Hoge Kempen met tussenliggend stedelijk gebied van Genk en het open ruimte gebied van de Bosbeekvallei. De visie op de Hoge Kempen omvat het behouden, herstellen en ontwikkelen van onderlinge natuurverbindingen en unieke hydrologische relaties. Toerisme een belangrijke nevenfunctie die binnen het ecologische en landschappelijke kader verder kan ontwikkeld worden. Het plangebied van deelrup 1 is gelegen in de overgangszone tussen die in de gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos worden aangeduid met de nummers 19.3 en Het gaat respectievelijk om Ophovenerbos Kruisberg en Moorsberg Heiderbos. Het plan geeft aan dat een schakeling tussen beide zones moet worden gerealiseerd. het plangebied van voorliggend deelrup is gelegen binnen deze schakelruimte en dient dan ook zo te worden ingezet. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt het statuut van koppelruimte bestendigd: het plangebied is op gemeentelijk niveau gelegen binnen de deelruimte schakelruimte (zie 3.1). Voor de te verbinden zones schrijft de gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos voor dat de ecologisch waardevolle complexen van bossen, heiden, landduinen en vennen moeten worden behouden en versterkt. Er zijn verschillende grote aaneengesloten bos- en heidegebieden met vennen en landduinen. Deze moeten behouden en versterkt worden in samenhang met de cultuurhistorische en landschappelijke context. De gewestelijke visie stelt dat er moet gestreefd worden naar behoud en herstel van de natuurlijke hydrologie, waardevolle gradiënten en graduele overgangen tussen bos, Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

47 8/49 (deelrup 1) BE _1 struwelen, heide, pioniersvegetatie, zandverstuivingen en vennen. Zoveel mogelijk van de ecologisch zeer waardevolle en voor de natuurlijke structuur bepalende natuurcomplexen moeten deel uitmaken van het VEN. Algemeen wordt voor de verschillende zones die binnen dit concept passen gesteld dat hun werking als belangrijk infiltratie- en brongebied voor verschillende waardevolle beeksystemen wordt behouden en waar mogelijk hersteld. Verder wordt gesteld dat de gebieden ruimtelijk gebufferd worden door bos- of natuuruitbreiding op landbouwenclaves of direct aangrenzende landbouwgronden die essentieel zijn als buffer naar zeer kwetsbare natuurwaarden. Hierbij is tevens aandacht voor het verbeteren van de onderlinge verbindingen tussen bos- en natuurgebieden. Ecologisch zeer waardevolle gebieden moeten tot slot worden gebufferd en recreatief gezoneerd, gericht op - het vrijwaren van kwetsbare natuurkernen en - het ontsluiten van deze gebieden voor zacht recreatief medebruik (wandelen, fietsen, etc.). Figuur 1: gewestelijke ruimtelijke visie deelruimte Hoge Kempen gebied B2 (kaart 7) Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

48 9/49 (deelrup 1) BE _1 3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Opglabbeek 3.1 Deelruimte VI Schakelruimte Het plangebied van deelrup 1 is gelegen in de deelruimte Schakelruimte, volgens het GRS Opglabbeek. Figuur 2: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte VI schakelruimte Beschrijving Schakelruimte De schakelruimte is een klein deelgebied. Het bestaat uit een aantal woonlinten die omgeven worden door open akkers. De aanwezigheid van de sportvelden van De Kemp wordt ook expliciet vermeld in het GRS: deze sportzone speelt een functionele rol in de deelruimte. De schakelruimte heeft vandaag het karakter van een ruimtelijke restzone, inclusief onafgewerkte randen gevormd door de achterkanten van de linten. Dit wordt gezien als een belangrijk knelpunt. De potenties van het gebied zijn echter wel ruim en deze worden dan ook als kwaliteit gepercipieerd. Het gaat daarbij onder meer over de aanwezigheid van de bestaande recreatieve zone en de centrale ligging van de deelruimte tussen twee hoofddeelruimtes (de historische gegroeide nederzetting en de lineaire gestructureerde deelruimte). Ook het karakter van restzone wordt aangeduid als een potentie en/of kwaliteit. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

49 10/49 (deelrup 1) BE _1 Verder is de bufferende ligging tussen woongebied en industriezone interessant, alsook de potentie van een vlotte ontsluiting en de aanwezige verweving van functies: wonen, recreëren, landbouw en kleinschalige groenvoorzieningen. Al deze factoren zorgen ervoor dat de schakelruimte potenties biedt voor het inpassen van een gedifferentieerde zachte recreatieve zone (van lokaal niveau) en landbouw. De schakelruimte kan hierbij gelinkt worden aan de omliggende deelruimten door middel van zachte verbindingen. Zo is het plangebied van voorliggend deelrup gelegen langs een belangrijke zachte verbinding, aldus de aanduiding van het GRS Visie en ontwikkelingsperspectieven Schakelruimte De zone krijgt een gedifferentieerde groene functie-invulling, afgestemd op de omgeving. Ze werkt als groene verbinding tussen de lineaire gestructureerde deelruimte (II), de historisch gegroeide nederzetting (V) en de grensoverschrijdende bos- en heidegordel (I) (niet besproken in voorliggend plan) en wordt ingezet als groene schakel tussen de zuidelijke en noordelijke groenstructuur. De werking van de schakelruimte als groene verbinding is cruciaal. Concreet wordt dit gebied ingevuld met landbouw en zacht recreatieve groene kamers. Figuur 3: recreatie in groene stapstenen (schakelruimte) en beekvallei (oosten) Deze aanpak past binnen een ruimere, gemeentelijke visie op het toerisme en de recreatie in Opglabbeek. Recreatie wordt gebundeld in de groene kamers van de schakelruimte. Vandaag de dag is er al sprake van deze inrichtingsvormen: de huidige schutterij ligt immers al in een met groen omzoomde kamer. De zachte vormen van recreatie vinden daarenboven ook een plek in de Bosbeekvallei (oostelijke grens van de gemeente). De schakelruimte wordt gezien als een groene toegankelijke zacht recreatieve zoekzone, als westelijk eindpunt van de historische nederzetting en als tegenpool van het oostelijke eindpunt, de kwetsbare, meer gesloten en ontoegankelijke Bosbeek. Ook in functie en gebruik heerst een tegenstelling: zo staat de zacht recreatieve gebruikszone van de schakelruimte tegenover de natuurlijk landschappelijke stiltezone van de grensoverschrijdende Bosbeekvallei. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

50 11/49 (deelrup 1) BE _ Ruimtelijke concepten Schakelruimte De schakelruimte wordt in het GRS gezien als zoekzone. De ruimtelijke uitwerking ervan zal afgestemd worden op het bestaand kleinschalig landschappelijk systeem van open kamers die worden omzoomd door dichte groene buffers. Het is de bedoeling dat verschillende open ruimten verschillende zacht recreatieve voorzieningen kunnen huisvesten zonder afbreuk te doen aan het kleinschalig groenkarakter van het gebied. Elke recreatieve kamer wordt door een eigen groenstructuur afgebakend en ingekapseld, maar alle recreatieve kamers hangen via fiets- en voetpaden aan elkaar vast. Een netwerk van zachte verbindingen doorheen de schakelruimte zorgt voor de relatie tussen de aangrenzende deelruimten. Zo kan de schakelruimte ook ruimtelijk vormgegeven worden met kenmerken van zowel de lineair gestructureerde deelruimte en de historische nederzetting door een combinatie van lineaire open gebruiksvlakken met erdoor heen een organisch net aan fiets- en wandelpaden. Niettegenstaande de verschillende recreatieve voorzieningen die de nodige open ruimte vragen, zal de totaalzone door de afzonderlijke buffers van de verschillende gebruikers toch een globaal groen karakter krijgen. Zo zal de schakelruimte een groene verbinding vormen tussen het noordelijk en westelijk groengebied, enkel van elkaar gescheiden door het woonlint langs de Weg naar Zwartberg. Het deel van de Weg naar Zwartberg dat de groenstructuur doorsnijdt, zal zich zo duidelijk onderscheiden van de rest van het traject. Ervan gescheiden door de groene buffering van de recreatieve kamers vormen de akkers op hun beurt open ruimten tussen het groen. Mogelijke zonevreemde constructies of woningen moeten dan ook binnen dit kader gezien worden. Het leggen van een groene verbinding is hét uitgangspunt van de schakelruimte. Binnen de schakelruimte kunnen alle andere functies, zoals landbouw, recreatie, wonen, - perfect plaatsvinden. De schakelruimte brengt verschillende activiteiten bij elkaar en doet dit op een onderlegger die werkzaam is als groenverbinding. Het realiseren van deze groene verbinding is prioritair binnen deze zone. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

51 12/49 (deelrup 1) BE _1 3.2 Behandeling Schutterij Sint-Amandus volgens afwegingskader Figuur 4: afwegingskader Schutterij Sint-Amandus Ligging De schutterij sluit ruimtelijk en functioneel aan bij de kern Opglabbeek. Ze is gelegen in de deelruimte Schakelruimte en bestrijkt geen Vlaamse of provinciale structuren. De beoordeling valt dus op gemeentelijk niveau voor schutterij Sint- Amandus. Aard activiteit In het afwegingskader van het GRS worden twee groepen naar voor geschoven. De Schutterij Sint-Amandus behoort tot de sport- en speelvelden, aangezien deze ook clubgebonden recreatieve activiteiten omvatten, waaronder schutterijs. Deze groep vraagt een meer gestuurde en structurele inpassing dan de tweede groep (verblijfstoerisme). Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

52 13/49 (deelrup 1) BE _1 Deelruimte De Schutterij is gesitueerd in de deelruimte Schakelruimte. Sport-, recreatievelden en andere clubgebonden recreatieve activiteiten kunnen hier wel worden ingeplant, aldus het afwegingskader van het GRS. Bijhorende infrastructuur Bijhorende infrastructuur is matig aanwezig. Het betreft een verenigingsgebouw en een schietstand. Het is mogelijk om mits matige ingrepen een landschappelijke integratie te realiseren. Reikwijdte 60% van de leden zijn afkomstig van binnen de gemeente. Het overige aandeel is afkomstig uit de aanliggende gemeenten. Het aantal leden bedraagt ongeveer 60. Bijzondere activiteiten tellen om en bij de 50 toeschouwers. De reikwijdte is bijgevolg lokaal gemeentelijk. Output afwegingskader Lokale en gestuurde (in de zin van gebundelde activiteiten) bovenlokale ontwikkelingen, op kernversterkende of aan het centrumgebeuren gelinkte locaties. Landschappelijk geïntegreerd en afgestemd op de draagkracht van de omgeving. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

53 14/49 (deelrup 1) BE _1 4 Bestaande juridische toestand 4.1 Juridische tabel juridische aspecten, beleidsmatige aspecten, uitvoeringsinstrument, bestaande situatie, subsidie-instrument RUIMTELIJK Gewestplan(nen) Gewestplan nr. 19 Hasselt - Genk (KB 03/04/1979). Gewestplanwijzigingen: BVR 06/10/2000. Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Algemene plannen van aanleg Bijzondere plannen van aanleg Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Verkavelingsvergunningen Bouwvergunningen Vastgestelde bouwovertredingen Gebieden met recht van voorkoop Ruimtelijke ordening: geen. SECTORAAL Natuur Vogelrichtlijngebieden Habitatrichtlijngebieden Gebieden van het duinendecreet Ramsargebieden Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) Vlaamse of erkende natuurreservaten Bosreservaten AANPALEND: geen. AANPALEND: BE Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode op 260m. AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. GEN: geen. GENO: geen. AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

54 15/49 (deelrup 1) BE _1 Natuurinrichting Gebieden met recht van voorkoop Vlaamse en erkende natuurreservaten: geen. Natuurinrichtingsprojecten: geen. VEN-gebieden: geen. Biologische waarderingskaart (BWK) Geen faunistisch belangrijk gebied. Grotendeels biologisch minder waardevol. Smalle strook in het noorden biologisch zeer waardevol. Smalle strook in het oosten biologisch waardevol. Water Beschermingszones grondwaterwinningen Bevaarbare waterlopen AANPALEND: geen. Onbevaarbare waterlopen (klasse) Watertoets - Erosiegevoelige gebieden Watertoets - Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Niet erosiegevoelig. Matig gevoelig voor grondwaterstroming. Watertoets - Hellingenkaart Helling tot 5%. Watertoets - Infiltratiegevoelige bodems Watertoets - Overstromingsgevoelige gebieden (2012) Watertoets - Winterbedkaart Recent overstroomde gebieden (ROG) Risicozones overstromingen Infiltratiegevoelig. Niet overstromingsgevoelig. Behoort niet tot het winterbed van de grote rivier. Gebieden met recht van voorkoop Zeehavenbedrijven en Linkerscheldeoevergebied: geen. Integraal waterbeleid: geen. Waterwegen en Zeekanaal NV: geen. Landbouw Ruilverkaveling Herbevestigde Agrarische Gebieden (HAG) Gebieden met recht van voorkoop Ruilverkaveling: geen. Landschap Beschermde monumenten Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

55 16/49 (deelrup 1) BE _1 Beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten Landschapsatlas: ankerplaatsen, relictzones, lijnrelicten, puntrelicten Erfgoedlandschappen (ankerplaatsen) Waardevol niet beschermd onroerend erfgoed: bouwkundig erfgoed en wereldoorlogerfgoed Landinrichting AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. Wonen Woningbouw- en vernieuwingsgebieden Atlas van de woonuitbreidingsgebieden Gebieden met recht van voorkoop Vlaamse Wooncode: geen. Recreatie en toerisme Toeristische vergunning Verkeer Rooilijnen Voet- en buurtwegen Buurtweg nr 5, buurtweg nr 6. Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk Fietsknooppuntennetwerk Knooppunt 70 (verbinding naar knooppunten 33, 39 en 59). Gewestwegen Spoorwegen Leidingen (Hoogspanningsleidingen, gasleidingen-) Openbaar vervoer De Lijn Olie / gas / chemicaliën-leiding. AANPALEND: 8 Genk Overpelt, 11 Genk As Neeroeteren Maaseik, G8 Genk Station - Zwartberg Opglabbeek N. Kempen - Louwel. Halte Zagerijstraat op 600m. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

56 17/49 (deelrup 1) BE _1 Milieu Milieuvergunningen Bodemvervuiling Schutterij Sint-Amandus 1981/002 schietstand voor kleiduiven, buksen en andere (klasse 1, weigering op 10/09/1981) en 1977/008_B schietstand voor buksen (klasse 1, vervallen op 30/04/2000). Geen OVAM-dossiers. Industrie Seveso-inrichtingen: lagedrempelen hogedrempelinrichtingen VLAO Bedrijventerreinen AANPALEND (binnen 2km): geen. 4.2 Verdieping bij juridische tabel In het plangebied werden geen bouwvergunningen afgeleverd. Het verenigingsgebouw van de schutterij is gebouwd in Aangezien de bouw dateert van voor de inwerkingtreding van het gewestplan, wordt het verenigingsgebouw vergund geacht. Het bewijs hiervoor kan gevonden worden op een ingehuldigde herdenkingsplaat (inclusief jaartal van de bouw). Andere bewijzen omvatten foto s van de bouw van het lokaal en facturen van diezelfde bouw. Deze informatie is beschikbaar bij de gemeente. Figuur 5: ingehuldigde herdenkingsplaat bouw verenigingsgebouw 4.3 Gewestplan Kaart 2: DeelRUP 1 orthofoto gewestplan Het plangebied is integraal gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

57 18/49 (deelrup 1) BE _1 5 Bestaande feitelijke toestand De bestaande feitelijke toestand geeft de ruimtelijke structuur van het plangebied weer op het moment van de opmaak van het RUP en wordt beschreven op basis van de disciplines die ook bij de milieubeoordeling worden gehanteerd. De bestaande feitelijke toestand wordt om die reden ook wel de referentiesituatie genoemd. 5.1 Mens ruimtelijke aspecten Het plangebied wordt momenteel gebruikt door de Koninklijke schutterij Sint-Amandus. Deze vereniging houdt zich bezig met het schieten met de zware buks en de bevordering van de schuttersfolklore. Figuur 6: bestaande toestand De infrastructuur van de schutterij omvat een niet-overdekte schietstand (met schietbomen ). Het bijhorende kogelveld heeft een veiligheidszone, gelegen in het noorden, die zich tot maximaal 700m achter de schietbomen uitstrekt. Langs elke paal is er een veiligheidszone van 250m. De kogels bestrijken normaliter slechts een afstand van 400 à 500m. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

58 19/49 (deelrup 1) BE _1 Foto 1: overzicht terrein Foto 2: Ophovenstraat Voorts is binnen het plangebied het verenigingsgebouw De Kemp (met onder meer toiletten) aanwezig. De voetbalclub Bijns Boys maakt gebruik van de naastgelegen gronden. De gronden zijn in eigendom van de gemeente en de schuttersvereniging heeft hier het gebruiksrecht van. De schietvereniging verhuurt de terreinen en gebouwen voor feesten en vergaderingen. Foto 3: parking en lokaal omgeven door bomen Foto 4: entreezone gebied: bomenpartijen Foto 6: vereningsgebouw De Kemp Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

59 20/49 (deelrup 1) BE _1 Foto 5: schietbomen De schutterij is uitgerust met een parking, langsheen de Ophovenstraat. Deze is eigendom van een particulier en wordt gepacht door de schietvereniging. Langsheen diezelfde straat is een klein grotje/kapelletje gesitueerd. Beide constructies zitten elk ingekapseld in een kleine verzameling bomen. 5.2 Mens mobiliteit Categorisering van de wegenis Figuur 7: wegencategorisering, met aanduiding van deelrup1 (GRS, mobiliteitsplan) De gemeentelijke hoofdwegstructuur wordt gevormd door de Weg naar Bree/Weg naar As (N730) en de Weg naar Zwartberg/Weg naar Opoeteren. Zij hebben volgende functies: - het verwerken van een niet onbelangrijk deel regionaal verkeer, respectievelijk van noord naar zuid, en van west naar oost. - Het verzorgen van de intergemeentelijke verkeersrelaties (naar Genk en Maaseik voor wat betreft de Weg naar Zwartberg/Opoeteren, en naar Bree en As voor wat betreft de N730). Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

60 21/49 (deelrup 1) BE _1 - het verzorgen van de belangrijkste interne verkeersrelaties tussen de drie interne woonkernen. Dit geldt voor de Weg naar Zwartberg/Opoeteren volgens oostwestrichting. Het plangebied van deelrup 1 is gelegen langs de Ophovenstraat, aangeduid als lokale weg type III. Het gaat om een landelijke weg waarbij de hoofdfunctie is beperkt tot het toegang geven aan aanpalende percelen en het ontsluiten van het buitengebied voor recreatief fietsverkeer. Op lokale wegen type III primeert de verblijfsfunctie. De weg kent enkel bestemmingsverkeer. Het overige verkeer wordt geweerd Openbaar vervoer Kaart 2_deelRUP 1: openbaar vervoer en buurt- en voetwegen De dichtstbijzijnde bushalte ligt op ongeveer 600m van het plangebied: de halte Ophovenstraat op de Weg naar Zwartberg. Langs deze halte rijden de volgende lijnen: - Lijn 8: Genk Opglabbeek Overpelt via de N730 (1/u tijdens de schooluren), ook via Nieuwe Kempen - Lijn 11: Genk As Neeroeteren Maaseik (3-5/d) - Lijn G8: Genk Sation Zwartberg -Opglabbeek Kempen-Louwel (6-19 u: 2/u) Buurt- en voetwegen Kaart 2_deelRUP 1: openbaar vervoer en buurt- en voetwegen De oorspronkelijke buurtwegen zijn nr. 5 en nr. 6. Deze vormen respectievelijk de zuidelijke en noordelijke grens van het deelplangebied Fietsroutes Kaart 3_deelRUP 1: fietsroutes (functioneel en recreatief) Per provincie is een functioneel fietsroutenetwerk uitgetekend met als doel zo veel mogelijk mensen de fiets te laten nemen voor doelgerichte verplaatsingen. Het gaat om alle verplaatsingen tussen de woonplaats en het werk of school. Er is een onderscheid gemaakt tussen hoofdroutes, functionele routes en alternatieve routes. - Hoofdroutes zijn gemeentegrensoverschrijdend. Comfort (brede fietspaden) en veiligheid zijn zeer belangrijk. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

61 22/49 (deelrup 1) BE _1 - Functionele routes verbinden woonkernen en belangrijke functies. Ze zijn de kortste verbinding en lopen daardoor dikwijls langs drukke wegen (historische steenwegen die van centrum tot centrum lopen). - Alternatieve routes zijn complementair aan de functionele routes, zodat de fietser kan kiezen tussen de kortste (functionele) of de veiligste en aangenaamste (alternatieve) route. In praktijk zijn de alternatieve routes dikwijls schoolroutes. - In de omgeving van het plangebied loopt enkel de functionele route op de Weg naar Zwartberg. Naast de functionele fietsroutes, heeft de gemeente ook een recreatief fietsroutenetwerk. De recreatieve fietsroutes maken deel uit van het fietsknooppuntennetwerk Kempen en Maasland. Knooppunt 70 van het fietsknooppuntennetwerk bevindt zich bij het plangebied. Dit knooppunt sluit aan op de knooppunten 33, 39 en 59. Door het knoopuntennetwerk door de Ophovenstraat te volgen kan men aansluiten op de functionele route op de Weg naar Zwartberg. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

62 23/49 (deelrup 1) BE _1 5.3 Mens externe mensveiligheid Figuur 8: beslissingsdiagramma dienst Veiligheidsrapportage Er zijn geen SEVESO-inrichtingen gelokaliseerd in het plangebied van voorliggend deelrup. Hetzelfde geldt voor de ganse gemeente Opglabbeek en haar ruime omgeving. Verder zou men kunnen stellen dat er sprake is van een aandachtsgebied. De aantrekkingskracht van de schutterij is echter eerder beperkt: het bereiken van 200 bezoekers per dag of 1000 bezoekers op piekmomenten lijkt weinig waarschijnlijk. Er is dus op basis van het beslissingsdiagramma van de dienst veiligheidsrapportage geen nood aan een ruimtelijk veiligheidsrapport. 5.4 Water Kaart 4_deelRUP 1: watertoets Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

63 24/49 (deelrup 1) BE _ Beschrijving watersysteem Opglabbeek behoort tot: - het bekken van de Maas; - het deelbekken Noordoost-Limburg. Er zijn geen waterlopen aanwezig in het plangebied Grondwater en watertoets Het gebied is niet gelegen in beschermingszones voor grondwaterwinningen. Voorts is het plangebied niet erosiegevoelig. Wel is de site matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Het merendeel van de hellingen in het plangebied hebben een percentage tussen 0,5 en 5%. Verder zijn er ook nog een aantal plekken met een hellingsgraad kleiner dan 0,5%. Het volledige plangebied is infiltratiegevoelig, maar niet overstromingsgevoelig: het betreft dus geen risicozone voor overstromingen. Tot slot: het plangebied behoort niet tot het winterbed van een waterloop. 5.5 Bodem Binnen het plangebied komt volgens de bodemkaart van België enkel de bodemserie Zcft voor. Het betreft een matig droge zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont. 5.6 Geluid Het plangebied ligt volledig in landbouwgebied. Hierdoor is er amper sprake van geluidshinder. Bij de bevraging van de vereniging (Bijlage 2) bleek de rustige omgeving één van de grote troeven van het terrein. Het industrieterrein ten westen van het plangebied bevindt zich op ongeveer 475 meter afstand van de gebouwen. 5.7 Lucht en klimaat De concentratie PM10 overschrijdt ter hoogte van het plangebied tussen de 5.1 en de 10 keer het daggemiddelde van 50 µg/m³. De jaargemiddelde concentratie van PM10 ligt tussen 20.1 en 25 µg/m³. De jaargemiddelde concentratie van NO2 ligt tussen µg/m³. Beide concentraties blijven onder de norm van 40 µg/m³. 5.8 Fauna en Flora Kaart 5_deelRUP 1: BWK Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

64 25/49 (deelrup 1) BE _1 Het plangebied is niet gelegen in een Speciale Beschermingszone en maakt geen deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Op ongeveer 320m ten noorden van het plangebied bevindt zich het habitatrichtlijngebied Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode (BE ). Er zijn biologisch waardevolle elementen aanwezig: naaldhoutaanplant met laag struikgewas, lork en een bomenrij met dominantie van zomereik. Algemeen gaat het om een terrein met recreatie-infrastructuur (uv), dat biologisch minder waardevol is. Het gebied bevat tot slot zeer soortenarme, vaak tijdelijke en ingezaaide graslanden. 5.9 Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Het plangebied heeft vandaag een beperkte landschappelijke waarde. Het gebied bestaat uit graslanden en recreatievelden, een aantal bomenrijen en houtkanten en enkele bospercelen. Een aantal van de omliggende percelen is in gebruik als landbouwgrond. Binnen het gebied zijn volgens de landschapsatlas geen relictzones, ankerplaatsen, lijn- of puntrelicten aanwezig. Er zijn tevens geen beschermde monumenten, landschappen, stads- of dorpsgezichten aanwezig. Bouwkundig erfgoed is er eveneens niet. Het plangebied maakt deel uit van het traditioneel landschap Limburgs heide- en bosgebied. De vlakke tot golvende topografie in deze streek wordt versneden door valleien, uitgestrekte compartimenten van heide, bos, bewoning en industrie. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

65 26/49 (deelrup 1) BE _1 6 Visie, motivatie & verantwoording 6.1 Doorwerking gemeentelijke visie, concepten en randvoorwaarden in het plangebied De randvoorwaarden die worden opgelegd in het GRS, enerzijds vanuit de deelruimte (3.1.2 en 3.1.3) en anderzijds vanuit het afwegingskader voor zonevreemde recreatie (3.2) worden in de volgende paragrafen afgetoetst voor de Koninklijke Schutterij Sint-Amandus. Algemeen gaf het afwegingskader van het GRS aan dat lokale (-) ontwikkelingen op kernversterkende of aan centrumgebeuren gelinkte locaties kunnen worden bestendigd. De schutterij in het plangebied van voorliggend deelrup is werkzaam op lokaal niveau. Het aantal leden is immers beperkt tot 60, waarbij meer dan de helft afkomstig is uit de gemeente Opglabbeek. De rest komt uit naburige gemeenten. Bij bijzondere activiteiten bedraagt het toeschouwersaantal ongeveer 50. Schutterij Sint-Amandus is verder ook letterlijk (lees als: ruimtelijk) gelinkt aan het centrumgebeuren door de Ophovenstraat. Functioneel gesproken is er ook een verband: de vereniging werd opgericht in 1950 en maakt deel uit van het collectief geheugen van de gemeente. Ook andere organisaties maken bovendien gebruik van de infrastructuur. Het gebouw wordt ook ingezet als feestzaal. Kortom: de functionaliteiten van het plangebied zijn functioneel gekoppeld aan het centrumgebeuren. Inwoners van Opglabbeek gebruiken de infrastructuur als recreatieplek en/of feestzaal. Als randvoorwaarden gelden hierbij (a) de landschappelijke integratie en (b) de afstemming op de draagkracht van de omgeving. Vandaag zijn de bestaande gebouwen al geïntegreerd in het landschap. Ze zijn geconcentreerd en gebundeld ingeplant in het gebied en worden omgeven door bomenpartijen. Op die manier gaan ze op in het landschap van open kamers met omgordende groenbuffers. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

66 27/49 (deelrup 1) BE _1 Schutterij Sint-Amandus is bovendien afgestemd op de draagkracht van de omgeving. De vereniging is niet gelegen in natuurgebied, maar grenst wel aan habitatrichtlijngebied. De impact op de omgeving is echter beperkt en dit omwille van verschillende redenen. - De schuttersactiviteiten zijn gelimiteerd in tijd: de schutterij voert haar activiteiten uit op de meeste zaterdagen van april tot en met september. Bovendien vindt er één keer per jaar het Koningsschieten plaats op Hemelvaartsdag en wordt er 2 keer om de 5 jaar een Schuttersfeest gehouden. Dit komt neer op een gemiddelde van ongeveer 30 dagen per jaar dat de schietactiviteiten plaatsvinden. - Verder blijkt ook dat het aantal leden en toeschouwers zeer beperkt is en blijft. - Op vlak van mobiliteit blijft de eventuele druk ook beperkt: de schutterij heeft een eigen parking. Bovendien wordt het statuut van de ontsluitende Ophovenstraat niet gewijzigd door de bestendiging van de bestaande recreatieve activiteit. Het is en blijft een lokale weg type III, met nadruk op de verblijfsfunctie. De Ophovenstraat dient louter en alleen om de aanliggende percelen te ontsluiten. Hieraan wijzigt de bestendiging van de bestaande schutterij niets. - Het bestaande gebouw en kapelletje/grotje zijn ingeplant langsheen de Ophovenstraat, in het zuiden van het plangebied. Ze komen gebundeld met een aantal bomen voor. De open ruimte wordt dus eerder beperkt aangesneden. Ook uit de ligging in de deelruimte Schakelruimte volgen een aantal concrete perimeters. Afstemming op bestaand kleinschalig landschappelijk systeem van open kamers / groene buffers errond. Beschouwen we de huidige inplanting van de aanwezige infrastructuur in het plangebied, dan is er sprake van een zekere concentratie en bundeling, langsheen de Ophovenstraat. Zowel het verenigingsgebouw De Kemp als het aanwezige kapelletje/grotje zitten vandaag ingekapseld in een bomenpartij. Binnen het systeem van open kamers kan zachte recreatie worden ingeplant, die geen afbreuk doet aan het kleinschalig groenkarakter van het gebied. De huidige situatie omvat bomenrijen in het oosten en westen. Een blik op de luchtfoto (zie 5.1 Mens ruimtelijke aspecten) geeft aan dat het systeem van open kamers, omgord met groene buffers vandaag al aanwezig is. De kamer die het plangebied omvat, wordt ingevuld met (zachte) recreatie. Zo is het verenigingsgebouw bijvoorbeeld het vertrek- en/of eindpunt van wandelverenigingen. Dergelijke activiteiten doen geen afbreuk aan het kleinschalige groenkarakter van het gebied. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

67 28/49 (deelrup 1) BE _1 Verder vertoont de ruimere omgeving van het plangebied niet enkel de karakteristieke kamer-buffer-opbouw, maar vinden we op de site zelf ook bomenrijen en een cluster van bomengroepjes. De constructies (verenigingsgebouw en kapelletje/grotje) zijn geconcentreerd ingeplant nabij/onder deze bomenverzameling. Het kleinschalige groenkarakter is vandaag dus gegarandeerd. Netwerk van zachte verbindingen legt linken tussen verschillende recreatieve kamers + verschillende deelruimtes. Zoals gesteld vormt het gebouw De Kemp de vertrek- en aankomstlocatie voor wandelverenigingen. Bovendien is het een knooppunt in het fietsknooppuntennetwerk en wordt de as waarlangs de site is gelegen aangeduid als belangrijke zachte verbinding. Omwille van de aanwezigheid van het verenigingsgebouw vormt de site dus één van de vele knopen in een netwerk van zachte verbindingen: hetzij voor fietsers, hetzij voor wandelaars. De fietsknooppunten legt een netwerk van zachte links over de gemeente en verbinden zo de verschillende recreatieve activiteiten, (recreatieve) kamers en deelruimtes. Integrale deelruimte ingezet als groene schakelruimte tussen noordelijk en westelijk groengebied. In het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Opglabbeek wordt de integrale deelruimte Schakelruimte ingezet als groene link tussen het noordelijk en westelijk groengebied. Dit objectief is prioritair. De site die deelrup 1 bestrijkt is nu een overwegend groene plek. De bebouwing is geconcentreerd en het kogelveld is niet verhard, waardoor het karakter van de site overwegend groen en open is. Het plangebied werkt dus mee aan het concept van de groene schakelruimte en draagt bij aan het groene, verbindende karakter van de ruimere omgeving. Naast een verbinding van verschillende recreatieve activiteiten (o.a. door het meervoudig gebruik van het lokaal), van verschillende netwerken (zoals fietsers- en wandelnetwerken), vormt de schakelruimte dus ook een verbinding van het aanwezige landschap en de lokale groenstructuren. Mogelijke zonevreemde constructies of woningen moeten dan ook binnen dit kader gezien worden. Het leggen van een groene verbinding is het uitgangspunt van de schakelruimte. Binnen deze schakelruimte kunnen alle andere functies, zoals landbouw, recreatie, wonen, - perfect plaatsvinden. De groene verbinding heeft prioriteit in de deelruimte. Daarnaast geeft het GRS echter aan dat andere functies zoals landbouw, recreatie en wonen hier een plek kunnen vinden, zolang het verbindend statuut niet in het gedrang komt. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

68 29/49 (deelrup 1) BE _1 Voorgaande paragraafjes gaven reeds aan dat deze groene link wordt ondersteund door de activiteiten en de (landschappelijke) invulling van het plangebied. Bovendien wordt de naar voor geschoven mix ondersteund: de activiteiten van de schutterij vullen de omgeving van woningen en landbouw aan met een lokale vorm van recreatie. Bovenstaande redenering toont aan dat de huidige situatie reeds rekening houdt met de randvoorwaarden die het GRS oplegt. In het voorliggend deelrup wordt dan ook de bestendiging van de bestaande toestand beoogd. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

69 30/49 (deelrup 1) BE _1 6.2 Vertaling naar stedenbouwkundige voorschriften en/of verordenend grafisch plan Algemeen wordt een gedeeltelijke plancorrectie doorgevoerd: de bestemming ter hoogte van de schutterij wordt aangepast aan de huidige situatie. Op het terrein met schuttersactiviteiten wordt de bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied door middel van voorliggend deelrup dan ook omgezet naar zone voor recreatie. - Enkel de huidige recreatieve activiteiten van de schutterij zijn toegelaten. Dit omvat eveneens de schietbomen. In de voorschriften worden aantal en hoogte van deze infrastructuur vastgelegd. - Van belang is bovendien dat de bebouwing geconcentreerd is en blijft. Daarom wordt een bebouwbare zone aangeduid. Daarbuiten is het niet toegelaten om gebouwen te realiseren. - Ook de verharding wordt beperkt. Zo wordt onder meer een zone voor parkeren aangeduid. Enkel hier is het toegelaten om wagens te stallen. Om de zone zo groen mogelijk te houden, wordt ook de verharding beperkt. Deze dient uitgewerkt te worden in waterdoorlatende materialen. - Tot slot wordt ook opgenomen dat aanwezig groen zoveel als mogelijk wordt bewaard: het vellen en/of ontbossen van bomen wordt aan voorwaarden onderworpen. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

70 31/49 (deelrup 1) BE _1 7 Onderzoek tot milieueffectrapportage Dit hoofdstuk beschrijft het onderzoek naar MER voor het RUP. Doel van dit onderzoek is nagaan of het voorgenomen plan, het RUP kan worden ontheven van de opmaak van een planmer. Dit zogeheten onderzoek naar MER, kortweg screening, is conform het planmer-decreet1 dat op 1 december 2007 in werking trad. Het beschrijft de stappen die doorlopen dienen te worden om de plan-mer-plicht na te gaan. Figuur 9: Stappen in het onderzoek tot milieueffectrapportage 7.1 Stap 1: Toetsing aan het decreet DABM Dit plan beantwoordt aan de definitie van plan en programma uit het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid want er is voldaan aan de drie voorwaarden: 1. De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, in werking vanaf 1 september 2009, schrijft de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor; 2. De opsteller van het plan is een instantie, i.e. de gemeente Opglabbeek; 3. Het plan wordt vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek. Het plan valt bovendien niet onder de specifieke uitzonderingsregels en vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project. 7.2 Stap 2: is het plan van rechtswege plan-mer-plichtig? Onder de plannen en programma s die onder het toepassingsgebied van het decreet DABM vallen, onderscheidt men twee groepen van plannen en programma s die van rechtswege onderworpen zijn aan de plan-mer-plicht. 1 Decreet van 27 april 2007 houdende wijziging van titel IV van DABM en van art. 36ter decreet natuurbehoud (B.S. 20/06/2007) Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

71 32/49 (deelrup 1) BE _1 Categorie A Plannen en programma s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd: 1. Betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, 2, 1 D.A.B.M.); én 2. Een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I, II en III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten én 3. Niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. Categorie B Plannen en programma s, of de wijziging ervan, waarvoor tegelijkertijd geldt dat, 1. gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.) én 2. Ze niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging ervan inhouden. Hierna wordt bekeken of het plan van rechtswege plan-mer-plichtig is, door na te gaan of het voldoet aan alle voorwaarden voor plannen van categorie A of valt onder de plannen van categorie B Toetsing aan categorie A Heeft het plan betrekking op een van de sectoren genoemd in het decreet? Voorliggend deelplan is een (deel)rup en heeft bijgevolg betrekking op de ruimtelijke ordening. Aan deze voorwaarde is voldaan Vormt het plan een kader voor project-mer-plichtige projecten? Het voorgenomen plan is een gemeentelijk RUP voor het bestendigen van het huidige gebruik van een schutterij, inclusief schietterrein met schietbomen, lokaal en parking. Dit omvat geen ingrepen die vallen onder de categorieën bijlage I of II van het project-merbesluit van 10 december Het RUP kan mogelijks wel een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project zoals opgesomd onder rubriek 10b van bijlage III van het project-m.e.r.- Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

72 33/49 (deelrup 1) BE _1 besluit van 10 december Het plan kan met name kader vormen voor een stadsontwikkelingsproject, aangezien een beperkte parkeerzone wordt gefaciliteerd met voorliggend deelrup. Vormt het plan een kader voor project-mer-(screening)-plichtige projecten? Aan deze voorwaarde is mogelijks voldaan Betreft het plangebied een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging van een bestaand plan? Het plangebied betreft een zeer klein gebied op lokaal niveau. Ook gaat het om een kleine wijziging, aangezien men een juridische plancorrectie doorvoert om de verdere werking van de bestaande vereniging mogelijk te maken. Aan deze voorwaarde is voldaan Toetsing aan de categorie B Een tweede toetsing betreft de noodzaak tot het opstellen van een passende beoordeling conform de vigerende bepalingen van het decreet Natuurbehoud (art. 36ter 3 eerste lid). De bepalingen van de Europese plan-mer richtlijn en de omzetting hiervan in het Decreet DABM (cfr. supra), voorzien immers een koppeling van milieueffectrapportage voor plannen met de passende beoordeling (i.k.v. Habitatrichtlijn). In concreto moet nagegaan worden of het plan een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone (SBZ) kan veroorzaken. Indien blijkt dat een passende beoordeling voor het voorgenomen plan noodzakelijk is uit hoofde van art.36ter 3 eerste lid van decreet Natuurbehoud, dan is het plan van rechtswege plan-mer plichtig voor zover deze plannen of programma s niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. Op ca. 260 m ten noorden van het plangebied ligt het Habitatrichtlijngebied Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode. Gezien de activiteiten die het DeelRUP 1 beoogt, worden er geen bijkomende effecten op deze Speciale beschermingszone verwacht. Wel is het zo dat de veiligheidszone van de schietactiviteiten (700m diep) deels het habitatrichtlijngebied overlapt en dit over een diepte van om en bij de 300m. De schutterij schiet met eigen kogels en kan daardoor de hoeveelheid kruit zelf bepalen: kogels gaan daarom maar 400 à 500m ver. De extra diepte is vereist voor de veiligheid. Op dagen met veel wind is het wel mogelijk dat de kogels verder geraken. Indien de schutterij gebruik maakt van een kogelvanger, zouden er echter geen kogels terecht komen in het habitatrichtlijngebied. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

73 34/49 (deelrup 1) BE _1 Op basis van voorgaande elementen kan worden gesteld dat er voor het deelrup1 geen passende beoordeling vereist is uit hoofde van artikel 36ter van het decreet voor natuurbehoud. Een voortoets zal voor voorliggend deelrup worden opgemaakt Conclusie over de plan-mer-plicht van rechtswege Een toetsing aan de drie voorwaarden van categorie A heeft aangetoond dat het voorgenomen plan niet aan de drie voorwaarden voor plan-mer-plicht voldoet. Bovendien moet geen passende beoordeling worden opgemaakt. Het plan is bijgevolg niet plan-merplichtig van rechtswege. - Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het project-m.e.r.-besluit van 10 december Het RUP kan een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage III van het project-m.e.r.-besluit 10 december Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau en omvat een kleine wijziging. - Bijgevolg is voorliggend RUP screeningsgerechtigd. Er kan dus overgegaan worden tot een screening om na te gaan of het plan belangrijke milieueffecten kan veroorzaken en zo alsnog plan-mer-plichtig is. 7.3 Stap 3: Veroorzaakt het plan belangrijke milieueffecten? Voor plannen die het kader vormen voor een vergunning, maar niet vallen onder de plannen die van rechtswege plan-mer-plichtig zijn, moet een onderzoek uitgevoerd worden naar het mogelijke voorkomen van aanzienlijke milieueffecten, i.e. een screening. Indien uit dit onderzoek als besluit volgt dat aanzienlijke negatieve effecten kunnen optreden, moet de initiatiefnemer alsnog een plan-mer laten opstellen. Dit onderzoek gebeurt aan de hand van een bespreking van de mogelijk relevante effecten, cfr. de gebruikelijke mer-praktijk. De beoordeling van de milieueffecten ten gevolge van het deelrup gebeurt vooreerst t.o.v. de huidige situatie. Dit is de referentiesituatie. De referentiesituatie van het deelrup 1 werd besproken onder paragraaf 5 Bestaande feitelijke toestand. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

74 35/49 (deelrup 1) BE _1 Een tweede bespreking evalueert de milieueffecten t.g.v. de autonome ontwikkeling. Dit is de ontwikkeling met de uitvoering van de geldende gewestplanbestemming. Het plangebied is momenteel bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De schutterij zou bijgevolg kunnen verdwijnen i.f.v. deze bestemming Mens ruimtelijke aspecten Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Indien het deelrup van kracht gaat, zijn de activiteiten van de schutterij niet langer zonevreemd. De vereniging krijgt hierdoor bestaanszekerheid. De huidige activiteiten kunnen verder gezet worden. Het deelrup heeft bijgevolg een positief effect ten aanzien van recreatie. De kwalitatieve invulling van het recreatiegebied (schutterij) is van wezenlijk belang. Verrommeling van het landschap dient tegengegaan te worden. Met uitzondering van de voor de sportbeoefening noodzakelijke infrastructuurelementen (o.a. schietbomen) dient alle infrastructuur binnen de zone voor bebouwing verzameld te worden. Zo legt het deelrup op dat bebouwing binnen het plangebied gebundeld dient te worden om zo een eindpunt te vormen van het bestaande woonlint langs de Ophovenstraat. Het verenigingsgebouw bevindt zich binnen deze zone. Ten noorden van het plangebied strekt zich het kogelveld uit 2. Dit is een veiligheidszone. Het gebruik van de akker ten noorden van het plangebied als kogelveld dient overeengekomen te worden met eigenaar en gebruiker van dit perceel. Afspraken worden echter normaliter ingeschreven in de exploitatievoorwaarden bij het verlenen van de milieuvergunning. Het normale landbouwgebruik kan er verder blijven doorgaan. Het bewerken van het land kan vanuit veiligheidsoverwegingen echter niet wanneer er geschoten wordt. Gezien de mogelijke (dodelijke) gevolgen van het betreden van het kogelveld, zijn er verbodsborden geplaatst. Kogels vallen voornamelijk op één plaats in de achterliggende akkers. Deze worden daar ook verzameld, hetgeen het effect op de aanwezige landbouwactiviteiten zoveel als mogelijk verminderd. Twee keer per jaar worden de kogels opgeraapt: het hele kogelveld wordt afgelopen met metaaldetectoren. Indien een kogelvanger zou worden gebruikt, wordt vermeden dat kogels in omgeving en bodem terechtkomen. Het gebruik van een kogelvanger beperkt de onveilige zone op de schietinrichting tot een gebied onder de schietboom. Wanneer de schutterij een kogelvanger zou gaan gebruiken, zou hier wekelijks gebruik van gemaakt worden. Enkel 2 Het kogelveld is een veiligheidszone met een diepte van 700 meter in functie van de projectielen. Het kogelveld is niet in het deelrup opgenomen maar zal eventueel later nog met een milieuvergunning bestendigd worden. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

75 36/49 (deelrup 1) BE _1 bij het Koningschieten (1x per jaar) en het schuttersfeest (2x per 5 jaar) zouden de schietbomen nog worden gebruikt Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Bij een autonome ontwikkeling zou de schutterij verdwijnen en zou het terrein net als de omliggende gronden een (extensief) landbouwgebruik kennen. Aangezien er momenteel geen landbouwactiviteiten plaatsvinden binnen het plangebied en de landbouwactiviteiten ter hoogte van het kogelveld mogelijk blijven, impliceert de herbestemming geen verlies aan actieve landbouw. Het gebruik van de akker ten noorden van het plangebied als kogelveld dient vandaag al overeengekomen te worden met de eigenaar en gebruiker van het perceel. De schutterij heeft immers binnen het kader van de exploitatievergunning toestemming nodig van de eigenaars, huurders of openbare besturen, onder wier bevoegdheid een openbare weg, een waterloop of een om t even welke inrichting (&) vallen., zo stelt de milieuvergunning. Deze is weliswaar in 2000 vervallen, maar dezelfde voorwaarden zullen ingeschreven zijn in de komende milieuvergunning Milderende maatregelen Niet vereist Conclusie Het deelrup leidt tot positieve effecten ten aanzien van recreatie Mens mobiliteit Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie De bestendiging van de huidige schietactiviteiten en het mogelijk maken om betere infrastructuur te voorzien leidt mogelijks tot meer recreanten. De toename zal echter beperkt zijn. De verkeersleefbaarheid van de Ophovenstraat zal niet wijzigen. Door goede afspraken te maken met leden én bezoekers van de schutterijvereniging wordt vermeden dat in de Ophovenstraat zelf geparkeerd wordt, zoals dat in het verleden gebeurde. In het zuiden van het plangebied wordt parkeerruimte voorzien. Deze parkeerplaatsen zullen voldoen aan de behoefte op gemiddelde dagen. Bij grotere evenementen, die enkele malen per jaar doorgaan, zal het grasveld aan de overzijde van de Ophovenstraat dienst doen als tijdelijke parking. Deze werd in het verleden voor hetzelfde doeleinde gebruikt. Het tijdelijk gebruik van het grasveld ten zuiden van het plangebied als parking dient overeengekomen te worden met eigenaar en gebruiker van dit perceel. Het ruimtebeslag dient vergoed te worden Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

76 37/49 (deelrup 1) BE _1 Het recreatief gebruik van het plangebied brengt een grotere verkeersstroom teweeg dan de landbouwactiviteiten bij de autonome ontwikkeling. Het aantal verkeersbewegingen is echter niet zo groot dat deze overlast veroorzaakt Milderende maatregelen Niet vereist Conclusie Het deelrup leidt niet tot significant negatieve effecten voor de mobiliteit Mens - externe veiligheid Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Met de realisatie van het deelrup wordt het voortbestaan van de recreatiemogelijkheden ter hoogte van de schutterijvereniging verzekerd. Noch binnen het plangebied, noch binnen een straal van 2 km rond het plangebied zijn Seveso-bedrijven gelegen. Er zijn bovendien geen aandachtsgebieden. Er worden dus geen negatieve effecten op de externe mensveiligheid verwacht Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Door de afwezigheid van enerzijds industriële activiteiten (inclusief Seveso-bedrijven) en anderzijds aandachtsgebieden in het plangebied en haar omgeving, leidt het deelrup niet tot een wijziging in het effect op externe mensveiligheid ten opzichte van het autonoom scenario Milderende maatregelen Er dienen geen milderende maatregelen genomen te worden ten aanzien van externe mensveiligheid Conclusie Het deelrup veroorzaakt geen effecten op de externe mensveiligheid Water Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie In het deelrup wordt een zone voor bebouwing afgebakend. Het bestaande verenigingsgebouw wordt behouden en krijgt beperkte uitbreidingsmogelijkheden. De bebouwde oppervlakte zal echter niet significant groter worden dan in de huidige toestand. Voor de aanleg van een nieuwe parking wordt in het deelrup opgelegd dat de verharding aangelegd moet worden in waterdoorlatende materialen. Op die manier kan hemelwater alsnog in de bodem infiltreren. Nieuwe gebouwen en verhardingen dienen minstens te voldoen aan de gewestelijke hemelwaterverordening. Hemelwater afkomstig van de dakoppervlakten kan hergebruikt worden of kan geïnfiltreerd of gebufferd worden. Indien deze regelgeving van de Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

77 38/49 (deelrup 1) BE _1 gewestelijke hemelwaterverordening wordt gevolgd, zullen geen aanzienlijke effecten optreden. Het afvalwater van het plangebied is afkomstig van de sanitaire voorzieningen. Het afvalwater is aangesloten op de riolering. De bodems binnen het plangebied zijn matig gevoelig voor grondwaterstromingen. Ondergrondse constructies zullen binnen het plangebied beperkt zijn (geen woon- of leefvertrekken). Er worden bijgevolg geen significante effecten op de grondwaterstroming verwacht. Algemeen worden volgende maatregelen inzake oppervlakte- en grondwater genomen: - hergebruik van hemelwater voorzien (bv. sanitaire voorzieningen, besproeiing beplantingen, -). - Eventueel bijkomende maatregelen nemen voor infiltratie en buffering van hemelwater bij het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning (bv. infiltratiezones, aanleg van groendaken, waterdoorlatende verhardingen, -). Dit moet blijken uit de watertoets op projectniveau. - Voor de verhardingen dient zo veel mogelijk gekozen te worden voor waterdoorlatende materialen. Hierdoor zal infiltratie van het hemelwater in de bodem mogelijk blijven Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Het verschil met de autonome ontwikkeling is beperkt voor het aspect water. In een autonome ontwikkeling kunnen er in principe verhardingen gerealiseerd worden in functie van landbouw (bv. stallen) in het ganse plangebied. Landbouwactiviteiten hebben ook een bijkomend effect op het grondwater door het gebruik van meststoffen en pesticiden. Deze effecten treden niet op in het deelrup. Het deelrup legt verder een maximaal percentage aan bebouwde oppervlakte vastgelegd. Hierdoor worden meer garanties gegevens voor het behoud van infiltratiemogelijkheden Milderende maatregelen Niet vereist Conclusie Er worden geen significante negatieve effecten op water verwacht ten gevolge van de realisatie van het RUP, indien de gewestelijke hemelwaterverordening gevolgd wordt Bodem Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Bij de realisatie van het deelrup zullen er voor de aanleg van een nieuwe parking en de eventuele bouw van nieuwe gebouwen grondwerken plaatsvinden. Deze werken gaan gepaard met (oppervlakkige) uitgravingen van het bodemprofiel. Er worden echter geen Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

78 39/49 (deelrup 1) BE _1 significant negatieve effecten op de bodem verwacht aangezien de bodems in het plangebied geen wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde hebben. Een loodverontreiniging van de bodem is in theorie mogelijk, aangezien de schutterij werkt met loden kogels en vandaag de dag geen kogelvangers gebruikt. Wel vallen de kogels vaak op één plaats in de achterliggende akkers. De kogels worden zo goed als mogelijk terug verzameld. Het plaatsen van een kogelvanger zou dit risico kunnen inperken: aldus provincie Limburg is het de best beschikbare techniek om loodverontreiniging tegen te gaan. De toepassing van het bodemsaneringsdecreet en VLAREBO zorgen er tot slot voldoende dat er geen bodemverontreiniging ontstaat of verspreid wordt Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Ook bij de autonome ontwikkeling is een oppervlakkige verstoring van het bodemprofiel mogelijk ten gevolge van ploegen of de bouw van landbouwgebouwen. Het effect is bijgevolg vergelijkbaar met het deelrup Milderende maatregelen Niet vereist Conclusie Indien bij de realisatie van het deelrup de bepalingen van het bodemsaneringsdecreet en VLAREBO gevolgd worden, treden er geen negatieve effecten ten aanzien van de bodem op Geluid Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Met de inrichting van het plangebied in functie van recreatie zal de sterkste geluidsproductie veroorzaakt worden door het verkeer en de grotere evenementen zoals schuttersfeesten. Daarnaast veroorzaakt het schieten zelf ook geluid. De activiteiten van de schutterij vinden momenteel ook al plaats en worden door omwonenden niet als hinderlijk ervaren. - Bovendien vinden de activiteiten van de schutterij enkel plaats in de periode tussen april en september. Dan zijn er wekelijks oefenstonden van 18u tot 21u. - Verder wordt er 2 keer per 5 jaar op zondag geschoten. Het betreft enerzijds het schuttersfeest van Schutterij Sint Amandus en anderzijds deze van de schutterij van Louwel. De activiteiten starten dan om 13u (inclusief een stoet, optreden, e.d.). Het schieten zelf vindt plaats tussen 16u en het tijdstip van zonsondergang (ten laatste om 22u). - Tot slot is er nog een jaarlijks evenement op Hemelvaart: er wordt dan van 14u tot 18 à 19u geschoten. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

79 40/49 (deelrup 1) BE _1 De uren dat er schietactiviteiten zijn, zijn nu dus al beperkt. Door deze beperking in te schrijven in het RUP wordt gegarandeerd dat er na een bepaald uur geen lawaai meer is van de schuttersactiviteiten. Opmerking: dit wordt nu al ingeperkt door de gemeentelijke politieverordening ter beteugeling van overlast. Hierin wordt onder meer in verband met geluidsoverlast een regeling getroffen voor het gebruik van wapens. Ook de feesten en jeugdkampen veroorzaken geen significante geluidshinder voor de omwonenden. Er wordt niet verwacht dat dit zal wijzigen in de toekomst Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen In vergelijking met het deelrup zal er bij de autonome ontwikkeling minder geluidsproductie zijn omdat de percelen dan een (extensief) landbouwgebruik zouden kennen. Toch zal ook hier geluid geproduceerd worden bij het bewerken van het veld. Aangezien er geen significante geluidshinder wordt verwacht door de activiteiten die het deelrup bestendigt, is het verschil tussen het deelrup en de autonome ontwikkeling aanvaardbaar Milderende maatregelen Niet vereist Conclusie Er is geen significante geluidshinder te verwachten ten gevolge van de realisatie van het deelrup. Er kunnen wel enkele milderende maatregelen opgelegd worden Lucht en klimaat Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Mogelijke emissies binnen het plangebied na de realisatie van het deelrup zijn afkomstig van gebouwenverwarming. Volgens het deelrup blijft de bebouwing echter beperkt tot het gebouw ter ondersteuning van de recreatie. Dit gebouw wordt niet permanent bewoond en heeft bijgevolg geen hoge emissiewaarden. De bestendiging van de huidige schietactiviteiten en het mogelijk maken om betere infrastructuur te voorzien leidt mogelijks tot een groter aantal voertuigbewegingen van en naar het plangebied. Dit verkeer brengt een uitstoot aan verontreinigende stoffen met zich mee. De toename van het verkeer wordt echter zeer beperkt geacht. Met de verbetering van voertuigtechnologie (schonere brandstoffen, efficiëntere motoren) kan tevens aangenomen worden dat de toekomstige uitstoot afkomstig van het verkeer beperkter zal zijn Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen In het geval van een autonome ontwikkeling zullen de landbouwactiviteiten een belangrijke bron van stikstof zijn in de atmosfeer. Dit effect treedt minder op ten gevolge van het deelrup, waarbij de emissies hoofdzakelijk afkomstig zijn van het verkeer. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

80 41/49 (deelrup 1) BE _ Milderende maatregelen Er dienen geen milderende maatregelen voorzien te worden Conclusie Er wordt geen significante afname van de luchtkwaliteit ter hoogte van het plangebied verwacht Fauna en flora Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie In het plangebied zijn geen biologisch waardevolle elementen aanwezig. In het deelrup wordt de bomengroep in het oosten aangeduid als te behouden. De veiligheidszone van het kogelveld (700m achter de schietbomen) ligt echter wel voor een groot deel (ongeveer 350m) in het habitatrichtlijngebied. Theoretisch gezien is het gevaarlijk in het kogelveld: kogels vallen van m hoogte. Toch is er in het verleden nooit een dier gedood. Dit is vermoedelijk te wijten aan het geluid van de geweren, dat de dieren afschrikt. Gevallen kogels worden bovendien opgeruimd. Moest men een kogelvanger plaatsen, dan zou de veiligheidszone beperkt blijven tot een gebied rond de schietboom. De kogels zouden dan ook niet ver van de schietinfrastructuur vallen: het habitatrichtlijngebied zou gevrijwaard blijven van kogels. Ten gevolge van de schuttersactiviteiten kan er daarenboven licht- en geluidsverstoring optreden. De aanwezige soorten zijn echter reeds aangepast aan deze verstoring. Bovendien zijn er voldoende uitwijkmogelijkheden in de omgeving aanwezig. De schietbezigheden moeten (en zijn) beperkt in tijd, waardoor de impact op fauna en flora wordt afgeremd. Het plaatsen van een kogelvanger is sterk aangewezen: het gebied waar de kogels vallen wordt dan immers beperkt tot de zone onder de schietbomen. Het deelrup legt op dat bij het aanplanten van bomen en struiken binnen het plangebied gewerkt dient te worden met streekeigen en standplaats geschikte soorten. Een eventuele inpassing in het landschap door een bomenrij te implementeren aan de rand van het betreffende perceel, is niet aanvaardbaar. De schutterij zou dan immers niet de vereiste veiligheidsafstand van het kogelveld kunnen garanderen. Het landschappelijk afschermen van de schutterij ten opzichte van het noordelijk gelegen Habitatrichtlijngebied is dus in strijd met het bestendigen van de vandaag aanwezige schutterij Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Zowel in de autonome ontwikkeling als bij de doorvertaling van het deelrup is het effect op fauna en flora op vlak van licht- en geluidsverstoring vergelijkbaar: deze kan immers optreden. Het vallen van kogels is uiteraard niet mogelijk in de autonome ontwikkeling. Er is dus sprake van een verschil tussen de autonome ontwikkeling en het deelrup. Dit verschil is Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

81 42/49 (deelrup 1) BE _1 echter niet significant: de huidige situatie geeft aan dat de impact of de fauna beperkt blijft. Bovendien worden minimale maatregelen getroffen, zoals bvb. het verzamelen van de kogels Milderende maatregelen Het plaatsen van een kogelvanger wordt als een aanbeveling opgenomen vanuit de voortoets passende beoordeling, het betreft echter geen bindende milderende maatregel die noodzakelijk is om tot een niet-significant negatief effect te komen. Een kogelvanger zorgt namelijk voor een bijkomende geluidsverstoring, waarmee eveneens dient rekening te worden gehouden. Bij het bepalen van de verlichting dient strooilicht te worden voorkomen. Als niet bindende milderende maatregel wordt gevraagd om alle armaturen zo te plaatsen dat deze onder een hoek van 90 naar beneden gericht zijn Conclusie Er wordt geen significante effecten ten aanzien van fauna en flora verwacht Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Het deelrup beoogt een kwaliteitsvolle invulling van het plangebied dat momenteel gebruikt wordt voor recreatie. De bebouwing zal in het deelrup gebundeld worden in een duidelijk afgebakende zone langs de Ophovenstraat. De bebouwing wordt voorts optimaal landschappelijk geïntegreerd. Op die manier tracht het deelrup om verrommeling van het landschap tegen te gaan. Met de bestendiging van de activiteiten, kan de schutterij in beperkte mate uitbreiden. Zo wenst de schutterij om 1à 2 extra schietbomen met kogelvanger te plaatsen. Momenteel zijn er al schietbomen aanwezig. Gezien de beperkte hoogte van de schietbomen, zorgen deze niet voor een significante visuele verstoring. De bijkomende schietbomen hebben eveneens geen significant effect op het landschap. Bij graafwerken dient een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd te worden, om verlies van eventueel aanwezig archeologisch materiaal te vermijden Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Zowel in het deelrup als bij de autonome ontwikkeling kunnen er gebouwen opgericht worden. In het deelrup wordt de bebouwing echter beperkt en gebundeld langs de straat. Bovendien dient de bomengroep in het oosten behouden te blijven. Dit zijn positieve effecten ten aanzien van het landschap die niet gegarandeerd worden bij de autonome ontwikkeling Milderende maatregelen Niet vereist. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

82 43/49 (deelrup 1) BE _ Conclusie Vandaag zijn de bestaande constructies (verenigingsgebouw en grotje/kapelletje) reeds geconcentreerd en ingekapseld in bestaande boomverzamelingen. Er worden geen significant negatieve effecten op het landschap verwacht. 7.4 Grensoverschrijdende effecten Het plangebied is volledig op Vlaams grondgebied gelegen en bevindt zich op ca. 12 km van de dichtste grens met Nederland. Gezien de aard, context en omvang van het plan, kan worden gesteld dat in onderhavig geval het voorgenomen plan geen aanzienlijke (gewest)grensoverschrijdende milieueffecten kan hebben. 7.5 Conclusie Voorgaande effectbespreking heeft aangetoond dat de effecten die zich op de diverse milieuaspecten voordoen beperkt te noemen zijn. Bijgevolg kan worden geconcludeerd dat het deelrup1 niet plan-mer-plichtig is. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

83 44/49 (deelrup 1) BE _1 8 Ruimtebalans Gewestplan RUP Landschappelijk waardevol agrarisch gebied m² 0m² Recreatiegebied 0m² m² Totaal m² m² 9 Op te heffen voorschriften 9.1 Op te heffen gewestplanvoorschriften Bij de inwerkingtreding van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Zonevreemde recreatie deelrup 1 worden voorschriften van de bestemmingen van het gewestplan Hasselt Genk (KB 03/04/1979) opgeheven. Binnen de begrenzing van het RUP Zonevreemde recreatie deelrup 1 worden volgende bestemmingen opgeheven: agrarisch gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied. 10 Planbaten en Planschaden Aan het RUP wordt een register bijgevoegd waarin een overzicht wordt gegeven van alle zones waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot - een planschadevergoeding (cfr VCRO art ), - een planbatenheffing (cfr VCRO art ), - een bestemmingswijzigingscompensatie (cfr DGPB art ) of - compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften (cfr DGPB art ). Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

84 45/49 (deelrup 1) BE _1 BIJLAGEN Bijlage 1: informatieve kaarten Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

85 46/49 (deelrup 1) BE _1 Bijlage 2: enquêtering gemeente Koninklijke Schutterij Sint-Amandus IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam vereniging Koninklijke Schutterij Sint-Amandus vzw Activiteit schieten met de zware buks; bevordering van het schutterswezen en de schuttersfolklore Aantal leden +/- 60 Gebruiksfrequentie 100 dagen per jaar Opgericht opgericht in 1950 SITUERING BINNEN DE GEMEENTE Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

86 47/49 (deelrup 1) BE _1 BEOORDELING INFRASTRUCTUUR Voorkomen Het verenigingsgebouw is opgetrokken uit steen. Behalve het verenigingsgebouw zijn er ook enkele bergruimten die opgetrokken zijn uit betonplaten. Recent werd er bijkomend geïnvesteerd in regenafvoer en brandveiligheid. Gebruik Behalve het gewone gebruik door de vereniging wordt het gebouw en de terreinen verhuurd voor feesten, kampen en weekends. Voorzieningen Als voorzieningen zijn aanwezig: elektriciteit, water, verwarming, sanitair, bergruimte en keuken. ADMINISTRATIEVE TOESTAND Eigendom De vereniging heeft zelf de gebouwen in eigendom. De gronden zijn eigendom van de gemeente Opglabbeek. SOCIAAL-FUNCTIONEEL PROFIEL Meer dan de helft van de leden zijn afkomstig van binnen de gemeente. Ongeveer 40% van de leden is afkomstig uit de aanliggende gemeenten. Bijzondere activiteiten tellen ongeveer 50 toeschouwers. MOBILITEITS- EN BEREIKBAARHEIDSPROFIEL Ruim 90% van zowel de leden als de toeschouwers komt met de wagen. Het naastliggende terrein dat dienst doet als parking wordt gepacht van een particuliere eigenaar. ONTWIKKELINGSWENSEN De vereniging is zeer tevreden over de huidige locatie. De wens bestaat om in de nabije toekomst een extra terrein te kunnen voorzien als kogelveld (veiligheidszone). Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

87 48/49 (deelrup 1) BE _1 Bijlage 3: beslissing dienst MER Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP1_i.docx

88 Kantoren ARCADIS Belgium nv Antwerpen-Berchem Posthofbrug 12 (City Link) B-2600 Antwerpen-Berchem T F Gent Kortrijksesteenweg 302 B-9000 Gent Hasselt Eurostraat 1 bus 1 B-3500 Hasselt Luik Rue des Guillemins 26, 2 e verd. B-4000 Luik Charleroi 119, Avenue de Philippeville B-6001 Charleroi Bruxelles Rue Royale 80 B-1000 Bruxelles Iso gecertificeerd voor Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, infrastructuur, milieu en ruimtelijke ordening

89 BE _2 Integrale toelichtings- en screeningnota DEELRUP 2 ZONEVREEMDE RECREATIE Gemeente Opglabbeek BE versie C 09/2016

90 BE _2 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ZONEVREEMDE RECREATIE Provincie Limburg Gemeente Opglabbeek Dit plan werd opgesteld door één of meerdere erkende Ruimtelijk Planners: Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek in zitting van. De gemeentesecretaris De voorzitter gemeenteraad Het college van burgemeester en schepenen van Opglabbeek bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek werd neergelegd gedurende het openbaar onderzoek van. tot. De gemeentesecretaris De burgemeester Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek in zitting van. De gemeentesecretaris De voorzitter gemeenteraad

91 3/46 (deelrup 2) BE _2 INHOUDSOPGAVE DEELRUP 2 TOELICHTINGSNOTA DEELRUP Situering en probleemstelling Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Opglabbeek Deelruimte IV Lineair gestructureerde deelruimte Beschrijving lineair gestructureerde deelruimte Visie, concepten en ontwikkelingsperspectieven lineair gestructureerde deelruimte Behandeling SK Nieuwe Kempen volgens afwegingskader Bestaande juridische toestand Juridische tabel Verdieping bij juridische tabel Gewestplan Bestaande feitelijke toestand Mens ruimtelijke aspecten Mens - mobiliteit Categorisering van de wegenis Openbaar vervoer, buurt- en voetwegen, fietsroutes Mens externe mensveiligheid Water Watersysteem Grondwater en watertoets Bodem Geluid Lucht en klimaat Fauna en Flora Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Visie, motivatie & verantwoording Doorwerking gemeentelijke visie, concepten en randvoorwaarden in het plangebied Vertaling naar stedenbouwkundige voorschriften en/of verordenend grafisch plan Onderzoek tot milieueffectrapportage Stap 1: Toetsing aan het decreet DABM Stap 2: is het plan van rechtswege plan-mer-plichtig? Toetsing aan categorie A Toetsing aan de categorie B Conclusie over de plan-mer-plicht van rechtswege Stap 3: Veroorzaakt het plan belangrijke milieueffecten? Mens ruimtelijke aspecten Mens mobiliteit Mens - externe veiligheid \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

92 4/46 (deelrup 2) BE _ Water Bodem Geluid Lucht en klimaat Fauna en flora Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Grensoverschrijdende effecten Conclusie Ruimtebalans Op te heffen voorschriften Planbaten en Planschaden BIJLAGEN SK Nieuwe Kempen (deelplan 2) LIJST DER FIGUREN Figuur 1: gewestelijke ruimtelijke visie - deelruimte Hoge Kempen, zoom deelrup Figuur 2: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte IV lineair gestructureerde deelruimte... 9 Figuur 3: gewenste nederzettingsstructuur Nieuwe Kempen ( deelrup 2) Figuur 4: bestaande toestand Figuur 5: wegencategorisering, met aanduiding van deelrup2 (GRS, mobiliteitsplan).. 20 Figuur 6: beslissingsdiagramma dienst Veiligheidsrapportage Figuur 7: Stappen in het onderzoek tot milieueffectrapportage LIJST DER KAARTEN Kaart 1_deelRUP2: orthofoto gewestplan... 6 Kaart 2_deelRUP 2: wonen - bedrijventerreinen Kaart 3_deelRUP 2: openbaar vervoer en buurt- en voetwegen Kaart 4_deelRUP 2: watertoets Kaart 5_deelRUP 2: BWK \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

93 5/46 (deelrup 2) BE _2 LIJST DER FOTO S Foto 1: wedstrijdveld, zicht vanuit het NW Foto 2: oefenveld van de senioren Foto 3: oefenveld van de senioren Foto 4: zicht van clubhuis naar Resedastraat Foto 5: tribune Foto 6: clubhuis (links) met tribune (rechts) Foto 7: toegang tot terrein Foto 8: Resedastraat LIJST DER BIJLAGEN Bijlage 1: informatieve kaarten Bijlage 2: enquêtering gemeente Bijlage 3: beslissing dienst MER \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

94 6/46 (deelrup 2) BE _2 TOELICHTINGSNOTA DEELRUP 2 1 Situering en probleemstelling Kaart 1_deelRUP2: orthofoto gewestplan Het plangebied van deelrup 2 ligt in het westen van de gemeente Opglabbeek. In het oosten wordt het begrensd door de Resedastraat, meteen ook de hoofdontsluitingsas. Deze straat vormt de grens tussen het plangebied en de woonwijk Nieuwe Kempen. Ten westen van het terrein ligt agrarisch gebied. Ten zuiden van het plangebied loopt de Weg naar Zwartberg, een lokale weg type I. De noordelijke grens, tot slot, wordt gevormd door het industrieterrein van de gemeente. De voetbalclub SK Nieuwe Kempen had op deze locatie haar terreinen en lokalen. Het laatste decennium deed de club heel wat inspanningen voor de inrichting van hun infrastructuur (clubgebouw, tribune en bijgebouwen). De voetbalclub was zonevreemd, gezien de terreinen gelegen zijn in agrarisch gebied (noorden) en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut (zuiden), volgens het gewestplan. Gemeente Opglabbeek wenst de site echter wel als recreatieve zone te bestendigen. Zo zal een voetbalschool gebruik maken van de bestaande voetbalinfrastructuur. Bovendien zijn er verschillende informele terreintjes verspreid doorheen de gemeente: Opglabbeek wenst deze te verzamelen binnen het plangebied van het voorliggend deelrup. Verder zijn er gesprekken aan de gang met de lokale hondenclub, kan de optie van een petanquebaan open gehouden en is er ook een vraag geweest om een bmx-parcours te realiseren. Er zijn dus verscheidene recreatieve mogelijkheden voor het terrein. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

95 7/46 (deelrup 2) BE _2 2 Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2008 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Limburgse Kempen en Maasland. Op 12 december 2008 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed. Gemeente Opglabbeek valt binnen deelruimte II Hoge Kempen van de regio Limburgse Kempen en Maasland. De Hoge Kempen, gelegen op het hoogste deel van het Kempens Plateau, omvat de twee grote natuur- en boscomplexen Park Midden-Limburg en Park Hoge Kempen met tussenliggend stedelijk gebied van Genk en het open ruimte gebied van de Bosbeekvallei. De visie op de Hoge Kempen omvat het behouden, herstellen en ontwikkelen van onderlinge natuurverbindingen en unieke hydrologische relaties. Toerisme een belangrijke nevenfunctie die binnen het ecologische en landschappelijke kader verder kan ontwikkeld worden. Het plangebied van deelrup 2 hoort bij de woonkern wijk Nieuwe Kempen, volgens de aanduiding van de Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos voor de regio Limburgse Kempen en Maasland. Het maakt geen deel uit van een grotere structuur, maar is wel gesitueerd tussen de zones met aanduiding 19.3, 24.1 en 30.4, respectievelijk Ophovenerbos Kruisberg, Land- en tuinbouwgebied Nieuwe Kempen en Moorsberg-Heiderbos. Samen met woonwijk Nieuwe-Kempen wordt het gebied in het westen omgeven door de lobben van het Land- en tuinbouwgebied Nieuwe Kempen. Hier moeten gebieden worden gevrijwaarden voor de land-en tuinbouw, aldus de Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos. Bovendien dienen deze activiteiten verweven te worden met patronen van verspreide bosfragmenten. Vooral de overgangen dienen aandacht te krijgen (met hagen, bomenrijen en kleine bosperceeltjes). \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

96 8/46 (deelrup 2) BE _2 In het zuiden van de woonkern Nieuwe Kempen is de zone met aanduiding Moorsberg Heiderbos gesitueerd. Deze aanduiding maakt deel uit van de gebieden waarin waardevolle landschappen en erfgoedwaarden moeten worden gevrijwaard en versterkt, aldus de Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos. Ophovenerbos Kruisberg vormt tot slot de noordelijke grens van de kern Nieuwe Kempen. Hier geldt voornamelijk dat ecologisch waardevolle complexen van bossen, heiden, landduinen en vennen moeten worden behouden en versterkt. Figuur 1: gewestelijke ruimtelijke visie - deelruimte Hoge Kempen, zoom deelrup 2 \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

97 9/46 (deelrup 2) BE _2 3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Opglabbeek 3.1 Deelruimte IV Lineair gestructureerde deelruimte De deelruimte IV Lineair gestructureerde deelruimte wordt besproken omdat het plangebied van deelrup 2 hierbinnen gesitueerd is. Het plangebied ligt op het grensvlak tussen de subdeelruimtes IV.B wijken, en IV.D agrarisch gebied. Figuur 2: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte IV lineair gestructureerde deelruimte Beschrijving lineair gestructureerde deelruimte Het gaat om een deelruimte met een aantal zeer uiteenlopende functies, waaronder woonwijken, groenstructuren, industrie en landbouw. De woonwijken (IV.B) bestaan uit enerzijds Nieuwe Kempen en anderzijds Dennenweelde. Het betreft duidelijk afgebakende woonzones, waarbinnen de Resedastraat kan beschouwd worden als één van de voornaamste woonstraten. Ze geeft immers toegang aan de wijk Nieuwe Kempen en aan openbare voorzieningen, zoals de sportzone. De meest markante open ruimte in deze deelruimte situeert zich in het oosten, ter hoogte van de sportzone. Deze wordt begrensd door een brede strook privé-groen. Ook binnen de woonwijken zijn er tot slot open ruimtes voorzien. In de wijk Nieuwe Kempen worden deze ingevuld met sportvelden. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

98 10/46 (deelrup 2) BE _2 Ook de tussenliggende agrarische zone (IV.D) vormt een subdeelruimte. Het is een restzone die is ingekapseld tussen de industriezone en de wijk Nieuwe Kempen. De ontwikkelingsmogelijkheden (hetzij vanuit de woonwijk, hetzij vanuit de industriezone) wordt gezien als een kwaliteit van de deelruimte Visie, concepten en ontwikkelingsperspectieven lineair gestructureerde deelruimte Figuur 3: gewenste nederzettingsstructuur Nieuwe Kempen ( deelrup 2) Beschouwen we de woonwijk Nieuwe Kempen, dan kan algemeen gesteld worden dat deze intern niet verder versterkt en ontwikkeld wordt, omwille van haar excentrische ligging ten opzichte van de (hoofd)kern. Wel wordt de kern op het plan van de gewenste nederzettingsstructuur in het noorden voorzien van een lineaire, groene buffer ten opzichte van de omgeving (inclusief de sportzone waarbinnen het plangebied gelegen is). De weg die vandaag de dag de sportzone ontsluit (Resedastraat) kan binnen dit kader een extra uitrusting krijgen als afbakening. Voorbeelden: parkeren in groenstrook; fietsstrook gescheiden van de weg door een haagje. In het noorden wordt de Resedastraat gekoppeld aan een fietsroute richting Opglabbeek. Verder wordt in de gewenste nederzettingsstructuur van Nieuwe Kempen (zie Figuur 3) aangegeven dat de noordelijke randen van de woonkern moeten afgewerkt worden: de aangeduide sportzone valt binnen deze begrenzing en is werkzaam als centrumfunctie. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

99 11/46 (deelrup 2) BE _2 Ze behoort tot de centrale openbare zone en kan ingezet worden om de interne structuur van de Nieuwe Kempen te behouden en te versterken. Voor het tussenliggend agrarisch gebied geldt dat de ontwikkelingsperspectieven op middellange en lange termijn zowel in het opvangen van de uitbreidings- of herstructureringsbehoeften op economisch vlak liggen, als in het ruimte geven aan de nevenactiviteiten van de woonwijk Nieuwe Kempen. De nederzettingen dienen voorts gekoppeld te worden aan de aangrenzende deelruimten door middel van zachte verbindingen. De Redesastraat wordt in het GRS aangeduid als belangrijke zachte verbinding die deel uitmaakt van een gemeentelijke recreatieve route. Tot slot wordt het bufferen van de woonwijk en de woonlinten ten opzichte van de industriezone naar voor geschoven. Hierbij kan deze buffer mogelijk gecombineerd worden met zachte recreatie. Ook in de bossen laat de gemeentelijke visie een zacht recreatief gebruik toe, meer bepaald van de fiets- en wandelpaden. Eventuele zonevreemde recreatieve activiteiten worden op lange termijn geherlokaliseerd naar de uit te werken groene verbinding. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

100 12/46 (deelrup 2) BE _2 3.2 Behandeling SK Nieuwe Kempen volgens afwegingskader Ligging De terreinen van de voetbalclub sluiten ruimtelijk en functioneel aan bij de deelkern Nieuwe Kempen. Ze zijn gelegen in de deelruimte Lineair gestructureerde deelruimte en bestrijkt geen Vlaamse of provinciale structuren (zoals een VEN-gebied). De beoordeling valt dus op gemeentelijk niveau voor de voetbalclub SK Nieuwe Kempen. Aard activiteit In het afwegingskader van het GRS worden twee groepen beschreven. Voetbalclub SK Nieuwe Kempen behoorde tot de sport- en speelvelden. Deze groep vraagt een meer gestuurde en structurele inpassing dan de tweede groep (verblijfstoerisme). \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

101 13/46 (deelrup 2) BE _2 Deelruimte De voormalige voetbalclub is gelegen in de deelruimte lineair gestructureerde deelruimte. Sport-, recreatievelden en andere clubgebonden recreatieve activiteiten kunnen hier worden ingeplant, aldus het afwegingskader van het GRS. Dit is ook het uitgangspunt van de gemeente: recreatieve activiteiten die vandaag geen plek vinden en/of verspreid over Opglabbeek voorkomen, kunnen gebundeld worden in het plangebied. Bijhorende infrastructuur Bijhorende infrastructuur is matig aanwezig: het betreft een clubgebouw, tribune en bijgebouwen. Het is mogelijk om mits matige ingrepen een landschappelijke integratie te realiseren. Reikwijdte De reikwijdte van de voormalige voetbalclub was zeer lokaal: 90% van de leden zijn afkomstig van binnen de gemeente. Het aantal leden bedroeg ongeveer 75. Wedstrijden van eerste ploeg trokken veel toeschouwers. Ook de reikwijdte van de beoogde recreatieve activiteiten blijft lokaal. De reikwijdte is te bestempelen als lokaal gemeentelijk. Output afwegingskader Lokale en gestuurde (in de zin van gebundelde activiteiten) bovenlokale ontwikkelingen, op kernversterkende of aan het centrumgebeuren gelinkte locaties. Landschappelijk geïntegreerd en afgestemd op de draagkracht van de omgeving. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

102 14/46 (deelrup 2) BE _2 4 Bestaande juridische toestand 4.1 Juridische tabel juridische aspecten, beleidsmatige aspecten, uitvoeringsinstrument, bestaande situatie, subsidie-instrument RUIMTELIJK Gewestplan(nen) Gewestplan nr. 19 Hasselt - Genk (KB 03/04/1979). Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Algemene plannen van aanleg Bijzondere plannen van aanleg Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Verkavelingsvergunningen Bouwvergunningen AANPALEND: 7/34 V Gemeentebestuur Opglabbeek 2002/049 bouwen van voetbalaccommodatie (gewijzigde plannen) (07/06/2002); Lucas Schoofs 2005/179 aanbrengen van een deur (09/12/2005); Luc Schoofs 2008/114 uitbreiding voetbalkantine met kleedkamers (20/02/2009). Vastgestelde bouwovertredingen Luc Schoofs 2008/114 weigering regularisatie tribune (20/02/2009). Realisatie tribune zonder bouwvergunning. Geen PV opgemaakt. Gebieden met recht van voorkoop Ruimtelijke ordening: geen. SECTORAAL Natuur Vogelrichtlijngebieden Habitatrichtlijngebieden Gebieden van het duinendecreet Ramsargebieden Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) Vlaamse of erkende AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. GEN: geen. GENO: geen. AANPALEND: geen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

103 15/46 (deelrup 2) BE _2 natuurreservaten Bosreservaten Natuurinrichting Gebieden met recht van voorkoop Biologische waarderingskaart (BWK) AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. Vlaamse en erkende natuurreservaten: geen. Natuurinrichtingsprojecten: geen. VEN-gebieden: geen. Geen faunistisch belangrijk gebied. Biologisch minder waardevol. Water Beschermingszones grondwaterwinningen Bevaarbare waterlopen AANPALEND: geen. Onbevaarbare waterlopen (klasse) Watertoets - Erosiegevoelige gebieden Watertoets - Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Niet erosiegevoelig. Matig gevoelig voor grondwaterstroming. Watertoets - Hellingenkaart Helling tot 5%, in het noordwesten meer dan 10%. Watertoets - Infiltratiegevoelige bodems Watertoets - Overstromingsgevoelige gebieden (2012) Watertoets - Winterbedkaart Recent overstroomde gebieden (ROG) Risicozones overstromingen Gebieden met recht van voorkoop Infiltratiegevoelig. Niet overstromingsgevoelig. Behoort niet tot het winterbed van de grote rivier. Zeehavenbedrijven en Linkerscheldeoevergebied: geen. Integraal waterbeleid: geen. Waterwegen en Zeekanaal NV: geen. Landbouw Ruilverkaveling Herbevestigde Agrarische Gebieden (HAG) Gebieden met recht van voorkoop Ruilverkaveling: geen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

104 16/46 (deelrup 2) BE _2 Landschap Beschermde monumenten Beschermde landschappen, stads-, en dorpsgezichten Landschapsatlas: ankerplaatsen, relictzones, lijnrelicten, puntrelicten Erfgoedlandschappen (ankerplaatsen) Waardevol niet beschermd onroerend erfgoed: bouwkundig erfgoed en wereldoorlogerfgoed Landinrichting AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. Wonen Woningbouw- en vernieuwingsgebieden Atlas van de woonuitbreidingsgebieden Gebieden met recht van voorkoop 71047A200 Woningbouwgebied Nieuwe Kempen Kern (07/04/1998) (klein stukje). Vlaamse Wooncode: geen. Recreatie en toerisme Toeristische vergunning Verkeer Rooilijnen Voet- en buurtwegen Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk Fietsknooppuntennetwerk Gewestwegen Spoorwegen Leidingen (Hoogspanningsleidingen, gasleidingen ) Openbaar vervoer De Lijn AANPALEND: 8 Genk Overpelt, 11 Genk As Neeroeteren Maaseik, 44 Genk Opglabbeek (Nieuwe Kempen), G8 Genk Station - Zwartberg Opglabbeek N. Kempen - Louwel. Halte Nieuwe Kempen Kerk op 300m, Halte Merelstraat op 350m. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

105 17/46 (deelrup 2) BE _2 Milieu Milieuvergunningen Bodemvervuiling Geen OVAM-dossiers. Industrie Seveso-inrichtingen: lagedrempelen hogedrempelinrichtingen VLAO Bedrijventerreinen AANPALEND (binnen 2km): geen. AANPALEND: Terrein 971 Opglabbeek 4.2 Verdieping bij juridische tabel Kaart 1_deelRUP 2: orthofoto gewestplan Het plangebied was in gebruik door voetbalclub SK Nieuwe Kempen. Vandaag maakt een voetbalschool gebruik van het terrein. Op het terrein bevinden zich 1 wedstrijdveld met tribune, 2 oefenvelden en een clubhuis. - Het gemeentebestuur van Opglabbeek heeft een stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van voetbalaccommodatie verkregen op 07/06/2002 (clubhuis). - Op 09/12/2005 en 20/02/2009 zijn stedenbouwkundige vergunningen verkregen voor kleinschalige uitbreidingen, respectievelijk voor het aanbrengen van een deur en voor de uitbreiding van de voetbalkantine met kleedkamers. - De huidige tribune is echter gebouwd zonder vergunning. Deze is gelegen in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. - De aangevraagde regularisatie werd door het college van burgemeester en schepenen geweigerd (20/02/2009), met als voornaamste argument dat de tribune gericht is naar een voetbalterrein gelegen in agrarisch gebied. 4.3 Gewestplan De terreinen zijn deels gelegen in agrarisch gebied en deels in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. De bestaande constructies, waaronder een vergund clubhuis en een niet-vergunde tribune zijn beide in de laatste bestemmingszone gelegen. De site is gedeeltelijk zonevreemd. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

106 18/46 (deelrup 2) BE _2 Foto 1: wedstrijdveld, zicht vanuit het NW Foto 2: oefenveld van de senioren Foto 3: oefenveld van de senioren Foto 4: zicht van clubhuis naar Resedastraat Foto 5: tribune Foto 6: clubhuis (links) met tribune (rechts) Foto 7: toegang tot terrein Foto 8: Resedastraat \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

107 19/46 (deelrup 2) BE _2 5 Bestaande feitelijke toestand De bestaande feitelijke toestand geeft de ruimtelijke structuur van het plangebied weer op het moment van de opmaak van het RUP en wordt beschreven op basis van de disciplines die ook bij de milieubeoordeling worden gehanteerd. De bestaande feitelijke toestand wordt om die reden ook wel de referentiesituatie genoemd. 5.1 Mens ruimtelijke aspecten Kaart 2_deelRUP 2: wonen - bedrijventerreinen Op het terrein bevinden zich 1 wedstrijdveld met tribune, 2 oefenvelden en een clubhuis. De huidige tribune is gebouwd zonder vergunning. Figuur 4: bestaande toestand \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

108 20/46 (deelrup 2) BE _2 5.2 Mens - mobiliteit Categorisering van de wegenis Figuur 5: wegencategorisering, met aanduiding van deelrup2 (GRS, mobiliteitsplan) De gemeentelijke hoofdwegstructuur wordt gevormd door de Weg naar Bree/Weg naar As (N730) en de Weg naar Zwartberg/Weg naar Opoeteren. Zij hebben volgende functies: - het verwerken van een niet onbelangrijk deel regionaal verkeer, respectievelijk van noord naar zuid, en van west naar oost. - Het verzorgen van de intergemeentelijke verkeersrelaties (naar Genk en Maaseik voor wat betreft de Weg naar Zwartberg/Opoeteren, en naar Bree en As voor wat betreft de N730). - Het verzorgen van de belangrijkste interne verkeersrelaties tussen de drie interne woonkernen; dit geldt voor de Weg naar Zwartberg/Opoeteren volgens oostwestrichting. Het plangebied is gelegen langsheen de eerder genoemde Weg naar Zwartberg en de Resedastraat. Deze laatste is aangeduid als lokale weg type III. Op dergelijke wegen primeert de verblijfsfunctie. Er is enkel sprake van bestemmingsverkeer: overig verkeer wordt geweerd. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

109 21/46 (deelrup 2) BE _ Openbaar vervoer, buurt- en voetwegen, fietsroutes Kaart 3_deelRUP 2: openbaar vervoer en buurt- en voetwegen De dichtstbijzijnde bushalte ligt op zo n 200m van het plangebied: de halte Nieuwe Kempen Kerk in de Asterstraat. Langs deze halte rijden de volgende lijnen: - Lijn 8: Genk Opglabbeek Overpelt via de N730 (1x per uur tijdens de schooluren), ook via Nieuwe Kempen - Lijn G8 Genk Station Zwartberg -Opglabbeek Kempen-Louwel (van 6-19 u, 2x per uur) - Lijn 44 Genk Opglabbeek (Nieuwe Kempen) via N730 (3x per dag) Behalve de halte Nieuwe Kempen Kerk bevinden zich in een straal van 500m rond het plangebied nog 3 andere haltes: Merelstraat (lijn 44, 11, 8 en G8), Leeuwerikstraat (lijn 44, 11, 8 en G8) en Bedrijfsstraat (extra busverbinding 44 voor Bewel (beschutte werkplaats)). - Lijn 11: Genk As Neeroeteren Maaseik De oorspronkelijke buurtweg valt grotendeels samen met Industrieweg-Noord. In de omgeving van het plangebied lopen geen fietsroutes (noch functioneel, noch recreatief). \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

110 22/46 (deelrup 2) BE _2 5.3 Mens externe mensveiligheid Figuur 6: beslissingsdiagramma dienst Veiligheidsrapportage Er zijn geen SEVESO-inrichtingen gelokaliseerd in het plangebied van voorliggend deelrup. Hetzelfde geldt voor de ganse gemeente Opglabbeek en haar ruime omgeving. Verder zou men kunnen stellen dat er sprake is van een aandachtsgebied. De aantrekkingskracht van de voormalige voetbalclub en van de nieuwe beoogde activiteiten was eerder beperkt: het bereiken van 200 bezoekers per dag of 1000 bezoekers op piekmomenten lijkt weinig waarschijnlijk. De nieuwe activiteiten zijn eveneens beperkt in aantrekkingskracht. Activiteiten als een voetbalschool, hondenclub, petanquebaan, e.d. trekken slechts een beperkt publiek. Er is nog geen uitsluitsel over welke activiteiten concreet een plek zullen krijgen in het plangebied, maar zij zullen beperkt blijven tot laagdynamische en lokale activiteiten. Er is dus op basis van het beslissingsdiagramma van de dienst veiligheidsrapportage geen nood aan een ruimtelijk veiligheidsrapport. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

111 23/46 (deelrup 2) BE _2 5.4 Water Kaart 4_deelRUP 2: watertoets Watersysteem Opglabbeek behoort tot: - het bekken van de Maas; - het deelbekken Noordoost-Limburg. Er zijn geen waterlopen aanwezig in het plangebied Grondwater en watertoets Uit de kaarten van de grondwatertoets kan het volgende afgeleid worden: - het plangebied is niet erosiegevoelig. - De bodems van het volledige plangebied zijn matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). - Het merendeel van de hellingen heeft een percentage tussen 0,5% en 5%. Daarnaast komen er ook enkele hellingen voor van minder dan 0,5%. In het uiterste noorden en westen van het plangebied zijn enkele hellingen tussen 5% en 10% en meer dan 10%. - Het volledige plangebied is infiltratiegevoelig. - Het plangebied is niet overstromingsgevoelig. - Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. - Het volledige plangebied is voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel dat is aangesloten op de rioolwater-zuiveringsinstallatie. 5.5 Bodem Binnen het plangebied komen volgens de bodemkaart van België de volgende bodemseries voor: - Zcgt: Matig droge zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont; - Zbgt: Droge zandbodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

112 24/46 (deelrup 2) BE _2 5.6 Geluid In de directe omgeving van het plangebied zijn enkele geluidsbronnen aanwezig die mogelijk overlast kunnen veroorzaken. Ten zuiden van het terrein ligt de Weg naar Zwartberg, die een belangrijke verbindingsweg is. Het snelheidsregime is zone 70 afgewisseld met zone 50 bij oversteekplaatsen en kruispunten. Dit beperkt de overlast. Ten noorden bevindt zich het industrieterrein van Opglabbeek (Terrein 971 Opglabbeek). Daar zijn geen noemenswaardige activiteiten die extra belastend zouden kunnen zijn. In het westen bevindt zich de woonwijk Nieuwe Kempen, welke geluid voortbrengt eigen aan het woongebied en het gebruik ervan. 5.7 Lucht en klimaat Ter hoogte van het plangebied overschrijdt de concentratie PM10 tussen de 5.1 en de 10 keer het daggemiddelde van 50 µg/m³. De jaargemiddelde concentratie van PM10 ligt tussen 20.1 en 25 µg/m³. De jaargemiddelde concentratie van NO2 ligt tussen µg/m³. Beide concentraties blijven onder de norm van 40 µg/m³. 5.8 Fauna en Flora Kaart 5_deelRUP 2: BWK Het plangebied is niet gelegen in een Speciale Beschermingszone en maakt geen deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Er is sprake van biologisch waardevolle elementen, waaronder struweelopslag van allerlei aard (op gestoorde grond) en Amerikaanse vogelkers. Ten noordwesten van het plangebied staat een bomenrij met dominantie van esdoorn. Deze is tevens biologisch waardevol. Verder geeft de biologische waarderingskaart aan dat een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen in het plangebied is gesitueerd. Meer bepaald gaat het om soortenarm permanent cultuurgrasland (hp), naaldhoutaanplant zonder ondergroei (pa), fijnspar (pica) en gemengd loofhout (gml). Algemeen krijgt het plangebied als aanduiding hx, zeer soortenarme, vaak tijdelijke en ingezaaide graslanden (biologisch minder waardevol). \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

113 25/46 (deelrup 2) BE _2 5.9 Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Het plangebied heeft een beperkte landschappelijke waarde. Momenteel is het een open ruimte gebied dat omsloten wordt door een woonwijk (in het zuiden en westen) en een industrieterrein (in het noorden en oosten). Binnen het gebied zijn volgens de landschapsatlas geen relictzones, ankerplaatsen, lijnof puntrelicten aanwezig. Er zijn tevens geen beschermde monumenten, landschappen, stads- of dorpsgezichten aanwezig. Bouwkundig erfgoed is er eveneens niet. Het plangebied maakt deel uit van het traditioneel landschap Limburgs heide- en bosgebied. De vlakke tot golvende topografie in deze streek wordt versneden door valleien, uitgestrekte compartimenten van heide, bos, bewoning en industrie. 6 Visie, motivatie & verantwoording 6.1 Doorwerking gemeentelijke visie, concepten en randvoorwaarden in het plangebied De randvoorwaarden die worden opgelegd in het GRS, hetzij vanuit de deelruimte ( 3.1) en anderzijds vanuit het afwegingskader voor zonevreemde recreatie ( 3.2) worden in de volgende paragrafen afgetoetst. Algemeen gaf het afwegingskader van het GRS aan dat lokale ( ) ontwikkelingen op kernversterkende of aan centrumgebeuren gelinkte locaties kunnen worden bestendigd. De Voetbalclub SK Nieuwe Kempen was een lokale ontwikkeling: het ledenaantal bedraagt ongeveer 75. Het merendeel hiervan was afkomstig uit de gemeente. Slechts 10% kwam van buitenaf. Vooral de wedstrijden van de eerste ploeg trokken veel toeschouwers. De gemeente wenst binnen dit plangebied eveneens in te zetten op lokale recreatievormen. Zo maakt een voetbalschool gebruik van de terreinen. Verder wenst Opglabbeek ook tal van informele pleintjes die verspreid liggen op het gemeentelijk grondgebied op deze locatie te bundelen. Ook met andere lokale recreatieclubs zijn er gesprekken aan de gang. Het betreffen alle activiteiten op schaal van de lokale kern. Voetbalclub SK Nieuwe Kempen was gelinkt aan het centrumgebeuren, in die zin dat ze aansloot op en zelfs deel uitmaakte van de gelijknamige woonwijk. De Resedastraat \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

114 26/46 (deelrup 2) BE _2 vormt de letterlijke, ruimtelijke verbinding tussen beiden. Vele spelers kwamen uit de woonwijk Nieuwe Kempen, waaronder tal van jeugdspelertjes. De voetbalclub zat ingebed in het lokale weefsel en maakte deel uit van het recreatieve leven van Opglabbeek en de Nieuwe Kempen. De recreatieve activiteiten die de gemeente een plek wenst te geven binnen het plangebied hebben hetzelfde karakter: ook zij zijn verbonden aan het centrumgebeuren, in die zin dat de gebruikers uit Opglabbeek komen. Zo zet de voetbalschool, die reeds gebruik maakt van de site, in op lokale spelertjes. Als randvoorwaarden gelden hierbij (a) de landschappelijke integratie en (b) de afstemming op de draagkracht van de omgeving. Vandaag is de bestaande bebouwing reeds geconcentreerd: het clubgebouw en de tribune bevinden zich op één lijn langsheen het wedstrijdterrein. De bebouwing komt dus geconcentreerd voor. In navolging van de bestaande toestand worden in het RUP twee beperkte, bebouwbare zones aangeduid. Ook de nieuwe activiteiten die de gemeente beoogt voor deze site zullen dus enkel bebouwing kunnen realiseren binnen deze aangeduide bouwzones. Dit bestaand ruimtelijk concept speelt in op de landschappelijke integratie van het terrein. Door het gebundeld voorkomen van de constructies, is er al sprake van integratie in het landschap van open ruimtes omgord met groenbuffers en bospercelen. Verder is de invulling van het plangebied afgestemd op de draagkracht van de omgeving. Er zijn geen natuurgebieden van gemeentelijk of hoger niveau waar het plangebied enige impact op zou kunnen hebben. Alle biologisch waardevolle elementen die aanwezig zijn in de omgeving, zijn gelegen buiten de site. Op vlak van mobiliteit wordt het plangebied vandaag ontsloten door de Resedastraat, die gekoppeld is aan de Weg Naar Zwartberg. Beiden konden de toestroom aan recreanten voor de voetbalclub aan. De nieuwe beoogde activiteiten zullen een kleiner publiek trekken. Een eventuele (lichte) stijging van het aantal bezoekers, na de bestendiging van de recreatieve activiteiten zoals het voorliggend deelrup beoogt, kan worden opgevangen. Binnen het plangebied worden bovendien voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd, opdat de omgeving (i.e. de Resedastraat) niet meer onder druk zou komen te staan. Een lineaire, groene buffer moet worden voorzien voor de woonwijk Nieuwe Kempen ten opzichte van de industriezone in het noorden, maar algemeen ook ten opzichte van de omgeving, inclusief de sportzone. De Resedastraat krijgt hierbij extra uitrusting als afbakening. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

115 27/46 (deelrup 2) BE _2 In de huidige toestand is er al een groenbuffer, onder de vorm van een bomenrij, gesitueerd tussen het plangebied en de noordelijk gelegen industriezone. De voorschriften van het voorliggend deelrup bestendigen deze buffer en breiden hem uit. Voorts schrijft dit deelrup een lineaire beplanting tussen de sportterreinen en de Resedastraat voor. Op deze manier wordt ook langs deze zijde een groenbuffer gecreëerd ten opzichte van de woonwijk. De verschillende kernen moeten gekoppeld worden aan de aangrenzende deelruimten door middel van zachte verbindingen. Zo wordt de Resedastraat in het noorden gekoppeld aan een fietsroute richting Opglabbeek. De gemeentelijke visie zoals deze is verwoord in het ruimtelijk structuurplan geeft aan dat de Resedastraat niet enkel op een gemeentelijke recreatieve route ligt, maar ook een belangrijke zachte verbinding is. De recreatieve activiteiten op de site maken de aantrekkingskracht van de gemeentelijke route groter. Bovendien doet de ondersteunende infrastructuur, waaronder de kantine, ook dienst voor zachte recreanten zoals fietsers en wandelaars. De sportzone werkt als centrumfunctie voor de woonwijk Nieuwe Kempen. Ze behoort tot de centrale openbare zone en kan ingezet worden om de interne structuur van Nieuwe Kempen te behouden en te versterken. Ruimtelijk dienen de sportzone en de woonwijk ten opzichte van elkaar gebufferd te worden. Functioneel zijn ze echter verbonden: zo kan het plangebied gezien worden als een invulling van de nodige centrumfuncties, horend bij de woonwijk. Tot slot wordt gesteld dat eventuele zonevreemde recreatieve activiteiten op lange termijn worden geherlokaliseerd naar de uit te werken groene verbinding, meer bepaald de schakelruimte waarbinnen deelrup1 gesitueerd is. Het is niet aangewezen om deze bestaande recreatieve zone op te heffen en alle beoogde kleinschalige recreatieve activiteiten te verplaatsen naar de schakelruimte. In het GRS wordt gesteld dat elke deelkern uitgerust kan worden met een eigen recreatiezone. Bovendien is de site goed ontsloten en kan zij zoals dit in het verleden het geval was invulling geven aan de centrumfuncties, vereist door de woonwijk Nieuwe Kempen. De site kan een belangrijke bijdrage leveren aan de lokale jeugd- en wijkwerking. Bovendien is de zonevreemdheid slechts partieel: de zone waar vandaag de dag sprake is van bebouwing bevindt zich in zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

116 28/46 (deelrup 2) BE _2 Bovenstaande redenering toont aan dat de huidige situatie en het gemeentelijke opzet voor de site reeds rekening houden met de randvoorwaarden die het GRS oplegt. In het voorliggend deelrup wordt dan ook de bestendiging van de bestaande toestand beoogd. Aanvullend zullen een aantal ruimtelijke randvoorwaarden opgenomen worden in het RUP, zodat ook in de toekomst een kwalitatieve inplanting gegarandeerd wordt. Het gaat onder meer om de concentratie van gebouwen in aangeduide bebouwbare zones en het voorzien van groenbuffers. 6.2 Vertaling naar stedenbouwkundige voorschriften en/of verordenend grafisch plan Algemeen wordt een plancorrectie doorgevoerd: de bestemming wordt aangepast aan de huidige situatie en de opportuniteiten op vlak van lokale recreatie die zich in de gemeente voordoen. Op het terrein met voetbalactiviteiten wordt de bestemming agrarisch gebied en zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut door middel van voorliggend deelrup dan ook omgezet naar recreatiegebied. AANZET VOORSCHRIFTEN - De recreatieve activiteiten moeten lokaal en laagdynamisch zijn. - Van belang is dat de bebouwing geconcentreerd is en blijft. Daarom worden bebouwbare zones aangeduid. Daarbuiten is het niet toegelaten om gebouwen te realiseren. - Ook de verharding wordt beperkt. Zo wordt onder meer een zone voor parkeren aangeduid. Enkel hier is het toegelaten om wagens te stallen. Deze zone wordt gekoppeld aan de toegang van het plangebied. Op deze manier kan de totale verharde oppervlakte beperkt worden. Verhardingen moeten worden uitgewerkt in waterdoorlatende materialen. - Het grafisch plan bestendigt de inplanting van een groenbuffer ten opzichte van het noordelijke gelegen bedrijventerrein. - Tot slot wordt ook opgenomen dat aanwezig groen zoveel als mogelijk wordt bewaard: het vellen en/of ontbossen van bomen wordt aan voorwaarden onderworpen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

117 29/46 (deelrup 2) BE _2 7 Onderzoek tot milieueffectrapportage Dit hoofdstuk beschrijft het onderzoek naar MER voor het RUP. Doel van dit onderzoek is nagaan of het voorgenomen plan, het RUP kan worden ontheven van de opmaak van een planmer. Dit zogeheten onderzoek naar MER, kortweg screening, is conform het plan-mer-decreet1 dat op 1 december 2007 in werking trad. Het beschrijft de stappen die doorlopen dienen te worden om de plan-mer-plicht na te gaan. Figuur 7: Stappen in het onderzoek tot milieueffectrapportage 7.1 Stap 1: Toetsing aan het decreet DABM Dit plan beantwoordt aan de definitie van plan en programma uit het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid want er is voldaan aan de drie voorwaarden: 1. De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, in werking vanaf 1 september 2009, schrijft de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor; 2. De opsteller van het plan is een instantie, i.e. de gemeente Opglabbeek; 3. Het plan wordt vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek. Het plan valt bovendien niet onder de specifieke uitzonderingsregels en vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project. 1 Decreet van 27 april 2007 houdende wijziging van titel IV van DABM en van art. 36ter decreet natuurbehoud (B.S. 20/06/2007) \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

118 30/46 (deelrup 2) BE _2 7.2 Stap 2: is het plan van rechtswege plan-mer-plichtig? Onder de plannen en programma s die onder het toepassingsgebied van het decreet DABM vallen, onderscheidt men twee groepen van plannen en programma s die van rechtswege onderworpen zijn aan de plan-mer-plicht. Categorie A Plannen en programma s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd: 1. Betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, 2, 1 D.A.B.M.); én 2. Een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I, II en III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten én 3. Niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. Categorie B Plannen en programma s, of de wijziging ervan, waarvoor tegelijkertijd geldt dat, 1. gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.) én 2. Ze niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging ervan inhouden. Hierna wordt bekeken of het plan van rechtswege plan-mer-plichtig is, door na te gaan of het voldoet aan alle voorwaarden voor plannen van categorie A of valt onder de plannen van categorie B. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

119 31/46 (deelrup 2) BE _ Toetsing aan categorie A Heeft het plan betrekking op een van de sectoren genoemd in het decreet? Voorliggend deelplan is een (deel)rup en heeft bijgevolg betrekking op de ruimtelijke ordening. Aan deze voorwaarde is voldaan Vormt het plan een kader voor project-mer-plichtige projecten? Het voorgenomen plan is een gemeentelijk RUP voor het bestendigen van een bestaande recreatiezone. Deze is steeds gebruikt door een voetbalclub. De gemeente wenst deze site verder in te vullen met nieuwe recreatieve activiteiten die elders geen plek vinden. De infrastructuur omvat twee oefenterreinen, een wedstrijdterrein, clublokaal en tribune. Dit omvat geen ingrepen die vallen onder de categorieën bijlage I of II van het project-mer-besluit van 10 december Het RUP kan mogelijks wel een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project zoals opgesomd onder rubriek 10b van bijlage III van het project-m.e.r.- besluit van 10 december Het plan kan met name kader vormen voor een stadsontwikkelingsproject, aangezien een beperkte parkeerzone wordt gefaciliteerd met voorliggend deelrup. Vormt het plan een kader voor project-mer-(screening)-plichtige projecten? Aan deze voorwaarde is mogelijks voldaan Betreft het plangebied een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging van een bestaand plan? Het plangebied betreft een zeer klein gebied op lokaal niveau. Ook gaat het om een kleine wijziging, aangezien men een juridische plancorrectie doorvoert om de verdere werking van de bestaande recreatiezone mogelijk te maken. Aan deze voorwaarde is voldaan. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

120 32/46 (deelrup 2) BE _ Toetsing aan de categorie B Een tweede toetsing betreft de noodzaak tot het opstellen van een passende beoordeling conform de vigerende bepalingen van het decreet Natuurbehoud (art. 36ter 3 eerste lid). De bepalingen van de Europese plan-mer richtlijn en de omzetting hiervan in het Decreet DABM (cfr. supra), voorzien immers een koppeling van milieueffectrapportage voor plannen met de passende beoordeling (i.k.v. Habitatrichtlijn). In concreto moet nagegaan worden of het plan een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone (SBZ) kan veroorzaken. Indien blijkt dat een passende beoordeling voor het voorgenomen plan noodzakelijk is uit hoofde van art.36ter 3 eerste lid van decreet Natuurbehoud, dan is het plan van rechtswege plan-mer plichtig voor zover deze plannen of programma s niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. Er bevindt zich geen Habitat- of Vogelrichtlijngebied in de directe omgeving van het plangebied. Er treden bijgevolg geen effecten op deze Speciale beschermingszone op. Er kan dus gesteld worden dat er voor het deelrup 2 geen passende beoordeling vereist is uit hoofde van artikel 36ter van het decreet voor natuurbehoud Conclusie over de plan-mer-plicht van rechtswege Een toetsing aan de drie voorwaarden van categorie A heeft aangetoond dat het voorgenomen plan niet aan de drie voorwaarden voor plan-mer-plicht voldoet. Bovendien moet geen passende beoordeling worden opgemaakt. Het plan is bijgevolg niet plan-mer-plichtig van rechtswege. - Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het project-m.e.r.-besluit van 10 december Het RUP kan een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage III van het project-m.e.r.-besluit 10 december Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau en omvat een kleine wijziging. - Bijgevolg is voorliggend RUP screeningsgerechtigd. Er kan dus overgegaan worden tot een screening om na te gaan of het plan belangrijke milieueffecten kan veroorzaken en zo alsnog plan-mer-plichtig is. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

121 33/46 (deelrup 2) BE _2 7.3 Stap 3: Veroorzaakt het plan belangrijke milieueffecten? Voor plannen die het kader vormen voor een vergunning, maar niet vallen onder de plannen die van rechtswege plan-mer-plichtig zijn, moet een onderzoek uitgevoerd worden naar het mogelijke voorkomen van aanzienlijke milieueffecten, i.e. een screening. Indien uit dit onderzoek als besluit volgt dat aanzienlijke negatieve effecten kunnen optreden, moet de initiatiefnemer alsnog een plan-mer op (laten) stellen. Dit onderzoek gebeurt aan de hand van een bespreking van de mogelijk relevante effecten, cfr de gebruikelijke mer-praktijk. De beoordeling van de milieueffecten ten gevolge van het RUP gebeurt vooreerst t.o.v. de huidige situatie. Dit is de referentiesituatie. De referentiesituatie van het deelrup 2 werd besproken onder 5. In het deelrup wordt het plangebied herbestemd naar recreatiegebied. Een tweede bespreking evalueert de milieueffecten t.g.v. de autonome ontwikkeling. Dit is de ontwikkeling met de uitvoering van de geldende gewestplanbestemming. Het volledige plangebied is momenteel bestemd als agrarisch gebied en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. De voetbalterreinen zouden bijgevolg kunnen verdwijnen i.f.v. deze bestemming Mens ruimtelijke aspecten Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie In vergelijking met de huidige situatie zal er op vlak van infrastructuur weinig wijzigen aan het plangebied. Het gebruik blijft bovendien recreatief. Momenteel zijn er binnen het plangebied 3 voetbalvelden gelegen. Deze blijven in het deelrup behouden. Het RUP beoogt wel bestaanszekerheid van de recreatieve zone. Dit zal mogelijks tot gevolg hebben dat er bijkomende investeringen worden doorgevoerd in de (verbetering van de) infrastructuur. Er worden twee zones voor bebouwing in het deelrup afgebakend. In het noorden van het plangebied wordt een groenbuffer afgebakend. Het plan resulteert bijgevolg in positieve effecten ten aanzien van recreatie. Aan de overzijde van de Resedastraat (ten westen van het plangebied) bevinden zich woningen. Deze woningen ondervonden hinder ten gevolge van de verlichting van de velden van de voormalige voetbalclub. Om lichthinder te vermijden, wordt langs de straat een groenbuffer voorzien. De kwalitatieve invulling van het recreatiegebied is van wezenlijk belang. In het deelrup is rekening gehouden met een efficiënt ruimtegebruik. Alle infrastructuur dient binnen de zone voor bebouwing verzameld te worden. Door uniformiteit en een concentratie van de gebouwen wordt een zekere ruimtelijke kwaliteit bereikt. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

122 34/46 (deelrup 2) BE _2 Om lichthinder voor de omwonenden te beperken, moet gebruik gemaakt worden van verlichtingsarmaturen die het licht minder verstrooien en daardoor minder hinder geven. Het toegepaste groenscherm moet inzetten op een vermindering van de lichthinder: deze dient voldoende hoog te zijn en moet ook in de winter een dicht, groen scherm vormen. Dit omdat het vooral op winteravonden nodig is om de recreatieve velden te verlichten Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Bij een autonome ontwikkeling zouden de voetbalvelden verdwijnen en zouden de terreinen net als de omliggende gronden een (extensief) landbouwkundig gebruik kennen. Aangezien deze activiteit momenteel ook niet plaatsvindt impliceert de herbestemming geen verlies aan actieve landbouw. Er gaan bijgevolg geen van de huidige gebruiksfuncties verloren Milderende maatregelen Niet vereist Conclusie Het deelrup leidt tot positieve effecten ten aanzien van recreatie. Op landbouw worden geen significant negatieve effecten verwacht Mens mobiliteit Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie De bestendiging van de beoogde recreatieve activiteiten (voetbalschool, ) en het mogelijk maken om een betere infrastructuur te voorzien leidt mogelijk tot meer recreanten. De toename zal wel beperkt zijn. De Resedastraat sluit aan op de Weg naar Zwartberg. Beide straten kunnen deze beperkte toename van verkeer aan. Langsheen de Resedastraat wordt binnen het plangebied parkeerruimte voorzien. Het gaat hierbij over meer dan een verdubbeling van het huidige aantal parkeervoorzieningen. De parkeerbehoefte wordt bijgevolg voldoende gedekt. Bij grotere evenementen, die mogelijks enkele malen per jaar doorgaan, kan er op de site wel een tekort zijn aan parkeerplaatsen. Men kan echter vandaag ook al gebruik maken van een veld ten zuiden van het plangebied. Het betreft een grasweide. Het perceel is voorzien van een afsluiting met poort. Deze uitweg wordt ook ingezet om de bereikbaarheid voor hulpdiensten te garanderen. Door goede afspraken met gebruikers wordt vermeden dat in de Resedastraat zelf geparkeerd wordt. Het tijdelijk gebruik van het grasveld ten zuiden van het plangebied biedt een oplossing bij grotere evenementen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

123 35/46 (deelrup 2) BE _ Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen In vergelijking met de autonome ontwikkeling zal er weliswaar een grotere verkeerstroom zijn, maar deze is niet zo groot dat ze overlast zou veroorzaken Milderende maatregelen Niet vereist Conclusie Het deelrup leidt niet tot significant negatieve effecten voor de mobiliteit Mens - externe veiligheid Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Met de realisatie van het deelrup wordt het voortbestaan van de recreatiemogelijkheden verzekerd. Binnen een straal van 2 km rond het plangebied zijn geen Seveso-bedrijven gelegen. Bovendien is er ook geen sprake van aandachtsgebieden, aangezien de bezoekersaantallen onder de desbetreffende normen blijven (i.e. 200 bezoekers per dag en/of 1000 bezoekers op piekmomenten). Er worden dus geen negatieve effecten op de externe mensveiligheid verwacht Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Door de afwezigheid van Seveso-bedrijven en aandachtsgebieden in de omgeving van het plangebied, leidt het deelrup niet tot een wijziging in het effect op externe mensveiligheid ten opzichte van het autonoom scenario Milderende maatregelen Er dienen geen milderende maatregelen genomen te worden ten aanzien van externe mensveiligheid Conclusie Het deelrup veroorzaakt geen effecten op de externe mensveiligheid Water Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie In het deelrup worden 2 zones voor bebouwing afgebakend. De zuidelijke zone is momenteel reeds bebouwd; inclusief een onvergunde tribune; de gemeente wenst deze te regulariseren. De tribune wordt dan ook opgenomen in de bebouwingszone van het grafisch plan van het RUP. Langs de Resedastraat kan de volledige grens van het plangebied ingericht worden als parking. Momenteel is enkel het zuidelijk deel verhard. De bebouwde en verharde oppervlakte zal in vergelijking met de huidige situatie bijgevolg toenemen. Hierdoor wordt infiltratie van hemelwater verhinderd en zal het van de verharde oppervlakten afstromen. In het deelrup wordt daarom opgelegd dat de parking \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

124 36/46 (deelrup 2) BE _2 dient aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen. Op die manier kan het hemelwater alsnog infiltreren. Nieuwe gebouwen en verhardingen dienen minstens te voldoen aan de gewestelijke hemelwaterverordening. Hemelwater afkomstig van de dakoppervlakten kan hergebruikt worden of kan geïnfiltreerd of gebufferd worden. Indien deze regelgeving van de gewestelijke hemelwaterverordening wordt gevolgd, zullen geen aanzienlijke effecten optreden. Het afvalwater van het plangebied is afkomstig van de sanitaire voorzieningen en is aangesloten op het aanwezige rioleringsstelsel. Ondergrondse constructies zullen binnen het plangebied beperkt zijn (geen woon- of leefvertrekken). Er worden bijgevolg geen significante effecten op de grondwaterstroming verwacht. Volgende maatregelen worden genomen inzake oppervlakte- en grondwater genomen: - hergebruik van hemelwater voorzien (bv. sanitaire voorzieningen, besproeien van beplantingen, ). - eventueel bijkomende maatregelen nemen voor infiltratie en buffering van hemelwater bij het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning (bv. infiltratiezones, aanleg van groendaken, waterdoorlatende verhardingen, ). Dit moet blijken uit de watertoets op projectniveau. - voor de verhardingen dient zo veel mogelijk gekozen te worden voor waterdoorlatende materialen. Hierdoor zal infiltratie van het hemelwater in de bodem mogelijk blijven Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Bij een autonome ontwikkeling kan het zuidelijk deel van het plangebied verhard worden in functie van gemeenschapsvoorzieningen. In de rest van het plangebied kunnen verhardingen gerealiseerd worden in functie van landbouw, bv. stallen. In het deelrup wordt een maximaal percentage aan bebouwde oppervlakte vastgelegd. In de autonome ontwikkeling worden er bijgevolg meer effecten ten aanzien van water verwacht dan in het deelrup. Het onderhoud van de grasmat van voetbalterreinen gaat gepaard met het gebruik van meststoffen en pesticiden. Er kan verwacht worden dat de hoeveelheiden echter beperkter zullen zijn dan bij een exploitatie als landbouwgrond in de autonome situatie. Bovendien zal het plangebied niet integraal ingezet worden als terrein voor voetbal. Overige activiteiten vereisen vermoedelijk een minder verzorgde grasmat Milderende maatregelen Niet vereist Conclusie Er worden geen significante negatieve effecten op water verwacht ten gevolge van de realisatie van het deelrup. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

125 37/46 (deelrup 2) BE _ Bodem Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Bij de realisatie van het deelrup zullen er voor de uitbreiding van de parking grondwerken plaatsvinden. Deze werken gaan gepaard met (oppervlakkige) uitgravingen van het bodemprofiel. Er worden echter geen significant negatieve effecten op de bodem verwacht aangezien de bodems in het plangebied geen wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde hebben. Ter hoogte van de overige planonderdelen wordt er geen bodemverstoring verwacht. De toepassing van het bodemsaneringsdecreet en VLAREBO zorgt er tot slot voldoende voor dat er geen bodemverontreiniging ontstaat of verspreid wordt Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Ook bij de autonome ontwikkeling is een oppervlakkige verstoring van het bodemprofiel mogelijk ten gevolge van ploegen of de bouw van landbouw- of bedrijfsgebouwen. Het effect is bijgevolg vergelijkbaar met of zelfs groter dan het deelrup Milderende maatregelen Niet vereist Conclusie Er treden geen negatieve effecten op ten aanzien van bodem Geluid Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Met de inrichting van het plangebied in functie van recreatie zal de sterkste geluidsproductie zal veroorzaakt worden door het bestemmingsverkeer en door eventuele grotere evenementen. Omwonenden hebben nooit klachten kenbaar gemaakt aan de gemeente inzake de activiteiten van de voetbalclub. Langs de Resedastraat wordt een groenbuffer voorzien. Deze kan bijdragen aan een afscherming van het geluid. Voor wat betreft geluidsoverlast, doet het bestaand gemeentelijk politiereglement reeds uitspraken Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen In het merendeel van het plangebied zal bij de autonome ontwikkeling minder geluidsproductie optreden omdat de percelen dan een (extensief) landbouwgebruik zouden kennen. In het uiterste zuiden zou het verkeer en de activiteiten van de KMOzone echter voor een geluidsproductie zorgen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

126 38/46 (deelrup 2) BE _2 Aangezien er geen significante geluidshinder wordt verwacht door de activiteiten die het deelrup bestendigt, is het verschil tussen het deelrup en de autonome ontwikkeling aanvaardbaar Milderende maatregelen Een uurbeperking kan worden opgelegd: na een bepaald uur zal er daardoor geen (lawaai van) activiteiten meer zijn. Deze ingreep is niet noodzakelijk om aanzienlijk negatieve effecten te vermijden, aangezien het vigerende gemeentelijk politiereglement hieromtrent reeds uitspraken doet Conclusie Er is geen significante geluidshinder te verwachten ten gevolge van de realisatie van het deelrup. Er kunnen wel enkele milderende maatregelen opgelegd worden Lucht en klimaat Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Mogelijke emissies binnen het plangebied na de realisatie van het deelrup zijn afkomstig van gebouwenverwarming. Volgens het deelrup blijft de bebouwing echter beperkt tot gebouwen ter ondersteuning van de recreatie. Deze worden niet permanent bewoond en hebben bijgevolg geen hoge emissiewaarden. De bestendiging van de recreatie en het mogelijk maken om betere infrastructuur te voorzien leidt mogelijks tot een groter aantal voertuigbewegingen van en naar het plangebied. Dit verkeer brengt een uitstoot aan verontreinigende stoffen met zich mee. De toename van het verkeer wordt echter zeer beperkt geacht. Met de verbetering van voertuigtechnologie (schonere brandstoffen, efficiëntere motoren) kan tevens aangenomen worden dat de toekomstige uitstoot afkomstig van het verkeer beperkter zal zijn Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Het effect op de luchtkwaliteit wordt in het deelrup kleiner geacht dan bij de autonome ontwikkeling. Bij een autonome ontwikkeling kunnen zich in het zuidelijk deel van het plangebied immers bedrijven vestigen. Zowel de gebouwen als het verkeer zullen meer emissies genereren dan de ontwikkelingen ten gevolge van het deelrup. Ook landbouwactiviteiten die bij een autonome ontwikkeling mogelijk zijn, zijn een belangrijke bron van stikstof in de atmosfeer Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Er dienen geen milderende maatregelen voorzien te worden Conclusie Er wordt geen significante afname van de luchtkwaliteit ter hoogte van het plangebied verwacht. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

127 39/46 (deelrup 2) BE _ Fauna en flora Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Binnen het plangebied zijn geen biologisch waardevolle elementen aanwezig. Ten gevolge van het deelrup worden bijgevolg geen oppervlakten met een uitgesproken natuurwaarde ingenomen. In het plangebied wordt ruimte voor groen voorzien. In noorden wordt de buffer met het industriegebied verder uitgebreid. Ook langs de straat wordt een groenbuffer voorzien. Er dient hierbij gebruik gemaakt te worden van streekeigen en standplaats geschikte soorten. Op die manier kunnen de buffers een waarde hebben voor fauna en flora. Het plangebied beïnvloedt geen Speciale beschermingszones of VEN-gebieden. Ten gevolge van de activiteiten kan er licht- en geluidsverstoring optreden. De aanwezige soorten zijn echter reeds aangepast aan deze verstoring Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen De effecten ten aanzien van fauna en flora zijn bij de autonome ontwikkeling en het deelrup vergelijkbaar. Er kan af en toe licht- en geluidsverstoring optreden Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Om lichthinder te beperken, kan gebruik gemaakt worden van verlichtingsarmaturen die het licht minder verstrooien en daardoor minder hinder geven. Het betreft een suggestie om het plan meer milieuvriendelijk te maken Conclusie Er wordt geen significante effecten ten aanzien van fauna en flora verwacht Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Het deelrup beoogt een bestending van de bestaande situatie in die zin dat het recreatieve karakter van de site behouden blijft: kleinschaligere, lokale, laagdynamische activiteiten kunnen dus een plek blijven vinden in het plangebied. In het deelrup worden voorschriften opgenomen om te komen tot een kwaliteitsvolle invulling van het plangebied in functie van recreatie. Bebouwing is enkel mogelijk in 2 zones die in het deelrup afgebakend worden. Aan de straatzijde is vandaag reeds een tribune gerealiseerd. In de centrale zone kan slechts 1 gebouw voorzien worden. Gezien de beperkte landschappelijke waarde en de beperkte omvang van het gebouw (kroonlijst van maximum 4 m), worden er geen significante effecten ten aanzien van het landschap verwacht. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

128 40/46 (deelrup 2) BE _2 Langs de straatzijde wordt een uitbreiding van de bestaande parking voorzien. De parking wordt landschappelijke ingekleed met hoogstammige bomen. Bij graafwerken dient een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd te worden, om verlies van eventueel aanwezig archeologisch materiaal te vermijden Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Zowel in het deelrup als bij de autonome ontwikkeling kunnen er gebouwen opgericht worden. In het deelrup worden echter beperkingen aan de bebouwing opgelegd. Bovendien wordt er in het noorden en het westen een groenbuffer opgelegd. Dit zijn positieve effecten ten aanzien van het landschap Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Niet vereist Conclusie Er worden geen significant negatieve effecten op het landschap verwacht. 7.4 Grensoverschrijdende effecten Het plangebied is volledig op Vlaams grondgebied gelegen en bevindt zich op ca. 15 km van de dichtste grens met Nederland. Gezien de aard, context en omvang van het plan, kan worden gesteld dat in onderhavig geval het voorgenomen plan geen aanzienlijke (gewest)grensoverschrijdende milieueffecten kan hebben. 7.5 Conclusie Voorgaande effectbespreking heeft aangetoond dat de effecten die zich op de diverse milieuaspecten voordoen beperkt te noemen zijn. Bijgevolg kan worden geconcludeerd dat het voorliggende DeelRUP2 niet plan-mer-plichtig is. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

129 41/46 (deelrup 2) BE _2 8 Ruimtebalans Gewestplan RUP Agrarisch gebied m² 0 m² Gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut m² 0 m² Recreatiegebied 0 m² m² Totaal m² m² 9 Op te heffen voorschriften Bij de inwerkingtreding van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Zonevreemde recreatie deelrup 2 worden voorschriften van de bestemmingen van het gewestplan Hasselt Genk (KB 03/04/1979) opgeheven. Binnen de begrenzing van het RUP Zonevreemde recreatie deelrup 2 worden volgende bestemmingen opgeheven: - agrarisch gebied - gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 10 Planbaten en Planschaden Aan het deelrup wordt een register toegevoegd waarin een overzicht wordt gegeven van alle zones waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot - een planschadevergoeding (cfr VCRO art ), - een planbatenheffing (cfr VCRO art ), - een bestemmingswijzigingscompensatie (cfr DGPB art ) of - compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften (cfr DGPB art ). \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

130 42/46 (deelrup 2) BE _2 BIJLAGEN Bijlage 1: informatieve kaarten \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

131 1: / / / /114 7/34 V : Afbakening deelrup Verkaveling Bouwvergunning Bouwovertreding / weigering Kaart 1 _ deelrup 2 o RUP Zonevreemde Recreatie Opglabbeek DeelRUP 2 Orthofoto - Gewestplan Q:\00_P\BE0112\BE \GIS\Maps\BE _krt_011C_DeelRUP2_Ortho_GP.mxd

132 Afbakening deelrup Woningbouwgebied VLAO bedrijventerrein Gebruiksperceel Volledige leegstand Volledig bezet Openb. of nutsgebouw Niet realis. (publ.r.r.) Wijziging eigend.situatie!!!! Onbebouwd, in gebruik Reservegrond Kaart 2 _ deelrup 2 o 1: RUP Zonevreemde Recreatie Opglabbeek DeelRUP 2 Wonen - Bedrijventerreinen Q:\00_P\BE0112\BE \GIS\Maps\BE _krt_015C_DeelRUP2_wonen_VLAO.mxd

133 1: : Afbakening deelrup Kaart 3 _ deelrup RUP Zonevreemde Recreatie Opglabbeek DeelRUP 2 Atlas Buurtwegen - De Lijn T:\Projecten\BE _Opglabbeek_RUP_Zonevreemde_Recreatie\Grafisch\Corel\BE _krt_014C.cdr

134 Watertoets - erosiegevoelige gebieden Niet erosiegevoelig Erosiegevoelig Watertoets - grondwaterstromingsgevoelige gebieden Geen informatie beschikbaar Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) Weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3) Watertoets - hellingenkaart < 0,5% 0,5% - 5% 5% - 10% > 10% Watertoets - infiltratiegevoelige bodems Niet infiltratiegevoelig Infiltratiegevoelig Watertoets - overstromingsgevoelige gebieden 2012 Niet overstromingsgevoelig Effectief overstromingsgevoelig Mogelijk overstromingsgevoelig Watertoets - winterbedkaart Behoort niet tot het winterbed van de grote rivier Behoort tot het winterbed van de grote rivier Kaart 4 _ deelrup 2 o 1: RUP Zonevreemde Recreatie Opglabbeek DeelRUP 2 Watertoets Q:\00_P\BE0112\BE \GIS\Maps\BE _krt_013C_DeelRUP2_watertoets.mxd

135 43/46 (deelrup 2) BE _2 Bijlage 2: enquêtering gemeente SK Nieuwe Kempen (deelplan 2) Deze fiche werd opgemaakt in Ondertussen is de voetbalclub ontbonden. IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam club SK Nieuwe Kempen vzw Activiteit sportvoetbal (competitie) Aantal leden + 75, verspreid over verschillende groepen; jeugdgroepen, 1 e ploeg, Gebruiksfrequentie 5 dagen per week Opgericht opgericht in 1981 SITUERING BINNEN DE GEMEENTE BEOORDELING INFRASTRUCTUUR Voorkomen Clubgebouw, tribune en bijgebouwen zijn opgetrokken uit steen, betonsteen en betonplaten. Het laatste decennium werden volgende investeringen gedaan: uitbreiding kleedkamer, inrichting van de kantine en de kleedkamers. In de nabije toekomst staat de uitbreiding van het gebouw en de realisatie van een nieuwe tribune gepland. Gebruik De gebouwen en de terreinen worden enkel door de club gebruikt. Voorzieningen Elektriciteit, verwarming, sanitair, keuken en bergruimte zijn op de locatie aanwezig. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

136 44/46 (deelrup 2) BE _2 ADMINISTRATIEVE TOESTAND Eigendom Zowel de terreinen als de gebouwen worden door de vereniging gehuurd van de gemeente Opglabbeek. SOCIAAL-FUNCTIONEEL PROFIEL 75% van de leden komen uit de wijk, 15% uit andere wijken in de gemeente, en 10% van buiten de gemeente Opglabbeek. Vooral de wedstrijden van de 1 e ploeg trekken veel toeschouwers. MOBILITEITS- EN BEREIKBAARHEIDSPROFIEL De leden van de club komen overwegend (85%) met de auto (eigen vervoer of carpoolen). 5% van de leden gaat altijd te voet of per fiets, en de overige 10% gebruikt beide vervoerswijzen. De toeschouwers komen voor 90% met de auto, en voor 10% te voet of per fiets. Zowel door leden als toeschouwers wordt er enkel op openbaar terrein geparkeerd (parking in eigendom van de gemeente). ONTWIKKELINGSWENSEN Vooral uitbreiding van de huidige infrastructuur staat voorop. Deze zou vooral als bergruimte gebruikt worden. Om een antwoord te bieden op de hoge toeschouwersaantallen is de realisatie van een nieuwe tribune gewenst. Aan de toeschouwers wordt een bijdrage gevraagd (jeugdwedstrijden 1.5; wedstrijden 1 e ploeg 6) om zo de kas te spijzen. Verder wordt als tekortkoming het gebrek aan voldoende verlichting aangehaald. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

137 45/46 (deelrup 2) BE _2 Bijlage 3: beslissing dienst MER \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP2_g_n aopmlne.docx

138 Kantoren ARCADIS Belgium nv Antwerpen-Berchem Posthofbrug 12 (City Link) B-2600 Antwerpen-Berchem T F Gent Kortrijksesteenweg 302 B-9000 Gent Hasselt Eurostraat 1 bus 1 B-3500 Hasselt Luik Rue des Guillemins 26, 2 e verd. B-4000 Luik Charleroi 119, Avenue de Philippeville B-6001 Charleroi Bruxelles Rue Royale B-1000 Bruxelles Iso gecertificeerd voor Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, infrastructuur, milieu en ruimtelijke ordening

139 BE _3 Integrale toelichtings- en screeningnota DEELRUP 3 ZONEVREEMDE RECREATIE Gemeente Opglabbeek BE versie 11/2016

140 BE _3 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN ZONEVREEMDE RECREATIE Provincie Limburg Gemeente Opglabbeek Dit plan werd opgesteld door één of meerdere erkende Ruimtelijk Planners: Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek in zitting van )))). De gemeentesecretaris De voorzitter gemeenteraad Het college van burgemeester en schepenen van Opglabbeek bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek werd neergelegd gedurende het openbaar onderzoek van ))))). tot ))))). De gemeentesecretaris De burgemeester Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek in zitting van ))))))))). De gemeentesecretaris De voorzitter gemeenteraad

141 3/61 (deelrup 3) BE _3 INHOUDSOPGAVE DEELRUP 3 TOELICHTINGSNOTA DEELRUP Situering en probleemstelling Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Opglabbeek Deelruimte historisch gegroeide nederzetting Beschrijving deelruimte V Historisch gegroeide nederzetting Visie en ontwikkelingsperspectieven deelruimte V Historisch gegroeide nederzetting Ruimtelijke concepten Historisch gegroeide nederzetting Deelruimte grensoverschrijdende Bosbeekvallei Beschrijving deelruimte II Grensoverschrijdende Bosbeekvallei Visie en ontwikkelingsperspectieven Grensoverschrijdende Bosbeekvallei Ruimtelijke concepten Grensoverschrijdende Bosbeekvallei Behandeling Eendracht Louwel Opglabbeek volgens afwegingskader Behandeling Schutterij Sint-Lambertus Louwel volgens afwegingskader Behandeling bivakplaats bij schutterij volgens afwegingskader Bestaande juridische toestand Juridische tabel Verkavelings-, stedenbouwkundige en milieuvergunningen Gewestplan: zone voor dagrecreatie & natuurgebied VEN-gebied De Bovenloopse Bosbeek Bestaande feitelijke toestand Mens ruimtelijke aspecten Mens - mobiliteit Categorisering van de wegenis Openbaar vervoer, buurt- en voetwegen, fietsroutes Mens externe mensveiligheid Water Watersysteem Grondwater en watertoets Bodem Geluid Lucht en klimaat Fauna en Flora Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Visie, motivatie en verantwoording Doorwerking gemeentelijke visie, concepten en randvoorwaarden in het plangebied Randvoorwaarden gekoppeld aan het afwegingskader zonevreemde recreatie Randvoorwaarden gekoppeld aan deelruimtes II en V Vertaling naar stedenbouwkundige voorschriften en verordenend grafisch plan Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

142 4/61 (deelrup 3) BE _3 6.3 Compensatie VEN-gebied De Bovenloopse Bosbeek Compensatie natuurgebied Onderzoek tot milieueffectrapportage Stap 1: Toetsing aan het decreet DABM Stap 2: is het plan van rechtswege plan-mer-plichtig? Toetsing aan categorie A Toetsing aan de categorie B Conclusie over de plan-mer-plicht van rechtswege Stap 3: Veroorzaakt het plan belangrijke milieueffecten? Mens ruimtelijke aspecten Mens mobiliteit Mens - externe veiligheid Water Bodem Geluid Lucht en klimaat Fauna en flora Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Grensoverschrijdende effecten Conclusie Ruimtebalans Op te heffen voorschriften Op te heffen gewestplanvoorschriften Planbaten en Planschaden BIJLAGEN Eendracht Louwel Opglabbeek (deelplan 3) Schutterij Sint-Lambertus (deelplan 3) LIJST DER FIGUREN Figuur 1: gewestelijke ruimtelijke visie deelruimte Hoge Kempen gebied B2 (kaart 7) 7 Figuur 2: gewenste nederzettingsstructuur Louwel (deelrup 3)... 9 Figuur 3: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte II Grensoverschrijdende bosbeekvallei (GRS Opglabbeek, 2007) Figuur 4: gedeeltelijke opheffing VEN-gebied De Bovenloopse Bosbeek Figuur 5: compensatie VEN-gebied op perceel 11K Figuur 6: bestaande toestand plangebied deelrup Figuur 7: wegencategorisering, met aanduiding van deelrup 3 (GRS, mobiliteitsplan). 30 Figuur 8: Stappen in het onderzoek tot milieueffectrapportage Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

143 5/61 (deelrup 3) BE _3 LIJST DER KAARTEN Kaart 1_deelRUP3: orthofoto gewestplan... 6 Kaart 2_deelRUP 3: openbaar vervoer en buurt- en voetwegen Kaart 3_deelRUP 3: fietsroutes (functioneel en recreatief) Kaart 4_deelRUP 3: watertoets Kaart 5_deelRUP 3: BWK LIJST DER FOTO S Foto 1: inrit parking Foto 2: inrit parking Foto 3: inrit parking Foto 4: parking Foto 5: toegang Foto 6: bergruimte Foto 7: scheiding twee terreinen Foto 8: voetbalterrein Foto 9: voetbalterrein Foto 10: kantine Foto 11: kantine voetbalterrein Foto 12: tribune voetbal Foto 13: voetbalterrein Foto 14: voetbalterrein Foto 15: voetbalterrein Foto 16: voetbalterrein Foto 17: doorgang naar de voetbalclub Foto 18: clubhuis schutterij (noordzijde) Foto 19: clubhuis, bivak en staande wip Foto 20: bivak Foto 21: staande wip Foto 22: voetbalterrein, speelterrein LIJST DER BIJLAGEN Bijlage 1: informatieve kaarten Bijlage 2: enquêtering gemeente Bijlage 3: beslissing dienst MER Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

144 6/61 (deelrup 3) BE _3 TOELICHTINGSNOTA DEELRUP 3 1 Situering en probleemstelling Kaart 1_deelRUP3: orthofoto gewestplan Het plangebied van deelrup 3 is gelegen langs de Weg naar Opoeteren. Deze straat vormt de noordelijke grens van het deelplangebied, dat aansluit op de deelkern van Louwel. In het noordwesten wordt de grens gevormd door een aantal woningen (met tuin) langsheen de Weg naar Dome. Voor het overige wordt het plangebied omgeven door bos. Binnen het plangebied van deelruimte 3 zijn een voetbalclub en een schutterij met bivakplaats gevestigd. Deze zijn vandaag zonevreemd ingeplant: ze zijn deels gelegen in een zone voor dagrecreatie, deels in natuurgebied (volgens het gewestplan). De gemeente wenst aan de hand van voorliggend (deel)rup deze activiteiten rechtszekerheid te bieden. Herlokalisatie van de terreinen van de schutterij is geen optie, aangezien deze historisch verbonden is met de omliggende wijk. Bovendien is de inplanting van de bivakplaats zo, dat er aansluiting is op de aangrenzende speelbossen. Voetbalclub Eendracht Louwel Opglabbeek, tot slot, brengt heel wat spelers én toeschouwers uit de gemeente op de been. De activiteit heeft zich dus ingebed in het lokale weefsel en maakt er onlosmakelijk deel van uit. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

145 7/61 (deelrup 3) BE _3 2 Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2008 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Limburgse Kempen en Maasland. Op 12 december 2008 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed. Gemeente Opglabbeek valt binnen deelruimte II Hoge Kempen van de regio Limburgse Kempen en Maasland. De Hoge Kempen, gelegen op het hoogste deel van het Kempens Plateau, omvat de twee grote natuur- en boscomplexen Park Midden-Limburg en Park Hoge Kempen met tussenliggend stedelijk gebied van Genk en het open ruimte gebied van de Bosbeekvallei. Figuur 1: gewestelijke ruimtelijke visie deelruimte Hoge Kempen gebied B2 (kaart 7) Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

146 8/61 (deelrup 3) BE _3 De visie op de Hoge Kempen omvat het behouden, herstellen en ontwikkelen van onderlinge natuurverbindingen en unieke hydrologische relaties. Toerisme is een belangrijke nevenfunctie die binnen het ecologische en landschappelijke kader verder kan ontwikkeld worden. Het plangebied ligt op het grensvlak tussen de bebouwde ruimte van Opglabbeek en de omgeving van de Bosbeekvallei (30.6). Hiervoor wordt in de gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos op de regio Limburgse Kempen en Maasland voorgesteld dat waardevolle landschappen en erfgoedwaarden moeten gevrijwaard en versterkt worden. Concreet wordt de relatief ongerepte vallei van de Bosbeek aangeduid als een gebied met hoge landschappelijke en cultuurhistorische waarde omwille van reliëf, historisch en afwisselend bodemgebruik en cultuurhistorisch erfgoed. Het ruimtelijk beleid ondersteunt hier het behoud en het herstel van deze waarden in hun onderlinge samenhang. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

147 9/61 (deelrup 3) BE _3 3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Opglabbeek Het plangebied van deelrup 3 ligt op het grensvlak tussen de deelruimte historisch gegroeide nederzettingen en de deelruimte grensoverschrijdende Bosbeekvallei. In de volgende paragrafen worden beide deelruimtes besproken. 3.1 Deelruimte historisch gegroeide nederzetting Beschrijving deelruimte V Historisch gegroeide nederzetting Het plangebied van voorliggend deelrup kan beschouwd worden als deel van een deelruimte V historisch gegroeide nederzetting, meer bepaald deelruimte V.A. de kern van Louwel. De centrumfuncties zijn er gebundeld en centraal gelegen. In het GRS wordt de minder fraaie afwerking van de bebouwingsrand als een knelpunt beschouwd. Het dorp is omgord door een groenzone met kleinschalige agrarische functies. Deze groenzone fungeert als ruimtelijke buffer en heeft een uiteenlopende invulling. Verder wordt deze groengordel vrij intensief gebruikt als recreatieve zone: het bivakhuis en de voetbalinfrastructuur uit voorliggend deelrup worden expliciet vermeld als recreatieve functies binnen deze deelruimte Visie en ontwikkelingsperspectieven deelruimte V Historisch gegroeide nederzetting De ontwikkelingsperspectieven van deelruimte V Historisch gegroeide nederzetting lopen parallel aan de gewenste nederzettingsstructuur voor de kern van Louwel. Figuur 2: gewenste nederzettingsstructuur Louwel (deelrup 3) Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

148 10/61 (deelrup 3) BE _3 Het dorp wordt in het GRS gezien als één ruimtelijk en doorwaadbaar geheel, met interne verdichting. Het plangebied van voorliggend deelrup wordt aangeduid als sportzone en maakt in haar huidige statuut deel uit van de gewenste ruimtelijke structuur van Louwel. De sportzone wordt gekoppeld aan het infrastructuurnetwerk door middel van zachte verbindingen. Tot slot grenst de sportzone in het noordoosten aan een zone waar poortvorming de lokale kern zou kunnen aanduiden. (dorpstoegang Weg naar Opoeteren) In het zuidwesten kan de bebouwingsstrook worden afgewerkt die gelegen is naast de aangeduide sportzone. (Weg naar Dorne) Ruimtelijke concepten Historisch gegroeide nederzetting Voor de kern van Louwel gelden volgende ruimtelijke concepten: - Afwerken van de randen van de bebouwing in functie van een kwalitatieve afwerking van het dorp. Concreet wordt hierbij in het GRS gewezen op het ruimtelijk vormgeven aan het begin en einde van de bebouwing. Sommige locaties hebben enkel een ruggesteuntje nodig zoals bijvoorbeeld de toegang naar de Schutterij langs de Weg naar Dorne, die op een karakteristieke manier kan uitgewerkt worden, of de locatie van de sportvelden langs de Weg naar Opoeteren. [GRS Opglabbeek, 2007, p. 133] Het plangebied van voorliggend deelrup wordt dus expliciet vermeld als zone waar een afwerking van de bebouwing en dorpsrand kan worden bekomen. - Eigenheid van de woongebieden versterken. Ook hierbij wordt het profileren van het dorp door middel van in te zetten op een aantal cruciale plekken naar voor geschoven. Het gaat daarbij om toegangen, de centrumplek, de randen, etc. Dit concept hangt in sterke mate samen met de opgelegde afwerking van de dorpsranden. - Een aangename en bruikbare centrumplek creëren. Hierbij wordt ingezet op verdichting en doorwaadbaarheid. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

149 11/61 (deelrup 3) BE _3 3.2 Deelruimte grensoverschrijdende Bosbeekvallei Binnen deze deelruimte is er sprake van twee subdeelruimtes: - II.A. Ruggengraat van de Bosbeekvallei - II.B. Kleinschalige overgangszone Beschrijving deelruimte II Grensoverschrijdende Bosbeekvallei Figuur 3: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte II Grensoverschrijdende bosbeekvallei (GRS Opglabbeek, 2007) De volledige Bosbeekvallei kan beschouwd worden als drager van een ruimte natuurlijke structuur die de gemeente aan de oostzijde begrenst. Op provinciaal niveau is deze vallei geselecteerd als: - een complex gaaf landschap; - structuurbepalend hydrografisch element; - open ruimteverbinding. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

150 12/61 (deelrup 3) BE _3 De grensoverschrijdende Bosbeekvallei bestaat uit twee deelgebieden. In eerste instantie bestrijkt deelgebied II.A. de ruggengraat van de Bosbeek. Het betreft de middenzone langs de oostelijke gemeentegrens waar de open ruimte in de Bosbeekvallei het grootst is. De hoofdfunctie in dit deelgebied betreft het behoud en versterken van de ecologische en landschappelijke waarden. Deelgebied II.B. (kleinschalige overgangszone) binnen de deelruimte Grensoverschrijdende Bosbeekvallei omvat een gebied met historische nederzettingen. Hierin wordt een verweving van zachte functies zoals landbouw en recreatie in een kleinschalig landschap vooropgesteld. Het moet een overgangszone tussen Bosbeekvallei en historisch gegroeide nederzettingen blijven waarbij de bestaande functies gehandhaafd kunnen blijven mits deze een kleinschalige uitwerking in overeenstemming met het karakter van de Bosbeekvallei vertonen Visie en ontwikkelingsperspectieven Grensoverschrijdende Bosbeekvallei Als complex gaaf landschap dient de Bosbeekvallei, in navolging van de provinciale doelstellingen, via gericht landschapsbehoud en ontwikkeling behouden en versterkt te worden (deelruimte II.A). Alle ruimtelijke ingrepen moeten in overeenstemming zijn met de gewenste ontwikkeling van het landschap. Voor complexe gave landschappen, die gekenmerkt worden door verschillende structuurbepalende landschapselementen, zullen zowel de open ruimte als de landschappelijke relicten (punt-, lijn- en vlakrelicten) en ankerplaatsen maximaal behouden worden. Concreet betekent dit voor de Bosbeekvallei dat het divers aanbod aan landschappelijke en natuurlijke gegevens, hoe klein ze ook zijn, gehandhaafd en ondersteund zullen worden. [GRS Opglabbeek, 2007, p.109] De overgangszone tussen de ruggengraat en de historisch gegroeide nederzetting (deelruimte II.B) wordt beschouwd als een landschappelijk onderdeel van de Bosbeekvallei maar wordt gekenmerkt door een meer open karakter. Ook hier zal via gericht landschapsbehoud en ontwikkeling gewerkt worden aan het afstemmen op de typische kenmerken van een complex gaaf landschap. [GRS Opglabbeek, 2007, pp ] Binnen deze (sub)deelruimte II.B zal eveneens voor alle zonevreemde constructies of een gebiedsgerichte oplossing gezocht worden (o.a. voor het bivakhuis De Schutterij) of een uitdoofbeleid gevoerd worden (o.a. voor de weekendverblijven). [GRS Opglabbeek, 2007, p.110] Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

151 13/61 (deelrup 3) BE _ Ruimtelijke concepten Grensoverschrijdende Bosbeekvallei Voor de ruggengraat van de Bosbeekvallei wordt gestreefd naar een verdichting van de groenstructuur. Deze is dus beperkt toegankelijk. Aan de zijde van de overgangszone kunnen beperkte open ruimtes voorkomen. Hier wordt gestreefd naar een kleinschalige ruimtelijke uitwerking. Elke toeristisch-recreatieve voorziening in functie van wandel- of fietspad zal echter strikt afgebakend worden met als doel het respecteren van de geslotenheid van de natuurlijke drager. Een gebiedsgebonden inpassing van de nederzettingen en de recreatieve zone wordt nagestreefd. Er moet voorkomen worden dat de gebouwen en bijhorende infrastructuren een grofkorrelige structuur hebben, de aanleg van de buitenomgeving zal afgestemd worden op de eigenheid van het landschap van de Bosbeek. [GRS Opglabbeek, 2007, p. 110] Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

152 14/61 (deelrup 3) BE _3 3.3 Behandeling Eendracht Louwel Opglabbeek volgens afwegingskader Ligging Voetbalclub Eendracht Louwel Opglabbeek is functioneel verbonden met de kern van Louwel. De club is gelegen op het grensvlak van de deelruimtes II Grensoverschrijdende Bosbeekvallei en V Historisch gegroeide nederzetting, volgens de benadering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Opglabbeek. De oostelijke rand van de terreinen van de voetbalclub is gelegen in het GEN De Bovenloopse Bosbeek en het natuurreservaat De Oudsberg. Omwille van de beperkte zone van het plangebied die binnen het GEN en het natuurreservaat gelegen zijn, kan gesteld worden dat de voetbalclub op gemeentelijke niveau kan worden beoordeeld. Opmerking: het opheffen van een oppervlakte VEN-gebied wordt in voorliggend deelrup gecompenseerd. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

153 15/61 (deelrup 3) BE _3 Aard activiteit In het afwegingskader van het GRS worden twee soorten activiteiten beschreven. Voetbalclub Eendracht Louwel Opglabbeek behoort tot de sport- en speelvelden. Deze groep vraagt een meer gestuurde en structurele inpassing dan de tweede groep (verblijfstoerisme). Deelruimte Eendracht Louwel Opglabbeek is gelegen op het grensvlak van de deelruimtes II.A. / II.B. Grensoverschrijdende Bosbeekvallei en V.A. Historisch gegroeide nederzetting. In V.A. Historisch gegroeide nederzetting zijn sport- en recreatievelden toegelaten, aldus het afwegingskader van het GRS Opglabbeek. Als voorwaarde gelden (a) een degelijke functionele binding met het centrumgebeuren en (b) een kwalitatieve landschappelijke integratie. In de deelruimte Grensoverschrijdende Bosbeekvallei zijn echter geen sport- en recreatievelden toegelaten. De bestaande juridisch vastgelegde recreatieve zones in de deelruimte vormen hierop een uitzondering. Bijhorende infrastructuur De infrastructuur van de voetbalclub is matig aanwezig. Het betreft een bergruimte, kantine en 3 speelvelden. Het is mogelijk om mits matige ingrepen een landschappelijke integratie te realiseren. Reikwijdte 70% van de leden is afkomstig uit de gemeente. Tijdens trainingen zijn zo n 30 toeschouwers aanwezig (ouders). Wedstrijden van het A team trekken de meeste toeschouwers: dit zijn er en bij topwedstrijden loopt dit op tot ruim 400. De reikwijdte is algemeen genomen te bestempelen als gemeentelijk. Op piekmomenten stijgt deze echter tot bovengemeentelijk niveau. Output afwegingskader Lokale en gestuurde (in de zin van gebundelde activiteiten) bovenlokale ontwikkelingen, op kernversterkende of aan het centrumgebeuren gelinkte locaties. Landschappelijk geïntegreerd en afgestemd op de draagkracht van de omgeving. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

154 16/61 (deelrup 3) BE _3 3.4 Behandeling Schutterij Sint-Lambertus Louwel volgens afwegingskader Ligging Schutterij Sint-Lambertus Louwel is functioneel verbonden met de kern: ze maakt deel uit van collectief geheugen van de inwoners van Louwel. De schutterij is gelegen op het grensvlak van de deelruimtes II.A. / II.B. Grensoverschrijdende Bosbeekvallei en V.A. Historisch gegroeide nederzetting. De schutterij is niet gelegen in VEN, GEN of een andere aanduiding op gewestelijk niveau. Ook van provinciale structuren is er geen sprake. De beoordeling van de schutterij Sint-Lambertus Louwel valt bijgevolg op gemeentelijk niveau. Aard activiteit Schutterij Sint-Lambertus Louwel behoort tot de categorie sport- en speelvelden, aangezien deze evenzeer andere clubgebonden recreatieve activiteiten omvatten. Hier is een meer gestuurde en structurele inpassing vereist. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

155 17/61 (deelrup 3) BE _3 Deelruimte De schutterij is gesitueerd op het grensvlak van de deelruimtes II.A./II.B. Grensoverschrijdende Bosbeekvallei en V.A. Historisch gegroeide nederzetting. In deze laatste zijn sportvelden, recreatievelden en andere clubgebonden recreatieve activiteiten toegelaten. De schutterij valt onder de laatste categorie en krijgt dus een plek in deze deelruimte, volgens het afwegingskader van het GRS. Als voorwaarde gelden (a) een degelijke functionele binding met het centrumgebeuren en (b) een kwalitatieve landschappelijke integratie. In de deelruimte Grensoverschrijdende Bosbeekvallei zijn echter geen clubgebonden recreatieve activiteiten toegelaten. De bestaande juridisch vastgelegde recreatieve zones in de deelruimte vormen hierop een uitzondering. Bijhorende infrastructuur Bijhorende infrastructuur is matig aanwezig. Het betreft een clubhuis, een bivakplaats en een staande wip. Het is mogelijk om mits matige ingrepen een landschappelijke integratie te realiseren. Reikwijdte Alle leden komen uit de gemeente, waardoor de reikwijdte lokaal gemeentelijk is. Output afwegingskader Lokale en gestuurde (in de zin van gebundelde activiteiten) bovenlokale ontwikkelingen, op kernversterkende of aan het centrumgebeuren gelinkte locaties. Landschappelijk geïntegreerd en afgestemd op de draagkracht van de omgeving. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

156 18/61 (deelrup 3) BE _3 3.5 Behandeling bivakplaats bij schutterij volgens afwegingskader Ligging De bivakplaats maakt deel uit van de Schutterij Sint-Lambertus Louwel. Deze is functioneel verbonden met de kern en gelegen op het grensvlak van de deelruimtes II.A. / II.B. Grensoverschrijdende Bosbeekvallei en V.A. Historisch gegroeide nederzetting. De bivakplaats is niet gelegen in VEN, GEN of een andere aanduiding op gewestelijk niveau. Ook van provinciale structuren is er geen sprake. De beoordeling van de bivakplaats valt bijgevolg op gemeentelijk niveau. Aard activiteit De bivakplaats (jeugdverblijfstoerisme) behoort tot de categorie verblijfstoerisme. Het jeugdtoerisme is seizoensgebonden en vraagt een beperktere basisinfrastructuur die bovendien gemakkelijker landschappelijk kan worden ingepast. Ten opzichte van de andere categorie die wordt beschreven in het GRS, meer bepaald de sporten speelvelden, veroorzaken bivakplaatsen een lagere druk op de omgeving. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

157 19/61 (deelrup 3) BE _3 Deelruimte De bivakplaats is gesitueerd op het grensvlak van de deelruimtes II.A./II.B. Grensoverschrijdende Bosbeekvallei en V.A. Historisch gegroeide nederzetting. Bivakhuizen maken bij voorkeur gebruik van bestaande infrastructuren en gebouwen. In deelruimte II.A. Grensoverschrijdende Bosbeekvallei mogen ze enkel worden ingeplant op de bestaande locaties. Hierbij wordt gestreefd naar een gebiedsgerichte en kwalitatieve landschappelijke integratie met respect voor de omgeving. Ingrijpende en belangrijke verruimingen en infrastructurele aanpassingen die de draagkracht van de omgeving overschrijden, zijn niet toegelaten. Bijhorende infrastructuur De bivakplaats heeft een beperkte infrastructuur. Buiten de eigenlijke bivakplaats zelf, is er eigenlijk geen sprake van andere infrastructuur: bij kampen en/of weekends wordt er immers gebruik gemaakt van een veld van de voetbalclub. Het is bijgevolg mogelijk om mits matige ingrepen een landschappelijke integratie te realiseren. Reikwijdte In principe zijn er geen activiteiten in Opglabbeek aanwezig die op provinciaal of hoger niveau inspelen. Bivakhuizen vormen hier echter een uitzondering op. Ze richten zich immers op de ruimere regio, de provincie en mogelijk ook Vlaanderen. Ze zijn echter in grootte beperkt en maken gebruik van bestaande basisinfrastructuur. Men gaat er in het GRS vanuit dat deze activiteiten de draagkracht van de omgeving niet overschrijdt. Output afwegingskader Lokale en gestuurde bovenlokale ontwikkelingsmogelijkheden bij voorkeur aan de hand van bestaande bouwvolumes en infrastructuren. Landschappelijk en gebiedsgericht geïntegreerd en afgestemd op de draagkracht van de omgeving is een basisvereiste. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

158 20/61 (deelrup 3) BE _3 4 Bestaande juridische toestand 4.1 Juridische tabel juridische aspecten, beleidsmatige aspecten, uitvoeringsinstrument, bestaande situatie, subsidie-instrument RUIMTELIJK Gewestplan(nen) Gewestplan nr. 19 Hasselt - Genk (KB 03/04/1979). Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Algemene plannen van aanleg Bijzondere plannen van aanleg Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Verkavelingsvergunningen Bouwvergunningen AANPALEND: 7/34 V Voetbalclub Eendracht Louwel 1990/022 bouwen van een voetbalkantine en regularistatie van bestaande gebouwen (13/08/1990); N.V. Proximus 2004/067 installeren van een GSM-zendcel (13/08/2004); Gemeentebestuur Opglabbeek 2006/058 oprichten van een tribune (07/08/2006); Gemeentebestuur Opglabbeek 2007/110 oprichten van een zomerkantine (01/08/2007); Gemeentebestuur Opglabbeek 2008/041 plaatsen van een scorebord (30/05/2008); Gemeentebestuur Opglabbeek 2008/042 plaatsen van verlichting (30/05/2008). Vastgestelde bouwovertredingen Gebieden met recht van voorkoop Ruimtelijke ordening: geen. SECTORAAL Natuur Vogelrichtlijngebieden Habitatrichtlijngebieden AANPALEND: geen. AANPALEND: BE Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As-Opglabbeek-Maaseik op 300m. Gebieden van het duinendecreet AANPALEND: geen. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

159 21/61 (deelrup 3) BE _3 Ramsargebieden Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) Vlaamse of erkende natuurreservaten Bosreservaten Natuurinrichting AANPALEND: geen. GEN:. De Bovenloop Bosbeek (BVR 31/10/2003). GENO: geen. AANPALEND: geen. V-020 De Oudsberg (24/08/1999). AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. Gebieden met recht van voorkoop Vlaamse en erkende natuurreservaten: V-020 De Oudsberg (24/08/1999). Natuurinrichtingsprojecten: geen. VEN-gebieden: GEN De Bovenloop Bosbeek (BVR 31/10/2003). Biologische waarderingskaart (BWK) Geen faunistisch belangrijk gebied. Grotendeels biologisch minder waardevol. In het noorden en het zuiden smalle strook biologisch waardevol. In het noorden complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen. Water Beschermingszones grondwaterwinningen Bevaarbare waterlopen AANPALEND: geen. Onbevaarbare waterlopen (klasse) Watertoets - Erosiegevoelige gebieden Watertoets - Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Niet erosiegevoelig. Matig gevoelig voor grondwaterstroming. Watertoets - Hellingenkaart Helling tot 5%. Watertoets - Infiltratiegevoelige bodems Watertoets - Overstromingsgevoelige gebieden (2012) Watertoets - Winterbedkaart Recent overstroomde gebieden (ROG) Risicozones overstromingen Infiltratiegevoelig. Niet overstromingsgevoelig. Behoort niet tot het winterbed van de grote rivier. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

160 22/61 (deelrup 3) BE _3 Gebieden met recht van voorkoop Zeehavenbedrijven en Linkerscheldeoevergebied: geen. Integraal waterbeleid: geen. Waterwegen en Zeekanaal NV: geen. Landbouw Ruilverkaveling Herbevestigde Agrarische Gebieden (HAG) Gebieden met recht van voorkoop Ruilverkaveling: geen. Landschap Beschermde monumenten Beschermde landschappen, stads-, en dorpsgezichten Landschapsatlas: ankerplaatsen, relictzones, lijnrelicten, puntrelicten Erfgoedlandschappen (ankerplaatsen) Waardevol niet beschermd onroerend erfgoed: bouwkundig erfgoed en wereldoorlogerfgoed Landinrichting AANPALEND: geen. AANPALEND: R70025 Paraboolduin Opglabbeek, A70022 Vallei van de Bosbeek en De Houw. AANPALEND: geen. Wonen Woningbouw- en vernieuwingsgebieden Atlas van de woonuitbreidingsgebieden 71047A100 Woningbouwgebied Louwel Kern (07/04/1998). Gebieden met recht van voorkoop Vlaamse Wooncode: geen. Recreatie en toerisme Toeristische vergunning Verkeer Rooilijnen Weg naar Opoeteren KB 26/09/1955. Voet- en buurtwegen Buurtweg nr 3, buurtweg nr 9. Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk Fietsknooppuntennetwerk Gewestwegen Spoorwegen Functionele fietsroute (Weg naar Opoeteren). Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

161 23/61 (deelrup 3) BE _3 Leidingen (Hoogspanningsleidingen, gasleidingen)) Openbaar vervoer De Lijn Niet relevant. 8 Genk Overpelt, 11 Genk As Neeroeteren Maaseik. AANPALEND: G8 Genk Station - Zwartberg Opglabbeek N. Kempen - Louwel. Halte Weg naar Dorne en Voetbalveld op 150m. Milieu Milieuvergunningen Bodemvervuiling Voetbal Louwel 2007/ grondwaterwinning 5520m³/jaar (klasse 1, van 15/06/2007 tot 15/07/2017). Schutterij Sint-Lambertus 2001/ schietstand in open lucht (klasse 1 van 26/04/2001 tot 26/04/2021) en 1968/006_B schietbaan (klasse 1). Geen OVAM-dossiers. Industrie Seveso-inrichtingen: lagedrempelen hogedrempelinrichtingen VLAO Bedrijventerreinen AANPALEND (binnen 2km): geen. 4.2 Verkavelings-, stedenbouwkundige en milieuvergunningen Door de jaren heen zijn er heel wat stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd in het kader van de voetbal: bouw van een kantine en regularisatie van bestaande gebouwen (13/08/1990), plaatsen van een tribune (07/08/2006), een zomerkantine (01/08/2007), een scorebord (30/05/2008) en verlichting (30/05/2008). Verder heeft Voetbal Louwel ook een milieuvergunning voor grondwaterwinning (2007). De schutterij heeft een milieuvergunning verkregen voor de realisatie van een schietstand in openlucht en een schietbaan (2001). Op 13/08/2004 is een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor de bouw van een GSM-zendcel (Proximus). Tot slot: het plangebied van deelrup 3 grenst aan een verkaveling. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

162 24/61 (deelrup 3) BE _3 4.3 Gewestplan: zone voor dagrecreatie & natuurgebied Kaart 1_deelRUP 3: orthofoto gewestplan De schutterij met bivakplaats is gelegen in een zone voor dagrecreatie, volgens het gewestplan. Aangezien de bivakplaats inzet op (nacht)verblijven in weekends en tijdens kampen, gaat het om een zonevreemde activiteit. De voetbalclub is deels gelegen in de zone voor dagrecreatie, deels in natuurgebied, volgens het gewestplan. De opheffing van het natuurgebied wordt elders in de gemeente gecompenseerd: zie deelrup VEN-gebied De Bovenloopse Bosbeek Kaart 5_deelRUP 3: natuur - BWK Zoals eerder in voorliggende nota gesteld wordt binnen het deelplangebied een oppervlakte van het VEN-gebied De Bovenloop Bosbeek opgeheven. Het gaat in totaal om 38m² m² = 2466m². Figuur 4: gedeeltelijke opheffing VEN-gebied De Bovenloopse Bosbeek Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

163 25/61 (deelrup 3) BE _3 Dit VEN-gebied wordt gecompenseerd op het perceel 11K5. Het betreft grond in eigendom van de gemeente, die aansluit op het bestaande VEN-gebied. Zie Figuur 5. Perceel 11K5 heeft een totale oppervlakte van m²; ongeveer één derde daarvan is reeds gelegen in VEN-gebied. Het VEN-gebied (met een oppervlakte van 2466m²) dat opgeheven wordt binnen het RUP, wordt gecompenseerd op perceel 11K5 met een oppervlakte van m² nieuw VEN-gebied. Figuur 5: compensatie VEN-gebied op perceel 11K5 Het aangeduide perceel is ten zeerste geschikt als compensatie voor het opgeheven VEN-gebied. Zo is het mogelijk om het opgeheven gebied ruimschoots te compenseren: m² nieuw VEN-gebied wordt aangeduid, terwijl er slechts 2466m² VEN-gebied wordt opgeheven. Voorts is het perceel aansluitend aan het bestaande VEN-gebied gelegen en vormt het bijgevolg een duidelijke meerwaarde. Vandaag de dag heeft dit gebied potentieel waardevolle natuurwaarden: het betreft artificiële dennenbossen, maar via een gericht beheer kunnen deze omgevormd worden naar eiken-berken- of eiken-beukenbossen, aldus Agentschap Natuur en Bos (ANB). Het technisch beheer van deze bossen is de verantwoordelijkheid van ANB. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

164 26/61 (deelrup 3) BE _3 Bovendien is het perceel 11K5 in eigendom van de gemeente. Dit biedt garanties op het behoud en beheer van het perceel als VEN-gebied. Het betreft een grenscorrectie: aanpassing van een VEN-gebied via een niet-gewestelijk RUP. 5 Bestaande feitelijke toestand De bestaande feitelijke toestand geeft de ruimtelijke structuur van het plangebied weer op het moment van de opmaak van het RUP en wordt beschreven op basis van de disciplines die ook bij de milieubeoordeling worden gehanteerd. De bestaande feitelijke toestand wordt om die reden ook wel de referentiesituatie genoemd. 5.1 Mens ruimtelijke aspecten Figuur 6: bestaande toestand plangebied deelrup 3 Binnen het plangebied zijn drie activiteiten gesitueerd. In eerste instantie gaat het om de voetbalclub. Deze infrastructuur wordt gebruikt door Eendracht Louwel Opglabbeek (VELO) en door Damesvoetbal Opglabbeek. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

165 27/61 (deelrup 3) BE _3 Er is één wedstrijdveld en twee oefenvelden. Bijhorende infrastructuur omvat een kantine, verschillende kleedruimtes, bergruimtes en een tribune. Naast de twee voetclubs wordt een deel van het terrein ook gebruikt door de Koninklijke Schutterij Sint-Lambertus. Ze hebben een clubhuis en een schietboom met kogelvanger. Hun infrastructuur wordt in bepaalde periodes gebruikt voor jeugdverblijftoerisme (weekends en kampen). Er is dan ook een bivakplaats aanwezig. De gebouwen bestaan uit hout en steen. Het clubhuis is uitgerust met de basisvoorzieningen: elektriciteit, water, verwarming, sanitair, keuken, bergruimte en een slaapzaal. De afgelopen 10 jaar werden er verscheidene investeringen gedaan om de infrastructuur van het clubhuis up to date te houden. Het ganse terrein wordt ontsloten via de Weg naar Opoeteren (in het noorden) en is uitgerust met een verhard parkeerterrein. Foto 1: inrit parking Foto 2: inrit parking Foto 3: inrit parking Foto 4: parking Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

166 28/61 (deelrup 3) BE _3 Foto 5: toegang Foto 6: bergruimte Foto 7: scheiding twee terreinen Foto 8: voetbalterrein Foto 9: voetbalterrein Foto 10: kantine Foto 11: kantine voetbalterrein Foto 12: tribune voetbal Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

167 29/61 (deelrup 3) BE _3 Foto 13: voetbalterrein Foto 14: voetbalterrein Foto 15: voetbalterrein Foto 16: voetbalterrein Foto 17: doorgang naar de voetbalclub Foto 18: clubhuis schutterij (noordzijde) Foto 19: clubhuis, bivak en staande wip Foto 20: bivak Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

168 30/61 (deelrup 3) BE _3 Foto 21: staande wip Foto 22: voetbalterrein, speelterrein 5.2 Mens - mobiliteit Categorisering van de wegenis Figuur 7: wegencategorisering, met aanduiding van deelrup 3 (GRS, mobiliteitsplan) De gemeentelijke hoofdwegstructuur wordt gevormd door de Weg naar Bree/Weg naar As (N730) en de Weg naar Zwartberg/Weg naar Opoeteren. Het plangebied van voorliggend deelrup 3 wordt ontsloten door de tweede as, een lokale weg type II. Zowel de Weg naar Bree / Weg naar As als de Weg naar Zwartberg / Weg naar Opoeteren hebben volgende functies. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

169 31/61 (deelrup 3) BE _3 - het verwerken van een niet onbelangrijk deel regionaal verkeer, respectievelijk van noord naar zuid, en van west naar oost. - Het verzorgen van de intergemeentelijke verkeersrelaties (naar Genk en Maaseik voor wat betreft de Weg naar Zwartberg/Opoeteren, en naar Bree en As voor wat betreft de N730). - Het verzorgen van de belangrijkste interne verkeersrelaties tussen de drie interne woonkernen; dit geldt voor de Weg naar Zwartberg/Opoeteren volgens oostwestrichting Openbaar vervoer, buurt- en voetwegen, fietsroutes Kaart 2_deelRUP 3: openbaar vervoer en buurt- en voetwegen Kaart 3_deelRUP 3: fietsroutes (functioneel en recreatief) Vooraan de parking, aan de Weg naar Opoeteren, bevind zich een bushalte (Louwel voetbalveld). De volgende lijnen worden bediend: - Lijn 8: Genk Opglabbeek Overpelt via de N730 (1x per uur tijdens de schooluren), ook via Nieuwe Kempen - Lijn G8 Genk Sation Zwartberg -Opglabbeek Kempen-Louwel (van 6-19 u, 2x per uur) - Lijn 11: Genk As Neeroeteren Maaseik Lijn G8 heeft de halte Louwel voetbalveld als eindhalte. De parking wordt door de lijnbussen gebruikt om te keren. De voetbalverenigingen die van deze parking gebruik moeten maken signaleren dit als een onveilige situatie. Het bestaande parkeeraanbod is verre van toereikend. Dit heeft tot gevolg dat veel naast de rijbaan geparkeerd wordt i.p.v. op de parking. In de omgeving van het plangebied loopt enkel de functionele fietsroute op de Weg naar Opoeteren. Het recreatief fietsroutenetwerk maakt deel uit van het fietsknooppuntennetwerk Kempen en Maasland. Nabij het plangebied zijn geen knooppunten. De oorspronkelijke buurtwegen nr. 3 en nr. 9 zijn opgenomen in het huidige stratenpatroon en vormen nu respectievelijk de Weg naar Opoeteren en Weg naar Dorne. 5.3 Mens externe mensveiligheid Er zijn geen SEVESO-inrichtingen gelokaliseerd in het plangebied van voorliggend deelrup. Hetzelfde geldt voor de ganse gemeente Opglabbeek en haar ruime omgeving. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

170 32/61 (deelrup 3) BE _3 5.4 Water Kaart 4_deelRUP 3: watertoets Watersysteem Opglabbeek behoort tot: - het bekken van de Maas; - het deelbekken Noordoost-Limburg. Er zijn geen waterlopen aanwezig in het plangebied Grondwater en watertoets Uit de kaarten van de grondwatertoets kan het volgende afgeleid worden: - Er zijn geen beschermingszones voor grondwaterwinning in het gebied. - Erosiegevoelige kaart: het plangebied is niet erosiegevoelig - Grondwaterstromingsgevoelige bodems: de bodems van het volledige plangebied zijn matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) - Hellingenkaart: het merendeel van de hellingen heeft een percentage kleiner dan 0,5%; daarnaast komen er ook enkele hellingen voor met een percentage tussen 0,5% en 5% - Infiltratiegevoelige bodems: het volledige plangebied is infiltratiegevoelig - Overstromingsgevoelige gebieden: het plangebied is niet overstromingsgevoelig. - Winterbedkaart: het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. 5.5 Bodem Binnen het plangebied komen volgens de bodemkaart van België de volgende bodemseries voor: - OT: sterk vergraven gronden - X: duingrond - Zbf1: droge zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont 5.6 Geluid Het plangebied is in het noorden en westen omsloten door woongebied. Er zijn geen activiteiten aanwezig met een aanzienlijke geluidsproductie. De enige geluidsbron in de omgeving is het autoverkeer van de bewoners en bezoekers en het doorgaande verkeer op de Weg naar Opoeteren die een verbindingsweg is op de oost-west as. In het zuiden en oosten bevinden zich bossen en natuurgebieden. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

171 33/61 (deelrup 3) BE _3 5.7 Lucht en klimaat De concentratie PM10 overschrijdt ter hoogte van het plangebied tussen de 5.1 en de 10 keer het daggemiddelde van 50 µg/m³. De jaargemiddelde concentratie van PM10 ligt tussen 20.1 en 25 µg/m³. Deze concentratie blijft onder de norm van 40 µg/m³. De jaargemiddelde concentratie van NO2 ligt tussen µg/m³. Ook deze concentratie blijft onder de norm van 40 µg/m³. 5.8 Fauna en Flora Kaart 5_deelRUP 3: BWK Het plangebied is niet gelegen in een Speciale Beschermingszone. Op ca. 300 m van het plangebied ligt het Habitatrichtlijngebied Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As-Opglabbeek-Maaseik (BE ). Het oosten van het plangebied is deels gelegen in het VEN-gebied De Bovenloop Bosbeek (BVR 31/10/2003). Het betreft een GEN-gbied. Er is deels overlapping met het Vlaams natuurreservaat V-020 De Oudsberg (24/08/1999). Waardering volgens de biologische waarderingskaart Complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen: - grove dennenbestand met ondergroei van bramen, varens, heide of jonge struiken (ppms) en eiken-berkenbos (qb); Biologisch waardevol: - struweelopslag van allerlei aard, vaak op gestoorde gronden (sz) en bomenrij met dominantie van berk (kbp); - naaldhoutbestand (niet grove den) met ondergroei van grassen en kruiden (pmh) en naaldhoutbestand (niet grove den) zonder duidelijke ondergroei (pa); - naaldhoutbestand (niet grove den) met ondergroei van bramen, varens, heide of jonge struiken (pms) en grove den (pins); - grove dennenbestand met ondergroei van bramen, varens, heide of jonge struiken (ppms); Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen: - bebouwing in een (half)natuurlijke omgeving (un) en grove dennenbestand met ondergroei van bomen en struiken (ppmb). Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

172 34/61 (deelrup 3) BE _3 Biologisch minder waardevolle elementen: - zeer soortenarm, vaak tijdelijk grasland (hx) en recreatiezone (uv); - minder dichte bebouwing (ua). 5.9 Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Het uiterste oostelijke deel van het plangebied grenst aan de ankerplaats Vallei van de Bosbeek en De Houw (A70022). Binnen deze ankerplaats bevindt zich het relict Paraboolduin Opglabbeek (R70025). Het landschap strekt zich uit in de Bosbeekvallei, diep ingesneden in het Kempens Plateau. De Bosbeekvallei is er grotendeels uitgesproken asymmetrisch en heeft een hoge geo-morfologische waarde. Zij wordt gekenmerkt door een belangrijke dalbodem, met verschillende erosieniveaus, waarin de relatief zuivere beek in talrijke meanderbochten Maaswaarts kronkelt. Het plangebied maakt deel uit van het traditioneel landschap Limburgs heide- en bosgebied. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

173 35/61 (deelrup 3) BE _3 6 Visie, motivatie en verantwoording 6.1 Doorwerking gemeentelijke visie, concepten en randvoorwaarden in het plangebied De randvoorwaarden die worden opgelegd in het GRS, enerzijds vanuit de deelruimte (3.2.2 en 3.2.3) en anderzijds vanuit het afwegingskader voor zonevreemde recreatie (3.3, 3.4 en 3.5) worden in volgende paragrafen afgetoetst voor de recreatieve activiteiten binnen voorliggend deelrup. Het betreft Eendracht Louwel Opglabbeek, Schutterij Sint- Lambertus en de verblijfsrecreatie die plaatsvindt in de infrastructuur van de schutterij. Het plangebied van voorliggend deelrup ligt op het grensvlak tussen deelruimte V Historisch gegroeide nederzetting en deelruimte II grensoverschrijdende Bosbeekvallei. Deze laatste omvat twee subdeelruimtes: II.A. Ruggengraat van de Bosbeekvallei en II.B. Kleinschalige overgangszone. In eerste instantie beschouwen we de randvoorwaarden die volgen uit het afwegingskader van de zonevreemde recreatie. In voorliggend deelrup is er sprake van twee activiteiten die onder de categorie sport- en speelvelden e.a. clubgebonden recreatieve activiteiten vallen en één activiteit die onder dag- en verblijfstoerisme (bivakplaatsen i.f.v. jeugdverblijftoerisme; hoevetoerisme) valt. Beide categorieën leggen verschillende randvoorwaarden op Randvoorwaarden gekoppeld aan het afwegingskader zonevreemde recreatie Schutterij Sint-Lambertus en Eendracht Louwel Opglabbeek Voor Schutterij Sint-Lambertus en Eendracht Louwel Opglabbeek volgen volgende twee randvoorwaarden uit het afwegingskader: 1. Algemeen gaf het afwegingskader van het GRS aan dat lokale ()) ontwikkelingen op kernversterkende of aan centrumgebeuren gelinkte locaties kunnen worden bestendigd. Schutterij Sint-Lambertus is een lokale ontwikkeling: het ledenaantal is beperkt tot 50 en blijft dalen. Alle leden zijn afkomstig uit de gemeente Opglabbeek. Ook Eendracht Louwel Opglabbeek is een lokale ontwikkeling. Het ledenaantal is vrij hoog (239). Bovendien is de voetbalclub ondertussen gefuseerd met Damesvoetbal Opglabbeek, hetgeen het ledenaantal verder heeft doen toenemen. 70% van de leden is afkomstig van binnen de gemeentegrenzen. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

174 36/61 (deelrup 3) BE _3 Tijdens de trainingen zijn er meestal 30 toeschouwers; wedstrijden van het A-team trekt het meeste publiek aan: dit aantal kan lopen van tot 400 toeschouwers. Beide activiteiten zijn voorts gelinkt aan het centrumgebeuren. De schutterij biedt ruimte voor een historische activiteit, opgestart in de jaren 50 van vorige eeuw. De schutterij is volledig ingebed in het lokale weefsel gezien alle leden wonen in Opglabbeek. De voetbalclub Eendracht Louwel Opglabbeek heeft een ledenbestand dat overwegend afkomstig is uit de gemeente. Met de realisatie van nieuwe verkavelingen in Opglabbeek zag deze club haar ledenaantal stijgen. Er is dus duidelijk sprake van binding met de kern. De fusie met de lokale damesvoetbalclub versterkt deze binding alleen maar. Verder is de infrastructuur van de schutterij en de voetbalclub gelegen aan de rand van de kern. Er is niet meteen sprake van ruimtelijke inbedding in het eigenlijke centrum. Toch speelt de inplanting van deze activiteiten op de rand net in op de binding met de kern. Het passeren van de sportzone langsheen de Weg Naar Opoeteren vormt immers een indicatie dat men Louwel / Opglabbeek binnenrijdt of net verlaat. Als indicator van de toegang de gemeente heeft het plangebied dus wel degelijk potentie. Dit speelt in op de randvoorwaarde die vanuit de deelruimtes worden opgelegd in het GRS. (zie later) 2. Als randvoorwaarden gelden hierbij (a) de landschappelijke integratie en (b) de afstemming op de draagkracht van de omgeving. Vandaag de dag is de bebouwing in bepaalde mate geconcentreerd. Enerzijds is het voetbalclubgebouw en bijhorende tribunes gebundeld op een as langsheen de toegangszone / parking enerzijds en de voetbalterreinen anderzijds. Het clubgebouw wordt in een volgende fase minimaal uitgebreid. Verder is de infrastructuur van de schutterij (inclusief bivakplaats) ook geconcentreerd ingeplant, ten westen van de voetbalterreinen. In het RUP worden twee beperkte, bebouwbare zones aangeduid. Dit concept speelt rechtstreeks in op de landschappelijke integratie van het terrein. De constructies komen gebundeld voor en het deelplangebied wordt aan oostelijk en zuidelijke zijde omgord door groenbuffers en bospercelen. De westelijke en noordelijke grens worden bepaald door de aanwezige residentiële bebouwing langsheen de Weg naar Dorne en Weg naar Opoeteren. Beide activiteiten zijn voorts afgestemd op de draagkracht van de omgeving. Het oostelijke voetbalterrein overlapt wel met een GEN-gebied. Het veld is echter vergund geacht en kan bijgevolg behouden blijven. De gemeente voorziet een compensatie voor deze grenscorrectie. Dit is beslist in samenspraak met ANB. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

175 37/61 (deelrup 3) BE _3 Op vlak van mobiliteit wordt het plangebied vandaag ontsloten via de Weg naar Opoeteren en de weg naar Dorne. Vooral deze eerste is in staat om de toestroom aan recreanten adequaat op te vangen. Een ruime entree- en parkeerzone langsheen de Weg naar Opoeteren zorgt voor een geschikte en duidelijke gemarkeerde toegang. De huidige parking is niet optimaal, doordat één van de buslijnen van De Lijn hier steeds moet kunnen draaien. De gemeente is bezig met onderhandelingen met De Lijn om de route te wijzigen. Onderhoudswerken aan de parking dringen zich op: in het kader van dit onderhoud (nieuwe asfaltlaag) zal de gemeente de indeling van de parking herbekijken Bivakplaats De bivakplaats die gebruik maakt van de infrastructuur van Schutterij Sint-Lambertus is onderworpen aan volgende randvoorwaarden volgens het afwegingskader uit het GRS: 1. Lokale en gestuurde bovenlokale ontwikkelingsmogelijkheden bij voorkeur a.d.h.v. bestaande bouwvolumes en infrastructuren. De bivakplaats maakt gebruikt van het terrein en het clubgebouw van de schutterij in de zomerperiode. Er worden weekends en kampen georganiseerd. De schutterij wenst haar clubhuis te vervangen door een nieuwbouw gezien het huidige gebouw sterk verouderd is. Gezien de bebouwde zone echter beperkt wordt in voorliggend deelrup en gezien het clubhuis in sterke mate zal overeenstemmen met de huidige bouwvolumes, kan gesteld worden dat naast de schutterij ook de bivak gehuisvest blijft in bestaande bouwvolumes en infrastructuren. 2. Basisvereisten zijn (a) landschappelijk en gebiedsgericht geïntegreerd en (b) afgestemd op de draagkracht van de omgeving. Gezien de bivak integraal gebruikt maakt van de bouwvolumes, infrastructuur en terreinen van de schutterij wordt verwezen naar de landschappelijke integratie en afstemming op de draagkracht van de omgeving van deze laatste activiteit: - constructies komen gebundeld voor in het plangebied; - de activiteiten van de schutterij en bivakplaats zijn niet gelegen in gebieden met bovenlokale, natuurwaarde; - op vlak van mobiliteit volstaat de bestaande ontsluiting die hoofdzakelijk plaatsvindt langs de Weg naar Opoeteren en in tweede instantie via de Weg naar Dorne. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

176 38/61 (deelrup 3) BE _ Randvoorwaarden gekoppeld aan deelruimtes II en V Voor de ruggengraat van de Bosbeekvallei wordt gestreefd naar een verdichting van de groenstructuur. Deze is dus beperkt toegankelijk. Aan de zijde van de overgangszone (tussen de Bosbeekvallei en de historisch gegroeide kern van Louwel) kunnen beperkte open ruimtes voorkomen. Hier wordt gestreefd naar een kleinschalige ruimtelijke uitwerking. Elke toeristisch-recreatieve voorziening in functie van wandel- of fietspad zal echter strikt afgebakend worden met als doel het respecteren van de geslotenheid van de natuurlijke drager. De recreatieve infrastructuur wordt kleinschalig uitgewerkt: bebouwing wordt gebundeld op de huidige locaties en ondergaat geen verdere uitbreiding. De schaal van de infrastructuur zal beperkt blijven tot het huidige niveau. Op deze manier wordt ingespeeld op het statuut van het plangebied als overgangszone tussen de kern en de groenstructuur van de Bosbeekvallei. Deze laatste wordt zoveel als mogelijk bewaard. Een gebiedsgebonden inpassing van de nederzettingen en de recreatieve zone wordt nagestreefd. Er moet voorkomen worden dat de gebouwen en bijhorende infrastructuren een grofkorrelige structuur hebben, de aanleg van de buitenomgeving zal afgestemd worden op de eigenheid van het landschap van de Bosbeek. [GRS Opglabbeek, 2007, p. 110] De recreatieve infrastructuur is centraal in het deelplangebied ingeplant. Het RUP garandeert deze gebundelde en centrale inplanting, ook in de toekomst. Voor het overige is een gebiedsgebonden inpassing toegepast door de bebouwing zoveel als mogelijk te laten aansluiten op de bebouwing langsheen de Weg naar Opoeteren en de Weg naar Dorne. Naar het oosten en zuiden toe neemt de bebouwingsgraad af en vormen de voetbalterreinen een open en groene overgang naar het bestaande bosgebied (GEN-gebied). Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

177 39/61 (deelrup 3) BE _3 Voor de kern van Louwel geldt dat de rand van de bebouwing dient te worden afgewerkt in functie van een kwalitatieve afwerking van het dorp. Concreet wordt hierbij in het GRS gewezen op het ruimtelijk vormgeven aan het begin en einde van de bebouwing. Sommige locaties hebben enkel een ruggesteuntje nodig zoals bijvoorbeeld de toegang naar de Schutterij langs de Weg naar Dorne, die op een karakteristieke manier kan uitgewerkt worden, of de locatie van de sportvelden langs de Weg naar Opoeteren. [GRS Opglabbeek, 2007, p. 133] Voor deelrup 3 wordt een herorganisatie vooropgesteld. De bebouwing blijft hierbij geconcentreerd. Bovendien wordt de parkeerzone langsheen de Weg naar Opoeteren geherstructureerd. Deze wordt voorzien in combinatie met de ontsluiting van het plangebied: een duidelijke entreezone wordt hier vooropgesteld. Op deze manier wordt de rand van de bebouwing van de kern van Louwel duidelijk vormgegeven. Eigenheid van de woongebieden versterken. Ook hierbij wordt het profileren van het dorp door middel van in te zetten op een aantal cruciale plekken naar voor geschoven. Het gaat daarbij om toegangen, de centrumplek, de randen, etc. Dit concept hangt in sterke mate samen met de opgelegde afwerking van de dorpsranden. Een aangename en bruikbare centrumplek creëren. Hierbij wordt ingezet op verdichting en doorwaadbaarheid. Deze randvoorwaarde zet voornamelijk in op het centrale deel van de kern van Louwel. De besproken recreatieve infrastructuur kan hier slechts beperkt toe bijdragen. Bovenstaande redenering toont aan dat de huidige situatie reeds rekening houdt met de randvoorwaarden die het GRS oplegt. In het voorliggend deelrup wordt dan ook de bestendiging van de bestaande toestand beoogd. Aanvullend zullen een aantal ruimtelijke randvoorwaarden opgenomen worden in het RUP, zodat ook in de toekomst een kwalitatieve inplanting gegarandeerd wordt. Het gaat onder meer om de concentratie van gebouwen in aangeduide bebouwbare zones. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

178 40/61 (deelrup 3) BE _3 6.2 Vertaling naar stedenbouwkundige voorschriften en verordenend grafisch plan Algemeen wordt een plancorrectie doorgevoerd: de bestemming wordt aangepast aan de huidige situatie. De delen die binnen het plangebied momenteel de bestemming natuurgebied hebben worden door voorliggend deelrup omgezet naar recreatiegebied. Het overige deel van het plangebied heeft de bestemming dagrecreatie. Ook dit wordt omgezet en verruimd, aangezien de bivakplaats impliceert dat er overnacht wordt in het recreatiegebied. De stedenbouwkundige voorschriften stellen dat enkel de huidige recreatieve activiteiten zijn toegelaten. Het is van belang dat de bebouwing geconcentreerd is en blijft. Daarom worden bebouwbare zones aangeduid. Daarbuiten is het niet toegelaten om gebouwen te realiseren. Ook de verharding wordt beperkt: een zone voor parkeren wordt aangeduid en enkel hierbinnen is het toegelaten om auto s te stallen. Door een zone voor ontsluiting aan te duiden, wordt de totale verharde oppervlakte verder beperkt. Verhardingen moeten worden uitgewerkt in waterdoorlatende materialen. Opdat de recreatieve activiteiten in de toekomst adequaat kunnen gefaciliteerd worden, wordt het RUP-contour in het zuiden zeer beperkt verruimd ten opzichte van de perceelsgrenzen. Op deze manier kan een omheining rond het zuidelijke voetbalterrein worden geplaatst. Zo wordt de eventuele impact op de natuurlijke omgeving opgevangen. Tot slot wordt een groenbuffer voorzien in het noordwesten van het plangebied. Zo worden de tuinen van de woningen in de Weg naar Opoeteren afgescheiden van de schutterij. 6.3 Compensatie VEN-gebied De Bovenloopse Bosbeek Zoals eerder in voorliggende nota gesteld wordt binnen het deelplangebied een oppervlakte van het VEN-gebied De Bovenloop Bosbeek opgeheven. Het gaat in totaal om 2.466m². Ter compensatie wordt een nieuwe zone van m² als VEN-gebied aangeduid. (perceel 11K5). Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

179 41/61 (deelrup 3) BE _3 6.4 Compensatie natuurgebied In voorliggend deelrup wordt natuurgebied ingenomen en herbestemd naar recreatiegebied. Deze ingreep vergt compensatie. Het gaat om m² natuurgebied dat wordt herbestemd naar recreatiegebied. Het RUP Zonevreemde recreatie garandeert deze compensatie. Deze compensatie wordt elders in de gemeente doorgevoerd. Zie deelrup 4. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

180 42/61 (deelrup 3) BE _3 7 Onderzoek tot milieueffectrapportage Dit hoofdstuk beschrijft het onderzoek naar MER voor het RUP. Doel van dit onderzoek is nagaan of het voorgenomen plan, het RUP kan worden ontheven van de opmaak van een planmer. Dit zogeheten onderzoek naar MER, kortweg screening, is conform het plan-mer-decreet 1 dat op 1 december 2007 in werking trad. Het beschrijft de stappen die doorlopen dienen te worden om de plan-mer-plicht na te gaan. Figuur 8: Stappen in het onderzoek tot milieueffectrapportage 7.1 Stap 1: Toetsing aan het decreet DABM Dit plan beantwoordt aan de definitie van plan en programma uit het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid want er is voldaan aan de drie voorwaarden: 1. De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, in werking vanaf 1 september 2009, schrijft de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor; 2. De opsteller van het plan is een instantie, i.e. de gemeente Opglabbeek; 3. Het plan wordt vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek. Het plan valt bovendien niet onder de specifieke uitzonderingsregels en vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project. 1 Decreet van 27 april 2007 houdende wijziging van titel IV van DABM en van art. 36ter decreet natuurbehoud (B.S. 20/06/2007) Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

181 43/61 (deelrup 3) BE _3 7.2 Stap 2: is het plan van rechtswege plan-mer-plichtig? Onder de plannen en programma s die onder het toepassingsgebied van het decreet DABM vallen, onderscheidt men twee groepen van plannen en programma s die van rechtswege onderworpen zijn aan de plan-mer-plicht. Categorie A Plannen en programma s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd: 1. Betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, 2, 1 D.A.B.M.); én 2. Een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I, II en III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten én 3. Niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. Categorie B Plannen en programma s, of de wijziging ervan, waarvoor tegelijkertijd geldt dat, 1. gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.) én 2. Ze niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging ervan inhouden. Hierna wordt bekeken of het plan van rechtswege plan-mer-plichtig is, door na te gaan of het voldoet aan alle voorwaarden voor plannen van categorie A of valt onder de plannen van categorie B. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

182 44/61 (deelrup 3) BE _ Toetsing aan categorie A Heeft het plan betrekking op een van de sectoren genoemd in het decreet? Voorliggend deelplan is een (deel)rup en heeft bijgevolg betrekking op de ruimtelijke ordening. Aan deze voorwaarde is voldaan Vormt het plan een kader voor project-mer-plichtige projecten? Het voorgenomen plan is een gemeentelijk RUP voor het bestendigen van het huidige gebruik van een voetbalclub en schutterij (met bivakplaats). De infrastructuur omvat drie voetbalterreinen, twee clublokalen, tribunes, een parking en een staande wip. Dit omvat geen ingrepen die vallen onder de categorieën bijlage I of II van het project-mer-besluit van 10 december Het RUP kan mogelijks wel een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project zoals opgesomd onder rubriek 10b van bijlage III van het project-m.e.r.- besluit van 10 december Het plan kan met name kader vormen voor een stadsontwikkelingsproject, aangezien een beperkte parkeerzone wordt gefaciliteerd met voorliggend deelrup. Vormt het plan een kader voor project-mer-(screening)-plichtige projecten? Aan deze voorwaarde is mogelijks voldaan Betreft het plangebied een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging van een bestaand plan? Het plangebied betreft een zeer klein gebied op lokaal niveau. Ook gaat het om een kleine wijziging, aangezien men een juridische plancorrectie doorvoert om de verdere werking van de bestaande clubs (voetbal, schutterij met bivak) mogelijk te maken. Aan deze voorwaarde is voldaan Toetsing aan de categorie B Een tweede toetsing betreft de noodzaak tot het opstellen van een passende beoordeling conform de vigerende bepalingen van het decreet Natuurbehoud (art. 36ter 3 eerste lid). De bepalingen van de Europese plan-mer richtlijn en de omzetting hiervan in het Decreet DABM (cfr. supra), voorzien immers een koppeling van milieueffectrapportage voor plannen met de passende beoordeling (i.k.v. Habitatrichtlijn). In concreto moet nagegaan worden of het plan een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone (SBZ) kan veroorzaken. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

183 45/61 (deelrup 3) BE _3 Indien blijkt dat een passende beoordeling voor het voorgenomen plan noodzakelijk is uit hoofde van art.36ter 3 eerste lid van decreet Natuurbehoud, dan is het plan van rechtswege plan-mer plichtig voor zover deze plannen of programma s niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. Er bevindt zich een Habitatrichtlijngebied op 300m van het plangebied. Het betreft de SBZ Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As-Opglabbeek- Maaseik. Er kan dus gesteld worden dat er voor het deelrup 3 geen passende beoordeling vereist is uit hoofde van artikel 36ter van het decreet voor natuurbehoud. Wel wordt een voortoets opgemaakt Conclusie over de plan-mer-plicht van rechtswege Een toetsing aan de drie voorwaarden van categorie A heeft aangetoond dat het voorgenomen plan niet aan de drie voorwaarden voor plan-mer-plicht voldoet. Bovendien moet geen passende beoordeling worden opgemaakt. Het plan is bijgevolg niet plan-mer-plichtig van rechtswege. - Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het project-m.e.r.-besluit van 10 december Het RUP kan een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage III van het project-m.e.r.-besluit 10 december Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau en omvat een kleine wijziging. - Bijgevolg is voorliggend RUP screeningsgerechtigd. Er kan dus overgegaan worden tot een screening om na te gaan of het plan belangrijke milieueffecten kan veroorzaken en zo alsnog plan-mer-plichtig is. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

184 46/61 (deelrup 3) BE _3 7.3 Stap 3: Veroorzaakt het plan belangrijke milieueffecten? Voor plannen die het kader vormen voor een vergunning, maar niet vallen onder de plannen die van rechtswege plan-mer-plichtig zijn, moet een onderzoek uitgevoerd worden naar het mogelijke voorkomen van aanzienlijke milieueffecten, i.e. een screening. Indien uit dit onderzoek als besluit volgt dat aanzienlijke negatieve effecten kunnen optreden, moet de initiatiefnemer alsnog een plan-mer op (laten) stellen. Dit onderzoek gebeurt aan de hand van een bespreking van de mogelijk relevante effecten, cfr de gebruikelijke mer-praktijk. De beoordeling van de milieueffecten ten gevolge van het RUP gebeurt vooreerst t.o.v. de huidige situatie. Dit is de referentiesituatie. De referentiesituatie van het deelrup 3 werd besproken onder paragraaf 5. Een tweede bespreking evalueert de milieueffecten t.g.v. de autonome ontwikkeling. Dit is de ontwikkeling met de uitvoering van de geldende gewestplanbestemming. Het volledige plangebied is momenteel bestemd als natuurgebied en recreatiegebied Mens ruimtelijke aspecten Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Er zal weinig verschil zijn tussen de huidige situatie en de situatie die plaatsvindt eens het RUP is goedgekeurd. Momenteel zijn er binnen het plangebied 3 voetbalvelden gelegen, twee clublokalen, staande wip (schutterij) en parking. Door het deelrup krijgen de recreatieve activiteiten wel meer bestaanszekerheid. Hierdoor kunnen de verenigingen investeringen doen om de infrastructuur te verbeteren. Die ingrepen zijn wel degelijk nodig. De kwalitatieve invulling van het recreatiegebied is van wezenlijk belang. In het deelrup is rekening gehouden met een efficiënt ruimtegebruik: er worden twee zones voor bebouwing afgebakend. Alle infrastructuur dient binnen die zonez voor bebouwing verzameld te worden. Door uniformiteit en een concentratie van de gebouwen wordt een zekere ruimtelijke kwaliteit bereikt Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Bij een autonome ontwikkeling zouden twee van de drie voetbalvelden verdwijnen aangezien deze gelegen zijn in natuurgebied. Zij zouden dus een natuurlijke (bos) invulling krijgen. Verder zouden de activiteiten van de bivakplaats volledig worden opgeheven, gezien er geen overnachtingen mogen plaatsvinden volgens de bestemming ( dagrecreatie ) Milderende maatregelen Niet vereist. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

185 47/61 (deelrup 3) BE _ Conclusie Het deelrup leidt tot positieve effecten ten aanzien van recreatie Mens mobiliteit Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie De bestendiging van de huidige activiteiten en het mogelijk maken om een betere infrastructuur te voorzien leidt mogelijk tot meer recreanten. De toename zal beperkt zijn. De Weg naar Opoeteren vormt de hoofdas waarlangs het plangebied wordt ontsloten. Deze as kan een eventuele en beperkte toename van verkeer aan. Verder wordt langsheen de Weg naar Opoeteren, ter hoogte van de entreezone een parking voorzien. De parkeerdruk is hoog. De gemeente wil op termijn een herinrichting mogelijk maken, waarbij De Lijn niet langer de parking gebruikt als keerlus. Een meer logische en efficiënte indeling van de parking zou daardoor mogelijk zijn Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen In vergelijking met de autonome ontwikkeling zal er weliswaar een grotere verkeerstroom zijn, maar deze is niet zo groot dat ze overlast zou veroorzaken Milderende maatregelen Milderende maatregelen zijn niet vereist ten aanzien van mobiliteit Conclusie Het deelrup leidt niet tot significant negatieve effecten op vlak van mobiliteit Mens - externe veiligheid Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Met de realisatie van het deelrup wordt het voortbestaan van de recreatiemogelijkheden verzekerd. Binnen een straal van 2 km rond het plangebied zijn geen Seveso-bedrijven gelegen. Bovendien is er ook geen sprake van aandachtsgebieden, aangezien de bezoekersaantallen onder de desbetreffende normen blijven (i.e. 200 bezoekers per dag en/of 1000 bezoekers op piekmomenten). Er worden dus geen negatieve effecten op de externe mensveiligheid verwacht Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Door de afwezigheid van Seveso-bedrijven en aandachtsgebieden in de omgeving van het plangebied, leidt het deelrup niet tot een wijziging in het effect op externe mensveiligheid ten opzichte van het autonoom scenario. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

186 48/61 (deelrup 3) BE _ Milderende maatregelen Er dienen geen milderende maatregelen genomen te worden ten aanzien van externe mensveiligheid Conclusie Het deelrup veroorzaakt geen effecten op de externe mensveiligheid Water Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie In het deelrup worden twee zones voor bebouwing afgebakend: in het noorden (voor de voetbal) en in het westen (voor de schutterij / bivakplaats). De huidige locatie van het clubhuis wordt behouden, maar een nieuw bouwvolume zal worden gerealiseerd in functie van de voetbalactiviteiten. Het clubgebouw van de schutterij (westen van het plangebied) blijft behouden. Voor de aanleg van een nieuwe parking wordt in het deelrup opgelegd dat de verharding aangelegd moet worden in waterdoorlatende materialen. Op die manier kan hemelwater alsnog in de bodem infiltreren. Nieuwbouw en verhardingen dienen minstens te voldoen aan de gewestelijke hemelwaterverordening. Hemelwater afkomstig van de dakoppervlakten kan hergebruikt worden of kan geïnfiltreerd of gebufferd worden. Het afvalwater van het plangebied is afkomstig van de sanitaire voorzieningen. Het afvalwater is aangesloten op de riolering. De bodems binnen het plangebied zijn matig gevoelig voor grondwaterstromingen. Ondergrondse constructies zullen binnen het plangebied beperkt zijn (geen woon- of leefvertrekken). Er worden bijgevolg geen significante effecten op de grondwaterstroming verwacht. Volgende maatregelen worden genomen: - hergebruik van hemelwater voorzien (bv. sanitaire voorzieningen, besproeiing beplantingen, )). - Eventueel bijkomende maatregelen nemen voor infiltratie en buffering van hemelwater bij het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning (bv. infiltratiezones, aanleg van groendaken, waterdoorlatende verhardingen, )). Dit moet blijken uit de watertoets op projectniveau. - Voor de verhardingen dient zo veel mogelijk gekozen te worden voor waterdoorlatende materialen. Hierdoor zal infiltratie van het hemelwater in de bodem mogelijk blijven. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

187 49/61 (deelrup 3) BE _ Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Het verschil met de autonome ontwikkeling is beperkt voor het aspect water. In een autonome ontwikkeling zouden het oostelijke en zuidelijke deel van het plangebied worden ingericht als natuurgebied. De huidige inrichting (onder de vorm van open voetbalvelden met natuurlijk gras) vormt weinig verschil voor wat betreft waterinfiltratie. Het deelrup legt verder een maximaal percentage aan bebouwde oppervlakte vast. Hierdoor worden garanties geboden voor het behoud van infiltratiemogelijkheden Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Niet vereist Conclusie Er worden geen significante negatieve effecten op water verwacht ten gevolge van de realisatie van het RUP Bodem Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Bij de realisatie van het deelrup zullen er voor de aanleg van een nieuwe parking en de eventuele bouw van nieuwe gebouwen grondwerken plaatsvinden. Deze werken gaan gepaard met (oppervlakkige) uitgravingen van het bodemprofiel. Er worden echter geen significant negatieve effecten op de bodem verwacht aangezien de bodems in het plangebied geen wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde hebben. De toepassing van het bodemsaneringsdecreet en VLAREBO zorgt er voldoende voor dat er geen signifcante negatieve effecten optreden ten aanzien van bodem Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Bij de autonome ontwikkeling zal binnen dat deel van het plangebied dat bestemd is als natuurgebied geen of weinig beroering van het bodemprofiel plaatsvinden. Binnen de zone met bestemming dagrecreatie blijft dit wel degelijk mogelijk Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Er zijn geen milderende maatregelen vereist Conclusie Er worden geen significante negatieve effecten op bodem verwacht ten gevolge van de realisatie van het RUP Geluid Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Met de inrichting van het totale plangebied in functie van recreatie zal de sterkste geluidsproductie veroorzaakt worden door het verkeer. Daarnaast zullen ook Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

188 50/61 (deelrup 3) BE _3 voetbalwedstrijden en, in beperkte mate, de schietactiviteiten ook het behalen van een zeker geluidsniveau met zich meebrengen. De Schutterij beperkt haar activiteiten tot de maanden maart tot en met november. De voetbalactiviteiten vinden wel elke dag plaats (trainingen). Op zaterdag en zondag worden wedstrijden gespeeld. In de zomerperiode wordt de bivakplaats tot slot ingezet voor jeugdtoerisme (overnachtingen). Deze drie activiteiten vinden ondertussen al een aantal jaren plaats. Omwonenden hebben geen klachten kenbaar gemaakt aan de gemeente aangaande geluidsoverlast Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen In vergelijking met het deelrup zal er bij de autonome ontwikkeling minder geluidsproductie zijn omdat de percelen waarop vandaag twee van de drie voetbalvelden zijn gelegen deels als natuurgebied worden ingericht. Het derde voetbalterrein, de bijhorende infrastructuur en de voorzieningen van de schutterij zijn volgens de geldende bestemmingsplannen gelegen in gebied voor dagrecreatie: deze activiteiten zullen dus blijven plaatsvinden. Enkel de overnachtingen (bivakplaats) houden op met bestaan. Aangezien er echter geen significante geluidshinder wordt verwacht door de activiteiten die het deelrup bestendigt, is het verschil tussen het deelrup en de autonome ontwikkeling aanvaardbaar Milderende maatregelen doorwerking naar het plan De recreatieve activiteiten zijn reeds sterk beperkt in tijd en intensiteit. Er zijn geen milderende maatregelen nodig ten aanzien van geluid Conclusie Er zijn geen significant negatieve effecten te verwachten ten gevolge van de goedkeuring en doorwerking van voorliggend deelrup Lucht en klimaat Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Mogelijke emissies binnen het plangebied na goedkeuring van voorliggend deelrup zijn afkomstig van gebouwenverwarming. Volgens het deelrup blijft de bebouwing echter beperkt tot gebouwen ter ondersteuning van de recreatie (inclusief clubhuis). Deze worden niet permanent bewoond hebben bijgevolg geen hoge emissiewaarden. Bovendien zal het zone-eigen statuut dat de recreatieve infrastructuur verkrijgt op basis van voorliggend deelrup ervoor zorgen dat de gebouwen kunnen hernieuwd worden. Een duurzamer materiaalgebruik kan bijgevolg worden bekomen. De bestendiging van de huidige activiteiten en het mogelijk maken om betere infrastructuur te voorzien leidt mogelijks tot een groter aantal voertuigbewegingen van en naar het plangebied. Dit verkeer brengt een uitstoot aan verontreinigende stoffen met zich mee. De toename van het verkeer wordt echter zeer beperkt geacht. Met de Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

189 51/61 (deelrup 3) BE _3 verbetering van voertuigtechnologie (schonere brandstoffen, efficiëntere motoren) kan tevens aangenomen worden dat de toekomstige uitstoot afkomstig van het verkeer beperkter zal zijn Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen De luchtkwaliteit in het plangebied, rekening houdend met de geldende bestemmingsplannen, wordt in sterke mate bepaald door de gebouwenverwarming. Gezien de weinig kwalitatieve inrichting van deze gebouwen (met weinig duurzame materialen) kan gesteld worden dat voorliggend deelrup het mogelijk maakt om de luchtkwaliteit te verbeteren. Bvb. door duurzamer materiaalgebruik bij herbouw van het clubhuis van de voetbal Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Er dienen geen milderende maatregelen voorzien te worden Conclusie Er wordt geen significante afname van de luchtkwaliteit ter hoogte van het plangebied verwacht Fauna en flora Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Het plangebied overlapt het VEN-gebied De Bovenloop Bosbeek en het Vlaams natuurreservaat De Oudsberg ; dit met een oppervlakte van 2466m². Dit VEN-gebied wordt gecompenseerd op het perceel 11K5. In totaal wordt een nieuwe zone van m² als VEN-gebied aangeduid. Het aangeduide perceel is ten zeerste geschikt als compensatie voor het opgeheven VEN-gebied. Zo is het mogelijk om het opgeheven gebied ruimschoots te compenseren. Voorts is het perceel aansluitend aan het bestaande VEN-gebied gelegen en vormt het bijgevolg een duidelijke meerwaarde. Vandaag de dag heeft dit gebied potentieel waardevolle natuurwaarden: het betreft artificiële dennenbossen, maar via een gericht beheer kunnen deze omgevormd worden naar eiken-berken- of eiken-beukenbossen, aldus Agentschap Natuur en Bos (ANB). Het technisch beheer van deze bossen is de verantwoordelijkheid van ANB. Bovendien is het perceel 11K5 in eigendom van de gemeente. Dit biedt garanties op het behoud en beheer van het perceel als VEN-gebied. Voorts wordt natuurgebied wordt opgeheven: er vindt immers een herbestemming plaats naar zone voor recreatie. Het gaat om m² natuurgebied. Deze oppervlakte wordt elders in de gemeente ruimschoots gecompenseerd. Zie deelrup 4: m² wordt herbestemd als natuurgebied. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

190 52/61 (deelrup 3) BE _3 Binnen het plangebied is er sprake van complexen van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen enerzijds en complexen van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen anderzijds aanwezig. Er wordt dus oppervlakte ingenomen met een zekere natuurwaarde door voorliggend RUP. Ten opzichte van de huidige situatie is er echter geen verschil: het RUP bestendigt de huidige activiteiten. Een aantasting van de natuurwaarden is niet aannemelijk, gezien deze waarde is vastgesteld op basis van de huidige situatie (inclusief voetbalterreinen, schietactiviteiten en bivakplaats). In het plangebied wordt aanvullend ook ruimte voor groen voorzien. Streekeigen en standplaatsgeschikte soorten worden toegepast. Ten gevolge van de activiteiten kan er licht- en geluidsverstoring optreden. De aanwezige soorten zijn echter reeds aangepast aan deze verstoring. In de voortoets wordt het volgende gesteld: Door de principes van goed verlichten toe te passen en door maximaal te kiezen voor amberkleurige verlichting kan met zekerheid gesteld worden dat er geen significante negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van het SBZ-H verwacht worden. Dit omvat eveneens het voorzien van verlichtingsarmaturen die het licht minder verstrooien. Deze maatregelen worden verordenend doorvertaald in de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen De effecten ten aanzien van fauna en flora binnen de deelzone met bestemming dagrecreatie zijn bij de autonome ontwikkeling en het deelrup vergelijkbaar. Er kan af en toe licht- en geluidsverstoring optreden. Bij autonome ontwikkeling wordt het oostelijke en zuidelijke deel van het plangebied wel ingericht als natuurgebied. Dit vormt een meerwaarde voor de lokale fauna en flora Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Bij het bepalen van de verlichting dient strooilicht te worden voorkomen. Als niet bindende milderende maatregel wordt gevraagd om alle armaturen zo te plaatsen dat deze onder een hoek van 90 naar beneden gericht zijn Conclusie Er wordt geen significante effecten ten aanzien van fauna en flora verwacht Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Het deelrup beoogt een kwaliteitsvolle invulling van het plangebied dat momenteel integraal gebruikt wordt voor recreatie. De bebouwing zal in het deelrup gebundeld worden in twee duidelijk afgebakende zones. Op die manier tracht het deelrup om verrommeling van het landschap tegen te gaan. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

191 53/61 (deelrup 3) BE _3 Met de bestendiging van de activiteiten, kan de voetbalclub haar intentie realiseren om het huidige clubgebouw af te breken en een nieuwbouw te plaatsen. Gezien de beperkte impact van deze wijziging zal er geen sprake zijn van een significante visuele verstoring van het landschap. De bebouwing wordt beperkt tot een bepaalde zone en wordt zoveel mogelijk landschappelijk geïntegreerd. Bij graafwerken dient een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd te worden, om verlies van eventueel aanwezig archeologisch materiaal te vermijden Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Zowel in het deelrup als bij de autonome ontwikkeling kunnen er gebouwen opgericht worden ter hoogte van dat deel van het plangebied dat vandaag de bestemming gebied voor dagrecreatie heeft. Het gedeelte dat bestemming natuurgebied heeft dient onbebouwd te zijn. Ook vandaag is hier echter geen sprake van bebouwing. Het deelrup zorgt voor een concentratie, beperking en bundeling van de bebouwing. Dit zijn positieve effecten ten aanzien van het landschap die niet gegarandeerd worden bij de autonome ontwikkeling Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Niet vereist Conclusie Er worden geen significant negatieve effecten op het landschap verwacht. 7.4 Grensoverschrijdende effecten Het plangebied is volledig op Vlaams grondgebied gelegen en bevindt zich op ca. 18 km van de dichtste grens met Nederland. Gezien de aard, context en omvang van het plan, kan worden gesteld dat in onderhavig geval het voorgenomen plan geen aanzienlijke (gewest)grensoverschrijdende milieueffecten kan hebben. 7.5 Conclusie Voorgaande effectbespreking heeft aangetoond dat de effecten die zich op de diverse milieuaspecten voordoen beperkt te noemen zijn. Bijgevolg kan worden geconcludeerd dat het deelrup3 niet plan-mer-plichtig is. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

192 54/61 (deelrup 3) BE _3 8 Ruimtebalans Gewestplan RUP Recreatiegebied m² m² Natuurgebied m² 0 m² Totaal m² m² 9 Op te heffen voorschriften 9.1 Op te heffen gewestplanvoorschriften Bij de inwerkingtreding van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Zonevreemde recreatie deelrup 3 worden voorschriften van de bestemmingen van het gewestplan Hasselt Genk (KB 03/04/1979) opgeheven. Binnen de begrenzing van het RUP Zonevreemde recreatie deelrup 3 worden volgende bestemmingen opgeheven: gebied voor dagrecreatie en natuurgebied. 10 Planbaten en Planschaden Aan het RUP wordt een register bijgevoegd waarin een overzicht wordt gegeven van alle zones waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot - een planschadevergoeding (cfr VCRO art ), - een planbatenheffing (cfr VCRO art ), - een bestemmingswijzigingscompensatie (cfr DGPB art ) of - compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften (cfr DGPB art ). Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

193 55/61 (deelrup 3) BE _3 BIJLAGEN Bijlage 1: informatieve kaarten Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

194 56/61 (deelrup 3) BE _3 Bijlage 2: enquêtering gemeente Eendracht Louwel Opglabbeek (deelplan 3) IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam club Voetbalclub Eendracht Louwel Opglabbeek vzw Activiteit sportvoetbal (competitie) Aantal leden aantal leden Eendracht Louwel in 2011: 239 leden; vanaf seizoen 2012/2013 gebeurt er een fusie met DVO* waardoor het aantal leden zal stijgen tot 300 à 350 leden Gebruiksfrequentie Het terrein en de gebouwen worden dagelijks gebruikt voor trainingen. Wedstrijden worden op zaterdag en zondag gespeeld. Opgericht De vereniging werd in 1966 opgericht en is sinds 1969 een vzw. In 2007 werd een nieuwe bestuursploeg en een nieuwe jeugdwerking aangesteld. Hierdoor is het aantal jeugdleden op 5 jaar tijd gegroeid van 8 naar 120! SITUERING BINNEN DE GEMEENTE BEOORDELING INFRASTRUCTUUR Voorkomen De gebouwen zijn opgetrokken uit steen en betonsteen. Recent zijn er zowel aan het terrein als aan de gebouwen veel investeringen gebeurd. Gebruik Twee keer per maand wordt het terrein en/of de gebouwen verhuurd voor feesten. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

195 57/61 (deelrup 3) BE _3 Voorzieningen Er is elektriciteit, water, verwarming, sanitair, een keuken en een bergruimte aanwezig. ADMINISTRATIEVE TOESTAND Eigendom Zowel de terreinen als de gebouwen worden gehuurd van de gemeente Opglabbeek. SOCIAAL-FUNCTIONEEL PROFIEL 70% van de leden is afkomstig van binnen de gemeentegrenzen. De overige 30% komt van daarbuiten. Tijdens trainingen zijn meestal 30 toeschouwers (ouders) aanwezig. Wedstrijden van het A team trekken de meeste toeschouwers. Dit zijn er en op topwedstrijden ruim 400. MOBILITEITS- EN BEREIKBAARHEIDSPROFIEL Zo n 80 à 85% van de leden en de toeschouwers komt met de wagen. Enkele gebruiken het openbaar vervoer waarvan er een lijnhalte aanwezig is op de parking en het overige deel gaat te voet of met de fiets. ONTWIKKELINGSWENSEN Van de 5 verenigingen heeft Eendracht Louwel de sterkste nood aan nieuwe ontwikkeling. De laatste jaren is de club spectaculair gegroeid en door nieuwe verkavelingen en de fusie met DVO zal het ledenaantal verder stijgen. Er is zeer veel verwezenlijkt aan terreinen en gebouwen maar nieuwe investeringen dringen zich op. Er is een tekort aan speelvelden en de infrastructuur is ontoereikend. Er moet onderzocht worden in welke mate de huidige locatie kan voldoen aan de eisen die nu en de komende jaren gesteld worden. Herlocalisatie van de club is voor het bestuur mogelijk onder bepaalde voorwaarden. * DVO = Damesvoetbal Opglabbeek Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

196 58/61 (deelrup 3) BE _3 Schutterij Sint-Lambertus (deelplan 3) IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam club Koninklijke Schutterij Sint Lambertus vzw Activiteit culturele activiteit Aantal leden 50 leden, verwacht wordt dat het ledenaantal de komende 5 jaar daalt tot 40 Gebruiksfrequentie variabel gebruik binnen de periode maart - november Opgericht opgericht in de jaren 50 SITUERING BINNEN DE GEMEENTE BEOORDELING INFRASTRUCTUUR Voorkomen De gebouwen bestaan uit hout en steen. Het afgelopen decennium werden de volgende investeringen gedaan: nieuwe keuken, verwarming, nieuwe bedden en douches. Gebruik Naast het gebruik door de vereniging wordt het terrein en het clubgebouw tijdens de zomervakantie verhuurd voor weekends en kampen. De terreinen van de vereniging worden tijdens die periode door de huurders mee gebruikt. Voorzieningen Volgende voorzieningen zijn in het gebouw aanwezig: elektriciteit, water, verwarming, sanitair, keuken, een bergruimte en een slaapzaal. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

197 59/61 (deelrup 3) BE _3 ADMINISTRATIEVE TOESTAND Eigendom De vereniging heeft het clubhuis en het terrein in erfpacht van de gemeente. ( ) SOCIAAL-FUNCTIONEEL PROFIEL Alle leden komen uit de gemeente. MOBILITEITS- EN BEREIKBAARHEIDSPROFIEL 80% van de leden komt met de wagen. De overige 20% komt afwisselend met de wagen en te voet/per fiets. De toeschouwers komen voor 50% per wagen en voor 50% te voet/per fiets. ONTWIKKELINGSWENSEN De vereniging wenst het huidige clubhuis te vervangen door een nieuwbouw. Het huidige gebouw is verouderd en zonevreemd. De erfpacht van het gebouw en het terrein loopt nog tot in Over een eventuele hernieuwing van de erfpacht is nog niets bekend. Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

198 60/61 (deelrup 3) BE _3 Bijlage 3: beslissing dienst MER Q:\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP3_h.docx

199 61/61 (deelrup 3) BE _3 Kantoren ARCADIS Belgium nv Antwerpen-Berchem Posthofbrug 12 (City Link) B-2600 Antwerpen-Berchem T F Gent Kortrijksesteenweg 302 B-9000 Gent Hasselt Eurostraat 1 bus 1 B-3500 Hasselt Luik Rue des Guillemins 26, 2 e verd. B-4000 Luik Charleroi 119, Avenue de Philippeville B-6001 Charleroi Bruxelles Rue Royale 80 B-1000 Bruxelles Iso gecertificeerd voor Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, infrastructuur, milieu en ruimtelijke ordening

200 BE _3 Integrale toelichtings- en screeningnota DEELRUP 4 ZONEVREEMDE RECREATIE Gemeente Opglabbeek BE versie B 09/2016

201 BE _3 INHOUDSOPGAVE DEELRUP 4 TOELICHTINGSNOTA DEELRUP Situering en probleemstelling Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Opglabbeek Deelruimte grensoverschrijdende bos & heidegordel Beschrijving deelruimte I grensoverschrijdende bos & heidegordel Visie, ontwikkelingsperspectieven en ruimtelijke concepten subdeelruimte I.B. Lineaire overgangszone Bestaande juridische toestand Juridische tabel Gewestplan Bestaande feitelijke toestand Mens ruimtelijke aspecten Mens - mobiliteit Categorisering van de wegenis Openbaar vervoer, buurt- en voetwegen, fietsroutes Mens externe mensveiligheid Water Watersysteem Grondwater en watertoets Bodem Geluid Lucht en klimaat Fauna en Flora Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Visie, motivatie en doorvertaling in RUP Onderzoek tot milieueffectrapportage Stap 1: Toetsing aan het decreet DABM Stap 2: is het plan van rechtswege plan-mer-plichtig? Toetsing aan categorie A Toetsing aan de categorie B Conclusie over de plan-mer-plicht van rechtswege Stap 3: Veroorzaakt het plan belangrijke milieueffecten? Mens ruimtelijke aspecten Mens mobiliteit Mens - externe veiligheid Water Bodem... 25

202 3/31 (deelrup 3) BE _ Geluid Lucht en klimaat Fauna en flora Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Grensoverschrijdende effecten Conclusie Ruimtebalans Op te heffen voorschriften Op te heffen gewestplanvoorschriften Planbaten en Planschaden BIJLAGEN LIJST DER FIGUREN Figuur 1: gewestelijke ruimtelijke visie deelruimte Hoge Kempen gebied B2 (kaart 7) 5 Figuur 2: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte I bos & heidegordel... 7 Figuur 3: bestaande toestand plangebied deelrup Figuur 4: wegencategorisering, met aanduiding van deelrup4 (GRS, mobiliteitsplan).. 14 Figuur 5: Stappen in het onderzoek tot milieueffectrapportage LIJST DER KAARTEN Kaart 1_deelRUP4: orthofoto gewestplan... 4 Kaart 2_deelRUP 4: openbaar vervoer en buurt- en voetwegen Kaart 3_deelRUP 4: watertoets Kaart 4_deelRUP 4: natuur en BWK LIJST DER BIJLAGES Bijlage 1: informatieve kaarten Bijlage 2: beslissing dienst MER \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

203 4/31 (deelrup 3) BE _4 TOELICHTINGSNOTA DEELRUP 4 1 Situering en probleemstelling Kaart 1_deelRUP4: orthofoto gewestplan Het plangebied van deelrup 4 bestrijkt de volgende percelen gelegen in gemeente Opglabbeek, 2 e afdeling sectie B: 123a, 123b, 124b, 124c, 125 en 126a. Ze worden vandaag de dag gekenmerkt door een uitgesproken boskarakter en zijn gelegen ten westen van de Reyndersstraat, in het noorden van de gemeente. In deelrup 3 van het overkoepelende RUP Zonevreemde recreatie wordt m² natuurgebied opgeheven. In voorliggend deelrup wordt m² omgezet naar natuurgebied. Het gaat om zonevreemde waardevolle bossen. Bovendien is er een moratorium op het ontbossen van deze bossen. (informatie ANB) Met deze ingreep wordt dus kwalitatief gebied planologisch omgezet naar natuurgebied. De percelen sluiten aan op gebied met bestemming natuurgebied (volgens het gewestplan). Deze ruime, natuurlijke zone in het noorden van de gemeente Opglabbeek heeft ook een uitgesproken natuurlijk karakter. De percelen die deel uitmaken van voorliggend RUP vertonen hetzelfde statuut en zijn aangeduid als biologisch waardevol. Agentschap Natuur en Bos is akkoord met de voorgestelde compensatie. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

204 5/31 (deelrup 3) BE _4 2 Gewestelijke ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2008 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Limburgse Kempen en Maasland. Op 12 december 2008 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed. Gemeente Opglabbeek valt binnen deelruimte II Hoge Kempen van de regio Limburgse Kempen en Maasland. De Hoge Kempen, gelegen op het hoogste deel van het Kempens Plateau, omvat de twee grote natuur- en boscomplexen Park Midden-Limburg en Park Hoge Kempen met tussenliggend stedelijk gebied van Genk en het open ruimte gebied van de Bosbeekvallei. Figuur 1: gewestelijke ruimtelijke visie deelruimte Hoge Kempen gebied B2 (kaart 7) \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

205 6/31 (deelrup 3) BE _4 Het plangebied ligt in het noorden van Opglabbeek, ten westen van een woonlint dat een uitloper vormt van het bebouwde centrum van de gemeente. Het maakt deel uit van zone 19.3 Ophovenerbos Kruisberg. Hiervoor geldt volgend concept in de gewestelijke visie: behoud en versterking van ecologisch waardevolle complexen van bossen, heiden, landduinen en vennen. Actiepunt 42 stelt voor het ecologisch waardevol natuurcomlex Ophovenerbos Kruisberg en omgeving dat een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan moet worden opgemaakt met onder meer aandacht voor het behoud en de versterking van het ecologisch waardevol complex Ophovenerbos Kruisberg, inclusief de mogelijkheid tot bosuitbreiding (richting 123ha als geheel met 19.5 Gruitroderbos - Solterheide). \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

206 7/31 (deelrup 3) BE _4 3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Opglabbeek Het plangebied van deelrup 4 ligt integraal binnen deelruimte I. grensoverschrijdende bos & heidegordel. Figuur 2: gewenste ruimtelijke structuur deelruimte I bos & heidegordel 3.1 Deelruimte grensoverschrijdende bos & heidegordel Beschrijving deelruimte I grensoverschrijdende bos & heidegordel Het betreft een grensoverschrijdende deelruimte die in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Meeuwen-Gruitrode Zuidelijk Bos & Heidegordel als drager van de natuurlijke structuur, wordt genoemd. De deelruimte is een onderdeel van één van de natuurlijke systemen op Vlaams niveau waarvan de natuurlijk-fysische samenhang moet worden versterkt (Structuurplan Vlaanderen). Het is het waterscheidingsgebied dat samen met de Maas de ruggengraat van de Limburgse natuurlijke structuur vormt, het is veruit het omvangrijkst Vlaams natuurgebied. [GRS Opglabbeek, 2007, p.40] De deelruimte bestaat uit twee deelgebieden: - Gesloten bossen (deelgebied I.A.) bestaat uit éénvormige ruime naaldhoutbestanden met droge graslanden. Hierin bevinden zich onder meer ecologisch en landschappelijk waardevolle vennen, Gruitroderbos, Ophoverheide, enz. - De lineaire overgangszone (deelgebied I.B.) is gelegen tussen de gesloten groenstructuren en de organisch gegroeide nederzetting. De zone wordt gekenmerkt door de verweving van verschillende functies zoals akkers, weilanden, speelweiden, recreatiezone, begraafplaats, weekendhuisjes en zonevreemde bivakplaatsen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

207 8/31 (deelrup 3) BE _4 In het GRS Opglabbeek wordt de druk op de landschappelijk waardevolle gebieden door toerisme en recreatie aangegeven als knelpunt. Dat het een ecologisch, biologisch en landschappelijk waardevolle deelruimte betreft, vormt daarentegen een belangrijke kwaliteit. Het plangebied van voorliggend deelrup is gelegen in deelruimte I.B Visie, ontwikkelingsperspectieven en ruimtelijke concepten subdeelruimte I.B. Lineaire overgangszone In subdeelruimte lineaire overgangszone van deelruimte I wordt ingezet op de overgang naar de organisch gegroeide nederzetting met een verweving van zacht recreatieve functies zoals wandelen, fietsen, spelen, landbouw en camping t Laer (toeristischrecreatief knooppunt type IIa). De ontwikkelingsperspectieven, zoals aangegeven in het GRS Opglabbeek, voor het verwevingsgebied omvat de inzet van de subdeelruimte als bufferstrook of overgangszone tussen de historisch gegroeide nederzettingen en het schakelstuk (deelruimte VI). Hier kunnen de bestaande andere functies zoals landbouw, sport, recreatie en verblijfstoerisme, op hun huidige en niet storende niveau, in open ruimte vlakken tussen de gesloten groenstructuren opgenomen worden. [GRS Opglabbeek, 2007, p. 109] \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

208 9/31 (deelrup 3) BE _4 4 Bestaande juridische toestand 4.1 Juridische tabel juridische aspecten, beleidsmatige aspecten, uitvoeringsinstrument, bestaande situatie, subsidie-instrument RUIMTELIJK Gewestplan(nen) Gewestplan nr. 19 Hasselt - Genk (KB 03/04/1979). Gewestplanwijzigingen: BVR 06/10/2000. Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Algemene plannen van aanleg Bijzondere plannen van aanleg Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Verkavelingsvergunningen Bouwvergunningen Vastgestelde bouwovertredingen Gebieden met recht van voorkoop Ruimtelijke ordening: geen. SECTORAAL Natuur Vogelrichtlijngebieden Habitatrichtlijngebieden Gebieden van het duinendecreet Ramsargebieden Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) Vlaamse of erkende natuurreservaten AANPALEND: geen. BE Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode (24/05/2002). AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. AANPALEND: geen. GEN: geen. GENO: geen. AANPALEND: GEN De Ruiterskuilen-Oudsberg-Solterheide (31/10/2003) op 320m. AANPALEND: geen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

209 10/31 (deelrup 3) BE _4 Bosreservaten Natuurinrichting Gebieden met recht van voorkoop Biologische waarderingskaart (BWK) AANPALEND: geen. Vlaamse en erkende natuurreservaten: geen. Natuurinrichtingsprojecten: geen. VEN-gebieden: geen. Faunistisch belangrijk gebied. Grotendeels biologisch waardevol. Smalle strook in het noordwesten en smalle strook centraal in het noorden biologisch zeer waardevol. Water Beschermingszones grondwaterwinningen Bevaarbare waterlopen Onbevaarbare waterlopen (klasse) Watertoets - Erosiegevoelige gebieden Watertoets - Grondwaterstromingsgevoelige gebieden AANPALEND: geen. Niet erosiegevoelig. Matig gevoelig voor grondwaterstroming. Watertoets - Hellingenkaart Helling tot 5%. Watertoets - Infiltratiegevoelige bodems Watertoets - Overstromingsgevoelige gebieden (2012) Watertoets - Winterbedkaart Infiltratiegevoelig. Niet overstromingsgevoelig. Behoort niet tot het winterbed van de grote rivier. Recent overstroomde gebieden (ROG) Risicozones overstromingen Gebieden met recht van voorkoop Zeehavenbedrijven en Linkerscheldeoevergebied: geen. Integraal waterbeleid: geen. Waterwegen en Zeekanaal NV: geen. NV De Scheepvaart: geen. Landbouw Ruilverkaveling Herbevestigde Agrarische Gebieden (HAG) Gebieden met recht van voorkoop Ruilverkaveling: geen. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

210 11/31 (deelrup 3) BE _4 Landschap Beschermde monumenten Beschermde landschappen, stads-, en dorpsgezichten Landschapsatlas: ankerplaatsen, relictzones, lijnrelicten, puntrelicten AANPALEND: geen. Erfgoedlandschappen (ankerplaatsen) AANPALEND: geen. Waardevol niet beschermd onroerend erfgoed: bouwkundig erfgoed en wereldoorlogerfgoed Landinrichting Wonen Woningbouw- en vernieuwingsgebieden Atlas van de woonuitbreidingsgebieden Gebieden met recht van voorkoop Vlaamse Wooncode: geen. Recreatie en toerisme Toeristische vergunning Verkeer Rooilijnen Voet- en buurtwegen AANPALEND: buurtweg nr 7. Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk Fietsknooppuntennetwerk Gewestwegen Spoorwegen Leidingen (Hoogspanningsleidingen, gasleidingen ) Openbaar vervoer De Lijn AANPALEND: 8 Genk Overpelt, 11 Genk As Neeroeteren Maaseik, G8 Genk Station - Zwartberg Opglabbeek N. Kempen - Louwel. Halte Zagerijstraat op 900m. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

211 12/31 (deelrup 3) BE _4 Milieu Milieuvergunningen Bodemvervuiling Geen OVAM-dossiers. Industrie Seveso-inrichtingen: lagedrempel- en hogedrempelinrichtingen VLAO Bedrijventerreinen AANPALEND (binnen 2km): geen. 4.2 Gewestplan Kaart 1_deelRUP 4: orthofoto gewestplan Het plangebied van voorliggend deelrup is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, volgens het gewestplan. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

212 13/31 (deelrup 3) BE _4 5 Bestaande feitelijke toestand De bestaande feitelijke toestand geeft de ruimtelijke structuur van het plangebied weer op het moment van de opmaak van het RUP en wordt beschreven op basis van de disciplines die ook bij de milieubeoordeling worden gehanteerd. De bestaande feitelijke toestand wordt om die reden ook wel de referentiesituatie genoemd. 5.1 Mens ruimtelijke aspecten Figuur 3: bestaande toestand plangebied deelrup 4 100% van het plangebied van deelrup 4 is vandaag bos. Zoals Figuur 3 aangeeft, maakt het deel uit van een groter, natuurlijk geheel. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

213 14/31 (deelrup 3) BE _4 5.2 Mens - mobiliteit Categorisering van de wegenis Figuur 4: wegencategorisering, met aanduiding van deelrup4 (GRS, mobiliteitsplan) Het plangebied van voorliggend deelrup wordt niet ontsloten door één van de assen van hoofdstructuur van de gemeentelijke mobiliteit. Ze is zelfs helemaal niet ontsloten door een weg. De kortst bij gelegen infrastructuuras is de Reyndersstraat Openbaar vervoer, buurt- en voetwegen, fietsroutes Kaart 2_deelRUP 4: openbaar vervoer en buurt- en voetwegen - Het plangebied is eerder ver gelegen van het openbaar vervoersnet. - Er lopen geen recreatieve, noch functionele fietsroutes langsheen het plangebied. - Van buurtwegen is er geen sprake in het plangebied. De meest nabijgelegen buurtweg betreft Weg nr. 7. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

214 15/31 (deelrup 3) BE _4 5.3 Mens externe mensveiligheid Er zijn geen SEVESO-inrichtingen gelokaliseerd in het plangebied van voorliggend deelrup. Hetzelfde geldt voor de ganse gemeente Opglabbeek en haar ruime omgeving. 5.4 Water Kaart 3_deelRUP 4: watertoets Watersysteem Opglabbeek behoort tot: - het bekken van de Maas; - het deelbekken Noordoost-Limburg. Er zijn geen waterlopen aanwezig in het plangebied Grondwater en watertoets Uit de kaarten van de grondwatertoets kan het volgende afgeleid worden: - Er zijn geen beschermingszones voor grondwaterwinning in het gebied. - Erosiegevoelige kaart: het plangebied is niet erosiegevoelig. - Grondwaterstromingsgevoelige bodems: de bodems van het volledige plangebied zijn matig gevoelig voor grondwaterstroming. - Hellingenkaart: ongeveer de helft van het plangebied vertoont hellingen met een percentage tussen 0,5% en 5%. Het overige deel van het plangebied heeft hellingen met een percentage kleiner dan 0,5%. - Infiltratiegevoelige bodems: het volledige plangebied is infiltratiegevoelig. - Overstromingsgevoelige gebieden: het plangebied is niet overstromingsgevoelig. - Winterbedkaart: het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. 5.5 Bodem Binnen het plangebied komen volgens de bodemkaart van België volgende bodemserie voor: droge zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont (Zbft). \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

215 16/31 (deelrup 3) BE _4 5.6 Geluid Het plangebied wordt grotendeels omgeven door een natuurlijke omgeving (bos). In het oosten is er sprake van een aantal woningen, die deel uitmaken van het woonlint langsheen de Reyndersstraat. Er zijn geen activiteiten aanwezig met een geluidsproductie. De enige geluidsbron in de omgeving is het autoverkeer op de Reyndersstraat. Gezien het statuut van deze weg, is het geluidsniveau hiervan echter zeer beperkt. 5.7 Lucht en klimaat De concentratie PM10 overschrijdt ter hoogte van het plangebied tussen de 11 en de 15 keer het daggemiddelde van 50 µg/m³. De jaargemiddelde concentratie van PM10 ligt tussen 16 en 20 µg/m³. Deze concentratie blijft onder de norm van 40 µg/m³. Het plangebied is deels gelegen in een zone die is aangeduid met een jaargemiddelde concentratie van NO2 die tussen 11 en 15 µg/m³. In het zuidelijk deel is sprake van een jaargemiddelde concentratie NO2 tussen 16 en 20µg/m³. 5.8 Fauna en Flora Kaart 4_deelRUP 4: natuur en BWK Het plangebied is gelegen in een Speciale Beschermingszone, meer bepaald het Habitatrichtlijngebied Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode (BE , BVR 24/05/2002). Het VEN-gebied De Ruiterskuilen-Oudsberg-Solterheide bevindt zich op + 350m van het plangebied. het betreft een GEN-gebied en is gelegen ten noorden van deelrup 4. Waardering volgens de biologische waarderingskaart Het merendeel van de oppervlakte binnen het contour van deelrup 4 is aangeduid als biologisch waardevol element: - Pa: naaldhoutaanplant zonder ondergroei (met Grove den) - Pms: naaldhoutaanplant (niet Grove den) met laag struikgewas (braam, brem, heide) Een klein aandeel van het plangebied, meer bepaald een strip in het westen en een kleine centrale zone zijn aangeduid als zijnde biologisch zeer waardevol. Beide zones krijgen de aanduiding (qb-) eiken-berkenbos. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

216 17/31 (deelrup 3) BE _4 5.9 Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Noch in het plangebied, noch in de ruime omgeving van het plangebied is er sprake van een ankerplaats, relict of beschermd landschap. Het plangebied maakt deel uit van het traditioneel landschap Limburgs heide- en bosgebied. 6 Visie, motivatie en doorvertaling in RUP Voorliggend deelrup heeft als doel het natuurgebied te compenseren dat in deelrup 3 is opgeheven. Concreet krijgt m² natuurgebied de bestemming van recreatiegebied in het derde deelrup. Die oppervlakte moet bijgevolg gecompenseerd worden. De percelen van de gemeente Opglabbeek, 2 e afdeling, sectie B, 0123a, 123b, 124b, 124c, 125 en 126a zijn geselecteerd om in te staan voor deze compensatie en dit omwille van volgende factoren: - volgens het GRS Opglabbeek zijn ze gelegen in een overgangsruimte naar de grensoverschrijdende bos- en heidegordel. In de gewestelijke visie die is opgemaakt voor landbouw, natuur en bos wordt deze zone benoemd als Ophovenerbos Kruisberg. In de overgangszone, volgens het GRS, wordt ingezet op verweving van de organisch gegroeide kern naar de natuurgordel in het noorden van de gemeente. Door bepaalde percelen binnen die overgangszone in te richten als uitgesproken natuurgebied, wordt de vooropgestelde verweving die onder meer door middel van landbouw, toerisme en recreatie kan gebeuren versterkt. - De percelen zijn vandaag integraal bebost en sluiten reeds naadloos aan op de vegetatie en het statuut van het Ophovenerbos Kruisberg. - Het plangebied is voorts ook van hoge biologische kwaliteit. o o Kleine zone: biologisch zeer waardevol (eiken-berkenbos (qb-)) Rest van het plangebied: biologisch waardevol (naaldhoutaanplant zonder ondergroei en naaldhoutaanplant met laag struikgewas) - Met het planologisch bestendigen van het huidige statuut van de percelen in kan het natuurlijke geheel, gevormd door het Ophovenerbos Kruisberg (cfr. gewestelijke visie voor landbouw, natuur en bos), verder versterkt worden. - Tot slot vormen de genoemde percelen samen een oppervlakte van m², hetgeen een degelijke compensatie vormt. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

217 18/31 (deelrup 3) BE _4 Concreet zal de huidige bestemming van het plangebied (landschappelijk waardevol agrarisch gebied) worden omgezet naar natuurgebied. In de voorschriften zal worden opgenomen dat dit gebied bestemd is voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

218 19/31 (deelrup 3) BE _4 7 Onderzoek tot milieueffectrapportage Dit hoofdstuk beschrijft het onderzoek naar MER voor het RUP. Doel van dit onderzoek is nagaan of het voorgenomen plan, het RUP kan worden ontheven van de opmaak van een planmer. Dit zogeheten onderzoek naar MER, kortweg screening, is conform het plan-mer-decreet 1 dat op 1 december 2007 in werking trad. Het beschrijft de stappen die doorlopen dienen te worden om de plan-mer-plicht na te gaan. Figuur 5: Stappen in het onderzoek tot milieueffectrapportage 7.1 Stap 1: Toetsing aan het decreet DABM Dit plan beantwoordt aan de definitie van plan en programma uit het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid want er is voldaan aan de drie voorwaarden: 1. De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, in werking vanaf 1 september 2009, schrijft de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen voor; 2. De opsteller van het plan is een instantie, i.e. de gemeente Opglabbeek; 3. Het plan wordt vastgesteld door de gemeenteraad van Opglabbeek. Het plan valt bovendien niet onder de specifieke uitzonderingsregels en vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project. 1 Decreet van 27 april 2007 houdende wijziging van titel IV van DABM en van art. 36ter decreet natuurbehoud (B.S. 20/06/2007) \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

219 20/31 (deelrup 3) BE _4 7.2 Stap 2: is het plan van rechtswege plan-mer-plichtig? Onder de plannen en programma s die onder het toepassingsgebied van het decreet DABM vallen, onderscheidt men twee groepen van plannen en programma s die van rechtswege onderworpen zijn aan de plan-mer-plicht. Categorie A Plannen en programma s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd: 1. Betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, 2, 1 D.A.B.M.); én 2. Een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I, II en III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten én 3. Niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. Categorie B Plannen en programma s, of de wijziging ervan, waarvoor tegelijkertijd geldt dat, 1. gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.) én 2. Ze niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging ervan inhouden. Hierna wordt bekeken of het plan van rechtswege plan-mer-plichtig is, door na te gaan of het voldoet aan alle voorwaarden voor plannen van categorie A of valt onder de plannen van categorie B. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

220 21/31 (deelrup 3) BE _ Toetsing aan categorie A Heeft het plan betrekking op een van de sectoren genoemd in het decreet? Voorliggend deelplan is een (deel)rup en heeft bijgevolg betrekking op de ruimtelijke ordening. Aan deze voorwaarde is voldaan Vormt het plan een kader voor project-mer-plichtige projecten? Het voorgenomen plan is een gemeentelijk RUP voor het bestendigen van het huidige gebruik van een aantal percelen in de gemeente Opglabbeek. Deze percelen zijn integraal bebost. De huidige bestemming (landschappelijk waardevol agrarisch gebied) wordt omgezet naar natuurgebied. Dit omvat geen ingrepen die vallen onder de categorieën bijlage I of II van het project-mer-besluit van 10 december Het RUP kan bovendien ook geen kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project zoals opgesomd in bijlage III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december Vormt het plan een kader voor project-mer-(screening)-plichtige projecten? Aan deze voorwaarde is niet voldaan Betreft het plangebied een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging van een bestaand plan? Het plangebied betreft een zeer klein gebied op lokaal niveau. Ook gaat het om een kleine wijziging, aangezien men een juridische plancorrectie doorvoert om de huidige situatie ook planologisch te bestendigen. Aan deze voorwaarde is voldaan Toetsing aan de categorie B Een tweede toetsing betreft de noodzaak tot het opstellen van een passende beoordeling conform de vigerende bepalingen van het decreet Natuurbehoud (art. 36ter 3 eerste lid). De bepalingen van de Europese plan-mer richtlijn en de omzetting hiervan in het Decreet DABM (cfr. supra), voorzien immers een koppeling van milieueffectrapportage voor plannen met de passende beoordeling (i.k.v. Habitatrichtlijn). In concreto moet nagegaan worden of het plan een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone (SBZ) kan veroorzaken. Indien blijkt dat een passende beoordeling voor het voorgenomen plan noodzakelijk is uit hoofde van art.36ter 3 eerste lid van decreet Natuurbehoud, dan is het plan van rechtswege plan-mer plichtig voor zover deze plannen of programma s niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

221 22/31 (deelrup 3) BE _4 Het plangebied is gelegen in het habitatrichtlijngebied Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode. Gezien de aard van voorliggend deelrup is het echter niet mogelijk dat er een negatieve impact op het habitatrichtlijngebied ontstaat. Er kan dus gesteld worden dat er voor het deelrup 2 geen passende beoordeling vereist is uit hoofde van artikel 36ter van het decreet voor natuurbehoud Conclusie over de plan-mer-plicht van rechtswege Een toetsing aan de drie voorwaarden van categorie A heeft aangetoond dat het voorgenomen plan niet aan de drie voorwaarden voor plan-mer-plicht voldoet. Bovendien moet geen passende beoordeling worden opgemaakt. Het plan is bijgevolg niet plan-mer-plichtig van rechtswege. - Het RUP vormt geen kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het project-m.e.r.-besluit van 10 december Het RUP kan geen kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage III van het project-m.e.r.-besluit 10 december Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau en omvat een kleine wijziging. - Bijgevolg is voorliggend RUP screeningsgerechtigd. Er kan dus overgegaan worden tot een screening om na te gaan of het plan belangrijke milieueffecten kan veroorzaken en zo alsnog plan-mer-plichtig is. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

222 23/31 (deelrup 3) BE _4 7.3 Stap 3: Veroorzaakt het plan belangrijke milieueffecten? Voor plannen die het kader vormen voor een vergunning, maar niet vallen onder de plannen die van rechtswege plan-mer-plichtig zijn, moet een onderzoek uitgevoerd worden naar het mogelijke voorkomen van aanzienlijke milieueffecten, i.e. een screening. Indien uit dit onderzoek als besluit volgt dat aanzienlijke negatieve effecten kunnen optreden, moet de initiatiefnemer alsnog een plan-mer op (laten) stellen. Dit onderzoek gebeurt aan de hand van een bespreking van de mogelijk relevante effecten, cfr de gebruikelijke mer-praktijk. De beoordeling van de milieueffecten ten gevolge van het RUP gebeurt vooreerst t.o.v. de huidige situatie. Dit is de referentiesituatie. De referentiesituatie van voorliggend deelrup werd besproken onder paragraaf 0. Een tweede bespreking evalueert de milieueffecten t.g.v. de autonome ontwikkeling. Dit is de ontwikkeling met de uitvoering van de geldende gewestplanbestemming. Het volledige plangebied is momenteel bestemd als agrarisch gebied Mens ruimtelijke aspecten Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Er zal geen verschil zijn tussen de huidige situatie en de situatie die plaatsvindt eens het RUP is goedgekeurd. Momenteel is het perceel integraal bebost. Door het deelrup wordt dit statuut bestendigd Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Bij een autonome ontwikkeling zouden de percelen in voorliggend deelrup ingezet kunnen worden als landbouwgebied. De bebossing dient te verdwijnen vooraleer agrarische activiteiten kunnen plaatsvinden Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Milderende maatregelen zijn niet vereist ten aanzien van landbouw Conclusie Het deelrup leidt mogelijk tot negatieve gevolgen ten aanzien van landbouw. Gezien het huidige gebruik van het terrein (volledig ingericht als bos), blijft de impact echter beperkt Mens mobiliteit Noch de huidige functie en bestemming van het plangebied, noch de functie en bestemming die het plangebied op basis van voorliggend deelrup zullen krijgen enige impact hebben op het aspect mobiliteit. Het plangebied is immers niet ontsloten door een rijweg. Dit thema wordt in voorliggende screeningsnota dan ook niet besproken. Het deelrup leidt hoe dan ook niet tot significant negatieve effecten op vlak van mobiliteit. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

223 24/31 (deelrup 3) BE _ Mens - externe veiligheid Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Binnen een straal van 2 km rond het plangebied zijn geen Seveso-bedrijven gelegen. Bovendien is er ook geen sprake van aandachtsgebieden binnen het plangebied. Er worden dus geen negatieve effecten op de externe mensveiligheid verwacht in de huidige situatie Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Door de afwezigheid van Seveso-bedrijven en aandachtsgebieden in de omgeving van het plangebied, leidt het deelrup niet tot een wijziging in het effect op externe mensveiligheid ten opzichte van het autonoom scenario Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Er dienen geen milderende maatregelen genomen te worden ten aanzien van externe mensveiligheid Conclusie Het deelrup veroorzaakt geen effecten op de externe mensveiligheid Water Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Het deelrup bestendigt de huidige situatie. Op vlak van waterhuishouding is er dan ook geen verschil tussen de huidige situatie en de situatie waarbij het RUP goedgekeurd is en doorvertaling krijgt Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen In een autonome ontwikkeling kan het plangebied ingezet worden als agrarisch gebied. Het bestaande natuurlijke karakter en biologische waarde kan daardoor verloren gaan. Het deelrup bestendigt het natuurlijke karakter door een bestemmingswijziging tot natuurgebied Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Geen milderende maatregelen zijn vereist ten aanzien van water Conclusie Er worden geen significante negatieve effecten op water verwacht ten gevolge van de realisatie van het RUP. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

224 25/31 (deelrup 3) BE _ Bodem Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie De effecten van het RUP ten opzichte van de huidige situatie zijn nihil, aangezien de bestaande toestand bestendigd wordt door het ruimtelijk uitvoeringsplan Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Bij de autonome ontwikkeling heeft het plangebied de bestemming van agrarisch gebied. Beroering is wel degelijk mogelijk door landbouwactiviteiten Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Er zijn geen milderende maatregelen vereist Conclusie Er worden geen significante negatieve effecten op bodem verwacht ten gevolge van de realisatie van het RUP Geluid Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Vandaag de dag genereert het plangebied geen geluid. Het plangebied is wel bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied, hetgeen impliceert dat hier landbouwactiviteiten zouden kunnen plaatsvinden. Geluidsgeneratie is daarbij niet uit te sluiten Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Bij realisatie van voorliggend deelrup zal het plangebied de bestemming van natuurgebied krijgen. Geluidsproductie is hier onmogelijk Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Er zijn geen milderende maatregelen nodig ten aanzien van geluid Conclusie Er zijn enkel positieve effecten te verwachten ten gevolge van de goedkeuring en doorwerking van voorliggend deelrup op vlak van geluid. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

225 26/31 (deelrup 3) BE _ Lucht en klimaat Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Vandaag de dag genereert het plangebied geen geluid. Het plangebied is wel bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied, hetgeen impliceert dat hier landbouwactiviteiten zouden kunnen plaatsvinden. Emissieverhogingen zijn daarbij niet uit te sluiten Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Bij realisatie van voorliggend deelrup zal het plangebied de bestemming van natuurgebied krijgen. Een verhoging van de emissies is onmogelijk Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Er dienen geen milderende maatregelen voorzien te worden ten aanzien van lucht en klimaat Conclusie Er wordt geen significante afname van de luchtkwaliteit ter hoogte van het plangebied verwacht Fauna en flora Effectbespreking Effecten tov de huidige situatie Het plangebied is gelegen binnen het habitatrichtlijngebied Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode. Aanpalend is een VEN-gebied gelegen. Meer bepaald het GEN De Ruiterskuilen-Oudsberg-Solterheide. Het plangebied is biologisch waardevol. Bepaalde delen zijn biologisch zeer waardevol. Ten opzichte van de huidige situatie levert voorliggend deelrup geen verschillen op. Het RUP bestendigt immers het natuurlijke karakter van het plangebied Effecten tov de geplande ontwikkeling volgens de geldende bestemmingsplannen Bij realisatie van voorliggend deelrup zal het plangebied de bestemming van natuurgebied krijgen. Dit heeft een positief effect op fauna & flora Milderende maatregelen doorwerking naar het plan Er dienen geen milderende maatregelen voorzien te worden ten aanzien van fauna & flora Conclusie Er wordt geen significante effecten ten aanzien van fauna en flora verwacht. \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

226 27/31 (deelrup 3) BE _ Landschap, onroerend erfgoed en archeologie Noch de huidige functie en bestemming van het plangebied, noch de functie en bestemming die het plangebied op basis van voorliggend deelrup zullen krijgen enige impact hebben op het aspect landschap, onroerend erfgoed en archeologie. Binnen het plangebied is er geen sprake van ankerplaatsen, relicten of beschermde landschappen. Dit thema wordt in voorliggende screeningsnota dan ook niet besproken. Het deelrup leidt hoe dan ook niet tot significant negatieve effecten op vlak van landschap, onroerend erfgoed en archeologie. 7.4 Grensoverschrijdende effecten Het plangebied is volledig op Vlaams grondgebied gelegen en bevindt zich op ca. 21 km van de dichtste grens met Nederland. Gezien de aard, context en omvang van het plan, kan worden gesteld dat in onderhavig geval het voorgenomen plan geen aanzienlijke (gewest)grensoverschrijdende milieueffecten kan hebben. 7.5 Conclusie Voorgaande effectbespreking heeft aangetoond dat de effecten die zich op de diverse milieuaspecten voordoen beperkt te noemen zijn. Bijgevolg kan worden geconcludeerd dat het deelrup 4 niet plan-mer-plichtig is. 8 Ruimtebalans Gewestplan RUP Landschappelijk waardevol agrarisch gebied m² 0m² Natuurgebied 0m² m² \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

227 28/31 (deelrup 3) BE _4 9 Op te heffen voorschriften 9.1 Op te heffen gewestplanvoorschriften Bij de inwerkingtreding van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Zonevreemde recreatie deelrup 3 worden voorschriften van de bestemmingen van het gewestplan Hasselt Genk (KB 03/04/1979) opgeheven. Binnen de begrenzing van het RUP Zonevreemde recreatie deelrup 4 wordt de bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied opgeheven. 10 Planbaten en Planschaden Aan het RUP wordt een register bijgevoegd waarin een overzicht wordt gegeven van alle zones waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot - een planschadevergoeding (cfr VCRO art ), - een planbatenheffing (cfr VCRO art ), - een bestemmingswijzigingscompensatie (cfr DGPB art ) of - compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften (cfr DGPB art ). \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

228 29/31 (deelrup 3) BE _4 BIJLAGEN Bijlage 1: informatieve kaarten \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

229 1: : Afbakening deelrup Kaart 1 _ deelrup 4 o RUP Zonevreemde Recreatie Opglabbeek DeelRUP 4 Orthofoto - Gewestplan Q:\00_P\BE0112\BE \GIS\Maps\BE _krt_028B_DeelRUP4_Ortho_GP.mxd

230 1: : Afbakening deelrup Kaart 2 _ deelrup RUP Zonevreemde Recreatie Opglabbeek DeelRUP 1 Atlas Buurtwegen - De Lijn Q:\00_P\BE0112\BE \Grafisch\Corel \ BE _krt_029B.cdr

231 Watertoets - erosiegevoelige gebieden Niet erosiegevoelig Erosiegevoelig Watertoets - grondwaterstromingsgevoelige gebieden Geen informatie beschikbaar Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) Weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3) Watertoets - hellingenkaart < 0,5% 0,5% - 5% 5% - 10% > 10% Watertoets - infiltratiegevoelige bodems Niet infiltratiegevoelig Infiltratiegevoelig Watertoets - overstromingsgevoelige gebieden 2012 Niet overstromingsgevoelig Effectief overstromingsgevoelig Mogelijk overstromingsgevoelig Watertoets - winterbedkaart Behoort niet tot het winterbed van de grote rivier Behoort tot het winterbed van de grote rivier Kaart 3 _ deelrup 4 o 1: RUP Zonevreemde Recreatie Opglabbeek DeelRUP 4 Watertoets Q:\00_P\BE0112\BE \GIS\Maps\BE _krt_030B_DeelRUP4_watertoets.mxd

232 1: :5.000 bs ha- ppmb kbq hp pa qb- n ppmb ur hp hp ppa qb- ppmb ppmb hx qb- hp bs pms kbq pa pms hp pa hp ppmb bs ppmb bs ppms bs qb- pms bs qb kh hp qb hp kq bs pa ua kbq bs hp+ ua kq bs ur n bs ua kbgml n Afbakening deelrup Habitatrichtlijngebieden VEN en IVON - VEN- of IVON-gebied gen geno nvwg o BWK 2 - BWK-zone biologisch minder waardevol complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch waardevol complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol Kaart 4 _ deelrup 4 RUP Zonevreemde Recreatie Opglabbeek DeelRUP 4 Natuur - BWK Q:\00_P\BE0112\BE \GIS\Maps\BE _krt_031B_DeelRUP4_natuur_BWK.mxd

233 30/31 (deelrup 3) BE _4 Bijlage 2: beslissing dienst MER \\BEMA1FILE02\Infra\00_P\BE0112\BE \Rapportage\Rapporten\2_screening\00154_rap_20a_ontwerp_TN_deelRUP4_b.do cx

234 31/31 (deelrup 3) BE _4 Kantoren ARCADIS Belgium nv Antwerpen-Berchem Posthofbrug 12 (City Link) B-2600 Antwerpen-Berchem T F Gent Kortrijksesteenweg 302 B-9000 Gent Hasselt Eurostraat 1 bus 1 B-3500 Hasselt Luik Rue des Guillemins 26, 2 e verd. B-4000 Luik Charleroi 119, Avenue de Philippeville B-6001 Charleroi Bruxelles Rue Royale B-1000 Bruxelles Iso gecertificeerd voor Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, infrastructuur, milieu en ruimtelijke ordening

235 Pagina 1 van 21 BE RUP Zonevreemde recreatie in Opglabbeek deelrup 1 toetsing aan de bepalingen van Artikel 36ter van het Natuurdecreet 1 Inleiding In het kader van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn werden Speciale Beschermingzones aangeduid door de Vlaamse regering, die samen het NATURA netwerk vormen. Artikel 36ter 3 van het Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu stelt dat een vergunningplichtige activiteit die, of een plan of programma dat, afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma's, een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een Speciale Beschermingszone kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling wat betreft de betekenisvolle effecten voor de Speciale Beschermingszone. De goedkeuring van de vergunning, het plan of programma kan slechts gebeuren indien de uitvoering ervan geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken kan veroorzaken, eventueel door het opleggen van voorwaarden. Aangezien het plangebied zich situeert in de nabijheid van het habitatrichtlijngebied BE Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode, maar de mogelijke effecten als relatief beperkt worden ingeschat, wordt in voorliggend document in eerste instantie een voortoets uitgevoerd. Via deze voortoets kan worden nagegaan of er een waarschijnlijkheid of een risico bestaat op een betekenisvolle aantasting van de actuele en potentieel te realiseren habitats en soorten in de SBZ. Geeft de voortoets aan dat er géén risico op een betekenisvolle aantasting te verwachten is, dan zal de voortoets volstaan en hoeft geen volwaardige passende beoordeling te worden opgemaakt. In het geval er wel een waarschijnlijkheid of een risico bestaat, is verder onderzoek via een passende beoordeling noodzakelijk. Vanaf begin 2015 is een online-instrument voortoets beschikbaar, waarbij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) aan initiatiefnemers de mogelijkheid wil bieden om op voorhand in te schatten wat de mogelijke implicaties zijn van een voorgenomen vergunningsplichtige activiteit op een speciale beschermingszone (SBZ). Voorlopig is enkel de depositiescan, voor de effectbeschrijving en beoordeling van verzurende depositie, beschikbaar. De effectgroepen die in het kader van voorliggende voortoets van belang zijn, hebben geen betrekking op verzurende depositie en kunnen bijgevolg niet via voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

236 Pagina 2 van 21 BE het online-instrument worden ingegeven. De opmaak van een schriftelijke voortoets op basis van een eigen rapport is bijgevolg noodzakelijk. In voorliggende voortoets komen volgende aspecten aan bod: Het al of niet aanwezig zijn van een SBZ binnen de invloedssfeer van de voorgenomen activiteit; Beschrijving van de SBZ; Beschrijving en beoordeling van de effectengroepen welke een rol spelen en welke een effect kunnen hebben op de natuurlijke kenmerken van de Speciale beschermingszone en de habitattypen en soorten waarvoor het gebied is aangeduid; Uitgaande van deze beschrijving wordt, op basis van expertenoordeel, in voorliggende nota nagegaan of het project een effect kan hebben op de actuele en via de instandhoudingsdoelstellingen beoogde staat van instandhouding van de SBZ, de beschermde habitats en soorten. 2 Toelichting bij het plan Voor de beschrijving van het plan wordt verwezen naar het RUP Zonevreemde recreatie in Opglabbeek (Deelplan 1). Dit deelplan 1 voorziet in een regularisatie van de bestaande aanwezigheid en activiteiten van de Koninklijke schutterij Sint-Amandus langsheen de Ophovenstraat te Opglabbeek. Figuur 1 Situering van het plangebied voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

237 Pagina 3 van 21 BE Huidige activiteiten De schutterij is actief in het schieten met de zware buks en de bevordering van de schuttersfolklore. De reeds aanwezige infrastructuur van de schutterij omvat een niet-overdekte schietstand met schietbomen en een verenigingsgebouw. Langsheen de Ophovenstraat ligt een parking. Foto 1 Type schietboom De schietbomen staan op een rij die min of meer parallel loopt met de perceelsgrens. Op een afstand van ongeveer 30 m van de Ophovenstraat. Het bijhorende kogelveld heeft een veiligheidszone, gelegen in het noorden, die zich tot maximaal 700m achter de schietbomen uitstrekt. De schutterij schiet met eigen kogels en kan daardoor de hoeveelheid kruit zelf bepalen: kogels gaan maar 400 à 500m ver. De extra diepte is vereist voor de veiligheid. Op dagen met veel wind is het wel mogelijk dat de kogels verder geraken. Het verenigingsgebouw De Kemp beschikt over toiletten. Naast het gebruik door de schuttersvereniging wordt het gebouw verhuurd voor feesten en vergaderingen. Een wandelvereniging gebruikt het gebouw eveneens als vertrek- en aankomstplaats. Een lokale voetbalploeg gebruikt het aangrenzende terrein. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

238 Pagina 4 van 21 BE Figuur 6 bestaande toestand De schuttersactiviteiten zijn gelimiteerd in tijd: de schutterij voert haar activiteiten uit op de meeste zaterdagen van april tot en met september. Daarnaast vindt er één keer per jaar het Koningsschieten plaats op Hemelvaartsdag en wordt er 2 keer om de 5 jaar een Schuttersfeest gehouden. Dit komt neer op een gemiddelde van ongeveer 30 dagen per jaar dat de schietactiviteiten plaatsvinden. Tweemaal per jaar worden de kogels in het kogelveld en de veiligheidszone (maximaal 700m) opgeraapt. Op die manier wordt de mogelijke verspreiding van zonevreemde stoffen tegen gegaan. 2.2 Het plan Op het terrein met schuttersactiviteiten wordt de bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied omgezet naar zone voor recreatie. Hierbij zijn, op basis van de toelichtingsnota bij het RUP, volgende voorwaarden voorzien: Enkel de huidige recreatieve activiteiten van de schutterij zijn toegelaten. Dit omvat eveneens de schietbomen. In de voorschriften worden aantal en hoogte van deze infrastructuur vastgelegd. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

239 Pagina 5 van 21 BE Van belang is bovendien dat de bebouwing geconcentreerd is en blijft. Daarom wordt een bebouwbare zone aangeduid. Daarbuiten is het niet toegelaten om gebouwen te realiseren. Ook de verharding wordt beperkt. Zo wordt onder meer een zone voor parkeren aangeduid. Enkel hier is het toegelaten om wagens te stallen. Om de zone zo groen mogelijk te houden, wordt ook de verharding beperkt. Deze dient uitgewerkt te worden in waterdoorlatende materialen. Tot slot wordt ook opgenomen dat aanwezig groen zoveel als mogelijk wordt bewaard. Voor het aangrenzende voetbalterrein wordt geen bestemmingswijziging voorzien. Er wordt uitgegaan van het uitdoven van de voetbalclub. 3 Beschrijving van de referentiesituatie 3.1 Beschrijving van het plangebied Voor een gedetailleerde beschrijving van het plangebied wordt verwezen naar de toelichtingsnota bij het RUP Zonevreemde recreatie in Opglabbeek (Deelplan 1). Het plangebied is aangeduid als biologisch minder waardevol gebied (soortenarm ingezaaid grasland). De eerste 300 m van het kogelveld is een akker (biologisch minder waardevol), omzoomd door biologisch zeer waardevolle houtkanten in het noorden en oosten (zuur eikenbos; eiken-berkenbos) en biologisch waardevolle houtkanten in het westen (houtkant met Zomereik). Verder noordwaarts omvat de veiligheidszone eveneens akkers en houtkanten met eiken-berkenbos. De laatste 150 m van de veiligheidszone liggen in een biologisch waardevol grove dennenbestand met ondergroei van bomen en struiken. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

240 Pagina 6 van 21 BE Figuur 3.1 : Situering van het plangebied (rode contour) op de BWK (bron: geopunt.be) De afstand van 700 m (veiligheidszone) is aangeduid met blauwe lijn, de contour van het SBZgebied met groene lijn voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

241 Pagina 7 van 21 BE Beschrijving van de SBZ-H BE Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode Afbakening en aanduiding van het gebied Figuur 3.2 : Situering van de SBZ-H Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode De zuidelijke grens van het SBZ-H Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode ligt ongeveer 300 m ten noorden van de schietbomen. De veiligheidszone ligt dus binnen het SBZ-H. De SBZ-H Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode is gelegen in de gemeenten Houthalen-Helchteren, Heusden-Zolder, Meeuwen-Gruitrode, Peer, Opglabbeek en Maaseik. Het SBZ-H beslaat een oppervlakte van ha. De naam van het habitatrichtlijngebied geeft een goed beeld van de natuur die aanwezig is. Een brongebied dat bestaat uit heiden, vennen en bossen van waaruit de valleien van de Mangelbeek, Laambeek en Abeek ontspringen. Daarnaast is in het oosten van het gebied de grootste duinengordel van Vlaanderen gelegen. Het plangebied bevindt zich ten zuiden van deze duinengordel; op een 300-tal meter van de afbakeningscontour. Het gebied herbergt voor Vlaanderen zeer belangrijke populaties van de soorten Heikikker, Rugstreeppad, Knoflookpad, Gladde slang, Nachtzwaluw, Boomleeuwerik en Gentiaanblauwtje. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de habitats (bijlage I van het Natuurdecreet) waarvoor het gebied werd aangewezen (volgens BVR 23/04/2014). voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

242 Pagina 8 van 21 BE Code Habitat 2310 Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten 2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostissoorten op landduinen 3130 Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot de Littorelletalia uniflorae en/of de Isoeto-Nanojuncetea 3160 Dystrofe vennen 3260 Submontane en laagland rivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitans en het Callitricho-Batrachion 4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix 4030 Droge europese heide 6230* Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa) 6430 Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones 7140 Overgangs- en trilveen 7150 Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot het Rhynchosporion 9120 Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex- en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion 9190 Oude zuurminnende eikenbossen met Quercus robur op zandvlakten 91E0* Alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion) (*): prioritaire habitat in de zin van de Habitatrichtlijn Tabel 3.1 Habitats waarvoor het gebied werd aangemeld Daarnaast is het gebied (bij BVR van 23/04/2014) aangewezen als speciale beschermingszone voor volgende soort van bijlage II van het Natuurdecreet: Gevlekte witsnuitlibel (Leucorrhinia pectoralis) Huidige situatie: aanwezigheid van Natura 2000 habitats en beschermde soorten Aanwezigheid van Natura 2000 habitats waarvoor het SBZ werd afgebakend Binnen het plangebied komen geen Natura 2000 habitats voor. De Natura 2000 habitats in SBZ, die het dichtst bij het plangebied gelegen zijn, bevinden zich op ca. 1 km van het plangebied (zie Figuur 3.3). Het betreft voornamelijk heidevegetaties (4030, 4010 en 2310). Ten zuiden van het plangebied zijn buiten het SBZ-H ook oude zuurminnende eikenbossen (9190) aanwezig (zie Figuur 3.3). Volgens de potentiekaarten die zijn opgemaakt in kader van het IHD-rapport (zie Figuur 3.4 voor een uitsnit van deze kaarten), heeft de omgeving van het plangebied een potentie voor vochtige en droge heide (habitats 4010 en 4030), heischrale graslanden (habitat 6230) en zuurminnende beuken- en eikenbossen (habitats 9120 en 9190). Het betreft potenties voor Natura 2000 habitats buiten het afgebakende SBZ-H. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

243 Pagina 9 van 21 BE Figuur 3.3 : Indicatieve kaart van de voorkomende Europees te beschermen Habitats en Regionaal Belangrijke Biotopen uit het IHD-rapport (2012) Figuur 3.4 : Verspreiding van de Natura 2000 habitattypen en regionaal belangrijke biotopen op basis van de BWK (2014) voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

244 Pagina 10 van 21 BE A B C D E Figuur 3.5 : Indicatieve potenties van habitats 4010 (A); 4030 (B), 6230 (C), 9120 (D) en 9190 (E) groen: goede potentie; oranje: matige potentie; zwarte lijn: contour SBZ-H De locatie van het plangebied is indicatief aangeduid met een rode ster Bron: ANB, 2012; kaarten 5.6, 5.7, 5.8, 5.10 en 5.11 uit bijlage bij het rapport voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

245 Pagina 11 van 21 BE Bijlage II soorten Het betreft hier dier- en plantensoorten van Bijlage II van het Natuurdecreet (= transpositie van Bijlage II van de Habitatrichtlijn) die voorkomen in Vlaanderen en waarvoor de aanwijzing van speciale beschermingszones vereist is. Uit het IHD-rapport voor de BE Mangelbeek en heide- en vengbieden tussen Houthalen en Gruitrode en de BE Houthalen-Helchteren, Meeuwen-Gruitrode en Peer kan afgeleid worden dat de Gevlekte witsnuitlibel niet verwacht wordt in de nabije omgeving van het plangebied. Meest nabije potentiële gebieden zijn het Turfven en Ruiterskuilen (matige potentie, maar belangrijke rol in het ontwikkelen van een metapopulatie), die op ca. 1,5 km van het plangebied gelegen zijn. Een mogelijke interferentie tussen het leefgebied van deze soort en het plan is bijgevolg volledig uitgesloten Bijlage III soorten Op Bijlage III van het Natuurdecreet (= transpositie van Bijlage IV van de Habitatrichtlijn) staan dier- en plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden beschermd. Deze lijst bevat de volgende diersoorten: insect (Gevlekte witsnuitlibel), amfibieën (Kamsalamander, Vroedmeesterpad, Heikikker, Knoflookpad, Rugstreeppad, Boomkikker en Gladde slang), en zoogdieren (18 soorten vleermuizen, Hazelmuis, Hamster en Otter). De plantensoorten die op deze lijst zijn weergegeven, zijn Geel schorpioenmos, Kruipend moerasscherm, Drijvende waterweegbree, Groenknolorchis. Volgens het IHD-rapport voor de BE Mangelbeek en heide- en vengbieden tussen Houthalen en Gruitrode en de BE Houthalen-Helchteren, Meeuwen- Gruitrode en Peer werd in 2009 een kleine populatie Gladde slang (met regelmaat waargenomen in grote stukken van het militaire domein) ontdekt ter hoogte van Ophovenderheide, die op ca. 1 km ten noorden van het plangebied is gelegen. De toestand van de populatie op Ophovenderheide en de afstand tussen de populaties zijn actueel gedegradeerd. De oppervlakte van het leefgebied in Ophovenderheide is actueel ongunstig. De Gevlekte witsnuitlibel is eveneens in de lijst van bijlage III-soorten opgenomen; zie voorgaande hoofdstuk voor een toelichting m.b.t. deze soort Vogelsoorten van bijlage IV Bijlage IV van het Natuurdecreet (= transpositie van Bijlage I van de Vogelrichtlijn) bevat een reeks vogelsoorten waarvoor de lidstaten strikte beschermingsmaatregelen dienen te nemen, zowel binnen als buiten de Vogelrichtlijngebieden. Het leefgebied van deze soorten mag niet worden aangetast. Volgens de inventarisatiegegevens uit het IHD-rapport komt Wespendief tot broeden in het boscomplex van Masy (in vogelvlucht ruim 3 km ten westen van het plangebied) en waarschijnlijk is de soort tevens aanwezig in het boscomplex Ophovenderheide. De soort bevindt zich in een voldoende tot goede actuele staat van instandhouding. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

246 Pagina 12 van 21 BE Regionaal belangrijke soorten Volgende regionaal belangrijke soorten komen o.a. voor ter hoogte van Ophovenderheide en omgeving: Roodborsttapuit & Boompieper Leefgebied: open landschap van droge en vochtige heide met ruigten en jonge opslag Bijkomende eis aan habitat: structuurrijke heide Geelgors Leefgebied: open landschap van droge heide met onbegroeide zandige plekken Bijkomende eis aan habitat: bloemrijke onbemeste en pesticidenvrije graslanden en moerasachtige vegetaties Klapekster Leefgebied: open heide landschap met verspreide bomen, genoeg voedselaanbod Bijkomende eis aan habitat: rust & voldoende insecten en kleine prooien Veldkrekel Leefgebied: droge heide en heischrale graslanden met open plekken Boskrekel Leefgebied: bosranden Instandhoudingsdoelstellingen (IHD s) en prioriteiten Voor het SBZ-gebied zijn bij ministerieel besluit (23/04/2014) instandhoudingsdoelstellingen (IHD s) vastgesteld. Deze doelstellingen zijn geformuleerd voor zowel het habitatrichtlijngebied als voor het vogelrichtlijngebied dat bijna volledig overlapt met het habitatrichtlijngebied. Omwille van de diversiteit van dit habitat- en vogelrichtlijngebied, zijn de doelen geformuleerd per landschappelijke eenheid. In functie van de effectbespreking zijn de doelstellingen voor de landschappelijke eenheid Landschap van de heide, vennen en bossen op en rond het Schietveld en de duinengordel relevant. Binnen dit landschap staat de uitbreiding, de kwaliteitsverbetering en het duurzaam beheren van heidehabitats en habitattypische soorten voorop. Achteraan in deze nota is een overzicht opgenomen van de doelstellingen voor het SBZgebied. Omdat het plangebied in de relatieve nabijheid ligt van de duinengordel ten oosten van het Schietveld (meer specifiek Ophovenderheide en Ophoverderbos), is in de opsomming van de doelstellingen de nadruk gelegd op de doelstellingen gerelateerd aan deze deelzone. Naast de instandhoudingsdoelstellingen zijn bij ministerieel besluit (23/04/2014) eveneens volgende prioriteiten vastgelegd voor het habitatrichtlijngebied: voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

247 Pagina 13 van 21 BE Herstel geschikte standplaatsvereisten van vennen, natte en venige heide Vergroten van heidelandschap in functie van habitats met een te kleine oppervlakte en doelsoorten Buffering van voedselarme habitats Robuust ecologisch netwerk doorheen de SBZ voor amfibieën- en reptielenpopulaties en soorten van het heidecomplex Uitbreiding en kwaliteitsverbetering van het landduin en heidevegetaties Herstel foerageergebied van de grauwe kiekendief Verder zetten samenwerking met de militaire overheid Omvormen van naaldbossen en voorzien structuurrijke bosranden Exotenbestrijding uitvoeren Afstemming van recreatie op de ecologische waarden Samenvattend kan van de instandhoudingsdoelstellingen, in combinatie met de potentiekaarten en aanwezige habitats, afgeleid worden dat ten noorden van het plangebied (incl. het meest noordelijke deel van de veiligheidszone) voornamelijk een uitbreiding en verbeterde ontwikkeling van oude zuurminnende eikenbossen (habitat 9190) van belang is. Doelstellingen voor Zwarte specht en vleermuizen zijn hiermee verbonden. Meer noordelijk sluit de boszone aan op het gebied waarvoor voornamelijk doelstellingen rond de ontwikkeling van landduinen en heidevegetaties van belang zijn. Verscheidene doelstellingen passen immers in de visie om de verbinding vanuit het militair domein, via Ophovenderheide en de Oudsberg te versterken. In relatie met de ontwikkeling van de landduinen en heidevegetatie (in al haar facetten), is i.f.v. het deelrup, het voornamelijk van belang te verwijzen naar de doelstellingen voor soorten zoals Grauwe kiekendief, Nachtzwaluw, Duinpieper, Met betrekking tot een kwaliteitsverbetering van de leefgebieden voor deze soorten wordt o.a. het beperken van verstoring tijdens het broedseizoen aangehaald bij de doelstellingen. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

248 Pagina 14 van 21 BE Toets aan Artikel 36ter van het Natuurdecreet (voortoets) 4.1 Effecten op Bijlage I habitats Het plangebied zoals afgebakend in het deelrup, overlapt niet met de afbakening van het SBZ-H. Er treedt dan ook geen direct ruimtebeslag op, wat betekent dat geen (potentiële) habitats binnen SBZ verloren gaan. Bovendien voorziet het plan geen bijkomend ruimtebeslag t.o.v. de huidige situatie, zodat ook buiten SBZ geen bijlage I habitats verloren gaan. Een loodverontreiniging van de bodem is in theorie mogelijk, aangezien de schutterij werkt met loden kogels en vandaag de dag geen kogelvangers gebruikt. Hierdoor kunnen de kogels zich in het achterliggende kogelveld (en aansluitende veiligheidszone) verspreiden. De kogels vallen vnl. tot op een afstand van 300 à 400 m, t.o.v. de schietbomen. In dit geval vallen de kogels voornamelijk in de zone tussen het plangebied en het SBZ-gebied. Enkel bij sterke wind kan een verdere verspreiding (tot minder dan 700 m) optreden. Dit is tot binnen het SBZ-gebied. Omdat lood niet kan afgebroken worden, accumuleert het in het lichaam van individuele organismen, maar ook in voedselketens. Het risico op loodverontreiniging is in de huidige situatie aanwezig, maar wordt beperkt doordat tweemaal per jaar kogels worden opgeraapt. Het plan voorziet in een bestendiging van de huidige activiteiten en dus niet in een vergroting / versterking van het risico. Zonder bijkomende maatregelen blijft het risico evenwel aanwezig. Of het risico ten gevolge van de schutterij op zich al dan niet een impact heeft op de instandhoudingsdoelstellingen kan moeilijk ingeschat worden. Het gevaar van loodverontreiniging is immers gelinkt aan accumulatie in organismen en de voedselketen en daarom niet steeds eenduidig aan één bepaalde activiteit te koppelen. Door het plaatsen van een kogelvanger in combinatie met een affluit / oplegsteun 1 zullen kogels zich niet meer in de omgeving (veiligheidszone; bij veel wind tot in het SBZgebied) verspreiden, maar beperkt blijven tot de onmiddellijke omgeving van de schietstand. En is het inzamelen van verschoten lood makkelijker. Op die manier kan het risico op loodverontreiniging sterk geminimaliseerd worden. Aangezien echter op basis van wetenschappelijk onderzoek 2 blijkt dat de aanwezigheid van loodhulzen geen aanleiding heeft voor mogelijke verontreiniging met doorwerking tot in de voedselketen, wordt het voorzien van een kogelvanger niet als een bindende milderende maatregel vanuit de voortoets passende beoordeling voorzien. 1 Voorziening waarbij de buks wordt geklemd en die zodanig kan worden afgesteld dat de bewegingsvrijheid van de buks voldoende beperkt wordt teneinde alle schoten binnen een bepaald gebied (veelal een kogelvanger) af te geven. 2 Witteveen + Bos, 1995 in Handreiking Limburgs traditioneel schieten (Provincie Limburg, 2006) voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

249 Pagina 15 van 21 BE Effecten op bijlage II soorten De meest nabije potentiële locatie voor de Gevlekte witsnuitlibel (Ruitersven) bevindt zich in vogelvlucht op een afstand van 1,5 km ten opzichte van het plangebied. Verstoringseffecten door geluid zijn voor deze soort weinig relevant. Verstoring door beweging in de omgeving is, gezien de relatief grote afstand tot het plangebied en kortere nabijheid van een industrieterrein (op ca 0,5 km van het ven), evenmin relevant. Er wordt dan ook geen significant effect op de doelstellingen voor Gevlekte witsnuitlibel verwacht. 4.3 Effecten op bijlage III soorten Biotopen van Gladde slang worden niet ingenomen door het plan. Ook ten aanzien van potentiële effecten op de bodemkwaliteit door loodverontreiniging, worden er geen verstoringseffecten van de schutterij verwacht, aangezien er geen leefgebieden voorkomen binnen de invloedssfeer van de kogels (ca. 700 m van het plangebied). Bovendien blijkt op basis van wetenschappelijk onderzoek dat er geen verontreiniging van de bodem en bijgevolg de voedselketen verwacht wordt door de aanwezigheid van loodhulzen. Bijkomend kan gesteld worden dat de kogels twee keer per jaar worden verzameld, waardoor met zekerheid kan gesteld worden dat er geen verontreiniging van de bodem en bijgevolg van de organismen die er voorkomen zal optreden. Gevlekte witsnuitlibel: zie voorgaande hoofdstuk. 4.4 Effecten op bijlage IV soorten Wespendief is waarschijnlijk aanwezig in het boscomplex van Ophovenderheide en bevindt zich in het SBZ in een goede staat van instandhouding. Dit ondanks de aanwezigheid van schuttersactiviteiten in de huidige situatie. Er wordt dan ook verwacht dat een bestendiging / regularisatie van deze activiteiten geen significant negatieve impact zal hebben op de doelstellingen voor deze soort. Op termijn wordt o.a. een ontwikkeling van zuurminnende eiken- en beukenbossen vooropgesteld (zowel in oppervlakte als in kwaliteit). Deze ontwikkeling kan aansluitend aan het plangebied verwacht worden. Daardoor ontstaat potentieel leefgebied voor bijlage IV-soorten zoals Zwarte specht en Middelste bonte specht. Voornamelijk tijdens het broedseizoen kunnen deze soorten gevoelig zijn voor verstoring door geluid en beweging. In de situatie dat potentieel leefgebied voor deze soorten binnen de geluids-verstoringscontour van de schutterij ontwikkeld, zal ook de ruimere omgeving ontwikkeld zijn als zuurminnend eiken- en beukenbos. Dit betekent dat ook in de ruimere omgeving voldoende broedlocaties aanwezig zijn. Doordat de schutterij permanent aanwezig is (wekelijkse oefenstonden van 18u tot 21u in de periode tussen voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

250 Pagina 16 van 21 BE april en september), zullen soorten op zoek gaan naar een broedlocaties die als voldoende rustig worden ervaren. Op die manier wordt verwacht dat de schutterij met haar activiteiten geen significant negatief effect heeft op de ontwikkeling van het gebied. Meer noordwaarts zal de ontwikkeling van landduinen en heidegebied (in al haar facetten) meer en verbeterde potenties bieden voor bijlage IV-soorten zoals Blauwborst, Boomleeuwerik, Ijsvogel, Korhoen, Duinpieper en Nachtzwaluw. In de doelstellingen voor heel wat van deze soorten is het vermijden van verstoring tijdens het broedseizoen opgenomen. Deze zones liggen op relatief grotere afstand van het brongebied van geluidsverstoring (ca 1 km en meer) en zijn ervan gescheiden door bos. Omwille van de grote afstand kan besloten worden dat geluidsverstoring in deze zones niet van die aard is dat ze een significant negatief effect hebben op de ontwikkeling van het gebied. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

251 Pagina 17 van 21 BE Besluit Ten opzichte van de huidige situatie (waarbij de schutterij aanwezig is), zorgt het deel- RUP niet voor bijkomende verstoring in het SBZ-gebied waardoor instandhoudingsdoelstellingen eventueel in het gedrang zouden kunnen komen. Evenmin zijn de aanwezige / te bestendigen activiteiten van dien aard dat ze een significant negatief effect hebben op de instandhoudingsdoelstellingen die voor de habitats en soorten binnen het desbetreffende SBZ zijn opgesteld. Het plaatsen van een kogelvanger wordt als een aanbeveling opgenomen vanuit de voortoets passende beoordeling, het betreft echter geen bindende milderende maatregel die noodzakelijk is om tot een niet-significant negatief effect te komen. Een kogelvanger zorgt namelijk voor een bijkomende geluidsverstoring, waarmee eveneens dient rekening te worden gehouden. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

252 Pagina 18 van 21 BE Bijlage: instandhoudingsdoelstellingen Instandhoudingsdoelstellingen (IHD s) voor de landschappelijke eenheid Landschap van de heide, vennen en bossen op en rond het Schietveld en de duinengordel 3. Deze doelstellingen zijn geformuleerd voor zowel het habitatrichtlijngebied als voor het vogelrichtlijngebied dat bijna volledig overlapt met het habitatrichtlijngebied. Omdat het plangebied in de relatieve nabijheid ligt van de duinengordel ten oosten van het Schietveld (meer specifiek Ophovenderheide en Ophoverderbos), is in de opsomming van de doelstellingen de nadruk gelegd op de doelstellingen gerelateerd aan deze deelzone. Instandhoudingsdoelstellingen voor habitats: Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten (2310): - Toename van oppervlakte (Z en O van militaire Schietterrein) - Kwaliteitsverbetering o.a. door het terugdringen van boomopslag, voornamelijk op de spontaan verboste of beboste psammofiele heide in de oostelijke duinengordel. Niet verstoorde zones in broedseizoen (i.f.v. nachtzwaluw, boomleeuwerik, grauwe kiekendief, ) Open grasland met Corynephorus- en Agrostissoorten op landduinen (2330): - Toename oppervlakte; waarvan 53 ha omvorming vanuit naaldhout in de oostelijke duinengordel - Kwaliteitsverbetering oa door Beperkte boomopslag Voorzien van niet verstoorde zones tijdens broedseizoen voor nachtzwaluw en boomleeuwerik Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix (4010): oppervlaktetoename (vnl door omvorming) en kwaliteitsverbetering Overgangs- en trilveen (7140): oppervlaktetoename (door omvorming) en kwaliteitsverbetering Droge heischrale graslanden (subtype 6230_hn): oppervlaktetoename (vnl. door omvorming) en kwaliteitsverbetering Vochtig heidschrale graslanden (subtype 6230_hmo): oppervlaktetoename (aansluitend op de natte heide en natte heischrale relicten op Sonnisheide) en kwaliteitsverbetering 3 vastgesteld bij ministerieel besluit (23/04/2014) voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

253 Pagina 19 van 21 BE Dystrofe natuurlijke poelen en meren (3160): - behoud en oppervlaktetoename door omvorming in de kerngebieden. Ophovenerbos-Ruiterskuilen is één van deze kerngebieden. - Verbetering van de kwaliteit Oligotrofe tot mesotrofe vijvers en vennen met pioniersgemeenschappen op de kale oever of in de ondiepe oeverzone (subtype 3130_aom): behoud en toename oppervlakte (omvorming) en verbetering van de kwaliteit Oude zuurminnende eikenbossen met Quercus robur op zandvlakten (9190) en Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex- en soms ook Taxus in de ondergroei (9120) - Toename oppervlakte door behoud van actuele oppervlakte (57 ha) ha met een richtwaarde van 33 ha bosuitbreiding (einddoel 353 ha) - Goed ontwikkelende zuurminnende eikenbossen met Behoud oude, bij voorkeur, inheemse bomen (voor zwarte specht, vleermuizen) Voldoende structuurrijkdom <10% invasieve exoten Streven naar ijle bossen met voldoende open plekken (voor nachtzwaluw, boomleeuwerik, wespendief, etc.) in aansluiting bij en rond de heidecomplexen Creëren van mantel-zoomvegetaties met de voergangen naar het open heidelandschap Alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (91E0) : behoud van actuele oppervlakte (ter hoogte van de Laambeekvallei); verbeteren kwaliteit Voor volgende soorten vermeldt het besluit populatiedoelstellingen en / of een verbetering van de kwaliteit van de leefgebieden: Grauwe kiekendief: leefgebied bestaat uit open landschap bestaande uit heide (4030, 4010), heischrale graslanden (6230_hn en 6230_hmo) omgeven door matrix van soortenrijke graslanden. Het beperken van verstoring tijdens het broedseizoen is vermeld als kwaliteitseis aan de leefgebieden. Nachtzwaluw en Boomleeuwerik: populatiedoelstellingen sporen samen met de oppervlaktedoelstelling voor 4030, 2310 en Doelstelling kwalitatief goed ontwikkeld leefgebied omvat voor beide soorten o.a. het beperken van recreatieve verstoring tijdens broedseizoen Korhoen: geen concreet populatiedoel. Doelstelling kwalitatief goed ontwikkeld leefgebied spoort samen met herstel van droge en vochtige heide en heischrale graslanden (4030, 4010, 6230_hmo, soortenrijke graslanden en rbb) en omvat o.a. het beperken van verstoring tijdens broedseizoen voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

254 Pagina 20 van 21 BE Duinpieper: geen concreet populatiedoel. Doelstelling kwalitatief goed ontwikkeld leefgebied spoort samen met herstel van landduinen (2310, 2330) en omvat o.a. het beperken van verstoring tijdens broedseizoen Blauwe kiekendief: populatiedoelstelling spoort samen met de doelen voor habitattypes van heide en laagveen Gevlekte witsnuitlibel: aanwezigheid op minimum 2 locaties (Laambeekven en bovenloop Abeek) en herstel leefgebied ter hoogte van vennencomplex Turfven en Ruiterskuilen. Kwaliteitsdoelen leefgebied nagenoeg volledig gedekt middels doelen voor habitat 3130, 7140 en de heikikker Knoflookpad: versterking van de populatie en realiseren van een goed ontwikkeld leefgebied (landbiotopen 2310 en 4030; voorplantingsbiotoop 3130) Rugstreeppad: populatiedoelstellingen ter hoogte van voortplantingsplaatsen in de bovenloop van de Abeek, het centrale vennencomplex / Sonnisheide en de omgeving van Kelchterhoef Heikikker en Poelkikker: populatiedoelstellingen met focus op Sonnisheide, centrale vennencomplex, bovenloop van de Abeek en het vennencomplex Turfven en Ruiterskuilen Gladde slang: functioneel verbinden van de leefgebieden in het Schietveld met deze van de oostelijke duinengordel en het verbeteren van de connectiviteit met de zuidelijk gelegen heideterreinen (Opglabekerzavel, Tenhaagdoornheide en de plas van Kelchterhoef) door geschikt leefgebied te voorzien tot op de grens van de SBZ-H. Om de populatie- en kwaliteitsdoelstelling te bereiken is een extra oppervlakte leefgebied nodig (habitattypes 2310/4030). Deze oppervlakte is verrekend in de uitbreidings- en omvormingsdoelstelling van de betreffende habitattypes. Verder spoort de doelstelling samen met herstel van het heidelandschap (2310, 2330, 4030, 4010, 6230), waarbij de ontwikkeling van een heidecorridor tussen het Schietveld, het complex Turfven en Ruiterskuilen en de Oudsberg is voorzien. Blauwborst: herstel van een populatie; goed ontwikkeld leefgebied gerelateerd aan moerassige vegetaties, rietlanden, laagveenvegetaties, natte heidevegetaties en vennen zonder menselijke verstoring tijdens de broedperiode. Wespendief: minstens behoud van de actuele populaties Zwarte specht Middelste bonte specht: doelstelling m.b.t. populatie en kwaliteit leefgebied spoort samen met de doelstellingen voor de habitats 9190 en De SBZ is volgens de gewestelijke instandhoudingsdoelstellingen belangrijk voor heel wat vleermuissoorten. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

255 Pagina 21 van 21 BE Geraadpleegde literatuur Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing met toepassing van de Habitatrichtlijn van de speciale beschermingszone BE Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode en tot definitieve vaststelling voor die zone en voor de met toepassing van de Vogelrichtlijn aangewezen speciale beschermindszone BE Houthalen-Helchteren, Meeuwen- Gruitrode en Peer van de bijhorende instandhoudingsdoelstellingen en prioriteiten 23/04/2014 (B.S. 15/10/2014) Agentschap voor Natuur en Bos (2012) S-IHD-rapport 24 BE Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode en BE Houthalen-Helchteren, Meeuwen-Gruitrode en Peer Definitief rapport Informatief document bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 23/04/2014 m.b.t. instandhoudingsdoelstellingen en prioriteiten voor de gebieden BE en BE Devos, K., Anselin, A. & Vermeersch, G. (2004). Een nieuwe Rode Lijst van de Vlaamse broedvogels (versie 2004). In: Vermeersch, G., Anselin, A, Devos, K., Herremans, M., Stevens, J., Gabriëls, J. & Van der Krieken, B (2004). Atlas van de Vlaamse broedvogels Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel, p Provincie Limburg (Nederland) (2006) Handreiking van 9 mei 2006 van het College van Gedeputeerde Staten van Limburg aan de colleges van burgemeester en wethouders in de provincie Limburg betreffende de belasting van het milieu bij het Limburg traditioneel schieten. Provincie Limburg, Maastricht Paelinckx, D., De Saeger, S., Oosterlynck, P., Demolder, H., Guelinckx, R., Leyssen, A., Van Hove, M., Weyembergh, G., Wils, C., Vriens, L., T jollyn, F., Van Ormelingen, J., Bosch, H., Van de Maele, J., Erens, G., Adams, Y., De Knijf, G., Berten, B., Provoost, S., Thomaes, A., Vandekerkhove, K., Denys, L., Packet, J., Van Dam, G. & Verheirstraeten, M. (2009). Habitatkaart, versie 5.2. Indicatieve situering van de Natura 2000 habitats en de regionaal belangrijke biotopen. Integratie en bewerking van de Biologische Waarderingskaart, versie 2. Rapport en GIS-bestand INBO.R Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup1_v3.docx

256 Pagina 1 van 19 BE RUP Zonevreemde recreatie in Opglabbeek deelrup 3 toetsing aan de bepalingen van Artikel 36ter en 26bis van het Natuurdecreet 1 Inleiding In het kader van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn werden Speciale Beschermingzones aangeduid door de Vlaamse regering, die samen het NATURA 2000-netwerk vormen. Artikel 36ter 3 van het Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu stelt dat een vergunningplichtige activiteit die, of een plan of programma dat, afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma's, een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een Speciale Beschermingszone kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling wat betreft de betekenisvolle effecten voor de Speciale Beschermingszone. De goedkeuring van de vergunning, het plan of programma kan slechts gebeuren indien de uitvoering ervan geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken kan veroorzaken, eventueel door het opleggen van voorwaarden. Aangezien het plangebied zich situeert in de nabijheid van het habitatrichtlijngebied BE Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As, Opglabbeek, Maaseik, maar de mogelijke effecten als relatief beperkt worden ingeschat, wordt in voorliggend document in eerste instantie een voortoets uitgevoerd. Via deze voortoets kan worden nagegaan of er een waarschijnlijkheid of een risico bestaat op een betekenisvolle aantasting van de actuele en potentieel te realiseren habitats en soorten in de SBZ. Geeft de voortoets aan dat er géén risico op een betekenisvolle aantasting te verwachten is, dan zal de voortoets volstaan en hoeft geen volwaardige passende beoordeling te worden opgemaakt. In het geval er wel een waarschijnlijkheid of een risico bestaat, is verder onderzoek via een passende beoordeling noodzakelijk. Vanaf begin 2015 is een online-instrument voortoets beschikbaar, waarbij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) aan initiatiefnemers de mogelijkheid wil bieden om op voorhand in te schatten wat de mogelijke implicaties zijn van een voorgenomen vergunningsplichtige activiteit op een speciale beschermingszone (SBZ). Voorlopig is enkel de depositiescan, voor de effectbeschrijving en beoordeling van verzurende depositie, beschikbaar. De effectgroepen die in het kader van voorliggende voortoets van belang zijn, hebben geen betrekking op verzurende depositie en kunnen bijgevolg niet via het online-instrument worden ingegeven. De opmaak van een schriftelijke voortoets op basis van een eigen rapport is bijgevolg noodzakelijk. In voorliggende voortoets komen volgende aspecten aan bod: Het al of niet aanwezig zijn van een SBZ binnen de invloedssfeer van de voorgenomen activiteit; Beschrijving van de SBZ; voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

257 Pagina 2 van 19 BE Beschrijving en beoordeling van de effectengroepen welke een rol spelen en welke een effect kunnen hebben op de natuurlijke kenmerken van de Speciale beschermingszone en de habitattypen en soorten waarvoor het gebied is aangeduid; Uitgaande van deze beschrijving wordt, op basis van expertenoordeel, in voorliggende nota nagegaan of het project een effect kan hebben op de actuele en via de instandhoudingsdoelstellingen beoogde staat van instandhouding van de SBZ, de beschermde habitats en soorten. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

258 Pagina 3 van 19 BE Toelichting bij het plan Het plan maakt deel uit van het RUP Zonevreemde recreatie in Opglabbeek. Dit RUP is onderverdeeld in 4 deelrup s. Het voorliggend plan betreft deelrup 3. Voor de beschrijving van het plan wordt verwezen naar de integrale toelichtings- en screeningsnota DEELRUP 3 Zonevreemde recreatie. DeelRUP3 voorziet in een regularisatie van de aanwezigheid en activiteiten van een voetbalclub en een schutterij met bivakplaats langsheen de Weg naar Opoeteren. Voorliggende voortoets heeft enkel betrekking op dit deelrup. Ook voor deelrup1 is een voortoets uitgevoerd gezien de ligging in de nabijheid van het habitatrichtlijngebied BE Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode. De andere deelrup s hebben geen interferentie met een speciale beschermingszone. Figuur 1 : Situering van deelrup s van het RUP Zonevreemde recreatie in Opglabbeek 2.1 Huidige activiteiten Binnen het plangebied (van deelrup 3) zijn 3 activiteiten gesitueerd. In eerste instantie gaat het om de voetbalclub. Deze infrastructuur wordt gebruikt door Eendracht Louwel Opglabbeek (VELO) en door Damesvoetbal Opglabbeek. Er is momenteel 1 wedstrijdveld voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

259 Pagina 4 van 19 BE en 2 oefenvelden aanwezig. De bestaande bijhorende infrastructuur omvat een kantine, verschillende kleedruimtes, bergruimtes en een tribune. Naast de 2 voetbalclubs wordt een deel van het terrein ook gebruikt door de Koninklijke Schutterij Sint-Lambertus. Ze hebben een clubhuis en een schietboom met kogelvanger. Doordat er enkel richting de schietboom wordt geschoten, is het bereik van de kogels beperkt tot deze zone. De infrastructuur van de schutterij wordt in bepaalde periodes gebruikt voor jeugdverblijftoerisme (weekends en kampen). Er is dan ook een bivakplaats aanwezig. De afgelopen 10 jaar werden er verscheidene investeringen gedaan om de infrastructuur van het clubhuis up-to-date te houden. Het ganse terrein wordt ontsloten via de Weg naar Opoeteren (in het noorden) en is uitgerust met een verhard parkeerterrein. Figuur 2 : Bestaande toestand De schutterij beperkt haar activiteiten tot de maanden maart tot en met november. De voetbalactiviteiten vinden zo goed als elke dag plaats (trainingen). Op zaterdag en zondag worden wedstrijden gespeeld. In de zomerperiode wordt de bivakplaats ingezet voor jeugdtoerisme (overnachtingen). voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

260 Pagina 5 van 19 BE Het plan In deelrup 3 wordt een herorganisatie van de infrastructuur binnen het plangebied voorgesteld. De bebouwing blijft geconcentreerd én de parkeerzone langsheen de Weg naar Opoeteren wordt geherstructureerd. Een duidelijke entreezone wordt voorgesteld, zodat de rand van de bebouwing van de kern van Louwel hier duidelijk wordt vormgegeven. De bestemmingen worden aangepast aan het huidige bodemgebruik. De delen die binnen het plangebied momenteel de bestemming natuurgebied hebben worden omgezet naar recreatiegebied. Het overige deel van het plangebied heeft de bestemming dagrecreatie. Ook dit wordt omgezet, aangezien de bivakplaats impliceert dat er overnacht wordt in het recreatiegebied. Daarom wordt de bestemming dagrecreatie omgezet naar verblijfsrecreatie. Tevens worden de volgende voorwaarden opgelegd: Enkel de huidige recreatieve activiteiten zijn toegelaten. Bestaande bebouwing die mogelijks op termijn herbouwd wordt, dient geconcentreerd te blijven. Daarom wordt een bebouwbare zone aangeduid. Daarbuiten is het niet toegelaten om gebouwen te realiseren. Ook de verharding wordt beperkt. Zo wordt onder meer een zone voor parkeren aangeduid. Enkel hier is het toegelaten om auto s te stallen. Door een zone voor ontsluiting aan te duiden, wordt de totale verharde oppervlakte verder beperkt. Verhardingen moeten worden uitgewerkt in waterdoorlatende materialen. Opdat de recreatieve activiteiten in de toekomst adequaat gefaciliteerd kunnen worden, wordt de RUP-contour in het zuiden met 1,5 m verruimd ten opzichte van de perceelsgrenzen. Deze minimale uitbreiding is vereist om een omheining rond het zuidelijke voetbalterrein te kunnen plaatsen. De intentie van de club gaat niet verder dan deze ingreep m² natuurgebied wordt in deelrup 3 omgezet naar recreatiegebied. In deelrup 4 van het RUP Zonevreemde recreatie in Opglabbeek wordt een grootschalige planologische compensatie gepland. Hier worden zonevreemde waardevolle bossen van m² herbestemd van agrarisch gebied naar natuurgebied. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

261 Pagina 6 van 19 BE Beschrijving van de referentiesituatie 3.1 Beschrijving van het plangebied Volgens de biologische waarderingskaart zijn binnen het plangebied de volgende waarderingen aanwezig: Complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen: - grove dennenbestand met ondergroei van bramen, varens, heide of jonge struiken (ppms) en eiken-berkenbos (qb); Biologisch waardevol: - struweelopslag van allerlei aard, vaak op gestoorde gronden (sz) en bomenrij met dominantie van berk (kbp); - naaldhoutbestand (niet grove den) met ondergroei van grassen en kruiden (pmh) en naaldhoutbestand (niet grove den) zonder duidelijke ondergroei (pa); - naaldhoutbestand (niet grove den) met ondergroei van bramen, varens, heide of jonge struiken (pms) en grove den (pins); - grove dennenbestand met ondergroei van bramen, varens, heide of jonge struiken (ppms); Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen: - bebouwing in een (half)natuurlijke omgeving (un) en grove dennenbestand met ondergroei van bomen en struiken (ppmb). Biologisch minder waardevolle elementen: - zeer soortenarm, vaak tijdelijk grasland (hx) en recreatiezone (uv); - minder dichte bebouwing (ua). voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

262 Pagina 7 van 19 BE Figuur 3 : Biologische waarderingskaart (versie 2014) 3.2 Beschrijving van de SBZ-H BE Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As, Opglabbeek, Maaseik Afbakening en aanduiding van het gebied Op ca. 300 m van het plangebied ligt het SBZ-H Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As-Opglabbeek-Maaseik (BE ). Ten noorden bevindt zich op ca. 600 m het SBZ-H Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode (BE ). voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

263 Pagina 8 van 19 BE Figuur 4 : Situering van SBZ-H gebieden De SBZ-H Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As-Opglabbeek-Maaseik is gelegen in de gemeenten Maaseik, Opglabbeek, As en Genk. Het SBZ-H beslaat een oppervlakte van 573 ha. De habitats en soorten binnen het SBZ-H kunnen gegroepeerd worden in 2 natuurclusters: beekdallandschap en heidelandschap. Er wordt gestreefd naar een gevarieerd beekdallandschap met elzenbroekbossen met structuurrijke bosranden, moerasspirearuigtes, laagveen vegetaties en regionaal belangrijke biotopen zoals dotterbloemgraslanden. Het heidelandschap bestaat vooral uit droge en/of vochtige heide, jeneverbesstruwelen, landduinen met buntgrasvegetaties en open, warmteminnende en bloemrijke vegetaties op de terrils. Tabel 1 geeft een overzicht van de habitats (bijlage I van het Natuurdecreet) waarvoor het gebied werd aangewezen. Tabel 1 : Habitats waarvoor het gebied werd aangemeld Code Habitat 2310 Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten 2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostissoorten op landduinen 3260 Submontane en laagland rivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitans en het Callitricho-Batrachion 4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix 4030 Droge europese heide voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

264 Pagina 9 van 19 BE Juniperus communis-formaties in heidevelden of op kalkgrasland 6430 Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones 7140 Overgangs- en trilveen 9120 Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex- en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion) 9190 Oude zuurminnende eikenbossen met Quercus robur op zandvlakten 91E0* Alluviale bossen met Alnion glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion ablae) (*): prioritaire habitat in de zin van de Habitatrichtlijn Het mozaïeklandschap vormt bovendien een belangrijk leefgebied voor een aantal vleermuizensoorten waarbij de structuurrijke bossen als nest- of overwinteringsplaats dienen en de insectenrijke leefgebieden belangrijk zijn voor hun foerageergebieden. Het heidelandschap herbergt leefgebieden voor o.a. amfibieën zoals Heikikker, Rugstreeppad en Poelkikker, reptielen zoals de Gladde slang en habitattypische vogelsoorten zoals Nachtzwaluw en Boomleeuwerik. Het SBZ-H is daarom aangewezen als speciale beschermingszone voor volgende soorten van: bijlage II van het Natuurdecreet: o Beekprik (Lampetra planeri); bijlage III van het Natuurdecreet: o Heikikker (Rana arvalis); o Laatvlieger (Eptesicus serotinus); o Ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii); o Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus); o Watervleermuis (Myotis daubentonii); o Poelkikker (Rana lessonae); o Gladde slang (Coronella austriaca); o Rosse vleermuis (Nyctalus noctula); o Rugstreeppad (Bufa calamita). Het SBZ-H is onderverdeeld in 4 deelgebieden. DeelRUP 3 maakt deel uit van het deelgebied Bosbeekvallei Huidige situatie: aanwezigheid van Natura 2000 habitats en beschermde soorten Aanwezigheid van Natura 2000 habitats waarvoor het SBZ werd afgebakend Op Figuur 7 zijn, op basis van de Europese Habitatkaart v2, de Europese habitattypes en regionaal belangrijke biotopen aangeduid die ter hoogte van deelrup 3 voorkomen. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

265 Pagina 10 van 19 BE Volgens deze kaart komen binnen het SBZ-H volgende Europese habitats voor en/of heeft het gebied potenties voor: open graslanden op landduinen (habitat 2330) en voor zuurminnende eikenbossen (habitat 9190) en elzenbroekbossen (habitat 91E0). Wat betreft de regionaal belangrijke biotopen zijn er potenties voor grote zeggenvegetatie (rbb mc), rietland en andere vegetaties van het rietverbond (rbb mr) en vochtig wilgenstruweel op voedselrijke bodem (rbb sf). Figuur 5 : Europese habitatkaart Bijlage II soorten Het betreft hier dier- en plantensoorten van Bijlage II van het Natuurdecreet (= transpositie van Bijlage II van de Habitatrichtlijn) die voorkomen in Vlaanderen en waarvoor de aanwijzing van speciale beschermingszones vereist is. Uit het IHD-rapport voor het SBZ-H Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As- Opglabbeek-Maaseik kan afgeleid worden dat de Beekprik niet verwacht wordt in de nabije omgeving van het plangebied. De meest recente waarneming werd gedaan in de Busselpijp, 100 m stroomopwaarts van de monding in de Bosbeek. Het betreft waarschijnlijk een kleine (bijna) geïsoleerde populatie Bijlage III soorten Op Bijlage III van het Natuurdecreet (= transpositie van Bijlage IV van de Habitatrichtlijn) staan dieren plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden beschermd. Deze lijst bevat de volgende diersoorten: insect (Gevlekte witsnuitlibel), amfibieën (Kamsalamander, Vroedmeesterpad, Heikikker, Knoflookpad, Rugstreeppad, Boomkikker en Gladde slang), en zoogdieren (18 soorten vleermuizen, Hazelmuis, Hamster en Otter). De plantensoorten die op deze voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

266 Pagina 11 van 19 BE lijst zijn weergegeven, zijn Geel schorpioenmos, Kruipend moerasscherm, Drijvende waterweegbree en Groenknolorchis. Volgens het IHD-rapport voor het SBZ-H Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As-Opglabbeek-Maaseik zijn er waarnemingen bekend van Ruige dwergvleermuis en Gewone dwergvleermuis in deelgebied 1 van het SBZ-H in Zevenhuizen (As), ten zuiden van het plangebied. Er kan echter aangenomen worden dat door gebrek aan gebiedsdekkende inventarisaties deze soorten wel op meer plekken voorkomen binnen het SBZ-H. Binnen deelgebied 1 zijn er tevens potenties aanwezig voor Laatvlieger, Watervleermuis en Rosse vleermuis. Op basis van de kenmerken van het plangebied, zijnde voetbalvelden, verharde oppervlakte en een clubhuis, kan er gesteld worden dat het plangebied geen belangrijk foerageergebied vormt voor vleermuizen Vogelsoorten van bijlage I Ter volledigheid worden de vogelsoorten van Bijlage I van het Natuurdecreet vermeld die kunnen profiteren van herstelmaatregelen voor de tot doel gestelde habitats van Bijlage I of soorten van Bijlage II en III. Deze soorten zijn echter niet aangemeld voor het SBZ-H en zijn ook niet naar voren geschoven vanuit de gewestelijke instandhoudingsdoelstellingen. Blauwborst zal mee profiteren van de uitbreiding van o.a. rbbmr en rbbmc en Boomleeuwerik en Nachtzwaluw van de maatregelen die genomen zullen worden voor de verschillende droge heidehabitats zoals De omvorming van bestaande (naald)bossen naar habitat 9190 komt Zwarte specht ten goede Instandhoudingsdoelstellingen (S-IHD s) en prioriteiten Voor het SBZ-gebied zijn bij ministerieel besluit (23/04/2014) gebiedsspecifieke instandhoudingsdoelstellingen (S-IHD s) vastgesteld. De doelstelling in het beekdallandschap bestaat er in om grote aangesloten elzenbroekbossen te creëren afgewisseld met open vegetaties. Deze open vegetaties kunnen bestaan uit de open grasland- en heidehabitats, maar ook uit regionaal belangrijke biotopen zoals wilgenstruwelen, moerasspirearuigtes, veldrus- en dotterbloemgraslanden, kleine en grote zeggevegetaties, riet of structuurrijke bloemrijke graslanden en poelen. Dit mozaïeklandschap vormt bovendien voor een aantal vleermuizensoorten een belangrijk leef- en foerageergebied. Wanneer deze vegetaties langs de beek komen te liggen, biedt dit ook voldoende zonlicht noodzakelijk voor het beekhabitat. Heidefragmenten komen versnipperd voor in bijna alle deelgebieden van het SBZ-H. Er wordt gestreefd naar het open houden van de poelen en plassen en het behoud van de warmteminnende vegetaties op de terrils is van belang voor een aantal Europees te beschermen soorten, onder meer Rugstreeppad. De volgende inspanningen zijn noodzakelijk voor het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen die zijn vastgelegd voor het habitatrichtlijngebied: voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

267 Pagina 12 van 19 BE A. Herstel van de natuurlijke waterhuishouding en/of verbetering van de waterhuishouding natuurlijke hydrologie in het beekdallandschap; B. Verbetering oppervlakte- en grondwaterkwaliteit en streven naar een goede beekstructuur; C. Ontwikkelen van een mozaïeklandschap in de beekvallei; D. Uitbreiding en kwaliteitsverbetering van het heidelandschap en Jeneverbesstruweel; E. Herstel amfibieën- en reptielenpopulaties; F. Omvorming van bossen; G. Achterstallig beheer en exotenbestrijding uitvoeren. De inspanningen die noodzakelijk zijn in het deelgebied Bosbeekvallei zijn in het vet aangeduid. 3.3 Beschrijving van het VEN-gebied De Bovenloopse Bosbeek Het plangebied van deelrup 3 overlapt in het oosten met het VEN-gebied De Bovenloopse Bosbeek. Figuur 6 : Situering van VEN-gebied voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

268 Pagina 13 van 19 BE Toets aan Artikel 36ter van het Natuurdecreet (voortoets) 4.1 Effecten op Bijlage I habitats Het plangebied zoals afgebakend in het deelrup 3, overlapt niet met de afbakening van het SBZ- H. Er treedt dan ook geen direct ruimtebeslag op, wat betekent dat geen (potentiële) habitats binnen SBZ-H verloren gaan. Bovendien situeert de beperkte uitbreiding die het plan t.o.v. de huidige situatie voorziet zich eveneens buiten SBZ-H. Ook dit gaat bijgevolg niet gepaard met bijkomend ruimtebeslag ten aanzien van bijlage I habitats. Het bereik van de kogels die afgeschoten worden door de schutterij richting de schietboom blijft beperkt tot de zone er rond. Er bestaat bijgevolg geen risico op kogels die in het SBZ-H terecht komen en daar habitats verstoren. Het plan voorziet, naast het bestendigen van de voetbal- en schuttersactiviteiten, ook de bestendiging van de bivakplaats. Recreanten kunnen vanuit de bivakplaats de omliggende bossen intrekken en daar habitats verstoren door betreding, (rust)verstoring,. Volgens het IHD-rapport is het onduidelijk of recreatieve verstoringsvormen momenteel reeds als knelpunt in het SBZ-H optreden en hoe groot de impact ervan is. Op basis van de afstand van de bivakplaats tot het SBZ (ca m), kan er wel aangenomen worden dat de spelactiviteiten zich vooral zullen afspelen in de boszone tussen het SBZ en de voetbalterreinen en in de speelbossen die in de omgeving aanwezig zijn. Spelactiviteiten worden dus minder verwacht in het SBZ-gebied zelf. De omheining die rond de voetbalterreinen voorzien wordt, zal er bovendien voor zorgen dat de rechtstreeks toegang vanuit de terreinen naar de bossen niet meer mogelijk zal zijn. Aangezien het plan een bestendiging is van de bestaande situatie, zonder dat daarbij een uitbreiding van de aanwezige activiteiten wordt voorzien, worden er ten aanzien van de aanwezige en/of potentieel aanwezige Europese habitats (2330, 9190, 91E0) en regionaal belangrijke biotopen (rbb mc, rbb mr, rbb sf) geen aanzienlijke wijzigingen van de verstoringseffecten verwacht. Bovendien gaat het enkel om zachte vormen van recreatie. Er worden bijgevolg geen significante effecten op de doelstellingen voor bijlage I habitats verwacht. 4.2 Effecten op bijlage II soorten De meest nabije locatie waar Beekprik werd waargenomen, bevindt zich in vogelvlucht op een afstand van ca. 2,5 km stroomafwaarts van het plangebied. De verstoringseffecten die het plan mogelijks genereerd en een bestendiging zijn van de huidige activiteiten en afgeleide effecten (geluid en licht) zijn gezien de afstand weinig relevant. Het huishoudelijk afvalwater afkomstig van de sanitaire voorzieningen binnen het plangebied zal aangesloten worden op de riolering waardoor er geen afvalwater geloosd zal worden in de Bosbeek. Er wordt dan ook geen significant effect op de doelstellingen voor Beekprik verwacht. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

269 Pagina 14 van 19 BE Effecten op bijlage III soorten Bijlage III soorten die ter hoogte van het plangebied kunnen voorkomen, betreffen vleermuizen (Ruige dwergvleermuis, Gewone dwergvleermuis, Laatvlieger, Watervleermuis en Rosse vleermuis). Mogelijke indirecte effecten op vleermuizen zijn voor het voorgenomen plan vooral te verwachten door lichthinder. Voor vleermuizen spelen, wat lichthinder betreft, een drietal factoren een rol: (1) vermijdingseffect van de verlichte zone door lichtschuwe soorten, (2) aanzuigeffect van insecten door verlichting en (3) waardevermindering van het omliggende biotoop door lichtverstrooiing. Door het tussenliggende bos, met een breedte van ca. 300 m, reiken de stralingseffecten van de verlichting van de voetbalterreinen niet tot in het SBZ-H. Aangezien er verwacht kan worden dat de vleermuizensoorten het tussenliggende bos ook als foerageergebied gebruiken, is het toch aangewezen om binnen het plangebied maatregelen te nemen om de effecten inzake lichtverstoring in de richting van het bosgebied tot een minimum te beperken. Wat de vaste lichtpunten op de sportvelden en parking binnen het plangebied betreft, dienen de principes van goed verlichten toegepast te worden: Enkel verlichten waar nodig (bijvoorbeeld verlichting op een mast met enkel neerwaartse verlichting en geen horizontale verlichting); Enkel neerwaartse verlichting; Enkel verlichten wanneer nodig; Geen onnodig sterke lichtbronnen; Geen verblindende richtingen gebruiken. Daarnaast dienen de armaturen te voldoen aan de strengste klasse volgens CEN (European Committee for Standardization) (klasse G6), welke de mate verstorende verblinding en/of onderdrukking van hinderlijk strooilicht (verblindingsgraad) zoveel mogelijk beperken. Klasse G6 betekent volgende maximale lichtsterktes, bij de gegeven richtingen: Bij 70 : 350 cd/klm; Bij 80 : 100cd/klm; Bij 90 : 0 cd/klm; Boven 90 : 0 cd/klm. Het is bekend dat de golflengte van de verlichting ook een belangrijke rol speelt. Zo worden insecten veel minder aangetrokken door geel licht i.p.v. door wit en blauw licht. Recent onderzoek heeft ook aangetoond dat amberkleurige verlichting voor Watervleermuis, die gekend is als een zeer lichtgevoelige soort, niet als storend wordt ervaren. Amberkleurige verlichting heeft het voordeel dat het voldoende resolutie en contrast levert voor het menselijk oog (gevoeligheid menselijk oog voor de golflengte is voldoende groot) en tegelijk door vleermuizen veel minder goed wordt waargenomen (gevoeligheid vleermuisoog voor de golflengte is laag). Er dient daarom maximaal gekozen te worden voor amberkleurige verlichting. Hierdoor zal de verstoring voor lichtgevoelige vleermuissoorten geminimaliseerd worden ook tijdens de periodes dat de verlichting is aangeschakeld. Deze maatregelen zorgen ervoor dat er geen significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen voor vleermuizen verwacht worden. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

270 Pagina 15 van 19 BE Effecten op vogelsoorten van bijlage I Op basis van de afstand van de SBZ-H tot het plangebied, de aanwezigheid van een bufferbos tussen het SBZ-H en het plangebied en de kenmerken van de activiteiten die zich binnen het plangebied zullen afspelen, kan er verwacht worden dat de verstoringseffecten afkomstig van het plangebied niet reiken tot in het SBZ-H. Indirect kunnen er wel effecten in het SBZ-H optreden. Tijdens de zomermaanden wordt de infrastructuur immers gebruikt als bivakplaats. Recreanten kunnen van hieruit de omliggende bossen intrekken en daar door geluid, beweging, voor verstoring van avifauna zorgen. De verstoring wordt beperkt door de rechtstreekse toegang vanuit het plangebied naar de omliggende bossen te beperken door middel van een omheining rond de voetbalterreinen. Daarnaast zijn er in de omgeving speelbossen aanwezig waar spelen wel is toegestaan. Vogels zijn het meest gevoelig voor verstoring tijdens het broedseizoen. Het is niet duidelijk of Blauwborst, Boomleeuwerik, Nachtzwaluw en Zwarte specht effectief voorkomen in het SBZ-H ter hoogte van het plangebied. Op basis van hun leefgebieden en de meest kwetsbare locaties, zoals opgelijst in onderstaande tabel, worden er geen significant negatieve effecten verwacht inzake verstoring op deze vogelsoorten. Het aangrenzende bosgebied wordt gekenmerkt door een dicht naaldbos. De delen van het SBZ die het dichtst bij de bivakplaats gelegen zijn, worden eveneens niet gekenmerkt door de voor bovenvermelde vogels zijnde kwetsbare locaties en relatief kwetsbare soorten (heidelandschappen, halfopen landschap met zandverstuiving, ). Enkel Zwarte specht kan verwacht worden in het naaldbos ten zuiden van het plangebied. Deze soort is echter weinig kwetsbaar voor recreatieve verstoring. Tabel 2 : Verstoringsgevoeligheid voor recreatie 1 Soort Meest kwetsbare Meest kwetsbare locatie in Indicatie periode voor relatie tot verstoring kwetsbaarheid voor recreatie recreatie (weinig/relatief/sterk kwetsbaar) Boomleeuwerik Januari - Augustus Nest in cm hoge graspollen of kruidenrijke vegetatie van vnl. halfopen heidelandschappen en zandverstuivingen, met enige boomgroei Nachtzwaluw Mei - Juli Bodemnest in halfopen landschappen zoals zandverstuivingen, heide en kapvlakten > 1,5 ha. Relatief kwetsbaar Relatief kwetsbaar Blauwborst Maart - Juni Bodemnest vooral in Weinig kwetsbaar 1 Henkens, R.J.H.G., M.E.A. Broekmeyer, A.G.M. Schotman, C.M. Goossen en R. Pouwels, Recreatie en Natuur: Kennis over effecten, kwetsbaarheid, handelingsperspectieven en monitoring van recreatie in Natura 2000-gebieden. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport blz.; 11 fig.; 11 tab.; 184 ref. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

271 Pagina 16 van 19 BE leefgebieden met geleidelijke overgang van rietmoeras naar moerasbos. Zwarte specht Maart Juni Nestholte in oude bossen van minimaal 100 ha op zandgronden. Weinig kwetsbaar Aangezien het plan een bestendiging is van de bestaande situatie, zonder dat daarbij een uitbreiding van de aanwezige activiteiten wordt voorzien, zal er geen aanzienlijke wijziging van de verstoringseffecten optreden. Aangezien het bovendien gaat om zachte vormen van recreatie, worden er geen significante effecten op de doelstellingen voor vogelsoorten van bijlage I verwacht. Daarnaast wordt op termijn binnen het SBZ-H de uitbreiding van de habitats van deze vogelsoorten beoogd waardoor er in de ruime omgeving steeds voldoende broedlocaties aanwezig zullen zijn. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

272 Pagina 17 van 19 BE Toets aan Artikel 26bis van het Natuurdecreet (verscherpte natuurtoets) Met het deelrup3 wordt een oppervlakte van het VEN-gebied De Bovenloop Bosbeek opgeheven. Het gaat om een relatief grote zone in het noordoosten van het plangebied (2428m²) en een zeer kleine spie (38m²) in het oosten. In totaal betreft het 2466m², die in de huidige situatie gekenmerkt wordt door een voetbalterrein en bijgevolg geen enkele ecologische waarde bezit. Dit deel van het huidige VEN draagt bij gevolg niet bij aan de natuurwaarde en/of natuurverbindingswaarde van het Vlaams Ecologisch Netwerk. De inname van dit VEN-gebied wordt gecompenseerd op het perceel 11K5, aansluitend op het bestaande VEN-gebied. In totaal wordt een nieuwe zone van m² als VEN-gebied aangeduid. Figuur 7 : Compensatie VEN-gebied op perceel 11K5 Het aangeduide perceel is ten zeerste geschikt als compensatie voor het opgeheven VEN-gebied. Zo is het mogelijk om het opgeheven gebied ruimschoots te compenseren: m² nieuw VENgebied wordt aangeduid, terwijl er slechts 2466m² VEN-gebied wordt opgeheven. Voorts is het perceel aansluitend aan het bestaande VEN-gebied gelegen en vormt het bijgevolg een duidelijke meerwaarde. Vandaag de dag heeft dit gebied potentieel waardevolle natuurwaarden: het betreft aangeplante dennenbossen, maar via een gericht beheer kunnen deze omgevormd worden naar eiken-berken- of eiken-beukenbossen, aldus Agentschap Natuur en Bos (ANB). Het technisch beheer van deze bossen is de verantwoordelijkheid van ANB. voortoets_pb_opglabbeek_deelrup3_v3.docx

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

+ 119/127 BIJLAGEN. Bijlage 1: informatieve kaarten. RUP203_QuartierCanal_DV_TN_J.docx

+ 119/127 BIJLAGEN. Bijlage 1: informatieve kaarten. RUP203_QuartierCanal_DV_TN_J.docx + 119/127 BIJLAGEN Bijlage 1: informatieve kaarten RUP203_QuartierCanal_DV_TN_J.docx Afbakening RUP Kaart 1 www.geovlaanderen.be Stad Hasselt RUP Creatieve Zone - Hasselt Situering op macro-niveau 1:50.000

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college 2015-04-16 p r o v i n Directie Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat 10 3700 TONGEREN Dienst Ruimtelijke Planning en Beleid Geacht college Betreft: uw verzoek tot raadpleging

Nadere informatie

RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HECHTEL-EKSEL KAARTENBUNDEL

RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HECHTEL-EKSEL KAARTENBUNDEL Provincie Limburg Arrondissement Maaseik Gemeente Hechtel-Eksel RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HECHTEL-EKSEL KAARTENBUNDEL november 2006 Gemeente Hechtel-Eksel Don Boscostraat 5 3940 Hechtel-Eksel Tel: (011)

Nadere informatie

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad in vergadering van.. op bevel, De Provinciegriffier

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking RUP Zonevreemde recreatie Toelichting Bevolking 11 juni 2018 RUP Is een uitvoering van het Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan (GRS) Vervangt het gewestplan Bestaat uit een grafisch plan en bijhorende

Nadere informatie

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte Deel I: visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling informatief gedeelte richtinggevend gedeelte I II III IV V bindend gedeelte deel I. visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

N16 Scheldebrug Temse-Bornem gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage III: toelichtingsnota tekst colofon Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement RWO - Ruimtelijke Planning Phoenixgebouw

Nadere informatie

RUP MOLENBEEK SPORT & RECREATIE

RUP MOLENBEEK SPORT & RECREATIE RUP MOLENBEEK SPORT & RECREATIE PLAN-MER SCREENINGSNOTA (deel II kaartenbundel) Adviesverlening en begeleiding Ruimtelijke ordening Januari 2015 (ontheffingsaanvraag) Projectnr. IL: 506.016 MER-dossiernr.:

Nadere informatie

GEMEENTE KORTENBERG DEEL II: GRAFISCH LUIK. Provincie Vlaams Brabant Arrondissement Leuven Gemeente Kortenberg RUP VIERHUIZEN RU KOG 2008/056

GEMEENTE KORTENBERG DEEL II: GRAFISCH LUIK. Provincie Vlaams Brabant Arrondissement Leuven Gemeente Kortenberg RUP VIERHUIZEN RU KOG 2008/056 Provincie Vlaams Brabant Arrondissement Leuven Gemeente Kortenberg GEMEENTE KORTENBERG RUP VIERHUIZEN RU KOG 2008/056 DEEL II: GRAFISCH LUIK voorlopig vastgesteld d.d. 10/03/2014 RUP VIERHUIZEN KORTENBERG

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 3e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel

Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel Dossier WUU582 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Wuustwezel November 2006 Provincie Gemeente

Nadere informatie

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN In onderstaande tekst wordt de afweging gemaakt tussen juridische toestand van een gebied, de toestand op het terrein en de visie van het GRS. Daaruit wordt een conclusie

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE ONTWERP GRS Bindend deel Identificatienummer : 104792414/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 21.05.2007 Voorontwerp GRS 2007 jpa 20.03.2008 Ontwerp

Nadere informatie

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte GEWESTPLAN OPEN RUIMTE Kaart: Gewestplan open ruimte bestemming Vlaanderen 3,2 2,4 1,8 33,7 59 Andere bestemmingen Landbouw Cijfers: Gewestplan open ruimte bestemming

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel

Nadere informatie

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN " Afbakening kleinstedelijk gebied Waregem op het grondgebied Zulte " Deel 2: Grafisch plan Stedenbouwkundige voorschriften mei 2012 Deel 2: Grafisch plan en stedenbouwkundige

Nadere informatie

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1

Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1 Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat september 2011, ontwerp 1 Colofon Formele procedure Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500

Nadere informatie

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 RUP Kanaalzone West Wielsbeke Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Welke plannen worden vervangen? Situering van het plangebied Hoger beleidskader

Nadere informatie

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38:

Kaart 36: plangebied en omgeving grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 37: plangebied en omgeving infiltratiegevoelige gebieden Kaart 38: scopingsnota bijlages stad Ieper RUP Jan Yperman en omgeving KAARTEN Kaart 1: situering plangebied en afbakening kleinstedelijk gebied Ieper topografische kaart Kaart 2: situering plangebied en afbakening

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505760 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Zwalm - provinciaal RUP Reconversie verblijfsrecreatie Rekegemstraat Definitieve vaststelling.

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. ALGEMENE BEOORDELING... 3 III. UITGEBREID PLANNINGS-

Nadere informatie

ADVIES VAN 24 MEI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP ZONEVREEMDE JEUGDVERBLIJVEN

ADVIES VAN 24 MEI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP ZONEVREEMDE JEUGDVERBLIJVEN ADVIES VAN 24 MEI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP ZONEVREEMDE JEUGDVERBLIJVEN SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 1 III. DEELPLAN 1... 2

Nadere informatie

RUP LOKAAL BEDRIJVENTERREIN RUMMEN

RUP LOKAAL BEDRIJVENTERREIN RUMMEN RUP LOKAAL BEDRIJVENTERREIN RUMMEN SCREENINGSNOTA PLAN-MER-PLICHT (deel II kaartenbundel) Adviesverlening en begeleiding Ruimtelijke ordening & milieu Januari 2015 (ontheffingsaanvraag) Projectnr. IL:

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Ruimtelijk Uitvoeringsplan Azelhof Startnotafase Participatiemoment, 8 oktober 2018 Koen Janssens Ruimtelijk planner Inhoud Wat is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP)? Procedure Situering van het plangebied

Nadere informatie

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne PRESENTATIE GRS Herne Wat komt aan bod: Wat is een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan? Hoe past het gemeentelijk structuurplan in het structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse overheid?

Nadere informatie

ISTRUCTUURPLAN GLABBEEK

ISTRUCTUURPLAN GLABBEEK STRUCTUURPLAN GLABBEEK Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Glabbeek Dit plan werd opgesteld onder de verantwoordelijkheid van: (voor ARCADIS Gedas) Gezien en definitief vastgesteld door de Gemeenteraad

Nadere informatie

PRUP Regionaal bedrijventerrein Jagersborg te Maaseik - Herziening RUP's. Kaart 1 Situering

PRUP Regionaal bedrijventerrein Jagersborg te Maaseik - Herziening RUP's. Kaart 1 Situering Kaart 1 Situering 1. Vectoriële versie van Streetnet, versie 2003 3. Kadastrale gegevens van GRB 1 / 14 Kaart 2 Landschapsatlas Maasland 1. Vectoriële versie van de Landschapsatlas, MVG-LIN-AMINAL Monumenten

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS. ONTWERP GRS Bindende bepalingen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS. ONTWERP GRS Bindende bepalingen GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS ONTWERP GRS Bindende bepalingen Identificatienummer : 00287314/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 15.11.2002 Voorontwerp GRS 2002 10.02.2004

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 maart 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Beerse, Brecht, Malle, Merksplas,

Nadere informatie

Publicatie :

Publicatie : Publicatie : 1998-11-04 MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 22 SEPTEMBER 1998. - Omzendbrief RO 98/05 betreffende het bijzonder plan van aanleg voor zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-, recreatie-

Nadere informatie

Art6.6 bufferzone. GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied. Woongebied. Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND

Art6.6 bufferzone. GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied. Woongebied. Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND Art6.6 bufferzone GEWESTPLAN Woonuitbreidingsgebied Woongebied Groengebied PLAN B - BESTAANDE JURIDISCHE TOESTAND PLAN C - EIGENDOMSSTRUCTUUR 13 PLANNINGSCONTEXT Relatie met het structuurplan Vlaanderen

Nadere informatie

Landschap en ruimtelijke ontwikkeling

Landschap en ruimtelijke ontwikkeling WINVORM 19 mei 2015 MAARTEN HOREMANS ruimtelijk planner stedenbouwkundig ambtenaar Landschap en ruimtelijke ontwikkeling een noodzakelijk duo voor een kernversterkend beleid Situering Situering Situering

Nadere informatie

RUP hoek Haringstraat-Vondelstraat Gedeeltelijke wijziging van RUP Landelijk gebied rond Bavikhove en Hulste. Maart 2014, definitieve vaststelling

RUP hoek Haringstraat-Vondelstraat Gedeeltelijke wijziging van RUP Landelijk gebied rond Bavikhove en Hulste. Maart 2014, definitieve vaststelling RUP hoek Haringstraat-Vondelstraat Gedeeltelijke wijziging van RUP Landelijk gebied rond Bavikhove en Hulste Maart 2014, definitieve vaststelling Dit document wordt opgemaakt in opdracht van Stad Harelbeke

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk

Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk Gemeentelijk RUP Ecologische Verbindingen stad Genk Toelichting 09.02.2015 Aanleiding opmaak RUP Aanleiding RUP: uitvoering van het masterplan Ecologische Verbindingen (goedgekeurd in 2009) Gemeentelijk

Nadere informatie

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING

ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde en deels zonevreemde terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, opgemaakt in toepassing

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR

Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR Ontwerp startbeslissing signaalgebied HEIKEN VORSELAAR STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door Vlaamse Regering dd 14/1/2014 LEESWIJZER Op 24 januari 2014 nam de Vlaamse Regering een beslissing over de vervolgstappen

Nadere informatie

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening PROVICIE VLAAMS-BRABAT Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Daan Demey Telefoon fax 0-7 07 / 0- e-mail ruimtelijkeplanning@vlaamsbrabant.be Dossiernummer Ons kenmerk 000_0 Datum

Nadere informatie

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Inleiding Aanpak problematiek van de weekendverblijven Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Verdere stappen Vragen? 6 mei 2009 dienst ruimtelijke planning - PRUP Leugenboombos 1

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 maart 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Bonheiden, Rotselaar, Tremelo,

Nadere informatie

KAARTENLIJST RICHTINGGEVEND GEDEELTE

KAARTENLIJST RICHTINGGEVEND GEDEELTE KAARTENLIJST RICHTINGGEVEND GEDEELTE Kaart nr. 1: Kaart nr. 2: Kaart nr. 3: Kaart nr. 4: Kaart nr. 5: Kaart nr. 6: Kaart nr. 7: Kaart nr. 8: Kaart nr. 9: Kaart nr. 10: Kaart nr. 11: Kaart nr. 12: Kaart

Nadere informatie

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN RUP Peerlaarstraat en RUP Eertberglei gemeente Bonheiden, informatieavond 10 februari 2015 13004_PT_006_informatieavond relevante begrippen gewestplan, plan van

Nadere informatie

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV)

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV) Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 2: Selectie economische knooppunten en economisch netwerk (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 3: Planningsprocessen

Nadere informatie

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST EN KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek Motivatienota Onteigeningsplan Recreatiezone Melsbroek 1. LIGGING PLANGEBIED De gemeente Steenokkerzeel is gelegen in Vlaams-Brabant, ten noord-oosten van Brussel, tussen de gemeenten Machelen, Zaventem,

Nadere informatie

RUP Klaverblad Zuid-Oost Gemeente Lummen Kaart 1 Situering

RUP Klaverblad Zuid-Oost Gemeente Lummen Kaart 1 Situering Kaart 1 Situering 1. Vectoriële versie van Streetnet, versie 2003 3. Kadastrale gegevens van GRB 1 / 14 Kaart 2 Landschapsatlas Zuiderkempen Dijle-Gete-Demeras 1. Vectoriële versie van de Landschapsatlas,

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden stad sint-truiden - rup recastrip brustem - kaart 1 secundaire verbindingsweg met laanbeplanting beekvalleien te ontwikkelen als natuurlijke dragers met

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Dendermonde Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Bindend gedeelte Studiebureau VDS b.v.b.a. 2 Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven AFBAKENING GEBIEDEN NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR REGIO HASPENGOUW - VOEREN gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven startvergadering 31 maart 2015 1 agenda startvergadering kennismaking

Nadere informatie

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg ruimtelijk structuurplan provincie limburg voorwoord voorwoord Wij zijn bijzonder verheugd met dit ruimtelijk structuurplan provincie limburg. Hiermee komen we aan het einde van de eerste stap naar een

Nadere informatie

Overzicht adviezen planmer-screening RUP Zonevreemde sportterreinen te Erpe-Mere (OHPL0840)

Overzicht adviezen planmer-screening RUP Zonevreemde sportterreinen te Erpe-Mere (OHPL0840) Overzicht adviezen planmer-screening RUP Zonevreemde sportterreinen te Erpe-Mere (OHPL0840) De in vet gemarkeerde cijfers verwijzen naar een wederwoord op het ontvangen advies, te vinden aan het einde

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 51817 VLAAMSE OVERHEID [C 2018/12747] 25 MEI 2018. Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet

Nadere informatie

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 RUP Hernieuwenburg Wielsbeke Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied Aanleiding aan te pakken ruimtelijke vraagstukken

Nadere informatie

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou Structuurplan "De Watounaar" Bewonersplatform Watou. Ruimtelijke Ordening Watou. De diverse planinstrumenten van toepassing op het grondgebied van Poperinge. Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Inhoud mei 2004 Globale toekomstvisie Schematische weergave kaart 1 Gewenste natuurlijke en landschappelijke structuur Schematische weergave kaart 2 Gewenste agrarische structuur Schematische weergave

Nadere informatie

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 1 III. MUNSTERBOS ALS GROTE EENHEID NATUUR...

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Gemeente Kruishoutem Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Ontwerp Bindend gedeelte Uitgave Datum 1 november 2004 2 februari 2005 3 mei 2005 4 oktober 2005 5 april 2006 Studiebureau VDS b.v.b.a.

Nadere informatie

BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A,

BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A, 1 BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A, herziening en uitbreiding 2 1. SITUERING VAN HET BPA Het Bpa is gesitueerd in de deelgemeente Dadizele, ten zuidwesten van de kerk en de Marktplaats, meer bepaald ten zuiden

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1502705 Provincieraadsbesluit betreft Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, Sint-Niklaas en Stekene - PRUP 'Reconversie zones voor verblijfsrecreatie

Nadere informatie

Gewenst. iris. LEGENDE Bocholt: woonkern met een band naar het kanaal

Gewenst. iris. LEGENDE Bocholt: woonkern met een band naar het kanaal ? Hees Reppel 1 Bocholt 2 76 LEGEDE Bocholt: woonkern met een band naar het kanaal Ruimtelijke band kanaal-bocholt-centrum versterken Herwaardering van de oude kanaalarm Woonstructuur versterkt in het

Nadere informatie

Richtinggevend gedeelte

Richtinggevend gedeelte 116/183 43-03/26000512 DEEL 3 Richtinggevend gedeelte Leeswijzer In het voorgaande informatief gedeelte werd een analyse van de bestaande ruimtelijke structuur gemaakt door vanuit een globale en sectorale

Nadere informatie

Omzendbrief RO/2010/01

Omzendbrief RO/2010/01 Omzendbrief RO/2010/01 Aan: de colleges van burgemeester en schepenen de deputaties van de provincies Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport Koning Albert II-laan

Nadere informatie

Moest de firma Essers IMMO NV de natuurwaarde in het desbetreffende gebied verhogen?

Moest de firma Essers IMMO NV de natuurwaarde in het desbetreffende gebied verhogen? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 190 van JOHAN DANEN datum: 4 december 2015 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Uitbreidingsplannen transportbedrijf Genk Noord - Stand van zaken

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning vergadering van 14 juli 2016 aanwezig Briers Jan, gouverneur-voorzitter Vercamer Alexander Versnick Geert Hertog Peter Dauwe Jozef Couckuyt Eddy leden Besluit

Nadere informatie

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Afdeling ruimtelijke planning Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen 1. Krijtlijnen

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie. Erkende natuurreservaten

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie. Erkende natuurreservaten [C 2007/37196] 21 NOVEMBER 2007. Ministerieel besluit inzake de opsplitsing van het bestaande besparingsoverschot op laagspanning in het kader van de REG-openbaredienstverplichtingen van de netbeheerders

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 23 februari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Planologisch attest Rijmenants nv te Wuustwezel

Nadere informatie

Actualisatie en gedeeltelijke herziening. Informatie- en inspraakvergadering

Actualisatie en gedeeltelijke herziening. Informatie- en inspraakvergadering Actualisatie en gedeeltelijke herziening Informatie- en inspraakvergadering Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen? - is geen bestemmingsplan - bevat geen informatie over individuele percelen Ruimtelijk Structuurplan

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE

Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE Ontwerp startbeslissing signaalgebied KOEVOET WINGENE STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied invulling aan de

Nadere informatie

AG ENTSCHAP ONDERNEMEN

AG ENTSCHAP ONDERNEMEN AG ENTSCHAP ONDERNEMEN Limburg Corda Campus Kempische Steenweg 305 bus 201 3500 Hasselt T 0800 20 555 info@agentschapondernemen.be www.agentschapondernemen.be MAVA T.a.v. Shana Van Hove Gorislaan 49 1820

Nadere informatie

12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur

12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur 121/183 43-03/26000512 12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur De beschreven visie wordt vertaald in een ruimtelijk concept voor Opwijk. Concepten zijn de ruimtelijke vertaling van de visie.

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP COLOFON Opdracht: Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zelzate Opdrachtgever: Gemeentebestuur Zelzate Grote Markt 1 9060 Zelzate Opdrachthouder: SORESMA

Nadere informatie

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001 RUP Decof Procesnota Fase: Startnota Mei 2017 Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001 Opgemaakt door: Pieter Himpe, ruimtelijk planner Nagekeken door: Joachim D eigens, ruimtelijk planner RUP Decof : Procesnota

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 april 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA: PRUP Het Leeg - Rietbeemden Brasschaat

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST

ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST ADVIES VAN 28 JUNI 2017 OVER HET VOORONTWERP RUP GOLFTERREIN BOSSENSTEIN TE RANST SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 2 III. BELEIDSCONTEXT

Nadere informatie

Rentmeesterswoning. GEMEENTELIJK RUP Toelichtingsnota. Provincie Limburg Gemeente Bilzen O. Ref.: _JV_Toelichtingsnota

Rentmeesterswoning. GEMEENTELIJK RUP Toelichtingsnota. Provincie Limburg Gemeente Bilzen O. Ref.: _JV_Toelichtingsnota ProvincieLimburg GemeenteBilzen O.Ref.:20101115_JV_Toelichtingsnota a2oomgeving Vissersstraat2 3500Hasselt T011260330 F011285528 info@a2oomgeving.be Rentmeesterswoning GEMEENTELIJKRUP Toelichtingsnota

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

ADVIES VAN 25 APRIL 2018 OVER HET VOORONTWERP GEWESTELIJK RUP BOUWMATERIALEN DE DONCKER EN VAN DER STRAETEN

ADVIES VAN 25 APRIL 2018 OVER HET VOORONTWERP GEWESTELIJK RUP BOUWMATERIALEN DE DONCKER EN VAN DER STRAETEN ADVIES VAN 25 APRIL 2018 OVER HET VOORONTWERP GEWESTELIJK RUP BOUWMATERIALEN DE DONCKER EN VAN DER STRAETEN SARO HAVENLAAN 88 BUS 23 1000 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. ALGEMENE BEOORDELING... 1

Nadere informatie

Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM

Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM Ontwerp startbeslissing signaalgebied INDUSTRIEGEBIED HEULEBEEK - PIJPLAP WEVELGEM STATUS/VERSIE: Goedgekeurd door de Vlaamse Regering d.d. 9/05/2014 LEESWIJZER Dit document geeft voor het betrokken signaalgebied

Nadere informatie

Ruimte voor water in de planfase

Ruimte voor water in de planfase Ruimte voor water in de planfase Hans Leinfelder Departement RWO - ruimtelijke planning en stedenbouwkundig beleid 10 november 2011 Inhoud 1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en water 2. Water in stedenbouwkundig

Nadere informatie

Info- en ontmoetingsdag WATER IN DE BUURT 17 oktober 2011 Stijn Hermans Vlaamse Landmaatschappij

Info- en ontmoetingsdag WATER IN DE BUURT 17 oktober 2011 Stijn Hermans Vlaamse Landmaatschappij Info- en ontmoetingsdag WATER IN DE BUURT 17 oktober 2011 Stijn Hermans Vlaamse Landmaatschappij 19-10-2011 1 INHOUD Situering Opitter stelling Vlaamse Landmaatschappij (VLM) stelling landinrichting Landinrichtingsproject

Nadere informatie

RUIMTELIJKE PLANNING EN STEDENBOUW. Grim Sekeris MAR Haacht

RUIMTELIJKE PLANNING EN STEDENBOUW. Grim Sekeris MAR Haacht RUIMTELIJKE PLANNING EN STEDENBOUW Grim Sekeris MAR Haacht 2015 0478 23 16 36 Grimwald.Sekeris@telenet.be Ruimtelijke ordening in een notedop Geschiedenis Doelstellingen Samenhang Haacht Andere wetgeving

Nadere informatie

13.5 Gewenste toeristisch-recreatieve en voorzieningenstructuur

13.5 Gewenste toeristisch-recreatieve en voorzieningenstructuur 172/183 43-03/26000512 13.5 Gewenste toeristisch-recreatieve en voorzieningenstructuur Kaart 19: gewenste toeristisch-recreatieve en voorzieningenstructuur De gemeente Opwijk heeft geen grote toeristisch-recreatieve

Nadere informatie

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING, Vlaamse Regering Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Oude Markt OVERPELT Geacht college

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Oude Markt OVERPELT Geacht college 2013-07-16 p r o v i n Directie Ruimte College van burgemeester en schepenen Oude Markt 2 3900 OVERPELT Dienst Ruimtelijke Planning en Beleid Geacht college Betreft: uw verzoek tot raadpleging in het kader

Nadere informatie

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel

BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel BPOST N.V. Muntcentrum 1000 Brussel 2 mei 2017 Geachte, U vindt hierbij het inlichtingenformulier vastgoedinformatie en het stedenbouwkundig uittreksel betreffende het vastgoed gelegen in Dokter Haubenlaan(M)

Nadere informatie

PROCESNOTA RUP BEKINA PROVINCIE: OOST-VLAANDEREN GEMEENTE: KLUISBERGEN. Dossier nr RUP BEKINA DE ONTWERPERS:

PROCESNOTA RUP BEKINA PROVINCIE: OOST-VLAANDEREN GEMEENTE: KLUISBERGEN. Dossier nr RUP BEKINA DE ONTWERPERS: PROCESNOTA RUP BEKINA PROVINCIE: OOST-VLAANDEREN GEMEENTE: KLUISBERGEN Dossier nr 45060- RUP BEKINA OPDRACHTGEVER DATUM ONTWERPFASE OPGEMAAKT DOOR Gemeente Kluisbergen 13/08/18 26/10/18 13/12/18 Opmaak

Nadere informatie

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende

Nadere informatie

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit De gemeenteraad Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 25 januari 2016 Besluit nummer: 2016_GR_00029 Onderwerp: Definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP nr. 164 Wonen

Nadere informatie

Herziening GRS Dendermonde

Herziening GRS Dendermonde Herziening GRS Dendermonde Toelichting deelkern Appels 5 december 2011 Openbaar onderzoek 31 oktober tot 29 januari 2011 1 Inleiding Tweede toelichtingsronde Alle opmerkingen zijn bekeken en overwogen

Nadere informatie

Raadpleging startnota en procesnota Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Groen

Raadpleging startnota en procesnota Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Groen Raadpleging startnota en procesnota Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Groen Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Groen. Dit RUP wil de bestaande groengebieden

Nadere informatie