TOEPASSINGSRICHTLIJN Duripanel - Vloersteunplaat

Transcriptie

1 1. Algemeen Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor het gebruik van Siniat bouwplaten als vloersteunplaat voor de opbouw van binnenvloeren. De richtlijnen zijn geldig voor normaal personengebruik van vloeren. Er worden een aantal basisprincipes aangegeven die moeten worden gevolgd. Voor afwijkingen of bijkomende advies, kan men terecht bij Siniat. 2. Bouwmateriaal De volgende Siniat producten worden in dit document behandeld. DURIPANEL S3(B1) DURIPANEL S3(B1) VLOERPLAAT Productgegevens en verwerking zijn terug te vinden in de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij Siniat. 3. Voordelen Siniat platen bieden de volgende voordelen voor de opbouw van binnenvloeren. brandveilig geluidsisolerend (luchtgeluid, contactgeluid) bestendig tegen uiteenlopende temperaturen waterbestendig bestendig tegen levende organismen (schiels, bacteriën, insecten, ongedierte, etc.) bestendig tegen vele chemicaliën milieuvriendelijk, geen emissie van schadelijke gassen droogbouw: geen bouwvocht 4. Toepassingsgebied 1 Deze richtlijnen gelden enkel voor gebruik in België en Nederland. Deze richtlijnen zijn geldig voor verschillende vloeropbouwen: Dragende vloerplaat Zwevende vloerplaat Opgehoogde vloerplaat Brandwerende en akoestisch isolerende vloeropbouw 1 Deze richtlijnen zijn enkel geldig voor toepassingen binnen Europa, voor toepassingen buiten dit grondgebied moet het Technical Service Center van Siniat geraadpleegd worden. 1/10

2 5. Dragende vloerplaat Een dragende vloerplaat kan worden uitgevoerd met de DURIPANEL S3(B1) plaat (zonder tand en groef) of de DURIPANEL S3(B1) vloerplaat (1250 x 625, geschuurd, met tand en groef). DURIPANEL S3(B1) Afhankelijk van de eisen die worden gesteld aan de vlakheid van de vloer, dient men gebruik te maken van geschuurde of ongeschuurde DURIPANEL S3(B1) platen. De platen worden geplaatst in halfverband. De indringdiepte van de schroef of nagel (α) bedraagt minimum tweemaal de plaatdikte. De platen worden geplaatst volgens onderstaande tekeningen. De minimale dikte van de plaat bedraagt 24. Alle voegen tussen de platen dienen te worden ondersteund door een houten draagbalk of metalen draagprofiel. 2/10

3 DURIPANEL S3(B1) VLOERPLAAT De platen worden geplaatst in halfverband. De indringdiepte van de schroef of nagel (α) bedraagt minimum tweemaal de plaatdikte. De platen worden geplaatst volgens onderstaande tekeningen. De minimale dikte van de plaat bedraagt 25 voor een maximale overspanning van 417. De voegen tussen platen moeten steeds samenvallen met de houten steunbalken of metalen steunprofielen in één bepaalde richting. 3/10

4 6. Zwevende vloerplaat Een zwevende vloerplaat kan worden uitgevoerd met twee lagen geschuurde DURIPANEL S3(B1) platen (zonder tand en groef) of één laag DURIPANEL S3(B1) vloerplaat (1250 x 625, geschuurd, met tand en groef). TWEELAAGS DURIPANEL S3(B1) GESCHUURD De minimale dikte van de plaat bedraagt 2 x 10. De platen worden geplaatst in halfverband en worden onderling verlijmd. De voegen tussen de twee lagen dienen ook te verspringen. De platen worden geplaatst volgens onderstaande tekeningen. EENLAAGS DURIPANEL S3(B1) VLOERPLAAT De minimale dikte van de plaat bedraagt 22. De platen worden geplaatst in halfverband. De platen worden geplaatst volgens onderstaande tekeningen. 4/10

5 VOORBEELD: RENOVATIE HOUTEN VLOEREN Voor vloerrenovaties van bestaande houten vloeren is ook volgende systeemopbouw mogelijk. 7. Opgehoogde vloerplaat In een opbouw met een opgehoogde vloerplaat blijven de nutsleidingen onder de vloerplaat toegankelijk via vloerluiken. De platen worden geplaatst volgens onderstaande tekeningen. 5/10

6 8. Brandwerende en akoestisch isolerende vloeropbouw Vloeropbouwen met behulp van houten of stalen liggers kunnen brandwerend en akoestische performant worden gemaakt met DURIPANEL. Vanwege zijn cementgebonden karakter, bezit DURIPANEL betere brandwerende eigenschappen dan traditionele harsgebonden houtvezelplaten. DURIPANEL platen kunnen worden gecombineerd met specifieke brandwerende materialen voor een maximale brandweerstand voor een minimale dikte (bv. Promat PROMATECT). DURIPANEL heeft een hoger gewicht dan traditionele harsgebonden houtvezelplaten voor dezelfde dikte waardoor het een betere performantie heeft op gebied van akoestische isolatie tegen luchtgeluid en contactgeluid. DURIPANEL platen kunnen worden gecombineerd met specifieke akoestisch isolerende materialen (minerale wol, akoestische plafondophanging, akoestische spijkerregels) voor een maximale akoestische isolatie. VOORBEELDEN: 6/10

7 9. Sterkte-eisen Duripanel S3(B1) Volgende minimale diktes dienen te worden gerespecteerd. Beschrijving vloersysteem Dragende vloerplaat zonder tand en groef Dragende vloerplaat met tand en groef Zwevende vloerplaat Zwevende vloerplaat voor bekleding met parket Zwevende vloerplaat voor bekleding met dunparket (10) Minimale dikte of 2x In onderstaande tabel wordt de maximale verdeelde belasting weergegeven per langse of dwarse overspanning, gerekend met een veiligheidsfactor 3 en een maximale doorbuiging van l/300, inclusief eigengewicht en een gewicht van 20kg/m² voor de vloerbekleding. Als ondergrens werd een minimale accidentele schokweerstand (soft body) van 800J verondersteld. Maximale verdeelde belasting (kg/m²) per overspanning (vf = 3, doorbuiging < l/300) dikte 625 DURIPANEL VLOERPLAAT MET TAND EN GROEF (1.250 x 625) Dwars Langs Dwars Dwars dikte 625 DURIPANEL PLAAT ZONDER TAND EN GROEF (2.600 x 1.250) Dwars Langs Dwars Dwars De maximale puntbelasting op een DURIPANEL 22 vloerplaat bevestigd hoh 400 bedraagt 200kg. 7/10

8 10. Plaatsing Volgende principes moeten worden gerespecteerd. TRANSPORT EN OPSLAG De platen moeten worden gestapeld in een droge geventileerde ruimte. De platen moeten steeds worden afgeschermd van regen. Gedurende de stockage mag de kunststoffolie niet worden verwijderd; slechts bij aanwending wordt de folie verwijderd. Indien de platen toch nat worden in de verpakking, moet alle verpakking worden verwijderd en moeten de platen eventueel worden drooggewreven en zodanig worden opgesteld dat ze kunnen drogen. Eenzijdige uitdroging of bevochtiging (ook bouwvocht) moet worden vermeden (bv. door bescherming met plastiekfolie) om een goede dimensionele stabiliteit van de plaat te garanderen. Het wordt aanbevolen de platen in de ruimte van aanwending te laten acclimatiseren vooraleer ze worden bevestigd. DURIPANEL vloerplaten moeten direct na het plaatsen worden afgedekt of afgewerkt worden met een vloerbekleding. Indien dit niet mogelijk is en de plaat in de toepassing differentieel kan worden belast door vocht, moeten maatregelen worden genomen, bv. het (tijdelijk) afdekken met een plastiekfolie of het (tweezijdig) behandelen met een dampreende coating (bv. PCI Wadian). STARRE PLAATVERBINDINGEN Bij meerlaagse opbouw van vloeren worden de verschillende lagen aan elkaar volverlijmd met een alkalibestendige lijm. Afhankelijke van de vochtbelasting moet een meer hoogwaardige lijm worden gebruikt. Voorbeeld: Niet- vochtbestendig Thermoplastische dispersielijm Furnierleim 322 (Klebchemie) Vochtbestendig Thermohardende éénkomponentlijm PU-leim 501 (Klebchemie) Bij éénlaagse opbouw van vloeren dienen de tand en groef verbindingen te worden gelijmd. Hiervoor wordt een alkalibestendige lijm gebruikt. Afhankelijke van de vochtbelasting moet een meer hoogwaardige lijm worden gebruikt. Voorbeeld: Niet- vochtbestendig Vochtbestendig Thermoplastische dispersielijm Thermohardende éénkomponentlijm Ponal Holzleim (Henkel) Thomsit R767 (Henkel) Suprakraft PUR 566 (Klebchemie) PUR 501 (Klebchemie) Er dient voldoende lijm te worden aangebracht. De groef moet voor de helft met lijm worden gevuld (40-50 g/m). De lijm mag enkel aan de plaatranden hechten en niet aan de ondergrond. 8/10

9 FLEXIBELE UITZETTINGSVOEGEN Voldoende uitzettingsvoegen moeten worden voorzien om uitzettingen van de platen op te vangen. De minimale breedte van de uitzettingsvoeg bedraagt 5. Voor één samenhangend geheel, bedraagt de maximale oppervlakte 30m² en de maximale lengte 6,25m. Ook bij aansluitingen met muren moet uitzettingsvoegen worden voorzien. De uitzettingsvoegen worden afgewerkt met flexibele alkalibestendige voegproducten en moeten worden doorgezet in de vloerbekleding. Afhankelijke van de vochtbelasting moet een meer hoogwaardige voegkit worden gebruikt. Voorbeeld: Niet- vochtbestendig Thermoplastische voegkit Sista F130 (Henkel) Vochtbestendig Thermohardende éénkomponent voegkit Sista F121 (Henkel) De flexibele voegpasta mag enkel aan de plaatranden hechten en niet aan de ondergrond. PLAMUREN Indien nodig moeten de starre plaatverbindingen en verzonken bevestigingsmiddelen worden uitgevlakt met plamuurproduct. Enkel synthetische alkalibestendige plamuurproducten mogen hiervoor worden gebruikt. Indien nodig, moet het plaatoppervlak eerst worden behandeld met een grondlaag. Voorbeeld: Grondlaag Thomsit R777 (Henkel) Plamuurproduct Thomsit Flexfinish FF69 (Henkel) Scheurtjes in geplamuurde plaatverbindingen kunnen enkel worden vermeden indien de draagstructuur bewegingsvrij is, de plaat niet wordt onderworpen aan te grote thermische of hygrische bewegingen. 11. Vloerbekleding Verkleving van vloerbekleding moet worden uitgevoerd met flexibele voorgemengde pastalijmen. DAMPDICHTE VLOERBEKLEDING Indien DURIPANEL vloerplaten worden bekleed met dampdichte bekledingsmaterialen (bv. PVC) verlijmd met behulp van een waterhoudende lijm, dan moet de plaat tweezijdig worden behandeld met een dampreende grondlaag (bv. PCI Wadian), welke compatibel moet zijn met de verdere afwerking. 9/10

10 KERAMISCHE TEGELS Rechtstreekse afwerking met tegels op DURIPANEL wordt niet ondersteund. De vloerplaat moet worden afgedicht en ontkoppeld met een speciale tegelsteunplaat.(bv. Siniat Hydropanel) Bovendien moet de DURIPANEL vloer zodanig worden uitgevoerd dat doorbuigingen worden beperkt. Om deze reden wordt een tand-en-groef verbinding afgeraden en wordt de vloer beter uitgevoerd in twee lagen DURIPANEL met verspringende voegen. De voegen van de tegelsteunplaat dienen te verspringen ten opzichte van de voegen in DURIPANEL. PARKET Het wordt aangeraden parket in zwevende uitvoering te plaatsen. Indien de parket toch rechtstreeks wordt verlijmd moet de legrichting van de parket loodrecht of diagonaal op de richting van de DURIPANEL vloerplaten lopen. Speciale parketsoorten met hoge uitzettingscoëfficiënten (bv. beuk) mogen niet worden gebruikt. De plaat moet worden voorbehandeld met een grondlaag (compatibel met de lijm) en enkel watervrije en waterbestendige parketlijmen mogen worden gebruikt.(volgens voorwaarden lijmleverancier) Voorbeeld: Grondlaag Thomsit R755 (Henkel) Parketlijm Thomsit P625 (Henkel) 12. Gezondheids- en veiligheidsaspecten Bij de mechanische bewerking van platen kan stof vrijkomen dat irriterend kan zijn voor de luchtwegen en de ogen. Daarnaast, kan het inademen van fijn inadembaar kwartsbevattend stof - in het bijzonder als in hoge concentraties of gedurende langere periodes - leiden tot longziektes en een verhoogd risico op longkanker. Afhankelijk van de werkomstandigheden moeten geschikte werktuigen met stofafzuiging en/of ventilatie worden voorzien. Voor nadere richtlijnen moet het Veiligheid Informatie Blad (conform 91/155/EEC) worden geraadpleegd. 13. Meer informatie Alle informatie omtrent de bouwplaten en hun verwerking kan worden teruggevonden in de Siniat productinformatiebladen. Deze zijn terug te vinden op de website of kunnen telefonisch worden aangevraagd. Via de website kunnen tevens technische details, bestekomschrijvingen en informatie van externe leveranciers worden gedownload. Dit informatieblad vervangt alle voorgaande uitgaven. Siniat houdt zich het recht voor dit informatieblad te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze documentatie te raadplegen. Niets uit deze tekst mag zonder toesteing worden veranderd 10/10