TOEPASSINGSRICHTLIJN Geventileerde voorhanggevel Bluclad steunplaat voor Steenstrips

Transcriptie

1 Geventileerde voorhanggevel Bluclad steunplaat voor Steenstrips 1. Algemeen Deze toepassingsrichtlijnen zijn specifiek bedoeld voor de bevestiging van Siniat Bluclad bouwplaten als steunplaat voor steenstrips op een geventileerde en geïsoleerde houten draagstructuur voor gevels. Er worden een aantal basisprincipes weergegeven die moeten worden opgevolgd. Voor afwijkingen of bijkomend advies, kan men terecht bij Siniat. 2. Bekledingsmateriaal Het volgende Siniat product wordt in dit document behandeld. BLUCLAD 10mm Productgegevens en verwerking zijn terug te vinden in de productinformatiebladen, verkrijgbaar bij Siniat. 3. Toepassingsgebied Deze richtlijnen zijn geldig voor gebouwen tot een bepaalde hoogte onderworpen aan een maximale reële windbelasting in een bepaalde windzone die zich kenmerkt door een standaard windsnelheid. De standaard windsnelheden worden normaliter op onderstaande manier in kaart gebracht. De standaard windsnelheden dienen berekend te worden conform de Eurocode EN met in achtneming van de nationale bijlagen. De exacte rekenwaarden kan men terugvinden in de normen NBN B ; NEN 6702:2001 en NBN-EN /8

2 De Eurocode beschrijft 5 verschillende terrein types, de nationale bijlagen vermelden welke categorie toegepast dient te worden. Terreincategorie volgens Eurocode Terreincategorie 0 Terreincategorie I Terreincategorie II Terreincategorie III Terreincategorie IV De maximale hartafstand van de draagstructuur wordt bepaald door de extreme optredende windbelasting rekening houdend met een aantal veiligheidsfactoren, zoals onder andere gebouwfactor, de terrein categorie, de topografie en liggingsfactoren. De randzonde is minimaal 1 m van de hoek van het gebouw en dient verder te voldoen op basis van de geldende nationale normen en condities. Het ontwerp dient te worden gecontroleerd en te worden gevalideerd door de constructeurs van het bouwwerk. De maximale hartafstand van de houten draagconstructie is bepaald in relatie met de optredende windbelasting en veiligheidsfactoren. Ligging Gebouwhoogte Max. hartafstand draaglatten, Max. hart afstand draaglatten, randzone middenzone en enkelvoudige overspanning Terreincategorie m mm mm I tot IV (land) (kust) Wanneer de gevelplaten wordt blootgesteld aan de weersomstandigheden (regen, zon), mogen deze enkel op een verticale of voorover hellende draagstructuur worden gemonteerd. Voor plafondtoepassingen wordt verwezen naar de desbetreffende toepassingsrichtlijnen. OPGELET! Tussen montage en afwerking staan de platen bloot aan de weersomstandigheden en kunnen via de plaatranden en plaatoppervlak vocht tot zich nemen. Dit kan leiden tot kleurverschillen door vocht en bouwfysische problemen in de constructie. Het is daarom vereist de platen binnen de 4 weken na montage af te werken zoals beschreven in de toepassingsrichtlijnen. Bluclad kan pas afgewerkt worden met steenstrips indien het vochtgehalte in de plaat gestabiliseerd is en lager is dan 18%. Het vochtgehalte kan bepaald worden met een vochtmeter. Om nat worden en dus droogtijden te voorkomen, kan tijdens regenweer een regenbescherming voorzien worden. 2/8

3 4. Draagstructuur De montagevoorschriften voor het construeren van een geventileerde voorhanggevel op basis van een houten draagstructuur kan gevonden worden in de volgende toepassingsrichtlijn _Siniat_TPR_Gevent voorhanggevel_ Houten draagstruct.pdf. De afmetingen van de draaglatten (breedte en dikte) en de verschillende bevestigingsvarianten worden in de bovenvermelde toepassingsrichtlijn volledig beschreven. 5. Bevestigingswijze 5.1 Montage gevelsteunplaten De gevelsteunplaten worden rechtstreeks op de draaglatten bevestigd. De Bluclad gevelsteunplaten worden met de gladde niet-gemarkeerde zijde naar buiten gemonteerd. De Bluclad gevelsteunplaten worden met een tussenruimte van 2-3 mm los van elkaar geplaatst. De platen worden geschrankt/versprongen geplaatst zodanig dat vier hoeken van platen niet samenkomen. Doorlopende verticale voegen moeten vermeden worden, horizontale doorlopende voegen zijn wel toegestaan. Het aanbrengen van een voegstrip is niet noodzakelijk. Voeg opening: 3 mm Algemeen principe van de volledige opbouw 1 Siniat afbouwplaat (gipskartonplaat of Hydropanel) Dampdicht scherm 3 Houtskelet 4 Isolatie 5 Dampopen windscherm (vb. Duripanel of Weather Defence)) 6 Geventileerde spouw 7 Bluclad 8 Afwerking Steenstrips (als alternatief kan ook. Sierpleister aangebracht worden op de Bluclad) 3/8

4 5.2 Maximale afstanden tussen bevestigingsmiddelen De horizontale hartafstand tussen de draaglatten is afhankelijk van: De afmeting van de plaat De maximale afstand tussen de bevestigingsmiddelen per bevestigingsvariant(in middenzone en randzonde, zie onderstaande tabel) De afstand tussen het bevestigingsmiddel en de rand van de plaat (zie H3) De voegopening tussen de platen Als algemene regel kan gesteld dat de volgende maximale hartafstanden gerespecteerd moet worden zoals vermeld in H3 van deze toepassingsrichtlijn. Volgende afstanden tussen de bevestigingsmiddelen op één zelfde vertikale draaglat moeten worden gerespecteerd. Hoogte 0-8 m Hoogte 8-20 m Maximale afstand tussen bevestigingsmiddelen op zelfde draaglat (mm) Schroeven Plaatranden Plaatmidden Middenzone Randzone Middenzone Randzone Bevestigingsmiddelen en randafstanden Volgende randafstanden van de bevestigingsmiddelen moeten worden gerespecteerd. Bevestigingsmiddel Afstand to de plaatrand e p (mm) Afstand tot de rand van de draagstijl e r (mm) Breedte van de draagstijl b (mm) Schroef (niet voorgeboord in hout) Schroef (voorgeboord) /8

5 Bevestiging met schroeven: BLUCLAD platen moet worden bevestigd met schroeven voorzien van een vlakke paddenstoelvormige kop in roestvrij staal. De kop dient extra dun uitgevoerd te worden zodat de toegepaste lijm eroverheen aangebracht kan worden. Volgende minimale randafstanden van de schroef moeten worden gerespecteerd. D1 = 20mm D2 = 50mm De schroef wordt bevestigd in de houten draaglat op volgende wijze. e r : zie vorige pagina 5/8

6 6. Afwerksysteem Het afwerken van de Bluclad gevelsteunplaat dient te gebeuren volgens de richtlijnen en onder de garantievoorwaarden van de leverancier van het afwerkingsmateriaal: in dit geval de leverancier van de lijm en/of steenstrips. Siniat adviseert om altijd aan onderstaande algemene principes te voldoen, onafhankelijk van de keuze van lijmfabrikant. De naden tussen de Bluclad platen moeten waterdicht zijn afgewerkt en dienen te worden voorzien van een wapening, om scheurvorming te voorkomen. Dit dient gerealiseerd door middel van een membraam pasta (latex emulsie) voorzien van een alkali-bestendige wapeningslaag (mechanisch gebonden synthetische vezels), zoals voorgeschreven door de leverancier. De steenstrips dienen te worden verlijmd met een hoogwaardige gemodificeerde poeder cementmortel (minimaal C2T met een flexibiliteitsklasse S1 conform EN12004) aangebracht met de correcte lijmkam (voor te schrijven door de lijmfabrikant). De lijmmortel dient over het gehele oppervlak te worden aangebracht, zodat zij ook dient als beschermde laag tegen waterpenetratie. De voegen tussen de steenstrips dienen te allen tijde te worden afgevoegd en kunnen niet open gelaten worden. De voeg dient te bestaan uit een hoogwaardig gemodificeerde voegmortel (voor te schrijven door de fabrikant). Het totale oppervlak van de voegen mag niet meer dan 30% van het gehele oppervlak bedragen. De aansluitingen op andere onderdelen en dilatatie voegen dienen te worden gevuld met een permanent blijvende elastische kit. Droogtijden van de toe te passen verlijmingen dienen te worden gerespecteerd. 7. Specifieke aandachtpunten Afstand tussen de Bluclad platen na montage dient 3mm te bedragen. Maximale waterabsorptie van de steenstrips is 19% van het gewicht. Het maximale gewicht van de steenstrips incl. lijm- en voegsysteem bedraagt 50 kg/m2. De steenstrips dienen te zijn verlijmd op de gehydrofobeerde voorzijde van de Bluclad plaat (gladde zijde, zijde die niet voorzien is van de bedrukking Bluclad) In alle gevallen waar wanden of oppervlakken volledig blootgesteld worden aan weersinvloeden (door hun oriëntatie en/of door de afwezigheid van een dakoverstek) en op hoeken en aansluitdetails waar de lijm niet de waterdichtheid kan garanderen, dient Bluclad extra voorzien te worden van een primer/ sealer om het oppervlak voor waterpenetratie af te sluiten volgens de aanbevelingen en richtlijnen van de leverancier. 6/8

7 8. Voeg afwerking 8.1 Normale voeg De Bluclad is gemonteerd met open voegen 1 optioneel: PE voegtape 2 BLUCLAD plaat 3 plaatoppervlak 4 waterbestendig membraam 5 wapeningslaag 6 lijmmortel 7 steenstrip 8 voegmortel 8.2 Oppervlakte dilatatievoegen Oppervlakte dilataties dienen te worden aangebracht op de volgende posities Inwendige hoeken Constructie uiteinden (onderzijde, bovenzijde, zijkanten van het oppervlak) Voor het opvangen van dikte verschillen Elke 6m 1 (max. 36m 2 ) 1 optioneel: PE voegtape 2 BLUCLAD plaat 3 plaatoppervlak 4 waterbestendig membraam 5 wapeningslaag 6 lijmmortel 7 steenstrip 9 flexibele weersbestendige kit 7/8

8 8.3 Bouwkundige structurele dilatatievoeg Bouwkundige structurele dilatatievoegen dienen te worden aangebracht op de volgende posities Dilataties die vanuit de onderconstructie dienen te worden overgenomen Bij overgangen van de verschillende bouwmaterialen in de ondergrond Elke 12m 1 (max. 144m 2 ) 1 optioneel: PE voegtape 2BLUCLAD plaat 3 plaatoppervlak 6 lijmmortel 7 steenstrip 9 flexibele weersbestendige kit 9. Accessores 1 De volgende Siniat accessoires kunnen worden toegepast Screw with flat mushroom head Stainless steel 5,0 x 45 mm Perforated sealing profile Blank aluminium 50 x 30 x 2500 mm Perforated sealing profile Blank aluminium 70 x 30 x 2500 mm Perforated sealing profile Blank aluminium 100 x 30 x 2500 mm 1 gebruik Siniat accessoires ; het gebruiken van andere accessoires kunnen leiden tot het vervallen van de Siniat garantie Dit informatieblad vervangt alle voorgaande uitgaven. Siniat houdt zich het recht voor dit informatieblad te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. De lezer dient er zich van te vergewissen steeds de meest recente versie van deze documentatie te raadplegen. Niets uit deze tekst mag zonder toestemming worden veranderd 8/8