Voorschotbank voor Belgische uitgewekenen.

Transcriptie

1 Vrijdag 29 januari 1915 ochtendeditie Voorschotbank voor Belgische uitgewekenen. Naar men ons meldt, zal eerstdaags te Amsterdam op initiatief van voorname Belgische particulieren en bestuurders van Belgische banken met medewerking van verschillende Nederlandse bankinstellingen een naamloze vennootschap worden opgericht, welke zich ten doel stelt het verstrekken van gelden tegen onderpand aan personen, welke niet in de gelegenheid waren bij het verlaten van hun land, zich van genoegzame geldmiddelen te voorzien, maar wel de beschikking hebben over andere thans niet op de gewone wijze te gelde te maken middelen. De vennootschap verstrekt alleen die bedragen, welke nodig zijn voor het levensonderhoud, het verblijf hier te lande en zulks, op vastgoed, effecten, coupons, Belgische spaarbankboekjes, levensverzekeringspolissen, juwelen, vorderingsbons van de Belgische staat en onder bepaalde voorwaarden ook hypothecaire inschrijvingen enz. De zetel der vennootschap is te Amsterdam, het hoofdkantoor zal gevestigd zijn te s Gravenhage, terwijl in verschillende plaatsen van ons land, als Rotterdam, Breda, Middelburg, Roosendaal en Maastricht reeds plaatselijke comités gevormd zijn. Verkeer met België. De passagiersboot van Vlissingen op Antwerpen, Administrateur de Badts, is gisteren te Vlissingen teruggekeerd. De leden van de bemanning, die bij hun poging om 300 brieven naar Antwerpen over te brengen, gearresteerd zijn, zijn twee Hollanders, J.P. en C.C.

2 Heden doet het schip zijn laatste reis naar Antwerpen; gisteren waren er 3 passagiers aan boord. Havre, 28 januari. De laatste dagen hebben de Belgen aanmerkelijke vorderingen gemaakt ten noordwesten van het geïnundeerde terrein. Er zijn herhaaldelijk bajonetgevechten geleverd, waardoor de Duitsers verscheidene loopgraven hebben verloren. De tegenaanvallen, de laatste twee dagen door de Duitsers ondernomen, zijn afgeslagen. De Belgische artillerie heeft ten noorden en ten zuiden van Diksmuide de Duitsers uit enkele loopgraven verdreven. Brussel, 28 januari. De gouverneur-generaal maakt het volgende bekend: In de laatste tijd hebben weerbare personen herhaaldelijk pogingen gedaan om de Nederlandse grens te overschrijden, ten einde in het vijandelijke leger te treden. Ik bepaal daarom het volgende: 1. Alle begunstigingen, die in het grensverkeer naar Nederland gelden, worden voor weerbare Belgen ingetrokken; 2. Belgen, die tegen het verbod de grens naar Nederland trachten te overschrijden, stellen zich bloot aan het gevaar door de grensposten te worden neergeschoten. Weerbare personen zullen in geval van aanhouding worden gestraft en als krijgsgevangenen naar Duitsland weggevoerd; 3. Wie weerbare Belgen bij het overtreden van het verbod om naar Nederland te ontwijken behulpzaam is of dit begunstigt, zal volgens de krijgswet worden bejegend. Dit geldt ook voor leden van het gezin van weerbare Belgen, die het over de grens gaan niet verhinderen;

3 4. Als weerbaar in de zin van de verordening worden beschouwd alle mannelijke Belgen van 16 tot 41 jaar. Alle geruchten, volgens welke Belgen zullen worden ingedeeld bij het Duitse leger, berusten op kwaadwillige verzinsels. Berlijn, 28 januari. Uit het grote hoofdkwartier wordt heden gemeld: Aan de kust van Vlaanderen heeft de vijandelijke artillerie Middelkerke en Slijpe beschoten. Geïnterneerden. Gisteren zijn te Harderwijk, uit Kampen, 600 Belgische militairen aangekomen, die allen naar het interneringskamp overgebracht werden. Van Duitse zijde wordt gemeld, dat het postverkeer in België thans zodanig geschiedt, dat de plaatsen nabij het Duitse postkantoor door Belgische brievenbestellers worden bediend. Deze gaan gedeeltelijk te voet, maar kunnen voor hun bestellingen ook gebruik maken van spoorwegen en fietsen. Zij verkopen onderweg postzegels en brengen hun gezamenlijke zendingen naar het postkantoor, waar dan de verdere behandeling geschiedt. De bestaande postkantoren in België, die voor het brievenverkeer der bevolking zijn geopend, hebben opdracht om te beproeven of het mogelijk is in hun omgeving op gelijke wijze het postverkeer te regelen. Men schrijft uit Havre aan Vlaamsch Nieuws: De veranderingen in de generale staf van het Belgische leger moeten aanleiding hebben gegeven tot ernstige storing in de arbeid van het kabinet. Baron de Broqueville, wiens positie sedert enige tijd aan het wankelen is, moet aan enige politieke vrienden verklaard

4 hebben dat hij aan de tegenstanders van deze veranderingen uitleg zou geven, die wellicht pijnlijk voor hen zou kunnen zijn, indien zij niet in zijn besluiten wilden berusten. Enige generaals moeten niet aan het vertrouwen, dat men in hen stelde, hebben beantwoord, zelfs in enige gevallen moeten zulke hevige geschillen tussen hen en de Franse generaals hebben plaats gehad, dat samenwerking onmogelijk is. Koning Albert moet de president van het kabinet de nodige medewerking toegezegd hebben, echter blijven de tegenstanders van de Broqueville doorgaan met hun intriges. Men had gehoopt, zo lezen wij in een Belgisch blad, dat het Nationaal comité België van petroleum had kunnen voorzien. Deze hoop is echter ijdel gebleken, omdat de Engelse regering zich hiertegen verzet heeft. De president van de Commissie ter instandhouding der monumenten in Rijnland-Pruisen, dr. Clemen, heeft het volgende rapport over het herstel der historische monumenten in België, welke door de oorlog geleden hebben uitgebracht: Met genoegen heb ik op mijn laatste bezoek aan België kunnen constateren, dat alle gemeentebesturen ervoor gezorgd hebben, dat de monumenten, welke door krijgsverrichtingen beveiligd zijn, en dat de aanwijzingen welke wij, de heer Falke en ik, hun hebben kunnen geven, zijn opgevolgd. Te Leuven is het sterke dak, dat de gehele kerk moet beschutten, voltooid, en is men bezig om tijdelijk de kerkramen, welke aan de zuiden westzijden gesprongen zijn, dicht te maken. Het inwendig gedeelte is bijna geheel ontruimd. Binnenkort zal het gebouw terug voor de dienst bruikbaar zijn. In de domkerk te Mechelen is men

5 bezig om voorlopig sterke afschuttingen, gebouwd volgens technische voorschriften, op te richten. Zij zullen het hoofdschip van de kruis- en zijbeuken afscheiden ter hoogte van de bogen. Later zal men gerust met het bevestigingswerk van de muren aan de zuidzijde der kerk kunnen beginnen. Aan de noordzijde zijn de gebroken vensters tijdelijk door nieuwe vervangen. Eveneens werkt men aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk om de gaten, welke door bommen in de muren gemaakt zijn, te herstellen, en tijdelijk de vensters te sluiten. Te Lier heeft men het dak van de kerk St. Gummarus voltooid. Op het koor, waar de bommen schade aangericht hebben, heeft men de muren door kleine kolommen van rode steen geschraagd. De kostbare vensters in de zuidelijke zijbeuk der kerk en in de apsis zijn zorgvuldig met papier bedekt en met houtwerk beschut, zodat men die in gunstiger tijd kan restaureren. Ook te Dinant is het dak van de hoofdkerk tijdelijk hersteld, en is men van plan de grote bolvormige toren aan de westelijke zijde der kerk, welke zulk een karakteristiek panorama der stad en van het gehele dal zal opleveren, te herbouwen. Al deze werken zijn van een technisch standpunt onberispelijk uitgevoerd. Aan andere plaatsen heb ik weer andere wenken gegeven. Het is te hopen, dat deze gebouwen de winter en de regentijd zonder gevaar kunnen doorkomen, en dat men in een vreedzamer tijd definitief de herbouw en het herstel kan beginnen. Het is evenwel raadzaam, deze gebouwen, alsook de andere in de lente nogmaals te onderzoeken, om te zien of zich niet gedurende de winter nieuwe schade heeft voorgedaan.

6 Aan de gouverneur-generaal van België von Bissing is het IJzeren Kruis eerste klasse verleend. Naar Vlaamsch Nieuws uit Munchen verneemt, heeft een der zusters van de koningin van België, de gravin van Toerring en Jettenbach, die op het westelijke front bij de Duitsers ambulancière was, het IJzeren Kruis gekregen. Men schrijft ons uit Koewacht: In het Belgische gedeelte van deze gemeente staat aangeplakt, dat het de burgers verboden is in het openbaar over de oorlog te spreken en zeker niet met de Duitse soldaten der grenswacht. Overtreding zal zwaar gestraft worden. Vrijdag 29 januari 1915 avondeditie Parijs, 28 januari. De officiële bekendmaking van hedenavond luidt: In de nacht van 27 op 28 januari heeft de vijand geen enkele infanterieaanval gedaan. Ten noordoosten van Zonnebeke hebben de Duitsers levendig artillerie- en geweervuur onderhouden. Berlijn, 29 januari. Ambtelijke mededeling uit het grote hoofdkwartier: Een aanval van de vijand in de duinen ten noordwesten van Nieuwpoort is afgeslagen. Uit Duitsland.

7 Berlijn, 29 januari. Ambtelijke mededeling: Het Londense persbureau maakt een lange verklaring openbaar, die gericht is tegen de verklaringen, die de rijkskanselier gedaan heeft bij een onderhoud met een vertegenwoordiger van de Associated Press. Het ambtelijke Londense bureau ontkent, dat Engeland in 1911 besloten was, zonder toestemming van België troepen in België aan land te zetten. De openbaar gemaakte Belgische bescheiden weerleggen die verzekeringen van het Engelse persbureau bondig. Het staat vast, dat Engeland in 1911, in geval het tussen Duitsland en Frankrijk tot een oorlog gekomen was, besloten was onmiddellijk met of zonder toestemming van België in België te landen. Opmerkelijk is echter verder, dat de Engelse regering nu de fictie overboord gooit, alsof het in 1911 slechts een academische gedachtewisseling over militaire aangelegenheden gold, voor het geval de onzijdigheid van België door een van de buren van dat land geschonden werd. Die academische gedachtewisselingen zijn nu niet-ambtelijke besprekingen geworden, voor welke echter vooraf uitdrukkelijk de beginselen, die dan toch wel officieel geweest zullen zijn, zijn vastgesteld. Men geeft nu ook toe, dat die gedachtewisselingen alleen tegen Duitsland gericht waren. Daarin zat juist het opgeven van de onzijdigheid van België. De Engelse regering kan door geen sofismen het feit uit de wereld helpen, dat zij België, dat door het onzijdigheidstraktaat tegenover alle waarborgende mogendheden op gelijke wijze gebonden was, tot onderhandelingen en afspraken welke tegen een van die borgen, namelijk Duitsland, gericht waren, aan de zijde van de drievoudige entente getroond en tenslotte mee in de oorlog betrokken heeft.