Gemeentelijke Parkeeractieplannen

Transcriptie

1 Gemeentelijke Parkeeractieplannen Oriënterende nota betreffende de gegevens en de methodes gehanteerd voor de tellingen op het terrein Inleiding Volgens de inhoud van de Ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het en het Besluit van 18 juli 2013 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het reglementaire luik van het GPBP zijn de volgende gegevens minimaal nodig voor de opmaak van de GPAP: - Niet voorbehouden parkeerplaatsen op de openbare weg: overzicht per weggedeelte van het aantal niet voorbehouden plaatsen, geklasseerd overeenkomstig het niveau van de reglementering (rood, oranje, grijs, groen, blauw, evenement, vrijstelling voor levering, buurtbewoner, niet gereglementeerd, ); - Voorbehouden parkeerplaatsen op de openbare weg: voor ieder type van voorbehouden parkeerplaats inclusief gemotoriseerde 2-wielers, carsharing, taxi s, leveringen, vrachtwagens, schoolbussen, toerbussen (korte, middellange en lange duur) -, de precieze ligging van de huidige parkeerplaatsen (stand van zaken) en de geplande plaatsen (actieplannen) op de openbare weg; - Fietsstallingen voor kortparkeren: precieze ligging van de bestaande voorzieningen (stand van zaken) en de geplande voorzieningen (actieplannen) voor fietsenstallingen voor kortparkeren (fietsbogen en overdekte stallingen) op de openbare weg; - Fietsenstallingen voor langparkeren: ligging van de huidige beveiligde voorzieningen (stand van zaken) en de geplande beveiligde voorzieningen (actieplannen) voor het langparkeren van fietsen op de openbare weg (box, garage of anders); - Parkeren buiten de openbare weg: inventarisatie van het openbaar aanbod buiten de openbare weg, per wijk; - Vrijstellingskaarten: overzicht van het aantal vrijstellingskaarten dat in omloop is, per type van kaart en per parkeersector (= sectoren gekend op het ogenblik van de opmaak van het GPAP of, wanneer niet gekend, voor de huidige sector of de wijk) en verwachtingen voor de komende jaren; - Overzicht van de handelsactiviteiten (kleinhandel) op het grondgebied van de gemeente (waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de handelszaken met een oppervlakte van meer dan 400 m² en waarbij de handelszaken die over privéruimte voor leveringen beschikken worden uitgesloten); - Kosten gemaakt voor de invoering van het GPAP en verwachte inkomsten naar aanleiding van de invoering van het GPAP. Volgens art. 68 van het Besluit van 18 juli 2013 zijn deze gegevens (en de analyses die daaruit voortvloeien) ten minste ten dele gebaseerd op volledige tellingen op het terrein: - die minder dan 3 jaar oud zijn, - en die zijn uitgevoerd (uitvoering, interpretatie van de toestand, exploitatie) in overeenstemming met de door het Parkeeragentschap voorgeschreven methodologie. 1 Bladzijde

2 Gegevens die ter beschikking van de gemeenten kunnen worden gesteld Van de hieronder vermelde gegevens kunnen de volgende gegevens 1 door de gemeenten worden opgevraagd via de link: : - Cartografische laag waarop het aantal parkeerplaatsen per weggedeelte worden weergegeven («langs de straat UrbIS» ) voor het type reglementering, op 30/06/2013: shp (+ dwg); - Cartografische laag waarop de berekening van het aantal parkeerplaatsen buiten de openbare weg per statistische sector wordt vermeld, op 30/06/2013: shp (+ dwg). Deze cijfers bevatten geen informatie over de gereserveerde parkeerplaatsen op de openbare weg of over fietsparkings. De volgende aanvullende gegevens kunnen op verzoek door de gemeenten worden ingekeken, middels ondertekening van de licentieovereenkomst (voor het gebruik van de gegevens die bij onderhavige nota is gevoegd: - Cartografische laag waarop de ligging van het aantal parkeerplaatsen buiten de openbare weg wordt weergegeven per site (of per statistische sector), naargelang van de bestemming: shp (+ dwg) - Cartografische laag (NGI) met de breedte van de straten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: shp (+ dwg) - Cartografische laag waarop de ligging van de door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beheerde verlichte verkeersborden wordt vermeld: shp (+ dwg) De volgende aanvullende bronnen kunnen eveneens via de volgende link door de gemeenten worden geraadpleegd: : - Analyse (Fase III) van het ontwerp van GPBP: pdf - Gegevens over de vraag naar parkeerplaatsen voor vrachtwagens per straat en per gemeenten (Studie Ariès 2005) + samenvattend verslag van de studie: tabel xls + pdf (zie ook de bijgevoegde nota studie over parkeerplaatsen voor vrachtwagens ) - Laag UrBIS van de straatgedeelten (langs de straat = «UrbAdm_Si»): shp (+ dwg) - Laag UrBIS met betrekking tot de oversteekplaatsen voor voetgangers (toestand 2012): shp (+ dwg) - Cartografische laag betreffende de signalisatie op de gewestwegen (DGE Mobiel Brussel): shp (+ dwg) - Gids van de Mobiliteit nr. 8 (Organisatie van de leveringen) Ten slotte dient te worden opgemerkt dat het Parkeeragentschap de gemeenten telkens op de hoogte zal brengen wanneer het over nieuwe kwaliteitsgegevens beschikt; zij kunnen daar, wanneer zij dit nuttig of nodig achten, dan gebruik van maken. 1 Opgemaakt op basis van de interpretatie van een foto (wegen) en een compilatie van databases (buiten de openbare weg). 2 Bladzijde

3 Tellingen op het terrein: methodologische aanbevelingen Reglementair kader Volgens art. 68 van het Besluit van 18 juli 2013 houdende het reglementaire luik van het GPBP, moeten de Gemeentelijke Parkeeractieplannen, ten minste gedeeltelijk, worden opgemaakt op basis van tellingen op het terrein die zijn gebeurd overeenkomstig de door het Parkeeragentschap voorgeschreven methodologie: Elk gemeentelijk parkeeractieplan bevat een gedetailleerde stand van zaken die het volgende bevat: De globale balans van de parkeersituatie in de gemeente; De balans van het openbaar aanbod, op en buiten de openbare weg, in detail uitgewerkt per aard en per reglementering; Deze balans is meer bepaald gebaseerd op exhaustieve tellingen die op het terrein werden uitgevoerd en die dateren van minder dan drie jaar geleden, uitgevoerd (uitvoering, interpretatie van de situatie, exploitatie) conform de methodologie die door het Parkeeragentschap wordt voorgeschreven. ( ) Algemene modaliteiten De tellingen op het terrein zijn recent (minder dan 3 jaar oud): zij mogen niet zijn uitgevoerd voor de maand juli De tellingen op het terrein moeten, ten minste, worden gebruikt voor het bijwerken van de stand van zaken met betrekking tot de voorbehouden parkeerplaatsen op de openbare en de fietsenstallingen (of moeten daartoe bijdragen). De tellingen op het terrein kunnen gebeuren voor een deel van parkeerplaatsen (bijvoorbeeld de voorbehouden plaatsen), voor een deel van het grondgebied of kunnen worden gebruikt om informatie die elders is verkregen (bijvoorbeeld Aanvullende Politiereglementen) te controleren (of te implementeren). Uitvoeringsmodaliteiten Betrokken categorieën van openbare ruimte: de tellingen op het terrein omvatten de plaatsen en parkeerinrichtingen gelegen: o In parkeervakken of stroken o Op de rijbaan o Op het voetpad en voetpadverbredingen (leveringen, fietsen ) o In de omgeving van de openbare weg en toegang vanaf de openbare weg: openbare ruimte (bovengrondse parking), rotondes, middenbermen, ventwegen 3 Bladzijde

4 De tellingen houden geen rekening met parkeerplaatsen op privéterreinen (herkenbaar door: garagepoort, box, slagboom of toegangscontrole, borden privé-eigendom, omheiningen, hekwerk ). In geval van twijfel over de aard van de vastgestelde parkeerplaats dient het aanbod te worden opgenomen om dan, eventueel, in een tweede fase, na verwerking/groepering te worden geschrapt. Periode(n) voor de inventarisatie: het inventariseren van het aanbod kan op iedere dag en uur gebeuren. Het is evenwel aangewezen om te inventariseren op een ogenblik en in omstandigheden die borg staan voor een minimum aan fouten met betrekking tot ligging, aantal en kwalificatie van het aanbod. Methoden voor de inventarisatie: de vaststellingen op het terrein moeten het mogelijk maken om na te gaan waar de parkeerplaatsen zijn gelegen, om het aanbod te tellen en te kwalificeren. Voor ieder parkeerplaats, groep van parkeerplaatsen of voor iedere fietsenstalling moet verder worden vermeld: o De datum; o o o o De straatnaam; De ligging: nummer van de dichtstbijzijnde politiepost of begin- en eindnummer van de strook (deze nummers worden genoteerd in de richting die door de onderzoeker wordt gevolgd); Het overeenkomstige aantal parkeerplaatsen, uitgedrukt in de gepaste eenheden (zie verder); Het statuut van de parkeerplaats/het type van inrichting (zie verder). Idealiter worden de tellingen op het terrein uitgevoerd door onderzoekers die zich te voet verplaatsen. Omdat de kwaliteit van de verkregen gegevens onvoldoende kan worden gewaarborgd, dient de techniek Mobile mapping (voertuig uitgerust met een camera en met GPS) te worden vermeden. De methode voor het te voet vergaren van informatie kan vrij door de gemeenten worden gekozen: steekkaarten of tabellen die moeten worden ingevuld, kaartensets (1/1.000 e of 1/2.000 e ) die worden meegenomen en die tijdens het onderzoek worden ingevuld De onderzoeker maakt melding van de wegen of delen van wegen die tijdelijk onbruikbaar zijn tengevolge van werken zodat deze later opnieuw kunnen worden aangedaan of opdat op basis van andere bronnen een raming kan worden gemaakt van de ontbrekende informatie. Wanneer deze stand van zaken is opgemaakt, is het aangewezen om de kwaliteit van de gegevens te testen aan de hand van een staal van willekeurig gekozen straten. Meeteenheid: de meeteenheid die moet worden gehanteerd voor de beschrijving van het aanbod is: EP (eenheid personenwagens) voor parkeerplaatsen voor motorvoertuigen waarbij 1 EP = 5 meter lang Het aantal fietsen voor fietsenstallingen, waarbij 1 fietsboog = 2 fietsen De te gebruiken overeenkomstige waarden, meer bepaald om de vastgestelde vraag te vertalen naar het aanbod, zijn de volgende: 1 motor/scooter o 0 EP wanneer deze dwars op de weg staat geparkeerd 4 Bladzijde

5 o 1 EP wanneer deze parallel met de weg staat geparkeerd 1 auto = 1 EP o 1 lichte vrachtwagen (kleine vrachtwagen, bestelwagen, pick-up bestelwagen) = 2 EP o 1 toerbus of autobus = 3 EP o 1 oplegger of vrachtwagen met aanhangwagen = 3 à 4 EP (naargelang het geval) Schaal voor weergave (juistheidsniveau) van de gegevens die werden vergaard: Voor niet voorbehouden parkeerplaatsen (al dan niet gereglementeerd) moet aan de hand van de vaststellingen het aanbod EP kunnen worden becijferd, per deel langs de straat (laag Si van UrbIS bijvoorbeeld). Voor gereserveerde parkeerplaatsen moet aan de hand van de vaststellingen het aanbod vertaald kunnen worden naar EP, per plaats of groep van aaneensluitende plaatsen met eenzelfde statuut. Voor fietsenstallingen moet aan de hand van de vaststellingen het aanbod vertaald kunnen worden naar het aantal fietsen per inrichting (fietsbogen, fietsenstallingen en fietsenbox) of groep van aaneensluitende inrichtingen (groep van fietsbogen en villo!- stations). Kwalificatie van het aanbod: afhankelijk van de vooropgestelde doelstellingen moeten de parkeerplaatsen (en/of parkinggehelen) en inrichtingen voor fietsen aan de hand van de vaststellingen kunnen worden gekwalificeerd op basis van hun statuut/type, en daarbij dient een onderscheid te worden gemaakt tussen ten minste de volgende categorieën: Voorbehouden parkeerplaatsen: o Levering o Gehandicapten o Taxi o Carsharing o CD o Politie o Vrachtwagens o Bus (schoolbussen, bedrijfsbussen ) o Toerbus o Gemotoriseerde tweewielers o Fietsen Niet voorbehouden parkeerplaatsen: o Niet gereglementeerd o Gereglementeerd in rode zone o Gereglementeerd in oranje zone o Gereglementeerd in grijze zone o Gereglementeerd in groene zone o Gereglementeerd in blauwe zone o Gereglementeerd in evenementenzone o Gereglementeerd in K&R-zone o Gereglementeerd in vrijgestelde zone voor leveringen (geel) o Gereglementeerd in bijzondere zone voor buurtbewoners o Ander type van reglementering 5 Bladzijde

6 Stallen van fietsen: o Fietsboog o Groep van fietsbogen o Villo!-parking o Fietsenstalling o Fietsenbox In het GPAP moet de stand van zaken met betrekking tot parkeerplaatsen overeenkomen met de toestand op het ogenblik dat het GPAP wordt opgemaakt. De verschillende zones voor gereglementeerd parkeren op de openbare weg dienen te verwijzen naar het gemeentelijk reglement dat op dat ogenblik van toepassing is. De parkeerplaatsen gelegen voor inritten en garages zijn niet opgenomen in de telling van het aantal parkeerplaatsen op de openbare weg. Wanneer de gemeente van oordeel is dat het nuttig is om precieze kwantitatieve informatie te hebben over dit type van parkeerplaatsen, dan wordt deze afzonderlijk opgenomen (bijvoorbeeld specifieke categorie voorbehouden parkeerplaatsen). Aanwezigheid/afwezigheid van een parkeeraanbod: De inventaris met betrekking tot het aanbod parkeerplaatsen op de openbare weg (aanwezigheid/afwezigheid van een aanbod) kan verwijzen naar de feitelijk bestaande toestand (zoals vastgesteld op het terrein) of naar een wettelijke toestand (theoretisch). In het kader van een feitelijke toestand: Behoudens andersluidende verticale signalisatie moet iedere parkeerplaats of groep van parkeerplaatsen die worden aangegeven door middel van markering op de grond (in hoofdzaak een in kleur geschilderde of retro-reflecterende strook of een andere ondergrond) in het aanbod worden opgenomen en zij moeten dus op het terrein worden geteld (zelfs indien dit aanbod niet in overeenstemming is met de Wegcode, het GSR of andere reglementering), Behoudens andersluidende verticale signalisatie, wanneer er geen markering op de grond is aangebracht, is het de op het terrein vastgestelde vraag (parkeergewoonten, plaats waar meerdere voertuigen of rijen van voertuigen geparkeerd staan) aan de hand waarvan het aanbod kan worden geïdentificeerd en gelokaliseerd. In het kader van een wettelijke toestand: De vaststellingen van de aanwezigheid/afwezigheid van een aanbod die op de openbare weg worden gedaan, worden gecorrigeerd of aangepast aan de bestaande reglementering (in hoofdzaak de Wegcode). De berekening van het aanbod die daaruit voortvloeit, is veeleer de weergave van een strikte toepassing van de bestaande reglementaire voorschriften: Iedere parkeerplaats of groep van parkeerplaatsen aangeduid door markering op de grond is niet noodzakelijkerwijze conform de geldende reglementering (artikelen 24 en 25 van de Wegcode, bijvoorbeeld). Een aantal markeringen nodigen de automobilisten ook soms uit om te parkeren voor een inrit of op minder dan 20 meter van een verkeerslicht aan een kruispunt. Wanneer er geen markering op de grond is: o De afwezigheid van een of meer geparkeerde voertuigen betekent niet onmiddellijk dat er geen reglementair aanbod is. Dat kan, bijvoorbeeld, het geval zijn langs bepaalde voldoende brede wegen in de woonwijken van de tweede kroon; o De aanwezigheid van een of meer geparkeerde voertuigen betekent niet automatisch dat er een reglementair aanbod is. Dat kan, bijvoorbeeld, het geval 6 Bladzijde

7 tijdens bepaalde evenementen die aanleiding geven tot een tijdelijke stijging van de vraag in een wijk. Idealiter moeten de GPAP in staat zijn om een onderscheid te maken tussen de bestaande feitelijke en juridische toestand. Aangezien de wettelijke toestand kan worden beoordeeld op basis van de feitelijke toestand, is het de tweede die bij voorrang door de onderzoeker op het terrein in kaart moet worden gebracht. Het luik van het GPAP met betrekking tot de stand van zaken moet dan ook ten minste de daadwerkelijk vastgestelde toestand weergeven. In de mate van het mogelijke moeten de GPAP vervolgens de parkeerplaatsen identificeren die er niet mogen zijn, of de plaatsen identificeren die erbij moeten komen, en dat in het licht van de juridische toestand. Artikelen van de Wegcode die betrekking hebben op het parkeerverbod: Verticaal teken dat een parkeerverbod aangeeft WC (Art.26 & 70) - Op minder dan 20 meter voor de verkeerslichten op de kruispunten, behoudens plaatselijke reglementering) WC (Art.24.8 ) - Op minder dan 15 meter aan weerszijden van een bord dat een autobus-, trolleybus of tramhalte aanwijst WC (Art.25.2 ) Voor de inrij van eigendommen (behalve de voertuigen waarvan het inschrijvingsteken leesbaar op die inrij is aangebracht Op elke plaats waar het voertuig de toegang tot buiten de rijbaan aangelegde parkeerplaatsen zou hinderen Op de oversteekplaatsen voor voetgangers/fietsers en op de rijbaan op minder dan 5 meter voor deze oversteekplaatsen Op de rijbaan in de onderbruggingen, in e tunnels en onder de bruggen Op de rijbaan nabij de top van een helling en in een bocht wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is Op de rijbaan wanneer de vrije doorgang minder dan 3 meter breed zou worden Op de rijbaan wanneer deze verdeeld is in rijstroken (WC Art. 2.2: doorlopende of onderbroken witte, retro-reflecterende of oranje strepen], behalve met E9a en E9b Op de rijbaan langs de gele onderbroken streep Op rijbanen met tweerichtingsverkeer tegenover een ander stilstaand of geparkeerd voertuig, wanneer twee andere voertuigen daardoor elkaar moeilijk zouden kunnen kruisen Op de middelste rijbaan van een openbare weg met drie rijbanen WC (Art.25.3 ) WC (Art.25.5 ) WC (Art.24.4 ) WC (Art.24.5 ) WC (Art.24.6 ) WC (Art.25.7 ) WC (Art.25.9 ) WC (Art ) WC (Art ) WC(Art ) Formaat waarin de gegevens moeten worden voorgesteld: de op het terrein vastgestelde gegevens ook deze die eventueel afkomstig zouden zijn van andere bronnen moeten in de GPAP worden weergegeven op kaarten. De daarmee samenhangende tabellen moeten bij de GPAP worden gevoegd, op papier of digitaal. Deze tabellen bevatten de informatie in overeenstemming met het hierboven vermelde minimum juistheidsniveau: Voor niet voorbehouden parkeerplaatsen (al dan niet gereglementeerd): 1 lijn = 1 deel langs de straat (de verschillende kolommen om dit deel te kwalificeren: nummer, straatnaam, datum van de vaststelling, begin- en eindnr., aantal plaatsen, type van reglementering ); Voor voorbehouden parkeerplaatsen (al dan niet gereglementeerd): 1 lijn = 1 deel langs de straat (de verschillende kolommen om dit deel te kwalificeren: nummer, straatnaam, datum van de vaststelling, begin- en eindnr., aantal plaatsen, type van reglementering ); Voor voorbehouden parkeerplaatsen: 1 lijn = 1 plaats of 1 reeks van aaneensluitende plaatsen met eenzelfde statuut (de verschillende kolommen om dit deel te kwalificeren: nummer, straatnaam, datum van de vaststelling, nummer van de dichtstbijzijnde 7 Bladzijde

8 politiepost, begin- en eindnr., aantal plaatsen, type van voorbehouden plaats ); Voor het stallen van fietsen: 1 lijn = 1 inrichting of 1 groep van aaneensluitende inrichtingen (de verschillende kolommen om dit deel te kwalificeren: nummer, straatnaam, datum van de vaststelling, nummer van de dichtstbijzijnde politiepost, type van inrichting, aantal plaatsen ). Contact: SPRB/GOB Bruxelles Mobilité/Mobiel Brussel Agence du Stationnement Parkeeragentschap CCN - Rue du Progrès 80 bte Bruxelles Vooruitgangstraat 80 pb Brussel sbastin@parkingbrussels.irisnet.be mrossel@parkingbrussels.irisnet.be (secrétariat) Bladzijde