Agenda van de vergadering in de Raadzaal van 10 juli 2014

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Agenda van de vergadering in de Raadzaal van 10 juli 2014"

Transcriptie

1 Agenda van de vergadering in de Raadzaal van 10 juli 2014 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering in de Raadzaal van 10 juli 2014 Datum: donderdag 10 juli 2014 Aanvang: 19:00 Vaststelling bestemmingsplan (AGOVV) Bespreekvoorstel PMA BV bp Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) Collegebesluit CB bp Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) Raadsvoorstel RV bp Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) 04 - RV bijlage Vergelijking vergunningensituatie (pdf) Raadsbesluit RB Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) Zienswijzenota Zienswijzennota Geanomiseerd (pdf) 07 - Plankaart bp Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) 08 - Bestemmingsplan Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) Verslag - PMA 10 juli 2014 Vaststelling bestemmingsplan Laan van Spitsbergen 2 (AGOVV) (pdf) Pauze Vaststelling bestemmingsplan (AGOVV) Bespreekvoorstel PMA BV bp Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) Collegebesluit CB bp Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) Raadsvoorstel RV bp Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) Raadsbesluit RB Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) Zienswijzenota Zienswijzennota Geanomiseerd (pdf) 07 - Plankaart bp Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) 08 - Bestemmingsplan Laan van Spitsbergen (AGOVV) (pdf) Sluiting 1

2 Bespreekvoorstel POLITIEKE MARKT APELDOORN PMA Datum PMA 10 juli 2014 Raadsgriffie Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan (AGOVV) Verantwoordelijk Portefeuillehouder: N.T. Stukker voor voorstel Raadsadviseur J.H. Leuverman Soort verslag besluitenlijst X beknopt verslag woordelijk verslag geen verslag Soort activiteit Voorbereiding besluitvorming raad Doel activiteit Toelichting Bespreken of het raadsvoorstel Vaststelling bestemmingsplan Laan van Spitsbergen 2 (AGOVV) ter besluitvorming aan de gemeenteraad kan worden voorgelegd. Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op een nieuwe, planologische regeling voor sportpark Berg en Bos aan de Laan van Spitsbergen 2 in Apeldoorn. Het geldende bestemmingsplan voor het sportpark, Apeldoorn-West uit 1994, is verouderd en aan vervanging toe. Het onderhavige bestemmingsplan voorziet in een actuele, passende bestemming voor het sportpark en de voorzieningen daarop. De afgelopen jaren is de situatie rondom het sportterrein een aantal keren gewijzigd. Aanvankelijk was het de bedoeling dat er elders in de gemeente een nieuw stadion voor het profvoetbal zou worden gebouwd. Het bleek niet mogelijk hiervoor een geschikte (en betaalbare) locatie te vinden, waarna in 2008/2009 duidelijk werd dat AGOVV op het huidige terrein zou blijven. Enkele jaren later bleek dat AGOVV failliet werd verklaard, waardoor er weer een nieuwe situatie ontstond. Uitgaande van de actuele situatie op dit moment heeft het college een planologische afweging gemaakt. Primair heeft het college bezien wat planologisch mogelijk en aanvaardbaar is op het sportpark. Daarbij heeft het college rekening gehouden met de belangen van AGOVV (nu een amateurvereniging), maar ook met die van de omwonenden. Het college begrijpt de zorg van de omwonenden, zeker gezien de voorgeschiedenis. De afspraken over de aanwezigheid van tijdelijke bouwwerken waren gekoppeld aan de gebruikers in de vorm een betaald voetbalorganisatie. In bijlage 2 bij het raadsvoorstel is een uitgebreid feitenoverzicht opgenomen. Centrale vraag is nu of er, naar de huidige inzichten, sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Dit heeft geleid tot stevige beperkingen ten opzichte van het geldende recht om aan de belangen van de omwonenden tegemoet te komen: de tribunecapaciteit wordt nu hard begrensd en de introductie van een nieuw evenemententerrein wordt uitgesloten. De gebruiksmogelijkheden van het terrein worden ingeperkt tot alleen veldsporten. Functieverbredingen ten opzichte van die noemer worden alleen in ondergeschikte vorm mogelijk gemaakt. De bouwmogelijkheden worden niet uitgebreid en ingeperkt waar nodig. Een vergelijking tussen de geldende en nieuwe mogelijkheden is te vinden bijlage 1 bij het raadsvoorstel.

3 Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 6 februari 2014 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn 168 zienswijzen ingediend. In paragraaf 3 (argumentatie) van het raadsvoorstel gaat het college uitgebreid in op de hoofdpunten van de ingediende zienswijzen. In de bijgevoegde zienswijzennota zijn de zienswijzen eveneens samengevat en door het college beoordeeld. Het college stelt voor aan de zienswijzen deels tegemoet te komen door aanpassing van de definitie voor evenementen. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het bijgevoegde collegeen raadsvoorstel. Behandeladvies griffie Mogelijk Besluit v/d bespreking Openbare behandeling Inspreken is mogelijk (maximaal 30 minuten) Reacties en vragen vanuit de fracties Beantwoorden van eventuele vragen door de portefeuillehouder Vaststellen of het raadsvoorstel besluitrijp is. X besluitrijp (t.b.v. de raad) (terug) in de carrousel

4

5

6

7

8

9

10 Ruimtelijke Leefomgeving Raadsvoorstel Voorstel nr Raadsvergadering Datum Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Laan van Spitsbergen 2 (AGOVV) Portefeuille N.T. Stukker Aan de gemeenteraad Voorstel 1. Met betrekking tot de zienswijzen die tegen het ontwerp van dit bestemmingsplan naar voren zijn gebracht, besluiten om aan de zienswijzen gedeeltelijk tegemoet te komen, zoals in de bijgevoegde zienswijzennota is aangegeven. 2. Het bestemmingsplan als vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMRO.0200.bp1083-vas1, dat betrekking heeft op een nieuwe, planologische regeling voor sportpark Berg en Bos aan de in Apeldoorn, langs elektronische weg en in analoge vorm gewijzigd vaststellen overeenkomstig het bijgevoegde conceptbesluit. 3. Geen exploitatieplan vaststellen. Toelichting 1. Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 6 februari 2014 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn 168 zienswijzen ingediend. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad binnen 12 weken na het einde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan een besluit omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan nemen. Daartoe dient dit voorstel. 2. Kader Tot februari 2013 was reeds een nieuw bestemmingsplan voor het sportpark in voorbereiding om daar een langdurig verblijf van betaald voetbalorganisatie AGOVV Apeldoorn mogelijk te maken. Toen die organisatie failliet ging, verviel de aanleiding om die procedure nog door te zetten. Daarop nam uw raad op 13 februari 2013 een voorbereidingsbesluit voor het sportpark. Hiermee werd de planologische situatie op het sportpark bevroren en verklaarde uw raad tevens dat een nieuw bestemmingsplan voorbereid moest worden voor het sportpark. Dat werd vooral ingegeven door de ruime, geldende bouw- en gebruiksmogelijkheden voor het sportpark. Sinds het genoemde faillissement voetbalt (weer) alleen amateurvereniging AGOVV op het sportpark.

11 Omdat de onder 1. genoemde termijn niet gehaald gaat worden of is, heeft uw raad op 5 juni 2014 een nieuw voorbereidingsbesluit genomen. Dat om te voorkomen dat de mogelijkheden van het geldende bestemmingsplan weer gingen herleven, op het moment dat de termijn van 12 weken zou verstrijken. Dit twee voorbereidingsbesluit had hetzelfde effect en doel als het eerste voorbereidingsbesluit. Wel heeft het tweede voorbereidingsbesluit een ander vervolgactie tot doel: de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan. 2. Beoogd maatschappelijk resultaat Het ontwerp betreft een nieuwe, planologische regeling voor sportpark Berg en Bos aan de in Apeldoorn. Het geldende bestemmingsplan voor het sportpark, Apeldoorn-West uit 1994, is verouderd en aan vervanging toe. Het onderhavige bestemmingsplan voorziet in een actuele, passende bestemming voor het sportpark en de voorzieningen daarop. 3. Argumentatie Inleiding Betaald voetbalorganisatie AGOVV Apeldoorn startte in 2002/2003 op het sportpark, naast de al aanwezige amateurvereniging AGOVV. Het betrof een tijdelijke situatie. AGOVV Apeldoorn was op zoek naar een andere, betere plek voor betaald voetbal in Apeldoorn. Medio 2008 werd echter duidelijk dat er, binnen een redelijke termijn, geen andere locatie voor die organisatie beschikbaar was in de gemeente. Er ontstond toen een nieuwe situatie. Daarop brachten wij een nieuw bestemmingsplan in procedure met een langduriger verblijf van AGOVV Apeldoorn op het sportpark als doel. Die procedure werd gestopt toen die organisatie begin 2013 failliet ging. Wederom ontstond toen een nieuwe situatie. Daarop nam uw raad het eerste voorbereidingsbesluit. Vervolgens hebben wij een nieuw bestemmingsplan voorbereid. Samenvatting In hoofdzaak hebben wij drie vertrekpunten gehanteerd bij het opstellen van het onderhavige bestemmingsplan: 1. In 2008/2009 werd duidelijk dat de aanwezigheid van AGOVV Apeldoorn op het sportpark (planologisch gezien) niet tijdelijk zou zijn. Er ontstond een nieuwe situatie. 2. Met het failliet gaan van betaald voetbalorganisatie is wederom een nieuwe situatie ontstaan op het sportpark.. 3. De ruime bouw- en gebruiksmogelijkheden van het geldende bestemmingsplan Apeldoorn-West, die aanleiding vormde voor de voorbereidingsbesluiten. Vervolgens hebben wij een planologische afweging gemaakt. Primair hebben wij bezien wat planologisch mogelijk en aanvaardbaar is op het sportpark. Daarbij hebben wij ons rekenschap gegeven van de belangen van AGOVV, maar ook van de omwonenden. Wij begrijpen de zorgen van de omwonenden, zeker gezien de voorgeschiedenis. In hun optiek schendt het bestemmingsplan de afspraak dat de aanwezigheid van voorzieningen voor een betaald voetbalorganisatie tijdelijk zou zijn. Echter, de situatie is veranderd. De betaald voetbalvoetbalorganisatie bestaat niet meer. De afspraken over de aanwezigheid van tijdelijke bouwwerken waren gekoppeld aan de gebruikers in de vorm een betaald voetbalorganisatie. Nu is er alleen nog sprake van een amateurvereniging. 2

12 Centrale vraag is nu of er, naar de huidige inzichten, sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Ten opzichte van geldend recht, zijn stevige beperkingen aangebracht om de omwonenden tegemoet te komen. De tribunecapaciteit wordt nu hard begrensd en de introductie van een nieuw evenemententerrein wordt uitgesloten. Algemeen In het onderhavige bestemmingsplan is een planologische visie op het sportpark neergezet. Het belangrijkste doel van het bestemmingsplan is het behouden van de bijzondere entourage voor sportbeoefening in Apeldoorn. In lijn met het eerder aangehaalde voorbereidingsbesluit voor en de ruimtelijke opzet van het sportpark, wordt daarbij een inperking van de gebruiksmogelijkheden voorgestaan tot alleen veldsporten. Functieverbredingen ten opzichte van die noemer worden alleen in ondergeschikte vorm mogelijk gemaakt. De bouwmogelijkheden worden niet uitgebreid en ingeperkt waar nodig. Een vergelijking tussen de geldende en nieuwe mogelijkheden is te vinden in de bijlage. Het AGOVV-dossier bevat een omvangrijke voorgeschiedenis. Een chronologisch overzicht van de gebeurtenissen, voorzover dat gaat over het sportpark zelf, is bijgevoegd. Hoofdpunten Mede gezien de zienswijzen, gaat het bestemmingsplan over twee hoofdpunten. Dit zijn punten waarover de indieners van de zienswijzen en wij van inzicht verschillen. Over beide punten is een beslissing van uw raad nodig. Ten eerste omvat het bestemmingsplan de vraag of planologisch opnieuw voorzien moet worden in de nog een aantal lichtmasten en, met name, de tribunes uit de proftijd. Vraag in dat verband is hoeveel waarde gehecht moet worden aan uitspraken die in de proftijd zijn gedaan over de tijdelijkheid in die voorzieningen zijn gedaan. Ten tweede vrezen de indieners van de zienswijzen dat het bestemmingsplan de deur open zet voor een nieuw evenemententerrein. Daarbij is het van belang om op te merken dat het opnieuw vergunnen van de tribunes en de lichtmasten, qua bestemmingsplan, nu alleen wordt verhinderd door het tweede voorbereidingsbesluit. Beide zaken passen in het geldende bestemmingsplan. Een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen zou nu aangehouden moet worden als gevolg van het voorbereidingsbesluit en in afwachting van het nu voorliggende plan. AGOVV heeft op 10 februari 2014 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de bouwwerken op het sportpark waarvan de omgevingsvergunning verlopen is. Voor deze aanvraag treft het nieuwe voorbereidingsbesluit geen doel, want de aanvraag is van eerdere datum. Gevolg is dat het geldende bestemmingsplan het relevante kader is voor deze aanvraag. Echter, deze aanvraag past op onderdelen niet in het geldende bestemmingsplan. Voor deze aanvraag is het nieuwe bestemmingsplan nodig. Daarom zullen wij pas na het rechtskracht krijgen van het nieuwe bestemmingsplan een beslissing nemen over deze aanvraag. Tribunes en lichtmasten inleiding De indieners van de zienswijzen geven aan dat de afspraak was (tussen wijkraden, AGOVV Apeldoorn en de gemeente) dat de voorzieningen voor de profclub tijdelijk zouden zijn. Het sportpark was maar zeer beperkt geschikt (te maken) voor betaald voetbal. Op termijn zou er een andere, permanente locatie gevonden worden voor de profclub. Als uitvoering van deze afspraak werden diverse, tijdelijke bouwvergunningen aangevraagd en verleend. Gelet op de tijdelijkheid werd de (hinder van) de profclub door de omwonenden gedoogd, aldus de reclamanten. Dat ook toen duidelijk werd dat de profclub niet 5, maar maximaal 10 jaar op het sportpark mocht blijven. Nu de profclub niet meer bestaat, kan dat 3

13 niets anders tot gevolg hebben dat alle prof-voorzieningen worden verwijderd, zo stellen de reclamanten. Die gewijzigde omstandigheden, gaven ons destijds, medio 2008, voldoende aanleiding om het standpunt in te nemen dat de tribunes en de lichtmasten voor onbepaalde tijd konden blijven staan. Dat terwijl daarvoor alles gericht was op een tijdelijk, strikt aan een tijd gebonden verblijf van AGOVV Apeldoorn op het sportpark. Vervolgens hebben wij toen een bestemmingsplan in procedure gebracht dat voorzag in een langdurige oplossing voor AGOVV Apeldoorn. Zoals gezegd, leidde het failliet gaan van die organisatie tot het afbreken van de procedure. Met het failliet gaan van de AGOVV Apeldoorn is wederom een nieuwe situatie ontstaan. Dat zou ruimte moeten scheppen/laten voor het opnieuw bezien van de situatie. Immers ook in een blanco situatie had de situatie zich voor kunnen doen dat de amateurvereniging lichtmasten en tribunes wil realiseren. De rechtvaardiging daarvoor zou dan echter niet uit het verleden moeten komen maar het heden. De vraag is dan ook of er een hedendaagse rechtvaardiging is voor de tribunes en de lichtmasten. Anders gezegd moet de vraag worden beantwoord of er, vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, wet- en regelgeving en gelet op de uitvoerbaarheid, bezwaren bestaan tegen de tribunes en lichtmasten. Hiernaast speelt wel dat de uitbreiding van de bouwmogelijkheden op het sportpark vanuit de gemeente altijd gebonden is aan een convenant/afsprakenkader tussen AGOVV en de buurt. Dit is een uitspraak die dateert uit de tijd dat er sprake was het langdurig mogelijk maken van betaald voetbal op het sportpark. Door goede afspraken zou de hinder voor de omgeving, als gevolg van het intensievere gebruik, tot een acceptabel niveau beperkt blijven. Een dergelijk convenant is er nooit gekomen. Tribunes en lichtmasten argumentatie Het geldende bestemmingsplan stelt geen wezenlijke beperkingen aan het bouwen van tribunes als het geen gebouwen zijn. Dat is overigens op veel sportcomplexen in de gemeente het geval, zij het in mindere mate. Ook voor lichtmasten gelden nu geen echte beperkingen. In het nieuwe bestemmingsplan is bezien of en hoe de geldende bouwrechten doorgezet kunnen worden voor de tribunes en de lichtmasten. Daarbij heeft de amateurvereniging aangegeven een deel van die rechten te willen gaan gebruiken. In dat verband heeft de amateurvereniging aannemelijk gemaakt behoefte te hebben aan de feitelijk aanwezige tribunes voor de beoogde bedrijfsvoering. De aanwezige onderbouwing is toereikend. De amateurvereniging heeft de tribunes nodig om haar doelstellingen op een goede wijze te kunnen bereiken. In het kader van het voorgaande ontwerpbestemmingsplan, is al gebleken dat de tribunes en de lichtmasten ruimtelijk inpasbaar zijn. In de tussentijd zijn wat dat betreft geen relevante veranderingen opgetreden. In het verleden, voor de (inmiddels verlopen) vergunning voor de tribunes hebben wij er mee ingestemd dat de parkeerbehoefte opgevangen kon worden op het grote parkeerterrein bij natuurpark Berg en Bos. In de huidige situatie vinden wij dit nog steeds een aanvaardbare oplossing. Het convenant is een inmiddels gepasseerd station. Tijdens de totstandkoming van het ontwerpbestemmingsplan viel niet te verwachten de wijk en AGOVV tot elkaar konden komen binnen de beschikbare tijd. Gelet op het aflopen van het voorbereidingsbesluit, hebben wij daarom een knoop doorgehakt: een convenant is niet langer nodig. Bovendien komt de afspraak over het convenant uit de tijd dat er nog een profclub was. Vervolgens 4

14 hebben wij inhoudelijk dezelfde afweging gemaakt als bij elk ander bestemmingsplan: is er sprake van een goede ruimtelijke ordening? Ons antwoord daarop was ja. Daarbij blijven wij vinden dat AGOVV verantwoordelijk is om met de omwonenden in gesprek te raken en te blijven. In het nieuwe bestemmingsplan wordt voorzien in zowel de lichtmasten als in de tribunes. De onbeperkte, geldende bouwmogelijkheden voor beide zaken worden daarmee tot hedendaagse proporties teruggebracht. Tribunes en lichtmasten verdere beperkingen In het plan zijn diverse beperkingen aangebracht. Die beperkingen zijn nodig omdat we rekening houden met de omwonenden. Een goed woon- en leefklimaat in de omliggende woningen moet worden gegarandeerd en onnodige, potentiële hinder voor omwonenden willen we voorkomen. Daarnaast zijn we zuinig op de kwaliteiten van het sportpark. Vrij vertaald krijgt AGOVV hiermee een strak, maar ook goedzittend maatpak. Concreet komt dit neer op het volgende. Het gebruik is in hoofdzaak beperkt tot het huidige gebruik: veldsporten. Evenementen zijn beperkt tot diegene die daarmee, veldsporten, direct samenhangen. De capaciteit van tribunes is hard begrensd op het feitelijke aanwezige aantal van 3250 zitplaatsen. De indieners van de zienswijzen zijn van mening dat het sportpark, in het kader van milieuzoneringen, als stadion getypeerd moet worden. Dat zou tot een dusdanig grote, aan te houden zonering leiden dat het plan niet uitvoerbaar is. Het sportpark laat zich echter het beste typeren als een veldsportcomplex. In het bestemmingsplan is een maatbestemming opgenomen: veldsporten, waarmee de bestaande situatie wordt bestemd. Het gaat om de thuisbasis van een amateurvereniging. De bijkomende milieuzonering, die van een veldsportcomplex, is ruimschoots inpasbaar. Nadere inperkingen zijn niet nodig. Medegebruik van het sportpark voor andere functies is slechts beperkt mogelijk. Wanneer AGOVV daar in de toekomst een concrete wens voor heeft, kan, onder voorwaarden, medegebruik mogelijk worden gemaakt van de aanwezige faciliteiten voor maatschappelijke voorzieningen. Gedacht moet dan worden aan kinderopvang of fysiotherapie. Hierbij geldt dat de tribunes eerder voor een verkleining van de mogelijke bezoekersstroom zorgen dan een vergroting, zoals de indieners van de zienswijzen vrezen. Zitplaatsen nemen meer ruimte in dan staplaatsen. Zonder de tribunes zou de amateurvereniging grofweg 10 duizend bezoekers rond het hoofdveld kunnen ontvangen, wat ook een aantal maal gebeurd is in het verleden. Door de aanwezigheid van de tribunes kan dat niet meer. Evenementen De reclamanten vrezen dat een nieuw evenemententerrein gaat ontstaan, ondermeer als gevolg van het handhaven van een deel van de planologische capaciteit voor tribunes. Wij hebben de regeling daarom nogmaals bekeken. Daarop hebben wij de definitiebepaling in het bestemmingsplan voor evenementen ontdaan van voorbeelden die geen directe relatie met veldsporten hebben. Potentiële interpretatieruimte, in relatie tot de strikte beperking voor evenementen in de bestemming zelf, wordt hiermee voorkomen. De komst van een nieuw evenemententerrein sluiten wij juist uit in het nieuwe bestemmingsplan. De gronden van het sportpark worden bestemd voor veldsporten en uitsluitend daarbij behorende evenementen. Deze formulering is niet gekozen om verder 5

15 onbepaald sportevenementen mogelijk te maken. Deze formulering is juist gekozen om expliciet te maken dat alleen evenementen zijn toegestaan die samenhangen c.q. samenvallen met het gebruik van de gronden voor veldsporten. Dit maakt het een dusdanig enge formulering dat de ruimtelijke effecten van die evenementen niet groter zullen zijn dan het gebruik van de gronden voor veldsporten. Een denkbaar voorbeeld is dat AGOVV een open dag organiseert, zonder dat er verder gevoetbald wordt. Een nadere inperking ten aanzien van evenementen is niet nodig. 4. Maatschappelijk draagvlak Er zijn 168 zienswijzen naar voren gebracht. In de bijgevoegde zienswijzennota hebben wij deze samengevat en beoordeeld. Op de hoofdpunten zijn wij hiervoor al ingegaan. Wij stellen u voor aan de zienswijzen deels tegemoet te komen. Dit betreft een aanpassing van de definitie voor evenementen. 5. Risico's Waarschijnlijk volgt nog een beroepsprocedure tegen het bestemmingsplan. Niet uitgesloten is dat het plan dan geen rechtskracht krijgt. Daarop wordt nu geen gerede kans gezien. Bovendien is dit een gebruikelijk risico. 6. Financiële paragraaf Het is niet noodzakelijk een exploitatieplan vast te stellen omdat er geen verhaalbare kosten van grondexploitatie als bedoeld in artikel 6.13 Wro zijn. 7. Communicatie van het besluit Na vaststelling wordt het bestemmingsplan opnieuw ter inzage gelegd. Tijdens deze terinzagelegging kunnen belanghebbenden die tijdig zienswijzen hebben ingediend, beroep instellen. Dit wordt bekendgemaakt door middel van een kennisgeving in het Apeldoorns Stadsblad en de Staatscourant. Degene die een zienswijze hebben ingediend krijgen persoonlijk bericht. Het bestemmingsplan wordt gewijzigd vastgesteld, anders dan naar aanleiding van een zienswijze van gedeputeerde staten of de inspecteur. Artikel 3.8, lid 4, van de Wet ruimtelijke ordening bepaalt dat in dat geval het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan zes weken na de vaststelling bekendgemaakt moet worden, in plaats van binnen twee weken. De minister van Infrastructuur en Milieu heeft bepaald dat gemeenten het besluit eerder bekend mogen maken wanneer de wijzigingen geen betrekking hebben op nationale belangen. Gedeputeerde staten van Gelderland hebben bekend gemaakt dat zij op voorhand instemmen met het eerder bekend maken van het besluit wanneer daarbij geen provinciale belangen aan de orde zijn. Het onderhavige bestemmingsplan en de voorgestelde wijziging(en) hebben geen betrekking op nationale en/of provinciale belangen. Daarom kan het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan eerder bekend worden gemaakt dan zes weken na de vaststelling. 6

16 8. Realisatie van het besluit Indien tijdens de beroepstermijn geen beroep wordt ingesteld en geen voorlopige voorziening wordt aangevraagd, treedt het bestemmingsplan daarna in werking en wordt onherroepelijk. Het bestemmingsplan staat het opnieuw vergunnen van de voorzieningen uit de proftijd dan niet meer in de weg. Gelijktijdig is de overmaat aan bouw- en gebruiksmogelijkheden dan definitief gesaneerd. Burgemeester en wethouders van Apeldoorn, de secretaris, de burgemeester, 7

17 8

18 Bijlage 2 Feitenoverzicht bij raadvoorstel tot vaststelling van bestemmingsplan AGOVV kondigt aan dat zij wil toetreden tot het betaalde voetbal. Zij dient vervolgens een verzoek in bij de KNVB ingediend. De toelating tot het betaalde voetbal is gebonden aan sportieve en financiële criteria van de KNVB. Nadat AGOVV in 2002/2003 aan de toelatingseisen voldoet, dient het stadion aangepast te worden aan de eisen van de KNVB. De tribunes moeten worden uitgebreid en diverse voorzieningen, zoals businessruimten e.d. dienen te worden gerealiseerd. Daartoe zijn er diverse besprekingen met de gemeente en worden er (tijdelijke) bouwvergunningen aangevraagd en verleend (waaronder de tribunes). De buurt wordt in openbare bijeenkomsten door AGOVV ingelicht over de nieuwe ontwikkelingen. In overleg met de wijkraden wordt door het college medewerking verleend aan de afgifte van tijdelijke bouwvergunningen om te borgen dat er drukmiddelen van de buurt zijn om de verhuizing van de BVO AGOVV af te dwingen. Die overweging van B & W is leidend geweest voor het vervolgbeleid. Een ruime meerderheid van de raad had zich op openbare bijeenkomsten al hierover en in die richting uitgesproken. In een collegebrief aan de raad uit 2007 wordt de situatie rond 2003 als volgt samengevat: Na stevige discussie met de gemeente Apeldoorn en de buurt is aan AGOVV Apeldoorn toestemming verleend om de amateurlocatie Berg en Bos weer tijdelijk geschikt te maken voor het spelen van betaald voetbal. Tijdelijk: de toestemming werd verleend onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat AGOVV Apeldoorn naarstig op zoek gaat naar een nieuwe locatie. Per 1 augustus 2008 mag de proftak geen betaald voetbal meer spelen op Berg en Bos. De vergunningen zijn op dat moment verlopen. Dit impliceert dat de accommodatie niet meer voldoet aan de eisen zoals die door de KNVB zijn gesteld aan het spelen van betaald voetbal B. en W. zijn zich bewust van de tijdelijkheid van de situatie op Berg en Bos. Medio 2004 wordt gestart met een studie naar potentiële nieuwe stadionlocaties. In totaal worden 14 locaties gescand op aspecten als ruimtelijke inpasbaarheid, milieu, mobiliteit, openbare orde, groen en stedenbouw. Per locatie worden de mogelijkheden en onmogelijkheden in kaart gebracht. Vervolgens gaat de aandacht vooral uit naar het Goudkuilbosje (Europaweg) en de Kwantumlocatie (Zuidwestpoort) In een brief aan de gemeenteraad concludeert het college half juni 2007 dat AGOVV Apeldoorn per 1 augustus 2008 niet beschikt over een nieuwe locatie voor het spelen van betaald voetbal. De raad vraagt hierop het college om een visie inzake Berg en Bos. Oktober 2007 blijkt dat, door middel van een voorlopig bestemmingsplan (met een tijdsduur van maximaal vijf jaar), er ook na 1 augustus 2008 betaald voetbal gespeeld kan worden op Berg en Bos. Het college spreekt de intentie uit om AGOVV Apeldoorn het spelen van betaald voetbal op Berg en Bos ook na 1 augustus 2008 mogelijk te maken. Het college gunt AGOVV Apeldoorn blessuretijd tot uiterlijk 1 augustus De gemeenteraad wordt per brief in kennis gesteld. In december 2007 stemt de raad in met het collegevoorstel om te starten met de voorbereiding van een bestemmingsplan met een voorlopige bestemming (max. vijf jaar) voor de huidige locatie van de betaald voetbalorganisatie AGOVV Apeldoorn. 9

19 2008 Op 26 juni 2008 wordt het ontwerpbestemmingsplan Apeldoorn-West, herziening AGOVV ter inzage gelegd. Dat is een partiële herziening van het bestemmingsplan Apeldoorn-West. Bedoeling van dat plan is middels een voorlopige bestemming te bewerkstellingen dat de bouwvergunning voor een aantal tijdelijke bouwwerken met ten hoogste 5 jaar kan worden verlengd, in afwachting van een nieuwe plek voor AGOVV Apeldoorn. De wijkraden dienen zienswijzen in tegen dit ontwerpbestemmingsplan. In juli 2008 consulteert het college de PMA t.a.v. de laatste locatie die in beeld is voor een nieuw voetbalstadion: de Kuipersdijk. De meerderheid van de PMA is geen voorstander van de realisatie van een voetbalstadion met de door AGOVV gewenste commerciële functies op deze plek. Hierop besluit het college om geen medewerking te verlenen aan een voetbalstadion voor AGOVV op de deze plek. Hoewel de BVO hoop houdt op een nieuwe locatie, verzoekt de BVO in december 2008 de aanwezige situatie op het sportpark te verwerken in een definitief bestemmingsplan. Voldoende concreet uitzicht op een nieuwe locatie is volledig weggevallen. Tevens wordt om enkele uitbreidingen verzocht Het college geeft aan positief tegenover het verzoek te staan en biedt AGOVV Apeldoorn een anterieure overeenkomst aan voor een bestemmingsplanherziening voor de locatie Berg en Bos. De anterieure overeenkomst wordt oktober 2009 gesloten tussen AGOVV en de gemeente (publicatie overeenkomst 25 november 2009) Het concept-voorontwerpbestemmingsplan wordt januari toegezonden voor voorinspraak naar de wijkraden (wijkvereniging Berg en Bos, wijkraad De Sprengen, wijkraad Orden). Wijkvereniging Berg en Bos geeft in februari 2010, mede namens de twee genoemde wijkraden, een voorinspraakreactie. Rode lijn in de reactie is vooral het zoveel mogelijk uitsluiten van potentiële overlast voor de omwonenden. Eén onderwerp is daarbij het belangrijkst: het beperken van de hoeveelheid toeschouwers tot een bepaald maximum. In augustus 2010 wordt een voorontwerpbestemmingsplan voor het sportpark ter inzage gelegd. Dit voorziet in een legalisatie van de tijdelijke bouwwerken van de profclub plus een uitbreiding van de bezoekersfaciliteiten. De bouwmogelijkheden worden daarbij strak afgedamd om een grotere bezoekersstroom dan voorgesteld te voorkomen. Gelijktijdig wordt daarbij beleden dat de aanwezigheid van de profclub een noodoplossing was. Bij gebrek aan concreet zicht op een nieuwe locatie moet planologisch uitgegaan worden van een permanente oplossing. Maar uiteindelijk zou de profclub toch echt moeten gaan uitzien naar een andere plek. Het voorontwerp leverde 88 inspraakreacties op. Ondanks de gewijzigde omstandigheden, handelt het plan in weerwil van eerdere gemeentelijke uitspraken, dat de profclub alleen tijdelijk zou verblijven op het sportpark, aldus de insprekers. 2 september 2010: behandeling van het concept voorontwerpbestemmingsplan in de PMA. De raadsfracties vinden het niet bezwaarlijk dat het college, zonder nieuwe kaderstelling, dit plan in procedure zou brengen. Inhoudelijk houden alle fracties de 'handen vrij' t.a.v. de uiteindelijke besluitvorming December 2012 wordt het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. Het doel blijft hetzelfde als het voorontwerpplan. Dit plan levert 52 zienswijzen op van gelijke strekking als bij de inspraak. Tot een vaststelling komt het niet. 10

20 2013 In januari 2013 gaat de profclub failliet. In februari 2013 neemt de raad een voorbereidingsbesluit voor het sportpark, waarbij ook het gebruik van het sportpark voorlopig bevroren wordt. In november 2013 is het nieuwe bestemmingsplan tot op grote hoogte klaar. Het college treedt hierover in overleg met de wijkraden en AGOVV 2014 In januari 2014 stemt het college in met het concept-ontwerpbestemmingsplan en bepaald daarmee de koers voor het definitieve ontwerpbestemmingsplan. AGOVV, raad en wijkraden worden hierover per brief geïnformeerd. In dezelfde maand stemt het college in met het definitieve ontwerpbestemmmingsplan. 6 februari 2014 wordt het nieuwe ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. Omdat het nieuwe bestemmingsplan niet binnen de wettelijke termijn vastgesteld wordt, neemt de raad op 5 juni 2014 een nieuw voorbereidingsbesluit voor het sportpark. 11

21 Bijlage 1 bij raadvoorstel tot vaststelling van bestemmingsplan Onderwerp Vergelijking vergunningensituatie, sportpark Berg en Bos Aanwezige, vergunde bouwwerken Onherroepelijke omgevingsvergunningen Aanwezige, niet meer vergunde bouwwerken* Verlopen, tijdelijke omgevingsvergunningen Geldend bestemmingsplan Apeldoorn-West Gebruik - - Sportvoorzieningen, zonder verdere definiëring Evenementen Geen vergunningen voor verleend. Gebouwen Tribunes Lichtmasten Supportershome, kleedgebouw, spelershome, commandopost, opslagruimte, in totaal circa 1100 m² Monumentale tribune (waarvan circa 300 m² een gebouw is), circa 750 zitplaatsen, langs westzijde van hoofdveld Lichtmasten van circa 15 m hoog rond de velden Geen evenementen die niet samenvallen met het huidige gebruik uitbreiding bussinessclub, omroep- en besturingsruimte, kantoor, 3 verkooppunten (kiosken), in totaal circa 300 m² 3 tribunes, totale capaciteit circa 2500 zitplaatsen, aanwezig langs oost- en noordzijde van hoofdveld 3 lichtmasten bij het hoofdveld aanwezig van circa 20 m hoog Geen specifieke bepalingen over evenementen, wat impliceert dat sportevenementen mogelijk zijn, maar niet meer dan dat Maximale oppervlakte 1500 m², maximale goothoogte: 4 m, maximale bouwhoogte: 8 m Geen limitaties als het bouwwerken, geen gebouwen zijnde, betreffen. Als het gebouwen betreffen is de maximale oppervlaktemaat voor gebouwen, 1500 m², de enige beperking Nieuw bestemmingsplan veldsporten Alleen evenementen die samenhangen met het gebruik ten behoeve van veldsporten Maximale oppervlakte 1500 m² (binnen bouwvlak), maximale goothoogte: 4 m, maximale bouwhoogte: 8 m Maximale bouwhoogte: 10 m, maximaal aantal zitplaatsen: 3250, ook als het gebouwen betreffen Geen beperkingen Maximale bouwhoogte: 20 m * de bouwwerken waarvoor de omgevingsvergunning is verlopen én waarvoor AGOVV op 10 februari 2014 een aanvraag omgevingsvergunning heeft ingediend. Dat houdt in dat de volgende, tijdelijke bouwwerken uit de tijd van de betaald voetbalorganisatie zijn of worden verwijderd: businessruimte, medische ruimte, skyboxen, overkapping mindervaliden, opslag wasserij, tv-cabine en toilet-unit.

22

23 Raadsbesluit Nr. De raad der gemeente Apeldoorn, overwegende dat, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het ontwerp van als vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMRO.0200.bp1083-ont2 met ingang van 6 februari 2014 gedurende zes weken voor een ieder langs elektronische weg beschikbaar is gesteld en raadpleegbaar gemaakt en tevens een volledige verbeelding op papier ter inzage heeft gelegen; gelezen het raadsvoorstel van [P.M.], nr. [P.M.], met bijbehorende zienswijzennota waarin wordt voorgesteld aan de zienswijzen gedeeltelijk tegemoet te komen en voor het overige niet aan de zienswijzen tegemoet te komen; overwegende voorts dat hij de in dat voorstel (en de daarmee één geheel vormende zienswijzennota) vervatte overwegingen tot de zijne maakt en dat die als zodanig geacht moeten worden hier woordelijk te zijn overgenomen; overwegende dat het niet noodzakelijk is een exploitatieplan vast te stellen omdat er geen verhaalbare kosten van grondexploitatie als bedoeld in artikel 6.13 Wro zijn; overwegende dat de ondergrond die bij de vaststelling is gebruikt bestaat uit de grootschalige basiskaart (GBK) d.d. 16 oktober 2013; overwegende dat: het bestemmingsplan gewijzigd wordt vastgesteld anders dan naar aanleiding van een zienswijze van gedeputeerde staten of de inspecteur, waardoor het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan op grond van artikel 3.8, lid 4, van de Wet ruimtelijke ordening zes weken na de vaststelling bekendgemaakt moet worden; het bestemmingsplan en de wijziging(en) geen betrekking hebben op nationale en/of provinciale belangen; het Rijk op voorhand instemt met het eerder bekend maken van het besluit wanneer de wijzigingen geen betrekking hebben op nationale belangen; gedeputeerde staten op voorhand instemmen met het eerder bekend maken van het besluit wanneer daarbij geen provinciale belangen aan de orde zijn; het daarom is toegestaan het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan eerder bekend te maken dan zes weken na de vaststelling; gelet op de bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening; besluit: 1. Aan de zienswijzen tegen het bestemmingsplan gedeeltelijk tegemoet te komen en voor het overige niet aan de zienswijzen tegemoet te komen.

24 2. Bestemmingsplan, als vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMRO.0200.bp1083-vas1, met de daarbij behorende toelichting, langs elektronische weg en in analoge vorm gewijzigd vast te stellen. 3. Geen exploitatieplan vast te stellen. Aldus besloten in de openbare vergadering van [P.M.] De raad voornoemd,, voorzitter, griffier

25 Zienswijzennota behorende bij het voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van bestemmingsplan 1 Inleiding a. Het ontwerp van bovengenoemd bestemmingsplan heeft met ingang van 6 februari 2014 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. b. Tegen het ontwerp zijn 168 zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn tijdig ontvangen en zijn ontvankelijk. c. Geen van de reclamanten heeft aangegeven dat zij hun zienswijzen voor leden van de gemeenteraad mondeling willen toelichten tijdens een hoorzitting. d. In paragraaf 2 van deze nota is de communicatie met betrokkenen beschreven. e. In paragraaf 3 worden de zienswijzen beoordeeld die gaan over sportpark Berg en Bos. f. In paragraaf 4 wordt een zienswijze behandeld die gaat over het gebied buiten sportpark Berg en Bos. 2 Communicatie Tijdens de totstandkoming van het ontwerpbestemmingsplan is overleg gevoerd met de betrokken wijkraden en de werkgroep Asselsestraat en omgeving. De betrokken wijkraden zijn: wijkvereniging Berg en Bos, wijkraad Brink en Orden en wijkraad De Sprengen. De overleggen vonden zowel op ambtelijk niveau, als bestuurlijk niveau plaats. Conclusie is dat een principieel verschil van inzicht bestaat over de mogelijkheden die in het bestemmingsplan geboden kunnen worden. In de zienswijzen, zie paragraaf 3, komt dit terug. Tevens is tijdens de totstandkoming van het ontwerpbestemmingsplan overleg gevoerd met het bestuur van de huidige gebruiker van het plangebied: voetbalvereniging AGOVV. Deze vereniging is tevens voor een groot deel eigenaar van het plangebied. Ook deze overleggen vonden zowel op ambtelijk niveau, als bestuurlijk niveau plaats. Conclusie die uit deze overleggen kan worden getrokken, is dat het ontwerpbestemmingsplan, wat AGOVV betreft en binnen de gegeven context, toereikende mogelijkheden biedt. De terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan is op de gebruikelijke wijze gepubliceerd. Daarnaast is een ruime kring van omwonenden, ruim 450 adressen, per brief geïnformeerd over de terinzagelegging. 3 Zienswijzen sportpark De volgende zienswijzen zijn ontvangen. 1. [reclamant 1]; 2. [reclamant 2]; 3. [reclamant 3]; 4. [reclamant 4]; 5. [reclamant 5]; Zienswijzennota bestemmingsplan mei

26 6. [reclamant 6]; 7. [reclamant 7]; 8. [reclamant 8] (2); 9. Wijkvereniging Berg en Bos, [vertegenwoordigers], Postbus 2905, 7301 EH Apeldoorn, Wijkraad De Sprengen, [vertegenwoordigers], Postbus 10057, 7301 GB Apeldoorn en Wijkraad Brink en Orden, [vertegenwoordigers], Postbus 2327, 7301 EA Apeldoorn (3); 10. [reclamant 10]; 11. [reclamant 11]; 12. [reclamant 12]; 13. [reclamant 13]; 14. [reclamant 14]; 15. [reclamant 15]; 16. [reclamant 16]; 17. [reclamant 17]; 18. [reclamant 18]; 19. [reclamant 19]; 20. [reclamant 20]; 21. [reclamant 21]; 22. [reclamant 22]; 23. [reclamant 23]; 24. [reclamant 24]; 25. [reclamant 25]; 26. [reclamant 26]; 27. [reclamant 27]; 28. [reclamant 28]; 29. [reclamant 29]; 30. [reclamant 30] (4); 31. [reclamant 31] (4); 32. [reclamant 32]; 33. [reclamant 33]; 34. [reclamant 34]; 35. [reclamant 35]; 36. [reclamant 36]; 37. [reclamant 37]; 38. [reclamant 38]; 39. [reclamant 39]; 40. [reclamant 40]; 41. [reclamant 41]; 42. [reclamant 42]; 43. [reclamant 43]; 44. [reclamant 44]; 45. [reclamant 45]; 46. [reclamant 46]; Zienswijzennota bestemmingsplan mei

27 47. [reclamant 47]; 48. [reclamant 48]; 49. [reclamant 49]; 50. [reclamant 50]; 51. [reclamant 51]; 52. [reclamant 52]; 53. [reclamant 53]; 54. [reclamant 54]; 55. [reclamant 55] (5); 56. [reclamant 56]; 57. [reclamant 57]; 58. [reclamant 58]; 59. [reclamant 59]; 60. [reclamant 60]; 61. [reclamant 61]; 62. [reclamant 62]; 63. [reclamant 63]; 64. [reclamant 64]; 65. [reclamant 65]; 66. [reclamant 66]; 67. [reclamant 67]; 68. [reclamant 68]; 69. [reclamant 69]; 70. [reclamant 70]; 71. [reclamant 71]; 72. [reclamant 72]; 73. [reclamant 73]; 74. [reclamant 74] (4); 75. [reclamant 75] (4); 76. [reclamant 76]; 77. [reclamant 77]; 78. [reclamant 78]; 79. [reclamant 79]; 80. [reclamant 80]; 81. [reclamant 81]; 82. [reclamant 82]; 83. [reclamant 83]; 84. [reclamant 84]; 85. [reclamant 85]; 86. [reclamant 86]; 87. [reclamant 87]; 88. [reclamant 88]; 89. [reclamant 89]; Zienswijzennota bestemmingsplan mei

28 90. [reclamant 90]; 91. [reclamant 91]; 92. [reclamant 92]; 93. [reclamant 93]; 94. [reclamant 94]; 95. [reclamant 95]; 96. [reclamant 96]; 97. [reclamant 97]; 98. [reclamant 98]; 99. [reclamant 99]; 100. [reclamant 100]; 101. [reclamant 101]; 102. [reclamant 102]; 103. [reclamant 103a en 103b]; 104. [reclamant 104]; 105. [reclamant 105]; 106. [reclamant 106]; 107. [reclamant 107]; 108. [reclamant 108]; 109. [reclamant 109]; 110. [reclamant 110]; 111. [reclamant 111]; 112. [reclamant 112]; 113. [reclamant 113]; 114. [reclamant 114]; 115. [reclamant 115]; 116. [reclamant 116]; 117. [reclamant 117]; 118. [reclamant 118]; 119. [reclamant 119]; 120. [reclamant 120] (4); 121. [reclamant 121]; 122. [reclamant 122]; 123. [reclamant 123]; 124. [reclamant 124]; 125. [reclamant 125]; 126. [reclamant 126]; 127. [reclamant 127]; 128. [reclamant 128]; 129. [reclamant 129]; 130. [reclamant 130]; 131. [reclamant 131]; 132. [reclamant 132]; Zienswijzennota bestemmingsplan mei

29 133. [reclamant 133]; 134. [reclamant 134a en reclamant 134b]; 135. [reclamant 135]; 136. [reclamant 136]; 137. [reclamant 137]; 138. [reclamant 138]; 139. [reclamant 139]; 140. [reclamant 140]; 141. [reclamant 141]; 142. [reclamant 142]; 143. [reclamant 143]; 144. [reclamant 144]; 145. [reclamant 145]; 146. [reclamant 146]; 147. [reclamant 147]; 148. [reclamant 148]; 149. [reclamant 149]; 150. [reclamant 150]; 151. [reclamant 151a en reclamant 151b]; 152. Van Vliet Makelaardij, [vertegenwoordiger], Ribeslaan 1, 7313 GT Apeldoorn; 153. [reclamant 153]; 154. [reclamant 154]; 155. [reclamant 155]; 156. [reclamant 156]; 157. [reclamant 157]; 158. [reclamant 158]; 159. [reclamant 159] (6); 160. [reclamant 160]; 161. [reclamant 161]; 162. [reclamant 162]; 163. [reclamant 163]; 164. [reclamant 164]; 165. [reclamant 165]; 166. [reclamant 166]; 167. [reclamant 167]; Behandeling Nagenoeg alle zienswijzen bevatten dezelfde punten. Deze punten worden in subparagraaf 3.1 gebundeld behandeld. Daarnaast bevat een aantal zienswijzen aanvullende punten. Deze worden na subparagraaf 3.1 apart behandeld. De nummers tussen haakjes achter de NAW-gegevens in de bovenstaande lijst, verwijzen naar de subparagraaf waarin de aanvullende punten van een zienswijze wordt beoordeeld. Zienswijzennota bestemmingsplan mei

30 3.1 Gebundelde behandeling van de hoofdpunten Inhoud van de zienswijzen a. De reclamanten constateren dat het ontwerpbestemmingsplan, met wat aanpassingen, veel lijkt op het voorontwerp van februari 2010 (88 inspraakreacties) en het ontwerpplan van december 2012 (52 zienswijzen). De reclamanten verwonderen zich dat het college opnieuw met een dergelijk plan komt voor een amateurclub met tussen de 180 en 240 voetballende leden. Een aantal van de reclamanten vraagt zich daarom af welke belangen met dit plan gediend wordt. Is er wellicht sprake van een ander, financieel belang? De omwonenden hebben 10 jaar lang de geluids-, licht-, verkeers- en parkeerhinder gedoogd van de inmiddels failliete betaald voetbalorganisatie. Dat met toezegging vanuit de gemeente dat de tijdelijke voorzieningen niet meer nodig zou zijn, zodra (binnen 5 jaar) elders een nieuw stadion gebouwd zou worden. Het AGOVV-terrein was volgens het rapport van adviesbureau Witteveen & Bos het minst gunstige locatie voor de bouw van een stadion. b. De reclamanten maken bezwaar tegen het bestemmen van sport met 3250 zitplaatsen. De SBI code 4.2 is van toepassing wat betekend dat het stadion 200 m van gebouwen moet staan in een gemengde buurt. Dat impliceert, dat alle tijdelijke tribunes en lichtmasten moeten worden verwijderd. Zoals aangegeven door AGOVV dat dit onoverkomelijke kosten met zich mee brengt, kan geen bestemmingsplanargument zijn. c. De reclamanten accepteren wel de voormalige situatie van een monumentale tribune met 750 zitplaatsen. d. De reclamanten maken bezwaar dat er naast de normale voetbalwedstrijden nog sportevenementen worden georganiseerd. Onder de huidige omschrijving kunnen er ongedefinieerd alle dagen in het stadion met 3250 zitplaatsen evenementen worden georganiseerd met nog eens 1000 extra auto s gelijktijdig met Apenheul etc. e. Zowel de Federatie Amateurs Voetbalverenigingen Apeldoorn als de Sportraad adviseren om in te krimpen. Beoordeling a. Het klopt dat het onderhavige ontwerpbestemmingsplan inhoudelijk een afgeleide is van het ontwerpbestemmingsplan dat wij in procedure hebben gebracht toen de betaald voetbalorganisatie AGOVV Apeldoorn nog bestond. Met het failliet gaan van AGOVV Apeldoorn ontstond een nieuwe situatie en verviel de aanleiding om dat plan voor besluitvorming bij de raad aan te bieden. Of dat plan de eindstreep wel of niet had gehaald, blijft onbekend. Nu gaat het om een nieuwe planprocedure en daarmee ook om een compleet nieuw ontwerpbestemmingsplan. Met het ontstaan van de genoemde, nieuwe situatie (alleen nog een amateurvereniging op het sportpark) bleef staan dat het sportpark een nieuwe planologische regeling nodig heeft. De geldende bouw- en gebruiksmogelijkheden op het sportpark zijn gedateerd, maar ook dusdanig ruim dat deze zich minimaal moeizaam verdragen met wat wij tegenwoordig onder een goede ruimtelijke ordening verstaan. Die mogelijkheden simpelweg saneren, gaat niet. Dat kan alleen op basis van goede, ruimtelijke argumenten. Het blijft om het inperken van eigendomsrecht gaan. Conform het voorbereidingsbesluit van de raad van 14 februari 2013, hebben wij een nieuw bestemmingsplan voorbereid voor de nieuwe situatie. Bij die voorbereidingen hebben wij het sportpark blanco beschouwd. AGOVV Apeldoorn bestaat niet meer. Dat schept/laat ruimte voor het opnieuw bezien van de situatie. Verder zijn wij er in de afweging, qua bouwwerken, uitgegaan van de vergunde situatie. Diverse tijdelijke voorzieningen uit de proftijd doen dan niet mee, aangezien daar geen vergunning meer voor is. In die (juridische) zin bestaan die voorzieningen niet meer. Daarnaast hebben wij ons rekenschap gegeven van de geldende bouw- en gebruiksmogelijkheden. Zienswijzennota bestemmingsplan mei

31 Vanuit dit perspectief vinden wij het niet passen om nog een waarde toe te kennen aan de uitspraken die in het verleden zijn gedaan over de tijdelijkheid van de voorzieningen van AGOVV Apeldoorn. De situatie is compleet veranderd. Argumenten om iets wel of niet toe te staan zullen uit het heden moeten komen. Immers ook als de betaald voetbalorganisatie nooit had bestaan, had de situatie zich kunnen voordoen dat de amateurvereniging nieuwe bouwwerken wil realiseren of nieuwe activiteiten wil ontplooien. Wij moeten dan logischerwijs reageren met argumenten die toegesneden zijn op de situatie. Hét belang dat met het bestemmingsplan gediend wordt, is het wettelijke belang van een goede ruimtelijke ordening. Die noemer houdt een samenstelling in van allerlei belangen. Die belangen kunnen tegenstrijdig zijn. Er moet dan een afweging worden gemaakt. Daarbij zijn de belangen van omwonenden in ogenschouw genomen, maar zijn ook de belangen van AGOVV geïnventariseerd. Dat geldt ook voor zaken die meer vanuit een algemeen belang voortkomen, zoals de bescherming van het aanwezige bos op en rond het sportpark en rekening houden met geldende, planologische mogelijkheden. Binnen dit samenspel van belangen hebben wij keuzes gemaakt. Dat niet iedereen hiermee volledig bediend wordt, is een logisch gevolg van de tegenstrijdigheid van de diverse belangen. Evenwel leidt het bestemmingsplan niet tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van de omwonenden. Tegen deze achtergrond, worden in het ontwerpbestemmingsplan mogelijkheden geboden op basis van hedendaagse argumenten. Daarbij hebben wij rekening gehouden met de huidige gebruiker van het sportpark, niet met de voormalige gebruiker, maar wel met de omwonenden. Gelijktijdig wordt met het nieuwe bestemmingsplan een behoorlijke overmaat aan geldende mogelijkheden weggenomen. In die zin zien wij in het hele plan logische relaties tussen oorzaak en gevolg. b. Milieuzoneringen zijn geen wetten van Meden en Perzen. Het zijn richtafstanden. Bovendien zijn deze richtafstanden vooral bedoeld voor nieuwe situaties, niet voor bestaande situaties. Daarnaast is bij het bepalen van de aan te houden zoneringen uitgegaan van gemiddelde situaties. De afstanden vragen dan ook een gemotiveerde toepassing, geen onverkorte toepassing. Het sportpark laat zich het beste typeren als een veldsportcomplex, zoals het sportpark al meer dan 90 jaar getypeerd kan worden. Het sportpark is nu in gebruik bij een amateurvereniging en niet alle zijden van het hoofdveld zijn begrensd door tribunes. In het bestemmingsplan is de bezoekerscapaciteit hard begrensd op 3250 zitplaatsen. Verdere groei is dan ook uitgesloten. Met een maatbestemming is de aanwezige situatie, een veldsportcomplex, bestemd en niet meer dan dat. Dat in tegenstelling tot het geldende bestemmingsplan. Daarin wordt de introductie van een stadion niet uitgesloten. Die mogelijkheid verdwijnt straks. Ter vergelijking: als het sportpark onverkort getypeerd zou worden als een stadion zou dat, op basis van de gebruikelijke milieuzoneringen, inhouden dat de geluidsproductie gelijkwaardig zou zijn aan een asfaltcentrale met een productiecapaciteit van meer dan 100 ton per uur of een autofabriek met meer dan een hectare aan productieoppervlak. Dat is niet reëel. Uitgaan van een veldsportcomplex is het meest redelijk. Het argument dat de verwijderingskosten van de aanwezige tribunes te hoog zijn om het verwijderen ervan te kunnen verlangen, is een argument dat van AGOVV afkomstig is. Dit argument is meegenomen in onze besluitvorming over het ontwerpbestemmingsplan. Dit argument is echter niet doorslaggevend geweest, bij gebrek aan planologische relevantie. Daarom is dit argument in het bestemmingsplan verder niet gebruikt. c. In het ontwerpbestemmingsplan is in de monumentale tribune voorzien. d. De gronden met de bestemming Sport zijn mede bestemd voor een veldsporten en uitsluitend daarbij behorende evenementen. Deze formulering is niet gekozen om verder onbepaald sportevenementen mogelijk te maken. Deze formulering is juist gekozen om expliciet te maken dat alleen evenementen zijn toegestaan die samenhangen c.q. samenvallen met het gebruik van de gronden voor veldsporten. Dit maakt het een dusdanig enge formulering dat de ruimtelijke effecten van die evenementen Zienswijzennota bestemmingsplan mei

32 niet groter zullen zijn dan het gebruik van de gronden voor veldsporten. Een nadere inperking is daarom niet nodig. Wel is naar aanleiding van de zienswijzen geconstateerd dat in definitiebepaling voor evenementen (lid 1.21 van de regels) de mogelijkheid van andersoortige evenementen impliceert. Dat door enkele voorbeelden te noemen van evenementen, waarvan te verwachten valt dat die niets met veldsporten te maken kunnen hebben. De definitiebepaling geeft echter alleen maar aan of sprake is van een evenement in de zin van het bestemmingsplan. De toelaatbaarheid van een evenement blijkt alleen uit de bestemming zelf. Om (ruimte voor) interpretatieverschillen te voorkomen, zijn de voorbeelden uit de definitiebepaling verwijderd. e. Ook ons is bekend dat er, al dan niet normatief, teveel voetbalvelden zijn in de gemeente in verhouding tot het aantal leden van de verenigingen. Dat is echter niet waar het bestemmingsplan over handelt. Het bestemmingsplan handelt over het opnieuw bestemmen van een aanwezige situatie. Binnen die situatie heeft de aanwezige vereniging alle sportvelden in gebruik. Een concrete aanleiding voor de stelling dat dit specifiek op deze plek gaat wijzigen, zien wij niet. Conclusie Aan de zienswijzen wordt deels tegemoet gekomen. In de definitiebepaling voor evenementen, lid 1.21 van de regels, zijn voorbeelden van evenementen verwijderd. Zienswijzennota bestemmingsplan mei

33 3.2 [reclamant 8]; Inhoud van de zienswijze De reclamant stelt vast dat er wederom een nieuw plan wordt gemaakt voor hetzelfde gebied terwijl dit ook in 2012 reeds aan de orde was. Zijn indruk is dat hiermee de wensen van bezwaarmakers worden genegeerd. De inzichten in dit bestemmingsplan staan haaks op de beweringen in een nog steeds slepende kwestie rondom dwangsommen en legalisatie van een bijgebouw die de reclamant persoonlijk treffen. Het college jaagt de reclamant sinds 2009 in allerlei juridische procedures met advocaatkosten. Dit staat los van het ontwerpplan maar de reclamant wenst dit wel te benoemen. Beoordeling Zoals de reclamant zelf ook stelt, staat de aangehaalde kwestie los van het onderhavige bestemmingsplan. Verschillende situaties kunnen logischerwijs leiden tot verschillende uitkomsten qua handhaving en ruimtelijke ordening. In het geval van reclamant ging het om een bijgebouw bij een woning, waarvoor uiteindelijk een omgevingsvergunning is verleend. In dit bestemmingsplan gaat het om een sportpark. Een sportpark waarop begin 2013 de situatie dusdanig veranderd is dat het nodig was hiervoor een nieuw bestemmingsplan te maken. Conclusie Aan de zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. 3.3 Wijkvereniging Berg en Bos, [vertegenwoordigers], Postbus 2905, 7301 EH Apeldoorn, Wijkraad De Sprengen, [vertegenwoordigers], Postbus 10057, 7301 GB Apeldoorn en Wijkraad Brink en Orden, [vertegenwoordigers], Postbus 2327, 7301 EA Apeldoorn; Inhoud van de zienswijze a. Het getuigt niet van goede ruimtelijke ordening om een dergelijke overcapaciteit aan zitplaatsen en voorzieningen te faciliteren. Gelet op de kleine omvang van de vereniging, spelen hier op termijn andere belangen, die nu niet zichtbaar gemaakt hoeven te worden, maar die wel een rol zullen gaan spelen in de nabije toekomst. Gedacht moet worden hoe een eventuele rechtsopvolger van AGOVV met het sportpark zal omgaan. Een investeerder zal immers rendement uit zijn investering willen halen en de grenzen opzoeken van wat kan. b. Moet het stadion behouden blijven om op deze locatie toch weer betaald voetbal te herintroduceren? Gelet op de toezeggingen van de tijdelijkheid daarvoor van deze locatie, zou het onbehoorlijk bestuur zijn om dat niet nu zichtbaar te maken. c. Evenementenvergunningen worden eenvoudigweg en zonder toetsing aan het bestemmingsplan afgegeven. Gezien de APV is dat volstrekt legaal. De reclamanten willen met dit bestemmingsplan klip en klaar hebben dat er grenzen gesteld worden aan evenementen en dat het bestemmingsplan het toetsingskader gaat zijn. d. Ter voorkoming dat het totale, toegestane oppervlak aan gebouwen binnen één gebouw wordt gerealiseerd, wordt voorgesteld een maximum oppervlakte per gebouw vast te stellen, ter grootte van 500 m². e. Alle tijdelijke, nu niet legale gebouwen moeten worden verwijderd en nieuwbouw, met in achtname van het oordeel van commissie Ruimtelijke Kwaliteit, moet opnieuw worden vergund. f. In de bouwregels van de bestemming Sport, lid 4.2, staat in de kolom bijzondere regels voor gebouwen, niet zijnde tribunes, en inclusief overkappingen te lezen: met dien verstande, dat bestaande gebouwen buiten een bouwvlak maar binnen het betreffende bestemmingsvlak, vervangen mogen worden, met het bestaande oppervlak, Zienswijzennota bestemmingsplan mei

34 de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum Gezien het feit, dat er buiten het bouwvlak en binnen het bestemmingsvlak geen vergunde gebouwen staan, is deze bepaling niet zinvol en dient verwijderd te worden. g. In de bouwregels van de bestemming Sport worden lichtmasten tot 20 m hoog mogelijk gemaakt. Gezien de normale maat bij sportvelden van 15 m moet hier geen uitzondering worden gemaakt. Dat de huidige, tijdelijk voor TV opname toegestane masten er nog illegaal staan, doet niet ter zake. h. In lid 4.1, onder e. van de planregels wordt het volgende genoemd maatschappelijke voorzieningen in de categorieën 1 en 2 van de bij de regels behorende Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen. In het plangebied is een voetbalclub gevestigd zonder enige relatie met de in die lijst genoemde functies. De reclamanten maken dan ook bezwaar tegen de aangehaalde omschrijving. Dat tenzij dat wordt aangevuld, zodat alleen maatschappelijke functies zijn toegestaan die ondersteunend en gerelateerd zijn aan de bestemming. Gebeurt dat niet dan, wordt verzocht de omschrijving te schrappen. i. Sublid van de planregels stelt dat: de oppervlakte aan maatschappelijke voorzieningen als bedoeld in 4.1 onder e mag niet meer bedragen dan het bestaande oppervlakte. Die bepaling wordt met het voorgaande punt irrelevant. Het bestaande oppervlak is nergens gedefinieerd en moet vervallen als zijnde zonder inhoud. j. Middels sublid kunnen maatschappelijke functies mogelijk worden gemaakt die verder (nog) niet gedefinieerd zijn. Het bestemmingsplan is er om grenzen aan te geven. Dat terwijl de aangehaald regel voor functies onbepaald is. De wijkraden verzoeken dit punt in zijn geheel te laten vervallen. Beoordeling a. Gezien haar ambities is AGOVV van mening de vastgelegde tribunecapaciteit nodig te hebben voor haar bedrijfsvoering. Volgens ons betreffen dit plausibele argumenten. Wij zien in de zienswijze geen argumenten om te twijfelen aan de argumenten van AGOVV. Het enige belang dat met het bestemmingsplan wordt gediend is het belang van een goede ruimtelijke ordening. De grenzen die het bestemmingsplan stelt, zijn helder en gelden ongeacht de eigenaar of gebruiker. Wij zien in dit verband geen andere belangen die relevant zijn of kunnen worden. b. Op het sportpark is nu alleen sprake van amateurvoetbal. Wij zien geen aanleiding voor een terugkeer van betaald voetbal op het sportpark. Ruimtelijk gezien is er niet direct een onderscheid te maken tussen betaald voetbal en amateurvoetbal. Van buiten is niet te zien of een elftal geld krijgt voor hun activiteiten of dat het vrijetijdsbesteding is. Net als in bestemmingsplannen voor andere sportlocaties in de gemeente, maken wij dan ook geen onderscheid op dat punt. Maar aangezien de bouwmogelijkheden voor gebouwen niet verruimd worden, zijn wij geen aanleiding om de terugkeer van betaald voetbal op het sportpark te veronderstellen. Dat in verband met de eisen die betaald voetbal met zich meebrengt qua faciliteiten. Mede omdat die bouwmogelijkheden onvoldoende waren voor AGOVV Apeldoorn, hebben wij destijds tijdelijke vergunningen verleend voor het oprichten van een aantal gebouwen. Die bouwmogelijkheden worden in het nieuwe bestemmingsplan niet verruimd, eerder beperkt. c. De APV is ten opzichte van het bestemmingsplan een apart, wettelijk kader. Op dit punt dient de APV de openbare orde en veiligheid. Het bestemmingsplan dient een goede ruimtelijke ordening. Dat op grond van de APV een evenementenvergunning wordt verleend, maakt niet dat de regels van het bestemmingsplan daarvoor buiten werking treden. Wanneer een bepaald evenement niet in het bestemmingsplan past, is daarvoor, naast een evenementenvergunning, ook een omgevingsvergunning nodig. In aanvulling wat hierover onder de hoofdpunten, paragraaf 3.1 van deze nota, reeds is gezegd, stelt het bestemmingsplan dus wel degelijk stringente grenzen aan het houden van evenementen. Dit neemt niet weg, dat wij ons het idee van de wijkraden, dat er een discrepantie Zienswijzennota bestemmingsplan mei

35 bestaat tussen de toestemmingsverlening voor evenementen en de planologische inpassing van die evenementen, goed kunnen inbeelden. Inmiddels zijn wij daarom een traject gestart om de verlening van evenementenvergunningen beter af te stemmen op de bestemmingsplannen. d. De bestemming van het sportpark beslaat circa 9 hectare. Daarnaast betreft het een bosrijke omgeving. Binnen deze context vinden wij het aanvaardbaar als de mogelijkheden voor gebouwen voor één gebouw worden aangewend, zeker gelet op de beperkte goot- en bouwhoogte die wordt voorgeschreven. In ruimtelijk opzicht is dat niet wezenlijk anders als een situatie waarbij drie gebouwen van 500 m³ op korte afstand van elkaar worden gerealiseerd. e. AGOVV heeft een aanvraag omgevingsvergunning ingediend, die ziet op de niet meer vergunde bouwwerken op het perceel, voorzover AGOVV van mening is dat die bouwwerken behouden moeten blijven. Op voorhand zien wij geen aanleiding om te twijfelen aan de vergunbaarheid van die aanvraag in relatie tot het onderhavige bestemmingsplan. De daadwerkelijke vergunbaarheid zal in het kader van de aanvraag zelf beoordeeld moeten worden. De vraag of aan redelijke eisen van welstand kan en moet voldaan worden, komt dan aan de orde. f. Deze bepaling is bedoeld voor een gebouw (opslagruimte) dat bij de noordzijde van het noordelijke speelveld staat. Vanwege de in het plan beoogde concentratie van gebouwen rond het hoofdveld is het niet wenselijk om daarvoor een bouwvlak op te nemen. Maar niet in dit gebouw voorzien is ook geen optie. Het gebouw is sinds jaar en dag aanwezig. Derhalve is de aangehaalde bepaling opgenomen. Er wordt niet meer mogelijk gemaakt dan het volume van het aanwezige gebouw. g. AGOVV heeft de wens geuit om de masten van 20 m hoog te laten staan. Deze masten passen binnen de mogelijkheden van het geldende bestemmingsplan. Los van de feitelijke aanwezigheid, zijn wij tot de conclusie gekomen dat lichtmasten van 20 meter hoog rond het hoofdveld ruimtelijk inpasbaar zijn. Ruimtelijk zien wij hierin, voor een sportpark in een bosrijke omgeving, geen relevant verschil met lichtmasten van 15 m. h. Zoals uitgebreid toelichting in de paragrafen 3.9 en 4.5 heeft AGOVV, gelet op haar doelstellingen, de wens het gebruik van het sportpark te verbreden met maatschappelijke functies. De vereniging wil een grotere bijdrage leveren aan de maatschappij, door het sportpark voor meer te gebruiken of te laten gebruiken dan alleen voetbal. Binnen de huidige, maatschappelijke context zijn deze wensen van AGOVV reële wensen. Onder voorwaarden, zijn deze inpasbaar gebleken. Die voorwaarden (sublid 4.4.1) houden ondermeer in dat het alleen om medegebruik mag gaan van voorzieningen die ten behoeve van veldsporten zijn toegestaan. Ook mag slechts een zeer beperkt gedeelte van de aanwezige gebouwen hiervoor gebruikt worden. Deze voorwaarden zijn opgenomen om de vestiging van maatschappelijke functies tegen te gaan, die geen relatie hebben met de sport die ter plaatse wordt beoefend. In die zin is reeds gehoor gegeven aan het voorstel van de wijkraden. Daar, conform het voorstel, een nog verdere inperking in aanbrengen, gaat ons te ver. Het voorstel impliceert een dusdanige ondergeschiktheid ten opzichte van veldsporten dat het een onbruikbare bepaling wordt. Maatschappelijke functies zouden dan welhaast samen moeten vallen met het gebruik van de gronden van veldsporten. De ondergeschiktheid ten opzichte van de hoofdfuncties is, via het voorschrijven van het beschreven medegebruik, voldoende gewaarborgd. i. De formulering van de aangehaalde bepaling is om juridisch-technische redenen zo gekozen. In het plan zijn afwijkingsbevoegdheden opgenomen om medegebruik door maatschappelijke functies te introduceren. Dergelijke bevoegdheden kunnen dienen om af te wijken van de bouw- en gebruiksregels binnen de bestemming, niet van de bestemming zelf. Daarom zijn de gronden met de bestemming Sport mede bestemd voor maatschappelijke functies. Zondere verdere inkadering, zou dat tot gevolg hebben dat het gehele sportpark voor die functies gebruikt kan worden. Dat past niet in de uitgangspunten van het bestemmingsplan. Daarom is het oppervlak dat hiervoor bij recht kan worden gebruikt gemaximaliseerd op het bestaande oppervlak. Bestaand is binnen de regels (lid 1.11) hetgeen (legaal) aanwezig is op het moment dat het be- Zienswijzennota bestemmingsplan mei

36 stemmingsplan in werking treedt. Op het moment van schrijven komt dat neer op nul. Wanneer het bestemmingsplan rechtskracht heeft gekregen, kan het toegestane oppervlak worden vergroot. Dat naar aanleiding van een concrete aanvraag omgevingsvergunning en binnen de gestelde voorwaarden. j. Met de aangehaalde afwijkingsbevoegdheid kunnen maatschappelijke functies mogelijk worden gemaakt die voorkomen op een lijst in de bijlagen van de regels. Dit zijn functies die qua aard en invloed in principe inpasbaar zijn op het sportpark. Kenmerk van deze lijst is, dat ze nooit uitputtend kan zijn. Maatschappelijke functies kun zich op tal van manieren manifesteren en van de functies op de lijst bestaan diverse tussenvormen. Daarom wordt naast de functies op de lijst, voorzien in maatschappelijke functies die naar aard en invloed vergelijkbaar zijn met de functies op de lijst. Hiermee wordt voorkomen dat de regeling strikter is dan ruimtelijk gezien nodig. Immers op het moment dat zich een maatschappelijke functie aandient die niet voorkomt op de lijst, maar minder of gelijkwaardige, ruimtelijke effecten heeft en ook qua aard en ruimtegebruik goed op sportpark past, zou dat geen beletsel moeten zijn om medewerking te kunnen verlenen. Daardoor wordt de situatie voor de omgeving niet wezenlijk anders. Het bestemmingsplan geeft ook op dit punt duidelijke grenzen aan. Conclusie Aan de zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. 3.4 [reclamant 30]; [reclamant 31]; [reclamant 74]; [reclamant 75]; [reclamant 120]; Inhoud van de zienswijze a. Binnen het bouwvlak op de plankaart is circa 1200 m² aan gebouwen aanwezig. Derhalve wordt er een zeer beperkte uitbreiding mogelijk gemaakt. Echter alle tijdelijke, nu niet legale gebouwen moeten worden verwijderd en nieuwbouw, met in achtname van het oordeel van commissie Ruimtelijke Kwaliteit, moet opnieuw worden vergund. b. In de bouwregels van de bestemming Sport, lid 4.2, staat in de kolom bijzondere regels voor gebouwen, niet zijnde tribunes, en inclusief overkappingen te lezen: met dien verstande, dat bestaande gebouwen buiten een bouwvlak maar binnen het betreffende bestemmingsvlak, vervangen mogen worden, met het bestaande oppervlak, de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maximum Gezien het feit, dat er buiten het bouwvlak en binnen het bestemmingsvlak geen vergunde gebouwen staan, is deze bepaling niet zinvol en dient verwijderd te worden. c. In de bouwregels van de bestemming Sport worden lichtmasten tot 20 m hoog mogelijk gemaakt. Gezien de normale maat bij sportvelden van 15 m moet hier geen uitzondering worden gemaakt. Dat de huidige, tijdelijk voor TV opname toegestane masten er nog illegaal staan, doet niet ter zake. d. In lid 4.1, onder e. van de planregels wordt het volgende genoemd maatschappelijke voorzieningen in de categorieën 1 en 2 van de bij de regels behorende Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen. In het plangebied is een voetbalclub gevestigd zonder enige relatie met de in die lijst genoemde functies. De reclamanten zien geen enkele noodzaak om het aantal, niet bij veldsporten passende functies uit te breiden en verzoeken planregel 4.1 inclusief de bijbehorende lijst te verwijderen. e. Sublid van de planregels stelt dat: de oppervlakte aan maatschappelijke voorzieningen als bedoeld in 4.1 onder e mag niet meer bedragen dan het bestaande oppervlakte wordt met het voorgaande punt irrelevant. Het bestaande oppervlak is nergens gedefinieerd en moet vervallen als zijnde zonder inhoud. Zienswijzennota bestemmingsplan mei

37 Beoordeling a. Het nieuwe bestemmingsplan maakt, binnen het bouwvlak, 1500 m² aan gebouwen toegestaan. Die maat is rechtstreeks overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Het klopt dat een aanzienlijk deel van die ruimte al wordt ingevuld door de vergunde gebouwen op het sportpark. Hoe de resterende ruimte wordt ingevuld is in de eerste plaats een vraag voor AGOVV zelf. AGOVV heeft aangegeven de genoemde maat toereikend te vinden. Inmiddels heeft AGOVV een aanvraag omgevingsvergunning ingediend, die ziet op de niet meer vergunde bouwwerken (inclusief lichtmasten) op het perceel, voorzover AGOVV van mening is dat die bouwwerken behouden moeten blijven. Op voorhand zien wij geen aanleiding om te twijfelen aan de vergunbaarheid van die aanvraag in relatie tot het onderhavige bestemmingsplan. De daadwerkelijke vergunbaarheid zal in het kader van de aanvraag zelf beoordeeld moeten worden. De vraag of aan redelijke eisen van welstand kan en moet voldaan worden, komt dan aan de orde. b. Deze bepaling is bedoeld voor een gebouw (opslagruimte) dat bij de noordzijde van het noordelijke speelveld staat. Vanwege de in het plan beoogde concentratie van gebouwen rond het hoofdveld is het niet wenselijk om daarvoor een bouwvlak op te nemen. Maar niet in dit gebouw voorzien is ook geen optie. Het gebouw is sinds jaar en dag aanwezig. Derhalve is de aangehaalde bepaling opgenomen. Er wordt niet meer mogelijk gemaakt dan het volume van het aanwezige gebouw. c. AGOVV heeft de wens geuit om de masten van 20 m hoog te laten staan. Deze masten passen binnen de mogelijkheden van het geldende bestemmingsplan. Los daarvan, zijn wij tot de conclusie gekomen dat lichtmasten van 20 meter hoog rond het hoofdveld ruimtelijk inpasbaar zijn. Ruimtelijk zien wij hierin, voor een sportpark in een bosrijke omgeving, geen relevant verschil met lichtmasten van 15 m. d. Zoals uitgebreid toegelicht in de paragrafen 3.9 en 4.5 van de plantoelichting heeft AGOVV, gelet op haar doelstellingen, de wens het gebruik van het sportpark te verbreden met maatschappelijke functies. De vereniging wil een grotere bijdrage leveren aan de maatschappij, door het sportpark voor meer te gebruiken of te laten gebruiken dan alleen voetbal. Binnen de huidige, maatschappelijke context zijn deze wensen van AGOVV reële wensen. Onder voorwaarden, zijn deze inpasbaar gebleken. e. De formulering van de aangehaalde bepaling is om juridisch-technische redenen zo gekozen. In het plan zijn afwijkingsbevoegdheden opgenomen om medegebruik door maatschappelijke functies te introduceren. Dergelijke bevoegdheden kunnen dienen om af te wijken van de bouw- en gebruiksregels binnen de bestemming, niet van de bestemming zelf. Dat maakt dat de gronden met de bestemming Sport mede bestemd zijn voor maatschappelijke functies. Zonder verdere inkadering, zou dat tot gevolg hebben dat het gehele sportpark voor die functies gebruikt kan worden. Dat past niet in de uitgangspunten van het bestemmingsplan. Daarom is het oppervlak dat hiervoor bij recht kan worden gebruikt gemaximaliseerd op het bestaande oppervlak. Bestaand is binnen de regels (lid 1.11) hetgeen (legaal) aanwezig is op het moment dat het bestemmingsplan in werking treedt. Op het moment van schrijven komt dat neer op nul. Wanneer het bestemmingsplan rechtskracht heeft gekregen, kan het toegestane oppervlak worden vergroot. Dat naar aanleiding van een concrete aanvraag omgevingsvergunning en binnen de gestelde voorwaarden. Conclusie Aan de zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. 3.5 [reclamant 55]; Inhoud van de zienswijze a. Reclamant merkt op dat op de plankaart wel de archeologische waarden aangegeven Zienswijzennota bestemmingsplan mei

38 staan, maar niet vermeld is dat de hoofdtribune een beschermd gemeentelijk monument is. b. De later gebouwde tribunes dienen te worden verwijderd, omdat deze: 1. tijdelijk en provisorisch geplaatst waren voor BVO AGOVV; 2. extra bezoekerscapaciteit niet nodig is voor een amateruclub; 3. deze gedemonteerd en verkocht kunnen worden en de opbrengst aangewend kan worden voor herstel van de hoofdtribune; 4. voor deze stalen en kunststof constructies nooit een welstandsadvies afgegeven is hetgeen vereist is voor een definitief bouwwerk. c. De hoge en felle lichtmasten moeten worden verwijderd dan wel gedimd/afgesteld zodat de omgeving en de bewoners van o.a. Polhoutlaan en Driehoek hier geen hinder van ondervinden. d. Maatregelen zijn gewenst om de frequentie en het volume van het geluid te beperken. e. Het bestaande parkeerterrein mag niet worden uitgebreid. f. Er moet voorkomen worden dat er stagnaties of gevaarlijke situaties ontstaan op de Laan van Spitsbergen die deel uitmaakt van de westelijke ring. Beoordeling a. In de plantoelichting is vermeldt dat er een monumentale tribune aanwezig is. In de planregels en op de plankaart krijgt dit verder geen doorvertaling. De bescherming van monumenten geschiedt al (rechtstreeks) via de Monumentenwet en de monumentenverordening. b. De voetbalvereniging AGOVV stelt dat de tribunes goed passen in haar bedrijfsvoering. Wij zelf zijn in het bestemmingsplan tot de conclusie gekomen dat de (in juridisch opzicht nieuwe) tribunes inpasbaar zijn c.q. dat een deel van de geldende, planologische capaciteit voor tribunes in stand kan blijven. Of de tribunes aan redelijke eisen van welstand kunnen en/of moeten voldoen zal moeten blijken in het kader van een aanvraag omgevingsvergunning. Wij zien nu dan ook geen aanleiding om de verwijdering van de tribunes te wensen. c. De afstand van de sportbestemming tot de dichtstbijzijnde woning bedraagt circa 50 meter. Andere woningen bevinden zich op grotere afstand. Als vanaf de randen de velden wordt gerekend, daar waar lichtmasten te verwachten zijn, zijn de afstanden nog groter. Daarnaast geldt dat met hogere masten het licht beter gericht kan worden. Daarop gelet zijn deze masten inpasbaar. Vanuit milieuregelgeving geldt voor de gebruiker een zorgplicht. De gebruiker dient ervoor te zorgen dat de uitstraling van licht op gevelopeningen van omliggende woningen binnen de perken blijft. Daarbij moet opgemerkt worden dat lichthinder zich niet eenvoudig laat objectiveren. Wij hebben AGOVV gewezen op deze zorgplicht en gevraagd daar de bedrijfsvoering zo nodig op aan te passen. In een reactie laat AGOVV weten het gebruik van de hoge (nu niet meer vergunde) lichtmasten rond het hoofdveld tot een minimum te beperken. d. Uit de milieuhygiënische beoordeling van het plan (paragraaf 5.1) is gebleken dat een afstand van 30 meter tussen het sportpark en de omliggende woningen voldoende is om een goed woon- en leefklimaat in die woningen te kunnen garanderen. De kortste tussenliggende afstand is circa 50 meter. Daarmee zien wij geen reden om maatregelen voor te schrijven ten aanzien van geluid. e. Algemeen uitgangspunt is dat parkeren in eerste instantie op eigen terrein wordt opgelost. Daarop gelet vinden wij het niet passen om de mogelijkheid te blokkeren om extra parkeervoorzieningen te realiseren wanneer het gebruik van het sportpark daar aanleiding toe geeft. Dat betekent overigens niet dat dit op het gehele sportpark mogelijk is. Naast dat het sportpark niet zonder sportvelden kan, krijgt een aanzienlijk deel van het aanwezige bos planologische bescherming. f. Dit uitgangspunt kunnen wij onderschrijven. Dit is echter in de eerste plaats vooral een verkeersaspect. Dat wordt in dit bestemmingsplan niet geregeld. Zienswijzennota bestemmingsplan mei

39 Conclusie Aan de zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. 3.6 [reclamant 159]; Inhoud van de zienswijze a. Er wordt de mogelijkheid gecreëerd voor het plaatsen van bouwwerken voor antennes van 40 m hoogte, 10 m hoge tribunes en een bouwhoogte van 8 m voor gebouwen. De reclamant vreest dat hiermee mogelijk wordt om het terrein in de toekomst te verkopen aan een investeerder. b. Op meerdere plaatsen in de regels krijgt het bevoegd gezag de mogelijkheid om te zien van de opgenomen onderzoeksverplichtingen. De reclamant stelt dat gezien de voorgeschiedenis het bevoegd gezag ondeskundig is. c. Artikel 4 van de planregels zou compleet herschreven moeten worden. Er worden uitsluitingen genoemd voor de bosgebieden die openingen bieden in de bestemming Sport. d. De reclamant stelt de gemeente direct aansprakelijk voor eventueel geleden of te lijden planschade als gevolg van het bestemmingsplan. Beoordeling a. De mogelijkheid dat het terrein aan een investeerder verkocht wordt is nu ook aanwezig. In het ontwerpbestemmingsplan worden de bouwmogelijkheden eerder beperkt dan verruimd. Op dit punt brengt het nieuwe bestemmingsplan dan ook geen verandering in de situatie. b. De enige, concrete casus die in de zienswijze wordt benoemd, waarbinnen wij ondeskundig gehandeld zouden hebben, is het voorgaande ontwerpbestemmingsplan. Ondanks de resultaten uit het onderzoek van Witteveen & Bos is dat toen ter inzage gelegd. In dat rapport is echter een locatie voor een volwaardig stadion onderzocht. Dat was in dat ontwerpbestemmingsplan niet aan de orde. Bovendien was het sportpark ook de enige, onderzochte locatie die destijds ook daadwerkelijk beschikbaar was als thuishaven voor AGOVV Apeldoorn. c. De aard van beide bestemmingen is fundamenteel anders. In dat opzicht is het ook niet vreemd dat wat in de ene bestemming beperkt wordt in een andere bestemming vrij gelaten wordt en vice versa. d. Het staat belanghebbenden geheel vrij om een planschadeverzoek in te dienen zodra het bestemmingsplan onherroepelijk wordt. Een verzoek zal dan de daarvoor gebruikelijke procedure moeten doorlopen. In dat geval wordt het nieuwe bestemmingsplan dan vergeleken met het daarvoor geldende bestemmingsplan, uitgaande van een maximale, planologische invulling. Gelet op dat laatste verwachten wij, op het eerste gezicht, niet dat eventuele planschadeverzoeken doel gaan treffen. Conclusie Aan de zienswijze wordt niet tegemoet gekomen. Zienswijzennota bestemmingsplan mei

40 4 Zienswijze buiten sportpark 4.1 [reclamant 168];. Inhoud van de zienswijze Achter de woning aan de Asselsestraat 328 is een weilandje gelegen. Dit wordt gebruikt voor het weiden van hobbyvee en als moestuin. Dit weilandje is in ieder geval al sinds 1920 aanwezig en is ook duidelijk te zien op de luchtfoto uit In het ontwerpbestemmingsplan heeft het weilandje echter de bestemming Bos gekregen. Binnen deze bestemming wordt echter niet in het aanwezige gebruik voorzien. Ter plaatse is geen bos of natuur aanwezig. Ook is de reclamant niet voornemens het gebruik van het weilandje in overeenstemming te brengen met de genoemde bestemming. Derhalve verzoekt de reclamant het bestemmingsplan in het weilandje en de moestuin te laten voorzien. Beoordeling De gemaakte opmerkingen zijn terecht. Het plan is aangepast zodat in het aanwezige gebruik wordt voorzien. Om een eventuele, latere omvorming van het gebruik naar bos niet te hinderen, blijft de bosbestemming daarbij wel van toepassing. Conclusie Aan de zienswijze wordt tegemoet gekomen. Aan het betreffende weilandje is op de plankaart de aanduiding wonen toegevoegd. In de regels, in de bestemming Bos is bepaald dat, ter plaatse van die aanduiding, de gronden tevens gebruikt mogen worden voor het hobbymatig weiden van vee en het telen van gewassen. Zienswijzennota bestemmingsplan mei

41 PND B A 5 PND PND A A A B B A LEGENDA Plangebied Grindberglaan BESTEMMING Acacialaan BO Bos S Sport J.C. W ilslaan WR-AH Jachtlaan WR-AM Waarde - Archeologie-middelhoog BO WR-AH Waarde - Archeologie-hoog WR-BS WR-BS Waarde - Beken en sprengen AANDUIDINGEN J.F. Kennedylaan (bo) Bos WR-AH (p) Parkeerterrein S Jachtlaan WR-AM (w) Wonen h (zo) Zend-/ontvangstinstalatie 1500 (p) Bouwvlak (zo) Laan van Spitsbergen Polhoutlaan Driehoek h maximum bebouwd oppervlak (m2) 1500 Vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Apeldoorn Driehoek d.d. nr. (w) Mij bekend, De griffier namens hem: manager Team Omgevingsrecht en Advies DIENST RUIMTELIJKE ONTWIKKELING BESTEMMINGSPLAN LAAN VAN SPITSBERGEN 2 Asselsestraat dat. apr schaal 1:2500 get. W.B. form. tek. nr. gew. bp1083

42 Plantype bestemmingsplan Betreft sportpark Berg en Bos (AGOVV) Status vastgesteld Datum mei 2014

43 Inhoudsopgave TOELICHTING 5 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Ligging en begrenzing 1.3 Geldend bestemmingsplan 1.4 Werkwijze en opzet van de toelichting BELEIDSKADER 2.1 Streekplan Gelderland Regionale Structuurvisie 2.3 Structuurvisie Apeldoorn 2.4 De Groene Mal 2.5 Verkeersbeleid 2.6 Ontwikkelingsvisie Berg en Bos Stadspark met allure 2.7 Beheervisie Berg en Bos 2.8 Nota I-Cultuur 2.9 Waterbeleid 2.10 Welstandsnota 2.11 Kookboek BESTAANDE SITUATIE PLANGEBIED EN OMGEVING 3.1 Historie 3.2 Ruimtelijke en functionele structuur 3.3 Groenstructuur 3.4 Natuurwaarden 3.5 Verkeer en vervoer 3.6 Archeologie 3.7 Cultuurhistorie 3.8 Kabels en leidingen 3.9 Huidige gebruiker RUIMTELIJKE EN FUNCTIONELE VISIE 4.1 Behoud van kwaliteiten 4.2 Functionele koers 4.3 Ruimtelijke koers 4.4 Verkeer en parkeren 4.5 Medegebruik UITVOERBAARHEID 5.1 Milieuaspecten 5.2 Waterhuishouding 5.3 Natuurwaarden 5.4 Cultuurhistorie 5.5 Financieel-economische uitvoerbaarheid JURIDISCHE PLANOPZET 6.1 Inleiding 6.2 Karakter bestemmingsplan 6.3 Bestemmingen 6.4 Algemene regels en overgangs- en slotregels

44 7 INSPRAAK EN OVERLEG 7.1 Inspraak 7.2 Totstandkoming plan REGELS 55 Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3 Bos Artikel 4 Sport Artikel 5 Waarde - Archeologie middelhoog Artikel 6 Waarde - Archeologie hoog Artikel 7 Waarde - Beken en sprengen Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS Artikel 8 Anti-dubbeltelregel Artikel 9 Algemene bouwregels Artikel 10 Algemene gebruiksregels Artikel 11 Algemene afwijkingsregels Artikel 12 Algemene wijzigingsregels Artikel 13 Algemene procedureregels Artikel 14 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 15 Overgangsrecht bouwwerken Artikel 16 Overgangsrecht gebruik Artikel 17 Slotregel BIJLAGEN BIJ DE REGELS 75 Bijlage 1 77 Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING 79 Bijlage 1 81 Procedureschema 3

45 4

46 TOELICHTING behorende bij het bestemmingsplan 5

47 6

48 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Op het perceel is sportpark Berg en Bos gelegen. Dat is de thuisbasis van voetbalvereniging AGOVV. Voorheen, vanaf 2003, was op het sportpark ook betaald voetbalorganisatie AGOVV Apeldoorn gevestigd. Ten einde de aanwezigheid van die organisatie beter en voor langere tijd mogelijk te maken, was een nieuw bestemmingsplan in procedure. Begin 2013 is die organisatie echter failliet gegaan. De genoemde procedure is daarop toen gestaakt. Vervolgens heeft de gemeenteraad, om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen, op 14 februari 2013 een voorbereidingsbesluit genomen voor het sportpark. Met dat besluit heeft de gemeenteraad tevens verklaard dat een nieuw bestemmingsplan wordt voorbereid voor het sportpark. Daarnaast dient de gemeenteraad, op grond van de Wet ruimtelijke ordening, iedere 10 jaar opnieuw een bestemmingsplan voor een gebied vast te stellen. Ook aan die verplichting zal nog voldaan moeten worden, aangezien het geldende bestemmingsplan voor het sportpark uit 1994 dateert. Met dit bestemmingsplan wordt aan beide zaken uitvoering gegeven. 1.2 Ligging en begrenzing Het sportpark vormt een overgang tussen de stad in het oosten en de bossen van de Veluwe in het westen. Het sportpark ligt aan de Laan van Spitsbergen, onderdeel van de hoofdwegenstructuur van de stad. Het plangebied beslaat het gehele sportpark en het direct omliggende bos. Kadastraal gaat het om de percelen die bekend zijn als gemeente Hoog Soeren, sectie S, nummers 967, 968, 969, 970, 1017 en De (voormalige) werf voor bosbeheer van de gemeente aan de Asselsestraat 328, gelegen op het perceel met nummer 1018, maakt geen onderdeel uit van het plangebied. 7

49 Figuur 1: Ligging binnen omgeving Figuur 2: Luchtfoto plangebied 1.3 Geldend bestemmingsplan Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan Apeldoorn-West. Dat plan is vastgesteld door de raad bij besluit van 24 maart 1994 met het nummer SO.ROV/46 en is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Gelderland bij besluit van 8 november 1994 met het nummer RG Het sportpark heeft de bestemming Sportvoorzieningen. De omliggende gronden hebben de bestemming Bos met dagrecreatie. Een circa 30 meter brede strook ten noordoosten van het sportpark, langs de perceelsgrens, heeft de bestemming Beek. Daarmee is de ter plaatse aanwezige (spengkop van de) Badhuisspreng van een bestemming voorzien. Gronden met de bestemming Sportvoorzieningen zijn bestemd voor 'sportvoorzieningen, met de daarbij behorende gebouwen, waaronder niet begrepen een dienstwoning, en andere bouwwerken'. Buiten die omschrijving worden geen verder beperkingen aan het gebruik gesteld. Binnen de bestemming Sportvoorzieningen is op het perceel maximaal 1500 m² aan gebouwen toegestaan. Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, en tribunes stelt het geldende bestemmingsplan overigens geen maximale oppervlaktematen. Op 26 juni 2008 is het ontwerpbestemmingsplan Apeldoorn-West, herziening AGOVV ter inzage gelegd. Dat is een partiële herziening van het bestemmingsplan Apeldoorn-West. Bedoeling van dat plan was middels een voorlopige bestemming te bewerkstellingen dat de bouwvergunning voor een aantal tijdelijke bouwwerken met ten hoogste 5 jaar kon worden verlengd, in afwachting van een nieuwe plek voor AGOVV Apeldoorn. Toen bleek dat een verplaatsing niet binnen afzienbare termijn haalbaar was, is de procedure van die partiële herziening niet doorgezet en is dat plan niet vastgesteld. 8

50 Nadat duidelijk was geworden dat AGOVV Apeldoorn mogelijk langer dan 5 jaar op het sportpark moest blijven, is op 8 december 2011 het eerste ontwerp van dit plan ter inzage gelegd. Dit plan was een algehele herziening van het geldende bestemmingsplan en voorzag in een uitbreiding van de bebouwing op het sportpark. Dat met als doel een langer verblijf van de betaald voetbalorganisatie mogelijk te maken, zonder nog een eindmoment te kunnen benoemen. Nadat die organisatie begin 2013 failliet ging, is ook die procedure gestaakt. Op 14 februari 2013 heeft de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit genomen voor het sportpark. Hiermee heeft de raad besloten dat een nieuw bestemmingsplan wordt voorbereid voor het sportpark. Het geldende bestemmingsplan maakt namelijk talrijke functies mogelijk, zolang het maar om sportfuncties gaat. Dat kunnen ook functies zijn die naar de huidige inzichten ongewenst zijn, vooral in verband met te verwachten milieuhinder. Dat terwijl er voor de korte termijn geen zicht meer was op de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan. Om de introductie van nieuwe, mogelijk ongewenste sportfuncties, te voorkomen is het voorbereidingsbesluit genomen. 1.4 Werkwijze en opzet van de toelichting De toelichting begint met een beschrijving van het relevante beleidskader. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de ruimtelijke en functionele situatie van het plangebied beschreven. In hoofdstuk 4 worden de planologische visie en de te verwachten ontwikkelingen voor het plangebied omschreven. In hoofdstuk 5 wordt aangetoond dat het plan uitvoerbaar is. In het daarop volgende hoofdstuk wordt de juridische planopzet nader toegelicht. Afsluitend zijn de resultaten van inspraak en overleg opgenomen. 9

51 10

52 2 BELEIDSKADER 2.1 Streekplan Gelderland 2005 Het Streekplan Gelderland 2005 (vastgesteld op 29 juni 2005) is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Naast het generieke beleid, het beleid dat geldt voor de gehele provincie, wordt in het streekplan dan ook uitvoerig ingegaan op het regiospecifieke beleid. Generiek beleid Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen zijn de belangrijkste uitgangspunten 'bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur' en het 'organiseren in stedelijke netwerken'. Bundelingsbeleid is een centraal uitgangspunt voor de wijze waarop in het Gelders ruimtelijk beleid wordt omgegaan met verstedelijking. Bundeling in Gelderland heeft met name de volgende doelen: handhaving/versterking van de economische en culturele functie van de steden; behoud/versterking van het draagvlak voor stedelijke voorzieningen; optimale benutting van infrastructuur, kansen voor openbaar vervoer en fietsgebruik. In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor zijn nodig: een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte door fysieke aanpassingen; het oplossen en voorkomen van milieuproblemen en -knelpunten door een duurzame planontwikkeling; door kwalitatief woonbeleid bevorderen dat woonmilieus en de kwaliteit van de woningen aansluiten op de vraag van de inwoners; intensivering van het stedelijk grondgebruik, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldig omgaan met open ruimten daarbinnen. De sociaal-culturele infrastructuur is een bepalende factor voor de kwaliteit van de samenleving. Uitgangspunt is om bij ruimtelijke inrichtingsplannen ook voorzieningen te realiseren die nodig zijn om een goede sociaal-culturele infrastructuur in stand te houden of op te bouwen. Functies moeten zo worden gesitueerd ten opzichte van aanwezige voorzieningen dat deze bereikbaar zijn en er voldoende draagvlak voor blijft bestaan. Regiospecifiek beleid: de Stedendriehoek Om de afstemming met regionale ontwikkelingen te optimaliseren is het streekplan mede gebaseerd op regionale structuurvisies die zijn aangeleverd door de Gelderse regio's. Voor de regio Stedendriehoek refereert het streekplan dan ook sterk aan de structuurvisie Ruimtelijk structuurbeeld 2030 stedelijk netwerk Stedendriehoek. Voor het versterken van het regionaal stedelijk netwerk Stedendriehoek is bundeling het leidend principe. Dit houdt in dat het regionale programma voor wonen, werken en voorzieningen zoveel mogelijk gebundeld moet worden gerealiseerd binnen het stedelijk netwerk. Het regionale programma voor wonen en werken moet zoveel mogelijk gebundeld en gekoppeld aan knooppunten van infrastructuur worden gerealiseerd in het bundelingsgebied van de Stedendriehoek. Het aanbod van accommodaties van scholen, culturele-, zorg- en sportieve voorzieningen moet passen bij de vraag van mensen in de betreffende stedelijke kern. Onderhavig plan voorziet in een nieuwe planologische regeling voor een bestaande sportvoorziening die, op een goed bereikbare plek, 'tegen' de stad aan ligt. In de Streekplanuitwerking 'Zoekzones voor stedelijke functies en landschappelijke versterking' is het plangebied gezoneerd als bebouwd/stedelijk gebied. 11

53 Figuur 3: Uitsnede streekplankaart met het plangebied rood omkaderd. 2.2 Regionale Structuurvisie De regio Stedendriehoek legt in de Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030 de gemeenschappelijke ambities vast voor het zogenoemde bundelingsgebied: het gebied rond Apeldoorn, Deventer en Zutphen en het daarbinnen gelegen middengebied. Het gaat om (grote delen van) het grondgebied van de volgende gemeenten: Apeldoorn, Brummen, Deventer, Lochem, Voorst en Zutphen. De structuurvisie laat zien hoe deze gemeenten samen streven naar een hoogwaardige ruimtelijke ontwikkeling van de Stedendriehoek als geheel. De structuurvisie is een richtinggevend kader voor beleid en uitvoering, waarin samenhang, integraal en ontwikkelen sleutelwoorden zijn. De Regionale Structuurvisie heeft de formele status van een Intergemeentelijk Structuurplan. De Stedendriehoek zet in op het versterken van de recreatieve, toeristische kwaliteiten van het middengebied in de Stedendriehoek, waarbij de bijzondere landschappelijke en waterrijke kwaliteiten van het gebied grote mogelijkheden bieden voor gevarieerde recreatieve activiteiten. Van oudsher is de recreatie binnen de Stedendriehoek verbonden aan de bosrijke omgeving van het Centraal Veluws Massief, waarin in de loop van de laatste decennia op verschillende plekken recreatieparken tot ontwikkeling zijn gekomen. De Veluwezoom kent vanuit een rijke historische ontwikkeling allerlei buitenplaatsen en landgoederen, die een belangrijke cultuurhistorische betekenis geven aan het gebied. Aantrekkelijke voorzieningen dragen in belangrijke mate bij aan de sociale kwaliteit van de Stedendriehoek. Daarbij gaat het om voorzieningen op vele terreinen: onderwijs, werk en inkomen, zorg, welzijn, kunst, cultuur, sport en recreatie. Voorzieningen binnen de Stedendriehoek dienen voor iedereen goed bereikbaar te zijn. Dit plan voorziet in een nieuwe planologische regeling voor een bestaande sportvoorziening en past daarmee binnen de hiervoor beschreven uitgangspunten van de regionale structuurvisie. 12

54 2.3 Structuurvisie Apeldoorn Voor het plangebied vormt op het gebied van de ruimtelijke ordening de gemeentelijke structuurvisie Buitenstad 2030 het integrale beleidskader. De structuurvisie geeft een doorkijk tot 2030 en vervangt de structuurvisie voor het stedelijke gebied uit De structuurvisie is opgesteld op de overgang naar een echt andere tijd. De onzekerheid over de toekomst is groot. Door zo veel mogelijk (beleids)ruimte te bieden aan het onvoorspelbare, krijgt Apeldoorn de ruimte zich te blijven ontwikkelen. Iedereen die een bijdrage kan leveren aan de Buitenstad Apeldoorn wordt uitgenodigd daaraan bij te dragen. Ruimte bieden is niet vrijblijvend. Ruimte wordt geboden binnen kaders. Allereerst door voort te bouwen op de belangrijkste kwaliteiten van de gemeente; het beste van stad én landschap, het beste van modern én historisch, het beste van een centrale ligging én wonen in de luwte, het beste van bereikbaarheid én nabijheid, het beste van een solide én vernieuwende economie. De kwaliteiten van de Buitenstad vormen samen het fundament van de structuurvisie. Denk aan de beken, de sprengen, de enken, de fijnmazige voorzieningenstructuur, het Weteringengebied, de spoor- en snelwegen en de parken & lanen. Zij maken Apeldoorn tot Buitenstad. Het fundament van Apeldoorn wordt gekoesterd en versterkt. Beheer en vernieuwing van het fundament is de belangrijkste opgave van de structuurvisie. Figuur 5: essentie van de Buitenstad 2.4 De Groene Mal Het gemeentelijk groenbeleid is neergelegd in de Groene Mal (oktober 2002), dat het groene kader is waarbinnen andere ruimtelijke functies een plaats krijgen. Door middel van de Groene Mal wil Apeldoorn zich profileren als groene stad waar het goed wonen en werken is: Meer vulling, differentiatie en contrast in de stad is best, maar dan wel met behoud van de groene identiteit die Apeldoorn tot een gewilde vestigingsstad maakt. Deze identiteit moet duurzaam worden gegarandeerd. 13

55 figuur 5: kaart Groene Mal Behoud en versterking van het groen in Apeldoorn heeft dus een hoge prioriteit. Uit onderzoek is gebleken dat met name in verstedelijkte gebieden behoefte is aan meer groen en natuur in de direct woon- en leefomgeving. In de Groene Mal zijn doelstellingen geformuleerd die gericht zijn op drie niveaus. Het eerste niveau is gericht op de verweving van de stad met het landschap. In de stad is wat betreft het groen de volgende duidelijke tweedeling aan te wijzen: de westkant gelegen in het Veluwebos en de oostkant gelegen in (voormalig) agrarisch gebied. In het westen verloopt de overgang van stad naar bos vrijwel zonder barrières. De oostkant daarentegen heeft de meeste versterking van het groen nodig, wat tot gevolg heeft dat de meeste projecten uit de Groene Mal op dit deel van de stad gericht zijn. Het tweede niveau is de verbinding van de stad met het omringende landschap. Aan de oostzijde zijn het de groene wiggen, geconcentreerde groencomplexen die de stad vanuit het landelijke gebied binnenlopen. Het derde niveau is de dooradering van de stad met blauwe en groene structuren, door middel van het sprengen- en bekensysteem alsmede het complex van bos- en bomenlanen met daaraan gelegen parken. De Groene Mal richt zich bij de ontwikkeling van deze gebieden expliciet op zeven belangrijke groene structuren in de stad. Dit zijn de beken, de sprengen, de kanaalzone, de lanen, de parken, de grote groengebieden en de groene wiggen. Dit plangebied ziet niet op nieuwe ontwikkelingen die binnen de Groene Mal liggen. Wel grenst het plangebied aan een belangrijke lanenstructuur en ligt in het plangebied (een spengkop van de) de Badhuisspreng die onderdeel is van de Groene Mal. Dit plan voorziet echter in niet nieuwe ontwikkelingen in de nabijheid van die spreng. 14

56 2.5 Verkeersbeleid Het gemeentelijk verkeersbeleid is vastgelegd in de Verkeersvisie De doelstelling van de verkeersvisie is dat Apeldoorn een bereikbare gemeente moet zijn voor iedereen en voor elke vervoerswijze met goed toegankelijke infrastructuur waar u een keuze uit kan maken. Dit wordt bereikt door het autoverkeer op een beperkt aantal hoofdwegen te bundelen. De functie van de hoofdwegen is het bereikbaar houden van de bedrijventerreinen en de binnenstad en het bundelen van het autoverkeer zodat de tussenliggende verblijfsgebieden autoluw kunnen worden. Onder het net van de hoofdwegen zijn de verblijfsgebieden te vinden zijn waar de maximumsnelheid 30 km/h bedraagt. De gemeente Apeldoorn zal inzetten op het stimuleren van fietsen. Het aantal fietsdoorstroomassen wordt uitgebreid. In de verkeersvisie is de Asselsestraat vanaf de kruising met de Laan van Spitsbergen, direct ten zuiden van het plangebied, aangewezen als bestaande doorstroomas voor fietsers. De Laan van Spitsbergen wordt in de verkeersvisie aangewezen als onderdeel van de hoofdwegenstructuur. Binnen die structuur is de Laan van Spitsbergen een onderdeel van het belangrijkste element: de Ring. In de Parkeernota 1999, geactualiseerd in 2004, zijn parkeernormen voor woningen, bedrijven en diverse voorzieningen opgenomen. 2.6 Ontwikkelingsvisie Berg en Bos Stadspark met allure De raad van de gemeente Apeldoorn heeft in haar vergadering van 10 april 2008 de Ontwikkelingsvisie Berg en Bos Stadspark met allure vastgesteld. In deze visie staat de reconstructie van het gebied Berg en Bos centraal. Een van de belangrijke opgaven voor Berg en Bos is herstel en vernieuwing van het park. De uitgebreide cultuurhistorische analyse, verwoord in het rapport Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos (SB4, januari 2006) vormt hiervoor de basis. De bestaande en nieuwe functies worden gegroepeerd in een zone rond de vijver en sprengvallei. Naast het Kristalbad en Apenheul komt een nieuw cluster van speelwei, zwijnenwei en Veluwse wei. Daarachter liggen het klimbos en de wildbaan met sportpark Berg en Bos (AGOVV), en Stayokay. Voor deze voorzieningen wordt de oriëntatie en uitstraling naar het centrale deel verbeterd. De route naar Apenheul wordt gewijzigd. Vanaf het grote parkeerterrein komt er een nieuwe route rechtsom de vijver via het nieuwe gebouw van de Staart naar de kassa's van Apenheul. De vijver en omliggende oevers vormen het hart van het park. De nieuw te realiseren horeca krijgt een locatie in de hoek van de vijver. Langs het centrale park loopt een aantal paden in diverse richtingen. Voor al deze paden worden eigen profielen opgesteld. De J.C. Wilslaan, ter hoogte van dat parkeerterrein, wordt ingericht als verblijfsgebied. De speelweide wordt opgewaardeerd naar een volwaardige openbare speelweide met voorzieningen voor verschillende leeftijden. In het bosgebied zullen de veranderingen zich met name richten op natuurontwikkeling en het toegankelijk, herkenbaar en zichtbaar maken van de cultuurhistorische plekken. De bosweide behoudt zijn functie voor met name dagactiviteiten, waarbij de natuur de randvoorwaarden stelt. In het bos wordt de padenstructuur deels herzien. 15

57 Afbeelding 5: Kaart Ontwikkelingsvisie Berg en Bos Stadspark met allure Een van de uitgangspunten bij de reconstructie van Berg en Bos is een zonering van intensief (stadspark) naar extensief (natuurpark) gebruik. Dit uitgangspunt past binnen de gedachte van reconstructie waarbij duurzaamheid en natuurlijkheid een belangrijke rol spelen, maar is ook een uitvloeisel van de natuurwetgeving. Bij de inrichting van het park worden de volgende zones gehanteerd: 1. zone intensief gebruik; 2. zone matig intensief gebruik; 3. zone extensief gebruik; 4. zone bosweide Zone intensief gebruik Deze zone is bestemd voor intensievere vormen van natuur- en dagrecreatie. Het gebied ligt vrijwel geheel buiten Natura 2000 en de EHS. In dit gebied liggen onder meer het Boschbad, de Apenheul, het park met de vijver, sportpark Berg en Bos (AGOVV) en Stayokay. Ook passen hier het Natuurhuis, een volwaardige horeca en evenementen met een publiek karakter. Zone matig intensief gebruik De sprengvallei, het parkgebied ten zuiden van de Jubileumlaan, de speelweide en het Klimbos, samen met de Veluwse wei en het herten- en zwijnengebied vallen binnen deze zone. Dit gebied geldt als overgang naar het bos. Zone extensief gebruik Het extensieve gebied is bedoeld voor natuur en extensieve vormen van natuur en recreatie: wandelen en fietsen, met aandacht voor zichtbare elementen van cultuurhistorie en archeologie. Zone bosweide Voor de bosweide wordt voorgesteld met inachtneming van de uitkomsten van de natuurtoets heldere gebruiksvoorschriften op te stellen. Aan de hand daarvan kunnen evenementen op de bosweide worden behouden, maar kunnen tevens schaal, tijd, intensiteit, bezoekersaantallen, frequentie et cetera worden beperkt. Gebruik van de weide mag de uitkomsten van de natuurtoets niet bijten. 16

58 Afbeelding 6: Zoneringskaart Ontwikkelingsvisie Berg en Bos Stadspark met allure 2.7 Beheervisie Berg en Bos De raad van de gemeente Apeldoorn heeft in 2008 de Beheervisie Berg en Bos vastgesteld. Deze visie bevat de hoofdlijnen voor het beheer van de bos- en natuurterreinen van Berg en Bos en is een uitwerking van het Ontwikkelingsplan Berg en Bos Stadspark met allure. In de visie wordt het ontwikkelingsplan vertaald naar opgaven en, vervolgens, beheersconsequenties voor het park. De visie is tevens aangeboden aan de provincie Gelderland als input voor het beheerplan Veluwe in het kader van Natura Vanuit het Ontwikkelingsplan Berg en Bos Stadspark met allure worden de volgende opgaven onderscheiden: het herstellen van de sprengvallei; het verbeteren, herinrichten en aanvullen van natuurgerichte voorzieningen (overgangszone); daartoe behoren: de speelweide, het hertenbos, het zwijnenbos en de te realiseren voorzieningen klimbos en eventueel een Veluwse wei; het behouden en versterken van de natuurwaarden van het bos (door vergroting van het aandeel inheems loofbos en omvorming van productiebos) en open terreinen (door herstel van open terreinen en realiseren van verbindingen) en natuurlijke overgangen daartussen; het zichtbaar maken van sporen uit het Veluwse verleden; het verbeteren van de wandel- en fietspadenstructuur, zo mogelijk aansluitend op zichtbaar gemaakte cultuurhistorisch interessante onderdelen; landschappelijke verbetering van de Valkenberg en lanenstructuren. De hieronder aangegeven opgaven liggen buiten het bereik van de beheervisie, tenzij er sprake is van een uitdrukkelijke relatie met het beheer van de natuurwaarden van het overige gebied: het opknappen in stijl van met name het stadsparkdeel; de innovatie van Apenheul en de realisatie van een Natuurhuis in het stadsparkdeel; het verbeteren van de horecavoorzieningen; het bieden van kleinschalig parkeren nabij Stayokay; het bieden van een goede parkeeroplossing buiten het beheergebied. In de beheervisie worden bovenstaande opgaven uitgewerkt op visieniveau waarbij de navolgende thematisering wordt gevolgd: 1. Zonering 2. Natuurontwikkeling nieuwe onderdelen 17

59 3. Beheer bos- en natuurterrein 4. Beheer van landschappelijke en cultuurhistorische elementen Zonering Een van de uitgangspunten bij de reconstructie van Berg en Bos is een zonering van intensief (stadspark) naar extensief (natuurpark) gebruik. De ingangen die voor de zonering zijn genomen zijn: overgang stad-land De intensievere delen dichter tegen de stad aan gesitueerd; van nature is er al sprake van een zonering; verder van de stad gelegen gebieden worden immers vaak al minder intensief gebruikt, wat bijvoorbeeld het voorkomen van wild op die plaatsen bevordert. gebiedsbescherming Alleen delen die buiten Natura 2000 zijn gesitueerd zijn in principe geschikt voor de intensieve dagrecreatieve activiteiten en voor voorzieningen die samenhangen met versterking met het stadspark-karakter. In deze zone worden de voorzieningen als Apenheul en horeca voorzien, alsook nieuwe voorzieningen als het Natuurhuis. soortbescherming Er is nagegaan welke soorten voorkomen in Berg en Bos en bij de uitwerking van de zonering is daarmee vooral rekening gehouden met de ligging van de overgangszone maar ook met de voorschriften voor gebruik van terreinen. inpassing van bestaande voorzieningen Bij de afronding van de zonering wordt ook gekeken naar een logische afronding en inpassing van bestaande voorzieningen. Dit heeft geleid tot de volgende zonering: Zone intensief gebruik Deze zone is bestemd voor attracties en verwante voorzieningen en ligt vrijwel geheel buiten Natura Inbedding in natuurlijke en landschappelijke omgeving is een vereiste. Eventueel ook een vergroting van bouwmogelijkheden. De zone is geschikt voor ruimte voor de Apenheul, het Natuurhuis, sport in het groen en voor evenementen met intensiever karakter. Zone dagrecreatief medegebruik Deze zone is bestemd voor intensievere vormen van natuur- en lanschapsafhankelijke dagrecreatie en ligt binnen Natura 2000 en EHS, maar buiten de zone waarin zwaar beschermde soorten verblijfplaatsen hebben. Beperkte bouwmogelijkheden alleen als er geen effecten zijn op beschermde habitattypen en beschermde soorten. De zone is geschikt voor: - klimbos, Veluwse weide; - evenementen met een minder intensief karakter; - optimalisering cultuurhistorische patronen; - vergroting open terrein, mits natuurvriendelijk beheerd. Zone extensief gebruik Deze zone is bestemd voor extensieve vormen van natuur- en landschapsgebonden recreatievormen. Deze zone ligt binnen Natura 2000 en EHS en omvat ook gebieden waarin beschermde soorten verblijfplaatsen hebben. In deze zone worden geen bouwwerken gebouwd t.b.v. recreatieve activiteiten of voorzieningen. De zone is geschikt voor: - wandel- en fietspaden; - evenementen met beperkt karakter (in schaal, tijd, intensiteit, bezoekersaantallen, frequentie, duur). 18

60 Afbeelding 7: Zonering recreatief gebruik (bron: Beheersvisie Berg en Bos) Zone Bosweide De bosweide ligt binnen de extensieve zone, in Natura 2000 gebied en de EHS. De bosweide is bijzonder omdat ze een grote open ruimte vormt binnen het bosgebied van de Veluwe en al decennialang als weide/gazon wordt beheerd. De bosweide wordt van oudsher gebruikt voor verschillende typen van activiteiten, waaronder ook de grotere evenementen. Het open terrein wordt gebruik als foerageergebied van de das, die er in de buurt zijn burchten heeft. Ook wilde zwijnen doen het gebied aan. Voor het gebruik van de bosweide als evenemententerrein wordt gestreefd naar een gebruik dat de benutting als bijzonder evenemententerrein recht doet, de landschappelijke en belevingskwaliteiten benut en de natuurlijke kwaliteiten in acht neemt. Met een evenementenbeleid dat gericht is op benutting van de specifieke kwaliteiten, de aansluiting bij thema's van duurzaamheid, biodiversiteit, natuur en landschap en educatie op dit vlak, kan het evenemententerrein een bijzondere rol binnen het gehele concept van Berg en Bos vervullen. Algemene uitgangspunten voor recreatief medegebruik: activiteiten zijn gericht op beleving van natuur, natuurgerichte recreatie, kunst, cultuur en in algemene zin op beleving van de buitenruimte zonder daarbij onevenredige hinder op te roepen bij de in de natuur recreërende mensen en schade of hinder te veroorzaken aan natuur-, cultuur of landschappelijke waarden; grootschaliger activiteiten, met grote bezoekersaantallen, worden beperkt gehouden 19

61 (maximaal drie grootschaliger activiteiten en maximaal zes activiteiten op kleinere schaal); de totale (gezamenlijke) duur van de activiteiten is voor de grotere activiteiten maximaal zes dagen en voor kleinere maximaal twintig dagen per jaar Natuurontwikkeling nieuwe onderdelen In Berg en Bos is het op een aantal plaatsen mogelijk de natuurwaarden te versterken: ontwikkeling overgangen (zoom/mantelvegetaties) bosweide; ontwikkeling open terreinen tussen speelweide en randvegetaties); verschraling bermen Jubileumlaan; herontwikkeling beekzone bosweide (inclusief Beheer bos- en natuurterrein Bosbeheer Centraal staat natuurgericht bosbeheer. Kenmerkend hierbij is dat elk gebied zijn eigen bosontwikkeling kent: afhankelijk van bodem, voedselrijkdom, waterhuishouding, reliëf, et cetera. Voor de Veluwe zijn dat vooral (natuurlijke) loofbossen: beukenbossen, wintereiken-beukenbossen, eikenbosssen (en elzen-essenbossen in beekdalen). Ten behoeve van de beheervisie worden vier typen bos(beheer) onderscheiden: multifunctioneel bos met hoofdaccent natuur; multifunctioneel bos met accent natuur; jong inheems loofbos; multifunctioneel bos met accent natuur; om te vormen productiebos; multifunctioneel bos met accent houtproductie. Multifunctioneel bos met hoofdaccent natuur Het beheer is primair gericht op instandhouding en herstel van oud inheems loofbos. Bosbeheermaatregelen zijn gericht op vergroting van het aandeel dood hout en vergroting van de leeftijdsvariatie. Vanwege hun natuurlijke samenstelling en structuurvariatie hebben deze oude bossen een hoge belevingswaarde. Recreatief medegebruik is belangrijk waarbij uitgangspunt is dat het hoofdpaden- en lanenstelsel in stand wordt gehouden. Multifunctioneel bos met accent natuur: jong inheems loofbos Dit is oud grove dennenbos met veel spontane opslag van inheems loofhout. Het beheer is gericht op instandhouding en vergroting van het aandeel inheems loofhout met de daaraan gebonden natuurlijke kruidlaag. Binnen een periode van 10 jaar wordt het aandeel naaldhout en Amerikaanse eik in de boomlaag gereduceerd, zodat inheems loofhout circa 90% van de boomlaag vormt. Houtoogst vindt nog wel plaats, maar is ondergeschikt aan de natuurfunctie. Dit betekent dat gestreefd wordt naar vergroting van het aandeel dik dood hout. Verder is het beheer gericht op vergroting van de structuur- en leeftijdsvariatie van het bos. Vanwege hun natuurlijke samenstelling en structuurvariatie hebben deze bossen een hoge belevingswaarde. Recreatief medegebruik is belangrijk waarbij uitgangspunt is, dat het hoofdpaden- en lanenstelsel in stand wordt gehouden. Multifunctioneel bos met accent natuur; om te vormen productiebos Dit betreft productiebos bestaande uit naaldhout of productieloofhout met een eenzijdige leeftijdsopbouw, zoals beuken- of Amerikaanse eikenbos. Het beheer is erop gericht op deze bossen in een periode van 20 jaar om te vormen tot inheems loofbos Binnen de percelen met naaldhout en Amerikaanse eik wordt ernaar gestreefd het aandeel van deze exoten in de boomlaag te reduceren tot maximaal 20%. De hoofdpaden- en lanenstructuur worden in stand gehouden ten behoeve van het recreatief medegebruik. Multifunctioneel bos met accent houtproductie 20

62 Dit betreft de overige bospercelen in het gebied, veelal jong productiebos met naaldhout. Het hoofdaccent van het bosbeheer is hier gericht op houtproductie. Met het oog op het recreatief medegebruik en verhoging van de belevingswaarde en biodiversiteit wordt locaal via kleinschalige groepenkap geprobeerd de uniformiteit van deze bospercelen te doorbreken. De hoofdpaden- en lanenstructuur worden in stand gehouden ten behoeve van het recreatief medegebruik. Open terreinen Binnen Berg en Bos zijn verschillende open plekken aanwezig, zoals onder meer de bosweide. Door ze ecologisch met elkaar te verbinden ontstaan meer zichtlijnen in het gebied en worden ook de uitwisselings- en leefmogelijkheden van dieren, zoals dagvlinders en hagedissen vergroot. Verder zijn er ook enkele halfopen ruimten met een parkachtige structuur. Dit betreft de Leemkuil met daaromheen de voormalige Gelderse plantentuin in het zuidelijk deel van Berg en Bos, een pas aangelegd stobbenreservaat voor vliegend hert op een plek waar in 2006 een munitiedepot is opgeruimd en een bosperceel ten zuiden van de Julianatoren waarin de beschermde jeneverbes veel voorkomt. Het beheer is hier gericht op instandhouding van het halfopen parkachtig karakter. Heide, heidetra's en heischrale graslanden Het beheer is gericht op instandhouding en herstel van de aanwezige kleine heidevelden en heidetra's. Op de grens van Berg en Bos en Kroondomein wordt een grote heidetra aangelegd die ook als brandgang gaat functioneren. Graslanden De in Berg en Bos aanwezige graslanden, zoals de grote bosweide en de weide nabij het Herten- en Zwijnenbos, worden gebruikt voor meer intensieve dagrecreatie. Door extensiever beheer van enkele meters grenzen aan de bosrand wordt de belevingswaarde en de ecologische betekenis van de randen van enkele grotere grasvelden verhoogd. Sprengvallei Het beheer is hier gericht op een afwisselend terrein met hoge natuurlijkheid, met besloten en opener stukken alsook takkenhopen voor, onder andere, de ringslang. De recreatieve druk moet beperkt zijn langs de sprengzone; wandelroutes moeten daarop worden afgestemd Beheer van landschappelijke en cultuurhistorische elementen De landschappelijke elementen die in Berg en Bos van belang zijn, zijn: stervormig padenstructuur van de Valkenberg/Galgenberg; de lanen; zichtlijnen; bijzondere bomen; cultuurhistorische elementen. Beheer van de Valkenberg/Galgenberg Behoud en versterking van deze cultuurhistorisch prominente plek staat voorop. Ook het herstel van het uitzicht en het steviger verankeren van het sterpatroon in zijn omgeving is wenselijk. Nadere uitwerking volgt in het beheerplan. Beheer van lanen Vanuit het centrale park lopen een aantal lange lanen door in diverse richtingen. Deze lanen in het park zijn de lijnen van beweging en beleving in het park. De lijnen onderscheiden zich van elkaar, qua gebruik, het gebied waar ze door lopen en de profielen. Voor al deze lanen worden eigen profielen opgesteld. Nagegaan zal worden welke lanen expliciet als laan behouden dienen te blijven; dat betekent een extra beheersinspanning in het vrijhouden van de lanen van naastgelegen bebossing het onderhoud en evt. herstel en/of vernieuwing. Andere lanen zouden kunnen opgaan in de bosontwikkeling. Voor de locatie van lanen en de profielen zal er een ontwerpstudie 21

63 volgen; het daarop af te stemmen beheer zal in de beheerplanning worden opgenomen. Beheer van zichtlijnen De Lange Kruisweg is een lange open ruimte in het bos, precies gelegen in het droge dal. Deze ruimte is vrij van laanbeplanting. Het openhouden van deze ruimte staat voorop. Beheer van grafheuvels en leemkuil Het beheer van deze elementen is als aangegeven onder het beheer van de open terreinen. De grafheuvels zullen worden beheerd als open terrein. Het vrijhouden van opslag dient enerzijds de herkenbaarheid van deze elementen, maar ook het behoud ervan. Als uitgangspunt voor de inpassing van landschappelijke en cultuurhistorische elementen gelden de aanbevelingen uit het rapport Cultuurhistorische waardebepaling Park Berg en Bos (SB4, januari 2006). Beheer recreatieve elementen Voor alle nieuwe recreatieve elementen in Berg en Bos geldt dat deze zullen moeten worden getoetst aan de integrale ontwikkeling van het park. Om dit mogelijk te maken dient een beeldkwaliteitplan te worden opgesteld. Beheer en verplichtingen met betrekking tot beschermd gebied en soorten De nadruk bij het beheer ligt op vergroting van de natuurlijkheid van bos- en open terreinen. Dat vergroot in zijn algemeenheid de mogelijkheden voor diverse soorten. Specifiek soortenbeheer wordt niet voorgestaan, maar er zal wel worden gelet op de eisen van bescherming. In combinatie met een natuurlijk beheer draagt ook de voorgestane zonering bij aan behoud en bescherming van soorten. 2.8 Nota I-Cultuur De gemeenteraad van Apeldoorn heeft in maart 2006 de nota I-Cultuur vastgesteld. De nota kent 6 delen waarin ingegaan wordt op de termen inspireren, inventariseren, identificeren, instandhouden, informeren en investeren. Onderdeel van de nota zijn de archeologische beleidskaart en de cultuurhistorische beleidskaart Archeologische beleidskaart De archeologische beleidskaart geeft inzicht in welke mate de kans bestaat om archeologische resten in de bodem aan te treffen. Afhankelijk van de afzonderlijke trefkansen is bepaald welk beleid van toepassing is bij bodemingrepen. Er is onderscheid gemaakt in: hoge trefkans: bij ruimtelijke ontwikkelingen is archeologisch onderzoek verplicht. Steven naar behoud van archeologische waarden middelmatige trefkans: bij ruimtelijke ontwikkelingen is archeologisch bureauonderzoek verplicht. Afhankelijk van de uitkomsten kan veldonderzoek verplicht worden. Streven naar behoud van archeologische waarden. lage trefkans: bij ruimtelijke ontwikkelingen is een archeologisch quickscan vereist. Afhankelijk van de resultaten wordt vervolgonderzoek aanbevolen. Behoud van archeologische waarden wordt aanbevolen Cultuurhistorische beleidskaart Op de cultuurhistorische beleidskaart staat aangegeven hoe de inbreng van cultuurhistorische waarden bij ruimtelijke plannen gewenst is. Ook hier is een driedeling gemaakt, die er als volgt uitziet:/ hoge attentiewaarde: Bij ruimtelijke ontwikkelingen is cultuurhistorisch onderzoek verplicht. Streven naar behoud, herstel en versterking van cultuurhistorische waarden. gemiddelde attentiewaarde: Bij ruimtelijke ontwikkelingen is cultuurhistorisch bureauonderzoek verplicht. Afhankelijk van de resultaten kan volledig onderzoek 22

64 worden verplicht. Streven naar behoud, herstel en versterking van cultuurhistorische waarden. lage attentiewaarde: Bij ruimtelijke ontwikkelingen is een cultuurhistorische quickscan naar objecten verplicht. Aanbevolen wordt om cultuurhistorische waarden te behouden, herstellen en versterken. Het plangebied kent bijna geheel een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Langs de Badhuisspreng geldt een hoge archeologische verwachtingwaarde. Qua cultuurhistorie heeft het plangebied een gemiddelde attentiewaarde. 2.9 Waterbeleid Europees beleid Op 22 december 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) in werking getreden. De KRW geeft het kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kust-water en grondwater. Dat moet ertoe leiden dat: Aquatische ecosystemen en gebieden die rechtstreeks afhankelijk zijn van deze ecosystemen, voor verdere achteruitgang worden behoed. Verbetering van het aquatisch milieu wordt bereikt, onder andere door een forse vermindering van lozingen en emissies. Duurzaam gebruik van water wordt bevorderd op basis van bescherming van de beschikbare waterbronnen op lange termijn. Er wordt gezorgd voor een aanzienlijke vermindering van de verontreiniging van grondwater. Voor de KRW zijn ecologische èn fysisch-chemische doelen geformuleerd die afhankelijk zijn van de functie van een watergang en/of het beschermingsniveau van het grondwater. De KRW heeft, waar het de gemeente betreft, consequenties voor bijvoorbeeld riolering, afkoppelen, toepassing van bouwmaterialen en het ruimtelijk beleid Nationaal beleid Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de 4e Nota Waterhuishouding uit 1998 en hét rijksplan voor het waterbeleid in Nederland. Water krijgt een meer prominente rol bij de inrichting van Nederland. De beleidslijnen van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw en het Nationaal Bestuursakkoord Water, die inspelen op de verwachte klimaatsveranderingen, zijn een belangrijke impuls voor de koers van het nieuwe waterbeleid. Het hoofdthema is: Nederland, een veilige en leefbare delta, nu en in de toekomst. Belangrijke onderdelen van het Nationaal Waterplan zijn het nieuwe beleid op het gebied van waterveiligheid, het beleid voor het IJsselmeergebied, het Noordzeebeleid en de Stroomgebiedbeheerplannen op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water. Tevens bevat het Nationaal Waterplan een eerste beleidsmatige uitwerking van de kabinetsreactie op het advies van de Deltacommissie. 23

65 Watertoets De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten van ruimtelijke plannen en besluiten. In 2000 is de watertoets geïntroduceerd door de Commissie Waterbeheer 21e Eeuw en in 2001 vastgesteld door Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. De watertoets wordt toegepast bij locatiekeuzen en bij inrichtingsplannen. De uitkomst van de watertoets is een advies van de waterbeheerder, dat door de initiatiefnemer wordt meegewogen met andere belangen en wordt vertaald in een waterparagraaf. Sinds 1 november 2003 is de watertoets wettelijk verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het Bro verplicht tot het opnemen van een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding in de toelichting van ruimtelijke plannen Provinciaal beleid Waterplan Gelderland Het Waterplan Gelderland is de opvolger van het derde Waterhuishoudingsplan (WHP3). Het beleid uit WHP3 wordt grotendeels voortgezet. Het Waterplan Gelderland is tegelijk opgesteld met de water(beheer)plannen van het Rijk en de waterschappen. In onderlinge samenwerking zijn de plannen zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. In het plan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en wie ze gaat uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen. Voor een aantal functies, zoals landbouw, natte natuur, waterbergingsgebieden en grondwaterbeschermings- gebieden, zijn specifieke doelen geformuleerd. Voor de realisatie van bepaalde waterdoelen zijn ruimtelijke maatregelen nodig. Hiervoor krijgt het Waterplan Gelderland op basis van de nieuwe Waterwet de status van structuurvisie. In het Waterplan Gelderland is beschreven welke instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening de provincie wil inzetten Stroomgebiedsvisies De provincie Gelderland heeft stroomgebiedsvisies opgesteld. Hierin wordt een indeling gehanteerd in meer en minder sturende wateropgaven voor de ruimtelijke inrichting van Gelderland. Hieronder is aangegeven welke wateropgaven als sturend en welke als mee-ordenend zijn aangemerkt. Sturende wateropgaven Dit zijn opgaven die alleen zijn op te lossen door er ruimte voor te reserveren en aan de bestemming water prioriteit te geven boven andere bestemmingen. Bij het combineren met andere functies geldt de noodzakelijke ruimte voor water minimaal als vertrekpunt. Als sturende opgaven zijn aangemerkt: Wateroverlast: ruimteclaim voor het regionaal systeem voor berging van water in verbrede waterlopen en in aan te wijzen bergingsgebieden. Natuur: bescherming van waterlopen met hoge ecologische doelstelling (HEN) en de zogenaamde natte natuurparels en prioritaire gebieden, inclusief de daarbij behorende beïnvloedingsgebieden. Drinkwater: bescherming van de 25-jaars grondwaterintrekgebieden. Mee-ordenende wateropgaven Voor deze opgaven bestaan meerdere alternatieven voor de invulling van de noodzakelijke ruimte voor water. De ruimte voor water is op creatieve wijze te combineren met andere bestemmingen in deze gebieden via meervoudig ruimtegebruik. Mee-ordende wateropgaven zijn: Wateroverlast: gebieden waar een toenemende kans op wateroverlast kan optreden door verandering in het grondwaterpeil. Dit speelt met name in de 24

66 grondwaterfluctuatiezone. Natuur: bescherming van waterlopen met een niet-prioritaire ecologische doelstelling (SED) en de stroomgebieden van de bovenlopen van de SED-wateren. Bescherming van de niet-prioritaire natte natuur, inclusief de daarbij behorende beïnvloedingsgebieden. Bescherming van de 'blauwe motoren' van het grondwatersysteem en bescherming van de herstelgebieden voor natte natuur. Drinkwater: bescherming van oppervlaktewater voor drinkwaterwinning, de zoekgebieden voor drinkwaterwinning en de 100-jaars grondwaterintrekgebieden voor drinkwaterwinning Waterschapsbeleid Waterschap Veluwe is in zijn beheersgebied verantwoordelijk voor de waterhuishouding en de waterkering. Het Waterbeheerplan Veluwe geeft de strategische visie van het waterschap op de waterschapstaken, uitgewerkt in concrete doelen en een uitvoeringsstrategie. De doelen vloeien voort uit Europese, nationale en provinciale weten regelgeving. Zeven stroomgebiedsuitwerkingsplannen (SUP's) vormen het vertrekpunt van het nieuwe waterbeheerplan. Ze vormen de basis voor het beleid tot en met Het jaar 2015 is een markant ijkpunt. In het Nationaal Bestuursakkoord Water-actueel en in de Kaderrichtlijn Water is bepaald dat in dat jaar het watersysteem op orde moet zijn. Voor Apeldoorn gelden vijf stroomgebiedsuitwerkingsplannen: Apeldoorns Kanaal Grift Noordelijke IJsselvallei Zuidelijke IJsselvallei Harderwijk - Nunspeet Ermelo - Putten. Waterschap Veluwe maakt in de stroomgebiedsuitwerkingsplannen kenbaar waar werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. In ieder stroomgebiedsuitwerkingsplan staan de doelen beschreven voor het betreffende deelstroomgebied, alsmede de bijbehorende soorten maatregelen. Kortom: wat gaat het waterschap waar doen, op welke manier en wanneer? Het opstellen van de stroomgebiedsuitwerkingsplannen heeft plaatsgevonden samen met inwoners, mede-overheden en belangenorganisaties. De doelen in de plannen vloeien voort uit Europese, Nationale en provinciale wet-, regelgeving en beleid. De soorten maatregelen om deze doelen te bereiken zijn in de stroomgebiedsuitwerkingsplannen genoemd; ze zijn echter nog niet concreet. Ze geven een indicatie over hoe en wanneer Waterschap Veluwe de doelen wil bereiken. Hierbij is een mate van flexibiliteit gewenst. Over deze soorten maatregelen en de uitvoeringsperiode is inspraak geweest Gemeentelijk beleid Gemeentelijk Waterplan Apeldoorn Om te anticiperen op (beleids)ontwikkelingen en om de leefkwaliteit van de stad te vergroten heeft Apeldoorn gezamenlijk met het waterschap Veluwe en Vitens in 2005 een gemeentelijk Waterplan opgesteld. Het Waterplan is door de gemeenteraad vastgesteld en gekozen is voor het ambitieniveau Actief Duurzamer. De hoofdlijnen van het waterplan zijn: Afkoppelen en bergen Bij herontwikkeling, herinrichting en herstructurering zal het verhard oppervlak in het stedelijk gebied zoveel mogelijk afgekoppeld worden om het watersysteem op orde te krijgen. Ten westen van het Apeldoorns Kanaal wordt het regenwater in de bodem geïnfiltreerd of zoveel mogelijk vastgehouden in een groenzone naast iedere beek. Deze zones richten de gemeente en het waterschap in voor waterberging waar dat maar mogelijk is. Ten oosten van het kanaal wordt het regenwater in de vijvers geborgen. 25

67 Herstel van beken en sprengen Gemeente en waterschap herstellen het beken- en sprengensysteem in het stedelijk gebied van de stad en de dorpen. De naast de beek liggende waterbergingen krijgen een recreatieve functie voor wandelaars en fietsers. Gemeente en waterschap gaan samen de cultuurhistorische waarde van de beken herstellen en de hoge natuurwaarden beschermen. Het sprengenwater wordt verzameld in de beek de Grift en kan ten noorden van Apeldoorn geïnfiltreerd worden op de Veluwe voor drinkwaterbereiding. Saneren verontreinigd diep grondwater Het verontreinigde grondwater wil de gemeente saneren en beheersen. Het beheersen wil zij doen door grondwater dat vrijkomt bij het bestrijden van wateroverlast aan te wenden voor duurzame energie. Bijvoorbeeld door het water te gebruiken bij koude/warmteopslag of ontrekking. Vervolgens gaat het water naar de beken, daarna naar het kanaal en tot slot is het bestemd voor de infiltratie voor de drinkwaterbereiding bij Vitens. Saneren verontreinigde waterbodems Een deel van de watergangen en vijvers is verontreinigd met bagger. De waterdiepte en waterkwaliteit worden hierdoor nadelig beïnvloed. De komende jaren tot 2012 wordt deze baggerlaag gesaneerd. Het waterschap voert het werk uit en werkt hierbij samen met de gemeente Gemeentelijk Rioleringsplan Apeldoorn In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP), dat in 2005 door de gemeenteraad vastgesteld, is aangegeven hoe de gemeente Apeldoorn voor de planperiode het beheer en onderhoud van de riolering vormgeeft. Naast de reguliere onderhouds- en vervangingsopgave vanuit de Wet milieubeheer is het ambitieniveau Actief Duurzamer uit het Waterplan uitgangspunt voor het beleid. In het GRP is aangegeven welke maatregelen worden uitgevoerd, wat de kosten zijn en hoe de kosten gedekt worden. Voor de planperiode van het GRP zijn de volgende maatregelen voorzien: Afkoppelen regenwater bij herstructurering. Afkoppelen regenwater autonoom (bij voorbeeld bij rioolvervangingen). Voldoende waterberging in beekzones en afvoer via beken. Maatregelen voortvloeiend uit de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor. Baggeren van vervuilde waterbodems. Inlopen achterstand vervanging riolering Welstandsnota Artikel 12a van de Woningwet verplicht alle gemeenten om een welstandsnota vast te stellen. Die welstandsnota moet, in de vorm van beleidsregels, criteria bevatten voor de welstandstoetsing. Om te voldoen aan deze verplichting heeft de gemeenteraad in juli 2004 de kadernota 'Over welstand geschreven' vastgesteld. De nota geeft de kaders voor het welstandsbeleid. Hiermee worden bouwplannen getoetst aan redelijke eisen van welstand, om de fraaie leefomgeving in de stad te behouden en te versterken. In deze nota wordt voor ieder perceel in Apeldoorn één welstandsthema en één welstandsniveau aangewezen. Het niveau geeft aan hoeveel welstandsaandacht de gemeente aan een gebied geeft, waarbij de niveaus variëren van zwaar tot welstandsvrij. Het thema wordt bepaald door de bouwstijl of bouwperiode van de bebouwing. In het bestemmingsplan wordt het specifieke karakter van het gebied geregeld voor zover dit gaat om bebouwingsregels en gebruik. Het welstandsbeleid is hierop aanvullend en heeft betrekking op situering, massa en vorm, gevelkarakteristiek en detaillering, kleur en materiaalgebruik. Voor het plangebied geldt het normale welstandsniveau en het welstandsthema Sport 26

68 en recreatie. Voor de zone tussen het sportpark en de Laan van Spitsbergen geldt het welstandsniveau Zwaar. Binnen de voorwaarden die deze typeringen met zich meebrengen zal de realisatie van de nieuwe gebouwen in het plangebied plaats vinden. In het kader van dit plan wordt geen specifiek, gebiedsgericht welstandsbeleid ontwikkeld Kookboek De manier waarop in beleid en houding omgegaan wordt met ruimtelijke kwaliteit is in de afgelopen jaren verschoven van bepalend en reactief naar uitnodigend en inspirerend. Het ruimtelijk beleid van de gemeente Apeldoorn maakt een transitie door van toelatingsplanologie naar uitnodigingsplanologie. Deze transitie heeft maakt ook dat de producten die gemaakt worden anders van vorm en inhoud worden in het kader van het welstandsbeleid. Er zijn twee kookboeken verschenen, door de raad bekrachtigt als inspirerende handreikingen ruimtelijke kwaliteit. Deze kookboeken voor het landschap (2011) en voor dorpen (2012) reiken ingrediënten aan waarmee iedereen die in het fysieke domein actief is (burgers, ondernemers, ontwikkelaars) kan gaan koken. De nadruk ligt op uitnodigen en inspireren vanuit de kwaliteiten die er in het landschap, dorpen aanwezig zijn. Op dit moment wordt gewerkt aan het Kookboek voor de stad. 27

69 28

70 3 BESTAANDE SITUATIE PLANGEBIED EN OMGEVING 3.1 Historie Op de topografische kaart van 1900 is te zien hoe het plangebied nog geheel werd benut voor bos en op ruime afstand is gelegen van de stad Apeldoorn. Met daartussen nog het akkerbouwcomplex de Apeldoornse Enk, die in de afgelopen honderd jaar geleidelijk geheel is bebouwd. Figuur 6: Topografische kaar van omstreeks 1900 Sinds 1917 is de Gemeente Apeldoorn eigenaar van het voormalige landgoed Berg en Bosch. Hoewel het gebied van ongeveer 525 hectare destijds werd aangekocht voor stadsuitbreiding en hiervoor door landschapsarchitect K.C. van Nes een exploitatie- en verkavelingsplan werd opgesteld, waarvan het wegenstelsel grotendeels is aangelegd, raakte slechts een klein deel van het terrein daadwerkelijk bebouwd. Een gebied van ruim 267 hectare ging dienen als gemeentelijk wandelgebied en kreeg de naam Natuurpark Berg en Bos. In de jaren 30 van de twintigste eeuw werd dit natuurpark verfraaid met een grote Bosvijver en een diep ingegraven Sprengvallei. Aangrenzend werd het Kristalbad aangelegd. Na de Tweede Wereldoorlog bood het park plaats aan tal van evenementen en attracties waaronder bloemenfestijnen in 1948 en 1952 en vanaf 1971 de grote publiekstrekker apenpark Apenheul. 29

71 Figuur 7: Ontwerp van de Bosvijver en de Sprengvallei, 1932 Op 25 februari 1913 werd voetbalvereniging AGOSV (Apeldoornse GeheelOnthoudersvoetbalvereniging 'Steeds Voorwaarts') opgericht, een voetbalclub speciaal voor geheelonthouders. Later werdt de naam verandert in Apeldoornse GeheelOnthouders VoetbalVereniging. Weer later, in 1919, werd het geheelonthoudersprincipe verlaten en gingen de vijf letter staan voor Alleen Gezamenlijk Oefenen Voert Verder. De club groeide gestaag en en in 1921 verhuisde de vereniging naar de huidige locatie in het, toen nieuwe, sportpark Berg en Bos. In 1925 werd de huidige tribune ten westen van het hoofdveld in gebruik genomen. De ruimtelijke opzet is nadien nauwelijks veranderd. Omgeven door bos liggen los van elkaar een viertal sportvelden. Wel heeft de stad zich nadien uitgebreid tot aan de perceelsgrenzen van het sportpark. In 1925 wist de club door te dringen tot een van de twee gewestelijke hoofdklasses. Halverwege die jaren vijftig ging die klasse over in een competitie voor betaald voetbal. In het betaalde voetbal wist AGOVV tot 1971 te blijven. Na een lange periode in het amateurvoetbal trad AGOVV Apeldoorn in 2003 weer toe tot het betaalde voetbal. Later, in 2013, ging de betaald voetbalorganisatie failliet. Sindsdien is het sportpark weer alleen de thuisbasis van amateurvereniging AGOVV. 30

72 Figuur 8: Luchtfoto van het plangebied uit Ruimtelijke en functionele structuur Het plangebied ligt in de overgang tussen de stad en de bossen van de Veluwe en is gelegen aan de Laan van Spitsbergen, een belangrijke ontsluitingsweg. Direct ten oosten van het plangebied komt die weg samen met andere hoofdontsluitingswegen: Jachtlaan en John F. Kennedylaan. Ook de J.C. Wilslaan, een wijkontsluitingsweg, haakt daar op de Laan van Spitsbergen aan. Ten oosten van het plangebied zijn groene, ruim opgezette woonwijken te vinden, met langs de John F. Kennedylaan een kantorenpark. Binnen die overgangszone zijn diverse, recreatieve functies te vinden. Langs de J.C. Wilslaan ligt op enige afstand van het plangebied apenpark Apenheul en natuurpark Berg en Bos, met daarbij een groot parkeerterrein. Ten zuidwesten van het plangebied is sportveldencomplex het Ordenbos gelegen. Dat is de thuisbasis van diverse sportverenigingen. Langs de J.C. Wilslaan is een rij vrijstaande woningen aanwezig, waarvan de achtererfgrenzen tegen het plangebied liggen. Voor het overige wordt het plangebied omgeven door bospercelen. Daarbinnen is ten zuiden van het plangebied een (voormalige) locatie van het gemeentelijke bosbeheer aanwezig en een hostel (aan de Asselsestraat 330). 31

73 Figuur 9: Ligging binnen directe omgeving De hoofdopzet van het plangebied wordt gevormd door vier sportvelden in een bosrijke omgeving. De velden liggen op enige afstand van elkaar, 20 tot 80 meter, en volgen qua lengterichting individueel de dichtstbijzijnde openbare weg. In het bos tussen de twee noordelijke velden is nog een klein speelveeld aanwezig (voor 4-tegen-4 wedstrijden). Het hoofdveld is het meest oostelijk gelegen veld. Hieromheen zijn diverse voorzieningen gesitueerd die functioneel bij een dergelijk wedstrijdveld horen. Het gaat dan om een monumentale tribune, parkeerplaatsen, stallingsruimte voor fietsen, een clubhuis, kantoorruimte, lichtmasten, een businessruimte en diverse andere bouwwerken met een ondersteunde functie. De monumentale hoofdtribune en het monumentale spelershome zijn gelegen aan de westzijde van het hoofdveld. De zuidzijde is praktisch onbebouwd. Momenteel is rondom het hoofdveld circa 1100 m² aan (vergunde) gebouwen aanwezig. Langs de noord- en oostzijde van het hoofdveld zijn op het moment van schrijven ook tribunes aanwezig, die dateren uit de tijd dat er betaald voetbal werd gespeeld op het sportpark. Van deze tribunes is de (tijdelijke) omgevingsvergunning verlopen. Uit dit bestemmingsplan zal (mede) moeten blijken in hoeverre die tribunes opnieuw vergund kunnen worden. Hetzelfde geldt voor een aantal van de aanwezige lichtmasten, een kantoorunit en een drietal kleine verkooppunten. De parkeerplaatsen zijn gelegen langs de Laan van Spitsbergen en direct ten noorden van het hoofdveld. Wanneer deze plaatsen vol zijn, geschiedt het parkeren op het grote parkeerterrein bij (natuur)park Berg en Bos. Daarvandaan gaan de bezoekers te voet richting het sportpark. In de strook tussen de genoemde woningen aan de J.C. Wilslaan en het sportpark loopt de Badhuisspreng. Deze wordt gevoegd door een klein meer, die gelegen is tussen het plangebied en de Apenheul. Daarvandaan loopt deze spreng, via het plangebied oostwaarts richting het centrum van Apeldoorn, door een kunstmatige vallei met steile hellingen. Door de ligging tussen de bomen en achter de bebouwing van de J.C. 32

74 Wilslaan, heeft de sprengvallei een verborgen karakter. Ten zuidwesten van telecommunicatie. 3.3 het sportpark is een hoge mast aanwezig voor de Groenstructuur Het plangebied kent een sterke groenstructuur. Te midden van bos, liggen vier sportvelden. Dit bos sluit aan bij het (bos)massief van de Veluwe. De Laan van Spitsbergen, een belangrijke laan in de groenstructuur van de stad, vormt de scheiding tussen dat bos en de stad. Het bos bestaat uit een mengeling van loof- en naaldbomen. Deze bosrijke omgeving is een unieke setting voor een voetbalvereniging. Mede gezien de historie ervan, is dat een behoudenswaardige kwaliteit. 3.4 Natuurwaarden Op het sportpark (binnen het hekwerk) zijn beperkte natuurwaarden aanwezig. Het bos tussen de twee noordelijke velden betreft een douglasbos met een ouderdom van 90 jaar. Het is een productiebos dat niet tot een beschermd habitattype behoort. Nabij het zuidwestelijk sportterrein is een open bosrand aanwezig. Een klein deel van het terrein, in de zuidoosthoek, bestaat uit beukenbos van circa 70 jaar oud. Het sportpark wordt nagenoeg alleen gebruikt door algemeen voorkomende diersoorten. Hetgeen verklaarbaar is door het intensieve gebruik van de velden. Buiten het hekwerk zijn de natuurwaarden hoger. Tussen het sportpark en Groenoordlaan is oud gemengd bos (circa 90 jaar) aanwezig met grove den, berk, beuk en Amerikaanse eik met bosbes en vossebes in ondergroei. Dit bos behoort door groot aandeel grove den en Amerikaanse eik niet tot een beschermd habitattype. Het bosgebied wordt gebruikt door diverse, beschermde soorten zoals: boomklever, grote bonte specht, eekhoorn en boommarter. Ook rondom de Badhuisspreng is waardevolle natuur aanwezig. Enkele bijburchten van de das zijn buiten het hekwerk, op circa 300 meter afstand, aanwezig. 3.5 Verkeer en vervoer Het sportpark is direct ontsloten op de Laan van Spitsbergen. De Laan van Spitsbergen maakt onderdeel uit van de hoofdwegenstructuur van Apeldoorn. De Laan van Spitsbergen haakt in het zuiden aan op de Europaweg, die richting een afslag van de A1 voert. Richting het noorden, via de Jachtlaan en bedrijventerrein Noordoostpoort is een afslag van de A50 snel en eenvoudig bereikbaar. 33

75 Figuur 10: Ligging plangebied (oranje kader) binnen wegenstructuur van Apeldoorn. Per openbaar vervoer is het sportpark per (stads)bus te bereiken vanaf het treinstation in het centrum van Apeldoorn. Langs de John F. Kennedylaan is, ter hoogte van de kruising met de Waltersingel, een bushalte aanwezig. Die halte ligt op enkele minuten loopafstand van het sportpark. 3.6 Archeologie Het plangebied ligt op de glooiing van een stuwwal, op de meer hooggelegen (podzol)gronden. Daarnaast doorkruist een spreng het plangebied. Beide zaken zijn aanwijzingen voor vroege, menselijke activiteiten in het gebied. Het plangebied kent daarom een middelhoge archeologische verwachtingswaarde en een hoge verwachtingswaarde ter plaatse van de spreng. Binnen het plangebied is één archeologische vondst bekend. Het gaat om een grafheuvel die dateert uit periode tussen het Laat Neolithicum en de Midden Bronstijd. Dit betreft een relatief oude melding, waar verder nauwelijks documentatie over beschikbaar is. Deze grafheveul was aanwezig op de plek waar nu het clubgebouw staat, ten noordwesten van het hoofdveld. Deze grafheuvel is nu dan ook niet meer herkenbaar in het veld. 3.7 Cultuurhistorie Vanuit het oogpunt van cultuurhistorie is de beschreven ruimtelijke hoofdopzet van het plangebied waardevol, met de sprengvallei, in het noordoosten, de vier verspreid in het bos gelegen sportvelden, de padenstructuur en de groenelementen. Deze opzet vormt van oorsprong onderdeel van het park Berg en Bos, dat dateert uit Daarnaast zijn er enkele waardevolle gebouwen en elementen, die zijn benoemd tot gemeentelijk monument. Het betreft de historische tribune bij het hoofdveld met talud, uit 1925; een kleedlokaal (thans spelershome) uit 1932; en een glas-in-loodraam met herinneringsplaquette in het clubgebouw, uit de jaren 50 van de twintigste eeuw. 3.8 Kabels en leidingen Het plangebied wordt niet doorkruist door kabels en/of leidingen waar specifiek rekening mee gehouden dient te worden bij nieuwe, ruimtelijke ontwikkelingen. 34

76 3.9 Huidige gebruiker De huidige gebruiker is voetbalvereniging AGOVV. Deze vereniging is eigenaar van de velden de bouwwerken daaromheen en een gedeelte van de gronden rondom het hoofdveld. De overige gronden betreffen gemeente-eigendom. De vereniging wenst het huidige gebruik van het sportpark te continueren. Daarnaast wil de vereniging een grotere bijdrage leveren aan de maatschappij, door het sportpark voor meer te gebruiken of te laten gebruiken dan alleen voetbal. Dit gaat onder de vlag van breedtesport en maatschappelijke verantwoord ondernemen. Meer concreet komt dit er op neer dat de vereniging ruimte wil kunnen bieden aan maatschappelijke en culturele functies die gebruik maken van de faciliteiten op het sportpark. Ook op sportief gebied wenst de vereniging de activiteiten naar een hoger niveau te tillen. De ambitie van de vereniging is om het hoogste niveau binnen het amateurvoetbal te bereiken. Om deze ambitie mede gestalte te geven organiseert de vereniging jaarlijks nationale en internationale toernooien. Ook wil de vereniging jaarlijks een of meerdere voetbalevenementen organiseren, zoals voetbalwedstrijden met gerenommeerde clubs. Een (nieuwe) terugkeer naar het betaalde voetbal behoort in het geheel niet tot de ambitie van de vereniging. In de visie van de vereniging hoort bij het realiseren van de beschreven doelstellingen en ambitie een geschikte accommodatie. Met de aanwezige, maar meer niet-vergunde tribunes is voor de vereniging een geschikte accommodatie aanwezig. De vereniging wil deze tribunes dan ook graag laten staan danwel in ieder geval de mogelijkheid behouden om tribunes te kunnen realiseren. Inclusief de monumentale tribune gaat het in totaal om zitplaatsen. Verder heeft de vereniging het voornemen om een deel van de gebouwen op het sportpark mede te laten gebruiken voor binnensporten. Gedacht moet dan worden aan sporten die normaliter niet buiten worden beoefend, zoals biljart, dammen en bridge. 35

77 36

78 4 RUIMTELIJKE EN FUNCTIONELE VISIE Dit hoofdstuk geeft de ruimtelijke en functionele visie op het sportpark weer. Met de bestaande situatie als vertrekpunt, wordt de kijk op de (mogelijke) ruimtelijke ontwikkelingen op het sportpark voor de komende jaren geschetst. Die visie dient als basis voor de opgestelde planregeling. 4.1 Behoud van kwaliteiten Het sportpark is een unieke plek. Een bosrijke omgeving vormt al bijna een eeuw de thuislocatie van een voetbalvereniging. Deze locatie ligt goed ontsloten aan de hoofdwegenstructuur, aan de rand van de stad. Het sportpark omvat bijzondere, ruimtelijke kwaliteiten die bescherming behoeven. Gelijktijdig zijn toereikende bouw- en gebruiksmogelijkheden voor de gebruiker een pré. Op die wijze kan een duurzaam gebruik van het sportpark gestimuleerd wordt. Hoofddoelstelling van dit bestemmingsplan is het behouden van deze bijzondere entourage in Apeldoorn voor sportbeoefening. 4.2 Functionele koers Enerzijds liggen in de omgeving van het sportpark enkele rustige woonbuurten. Anderszijds zijn enkele, drukke, doorgaande wegen aanwezig, evenals diverse publiekstrekkers. Daarnaast is de opzet van het sportpark, zowel in ruimtelijk als in cultuurhistorisch opzicht, waardevol. In lijn met het voorbereidingsbesluit voor het sportpark, is gekozen voor het inperken van de mogelijke sportfuncties. Het geldende bestemmingsplan maakte in principe alle sportfuncties mogelijk, in dit plan is dat teruggebracht tot veldsporten. Dat is waar de huidige opzet van het sportpark op gerealiseerd is. Op die wijze biedt de beoogde inperking dan ook een goede borging van het behoud van die opzet. Gelijktijdig wordt hiermee rekenschap gegeven aan de belangen van omwonenenden. De vestiging van (mogelijke) milieuhinderlijke sportfuncties wordt niet langer mogelijk gemaakt. Evenementen blijven beperkt tot die evenementen die direct verband houden met de toegestane vorm van sportbeoefening. Hierbij is ten opzichte van het huidige gebruik, voetbal, bewust gekozen voor een veralgemenisering tot veldsporten. De ruimtelijke impact van voetbal is niet anders dan andere veldsporten, zoals hockey, rugby of korfbal. Gelijktijdig is, naar aanleiding van de wens daartoe van de huidige gebruiker, bezien of een verbreding van de mogelijke functies op het sportpark mogelijk is. Gelet op de bovenstaande uitgangspunten kan dit alleen in beperkte mate. Het zou dan om medegebruik moeten gaan van de aanwezige voorzieningen die onder de noemer 'veldsporten' vallen. Een zelfstandig gebruik hiervoor zou alleen een ondergeschikt deel van de toegestane gebouwen betreffen. In paragraaf 4.5 wordt dit nader uitgewerkt. 4.3 Ruimtelijke koers Belangrijk, ruimtelijk kenmerk van het sportpark is de ligging van de vier velden te midden van bospercelen. Ook op het sportpark zelf is bosgrond aanwezig, die bijdraagt aan de ruimtelijke karakteristiek. Functioneel gaat het om bosgrond die hoort bij het sportpark. Daarbinnen zijn diverse paden aanwezig, die de vier speelvelden met elkaar verbinden. De hoofdmoot van het bos op het sportpark ligt tussen de westelijke en de oostelijke velden. In de bestaande situatie zijn de gebouwen en bouwwerken geconcentreerd rondom het hoofdveld. Ruimtelijk gezien is deze situering logisch en wenselijk. Bij de andere velden, die verder van de stad af liggen, is bebouwing praktisch afwezig. Daarom is in dit plan gekozen van het formaliseren van de concentratie van de bebouwing rondom het hoofdveld. Dat zal gebeuren door een bouwvlak aan te geven. 37

79 Met het continueringen van de bestaande functie, wordt ook uitgegaan van het doorzetten van de bestaande bouwmogelijkheden. Die bouwmogelijkheden zijn toereikend. Dit plan maakt 1500 m² aan gebouwen mogelijk, met een maximale goothoogte van 4 meter en een maximale bouwhoogte van 8 meter. Anders dan in het geldende plan, worden voor sportvoorzieningen in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, hoogtebepalingen opgenomen. Die zijn toegespitst op bouwwerken die gebruikelijk zijn op een sportpark, zoals tribunes, ballenvangers, lichtmasten. Het geldende bestemmingsplan voorzag in het ongelimiteerd plaatsen van tribunes op het sportpark, zolang het maar geen gebouwen betroffen. De huidige gebruiker heeft inzichtelijk gemaakt behoefte te hebben aan tribunes, meer dan de vergunde, monumentale tribune (zie paragraaf 3.9). Toch kan het geldende recht op dit punt niet onverkort worden doorgezet. Hierboven is reeds uiteengezet dat een concentratie van de faciliteiten rond het hoofdveld, vanuit ruimtelijk oogpunt de voorkeur verdient. Tribunes zullen daarom alleen nog maar rond het hoofdveld mogelijk zijn. Daarnaast is de parkeersituatie op het sportpark en de omgeving beperkend. Naast de vergunde, monumentale tribune (circa 750 zitplaatsen) is de parkeersituatie berekend op de niet meer vergunde tribunes rond het hoofdveld. Dat betreffen in totaal 2500 zitplaatsen. Verder is een inperking van het geldende recht nodig om een goed woon- en leefklimaat in omliggende woningen te kunnen garanderen. Met een totaal van maximaal 3250 zitplaatsen en de inperking van het gebruik tot 'veldsporten' kan een goed woon- en leefklimaat in de omliggende woningen worden gegarandeerd (zie paragraaf 5.1). 4.4 Verkeer en parkeren Op een klein parkeerterrein op het sportpark (ruim 60 plaatsen) en op het grote parkeerterrein bij natuurpark Berg en Bos kan worden voorzien in de parkeerbehoefte van het sportpark. Op dat laatste terrein zijn ruim 1500 parkeerplaatsen aanwezig. De capaciteit van de hoofdwegen die het sportpark gebruikt voor zijn ontsluiting zijn toereikend. In het verleden heeft de gebruiker van het sportpark het kleine parkeerterrein langs de Laan van Spitsbergen een aantal maal verhuurd aan andere functies in de omgeving. Op die wijze konden die functies hun parkeerbehoefte (deels) kwijt op de momenten dat het sportpark niet in gebruik is. Mede gelet op de goede ontsluiting is dit een vorm van dubbelgebruik die hier goed passend is, zonder dat de ruimtelijke effecten van het sportpark wezenlijk toenemen. Het bestemmingsplan zal dan ook voorzien in deze vorm van dubbelgebruik. 4.5 Medegebruik De huidige gebruiker van het sportpark wil meer zijn dan een vereniging waarbinnen gesport wordt. De vereniging wil een bijdrage leveren aan de maatschappij. Daarvoor wil de vereniging graag de mogelijkheid hebben om maatschappelijke en culture functies c.q. zorgfuncties een plek te kunnen geven op sportpark, waarbij gebruik wordt gemaakt van de aanwezige faciliteiten. Daarbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan het ondersteunen van reïntegratietrajecten, sportactiviteiten voor mensen met een beperking en fysiotherapie. Binnen de huidige, maatschappelijke context zijn de wensen van de vereniging reële wensen. Maar gezien de beschreven ruimtelijke en functionele koers, wordt een functieverbreding echter ook beperkt mogelijk geacht. Het karakter van een 'bosrijke locatie voor veldsport' moet behouden blijven en hinder voor omwonenden moet worden voorkomen. Daarnaast geldt dat de voornemens van de vereniging weinig concreet zijn op dit punt. Daarom worden nieuwe, maatschappelijke nevenfuncties op het sportpark niet zondermeer toegestaan op het sportpark. Alleen via een afwijkingsbevoegdheid kan daaraan medewerking worden verleend. Deze bevoegdheid voorziet in het medegebruik 38

80 van onbebouwde grond en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor een beperkt aantal maatschappelijke functies. Van de gebouwen kan alleen een ondergeschikt deel, via de afwijingsbevoegheid, voor die maatschappelijke functies gebruikt worden. Het gaat dan om maximaal 150 m² (10% van 1500 m²). Gedacht kan dan bijvoorbeeld worden aan kinderopvang of fysiotherapie. Voorwaarden voor de bevoegdheid zijn dat de ruimtelijke kwaliteit van het sportpark in stand blijft en dat de effecten op de omgeving aanvaardbaar blijven. Ook de wens van de vereniging om binnensport te faciliteren is beperkt qua concreetheid. Maar dit betreft wel een voornemen om geldende rechten te gaan benutten. Anderszijds geldt ook hiervoor dat het streven is om het ruimtelijke karakter van het sportpark te handhaven. Daarom geldt ook hiervoor dat het bij voorkeur om medegebruik gaat van faciliteiten voor veldsport. Dit overwegende is ervoor gekozen een afwijkingsbevoegdheid in dit plan op te nemen voor binnensporten. Met die bevoegdheid kan worden voorzien in het gebruik van bestaande gebouwen voor binnensporten tot maximaal 300 m². 39

81 40

82 5 UITVOERBAARHEID 5.1 Milieuaspecten Inleiding Op grond van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (verder: Bro) moet de gemeente in de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving opnemen van de wijze waarop de milieukwaliteitseisen bij het plan zijn betrokken. Daarbij moet rekening gehouden worden met de geldende wet- en regelgeving en met de vastgestelde (boven)gemeentelijke beleidskaders. Bovendien is een bestemmingsplan vaak een belangrijk middel voor afstemming tussen de milieuaspecten en ruimtelijke ordening. In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek naar de milieukundige uitvoerbaarheid beschreven. Het betreft de thema's bodem, milieuzonering, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid Bodem Onderzocht moet worden of de bodem verontreinigd is en wat voor gevolgen een eventuele bodemverontreiniging heeft voor de uitvoerbaarheid van het plan. Een nieuwe bestemming mag pas worden opgenomen als is aangetoond dat de bodem geschikt (of geschikt te maken) is voor de nieuwe of aangepaste bestemming. Wanneer (een deel van) de bodem in het plangebied verontreinigd is moet worden aangetoond dat het bestemmingsplan, rekening houdend met de kosten van sanering, financieel uitvoerbaar is. Bodemonderzoeken mogen niet meer dan 5 jaar oud zijn. Indien er sprake is van bouwactiviteiten is ook in het kader van de bouwvergunning onderzoek naar de kwaliteit van de bodem nodig. In de praktijk worden deze onderzoeken vaak gecombineerd. Onderzoeksresultaten bodem Bij de Gemeente Apeldoorn zijn onderstaande bodemonderzoeken bekend: historisch onderzoek, Syncera, C , Verkennend onderzoek NEN 5740, De Klinker, LA.510, Verkennend onderzoek NEN/VKB, Furgo, , Verkennend onderzoek NEN-5740, MUG, , Uit de onderzoeken blijkt dat de bovengrond licht verontreinigd is met PAK. De ondergrond is niet verontreinigd voor de onderzochte stoffen. Het grondwater bevindt zich dieper dan 5 m-mv en is conform de NEN 5740 niet onderzocht. Uit het historisch onderzoek komt naar voren dat er een tank ligt (heeft gelegen) in de kelder van het clubhuis. Deze tank is nog niet voldoende onderzocht op het niveau van het verkennend bodemonderzoek Milieuzonering Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. Milieuzonering heeft twee doelen: 41

83 het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies; het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. Voor het bepalen van de aan te houden afstanden gebruikt de gemeente Apeldoorn de VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting, in plaats van de richtafstanden. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de dichtst daarbij gelegen situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is. Hoe gevoelig een gebied is voor milieubelastende activiteiten is mede afhankelijk van het omgevingstype. De richtafstanden van de richtafstandenlijst gelden ten opzichte van het omgevingstype rustige woonwijk. Een rustige woonwijk is ingericht volgens het principe van de functiescheiding: afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies voor; langs de randen is weining verstoring door verkeer. Vergelijkbaar met de rustige woonwijk zijn rustig buitengebied, stiltegebied en natuurgebied. Daarvoor gelden dan ook dezelfde richtafstanden. Wanneer sprake is van omgevingstype gemengd gebied kunnen de richtafstanden tussen milieubelastende functies en richtafstanden met één afstandsstap verlaagd worden, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat. Een gemengd gebied is een gebied met een variatie aan functies; direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren ook tot het omgevingstype gemengd gebied. Gezien de aanwezige functiemenging of de ligging nabij drukke wegen kent het gemengd gebied al een hogere milieubelasting. Dat rechtvaardigt het verlagen van de richtafstanden met één stap. De richtafstand van 30 meter voor een bedrijf in milieucategorie 2 kan dan bijvoorbeeld worden verkleind tot 10 meter en de richtafstand van 100 meter voor een bedrijf in milieucategorie 3.2 kan verlaagd worden tot 50 meter. Uitzondering op het verlagen van de richtafstanden vormt het aspect gevaar: de richtafstand voor dat milieuaspect wordt niet verlaagd. De tabel geeft de relatie tussen milieucategorie, richtafstanden en omgevingstype weer. milieucategorie richtafstand tot omgevingstype rustige richtafstand tot omgevingstype gemengd woonwijk gebied 10 m 0 m 30 m 10 m 50 m 30 m 100 m 50 m 200 m 100 m 300 m 200 m 500 m 300 m 700 m 500 m m 700 m m m Het systeem van richtafstanden gaat uit van het principe van scheiding van functies: de richtafstandenlijst geeft richtafstanden tussen bedrijfslocatie en omgevingstype rustige woonwijk respectievelijk gemengd gebied. Binnen gebieden met functiemenging zijn er milieubelastende en milieugevoelige functies die op korte afstand van elkaar zijn of worden gesitueerd. Bij gebieden met functiemenging kan gedacht worden aan stads- en wijkcentra, horecaconcentratiegebieden en woongebieden met kleinschalige c.q. ambachtelijke bedrijvigheid. Het kan gaan om bestaande gebieden met functiemenging 42

84 en om gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd, bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen. Hiernaast gelden ten aanzien van bedrijven die onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen, deze Wet en haar uitvoeringsbesluiten als toetsingskader voor de toegestane bedrijfshinder. Onderzoeksresultaten milieuzonering Onderhavig plan betreft uitsluitend een milieubelastende functie. Derhalve is alleen sprake van een uitwaartse zonering. Aangezien in de omgeving diverse, drukke doorgaande wegen liggen, kunnen de milieuzones worden gecorrigeerd naar het omgevingstype 'gemengd gebied'. Een sportveldencomplex met verlichting heeft een (gecorrigeerde) milieuzone van 30 meter (milieucategorie 3.1). Binnen die zone bevinden zicht geen gevoelige objecten. Met betrekking tot het voorkomen van lichthinder moet voldaan worden aan de eisen uit het Besluit houdende algemene regels voor inrichtingen (Activiteitenbesluit) Geluidhinder Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening gehouden dient te worden: wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai. Het plangebied is gelegen binnen de invloedssfeer van verkeerswegen. Het plan voorziet echter niet in de realisatie van geluidgevoelige objecten. Akoestisch onderzoek is derhalve niet noodzakelijk Luchtkwaliteit De eisen voor de kwaliteit van de buitenlucht zijn sinds november 2007 vastgelegd in de Wet milieubeheer (in titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen). De Wet milieubeheer kent grenswaarden en voor enkele stoffen ook plandrempels. Bij overschrijding van de plandrempel moet een plan worden opgesteld ter verbetering van de luchtkwaliteit. De plandrempel ligt boven het niveau van de grenswaarde en wordt jaarlijks aangescherpt tot de grenswaarde. In 2010 zijn de plandrempels gelijk aan de grenswaarden. De wet heeft tot doel het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging, onder andere als gevolg van het verkeer. De gemeenteraad kan een bestemmingsplan dat gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit alleen vaststellen wanneer aannemelijk is gemaakt dat: het bestemmingsplan c.q. de vrijstelling niet leidt tot het overschrijden van de in de wet genoemde grenswaarden; de luchtkwaliteit als gevolg van het bestemmingsplan c.q. de vrijstelling per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft; het bestemmingsplan c.q. de vrijstelling niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een stof waarvoor in de wet grenswaarden zijn opgenomen. Bij ministeriële regeling (de Regeling niet in betekenende mate bijdragen) zijn categorieën van gevallen aangewezen, waarin (o.a.) het vaststellen van een bestemmingsplan c.q. het verlenen van een vrijstelling in ieder geval niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Wanneer een ontwikkeling valt onder de categorieën van gevallen is het niet nodig luchtkwaliteitsonderzoek uit te voeren. De categorieën van gevallen zijn: woningbouwlocaties met niet meer dan 1500 nieuwe woningen en één ontsluitingsweg; woningbouwlocaties met niet meer dan dan 3000 woningen en twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling; kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan m 2 en één ontsluitingsweg; kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan m 2 en twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. Wanneer een voorgenomen ontwikkeling niet onder de categorieën van gevallen valt, kan het bestuursorgaan op andere wijze aannemelijk maken dat de ontwikkeling niet in 43

85 betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van stoffen waarvoor grenswaarden gelden. Onderzoeksresultaten luchtkwaliteit Het bestemmingsplan voorziet in hoofdzaak ik het vastleggen van een al aanwezige situatie. De nog niet benutten ontwikkelingsmogelijkheden brengen verkeersbewegingen met zich mee waarvan bij voorbaat kan worden aangenomen dat de effecten op de luchtkwaliteit daarvan lager zijn dan de projecten die per definitie niet in betekende mate bijdragen aan het verslechteren van de lucht kwaliteit, zoals een woningbouwlocatie met 1500 woningen en één ontsluitingsweg. Daarom kan redelijkerwijs worden geconcludeerd dat dit plan niet in betekende mate bijdraagt aan het verslechteren van de luchtkwaliteit en dat luchtkwaliteitsonderzoek daarom niet nodig is Externe veiligheid Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport ervan. Op basis van de criteria zoals onder andere gesteld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden bedrijven en activiteiten geselecteerd die een risico van zware ongevallen met zich mee (kunnen) brengen. Daarbij gaat het vooral om de grote chemische bedrijven. Ook kleinere bedrijven als LPG-tankstations, opslagen van bestrijdingsmiddelen, buisleidingen, transportactiviteiten en luchtverkeer zijn als potentiële gevarenbron aangemerkt. Besluit externe veiligheid inrichtingen Voor bepaalde risicovolle bedrijven geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Hierin zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. Het Bevi heeft tot doel zowel individuele burgers als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken verplicht het Bevi gemeenten en provincies bij besluitvorming in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening afstand aan te houden tussen gevoelige objecten (zoals woningen) en risicovolle bedrijven. Het Bevi regelt hoe gemeenten moeten omgaan met risico's voor mensen buiten een bedrijf als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in een bedrijf. Daartoe legt het Bevi het plaatsgebonden risico vast en geeft het een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico. In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen bedrijven die vallen onder de werkingssfeer van het Bevi. Het Bevi vormt geen belemmering voor het realiseren van de nieuwe bebouwing. In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen bedrijven die vallen onder de werkingssfeer van het Bevi. Het Bevi vormt geen belemmering voor het realiseren van de nieuwe bebouwing. Buisleidingen In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen. Transport gevaarlijke stoffen Op basis van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen dient het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR) van de transportroute te worden bepaald en te worden verantwoord. Hierbij wordt dezelfde systematiek als in het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen) toegepast. Op circa 10 meter van de inrichtingsgrens en ongeveer 50 meter van het sportpark is Laan van Spitsbergen gelegen. De planlocatie is gelegen binnen de invloedsgebied van 200 meter van deze ringweg door Apeldoorn. Het gedeelte van de Laan van Spitsbergen waaraan het complex van AGOVV is gelegen betreft geen route waarover LPG getransporteerd wordt. De mogelijkheid bestaat wel dat er incidenteel transport van benzine of diesel plaats vindt. Uit de resultaten zoals opgenomen in de notitie 'Deelonderbouwing voor de Uitvoeringsnotitie verantwoording Groepsrisico' (d.d. maart 2009) die door het 44

86 Projectbureau Externe Veiligheid van de Regio Stedendriehoek is opgesteld blijkt dat in een worst case scenario geen groepsrisico aanwezig is. Een PR-contour is ook niet aanwezig. Gelet op de beperkte bevolkingsdichtheid in relatie tot het verwaarloosbare aantal vervoersbewegingen met gevaarlijke stoffen neemt de oriëntatiewaarde van het groepsrisico niet significant toe en is een nadere verantwoording niet noodzakelijk Elektromagnetische straling In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen hoogspanningsleidingen. In het plangebied zijn zendmasten aanwezig met antennes op een hoogte van 30 meter. De veilige afstand is vanaf 2,16 meter recht voor de antenne en 0.5 meter onder de antenne. Gelet op het feit dat de antennes op een hoogte van 30 meter hangen vormt de aanwezigheid van de masten geen belemmering voor de realisatie van nieuwe bebouwing. 5.2 Waterhuishouding Grondwater Het plangebied ligt ten westen van het Apeldoorn Kanaal en daarmee deels, langs de oostzijde, in (de buffer van) de in het Streekplan vastgelegde grondwaterfluctuatiezone. Uit gegevens van peilbuizen in de omgeving blijkt dat het grondwaterpeil in het plangebied tussen de 7 en 10 meter onder maaiveldniveau ligt. Door deze lage grondwaterstand zal het plan grondwaterneutraal worden ontwikkeld. Het plangebied ligt buiten het grondwaterbeschermingsgebied ten westen van de stad Apeldoorn, maar deels wel binnen het 100 jaars intrekgebied dat daar bij hoort. Eventuele, nieuwe bebouwing is buiten dat gebied geprojecteerd Oppervlaktewater en waterafhankelijke natuur Een van de sprengkoppen van de Badhuisspreng is gesitueerd in het plangebied. Deze sprengkop staat in verbinding met de vijver in het Park Berg en Bos. De sprengkop wordt gevoed door grondwater en incidenteel door overtollig oppervlaktewater uit de vijver. De Badhuisspreng is onderdeel van het beekherstelprogramma van de gemeente Apeldoorn. In de toekomst zal de Badhuisspreng worden hersteld. Op dit moment vormt de incidentele watervoerendheid van de spreng een belemmering voor het herstel. De spreng is een a-watergang waarop de keur van het waterschap rust. De spreng behoort niet tot de HEN- en/of SED-wateren. Dit plan heeft geen (nadelig) gevolgen voor de waterkwaliteit en kwantiteit van de spreng. De geplande ontwikkelingen hebben geen invloed op de spreng en de sprengzone. Door dit plan ontstaat geen extra oppervlaktewater. Er zal niet geloosd worden op het oppervlaktewater. In en om het plangebied komt geen waardevolle, waterafhankelijke natuur voor. Het plan heeft derhalve geen nadelige gevolgen voor de waterafhankelijke natuur Afvoer van hemelwater In het plangebied en de omgeving daarvan ligt een gemengd rioolstelsel waarmee vuilen hemelwater gezamenlijk worden afgevoerd. De capaciteit van dit riool is voldoende om bij de maatgevende regenbui die eens per 2 jaar optreedt geen water op straat te veroorzaken. Het plangebied ligt niet in een zoekgebied voor waterberging. Het gemeentelijk beleid is er op gericht om bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen de afvoer van hemelwater niet op de riolering aan te sluiten. In de Bouwverordening is bepaald dat het hemelwater dat afkomstig is van daken en verhardingen in de bodem moet worden geïnfiltreerd door middel van een infiltratievoorziening van voldoende capaciteit op eigen terrein. 45

87 De (bouw)materialen die in aanraking komen met het hemelwater mogen niet uitlogen en dienen volgens Duurzaam Bouwen geselecteerd te zijn. Bij de infiltratie van hemelwater mag de bodem niet verontreinigd raken door met het hemelwater afgevoerde vervuilende stoffen. In dit plangebied wordt het hemelwater geinfiltreerd in de bodem. Door geen geloogde bouwmaterialen te gebruiken, wordt voorkomen dat het te infiltreren hemelwater het grond- en/of oppervlaktewater verontreinigt Afvoer van afvalwater Eventuele nieuwe gebouwen dienen te worden voorzien van gescheiden afvoeren voor vuil- en hemelwater, zoals op grond van het Bouwbesluit verplicht is. De vuilwaterafvoer van de bebouwing wordt aangesloten op het gemeentelijke gemengde rioolstelsel. Het bestaande rioolstelsel in en om het plangebied heeft voldoende capaciteit Watertoets Het plan omvat minder dan m² extra verhard oppervlak. Bouwmogelijkheden liggen niet in een Keurzone of in een zoekgebied voor waterberging. Het plan betreft geen HEN-water (inclusief beschermingszone), landgoed, weg, spoorlijn, damwand, scherm, ontgronding et cetera. Bovendien zal er niet meer dan de landelijke afvoernorm geloosd gaan worden op het oppervlaktewater. Daarom is dit plan in het kader van de watertoets een postzegelplan als omschreven door Waterschap Veluwe. Voor het plan geldt dan ook het standaard wateradvies. Afwijkingen van dit standaard wateradvies zijn gemotiveerd aangegeven. Bij negatieve gevolgen voor het watersysteem is aangegeven hoe deze gemitigeerd dan wel gecompenseerd worden. 5.3 Natuurwaarden Algemeen Bescherming van natuurwaarden vindt plaats via de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet, de Boswet en de provinciale richtlijn voor Bos- en natuurcompensatie. Soortbescherming Op grond van de Flora- en faunawet is iedere handeling verboden die schade kan toebrengen aan de op grond van de wet beschermde planten en dieren en/of hun leefgebied. Op grond van artikel 75 van de wet kan ontheffing van het verbod worden verleend en op grond van de ex artikel 75 vastgestelde AmvB gelden enkele ontheffingen van het verbod. Het systeem werkt als volgt: algemene soorten Voor de (met name genoemde) algemene soorten geldt (onder andere) voor activiteiten die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing van het verbod. overige soorten Voor de overige (met name genoemde) soorten geldt (onder andere) voor activiteiten die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing van het verbod, mits die activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Wanneer er geen (goedgekeurde) gedragscode is, is voor die soorten een ontheffing nodig; de ontheffingsaanvraag wordt voor deze soorten getoetst aan het criterium 'doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort'. soorten bijlage IV Habitatrichtlijn/bijlage 1 AmvB Voor de soorten die zijn genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en bijlage 1 van de AmvB artikel 75 is voor activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling een ontheffing nodig. De ontheffingsaanvraag wordt getoetst aan drie criteria: 1. er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang (daaronder valt de 46

88 uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling); en 2. er is geen alternatief; en 3. doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort. Vogels vormen een aparte groep: activiteiten die verstorend zijn gedurende de broedperiode van voorkomende broedvogels zijn niet toegestaan; een ontheffingsmogelijkheid ontbreekt dan ook. Daarnaast is voor aantasting van vaste verblijfplaatsen van vogels (nesten die jaarlijks terugkerend worden bezocht) buiten de broedperiode een ontheffingsprocedure van belang. Gebiedsbescherming Naast de hiervoor beschreven soortbescherming kan ook een gebiedsbescherming gelden op grond van de Natuurbeschermingswet. Figuur 11: ligging plangebied (rood omkaderd) ten opzichte van Natura2000-gebied de Veluwe (groen). Bos- en natuurcompensatie Flora wordt ook beschermd door de Boswet en de provinciale richtlijn Bos- en natuurcompensatie uit 1998, die is gericht op de instandhouding van het bos- en natuurareaal in de provincie Gelderland. Voor gronden met de hoofd- of medebestemming 'Bos' en 'Natuur' die in het kader van ruimtelijke planvorming wordt aangetast, gelden bepaalde compensatieregels. Deze compensatie is afhankelijk van de vervangbaarheid van de aan te tasten natuur of de leeftijd van het te kappen bos. Bij bos jonger dan 25 jaar geldt een compensatie van 120%; voor bos van 25 tot 100 jaar 130% en voor bos ouder dan 100 jaar, 140%. Voor gronden binnen de bebouwde kom die volgens de criteria van de Boswet herplantplichtig zijn (bosjes van minimaal 10 are of 20 bomen in rijbeplanting) geldt eveneens de compensatieverplichting vanuit de richtlijn. 47

89 5.3.2 Onderzoeksresultaten Het bestemmingsplan voorziet in het bestemmen van een aanwezige situatie en voorziet daarnaast in het beperkt mogelijk van van medegebruik van de reeds aanwezige voorzieningen voor andere functies. Overtredingen van de Flora en Faunawet zijn derhalve niet te verwachten. Het plangebied ligt buiten een gebied dat beschermd is op grond van de Natuurbeschermingswet, maar grenst daar wel aan. Derhalve kunnen (alleen) externe effecten aan de orde zijn. Met dit plan wordt voor het overgrote deel in het reeds aanwezige gebruik voorzien. Daarnaast wordt het genoemde, nieuwe medegebruik, mogelijk gemaakt. Daarvan zijn in potentie alleen effecten te verwachten die zich verspreiden via de lucht. Concreet komt het dan neer op de depositie van stikstof als gevolg van extra verkeersbewegingen. Per saldo voorziet dit plan echter in een verkleining van de mogelijke verkeersbewegingen omdat de geldende gebruiksmogelijkheden aanmerkelijk worden teruggebracht. Een toename van de stikstofdepositie is dan ook niet aan de orde. Daarmee is van significante effecten op een beschermd natuurgebied geen sprake. Verder leidt het plan ook niet tot het verdwijnen van bos die beschermd is op basis van de Boswet. 5.4 Cultuurhistorie Cultuurhistorische waarden De bestaande groene opzet van het sportpark blijft gehandhaafd. Rondom de monumentale tribune wordt geen bebouwing toegevoegd. Die monumentale waarde wordt derhalve niet verstoord. De overige cultuurhistorische waarden in het plangebied, namelijk de hoofdstructuur met het bosachtige karakter en de 'sprengvallei' ten langs de noordoostzijde van het plangebied worden niet aangetast door de plannen Archeologische waarden Door een dubbelbestemming voor (naar verwachting aanwezige) archeologische waarden met bijpassende regels, worden mogelijk aanwezige, archeologische waarden beschermd. 5.5 Financieel-economische uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan voorziet in hoofdzaak in het bestemmen van een aanwezige situatie. De financieel-economische uitvoerbaarheid is derhalve niet in het geding. Er behoeft daarom geen exploitatieplan te worden vastgesteld. 48

90 6 JURIDISCHE PLANOPZET 6.1 Inleiding In hoofdstuk 4 is de voorgestane invulling van het plangebied beschreven. Hoofdstuk 5 toont aan dat deze invulling uitvoerbaar is. De volgende stap is het treffen van een juridische regeling die de invulling mogelijk maakt. Dit hoofdstuk beschrijft deze regeling. In paragraaf 6.2 wordt het karakter van dit bestemmingsplan beschreven. Paragraaf 6.3 beschrijft de gebruikte bestemmingen. Hier worden zowel de regels als de weergave van de bestemmingen op de plankaart beschreven. De beschrijving geeft aan hoe de regeling geïnterpreteerd moet worden. In paragraaf 6.4 tenslotte worden de algemene regels en de overgangs- en slotregels besproken. 6.2 Karakter bestemmingsplan Het bestemmingsplan is een beheerplan. Uitgangspunt is constistent bestemmen in de aanwezige situatie en het beschermen van de aanwezige kwaliteiten. 6.3 Bestemmingen De bestemmingen zijn vastgelegd in de regels en op de plankaart. Samen geeft dit de regels voor gebruik en bebouwing van de grond. De bestemmingen worden hierna besproken. Bos De bestemming Bos is opgenomen om een eenduidige regeling te krijgen voor het sportpark en de directe omgeving. In verband met de grofmazigheid van het geldende plan, is het huidige bestemmingsvlak is namelijk groter dan het aanwezige sportpark. Het gaat hier om stukken bosgrond. Door het omliggende bosgebied in het plangebied te betrekken kan een en ander worden gecorrigeerd. Dat corrigeren is gedaan op basis van de feitelijke situatie en de eigendomssituatie. Op de gronden met de bestemming Bos zijn bos, struikgewas, hakhout en afschermende groenbeplanting toegestaan. Daarnaast zijn de gronden mede bestemd voor het behoud, de bescherming en de versterking van het bos met de bijbehorende landschaps- en natuurwaarden. Verder zijn paden en nutsvoorzieningen toegestaan. Direct ten zuiden van het sportpark is een mast voor telecommunicatie gelegen die hoger is dan 15 meter. In deze mast wordt met een specifieke aanduiding binnen de bestemming Bos voorzien. Sport Met de bestemmings Sport is de geldende bestemming Sportvoorzieningen doorvertaald. Op de gronden met de bestemming Sport is een veldsportcomplex toegestaan. Daaronder wordt verstaan: veldsporten, met bijbehorende voorzieningen. De gebruiksmogelijkheden voor sport worden daarmee, in vergelijking met het huidige plan, aanmerkelijk teruggebracht: alleen de aanwezige functie is nog mogelijk. Die reductie is aangebracht in verband met milieuzoneringen en in verband met het behouden van de ruimtelijke opzet. Verder zijn binnen deze bestemming ook nutsvoorzieningen en sportevenementen toegestaan. Daarnaast zijn deze gronden bestemd voor de bescherming van de bestaande houtopstanden. Ruimtelijk is het gewenst dat de bebouwing zich concentreert rondom het hoofdveld en niet dat bouwmogelijkheden worden aangewend voor gebouwen bij een van de andere velden. Om daar uitvoering aan te geven is aan het bestemmingsvlak een bouwvlak toegekend. Alleen daarbinnen is het toegestaan gebouwen op te richten. De bestaande 49

91 gebouwen rondom het hoofdveld en de nieuw te realiseren gebouwen zijn binnen dat bouwvlak gelegen. In de regels wordt daar een maximum van 1500 m² aan gekoppeld. Voor de maximum goot- en bouwhoogte voor gebouwen zijn de geldende waarden aangehouden: 4 respectievelijk 8 meter. In het geldende bestemmingsplan geldt voor tribunes geen oppervlaktebeperking. Afhankelijk van de uitvoering kan een tribune een gebouw zijn of een bouwwerk, geen gebouw zijnde. Qua ruimtebeslag en capaciteit hoeft tussen beide varianten geen verschil aanwezig te zijn. Daarop gelet zijn tribunes opgenomen als aparte categorie in het bebouwingschema. Tribunes dienen, net als gebouwen, binnen het bouwvlak te zijn gelegen. Daarbij is niet het grondbeslag bepalend, maar de capaciteit uitgedrukt in het aantal zitplaatsen. Met een specifieke gebruiksregel is geregeld dat de bezoekerscapaciteit, uitgedrukt in het aantal zitplaatsen dat redelijkerwijs op enig moment in gebruik is, niet meer mag bedragen dan Dat aantal is gebaseerd op de bestaande capaciteit plus de opnieuw te vergunnen tribunes. Qua ruimtelijke effecten kan de huidige functie van het sportpark zo niet verder groeien. De bouwmogelijkheden zijn weergegeven in een bebouwingschema. Met deze constructie wordt voorkomen dat de ruimte voor tribunes (zondermeer) ingewisseld kan worden voor andere gebouwen en vice versa. Tribunes die niet als zelfstandig bouwwerk aan te merken zijn, maar onderdeel zijn van een gebouw, worden geacht onderdeel uit te maken van dat gebouw en tellen daarom mee bij de oppervlaktebepaling van de gebouwen, niet zijnde tribunes. De hoofdmoot van het bos op het sportpark ligt tussen de westelijke en de oostelijke velden. Met de functieaanduiding 'bos' wordt die hoofdmoot van extra bescherming voorzien. Grond met die aanduiding is tevens bestemd voor het behoud en de ontwikkeling van de ter plaatse aanwezige natuur- en landschapswaarden. In de bestemming zijn afwijkingsbepalingen opgenomen voor het gebruik. Deze zijn in paragraaf 4.5 reeds toegelicht. Waarde - Archeologie Hoog en Waarde - Archeologie Middelhoog Gebieden die op de archeologische beleidskaart zijn aangemerkt als gebied met hoge trefkans op archeologische resten hebben de dubbelbestemming Waarde - Archeologie Hoog gekregen, gebieden die zijn aangemerkt als gebied met middelhoge trefkans op archeologische resten hebben de dubbelbestemming Waarde - Archeologie Middelhoog gekregen. Voor beide bestemmingen geldt dat bij het indienen van een bouwaanvraag voor een bouwwerk met een oppervlakte van meer dan 50 m 2 (Hoog) respectievelijk 100 m 2 (Middelhoog) tevens een archeologisch onderzoeksrapport moet worden ingediend. Als uit dit rapport blijkt dat de archeologische waarden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord kunnen burgemeester en wethouders bepaalde voorwaarden aan de bouwvergunning verbinden. Wanneer de archeologische waarde van het terrein al uit andere informatie (bijvoorbeeld uit eerder uitgevoerd onderzoek) bij de gemeente bekend is, is het niet nodig nieuw onderzoek uit te voeren. Voor een aantal werken en werkzaamheden geldt in beide bestemmingen een aanlegvergunningvereiste. Waarde - Beken en sprengen De dubbelbestemming Waarde - Beken en sprengen is gegeven aan het tracé van de Badhuisspreng. De gronden zijn, naast de daar voorkomende besteming Bos, mede bestemd voor het beheer, herstel en onderhoud van de landschappelijk en ecologisch waardevolle sprengen. De dubbelbestemming beoogt ook de sprengoevers te beschermen. Daarom is het bestemmingsvlak beduidend breder dan de spreng zelf. Op de gronden met deze dubbelbestemming mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van het beheer van de beken of sprengen worden gebouwd. Andere gebouwen zijn, mits passend binnen de andere bestemming, uitsluitend toegestaan door middel van een afwijkingsbevoegdheid. Er kan pas afgeweken worden wanneer vooraf advies van de 50

92 beheerder van de beek of spreng is opgenomen. Als voorwaarde is daarnaast opgenomen dat de landschappelijke en ecologische waarden van de beek of spreng niet mogen worden aangetast. Ook deze bestemming kent voor een aantal werken en werkzaamheden een aanlegvergunningvereiste. 6.4 Algemene regels en overgangs- en slotregels In hoofdstuk 3 (Algemene regels) zijn regels opgenomen die gelden voor alle bestemmingen. In artikel 9 zijn bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. In lid 9.1 is onder andere de bepaling over ondergronds bouwen opgenomen. Hierin is bepaald dat ondergronds bouwen in het hele pangebied is toegestaan. Het laatste onderdeel van dit lid geeft een regeling voor legaal gebouwde (delen van) bouwwerken die niet voldoen aan de in het plan voorgeschreven maatvoering. De aanwezige maten zijn dan toegelaten, ook bij eventuele herbouw van het bouwwerk. Dit geldt alleen daar waar de afwijking voorkomt. In artikel 10 staan de algemene gebruiksregels. Hierin is beschreven welke vormen van gebruik in ieder geval gelden als gebruik in strijd met de bestemming. In artikel 13 staan de procedureregels die bij nadere eisen in acht genomen moeten worden. Artikel 14 tenslotte geeft aan welke regeling geldt wanneer wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen en plannen. De overige artikelen bevatten bekende regels die geen nadere bespreking behoeven. Hoofdstuk 4 bevat tot slot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik en de titel van het bestemmingsplan. 51

93 52

94 7 INSPRAAK EN OVERLEG 7.1 Inspraak Overeenkomstig het in de gemeentelijke inspraakverordening bepaalde heeft geen voorontwerp van dit bestemmingsplan ter inzage gelegen. 7.2 Totstandkoming plan Van 6 februari 2014 tot en met 19 maart 2014 heeft het ontwerp van dit bestemmingsplan ter inzage gelegen. Toen zijn 168 zienswijzen ingediend. De samenvatting en de beoordeling van de zienswijzen zijn te vinden in het vaststellingsbesluit bij dit bestemmingsplan. 53

95 54

96 REGELS behorende bij het bestemmingsplan 55

97 56

98 Hoofdstuk 1 Artikel 1 INLEIDENDE REGELS Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan Het bestemmingsplan Laan van Spitsbergen 2 NL.IMRO.0200.bp1083-vas1 van de gemeente Apeldoorn. met identificatienummer 1.2 bestemmingsplan De geometrisch bepaalde planobjecten de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen. 1.3 aanduiding Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4 aanduidingsgrens De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5 aanduidingsvlak Een vlak, door aanduidingsgrenzen van andere vlakken gescheiden. 1.6 ander werk Een werk, geen bouwwerk zijnde. 1.7 antennedrager Een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne. 1.8 antenne-installatie Een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. 1.9 bebouwing Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedrijfswoning Een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van beheer van en/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting bestaand bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning; bij gebruik: het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan bestemmingsgrens De grens van een bestemmingsvlak bestemmingsvlak Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming bezoekerscapaciteit Het totaal aantal zitplaatsen binnen een bestemmingsvlak dat aanwezig is en dat kennelijk op enig moment in gebruik is. 57

99 1.15 bouwen Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk bouwgrens De grens van een bouwvlak bouwlaag Een doorlopend gedeelte van een gebouw, begrensd door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen bouwvlak Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten bouwwerk Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond erkend archeoloog Een door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen archeoloog die voldoet aan de door en krachtens de Monumentenwet gestelde kwalificaties en eisen evenementen Periodieke en/of incidentele manifestaties. Onder evenementen worden in ieder geval niet begrepen activiteiten die zijn gericht op verkoop uit grote partijen met een beperkt assortiment door één of enkele aanbieders folly Een bouwwerk bedoeld ter verfraaiing, als noodzakelijkerwijs functioneel van aard. blikvanger of oriëntatiepunt, niet 1.23 gebouw Elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt hoge archeologische verwachtingswaarde Een aan een gebied toegekende waarde die aangeeft dat ter plaatse de trefkans op archeologische vondsten hoog is dan wel dat het belang van de mogelijke archeologische waarden en/of vondsten hoog is kampeermiddel Een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning vereist is als bedoeld in de Woningwet; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor verblijfsrecreatie middelhoge archeologische verwachtingswaarde Een aan een gebied toegekende waarde die aangeeft dat ter plaatse de trefkans op archeologische vondsten middelhoog is dan wel dat het belang van de mogelijke archeologische waarden en/of vondsten middelhoog is. 58

100 1.27 nutsvoorziening Een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en electriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen ondergrondse leidingen, transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten overkapping Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand peil Het gemiddelde afgewerkte bouwterrein dat aansluit aan de naar de weg dan wel openbare ruimte gekeerde gevel permanente bewoning Gebruik als hoofdverblijf als bedoeld in de Wet GBA, waaronder wordt verstaan: a. het gebruik als woning door een zelfde persoon, (deel van) een gezin of samenwoning op een wijze die ingevolge het in de Wet GBA bepaalde noopt tot inschrijving in het persoonsregister van de gemeente en/of b. het in de periode van 1 november tot 15 maart meer dan 70 maal ter plaatse nachtverblijf houden, terwijl betrokkene niet elders daadwerkelijk over een hoofdverblijf beschikt prostitutie Het tegen betaling hebben van seksuele omgang met anderen recreatiewoning Een gebouw, geen woonkeet en geen stacaravan of een ander bouwwerk op wielen zijnde, dat uitsluitend één woning bevat, niet voor permanente bewoning bestemd is en gedurende het hele jaar gebruikt wordt voor recreatieve doeleinden seksinrichting Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar seksuele handelingen worden verricht; onder seksinrichting wordt mede begrepen: a. seksbioscoop Een inrichting, bestemd voor het door middel van audiovisuele middelen doen plaatsvinden van voorstellingen van erotische en/of pornografische aard. b. seksclub Een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar seksuele handelingen worden verricht. c. seksautomaat Een inrichting, bestemd voor het door middel van automaten doen plaatsvinden van audiovisuele voorstellingen van erotische en/of pornografische aard. d. sekswinkel Een ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van seksartikelen, waaronder begrepen pornografische lectuur en gegevensdragers, aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker. e. prostitutiebedrijf Een ruimte, bestemd dan wel in gebruik voor het daarin uitoefenen van prostitutie tribune Een bouwwerk of een gedeelte van een bouwwerk dat uitsluitend is bedoeld voor het door publiek kunnen aanschouwen van sport(wedstrijden) en (sport)evenementen. 59

101 1.35 veldsporten Sporten die op een veld en in de open lucht worden bedreven verblijfsrecreatie Recreatief verblijf, recreatiewoningen. waarbij overnacht wordt in kampeermiddelen en/of 1.37 windturbine Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de opwekking van energie door benutting van windkracht woning Een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen zonnecollector Een bouwwerk ten behoeve van de opvang van zonne-energie. Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.2 de goothoogte van een bouwwerk Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.3 de oppervlakte van een bouwwerk Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.4 de vloeroppervlakte Tussen de (denkbeeldige) buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren, met dien verstande dat vloeroppervlakte waarboven minder dan 1,50 meter bouwhoogte aanwezig is hierbij buiten beschouwing wordt gelaten. 2.5 de inhoud van een bouwwerk Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.6 de dakhelling Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.7 de hoogte van een windturbine Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine. 60

102 Hoofdstuk 2 Artikel BESTEMMINGSREGELS Bos Bestemmingsomschrijving De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. bos en natuurgebied, waaronder natte natuur als vennen, beken en sprengen; bosbouw en houtproductie; behoud aardkundige waarden; natuurbeheer en -educatie; de bestaande wegen, fiets-, voet- en ruiterpaden; recreatief medegebruik in de vorm van paardrijden, wandelen en fietsen; nutsvoorzieningen; antenne-installaties, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'; i. hobbymatig weiden van vee en/of hobbymatig telen van gewassen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen'; met de daarbij behorende bouwwerken. 3.2 Bouwregels Naast de algemene bouwregels van artikel 9 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema. Bebouwing Gebouwen Maximum oppervlakte 30 m² Maximum goothoogte Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen antenne-installaties, ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstall atie' 3.3 Maximum bouwhoogte 4 m Bijzondere regels 2,50 m - van de bouwhoogtebepaling zijn bruggen uitgezonderd - uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' 40 m Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de bescherming van het bos nadere eisen stellen aan de omvang en situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 13 opgenomen procedureregels van toepassing. 3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Vergunningplicht Het is verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning: a. oppervlakteverhardingen ten behoeve van parkeren aan te leggen of aan te brengen; b. wegen en paden aan te leggen en te verharden of andere oppervlakteverhardingen aan te brengen; c. gronden te egaliseren, ophogen, verharden en afgraven over een oppervlak van meer dan 500 m². 61

103 3.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht Het onder opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden: a. in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. waarmee is begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan Beoordelingscriteria Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen het bos- en/of natuurgebied niet onevenredig wordt of kan worden aangetast. Artikel Sport Bestemmingsomschrijving De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. veldsporten en uitsluitend daarbij behorende evenementen, wegen en paden; b. bos en afschermende groenbeplanting, voorzover bestaand; c. behoud, bescherming en versterking van het bos met de aldaar voorkomende landschaps- of natuurwaarden, uitsluitend ter plaatste van de aanduiding 'bos'; d. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'; e. maatschappelijke voorzieningen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen; f. nutsvoorzieningen; met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan. 4.2 Bouwregels Naast de algemene bouwregels van artikel 9 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema. Bebouwing Maximum Maximum oppervlakte goothoogte Gebouwen, niet zijnde de ter plaatse 4 m tribunes en inclusief van de aanduiding overkappingen. 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' aangegeven waarde Maximum bouwhoogte Bijzondere regels Tribunes 10 m Bouwwerken, geen gebouwen zijnde en niet zijnde tribunes antenne-installaties en lichtmasten: 20 m erfen terreinafscheidingen, met uitzondering van ballenvangers: 3 m overig: 6 m 8 m Gebouwen zijn uitsluitend toegestaand binnen een bouwvlak, met dien verstande dat bestaande gebouwen buiten een bouwvlak, maar binnen het betreffende bestemmingsvlak, vervangen mogen worden, met het bestaande oppervlak, de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maxima. - Tribunes zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. - Het bepaalde in lid 4.3 is van overeenkomstige toepassing. 4.3 Specifieke gebruiksregels Bezoekerscapaciteit De bezoekerscapaciteit mag niet meer bedragen dan 3250 zitplaatsen. 62

104 4.3.2 Maatschappelijke voorzieningen De oppervlakte aan maatschappelijke voorzieningen, als bedoeld in lid 4.1 onder e. mag niet meer bedragen dan het bestaande oppervlakte Strafbepaling Overtreding van het in het eerste sublid bepaalde is een strafbaar feit. 4.4 Afwijken van de gebruiksregels Maatschappelijke voorzieningen Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.1 onder e. en het in sublid bepaalde teneinde: a. de oppervlakte te vergroten die voor maatschappelijke voorzieningen mag worden gebruikt; b. functies toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen, dan wel voorkomen in een hogere categorie van bedoelde Lijst, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan; mits: a. het gebruik van onbebouwde grond en van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor maatschappelijke voorzieningen uitsluitend het medegebruik betreft van voorzieningen die krachtens lid 4.1 onder a. zijn toegestaan; b. het oppervlakte aan gebouwen dat voor maatschappelijke voorzieningen wordt gebruikt niet meer bedraagt dan 150 m²; c. geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan; d. het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast; e. zich geen dringende redenen daartegen verzetten Binnensporten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.1 bepaalde teneinde het gebruik van bestaande gebouwen voor binnensporten, zoals tafeltennis, biljart, dammen, bridge en vergelijkbare activiteiten, toe te staan, mits: a. het oppervlakte aan gebouwen dat hiervoor gebruikt wordt niet meer dan 300 m² bedraagt; b. de gebouwen aantoonbaar functioneel verbonden blijven, met de functie die krachtens lid 4.1 onder a. is toegestaan; c. op adequate wijze in het parkeren wordt voorzien; d. geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan; e. zich geen dringende redenen daartegen verzetten. 4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Vergunningplicht Het is ter plaatse van de aanduiding 'bos' verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning: a. oppervlakteverhardingen ten behoeve van parkeren aan te leggen of aan te brengen; b. wegen en paden aan te leggen en te verharden of andere oppervlakteverhardingen aan te brengen; c. de bodem te verlagen en gronden af te graven, op te hogen en te egaliseren; d. ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee samenhangende constructies, installaties en apparatuur aan te brengen; e. andere handelingen te verrichten die de dood of ernstige beschadiging van bomen ten gevolge hebben of kunnen hebben. 63

105 4.5.2 Uitzonderingen vergunningplicht Het onder opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden: a. in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. waarmee is begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan Beoordelingscriteria Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen het bos niet onevenredig wordt of kan worden aangetast. Artikel 5 Waarde - Archeologie middelhoog 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie middelhoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor gronden met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. 5.2 Bouwregels Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels: a. Behoudens het onder c bepaalde dient, bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bouwwerk groter dan 100 m 2, de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het vergunde bouwwerk zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de vergunning: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door de erkend archeoloog; 4. de verplichting om na beëindiging van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden een verslag uit te brengen waaruit blijkt op welke wijze met de archeologische waarden is omgegaan. c. Het overleggen van een rapport is niet nodig indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Het onder b bepaalde is van overeenkomstige toepassing. 5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Vergunningplicht Onverminderd het in de Monumentenwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. grondwerkzaamheden dieper dan 0,50 m onder het maaiveld over een oppervlakte van meer dan 100 m², zoals afgraven, egaliseren, frezen, scheuren van grasland, aanbrengen van oppervlakteverhardingen, aanleg van drainage, verwijderen van funderingen en aanleg of rooien van bos, boomgaard of diepwortelende beplanting; b. graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels; 64

106 c. aanleggen van leidingen dieper dan 0,50 m onder het maaiveld over een oppervlakte van meer dan 100 m² Uitzonderingen vergunningplicht Het onder opgenomen verbod geldt niet: a. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden in het kader van het normale agrarische gebruik; c. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden waarmee is begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan; d. ingeval op grond van de Monumentenwet een vergunning is vereist dan wel overige bepalingen van de Monumentenwet van toepassing zijn Beoordelingscriteria Onverminderd het onder b bepaalde kan de onder genoemde vergunning slechts worden verleend voor zover de archeologische waarden niet onevenredig worden aangetast, hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden dient te overleggen. In het rapport moeten de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. Indien het rapport daartoe aanleiding geeft, dient op advies van de erkend archeoloog zonodig een opgraving plaats te vinden. Het overleggen van een rapport is niet nodig indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld Voorschriften aan omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Overeenkomstig het in artikel 5.2 lid 2 van het Besluit omgevingsrecht bepaalde kan het bevoegd gezag voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, waaronder de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden. 5.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat deze bestemming komt te vervallen, indien als gevolg van nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn. Artikel 6 Waarde - Archeologie hoog 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor gronden met een hoge archeologische verwachtingswaarde. 6.2 Bouwregels Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels: a. Behoudens het onder c bepaalde dient, bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bouwwerk groter dan 50 m 2, de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het vergunde bouwwerk zullen worden 65

107 verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door de erkend archeoloog; 4. de verplichting om na beëindiging van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden een verslag uit te brengen waaruit blijkt op welke wijze met de archeologische waarden is omgegaan. c. Het overleggen van een rapport is niet nodig indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Het onder b bepaalde is van overeenkomstige toepassing. 6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Vergunningplicht Onverminderd het in de Monumentenwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. grondwerkzaamheden dieper dan 0,50 m onder het maaiveld over een oppervlakte van meer dan 50 m², zoals afgraven, egaliseren, frezen, scheuren van grasland, aanbrengen van oppervlakteverhardingen, aanleg van drainage, verwijderen van funderingen en aanleg of rooien van bos, boomgaard of diepwortelende beplanting; b. graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels; c. aanleggen van leidingen dieper dan 0,50 m onder het maaiveld over een oppervlakte van meer dan 50 m² Uitzonderingen vergunningplicht Het onder opgenomen verbod geldt niet: a. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden in het kader van het normale agrarische gebruik; c. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden waarmee is begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan; d. ingeval op grond van de Monumentenwet een vergunning is vereist dan wel overige bepalingen van de Monumentenwet van toepassing zijn Beoordelingscriteria Onverminderd het onder b bepaalde kan de onder genoemde vergunning slechts worden verleend voor zover de archeologische waarden niet onevenredig worden aangetast, hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden dient te overleggen. In het rapport moeten de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. Indien het rapport daartoe aanleiding geeft, dient op advies van de erkend archeoloog zonodig een opgraving plaats te vinden. Het overleggen van een rapport is niet nodig indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. 66

108 6.3.4 Voorschriften aan omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Overeenkomstig het in artikel 5.2 lid 2 van het Besluit omgevingsrecht bepaalde kan het bevoegd gezag voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, waaronder de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden. 6.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat deze bestemming komt te vervallen, indien als gevolg van nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn. Artikel 7 Waarde - Beken en sprengen 7.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Beken en sprengen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het beheer, herstel en onderhoud van landschappelijk en ecologisch waardevolle beken en sprengen. 7.2 Bouwregels Op de gronden als bedoeld in lid 7.1 mogen, in afwijking van de andere aldaar voorkomende bestemming(en), uitsluitend bouwwerken ten dienste van het beheer van de beken en sprengen worden gebouwd. 7.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 7.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming, indien en voor zover: a. uit overleg met de beheerder van de beek of spreng blijkt, dat daartegen uit hoofde van dat beheer geen bezwaar bestaat; b. de landschappelijke en ecologische waarden van de beek of spreng niet worden aangetast. 7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Vergunningplicht Het is verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning: a. oppervlakteverhardingen ten behoeve van parkeren aan te leggen of aan te brengen; b. wegen en paden aan te leggen en te verharden of andere oppervlakteverhardingen aan te brengen; c. de bodem te verlagen en gronden af te graven, op te hogen en te egaliseren; d. ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee samenhangende constructies, installaties en apparatuur aan te brengen Uitzonderingen vergunningplicht Het onder opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden: a. in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. waarmee is begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan. 67

109 7.4.3 Beoordelingscriteria Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de beek of spreng niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de beek of spreng niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 68

110 Hoofdstuk 3 Artikel 8 ALGEMENE REGELS Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 9 Algemene bouwregels 9.1 Algemene regels a. De bebouwing dient te voldoen aan de maatvoerings- en overige aanduidingen en aan het bepaalde in het bij de desbetreffende bestemming behorende bebouwingsschema. b. Gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen bouwvlakken, tenzij in deze regels anders is bepaald. c. Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken die ten dienste staan van de bestemming. d. Daar waar volgens deze regels bebouwing is toegestaan, mag tevens ondergronds worden gebouwd, met dien verstande dat uitsluitend zijn toegestaan ruimten die een functionele eenheid vormen met de ter plaatse toegestane functies, zoals (huishoudelijke) bergruimten, parkeerruimten en fietsenstallingen, alsmede fiets- en voetgangerstunnels. e. Daar waar in dit plan is bepaald dat de gronden tevens mogen worden gebruikt voor nutsvoorzieningen mogen bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, zowel binnen als buiten het bouwvlak, worden opgericht, met dien verstande dat -indien het gebouwen betreft- de inhoud niet meer dan 60 m 3 en de goothoogte niet meer dan 4 meter bedraagt, en -indien het bouwwerken, geen gebouwen zijnde betreftde oppervlakte niet meer dan 10 m 2 en de bouwhoogte niet meer dan 4 meter bedraagt. f. Voor zover legaal gebouwde (delen van) bouwwerken op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan niet voldoen aan de in het plan genoemde maten gelden de dan aanwezige maten, uitsluitend ter plaatse van de afwijking, als vervangende regel. 9.2 Afdekking van gebouwen Afdekbepaling Een gebouw, waarvoor een goothoogte is aangegeven, dient vanaf die goothoogte te worden afgedekt met hellende dakvlakken, waarvan de helling niet meer mag bedragen dan 60 graden, met dien verstande dat: a. tussen de toegestane (denkbeeldige) dakvlakken met een helling van 60 graden en de voorgeschreven maximum goothoogte ook platte afdekkingen, dakvlakken met een helling van meer dan 60 graden en rechtopgaande gevelconstructies zijn toegestaan; b. geringe overschrijding van de (denkbeeldige) 60 gradenlijn door gedeelten van ondergeschikte bouwdelen, waaronder in ieder geval begrepen schoorstenen en ondergeschikte dakkapellen, is toegestaan; c. goten, druiplijnen, boeiborden en daarmee gelijk te stellen constructiedelen die boven de aangegeven goothoogte liggen, maar die zijn gelegen binnen de (denkbeeldige) dakvlakken als bedoeld onder a, zijn toegestaan Aanwezige afwijkende afdekking Voorzover een (deel van een) gebouw op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan niet voldoet aan de onder voorgeschreven afdekking geldt de dan aanwezige afdekking, uitsluitend ter plaatse van de afwijking, als vervangende regel. 69

111 9.2.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de nokrichting van gebouwen, voor zover dit noodzakelijk is in verband met het stedenbouwkundig beeld zoals dat in het plan is beoogd. Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 13 opgenomen procedureregels van toepassing Afwijken van de afdekbepaling Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het onder bepaalde, voor zover dit geen onevenredige afbreuk doet aan het stedenbouwkundig beeld zoals dat door het aangeven van een goothoogte en/of bouwhoogte is beoogd. Artikel Algemene gebruiksregels Gebruik in strijd met de bestemming Als gebruik in strijd met de bestemming geldt in ieder geval: a. het gebruik van bouwwerken voor een seksinrichting; b. de permanente bewoning van recreatiewoningen, kampeermiddelen en andere onderkomens en gebouwen die niet voor permanente bewoning bestemd zijn; c. het gebruik van niet-bebouwde grond als permanente staan- of ligplaats van demonteerbare of verplaatsbare inrichtingen voor de verkoop van etenswaren en/of dranken; d. het gebruik van niet-bebouwde grond als staan- of ligplaats voor kampeermiddelen buiten de daarvoor aangewezen gronden; e. het gebruik van niet-bebouwde grond als staan- of ligplaats voor voor (menselijk of dierlijk) verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken, vaar- of voertuigen, arken of andere objecten, voor zover die niet als bouwwerk zijn aan te merken; f. het gebruik van niet-bebouwde grond voor het opslaan, storten of bergen van al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden Strafbepaling Overtreding van het in het eerste lid bepaalde is een strafbaar feit. Artikel Algemene afwijkingsregels Afwijkingsbevoegdheid Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan: a. voor het afwijken van deze regels ten behoeve van het bouwen van zonnecollectoren, beeldende kunstwerken (waaronder begrepen follies), riool-overstortkelders, rioolgemalen, boven- en ondergrondse containerruimten, informatie- en reclameborden, niet voor bewoning bestemde gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde van openbaar nut, indien deze redelijkerwijs niet kunnen worden ondergebracht in nabij gelegen bebouwing, een en ander voorzover deze -indien het gebouwen betreft- inhoud niet meer dan 60 m 3 en de goothoogte niet meer dan 3 meter bedraagt, en -indien het bouwwerken geen gebouwen zijnde betreft- de oppervlakte niet meer dan 10 m 2 en de bouwhoogte niet meer dan 4 meter bedraagt; van de bouwhoogtebepaling zijn uitgezonderd beeldende kunstwerken en ontluchtingspijpen; van de inhoudsbepaling zijn uitgezonderd riool-overstortkelders en rioolgemalen en van de oppervlaktebepaling zijn uitgezonderd beeldende kunstwerken; b. ten aanzien van de voorgeschreven bouwhoogte voor antenne-installaties, voor zover de bouwhoogte daarvan niet meer dan 40 meter bedraagt en deze bouwhoogte noodzakelijk is in verband met het beoogde gebruik; 70

112 c. indien en voor zover het in geringe mate afwijken ten aanzien van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen, aanduidingsgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak noodzakelijk is ter aanpassing aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein; d. indien en voor zover het afwijken ten aanzien van bouwgrenzen, aanduidingsgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak noodzakelijk is, indien dit uit het oogpunt van doelmatig gebruik van de grond en bebouwing gewenst is, mits die afwijking ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 10 meter bedraagt; e. voor het afwijken ten aanzien van de voorgeschreven goothoogte en bouwhoogte van gebouwen, aanduidingsgrenzen, bouwhoogte van bouwwerken, oppervlakte van bebouwing, onderlinge afstand tussen gebouwen, dieptes, afstand tot perceelsgrenzen en overige aanwijzingen, maten en afstanden, eventueel met overschrijding van de bouwgrens, mits deze afwijkingen niet meer bedragen dan 10% van de in het plan voorgeschreven maten, afstanden, oppervlakten en percentages; f. voor het plaatsen van jeugd-ontmoetingsplaatsen, mits de oppervlakte niet meer dan 20 m 2 en de bouwhoogte niet meer dan 4 meter bedraagt Voorwaarden voor afwijken Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk : a. voor zover het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast; b. voor zover zich geen dringende redenen daartegen verzetten Aangrenzende percelen Afwijken als bedoeld in lid 11.1 is alleen mogelijk indien enig aangrenzend terrein of gebouw in een toestand wordt gebracht, die strijdig is met de regels van het plan en/of de verwezenlijking van de bestemming volgens het plan of de handhaving van de verwerkelijkte bestemming overeenkomstig het plan onmogelijk maakt en dit niet door het stellen van voorschriften aan de omgevingsvergunning kan worden voorkomen Bouwwerken onder het overgangsrecht Het in lid 11.1 onder e bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken als bedoeld in artikel 15 van deze regels (Overgangsrecht bouwwerken). Artikel Algemene wijzigingsregels Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen: a. indien en voor zover het noodzakelijk is af te wijken van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen, aanduidingsgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, ofwel ter aanpassing aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, dan wel indien dit uit het oogpunt van doelmatig gebruik van de grond en bebouwing gewenst is en er geen dringende redenen zijn die zich hiertegen verzetten en mits die afwijking ten opzichte van hetgeen op de kaart is aangegeven, niet meer dan 15 meter bedraagt; b. indien en voor zover uit het oogpunt van doelmatig gebruik het noodzakelijk is af te wijken van de voorgeschreven goothoogte en bouwhoogte van gebouwen, aanduidingsgrenzen, bouwhoogte van bouwwerken, oppervlakte van bebouwing, onderlinge afstand tussen gebouwen, afstand tot perceelsgrenzen en overige aanwijzingen, maten en afstanden, eventueel met overschrijding van de bouwgrens, mits deze afwijkingen meer bedragen dan 10%, doch minder dan 15% van de in het plan voorgeschreven maten, afstanden, oppervlakten en percentages; c. teneinde voor antenne-installaties een grotere bouwhoogte dan 40 meter toe te staan indien dat noodzakelijk is voor het beoogde gebruik, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 60 meter mag bedragen. 71

113 12.2 Voorwaarden voor wijziging a. Toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in dit artikel mag alleen plaatsvinden voor zover de in het gebied voorkomende karakteristieke bebouwing en het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld niet onevenredig worden aangetast. b. Toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 12.1 onder c voor een antenne-installatie met een bouwhoogte van meer dan 53 meter boven NAP mag alleen plaatsvinden indien de antenne-installatie niet leidt tot een onaanvaardbare vermindering van de werking van de radar Nieuw Milligen, blijkend uit een advies ter zake van de beheerder van die radar. Artikel 13 Algemene procedureregels Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden schriftelijk in kennis zijn gesteld van het voornemen tot het stellen van nadere eisen en in de gelegenheid zijn gesteld zienswijzen tegen die voorgenomen nadere eisen bij burgemeester en wethouders in te dienen. Artikel 14 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen Bij een verwijzing naar andere wettelijke regelingen is bedoeld de desbetreffende wet zoals die luidt op het tijdstip van terinzageleggen van het ontwerp van dit plan. 72

114 Hoofdstuk 4 Artikel OVERGANGS- EN SLOTREGELS Overgangsrecht bouwwerken Overgangsrecht Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan Afwijken Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10% Overgangsrecht niet van toepassing Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. Artikel 16 Overgangsrecht gebruik 16.1 Overgangsrecht Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet Ander strijdig gebruik Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind Onderbreken gebruik onder overgangsrecht Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten Overgangsrecht niet van toepassing Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Artikel 17 Slotregel Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Laan van Spitsbergen 2. Vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Apeldoorn 73

115 d.d. nr. Mij bekend, De griffier, Namens hem: John de Meij manager Team Omgevingsrecht & Advies 74

116 BIJLAGEN BIJ DE REGELS 75

117 76

118 Bijlage 1 Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen SBI Omschrijving 8621, 8622, , , 854, Artsenpraktijken, dagverblijven Geur klinieken Stof Geluid Gevaar Grootste afstand 10 Catego rie 1 en Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs Kinderopvang Buurt- en clubhuizen 77

119 78

120 BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING 79

121 80

122 Bijlage 1 Procedureschema Voorontwerp ter inzage (Eerste) Ontwerpplan ter inzage Voorbereidingsbesluit in werking getreden (Tweede) Ontwerpplan ter inzage Vaststelling door gemeenteraad Terinzagelegging vastgesteld plan 81

123

124 POLITIEKE MARKT APELDOORN 2014 VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN LAAN VAN SPITSBERGEN Voorzitter Notulist P.W.J.H. Donswijk-Bot A. van der Bilt Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan (AGOVV) Datum 10 juli 2014 Tijd uur (geplande tijd tot uur was niet nodig) Plaats Raadzaal Aanwezig: D. Russchen (D66); M.D. Kuiper (CDA); B.G. Bloem (CU); S. Wiering (VVD); E. Öcal (PvdA); A.C. Lemmen (Leefbaar Apeldoorn); A. van Burg (GroenLinks); B. Hendrikse (Gemeentebelangen); E. Mulder (SGP); S.H.D. Vos (Partij voor de Dieren); J.W. Gerritsen (VSP); N.A. ten Damme-Boevé (PSA). Opening / doel bijeenkomst De voorzitter heet iedereen van harte welkom. Doel van de bijeenkomst is bespreken van het raadsvoorstel om te kijken of de gemeenteraad hierover kan besluiten. Er zijn vier insprekers: De heer L. Hoving namens de Werkgroep Asselsestraat en omgeving, De heer G. Beltman namens Wijkraad Brink & Orden, De heer Speelman namens Wijkvereniging Berg & Bos, de Wijkraden Brink & Orden en De Sprengen, De heer G. Sangers van AGOVV. De heer Hoving(inspreker) spreekt mede namens de 167 mensen die een zienswijze hebben ingediend. Helder wordt gesteld dat de buurt geen bezwaar heeft tegen AGOVV en dat men blij is dat er een nieuw bestemmingsplan ligt. Echter onderaan alle ingediende zienswijzen, in de nota hierover, wordt vermeld dat er niet aan de wensen in de zienswijzen tegemoet wordt gekomen? In 2002 werden de buren door AGOVV uitgenodigd. Er werd een profclub opgericht en of wij alle voorlopige vergunningen wilden toestaan, voor lichtmasten en tribunes, omdat alle tijdelijke en demontabele stukken immers mee zouden gaan naar het nieuw te bouwen stadion. Dit laatste werd bevestigd door de toenmalige wethouder. In 2008 kreeg AGOVV blessuretijd aangereikt van 5 jaar. Echter, in 2010 bleek duidelijk dat de profclub geen bestaansrecht had en in januari 2013 werd de lamp van BVO uitgeblazen. De curator kon de spullen niet kwijt. De drie wijkraden hebben het college toen verzocht om te handhaven. Het college zond een brief, maar naar een verkeerd adres. Ondertussen waren er serieuze onderhandelingen met Twente om het 2 e elftal in dit stadion te laten spelen. De wijkraden schreven weer naar het college, die wederom niks deed. Er is een in gebreke stelling gestuurd. Daarop ontvingen alle wijkraden een brief waarin gesteld werd: In het nieuwe bestemmingsplan wordt alles gedefinieerd wat er nu staat, en wij handhaven niet. Terwijl de Hand in handhaven was geaccordeerd? De gemeente was inmiddels gehouden aan het betalen van een dwangsom van 1200 dat aan de drie Wijkraden is overgemaakt. De heer Hoving geeft aan dat als dit bestemmingsplan door kan gaan, iedere club op het AGOVterrein alles kan inhuren, het voldoet immers aan de KNVB-eisen. En dan hebben we misschien weer opnieuw een profclub. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan stelde het college aan AGOVV (de gebruiker) dat er een verhaal moest liggen wat de intentie was van deze club. De toenmalige voorzitter van AGOVV, de heer Peters gaf als onderbouwing aan, dat zij als gebruiker 3000 zitplaatsen nodig hebben voor een goede bedrijfsvoering, voor jeugdtoernooien. Dat gebeurt dus in de zomer en dat betekent dan 1000 auto s per dag. Er worden ook kwetsbare maatschappelijke groepen uitgenodigd. Zij willen groeien en verdubbelen. Nu zijn er 350 leden. Op het toppunt hadden ze 800 leden, met 750 zitplaatsen op de tribune. De reststoelen zijn niet nodig, ook niet als de club gaat groeien. PMA , vaststelling bestemmingsplan (AGOVV) 6 pagina s

125 Een essentieel punt voor de buurt is ook dat gesteld wordt dat de parkeerbehoefte opgevangen kan worden op het grote parkeerterrein natuurpark bij Berg &Bos. De buurt denkt dat dit niet aanvaardbaar is. In Apeldoorn zijn ca. 20 voetbalclubs. En een club heeft 3250 stoelen nodig om te kunnen bestaan? In de zienswijze wordt uitgegaan van de vergunde situatie. De vergunning is er niet meer, en de spullen bestaan niet meer, dus we zijn weer terug bij de situatie van Daarnaast zijn er drie evenemententerreinen; Bosweide, Apenheul en het Kristalbad en de wijkraden willen geen vierde evenementenomgeving creëren. Enkel een rustiek AGOVV terrein. Wij zien als buurt graag een amendement waarin de situatie teruggaat naar de 750 zitplaatsen. Het verzoek is om het bestemmingsplan niet besluitrijp te verklaren. VVD(de heer Wiering) vraagt of er nog iets mogelijk is om draagvlak te creëren, want hij heeft gehoord dat het maar om een klein deel van het bestemmingsplan gaat: om de zitplaatsen en de angst voor evenementen. De heer Hoving geeft te kennen dat het misschien mogelijk was geweest als er van te voren overleg was geweest. Na 2002 is er nooit een voorstel geweest om te overleggen. Zijn achterban geeft te kennen dat 3250 en 750 teveel uit elkaar ligt. En men wil niet zoveel auto s want dat kunnen de wijken niet behappen. Partij voor de Dieren(de heer Vos) mist nog een opmerking over het licht? De heer Hoving geeft aan dat zij geen evenemententerrein willen en daar valt het licht onder. Palen van 15 meter bij een gewoon voetbalveld zijn OK maar hoger niet, PSA(mevrouw Ten Damme) vraagt zich af of er bezwaar is tegen meerdere lichtmasten van 15 meter? De heer L. Hoving vertelt dat deze er nog staan maar dat het bezwaar geldt voor de hogere lichtmasten van 20 meter, die nodig waren voor de TV van het profvoetbal. Het voorstel is om die van 20 meter hoogte af te breken. Dit is trouwens geen hoofdpunt. De heer Hendrikse vraagt zich af hoe de heer Hoving aan het aantal van 1000 auto s komt? De heer Hoving geeft aan dat dit om een eigen inschatting gaat. Bij jeugdtoernooien komt men van buiten Apeldoorn met auto s. PvdA(de heer Öcal) vraagt wat het standpunt is over de problemen die het verwijderen van de tribunes oplevert. De heer Hoving stelt dat het om een tijdelijke oplossing ging en dat staat in Hand in handhaven. En dan zegt de gemeente dat zij niet handhaven? Dat wordt door de wijken niet begrepen. De heer Speelman geeft aan dat vertegenwoordigers van ca bewoners nog steeds geen gehoor vinden. Dat gedane beloftes afhankelijk zijn van de situatie dat zij niet meer weten waar ze aan toe zijn met deze overheid. In de zienswijzen is bezwaar gemaakt tegen het bestemmingsplan. Er was een amateurclub die goed in de omgeving paste. Er kwam een profclub waarvan de buurt het goed vond dat die tijdelijk gefaciliteerd werd omdat de profclub binnen afzienbare tijd daar weg zou gaan. De profclub is nu weg en er is weer een amateurclub, dus de gemeente hoeft enkel haar beloftes na te komen en de oude situatie terug te brengen. Een stadion voor een club met 350 leden, en een (over)capaciteit van 3250 zitplaatsen kan een magneetwerking hebben voor grote evenementen. De ambitie om te groeien is er al bij de bestaande attracties, wat al voor meer overlast kan zorgen. Daarnaast kan er sprake zijn van grondspeculatie. In Natura 2000 is het ene bestemmingsplan anders dan het andere, is dat goede ruimtelijke ordening? Gewenst wordt: een betrouwbare overheid die zich aan zijn woord houdt en dienstbaar is aan zijn burgers. Partij voor de Dieren(de heer Vos) vraagt of er benoemd kan worden wat de verschillen in interpretatie zijn in Natura 2000? De heer Speelman benoemt voorgaande ontwerp bestemmingsplannen van Paleis Het Loo en Park Berg en Bos, die anders uitpakken. Hij zegt toe dit ter verduidelijking aan de heer Vos te zullen toesturen. VVD(de heer Wiering) vraagt zich af waar de term grondspeculatie aan de orde is? De heer Speelman kan vertellen dat er uitspraken worden gedaan die niet worden nagekomen. De PMA , vaststelling bestemmingsplan (AGOVV) 6 pagina s

126 overheid moet nakomen wat er is afgesproken. Hij vraag zich af waarom de lichtmasten moeten blijven staan en waarom er zoveel stoelen nodig zijn voor een amateurclub? De heer Beltman (inspreker) geeft aan dat er technisch en inhoudelijk al het meeste is gezegd door de vorige sprekers en wil ander accenten benoemen. Hij geeft aan dat de bewoners rondom het stadion de soap AGOVV zat zijn. De beloftes van tijdelijkheid van voorzieningen waarmee was ingestemd, zijn niet nagekomen. De betrouwbaarheid van het openbaar bestuur is hier in het geding. En juist nu er een beroep wordt gedaan op de burgers. Enerzijds is er een nauwe samenspraak over het bestemmingsplan Brink & Orden en anderzijds vindt voor AGOVV terrein volop het oude denken plaats. En hoe wil de gemeente op geloofwaardige wijze het handhavingsbeleid samen met burgers vormgeven? De gezamenlijke wijkraden willen er geen extra evenemententerrein bij en de tijdelijk tribunes dienen uit het bestemmingsplan geschrapt te worden, zoals ook de lichtmasten. Hij haakt aan bij de voorgaande sprekers dat zij de amateurclub AGOVV een warm hart toedragen op deze historische locatie. En met een gerestaureerde huidige tribune met 750 zitplaatsen zijn er voldoende groeimogelijkheden. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening wordt een bestemmingsplan vastgesteld maar wat dit is staat nergens aangegeven. Geen goede ruimtelijke ordening lijkt een stadion met 3250 zitplaatsen voor een vereniging met 350 voornamelijk jeugdleden. Als vastgehouden wordt aan het bestemmingsplan in deze vorm dan zien wij de gang naar de Raad van State met vertrouwen tegemoet. VSP (de heer Gerritsen) vraagt of er overleg is geweest vanuit het college? Wethouder Stukker kan vertellen dat er 2x bestuurlijk rond de tafel is gezeten en daarnaast is er ambtelijk contact geweest over het plan. SGP(de heer Mulder) sluit aan bij vorige vraag maar vraagt zich af of er vanuit de wijkraden contact is geweest met AGOVV? De heer Beltman wordt bijgestaan door de heer Boekhold (Wijkraad de Sprengen) die helder kan aangeven dat het overleg met AGOVV altijd erg moeizaam is geweest. De heer G. Sangers(vicevoorzitter van AGOVV belast met voetbalzaken van deze 101-jarige club) Vertelt over de huidige gang van zaken en dat de club net gepromoveerd is naar 3 e klas. AGOVV heeft ambitie om weer zo hoog mogelijk amateur te spelen. Er wordt geparticipeerd in het landelijke Wajong traject. En nu wordt gesteld dat de lichtmasten weg moeten door de wijkraden en de omwonenden? Komend seizoen gaan zij, onder andere, meedoen aan de 1 e klasse hoofdklasse en het huidige sportpark met tribunes en lichtmasten past daarin. Zij willen ook bijdragen aan de relatie met de wijkraden en zijn bereid in gesprek te gaan. Hij geeft aan dat de lichtmasten al zijn afgekoppeld omdat ze teveel energie gebruiken. Voor alle amateur-wedstrijden hebben zij voldoende aan de lage lichtmasten. De oude tribune is in verval en kan niet gebruikt worden. Het herstel hiervan kost ca en zij krijgen subsidie. De tribunes voor de 3250 toeschouwers gelden ook als buffer zodat er minder licht en geluid de wijk in gaat. De wijk accepteert deze tribune niet. De tribunes en lichtmasten zijn echter niet zomaar te verwijderen, dat zal het faillissement zijn voor de club. Gezien de constructie zou dit afbraak betekenen. Er wordt in overleg gekeken naar de mogelijkheden, gerelateerd aan veldsporten. Bij grotere wedstrijden zijn we in goed overleg geweest met gemeente en wordt gekeken in mogelijkheden, zij denken constructief mee. Apeldoorn bezit een parel om een dergelijk terrein te gebruiken voor cultuur en maatschappelijke evenementen om zichzelf op de kaart te zetten. De wijk accepteert wel de huidige monumentale tribune met 750 zitplaatsen en daar is AGOVV blij mee. Zij hopen dat het AGOVV wordt gegund om het huidige sportpark te mogen behouden. Zij kunnen zich vinden in het bestemmingsplan en willen graag legalisering en handhaving van lichtmasten en tribunes. SGP(de heer Mulder) vraagt zich af of er met de wijkraden gesproken is over het bestemmingsplan? De heer Sangers vertelt dat er gevraagd is, via de gemeente, om bemiddeling, maar dat de wijkraden de formele weg kozen en niet in gesprek wilden gaan. CDA(mevrouw Kuiper) vraagt om hoeveel evenementen het zal gaan? PMA , vaststelling bestemmingsplan (AGOVV) 6 pagina s

127 De heer Sangers geeft aan dat het om misschien 1 à 2 wedstrijden per jaar zal gaan. Voor niet sport gerelateerde evenementen moet men naar de gemeente voor een omgevingsvergunning. D66(de heer Russcher) vraagt zich af wat de argumenten zijn om de tribunes te behouden en waarom dit aantal zitplaatsen? De heer Sangers geeft aan dat er de ambitie is om weer zo hoog mogelijk amateur te spelen. Daar horen zeker 2500 tot 3000 zitplaatsen bij. Er kan financieel geen deel van de tribune gesloopt worden. En op termijn willen zij hoofdklasse spelen en dan komen er ca toeschouwers. Partij van de Arbeid (de heer Öcal) wil graag weten wat de afschrijving is van deze tribunes en daarnaast of er nog de ambitie bestaat richting betaald voetbal. De heer Sangers geeft duidelijk aan dat dit bestuur zeker geen betaald voetbal meer wil. AGOVV bestaat nog dankzij een geldschieter. De tribunes waren van de BVO die failliet ging en de curator kon ze niet verkopen. Deze tribunes blijken niet demontabel en qua afschrijving heeft hij geen idee. Partij voor de Dieren(de heer Vos) wil weten of er nog ambities bestaan om samen te werken met andere profclubs en ambities om daar op in te gaan. En waarom gaan de monumentale tribunes niet gratis naar het Openluchtmuseum? Is dat overwogen? De heer Sangers vertelt geen contact te hebben met profclubs voor het ontplooien van activiteiten. Er is wel een relatie met Vitesse. De tribune naar het Openluchtmuseum is wel aan de orde geweest maar dat was geen optie. VVD(de heer Wiering) benoemt het cultuur en maatschappelijk ondernemen en openluchttheater nieuwe stijl, wat volgens het bestemmingsplan niet mogelijk is. De heer Sangers benoemt dat het woord openluchttheater een woord isvan de vereniging. De kerntaak is veldsport. Daarnaast kan er nog iets georganiseerd waar Apeldoorn ook voordeel uit kan halen. VVD(de heer Wiering) benoemt dat daar juist de angst zit. De heer Sangers geeft aan dat zij een voetbalclub zijn en zich bezighouden met veldsport VVD(de heer Wiering) wil het parkeren benoemen want bij een voetbal evenement overdag gaat dat botsen met het andere verkeer. De heer Sangers: geeft aan dat zij voor een evenement de auto s zelf kwijt kunnen op het sportpark. Enkel de aan- en afvoer route kan een belasting geven voor de wijk. VVD(de heer Wiering) wil graag weten, omdat de club door wil groeien naar 800 leden, dit contrair is met het binnenhalen van evenementen. De heer Sangers geeft aan dat deze zaken niet gelijk hoeven lopen. SGP(de heer Mulder) vraagt zich af of een voetbaltoernooi ook een evenement is? De heer Sangers beschouwt voetbal toernooien niet als evenementen, het gaat ons om voetbal, dat is de kerntaak van de vereniging. SGP(de heer Mulder) vraagt de heer Sangers of hij bereid zou zijn om het woord evenementen weg te halen? Dit is immers de grootste zorg van de buurt. De heer Sangers ziet juist dat het sportpark ook bekeken kan worden als er zich iets anders voordoet. Leefbaar Apeldoorn(mevrouw Lemmen) heeft gehoord dat er geen contacten zijn met andere met andere profclubs maar wil graag weten of er andere verenigingen in beeld zijn voor fusie of samenwerking. Tevens vraagt zij zich af of er enkel gebruikt gemaakt wordt van de lage 15 meter masten. De heer Sangers heeft gesprekken gehad met Orderbos, maar die trok zich terug. AGOVV wil weer in gesprek want beide verenigingen hebben kleine jeugdafdelingen. Er staan lichtmasten met 2 niveaus, waarbij de hoge masten zijn afgekoppeld, vanwege de hoge kosten. CU(de heer Bloem) concludeert dat de heer Sangers niets herkent van de zorgen van de buurt? De heer Sangers vindt de belasting die genoemd wordt zwaar overdreven. VSP(de heer Gerritsen) vraagt zich af hoeveel toeschouwers er werkelijk komen? Daarnaast vraagt hij zich af of zij contact hebben met CSV? PMA , vaststelling bestemmingsplan (AGOVV) 6 pagina s

128 Inbreng van de fracties SGP(de heer Mulder) geeft aan dat zijn fractie redeneert vanuit de situatie van vóór het betaalde voetbal. Er zijn toen afspraken gemaakt van tijdelijkheid. Zij voelen sterk mee met de zienswijzen van de wijkraden en omwonenden. Tijdelijk vergunde bouwwerken mogen blijven staan terwijl er geen reden toe is. De SGP wil terug naar die situatie van voor Zij zien een dubbele gedachtegang in dit bestemmingsplan. Over evenementen is het verbazingwekkend dat AGOVV een optie wil openhouden voor de gemeente, vanuit PR overwegingen? Dit had kortgesloten moeten worden en de SGP is bereid een amendement op te stellen om de evenementen uit het bestemmingsplan te halen. Zij vinden het bestemmingsplan wel besluitrijp maar de kans dat zij ermee instemmen is klein. Verderop in de vergadering komt naar voren dat de SGP het voorstel voorlopig niet besluitrijp acht. D66(de heer Russchen) geeft aan dat D66 staat voor een betrouwbare overheid. Daarom vinden zij dit bestemmingsplan niet besluitrijp en willen zij graag antwoord op de volgend vragen: 1 Welke aanpassing kan er in het APV komen om enkel veldsporten toe te staan? 2 Wat zijn de gevolgen voor AGOVV als er gehandhaafd wordt? 3 Als AGOVV failliet gaat wat zijn dan de gevolgen? 4 Is het mogelijk een deel van de tribune af te breken? Het betreft hier een gezamenlijk probleem en het vereist een gezamenlijk oplossing. Groen Links(mevrouw Van Burg) stelt ook dat beloftes die gedaan zijn nagekomen moeten worden. Er is in het verleden elke keer tijdelijk vergund en waarom dan nu niet terugbrengen in de oude staat? Amateurvoetbal is prima. Zij geven als fractie aan ook bezorgd te zijn over evenementen en vinden dat er niks moet bijkomen. De vragen die de heer Russche stelde gelden ook voor GroenLinks. Mevrouw Van Burg pleit: niet besluitrijp, en stelt ook voor om er in goed overleg met elkaar uit te komen. CU(de heer Bloem) geeft aan dat er veel pijnpunten zijn. Een betrouwbare overheid die toezeggingen heeft gedaan naar de wijk; want de profclub zou verhuizen. Hij sluit zich aan bij de vragen van D66. Daarnaast wordt aangegeven dat AGOVV weinig herkent van de wijk? Er blijven nog enkele andere vragen openstaan: Is er nu voor de wijk profijt van de tribunes of is er overlast? En: Heeft de wijk parkeeroverlast en hoe vaak per jaar? Totdat de fractie antwoord heeft op de vragen is het bestemmingsplan in hun ogen niet besluitrijp. Partij voor de Dieren(de heer Vos) ziet dat AGOVV ambitie uitstraalt en de vraag is, of er door de gemeente bemiddeld kan worden, in een convenant met alle partijen. Zijn fractie wil enkel dat er gevoetbald wordt en zij willen terug naar de situatie van De heer Vos benoemt dat er wordt gepleit vanuit de gemeente dat er in Apeldoorn meer moet worden samengewerkt. Is er gedacht aan een fusie van AGOVV met bijvoorbeeld CSV? Het bestemmingsplan is voor hen niet besluitrijp. Gemeentebelangen(de heer Hendrikse) geeft aan dat zij AGOVV veel gunnen. Er kan echter veel maar niet alles. Als zij, als fractie, de belangen afwegen, geldt het bezwaar vanuit drie wijken veel zwaarder dan de belangen van de voetbalclub. Er is niet aangetoond dat een amateurclub meer nodig heeft, dan de oude situatie. De fractie spreekt uit dat het college een draai van 180 graden maakt en zij willen niet meedoen aan onbetrouwbaar bestuur. Een vergelijking met Apenheul wordt gemaakt, waar in elke raadsperiode sprake was van oprekken. Zij stellen dat Apeldoorn West niet meer druk kan verdragen. Het huidige voorstel geven zij niet veel kans en niet veel steun. CDA(mevrouw Kuiper) schetst de situatie en probeert een balans te vinden tussen het oude plan uit 1994 en het nieuwe bestemmingsplan. Het uitgangspunt is de voetbalclub, daar staat de wijk ook achter. De fractie wil geen 4 e evenemententerrein en wil overlast beperken. Zij gaan uit van de bestemming veldsporten, maar wat houdt dit in. En is er een koppeling met APV wenselijk? Daarnaast willen zij kritisch kijken naar zowel de parkeer- als de maatschappelijke activiteiten. De fractie wil zich nog beraden en acht het voorstel voorlopig niet besluitrijp. PMA , vaststelling bestemmingsplan (AGOVV) 6 pagina s

129 PSA(mevrouw Ten Damme) betreurt het dat de 20 meter hoge lichtmasten afgekoppeld zijn vanwege de kosten maar dat er niet over de overlast van wijkbewoners wordt gedacht. Misschien dat de fusie met het Orderbos in de toekomst wel lukt? In de definitie van veldsport valt ook de motorcross. De PSA ziet graag in het voorstel terugkomen dat gemotoriseerde sporten ook in de toekomst niet toegestaan worden, ook niet bij een andere rechtspersoon. De vraag van het parkeerprobleem is nog niet voldoende beantwoord. En de betrouwbare overheid moet terugkomen. Er wordt uitgezien naar een ander voorstel. VSP(de heer Gerritsen) benoemt de belangrijkheid dat het college zich houdt aan gedane beloftes. Hij merkt dat de buurt betrokken is bij AGOVV en dat de definities duidelijker gesteld moeten worden. Het klinkt hem als veel in de oren, waarom er 3250 zitplaatsen moeten zijn met 350 leden. Hij is ook benieuwd naar de antwoorden op de vragen van de heer Russche. Hij geeft aan te waken voor de term veldsport, want dat kan anders geïnterpreteerd worden. De fractie acht het geheel niet besluitrijp en ziet graag overleg met alle partijen. Leefbaar Apeldoorn(mevrouw Lemmen) spreekt over een cumulatie van evenementen in Apeldoorn West. Dat AGOVV haar steentje wil bijdragen aan de maatschappij wordt toegejuicht maar of dit wel de geschikte locatie is wordt betwijfeld. Gezien de hoeveelheid inspraak vraagt de fractie zich af of het proces goed is verlopen en of het niet beter is om het plan opnieuw, met alle partijen, tegen het licht te houden. Leefbaar Apeldoorn vindt het nog niet besluitrijp. VVD(de heer Wiering) voelt een politieke worsteling. Het gaat om een betrouwbare overheid en het kunnen ondernemen. Hij vraagt zich af of het bestemmingsplan wel Raad van State proef is? Checken in een proefproces? Benoemt terzijde dat bij de integrale aanpak Apeldoorn West, de tribunes niet zijn meegenomen? Het draagvlak is belangrijk bij wijk en buurt en daar is nog wat te winnen. De fractie stelt voor om opnieuw met elkaar om de tafel te gaan en ook de beperking van evenementen mee te nemen. Zij acht het geheel niet besluitrijp. PvdA(de heer Öcal) benoemt het belang van het steunen van sport, maar het gaat om het bestemmingsplan waarover nog teveel vragen zijn. De sportclub heeft 3250 zitplaatsen en hoge lichtmasten, maar het verwijderen kan een groot financieel debacles worden voor de club. De vraag is of de kosten dan bij de gemeente komen te liggen? Er wordt gesproken over tijdelijke bouwwerken die met beton gestort zijn? Dit zou ook kapitaalvernietiging betekenen. Dat betekent dat onze fractie het niet besluitrijp acht. Met als laatste zin: Communiceer met elkaar en kom met een beter plan. De voorzitter geeft aan iedereen gehoord te hebben. Zowel Gemeentebelangen als SGP zijn tegen en de andere partijen geven aan het geheel niet besluitrijp te vinden. Het advies van de voorzitter aan de wethouder luidt om het bestemminsplan terug te trekken met de intentie om alles wat gezegd is mee te nemen. Er zijn veel verschillende inzichten en onduidelijkheden en zij wil het college het verzoek geven om aan tafel te gaan zitten. Wethouder Stukker heeft beluisterd dat de overgrote meerderheid aangeeft dat het huidige bestemmingsplan niet besluitrijp is. Hij neemt het advies van de voorzitter over. Er wordt een gesprek aangegaan met alle partijen. Bij de vervolgsessie zal hij antwoord geven op de gestelde vragen. Onder dankzegging aan ieders inbreng sluit de voorzitter de vergadering. Toezeggingen: Er zal een gesprek volgen met de insprekers van vanavond en AGOVV. Na de zomer, in oktober zal de vaststelling van het bestemmingsplan terugkomen in de PMA. Conclusie: Het bestemmingsplan (AGOVV) is niet besluitrijp. PMA , vaststelling bestemmingsplan (AGOVV) 6 pagina s

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 12-09-2013 13-065 Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg Aan de raad, Onderwerp Gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg.

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Eerste herziening bestemmingsplan Drechterland Zuid RTG: 12-10-2015 Raadsvoorstel: 22-9-2015, nr. 2015-53 Portefeuillehouder: Programma:

Nadere informatie

B & W - NOTA. Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Paauwenburg - Groot Lammerenburg'

B & W - NOTA. Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Paauwenburg - Groot Lammerenburg' B & W - NOTA Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Paauwenburg - Groot Lammerenburg' Het College van B&W stelt de Raad voor te besluiten: De raad van de gemeente Vlissingen; overwegende dat, overeenkomstig

Nadere informatie

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie. Raadsvoorstel Zaaknummer: 2017-008843 gemeente Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Zandeind 29a" (Riel) Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen 20-06-2017 30-01-2018 Ter inzage 1.

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële herziening Dorp Odijk 2012, snippergroen

Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële herziening Dorp Odijk 2012, snippergroen RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 23 juni 2016 16-042 Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële snippergroen Aan de raad, Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële snippergroen Gevraagde

Nadere informatie

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. Jacqueline Verbeek publiek & dienstverlening :j Bestemmingsplan "Odijkerweg e.o."

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. Jacqueline Verbeek publiek & dienstverlening :j Bestemmingsplan Odijkerweg e.o. VOORBLAD RAADSVOORSTEL Gemeente Zeist I 13RV0039 Ronde Tafel Debat Raadsvergadering Gewijzigd voorstel Portefeuillehouder Organisatieonderdeel Telefoon Datum Onderwerp I 14 mei 2013 Jacqueline Verbeek

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Bestemmingsplan Kroostweg-Noord

RAADSVOORSTEL Bestemmingsplan Kroostweg-Noord RAADSVOORSTEL Bestemmingsplan Kroostweg-Noord Nisommiv asnamaar mingsbir wow,demiese war...damirsimmi traimisalianismin Gemeente Zeist Portefeuillehouder Wethouder Fluitman Ronde Tafel november 2017 Opsteller

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers. Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers. Aan de gemeenteraad, Raadsvoorstel Agendapunt: Zaaknummer: 2017-013931 Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers Datum voorstel Datum raadsvergadering Aan de gemeenteraad, Voorstel Eén woning mogelijk

Nadere informatie

Gemeente Delft. Raadsvoorstel

Gemeente Delft. Raadsvoorstel Raadsvoorstel Gemeente Delft Aan de gemeenteraad c^cand archfef Van : college van B&W Datum : 19 april 2011 "' ^«1 2Ü1J Pfh. : Pieter Guldemond Steller : Friso Vossen tel.nr. : 2112 e-mail : fvossen@delft.nl

Nadere informatie

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1 Raadsvoorstel Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Zandeind 29a" (Riel) Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage XX-XX-XXXX XX-XX-XXXX 1. Vast te stellen bestemmingsplan

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Bestemmingsplan Symfonia fase 2. Gevraagde Beslissing:

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Bestemmingsplan Symfonia fase 2. Gevraagde Beslissing: Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Bestemmingsplan Symfonia fase 2 Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. de drie zienswijzen met betrekking tot het ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht; venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vilgert 47 Velden' raadsnummer 2019 14 collegevergadering d.d. 22-01-2019 raadsvergadering d.d. 27-02-2019 fatale termijn programma

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Groot Rijnwijk en exploitatieplan Groot Rijnwijk a. Zaaknummer

Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Groot Rijnwijk en exploitatieplan Groot Rijnwijk a. Zaaknummer Aan de gemeenteraad Zaaknummer 216282 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Groot Rijnwijk en exploitatieplan Groot Rijnwijk a Voorstel 1. In de naar aanleiding van het ontwerpbestemmingsplan Groot Rijnwijk

Nadere informatie

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858 Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2012 RA12.0093 A 10 12/858 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Emmen, Emmerhout Portefeuillehouder: A.J. Sleeking Ruimtelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

Raadsvoorstel nr Portefeuillehouder wethouder drs. G. van der Hoeven

Raadsvoorstel nr Portefeuillehouder wethouder drs. G. van der Hoeven RAADSVOORSTEL Raadsvoorstel nr Portefeuillehouder wethouder drs. G. van der Hoeven Datum B&W-besluit 23 mei 2017 Voor de vergadering van raad d.d. 29 juni 2017 Behandelen in de raadscommissie Ruimte en

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP va01)

Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP va01) B en W Adviesnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP19009- va01) Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 15 juli 2019 Afdeling/Team Stad

Nadere informatie

Jan Wibier secretaris-directeur

Jan Wibier secretaris-directeur Aan de gemeenteraad Portefeuillehouder Cluster Nummer Datum Onderwerp Nico Oud regelgeving 7 juli 2015 bestemmingsplan op aanvraag voor het toevoegen van twee woningen op het perceel Molenweg 6 te Hollum

Nadere informatie

C. Evers 3678

C. Evers 3678 Agendapunt commissie: 3.2 steller telefoonnummer email C. Evers 3678 cev@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering portefeuillehouder M. Wijnen 4405/8116 onderwerp Bestemmingsplan Carolusdreef

Nadere informatie

Nota Van Beantwoording

Nota Van Beantwoording Nota Van Beantwoording Ontwerp Bestemmingsplan De Schooten 2012 d.d. 07 februari 2013 Nota van Beantwoording ontwerp bestemmingsplan De Schooten 2012 Hieronder zijn de zienswijzen weergegeven welke in

Nadere informatie

Raadsvoorstel Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan 'Luchthaven Eindhoven e.o.'

Raadsvoorstel Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan 'Luchthaven Eindhoven e.o.' gemeente Eindhoven Inboeknummer Dossiernummer 17.30.654 B&W beslisdatum 25 juli 2017 Raadsvoorstel Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan 'Luchthaven Eindhoven e.o.' Inleiding Voor Luchthaven Eindhoven

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3"

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan Landhof, fase 3 Inboeknummer 14bst01405 Beslisdatum B&W 23 september 2014 Dossiernummer 14.39.651 Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3" Inleiding De locatie Landhof ligt

Nadere informatie

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Katwijk aan den Rijn 2012 Aan de gemeenteraad Zaaknummer : 2012-23744 Programma : Wonen en ruimte Onderwerp : Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012 Katwijk, 18 december 2012 Inleiding Bestemmingsplan

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Vaststellen van de 2 e herziening bestemmingsplan Amsterdamse Bos Woonschepen en de Woonschepenverordening

RAADSVOORSTEL. Vaststellen van de 2 e herziening bestemmingsplan Amsterdamse Bos Woonschepen en de Woonschepenverordening RAADSVOORSTEL Raadsvoorstel nr Portefeuillehouder wethouder P.A. Bot Datum B&W-besluit 28 april 2015 Voor de raadsvergadering van 3 juni 2015 Afdeling ROV Behandelend ambtenaar (voor technische vragen)

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17-12-2015 15-091 Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Bedrijventerrein De Raaphof

Nadere informatie

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan "Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde)".

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde). Gemeente Heerde Raadsvergadering 3 1 JAN 2011 Conform voorstel Raadsvoorstel Raadsvergadering 31 januari 2011 Commissie Ruimte 10 januari 2011 Agendapunt 7 Afdeling en opsteller Ruimte/Lisette Sipman (0578

Nadere informatie

Voorstel aan de Gemeenteraad

Voorstel aan de Gemeenteraad Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Vogelhorst, 1e partiële herziening Beleidsveld Portefeuillehouder Vragen bij Dienst Ruimte, Wonen en werken T. Herrema W. de Kleuver Stedelijke Ontwikkeling Telefoon

Nadere informatie

Raadsvoorstel en besluitnota

Raadsvoorstel en besluitnota 2016/196342 Raadsvoorstel en besluitnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan 'Eerste partiële herziening Landelijk gebied Assendelft' Gevraagd besluit 1. Het bestemmingsplan 'Eerste partiële herziening

Nadere informatie

Onderwerp Bestemmingsplan Neede, Plan Hondelink Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

Onderwerp Bestemmingsplan Neede, Plan Hondelink Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Bestemmingsplan Neede, Plan Hondelink 29. Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en Economisch

Nadere informatie

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan Centrum en omgeving t.b.v. nieuwbouw Vomar ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar SAMENVATTING Op 22 mei 2017 is door Trottoir Participaties B.V. (Hoorne Vastgoed) een verzoek om wijziging

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.: Agendapunt nr.: Raadsvoorstel Onderwerp: Gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening Kattenbos 6 te Reusel Datum besluit B&W: 5 februari 2019 Vergaderdatum: 12 maart 2019

Nadere informatie

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019 Voorstel raad en aadsbesluit Programma Gemeente Landgraaf Documentnummer: B.19.0775 lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019 ONDERWERP: Vaststelling bestemmingsplan

Nadere informatie

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 14 september 2016

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 14 september 2016 RAADSBESLUIT Vaststelling bestemmingsplan "Gebrande Hoefstraat 2 te Rucphen" 28 september 2016 De raad van de gemeente Rucphen, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 juli 2016, overwegende

Nadere informatie

ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST

ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST Steller advies: Zaaknummer Afdeling: Datum: O. de Man 1891268 Ruimte 27-10-2017 Onderwerp: Ontwerpbestemmingsplan Soesterengweg 6 zenden aan de raad ter vaststelling. Voorstel

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 13 juni Onderwerp:

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 13 juni Onderwerp: Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 13 juni 2013 Onderwerp: Gevraagde Beslissing: Vaststellen bestemmingsplan Stormpolder, inclusief PlanMER en Geluidruimteverdeelplan

Nadere informatie

gemeente eijsdervmargraten

gemeente eijsdervmargraten gemeente eijsdervmargraten Aan de gemeenteraad Raadsvoorstel Nummer: 11IN002555 1. Vermelding onderwerp en beslispunten Voorstel tot vaststelling 'Partiële herziening bestemmingsplan Kern Cadier en Keer

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01)

Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01) B en W Adviesnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01) Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 15 april 2019 Afdeling/Team Stad Dorpen

Nadere informatie

Vaststellen bestemmingsplan 'Kom Woudrichem-Oudendijk - Gasleiding Middelvaart 2015' Volgnr Corsa kenmerk / 15.

Vaststellen bestemmingsplan 'Kom Woudrichem-Oudendijk - Gasleiding Middelvaart 2015' Volgnr Corsa kenmerk / 15. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Kom Woudrichem-Oudendijk - Gasleiding Middelvaart 2015' Volgnr. 2015-023 Corsa kenmerk 15.0006401 / 15.0006401 Portefeuillehouder Ambtenaar Afdeling wethouder I.

Nadere informatie

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 24 januari 2018

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 24 januari 2018 RAADSBESLUIT Vaststelling bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, herstelbesluit recreatieobjecten' 31 januari 2018 De raad van de gemeente Rucphen, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

V A L K E N S WA A R. D

V A L K E N S WA A R. D G E M E E N T E V A L K E N S WA A R. D Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 678 cev(o)valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 10raad00743 onderwerp Vaststellen

Nadere informatie

Combinatie van voorgaande redenen, te weten actie vanuit eerder besluit en externe wet- en regelgeving.

Combinatie van voorgaande redenen, te weten actie vanuit eerder besluit en externe wet- en regelgeving. SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 11G200528 418777 / 418777 ONDERWERP P. Neuteboom BP Br Vaststellen Bestemmingsplan en Beeldkwaliteitplan Expo Business parc

Nadere informatie

Inhoud voorstel aan Raad

Inhoud voorstel aan Raad 2016/112134 Onderwerp Vaststelling Beheersverordening Inverdan Inhoud voorstel aan Raad Gevraagd besluit De beheersverordening Inverdan, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in

Nadere informatie

Nummer : 2013/ Datum : 1 oktober 2013 Onderwerp : Vaststelling bestemmingsplan Vroonlandseweg Kapelle

Nummer : 2013/ Datum : 1 oktober 2013 Onderwerp : Vaststelling bestemmingsplan Vroonlandseweg Kapelle Voorbereidende raadsvergadering: 5 november 2013 Besluitvormende raadsvergadering: 26 november 2013 Portefeuillehouder: E. Damen AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2013/ Datum : 1 oktober 2013 Onderwerp : Vaststelling

Nadere informatie

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten)

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten) Agendapunt: 8 No. 94/'10 Dokkum, 8 november 2010 ONDERWERP: Vaststellen bestemmingsplan Ee-Skieppereed 26 SAMENVATTING: Zoals u weet zijn de twee vigerende bestemmingsplannen voor het buitengebied sterk

Nadere informatie

2. GEVRAAGDE BESLISSING:

2. GEVRAAGDE BESLISSING: *Z0109EAA757* Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer Voorstellen Raad Directeur : L. Huberts Zaakgericht\407 Behandelend ambtenaar A.A. Siesling Zaaknummer Z.16-18920 Datum: 20 december 2016 Afdeling

Nadere informatie

Raadsvergadering. 8 maart

Raadsvergadering. 8 maart RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 8 maart 2018 18-017 Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Odijk, Zeisterweg 103' Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Odijk, Zeisterweg 103 Gevraagde

Nadere informatie

E. van den Boom raad00684

E. van den Boom raad00684 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email E. van den Boom 3665 ebo@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 13raad00684 Vaststellen bestemmingsplan Waalreseweg - Dijkstraat

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) 12 maart Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) 12 maart Aan de gemeenteraad, Raadsvoorstel Zaaknummer: 2018-001138 Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) Datum voorstel 12 maart 2019 Datum raadsvergadering Aan de gemeenteraad, Voorstel Maximaal 5

Nadere informatie

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2015-53 Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith - 2013'. Dienst/afdeling SRO De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Zuidbroek herziening 2

Zuidbroek herziening 2 Zuidbroek herziening 2 Betreft aanpassing goothoogte aan-, uit- en bijgebouwen bij woningen Status ontwerp Datum december 2011 Inhoudsopgave Toelichting 3 1 PLANBESCHRIJVING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Aanleiding

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik'

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik' RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 01-11-2018 18-088 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik' Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening

Nadere informatie

Aanvullende Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale

Aanvullende Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale 29 mei 2012 Corr.nr. 2012-22,693, RP Nummer 18a/2012 Zaaknr. 398930 Aanvullende Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen voor de gewijzigde vaststelling van het 'Inpassingsplan

Nadere informatie

0 Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10)

0 Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10) Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10) Programma Stedelijke ontwikkeling B. Velthuis Samenvatting Het plangebied ligt centraal in stadsdeel Dukenburg,

Nadere informatie

Vaststellen bestemmingsplan 'Rijnhal-Decathlon' Aan de gemeenteraad. Arnhem, 5 augustus 2014

Vaststellen bestemmingsplan 'Rijnhal-Decathlon' Aan de gemeenteraad. Arnhem, 5 augustus 2014 Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 29 september 2014 Documentnummer : 2014.0.072.353 Zaaknummer: 2014-03-00149 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Rijnhal-Decathlon' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

26 maart 2019 R.P. Hoytink-Roubos G.W. Janssen tel: :

26 maart 2019 R.P. Hoytink-Roubos G.W. Janssen tel: : Zaaknummer Raadsvergadering 167379 21 mei 2019 gemeente ~- Berkelland Onderwerp Collegevergadering Portefeuillehouder Steller Bestemmingsplan "Buitengebied, Schuppen Recreatie 2018" 26 maart 2019 R.P.

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL 10R.00208

RAADSVOORSTEL 10R.00208 Gemeente Woerden RAADSVOORSTEL 10R.00208 ^ gemeente WOERDEN Agendapunt: Indiener: - college van burgemeester en wethouders Aandachtsveld portefeuillehouder: - wethouder Schreurs Contactpersoon: C.T. Vermeulen

Nadere informatie

Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 9 september 2014 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 9 september 2014 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : G. Bruijniks Datum collegebesluit : 9 september 2014 Corr. nr.: 2014.11886 Onderwerp : Programma : 11. Bouwen en wonen Agenda nr. : 13, 2014/53 Voorstel tot het (gewijzigd)

Nadere informatie

Maatschappelijk effect en doel van het voorstel. Voorstel. Basis RAADSVOORSTEL BESTEMMINGSPLAN SANATORIUMLAAN 37

Maatschappelijk effect en doel van het voorstel. Voorstel. Basis RAADSVOORSTEL BESTEMMINGSPLAN SANATORIUMLAAN 37 RAADSVOORSTEL BESTEMMINGSPLAN SANATORIUMLAAN 37 8-3-2016 RAADSVST16 H MelD01 gemeentelijk management team Portefeuillehouder De heer S. Jansen Ronde Tafel 01 juni 2016 Opsteller D.T. Melman Debat 21 of

Nadere informatie

Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Dorpstraat 59"(Riel)

Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpstraat 59(Riel) Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Dorpstraat 59"(Riel) Agendapunt: Zaaknummer: 2018-008690 Onderwerp Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Datum voorstel Datum raadsvergadering Aan de

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Datum: Portefeuillehouder: 19 september 2017 Krieger Domein / Team: Ruimtelijk/ projectmanagement Behandeld door: P. Hania NIET OPENBAAR Onderwerp:

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Beoogd effect. Ag. nr.: Reg. nr.: BP Datum:

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Beoogd effect. Ag. nr.: Reg. nr.: BP Datum: Datum: Raadsvoorstel College Ja Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Eindhovenseweg 10-12 te Boxtel Status Besluitvormend Voorstel 1. In te stemmen met de beantwoording van de zienswijzen volgens bijgaande

Nadere informatie

Raadsstuk. Vaststellen bestemmingsplan 'Bomenbuurt, le partiële herziening. Olmenstraat 22' vandaar dat er geen hyperlink mogelijk is).

Raadsstuk. Vaststellen bestemmingsplan 'Bomenbuurt, le partiële herziening. Olmenstraat 22' vandaar dat er geen hyperlink mogelijk is). Gemeente Haarlem Raadsstuk Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bomenbuurt, le partiële herziening. Olmenstraat 22' Nummer 2018/541161 Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 4.1 Duurzame

Nadere informatie

nota van B&W ONTWERPBESLUIT TBV TER INZAGE LIGGING

nota van B&W ONTWERPBESLUIT TBV TER INZAGE LIGGING nota van B&W ONTWERPBESLUIT TBV TER INZAGE LIGGING Onderwerp Vaststelling wijzigingsplan Zwanenburg 1 e wijziging mr. M.L. (Mariëtte) Sedee Schuitemaker PM Inlichtingen M. Romijn (+31235674240) Portefeuillehouder

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Achterdijk 37 Odijk' Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Achterdijk 37 Odijk' Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 26-10-2017 17-082 Onderwerp Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Achterdijk 37 Odijk Gevraagde beslissing 1. Het bestemmingsplan Achterdijk 37 Odijk

Nadere informatie

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 25 oktober 2017

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 25 oktober 2017 RAADSBESLUIT Vaststelling 'Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012 Hazelaarstraat Lijsterbesstraat te St. Willebrord' 9 november 2017 De raad van de gemeente Rucphen, gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rs van

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rs van GEMEENTE ELSEN gemeenteraad Raadsbesluit Datum raadsvergadering 21 december 2017 Datum carrousel 7 december 2017 Raadsbesluitnummer R17.078 Registratienummer Rsl 7.00724 Onderwerp: aststellen bestemmingsplan

Nadere informatie

Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91

Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Gemeente Venlo Projectnummer BRO: 211x08099 Identificatienummer: NL.IMRO.0983.BP201605MDDNWG8791-VA01 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Onderwerp Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers- Koenpark Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder T. Herrema Pagina 1 Vragen bij: Afdeling: W.B. de

Nadere informatie

E.G.M. van den Boom / september 2017

E.G.M. van den Boom / september 2017 steller telefoonnummer email Agendapunt commissie: 3.2 E.G.M. van den Boom 3665 Evelien.van.den.Boom@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 246333/254627 11 september 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

De raad van de gemeente Lansingerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 augustus 2013 en 15 oktober 2013

De raad van de gemeente Lansingerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 augustus 2013 en 15 oktober 2013 Raadsbesluit 1111111111111 l1li111111111 Datum Raad 28 november 2013 Registratienummer BR1300121 Onderwerp Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "HoeksePark West" De raad van de gemeente Lansingerland;

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad, RAADSVOORSTEL NR. 19-45 Raadsvergadering Zaaknummer 18 april 2019 653643 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3, Bunnik.

Nadere informatie

E.G.M. van den Boom / juli 2017

E.G.M. van den Boom / juli 2017 steller telefoonnummer email Agendapunt commissie: 3.1 E.G.M. van den Boom 3665 Evelien.van.den.Boom@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 120977/239451 6 juli 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/62

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/62 1 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/62 Voor raadsvergadering d.d.: 29-09-2015 Agendapunt: Onderwerp: Vaststelling

Nadere informatie

Raadsvergadering 12 februari 2015

Raadsvergadering 12 februari 2015 College Wilms) (portefeuillehouder Raadsvergadering 12 februari 2015 Agendapunt: 0 nee Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het gebied "Linnerpark". Van: Samenvatting: Voorstel: Bijlagen:

Nadere informatie

Voorstel aan de Gemeenteraad

Voorstel aan de Gemeenteraad 16-10- Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan 'Regenboogbuurt en Eilandenbuurt' Beleidsveld Beheer en Leefomgeving Portefeuillehouder Ed Anker Vragen bij T. de Bruijn- van der Wilt/E. Weijnen Dienst Dienst

Nadere informatie

CONCEPT t.b.v. ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan

CONCEPT t.b.v. ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan CONCEPT t.b.v. ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan Raadsvoorstel 2015/ Portefeuillehouder Collegevergadering Raadsvergadering Adam Elzakalai Steller C. Blankestijn (023 5676074 ) 1. Samenvatting

Nadere informatie

Zienswijzen nota. Gemeente Epe. bestemmingsplan "Wissel Schaveren Correctieve Herziening" Anonieme versie

Zienswijzen nota. Gemeente Epe. bestemmingsplan Wissel Schaveren Correctieve Herziening Anonieme versie Gemeente Epe Zienswijzen nota bestemmingsplan "Wissel Schaveren Correctieve Herziening" Anonieme versie Zienswijzen nota. 2013-00607 lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll nhoudsopgave

Nadere informatie

: M.P.C. Gadella - Van Gils

: M.P.C. Gadella - Van Gils RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 15 februari 2016 Zaaknummer : 235763 Datum Raadsvergadering : 29 februari 2016 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Oplegnotitie (Vaststelling bestemmingsplan Landgoed Brunssheim.) Gemeenteblad nr. 2010/71

Oplegnotitie (Vaststelling bestemmingsplan Landgoed Brunssheim.) Gemeenteblad nr. 2010/71 Oplegnotitie (Vaststelling bestemmingsplan Landgoed Brunssheim.) Gemeenteblad nr. 2010/71 Rol van de raad De raad krijgt dit raadsvoorstel voorgelegd om - kaders te stellen de raad geeft de grenzen aan

Nadere informatie

Ill RVB Voorlegger Raadsvoorstel

Ill RVB Voorlegger Raadsvoorstel Ill Voorlegger Raadsvoorstel Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam Vaststellen bestemmingsplan

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : P.J. Beers : Beleid en Projecten : M. Klazema Voorstel aan de raad Onderwerp Programma : Vaststelling bestemmingsplan

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 61875 Datum : 10 juni 2014 Programma : Woon en leefomgeving Blad : 1 van 6 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. H.C.V.

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Eerste partiële herziening bestemmingsplan Noordoost, Roba Metals'

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Eerste partiële herziening bestemmingsplan Noordoost, Roba Metals' Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente IJsselstein ^ W C f» C C «I. c IJssel stein agendapunt Zaaknummer Programma Cluster Portefeuillehouder Informatie bij E-mail/tel.nr. 388338 Woon- en leefomgeving

Nadere informatie

Vastgesteld bestemmingsplan Groenvoorziening Klokkengietersstraat 2-96 te Venlo

Vastgesteld bestemmingsplan Groenvoorziening Klokkengietersstraat 2-96 te Venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp raadsnummer 2012 87 collegevergadering raadsvergadering fatale termijn programma portefeuillehouder Vastgesteld bestemmingsplan Groenvoorziening Klokkengietersstraat

Nadere informatie

Baarle-Nassau. B. en W Raad BAARLE-NASSAU. Ţşect.~ftü~ No. B. De raad van de gemeente Baarle-Nassau;

Baarle-Nassau. B. en W Raad BAARLE-NASSAU. Ţşect.~ftü~ No. B. De raad van de gemeente Baarle-Nassau; Baarle-Nassau GEM B. en W Raad BAARLE-NASSAU brd1300082 Inge* 1 1 DEC. 2013 No. B. Ţşect.~ftü~ De raad van de gemeente Baarle-Nassau; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013;

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Bestemmingsplan Buitengebied Zuidwest Een nieuw planologisch kader bieden voor het zuidwestelijk buitengebied van Zeist.

RAADSVOORSTEL. Bestemmingsplan Buitengebied Zuidwest Een nieuw planologisch kader bieden voor het zuidwestelijk buitengebied van Zeist. RAADSVOORSTEL Bestemmingsplan Buitengebied Zuidwest 2018 Portefeuillehouder S. Jansen Ronde Tafel 10 januari 2019 Opsteller M. Dingemans Debat Indien nodig 24 januari 2019 Zaak/stuknummer 292294 Raadsvergadering

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vierde partiële herziening Noordoost, HC IJsseloever

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vierde partiële herziening Noordoost, HC IJsseloever Raadsvoorstel Gemeente IJsselstein agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 443111 Programma : Woon- en leefomgeving Commissie : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. J.H. Lappee Informatie

Nadere informatie

Voorbereidingsbesluit gebied Industriestraat Stationsstraat-Parallelweg te Tegelen september oktober 2018

Voorbereidingsbesluit gebied Industriestraat Stationsstraat-Parallelweg te Tegelen september oktober 2018 venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp raadsnummer 2018 collegevergadering d.d. raadsvergadering d.d. fatale termijn programma portefeuillehouder Voorbereidingsbesluit gebied Industriestraat Stationsstraat-Parallelweg

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Opgesteld door: Marly Beckfeld, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Grondbedrijf. Portefeuillehouder: T. Veninga

Raadsvoorstel. Opgesteld door: Marly Beckfeld, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Grondbedrijf. Portefeuillehouder: T. Veninga Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders Raadsvoorstel Portefeuillehouder: T. Veninga Opgesteld door: Marly Beckfeld, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Grondbedrijf Besluitvormende vergadering:

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 3-9-2013 Nummer voorstel: 2013/65 Voor raadsvergadering d.d.: 17-09-2013 Agendapunt: 09 Onderwerp:

Nadere informatie

Erwin Talpe

Erwin Talpe Raadsvoorstel Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email Erwin Talpe 06-10937210 erwintalpe@hotmail.com agendapunt kenmerk datum raadsvergadering portefeuillehouder 23 juni 2016 onderwerp Initiatiefvoorstel

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Beslispunten * * Wageningen, 14 september 2012

Raadsvoorstel. Beslispunten * * Wageningen, 14 september 2012 *12.0212989* Raadsvoorstel Wageningen, 14 september 2012 Raadsvergadering : 24 september 2012 Agendanummer : 7 Afdeling : VG Registratienummer : 12.0212989 Portefeuillehouder: M.C. Uitdehaag Onderwerp:

Nadere informatie

Voorstel aan raad. Geadviseerd besluit. Samenvatting ROM. H.J. Weeda. 14 mei 2013 vaststellen bestemmingsplan Hof van Lebret 2013

Voorstel aan raad. Geadviseerd besluit. Samenvatting ROM. H.J. Weeda. 14 mei 2013 vaststellen bestemmingsplan Hof van Lebret 2013 Voorstel aan raad Verantwoordelijke afdeling ROM Nummer Inboeknummer: 120342 Raad d.d. Paragraaf begroting: 3 26 juni 2013 Steller: A. Ruiter Portefeuillehouder H.J. Weeda Datum Onderwerp 14 mei 2013 vaststellen

Nadere informatie

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Bestemmingsplan : Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Datum vaststelling raad :

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d. 17 december 2015 Raadsvoorstel nr.: 15/82 Afdeling. Contactpersoon/ adres Ruimte. Commissie

Raadsvergadering d.d. 17 december 2015 Raadsvoorstel nr.: 15/82 Afdeling. Contactpersoon/ adres Ruimte. Commissie gemeente Oisterwijk 2015112599 Raadsvoorstel Raadsvergadering d.d. 17 december 2015 Raadsvoorstel nr.: 15/82 Afdeling Commissie Contactpersoon/email adres Ruimte Ruimtelijke Zaken Jennifer Rama - Alberto

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Haarlem 023 Reg.nr.: 2009/186957

Raadsstuk. Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Haarlem 023 Reg.nr.: 2009/186957 Raadsstuk Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Haarlem 023 Reg.nr.: 2009/186957 1. Inleiding Het project 023 betreft het thans grotendeels braakliggende gebied, gelegen tussen de Boerhaavelaan, de Toekanweg,

Nadere informatie

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr. Raadsvoorstel Agendapunt: 16 Onderwerp: Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.: 060-2018 Opsteller: Toon Capel Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Raadsvergadering Datum

Raadsvergadering Datum Ruimtelijke Leefomgeving Raadsvoorstel Voorstel nr Raadsvergadering Datum Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Uitbreiding recreatiebedrijven De Pampel, Het Lierderholt, Het Het Veluws Hof en De Hertenhorst

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan "Kom Andel - Zwembad Middenweg 2012". Volgnr

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Kom Andel - Zwembad Middenweg 2012. Volgnr Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan "Kom Andel - Zwembad Middenweg 2012". Volgnr. 2012-080 Portefeuillehouder wethouder R. Bergsma Ambtenaar Jan van Soest Afdeling Ruimte Datum voorstel Opiniërende raad

Nadere informatie