Zijn Er Verschillen Tussen Het Tonen van Positieve Emoties in Verschillende Sociale Relaties? Floor Manders Marieke de Bruine Bachelor thesis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zijn Er Verschillen Tussen Het Tonen van Positieve Emoties in Verschillende Sociale Relaties? Floor Manders Marieke de Bruine Bachelor thesis"

Transcriptie

1 Zijn Er Verschillen Tussen Het Tonen van Positieve Emoties in Verschillende Sociale Relaties? Floor Manders Marieke de Bruine Bachelor thesis Psychologie en Gezondheid Departement Ontwikkelingspsychologie, Tilburg University Juni 2016

2 Abstract Dit onderzoek heeft als hoofdvraag of er verschillen zijn in het tonen van emoties in verschillende sociale relaties en spits zich toe op volwassenen. In totaal hebben er 290 participanten deelgenomen waarvan 221 vrouwen en 69 mannen. Zij hebben allen de Display Rules Measurement Test afgenomen. De hypothesen positieve emoties compassie en dankbaarheid meer worden getoond in intieme relaties en positieve emoties vrolijkheid, elevatie en trots zullen meer getoond worden in minder intieme relaties zoals met een kennis of professor. werden getest door voor alle emoties is een Repeated Measurement Anova uitgevoerd met als referentiegroep de conditie alleen. Resultaten toonde dat emoties die dienen voor de vorming en onderhoud van relaties zoals compassie en dankbaarheid worden significant meer getoond in intieme relaties. Vrolijkheid werd ook in alle intieme relaties significant meer getoond en elevatie en trots waren beiden significant binnen één intieme relatie. Vervolgonderzoek zou zich kunnen focussen op functies van emoties en de doelen van relaties Keywords: emotie, relatie, emotie regulatie, sociale interactie, ontwikkeling, display rules

3 Zijn Er Verschillen Tussen Het Tonen van Positieve Emoties in Verschillende Sociale Relaties? Van jongs af aan is het reguleren van de emoties een belangrijke functie. Het speelt namelijk vanaf jonge leeftijd een belangrijke rol in het vormen van sociale relaties. Emotie regulatie heeft namelijk drie belangrijke functies in onze sociale interactie. Ten eerste, een informatieve functie, waarbij we door expressie van anderen informatie krijgen over de sociale wereld, bijvoorbeeld De ervaring van emoties geeft informatie over de staat van de relatie, (bijvoorbeeld iemand is verdrietig omdat het uit is met zijn partner) wat ervoor zorgt dat mensen makkelijker kunnen inschatten hoe zich te gedragen tegenover de ander (Je troost diegene als reactie). Ten tweede geeft het laten zien van emoties geeft ook een sociale context. Welke emoties moeten er getoond worden en het matchen van de emotie van een ander (Wanneer een ander bijvoorbeeld blij is omdat hij of zij een tentamen heeft gehaald, match je de emotie door ook blij te zijn voor de ander). Ten derde zorgt uiting van emoties voor het wenselijke sociale gedrag van de ander (Op een begrafenis is het niet sociaal wenselijk om blijdschap te uiten) (Philippot & Feldman, 2004). Wanneer we het over emotie regulatie hebben, spreken we over de manier waarop een individu zijn of haar emoties uit, ervaart, beïnvloed en op wat voor een manier het individu deze emoties heeft (Gross, 1998). Emoties beïnvloeden onze relaties op verschillende manieren, zo wordt het uiten van negatieve emoties vaak gezien als iets vervelends, want wanneer iemand meer negatieve emoties toont, wordt deze vaker vermeden door anderen, omdat het al gauw opgevat zal worden als klagen (Kowalski & Erikson, 1997). Terwijl het uiten van positieve emoties ervoor zorgt dat we ons meer verbonden voelen met anderen (Collins en Miller, 1994; DePaulo & Kashy, 1998). De manier waarop we onze emoties reguleren, leert men als kind van zijn of haar ouders. Voor de expressie van deze emoties bestaan namelijk speciale regels, die de emotionele display rules worden genoemd. Kinderen leren deze emotionele display rules dus door te kijken naar de emotionele expressie van hun ouders, maar ook door te kijken naar leeftijdsgenoten. Dit is iets wat McDowell en Parke (2000) in hun onderzoek hebben onderzocht. Zij kozen ervoor om te kijken hoe de kennis is van emotionele display rules bij kinderen, en de relatie hiervan met de ouderlijke controle van emotie regulatie bij het kind in combinatie met de sociale competentie van het kind. Zij keken naar de kennis van display rules, redenen voor het

4 gebruik ervan en hoeveel controle de ouders uitoefenden op de expressie van emoties bij hun kinderen. De resultaten waren dat kinderen die de display rules gebruikten in hun emotie expressie als meer competent werden ervaren door zowel hun leerkrachten als leeftijdsgenoten. Wat betekent dat het leren van het reguleren van je emoties dus van belang is voor je latere uitkomsten. Ander onderzoek kijkt naar de factoren die kinderen zouden kunnen beïnvloeden bij emotie regulatie. Zo zeggen Zeman & Garber (1996) dat de display rules voor boosheid, verdriet en pijn af van de persoon die toekijkt. Er werd hierbij gekeken naar negatieve emoties en naar de personen die aanwezig waren bij het uiten of onderdrukken van emoties (moeder, vader, peer of alleen) Kinderen gaven aan welke display rules zij gebruikten en de redenen voor hun keuze, en de gebruikten methoden voor regulatie. Kinderen geven aan dat zij hun emoties meer onder controle houden in het bijzijn van andere kinderen ongeacht welke emotie. Dit was minder dan wanneer zij met hun ouders of alleen waren. De voornaamste reden die kinderen gaven voor het reguleren van hun emoties was dat zij verwachten dat dit een negatieve impact had op de interactie met de andere kinderen gevolgd door uitsluiting. Iets wat in het onderzoek van Kowalski & Erikson (1997) eveneens naar voren komt, personen die meer negatieve emoties uiten, worden ten slotte meer vermeden. Buiten de onderzoeken die kijken naar emotie regulatie bij kinderen, lijkt emotie regulatie in het latere leven nog steeds van belang te zijn in verschillende sociale relaties. Een artikel waarin hier naar wordt gekeken, is het artikel van Hopp, Rohrmann en Hodapp (2011). Zij kijken namelijk naar de emotionele display rules in werksituaties. De effecten van het vragen aan werknemers om negatieve emoties ( slecht humeur, boos en afkeer) te onderdrukken, en positieve emoties (vrolijk, warm en sympathie) te uiten is onderzocht als tevens de interactie van negatieve en positieve emoties in een werksetting. De resultaten van het onderzoek bevestigde dat het vragen aan werknemers vanuit de werknemer, om hun negatieve emoties te onderdrukken, leidde tot een verminderd welzijn. Er is veel onderzoek naar de regulatie van emoties bij kinderen, en op welke manier deze aangeleerd wordt. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar de negatieve emoties. Positieve emoties daarentegen zijn ondervertegenwoordigd in onderzoeken en wanneer deze worden onderzocht is dit vrijwel altijd in context met kinderen. Dit onderzoek tracht hierom te kijken

5 naar de emotie regulatie bij volwassenen, toegespitst op de expressie van positieve emoties in verschillende sociale relaties. Daarbij kijken we specifiek naar de positieve emoties compassie, elevatie, dankbaarheid, vrolijkheid en trots, waarbij met trots geduid wordt op prestatie trots (bijvoorbeeld: er is hard voor een tentamen gestudeerd en hier is vervolgens een hoog cijfer voor gehaald). Deze emoties worden gedefinieerd aan de hand van de DRAI (Matsumoto et al., 2005). De hoofdvraag van dit onderzoek is Zijn er verschillen tussen het tonen van positieve emoties in verschillende sociale relaties?. Verwacht wordt dat de positieve emoties compassie en dankbaarheid meer worden getoond in intieme relaties. Dit wordt verwacht, omdat de emotie compassie wordt ervaren als een bevestiging dat de ander zich wil inzetten voor de relatie en expressie van deze emotie maakt het makkelijker om een band op te bouwen binnen elke relatie. Het zorgt in het geval van een ouder-kind relatie is het zo dat compassie leidt tot meer zorgend gedrag richting het kind. (Phillipot&Feldman, 2005). Dankbaarheid is een emotie die veelal getoond wordt wanneer men wil bevestigen dat de relatie gewaardeerd wordt en dat de ander in de relatie hetzelfde gedrag terug kan verwachten en zorgt ook voor de vergemakkeling van de opbouw van relaties (McCullough, Kilpatrick, Emmons & Larson, 2001; Algoe, Haidt & Gable, 2008). Als tweede wordt er verwacht dat de andere positieve emoties zoals vrolijkheid, elevatie en trots meer zullen worden getoond in minder intieme relaties zoals met een kennis of professor. Dit wordt verwacht, omdat elevatie, vrolijkheid en trots alle drie emoties zijn die weinig bestudeerd zijn m.b.t. sociale relaties. Elevatie is een emotie die vooral wordt getoond na het zien van anderen (Haidt 2000), vrolijkheid wordt gezien als een indicatie voor welzijn (Demir&Özdemir, 2010; Baumeister & Leary, 1995; Ryan & Deci, 2001) en trots als een emotie die belangrijk is voor leiderschap (Michie, 2009). Verder wordt er verwacht dat deze emoties meer binnen minder intieme relaties zullen worden getoond, omdat het tonen van negatieve emoties het opbouwen van een band zal verslechteren en dus een negatieve impact heeft op de relaties met een kennis of professor (Kowalski & Erikson, 1997) en er meer wordt onthult over hoe men zich voelt in intieme relaties, men zal dus binnen minder intieme relaties sneller een masker opzetten en meer vrolijkheid en elevatie tonen dan men normaal zou doen in een intieme relatie (DePaulo&Kashy, 1998; Collins & Miller, 1994 en Hornstein en Truesdell, 1988).

6 Methode Participanten Voor dit onderzoek zijn 221 vrouwen en 69 mannen (n=290) onderzocht (M= 19,88; SD=2,913). De meest voorkomende etniciteiten Vietnamees (36,2%), Kaukasisch (12, 1%) en Pakistani (6,6%) zijn (zie tabel 1). 69,1% van de participanten woont in de stad en 30,9% op het platteland. 9 % Van de participanten omschrijft zijn of haar gezin als een arm huishouden, 22,4 % als werkende klasse, 43,4 % als de middel klasse, 23,8% hogere middel klasse en 1,4% als hogere klasse. Tabel 1 Etniciteit participanten Etniciteit Percentage Chinees 0,3% Vietnamees 36,2% Oost-Indisch/Pakistani 6,6% Japans 3,1% Koreaans 2,8% Pacifische Eilander 6,2% Filipijn 0,3% Afrikaans Amerikaans 0,3% Mexicaans 0,3% Latino 4,5% Kaukasisch 12,1% Procedure De participanten kregen de Display Rules Measure Test en werden gevraagd om de instructies door te lezen. Hierin stond dat er 6 verschillende situaties aan hen zouden worden voorgelegd. Waarbij de participanten aan moesten geven of zij dachten dat zij hun emoties zouden moeten uiten (is het sociaal wenselijk of gepast?) bij de desbetreffende situatie.

7 Vervolgens werd er in de test uitgelegd wat de definitie was van elke emotie in de test. In dit onderzoek zijn alleen de emoties compassie, elevatie, dankbaarheid, trots en vrolijkheid van toepassing. Na het aanvinken van de emoties waarvan de participanten dachten dat deze geuit moesten worden in een bepaalde situatie, werd er gevraagd naar de sociale relatie. Voorbeeldvragen zijn: Dacht je aan je moeder of vader?, Hoe vaak heb je interactie met je broer/zus (telefonisch, of in persoon) en Hoe close ben je met je kennis? Materialen Voor dit onderzoek is er gebruik gemaakt de Display Rule Assessment Inventory (DRAI, Matsumoto, 2005). De Amerikaanse test DRAI is speciaal aangepast voor dit onderzoek naar een test genaamd de Display Rules Measurement Test (DRMT). De DRMT bestaat, net zoals de DRAI, uit zes verschillende situaties met aanvullende vragen over de sociale interactie met een ouder, broer/zus, goede vriend, kennis en professor. De emoties in de DRMT zijn gedefinieerd aan de hand van de DRAI. Een voorbeeld van een van de situaties is: Je bent met een goede vriend en voelt de volgende emoties. In welke mate zou je de volgende emoties moeten uitdrukken? De mogelijke scores zijn, 0: Ik toon geen emotie, 1: Ik toon emotie veel minder dan dat ik het voel, 2: Ik toon emotie een beetje minder dan dat ik het voel, 3: Ik toon emotie hetzelfde als dat ik het voel, 4: Ik toon emotie een beetje meer dan dat ik het voel en 5: Ik toon emotie veel meer dan dat ik het voel. De geschetste situaties zijn in de DRMT hetzelfde als in de DRAI. Toegevoegd in de DRMT ten opzichte van de DRAI is dat er na elke situatie wordt gevraagd naar de persoon waar aan wordt gedacht. Bijvoorbeeld: Vertel ons iets over je ouder, Dacht je aan je vader of aan je moeder. Vervolgens werd er gevraagd hoe vaak er interactie plaatsvond met deze persoon en hoe close de participant was met de persoon waar aan gedacht werd. Als laatst werden er vragen gesteld over de persoonlijke informatie van de participanten. Om na te gaan hoe betrouwbaar de DRMT is, is er in SPSS een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd, waar een cronbach s alfa een waarde van 0,711 was, omdat dit een waarde is hoger dan >0,70, kan de vragenlijst als betrouwbaar worden gezien.

8 Definitie emoties waarbij compassie is gedefinieerd als een gevoel van warmte en geven om dat gevolgd wordt door het erkennen dat iemand in nood is of aan het lijden is. Elevatie is gedefinieerd als een warm en stralend gevoel dat een iemand voelt wanneer diegene een ander persoon sterkte van karakter of waarde ziet tonen. De derde emotie die wordt onderzocht, dankbaarheid, wordt gedefinieerd als een positief gevoel dat men ervaart wanneer zij hulp of assistentie van iemand ontvangen. Als vierde wordt er gekeken naar vrolijkheid : een gevoel van groot plezier, tevredenheid of blijheid. Als vijfde en laatste emotie wordt er gekeken naar trots. Dit is de emotie die men voelt wanneer hij of zij het gevoel heeft dat zij iets heeft voltooid, iets bereikt heeft Data analyse Data werd geanalyseerd met behulp van het programma SPPS statistics 22 van IBM. De missing data is eerst hergecodeerd waarna een missing value analysis is uitgevoerd. Voor dit onderzoek zijn 248 mannen en 71 vrouwen onderzocht (n= 320). Na een missing value analyse zijn alle participanten met een percentage hoger dan 0,7% aan missing values geschrapt waardoor er 221 mannen en 68 vrouwen (n=290) overbleven (M= 19,88; SD=2,913). Vervolgens is er gekeken naar de descriptives en frequencies en is er op basis van deze data onderscheid gemaakt tussen intieme relaties en minder intieme relaties. Vervolgens is er voor elke relatie een Repeated Measurement Anova uitgevoerd voor de emoties vrolijkheid, elevatie, compassie, trots en dankbaarheid, dit met het doel om beiden hypotheses te kunnen beantwoorden. De Repeated Measurement Anova s zijn uitgevoerd met een simple contrast, omdat het bij dit contrast mogelijk is om een referentiegroep aan te stellen waarmee de andere levels, in dit geval dus de relaties, mee vergeleken kunnen worden. In dit onderzoek is de conditie alleen als referentiegroep is gesteld (first) en er is een Bonferonni correctie uitgevoerd. In dit onderzoek wordt gekeken naar de Greenhouse-Geisser correctie factor, omdat deze meer informatie omvat met betrekking tot schendingen van de assumpties van de Repeated Measurement Anova s dan de Wilk s Lambda. Er is een alfa aangehouden van p=0,05.

9 Resultaten Indeling relaties Om beiden hypothesen te kunnen beantwoorden, is er tevoren te bepaalt, welke relaties onder intieme relaties vallen, en welke onder minder intieme relaties zullen vallen. Voor de scheiding tussen intieme relaties en minder intieme relaties is gekeken naar de scores van participanten op het item How close are you to. Op de vraag How close are you tot this parent? Antwoordde het grootste gedeelte (42,2%) met very close. Voor broers of zussen lag het percentage van very close op 35,3% en voor een goede vriend gaf 47,2% van de participanten aan dat zij very close met deze vriend waren. Dit in tegenstelling tot de scores op very close voor een kennis (6,2%) en een professor (1,0%). Deze scores laten zien dat de sociale relaties met een ouder, broer/zus en een goede vriend allemaal als erg close worden ervaren en gezien kunnen worden als intieme relaties en we de relaties met een professor en een kennis onder de minder intieme relaties kunnen scharen. Repeated Measures Anova Vervolgens is een Repeated Measures Anova uitgevoerd met als Factor1 Relaties waarbij de verschillende sociale relaties (alleen, ouder, broer/zus, goede vriend, kennis en professor) de levels waren van deze factor. Omdat de factor geen tijd is maar een conditie is ervoor gekozen om de analyses met een simple contrast uit te voeren met level 1 (alleen) als de referentiegroep. Per emotie is er een Repeated Measures Anova uitgevoerd op alle levels van de factor Relatie. Er is een Bonferroni correctie toegepast. Voor elke hypothese is er dus een Repeated Measures Anova uitgevoerd op alle emoties op alle sociale relaties waarbij alle relaties zijn vergeleken met de conditie alleen. Om de figuren goed te kunnen interpreteren is het belangrijk om te weten dat de cijfers op de horizontale as staan voor (1) alleen, (2) ouder, (3) broer/zus, (4) goede vriend, (5) kennis en (6) professor en de cijfers op de verticale as staan voor de antwoorden op de verschillende items op een schaal van 0 tot 5 waarbij (0) Ik toon geen emotie, (1) Ik toon emotie veel minder dan dat ik het voel, (2) Ik toon emotie een beetje minder dan dat ik het voel, (3) Ik toon emotie

10 hetzelfde als dat ik het voel, (4) Ik toon emotie een beetje meer dan dat ik het voel en (5) Ik toon emotie veel meer dan dat ik het voel. Compassie Een een-weg Repeated Measures Anova is uitgevoerd om het tonen van compassie in verschillende sociale relaties te vergelijken. Hierbij is het tonen van compassie alleen als referentiegroep gebruikt. Er is significant effect gevonden voor het tonen van compassie in verschillende sociale relaties Figuur 1. ten opzichte van het tonen van compassie wanneer men alleen is, Greenhouse-Geisser = 0,00, F(4,294; 1227,961)= 35,774, p= 0,00. De pairwise comparisons laten dit zien, dat er significant meer emotie wordt getoond in de condities ouder (p=0,003), broer/zus (p=0,003) en goede vriend (p=0,000) ten opzichte van de conditie alleen (M= 2,652) en er significant minder emotie wordt getoond in de condities waarbij er interactie plaatsvindt met een professor (p=0,003), terwijl er in een interactie met een kennis (M=2,564) vrijwel hetzelfde wordt getoond dan wanneer met alleen is (zie figuur 1). Dit houdt dus in dat compassie meer wordt getoond in intieme relaties (ouder, broer/zus en goede vriend) ten opzichte van minder intieme relaties (kennis en professor), wat de hypothese dat compassie meer wordt getoond in intieme relaties bevestigd. Elevatie Om te kijken of er voor de emotie elevatie verschillen zijn in het tonen hiervan in verschillende

11 sociale relaties is eveneens een een-weg Repeated Measures Anova uitgevoerd. Hierbij is weer de conditie alleen als referentiegroep gebruikt. Wederom was de Greenhouse-Geisser correctie factor significant voor deze emotie, wat inhoudt dat er een significant effect is voor het tonen van de emotie elevatie ten opzichte van wanneer men Figuur 2. alleen is (M=2,479). Greenhouse-Geisser= 0,000, F(4,380; 1248,299)=38,816, p=0,00. De pairwise comparisons laten zien dat er significant meer elevatie wordt getoond in de conditie goede vriend (p=0,006) en significant minder in de condities kennis (p=0,000) en professor (p=0,000). De condities die binnen het gezin vallen (ouder en broer/zus) wordt er geen significant verschil gevonden (zie figuur 2). Interessant is dat er voor deze emotie alleen een significant effect wordt bevonden binnen de sociale relatie met een goede vriend, en niet voor de andere intieme relaties, maar ook niet wordt getoond binnen minder intieme relaties. Hierdoor wordt de hypothese dat elevatie meer wordt getoond in een minder intieme relatie verworpen. Dankbaarheid De emotie dankbaarheid is op dezelfde manier geanalyseerd door middel van het uitvoeren van een eenweg Repeated Measures Anova. Greenhouse-Geisser < p=0,05, wat betekent dat er ook voor de emotie dankbaarheid significante verschillen zijn in het tonen van deze emotie ten opzichte van wanneer men alleen (M=2,851) is. F(4,460;1279,918)=19,348, p=0,000. Figuur 3.

12 Pairwise comparisons tonen dat er significant meer dankbaarheid wordt getoond richting onze ouders (p=0,000) en goede vrienden (p=0,000). Dit geldt niet voor broers en zussen. Er wordt significant minder dankbaarheid getoond richting een kennis (p=1) en een professor (p=1), zie figuur 3. Dit betekent dat de hypothese: dankbaarheid wordt meer getoond binnen intieme relaties min of meer beantwoord is, alleen niet voor de conditie broer/zus. Vrolijkheid De een-weg Repeated Measures Anova die is uitgevoerd op de emotie vrolijkheid, geeft net als voor de andere emoties een significante uitkomst. Greenhouse-Geisser=0,000 wat ook hier aangeeft dat de emotie vrolijkheid significant anders wordt geuit wanneer men met anderen is dan wanneer men alleen (M=3,136) is. F(4,514;1286,626)=43,361, p=0,000. Figuur 4. De pairwise comparisons voor vrolijkheid laten zien dat vrolijkheid significant meer wordt getoond bij een ouder (p=0,001), een broer of zus(p=0,004), of bij een goede vriend (p=0,000) dan bij een kennis of professor, waarbij er voor in een interactie met een kennis niet significant meer of minder vrolijkheid wordt getoond dan wanneer iemand alleen is (p=0,08) en bij een professor significant minder vrolijkheid wordt getoond (p=0,000). De emotie vrolijkheid wordt meer getoond in alle intieme relaties, iets wat tegenstrijdig is met de gevonden literatuur (DePaulo & Kashy, 1998; Collins & Miller, 1994 en Hornstein en Truesdell, 1988) en wat betekent dat de hypothese dat vrolijkheid meer wordt getoond in minder intieme relaties verworpen kan worden.

13 Trots De resultaten van de een-weg Repeated Measures Anova voor de emotie trots zijn net als bij de voorgaande eenweg Repeated Measures Anova s significant. De Greenhouse-Geisser laat wederom zien dat er een significant verschil is in het tonen van emoties in verschillende sociale relaties ten opzichte van wanneer men alleen is. Greenhouse-Geisser=0,000, F(4,688; 1350,206)=70,928. Figuur 5. De pairwise comparisons laten zien dat er significant meer trots wordt getoond naar een ouder dan naar elke andere conditie ten opzichte van wanneer men alleen is (M=2,685) Voor de condities broer/zus en goede vriend is er zelfs helemaal geen significant effect. Waarbij de p=0,117 voor de conditie broer/zus is, en p=1 voor de conditie waarbij er sociale interactie is met een goede vriend. En significant minder naar een kennis (p=0,000) en een professor (p=0,000). Dit is af te lezen in figuur 5. Ook interessant is dat voor de emotie trots alleen een effect wordt gevonden in de relatie met een ouder. Dit betekent dat de hypothese dat trots ook meer in minder intieme relaties moet worden verworpen. Discussie Om te onderzoeken of er verschillen zijn in het tonen van positieve emoties in verschillende sociale relaties bij volwassenen is de Display Rules Measurement Test afgenomen bij 221 vrouwen en 68 mannen. Hierin stonden zes verschillende situaties beschreven over de interactie met verschillende personen. De eerste situatie bestond uit het tonen van emoties wanneer men alleen was, de tweede met een ouder, vervolgens werd er gevraagd aan welke ouder er werd gedacht en hoe close de participant met de ouder is. Dit werd herhaald voor de situaties broer/zus, goede vriend, kennis en professor. Als laatste werd er naar persoonlijke informatie gevraagd zoals leeftijd, geslacht, etniciteit etc. De hoofdvraag van dit onderzoek luidde: Zijn er verschillen tussen het tonen van positieve emoties in verschillende sociale relaties?. Volgend op deze hoofdvraag werden er twee

14 hypothesen opgesteld. Verwacht wordt dat de positieve emoties compassie en dankbaarheid meer worden getoond in intieme relaties en dat de andere positieve emoties zoals vrolijkheid, elevatie en trots meer zullen worden getoond in minder intieme relaties. De eerste hypothese, de emoties compassie en dankbaarheid zullen meer worden getoond in intieme relaties wordt deels bevestigd. Met de betrekking tot de emotie compassie wijzen de resultaten uit dat deze emotie in alle intieme relaties significant meer wordt getoond ten opzichte van de minder intieme relaties wanneer er vergeleken wordt met de referentiegroep alleen, maar voor de emotie dankbaarheid klopt dit alleen voor de intieme relaties ouder en goede vriend en verschilt het tonen van dankbaarheid richting broers of zussen niet ten opzichte van wanneer men alleen is. Dit terwijl de verwachting was dat deze twee emoties in alle intieme relaties meer zouden worden getoond (Phillipot & Feldman, 2005; McCullough et al. 2001). Er waren dus geen verschillen tussen de verwachtingen en resultaten voor de emotie compassie, maar er werd wel een onderscheid gemaakt in dankbaarheid tussen broer/zus, goede vriend ten opzichte van de relatie met een broer of zus. Waarom dit verschilt is opvallend. Dankbaarheid is een emotie die gebruikt wordt om te bevestigen dat de relatie gewaardeerd wordt. Wanneer men iets krijgt laat men merken dat de ander dit gedrag terug kan verwachten en dat het niet zomaar vergeten wordt. (McCullough et al. 2001). Dat de conditie broer/zus niet significant is zou iets te maken kunnen hebben met wederkerigheid (broers en zussen verwachten ook niets terug van elkaar) en dat broers en zussen elkaar iets zouden geven zonder egoïstische doeleinden op basis van het feit dat zij familie zijn (Rotkirch, Lyons, David-Barrett & Jokela, 2014). Hypothese twee: De emoties elevatie, vrolijkheid en trots zullen meer getoond worden in minder intieme relaties blijkt voor alle drie de emoties niet te kloppen. Voor de emotie elevatie wordt alleen een significant verschil gevonden in de conditie goede vriend, en zijn er geen significante resultaten gevonden voor alle andere condities, dit allen ten opzichte van wanneer men alleen is. Omdat goede vriend tot de intieme relaties behoort, kan hypothese twee verworpen worden. Wat betreft vrolijkheid wijzen de resultaten uit dat deze significant is voor alle intieme relaties en kan de hypothese dus weer verworpen worden. Trots blijkt alleen significant meer getoond te worden in de relatie met een ouder, ook dit is een intieme relatie wat betekent dat ook voor deze emotie geldt dat hypothese twee verworpen moet worden. Verwacht werd dat deze

15 emoties juist meer binnen minder intieme relaties zullen worden getoond. Het verschil tussen de verwachting en de resultaten is dus dat voor alle drie deze emoties zij juist meer worden getoond binnen intieme relaties, ook al geldt dit voor elevatie alleen binnen de conditie goede vriend en bij trots alleen in de ouder-kind relatie. Vrolijkheid wordt in veel onderzoeken gebruikt als een gemoedstoestand, waarmee algehele gesteldheid wordt onderzocht, in plaats van dat het echt als een emotie wordt gezien. Deze gehele methode wordt de hedonistische aanpak genoemd en richt zich dus op vrolijkheid en genot als indicatoren voor welzijn. Vriendschappen zorgen wel voor meer vrolijkheid, maar er is geen onderzoek dat uitwijst dat onderzoek meer wordt getoond in sociale en voornamelijk intieme relaties. (Demir & Ozdemir, 2010; Baumeister & Leary, 1995; Ryan & Deci, 2001). Elevatie is een emotie die niet tot nauwelijks is bestudeerd tot aan de Jaren 2000, waardoor er nog weinig over bekend is. De definitie van elevatie is volgens Haidt (2000) en tevens de DRMT als volgt; Een warm en stralend gevoel dat een iemand voelt wanneer diegene een ander persoon sterkte van karakter of waarde ziet tonen je wilt je juist affiliëren met mensen die moraal gezien bewonderenswaardig zijn (Haidt 2000). Trots zorgt voor de uiting van twee andere emoties bij anderen, sociale juistheid en altruïsme. Over hypothese twee valt te zeggen dat deze dus op alle vlakken verworpen kan worden. De verwachting dat deze emoties minder getoond zouden worden om negatieve impact te vermijden is volgens de resultaten van dit onderzoek niet kloppend. Waarom deze emoties juist wel getoond worden binnen dit soort relaties zou een basis kunnen vormen voor vervolgonderzoek. Beiden hypothesen zijn gebaseerd op de verdeling tussen intieme en minder intieme relaties die aan het begin van het onderzoek gemaakt is. Waarom er vaker wordt gezien dat een bepaalde emotie bijvoorbeeld wel in de ouder-kind relatie wordt getoond, maar niet naar broers/zussen en goede vrienden, zou verklaard kunnen worden door het feit dat de ouder-kind relatie eigenlijk een klasse intieme relatie op zich is. Bij een ouder-kind relatie is er namelijk sprake van een machtsverschil (Hoffman, 1960) iets wat bij goede vrienden en broers/zussen niet het geval is. Bij de emotie dankbaarheid zagen we dat er verschillen zijn tussen biologische relaties en de relatie met een goede vriend op basis van wederkerigheid en het willen onderhouden van de relatie. (Rotkirch et al., 2014). Familiare relaties zijn om deze redenen dus een klasse apart, met in het bijzonder de ouder-kind relaties.

16 Om de hypothesen en hoofdvraag te beantwoorden is er een onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek had éen afhankelijke variabele: relaties en een onafhankelijke variabel: getoonde emotie. De hoeveelheid getoonde emotie per relatie is onderzocht door middel van een vragenlijst. De operationalisatie was geschikt, omdat het erg lastig is om een onderzoek als dit op grote schaal uit te voeren, omdat je per persoon vijf anderen uit hun naaste omgeving zou moeten vinden die mee zouden willen werken. Wat het zou beperken tot de vriend, ouder of broer/zus die op dat moment zou kunnen meewerken. Sterke punten binnen dit onderzoek zijn dat de vragenlijst waarvan de DRMT is afgeleid, de DRAI, bekend staat als een valide test. Onderzoeken naar de validiteit van deze test wijzen uit dat de DRAI een test is met een hoge convergente validiteit (intercorrelaties zijn positief en significant) een hoge discriminerende, predictieve en doordat er de vragenlijst binnen verschillende culturen is uitgevoerd en gecontroleerd een hoge externe validiteit. Een zwak punt is dat er niet genoeg onderzoek is gedaan naar de validiteit van de DRMT en dat er buiten het kijken naar de scores op closeness geen verder onderzoek is gedaan naar de verschillen in sociale relaties. Ook zijn er enkele beperkingen van het onderzoek. Omdat er geen vragenlijst is afgenomen die kijkt naar closeness binnen de verschillende relaties is het maar de vraag of de scores op de vraag How close are you with daadwerkelijk een goede indicatie geven van de closeness met de ander in de desbetreffende relatie. Dit zou in vervolgonderzoek gedaan kunnen worden met de Relationship Closeness Inventory (RCI) ontwikkeld door Berscheid, Snyder en Omot (1989). Het is een vragenlijst die de frequentie, sterkte en andere componenten meet en waarin een algehele index voor closeness in verwerkt is. Het indelen van de relaties in alleen intiem en minder intiem beperkt de interpretatie van de resultaten. Omdat de ouder-kind relatie een bijzondere relatie op zichzelf is zou het beter zijn om deze in vervolgonderzoek los te koppelen van de andere intieme relaties (Hoffman, 1960). Door meer te weten te komen over de uiting van emoties ten opzichte van wanneer men alleen is in het volwassen leven, kan er meer inzicht komen in de ontwikkeling en onderhoud van relaties in het volwassen leven. Tot nu toe richt dit onderzoek zich alleen op kinderen, maar ook in ons latere leven blijven we relaties ontwikkelen. De gemiddelde leeftijd in dit onderzoek is 20 jaar, wat volgens de ontwikkelingsstadia van Erikson (1963) gerekend kan worden tot de vroege

17 volwassenheid. Vervolgonderzoek zou zich kunnen toepassen op niet alleen de vroege volwassenheid, maar ook de middelbare en late volwassenheid. De resultaten laten zien dat de emoties compassie en dankbaarheid, beiden emoties waar veel onderzoek naar is gedaan, belangrijke emoties zijn voor het onderhouden en ontwikkelen van relaties. Waar compassie vooral gebruikt wordt om de band te versterken, wordt dankbaarheid voornamelijk gebruikt om deze band te onderhouden. Deze twee emoties waren dan ook het meest aanwezig binnen de intieme relaties (ouder, broer/zus en goede vriend). Elevatie, vrolijkheid en trots, en dan voornamelijk elevatie zijn emoties die niet per se aan een soort relatie kunnen worden toegewezen. Waardoor hypothese twee grotendeels verworpen moest worden. Beter was geweest om eerst hypothesen op te stellen per emotie, om vervolgens onderscheid te maken in verschillende relaties. Conclusie Zijn er verschillen tussen het tonen van positieve emoties in verschillende sociale relaties? Ja, er zijn verschillen, positieve emoties die de functie van het scheppen van een band hebben (compassie, dankbaarheid), worden significant meer getoond naar de personen bij met wie een intieme band bestaat. Denk aan ouders, broers of zussen of aan een goede vriend. Terwijl emoties, waarvan de functie niet helemaal duidelijk is, zoals elevatie, vrolijkheid en trots, vaak maar binnen één bepaalde relatie getoond worden. Het tonen van positieve relaties is dus afhankelijk van wat de relatie betekent en wat de functie is van de desbetreffende emotie. Wanneer verschillende doelen binnen een relatie matchen met de functie van een emotie, zal deze emotie ook veel getoond worden binnen een relatie. Onderzoek naar de functies van emoties en naar doelen van relaties, moeten in de toekomst meer informatie verschaffen over deze verbanden. Dan pas kan men begrijpen waarom er verschillen in emotie expressie in verschillende sociale relaties bestaan.

18 Referentielijst Algoe, S. B., Haidt, J., and Gable, S. L. (2008). Beyond reciprocity: Gratitude and relationships in everyday life. Emotion, 8, Baumeister, R. F., & Leary, M. R. (1995). The need to belong: Desire for interpersonal a attachment as a fundamental human motivation. Psychological Bulletin, 117, doi: / Berscheid, E., Snyder, M, & Omoto, A. M. (1989b). The Relationship Closeness Inventory: Assessing the closeness of interpersonal relationships. Journal of Personality and Social Psychology, 57, Collins, N. L., & Miller, L. C. (1994). Self-disclosure and liking: A meta-analytic review. Psychological Bulletin, 116, Demir, M., & Özdemir, M. (2010). Friendship, Need Satisfaction and Happiness. Journal Happiness Studies, 11, DePaulo, B. M., & Kashy, D. A. (1998). Everyday lies in close and casual relationships. Journal of Personality and Social Psychology, 74, Erikson, E. H. (Ed.). (1963). Youth: Change and challenge. Basic books. Gross, J. J. (1998b). The emerging field of emotion regulation: An integrative review. Review of General Psychology, 2, Haidt, J. (2000). The Positive Emotion of Elevation. Prevention & Treatment, 3(1), geen specifieke pagina s, artikel 3. Hoffman, M. (1960). Power Assertion by the Parent and its Impact on the Child. Child Development, 31, Hornstein, G. A., & Truesdell, S. E. (1988). Development of intimate conversation in close relationships. Journal of Social and Clinical Psychology, 7, Hopp, H., Rohrmann, S. & Hodapp, V. (2011). Suppression of negative and expression of positive emotions: Divergent effects of emotional display rules in a hostile service interaction. European Journal of Work and Organizational Psychology 21(1) doi: / X Kowalski, R. M., & Erikson, J. R. (1997). Complaining: What's all the fuss about? In R. Kowalski (Ed.), Aversive interpersonal behaviors (pp ). New York: Plenum.

19 Matsumoto, D., Yoo, S. H., Hirayama. S. (2005). Development and Validation of Display Rule Knowledge: The Display Rule Assessment Inventory. Emotion, 5(1), McCullough, M. C., Kilpatrick, S. D., Emmons, R. A., & Larson, D. B. (2001). Is gratitude a moral affect? Psychological Bulletin, 127, McDowell, D. J. & Parke, R. D. (2000). Differential Knowledge of Display Rules for Positive and Negative Emotions: Influences from Parents, Influences on peers. Social Development, 9(4) Michie, S. (2009). Pride and Gratitude: How Positive Emotions Influence the Prosocial Behaviors of Organizational Leaders. Journal of Leadership & Organizational Studies, 15(4), Philippot, P. & Feldman, R. S. (2004). The Regulation of Emotion. Lawrence Erlbaum Associates, publishers. Mahwah, New Jersey. ISBN Rotkirch, A., Lyons, M., David-Barrett, T., Jokela, M. (2014). Gratitude for Help among Adult Friends and Siblings. Evolutionary Psychology, 12(4), Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2001). On happiness and human potentials: A review of research on hedonic and eudaimonic well-being. Annual Review of Psychology, 52, doi: /annurev.psych Zeman, J. & Garber, J. (1996). Display rules for anger, sadness and pain: it depends on who is watching. Child Development, 67(3). Pp

20 EMOTIE EXPRESSIE Appendix A EMOTIE EXPRESSIE IN VERSCHILLENDE RELATIES Alleen Ouder Broer/zus Goede vriend Kennis Professor C O M P A S S I E D A N K B A A R H E I D V R O L I J K H E I D E L E V A T I E T R O T S RELATIE Figuur 7

21 Appendix B You are with your ACQUAINTANCE and you feel the following emotions. To what extent should you express each emotion? Do not show Show emotion a Show emotion a Show emotion Show emotion a Show emotion a emotion at all lot less than I little less than I the same as I little more than I lot more than I feel it feel it feel it feel it feel it Anger Compassion Contempt Disgust Elevation Embarrassment Fear Gratitude Guilt Happiness Pity

22 Pride, Achievement- Based Pride, Generalized Sadness Shame Surprise Please tell us about your ACQUAINTANCE. What is the gender of your acquaintance? Male Female

23 POSITIEVE EMOTIES IN SOCIALE RELATIES

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Understanding and being understood begins with speaking Dutch Understanding and being understood begins with speaking Dutch Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal The Dutch language links us all Wat leest u in deze folder? 1.

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Rethinking leadership and middle management

Rethinking leadership and middle management Rethinking leadership and middle management 17 October 2013 Prof. dr. Jesse Segers The Future Leadership Initiative @Segersjesse challenging thoughts about leadership. Ego-dominant ( macht ) Rationeel

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy on Sociosexuality Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie op Sociosexualiteit Filiz Bozkurt First supervisor: Second supervisor drs. J. Eshuis dr. W. Waterink

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Morele Emoties en Coöperatie: Differentiële Effecten van Schuld en Schaamte. Ilona E. de Hooge* Marcel Zeelenberg. Seger M.

Morele Emoties en Coöperatie: Differentiële Effecten van Schuld en Schaamte. Ilona E. de Hooge* Marcel Zeelenberg. Seger M. Schuld, schaamte en coöperatie 1 Running head: SCHULD, SCHAAMTE EN COÖPERATIE Morele Emoties en Coöperatie: Differentiële Effecten van Schuld en Schaamte Ilona E. de Hooge* Marcel Zeelenberg Seger M. Breugelmans

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Fellow onderzoeker Adviseur en coördinator 2 Opzet onderzoekspresentatie 1.

Nadere informatie

Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007

Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007 Bijlage 2 Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007 In opdracht van: WestHolland Foreign Investment Agency 11-11-2013 1. Opdrachtformulering en totstandkoming opdracht ScoutOut is door WFIA benaderd

Nadere informatie

De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de. Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers. and Work Satisfaction of Employees

De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de. Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers. and Work Satisfaction of Employees De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers The Influence of Job Demands and Job Resources on Psychological Fatigue and Work Satisfaction

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Het Group Attractiveness en Cheerleader Effect: De Aantrekkelijkheid van Groepen Producten

Het Group Attractiveness en Cheerleader Effect: De Aantrekkelijkheid van Groepen Producten Het Group Attractiveness en Cheerleader Effect: De Aantrekkelijkheid van Groepen Producten Bachelor Thesis P. J. C. van der Kruijs ANR: 661963 Supervisor: Dr. Y. M. J. van Osch Department of Social Psychology

Nadere informatie

Code Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6

Code Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6 Minor Organisatiewetenschappen (Organization Studies) 441074 Organization Theory 2 6 441079 Organization Development 3 6 Choose 1 of the following 2 courses: 441057 Relations and Networks of Organizations

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en Identificatie met de Organisatie op Status en Zelfwaardering. The Civil Servant

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Quick scan method to evaluate your applied (educational) game. Validated scales from comprehensive GEM (Game based learning Evaluation Model)

Quick scan method to evaluate your applied (educational) game. Validated scales from comprehensive GEM (Game based learning Evaluation Model) WHAT IS LITTLE GEM? Quick scan method to evaluate your applied (educational) game (light validation) 1. Standardized questionnaires Validated scales from comprehensive GEM (Game based learning Evaluation

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Beeldende therapie voor LVB kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Liesbeth Bosgraaf MAth Dr. Kim Pattiselanno Dr. Marinus Spreen

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

Ben ik Lid van de Groep? Ervaren inclusie als Moderator van de Relatie tussen Procedurele Rechtvaardigheid en Organizational Citizenship Behavior.

Ben ik Lid van de Groep? Ervaren inclusie als Moderator van de Relatie tussen Procedurele Rechtvaardigheid en Organizational Citizenship Behavior. Ben ik Lid van de Groep? Ervaren inclusie als Moderator van de Relatie tussen Procedurele Rechtvaardigheid en Organizational Citizenship Behavior. Do I belong to the Group? Experienced Inclusion as a Moderator

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K.

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K. Persoonlijkheid & Outplacement: Wat is de Rol van Core Self- Evaluation (CSE) op Werkhervatting na Ontslag? Personality & Outplacement: What is the Impact of Core Self- Evaluation (CSE) on Reemployment

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Onrechtvaardigheid, bevlogenheid en feedback 1 Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Feedback Nerfid

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Motivationele oriëntatie bij sociale vergelijking: Wanneer, waarom en met wie vergelijken?

Motivationele oriëntatie bij sociale vergelijking: Wanneer, waarom en met wie vergelijken? Motivationele oriëntatie bij sociale vergelijking: Wanneer, waarom en met wie vergelijken? Motivational orientation in social comparison: When, Why en with whom to compare? Dirk J. van Os eerste begeleider:

Nadere informatie

EMOTIEREGULATIE & AUTISME SPECTRUM STOORNISSEN

EMOTIEREGULATIE & AUTISME SPECTRUM STOORNISSEN EMOTIEREGULATIE & AUTISME SPECTRUM STOORNISSEN W E T E N S C H A P P E L I J K O N D E R Z O E K B I J H O O G F U N C T I O N E R E N D E K I N D E R E N E N J O N G E R E N Janneke de Ruiter, MSc FOCUS

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition :

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : The Differences between Men and Women Karine Garcia Eerste begeleider:

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

University of Groningen

University of Groningen University of Groningen De ontwikkeling van prikkelverwerking bij mensen met een Autisme Spectrum Stoornis en de invloed van hulp en begeleiding gedurende het leven. Fortuin, Marret; Landsman-Dijkstra,

Nadere informatie

Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen.

Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen. Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een Reactietijdtaak bij Volwassenen. The Effect of Anxiety and Hyperactivity on the Performance on a Reaction Time Task in Adults. Renate C.W.J.

Nadere informatie

ANOVA in SPSS. Hugo Quené. opleiding Taalwetenschap Universiteit Utrecht Trans 10, 3512 JK Utrecht 12 maart 2003

ANOVA in SPSS. Hugo Quené. opleiding Taalwetenschap Universiteit Utrecht Trans 10, 3512 JK Utrecht 12 maart 2003 ANOVA in SPSS Hugo Quené hugo.quene@let.uu.nl opleiding Taalwetenschap Universiteit Utrecht Trans 10, 3512 JK Utrecht 12 maart 2003 1 vooraf In dit voorbeeld gebruik ik fictieve gegevens, ontleend aan

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Code Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6

Code Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6 Global management of Social Issues Interesting courses Global Management of Social Issues 410129 International Organizations 1 6 410130 Advanced Project management * 3 6 410133 Cross Cultural HRM 3 6 410134

Nadere informatie

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014 1 De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen Pascal van Vliet ANR: 888951 Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij Datum: 13 februari 2014 Docent: Dhr. R. M. A. Nelissen Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname.

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname. De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational Commitment in de Periode na een Overname. The Relation Between Perceived Organizational Culture and Organizational Commitment After an Acquisition.

Nadere informatie

Piotr Tekien. Thinking of Media Compact & prikkelend Essay GAR1-B. 19 november 2014 PIOTR TEKIEN HKU GAME ART GAR-1B

Piotr Tekien. Thinking of Media Compact & prikkelend Essay GAR1-B. 19 november 2014 PIOTR TEKIEN HKU GAME ART GAR-1B Piotr Tekien GAR1-B Thinking of Media Compact & prikkelend Essay 19 november 2014 PIOTR TEKIEN HKU GAME ART GAR-1B INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Essay 1 Opdracht 1 Hoofdvraag: In hoeverre ben je als game

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Methode

Samenvatting Inleiding Methode Samenvatting Inleiding In de ene familie komt criminaliteit vaker voor dan in de andere. Uit eerder onderzoek blijkt dan ook dat kinderen van criminele ouders zelf een groter risico lopen op het plegen

Nadere informatie

Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie