71. De beroepsaansprakelijkheid van de advocaat: Barbertje moet hangen?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "71. De beroepsaansprakelijkheid van de advocaat: Barbertje moet hangen?"

Transcriptie

1 71. De beroepsaansprakelijkheid van de advocaat: Barbertje moet hangen? Mr. N. De Boer Auteur bespreekt de beroepsaansprakelijkheid van een advocaat vanuit drie relaties: de overeenkomst van opdracht tussen het advocatenkantoor en de cliënt, de verzekeringsovereenkomst tussen het kantoor en de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar en de arbeidsrechtelijke relatie tussen de advocaat en het kantoor. Zij bespreekt twee recente arresten van de Hoge raad en gaat in op de vragen wie kan worden aangesproken voor een beroepsfout van een advocaat, of aansprakelijkheid kan worden uitgesloten en of ook derden zich kunnen beroepen op een aansprakelijkheidsuitsluiting. De bijdrage wordt afgesloten met een aantal tips voor de praktijk. Inleiding De beroepsaansprakelijkheid van een advocaat valt verbintenisrechtelijk vanuit (ten minste) drie relaties te bezien: de overeenkomst van opdracht tussen de advocaat en de cliënt (of beter: het kantoor en de cliënt; ik kom hierop nog terug), de verzekeringsovereenkomst tussen het kantoor en/of de advocaat en de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar en als er sprake is van een advocaat als werknemer van een advocatenkantoor de arbeidsrechtelijke relatie tussen de advocaat en het kantoor. Wanneer een advocaat een beroepsfout maakt, heeft dit effect op elk van deze relaties. De eerste relatie is waarschijnlijk het meest besproken in de literatuur over beroepsaansprakelijkheid: de vraag naar wanneer er sprake is van een beroepsfout door een advocaat ten opzichte van zijn cliënt. Het spreekt voor zich dat de literatuur over dit onderwerp deze relatie tot uitgangspunt neemt. Dit is immers de relatie waarin de fout wordt gemaakt. Als echter eenmaal vaststaat dat een beroepsfout is gemaakt door een advocaat, moeten in de andere twee relaties misschien nog wel interessantere rechtsvragen worden beantwoord. De Hoge Raad heeft het afgelopen jaar twee arresten gewezen die voor mij aanleiding zijn om eens langer stil te staan bij deze afzonderlijke relaties. In deze bijdrage zal ik eerst de vraag behandelen wanneer er sprake is van een beroepsfout. Vervolgens zal ik ingaan op de vragen wie kan worden aangesproken, of aansprakelijkheid kan worden uitgesloten en of ook derden zich kunnen beroepen op een aansprakelijkheidsuitsluiting. Daarna zal ik een aantal verzekeringsrechtelijke en arbeidsrechtelijke aspecten bespreken. Ik sluit af met enkele tips voor de praktijk. Beginnend bij het begin: wanneer is er sprake van een beroepsfout? Een opdrachtnemer moet bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen, aldus artikel 7:401 BW. Deze norm wordt al sinds jaar en dag ingevuld door de vraag of de opdrachtnemer heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot zou hebben gehandeld. Dit op zichzelf genomen is een behoorlijk vage norm. Wat is redelijk bekwaam? Wat is redelijk handelend? Wel duidelijk is dat de term vakgenoot impliceert dat voor een advocaat die zich profileert als specialist op het desbetreffende terrein een strengere norm geldt dan voor een generalist. 1 Voor de advocatuur is deze norm door de Hoge Raad voor de procespraktijk nader ingevuld door de regel dat een advocaat zijn cliënt niet onnodig blootstelt aan voorzienbare en vermijdbare risico s. In mijn tijd als stagiaire werd er tijdens de beroepsopleiding nog op gehamerd (naar ik aanneem zal dat tegenwoordig nog steeds het geval zijn) dat de positie van een advocaat als dominus litis niet alleen betekent dat hij zich niet achter de opdracht van zijn cliënt mag verschuilen, maar ook dat hij zich niet tot de opdracht van zijn cliënt mag beperken. 1 Zie conclusie A-G Langemeijer voor Hoge Raad 7 maart 2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF1304 TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK NUMMER 2, MAART 2016 / SDU 17

2 De verplichting van een advocaat om een hem opgedragen zaak met zorg te behandelen brengt immers in beginsel mee dat hij zich niet beperkt tot de verrichtingen waarom zijn cliënt uitdrukkelijk heeft gevraagd, maar dat hij zelfstandig beoordeelt wat voor de zaak van nut kan zijn De vraag of er sprake is van een onrechtmatige daad wordt gelijkgesteld aan de vraag of de advocaat als redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot heeft gehandeld. en daarnaar handelt, aldus de Hoge Raad al in Deze regel heeft voor mij persoonlijk ertoe geleid dat ik altijd meer plezier heb beleefd aan de procespraktijk dan aan de adviespraktijk, aangezien het in de adviespraktijk een soort tweede natuur van de advocatuur is geworden om vooral zichzelf in te dekken. Of zoals Kasper Jansen het op cassatieblog.nl treffend verwoord: (...) Advocaten wordt wel eens verweten dat zij overal beren op de weg zien. Adviezen van de strekking in rechtspraak en literatuur is nog niet uitgemaakt of dit mag, vallen bij de cliënt niet altijd in goede aarde. (...) 3 Het lijkt erop dat mijn opleiders mij destijds iets te veel angst hebben ingeboezemd (en ik naar ik vrees hetzelfde heb gedaan met mijn stagiaires) waar het het opstellen van adviezen betreft, aangezien uit het arrest van de Hoge Raad van 29 mei volgt dat de regel dat een advocaat zijn cliënt niet onnodig mag blootstellen aan voorzienbare en vermijdbare risico s slechts geldt voor de procespraktijk. In dit arrest van 29 mei 2015 heeft de Hoge Raad de norm van de redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot nader ingevuld voor de adviespraktijk. Het is overigens de vraag of dat tot gevolg heeft dat als adviseur optredende advocaten zich voortaan vrijer zullen voelen in hun advisering. Ik vrees het tegendeel. De Hoge Raad overwoog: (...) Wanneer een advocaat een cliënt adviseert in het kader van een door een cliënt te nemen beslissing over een bepaalde kwestie, brengt de hiervoor in genoemde zorgvuldigheidsplicht mee dat de advocaat de cliënt in staat stelt goed geïnformeerd te beslissen (vgl. HR 2 februari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4564, NJ 2007/92). Het antwoord op de vraag of en in welke mate een advocaat de cliënt daarbij behoort te informeren over en te waarschuwen voor een bepaald risico, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In dat kader kan onder meer betekenis toekomen aan de ernst en omvang van het desbetreffende risico, de mate van waarschijnlijkheid dat dit zich zal realiseren en de mate waarin de cliënt ervan heeft blijk gegeven zich reeds van dat risico bewust te zijn. (...) 2 HR 28 juni 1991, NJ 1992, beroepsaansprakelijkheid-advocaat-wegens-onzorgvuldige-adviseringwaarschuwingsplicht-omtrent-juridische-risicos/. 4 HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1406. Uit de opbouw van de overwegingen , en van het arrest volgt mijns inziens dat de Hoge Raad een duidelijk onderscheid maakt tussen de norm die voor de procespraktijk geldt en de norm die voor de adviespraktijk geldt. In de procespraktijk mag de advocaat zijn cliënt niet onnodig blootstellen aan voorzienbare en vermijdbare risico s. In de adviespraktijk dient de advocaat zijn cliënt in staat te stellen goed geïnformeerd te beslissen. De Hoge Raad gaat verder helaas niet in op het verschil tussen deze twee normen. Ik vermoed dat het onderscheid is ingegeven door het verschil in de mate van activiteit/passiviteit tussen beide rollen van de advocaat. In de procespraktijk is de advocaat meer leidend. Hij is de deskundige, hij heeft (tot op zekere hoogte) de regie, maar hij is daarmee ook degene die zijn cliënt actief moet beschermen. In de adviespraktijk is de advocaat meer ondersteunend. Hij informeert, maar het is de cliënt die de beslissingen neemt. Het komt met een flauw voorbeeld op het volgende neer: de adviserende advocaat moet zijn cliënt wijzen op de aanwezigheid van een rood stoplicht en hem waarschuwen dat het gevaarlijk is om de straat over te steken als het stoplicht op rood staat. De procederende advocaat moet verhinderen dat zijn cliënt door het rode stoplicht loopt. Het venijn zit voor de adviespraktijk wel in het staartje van de overweging. Daaruit blijkt namelijk dat de advocaat niet alleen moet informeren maar ook moet waarschuwen. Waarschuwen gaat een stapje verder dan informeren. Van Emden en De Haan hebben dit treffend verwoord: (...) Informeren houdt in dat de wederpartij in staat wordt gesteld om goed geïnformeerd een beslissing te maken; informeren strekt er dus toe dat de ander een weloverwogen beslissing kan nemen met inachtneming van alle kansen en risico s. Waarschuwen behelst het opmerkzaam maken op een specifiek risico: waarschuwen strekt er dus toe dat de ander dat specifieke risico opmerkt en desgewenst kan vermijden. Een waarschuwing behelst dus vaak, maar niet noodzakelijkerwijs, het afraden van een bepaalde handeling, terwijl informeren doorgaans bedoeld is om te faciliteren dat de wederpartij zelf een keuze kan maken over de te nemen handeling. (...) 5 Dit is uiteraard een glijdende schaal en een en ander loopt min of meer vloeiend in elkaar over. In de casus die aan het arrest ten grondslag lag, had de advocaat zijn cliënt er niet op gewezen dat ten tijde van zijn advisering in literatuur en rechtspraak uiteenlopend werd gedacht over de rechtmatigheid van het doen van selectieve betalingen in het zicht van het eigen faillissement. De Hoge Raad bekrachtigde het arrest van het hof waarin het hof had geoordeeld dat de advocaat niet als een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat bij zijn advisering heeft gehandeld. Uit dit arrest volgt derhalve dat een advocaat zijn cliënt onder omstandigheden ook moet 5 E.A.L. van Emden en M. de Haan, Beroepsaansprakelijkheid (serie Recht en Praktijk Contracten- en Aansprakelijkheidsrecht CA11), Deventer: Kluwer 2014, p SDU / NUMMER 2, MAART 2016 TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK

3 DE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE ADVOCAAT: BARBERTJE MOET HANGEN? wijzen op uiteenlopende opvattingen over een bepaald onderwerp in rechtspraak en literatuur. Het is de vraag of dit de relaties tussen advocaten en cliënten ten goede komt. Het wordt voor de advocatuur niet bepaald eenvoudiger om te voldoen aan de veelgehoorde wens: ik ontvang jouw advies graag op max één A4tje. Als vaststaat dat er sprake is van een beroepsfout, wie kan de cliënt dan aanspreken: alleen de advocaat, alleen het kantoor of allebei? Op 18 september maakte de Hoge Raad het zwaard van Damocles dat de advocatuur continu boven het hoofd hangt nog iets (of beter: behoorlijk wat) dreigender. Het is in de advocatuur gebruikelijk dat de overeenkomst van opdracht wordt gesloten tussen cliënt en advocatenkantoor. Het kantoor geldt dus als opdrachtnemer/contractspartij. In de algemene voorwaarden van advocatenkantoren zijn de artikelen 7:404 en 7:407 tweede lid BW veelal uitgesloten. Dit houdt in dat ook als een cliënt naar een kantoor toekomt voor een bepaalde advocaat, deze advocaat niet mede aansprakelijk wordt ter zake van een eventuele tekortkoming in de nakoming. Dat was althans de gedachte van de balie. Dit totdat de Hoge Raad op 18 september 2015 een arrest wees waardoor vermoedelijk de gehele balie met slapeloze nachten te kampen heeft. Dramatiseer ik enigszins? Misschien, maar in dat geval bevind ik mij in goed gezelschap. A-G Spier verzucht in de afsluiting van zijn omvangrijke conclusie voor dit arrest onder het veelzeggende kopje the devil and the deep blue sea dat deze zaak een van de lastigste was waarin hij in ruim zeventien jaar heeft mogen concluderen. Als dan de Hoge Raad de zaak afdoet in een arrest van krap vier A4-tjes en hij zijn A-G niet volgt, dan mag dat toch minst genomen opmerkelijk worden genoemd. De casus is er een van iedere dag in het gemiddelde advocatenkantoor (en dan doel ik uiteraard alleen op de wijze van de uitvoering van de opdracht): cliënt verstrekt een opdracht aan een advocatenmaatschap. De opdracht wordt uitgevoerd door twee advocaten: een maat en een advocaat-werknemer. Wat betreft de maat geldt dat feitelijk zijn praktijkvennootschap lid was van de maatschap en hijzelf bestuurder was van zijn praktijkvennootschap. De cliënt is niet tevreden over de dienstverlening en spreekt beide advocaten persoonlijk aan op grond van een toerekenbare tekortkoming dan wel een onrechtmatige daad. Rechtbank en hof wijzen de vorderingen van de cliënt af. Ten aanzien van de toerekenbare tekortkoming wordt geoordeeld dat de opdracht aan de maatschap en niet aan de advocaten persoonlijk is gegeven. Wat betreft de onrechtmatige daad wordt overwogen dat feiten die een persoonlijk ernstig feit (deze verzwaarde norm kennen we uit het leerstuk van de bestuurdersaansprakelijkheid) aan de advocaten of een door hen persoonlijk gepleegde onrechtmatige daad 6 HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2745. kunnen opleveren niet zijn gesteld. De stelling van de cliënt dat de advocaten niet naar behoren hebben geadviseerd of zelfs ernstig zijn tekortgeschoten in hun dienstverlening als advocaat is voor een dergelijke conclusie onvoldoende, aldus het hof. De Hoge Raad ziet dit anders. De Hoge Raad herhaalt de regel uit het zojuist besproken arrest van 29 mei 2015: uitgangspunt is dat een advocaat als beroepsbeoefenaar de zorgvuldigheid dient te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Deze zorgvuldigheidsplicht brengt onder meer mee dat een advocaat die een cliënt adviseert in het kader van een door hem te nemen beslissing over een bepaalde kwestie, de cliënt in staat stelt goed geïnformeerd te beslissen. De Hoge Raad overweegt dat als de cliënt de advocaat aanspreekt die de opdracht feitelijk heeft uitgevoerd, maar die niet zijn contractuele wederpartij is, aansprakelijkheid slechts kan worden aangenomen met inachtneming van de daarvoor in artikel 6:162 BW gestelde eisen. So far, so good. De Hoge Raad vervolgt zijn betoog echter met de overweging dat ook dan de hiervoor omschreven maatstaf (van een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot ) mede bepalend is voor de beoordeling van de gegrondheid van de vordering. Niet vereist is dat aan de advocaat persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt ter zake van zijn advieswerkzaamheden. Er hoeft slechts te worden getoetst aan de vereisten van artikel 6:162 BW, waarbij de vraag of er sprake is van een onrechtmatige daad wordt gelijkgesteld aan de vraag of de advocaat als redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot heeft gehandeld. Indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord, kan de advocaat (die niet zelf opdrachtnemer is) aansprakelijkheid nog slechts ontlopen indien niet is voldaan aan de overige vier vereisten van artikel 6:162 BW: toerekenbaarheid, schade, causaal verband en relativiteit. Deze vereisten zullen in een beroepsaansprakelijkheidszaak waarin vaststaat dat de advocaat niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot zou hebben gehandeld naar mijn inschatting niet een al te hoge drempel vormen. De aansprakelijkheidsdreiging wordt daarmee voor iedere advocaat persoonlijk een reëel risico. Dat de cliënt ook het kantoor zal kunnen aanspreken, spreekt voor zich, indien ervan wordt uitgegaan (hetgeen veelal de praktijk is) dat het kantoor als opdrachtnemer/ contractspartij dient te worden beschouwd. Een ontevreden cliënt kan dus zowel het kantoor als de behandelend advocaat aanspreken. Ten aanzien van de maat overwoog de Hoge Raad overigens dat indien een advocaat door zijn cliënt wegens een beroepsfout uit onrechtmatige daad wordt aangesproken, dit zijn aansprakelijkheid als beroepsbeoefenaar en niet zijn aansprakelijkheid als bestuurder van een vennootschap betreft, zodat de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel (van het persoonlijk ernstig verwijt) niet van toepassing is. Voor een maat bestaat dus hetzelfde risico TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK NUMMER 2, MAART 2016 / SDU 19

4 als voor de advocaat-medewerker om aangesproken te worden op grond van onrechtmatige daad. Dit lijkt mij op zich logisch en correct. Kan de aansprakelijkheid worden uitgesloten? Nu persoonlijke aansprakelijkheid een reëler risico is geworden, wordt de vraag of en zo ja hoe aansprakelijkheid kan worden uitgesloten des te prangender. Het voert te ver om in het kader van dit artikel de vraag of exoneratie in het algemeen is toegestaan te bespreken. 7 De lezers van dit tijdschrift zullen niet onbekend zijn met De aansprakelijkheidsdreiging wordt voor iedere advocaat persoonlijk een reëel risico. de omstandighedencatalogus die door de Hoge Raad in het arrest Saladin/HBU werd geïntroduceerd 8 en die sindsdien in rechtspraak en literatuur nader is uitgewerkt. Ik breng op deze plaats slechts in herinnering dat ten opzichte van consumenten een exoneratiebeding op de grijze lijst staat 9 en dus vermoed wordt onredelijk bezwarend te zijn (en dus vernietigbaar is op grond van artikel 6:233 sub a BW). Ik wil in het kader van dit artikel slechts ingaan op de in aanvulling op het algemene leerstuk nog specifiek voor de advocaat geldende normen. Ik wijs in dit verband op de Advocatenwet en de regelgeving van de Nederlandse Orde van Advocaten. In de Verordening op de Advocatuur (hierna: Voda ) 10 is bepaald dat een advocaat adequaat verzekerd moet zijn ter zake van het risico van zijn beroepsaansprakelijkheid. 11 De Verordening geeft ook de minimumeisen voor een adequate verzekering. De verzekering moet per advocaat of indien van toepassing per samenwerkingsverband ten minste schade tot een bedrag van per aanspraak en tot ten minste tweemaal 7 Ik verwijs voor een bespreking van dat onderwerp onder meer naar R.H.C. Jongeneel, Aansprakelijkheidsbeperking in: B. Wessels, R.H.C. Jongeneel en M.L. Hendrikse (red.), Algemene voorwaarden (serie Recht en Praktijk Contractenrecht CR1), Deventer: Kluwer 2010 en J.H. Duyvensz, De redelijkheid van de exoneratieclausule (diss.), Den Haag: Boom Juridische uitgevers Hoge Raad 19 mei 1967, NJ 1967, 261: (...) O. dat het antwoord op de vraag in welke gevallen aan degeen die gelijk te dezen de Bank bij contractueel beding zijn aansprakelijkheid voor zekere gedragingen ook indien deze jegens zijn wederpartij onrechtmatig zijn heeft uitgesloten, een beroep op dit beding niet vrijstaat, afhankelijk kan zijn van de waardering van tal van omstandigheden, zoals: de zwaarte van de schuld, mede i.v.m. de aard en de ernst van de bij enige gedraging betrokken belangen, de aard en de verdere inhoud van de overeenkomst waarin het beding voorkomt, de maatschappelijke positie en de onderlinge verhouding van pp., de wijze waarop het beding is tot stand gekomen, de mate waarin de wederpartij zich de strekking van het beding bewust is geweest; (...). 9 Artikel 6:237 sub f BW. 10 Besluit van het college van afgevaardigden van 4 december 2014 tot vaststelling van de verordening op de advocatuur (Verordening op de advocatuur) in werking getreden per 1 januari 2015, Stcrt. 2014, Artikel 6.24 Voda. dat bedrag per verzekeringsjaar dekken; de verzekering moet ook de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de advocaat voor handelingen en nalatigheden van personen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn dekken en de verzekering mag voor een advocaat of een samenwerkingsverband van twee advocaten geen eigen risico hoger dan per aanspraak omvatten en voor een samenwerkingsverband van meer dan twee advocaten geen eigen risico per aanspraak hoger dan maal het aantal verzekerde advocaten, met een maximum van per aanspraak omvatten. 12 De Verordening staat toe de aansprakelijkheid te beperken, mits de advocaat adequaat verzekerd is en de verzekering voldoet aan de hiervoor vermelde minimumeisen. De exoneratie dient wel schriftelijk te worden overeengekomen. De aansprakelijkheid kan dan worden beperkt tot buiten het bedrag van het eigen risico het bedrag waarop de verzekering aanspraak op uitkering geeft. In de voorwaarden van de meeste kantoren wordt dit als volgt verwoord: Iedere aansprakelijkheid voortvloeiend uit of in verband met de uitvoering van een opdracht is beperkt tot het bedrag dat in het desbetreffende geval uit hoofde van de afgesloten aansprakelijkheidsverzekering wordt uitbetaald, vermeerderd met het bedrag van het onder deze verzekering toepasselijke eigen risico. (Of woorden van gelijke strekking.) Soms zie je een toevoeging voor het geval de verzekeraar niet tot uitkering overgaat. De aansprakelijkheid wordt dan beperkt tot een vaak relatief gering bedrag of de factuurwaarde ten aanzien van de gehele opdracht waaruit de fout is voortgevloeid of over een bepaalde periode. Bij bestudering van de Toelichting op de Voda kwam bij mij echter de vraag op of dit wel in overeenstemming is met de Voda. In de toelichting valt namelijk te lezen: (...) Evenmin is het mogelijk dat de advocaat zijn aansprakelijkheid op voorhand geheel uitsluit. Dit past niet bij het doel van de verzekeringsplicht dat iedere advocaat voldoende verhaal biedt voor dekking van de gevolgen van beroepsaansprakelijkheid. Pas als de advocaat aan de verplichting van artikel 6.24 en artikel 6.25 voldoet, is beperking van de aansprakelijkheid toegestaan. Het minimum verzekerd bedrag is de ondergrens waarboven exoneratie is toegestaan. (...) Exoneratie tot het minimum verzekerd bedrag is mijns inziens iets anders dan exoneratie tot het bedrag dat door de verzekering wordt uitgekeerd. Ik vraag me dus af of het op grond van de Voda is toegestaan om de aansprakelijkheid voor het geval de verzekering niet tot uitkering overgaat verder te beperken. Als advocaat spreek ik de hoop uit dat niet bedoeld is om te breken met de regelgeving die gold voor de invoering van de Voda per 1 januari In de Verordening op de Beroepsaansprakelijkheid en de opvolger van die 12 Artikel 6.25 Voda. 13 Stcrt. 1991, 85, gewijzigd per 1 november 2000, Stcrt. 2000, 198, ge- 20 SDU / NUMMER 2, MAART 2016 TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK

5 DE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE ADVOCAAT: BARBERTJE MOET HANGEN? verordening, de Verordening op de administratie en de financiële integriteit, 14 was bepaald dat het de advocaat die aan zijn verplichtingen aangaande de beroepsaansprakelijkheidsverzekering had voldaan, was toegestaan om zich, buiten het bedrag van het eigen risico, van aansprakelijkheid vrij te tekenen maar dat vrijtekening slechts geoorloofd was voor zover de door hem overeenkomstig deze verordening verplicht afgesloten beroepsaansprakelijkheidsverzekering geen aanspraak op een uitkering geeft. Dit lijkt af te wijken van de huidige tekst van de Voda (waar juist wordt gesproken over beperking tot het bedrag waarop de verzekering aanspraak op uitkering geeft). In de toelichting op de Verordening op de administratie en de financiële integriteit was opgemerkt: (...) Algehele uitsluiting van aansprakelijkheid zo deze al door de rechter aanvaardbaar geoordeeld zou worden wordt niet in het belang van het publiek en de balie geacht. Dit betekent dat pas als de advocaat aan zijn verplichting om een beroepsaansprakelijkheidsverzekering te sluiten (en in stand te houden) heeft voldaan, vrijtekening voor schadebedragen boven het bedrag van de verplichte verzekeringsdekking geoorloofd is. In die zin is het als gevolg van de verordening verplicht verzekerd bedrag dus te beschouwen als het minimum waarvoor men verzekerd dient te zijn om in beginsel een beroep op vrijtekening van een daarboven uitgaande aansprakelijkheid te kunnen doen. (...) Gekozen is voor een systeem dat vrijtekening slechts mogelijk maakt voor de schade die niet op grond van de verplichte verzekering is gedekt. De advocaat kan in dat geval in beginsel een beroep doen op de vrijtekening, dus ook onder meer in het geval van schade als gevolg van: - activiteiten van de advocaat die niet tot de verzekerde werkzaamheden behoren; - gebeurtenissen buiten de landen van de Europese Unie of landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Aan dit systeem ligt de gedachte ten grondslag dat de advocaat, die zich naar geldende maatschappelijke normen voldoende verzekerd heeft, niet ook nog in het kader van zijn beroepsuitoefening het risico van niet verzekerde claims hoeft te lopen; dit uitgangspunt wordt ook voor het reguliere bedrijfsleven algemeen aanvaard. Daarom is niet gekozen voor een systeem dat vrijtekening slechts mogelijk maakt voor schade, die (per aanspraak) méér bedraagt dan de verplichte (minimum) verzekeringsdekking van ,-. In dat geval zou de advocaat per aanspraak naast zijn eigen risico jewijzigd bij de Verordening Mandaat Centrale Controle Verordeningen, Stcrt. 2001, 245, gewijzigd bij de Aanpassingsverordening euro, Stcrt. 2001, 246, inwerkingtreding 1 januari 2002, gewijzigd bij de Aanpassingsverordening Vestigingsrichtlijn, Stcrt. 2002, 169, inwerkingtreding 4 september 2002, gewijzigd bij de Verordening tot wijziging van artikel 2 tweede lid en artikel 3 sub d van de Verordening op de beroepsaansprakelijkheid 1991, Stcrt. 2003, 236, inwerkingtreding 1 december 2003 en gewijzigd bij de Verordening tot wijziging van diverse verordeningen in verband met de afschaffing van het verplichte procuraat, Stcrt. 2008, 141, inwerkingtreding 1 september Verordening van 25 maart 2009, Stcrt. 2009, 118, inwerkingtreding 1 juli gens een cliënt steeds voor (maximaal) ,- aansprakelijk zijn, ook indien de verzekering voor deze schade(s) geen dekking meer biedt. Aan zo n systeem ligt de gedachte ten grondslag dat de advocaat, ook indien hij zich naar geldende maatschappelijke normen voldoende verzekerd heeft, jegens cliënten aansprakelijk blijft voor schades die niet door de verplichte verzekering worden gedekt. In dit opzicht zouden daarom zwaardere eisen aan een advocaat gesteld worden dan aan bijvoorbeeld het reguliere bedrijfsleven (Nota van toelichting bij de Verordening op de beroepsaansprakelijkheid 1991 (Adv.bl. 1991, blz. 308). (...) Dit is een heldere toelichting en deze benadering komt mij ook redelijk voor (waarbij ik mij ervan bewust ben dat de lezer mij kan verwijten dat ik preek voor eigen parochie). Gelet op het feit dat ook deze toelichting begint met de vaststelling dat het verplicht verzekerd bedrag te beschouwen is als het minimum waarvoor men verzekerd dient te zijn om in beginsel een beroep op vrijtekening van een daarboven uitgaande aansprakelijkheid te kunnen doen, maar vervolgens wordt uitgelegd dat niet is gekozen voor een systeem dat exoneratie slechts mogelijk maakt voor schade, die (per aanspraak) méér bedraagt dan de verplichte (minimum) verzekeringsdekking, terwijl in de toelichting op de Voda niet wordt aangegeven dat bedoeld is thans wel voor het laatste systeem te kiezen, ga ik ervan uit dat de Orde op dit punt geen breuk met het verleden heeft beoogd. Met zekerheid durf ik dit echter niet te zeggen. De vraag of exoneratie is toegestaan, is dus althans in het licht van de Voda mede afhankelijk van de vraag of de advocaat een adequate verzekering heeft gesloten. Het antwoord op deze laatste vraag is zoals zo vaak afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Het lijkt voor de hand te liggen dat een adequate verzekering voor een eenpitter met een familierechtpraktijk een andere is dan voor een top-10 kantoor met een grote fusie- en overnamepraktijk. Maar wat is dan adequaat? Is een claims made-dekking adequaat? Is een verzekering die geen in- en/ of uitlooprisico dekt adequaat? Als een claims made-dekking niet als een adequate verzekering kwalificeert, betekent dat tuchtrechtelijk gezien dat de advocaat zijn aansprakelijkheid niet mocht uitsluiten. Het is evenwel de vraag welke invloed deze beroepsregel heeft op de vraag of in het concrete geval civielrechtelijk gezien de aansprakelijkheid mocht worden beperkt. Nu deze norm een tuchtrechtelijke norm betreft, zal naar mijn inschatting de rechter in een procedure waarin een advocaat zich beroept op een exoneratie terwijl hij geen adequate verzekering heeft gesloten, niet zonder meer concluderen dat de advocaat zijn aansprakelijkheid niet mocht beperken. Verzekerbaarheid is echter wel een van de omstandigheden die door diverse auteurs in de omstandighedencata- TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK NUMMER 2, MAART 2016 / SDU 21

6 logus 15 wordt genoemd. Het feit dat geen adequate verzekering is gesloten, terwijl dat wel mogelijk was, zal dus kunnen bijdragen aan het oordeel dat een beroep op de exoneratie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Ik kan binnen de toegestane omvang van dit artikel helaas geen verslag doen van een uitgebreid jurisprudentie- en literatuuronderzoek. Ik volsta met de conclusie dat exoneratie in het algemeen althans ten opzichte van zakelijke opdrachtgevers toelaatbaar wordt geacht, voor zover De Hoge Raad maakte het zwaard van Damocles dat de advocatuur continu boven het hoofd hangt behoorlijk wat dreigender. wordt aangesloten bij de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. 16 Toch zal de advocaat zich vaak niet op een in de algemene voorwaarden vervatte exoneratie kunnen beroepen doordat de algemene voorwaarden niet, te laat of niet op juiste wijze van toepassing zijn verklaard. Net zoals bij de loodgieter thuis de kraan lekt, laten advocaten helaas nog wel eens steken vallen al dan niet onder tijdsdruk bij het op juiste wijze bevestigen van de opdracht en het toepasselijk verklaren van de algemene voorwaarden (met daarin een exoneratie). Als er sprake is van een overeenkomst van opdracht tussen het kantoor en de cliënt, kan het kantoor de aansprakelijkheid van de advocaat dan ook uitsluiten ten behoeve van de behandelend advocaat? De wet biedt in artikel 6:257 BW al de regel dat als een partij bij een overeenkomst ter afwering van haar aansprakelijkheid voor een gedraging van een aan haar ondergeschikte aan de overeenkomst een verweermiddel jegens haar wederpartij kan ontlenen, dan ook de ondergeschikte indien hij op grond van deze gedraging door de wederpartij wordt aangesproken dit verweermiddel kan inroepen als ware hijzelf bij de overeenkomst partij. Deze regel beperkt zich echter tot ondergeschikten. Denkbaar is dat een advocaat in loondienst gelet op zijn functie en verplichtingen op grond van de Advocatenwet en daarop gebaseerde gedragsregels niet als ondergeschikte in de zin van de wet wordt aangemerkt. 17 Dit geldt eens temeer voor maten (die al dan niet via een praktijkvennootschap lid zijn van de maatschap). Zekerheidshalve doet het kantoor er daarom goed aan een derdenbeding ex artikel 6:253 BW 15 Vgl. Duyvensz a.w., p. 169 e.v. en Jongeneel a.w. 16 Zie in dit verband ook E.A.L. van Emden en M. de Haan, a.w., p Zie W.L Valk in: Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek, Deventer: Kluwer 2015, art. 6:257 BW, aant. 2b: De bepaling ziet uitsluitend op ondergeschikten in de zin van art. 6:170. Niet beslissend is of de hulppersoon zijn werkzaamheden op basis van een arbeidsovereenkomst verricht, maar uitsluitend of de opdrachtgever te allen tijde instructies kan geven over de wijze waarop de ondergeschikte zijn werkzaamheden dient te verrichten. op te nemen in de overeenkomst met de cliënt (al dan niet in de algemene voorwaarden) inhoudende dat op de aan opdrachtnemer toekomende verweermiddelen ook alle bij de uitvoering van de opdracht betrokken personen zich zullen kunnen beroepen; 18 de zogenaamde Himalaya-clausule. 19 Op deze wijze is het mogelijk om de aansprakelijkheid van de behandelend advocaat uit te sluiten. Als er sprake is van een beroepsfout, kan de advocaat dan terugvallen op de beroepsaansprakelijkheidsverzekering? In de Voda is, zoals hiervoor reeds opgemerkt, bepaald dat een advocaat verplicht is zich te verzekeren tegen het risico van beroepsaansprakelijkheid. In de toelichting is met zoveel woorden bepaald dat de verplichting om een verzekering af te sluiten voor iedere advocaat geldt. In de praktijk wordt een verzekering doorgaans door het kantoor gesloten. Deze verplichting garandeert niet dat een beroepsfout altijd onder de dekking van de verzekering valt. Na bestudering van een aantal willekeurige polisvoorwaarden 20 durf ik niet met zekerheid te zeggen dat de maat uit het arrest van 18 september 2015 steeds aanspraak had kunnen maken op dekking. Ik stuitte bijvoorbeeld op een set voorwaarden waarin de verzekerden als volgt zijn omschreven: (...) - de verzekeringnemer in de omschreven hoedanigheid; - de op het polisblad vermelde personen in de omschreven hoedanigheid; - de ondergeschikten (...) van de verzekeringnemer ten aanzien van de werkzaamheden die zij in zijn kantoor/praktijk voor hem verrichten; 18 Een stap verder gaat nog de bepaling dat het de opdrachtnemer is toegestaan om namens opdrachtgever ook aansprakelijkheidsbeperkingen van ingeschakelde hulppersonen te accepteren. Als dit wordt gecombineerd met de Himalaya-clausule heeft de hulppersoon vervolgens de keuze om zich op zijn eigen aansprakelijkheidsbeperking dan wel op de in de algemene voorwaarden van het kantoor opgenomen aansprakelijkheidsbeperking te beroepen. Dit onderwerp laat ik thans echter verder onbesproken, omdat ik me beperk tot de positie van de behandelend advocaat. 19 Opmerkelijk is overigens dat in de zaak die ten grondslag lag aan het arrest van 18 september 2015 door de advocaat-medewerker geen beroep lijkt te zijn gedaan op artikel 6:257 BW terwijl de conclusie van de A-G leert dat in de van toepassing zijnde algemene voorwaarden wel de aansprakelijkheid was beperkt ( Iedere aansprakelijkheid van [A] is beperkt tot het bedrag dat in het desbetreffende geval uit hoofde van de door [A] afgesloten beroepsaansprakelijkheidsverzekering wordt uitbetaald, vermeerderd met het bedrag van het onder de desbetreffende verzekering toepasselijke eigen risico. ) en ook de volgende bepaling was opgenomen: Alle opdrachten worden geacht uitsluitend te zijn verstrekt aan en aanvaard door [A]. In afwijking van de artikelen 7:404, 7:407 lid 2 en 7:409 van het Burgerlijk Wetboek zijn de vennoten, hun bestuurders, alsmede degenen die voor [A] werkzaam zijn niet persoonlijk gebonden of aansprakelijk. Uit het verwijzingsarrest zal moeten blijken of de advocaat-medewerker wel een beroep op een en ander heeft gedaan. 20 Geraadpleegd via de website polisvoorwaardenonline.nl. 22 SDU / NUMMER 2, MAART 2016 TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK

7 DE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE ADVOCAAT: BARBERTJE MOET HANGEN? - de stichting derdengelden van verzekeringnemer. (...) De verzekeringnemer zal het kantoor (de maatschap) zijn. Het kantoor kan dus aanspraak maken op dekking. De advocaat-medewerker/stagiaire is (in beginsel) een ondergeschikte van verzekeringnemer en valt dus (in beginsel) ook onder de dekking. 21 Maar kan de advocaat die via zijn praktijkvennootschap in de maatschap participeert en persoonlijk wordt aangesproken eveneens aanspraak maken op dekking? Indien deze advocaat niet bij naam genoemd is op het polisblad, vrees ik dat de verzekeraar zich met succes op het standpunt zal kunnen stellen dat deze advocaat niet onder de definitie van verzekerde valt. Aansprakelijkheidsverzekeringen zijn verder veelal claims made-polissen. Dit betekent dat de verzekering alleen dekking biedt als de schade tijdens de looptijd van de verzekering is gemeld. Dit brengt met name een risico met zich bij het overstappen naar een nieuwe verzekeraar. Als ook de nieuwe verzekering een echte claims made-dekking biedt, lijkt er geen probleem te zijn. Iedere verzekering kent echter ook vaak een uitsluiting voor fouten die zijn gemaakt voor de ingangsdatum van de verzekering. Een advocaat doet er daarom goed aan om in zijn algemene voorwaarden op te nemen dat een opdrachtgever binnen een bepaalde periode nadat de opdracht is afgerond een eventuele beroepsfout moet melden. Hier rijst uiteraard weer de vraag of een dergelijke voorwaarde in alle gevallen de toets der kritiek zal kunnen doorstaan. Ten opzichte van consumenten loopt de advocaat mogelijk tegen artikel 6:237 sub h BW aan. 22 Van belang is ook dat de Hoge Raad 23 heeft beslist dat ook voor een contractuele klachttermijn geldt dat bij de beoordeling of sprake is van een te late klacht tevens moet worden gekeken naar de concrete belangen waarin de schuldenaar is geschaad door het late tijdstip waarop de melding is gedaan. Gelet op de verhouding met zijn beroepsaansprakelijkheidsver zekeraar(s) heeft een advocaat mijns inziens in beginsel Ik zeg hier in beginsel omdat we hier al op een uitlegkwestie stuiten. Ik heb hiervoor bij de bespreking van artikel 6:257 BW aangegeven dat een advocaat in loondienst niet altijd als ondergeschikte in de zin van artikel 6:257 BW kan worden aangemerkt. Ik ga ervan uit dat verzekeraar hier het begrip ondergeschikte gebruikt als synoniem voor werknemer in de zin van artikel 7:610 BW. Deze omschrijving kan echter zeker aanleiding zijn voor een uitlegdiscussie. 22 In de casus die aan het arrest van 18 september 2015 ten grondslag lag was een dergelijke vervaltermijn in de algemene voorwaarden opgenomen. Door het hof werd geoordeeld dat deze bepaling ingevolge artikel 6:237 onder h in samenhang met artikel 6:233 onder a BW wordt vermoed onredelijk bezwarend en derhalve vernietigbaar te zijn. 23 Hoge Raad 7 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:260 (Afvalzorg/Slotereind). 24 Vooropgesteld zij uiteraard dat steeds zal moeten worden gekeken naar de concrete belangen waarin de schuldenaar is geschaad door het late tijdstip waarop de melding is gedaan. Ik ga er hier even van uit dat de advocaat daadwerkelijk verzekeringsdekking misloopt ten gevolge van de late melding. Indien de advocaat in zijn belangen niet wordt geschaad, omdat er geen sprake is van in- of uitloop en de verzekeringsvoorwaarden overigens ook geen gevolgen verbinden aan de late melding, dan een gerechtvaardigd belang bij een dergelijke contractuele klachttermijn aangezien het anders praktisch onmogelijk wordt om het beroepsaansprakelijkheidsrisico bij een andere verzekeraar onder te brengen. Het risico dat late meldingen én niet onder het inlooprisico van de nieuwe verzekering én niet onder het uitlooprisico van de oude verzekering vallen is dan te groot. Indien immers het in- en uitlooprisico al gedekt zijn, zal de dekking beperkt zijn in tijd of zal aan andere voorwaarden moeten worden voldaan, zodat altijd het risico bestaat dat bij het oversluiten van een verzekering claims tussen wal en schip vallen. In een nieuwsbrief van oktober schreef de NOvA dat de toevoeging dat een advocaat, gelet op zijn praktijk, adequaat verzekerd moet zijn tot uitdrukking brengt dat de minimale dekking genoemd in artikel 6.25 van de Verordening onder omstandigheden onvoldoende kan zijn. Hieraan werd toegevoegd: In 2015 zal de algemene raad in overleg met de verzekeraars bezien of de bedragen van de minimale dekking kunnen worden verhoogd om deze in overeenstemming met het huidige prijspeil te brengen. Ook wordt nader bekeken of en in hoeverre er voorschriften moeten komen voor de verzekering van het in- en uitlooprisico. Ik heb niet kunnen terugvinden of de NOvA al een standpunt heeft ingekomen ter zake het inen het uitlooprisico. Arbeidsrechtelijke relatie Tot slot hebben we dan nog de arbeidsrechtelijke relatie, ervan uitgaande dat de advocaat in loondienst werkzaam is bij het kantoor. Wat als de advocaat met succes wordt aangesproken op een beroepsfout; kan hij de te betalen schadevergoeding in dat geval verhalen op het kantoor als zijn werkgever? Het antwoord luidt: ja, maar. Ja, omdat artikel 6:170 derde lid BW immers bepaalt dat als de ondergeschikte en degene in wiens dienst hij stond, beiden voor de schade aansprakelijk zijn, de ondergeschikte in hun onderlinge verhouding niet in de schadevergoeding behoeft bij te dragen, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. De werknemer heeft dus in beginsel een regresrecht op zijn werkgever. De laatste volzin van dit artikellid bepaalt evenwel dat uit de omstandigheden van het geval, mede gelet op de aard van hun verhouding, anders kan voortvloeien. De maar zit hem er echter in dat een cliënt in het algemeen naar mijn inschatting niet snel geneigd zal zijn om de advocaat persoonlijk aan te spreken. En is de cliënt wel op oorlogspad tegen de advocaat in privé, dan zal hij in het algemeen nog door de advocaat die de beroepsaanzal de advocaat zich mogelijk niet op de contractuele klachttermijn kunnen beroepen, maar daartoe bestaat voor hem dan ook geen aanleiding #derdengelden. TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK NUMMER 2, MAART 2016 / SDU 23

8 sprakelijkheidsclaim mag behandelen op het spoor van het kantoor worden gezet. De Gulden regel ( Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet ) speelt hier mogelijk (hopelijk) nog een rol tussen beroepsbeoefenaars onderling. Als een advocaat in privé wordt aangesproken, zal er daarom veelal sprake zijn van een situatie waarin het kantoor niet meer bestaat of althans geen verhaal Een advocaat kan niet altijd terugvallen op de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van zijn kantoor. biedt (denk aan faillissement, waarvan de advocatuur tegenwoordig helaas ook niet meer verschoond blijft). In zo n situatie is het niet ondenkbaar dat ook de verzekeringsdekking is beëindigd, zeker indien de verzekeringspremie niet meer werd betaald. Een advocaat in loondienst doet er dus goed aan om de opdrachtbevestiging, de algemene voorwaarden en de verzekeringsvoorwaarden van zijn kantoor kritisch te bekijken en er uiteraard op toe te zien dat de algemene voorwaarden ook altijd op de juiste wijze van toepassing worden verklaard. Maar ook als dat allemaal in overeenstemming is gebracht met de recente jurisprudentie, kan een advocaat in loondienst in de problemen komen indien het kantoor waarvoor hij werkt bijvoorbeeld failleert of de verzekeringspremie niet betaald heeft. De meeste veilige oplossing is wellicht dat een einde wordt gemaakt aan de praktijk dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekering door het kantoor wordt gesloten. Denkbaar is dat iedere advocaat persoonlijk een beroepsaansprakelijkheidsverzekering sluit. 26 Hieraan zijn sowieso praktische voordelen verbonden, aangezien de advocaat bij een kantoorwisseling dan zijn eigen verzekering kan behouden en hij ook geen problemen hoeft te vrezen in het kader van in- of uitlooprisico. Op deze wijze heeft de advocaat het ook zelf in de hand dat de premie tijdig wordt betaald In de voorgaande verordeningen was dit explicieter bepaald (vgl. artikel 4 sub c van de Verordening op de administratie en de financiële integriteit: De advocaat dient zich te verzekeren voor alle werkzaamheden die gerekend kunnen worden tot de beroepsuitoefening van de advocaat. ). 27 Ik ben mij ervan bewust dat hieraan ook een praktisch probleem kleeft, aangezien op grond van artikel 6:230b sub 11 BW door de dienstverrichter de financiële en de geografische dekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en de adresgegevens van de verzekeraar moeten worden verstrekt, bijvoorbeeld door vermelding op de website. Het is natuurlijk lastig om bij een kantoor van bijvoorbeeld vijftig man van alle vijftig advocaten afzonderlijk deze gegevens te vermelden. Het is bovendien moeilijk verkoopbaar aan een cliënt dat de dekking per advocaat binnen een kantoor kan verschillen. De door mij gesuggereerde oplossing zou dan ook nog wel wat nadere uitwerking in wet- en regelgeving behoeven. Ik zou de Orde en de verzekeraars echter graag uitdagen om een veilig vangnet voor iedere afzonderlijke advocaat te creëren. Tips voor de praktijk Zoals te doen gebruikelijk in dit tijdschrift sluit ik af met enkele tips voor de praktijk. De Hoge Raad heeft het afgelopen jaar enkele arresten gewezen die de advocatuur ertoe nopen om weer eens kritisch naar de dagelijkse praktijk te kijken. Mijn aanbevelingen voor de advocaat c.q. het advocatenkantoor: 1. Kijk kritisch naar uw opdrachtbevestiging: geef zo mogelijk duidelijk aan tot welke werkzaamheden de opdracht zich beperkt. Geef aan wat u wel en niet zult doen. Leg het vooral ook vast als de opdrachtgever u een beperking in de opdracht heeft opgelegd. 2. Check uw algemene voorwaarden: zijn de artikelen 7:404 en 7:407 lid 2 BW uitgesloten? Is een vervaltermijn opgenomen? 3. Check uw exoneratieclausule: is niet alleen de aansprakelijkheid van het kantoor als opdrachtnemer beperkt, maar ook de aansprakelijkheid van iedere individuele advocaat en alle andere personen die bij de uitvoering van de opdracht zijn betrokken? Is de aansprakelijkheid beperkt ongeacht de grondslag van de vordering? Is de aansprakelijkheid op juiste wijze conform de Voda uitgesloten? 4. Check of de algemene voorwaarden ook op juiste wijze van toepassing worden verklaard. 5. Check uw verzekeringsvoorwaarden: biedt de verzekering alleen dekking aan het kantoor of aan iedere advocaat persoonlijk? Wees alert als nieuwe advocaten toetreden (en eventueel dossiers meebrengen) en als advocaten vertrekken: is het in- en uitlooprisico gedekt? 6. Pas op bij het oversluiten van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Zorg ervoor dat het inlooprisico goed geregeld is bij de nieuwe verzekeraar en/of regel het uitlooprisico bij de oude verzekeraar. Voor advocaat-medewerkers/stagiaires geldt hierbij nog: zorg ervoor dat het kantoor al het voorgaande goed heeft geregeld. Voor een medewerker/stagiaire kan het wat ongemakkelijk voelen om inzage te vragen in de polis en de voorwaarden van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering, maar uit de besproken rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat dit wel van hem verwacht wordt. Wellicht is de wetenschap dat iedere advocaat persoonlijk verantwoordelijk is voor naleving van de Voda en bij niet-naleving een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete wordt geriskeerd die kan oplopen tot tweemaal een extra aansporing om zich deze vrijpostigheid te veroorloven. 29 Over de auteur Mr. Nicole de Boer is advocaat bij Corten Advocaten. 28 Bij een verhoging met 100%. 29 Artikel 45g Advocatenwet. 24 SDU / NUMMER 2, MAART 2016 TIJDSCHRIFT OVEREENKOMST IN DE RECHTSPRAKTIJK

Actualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium

Actualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium Actualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium Persoonlijke aansprakelijkheid advocaat ECLI:NL:HR:2015:2745 Client vraagt advies (risico s afdekken) over

Nadere informatie

Page 1 of 6 JBN 2016(4) 19 De beperkte bescherming van een praktijkvennootschap tegen aansprakelijkheid voor een beroepsfout Publicatie Aflevering 26 afl. 4 Publicatiedatum 01 april 2016 Auteurs Juridische

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-340 d.d. 12 december 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris) Samenvatting Consument heeft met ingang van

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist Msc, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist Msc, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-631 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist Msc, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 januari 2017 Ingediend door

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN #RECHT ADVOCATUUR

ALGEMENE VOORWAARDEN #RECHT ADVOCATUUR ALGEMENE VOORWAARDEN #RECHT ADVOCATUUR Artikel 1 1.1 1.2 1.3 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle opdrachten die aan #RECHT worden verstrekt (inclusief aanvullende opdrachten of vervolgopdrachten)

Nadere informatie

Workshop: Risicobeheersing met leveringsvoorwaarden

Workshop: Risicobeheersing met leveringsvoorwaarden Workshop: Risicobeheersing met leveringsvoorwaarden Aansprakelijkheidsverzekeringen voor bedrijven (AVB) Voor bedrijven speelt het risico van contractuele aansprakelijkheid een grote rol. Bedrijven hebben

Nadere informatie

Jubileumcongres Beursbengel

Jubileumcongres Beursbengel Workshop - Contracteren met de klant: omgaan met aansprakelijkheidsrisico's, exoneraties en verzekeringsdekking Jubileumcongres Beursbengel Erik van Orsouw erik.van.orsouw@kvdl.nl http://www.kvdl.nl/beursbengel/

Nadere informatie

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-719 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-343 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A.M.S. Westenbrink, secretaris) Klacht ontvangen op : 19 oktober 2017 Ingediend door :

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-372 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 3 mei 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-278 d.d. 18 juli 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter en mr. M.M.C. Oyen, secretaris) Samenvatting Volgens de Commissie is het gedrag van

Nadere informatie

Willem Pel. Met dank aan: mevrouw Dr G.H.M.M. ten Horn, Sylvia Janssen en Dick van Velzen

Willem Pel. Met dank aan: mevrouw Dr G.H.M.M. ten Horn, Sylvia Janssen en Dick van Velzen Willem Pel Met dank aan: mevrouw Dr G.H.M.M. ten Horn, Sylvia Janssen en Dick van Velzen Zorgplicht voorafgaand aan advies Zorgplicht achteraf na bemiddeling (nazorg) Juridisch kader BW Wft AFM Rechtspraak

Nadere informatie

mr. Beutener en mr. Staal hebben ieder hun eigen algemene voorwaarden die zijn te raadplegen op de website www.beutenerstaal.nl.

mr. Beutener en mr. Staal hebben ieder hun eigen algemene voorwaarden die zijn te raadplegen op de website www.beutenerstaal.nl. Algemene voorwaarden van mr. M.B.W.G. Beutener, advocaat Artikel 1 Algemeen Beutener Staal advocaten is een kantoorcombinatie, geen maatschap, tussen mr. M.B.W.G. Beutener, gevestigd in Deventer, en mr.

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden van dienstverlening van Advocatenkantoor Mutsaers kantoorhoudende te (2011 WP) Haarlem aan de Barrevoetestraat nr 8

Algemene Voorwaarden van dienstverlening van Advocatenkantoor Mutsaers kantoorhoudende te (2011 WP) Haarlem aan de Barrevoetestraat nr 8 Algemene Voorwaarden Advocatenkantoor Mutsaers Algemene Voorwaarden van dienstverlening van Advocatenkantoor Mutsaers kantoorhoudende te (2011 WP) Haarlem aan de Barrevoetestraat nr 8 1. Advocatenkantoor

Nadere informatie

DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR

DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR DE ZORGPLICHT VAN DE VERZEKERAAR Aruba, 10 oktober 2018 1. TER INGELEIDE Op 11 september 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een interessant arrest gewezen waarbij de zorgplicht van de verzekeraar

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 37 d.d. 17 februari 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. A.W. H. Vink) Samenvatting Consument claimt tweemaal

Nadere informatie

DE KERN VAN DE VERZEKERINGSOVEREENKOMST J.D. van de Meent

DE KERN VAN DE VERZEKERINGSOVEREENKOMST J.D. van de Meent DE KERN VAN DE VERZEKERINGSOVEREENKOMST J.D. van de Meent In de verzekeringsrechtliteratuur bestaat geen algehele consensus over de vraag welke van de verzekeringsovereenkomst deel uitmakende voorwaarden

Nadere informatie

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen: Verzekeraar

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen: Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-813 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.F. Keulen en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. G.A. van de Watering, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Uit: Hoge Raad 29-5-2015, 14/01835, ECLI:NL:HR:2015:1406 (Beroepsfout advocaat bij advisering)

Uit: Hoge Raad 29-5-2015, 14/01835, ECLI:NL:HR:2015:1406 (Beroepsfout advocaat bij advisering) Tijdschrift voor Bouwrecht (TBR), januari 2016, Nr. 1, TBR 2016/15 Uit: Hoge Raad 29-5-2015, 14/01835, ECLI:NL:HR:2015:1406 (Beroepsfout advocaat bij advisering) Mr. F.B. Bakels, mr. C.A. Streefkerk, mr.

Nadere informatie

Algemene voorwaarden van mr. J.W. Post, advocaat

Algemene voorwaarden van mr. J.W. Post, advocaat Algemene voorwaarden van mr. J.W. Post, advocaat Artikel 1 Algemeen Beutener Staal advocaten is een kantoorcombinatie, geen maatschap, tussen mr. M.B.W.G. Beutener, mr. L.M.J Leerkes en mr. J.W. Post,

Nadere informatie

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-323 (mr. P.A. Offers, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Algemene voorwaarden van mr. W.A.J.M. Staal, advocaat en mediator

Algemene voorwaarden van mr. W.A.J.M. Staal, advocaat en mediator Algemene voorwaarden van mr. W.A.J.M. Staal, advocaat en mediator Artikel 1 Algemeen Beutener Staal advocaten zijn twee zelfstandige advocatenkantoren: de eenmanszaak mr M.B.W.G. Beutener, gevestigd in

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-072 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Klacht ontvangen op : 29 juni 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-144 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-381 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.E. du Perron en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-855 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

1.2 De Bank heeft een op 22 mei 2014 gedateerd verweerschrift ingediend en daarbij incidenteel beroep ingesteld.

1.2 De Bank heeft een op 22 mei 2014 gedateerd verweerschrift ingediend en daarbij incidenteel beroep ingesteld. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-029 d.d. 23 september 2014 (mr. C.A. Joustra, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.H.J. Mijnssen, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten

Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten Artikel 1 Algemeen 1.1 In de Algemene Voorwaarden wordt verstaan

Nadere informatie

Monuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene,

Monuta Verzekeringen N.V, gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen: Aangeslotene, Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-267 d.d. 4 september 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Buren. 1 Algemeen. 1.1 In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:

Algemene Voorwaarden Buren. 1 Algemeen. 1.1 In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Johan de Wittlaan 15 2517 JR Den Haag Postbus 18511 2502 EM Den Haag T 070 318 4200 F 070 356 1340 Algemene Voorwaarden Buren BURENLEGAL.COM 1 Algemeen 1.1 In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:

Nadere informatie

mr. Beutener en mr. Staal hebben ieder hun eigen algemene voorwaarden, die zijn te raadplegen op de website www. beutenerstaal.nl.

mr. Beutener en mr. Staal hebben ieder hun eigen algemene voorwaarden, die zijn te raadplegen op de website www. beutenerstaal.nl. Algemene voorwaarden van mr. M.B.W.G. Beutener, advocaat Artikel 1 Algemeen Beutener Staal advocaten zijn twee zelfstandige advocatenkantoren, de eenmanszaak mr. M.B.W.G. Beutener, gevestigd in Deventer

Nadere informatie

Nadere voorschriften inzake de continuïteit van de beroepsuitoefening door de openbaar accountant

Nadere voorschriften inzake de continuïteit van de beroepsuitoefening door de openbaar accountant Nadere voorschriften inzake de continuïteit van de beroepsuitoefening door de openbaar accountant Het bestuur van de Orde Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants, Gelet op artikel 25, derde

Nadere informatie

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche 9 mei 2006 Barneveld Lezing PTC mr. Annemieke van Dooren-Korenstra ABAB juristen s-hertogenbosch Programma Inleiding Beperken bedrijfsrisico s Aansprakelijkheid

Nadere informatie

Delta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Delta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Niet-bindende Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-408 d.d. 12 november 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Lijfrenteverzekering.

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 52 d.d. 14 juli 2009 (mr R.J. Verschoof, voorzitter, mr drs M.L. Hendrikse en mr M.M. Mendel) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-287 d.d. 28 juli 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, drs. W. Dullemond en mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 028.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

: Assurantiekantoor E. van der Roest B.V., gevestigd te Huizen, verder te noemen Adviseur

: Assurantiekantoor E. van der Roest B.V., gevestigd te Huizen, verder te noemen Adviseur Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-084 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris)

Nadere informatie

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Verjaring (1) Art. 7:942 lid 1 BW gaat voor een vordering tegen de verzekeraar

Nadere informatie

Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt!

Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt! Eric Bot 1 Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt! Inhoudsopgave Inleiding Beloning / Portefeuillerecht Wie is verantwoordelijkheid voor het advies? Rechtsfiguur van de

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A. Westerveld als secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A. Westerveld als secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-475 (mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. A. Westerveld als secretaris) Klacht ontvangen op : 9 mei 2016 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A.F. Coenraad, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-661 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 februari 2017 Ingesteld door

Nadere informatie

Informatie Beroepsaansprakelijkheidsverzekering

Informatie Beroepsaansprakelijkheidsverzekering Informatie Beroepsaansprakelijkheidsverzekering Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding - doel 2 Wat is beroepsaansprakelijkheid 2 Wanneer een beroepsaansprakelijkheidsverzekering 3 Combineren bedrijfsaansprakelijkheid

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Algemene voorwaarden van Stellema verzekeringen

ALGEMENE VOORWAARDEN. Algemene voorwaarden van Stellema verzekeringen 1. Algemeen 1.1 Waar in deze voorwaarden wordt gesproken over Financiële Dienstverlener, wordt Stellema Verzekeringen, G. Bleekerstraat 1a, 9291 BS te Kollum bedoeld. 1.2 Deze algemene voorwaarden zijn

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-266 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht ontvangen op : 24 september 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Muntjewerf Advocatuur

ALGEMENE VOORWAARDEN. Muntjewerf Advocatuur ALGEMENE VOORWAARDEN Muntjewerf Advocatuur 1. Definities In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder: 1.1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing vanaf 1 december 2012; 1.2. advocaat: mr.

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure 1 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 162, d.d. 6 juli 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. drs. M.L. Hendrikse en mr. B.F. Keulen) Samenvatting Betalingsbeschermingsverzekering.

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 49 d.d. 24 februari 2011 (mr. B. Sluijters, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en dr. D.F. Rijkels) Samenvatting Consument heeft via zijn

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-222 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht ontvangen op : 17 april 2018 Ingediend door :

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-419 (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 augustus 2016 Ingediend door : Consumenten

Nadere informatie

Algemene voorwaarden. versie 130215 - Algemene Voorwaarden van Eveas Verzekeringen 1

Algemene voorwaarden. versie 130215 - Algemene Voorwaarden van Eveas Verzekeringen 1 1. Algemeen 1.1 Waar in deze voorwaarden wordt gesproken over Financiële Dienstverlener, wordt Eveas Verzekeringen, geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 17078376,Stationsstraat

Nadere informatie

2. Op de overeenkomst zijn, onder uitsluiting van andere algemene voorwaarden, deze algemene voorwaarden van toepassing.

2. Op de overeenkomst zijn, onder uitsluiting van andere algemene voorwaarden, deze algemene voorwaarden van toepassing. Algemene voorwaarden 2017 LEMSTRA NOTARISKANTOOR TE KESTEREN Deze algemene voorwaarden gelden voor alle opdrachten van de opdrachtgever aan LEMSTRA NOTARISKANTOOR TE KESTEREN en aan de verbonden (kandidaat-)

Nadere informatie

Polisvoorwaarden Beroepsaansprakelijkheidsverzekering

Polisvoorwaarden Beroepsaansprakelijkheidsverzekering Polisvoorwaarden Beroepsaansprakelijkheidsverzekering Deze polisvoorwaarden vormen één geheel met de polisvoorwaarden Bij verschil tussen deze polisvoorwaarden en de Dienstverlening gelden deze polisvoorwaarden.

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.N. Dupain als secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.N. Dupain als secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-431 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. S.N. Dupain als secretaris) Klacht ontvangen op : 8 november 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Verheij Legal & Public Affairs

Algemene voorwaarden Verheij Legal & Public Affairs Algemene voorwaarden Verheij Legal & Public Affairs NL102018 1 Algemeen 1.1 Deze voorwaarden zijn onder uitdrukkelijke terzijdestelling van voorwaarden van de Opdrachtgever of de Cliënt van toepassing,

Nadere informatie

Polisvoorwaarden Beroepsaansprakelijkheidsverzekering Versie VW-BA 001.01

Polisvoorwaarden Beroepsaansprakelijkheidsverzekering Versie VW-BA 001.01 Polisvoorwaarden Beroepsaansprakelijkheidsverzekering Versie VW-BA 001.01 Deze polisvoorwaarden vormen één geheel met de polisvoorwaarden Bij verschil tussen deze polisvoorwaarden en de polisvoorwaarden

Nadere informatie

mr. ing. R.O.B. Poort

mr. ing. R.O.B. Poort AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VEILIGHEIDSKUNDIGE 17 maart 2011 mr. ing. R.O.B. Poort 17 maart 2011 www.bureaupoort.nl 1 OPBOUW WORKSHOP Beroepsaansprakelijkheid algemeen Wanprestatie (contractueel) Onrechtmatige

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN PROPTIMIZE NEDERLAND B.V. (versie oktober 2012)

ALGEMENE VOORWAARDEN PROPTIMIZE NEDERLAND B.V. (versie oktober 2012) ALGEMENE VOORWAARDEN PROPTIMIZE NEDERLAND B.V. (versie oktober 2012) 1. Definities 1.1 In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder: Opdracht : a) De overeenkomst waarbij Opdrachtnemer hetzij alleen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. E.C. Aarts, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. E.C. Aarts, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-810 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. E.C. Aarts, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 juni 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-122 d.d. 17 april 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Reisverzekering, toepasselijkheid verzekeringsvoorwaarden,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-134 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Klacht ontvangen op : 13 juli 2016 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-340 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juli 2015 Ingediend door : Consument Tegen Datum

Nadere informatie

Algemene voorwaarden First Legal B.V.

Algemene voorwaarden First Legal B.V. Algemene voorwaarden First Legal B.V. 1. Toepasselijkheid 1.1. First Legal BV is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, geregistreerd in het Handelsregister van de kamer van koophandel

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting Inboedelverzekering. Uitleg van verzekeringsvoorwaarden.

Nadere informatie

BESTUURSREGLEMENT STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR CONTINUÏTEIT ABN AMRO GROUP

BESTUURSREGLEMENT STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR CONTINUÏTEIT ABN AMRO GROUP BESTUURSREGLEMENT STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR CONTINUÏTEIT ABN AMRO GROUP Vastgesteld op 9 november 2015 1 TOEPASSELIJKHEID 1.1.1 Dit reglement is van toepassing op een ieder die thans of in de toekomst

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

: Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen Verzekeraar

: Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-208 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, en mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars R.A., leden en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Kühn c.s. Advocaten. Algemene Voorwaarden van dienstverlening van Kühn c.s. Advocaten kantoorhoudende te Amsterdam

Kühn c.s. Advocaten. Algemene Voorwaarden van dienstverlening van Kühn c.s. Advocaten kantoorhoudende te Amsterdam Kühn c.s. Advocaten Algemene Voorwaarden van dienstverlening van Kühn c.s. Advocaten kantoorhoudende te Amsterdam Kühn Advocaten 1 Kühn c.s. Advocaten is een samenwerkingsverband van zelfstandige advocaten,

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Informatie Algemene Leveringsvoorwaarden

Informatie Algemene Leveringsvoorwaarden Informatie Algemene Leveringsvoorwaarden Inhoudsopgave Algemene eisen 3 Specifieke eisen : algemene leveringsvoorwaarden 3 Beperking van de aansprakelijkheid 4 Naar prestatie 4 Naar tijd 5 Naar bedrag

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-579 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Klacht ontvangen op : 19 december 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2015:2745, (X/Y)

Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2015:2745, (X/Y) commentaar op Hoge Raad 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2745, (X/Y) datum 06-02-2017 auteur B.I. Kraaipoel Hoge Raad 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2745, (X/Y) Een praktijkvennootschap voor een advocaat: de nieuwe

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-789 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, mr. A. Wigger, leden en mr. D.P. van Strien, secretaris) Klacht ontvangen op : 29

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-493 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 9 maart 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-007 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 april 2018 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, vertegenwoordigd door C te D, tegen VGZ Zorgverzekeraar N.V. te Arnhem Zaak : Schadevergoeding Zaaknummer : 201800387 Zittingsdatum : 10 oktober 2018 Stichting

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Klacht ontvangen op : 24 september 2016 Ingediend door : Consument Tegen : Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen: Verzekeraar

Nadere informatie

Voorwaarden. Watersport Cliëntenobjecten FGD

Voorwaarden. Watersport Cliëntenobjecten FGD Voorwaarden Watersport Cliëntenobjecten FGD 2013-01 Inhoudsopgave Algemene voorwaarden 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen 3 Artikel 2 Verzekeringsgebied 4 Artikel 3 Omschrijving van de dekking 4 Artikel

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Hypotienda Verzekeringen

Algemene Voorwaarden Hypotienda Verzekeringen Algemene Voorwaarden Hypotienda Verzekeringen Artikel 1: Algemeen 1.1 Onder Cliënt wordt in deze algemene voorwaarden verstaan: de niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf handelende persoon, dan

Nadere informatie

Omgaan met aansprakelijkheidsrisico's, vrijwaringsbedingen en verzekerbaarheid

Omgaan met aansprakelijkheidsrisico's, vrijwaringsbedingen en verzekerbaarheid 20 november 2012 Training Contracteren Omgaan met aansprakelijkheidsrisico's, vrijwaringsbedingen en verzekerbaarheid Erik van Orsouw erik.van.orsouw@kvdl.nl Inleiding 1. Quiz 2. Aansprakelijkheidsrecht:

Nadere informatie

: Arts & Advies, gevestigd te Eemnes, verder te noemen Adviseur Datum uitspraak : 14 december 2017

: Arts & Advies, gevestigd te Eemnes, verder te noemen Adviseur Datum uitspraak : 14 december 2017 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-850 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mw. mr. A.M.T. Wigger, leden en mw. mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris)

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden van dienstverlening Maatschap Kan Vlassenroot advocaten kantoorhoudende te Haarlem

Algemene Voorwaarden van dienstverlening Maatschap Kan Vlassenroot advocaten kantoorhoudende te Haarlem Algemene Voorwaarden van dienstverlening Maatschap Kan Vlassenroot advocaten kantoorhoudende te Haarlem Kan Vlassenroot advocaten 1.1. Kan Vlassenroot advocaten is een maatschap naar Nederlands burgerlijk

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-313 d.d. 29 oktober 2015 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Samenvatting Beleggingsverzekering. Consument

Nadere informatie

Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist

Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist in het geschil tussen: de heer M. van der Bijl wonende te Amstelveen verder te noemen: Van der Bijl tegen: mevrouw E.A. Rozendaal

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. 2000/23 WA i n d e k l a c h t nr. 124.99 ingediend door: hierna te noemen 'klager, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-82 d.d. 13 maart 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.M. Mendel en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

De Hypotheker Schiedam B.V., gevestigd te Schiedam, verder te noemen de Tussenpersoon,

De Hypotheker Schiedam B.V., gevestigd te Schiedam, verder te noemen de Tussenpersoon, Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 2015-258 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. M.J.M. Fennis, secretaris) Klacht ontvangen op: 31 maart 2015 Ingesteld door: Consument Tegen:

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-468 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris) Klacht ontvangen op : 9 augustus 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

: Achmea Schadeverzekeringen N.V., handelend onder de naam InShared, gevestigd te Apeldoorn, verder te noemen Verzekeraar

: Achmea Schadeverzekeringen N.V., handelend onder de naam InShared, gevestigd te Apeldoorn, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-193 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en drs. J.W. Janse, leden en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Delta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

Delta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-122 d.d. 23 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie