Buro de Brug Rapporten Archeologisch Bureau- en booronderzoek Biedermeierlocatie, Seringenstraat e.o. te Maastricht B Definitief

Transcriptie

1 Buro de Brug Rapporten Archeologisch Bureau- en booronderzoek Biedermeierlocatie, Seringenstraat e.o. te Maastricht B Definitief

2 Inhoud Samenvatting 3 Administratieve gegevens 4 1. Inleiding Algemeen Onderzoeksmethode 5 2. Bureauonderzoek en archeologische verwachting Bureauonderzoek Geologie, geomorfologie en bodemopbouw Bekende archeologische waarden in de omgeving Verstorende bodemingrepen in het verleden en in de toekomst Archeologische verwachting naar aanleiding van het bureauonderzoek Conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van het bureauonderzoek 9 3. Booronderzoek Methodiek Resultaten en Conclusies naar aanleiding van het booronderzoek 9 4. Conclusies en aanbevelingen Geraadpleegde literatuur Digitale bronnen Literatuur 10 Afbeeldingen 11 Boorbeschrijvingen 17 Colofon Projectcode : B Opdrachtgever: Woonpunt Projectontwikkeling, Maastricht Uitvoerder: Buro de Brug bv Locatie: Biedermeierlocatie, Seringenstraat e.o. Maastricht Auteurs: P.M.M. Hermans, M.E. Lobbes en C. Sueur BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

3 Samenvatting Dit archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek is uitgevoerd door Buro de Brug in opdracht van Woonpunt Projectontwikkeling te Maastricht. De aanleiding tot dit onderzoek is de geplande herontwikkeling van een gebied in het bestemmingsplan Mariaberg in Maastricht. Het voorliggende onderzoek geeft inzicht in de eventueel aanwezige archeologische resten in het plangebied. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat de archeologische waarnemingen in de omgeving van het plangebied erg waardevol zijn. Het is op basis van het bureauonderzoek niet vast te stellen in hoeverre er sprake is van verstoringen in het gebied. Uit de resultaten van het booronderzoek is gebleken dat de bodem in het gehele plangebied verstoord is tot 1 m mv. Daarnaast zijn in geen van de bodemprofielen bodemvormende kenmerken of archeologische indicatoren aangetroffen. Hierdoor is het aannemelijk dat er geen archeologisch niveau in het plangebied meer aanwezig is, wat zorgt voor een kleine kans op aanwezigheid van archeologische waarden. Op basis hiervan adviseert Buro de Brug om geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. Wanneer tijdens het uitvoeren van bodemingrepen in het plangebied toch archeologische sporen of vondsten worden aangetroffen, is men wettelijk verplicht hiervan direct melding te doen bij het bevoegd gezag, conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988 en de Wet op de archeologische monumentenzorg. BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

4 Administratieve gegevens Projectnaam Bureauonderzoek Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. te Maastricht Opdrachtgever Woonpunt Projectontwikkeling, Maastricht Contactpersoon, tel. Woonpunt Projectontwikkeling Ralph Herben Uitvoerder Projectleider Buro de Brug bv, drs. J.W.M. Oudhof Projectcode Buro de Brug B Bureauonderzoek P.M.M. Hermans; M.E. Lobbes, MA; drs. ing. C. Sueur Booronderzoek drs. A. de Boer Bevoegd gezag Gemeente Maastricht Provincie, gemeente en Provincie Limburg, gemeente Maastricht plaats plangebied Locatie/toponiem Biedermeierlocatie, Seringenstraat e.o., Maastricht Kaartbladnummer (topo 69B 1:25.000) RD-coördinaten van het Noord: X: ; Y: plangebied Oost: X: ; Y: West: X: ; Y: Zuid: X: ; Y: Oppervlakte plangebied Ca m2 Huidig grondgebruik Woonwijk; deels grasveld OZM-nummer Geplande ingreep Herontwikkeling: vervangen huidige bebouwing en nieuwbouw Rapportversie Definitief Datum 23 april 1 Landelijk onderzoeksmeldingsnummer dat bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE/ARCHIS) moet worden aangevraagd bij aanvang van archeologisch onderzoek. BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

5 1. Inleiding 1.1 Algemeen Dit archeologisch bureauonderzoek is opgesteld door Buro de Brug in opdracht van Woonpunt Projectontwikkeling te Maastricht. De aanleiding tot dit onderzoek is de geplande herontwikkeling van een gebied in het bestemmingsplan Mariaberg in Maastricht (afb.1). Het plangebied bevindt zich tussen de Anjelierenstraat, Ruttensingel, Tongerseweg en Gentiaanstraat en wordt doorsneden door de Orchideeënstraat en Seringenstraat. Het terrein is voor het grootste deel in gebruik als woonwijk. In het westen van het plangebied is een grasveld aanwezig. Volgens de huidige plannen zullen de bestaande woonhuizen in het plangebied gesloopt en herbouwd worden. Op het grasveld in het westen van het plangebied zullen nieuwbouwwoningen gerealiseerd worden. In het centrum van het plangebied zal een plein aangelegd worden en in het noorden zal een nieuwe weg gerealiseerd worden (afb. 2). 1.2 Onderzoeksmethode Dit bureauonderzoek heeft tot doel - op basis van bestaande landschappelijke, archeologische en historische bronnen - een gespecificeerde archeologische verwachting te verkrijgen voor het plangebied de Biedermeierlocatie te Maastricht. Op basis van de resultaten zal een aanbeveling worden gedaan om de archeologische waarden in het plangebied veilig te stellen. Het resultaat is een standaardrapport. Het onderzoek wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.2) en de gemeentelijke eisen. Voor het verzamelen van gegevens met betrekking tot reeds bekende archeologische en bodemkundige waarden van het plangebied is het Archeologisch Informatiesysteem Archis II van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en de archeologische beleidskaart van de gemeente Maastricht geraadpleegd. Archis II is een database die veel informatie bevat, zoals geo(morfo)logische kaarten, de Archeologische Monumentenkaart (AMK), de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en de topografische Bonnekaart uit Tevens is het AHN geraadpleegd en zijn de meest recente archeologische onderzoeksresultaten in het onderzoek opgenomen. 2. Bureauonderzoek en archeologische verwachting 2.1 Bureauonderzoek Maastricht was tot 1867 een vestingstad. Dit hield in dat er buiten de vestingwerken niet of nauwelijks gebouwd mocht worden; er stonden slechts enkele boerderijen buiten de stadsmuren. Ook het plangebied was onbebouwd (afb. 3). Toen de status van vestingstad in 1867 werd opgeheven ontstonden er plannen voor het creëren van een woonwijk ten westen van het centrum. Het eerste uitbreidingsplan dateerde uit 1885; de eerste woningen dateren uit Dit waren echter woningen voor welgestelden. De eerste arbeiderswoningen werden tussen 1906 en 1923 gerealiseerd in een wijk die Blauwdorp zou heten. Dit zijn woningen aan de oostkant van de Proosdijweg. De wijk werd verder uitgebreid richting het plangebied tussen 1925 en Het plangebied zelf bevat woningen die vanaf 1948 werden gebouwd. 2 Op het plangebied stond een steenfabriek. Op het bonneblad van 1900 staat deze al afgebeeld (afb. 4). Het is onduidelijk in hoeverre de activiteiten van de steenfabriek voor verstoringen hebben gezorgd. Op het bonneblad van 1938 staan rechthoekige figuren afgebeeld die op opslag kunnen 2 BAAC/Gemeente Maastricht 2011, BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

6 duiden (afb 5). Op een luchtfoto van de RAF uit 1944 is van de steenfabriek niets meer te zien; mogelijk werd het terrein op dat moment voor volkstuintjes gebruikt (afb. 6). Ten noorden van het plangebied liep in de Romeinse tijd de Via Belgica. Deze naam is in de 20e eeuw bedacht door archeologen om de Romeinse weg een naam te geven. Het is onbekend hoe deze weg in de Romeinse tijd heette. De Via Belgica liep van Boulogne-sur-Mer (Gesoriacum in de Romeinse tijd) naar Keulen. Bij Maastricht kruiste deze weg de Maas. Deze weg is op een paar plaatsen waargenomen (Archis waarnemingen , en ). Dit betreft de weg die in de 19e eeuw de Romeinse baan heette. Deze weg liep ter hoogte van het huidige Louis Pasteurspad en Ebenistendreef. Tijdens de aanleg van het St. Annadal ziekenhuis en de wijk Annadal (tussen 1938 en 1950) is de weg overbouwd geraakt. De Romeinse Baan was de belangrijkste oost-west verbinding die Maastricht had totdat de Tongerenseweg in 1804 werd aangelegd. 3 Het is mogelijk dat wegen in het plangebied ook uit Romeinse tijd stammen; dit is echter niet onderzocht. 2.2 Geologie, geomorfologie en bodemopbouw Bron Geologie 4 (1: ) Geomorfologie 5 (1:50.000) Bodemkunde 6 (1:50.000) Informatie Zuid-Limburgs Lössgebied. Bx7 laagpakket van Schimmert; leem/löss. Wanden (11/10 A2); ten westen en oosten van het terrein liggen plateaus (7E7). Terrein ligt in een gebied dat als bebouwd is gekarteerd. Ten zuiden van het terrein liggen leemgronden en rivierkleigronden. Het ontstaan van het Limburgse landschap gaat tot driehonderd miljoen jaar terug. De vorming van het huidige landschap heeft in de laatste paar miljoen jaar plaats gevonden. Het landschap wordt gekenmerkt door veel reliëf dat in grote mate bepaald is door de rivier de Maas. Het plangebied is gelegen in het Zuid-Limburgse lössgebied dat vanaf het Pleistoceen (circa 2,6 miljoen jaar geleden) onder invloed van de stroming van de Maas en tektonische beweging werd gevormd. Door afwisseling van ophoging (fluviatiele sedimenten) en insnijding in de dalvlakte van de rivier ontstonden terrassen zoals het huidige Caberg terras in het naastgelegen Neerbeek. De rivierafzettingen werden gevormd op de oudere afzettingen uit het Krijt en Tertiair. Deze in totaal 31 rivierterrassen, die zich in het Pleistoceen vormden, hebben het landschappelijke beeld met vele hoogteverschillen gevormd. Geologisch en lithologisch gezien behoren de afzettingen van de Maas tot de Formatie van Beegden. Het plangebied ligt in een laagpakket dat voorheen als Terras Caberg 3 is gekarteerd. 7 Dit terrasniveau is gevormd tijdens het Vroeg- en Midden Saalien. 8 Een deel van het terras is tijdens de koude periodes van het Saalien en Weichselien (voorlaatste en laatste IJstijd) afgedekt met (eolische) löss door de wind. Het lösspakket in Zuid-Limburg varieert tussen de 2 en 20 meter en bestaat uit zwak zandig leem. 9 Het reliëf van de lössplateaus wordt bepaald door droogdalen die zijn ontstaan onder periglaciale omstandigheden tijdens het Weichselien 3 BAAC/Gemeente Maastricht 2011, TNO-NITG 2005; 5 Stichting voor Bodemkartering Stichting voor Bodemkartering BAAC/Gemeente Maastricht 2011, bijlage 2. 8 Hendrikx/Torremans 2010, 11; 9 Hendrikx/Torremans 2010, 12. BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

7 en onder invloed van ontbossing tijdens het Holoceen. 10 In meer of mindere mate is daarop zogenaamde secundaire colluviale löss afgezet, met mogelijk antropogene insluitsels. Geomorfologisch gezien ligt het plangebied op een zwak glooiende lösswand ofwel afbraakwand, al dan niet met löss bedekt (afb. 7). 11 Deze lösswand vormt de overgang tussen het resterende terras (ten zuidwesten en noordoosten van het plangebied) en een droogdal ten zuidoosten van het plangebied. Op het AHN is te zien dat het plangebied net ten oosten van het plateau ligt op m +NAP (zie afb. 8). Het plangebied ligt binnen de bebouwde kom van Maastricht en is daardoor bodemkundig niet gekarteerd. Direct ten zuiden van het plangebied is de bodem beschreven als leemgrond. Ook uit enkele dino-boringen, in de directe omgeving van plangebied, blijkt dat de eerste meters onder het maaiveld uit lemige gronden bestaan. 12 Ten zuidoosten van het plangebied wordt de bodem gekenmerkt door rivierkleigronden behorende bij de Jeker. Het is niet met zekerheid te zeggen dat het plangebied in een gebied ligt dat wordt gekenmerkt door leemgronden, noch of er sprake is van een polder- en ooivaaggrond of brikgrond (afb. 9). 2.3 Bekende archeologische waarden in de omgeving Het Zuid-Limburgse lösslandschap is een archeologisch zeer rijke streek. Er zijn vele archeologische vindplaatsen uit verschillende perioden bekend vanaf het Neolithicum (Lineaire Bandkeramiek), Romeinse Tijd, de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Binnen een straal van een kilometer van het plangebied bevinden zich drie AMK-terreinen. Deze terreinen betreffen de historische kernen van Biesland (AMK-terrein nr , ten zuiden van het plangebied) en Maastricht (AMK-terrein nr , ten oosten van het plangebied) (afb. 10). Deze terreinen hebben een hoge archeologische waarde voor bewoningssporen van de Romeinse tijd tot en met Nieuwe tijd. Op 100 m ten westen van het plangebied ligt het AMK-terrein 8515 met een zeer hoge archeologische waarde. Het betreft een terrein met resten van ondergrondse kalksteenwinning, tevens een mogelijke cultusplaats, uit de Romeinse tijd. Het betreft een 'twee-lobbige' ondergrondse ruimte (meer dan tien meter onder maaiveld) met op de 'kop' van de natuurlijke tussenwand een 0,87 meter hoge sculptuur, waaraan vanwege het fallische karakter een cultische functie wordt toegeschreven. De ruimte werd ontdekt toen bij het uitgraven van een funderingspijler voor een gebouw in maart 1949 het dunne kalksteendek (plafond) instortte. Hoewel er werd gestut is het niet uitgesloten dat sindsdien verdere verzakkingen zijn opgetreden. In de archeologische waarneming wordt de functie als cultusplaats in twijfel getrokken. Wel wordt er nog gedacht aan een mergelgroeve uit de Romeinse tijd. Ten westen van het plangebied is bij een waarneming een Romeins grafveld aangetroffen (waarneming 31514). Mogelijk heeft dit grafveld tot een villa complex behoord. Deze villa is echter nooit aangetroffen. In de buurt hiervan is tevens een waarneming van een Romeinse weg gedaan (waarneming en 31519). Op ca. 1 km ten noordwesten van het plangebied heeft een booronderzoek plaatsgevonden (onderzoeksmelding 52801). Bij dit booronderzoek bleek dat de oorspronkelijke bodem slechts deels aanwezig was. Tenslotte zijn bij een waarneming ca. 500 m ten zuiden van het plangebied 7 menselijke skeletten aangetroffen (waarneming ). Deze skeletten stammen waarschijnlijk uit de tijd van een beleg van Maastricht uit de 16e of 17e eeuw. 10 Paulussen/Orbons 2012, Zie ook Paulussen/Orbons 2012, Boringen B61F0158; B61F0215; B61F2426; BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

8 Voor de wijk Mariaberg gesitueerd in het bestemmingsplan Maastricht West is door BAAC bv een onderzoeksrapportage met een archeologische verwachtingskaart opgesteld. Het plangebied staat hierop weergegeven als een gebied met een middelhoge archeologische verwachting. Het plangebied ligt in een zone C wat inhoudt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij een verstoring van meer dan 2.500m2 en dieper dan 0,4m mv (afb. 11) Verstorende bodemingrepen in het verleden en in de toekomst Het plan betreft een schetsplan van de ontwikkeling van een deel van de woonwijk Mariaberg. Hierdoor zijn er nog weinig details bekend. Om deze reden wordt er uitgegaan van een maximale verstoring in het gebied. Het totale plangebied heeft een oppervlakte van ca m2. Als de te realiseren bebouwing wordt afgezet tegen de reeds aanwezige bebouwing, zal dit leiden tot een verstoring van ca m2 (indien de woningen zonder kelder worden aangelegd). Indien de te verleggen Orchideeënstraat in de berekening wordt meegenomen, zal de verstoring rond de 2.500m2 bedragen. Mogelijk blijft de verstoring als gevolg van het aanleggen van een weg binnen de 0,4m mv. 14 Verstoringen uit het verleden kunnen in het plangebied hebben plaatsgevonden door de bouw van de steenfabriek en door aanleg van de woonwijk (zie paragraaf 2.1). Op de kadastrale minuut uit 1832 (zie afbeelding 3) is te zien dat het plangebied in dat jaar nog onbebouwd was. Op het Bonneblad van 1900 (zie afbeeldingen 4 en 5) is te zien dat er een steenfabriek op de locatie van het plangebied is gebouwd. Deze bouw heeft mogelijk tot verstoring in het plangebied geleid. In welke mate en hoedanigheid dit tot verstoring heeft geleid is aan de hand van het kaartmateriaal niet vast te stellen. De milieuhygiënische bodemkwaliteit op de onderzoekslocatie is niet onderzocht. In de nabijheid van het onderzoeksterrein ten oosten is een aantal bodemonderzoeken uitgevoerd. Hieruit kan niet worden opgemaakt of er verontreinigingen in de bodem aanwezig zijn. Evenmin is bekend of vervuilingen in het plangebied aan de orde zijn. Later is er op de locatie van het plangebied de huidige woonwijk gebouwd. Als een algemeen bekend gegeven wordt bij het aanleg van woonwijken vaak de grond opgehoogd. Inmiddels is voor het plangebied de Biedermeierlocatie met behulp van het hieronder beschreven booronderzoek, vastgesteld dat dat hier in ieder geval niet zo is. 2.5 Archeologische verwachting naar aanleiding van het bureauonderzoek Landschappelijk is het plangebied gelegen in het Zuid-Limburgse lössgebied op een glooiende lösswand ofwel afbraakwand, al dan niet met löss bedekt. Deze lösswand vormt de overgang tussen het resterende terras (ten zuidwesten en noordoosten van het plangebied) en een droogdal. Direct ten zuiden van het plangebied is de bodem beschreven als leemgrond. Ook uit enkele dino-boringen buiten het plangebied blijkt dat de eerste meters onder het maaiveld uit lemige gronden bestaan. 15 In het gebied rondom het plangebied zijn in beperkte mate waarnemingen gedaan van vondsten uit de Romeinse tijd. Het plangebied is omringd door uit de Romeinse tijd stammende wegen al dan niet zichtbaar in het landschap. De archeologische verwachting is op grond van de bekende feiten uit de directe omgeving moeilijk in te schatten. Echter er moet rekening gehouden worden met de mogelijke aanwezigheid van resten uit de Romeinse tijd. Ook is er kans op het aantreffen van archeologische resten uit de Prehistorie, Middeleeuwen en Nieuwe tijd. 13 BAAC/Gemeente Maastricht 2011, bijlage Informatie van dhr. Francotte (Vandewall Planadvies Maastricht). 15 Boringen B61F0158; B61F0215; B61F2426; BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

9 2.6 Conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van het bureauonderzoek De archeologische verwachting laat zich niet eenduidig definiëren: er zijn weinig archeologische onderzoeken uitgevoerd en de bodemkundige situatie is niet gekarteerd; hetgeen in de omgeving is aangetroffen, is echter waardevol. In het plangebied heeft in de eerste helft van de twintigste eeuw een steenfabriek gestaan. Nadat de steenfabriek is verdwenen is er een woonwijk aangelegd. Deze activiteiten hebben mogelijk voor ernstige bodemverstoring gezorgd in het plangebied. Gelet op de omvang van de geplande bodemingrepen in het plangebied is het noodzakelijk meer inzicht te verkrijgen in de status van de bodem en het eventuele bodemarchief. In het plangebied dient een booronderzoek te worden uitgevoerd om duidelijkheid te krijgen over de landschappelijke opbouw van het gebied, de eventuele verstoringen door de activiteiten van de steenfabriek en de aanleg van de woonwijk Mariaberg en eventuele archeologische resten. 3. Booronderzoek 3.1 Methodiek Het veldonderzoek is uitgevoerd zoals voorgeschreven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.2, in het bijzonder het hoofdstuk protocol 4003 inventariserend veldonderzoek overig. Het veldonderzoek bestond uit een booronderzoek (specificatie VS03). Het doel van het onderzoek was vast te stellen in hoeverre er een intacte bodem in het plangebied aanwezig was. Om dit te onderzoeken is voor een verkennend booronderzoek gekozen. Een verkennend booronderzoek is geschikt voor het bepalen van de bodemopbouw en het uitsluiten van kansarme zones en het selecteren van kansrijke zone voor eventueel vervolg onderzoek. De boorstrategie is afgestemd op aan het maaiveld zichtbare (geologische) verschijnselen door middel van een visuele inspectie. Op basis van de grootte van het plangebied zijn tien boringen geplaatst, zo optimaal mogelijk verspreid over het plangebied (afb. 12). De boringen zijn alle gezet met een 7cm Edelmanboor tot 200 cm mv. Het koolzure kalkgehalte van het sediment is bepaald met een 10% zoutzuur oplossing. De bodemtextuur en archeologische indicatoren zijn beschreven volgens SBB 5.1 van het NITG-TNO waarin onder meer de standaard classificatie van bodemmonsters volgens NEN 5104 wordt gehanteerd (zie boorbeschrijvingen). De X- en Y-coördinaten van de boringen zijn ingemeten ten opzichte van de locale topografie. 3.2 Resultaten en Conclusies naar aanleiding van het booronderzoek De ondergrond in het hele plangebied bestaat uit sterk zandig leem. Het bodemmateriaal is overwegend kalkrijk en (donker) grijs bruin, bruin grijs of bruin van kleur. Het bodemprofiel is overal tot minimaal 100 cm diepte sterk gevlekt en heeft diverse antropogene bijmengingen (glas, puinresten, sintels, stenen). In vijf boringen is het hele bodemprofiel tot het einde van de boring (200cm) op deze wijze te kenmerken. In vijf andere boringen is binnen de boordiepte wel bodemmateriaal aangetroffen zonder antropogene bijmengingen. Dit betreft de drie boringen aan de westzijde van het plangebied in het grasveld; hier is de bodem schoon vanaf op 150cm en dieper. Eveneens is in de boringen die geplaatst zijn achter de huizen aan de Orchideeënstraat (boringen 6 en 7) schoon bodemmateriaal aangetroffen vanaf 175cm en dieper. In geen van de bodemprofielen zijn diagnostische bodemvormende kenmerken (horizonten, interne verwering) aangetroffen. Het lijkt erop dat de bodem tot op de C-horizont is vergraven. In geen van de bodemprofielen zijn archeologische indicatoren aangetroffen. De bodem in het plangebied is overal omgewerkt tot minimaal 100cm. Omdat eveneens hieronder nergens een begraven bodem of (restant BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

10 van) een bodemhorizont is aangetroffen, is het aannemelijk dat geen archeologische niveau in het plangebied (meer) aanwezig is en dat de kans klein is dat archeologische waarden aanwezig zijn. 4. Conclusies en aanbevelingen Uit het bureauonderzoek is gebleken dat de archeologische waarnemingen in de omgeving van het plangebied erg waardevol zijn. Het is op basis van het bureauonderzoek niet vast te stellen in hoeverre er sprake is van verstoringen in het gebied. Uit de resultaten van het booronderzoek is gebleken dat de bodem in het gehele plangebied verstoord is tot 1 m mv. Daarnaast zijn in geen van de bodemprofielen bodemvormende kenmerken of archeologische indicatoren aangetroffen. Hierdoor is het aannemelijk dat er geen archeologisch niveau in het plangebied meer aanwezig, wat zorgt voor een kleine kans op aanwezigheid van archeologische waarden. Op basis hiervan adviseert Buro de Brug om geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. Wanneer tijdens het uitvoeren van bodemingrepen in het plangebied toch archeologische sporen of vondsten worden aangetroffen, is men wettelijk verplicht hiervan direct melding te doen bij het bevoegd gezag, conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988 en de Wet op de archeologische monumentenzorg. 5. Geraadpleegde literatuur 5.1 Digitale bronnen Literatuur BAAC bv en Gemeente Maastricht, 2011: Archeologische en ruimtelijke karakteristiek bestemmmingsplan Maastricht West. Maastrichts Planologisch Erfgoedregime. Gemeente Maastricht, Maastricht. Berendsen, H.J.A., 2011: De vorming van het land. Van Gorcum, Assen. Berendsen, H.J.A., 2005: Landschappelijk Nederland. Van Gorcum, Assen. Hendrikx, B.A.T.M. en R. Torremans, 2010: Maastricht Heukelstraat IJzertijd tot Middeleeuwen op 600 vierkante meter. ADC ArcheoProjecten (rapport 1241), Amersfoort. Mulder de, E.F.J., e.a., 2003: De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen/Houten. Paulussen, R. en J. Orbons, 2012: WC Brusselsepoort, Maastricht, Gemeente Maastricht, Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek en verkennend booronderzoek. ArcheoPro (Archeologisch rapport Nr ), Eijsden. Stiboka, 1985: Bodemkaart van Nederland 1: Stiboka, 1982: Bodemkaart van Nederland 1: Stiboka, 1982: Geomorfologische kaart van Nederland 1: BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

11 Afbeeldingen Afbeelding 1. De ligging van het plangebied geprojecteerd op een satellietbeeld van google. Bron: Afbeelding 2: voorlopig bouwplan BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

12 Afbeelding 3: uitsnede uit kadastrale minuut Bron: watwaswaar.nl Afbeelding 4: Plangebied geprojecteerd op Bonneblad Bron: archis2.archis.nl BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

13 Afbeelding 5: Plangebied geprojecteerd op Bonneblad Bron: watwaswaar.nl Afbeelding 6: Plangebied op een luchtfoto van de RAF uit Bron: watwaswaar.nl BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

14 Afbeelding 7: Geomorfologische kaart met in rood kader het plangebied. Bron: archis2.archis.nl Afbeelding 8: Het plangebied geprojecteerd op het AHN. Bron: BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

15 Afbeelding 9: Bodemkaart van het gebied met in rood het plangebied. Bron: archis2.archis.nl Afbeelding 10: Alle onderzoeksmeldingen, waarnemingen en AMKterreinen rondom het plangebied. Alles is geprojecteerd op de IKAW. Bron: archis2.archis.nl BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

16 Afbeelding 11: De verwachtingskaart van het bestemmingsplangebied Maastricht West. Het plangebied heeft een middelhoge verwachting (licht roze aangegeven). Bron: BAAC & Gemeente Maastricht 2011 Afb. 12: Locatie van de boringen BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief

17 Boorbeschrijvingen Boring X (m RD) Y (m RD) Laaggrens onder Textuur kalk kleur Overig (cm mv) sterk zandige leem kalkrijk donker bruin grijs spoor vlekken, spoor sintels, spoor grijze vlekken 110 sterk zandige leem kalkrijk grijs bruin spoor vlekken, spoor sintels, spoor grijze vlekken 150 sterk zandige leem kalkrijk Bruin glas 200 sterk zandige leem kalkrijk bruin (schoon) sterk zandige leem kalkrijk donker bruin grijs Spoor grijze vlekken, spoor puin, spoor sintels 120 sterk zandige leem kalkrijk grijs bruin spoor puinresten 200 sterk zandige leem kalkrijk bruin (schoon) sterk zandige leem kalkrijk zwart tuinaarde 70 sterk zandige leem kalkrijk grijs bruin spoor puinresten 200 sterk zandige leem kalkrijk donker bruin grijs (schoon) (stuit 3 keer) sterk zandige leem kalkrijk bruin grijs Boring stuit, spoor grijze vlekken, spoor sintels, spoor stenen sterk zandige leem kalkrijk bruin grijs Spoor vlekken, spoor sintels, spoor puin, spoor stenen sterk zandige leem kalkrijk donker bruin grijs spoor puinresten, spoor sintels 200 sterk zandige leem kalkrijk bruin (schoon) sterk zandige leem kalkarm donker bruin grijs spoor puinresten 170 sterk zandige leem kalkarm bruin grijs spoor puinresten, spoor houtskool, spoor sintels 200 sterk zandige leem kalkloos bruin (schoon) sterk zandige leem kalkarm donker bruin grijs spoor puinresten, spoor grijze vlekken, spoor sintels 150 sterk zandige leem kalkarm donker bruin grijs spoor grijze vlekken, spoor sintels 200 sterk zandige leem kalkloos bruin grijs spoor grijze vlekken, spoor sintels, stenen sterk zandige leem kalkrijk donker bruin grijs spoor puinresten, spoor grijze vlekken, spoor sintels 200 sterk zandige leem kalkrijk bruin (schoon) sterk zandige leem kalkrijk donker bruin grijs spoor puinresten, spoor grijze vlekken, spoor sintels BO Biedermeierlocatie Seringenstraat e.o. Maastricht B Definitief