Discussienota ruimtelijk plan buitengebied Wieringen

Transcriptie

1 Discussienota ruimtelijk plan buitengebied Wieringen

2 Inleiding Op 12 september 2013 wordt er een themabijeenkomst met de gemeenteraad gehouden over het nieuwe ruimtelijke plan voor het buitengebied van Wieringen. Ter voorbereiding op deze bijeenkomst en ter inspiratie is dit discussiedocument opgesteld. In dit document worden de belangrijkste thema s van dit nieuwe ruimtelijke plan benoemd. Na de thema bijeenkomst zal een concreet voorstel (in de vorm van een Nota van Uitgangspunten) aan de raad worden gedaan hoe met de verschillende thema s wordt omgegaan in het nieuwe ruimtelijk plan. Na vaststelling van dat document zal het ruimtelijk plan conform deze nota worden opgesteld. Plangebied Het plan omvat het gehele bestemmingsplan buitengebied van de voormalige gemeente Wieringen, inclusief Lutjestrand en een deel van het buitengebied 1981 (ter hoogte van de Zuiderhaven). #afbeelding zal later worden ingevoegd# Plansystematiek De gemeenteraad heeft op 27 juni 2013 een besluit genomen over de plansystematiek. Er wordt een tweesporenbeleid gevolg. 1. Voor februari 2014 wordt het gehele buitengebied geactualiseerd met een Beheersverordening (om aan onze wettelijke verplichting te voldoen en te voorkomen dat er geen leges meer kunnen worden ingevorderd). 2. Daarnaast heeft de gemeenteraad besloten dat voor het gehele buitengebied een nieuw bestemmingsplan wordt opgesteld. Hiervan zijn uitgezonderd de uitbreiding van MER-plichtige veehouderijen. Dit laatste genoemde onderwerp zal in een gemeente breed bestemmingsplan aan de orde komen. Beheersverordening Een beheersverordening kan in principe hetzelfde regelen als een bestemmingsplan maar is goedkoper en sneller om te maken en er is geen bezwaar of beroep mogelijk. Beperking is wel dat er geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt kunnen worden. Een beheersverordening is met name geschikt voor gebieden waar geen (grote) ruimtelijke ontwikkelingen spelen. Er zijn verschillende mogelijkheden om een beheersverordening op te stellen. De keuze zal afhangen van het antwoord op de vraag wat de raad met het buitengebied van Wieringen wil. Als de raad veel onderwerpen wil regelen die de mogelijkheden van een beheersverordening te boven gaan dan is het verstandig om een verlengingsbesluit van de oude bestemmingsplannen in de vorm van een beheersverordening te nemen (één besluitvlak systematiek). Zijn de wensen van de raad goed vertaalbaar binnen een beheersverordening dan kan er voor gekozen worden om de beheersverordening volgens de bestemmingsplansystematiek op te stellen. Voor welke strategie gekozen wordt hangt af van de te houden discussie bijeenkomst met de raad. De 1

3 voorkeursvariant heeft de beheersverordening volgens de bestemmingsplansystematiek, omdat dit voor veel mensen duidelijker is en gewijzigde omstandigheden duidelijker zichtbaar gemaakt kunnen worden. Zie afbeelding 1 en 2 voor een voorbeeld van de verschillende systemen. Afbeelding 1: Voorbeeld van één besluitvlak Afbeelding 2 Voorbeeld als bestemmingsplan Een voorbeeld van een beheersverordening conform de besluitvlak systematiek is via deze link te bekijken: VS01/b_NL.IMRO.0879.BVbgrijsbergen-VS01.pdf Een voorbeeld van een beheersverordening conform de bestemmingsplansystematiek is via deze link te bekijken: Bestemmingsplan Het bestaande bestemmingsplan Buitengebied 2002 is heel erg opgebouwd vanuit het landschap (kogen en bovenwalland) en de daaraan gekoppelde bestemmingen (lagere delen aln, hogere delen a of al) en micro- en macroreliëf. Ook de bebouwing en de bomensingels is daarvanuit te herleiden. Dezelfde opbouw zal gebruikt worden in het nieuwe ruimtelijk plan voor het buitengebied van Wieringen. 2

4 Uitgangpunt zijn ook de regels in het huidige bestemmingsplan. Dat wat in de praktijk goed werkt blijft behouden en wat niet goed werkt proberen we te verduidelijken of aan te passen. Daarnaast kan gewijzigde regelgeving leiden tot wijzigingen in de planregeling. Ruimtelijke ontwikkelingen kunnen alleen in een bestemmingsplan geregeld worden en de extra kosten die dit met zich mee brengt zijn voor een initiatiefnemer (kosten onderzoeken, planschade, etc). Proces Het proces om te komen tot een nieuw ruimtelijk plan voor het buitengebied van Wieringen is als volgt: Vaststellen plansystematiek door college en raad Start inventarisatie Inhoudelijke discussie met de raad over verschillende thema s Ter inzage leggen van de resultaten van de inventarisatie Vaststellen van een Nota van uitgangspunten door de raad Beheersverordening bestemmingsplan Ter inzage leggen van de Ter inzage leggen van het ontwerpbeheersverordening voorontwerpbestemmingsplan en plegen van overleg met overheidsinstanties Vaststellen beheersverordening door de raad Ter inzage leggen ontwerpbestemmingsplan Vaststellen bestemmingsplan beroepsprocedures Inventarisatie Onlangs is gestart met de inventarisatie. Er zullen per adres verschillende gegevens naast elkaar worden gelegd en in een database (indien mogelijk gekoppeld aan een kaart) worden verwerkt. Het resultaat zal ter inzage worden gelegd, met het verzoek aan de bewoners/gebruikers van het plangebied om de gegevens te controleren. Op basis van deze gegevens wordt het ruimtelijk plan opgesteld. Thema s Binnen een bestemmingsplan spelen verschillende thema s. Deze thema s zullen hier worden benoemd. Op hoofdlijnen zal worden aangegeven hoe hier in het huidige bestemmingsplan wordt omgegaan en aan welke richting wordt gedacht in het nieuwe ruimtelijke plan. 3

5 LANDBOUW De bestaande agrarische bedrijven worden als zodanig bestemd. Aangesloten wordt op de regeling uit het vigerende bestemmingsplan. Er zullen in beginsel geen beperkingen van bestaande rechten plaatsvinden (binnenplanse vrijstellingen of wijzigingsbevoegdheden worden niet als bestaande rechten gezien). Uitzonderingen hierop vormen mogelijkheden die vanwege beleid van hogere overheden niet meer zijn toegestaan of waar wij als gemeente niet meer voor kiezen. In de beheersverordening kunnen/zullen er geen wijzigingsbevoegdheden worden meegenomen. In het nieuwe bestemmingsplan wel. Vanwege het bieden van flexibiliteit is het gewenst om in het bestemmingsplan wijzigingsbevoegdheden op te nemen. Aan de andere kant brengt het opnemen van wijzigingsbevoegdheden ook extra kosten met zich mee. Zeker bij bevoegdheden waar in de praktijk nauwelijks gebruik van wordt gemaakt is het economisch gezien niet wenselijk om deze mee te nemen. Dit ook met de wetenschap dat een uitgebreide omgevingsvergunning binnen dezelfde termijn verleend kan worden dan het doorlopen van de wijzigingsprocedure. Bouwmogelijkheden De bouwmogelijkheden worden deels op de verbeelding weergegeven. Op de verbeelding zal een bouwblok worden ingetekend (in principe conform de afmetingen van het bestaande bouwblok). In de regels zal de goothoogte en bouwhoogte en dakhelling worden vastgelegd. De bestaande bouwblokken zijn nu globaal 1 hectare. Uitbreiding van bouwblokken is op grond van provinciaal beleid mogelijk tot 1,5 hectare. Uitbreiding van bouwblokken is alleen aan de orde als hier concrete behoefte aan bestaat en door de initiatiefnemer tijdig de benodigde onderzoeken en onderbouwing worden aangeleverd of de door de gemeente te maken extra kosten worden vergoed. Daarnaast dient er een overeenkomst gesloten tussen de initiatiefnemer en de gemeente gesloten te worden voor de extra te maken kosten. Het buitengebied van Wieringen heeft een kleinschaliger karakter dan de andere buitengebieden binnen onze gemeente. Om deze reden is het ongewenst om de bouwmogelijkheden van agrarische bedrijven gelijk te trekken met die van agrarische bedrijven in andere delen van de gemeente. In het vigerende bestemmingsplan wordt voor agrarische bedrijfsgebouwen een goothoogte van 4 m en een bouwhoogte van 7 m mogelijk gemaakt. Het is de vraag of deze maten gehandhaafd moeten blijven. Vraag wat vinden jullie van de verruiming van de bouw- en goothoogte? Is een verruiming gezien vanuit de bedrijfsvoering nodig? En landschappelijk gezien gewenst? enzo ja moet dat overal kunnen en zo ja tot welke hoogte? Het hoogheemraadschap heeft geen bezwaar tegen een verruiming van de bouwregels. Wellicht ten overvloede wijs is er op dat wij bij een verhardingtoename van meer dan 800 m2 om compenserende maatregelen vragen, meestal in de vorm van extra oppervlaktewater. Vanuit de Keur geldt een verbod om een verharding te realiseren zonder een Watervergunning. Dit verbod staat los van de watertoets en geldt dus ongeacht of een planologische procedure moet worden doorlopen. De bouwhoogte van silo s of hooitorens is nu 8,5 meter en voorgesteld wordt om dat zo te laten. 4

6 De nokrichting van de bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning dient volgens het huidige bestemmingsplan haaks op de weg gericht te zijn. Bestaande afwijkende nokrichtingen mogen gehandhaafd blijven. Over dit onderwerp wordt stedenbouwkundig advies ingewonnen. Hoe kijken jullie tegen deze eis aan? Kassen Uitsluitend op een bouwperceel van een vollegronds tuinbouwbedrijf en op de bouwpercelen op het adres Polderweg 11 en op het adres Oosterweg 24 is de bouw van kassen ten behoeve van ondersteunende teelt in het huidige bestemmingsplan toegestaan tot een totale oppervlakte van 2000 m² per bouwperceel. De bouwhoogte van de kassen mag maximaal 6 m bedragen. In de praktijk wordt nauwelijks gebruik gemaakt van de mogelijkheid om kassen te bouwen. Voorgesteld wordt om deze regeling te schrappen. Zijn jullie het hier mee eens? Zo nee, moet de hoogte zo blijven of is een hogere hoogte gewenst? Of is meer ruimte voor teelt ondersteunend glas gewenst? (zie mijn opmerking onder de bouwregels Landbouw met betrekking tot de toename van verhard oppervlak). Intensieve veehouderij Nieuwe intensieve veehouderijen zijn (al dan niet als neventak) niet mogelijk. Uitbreiding van bestaande intensieve veehouderijen wordt in de beheersverordening en het bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt. Indien hieraan behoefte bestaat zal de wenselijkheid om al dan niet hieraan mee te werken in een Hollands Kroon breed ruimtelijk plan worden afgewogen. Eventuele bestaande activiteiten zullen positief bestemd worden. Intensieve veehouderij wordt (door de provincie Noord-Holland) als volgt gedefinieerd: in afwachting van de nieuwe definitie van het Rijk wordt intensieve veehouderij gedefinieerd als nietgrondgebonden agrarische bedrijven die zelfstandig of als neventak (nagenoeg) geheel in gebouwen varkens, pluimvee, konijnen, vleeskalveren, pelsdieren en/of overig kleinvee houden. Het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet, het kweken van vis en het houden van melkvee en overig rundvee, geiten, schapen of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij; Nieuwe agrarische bedrijven Voor het vestigen van een nieuw agrarisch bedrijf dient zoveel mogelijk gebruik gemaakt te worden van bestaande of voormalige locaties van agrarische bedrijven. Nieuwvestiging op een nieuw bouwperceel zal/kan niet in de beheersverordening mogelijk worden gemaakt. Het is evenmin ongewenst om een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan op te nemen. Dit vanwege het bovengenoemde streven en de aanzienlijke kostenverhoging die dit voor het bestemmingsplan zou hebben. 5

7 Bedrijfswoning De afmetingen van agrarische bedrijfswoningen wordt gelijk gesteld aan die van burgerwoningen (zie ook wonen). In het nu geldende bestemmingsplan is een mogelijkheid opgenomen om een tweede bedrijfswoning te kunnen bouwen. Deze afwijkingsmogelijkheid zal blijven bestaan. In het geval er sprake is van een tweede agrarische bedrijfswoning zou deze als woning afgesplitst kunnen worden (plattelandswoning). Het nieuwe bedrijf heeft dan echter niet meer de mogelijkheid voor het bouwen van een tweede bedrijfswoning. Voor het toestaan van een plattelandswoning zal een afwijkingsbevoegdheid worden opgenomen of indien dit op juridische bezwaren stuit een wijzigingsbevoegdheid. VAB s en agrarische nevenactiviteiten In toenemende mate komt agrarische bebouwing vrij op het bouwperceel als gevolg van gehele of gedeeltelijke bedrijfsbeëindiging. Nieuwe (op dit moment niet bestaande) functies kunnen niet met een beheersverordening mogelijk gemaakt worden. Nevenactiviteiten kunnen wel mogelijk gemaakt worden mits de ruimtelijke impact niet te groot is (geen ruimtelijke ontwikkeling) en deze ondergeschikt zijn aan het agrarische hoofdgebruik. Wij denken hierbij aan bijvoorbeeld 15% van de bestaande oppervlakte van de gebouwen met een maximum van 300 m² (uitgezonderd kamperen bij de boer daarvoor mag de maximale oppervlakte 500 m² zijn). De functies die zouden kunnen zijn, zijn opgenomen in bijlage 1 (functiewisseling,: kolom nevenactiviteit)) Wat vinden jullie hiervan en hebben jullie hierover zelf ideeën? Het hoogheemraadschap heeft geen bezwaren tegen verruiming van de nevenactiviteiten. Wel willen wij aandacht vragen voor de verwerking van het afvalwater. De woningen in het buitengebied zijn niet altijd aangesloten op het vuilwaterriool maar lozen via een zuiverende voorziening (IBA) op het oppervlaktewater. Waar de productie van de huishoudelijk afvalwater toeneemt kan de Bedrijfsbeëindiging Het is niet mogelijk om wijzigingsbevoegdheden in een beheersverordening op te nemen. Dit is wel mogelijk in een bestemmingsplan. Gedacht wordt aan het opnemen van de mogelijkheden die zijn opgenomen in bijlage 1 (tabel functiewisseling,: kolom bedrijfsbeëindiging). Wat vinden jullie hier van? Geen mening Hobbymatig houden van dieren en telen van gewasssen Naast het professioneel houden van dieren (agrariërs), komt het in het buitengebied ook voor dat particulieren dieren houden of gewassen telen. We spreken dan over hobbyboeren. Een hobbyboer heeft een bedrijfsomvang van ongeveer 10 NGE of kleiner, waarvan het gebruik en het perceel met name op wonen is gericht. Ook is er nauwelijks sprake van marktoriëntatie. Het gebruik wordt gezien als ondergeschikt aan de 6

8 woonfunctie. Voor hobbyboeren worden geen extra bouwmogelijkheden opgenomen. Er dient gebruik gemaakt te worden van de bestaande mogelijkheden voor bijbehorende bouwwerken bij een woonfunctie. Het houden van dieren of telen van gewassen wat niet aan de bovenstaande omschrijving voldoet wordt als een agrarische activiteit gezien en daarbij is een agrarische bestemming (met daarbij behorende bouwmogelijkheden) passend. Het hobbymatig houden van paarden in het buitengebied komt regelmatig voor. Voor Paardenbakken wordt beleid gemaakt. Dit beleid zal geïntegreerd worden in de beheersverordening (indien mogelijk) en in het bestemmingsplan. Vraag hoe kijken jullie tegen hobbyboeren aan? Geen mening Vraag hoe kijken jullie tegen het houden van paarden en paardenbakken aan? Aandachtpunt voor het realiseren van een nieuwe paardenbak langs een watergang is dat er voldoende ruimte beschikbaar blijft om onderhoudswerkzaamheden aan de watergang te kunnen uitvoeren (bijvoorbeeld bij het vrijhouden van een onderhoudspad). In relatie tot onderhoudswerkzaamheden geldt ook dat paardenbakken ontvangstplicht hebben voor de vrijkomende bagger en maaisel. In de paardenbak is wel ruimte om de vrijkomende bagger en het maaisel te plaatsen. Dit is niet altijd gewenst door de eigenaar of paardenbezitter. In het ideale geval wordt er ruimte uit de insteek van de watergang gereserveerd voor het onderhoud aan de watergang en het plaatsen van maaisel of bagger. Voor het uitvoeren van werkzaamheden op of nabij een watergang is volgens de Keur een watervergunning noodzakelijk. Het lijkt mij niet noodzakelijk om in het bestemmingsplan of de beheerverordening in de regels iets vast te leggen. Wellicht kan in het paardenbakkenbeleid het bovenstaande wel aangestipt worden. Onttrekken agrarische gronden Bij woonpercelen in het buitengebied worden agrarische gronden soms onttrokken aan het agrarisch gebruik en in gebruik genomen als tuin of, anderszins gebruik gelieerd aan de woonfunctie. Deze ontwikkeling is onwenselijk en wordt in beginsel niet toegestaan. In enkele gevallen is er sprake van een logische overgang van het woongebied naar het agrarisch landschap. Dit is het geval bij reststroken en overhoeken die voor het agrarisch gebruik onhandig zijn. Bij de inpassing wordt gestreefd naar een logische verkavelingslijn die zich voegt in de landschappelijke structuur en deze structuur versterken en handhaven. Het versterken van de karakteristieken van het buitengebied is een uitgangspunt. Wat vinden jullie hiervan? 7

9 Soms komt het voor dat stukjes agrarische grond als paarden of schapenweitje worden gebruikt. Juridisch kan dit niet. Het is een mogelijkheid om dit onder voorwaarden toe te staan. Dit aspect zal binnen het paardenbakkenbeleid worden meegenomen. Hoe kijken jullie hier tegenaan? Geen mening WONEN Bebouwing In het bestemmingsplan Buitengebied Wieringen zijn ongeveer 180 vrijstaande woningen bestemd. Het merendeel van deze woningen ligt in een van de vele historische buurtschappen op het voormalige eiland. Daarmee wijkt de karakteristiek van het buitengebied van Wieringen af van de polders van de voormalige gemeenten Anne Paulowna en Niedorp, waar de woningen langs de verkavelingswegen liggen. in zijn algemeenheid is er gedetailleerd bestemd. Kenmerkend voor Wieringen is de kleinschaligheid van de bebouwing en de variatie in grootte. De huidige afmetingen en verhouding van de bebouwing zijn als uitgangspunt in het vigerende bestemmingsplan opgenomen (d.w.z. klein blijft klein). Er is in het vigerende bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het vergroten van een (kleine) woning tot maximaal 85 m2. Vergroten bij hoofdgebouwen in een karakteristieke Wieringer bouwstijl is niet mogelijk. Ter bescherming van de bestaande karakteristiek is in het vigerende bestemmingsplan uitgegaan van een nokrichting loodrecht op de weg, een goothoogte van 3.50 m (met vrijstelling tot 4.50 m) en een dakhelling tussen 25 en 55 graden. Voor het beantwoorden van de vraag hoe in het nieuwe ruimtelijk plan voor het buitengebied van Wieringen met woningen (hoofdgebouw) moet worden omgegaan (houden we vast aan het uitgangspunt klein blijft klein) is/wordt stedenbouwkundigadvies ingewonnen. Op basis van dit advies wordt voorgesteld om Wat is jullie standpunt (moet klein klein blijven of mogen de woningen groter worden)? Moet worden vastgehouden aan de nokrichting loodrecht op de weg? Geen mening Erfbebouwing In het vigerende bestemmingsplan is de situering van de erfbebouwing voor elke situatie afzonderlijk beoordeeld. Het erf ligt vooral in het verlengde van de bestaande woning en heeft indien mogelijk de dubbele diepte van de woning. De maximale hoeveelheid erfbebouwing bedraagt 50 m2. Voor erfbebouwing heeft de gemeente Hollands Kroon de Regeling bijbehorende bouwwerken bij woningen vastgesteld. Dit document is niet van toepassing op het buitengebied van Wieringen, vanwege de landschappelijke waarden die het gebied heeft. De afweging om dit beleid al dan niet op het buitengebied van Wieringen van toepassing te verklaren zal worden gemaakt bij het tot stand komen van het ruimtelijk plan voor 8

10 het buitengebied van Wieringen. Het moment om een keuze te maken is nu gekomen. Ook voor dit onderwerp is/wordt stedenbouwkundigadvies ingewonnen. Op basis van dit advies wordt voorgesteld De Regeling bijbehorende bouwwerken bij woningen kan via deze link worden ingezien: tachment=1&a=205 Wat vinden jullie mag er meer m² bij woningen worden bijgebouwd? Meerdere woningen in het buitengebied zijn niet aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel maar lozen het huishoudelijk afval via een zakput of in het gunstigste geval via een zuiverende voorziening naar het oppervlaktewater. Bij bijbouw, functiewijziging, woningsplitsing of ontwikkeling van nevenactiviteiten waarbij de productie van huishoudelijk afvalwater toeneemt, wijzigt de lozingssituatie en kan feitelijk sprake zijn van een nieuwe lozingssituatie. In dat geval zal een nieuwe afweging gemaakt moeten worden of de bestaande voorzieningen toereikend zijn. Het doel van de afweging is dat de kwaliteit van het oppervlaktewater niet verslechtert. Indien de bovengenoemde gevallen worden geregeld met een omgevingsvergunning dan is het wenselijk om de lozing, de afweging en het waterkwaliteitsaspect mee te nemen als vergunningvoorschrift. Onze voorkeur gaat er naar uit om in de regels van het toekomstige bestemmingsplan een adviesmoment op te nemen voor bovengenoemde gevallen waarbij de lozingssituatie wijzigt en een afweging noodzakelijk is zonder dat een omgevingsvergunning is vereist. Op grond van de Regeling bijbehorende bouwwerken bij woningen hoeven bijgebouwen e.d. qua oppervlakte niet ondergeschikt te zijn aan het hoofdgebouw (dat is in het huidige bestemmingsplan wel het geval). Hoe kijken jullie hier tegenaan? Zie eerdere opmerkingen m.b.t. verhard oppervlak (Landbouw). Aan huis gebonden beroepen en bedrijven Dit betreft de mogelijkheid om naast het wonen ook een gedeelte van de bebouwing voor beroep en bedrijf aan huis te gebruiken. Voorgesteld wordt aan te sluiten op de door de raad vastgestelde Regeling bijbehorende bouwwerken bij woningen. De mogelijkheden zijn gekoppeld aan de oppervlakte van de aanwezige bebouwing. Woningsplitsing Het splitsen van woningen kan niet mogelijk worden gemaakt in een beheersverordening (dit wordt gezien als een ruimtelijke ontwikkeling). Splitsing speelt met name bij grote (woon)gebouwen zoals stolpen. Op Wieringen komen dergelijke verzoeken in de praktijk niet veel voor. Woningsplitsing kan alleen mogelijk worden gemaakt met een bestemmingsplan of uitgebreide omgevingsvergunning en niet in een beheersverordening. Splitsing van woningen heeft indirect tot gevolg dat er extra m² aan bijbehorende bouwwerken (kunnen) worden opgericht. Splitsingsverzoeken zullen ad hoc beoordeeld worden en niet worden meegenomen in het bestemmingsplan. Enerzijds omdat het de afgelopen jaren nauwelijks heeft 9

11 gespeeld en anderzijds omdat de bebouwing op Wieringen zich hier minder voor leent dan bijvoorbeeld in het buitengebied van de voormalige gemeente Niedorp waar veel stolpen voorkomen. Hoe kijken jullie tegen woningsplitsing aan? Zie eerdere opmerking over de lozingssituatie onder bijbouwen. Illegale bewoning Wanneer sprake is van illegale bewoning van bijvoorbeeld bijgebouwen, recreatiewoningen, en (agrarische) bedrijfswoningen dan zullen bij het bestemmen van de situatie de volgende uitgangspunten gehanteerd worden: 1. Huidige illegale bewoning van bijgebouwen zal niet positief bestemd worden (tenzij het past binnen de nieuwe planregels); 2. Illegale burgerbewoning van agrarische bedrijfswoningen wordt alleen positief bestemd, indien er geen sprake is van belemmering van omliggende bedrijvigheid. In andere gevallen kan het opnemen van een aanduiding plattelandswoning een oplossing bieden. ZORG Mantelzorg Aangesloten wordt op de door de raad vastgestelde Regeling bijbehorende bouwwerken bij woningen. Daarnaast wordt voorgesteld om met een wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid om een zorgboerderij te exploiteren op te nemen (zie bijlage 1). RECREATIE Bed and Breakfast Aangesloten wordt op de door de raad vastgestelde Regeling bijbehorende bouwwerken bij woningen. Concreet houdt dit in dat het bieden van B&B aan maximaal 4 personen bij recht mogelijk is en met een afwijking aan 7 personen. Kamperen bij de boer In het vigerende bestemmingsplan is het mogelijk om in de polder Waard Nieuwland met een vrijstelling Kamperen bij de boer toe te staan. Het voorstel om deze mogelijkheid te handhaven (zie bijlage 1) Wat vinden jullie hiervan? Zie eerdere opmerking over de lozingssituatie onder bijbouwen. Recreatieterreinen Hollands Kroon heeft nog geen integrale visie op recreatieterreinen. Omdat ruimtelijke ontwikkelingen in een beheersverordening niet mogelijk kunnen worden gemaakt wordt voorgesteld om de bestaande situatie zoveel mogelijk vast te leggen. Dat wil zeggen dat het aantal kampeermiddelen en ondersteunen voorzieningen t.o.v. de huidige planologische regeling niet zal toenemen. Wel zal bezien worden of ondergeschikte wijzigingen 10

12 meegenomen kunnen worden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het afstemmen van de maatvoering van stacaravans op de maten die tegenwoordig gangbaar zijn en een beperkte mogelijkheid om wat tuingereedschap of een fiets op te bergen. Voor wat betreft de afstand tussen kampeermiddelen zal in verband met brandveiligheid een afstand van 5 meter tussen de kampeermiddelen (inclusief schuurtjes) moeten worden aangehouden. Op het moment dat de bestaande afstand minder is mag deze afstand blijven bestaan, tenzij tot vervanging van het kampeermiddel/stacaravan/schuurtje e.d. wordt overgegaan. Met een afwijking wordt is het mogelijk om objecten dichter bij elkaar et zitten, maar dan moet dit wel vanuit het oogpunt van brandveiligheid positief beoordeeld worden. OVERIGE FUNCTIES De legale overige functies (bedrijven, manages, tankstations, restaurants, etc.) zullen positief bestemd worden. De bestaande planologische maatvoering zal hierbij het uitgangspunt vormen, tenzij hogere regelgeving dit niet toelaat (bijvoorbeeld de PRVS). LANDSCHAP Aanlegvergunningstelsel In het vigerende bestemmingsplan is een aanlegvergunningstelsel opgenomen voor: 1. Bescherming van archeologisch waardevolle terreinen 2. Uitvoeren van boringen 3. aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheden 4. ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van gronden; 5. het aanleggen van boomgaarden en het planten van bomen en ander opgaand houtgewas 6. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 7. het (ver)graven, verbreden en/of dempen van sloten en andere waterpartijen; 8. het veroorzaken van ontploffingen in de grond; 9. het leggen van drainagebuizen; 10. werken en werkzaamheden ten behoeve van de bollenteelt De ervaringen die de afgelopen jaren met dit stelsel zijn opgedaan worden in het bestemmingsplan verwerkt. Zo zal in de toelichting duidelijk worden opgenomen wat bijvoorbeeld onder normaal onderhoud wordt verstaan en wanneer drainage zonder aanlegvergunning kan worden aangelegd. Uitgangspunt is om de bestaande regelingen intact te laten en waar mogelijk te verbeteren/verduidelijken. De vraag is hoe functioneert het aanlegvergunningstelsel in de praktijk (moet het strenger, kan het losser voor welke gebieden en onderwerpen)? Ten aanzien van het vergunningstelsel wil ik het volgende ter overweging meegeven. In het huidige stelsel van aanlegvergunning is een rol voor de adviescommissie buitengebied opgenomen. In de commissie is wel vaak discussie over niet-genormeerde begrippen zoals micro en macroreliëf. De niet genormeerde begrippen bieden 11

13 ook ruimte om een passende oplossing te vinden. Een voordeel van de commissie is dat verschillende organisaties aanschuiven en participeren in de discussie. De uitkomst is een breedgedragen advies. Waarschijnlijk is daardoor het aantal zienswijzen op omgevingsvergunningen kleiner en is de druk op het ambtelijk apparaat ook kleiner. De betrokkenheid van de verschillende organisaties is in deze tijd waarbij van tanende interesse en betrokkenheid van burgers zeer prijzenswaardig. Er is in de commissie bij de betrokken partijen wederzijds begrip voor elkaars belangen. Dit komt terug in het advies van de commissie. Dit advies resulteert in vergunningvoorwaarden die tegemoet komen aan de verschillende belangen. Natuur De bestaande natuur zal in de beheersverordening worden opgenomen. Nieuwe natuur zal in een bestemmingsplan vastgelegd (kan niet een beheersverordening), nadat daarvoor de benodigde onderzoeken zijn verricht en de uitvoering privaatrechtelijk is gewaarborgd, danwel dat daar concreet zicht op bestaat. Voor voorzienbare functiewijzigingen (naar de bestemming Natuur) zal een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen. Archeologie en cultuurhistorie Momenteel wordt hiervoor door de gemeente Hollands Kroon beleid opgesteld. Als dit document is vastgesteld zal dit worden opgenomen in de beheersverordening en het bestemmingsplan. Weidevogelleefgebied, Stilte gebied en aardkundig monument De bescherming met betrekking tot deze onderwerpen (op grond van de PMV) zal in de beheersverordening worden en het bestemmingsplan opgenomen. ONTWIKKELINGEN Polder Waard Nieuwland Als onderdeel van het programma De kop werkt! spelen er een aantal ontwikkelingen (landbouw, waterberging, recreatie en toerisme, natuur en infrastructuur) in het buitengebied van Wieringen. Deze ontwikkelingen zijn vastgelegd in de gebiedsvisie polder Waard Nieuwland. De gebiedsvisie wordt op dit moment verder uitgewerkt. Hiervoor wordt GS en B&W begin juni een Plan van Aanpak Uitvoering gebiedsvisie Polder Waard Nieuwland ter vaststelling voorgelegd. Om de gebiedsvisie uit te voeren moet er een juridisch-planologisch fundament liggen. Het gemeentelijk bestemmingsplan is daarbij het uiteindelijke doel. De gebiedsvisie zal echter in deelprojecten worden gerealiseerd waarbij op dit moment nog niet duidelijk is op welke plek precies wat gebeurt (gebiedsvisie is nog te schetsmatig) zodat de benodigde omgevingsonderzoeken nu nog niet uitgevoerd kunnen worden. Zodra er een globaal inrichtingsplan is opgesteld kunnen de onderzoeken worden uitgevoerd en kan een Voorlopig ontwerp voor de inrichting worden opgesteld. Het bestemmingsplan Buitengebied 2002 van Wieringen moet worden geactualiseerd voor februari De Polder Waard Nieuwland maakt onderdeel uit van dit bestemmingsplan. In eerste instantie zal voor het hele grondgebied (en dus ook de polder Waard Nieuwland) een beheersverordening worden opgesteld. Ruimtelijke 12

14 ontwikkelingen kunnen niet in een beheersverordening worden meegenomen. Op het moment dat de deelprojecten voldoende concreet zijn uitgewerkt en de omgevingsonderzoeken gereed zijn worden de in deelprojecten opgesplitste ontwikkelingen per deelproject met een uitgebreide omgevingsvergunning planologisch mogelijk gemaakt. Op deze wijze kan tijd worden bespaard en meer flexibiliteit ingebouwd worden in het proces doordat vooraf geen bestemmingsplan hoeft te worden opgesteld waardoor de afzonderlijke ontwikkelingen op elkaar moeten wachten. In het bestemmingsplan wat op de beheersverordening volgt worden de verleende omgevingsvergunningen opgenomen. Andere ontwikkelingen (die nog niet met een uitgebreide omgevingsvergunning zijn vergund) in het Kader van De kop werkt! kunnen in het later wel in het bestemmingsplan worden meegenomen (als dit voldoende concreet is). De benodigde onderzoeken dienen door de initiatiefnemers aangeleverd te worden. Rotonde zingende wielen Tijdens de periode van totstandkoming van het ruimtelijk plan voor het buitengebied van Wieringen speelt mogelijk de totstandkoming van de rotonde in de N99 bij de Zingende Wielen. Hiervoor zal een zelfstandige procedure worden doorlopen. Afhankelijk van het moment van afronding van deze procedure zal deze ontwikkeling in de beheersverordening worden opgenomen. MER- PLICHT Met de beheersverordening worden geen MER-plichtige activiteiten of activiteiten waarvoor een passende beoordeling noodzakelijk is mogelijk gemaakt. Het uitvoeren van een MER is door niet nodig. Ingeschat wordt dat dit ook het geval is bij het bestemmingsplan. 13

15 Bijlage 1 Tabel functiewisseling Tabel: Functiewisseling Kolom a Kolom b Categorie I Te wijzigen in de functie Ontheffing voor functie (nevenactiviteit) (in geval van bedrijfsbeëindiging) 1 Agrarisch loonbedrijf - 2 Foeragehandel foeragehandel 3 Sierviskwekerij sierviskwekerij 4 dierenartsenpraktijk dierenartspraktijk 5 overige dagrecreatie, zoals bezoektuinen overige dagrecreatie, zoals bezoektuinen, tentoonstellingsruimte, museum en sauna; tentoonstellingsruimte, museum en sauna 6 extensieve agrarische dagrecreatie, zoals extensieve agrarische dagrecreatie, zoals poldersport, boerengolf, kinderfeestjes, poldersport, boerengolf, kinderfeestjes, kinderboerderij en excursies, op omliggende kinderboerderij en excursies, op omliggende weilanden mits niet in strijd met natuurwetgeving weilanden mits niet in strijd met natuurwetgeving 7 educatie en voorlichting; educatie en voorlichting 8 zorgboerderij met dagverblijf zorgboerderij met nachtverblijf 9 (para)medische dienstverlening, zoals een (para)medische dienstverlening, zoals een privékliniek, een kuuroord of een groepspraktijk; privékliniek, een kuuroord of een groepspraktijk 10 bedrijven welke zijn opgenomen in de Staat van bedrijven welke zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 2); Bedrijfsactiviteiten (bijlage 2); 11 kinderopvang; kinderopvang 12 detailhandel in zelfgemaakte, bewerkte, detailhandel in zelfgemaakte, bewerkte, gekweekte of geteelde agrarische producten en gekweekte of geteelde agrarische producten en detailhandel in agrarische streekproducten zoals detailhandel in agrarische streekproducten zoals bij een landwinkel bij een landwinkel 13 paardenhouderij; paardenhouderij 14 paarden-, kano-, roeiboot-, fluisterboot- of paarden-, kano-, roeiboot-, fluisterboot- of fietsenverhuur fietsenverhuur 15 bewerking en opslag van agrarische producten bewerking en opslag van agrarische producten 16 hoefsmederij hoefsmederij 17 ambachtelijke landbouwproductverwerkende ambachtelijke landbouwproductverwerkende bedrijven, zoals vlees-, zuivel- en plantaardige bedrijven, zoals vlees-, zuivel- en plantaardige productverwerking, imkerij, palingrokerij, productverwerking, imkerij, palingrokerij, wijnmakerij, bierbrouwerij en riet- en vlechtwerk wijnmakerij, bierbrouwerij en riet- en vlechtwerk 18 opslag en stalling van niet-milieugevaarlijke, niet opslag en stalling van niet-milieugevaarlijke, niet 14

16 agrarische goederen die geen risico s voor de omgeving opleveren, alsmede opslag voor internetverkoop agrarische goederen die geen risico s voor de omgeving opleveren, alsmede opslag voor internetverkoop 19 theeschenkerij theeschenkerij 20 - Wonen 21 kleinschalige camping (geen stacaravans o.i.d.) in de periode van 15 maart t/m 31 oktober, met de daarbij behorende voorzieningen. Uitsluitend in de polder Waard Nieuwland; - 15