a) SOCIAAL STATUUT Te vervangen: Inhoud 8. Inhoud 8. S. 3/4 S. 3/4 S. 6/1 S. 6/1 In te voegen: S. 6/2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "a) SOCIAAL STATUUT Te vervangen: Inhoud 8. Inhoud 8. S. 3/4 S. 3/4 S. 6/1 S. 6/1 In te voegen: S. 6/2"

Transcriptie

1 RIJKSINSTITUUT VOOR DE SOCIALE VERZEKERINGEN DER ZELFSTANDIGEN SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Officieuze coördinatie van de wetteksten BIJWERKING 2016/2 (teksten verschenen in het Belgisch Staatsblad van tot ) EERSTE DEEL a) SOCIAAL STATUUT Te vervangen: Inhoud 8. Inhoud 8. S. 3/4 S. 3/4 S. 6/1 S. 6/1 In te voegen: S. 6/2 Te vervangen: S. 10/1 S. 10/1 S. 11/4 S. 11/4 S. 11/5 S. 11/5 S. 12/6 S. 12/6 S. 12/8 S. 12/8 S. 12/9 S. 12/9 S. 14/3/2 S. 14/3/2 S. 14/3/4 S. 14/3/4 S. 15/1 S. 15/1 S. 18/5 S. 18/5 S. 100/1l S. 100/1l S. 104/1 S. 104/1 S. 133/1 S. 133/1 In te voegen: S. 209/2/7 Te vervangen: S. 210 S. 210 In te voegen: S. 347 t.e.m. S. 357

2 TWEEDE DEEL a) RUST EN OVERLEVINGSUITKERINGEN Te vervangen: P. 122/2 P. 122/2 P. 151 P. 151 P. 165/2 P. 165/2 P. 165/2/1 P. 165/2/1 P. 400/13 P. 400/13 DERDE DEEL c) ZIEKTE- EN INVALITDITEITSVERZEKERING Te vervangen: I. 112/2 I. 112/2 I. 135 I. 135 I. 136 I. 136 I. 181/8 I. 181/8

3 45. KB van 29 oktober 2013 tot uitvoering van artikel 337/2, 3, van de programmawet (I) van 27 december 2006 wat betreft de aard van de arbeidsrelaties die bestaan in het kader van de uitoefening van werkzaamheden die vallen onder het toepassingsgebied van het paritair subcomité voor de taxi's en van het paritair comité voor het vervoer en de logistiek, enkel voor de activiteiten van verhuur van voertuigen met chauffeur en van collectieve taxidiensten 46. KB van 26 maart 2014 tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van het visum kunstenaar en van de kunstenaarskaart 47. MB van 14 mei 2014 tot vaststelling van de modellen van de inlichtingenformulieren A bedoeld in artikel 89, 1, van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen 48. MB van 9 juli 2014 tot vaststelling van het model van aanvraagformulier voor het verkrijgen van de toepassing van artikel 11, 3, zesde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen 49. KB van 7 december 2016 over de bewijskracht van de gegevens die door de instellingen van sociale zekerheid worden verwerkt S.317 S.320 S.322 S.344 S

4 - de wet van 30 augustus 2015 tot wijziging van koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, teneinde de Impulseo 1-premie niet in aanmerking te nemen bij de berekening van de sociale bijdragen (B.S. 22 september 2015); - de wet van 26 december 2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht (B.S. 30 december 2015, 2e editie); - de wet van 16 december 2015 houdende diverse bepalingen inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen (B.S. 8 januari 2016); - de wet van 29 februari 2016 tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en houdende diverse bepalingen van sociaal strafrecht (B.S. 21 april 2016); - de programmawet van 1 juli 2016 (B.S. 4 juli 2016, 2e editie); - de wet van 15 juli 2016 houdende diverse bepalingen inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen (B.S. 29 juli 2016); - de wet van 18 december 2016 tot vaststelling van het sociaal en fiscaal statuut van de student zelfstandige (B.S. 30 december 2016). S.3/4

5 [Artikel 5ter. De personen die in België een activiteit uitoefenen die de inkomsten zoals bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1 bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 genereren, zijn niet onderworpen aan dit besluit voor de activiteit verbonden met die inkomsten, voor zover die inkomsten het bedrag zoals bedoeld in artikel 37bis, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, niet overschrijden. Een aandeel van 25 % van de belasting zoals bedoeld in artikel 171, 3 bis, a) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen wordt aangewend voor het globaal financieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen, met toepassing van hoofdstuk I van titel VI van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. De Koning bepaalt de modaliteiten van overdracht van dit aandeel voor het globaal financieel beheer.] (286) [Artikel 5quater. 1. Dit besluit verstaat onder student-zelfstandige, de onderworpene die ertoe een aanvraag indient en die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet: 1 hij is minstens 18 jaar en hoogstens 25 jaar; 2 hij is, voor het betrokken school- of academiejaar, in hoofdzaak ingeschreven om regelmatig lessen te volgen in een Belgische of een buitenlandse onderwijsinstelling, met het oog op het behalen van een diploma dat erkend wordt door een bevoegde overheid in België; 3 hij oefent een beroepsbezigheid uit, uit hoofde waarvan hij onderworpen is aan het sociaal statuut der zelfstandigen krachtens dit besluit. 2. Voor de toepassing van dit artikel bepaalt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad: 1 de nadere regels voor het indienen van de aanvraag, bedoeld in 1; 2 het begin en het einde van de onderwerping in toepassing van 1; 3 wat er moet worden verstaan onder een in hoofdzaak ingeschreven student, bedoeld in 1, 2 ; 4 wat er moet worden verstaan onder een onderwijsinstelling in België of in het buitenland en onder regelmatig lessen volgen, bedoeld in 1, 2. S.6/1

6 3. Voor de toepassing van dit artikel kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad: 1 de gevallen waarin de leeftijd van de student-zelfstandige hoger kan zijn dan bepaald in 1, 1 ; 2 de uitgesloten vormen van onderwijs, opleiding of vorming; 3 in welke mate een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, als bedoeld in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, de toepassing van 1 verhindert. 4. De student-zelfstandige die een bijdrage verschuldigd is in toepassing van artikel 12bis, 1, van dit besluit is enkel onderworpen aan de regeling voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, overeenkomstig de regels en voorwaarden vastgesteld door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad. 5. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing ten gunste van de meewerkende echtgenoot bedoeld in artikel 7bis, 1, van dit besluit.] (292) b) De helpers Artikel 6. Dit besluit verstaat onder helper ieder persoon die in België een zelfstandige in de uitoefening van zijn beroep bijstaat of vervangt, zonder tegenover hem door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden. [...] (84) (107) [Artikel 6bis. S.6/2

7 UITVOERING VAN ARTIKEL 11, 3 Jaar Breuk Koninklijk besluit Artikel Belgisch Staatsblad ,14/487,36 506,60/492,78 517,72/494, ,1 1,1 1, , Ed , Ed. 3 (erratum: , Ed. 1) S.10/1

8 c) voor de zelfstandigen die deel uitmaken van de bijdragecategorie bedoeld in artikel 12, 2, en de zelfstandigen bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen: ofwel een bijdrage te betalen zoals bepaald onder letter a), ofwel een bijdrage te betalen gelijk aan deze die op basis van een inkomen van 1.920,48 euro verschuldigd is indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar dit laatste bedrag niet zal overschrijden, dan wel om geen bijdrage te betalen indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar geen 405,60 euro zal bereiken; d) voor de zelfstandigen die deel uitmaken van de bijdragecategorie bedoeld in artikel 13, 1 : ofwel een bijdrage te betalen zoals bepaald onder letter a), ofwel een bijdrage te betalen gelijk aan deze die op basis van een inkomen van 1.920,48 euro verschuldigd is, indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar dit laatste bedrag niet zal overschrijden, dan wel om geen bijdrage te betalen indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar geen 811,20 euro zal bereiken; [e) voor de zelfstandigen die naast hun zelfstandige activiteit een al dan niet vervroegd rustpensioen of een overlevingspensioen of een gelijkaardig voordeel genieten krachtens de pensioenregeling voor zelfstandigen of een andere pensioenregeling: een bijdrage te betalen gelijk aan de op hen van toepassing zijnde drempel inzake toegelaten activiteit overeenkomstig artikel 107, 2, 3 en 5 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;] (245) [voor wat betreft de betrokkenen die deel uitmaken van de groep onderworpenen bedoeld in artikel 12, 1, doet deze bepaling geen afbreuk aan de bepalingen van genoemde 1.] (261) [f) voor de student-zelfstandigen bedoeld in artikel 5quater van dit besluit : ofwel een bijdrage te betalen zoals bepaald onder a), ofwel een bijdrage te betalen gelijk aan deze die op basis van een inkomen van 2 749,61 euro verschuldigd is in toepassing van artikel 12bis, 1, indien zij aannemelijk kunnen maken dat hun inkomen van het bijdragejaar dit laatste bedrag niet zal overschrijden, dan wel om geen bijdrage te betalen indien zij aannemelijk kunnen maken dat hun inkomen van het bijdragejaar geen 1 833,07 euro zal bereiken.] (293) De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, bepalen wat onder `objectieve elementen' wordt verstaan, met dien verstande dat het enkel kan gaan om elementen die een rechtstreekse impact hebben op het bedrag van de beroepsinkomsten. S.11/4

9 De toelating kan niet tot gevolg hebben dat reeds uitgevoerde bijdragebetalingen worden terugbetaald aan de zelfstandige. De Koning kan de termijn waarbinnen, op straffe van verval, de aanvraag bedoeld in het zesde lid wordt ingediend, de wijze waarop deze aanvraag dient te gebeuren, alsook de wijze waarop het sociaal verzekeringsfonds het dossier bijhoudt, de beslissing neemt en deze meedeelt aan de zelfstandige, bepalen. Wanneer het bijdragejaar minder dan vier kalenderkwartalen van onderwerde Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, in overleg met en na advies van het Algemeen beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, opgericht krachtens artikel 107 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, en onverminderd de toepassing van de artikelen 12, 1, tweede lid en 12, 1ter, eerste lid, de bedragen bedoeld in het zesde lid aanpassen, dan wel bedragen toevoegen of opheffen, dan wel bepalen dat de zelfstandige, onder dezelfde voorwaarden als bepaald in het zesde tot het negende lid, zelf het bedrag van het inkomen op basis waarvan hij voorlopige bijdragen wenst te betalen, kan voorstellen aan zijn sociaal verzekeringsfonds. Met de woorden "in overleg met en na advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen" wordt bedoeld dat de hier beoogde evoluties niet kunnen worden ingevoerd vóór de evaluatie van het systeem door het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen waarin artikel 16 van de wet van 22 november 2013 houdende hervorming van de berekening van de sociale bijdragen voor zelfstandigen voorziet. 4. Het sociaal verzekeringsfonds moet de onderworpene duidelijk en schriftelijk informeren: 1 over het voorlopig en opeisbaar karakter van de bijdrage zoals bedoeld in paragraaf 3 en in artikel 13bis; 2 over de manier waarop deze bijdrage achteraf zal worden geregulariseerd; 3 over de gevolgen die deze regularisatie met zich kan brengen. 5. Zodra de beroepsinkomsten van het bijdragejaar worden meegedeeld door de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit van de Federale Overheidsdienst Financiën, wordt op deze basis overgegaan tot de vaststelling van het definitieve bedrag van de voor het betrokken bijdragejaar verschuldigde bijdragen. Dit wordt de regularisatie genoemd. De Koning bepaalt de wijze waarop deze regularisatie wordt doorgevoerd en de manier waarop de jaarlijkse bijdrageafrekening aan de betrokkene wordt verstuurd. S.11/5

10 Op deze beroepsinkomsten wordt het bijdragepercentage toegepast dat van toepassing was tijdens de te regulariseren periode. Wanneer het bijdragejaar minder dan vier kalenderkwartalen van onderwerping telt, worden de beroepsinkomsten van dat onvolledige kalenderjaar omgezet in een jaarinkomen. Daartoe worden de beroepsinkomsten vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan vier en de noemer gelijk aan het aantal kalenderkwartalen van onderwerping aan het sociaal statuut der zelfstandigen tijdens het bijdragejaar. De verschuldigde bijdrage wordt vervolgens vastgesteld a rato van het aantal kalenderkwartalen van onderwerping van de betrokkene aan het sociaal statuut der zelfstandigen tijdens het bijdragejaar. De zelfstandige kan er evenwel voor kiezen dat de regularisatie, bedoeld in het eerste tot het derde lid, van de hieronder bedoelde bijdragejaren niet wordt doorgevoerd. Hij kan dit aanvragen en verkrijgen indien wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden: - de aanvraag gebeurt uiterlijk op de ingangsdatum van het [eigen rustpensioen] (262); - de ingangsdatum van het [eigen rustpensioen] (262) valt uiterlijk op 1 januari 2019; - de zelfstandige zet elke zelfstandige beroepsactiviteit stop op de ingangsdatum van het [eigen rustpensioen] (262); - het betreft de regularisaties van alle bijdragejaren in de periode gaande van het jaar waarin het [eigen rustpensioen] (262) ingaat tot en met het derde kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin het [eigen rustpensioen] (262) ingaat, met uitzondering van de bijdragejaren waarvoor al een regularisatie werd doorgevoerd [op de ingangsdatum van het [eigen rustpensioen] (262)] (246); - in en voor alle in aanmerking te nemen bijdragejaren geniet de zelfstandige geen toepassing van artikel 11, 3, zesde lid. De Koning bepaalt hoe de aanvraag bedoeld in het vierde lid dient te worden ingediend. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de hierboven vermelde datum van 1 januari 2019 aanpassen.] (12) (13) (14) (31) (32) (49) (50) (51) (52) (76) (88) (91) (92) (93) (94) (95) (110) (126) (137) (164) (212) (217) S.11/6

11 Tekst van kracht vanaf 1 januari 2017 (a) (a) [ 1. Onverminderd de uitzonderingen [bedoeld in de 1ter, en 2, en in artikel 12bis] (294) zijn de onderworpenen de volgende jaarlijkse bijdragen verschuldigd: 1 [21,00 pct.] (250) (253) op het gedeelte der beroepsinkomsten dat ,12 EUR niet te boven gaat; 2 14,16 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat ,12 EUR te boven gaat, maar ,06 EUR niet overschrijdt.] (77) (96) (111) (165) Voor de berekening van de onder 1 bedoelde bijdragen worden de beroepsinkomsten van de onderworpene geacht [3.666,15 EUR] te bereiken wanneer [deze dit bedrag niet bereiken] (219). De aldus vastgestelde bijdragen zijn verschuldigd zelfs zo geen winsten werden verwezenlijkt voor het in artikel 11, 2, bedoelde [bijdragejaar] (220).] (53) (97) (166) [De Koning kan, bij in Ministerraad overlegd besluit, het bedrag bedoeld in het eerste lid, 1, verhogen tot het niveau van het jaarbedrag bedoeld in artikel 7, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aangepast overeenkomstig het laatste lid van hetzelfde artikel.] (73) [ 1bis. [ ] (167)] (78) [ 1ter. [In afwijking van 1, tweede lid, worden voor de berekening van de onder 1, 1, bedoelde bijdragen, de beroepsinkomsten van de overeenkomstig artikel 7bis aan dit koninklijk besluit onderworpen meewerkende echtgenoot geacht de helft van 3.221,08 euro te bereiken wanneer deze de helft van dit bedrag niet bereiken. De aldus vastgestelde bijdragen zijn verschuldigd zelfs zo geen winsten werden verwezenlijkt voor het in artikel 11, 2, bedoelde bijdragejaar.] (221) De onderworpene die, voor een bepaald kwartaal, een in toepassing van het eerste lid verminderde bijdrage betaalt, wordt geacht, voor dat kwartaal, een bijdrage betaald te hebben die minstens gelijk is aan de bijdrage bedoeld in 1, tweede lid.] (112) (a) Artikel 13 van de wet van (B.S , Ed.2) luidt als volgt: De sociale bijdragen die betrekking hebben op kalenderkwartalen van onderwerping aan het sociaal statuut der zelfstandigen die gelegen zijn vóór de respectieve data van inwerkingtreding van de afdelingen van dit hoofdstuk (namelijk 1 januari 2016 voor de vermindering van bijdragen in 2016, 1 januari 2017 voor de vermindering van bijdragen in 2017 en 1 januari 2018 voor de vermindering van bijdragen in 2018), worden berekend en geïnd overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen zoals deze golden op de dag voorafgaand aan deze respectieve data van inwerkingtreding. S.12/6

12 Tekst van kracht vanaf 1 januari 2018 (a) (a) [ 1. Onverminderd de uitzonderingen [bedoeld in de 1ter, en 2, en in artikel 12bis] (294) zijn de onderworpenen de volgende jaarlijkse bijdragen verschuldigd: 1 [20,50 pct.] (250) (253) (257) op het gedeelte der beroepsinkomsten dat ,12 EUR niet te boven gaat; 2 14,16 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat ,12 EUR te boven gaat, maar ,06 EUR niet overschrijdt.] (77) (96) (111) (165) Voor de berekening van de onder 1 bedoelde bijdragen worden de beroepsinkomsten van de onderworpene geacht [3.666,15 EUR] te bereiken wanneer [deze dit bedrag niet bereiken] (219). De aldus vastgestelde bijdragen zijn verschuldigd zelfs zo geen winsten werden verwezenlijkt voor het in artikel 11, 2, bedoelde [bijdragejaar] (220).] (53) (97) (166) [De Koning kan, bij in Ministerraad overlegd besluit, het bedrag bedoeld in het eerste lid, 1, verhogen tot het niveau van het jaarbedrag bedoeld in artikel 7, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aangepast overeenkomstig het laatste lid van hetzelfde artikel.] (73) [ 1bis. [ ] (167)] (78) [ 1ter. [In afwijking van 1, tweede lid, worden voor de berekening van de onder 1, 1, bedoelde bijdragen, de beroepsinkomsten van de overeenkomstig artikel 7bis aan dit koninklijk besluit onderworpen meewerkende echtgenoot geacht de helft van 3.221,08 euro te bereiken wanneer deze de helft van dit bedrag niet bereiken. De aldus vastgestelde bijdragen zijn verschuldigd zelfs zo geen winsten werden verwezenlijkt voor het in artikel 11, 2, bedoelde bijdragejaar.] (221) De onderworpene die, voor een bepaald kwartaal, een in toepassing van het eerste lid verminderde bijdrage betaalt, wordt geacht, voor dat kwartaal, een bijdrage betaald te hebben die minstens gelijk is aan de bijdrage bedoeld in 1, tweede lid.] (112) (a) Artikel 13 van de wet van (B.S , Ed.2) luidt als volgt: De sociale bijdragen die betrekking hebben op kalenderkwartalen van onderwerping aan het sociaal statuut der zelfstandigen die gelegen zijn vóór de respectieve data van inwerkingtreding van de afdelingen van dit hoofdstuk (namelijk 1 januari 2016 voor de vermindering van bijdragen in 2016, 1 januari 2017 voor de vermindering van bijdragen in 2017 en 1 januari 2018 voor de vermindering van bijdragen in 2018), worden berekend en geïnd overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen zoals deze golden op de dag voorafgaand aan deze respectieve data van inwerkingtreding. S.12/8

13 2. [De onderworpene die, naast de bezigheid die aanleiding geeft tot onderwerping aan dit besluit, gewoonlijk en hoofdzakelijk een andere beroepsbezigheid uitoefent, is geen bijdrage verschuldigd indien zijn [beroepsinkomsten als zelfstandige, voor het bijdragejaar bedoeld in artikel 11, 2, minder dan 405,60 euro bedragen.] (222)] (98) [Wanneer genoemde inkomsten minstens 405,60 EUR bedragen, is de onderworpene de volgende jaarlijkse bijdragen verschuldigd: 1 [20,50 pct.] (251) (254) (258) op het gedeelte der beroepsinkomsten dat ,12 EUR niet te boven gaat; 2 14,16 pct. op het gedeelte der beroepsinkomsten dat ,12 EUR te boven gaat, maar ,06 EUR niet overschrijdt.] (99) (168)] (54) [...] (55) (100) De Koning bepaalt wat, voor de toepassing van deze paragraaf, dient verstaan onder gewone en hoofdzakelijke tewerkstelling en wat daarmee kan gelijkgesteld worden. De Koning kan, onder de voorwaarden en binnen de grenzen die hij vaststelt, de toepassing van de bepalingen van deze paragraaf uitbreiden tot bepaalde categorieën onderworpenen die niet voldoen aan de voorwaarden betreffende de uitoefening van een andere beroepsbezigheid. ARS/35, 36 ARS/37, 1 [ 3. [...] (101)] (56) [Artikel 12bis. 1. In afwijking van artikel 12, 1, is de student-zelfstandige bedoeld in artikel 5quater van dit besluit: 1. geen enkele bijdrage verschuldigd op het gedeelte van zijn beroepsinkomsten verworven tijdens het bijdragejaar bedoeld in artikel 11, 2, dat niet de helft van het inkomen bedoeld in artikel 12, 1, tweede lid, bedraagt; 2. de jaarlijkse bijdrage bedoeld in artikel 12, 1, eerste lid, 1, verschuldigd wanneer zijn beroepsinkomsten minstens de helft van het inkomen bedoeld in artikel 12, 1, tweede lid, bedragen, zonder dat inkomen te evenaren. De bijdrage wordt dan berekend op het gedeelte van zijn beroepsinkomsten vanaf de helft van het inkomen bedoeld in artikel 12, 1, tweede lid. 2. Wanneer de student-zelfstandige beroepsinkomsten ontvangt die minstens gelijk zijn aan het bedrag van het inkomen bedoeld in artikel 12, 1, tweede lid, voor het betreffende jaar, is hij bijdragen verschuldigd in toepassing van artikel 12, 1.] (295) S.12/9

14 3 wanneer de voorwaarden waarin de bezigheid wordt uitgeoefend van die aard zijn dat de betrokkene zou kunnen behoren tot de groep bijdrageplichtigen bedoeld in artikel 12, 2: bijdragen, berekend als volgt: a) 20,50 pct. op een inkomen van 405,60 EUR tot en met het laatste kwartaal van het eerste kalenderjaar dat 4 kwartalen onderwerping omvat; b) 21,00 pct. op een inkomen van 405,60 EUR voor de volgende vier kalenderkwartalen onderwerping; c) [21,00 pct.] (256) op een inkomen van 405,60 EUR voor elk van de volgende kwartalen onderwerping waarvoor geen refertejaar is in de zin van artikel [11, 3, eerste lid] (225); 4 wanneer de onderworpene bedoeld is in artikel 13, 1, eerste en derde lid [of in artikel 13, 1, eerste en vierde lid] (214) de bijdragen opgelegd door de bepaling die op hem van toepassing is, berekend op een inkomen van 811,20 EUR; 5 [wanneer de onderworpene bedoeld is in artikel 13, 1, eerste lid, zonder dat het derde of het vierde lid van datzelfde artikel op hem van toepassing is] (215): bijdragen, berekend als volgt: a) 20,50 pct. op een inkomen van 811,20 EUR tot en met het laatste kwartaal van het eerste kalenderjaar dat 4 kwartalen onderwerping omvat; b) 21,00 pct. op een inkomen van 811,20 EUR voor de volgende vier kalenderkwartalen onderwerping; c) [21,00 pct.] (256) op een inkomen van 811,20 EUR voor elk van de volgende kwartalen onderwerping waarvoor geen refertejaar is in de zin van artikel [11, 3, eerste lid] (225).] (171) [6 wanneer het gaat om een student-zelfstandige bedoeld in artikel 5quater : bijdragen, berekend als volgt: a) 20,50 pct. op een inkomen van 405,60 EUR tot en met het laatste kwartaal van het eerste kalenderjaar dat vier kwartalen onderwerping omvat; b) 21,00 pct. op een inkomen van 405,60 EUR voor de volgende vier kwartalen onderwerping; c) 21,00 pct. op een inkomen van 405,60 EUR voor elk van de volgende kalenderkwartalen onderwerping waarvoor er geen refertejaar is in de zin van artikel 11, 3, eerste lid.] (296) [ 3. De voorlopige bijdragen, geïnd overeenkomstig 2, worden geregulariseerd overeenkomstig artikel 11, 5.] (226) S.14/3/2

15 3 wanneer de voorwaarden waarin de bezigheid wordt uitgeoefend van die aard zijn dat de betrokkene zou kunnen behoren tot de groep bijdrageplichtigen bedoeld in artikel 12, 2: bijdragen, berekend als volgt: a) 20,50 pct. op een inkomen van 405,60 EUR tot en met het laatste kwartaal van het eerste kalenderjaar dat 4 kwartalen onderwerping omvat; b) [20,50 pct.] (260) op een inkomen van 405,60 EUR voor de volgende vier kalenderkwartalen onderwerping; c) [20,50 pct.] (256) (260) op een inkomen van 405,60 EUR voor elk van de volgende kwartalen onderwerping waarvoor geen refertejaar is in de zin van artikel [11, 3, eerste lid] (225); 4 wanneer de onderworpene bedoeld is in artikel 13, 1, eerste en derde lid [of in artikel 13, 1, eerste en vierde lid] (214) de bijdragen opgelegd door de bepaling die op hem van toepassing is, berekend op een inkomen van 811,20 EUR; 5 [wanneer de onderworpene bedoeld is in artikel 13, 1, eerste lid, zonder dat het derde of het vierde lid van datzelfde artikel op hem van toepassing is] (215): bijdragen, berekend als volgt: a) 20,50 pct. op een inkomen van 811,20 EUR tot en met het laatste kwartaal van het eerste kalenderjaar dat 4 kwartalen onderwerping omvat; b) [20,50 pct.] (260) op een inkomen van 811,20 EUR voor de volgende vier kalenderkwartalen onderwerping; c) [20,50 pct.] (256) (260) op een inkomen van 811,20 EUR voor elk van de volgende kwartalen onderwerping waarvoor geen refertejaar is in de zin van artikel [11, 3, eerste lid] (225).] (171) [6 wanneer het gaat om een student-zelfstandige bedoeld in artikel 5quater : bijdragen, berekend als volgt: a) 20,50 pct. op een inkomen van 405,60 EUR tot en met het laatste kwartaal van het eerste kalenderjaar dat vier kwartalen onderwerping omvat; b) 21,00 pct. op een inkomen van 405,60 EUR voor de volgende vier kwartalen onderwerping; c) 21,00 pct. op een inkomen van 405,60 EUR voor elk van de volgende kalenderkwartalen onderwerping waarvoor er geen refertejaar is in de zin van artikel 11, 3, eerste lid.] (296) [ 3. De voorlopige bijdragen, geïnd overeenkomstig 2, worden geregulariseerd overeenkomstig artikel 11, 5.] (226) S.14/3/4

16 UITVOERING VAN ARTIKEL 14, 1 Jaar Breuk Koninklijk besluit Artikel Belgisch Staatsblad ,14/142,75 506,60/142,75 517,72/142, ,2 1,2 1, , Ed , Ed. 3 (erratum: , Ed. 1) S.15/1

17 Tekst van kracht vanaf 1 januari 2015 [De zelfstandigen die menen dat zij zich in een staat van behoefte bevinden of in een toestand die de staat van behoefe benadert, kunnen vrijstelling vragen van de voorlopige bijdragen verschuldigd krachtens dit koninklijk besluit, voor zover deze bijdragen niet verschuldigd zijn [op grond van artikel 12bis, 1, of] (297) in de hoedanigheid van de bij artikel 12, 2, bedoelde onderworpene, door zich te wenden tot de in artikel 22 bedoelde Commissie. De zelfstandigen die een vrijstelling van de bij dit artikel bedoelde bijdragen vragen, moeten hun staat van behoefte of hun toestand die de staat van behoefte benadert, bewijzen. Om hun staat van behoefte te beoordelen, houdt de Commissie inzonderheid rekening met de inkomsten en lasten van de personen die deel uitmaken van hun gezin, tenzij met betrekking tot deze personen wordt bewezen dat ze niets te maken hebben met de zelfstandige activiteit van de betrokken zelfstandigen en dat ze bovendien niet de rechtsplicht hebben om die zelfstandigen te helpen of van levensmiddelen te voorzien. De vrijstelling voor de bijdrage van een bepaald kwartaal wordt geacht nooit te zijn toegekend wanneer later, op het ogenblik van regularisatie van de voorlopige bijdrage met betrekking tot dit kwartaal, blijkt dat de beroepsinkomsten die als basis dienen voor de regularisatie van deze bijdrage hoger zijn dan het dubbele van het bedrag bedoeld in artikel 12, 1, tweede lid. In afwijking van het derde lid blijft de vrijstelling van de bijdrage voor een bepaald kalenderkwartaal behouden wanneer de beroepsinkomsten die als basis dienen voor de regularisatie van die bijdrage niet meer bedragen dan 120 % van deze die de zelfstandige voor het betrokken jaar ter informatie opgaf in de loop van de procedure die aanleiding gaf tot de vrijstelling, voor zover eerstgenoemde beroepsinkomsten niet meer bedragen dan 120 % van het dubbele van het bedrag bedoeld in artikel 12, 1, tweede lid. Indien, rekening houdend met de bepalingen van het eerste tot het vierde lid, de vrijstelling voor een bepaald kalenderkwartaal na de regularisatie effectief behouden blijft, dan geldt deze vrijstelling voor het bedrag van de kwartaalbijdrage, zoals vastgesteld naar aanleiding van diezelfde regularisatie. De Koning bepaalt hoe en voor welke jaren de aanvrager opgave doet van zijn beroepsinkomsten in de loop van de aanvraagprocedure en hoe het derde en het vierde lid dienen te worden toegepast in de gevallen waarin de aanvrager geen opgave doet van zijn beroepsinkomsten in de loop van de aanvraagprocedure. S.18/5

18 INDEX A. 14 (koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967) Ref. Gewijzigd door Artikel Datum van inwerkingtreding Belgisch Staatsblad W W , 1 4, S.100/1l

19 - het koninklijk besluit van 1 juli 2006 (B.S. 25 juli 2006); - het koninklijk besluit van 20 juli 2006 (B.S. 7 augustus 2006); - het koninklijk besluit van 12 december 2006 (B.S. 17 januari 2007); - het koninklijk besluit van 15 januari 2007 (B.S. 7 februari 2007); - het koninklijk besluit van 21 april 2007 (B.S. 11 mei 2007). - het koninklijk besluit van 19 september 2008 (B.S. 14 oktober 2008); - het koninklijk besluit van 1 juli 2009 (B.S. 10 juli 2009); - het koninklijk besluit van 21 februari 2010 (B.S. 3 maart 2010); - het koninklijk besluit van 6 april 2010 (B.S. 20 april 2010, 2 e editie); - het koninklijk besluit van 6 april 2010 (B.S. 21 april 2010); - het koninklijk besluit van 25 oktober 2011 (B.S. 4 november 2011); - het koninklijk besluit van 24 januari 2014 (B.S. 12 februari 2014); - het koninklijk besluit van 27 mei 2014 (B.S. 16 juni 2014); - het koninklijk besluit van 7 juni 2015 (B.S. 7 juli 2015); - het koninklijk besluit van 29 september 2015 (B.S. 5 oktober 2015, 2 e editie); - het koninklijk besluit van 15 juli 2016 (B.S. 29 juli 2016); - het koninklijk besluit van 1 september 2016 (B.S. 15 september 2016). S.104/1

20 Er is eveneens geen enkele bijdrage verschuldigd voor het kwartaal in de loop waarvan de activiteit wordt hervat volgend op een periode van nonactiviteit omwille van ziekte of invaliditeit op voorwaarde dat deze hervatting plaatsvindt in de loop van de derde maand van het kwartaal en dat dit kwartaal gelijkgesteld wordt met een periode van activiteit in het raam van de pensioenregeling voor zelfstandigen.] (124) [ 2. De zelfstandigen zijn eveneens geen enkele bijdrage verschuldigd voor het kwartaal of de kwartalen die krachtens artikel 37bis van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen worden gelijkgesteld met een periode van bezigheid.] (225) 3. [...] (226)] (143) [ 4. De zelfstandigen zijn geen enkele bijdrage verschuldigd voor de kwartalen waarvoor, in de gevallen bedoeld in artikel 2, 3, van het koninklijk besluit van 18 november 1996 houdende invoering van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen, in geval van faillissement, daarmee gelijkgestelde situaties of gedwongen stopzetting, op grond van artikel 3, 1, van datzelfde besluit rechten geopend worden inzake de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, sector van de geneeskundige verzorging, en inzake gezinsbijslagen.] (163) [ 5. De vrouwelijke zelfstandigen zijn eveneens geen enkele bijdrage verschuldigd voor het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin zij bevallen zijn op voorwaarde dat zij naar aanleiding van de geboorte van hun kind of kinderen de voorwaarden vervullen om de moederschapsverzekering te genieten, voorzien in het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten.] (231) S.133/1

21 INDEX B. 12 (koninklijk besluit van 19 december ARS) Ref. Gewijzigd door Artikel Datum van inwerkingtreding Belgisch Staatsblad 231 K.B (a) (a) Artikel 1 van dit koninklijk besluit luidt als volgt: "Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017 en is van toepassing op bevallingen die vanaf 1 oktober 2016 plaatsvinden." S.209/2/7

22 KONINKLIJK BESLUIT VAN 28 NOVEMBER 1995 betreffende de bewijswaarde, ter zake van de sociale zekerheid der zelfstandigen, van de door de Administratie en meewerkende instellingen gebruikte informatiegegevens inzake de sociale zekerheid der zelfstandigen (B.S. 29 december 1995) Opgeheven met ingang van 29 december 2016, krachtens artikel 21, 2, van het koninklijk besluit van 7 december 2016 over de bewijskracht van de gegevens die door de instellingen van sociale zekerheid worden verwerkt (B.S. 19 december 2016). S.210

23 KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 DECEMBER 2016 over de bewijskracht van de gegevens die door de instellingen van sociale zekerheid worden verwerkt (B.S. 19 december 2016) S.347

24 Hoofdstuk I. - BEWIJSKRACHT VAN DE GEGEVENS VERWERKT DOOR DE OPENBARE INSTELLINGEN VAN SOCIALE ZEKER- HEID EN DE FEDERALE OVERHEIDSDIENSTEN DIE MET DE TOEPASSING VAN DE SOCIALE ZEKERHEID ZIJN BELAST Artikel 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1 "openbare instellingen van sociale zekerheid": de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en de openbare instellingen van sociale zekerheid bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2, a), van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid; 2 "federale overheidsdiensten die met de toepassing van de sociale zekerheid zijn belast": de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid, de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de programmatorische overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid; 3 "bevoegde minister": de voogdijminister van de betrokken openbare instelling van sociale zekerheid of de minister bevoegd voor de betrokken federale overheidsdienst die met de toepassing van de sociale zekerheid is belast; 4 "sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid": het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid bedoeld in artikel 37 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Artikel 2. De openbare instellingen van sociale zekerheid en de federale overheidsdiensten die met de toepassing van de sociale zekerheid zijn belast, kunnen ter erkenning door de bevoegde minister de voorwaarden en de nadere regels voorleggen voor het opslaan, bewaren, uitwisselen, meedelen of weergeven, met fotografische, optische, elektronische of andere technieken of op een leesbare drager, van de gegevens waarover zij beschikken of die aan hen zijn overgemaakt voor de toepassing van de sociale zekerheid. Zij leggen hun voorstel, met een beknopte zelfevaluatie aangaande het voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 3, tegelijkertijd voor aan de bevoegde minister en, voor advies, aan het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid. S.348

25 Artikel 3. Het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid gaat na of de voorgestelde procedure voldoet aan de volgende voorwaarden: 1 het voorstel omschrijft nauwkeurig de procedure; 2 de gebruikte technologie waarborgt een getrouwe, duurzame en volledige weergave van de gegevens; 3 de gegevens worden systematisch en zonder weglatingen geregistreerd; 4 de verwerkte gegevens worden op een zorgvuldige manier bewaard, systematisch gerangschikt en beschermd tegen elke vervalsing; 5 de volgende inlichtingen over de verwerking van de gegevens worden bewaard: a) de identiteit van de verantwoordelijke voor de verwerking en de uitvoerder; b) de aard en het onderwerp van de gegevens waarop de verwerking betrekking heeft; c) de datum en de plaats van de uitvoering; d) de eventuele storingen die zijn vastgesteld tijdens de verwerking. Artikel 4. Het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid kan de vertegenwoordigers van de aanvrager horen vóór het zijn advies verleent. In overleg met die vertegenwoordigers kunnen wijzigingen aan de voorgestelde procedure worden aangebracht. Artikel 5. Het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid deelt zijn gemotiveerd advies mee aan de bevoegde minister, uiterlijk binnen een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de datum waarop het voorstel bedoeld in artikel 2, tweede lid, werd verzonden. Indien het advies niet binnen deze termijn wordt meegedeeld, wordt het geacht gunstig te zijn. Het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid deelt tegelijkertijd zijn advies mee aan de aanvrager. S.349

26 Artikel 6. De bevoegde minister deelt zijn gemotiveerde beslissing mee aan de aanvrager en aan het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid, uiterlijk binnen een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de datum waarop het voorstel bedoeld in artikel 2, tweede lid, werd verzonden. Indien de gemotiveerde beslissing niet binnen deze termijn meegedeeld wordt aan de aanvrager, wordt de procedure die hij heeft voorgesteld geacht erkend te zijn door de bevoegde minister, behalve indien het advies dat door het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid volgens artikel 5 wordt verstrekt ongunstig is, in welk geval de erkenning van de voorgestelde procedure steeds afhankelijk is van een uitdrukkelijke en gemotiveerde beslissing door de bevoegde minister. Vóór hij zijn beslissing neemt, gaat de bevoegde minister ook na of de in artikel 3 bepaalde voorwaarden vervuld zijn. Het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid registreert en bewaart de procedures die door de bevoegde minister werden erkend of geacht worden door de bevoegde minister te zijn erkend, onverminderd artikel 9. Artikel 7. Wanneer de procedure die de aanvrager heeft voorgelegd, wordt erkend door de bevoegde minister of wordt geacht erkend te zijn door de bevoegde minister, hebben de gegevens die volgens die procedure worden opgeslagen, bewaard, uitgewisseld, meegedeeld of weergegeven en hun weergave op een leesbare drager bewijskracht voor de toepassing van de sociale zekerheid, tot bewijs van het tegendeel. Deze bewijskracht geldt vanaf de datum waarop de procedure is erkend of is geacht erkend te zijn overeenkomstig artikel 6. Artikel 8. Elke wijziging aan een uitdrukkelijk of stilzwijgend erkende procedure om een reden die verband houdt met één van de voorwaarden bedoeld in artikel 3 is onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 2 tot 7. Artikel 9. De bevoegde minister kan de uitdrukkelijke of stilzwijgende erkenning intrekken wanneer hij vaststelt dat de erkenningsvoorwaarden geheel of gedeeltelijk niet meer vervuld zijn. S.350

27 Vóór hij zijn beslissing neemt, kan de bevoegde minister het advies van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid vragen, in welk geval de bepalingen van artikel 4 naar analogie van toepassing zijn. Het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid deelt zijn gemotiveerd advies aan de bevoegde minister mee, uiterlijk binnen een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de datum waarop de aanvraag om advies werd verzonden. Indien dit advies niet binnen deze termijn wordt meegedeeld, wordt het geacht gunstig te zijn. De bevoegde minister deelt zijn gemotiveerde beslissing mee aan de aanvrager en aan het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid. De intrekking van de erkenning heeft uitwerking op de datum van mededeling van de beslissing van de bevoegde minister aan de aanvrager. Artikel 7 blijft van toepassing voor de periode die de datum van uitwerking van de intrekking van de erkenning voorafgaat. Hoofdstuk II. - BEWIJSKRACHT VAN DE GEGEVENS VER- WERKT DOOR DE ANDERE INSTELLINGEN VAN SOCIALE ZE- KERHEID EN DE SOCIALE SECRETARIATEN VOOR WERKGE- VERS Artikel 10. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1 "instellingen": de meewerkende instellingen van sociale zekerheid, de fondsen voor bestaanszekerheid en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2, b), c) en f), van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, en de sociale secretariaten voor werkgevers; 2 "de procedure": alle gebruikte procedures, processen en architecturen (hardware en software); 3 "gedigitaliseerde gegevens": gegevens die opgeslagen, verwerkt en meegedeeld worden door middel van een optische en fotografische techniek; 4 "het formaat": de code waaronder gedigitaliseerde gegevens zijn opgeslagen op een gegevensdrager; S.351

28 5 "compressie": de bewerking waarbij de digitale voorstelling van de afbeeldingen in grootte beperkt wordt om opslagcapaciteit te besparen en datatransmissie te versnellen; 6 "metagegevens": de gegevensset die de context, de inhoud en de structuur van de gedigitaliseerde gegevens beschrijft; 7 "het systeem": het geheel van apparatuur en besturings- en toepassingsprogrammatuur; 8 "het datacenter": de ruimte waarin de informatie- en communicatieapparatuur (IT-apparatuur) zich fysiek bevindt waarop de gedigitaliseerde gegevens verwerkt en/of opgeslagen worden. Artikel 11. De gegevens die door middel van een optische en fotografische techniek opgeslagen, verwerkt of meegedeeld worden, alsook de weergave van deze gegevens op papier of op elke andere leesbare drager, hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel, indien de procedure die de instelling overeenkomstig artikel 12 heeft vastgesteld voor de opslag, de verwerking, de mededeling of de weergave van deze gegevens voldoet aan de voorwaarden opgesomd in dit hoofdstuk en de gegevens in overeenstemming met die procedure werden opgeslagen, verwerkt of meegedeeld. De gedigitaliseerde gegevens kan echter geen rechtsgeldigheid worden ontzegd op de enkele grond dat betwist wordt dat de werkelijk gevolgde procedure aan de voorwaarden van dit besluit voldoet, als diegene die zich op deze gegevens beroept kan aantonen, met alle middelen van recht, dat de afwijking van de voorwaarden in dit hoofdstuk de betrouwbaarheid van de gegevens niet in het gedrang heeft gebracht. Artikel 12. De instelling legt de procedure vast volgens welke ze de gegevens waarover ze beschikt of die ze doorgestuurd krijgt, door middel van een optische en fotografische techniek opslaat, verwerkt of meedeelt voor de toepassing ervan in de sociale zekerheid, alsook de procedure volgens welke ze deze gegevens op papier of op elke andere leesbare drager weergeeft, overeenkomstig dit hoofdstuk. S.352

29 Artikel 13. De instelling gebruikt een procedure voor: 1 de systematische en volledige opslag van gegevens; 2 de getrouwe, duurzame en volledige weergave van de informatie; 3 de zorgvuldige bewaring, de systematische classificatie en de beveiliging van de gegevens tegen elke vorm van vervalsing; 4 de integriteit en de leesbaarheid van de gegevens gedurende de volledige bewaartermijn. Artikel 14. De instelling beschikt over een gedetailleerde, regelmatig bijgewerkte documentatie over de gehanteerde procedure. Deze documentatie bevat minstens de volgende inlichtingen: 1 de identificatiegegevens van de eventuele verwerker op wie de instelling een beroep doet, evenals de naam en het adres van de eigenaar van de gebruikte hardware en software; 2 het merk en het type van de gebruikte hardware en de benaming van de gebruikte software; 3 de nauwkeurige beschrijving van de hardware en software, met vermelding van de voornaamste technische kenmerken van de wijze van opslag, verwerking en mededeling door middel van de gebruikte optische en fotografische techniek; 4 de documentatie van de gebruikte opslaginfrastructuur; 5 de beschrijving van de wijze waarop de integriteit van de gedigitaliseerde gegevens wordt verzekerd en kan worden gecontroleerd; 6 de beschrijving van de uitgevoerde kwaliteitscontroles; 7 de documentatie van de software voor de verbetering van de beeldkwaliteit en de herkenningssoftware; 8 de beschrijving van de wijze waarop de beschikbaarheid en de toegankelijkheid van de gedigitaliseerde gegevens worden verzekerd; 9 een beschrijving van de wijze waarop de gedigitaliseerde gegevens worden beveiligd tegen onbevoegde toegang; 10 een beschrijving van het back-upbeleid. S.353

30 Elke aangebrachte wijziging aan de gebruikte procedure wordt onmiddellijk aan de gedetailleerde beschrijving toegevoegd. De instelling kan op elk moment de documentatie voorleggen aan het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid bedoeld in artikel 37 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Zowel de documentatie van de procedure als de link tussen deze documentatie en de gedigitaliseerde gegevens wordt bijgehouden gedurende de volledige bewaartermijn. Artikel 15. De toegang tot de gedigitaliseerde gegevens verloopt conform de regels en procedures in voege in de instelling. Elke bewerking van de gedigitaliseerde gegevens wordt samen met de identiteit van de bewerker in een logboek bijgehouden. Artikel 16. De gedigitaliseerde gegevens worden bewaard in valideerbare, genormeerde en volledig gedocumenteerde bestandsformaten geschikt voor bewaring op lange termijn. Indien er gebruik gemaakt wordt van een tussenformaat, dan mag er geen relevant kwaliteitsverlies optreden bij de omzetting van het tussenformaat naar het uiteindelijke formaat. Compressie is alleen toegestaan indien aantoonbaar geen relevant informatieverlies optreedt. Artikel 17. De gedigitaliseerde gegevens worden op de dag van hun opmaak opgeslagen in een opslaginfrastructuur die de integriteit en de duurzaamheid van de gegevens verzekert. De gedigitaliseerde gegevens en de niet gedigitaliseerde originele gegevens worden blijvend met elkaar gelinkt via een unieke identifier tot op het moment waarop het origineel vernietigd wordt. S.354

31 Artikel 18. De verwerking van de gedigitaliseerde gegevens gebeurt in een lidstaat van de Europese Unie of in een derde staat waarnaar het vrij verkeer van diensten is uitgebreid en die zich er in het kader van een internationaal akkoord met de Europese Unie toe heeft verbonden om de regelgeving van de Europese Unie betreffende de verwerking van persoonsgegevens te respecteren. Artikel 19. De integriteit van de inhoud, de duurzaamheid, de toegankelijkheid en de leesbaarheid van de gedigitaliseerde gegevens en de hieraan verbonden metagegevens worden gewaarborgd gedurende de door de toepasselijke reglementering opgelegde bewaartermijn. Metagegevens worden op een consistente en gestructureerde wijze toegekend. De koppeling tussen de gedigitaliseerde gegevens en de bijbehorende metagegevens kan gedurende de volledige bewaartermijn worden gereconstrueerd. Elk van de gedigitaliseerde gegevens kan binnen een redelijke termijn worden teruggevonden aan de hand van de bijbehorende metagegevens en kan waarneembaar of leesbaar gemaakt worden, met inachtneming van de autorisaties. Het gebruikte systeem importeert, converteert, migreert en exporteert de gedigitaliseerde gegevens en de bijbehorende metagegevens met behoud van de betrouwbaarheid, de integriteit en de bruikbaarheid ervan. Artikel 20. De veiligheidsmaatregelen die de gegevensintegriteit waarborgen, zijn opgesteld overeenkomstig het informatieveiligheidsbeleid van de instelling. De instelling voert een systematische risicoanalyse uit, onder meer betreffende de gegevensverwerking, de systemen, het personeel en de veiligheidseisen. De instelling beschikt over een informatieveiligheidsbeleid dat het geheel van strategieën en gekozen maatregelen voor de gegevensbeveiliging bevat. Het in het vorige lid vermelde beleid is gebaseerd op de normen en/of richtlijnen die door nationale en internationale instanties erkend worden. S.355

32 Aldus doet de instelling minstens het volgende: 1 ze heeft een overzicht van de gehanteerde veiligheidsmaatregelen en toetst periodiek (extern of niet) of de ingevoerde veiligheidsmaatregelen nog passend zijn of niet; 2 ze beschikt over een gedocumenteerd en passend back-upbeleid, calamiteiten- en herstelplan; 3 ze treft alle nodige maatregelen om te voorkomen dat de gedigitaliseerde gegevens gedeeltelijk of geheel verloren zouden gaan gedurende de bewaartermijn. Hiertoe maakt de instelling periodiek back-ups van alle gedigitaliseerde gegevens en bewaart ze deze back-ups op een andere beveiligde locatie; 4 ze test op regelmatige basis de back-up- en herstelplannen en past ze indien nodig aan; 5 ze beschikt over een geactualiseerd toegangscontrolebeleid voor het toekennen, het wijzigen en het verwijderen van toegangsrechten tot het systeem; 6 ze stelt in geval van onderaanneming veiligheidseisen aan deze derde via een contract; 7 na afloop van de door de instelling gehanteerde verjaringstermijn, die ten minste de wettelijke verjaringstermijn moet zijn, vernietigt zij de gedigitaliseerde gegevens aan de hand van een gedocumenteerd proces en indien het gevoelige gegevens betreft, voert zij veilige vernietigingsmethodes uit; 8 ze beschikt over een goed beveiligd datacenter met onder meer klimaatbeheersing, een alarm en een brandmeldvoorziening, een toegangscontrole, een ordelijke bekabeling en een noodstroomvoorziening; 9 ze voorziet in redundantie in de opslaginfrastructuur; 10 ze slaat de informatiedragers en back-ups in een fysiek beveiligde plaats op; 11 ze beschikt over voldoende medewerkers, met voldoende kennis en competenties, om al haar taken en verantwoordelijkheden op het gebied van het beheer van gedigitaliseerde gegevens te kunnen uitvoeren; 12 in geval van migraties naar nieuwe bestandsformaten worden de overdrachten naar gegevensdragers tijdig uitgevoerd om de integriteit en de permanente toegang tot de gedigitaliseerde gegevens gedurende de volledige bewaartermijn te kunnen verzekeren. S.356

KONINKLIJK BESLUIT NR. 38 VAN 27 JULI houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. (B.S. 29 juli 1967)

KONINKLIJK BESLUIT NR. 38 VAN 27 JULI houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. (B.S. 29 juli 1967) KONINKLIJK BESLUIT NR. 38 VAN 27 JULI 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen (B.S. 29 juli 1967) S.1 Aangevuld, gewijzigd of aangepast door : - het koninklijk besluit nr. 74

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT NR. 38 VAN 27 JULI 1967. houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. (B.S. 29 juli 1967)

KONINKLIJK BESLUIT NR. 38 VAN 27 JULI 1967. houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. (B.S. 29 juli 1967) KONINKLIJK BESLUIT NR. 38 VAN 27 JULI 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen (B.S. 29 juli 1967) S.1 Aangevuld, gewijzigd of aangepast door : - het koninklijk besluit nr. 74

Nadere informatie

SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN RIJKSINSTITUUT VOOR DE SOCIALE VERZEKERINGEN DER ZELFSTANDIGEN SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Officieuze coördinatie van de wetteksten BIJWERKING 2014/1 (teksten verschenen in het Belgisch Staatsblad

Nadere informatie

a) SOCIAAL STATUUT Te vervangen: FAIL. 21/12 FAIL. 21/12 FAIL. 21/14 FAIL. 21/14 TWEEDE DEEL a) RUST EN OVERLEVINGSPENSIOEN

a) SOCIAAL STATUUT Te vervangen: FAIL. 21/12 FAIL. 21/12 FAIL. 21/14 FAIL. 21/14 TWEEDE DEEL a) RUST EN OVERLEVINGSPENSIOEN RIJKSINSTITUUT VOOR DE SOCIALE VERZEKERINGEN DER ZELFSTANDIGEN SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Officieuze coördinatie van de wetteksten BIJWERKING 2018/1 (teksten verschenen in het Belgisch Staatsblad

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN. 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen

INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN. 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen 2. Wet van 9 juni 1970 houdende sociale programmatie ten voordele van

Nadere informatie

Sociale bijdragen zelfstandigen : grondige hervorming vanaf 2015

Sociale bijdragen zelfstandigen : grondige hervorming vanaf 2015 Sociale bijdragen zelfstandigen : grondige hervorming vanaf 2015 Twee weken geleden heeft het Parlement zijn goedkeuring gehecht aan een wetsontwerp dat de sociale bijdrageregeling voor zelfstandigen met

Nadere informatie

27 JULI Koninklijk besluit nr 38 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen.

27 JULI Koninklijk besluit nr 38 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. 27 JULI 1967. - Koninklijk besluit nr 38 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. BS 29/07/1967 in voege 01/01/1968 Gewijzigd door: WET 10/02/1998BS 21/02/1998 KB 31/12/1986 BS 23/01/1987

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN. 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen

INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN. 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen 2. Wet van 9 juni 1970 houdende sociale programmatie ten voordele van

Nadere informatie

ISLGEMEEN 3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

ISLGEMEEN 3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN - wanneer ISLGEMEEN 3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet war, 30december 1992 Brussel, 31 oktober 2016 Advies nr. 2016114 Uitgebracht op verzoek van de minister

Nadere informatie

WET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

WET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976) WET VAN 29 MAART 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen (B.S. 6 mei 1976) Gewijzigd door: - de wet van 17 maart 1993 (B.S. 22 april 1993) ; - de wet van 6 april 1995 (B.S. 26 juli 1995) ;

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/17/107 BERAADSLAGING NR. 16/079 VAN 6 SEPTEMBER 2016, GEWIJZIGD OP 6 JUNI 2017, MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Uitkeringen Omzendbrief VI nr 2010/504 van 23 december 2010 484/4 Van toepassing vanaf 1 januari 2011 Toepassing van artikel 28bis, 2

Nadere informatie

Hervorming van de bijdragen

Hervorming van de bijdragen Hervorming van de bijdragen Vanaf 2015 worden de sociale bijdragen berekend op de inkomsten van het lopende jaar. Algemene principes Waarom een hervorming? Op dit ogenblik worden de sociale bijdragen van

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN OMZENDBRIEF NR. 2010/5

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN OMZENDBRIEF NR. 2010/5 2 3 DEC. 2010 FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN OMZENDBRIEF NR. 2010/5 Omzendbrief betreffende de toepassing voor de verzekeringsondernemingen van het koninklijk besluit van 22 maart 1993 betreffende de bewijskracht,

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Nadere informatie

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid IVC/KSZG/19/138 BERAADSLAGING NR 19/078 VAN 7 MEI 2019 BETREFFENDE DE AANVRAAG VAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID VOOR HET VERKRIJGEN

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/07/162 BERAADSLAGING NR. 07/059 VAN 6 NOVEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/135 ADVIES NR 11/16 VAN 8 NOVEMBER 2011 BETREFFENDE DE AANVRAAG VAN HET NATIONAAL ZIEKENFONDS PARTENA

Nadere informatie

de hervorming sociale bijdragen van zelfstandigen uitgelegd

de hervorming sociale bijdragen van zelfstandigen uitgelegd de hervorming sociale bijdragen van zelfstandigen uitgelegd ZelFSTAnDIge Inhoud 1. Basisprincipe 2 2. Aanpassing van de sociale bijdragen 2 3. Regularisatie 4 4. Pro-rata berekening bij onvolledige bijdragejaren

Nadere informatie

SCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

SCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse. SCSZ/04/85 BERAADSLAGING NR 04/024 VAN 6 JULI 2004 M.B.T. DE MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN AAN DE SOCIALEVERZEKERINGSFONDSEN VOOR ZELFSTANDIGEN,

Nadere informatie

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Het kan vrij verspreid worden op voorwaarde dat de bron en het URL vermeld worden Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Sint-Pieterssteenweg

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/17/123 ADVIES NR 17/26 VAN 7 JUNI 2016 BETREFFENDE DE AANVRAAG VAN DE RIJKSDIENST VOOR JAARLIJKSE VAKANTIE

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/063 BERAADSLAGING NR 11/057 VAN 6 SEPTEMBER 2011, GEWIJZIGD OP 5 APRIL 2016, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/15/192 ADVIES NR 15/56 VAN 3 NOVEMBER 2015 BETREFFENDE DE AANVRAAG VAN HET NATIONAAL ZIEKENFONDS PARTENA

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/070 BERAADSLAGING NR 11/044 VAN 7 JUNI 2011 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE PROGRAMMATORISCHE

Nadere informatie

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 25 juni 2007;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 25 juni 2007; SCSZ/07/122 1 BERAADSLAGING NR. 07/036 VAN 2 OKTOBER 2007 MET BETREKKING TOT MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING

Nadere informatie

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013.

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013. 1 Sociaal statuut van de zelfstandige Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013. 1. Wie is een zelfstandige? Een zelfstandige is een persoon die in België een beroepsbezigheid

Nadere informatie

6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren

6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren 6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren BS 20/03/2007 (dit KB vervangt het KB dd 31/03/1983 zie art 6 van KB 06-03-2007) Gewijzigd

Nadere informatie

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen K.B. nr. 10 KONINKLIJK BESLUIT NR. 10 VAN 29 DECEMBER 1992, MET BETREKKING TOT DE UITOEFENINGSMODALITEITEN VAN DE KEUZEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 15, 5, DERDE LID EN 25TER, 1, TWEEDE LID, 2, TWEEDE LID,

Nadere informatie

Inleiding/voorstelling. Opleiding: Sociale bijdragen 2015

Inleiding/voorstelling. Opleiding: Sociale bijdragen 2015 Inleiding/voorstelling Opleiding: Sociale bijdragen 2015 01/01/2015 2 Inhoud 1. Bepaling referte-inkomen 2. Startende zelfstandige 3. Gevestigde zelfstandige 4. Gepensioneerde zelfstandige 5. Regularisaties

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/09/028 BERAADSLAGING NR 07/059 VAN 6 NOVEMBER 2007, GEWIJZIGD OP 7 APRIL 2009, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/098 BERAADSLAGING NR 11/057 VAN 6 SEPTEMBER 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/10/145 ADVIES NR 10/29 VAN 7 DECEMBER 2010 BETREFFENDE DE AANVRAAG VAN ATTENTIA SOCIAAL VERZEKERINGSFONDS

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/005 BERAADSLAGING NR 09/004 VAN 13 JANUARI 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996 [KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996 houdende invoering van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen, in geval van faillissement, daarmee gelijkgestelde situaties of gedwongen stopzetting]

Nadere informatie

Sociale bijdragen 2018 (zonder de beheerskosten)

Sociale bijdragen 2018 (zonder de beheerskosten) GROEP BIJDRAGEBETALERS GLOBALE BIJDRAGE I. Verplichte bijdragen verschuldigd wegens de uitoefening van een beroepsbezigheid I = de geherwaardeerde beroepsinkomsten van de onderworpenen in N-3 voor de voorlopige

Nadere informatie

Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut?

Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut? Statuut van de Gepensioneerde zelfstandige Statuut van de Gepensioneerde zelfstandige... Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut?... Verplichtingen... Bijdrageplicht... Mag ik werken als gepensioneerde?...

Nadere informatie

Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht

Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht Incozina sociaal verzekeringsfonds vzw caisse d assurances sociales asbl Torhoutsesteenweg 384 B-8200

Nadere informatie

Sociale bijdragen 2019 (zonder de beheerskosten)

Sociale bijdragen 2019 (zonder de beheerskosten) GROEP BIJDRAGEBETALERS GLOBALE BIJDRAGE I. Verplichte bijdragen verschuldigd wegens de uitoefening van een beroepsbezigheid I = de geherwaardeerde beroepsinkomsten van de onderworpenen in N-3 voor de voorlopige

Nadere informatie

De nieuwe berekening van de sociale bijdragen 2015

De nieuwe berekening van de sociale bijdragen 2015 De nieuwe berekening van de sociale bijdragen 2015 info@attentia.be www.attentia.be Inhoudstabel 1. De nieuwe berekening van de sociale bijdragen van de zelfstandigen in 20 vragen *... 2 1. Wanneer wordt

Nadere informatie

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1 TITEL 8. - Pensioenen HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Afdeling 1. - Verhoging van de pensioenleeftijd Art. 85. Artikel 46 van de

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/08/006 BERAADSLAGING NR. 08/004 VAN 15 JANUARI 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN BEPAALDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 6 JULI 1997

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 6 JULI 1997 [KONINKLIJK BESLUIT VAN 6 JULI 1997 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 18 november 1996 houdende invoering van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen, in geval van faillissement,

Nadere informatie

Administratieve schikking voor de toepassing van de overeenkomst over de sociale zekerheid tussen België en Canada van 10 mei 1984

Administratieve schikking voor de toepassing van de overeenkomst over de sociale zekerheid tussen België en Canada van 10 mei 1984 Administratieve schikking voor de toepassing van de overeenkomst over de sociale zekerheid tussen België en Canada van 10 mei 1984 (Inwerking getreden op 1 januari 1987 Belgisch Staatsblad: 10 februari

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/13/159 ADVIES NR 13/66 VAN 2 JULI 2013 BETREFFENDE DE AANVRAAG VAN XERIUS KINDERBIJSLAGFONDS VOOR HET VERKRIJGEN

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZ/09/039 ADVIES NR 09/06 VAN 21 APRIL 2009 MET BETREKKING TOT HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT REGELING VAN

Nadere informatie

TITEL I Algemene bepalingen

TITEL I Algemene bepalingen ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË (Inwerkingtreding 01-01-2016, gepubliceerd

Nadere informatie

De nieuwe berekeningswijze van de sociale bijdragen : wat verandert er voor de zelfstandigen? 6/5/2014. Partena HDP

De nieuwe berekeningswijze van de sociale bijdragen : wat verandert er voor de zelfstandigen? 6/5/2014. Partena HDP De nieuwe berekeningswijze van de sociale bijdragen : wat verandert er voor de zelfstandigen? 6/5/2014 Partena HDP 1. Berekening tot eind 2014 De sociale bijdragen zijn verschuldigd per kwartaal en ondeelbaar.

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/15/135 BERAADSLAGING NR 09/004 VAN 13 JANUARI 2009, GEWIJZIGD OP 1 SEPTEMBER 2015, MET BETREKKING TOT DE

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/048 BERAADSLAGING NR. 18/029 VAN 6 MAART 2018 OVER DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS UIT DE PERSOONSGEGEVENSBANK

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 5; SCSZ/07/060 1 BERAADSLAGING NR. 07/017 VAN 24 APRIL 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS IN HET KADER VAN HET HERMES-PROJECT TUSSEN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN (RVP), HET RIJKSINSTITUUT

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/195 ADVIES NR 08/18 VAN 2 DECEMBER 2008 BETREFFENDE DE AANVRAAG VAN DE LANDSBOND DER CHRISTELIJKE MUTUALITEITEN

Nadere informatie

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid 1 Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid IVC/KSZG/19/080 BERAADSLAGING NR. 19/046 VAN 5 MAART 2019 OVER DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS INZAKE DE AANGIFTE VAN VERENIGINGSWERK

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid" SCSZ/13/128 BERAADSLAGING NR. 13/058 VAN 4 JUNI 2013 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS TUSSEN

Nadere informatie

LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet van 30 december 1992 Brussel, 6 februari 2019 Advies 2019102 Uitgebracht op eigen initiatief Artikel 109 van de

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid" SCSZ/13/177 BERAADSLAGING NR. 13/082 VAN 3 SEPTEMBER 2013 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.]

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.] [KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.] (20) (35) (B.S. 13 december 1996 - erratum BS 22 januari 1997) Bekrachtigd met uitwerking

Nadere informatie

Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007)

Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007) Wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars (B.S. 9.III.1978) (gecoördineerd tot 3 juni 2007) Gewijzigd bij: Wet van 15 mei 2007 tot verbetering van het sociaal

Nadere informatie

Wet van 12 juli 2013 tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen

Wet van 12 juli 2013 tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen Wet van 12 juli 2013 tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de bestrijding van de loonkloof tussen mannen en vrouwen (BS, 26-07-2013) HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling Artikel 1 Deze wet regelt

Nadere informatie

Statuut van de Zelfstandige in hoofdberoep

Statuut van de Zelfstandige in hoofdberoep STATUUT VAN ZELFSTANDIGE IN HOOFDBEROEP OF BIJBEROEP Statuut van de Zelfstandige in hoofdberoep... Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut?... Verplichtingen... Rechten... Statuut Zelfstandige

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/10/133 BERAADSLAGING NR 10/078 VAN 9 NOVEMBER 2010 MET BETREKKING TOT DE TOEGANG TOT DE KRUISPUNTBANKREGISTERS

Nadere informatie

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van )

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van ) Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Federale Republiek Brazilië (Inwerkingtreding 01-12-2014, gepubliceerd

Nadere informatie

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid IVC/KSZG/18/256 BERAADSLAGING NR. 18/148 VAN 6 NOVEMBER 2018 MET BETREKKING TOT DE UITWISSELING VAN IDENTIFICATIEGEGEVENS TUSSEN DE FEDERALE

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER 1967. houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER 1967. houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen (B.S. 10 januari 1968) P.120 Aangevuld, gewijzigd en aangepast door :

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/10/135 ADVIES NR 10/26 VAN 9 NOVEMBER 2010 BETREFFENDE DE AANVRAAG VAN MULTIPEN SOCIAAL VERZEKERINGSFONDS

Nadere informatie

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, 12 DECEMBER 2010. - Wet tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/13/187 ADVIES NR 13/77 VAN 3 SEPTEMBER 2013 BETREFFENDE DE AANVRAAG VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR DE SOCIALE

Nadere informatie

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.]

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.] [KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.] (20) (35) (B.S. 13 december 1996 - erratum BS 22 januari 1997) Bekrachtigd met uitwerking

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/035 BERAADSLAGING NR 11/026 VAN 5 APRIL 2011 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

BS 11/06/2015 in voege vanaf 21 juni 2015

BS 11/06/2015 in voege vanaf 21 juni 2015 10 MEI 2015. - Koninklijk besluit betreffende de bewijskracht van de gegevens die door de ziekenhuizen worden opgeslagen, verwerkt of meegedeeld door middel van een optische en fotografische techniek,

Nadere informatie

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. 12 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid. - Bron : SOCIALE VOORZORG Publicatie : 21-08-1993 Inwerkingtreding

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/10/085 BERAADSLAGING NR 10/016 VAN 2 MAART 2010, GEWIJZIGD OP 6 JULI 2010, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid" SCSZ/14/102 BERAADSLAGING NR. 14/054 VAN 1 JULI 2014 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS MET

Nadere informatie

Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut?

Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut? Statuut van de Helpende echtgenoot Het sociaal statuut der zelfstandigen betreft rechten en plichten als zelfstandige op sociaal gebied, met name inzake gezinsbijslag, ziekte- en invaliditeitsverzekering,

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/15/020 BERAADSLAGING NR. 15/007 VAN 3 MAART 2015 INZAKE DE TOEGANG TOT DE PERSOONSGEGEVENSBANK E-PV DOOR

Nadere informatie

BIJLAGEN. Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag I II III IV V

BIJLAGEN. Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag I II III IV V BIJLAGEN Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag Naar aanleiding van de Algemene Kinderbijslagwet heeft FAMIFED een tabel opgemaakt met de impact van de verschillende bijdragereeksen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/048 BERAADSLAGING NR. 08/017 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen (B.S. 10 januari 1968) P.120 Aangevuld, gewijzigd en aangepast door :

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/18/049 BERAADSLAGING NR. 18/030 VAN 6 MAART 2018 OVER DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS UIT DE PERSOONSGEGEVENSBANK

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/095 ADVIES NR 11/13 VAN 9 AUGUSTUS 2011 MET BETREKKING TOT DE ERKENNING VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP

Nadere informatie

#$%$&'(& %)*+,$-./$& 0.-,& 1&/&23/&- 4567!" 89:;<: C?DAEF?B?B GB F?> H?IJGAEF 4>KK>ALIKM CKB NOPNOPQNOR >S> TNPNUPQNORV.W

#$%$&'(& %)*+,$-./$& 0.-,& 1&/&23/&- 4567! 89:;<: C?DAEF?B?B GB F?> H?IJGAEF 4>KK>ALIKM CKB NOPNOPQNOR >S> TNPNUPQNORV.W 01234154616776 90 41 9030155 0 46515!"! #$%$&'(& %)*+,$-./$& 0.-,& 1&/&23/&- 4567!" 89:;?@A>?B C?DAEF?B?B GB F?> H?IJGAEF 4>KK>ALIKM CKB NOPNOPQNOR >S> TNPNUPQNORV.W 6? C?DCKBJ?BX 1BFSYM QZOP 1BFSYM

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/10/091 BERAADSLAGING NR 10/054 VAN 6 JULI 2010 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/070 BERAADSLAGING NR 11/045 VAN 7 JUNI 2011 MET BETREKKING TOT MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE

Nadere informatie

a) SOCIAAL STATUUT TWEEDE DEEL a) RUST EN OVERLEVINGSUITKERINGEN

a) SOCIAAL STATUUT TWEEDE DEEL a) RUST EN OVERLEVINGSUITKERINGEN RIJKSINSTITUUT VOOR DE SOCIALE VERZEKERINGEN DER ZELFSTANDIGEN SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Officieuze coördinatie van de wetteksten BIJWERKING 2017/2 (teksten verschenen in het Belgisch Staatsblad

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

9 JANUARI Koninklijk besluit betreffende de biobanken

9 JANUARI Koninklijk besluit betreffende de biobanken 9 JANUARI 2018. - Koninklijk besluit betreffende de biobanken BS 05/02/2018 Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1 "de wet" : de wet van 19 december 2008 betreffende het

Nadere informatie

CAO van 30 september 2009 tot vaststelling van de overgangsregeling in het kader van de invoering van de sectorale tweede pensioenpijler

CAO van 30 september 2009 tot vaststelling van de overgangsregeling in het kader van de invoering van de sectorale tweede pensioenpijler CAO van 30 september 2009 tot vaststelling van de overgangsregeling in het kader van de invoering van de sectorale tweede pensioenpijler Art. 1 Voorwerp van deze CAO Deze CAO stelt voor de arbeiders van

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/142 BERAADSLAGING NR 11/092 VAN 6 DECEMBER 2011 MET BETREKKING TOT DE ONDERLINGE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/083 ADVIES NR 11/11 VAN 5 JULI 2011 MET BETREKKING TOT DE ERKENNING VAN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP MONIZZE

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5; TC/97/86 ADVIES Nr. 97/07 VAN 11 SEPTEMBER 1997 BETREFFENDE EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT UITVOERING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 DECEMBER 1996 HOUDENDE MAATREGELEN MET HET OOG OP DE INVOERING

Nadere informatie