Studiegidsinformatie Dutch Studies

Transcriptie

1 Studiegidsinformatie Dutch Studies Dit PDF document bevat: Opzet propedeuse Opzet 2e en 3e jaar Overige studie-informatie Opzet propedeuse 2008/2009 Opbouw van het propedeuseprogramma Aanwezigheidsplicht Schema propedeuse Bindend Studieadvies (BSA) en studiebegeleidingsplan Propedeutisch examen Overgangsregeling naar het tweede jaar Overgangsregeling naar de nieuwe Bachelor 2008 Opbouw van het propedeuseprogramma Het eerste jaar (propedeuse) Nederlandkunde / Dutch Studies bestaat uitsluitend uit onderdelen van het hoofdvak. De nadruk ligt op taalvaardigheid: maar liefst de helft van het aantal studiepunten wordt daaraan besteed. De eerste weken wordt tijdens deze colleges Engels als instructietaal gebruikt. Naast taalvaardigheid worden in het eerste jaar inleidingen gegeven in de Nederlandse kunst- en cultuurgeschiedenis. In het eerste semester worden twee van deze colleges, Introduction to Art History of the Netherlands en Introduction to Dutch Studies in het Engels gegeven. Vanaf het tweede semester wordt het onderwijs echter uitsluitend in het Nederlands gehouden. Onderstaand schema beschrijft het programma voor studenten zonder enige kennis van het Nederlands. Studenten met enige of uitgebreide kennis van het Nederlands volgen deels een aangepast programma en volgen daarom sommige colleges in een ander semester dan in dit schema is aangegeven. Studenten moeten zich voor de vakken aanmelden via U-Twist. Aanwezigheidsplicht Er geldt een aanwezigheidsplicht voor de werkcolleges. Studenten worden geacht bij alle werkcolleges aanwezig en voorbereid te zijn. Indien meer dan 2 colleges worden gemist, kan de student niet meer deelnemen aan de colleges, kan geen opdrachten meer inleveren en kan niet deelnemen aan het tentamen. Voor de hoorcollege geldt geen aanwezigheidsplicht, aanwezigheid wordt wel warm aanbevolen: studenten die de colleges volgen, maken meer kans om voor het tentamen te slagen.

2 Schema propedeuse Eerste semester ECTS DSSL1A Taalverweving I, Spreken/luisteren 1 A 5 DSLW1A Taalverwerving I, Lezen/woordenschat 1 A 5 DSSG1A Taalverwerving I, Schrijven/Grammatica 1 A 5 DSKGA1 Cultuurwetenschap I, Introduction to the Art History of the Netherlands A 5 DSKGB1 Cultuurwetenschap I, Introduction to the Art History of the Netherlands B 5 DSIDS1 Cultuurwetenschap I, Introduction to Dutch Studies 5 Totale studielast 30 Tweede semester ECTS DSSL1B Taalverwerving I, Spreken/luisteren 1 B 5 DSLW1B Taalverwerving I, Lezen/woordenschat 1 B 5 DSSC1B Taalverwerving I, Schrijven 1 B 5 DSTA1 Taalwetenschap I, Taalanalyse 5 DSCM1 Cultuurwetenschap I, Inleiding in de cultuur en maatschappij 5 van Nederland DSLIC1 Cultuurwetenschap I, Literatuur in context 5 Totale studielast 30 Bindend Studieadvies (BSA) en studiebegeleidingsplan Studenten Nederlandkunde/Dutch Studies vallen, net als alle andere studenten van de Universiteit Leiden, onder de BSA-regeling. Eind januari, half juni en eind augustus wordt de voortgang van alle propedeusestudenten schriftelijk geëvalueerd. In januari en juni krijgen zij naar aanleiding hiervan een voortgangsadvies en in augustus het bindende eindadvies. Voor een positief bindend studieadvies aan het eind van het jaar moeten minimaal 40 ects zijn gehaald, èn een voldoende voor het onderdeel Literatuur in context. Ook moet de propedeuse binnen twee jaar afgerond zijn, anders krijgt de student alsnog een negatief advies. Een student die een bindend negatief advies heeft gekregen, mag zich de volgende vier jaar niet inschrijven voor het BA-programma Nederlandkunde/Dutch Studies.

3 Alle propedeusestudenten, ook zij die instromen in het tweede jaar, worden intensief begeleid. In september voeren de docenten en de studiecoördinator met iedere nieuwe student een kennismakingsgesprek en tijdens het semester worden collectieve bijeenkomsten en individuele gesprekken gehouden. Er wordt onder andere gesproken over de studievoortgang en over studiemogelijkheden na de propedeuse. De studiecoördinator legt van iedere student een dossier aan; de student heeft het recht dit dossier in te zien. Propedeutisch examen Om te slagen voor het propedeutisch examen moeten alle studieonderdelen van het eerste jaar met een voldoende zijn afgesloten. Voor taalverwervingsonderdelen geldt één uitzondering: als een student in het eerste semester voor een onderdeel een 5 maar niet lager heeft gehaald, en in het tweede semester voor dit onderdeel een voldoende, wordt de 5 van het eerste semester door de voldoende van het tweede semester alsnog omgezet in een voldoende (6). Nogmaals: de propedeuse moet binnen twee jaar gehaald worden. Overgangsregeling naar het tweede jaar Wie de propedeuse heeft behaald, heeft automatisch het recht om deel te nemen aan de colleges en tentamens van het tweede jaar. De examencommissie kan een student die de propedeuse nog niet heeft gehaald, toestemming geven om aan colleges en tentamens van het tweede jaar deel te nemen, bijvoorbeeld: Studenten die de propedeuse nog niet hebben gehaald, mogen deelnemen aan de taalvaardigheidscolleges waarvoor zij aan het einde van het eerste jaar een voldoende hebben gehaald. Echter, studenten die de propedeuse niet binnen een jaar hebben behaald, moeten rekening houden met een ernstige studievertraging. In de meeste gevallen gelden namelijk voor de colleges van het tweede jaar extra toegangseisen. Die staan vermeld in cursusbeschrijvingen. Als studenten aan de toegangseisen van een college niet voldoen, mogen zij aan dat college ook niet deelnemen. Overgangsregeling naar de nieuwe Bachelor 2008 De eerstejaarsstudenten die hun propedeuse tot 31 augustus 2008 niet hebben gehaald, moeten hun propedeuse in halen volgens het schema hieronder. Hierover hebben ze een brief van de examencommissie ontvangen.

4 Propedeuse Vervangen door onderdeel nieuwe Niet gehaald in de oude stijl: ects stijl: ects Spreken/Luisteren 2de sem 4 Spreken/Luisteren 2de sem 5 Lezen/Woordenschat 2de sem 4 Lezen/Woordenschat 2de sem 5 Schrijven 2de sem 4 Schrijven 5 Grammatica 2de sem 4 Individueel: extra tentamen Taalanalyse 4 Taalanalyse 5 Art History A 4 Art History A 5 Art History B 4 Art History B 5 Introduction to Dutch Studies 4 Introduction to Dutch Studies 5 Cultuur en Maatschappij A en 8 B Cultuur en Maatschappij * 5 Cultuur en Maatschappij A 4 individueel: aanvullende opdracht (portfolio)* Cultuur en Maatschappij B 4 individueel: aanvullende opdracht* Literatuur in Context 4 Literatuur in Context 5 * Er moeten individuele afspraken gemaakt worden. Opzet tweede en derde jaar, 2008/2009 Opbouw van het tweede en derde jaar Aanwezigheidsplicht Schema tweede jaar Schema derde jaar Keuzeruimte Afstuderen Overgangsregeling naar de nieuwe Bachelor 2008 Opbouw van het tweede en derde jaar Het tweede jaar bestaat uitsluitend uit het onderdelen van het hoofdvak. Ruim een derde deel van het aantal studiepunten wordt aan taalvaardigheid besteed. Daarnaast zijn er inleidende colleges in de Nederlandse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Ook worden methoden en technieken voor letterkundig, taalkundig en historisch onderzoek aangeleerd. In het derde jaar verzorgt de opleiding Nederlandkunde colleges taalverwerving voor gevorderden waarin ook theoretische en praktische problemen van het vertalen worden

5 besproken. Naast de verplichte onderdelen van het hoofdvak moeten studenten in het derde jaar ook hun keuzepakket kiezen. Welk keuzepakket de studenten volgen is afhankelijk van de specialisatie die ze gekozen hebben: Nederlandse taalkunde, letterkunde, geschiedenis of kunstgeschiedenis. In verband met de specialisatie en het schrijven van het BA-werkstuk is het noodzakelijk om een keuzepakket te kiezen op het gebied van de Nederlandse taalkunde, literatuur, geschiedenis of kunstgeschiedenis. De keuzepakket keuze moeten de studenten bespreken met de toekomstige scriptiebegeleider en de studiecoördinator. Verder is er in het derde jaar ook ruimte voor twee kerncurriculumvakken. Afhankelijk van de specialisatie volgen de studenten in het eerste semester een van de volgende kerncurriculumvakken: Inleiding Literatuurwetenschap, Inleiding Taalwetenschap, Inleiding Historische Wetenschap of Kunstgeschiedenis in Mondiaal Perspectief. In het tweede semester nemen de derdejaarsstudenten deel aan het kerncurriculumvak Wetenschapsfilosofie. Als afsluiting van de BA-studie Nederlandkunde schrijven studenten een werkstuk van 10 ects. Dit doen ze zelfstandig, maar ze worden daarbij wel begeleid door een van de docenten. Wie dat is, hangt af van de specialisatie en het onderwerp dat studenten kiezen. Studenten moeten zich voor de vakken aanmelden via U-Twist. Aanwezigheidsplicht Er geldt een aanwezigheidsplicht voor de werkcolleges. Studenten worden geacht bij alle werkcolleges aanwezig te zijn. Indien meer dan 2 colleges worden gemist, kan de student niet meer deelnemen aan de colleges, kan geen opdrachten meer inleveren en evenmin deelnemen aan het tentamen. De onderstaande schema s geven de opbouw van het tweede en derde jaar weer. Schema tweede jaar Eerste semester ECTS DSGR2A Taalvaardigheid II, Grammatica 5 DSWS2A Taalvaardigheid II, Woordenschat/schrijven 5 Taalvaardigheid II, Mondelinge communicatietechnieken: DSMCT2 presenteren en debatteren* 5 DSGNL2 Taalwetenschap II, Geschiedenis van het Nederlands 5 Cultuurwetenschap II, Inleiding in de Nederlandse letterkunde DSLK2A voor Cultuurwetenschap II, Inleiding in de Nederlandse geschiedenis DSGE2A 5 voor Tweede semester DSGS2B Taalvaardigheid II, Grammatica/Schrijven 5

6 DSALT2 Taalvaardigheid II, Analyse literaire teksten 5 DSLIN2 Taalwetenschap II, Inleiding linguïstiek 5 Cultuurwetenschap II, Methoden en technieken van DSMET2 letterkundig, taalkundig en historisch onderzoek 5 Cultuurwetenschap II, Inleiding in de Nederlandse letterkunde DSLK2B na Cultuurwetenschap II, Inleiding in de Nederlandse geschiedenis DSGE2B 5 na 1800 Totale studielast 30 *) Dit onderdeel is verspreid over het eerste en tweede semester. Schema derde jaar Eerste semester ECTS DSWSG3 Taalvaardigheid III, Woordenschat, schrijven en grammatica 5 BA303TV Vertalen 5 Keuzeruimte 15 Kerncurriculumvak* 5 Totale studielast 30 Tweede semester Wetenschapsfilosofie 5 Keuzeruimte 15 DSSCR3 BA-werkstuk 10 Totale studielast 30 *) Afhankelijk van de specialisatie volgen de studenten in het eerste semester een van de volgende kerncurriculumvakken: Inleiding Literatuurwetenschap, Inleiding Taalwetenschap, Inleiding Historische Wetenschap of Kunstgeschiedenis in Mondiaal Perspectief. Studenten wordt aangeraden om de studielast zo gelijk mogelijk te spreiden over de semesters. Bij de keuze van de minorcolleges dient daarmee rekening gehouden te worden; daarnaast wordt studenten aangeraden om al in het eerste semester te beginnen met de voorbereidingen voor het werkstuk. Keuzeruimte Elke student heeft in het derde jaar een keuzeruimte van 30 ECTS. Uitgebreide informatie over deze keuzeruimteis te vinden in de digitale keuzeruimtegids.

7 Gelet op de specialisaties in de doorstroommasteropleiding wordt studenten uitdrukkelijk aangeraden om hun keuzeruimte te vullenop het gebied van de taalkunde, letterkunde, geschiedenis en/of kunstgeschiedenis. Het is voor buitenlandse studenten van andere opleidingen wel mogelijk om een keuzepakket Nederlandkunde/Duch Studies te volgen: Traject 1 Nederlandse kunst en cultuur, Traject 2 Nederlandse taal en taalwetenschap of Traject 3 Nederlandse geschiedenis en letterkunde. Neem voor nadere informatie contact op met de studiecoördinator, mw. drs. I.Zagar. i.zagar@hum.leidenuniv.nl, tel Afstuderen Zodra een student aan alle verplichtingen heeft voldaan, kan hij een afspraak maken met de studiecoördinator om de afwikkeling van het afstudeerproces te bespreken. Verder moet de student in afspraak met zijn begeleiders bij het Bureau Pedel een datum reserveren voor de afstudeerceremonie. De wachttijd is ongeveer één maand. Bij de aanvraag voor het afstuderen moet de student het volgende inleveren: een kopie van het propedeusediploma en een brief van de studiecoördinator waarin staat dat hij aan alle verplichtingen ten behoeve van het bachelorexamen heeft voldaan. De details over deze procedure zijn te vinden op Overgangsregeling naar de nieuwe Bachelor 2008 De studenten van het tweede en het derde jaar die tot 31 augustus 2008 het tweede of derde jaar nog niet helemaal hebben afgerond, moeten hun ontbrekende vakken halen volgens schema hieronder. Hierover hebben ze een brief van de examencommissie ontvangen. 2de jaar Niet gehaald in de oude stijl: Vervangen door onderdeel nieuwe ects stijl: ects Grammatica II-1 4 Grammatica II-1 5 Woordenschat/Schrijven 4 Woordenschat/Schrijven 5 Historische Taalkunde 4 Komt te vervallen. Eventueel een vervangend literatuurtentamen * Moderne taalkunde 5 Inleiding linguïstiek 5 Mondelinge Communicatietechnieken 4 Mondelinge Communicatietechnieken 5 Mondelinge Mondelinge Communicatietechnieken Communicatietechnieken: 2 2,5 presenteren* presenteren Mondelinge Communicatietechnieken: debatteren 2 Mondelinge Communicatietechnieken: debatteren* 2,5

8 Grammatica II-2 4 Grammatica II-2 5 Schrijven II 4 individueel: aanvullende schrijfopdrachten* 4 Literaire Teksten 4 Analyse Literaire Teksten 5 Leeslijst Moderne Letterkunde 4 Komt te vervallen: eventueel een vervangend literatuurtentamen * Letterkunde tot Letterkunde tot Letterkunde vanaf Letterkunde vanaf Geschiedenis van het Nederlands 4 Geschiedenis van het Nederlands 5 Geschiedenis tot Geschiedenis tot Geschiedenis vanaf Geschiedenis vanaf * Er moeten individuele afspraken gemaakt worden. Overige informatie over de studie Bachelor en master Het BA-hoofdvak Keuzeruimte Bacheloreindtermen Propedeuse- en bachelordiploma Studiebelasting en studiepunten Tentamens Administratie van tentamenresultaten Toegangseisen Studiepunt Geesteswetenschappen Bachelor en master Het studieprogramma Nederlandkunde/Dutch Studies dat in september 2002 is gestart en in 2007 is herzien, bestaat uit twee delen: het bachelorprogramma (BA) en een daarop aansluitend masterprogramma (MA). Deze gids beschrijft vanaf de volgende paragraaf het driejarige bachelorprogramma. De masterprogramma s van de Faculteit der Geesteswetenschappen zijn in 2005 begonnen, als de eerste lichting studenten de bachelorprogramma s heeft afgerond. Elke student die een BA-diploma in een Leidse studie geesteswetenschappen behaalt, krijgt zonder verdere selectie toegang tot minstens één MA-programma. In het algemeen zal dat de doorstroommasteropleiding zijn, dat wil zeggen een meestal eenjarig MA-programma op het gebied van de afgesloten BAstudie. Naast het doorstroom MA-programma Nederlandkunde/Dutch Studies is het onder bepaalde voorwaarden ook mogelijk om door te stromen naar een ander MA-programma, bijvoorbeeld MA-Nederlandse taal en cultuur, Duale master Nederlands als Tweede Taal

9 (UvA), naar sommige tweejarige onderzoeksmasteropleidingen of naar een tweejarige educatieve masteropleiding (lerarenopleiding). Het BA-hoofdvak Het eerste jaar (de propedeuse) en tweede jaar van het bachelorprogramma bestaan uitsluitend uit onderdelen van het hoofdvak. In het derde studiejaar volgen studenten naast de verplichte opleidingsvakken ook de vakken van het kerncurriculum. In dit jaar is er ook ruimte voor een minor van 30 ects (zie verder onder het kopje Minor). Het derde jaar wordt afgesloten met een BA-werkstuk van 10 ects. In de BA-studie Nederlandkunde/Dutch Studies staan de Nederlandse taal en cultuur centraal. In de eerste twee jaar ligt de nadruk op taalvaardigheid: in het eerste jaar wordt de helft van het aantal studiepunten daaraan besteed, en in het tweede jaar ruim een derde deel. Ook wordt vanaf het eerste jaar aandacht besteed aan de bestudering van de taal vanuit taalwetenschappelijk perspectief. Daarnaast worden in het eerste jaar inleidingen gegeven in de Nederlandse kunst- en cultuurgeschiedenis, en in het tweede jaar inleidingen in de Nederlandse taalkunde, literatuur en geschiedenis. In het tweede jaar worden ook methoden en technieken voor letterkundig, taalkundig en historisch onderzoek aangeleerd. In het derde jaar verzorgt de opleiding Nederlandkunde colleges taalverwerving voor gevorderden, waarin tevens theoretische als praktische problemen van het vertalen worden besproken. Het derde jaar van het bachelorprogramma bestaat behalve uit de onderdelen van het hoofdvak uit ook uit twee kerncurriculumvakken van 5 ects en een minor van 30 ects. Hoe die worden ingevuld, is voor iedere student anders. Wel moet iedere student het kerncurriculumvak Wetenschapsfilosofie volgen. In verband met de specialisatie en het schrijven van het BA-werkstuk is het noodzakelijk om een minor te kiezen op het gebied van de Nederlandse taalkunde, literatuur, geschiedenis of kunstgeschiedenis. Afhankelijk van de specialisatie volgen de studenten een van de volgende kerncurriculumvakken: Inleiding Literatuurwetenschap, Inleiding Taalwetenschap, Inleiding Historische Wetenschap of Kunstgeschiedenis in Mondiaal Perspectief. Als afsluiting van de BA-studie Nederlandkunde schrijven studenten een werkstuk van 10 ects. Dit doen ze zelfstandig, maar ze worden daarbij wel begeleid door een van de docenten. Wie dat is, hangt af van de specialisatie en het onderwerp dat studenten kiezen. Keuzeruimte Elk bachelorprogramma biedt een keuzeruimte van 30 ects. In verband met de specialisatie en het schrijven van het BA-werkstuk is het noodzakelijk om een keuzepakket te kiezen op het gebied van de Nederlandse taalkunde, literatuur, geschiedenis of kunstgeschiedenis.

10 De keuzepakketten moeten bij een andere opleiding gevolgd worden, meestal bij de opleiding Nederlandse taal en cultuur, Geschiedenis en Kunstgeschiedenis. Er kan ook een keuzepakket gevolgd worden dat door meerdere opleidingen wordt verzorgd, bijvoorbeeld het keuzepakket Tweedetaalverwerving. De studenten mogen ook hun eigen keuzepakket samenstellen. Zo n keuzepakket moet voldoen aan bepaalde eisen, moet passen binnen de specialisatie die de student heeft gekozen en moet goedgekeurd worden door de examencommissie. Studenten kunnen kiezen voor één van de facultaire keuzepakketten, maar kunnen hun keuzeruimte ook met een zelf samengesteld pakket invullen. Daarin kan ook een stage of een buitenlandverblijf worden opgenomen. Als een student geen keuzepakket kiest, maar zelf een voorstel doet voor invulling van de keuzeruimte, is vooraf goedkeuring door de examencommissie nodig. Zie voor uitgebreide informatie Daar vind je naast een schets van alle mogelijkheden, ook een omschrijving van alle keuzepakketten die de faculteit aanbiedt. Onder de naam PraktijkStudies worden drie beroepsgerichte keuzepakketten aangeboden Management Journalistiek & Nieuwe Media Europese Unie Studies Voor meer informatie over de praktijkstudies, zie: Studenten die overwegen de lerarenopleiding bij het ICLON te doen na hun MA Dutch Studies, doen er verstandig aan 'Leren en Communiceren' in hun keuzeruimte op te nemen. Wie dit vak niet gevolgd heeft en toch toegelaten wil worden tot de lerarenopleiding dient voor aanvang van die opleiding een oriëntatiecursus in het onderwijs te volgen. Bacheloreindtermen De opleiding Nederlandkunde/Dutch Studies leidt niet-nederlandstalige studenten op tot Nederlandkundigen. De student verwerft een uitgebreide kennis van de taal en cultuur van de Nederlanden. Daarnaast ontwikkelt hij het vermogen om theoretische en praktische vragen te benaderen op de manier die binnen het vakgebied gebruikelijk is. Hij leert bovendien kritisch te reflecteren op de vakwetenschappelijke literatuur. Voor het niveau van taalvaardigheid gelden de volgende doelstellingen in termen van het Europees referentiekader taalvaardigheid: eerste jaar bachelor luisteren B1 C1 lezen B1 C1 gesproken interactie A2 B2

11 gesproken productie B1 B2 schrijven B1 B2 Voor de overige vakken gelden de volgende doelstellingen: Bachelors Nederlandkunde beschikken over: algemene kennis van en inzicht in de inhoud en omvang van het vakgebied van Nederlandkunde, neerkomend op de systematiek en de historische ontwikkeling van de Nederlandse taal, een overzicht van schrijvers, stromingen en werken uit de Nederlandse letterkunde, een overzicht van de vaderlandse geschiedenis en de Nederlandse kunst- en cultuurgeschiedenis en aspecten van de hedendaagse Nederlandse cultuur en samenleving algemene kennis van en inzicht in de kernbegrippen, het apparaat, de onderzoeksmethoden en -technieken van de vaderlandse geschiedenis, de Nederlandse taal- en letterkunde en kunst- en cultuurgeschiedenis. Dit betekent voor de literatuurwetenschap: kennis hebben van en inzicht in een beperkt maar representatief corpus van primaire teksten van de Middeleeuwen tot heden de belangrijkste schrijvers, teksten en stromingen kunnen plaatsen in een literair-historische context in staat zijn een literaire tekst op een wetenschappelijke manier te analyseren en hiervan verslag te doen. Dit betekent voor de taalkunde: kennis hebben van basisbegrippen van de Nederlandse fonologie, morfologie, syntaxis en semantiek inzicht hebben in de belangrijkste taalverwervingstheorieën kennis hebben van de ontwikkeling van de Nederlandse taal, de taalvariatie en de plaats van het Nederlands in de Indo-Europese taalfamilie in staat zijn gesproken en geschreven taal op een wetenschappelijke manier te analyseren en hiervan verslag te doen. Dit betekent voor de cultuurwetenschap: kennis hebben van aspecten van de beeldende kunst in de Nederlanden van de Middeleeuwen tot heden in hun historische context kennis hebben van aspecten van de geschiedenis van de Nederlanden van de Prehistorie tot heden

12 kennis hebben van de hedendaagse Nederlandse cultuur en maatschappij en het ontstaan ervan. Propedeuse- en bachelordiploma Studenten die het eerste jaar van de BA studie met succes afsluiten, ontvangen het propedeusediploma. De bachelorstudie wordt afgesloten met een examen. Dit examen is geformaliseerd, dat wil zeggen dat studenten aan de eisen voor het examen hebben voldaan, zodra zij het programma van het bachelorprogramma met voldoende resultaat hebben doorlopen. Het diplomasupplement bevat nadere informatie over de gevolgde vakken en de behaalde resultaten. Studiebelasting en studiepunten Uitgangspunt is dat een student per jaar 42 weken aan de studie besteedt en dan veertig uur per week werkt. Een studiejaar telt zo 1680 studie-uren. De studiebelasting wordt uitgedrukt met behulp van het European Credit Transfer System. De 1680 studie-uren staan gelijk aan 60 ects-punten, dus 1 ects-punt (kortweg ects ) staat voor 28 uur. Bij de berekening van de zwaarte van een studieonderdeel gaat de opleiding uit van de volgende normen: Contacturen per college Voorbereiding per 1 uur hoorcollege Voorbereiding per 1 uur werkgroep/taalverwervingscollege tweede en derde jaar: 3 tot 8 uur Bachelorwerkstuk (derde jaar) Voorbereiding tentamen lezen handboek/artikel: per 4 pagina s 1 uur lezen monografie: per 5 pagina s 1 uur lezen letterkundig werk oudere letterkunde: per 20 pagina s 1 uur Contacturen per tentamen afhankelijk van het specifieke college 1 uur eerste jaar: ± 2 uur 336 uur lezen syllabus: per 6 pagina s 1 uur moderne letterkunde: per 25 pagina s 1 uur afhankelijk van het tentamen Men dient te bedenken dat het hier een norm betreft: de werkelijk benodigde studietijd is variabel en afhankelijk van de taal- en studievaardigheid van de student.

13 Tentamens Ter afronding van de studieonderdelen worden tentamens afgenomen. De uitslag wordt zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen vijftien werkdagen bekendgemaakt. Tentamens kunnen in hetzelfde collegejaar één keer worden overgedaan. Wie het tentamen ook bij de herkansing niet haalt, moet in het volgende cursusjaar het betreffende college opnieuw volgen. Slechts bij uitzondering is een tweede herkansing binnen hetzelfde cursusjaar mogelijk. De opleiding Nederlandkunde/Dutch Studies kent drie vaste tentamenperiodes per jaar: december/januari mei/juni eind augustus. Buiten deze periodes kunnen ook tentamens en herkansingen plaatsvinden; de tijdstippen daarvan worden in overleg met de docent vastgesteld. Studenten moeten zich inschrijven voor tentamens via U-Twist. Administratie van tentamenresultaten Cijfers van tentamens worden vastgesteld door de docent. Cijfers worden als volgt afgerond: 1,25 t/m 1,74 = 1,5 en 1,75 t/m 2,24 = 2. Cijfers tussen 5 en 6 worden niet gegeven. Hier geldt: 4,75 t/m 5,49 = 5 en 5,50 t/m 6,24 = 6. Een 6 of hoger is voldoende; een 5 of lager is onvoldoende. De resultaten van tentamens, werkgroepen en scripties worden door het secretariaat van de opleiding verwerkt in het geautomatiseerde administratiesysteem ISIS/S&S. Daarvoor is het noodzakelijk dat er gebruik wordt gemaakt van een aantal vaste codes die overeenkomen met de afgelegde studieonderdelen, zoals ook vermeld in deze studiegids. Studenten ontvangen via U-mail hun tentamenresultaten; via U-Twist kunnen zij een overzicht met alle behaalde tentamenresultaten opvragen. Schriftelijke en eventuele mondelinge tentamens worden gedateerd op de dag van aflegging. Werkstukken en scripties worden gedateerd op de dag dat de docenten of scriptiebegeleiders het cijfer toekennen. Docenten verplichten zich tot een tijdige correctie en geven de resultaten direct door aan het secretariaat. Studenten die in het kader van hun hoofdvakstudie cursussen volgen aan andere Nederlandse of buitenlandse universiteiten, dienen daar zelf om studiebewijzen te vragen en deze zo spoedig mogelijk te bezorgen bij de studieadministratie van de eigen opleiding. Het is de verantwoordelijkheid van de student dat de administraties van de universiteit en de opleiding steeds over zijn of haar juiste adres beschikken (dit is het adres waarop men het best en snelst wordt bereikt). Adreswijzigingen dient men onmiddellijk door te geven. Dat kan het best via U-Twist) of bij de centrale informatiebalie, Studentencentrum Plexus,

14 Kaiserstraat 25. De nieuwe gegevens zijn daarmee ook bereikbaar voor de eigen studieadministratie. Toegangseisen In het algemeen geldt dat een Nederlands VWO- of HBO-diploma, een propedeuse- dan wel einddiploma WO, of een HBO-propedeusediploma behaald in of na 1986 toegang geeft tot een bachelorprogramma. De opleiding Nederlandkunde/Dutch Studies is echter specifiek gericht op buitenlandse studenten. Erkende buitenlandse diploma s van secundair c.q. voorbereidend wetenschappelijk onderwijs zoals genoemd in de landelijk vastgestelde lijst geven toegang tot de bacheloropleiding Nederlandkunde. Bij studenten met een ander buitenlands diploma vindt individuele evaluatie van de vooropleiding plaats, waarbij toelatingstoetsen kunnen worden opgelegd. Ook moeten aanstaande studenten beschikken over voldoende kennis van de Engelse taal (IELTS 6,5 of TOEFL 230/570 of Cambridge Certificate of Proficiency in English) Het toelatingsonderzoek (equivalent van het colloquium doctum, maar zonder de leeftijdseis van 21 jaar) heeft betrekking op de vakken Engels en/of geschiedenis. Een aanvraag voor toelating op grond van een buitenlands diploma moet in ieder geval zeer ruim (soms een jaar) vóór aanvang van de studie worden ingediend. Voor informatie en hulp kunt u zich wenden tot het International Office, telefoon +31 (0) of study@io.leidenuniv.nl. Studiepunt Geesteswetenschappen Bij het Studiepunt Geesteswetenschappen kunnen studenten terecht voor de aanschaf van studiemateriaal (syllabi, readers) dat door de opleiding zelf vervaardigd is. Verder informeert het Studiepunt over studiemogelijkheden en voorzieningen binnen de Faculteit der Geesteswetenschappen. Het Studiepunt is gevestigd in de hal van gebouw 1175 (Lipsius-gebouw). Openingstijden: maandag t/m vrijdag: uur donderdag ook van uur tijdens de eerste weken van de readerverkoop (begin semester) ook dinsdag uur Telefoonnummer: ; studiepunt@hum.leidenuniv.nl; website: N.B.: Voor de aanschaf van boeken kunnen studenten het beste naar boekhandel Kooyker (Breestraat 93) gaan. Het geluidsmateriaal (cd s, tapes) dat bij sommige colleges nodig is, is verkrijgbaar bij het secretariaat Nederlandkunde/Dutch Studies tegen betaling van een borg (meestal 10,00).