Studiegidsinformatie Taalwetenschap

Transcriptie

1 Studiegidsinformatie Taalwetenschap Dit PDF document bevat: Opzet propedeuse Opzet 2e en 3e jaar Overige studie-informatie Opzet propedeuse 2008/2009 Opbouw van het propedeuseprogramma Bindend Studieadvies (BSA) Informatie over colleges Tentamens Overgangsregeling naar het tweede jaar Opbouw van het propedeuseprogramma Het jaar is verdeeld in twee semesters. Schema propedeuse Eerste semester ECTS Inleiding Taalwetenschap 5 Experimentele Fonetiek 5 Articulatorische Fonetiek 5 Semantiek 1 (Logica) 5 Syntaxis 1 5 Psycholinguïstiek 5 30 Tweede semester ECTS Analyse en Synthese van Spraak 5 Structuurcursus 5 Semantiek 2 5 Structuurcollege andere opleiding 5 Fonologie 1 5 Syntaxis

2 Bindend Studieadvies (BSA) Het Leids studiesysteem wordt beschreven in het studentenstatuut (te raadplegen via De kern van het studiesysteem is het studiebegeleidingsplan. Dat staat in elke studiegids, dus ook in deze. De belangrijkste onderdelen worden hier kort toegelicht. 1. Met iedere student die voor het eerst in de propedeutische fase van de bacheloropleiding zit, wordt voor eind september een kennismakingsgesprek gehouden. 2. Elke student maakt deel uit van een groepje dat begeleid wordt door een docentmentor. In deze groep wordt regelmatig gesproken over de studie en het studeren. Het doel is inzicht te geven in het geheel van de opleiding, de samenhang tussen de verschillende vakken en de student te ondersteunen bij aanpak en organisatie van de studie. De docentmentor kan bijgestaan worden door een ouderejaarsstudent, de studentmentor. Bij kleine opleidingen worden er soms geen groepen gevormd, maar is er op individuele basis contact met een docentmentor. 3. Tijdens de loop van het studiejaar krijgt elke voltijdse eerstejaarsstudent drie studieadviezen, te weten het eerste studieadvies (eind januari), het voortgangsadvies (tussen half april en begin julie) en het definitieve studieadvies (uiterlijk eind augustus).een voltijdstudent krijgt een bindend negatief studieadvies wanneer in het eerste jaar van inschrijving (vóór 31 augustus) voor de propedeuse: 1. minder dan 40 ECTS-punten zijn behaald; of meer ECTS-punten behaald zijn, maar niet voldaan is aan de aanvullende eisen die zijn vastgesteld in de Onderwijs- en Examenregeling voor die opleiding. 4. Deeltijdstudenten krijgen in het eerste studiejaar één keer een studieadvies, in januari. Aan het eind van het tweede studiejaar krijgt de deeltijdstudent een tussenadvies en het eindadvies wordt uiterlijk 31 augustus van dat jaar uitgebracht. Deeltijdstudenten krijgen een bindend negatief studieadvies als zij in de eerste twee studiejaren: 1. minder dan 40 ECTS-punten hebben behaald; ECTS-punten hebben gehaald, maar niet hebben voldaan is de aanvullende eisen die zijn vastgesteld in de Onderwijs- en Examenregeling voor die opleiding. 5. Studenten die voldoen aan punt 3 en 4 zoals hierboven genoemd, maar aan het eind van het tweede studiejaar (voltijdstudenten) of aan het eind van het derde studiejaar (deeltijdstudenten) niet hun propedeutisch examen hebben gehaald, krijgen alsnog een bindend negatief studieadvies.

3 6. Met een bindend negatief studieadvies is het niet mogelijk om binnen een termijn van vier jaar in dezelfde opleiding door te studeren aan de Universiteit Leiden. Een student die een negatief advies krijgt voor een major/minor-combinatie kan zich de volgende vier jaar niet inschrijven voor de opleiding die de major vormde (dus ook niet voor de monodisciplinaire variant van die opleiding, of voor een andere major/minor-combinatie, waarbij de major door de betreffende opleiding wordt gevormd). Het negatieve advies heeft geen betrekking op de opleiding die de minor heeft gevormd. Een student die een negatief advies krijgt voor een monodisciplinaire variant van de opleiding kan zich de volgende vier jaar ook niet inschrijven voor een major/minor-combinatie waarbij de major gevormd wordt door de opleiding waarvoor het negatieve advies is uitgebracht. 7. Een student die vóór 31 januari van het eerste jaar van inschrijving een verzoek tot uitschrijving doet, krijgt geen studieadvies. Deze student kan desgewenst in een volgend studiejaar opnieuw bij dezelfde opleiding beginnen. 8. Als een voltijdstudent vóór 1 februari van het eerste jaar van inschrijving zijn inschrijving als voltijder beëindigd en zich als deeltijdstudent inschrijft, wordt deze student voor de regeling als deeltijdstudent beschouwd. Als hij na 1 februari zijn inschrijving van voltijdstudent in deeltijdstudent wijzigt, wordt hij voor deze regeling als voltijder beschouwd. Een deeltijd student die zijn inschrijving van deeltijd wijzigt in voltijd, wordt voor deze regeling vanaf het moment van verandering als voltijdstudent behandeld. 9. In sommige omstandigheden is uitstel mogelijk van het advies of kan een examencommissie (via de toepassing van de hardheidsclausule) een negatief advies achterwege laten. Tegen een definitief studieadvies kan beroep aangetekend worden. Meer informatie hierover staat in het studentenstatuut. Informatie over colleges Het onderwijs bij TW wordt op verschillende manieren gegeven: Hoorcolleges Bij een hoorcollege richt een docent zich tot een groep studenten. Een hoorcollege is, op het stellen van vragen na, meestal niet interactief. Werkcolleges en instructiecolleges Tijdens werkcolleges wordt van studenten actieve mondelinge en schriftelijke medewerking verwacht. Dit houdt onder andere in dat je opdrachten moet maken of een referaat moet houden. Tentamens De tentamens zijn in de regel direct na de collegeperiode. Docenten maken zelf afspraken met studenten over het inleveren van werkstukken en opdrachten. Het tentamenrooster is te raadplegen op de website van Taalwetenschap.

4 Overgangsregeling naar het tweede jaar Men wordt geacht voor alle studieonderdelen een voldoende beoordeling te halen. Je kunt onderdelen van een hoger niveau alleen volgen als je de overeenkomstige onderdelen op lager niveau in die discipline hebt gehaald. Studenten zijn vrij in de keuze van de discipline voor hun eindwerkstuk in het derde jaar. Je kunt in alle gevallen voor advies over de planning van je studie terecht bij de studiecoördinator en de docenten van de opleiding. Opzet tweede en derde jaar, 2008/2009 Toelichting Keuzeruimte Studiemogelijkheden in het buitenland Overgangsregeling Toelichting De basis die in het eerste jaar is gelegd, wordt in het tweede en het derde studiejaar verdiept en verbreed. In je derde jaar volg je een keuzepakket. In totaal is de keuzeruimte 30 ects, te verdelen in 15 ects in het eerste en 15 etcs in het tweede semester. Het is verstandig over de keuze van de keuzepakket goed na te denken, en met docenten te overleggen, met het oog op je specialisatie in het derde jaar en in de MA-fase. In het tweede en derde jaar volg je colleges en maak je opdrachten en kleine werkstukken in vier richtingen: vorm en betekenis (syntaxis en semantiek), taaltechnologie (computationele taalkunde, experimenteel taalonderzoek), taal en cognitie (psycholinguïstiek, neurolinguïstiek en taalverwerving) en spraak en klanksysteem (fonetiek en fonologie). Het grote werkstuk waarmee het derde jaar wordt afgesloten, geeft je de mogelijkheid tot specialisatie. Specialisaties maken je geschikt voor meer op bepaalde beroepen gerichte onderdelen van de doorstroom-ma (het vierde jaar) of juist voor meer op wetenschappelijk onderzoek gerichte onderdelen van de MA-fase. Een schema van de opbouw volgt hieronder. Voor informatie over stages of andere mogelijkheden in het BA-programma kun je je het beste wenden tot een van de docenten, de studiecoördinator of de Examencommissie. Schema tweede jaar ECTS Taalkundig Programmeren 5 Taalkundig Veldwerk 5 Basis Computationele Taalkunde 5 Fonologie 2 5

5 Wetenschapsfilosofie 5 Taalverwerving 5 30 Tweede semester ECTS Neurolinguïstiek 5 Geschiedenis van de Taalkunde 5 Werkgroep Taal en Cognitie 10 Werkgroep Klank en Klankstructuur Schema derde jaar Eerste semester ECTS Werkgroep Vorm en Betekenis 10 BA-eindwerkstuk 5 Keuzeruimte Tweede semester ECTS Werkgroep Taal en Spraaktechnologie 10 BA-eindwerkstuk 5 Keuzeruimte Keuzeruimte In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een vrije keuzeruimte van 30 ects (15 ects per semester). De vrije keuzeruimte kan worden ingevuld met: een keuzepakket (een door het College van Bestuur vastgesteld pakket vakken dat niet ter goedkeuring langs de examencommissie hoeft) een door de student zelf samengesteld pakket cursussen (dat wel op niveau en samenhang door de examencommissie dient te worden getoetst) een buitenlandverblijf een academische stage

6 Voor meer informatie over de keuzeruimte en de mogelijke invulling daarvan, zie Onder de naam PraktijkStudies worden drie beroepsgerichte keuzepakketten aangeboden: Management Journalistiek & Nieuwe Media Europese Unie Studies Voor meer informatie over de PraktijkStudies, zie: Studiemogelijkheden in het buitenland In de tweede helft van de bacheloropleiding bestaat voor veel studenten de mogelijkheid een bepaalde periode in het buitenland studeren. Het is van belang vroegtijdig de nodige informatie op te vragen! In de digitale studiegids is uitgebreide informatie over studiemogelijkheden in het buitenland en financiering hiervan te vinden: Overgangsregeling 1. Overgangsregeling voor studenten die (zonder vertraging) in september 2008 hun derde jaar ingaan Voor de huidige tweedejaars Taalwetenschapstudenten die volgend jaar naar hun derde jaar gaan geldt de volgendeovergangsregeling: 1. Er kan niet nog eens een volledige minor gevolgd worden, omdat immers al 20 ects van de in totaal 30 ects beschikbare keuzeruimte gevuld is met bijvakonderwijs. Je kunt je bijvak daarom aanvullen met 10 ects aansluitend keuzeonderwijs. Voor geschikt onderwijs kun je te rade gaan bij de contactpersoon voor het bijvak dat je gevolgd hebt. 2. Het programma ziet er als volgt uit: Jaar 3. Eerste semester: Werkgroep Vorm en Betekenis: 10 ects Wetenschapsfilosofie: 5 ects Keuzeonderwijs: 10 ects BA-eindwerkstuk: 5 ects Jaar 3. Tweede semester: Werkgroep Taal en Spraaktechnologie: 10 ects [samen met de tweedejaars] Geschiedenis van de Taalkunde: 5 ects Werkgroep Taal en Cognitie : 10 ects [samen met de tweedejaars] BA-eindwerkstuk: 5 ects

7 Voor vragen kun je terecht bij de studiecoördinator Maarten Kossmann. In de komende tijd zal de studiecoördinator contact opnemen om de overgang individueel per student (ook voor eerste- en derdejaarsstudenten) te bespreken. 2. Overgangsregeling voor studenten die (zonder vertraging) in september 2008 hun tweede jaar ingaan Voor de huidige eerstejaars Taalwetenschapstudenten die volgend jaar naar hun tweede jaar gaan geldt de volgende overgangsregeling: 1. Door allerlei omzettingen in het programma, m.n. van het eerste jaar naar het tweede jaar en vice versa ziet het programma van het tweede jaar er anders uit dan mogelijk te verwachten was. Een aantal vakken zal dan ook samen met de aankomende eerstejaars worden gevolgd, andere vakken weer juist samen met de derdejaars. Het vak Geschiedenis van de Taalkunde komt voor deze groep studenten te vervallen. 2. Het programma voor de postpropedeutische fase ziet er alsvolgt uit: Jaar 2. Eerste semester: Computationele Taalkunde: 5 ects Taalkundig veldwerk: 5 ects Taalkundig programmeren in Prolog: 5 ects Taalverwerving: 5 ects Fonologie 2: 5 ects Wetenschapsfilosofie: 5 ects Jaar 2. Tweede semester: Syntaxis 2 [samen met de eerstejaars]: 5 ects Spraakanalyse en synthese [samen met de eerstejaars]: 5 ects Werkgroep Taal en Spraaktechnologie [samen met de derdejaars]: 10 ects Werkgroep Taal en Cognitie [samen met de derdejaars]: 10 ects Jaar 3. Eerste semester: Werkgroep Vorm en Betekenis: 10 ects Keuzeonderwijs: 15 ects BA-eindwerkstuk: 5 ects Jaar 3. Tweede semester: Werkgroep Taal en Cognitie : 10 ects Keuzeonderwijs: 15 ects BA-eindwerkstuk: 5 ects

8 Overige informatie over de studie Bachelor en master Het BA-hoofdvak De hoofdvakstudie taalwetenschap Keuzeruimte Bacheloreindtermen Propedeuse- en bachelordiploma Studiebelasting en studiepunten De administratie van tentamenresultaten Toegangseisen Bachelor en master Het studieprogramma Taalwetenschap dat in september 2002 is gestart, bestaat uit twee delen: het bachelorprogramma en een daarop aansluitend masterprogramma. Deze gids beschrijft vanaf de volgende paragraaf het driejarige bachelorprogramma. De masterprogramma s van de Faculteit der Geesteswetenschappen beginnen in september 2005, als de eerste lichting studenten de bachelorprogramma s heeft afgerond. Elke student die een BA-diploma in een Leidse studie geesteswetenschappen behaalt, krijgt zonder verdere selectie toegang tot minstens één MA-programma. In het algemeen zal dat de doorstroommasteropleiding zijn, dat wil zeggen een meestal eenjarig MAprogramma op het gebied van de afgesloten BA-studie. Naast deze doorstroommasteropleiding komen er een tweejarige onderzoeksmasteropleiding en een educatieve masteropleiding (lerarenopleiding). Voorts ontwikkelt de faculteit enkele eenjarige beroepsvoorbereidende masteropleidingen en ten slotte zullen studenten een keuze kunnen maken uit een aantal een- of tweejarige internationale masteropleidingen. Algemene informatie over de masters is te vinden op: Het BA-hoofdvak Het eerste jaar van het bachelorprogramma bestaat uitsluitend uit onderdelen van het hoofdvak. In het tweede en derde studiejaar is een keuzeruimte voorzien van in totaal 30 ects. Zoals elke BA-studie in de faculteit Geesteswetenschappen bestaat ook de opleiding Taalwetenschap uit twee sporen: een hoofdvaktraject van 150 ects een keuzeruimte van 30 ects. De totale omvang van beide trajecten samen is 180 ects, en daarmee gelijk aan drie studiejaren.

9 De hoofdvakstudie taalwetenschap Het hoofdvak taalwetenschap biedt een brede en gelijk diepgaande inwijding in de formele taalwetenschap: de taalkunde die probeert op een precieze manier vat te krijgen op de systemen en processen die aan natuurlijke taal ten grondslag liggen. In deze studie worden klanken, woord- en zinsbouw, betekenis, ontwikkeling en variatie van natuurlijke taal van allerlei kanten belicht. Het programma steunt op het inzicht dat taal een gespecialiseerde breinfunctie vertegenwoordigt en dat de systematiek van taal de grammatica licht werpt op eigenschappen van deze functie. De systematiek wordt telkens onder drie gezichtspunten benaderd: methodisch onderzoek en verwerking van gegevens theorievorming en toetsing van hypotheses bouwen van modellen van taal en spraak. Hier volgt nu eerst een overzicht van het hoofdvak taalwetenschap. De studieonderdelen zijn ingedeeld in vijf groepen of disciplines: basis: inwijding in taalverschijnselen en taalwetenschap vorm en betekenis: de structuren en processen die taalbouwsels betekenisvol maken taal en cognitie: taalontwikkeling en de inbedding van taal in het brein klankstructuur: de vormen die taal en spraak aannemen taaltechnologie: bouwen en toetsen van modellen van taal en spraak. Op de basisgroep na, omvatten alle groepen studieonderdelen op drie verschillende niveaus; deze niveaus zijn aangeduid met 100, 200, 300 en 400. Hoe hoger de aanduiding hoe meer verdieping optreedt. Het hoofdvak wordt afgesloten met een scriptie in één van deze disciplines, naar keuze; deze scriptie heeft niveau 400 en een omvang van 12 ects. De basis bestaat alleen uit inleidende onderdelen op niveau 100. De basis omvat de volgende vakken: Basisbegrippen van de taalkunde Structuur van Germaanse talen Structuur van niet-westerse talen Geschiedenis van de taalkunde Mentoraat Colloquium Veldwerk De discipline taal en cognitie bestaat uit: Psycholinguïstiek Neurolinguïstiek Taalverwerving Werkgroep

10 Vorm en betekenis kent de volgende onderdelen: Syntaxis 1 Semantiek 1 Syntaxis 2 Semantiek 2 Werkgroep De discipline klankstructuur omvat: Fonetiek 1 Fonologie 1 Fonetiek 2 (ook: taaltechnologie) Fonologie 2 Werkgroep Tot de groep taaltechnologie behoren de onderdelen: Taalkundig programmeren Computationele taalkunde Registratie, analyse en (re)synthese van spraak Fonetiek 2 (ook: klankstructuur) Werkgroep Op het individuele eindwerkstuk (12/400) na, doorlopen alle studenten die het hoofdvak taalwetenschap kiezen, een identiek programma. Het studieprogramma van de opleiding wordt in hoofdzaak verzorgd door de staf van de opleiding Taalwetenschap. Enkele onderdelen van het programma worden ingevuld door stafleden van andere opleidingen, of zijn ontleend aan andere studieprogramma s. De volgende stafleden van de opleiding TW zijn verantwoordelijk voor de verschillende disciplines: klankstructuur: V. van Heuven, C. Levelt taal en cognitie: C. Levelt, L. Cheng, N. Schiller vorm en betekenis: L. Cheng, C. Cremers taaltechnologie: C. Cremers, V. van Heuven Keuzeruimte In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een vrije keuzeruimte van 30 ects (15 ects per semester). De vrije keuzeruimte kan worden ingevuld met: een keuzepakket (een door het College van Bestuur vastgesteld pakket vakken dat niet ter goedkeuring langs de examencommissie hoeft) een door de student zelf samengesteld pakket cursussen (dat wel op niveau en samenhang door de examencommissie dient te worden getoetst)

11 een buitenlandverblijf een academische stage Voor meer informatie over de keuzeruimte en de mogelijke invulling daarvan, zie Onder de naam PraktijkStudies worden drie beroepsgerichte keuzepakketten aangeboden: Management Journalistiek & Nieuwe Media Europese Unie Studies Voor meer informatie over de PraktijkStudies, zie: Bacheloreindtermen Wie het hoofdvak taalwetenschap doorloopt, moet na afloop de volgende vaardigheden en kennis hebben verworven: Zij/hij beschikt over meer dan elementaire kennis, analytische vaardigheden en inzicht op het terrein van taal en cognitie, van klankstructuur, van vorm en betekenis en van taaltechnologie. Zij/hij is in staat op elk van deze terreinen een afgebakend probleem zelfstandig dan wel in samenwerking met anderen te onderzoeken. Zij/hij is in staat daarvan helder en duidelijk verslag uit te brengen in mondelinge of schriftelijke vorm. Zij/hij kan kennis en inzicht op het gebied van klankstructuur en vorm en betekenis toepassen in de domeinen taal en cognitie en taaltechnologie. Propedeuse- en bachelordiploma De propedeuse- en de bachelorstudie worden afgesloten met een examen. Deze examens zijn geformaliseerd, dat wil zeggen dat studenten aan de eisen voor de examens hebben voldaan, zodra zij het programma van de propedeuse, respectievelijk het bachelorprogramma met voldoende resultaat hebben doorlopen. Aan elk van beide examens is een diploma verbonden. Het diplomasupplement bevat nadere informatie over de gevolgde vakken en de behaalde resultaten. Studiebelasting en studiepunten Uitgangspunt is dat een student per cursus 42 weken aan de studie besteedt en dan veertig uur per week werkt. Een studiejaar telt zo 1680 studie-uren. De studiebelasting wordt uitgedrukt met behulp van het European Credit Transfer System. De 1680 studie-uren staan gelijk aan 60 ECTS-punten, dus 1 ECTS-punt (kortweg ECTS ) staat voor 28 uur.

12 De administratie van tentamenresultaten U-twist Voor het registreren van studievoortgangsgegevens wordt gebruikgemaakt van U-twist (Tentamen en Werkgroepen Inschrijving en Studieresultaten). De homepage van ULCN (Universiteit Leiden Community Network) ulcn.leidenuniv.nl biedt via U-twist (utwist.leidenuniv.nl) de volgende mogelijkheden: het raadplegen en opvragen (via ) van behaalde tentamenresultaten het aan- en afmelden voor tentamens en keuzevakken binnen de opleiding Taalwetenschap het wijzigen van het studieadres. Via Raadplegen tentamenuitslagen kan je de studieresultaten (en bijbehorende studielast) raadplegen; dit geldt niet alleen voor resultaten behaald aan de universiteit van Leiden, maar ook voor studieresultaten behaald aan een andere universiteit die de opleiding TW na goedkeuring door de studiecoördinator als keuzevak heeft ingevoerd. Via Uitslagenlijst per mail is het mogelijk een overzicht van de behaalde studieresultaten aan te vragen, dat vervolgens wordt g d naar het u-mailadres. Via Aanmelden en Raadplegen/afmelden kan je je aan- en afmelden voor de tentamens. Inschrijving via aan het secretariaat onder vermelding van studentnummer en vak is eventueel ook mogelijk. Na aan- of afmelding wordt een bevestiging hiervan naar het u-mailadres gestuurd. Deze berichten kunnen automatisch worden doorgestuurd naar een ander adres (deze forward -mogelijkheid is in te stellen). Wijzigen van het studieadres Via Adreswijziging kunnen adreswijzigingen doorgegeven worden. De student dient er zorg voor te dragen dat het juiste studieadres bekend is bij de administratie van de opleiding. Alle studenten ontvangen aan het begin van het studiejaar een u-account (gebruikersnaam en wachtwoord) een u-mailadres. Met het u-account heb je via ULCN toegang tot U-twist en de u-mailbox. De S van het u- account laat je bij het inloggen in U-twist achterwege. Bij vragen en problemen zie hier of neem contact op met de helpdesk van het ULCN, telefoon , helpdesk@i-groep.leidenuniv.nl. Toegangseisen Eenieder die in het bezit is van een VWO-diploma kan het bachelorprogramma taalwetenschap volgen. Ook een met goed gevolg afgelegde propedeuse van een HBO-

13 opleiding behaald in of na 1986 geeft toegang tot deze studie. Voor toegang met een buitenlands diploma zijn geen vaste regels te geven. Een aanvraag moet in ieder geval zeer ruim (soms een jaar) vóór aanvang van de studie worden ingediend. Meer informatie: Studenten die niet één van de bovengenoemde vooropleidingen hebben gedaan, kunnen een colloquium doctum afleggen om toegang te krijgen tot de universiteit, mits zij 21 jaar worden voor het beoogde studiebegin. Informatie over het colloquium doctum voor studies geesteswetenschappen is verkrijgbaar bij het Studiepunt Geesteswetenschappen, WSD Lipsiusgebouw, Postbus 9515, 2300 RA Leiden, of via de website: Studenten met een HBO- of WO-diploma kunnen instromen in de opleiding Taalwetenschap. Dat kan interessant zijn voor studenten Logopedie, maar ook voor studenten van andere studierichtingen. De regeling voor de instroming wordt per student vastgesteld door de Examencommissie van de opleiding Taalwetenschap. In de meeste gevallen zal het er op neerkomen dat een student van een aantal onderdelen van het programma wordt vrijgesteld. Inlichtingen en verzoeken, met zoveel mogelijk gegevens over de gevolgde opleiding en de onderdelen daarvan, richten aan de voorzitter van de Examencommissie, via het secretariaat van de opleiding. Als vrijstelling is toegekend, wordt je cijfer voor dat onderdeel op een 6 gesteld. Het aantal ECTS dat je ervoor krijgt, is hetzelfde als wat er volgens het programma voor staat, maar de verkregen ECTS tellen niet mee voor je studiebeurs.