Ruimtelijke onderbouwing Veluwe transferium Boekhorst. Stadsentree Boekhorstlaan, Poort naar de Veluwe

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ruimtelijke onderbouwing Veluwe transferium Boekhorst. Stadsentree Boekhorstlaan, Poort naar de Veluwe"

Transcriptie

1 Ruimtelijke onderbouwing Veluwe transferium Boekhorst Stadsentree Boekhorstlaan, Poort naar de Veluwe Versie Ontwerp 5 oktober 2016

2 Titel Initiatiefnemer Auteurs Ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst, Stadsentree Boekhorstlaan, Poort naar de Veluwe VTB Rob Dobbelsteijn Bisschops - jurist Maarten Bosman planoloog Ellen Klein Gunnewiek planoloog Versie Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Datum 5 oktober Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding Aanleiding en doel Afwijkingsprocedure Strijdigheid Afwijkingsmogelijkheid... 6 Hoofdstuk 2: Beschrijving plangebied Inleiding Ligging en omvang plangebied Ligging Beschrijving omgeving Huidige planologische situatie Het vigerende bestemmingsplan De verbeelding Hoofdstuk 3: Beschrijving van het project Inleiding Het plan Beschrijving project Deelgebied 1: Carpoolplaats, P&R, transferium en camperplaats Deelgebied 2: Nature Deelgebied 3: Horeca Figuur 15: Uitsnede deelgebied horeca Deelgebied 4: Duurzaam mobiliteitspunt Deelgebied 5: Adventure en informatie Aanwezige functies Motivatie nieuwe functie Hoofdstuk 4: Onderzoek Beleidskader Algemeen Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

4 4.1.2 Internationaal beleid Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk beleid Monumenten, archeologie en cultuurhistorie Monumenten Archeologie Cultuurhistorie Flora en faunaonderzoek Algemeen Gebiedsbescherming Soortbescherming Waterparagraaf en wateradvies Algemeen Watertoets Algemene aandachtspunten Primair belang Milieuaspecten Bodemonderzoek Aanvullend bodemonderzoek Boekhorstlaan Asfaltinventarisatie Asbestinventarisatie opstallen Akoestisch onderzoek nieuwe geluidgevoelige bestemmingen Onderzoek naar de luchtkwaliteit Onderzoek naar de externe veiligheid Onderzoek naar de bedrijvigheid Geur Kabels en leidingen Verkeer en parkeren Duurzaam bouwen MER beoordeling Toetsingskader Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

5 4.10 Algemene Conclusie Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid Eigendomssituatie Overeenkomsten Programma Kabels en leidingen Planschade Conclusie Hoofdstuk 6 Conclusie Bijlagen Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

6 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Aan de oostzijde van de afrit 13 Lelystad van de A28 ligt de Boekhorstlaan, een 'vergeten' stukje verstedelijkt gebied. De locatie vormt de entree voor zowel de Veluwe en Harderwijk. De locatie is niet eenduidig ingericht en herbergt verschillende functies met een transferium, een opslag en enkele verspreide (voormalig agrarische) woningen. Het gebied wordt begrensd door de A28 en de N302 (Ceintuurbaan) en de Deventerweg en is ongeveer 4,5 hectare groot. Veluwe Transferium Boekhorst B.V. (VTB) met het KVK , gevestigd te Lelystad is voornemens het gebied te ontwikkelen. VTB wil de locatie inrichten als stadsentree voor Harderwijk en als entree voor de Veluwe. Hiervoor heeft VTB het initiatief genomen om het gebied te gaan ontwikkelen. In 2012 zijn de eerste gesprekken gestart met de gemeente Harderwijk. Op 24 maart 2014 heeft het college schriftelijk, in de brief met het kenmerk U 'Verzoek tot ontwikkeling "Stadsentree Boekhorstlaan" kennis gegeven dat de gemeente in principe bereid is tot medewerking en de gemeentelijke gronden tegen marktconforme waarde in te brengen. 1.2 Afwijkingsprocedure Strijdigheid De voorgestelde ontwikkeling behelst een gebiedsontwikkeling met meerdere verschillende functies, waaronder een duurzaam mobiliteitspunt, faciliteiten voor outdoor activiteiten, een Zipline en verschillende restaurants. De geldende bestemmingen maken deze bouwwerken en activiteiten niet mogelijk. Het geldende bestemmingsplan is Tweelingstad 1973, hierin is agrarische bebouwing en bebouwing voor opslag toegestaan Afwijkingsmogelijkheid Om de ontwikkeling uit te voeren is afwijking van het geldende bestemmingsplan noodzakelijk. Hiervoor zijn verschillende opties mogelijk. De gemeente is gestart met de voorbereidingen voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan 'Zuidelijke Stadsrand'. Vooruitlopend hierop wordt de ontwikkeling geregeld met een afwijkingsprocedure en zal later worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan 6 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

7 'Zuidelijke Stadsrand'. Hierdoor ontstaat er een actueel en samenhangend toetsingskader. Het initiatief maakt daarbij gebruik van de afwijkingsmogelijkheid, artikel 2.12 lid 1 onder a sub 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), zodat het project vooruitlopend kan worden gerealiseerd. 7 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

8 Hoofdstuk 2: Beschrijving plangebied 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat dieper in op het plangebied, de huidige situatie en ligging maar ook een beschrijving van de omgeving rondom het plangebied. 2.2 Ligging en omvang plangebied Ligging De te ontwikkelen locatie betreft de Boekhorstlaan in Harderwijk. Het plangebied is gelegen ten Zuidoosten van de stad Harderwijk. Aan de noordkant wordt het plangebied begrensd door de A28 en aan de zuidkant door de Ceintuurbaan, N302. Het plangebied is circa 4,5 hectare groot en bestaat uit elf kadastrale percelen zoals weergegeven in figuur 1 en op de kadastrale kaart die te vinden is in bijlage 18D kadastrale kaart en uittreksels plangebied. De huidige situatie bestaat uit de volgende oppervlaktes en kadastrale nummering: Kadastraal object Oppervlakte in ha. D a. D a 20 ca. D a 95 ca. C a 20 ca. D a 70 ca. D a 20 ca. D a en 17 ca C a 35 ca C a 5 ca. D a 3 ca C a 95 ca. C a 25 ca. C a 30 ca. Figuur 1: Kadastrale eenheden Momenteel staan er in het plangebied enkele woonhuizen en is er een zoutbunker aanwezig. Verder bestaat er een gedeelte uit bos, een fietspad, de Boekhorstlaan en een parkeerterrein met 167 parkeerplaatsen. De Boekhorstlaan loopt midden door het plangebied en eindigt bij de zoutbunker. Langs de Boekhorstlaan staan beukenbomen. Aan de zuidoostzijde van het plangebied is er een gemengd bos 8 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

9 aanwezig met weinig tot geen ondergroei. Langs de rand van dit gebied ligt er een windsingel bestaande uit zomereiken. Het fietspad slingert vanaf het zuidwesten, door het bos in de richting van de zoutbunker, zie figuur 2: Het plangebied, huidige situatie. Figuur 2 Plangebied, huidige situatie luchtfoto Figuur 3: Tekening huidige situatie (zie voor tekening op schaal bijlage 18C) 9 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

10 2.2.2 Beschrijving omgeving Het plangebied is ingeklemd tussen de drie wegen de A28 en de Ceintuurbaan, N302 en de Deventerweg. Deze wegen vormen harde grenzen die het gebied rondom het plangebied minder toegankelijk maken. Aan de noordkant van het plangebied, ten noorden van de A28, liggen de twee woonwijken Tweelingstad en Wittenhagen. De woonwijken bestaan uit grondgebonden en gestapelde bebouwing. De wijken zijn volledig georiënteerd en ontsloten richting de noordzijde. Aan de zuidoost zijde van het plangebied ligt het Bouw en Infra park. Het gebied is omringd door gemengd bos en een voormalig kazernecomplex (de WGF-kazerne). Het Bouw en Infra park bestaat uit een congrescentrum en bedrijvencampus voor bouwnijverheid en daar aan verwante sectoren. De hoofdontsluiting van het gebied ligt aan de Ceintuurbaan, recht tegenover de entree van de projectlocatie. Het gebied bestaat uit alzijdige -veelal kazerne- gebouwen in meerdere bouwlagen, 3 tot 4 lagen, afgedekt met een kap. Nieuwe bebouwing heeft een platte afdekking. De bebouwing varieert in bouwhoogte en is tussen de 11 en 14 meter (zie bestemmingsplan Leuvenemseweg Noord). Meer richting het noorden, richting de A28 ligt een militair oefenterrein. Naast het Bouw en Infra park en ten zuiden van het plangebied, is in het bos langs de Leuvenumseweg een Van der Valk hotel gelegen. Aan de zuidzijde, ten zuiden van de Ceintuurbaan en de N302, ligt woonbebouwing en een recreatiepark. Figuur 4 context plangebied In het verleden was het gebied Boekhorstlaan onderdeel van de landschappelijke structuur van het Bouw en Infra park. Zoals te zien in de historische kaart van Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

11 werd het terrein ter hoogte van het huidige Boekhorstlaan 8 ontsloten. Nadat de N302 daartussen is aangelegd, zijn beide gebieden van elkaar gescheiden. Figuur 5 Uitsnede historische kaart Huidige planologische situatie Het vigerende bestemmingsplan Voor het gehele plangebied gelden twee bestemmingsplannen, namelijk het bestemmingsplan Tweelingstad 1973 en het bestemmingsplan Buitengebied -P- Veluwe. De regelingen van beide plannen worden kort beschreven. Het vigerende bestemmingsplan voor het plangebied aan de Boekhorstlaan betreft bestemmingsplan Tweelingstad 1973, vastgesteld d.d. 21 maart 1974, goedgekeurd krachtens artikel 28 van de Wet op de ruimtelijke ordening bij besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland d.d. 19 februari 1975 nr. 7014/ Op figuur 6: bestemmingsplan Tweelingstad 1973 is het plangebied omlijnd weergegeven. Daarnaast geldt het bestemmingsplan Buitengebied - P-Veluwe, vastgesteld d.d. 03 september Het bestemmingsplan maakt een uitkijktoren en een gebouw voor dagrecreatie mogelijk. De bouwhoogte van de uitkijktoren inclusief beeldmerk mag niet meer bedragen dan 50 meter. Het plangebied ligt ook nog gedeeltelijk in het bestemmingsplan Geluidwerende voorzieningen rijksweg A Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

12 2.3.2 De verbeelding De gronden in het plangebied zijn bestemd met de bestemmingen Bos (Artikel 37), Openbaar Groen (Artikel 32), opslagterrein (Artikel 28) en Agrarische Doeleinden bebouwing toegestaan (Artikel 24). In het artikel 24, Agrarische doeleinden, bebouwing toegestaan, staat beschreven dat gronden bestemd zijn voor land- en tuinbouwbedrijven en voor veehouderij, met daarbij behorende gebouwen en bouwwerken. Bebouwing mag worden opgericht met een maximale hoogte van 9 meter binnen het bebouwingsvlak. Buiten het bouwvlak mogen rundveestallen worden opgericht. Op de bestemming Opslagterrein (Artikel 28) is bebouwing toegestaan met een oppervlakte van 50m 2 en een hoogte van 4 meter. In de bestemming Openbaar Groen (Artikel 32) en Bos (Artikel 37) zijn onder voorwaarden middels een vrijstelling gebouwtjes toegestaan met een maximum oppervlakte van 20m 2 met een maximumhoogte van 3 meter, met dien verstande dat de afstand minimaal 5 meter tot de zijdelingse perceelsgrens is en het doel van de gebouwen ten behoeve van het gebruik staat. Figuur 6 Uitsnede Bestemmingsplan Tweelingstad - plangebied Boekhorstlaan omlijnd 12 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

13 Figuur 7 Uitsnede verbeelding Bestemmingsplan Buitengebied - P- Veluwe 13 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

14 Hoofdstuk 3: Beschrijving van het project 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op het doel van de beoogde ontwikkeling en de realisatie van het project. Het plan wordt beschreven met haar beoogde functies en er wordt een motivatie gegeven waarom deze functies worden ontwikkeld. 3.2 Het plan Beschrijving project Aan de Boekhorstlaan te Harderwijk is VTB voornemens om het initiatief Stadsentree Boekhorstlaan, Poort naar de Veluwe te ontwikkelen. Er komt o.a. een bezoekerscentrum, een startpunt voor fietsers en wandelaars, een fietsverhuur, horeca (waaronder fastfood), een duurzaam mobiliteitspunt, een fiets- en wandel gerelateerde voorziening (in combinatie met stalling, verhuur, ondersteunende detailhandel en reparatie), een pick-up-point, een leisure room, verkoop van lokale producten en een onderscheidende vrijetijdsvoorziening met klimwand, spelvoorzieningen, ziplines en ondersteunende retail. Het project bestaat uit een concept en een programma. De opeenvolgende alinea s gaan hier dieper op in. Het concept: De schakel tussen Harderwijk en de Veluwe Voor een bezoek aan de Veluwe zijn er verschillende opstappunten als vertrekpunt van routes en activiteiten. De Boekhorstlaan is een locatie die aan een van deze opstappunten een invulling geeft. Het entree van het gebied is in het zuiden gelegen. Vanaf de Ceintuurbaan kan het gebied worden betreden via het laantje van de Boekhorstlaan. Links van de laan is er al een carpoolplaats aanwezig die, in de toekomst, naast carpoolen ook zal worden gebruikt als opstapplaats voor fietsers, als transferium naar Harderwijk en camperplaats voor bezoekers. De locatie leent zich naast een carpool en opstaplaats voor fietsers ook voor voorzieningen op het gebied van Leisure, verblijf en horeca. Op deze manier ontstaat er een concept met een multifunctionele waarde voor Harderwijk als voor de Veluwe, waardoor er een duurzaam concept ontstaat. De VTB zal een bovenregionale functie hebben doordat het zich richt op bezoekers van 14 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

15 binnen en buiten de regio. De VTB bestaat uit vijf deelgebieden: Carpoolplaats, Nature, Horeca, Duurzaam mobiliteitspunt en Adventure, die uitgebreid zijn beschreven in het te ontwikkelen programma. Het concept zal gezien haar functie en ligging zowel lokale als bovenregionale bezoekers aantrekken. Zie figuur 8 voor het concept van het plan. Ook is er door de gemeente Harderwijk een beeldkwaliteitsplan opgesteld die is te vinden in bijlage 19. Figuur 8 Concept plan van de VTB Het programma In deze ruimtelijke onderbouwing wordt er kort een omschrijving gegeven van het programma om het te kunnen toetsen aan een goede ruimtelijkee ordening. Een uitgebreidere toelichting en structuurplan kaart (op schaal) is te vinden in bijlage 17 Visie Boekhorstlaan en bijlage 18 Plan Boekhorstlaan Harderwijk. Het programma van de ontwikkeling bestaat uit vijf deelgebieden die elementen bevatten die deelgebied een thema geven, zoals te zien in figuur 8: Kaart structuurplan voor VTB. In de opeenvolgende alinea s wordt per deelgebied een uitgebreide uitleg gegeven over het plan en de elementen die de deelgebieden bevatten. 15 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

16 Figuur 9: Plan voor Veluwe Transferium Boekhorstlaan (zie voor tekening op schaal bijlage 18). Deelgebied 1: Carpoolplaats, P&R, transferium en camperplaats Aan de linkerkant van het entree van de Boekhorstlaan is een carpoolplaats aanwezig. De locatie zal met name door de week in gebruik zijn door carpoolers en in het weekend door fietser. Dit deelgebied bestaat uit de volgende elementen: de carpoolplaats, de P Veluwe, een transferium, een camperplaats, een fietsenstalling en een uitkijktoren van Van der Valk. Carpoolplaats: Op het moment wordt de carpoolplaats maar weinig gebruikt. Deze blijft bestaan. De carpoolplaats wordt in de toekomst ingezet als een P&R en camperplaats voor overnachtingen van korte duur. Het moet daarnaast ook een uitnodigende opstap voor fietstoerisme worden richting de Veluwe of richting Harderwijk. Uitkijktoren: Er is een uitkijktoren aanwezig van Van der Valk die door de bezoekers kan worden gebruikt in de toekomst. De uitkijktoren heeft de uitstraling van een vogelnest wat in het karakter van het gebied past. Op figuur 10 is een uitsnede gegeven van het deelgebied Carpoolplaats, P&R, transferium en camperplaats en op figuur 11 een impressie van hoe het deelgebied eruit zal zien. 16 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

17 Figuur 10: Uitsnede deelgebied 1: Carpoolplaats, P&R, transferium en camperplaats Figuur 11: Impressie deelgebied 1 17 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

18 Deelgebied 2: Nature Deelgebied Nature is gelegen aan de zuidwestelijke kant van de Boekhorstlaan. Dit gedeelte van het plangebied is dichter bebost en wordt nog groener door het invulling te geven met landschapseigen karakteristieken door bomen en andere beplanting. Op deze plek worden de volgende elementen ontwikkeld: een Pedal Plaza van 300m2 (met 300m2) uitbreidingsmogelijkheid, met fiets en wandelgerelateerde voorzieningen, vijf boomhutten, een picknickplek met natuurspeeltuin, buiteninformatie voor de Veluwe en Ziplines. Pedal Plaza: De Pedal Plaza is aansluitend op deelgebied 1 een goede aanvulling met faciliteiten voor fietsers, want bij een opstapplek voor fietsers horen ook voorzieningen die het de fietser gemakkelijk maken. Er komen voorzieningen voor reparatie en het schoonmaken van fietsen, maar ook faciliteiten zodat fietsers zich kunnen wassen en omkleden. Naast het outdoor fietsen, worden ook indoor voorzieningen aangeboden zodat men kan spinnen, fitnessen en andere indoor sporten kan beoefenen. Ook wordt het kopen van kleine ondersteunende onderdelen zoals binnenbanden, fietspompjes en regenkleding mogelijk. Het gebouw krijgt een oppervlakte van 300m 2. Op termijn kan het gebouw uitbreiden tot 600m 2 BVO. De fiets- en wandelservice: De fitness en fietsenservice wordt in het gebouw van de Pedal Plaza gerealiseerd. Boomhutten: De boomhutten zijn overnachtingsfaciliteiten voor korte duur. Een vijftal boomhutten worden hiervoor gerealiseerd waarin overnacht kan worden. Door verblijf op de locatie kan de sociale controle worden vergroot. Picknickplek met natuurspeeltuin: In het beboste gebied wordt een natuurlijke picknickplek met natuurspeeltuin gecreëerd die opgaat in het landschap. Ziplines: In het deelgebied Nature worden er een aantal Ziplines ontwikkeld die vanaf het laantje de Boekhorst richting de Pedal Plaza en de afrit A28 lopen. Door de vele bomen is het aantrekkelijk om deze Ziplines te ontwikkelen voor de beleving van de natuur. 18 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

19 Figuur 12: Uitsnede structuurplan deelgebied Nature Figuur 13: Impressie van deelgebied Nature Deelgebied 3: Horeca Het deelgebied Horeca omvat drie eetgelegenheden, de boerderijwinkel en het informatiecentrum in het gebied. Het deelgebied is gelegen in het midden van het plan en loopt uit met een restaurant aan de rechterzijde van de Boekhorstlaan richting de punt van het gebied. In het midden van het gebied wordt een familierestaurant, een fastfoodrestaurant en een boerderijwinkel gerealiseerd. In het 19 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

20 noord oostelijke deel van het gebied komt een tweede fastfoodrestaurant. Verder komt er een recreatief en informatief centrum. Het element dat wordt toegeschreven onder deelgebied horeca is food. Familierestaurant: Het familierestaurant heeft een landelijke uitstraling met een terras aan de voorzijde. Deze uitstraling past bij de landschapskarakteristieken van het plangebied. Het familierestaurant geeft mogelijkheden tot een wat langer verblijf in het gebied. Het familierestaurant betreft 800 m2. Fastfoodrestaurants: In het plangebied worden twee fastfoodrestaurants gerealiseerd met beide een drive-in mogelijkheid. Deze twee fastfoodrestaurants met een gezamenlijk oppervlakte van maximaal 800m2 BVO (beide circa BVO van 400 m2 en krijgen net zoals het familierestaurant een landelijke uitstraling die past bij de landschapskarakteristieken van de omgeving. In het gebied wordt één verwijspaal gerealiseerd van maximaal 30 meter hoog die ingepast wordt in het landschap. Boerderijwinkel: De boerderijwinkel komt tussen het familierestaurant en het fastfoodrestaurant in, dat direct aan de rechterzijde van de Boekhorstlaan is gelegen. In de boerderijwinkel worden losse streekproducten verkocht voor de bezoekers van het gebied. De boerderijwinkel heeft een BVO van 100 m2. Figuur 14 geeft een impressie van de fastfoodrestaurants, het familierestaurant en de boerderijwinkel. Figuur 14: Impressie fastfoodrestaurants en familierestaurant 20 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

21 Figuur 15: Uitsnede deelgebied horeca Deelgebied 4: Duurzaam mobiliteitspunt De initiatiefnemer wil een duurzaam mobiliteitspunt vestigen in de noordelijke punt van het plangebied. Het duurzaam mobiliteitspunt bevat 3000 m2 en bestaat uit een tankstation met shop, wasboxen een boedelbak en autoverhuur. Hier worden elektrische oplaadpunten, alternatieve brandstoffen, elektrische autoverhuur, duurzame energiewinning van zon en eventueel wind en een pick up point aangeboden. Bij het duurzaam mobiliteitspunt zijn verschillende producten te verkrijgen op het gebied van brandstof. Bij het duurzaam mobiliteitspunt worden voorlopig nog traditionele brandstoffen aangeboden. De brandstofverkoop kan zich richten op zowel de Rijksweg, als de provinciale weg, als lokale weg. De voorzieningen heeft een oppervlakte van maximaal 200m 2. Ook zullen er diverse overkappingen komen. Figuur 15 geeft een inzicht in waar het duurzaam mobiliteitspunt wordt gevestigd en figuur 16 geeft een impressiee weer van het duurzaam mobiliteitspunt en haar elementen. 21 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

22 Figuur 15: Uitsnede structuurplan duurzaam mobiliteitspunt Figuur 16: Impressie duurzaam mobiliteitspunt Deelgebied 5: Adventure en informatie Binnen het deelgebied adventure wordt ingespeeld op een bundeling van activiteiten. Bezoekers worden verleid om een bezoek te brengenn aan de Boekhorstlaan waarbij ingespeeld wordt op de vier pijlers van Het verhaal van de stad. De bestaande bebouwing (Boekhorstlaan 1) is een uitgangspunt, uitbreiding vindt alleen plaats binnen de perceelgrenzen. Er wordt rekening gehouden met nutstracés en de veiligheidszone A28. De volgende elementen worden in het deelgebied ontwikkeld: Zipline adventures, Ziplines, klimactiviteiten, GPS, Horeca, een natuurmonumenten informatiecentrum, Harderwijk en Veluwe informatiecentrum, Dependance VVV Harderwijk en Staatsbosbeheer informatiecentrum, een leisure room en een uitkijktoren die opgaat in het landschap. 22 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

23 Informatiecentrum Zipline adventure: Verschillende partijen hebben aangegeven een informatiepunt te willen ontwikkelen op deze locatie. Te denken valt aan Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de lokale VVV, Visit Veluwe en anderen. De partijen willen informatie aanbieden wat er te doen is op de Veluwe en de initiatiefnemer wil ze hiervoor graag de ruimte bieden. Vanuit dit informatiecentrum worden ook het gebruik van de Ziplines aangeboden die zich bevinden in het deelgebied adventure. Figuur 20 geeft een impressie van het informatiecentrum. Ziplines: Tokkel- en kabelbanen worden steeds populairder. De initiatiefnemer wil centraal in Nederland de mogelijkheid bieden om tussen de boomtoppen door te kunnen zweven. Over de lengterichting van de locatie is het mogelijk om Ziplines aan te leggen van in totaal 350 meter. De opstapplek komt centraal in het gebied. De Ziplines kunnen in beide richtingen van het gebied worden gemaakt. De opstapplek voor de tokkelbanen wordt gecombineerd met een informatiepunt voor verschillende instanties en ondergeschikte voorzieningen. Het oppervlakte van het gebouw wordt 200m 2. Figuur 18 geeft weer waar de elementen kunnen worden ontwikkeld. Figuur 19 geeft een impressie van de Ziplines (Adventure). Leisure- room: De leisure room wordt tegen de groene rand van het gebied ontwikkeld. Leisure activiteiten zoals een leisure room zijn hier mogelijk. De leisure room bevat een oppervlakte van 150 m2 BVO. Verwijsmast/toren: In de punt van het gebied komt er een verwijsmast dat past in de landschappelijke karakteristiek van het plangebied. Recreatieve impuls: In de groene rand in het noorden van het gebied worden faciliteiten als een natuurspeeltuin en blowkarts mogelijk gemaakt. Om een beeld te krijgen van het ontwerp voor de Boekhorstlaan zie impressie afbeeldingen 19, 20 en Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

24 Figuur 17: Uitsnede structuurplan Adventure en informatie - 1 Figuur 18: Uitsnede structuurplan Adventure en informatie 2 24 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

25 Figuur 19: Impressie Adventure Figuur 20: Impressie informatiecentrum Zipline adventure 25 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

26 Figuur 21: Impressie streekstation (Boerderijwinkel) 3.3 Aanwezige functies Binnen deze aanvraag van de voorgenomen ontwikkeling worden de volgende functies ontwikkeld: 1. Duurzaam mobiliteitspunt (tankstation met shop, wasboxen en boedelbaken autoverhuur) 2. Horeca (twee complementaire fastfoodformules en familie restaurant) 3. Leisure (o.a. Pedal Plaza, Zipline adventure, camperplaats en boomhutten en leisure room) 4. Pick up Point (PUP) 5. Streekstation (Boerderijwinkel) 6. Verwijsmast Om te toetsen of het voorgenomen initiatief past binnen aanwezige functies in de directe omgeving is er een uitgebreide marktanalyse uitgevoerd. Deze marktanalyse is te vinden in bijlage 3 van deze ruimtelijke onderbouwing. Deze paragraaf geeft kort weer op welke functies de voorgenomen ontwikkeling effect kan uitoefenen op de directe omgeving Motivatie nieuwe functie In het verleden - voor vormde de Boekhorstlaan de verbindingsweg. Het huidige Bouw en Infrapark (voormalig Defensieterrein) werd daarop aangesloten. Enkele agrarische bedrijfsbebouwing had een ontsluiting op deze doorgaande weg. Na aanleg van de A28 en de N302 is de locatie geïsoleerd komen te liggen. De 26 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

27 agrarische percelen liggen hierdoor met de achterzijde aan de doorgaande weg (N302). Om het gebied op z'n context te laten aansluiten zijn er een drietal uitgangspunten van belang: De locatie verandert van een achterkantsituatie naar een entreegebied De nieuwe functies vormen een representatief beeld richting de A28 en de N302. De locatie is langgerekt en vanaf de A28 en de N302 zichtbaar. Bebouwing en landschap worden ingezet om het stedelijk weefsel van de omgeving voort te zetten. Het landschap haakt qua maat en schaal aan op de context De locatie krijgt een Veluwse landschappelijke inrichting. de inrichting bestaat uit zand, gras met verspreide bomen met een erf of brinkachtige inrichting. De ontsluitingsstructuur bestaat uit lussen met parkeerplaatsen. Bebouwing sluit qua maat en schaal aan op de context Bebouwing staat in een orthogonale structuur en sluit aan op de bebouwingsrichting van het Bouw en Infrapark. Het gebied van Bouw en Infrapark is meer verstedelijkt dan deze locatie. De bebouwingsdichtheid en -hoogten nemen af. Bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit gebouwen met een kap. Enkele gebouwen, zoals de overkapping van het tankstation kan een platte afdekking krijgen. De maximale bouwhoogte voor het gebied is dan ook lager dan de 14 meter op Bouw en Infrapark, namelijk 11 meter. De footprint van de bebouwing komen ook overeen en variëren tot een maximum oppervlakte van 800m2. 27 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

28 Hoofdstuk 4: Onderzoek 4.1 Beleidskader Algemeen Het (inter)nationale en provinciale beleid is neergelegd in verschillende nota's betreffende de ruimtelijke ordening, alsmede in de verschillende structuurvisies. Een "doorzetting" van dit beleid vindt veelal plaats in verschillende gemeentelijke en provinciale uitwerkingsnota's, beleidsplannen en/of bestemmingsplannen. Ook binnen de gemeente Harderwijk is dit het geval. Het beleid zoals dat door de hogere overheden wordt voorgestaan, is veelal van een andere schaal en aard dan de schaal die noodzakelijk is voor het opstellen van goede ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van een (kleinschalig) ontwikkelingsplan. In dit hoofdstuk wordt dan ook uitsluitend ingegaan op de voor de ontwikkeling van het plangebied relevante beleid Internationaal beleid Verdrag van Valletta 1992 en Wet op de Archeologische Monumentenzorg In 1992 ondertekende de toenmalige staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur het zogeheten verdrag van Valletta. Met dit verdrag, beter bekent als het verdrag van Malta, wil de Raad van Europa het archeologische erfgoed in Europa beter beschermen. Reden van deze zorg was dat het Europees archeologisch erfgoed dreigt te worden aangetast en vernietigd door een steeds grotere economische welvaart. Doelstelling van het verdrag is het bodemarchief zo veel mogelijk te behouden, bij voorkeur in de bodem. Daarvoor dienen de belangen van de archeologie onderdeel uit te gaan maken van het ruimtelijke ordeningsproces. Immers, in de ruimtelijke ordening worden besluiten genomen die grote gevolgen kunnen hebben voor het bodemarchief. Daarnaast introduceert het verdrag een nieuw principe: de verstoorder-betaalt. Dit naar analogie van het vervuiler-betaaltprincipe uit de milieuwereld. Het archeologisch bodemarchief is de grootste bron voor de geschiedenis van Nederland. De huidige juridische basis voor het omgaan met archeologische waarden is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz). In 1998 is het Europese Verdrag van Valletta door de Staten-Generaal geratificeerd. 28 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

29 Figuur 22 Het plangebied ligt (gedeeltelijk) in een gebied met hoge verwachtingswaarde Dit verdrag is in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg verankerd, die officieel in werking is getreden op 1 september 2007, onder meer als wijziging op de Monumentenwet Hierin is geregeld dat bij ruimtelijke ontwikkelingen de cultuurhistorische en archeologische waarden een onlosmakelijk onderdeel van de belangenafweging dienen te zijn. De initiatiefnemer die bodemingrepen wil uitvoeren kan verplicht worden om een archeologisch inventariserend onderzoek te laten uitvoeren. Op basis van dit onderzoek wordt duidelijk of en zo ja welke archeologische waarden aanwezig zijn. In Paragraaf 4.2 worden de archeologische en cultuurhistorische waarden nader uitgewerkt. Vogel- en Habitatrichtlijn, de Natuurbeschermingswet en Flora- en faunawet De natuurwetgeving in Nederland kent twee sporen: de soortenbescherming en de gebiedsbescherming. Hiervoor zijn twee wetten actief: de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet In beide wetten zijn naast het nationaal natuurbeschermingsbeleid ook tal van internationale verdragen en richtlijnen verankerd, zoals de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Gebiedsbescherming Gebiedsbescherming richt zich tot Natura 2000 gebieden en daartoe aangewezen natuurgebieden. Verder is het Nationale Natuurnetwerk Nederland (NNN) dan wel de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) van belang. Wanneer een plan van invloed kan zijn op een aangewezen gebied, moet deze vooraf worden getoetst. Dit kan een plan zijn die in de nabijheid van een gebied zijn gelegen of in een gebied. Het toetsingskader bestaat globaal uit drie stappen: bij het nemen van beslissingen moeten bestuursorganen rekening houden met de instandhoudingstoelen uit de natuurbeschermingswet, als er te beschermen waarden in het geding komen moet er een passende beoordeling worden gemaakt dat vergelijkbaar is met een milieu effect 29 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

30 rapportage; als er een substantiële schade te verwachten valt aan een habitat dan kan er slecht bij een dwingende reden van openbaar belang en aantoonbare afwezigheid van alternatief voor het plan tot uitvoering worden overgegaan. Natuurcompensatie is in dit geval verplicht. Wanneer we kijken naar het plangebied zien we dat deze gelegen is in de buurt van het Nationale Natuurnetwerk Nederland. Figuur 23 plangebied ten opzichte van verzuringgevoelige Natura 2000 gebied Veluwe Figuur 24 Net ten zuiden van het plangebied ligt het Nationale Natuurnetwerk Nederland Soortbescherming In de Flora- en faunawet die per 1 april 2002 in werking is getreden, zijn regels gegeven over de bescherming van de in het wild levende planten- en diersoorten, mede ter uitvoering van Europese Richtlijnen. De soortenbescherming houdt in dat handelingen zoals het doden, opzettelijk verontrusten, verstoren of vernietigen van vaste rust- en verblijfplaatsen, holen, nesten, eieren van dieren en het uitgraven, plukken en vernietigen van groeiplaatsen van planten verboden zijn. 30 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

31 Op basis hiervan gelden er drie beschermingsregimes, afgestemd op de mate waarin soorten in hun voortbestaan bedreigd zijn. Algemeen voorkomende soorten (categorie 1: lichte bescherming) Voor algemeen voorkomende soorten zoals haas, egel, veldmuis, bruine kikker of gewone pad geldt sinds begin 2005 dat er een algemene vrijstelling is. Deze soorten zijn zo algemeen, dat zelfs als ze een keer geschaad worden, het voortbestaan van de soort niet in gevaar komt. Voor deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd als zij worden geschaad op voorwaarde dat met deze soorten goed omgegaan wordt: zij mogen niet onnodig gedood of gewond worden en activiteiten dienen buiten de kritieke periode plaats te vinden (zorgplicht). Minder algemeen voorkomende soorten (categorie 2: matige bescherming) Voor soorten die minder algemeen voorkomen als eekhoorn, steenmarter, levendbarende hagedis en diverse soorten orchideeën geldt dat een ontheffing vereist blijft bij ruimtelijke ingrepen omdat zij minder algemeen zijn en dus extra aandacht verdienen. Een uitzondering hierop kan gemaakt worden als wordt gewerkt volgens een door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit goedgekeurde gedragscode. In zo n gedragscode geeft een sector of initiatiefnemer zelf aan welke gedragslijnen men volgt om het schaden van beschermde soorten zo veel mogelijk te voorkomen. Bij het hebben van een gedragscode voor de minder algemeen voorkomende soorten is alleen nog een ontheffing nodig voor werkzaamheden die voortaan anders dan voorheen (gedragscode) uitgevoerd worden. Strikt beschermde soorten (categorie 3: strikte bescherming) Voor soorten die in bijlage IV van de Habitatrichtlijn staan en in bijlage 1 van het vrijstellingsbesluit beschermde planten en dieren (o.a. ringslang, hazelworm, boommarter, das, noordse woelmuis, otter en vleermuizen) geldt dat uitgebreid getoetst dient te worden op het criterium de gunstige staat van instandhouding en het natuurlijk verspreidingsbeeld mag niet worden beïnvloed. Een ontheffing wordt slechts verleend wanneer er sprake is van een in de wet genoemd belang en er geen andere bevredigende oplossing voor de ingreep bestaat. In Paragraaf 4.2 worden de natuur- en ecologische aspecten nader uitgewerkt gezien het plangebied dichtbij een natuurgebied gelegen is moet hier dieper op worden ingegaan. 31 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

32 4.1.3 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is van kracht sinds 13 maart Deze structuurvisie vormt sindsdien het integrale kader voor het rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. De SVIR vervangt de Nota Ruimte uit De SVIR geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en vormt het kader voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. Nederland heeft ruimte nodig om te leven en te bewegen, om economisch te kunnen blijven groeien en voor burgers en bedrijven om initiatief te nemen. Het Rijk kan en wil niet alles zelf doen, en geeft daarom meer ruimte aan provincies en gemeenten om in te spelen op de eigen situatie, zelf beslissingen te nemen en geven ruimte aan burgers en bedrijven voor initiatief en ontwikkeling. Infrastructuur en ruimte worden door alle overheden in samenhang opgepakt. Om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden zijn in de SVIR drie hoofddoelen voor de voor de middellange termijn (2028) benoemd: het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid, waarbij de gebruiker voorop staat; het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden blijven. De drie Rijksdoelen zijn in het SIVR uitgewerkt tot dertien (thematische) 'onderwerpen van nationaal belang'. In het SIVR worden geen beleidsuitspraken gedaan die specifiek van toepassing zijn voor de omgeving van Harderwijk of voor het plangebied. Ladder Duurzame Verstedelijking (LDV) In de SVIR is de ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd, die per 1 oktober 2012 als procesvereiste is opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel lid 2). De LDV heeft als doel om zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren en over programmering op regionaal niveau te voorkomen. De ladder bevat drie treden die doorlopen te dienen te worden in een ruimtelijke procedure. 32 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

33 De ladder voor duurzame verstedelijking is verankerd in het Bro. Om dit mogelijk te maken is het Bro met ingang van 1 oktober 2012 gewijzigd en wel de artikelen en Artikel Bro definieert relevante begrippen. Daaraan is in het eerste lid een omschrijving toegevoegd van: Bestaand stedelijk gebied Stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur. Stedelijke ontwikkeling Ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen. Artikel Bro is uitgebreid met twee leden die de werking van de ladder uitleggen. De tekst van de leden 2 en 3 luidt: lid 2: De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, voldoet aan de volgende voorwaarden: er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte; indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel a, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, en; indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld. lid 3: Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een provinciale verordening die een locatie voor stedelijke ontwikkeling aanwijst. Toelichting op het gebruik van de LDV In de toelichting bij de wijziging van art Bro is de wijziging nader gemotiveerd. Een zorgvuldige benutting van de beschikbare ruimte voor verschillende functies 33 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

34 vraagt om een goede onderbouwing van nut en noodzaak van een nieuwe stedelijke ruimtevraag en een zorgvuldige ruimtelijke inpassing van de nieuwe ontwikkeling, daarom zijn twee nieuwe leden toegevoegd aan artikel van het Bro. Op grond waarvan overheden - indien zij een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk willen maken - standaard een aantal stappen dienen te zetten die borgen dat tot een zorgvuldige ruimtelijke afweging en inpassing van die nieuwe ontwikkeling wordt gekomen. Deze stappen zijn geen blauwdruk voor een optimale ruimtelijke inpassing van alle nieuwe ontwikkelingen. Dat zou voorbij gaan aan de specifieke lokale omstandigheden, die van invloed zijn op de inpassing van ruimte vragende functies en het regionale maatwerk dat de overheden moeten kunnen leveren. De stappen die worden gevraagd, bewerkstelligen dat de wens om een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken, nadrukkelijk wordt gemotiveerd en afgewogen met oog voor de ontwikkelingsbehoefte van een gebied, maar ook met oog voor de toekomstige ruimtebehoefte, en voor de ontwikkeling van de omgeving waarin het gebied ligt. De provincie Gelderland hanteert de ladder zoals deze is vastgelegd door het Rijk. De Rijksladder is namelijk van provinciaal belang. De juridische borging van de ladder is geregeld in het Bro, dus de provincie heeft de ladder niet nogmaals opgenomen in de provinciale omgevingsverordening, maar kort beschreven als zijnde De Gelderse Ladder. Initiatiefnemer heeft verzocht een onderbouwing Ladder duurzame verstedelijking op te stellen, opdrachtnemer heeft in maart 2016 gerapporteerd. Zie Bijlage 1 Verantwoording Ladder Duurzame Verstedelijking Geconcludeerd wordt aan de hand van de verantwoording Ladder Duurzame verstedelijking dat het initiatief zowel aan de eerste (regionale behoefte) als de tweede trede (transformatie) voldoet. Structuurvisie Buisleidingen De structuurvisie Buisleidingen heeft betrekking op nieuwe leidingen maar ook doorwerking in ruimtelijke plannen. Buiten de nationale aangegeven leidingstroken mogen geen leidingen van nationaal belang gelegd worden, uitzonderlijke situaties daar gelaten. Uitzonderingen hebben betrekking op aansluitingen van buiten de strook en vervangingen van bestaande leidingen. 34 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

35 Bij wijziging van het vigerende bestemmingsplan en voor aanvragen om omgevingsvergunningen die afwijking betekenen van het Barro mogen geen activiteiten worden toegelaten die een belemmering vormen voor leidingstroken. Het plangebied ligt niet in de directe nabijheid van de hoofdstructuur (> 300 meter) waarlangs ruimte moet worden vrijgehouden. Het plan vormt dan ook geen belemmering voor huidige of toekomstige buisleidingen. Er liggen wel gasleidingen in het gebied, deze zijn verder uitgewerkt in paragraaf Provinciaal beleid Omgevingsvisie Gelderland Op 9 juli 2014 is de nieuwe Omgevingsvisie Gelderland vastgesteld en op 18 oktober 2014 in werking getreden. De provincie kiest er in deze Omgevingsvisie voor om vanuit twee hoofddoelen bij te dragen aan gemeenschappelijke maatschappelijke opgaven. Deze zijn: 1. een duurzame economische structuur; 2. het borgen van de kwaliteit en veiligheid van onze leefomgeving. De provinciale hoofddoelen zijn vervolgens vertaald in provinciale ambities. Afhankelijk van het accent van de ambitie zijn ze opgenomen onder het deel 'Divers', 'Dynamisch' of 'Mooi' Gelderland. Per ambitie is de aanpak op hoofdlijnen beschreven. De nadere invulling vindt plaats via provinciale uitvoeringsprogramma's en samenwerking met partners. Daarmee is de Omgevingsvisie een 'plan' dat richting geeft en ruimte biedt, geen plan met exacte antwoorden. Ofwel: 'de Omgevingsvisie gaat over het speelveld en de spelregels, niet over de uitkomst van het spel. In de omgevingsvisie is opgenomen dat het een provinciale ambitie is om de regionale centrumfunctie van Harderwijk te versterken. Harderwijk kan zich profileren als een krachtige en aantrekkelijke stad op het gebied van wonen, werken en voorzieningen. Aandacht gaat daarbij uit naar binnenstedelijke transformatieprocessen en bereikbaarheid, gekoppeld aan de potenties van het knooppunt station Harderwijk, Waterfront en de opwaardering van de N302. De Omgevingsvisie is sinds de vaststelling tweemaal geactualiseerd, de eerste maal op 8 juli 2015 en de tweede maal op 11 november De actualisaties waren nodig voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW), de doorwerking van de landelijke Deltabeslissingen en de actualisatie van de Beleidsvisie Externe Veiligheid Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

36 De aanpassing van de begrenzing van natte landnatuur, de vastlegging van Gelders Natuur Netwerk (GNN) en de Groene Ontwikkelzone (GO) alsmede de vaststelling van het Natuurbeheerplan 2014 maakten dat de begrenzing van de waterfunctie natte landnatuur en de bijbehorende hydrologische beschermingszones aangepast moesten worden. Verder is de begrenzing van de grondwaterbeschermingszones aangepast naar aanleiding van gewijzigde inzichten in de ondergrond. Tenslotte zijn enkele kleinere wijzigingen voor andere beleidsthema's doorgevoerd. De locatie aan de Boekhorstlaan te Harderwijk valt binnen de regio Noord-Veluwe. Kenmerken van de Noord-Veluwe zijn de rust en ruimte, de afwisseling in landschappen, de rijke cultuurhistorie, de gastvrijheid, de recreatieve en toeristische sector en goede verbindingen met omringende regio s. De regio staat voor een viertal opgaven die ze in de Omgevingsvisie heeft aangegeven. De eerste opgave is de economische ontwikkeling die de motor van de regio vormt. Dit moet worden versterkt door de recreatieve en toeristische sector, innovatie in bedrijfsleven, het vasthouden en versterken van borgondernemers en een toekomstbestendige agrarische sector. De tweede opgave staat voor het behouden, versterken en benutten van bestaande kwaliteiten zoals natuur, landschappen, water, gemeenschappen, steden en dorpen. Opgave drie focust op het verbinden van de leefbaarheid in kernen met natuurgebieden en het waterlandschap. De laatste opgave gaat over het ruimte bieden aan ondernemers om een passend aanbod te ontwikkelen. De gezamenlijke inspanningen, richten zich op de volgende vier speerpunten: De gastvrije regio; De zorgzame regio; De duurzame regio; De bereikbare regio. De gastvrije regio wil de Veluwe als merk versterken. In dit speerpunt ligt de focus op het beter benutten van bestaande kwaliteiten en het door ontwikkelen tot dé fietsregio van Nederland. De zorgzame regio gaat van het zorgen voor naar het zorgen dat. Dit speerpunt zoekt dwarsverbanden in zorgsectoren met sociale en economische activiteiten, een passend woonaanbod voor elke leeftijdsgroep en wil naar een duurzame arbeidsmarkt. De duurzame regio zet in op een groene economie en duurzame energiehuishouding, een versnelling van de energietransitie en een duurzame mobiliteit. De bereikbare regio focust op bereikbare voorzieningen en leefbare kernen, een goede ontsluiting van het groene gebied voor recreanten maar ook een goede woon-werk bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer. Deze 36 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

37 verbindingen met omliggende regio moeten worden gegarandeerd op zowel de weg als op het water. Het initiatief voldoet aan de uitgangspunten van de Omgevingsvisie. Omgevingsverordening Gelderland Op 24 september 2014 is de Omgevingsverordening Gelderland vastgesteld en op 18 oktober 2014 in werking getreden. In de Omgevingsverordening zijn regels (randvoorwaarden) opgenomen passend bij de provinciale aanpak van ambities en doelen in de Omgevingsvisie. Veel van deze regels waren eerder in diverse andere verordeningen van de provincie opgenomen. De provincie trekt deze oude verordeningen in en brengt de Omgevingsverordening ervoor in de plaats. De regels in de Omgevingsverordening zijn zodanig dat zij goed passen bij de accenten in de aanpak van de Omgevingsvisie. De verordening voorziet ten opzichte van de Omgevingsvisie niet in nieuw beleid en is daarmee dus beleidsneutraal. De inzet van de verordening als juridisch instrument om de doorwerking van het provinciaal beleid af te dwingen is beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen. De Omgevingsverordening heeft de status van: Ruimtelijke verordening in de zin van artikel 4.1 Wet ruimtelijke ordening Milieuverordening in de zin van artikel 1.2 Wet Milieubeheer Waterverordening in de zin van de Waterwet Verkeersverordening in de zin van artikel 57 van de Wegenwet en artikel 2 A van de Wegenverkeerswet Ook de Omgevingsverordening is per 11 november 2015 geactualiseerd en geconsolideerd. Het initiatief voldoet aan de gestelde regels in de Omgevingsverordening Regionaal beleid Keur Waterschap Vallei en Veluwe Op 1 januari 2014 is de nieuwe Keur met de Algemene - en Beleidsregels van Waterschap Vallei en Veluwe in werking getreden. Het waterschap stelt deze regels vast ter behartiging van de waterschapstaak en het bereiken van de doelstelling zoals genoemd in artikel 2.1 van de Waterwet. Alle handelingen in of nabij een waterstaatswerk worden hieraan getoetst. Om zijn taak uit te kunnen oefenen, 37 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

38 maakt het waterschap gebruik van de Keur en de Legger. De Keur is een door het waterschapsbestuur vastgestelde verordening waar gedoogplichten, geboden en verboden in staan. Deze regels gelden voor toestanden en handelingen op en vlakbij waterkeringen, watergangen en kunstwerken zoals duikers. De Legger bevat de ligging en maatvoering van waterstaatkundige werken en waterpartijen, alsmede de onderhouds- en beschermingszones. In de Legger wijst het waterschap tevens aan wie het onderhoud van een watergang, dijk of constructie moet uitvoeren. Ook wordt bepaald of er controle (schouw) wordt gedaan. De legger bepaalt samen met de keur welke regels er voor inwoners en gebruikers gelden en wordt daarom door het bestuur van het waterschap gesteld. Het waterschap levert de gemeente deze gegevens aan, teneinde de hoofdwatergangen en waterkeringen, inclusief de onderhouds- en beschermingszone in het bestemmingsplan te regelen en de bouwmogelijkheden, voor zover noodzakelijk, te kunnen regelen. Algemene regels Veel handelingen op en nabij de waterstaatswerken zijn vrijgesteld van de vergunningsplicht. Deze handelingen heeft het waterschap in algemene regels opgenomen. Verantwoordelijkheden Hemelwater Een belangrijk principe is dat zoveel mogelijk van het hemelwater binnen het plangebied wordt vastgehouden en/of geborgen en dus niet direct afgevoerd wordt naar de riolering of het oppervlaktewater. Hiermee wordt bereikt dat de waterzuiveringsinstallatie beter functioneert, verdroging wordt tegengegaan en piekafvoeren in het oppervlaktewater (met eventueel wateroverlast in benedenstrooms gelegen gebieden) wordt voorkomen. Bij lozing op oppervlaktewater zal hiervan een melding gedaan moeten worden bij het waterschap. Om het afstromend hemelwater schoon te houden worden geen uitlogende materialen gebruikt bij de woningbouw en in de openbare ruimte (straatmeubilair en dergelijke). Op nieuwe bouwlocaties zal alleen het huishoudelijk afvalwater worden aangesloten op de gemeentelijke riolering. Voor het hemelwater moet een andere wijze van afvoeren worden gevonden. Hiervoor bestaan in principe twee mogelijkheden, namelijk infiltratie in de bodem en lozing op het oppervlaktewater. Grondwater Om grondwateroverlast te voorkomen adviseert het waterschap om boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) te ontwerpen. Dit betekent dat aspecten zoals ontwateringsdiepte en infiltratie van hemelwater, beschouwd worden ten opzichte van de GHG. Het structureel onttrekken/draineren van grondwater is 38 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

39 geen duurzame oplossing en moet worden voorkomen. Het waterschap adviseert de initiatiefnemer dan ook om voorafgaand aan de ontwikkeling een goed beeld te krijgen van de heersende grondwaterstanden en GHG. Eventuele grondwateroverlast is in eerste instantie een zaak voor de betreffende perceeleigenaar. Oppervlaktewater Het waterschap is verantwoordelijk voor het peilbeheer in regional oppervlaktewater. Daarbij heeft het waterschap de taak om het oppervlaktewatersysteem zo in te richten dat er geen inundatie plaatsvindt tot 1 maal per 100 jaar in stedelijk en 1 maal per 10 jaar in landelijk gebied. Uit de themakaart blijkt dat er geen oppervlaktewater en/ of (hoofd)watergang in het plangebied aanwezig is. Waterbeheerprogramma Op basis van de strategische doelstellingen uit de Langetermijnvisie van het Waterschap Vallei en Veluwe, de Deltabeslissingen, de aanbevelingen uit het in 2014 gepresenteerde OESO-rapport en de Kaderrichtlijn Water heeft het waterschap tactische doelen geformuleerd. Per jaarplan wordt concreet invulling gegeven aan de daadwerkelijke realisatie van deze doelen. Noch de leggerkaart District 4 noch de Districtskaart 4, kaart 15 geeft ter plaatse van het plangebied aandachtpunten weer. Omgevingsagenda Noord-Veluwe De provincie Gelderland heeft in co-creatie met de Gelderse gemeenten een Omgevingsvisie opgesteld. De gemeenten op de Noord-Veluwe hebben daarbij samen opgetrokken, ondersteund door Regio Noord- Veluwe. Als vervolg op deze visie wordt een regionale Omgevingsagenda opgesteld door de gemeenten Elburg, Ermelo, Hattem, Harderwijk, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten en Regio Noord- Veluwe. In de Omgevingsagenda wordt de richting bepaald voor regionale samenwerking op grote opgaven in het gebied voor de periode tot De doelen in de Omgevingsagenda zijn beschreven als verder weg gelegen (maatschappelijke) effecten. De stappen en maatregelen die nodig zijn om het doel te bereiken worden concreet en helder beschreven. Daarmee geeft de Omgevingsagenda richting en worden de gewenste resultaten geformuleerd. De Omgevingsagenda is geënt op de Omgevingsvisie van de Provincie Gelderland en de inbreng daarvoor vanuit de Noord-Veluwe. De regiogemeenten zijn op basis hiervan gekomen tot het formuleren van vier integrale opgaven die tot doel hebben: 39 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

40 Een sterk toeristische product; Een vitaal buitengebied; Een optimale economische infrastructuur; Een klimaat neutrale regio. Het sterk toeristisch product bevat onder andere het leveren van een bijdrage aan de Veluwe haar centrale opgave, het verbeteren van de kwaliteit en kwantiteit van de verblijfsrecreatie, het stimuleren van water- en buitenrecreatie (sport en bewegen), het vergroten van de aantrekkelijkheid van binnensteden en het inzetten van cultuurhistorie en erfgoed. Bij sport en bewegen ligt de focus met name op fietsen. Hiermee wordt bedoeld het verhuren van fietsen, het creëren van voldoende oplaadpunten, fietsroutes koppelen en goede gebiedsontsluitingen creëren. Voor verblijfsrecreatie worden Vitale Vakantieparken gestimuleerd door gezamenlijke inzet van ondernemer en overheid. Binnen het vitaal buitengebied wil de regio graag inzetten op het stimuleren van nieuwe economische impulsen door herinrichting van het buitengebied te stimuleren en faciliteren. Een mix van functies tussen wonen, werken, recreatie, toerisme en welzijn. De economische infrastructuur kan als basis dienen voor economische ontwikkeling en behoud van werkgelegenheid. Hierbinnen heeft de regio vier opgaven: het verbeteren van de bereikbaarheid, verbetering van het vestigingsklimaat, het verhogen van het arbeidspotentieel en transformatie van zorgterreinen. Het initiatief komt tegemoet aan de opgaven Gemeentelijk beleid Structuurvisie Harderwijk 2031 De structuurvisie Harderwijk 2031 is op 20 december 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze integrale structuurvisie is een uitwerking van de in juni 2010 door de gemeenteraad vastgestelde stadsvisie. In de structuurvisie wordt aangegeven wat in de periode tot 2031 voor de gemeente Harderwijk de belangrijkste thema's zijn waar integraal aan gewerkt gaat worden door de gemeente, het bedrijfsleven, de maatschappelijke organisaties en door inwoners zelf. De visie is een document waar het economische, sociale en ruimtelijke beleid met elkaar in verband is gebracht. Het betreft een visie waarin kaders zijn gesteld met doelstellingen om de in de Stadsvisie verwoorde ambitie te verwezenlijken. Deze doelstellingen zijn ondergebracht in 4 ontwikkelsporen: Zorgzame stad; Ondernemende stad; 40 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

41 Aantrekkelijke stad, en; Verbindende stad. De structuurvisie zal fungeren als beoordeling- en sturingsinstrument op alle gemeentelijke beleidsterreinen. Het is daarmee een beleidsdocument dat de gemeente bindt. De gemeente kan daar alleen van afwijken indien daar een goede motivering voor is. Daarnaast wordt richting gegeven aan te verrichten inspanningen en te nemen maatregelen die moeten leiden tot de realisatie en totstandkoming van de in het beleid nagestreefde doelen. De structuurvisie vervangt hiermee het structuurplan Harderwijk 2020 en is daarmee: een visie op de sociale, economische en ruimtelijke ontwikkelingen in Harderwijk voor de middellange en lange termijn; een integrale visie met de hoofdlijnen van voorgenomen ontwikkelingen betreffende het leven, werken en verblijven in Harderwijk; de wijze waarop de gemeente de doelstellingen denkt te realiseren. Op het gebied van recreatie en toerisme wil de gemeente Harderwijk haar kwaliteiten beter benutten in de vrijetijdssector voor zowel de dag- als de verblijfsrecreatie. Onderhavig initiatief draagt hier positief aan bij. Detailhandelsvisie Harderwijk 2020 In 2011 is de Detailhandelsvisie Harderwijk 2020 vastgesteld. Harderwijk is een gemeente met zowel een grote historie als met grote ambities. Als voormalige handelsstad aan de Zuiderzee is de stad uitgegroeid tot een volwaardig centrum voor de regio, waaronder de nabijgelegen plaatsen Zeewolde, Ermelo, Nunspeet en Putten. Veel voorzieningen en bedrijven zijn in Harderwijk geconcentreerd. Het Dolfinarium en de Zwaluwhoeve zijn bovendien belangrijke trekpleisters. Daarnaast draagt de historische binnenstad en de ligging aan het water bij aan de potenties de aantrekkelijkheid van de stad verder te vergroten. Met diverse projecten, zoals het Waterfront, de kwaliteitsslag binnenstad, de bouw van de Houtwalgarage en de oriëntatie op de herontwikkeling van de stationsomgeving, wenst de gemeente de regiofunctie verder te versterken. Dit past in de ambitie van Harderwijk die is neergelegd in de Stadsvisie Harderwijk wil een open en ondernemende gemeente zijn, met onder andere belangrijke aandacht voor versterking van de economische structuur. Door enkele grote ontwikkelingen, zoals de uitbreiding van het stadscentrum en bijvoorbeeld de komst van het Randstadspoor (15 minutenverbinding met Amersfoort), zal de stad een meer stedelijk karakter krijgen en als regionaal centrum gaan fungeren. In de detailhandelsvisie is Harderwijk verdeeld in verschillende buurten en wijken. De planlocatie maakt onderdeel uit van nummer 14, buitengebied Harderwijk. In Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

42 wordt in de visie beschreven dat Harderwijk een lage frictieleegstand kent binnen de detailhandelsstructuur. De belangrijkste onderdelen volgens de visie op een rij: Ongeveer 5% van het winkelvloeroppervlak staat leeg, ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 9%. In totaal staat in de gemeente bijna m² wvo leeg, waarvan een groot deel zich in de binnenstad bevindt (16 vestigingen). In 2010 is in Oost-Nederland een grootschalig koopstromenonderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek dat het winkelaanbod in Harderwijk het overgrote deel van de detailhandelsbestedingen van de eigen inwoners aan zich weet te binden. De koopkrachtbinding ligt voor de dagelijkse artikelen op 90% en voor de niet-dagelijkse artikelen op 66%. In vergelijking met andere plaatsen tussen de en inwoners en een dergelijke afstand tot een centrum van hogere orde (in dit geval Amersfoort) zijn deze bindingscijfers laag te noemen. Vooral voor de niet-dagelijkse artikelen is het verschil groot. De koopkrachtbinding staat in Harderwijk de laatste jaren onder druk. In vergelijking met de (veronderstelde) bindingscijfers ten tijde van de visie uit 2004 liggen de bindingscijfers substantieel lager. In 2004 werd de dagelijkse koopkrachtbinding op 96% verondersteld en de niet-dagelijkse koopkrachtbinding op 73%. Het koopstromenonderzoek heeft aangetoond dat Harderwijk dus moeite heeft de inwoners van haar gemeente optimaal en blijvend aan zich te binden. Een klein deel van de dagelijkse bestedingen (10%) vindt buiten Harderwijk plaats. Hierbij gaat het onder andere om inwoners van Drielanden die voor de dagelijkse boodschappen deels gericht zijn op Ermelo. Ongeveer een derde (34%) van de niet-dagelijkse bestedingen wordt gedaan in plaatsen buiten Harderwijk, Amersfoort, Apeldoorn en Ermelo in het bijzonder. Daarnaast vloeit een deel af naar Putten en Utrecht. Het Harderwijks winkelaanbod trekt ook mensen van buiten aan. Voor de niet-dagelijkse artikelen betreft de toevloeiing over het gehele detailhandelsaanbod in Harderwijk - 34% van het draagvlak. De toevloeiing in het dagelijkse segment is met 18% aanzienlijk kleiner. De bezoekers zijn vooral afkomstig uit Nunspeet, Ermelo en Zeewolde en in mindere mate Putten en Dronten. De toevloeiing van koopkracht is in de dagelijkse sector groter dan de afvloeiing. Hierdoor is er sprake van een positieve balans. In de nietdagelijkse sector is sprake van een evenwicht tussen toevloeiing en afvloeiing. Uit de verkenning van de Ladder Duurzame Verstedelijking blijkt dat geen onaanvaardbare aantasting van de detailhandelsstructuur zal optreden. 42 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

43 Waterplan Harderwijk Het Waterplan Harderwijk is een gezamenlijk plan van de gemeente Harderwijk en het Waterschap Vallei en Veluwe. Met dit plan willen beide partijen, samen met burgers, verenigingen en andere betrokkenen, verder werken aan het verbeteren van het water in Harderwijk. De hoofddoelstelling van het Waterplan Harderwijk is: "Streven naar een gezond, veerkrachtig, kwalitatief goed, aantrekkelijk en op de toekomst berekend watersysteem/waterketen, die aansluiten bij de natuurlijke omstandigheden op en om het Harderwijks grondgebied voor nu en in de toekomst". In dit Waterplan is onder meer een Kansen- en knelpuntenkaart opgenomen. Het plangebied is op deze kaart niet specifiek aangeduid. Zuiveringskring Afvalwaterketen Plan WHEP In het Plan WHEP zijn de volgende beleidsmatige uitgangspunten gedefinieerd: Stedelijk Afvalwater Uitgangspunt voor stedelijk afvalwater zijn de wettelijke verplichtingen Wet milieubeheer 10.33Stedelijk afvalwater bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater kent in vergelijking met de andere zorgplichten weinig vrijheid: inzamelen, transporteren en zuiveren (door het waterschap) is verplicht. Hemelwater Op het gebied van hemelwater is de belangrijkste opgave de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. We doen dit door aanpassingen van onze systemen en door meer gebruik te gaan maken van de openbare ruimte voor opvang en afvoer van hemelwater. Vanuit de Waterwet artikel 3.5 zijn gemeenten verantwoordelijk voor een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. Deze verantwoordelijkheid geldt alleen zolang degenen die zich wil ontdoen van hemelwater niet redelijkerwijs de mogelijkheid heeft om het hemelwater zelf in de bodem of op een oppervlaktewater te lozen. Uitgangspunten hierbij zijn: Perceeleigenaar is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor inzameling en verwerking van hemelwater (infiltratie op eigen terrein) Indien dit redelijkerwijs niet van de perceeleigenaar kan worden verwacht, zal de gemeente de zorgplicht over moeten nemen Perceeleigenaren van bestaande bebouwing worden gestimuleerd om hemelwater van de vuilwater riolering af te koppelen 43 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

44 Bij eventuele reconstructie: hemelwater van openbaar gebied afkoppelen van riolering, tenzij dit niet doelmatig blijkt te zijn Bij eventuele nieuwe grootschalige ontwikkelingen (inbreiding en/of herinrichting): hemelwater in principe bij voorkeur lokaal inzamelen en verwerken (infiltratie of lozing op oppervlaktewater), tenzij dit ondoelmatig blijkt te zijn (bijvoorbeeld bij hoge grondwaterstand of bestaand dicht stedelijk gebied). Grondwater De bewoner heeft de verplichting om grondwater op eigen terrein te verwerken (waterwet art. 3.6) de gemeente heeft een regierol wat inhoudt dat in overleg met degene die overlast ervaart er wordt gekeken naar een mogelijke oplossing. Uitgangspunten hierbij zijn: de perceeleigenaar: verwerkt grondwater op eigen terrein en zorgt voor een waterdicht pand. de gemeente: neemt meldingen in ontvangst en zoekt naar een oplossing. Alleen als geen enkele andere partij een oplossing kan of hoeft te bieden, dan neemt de gemeente maatregelen. Er worden alleen maatregelen genomen als sprake is van structurele grondwateroverlast die de gemeente op een doelmatige manier kan oplossen. het waterschap; neemt peilbesluiten en beïnvloedt hiermee de grondwaterstand. Vooral buiten de bebouwde kom speelt het waterschap hiermee een belangrijke rol. Ook verleent het waterschap vergunning voor kleinere grondwateronttrekkingen. de provincie: verleent vergunningen voor grotere industriële grondwateronttrekkingen, onttrekkingen voor de drinkwatervoorziening en onttrekkingen voor een bodemenergiesysteem. Ook werkt de provincie aan natuurontwikkeling. Vooral als ergens sprake is van verdroging zal grondwater voor de provincie een belangrijk onderwerp zijn. Grondwaterneutraal bouwen Voor de bouw van eventuele ondergrondse ruimten (kelders) moet de grondwaterstand gedurende de uitvoeringsperiode mogelijk worden verlaagd. De constructie van de kelder(s) moet zodanig waterdicht worden uitgevoerd dat na de bouw in de gebruiksfase geen (permanente) grondwaterstandverlaging nodig is. Tevens betekent dit ook, dat bij nieuwbouw het vloerpeil (bijvoorbeeld ophogen) of de bouwwijze (bijvoorbeeld kruipruimte loos) moet worden afgestemd op de grondwaterstand, zodat er geen permanente drainage nodig is. Om grondwateroverlast te voorkomen moet er een watertoets worden uitgevoerd. Onderhavig initiatief voldoet aan de geformuleerde uitgangspunten. 44 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

45 Welstandsnota Harderwijk 2013 In de welstandsnota van Harderwijk wordt invulling gegeven aan de esthetische aspecten van het ruimtelijke kwaliteitsbeleid. De welstandsnota gaat daarbij vooral in op de architectonische aspecten van bouwwerken, zoals massa, vorm, positionering, kleur- en materiaalgebruik en detaillering. In stedenbouwkundige zin spreekt de welstandsnota zich uit over de uitstraling en ligging van de bebouwing in relatie tot de omgeving. In de welstandsnota zijn regels opgenomen voor: kleine bouwinitiatieven die welstandsvrij zijn; kleine bouwinitiatieven waarvoor de zogenaamde 'sneltoetscriteria' gelden (criteria voor meest voorkomende kleine bouwactiviteiten); grote bouwinitiatieven waarvoor lichte, gemiddelde en zware welstandstoets gelden; Grote bouwinitiatieven voor ontwikkeling locaties, die in aparte beeldkwaliteitsplannen zijn vervat. Voor bouwinitiatieven die gekeerd zijn naar een gebied met zware toets zoals binnenstad, winkelcentra en invalswegen/dragers geldt een zogenaamde zware toets. Voor deze gebieden gelden de zwaarste welstandscriteria uit de welstandsnota, omdat deze bebouwingen in belangrijke mate bepalend zijn voor de beeldkwaliteit van de gemeente. Harderwijk wordt immers vooral beleefd vanaf en vanuit deze belangrijkste invalswegen, ruimtelijke dragers en gebieden. Daarom richt het beleid zich op het versterken en verbeteren van de beeldkwaliteit in het beschermd stadsgezicht (binnenstad) en wijkwinkelcentra en aan invalswegen/dragers. In Hoofdstuk 4, paragraaf 5.1 van de Welstandsnota worden de algemene welstandcriteria uiteengezet, in paragraaf 5.6 de specifieke welstandscriteria. In de tweede fase (verkrijgen van bouwtitels) zullen de bouwplannen conform de algemene en specifieke criteria worden uitgewerkt. Milieubeleidsplan Harderwijk De gemeente Harderwijk streeft naar samenhang in het bestaande veelomvattende milieubeleid. Het milieubeleidsplan maakt inzichtelijk waar Harderwijk voor staat, geeft richting aan het beleid voor de komende periode en vervult een aanjaagfunctie om verbeteringen te realiseren. Vanuit deze gedachte worden twee speerpunten benoemd waarbij rekening is gehouden met de landelijke beleidsontwikkeling: klimaatbeleid en een gebiedsgericht milieubeleid. Het zorgdragen voor een duurzame leefomgeving is het hoofddoel van dit milieubeleid. Onder een duurzame leefomgeving verstaan we het voorzien in onze behoeften, 45 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

46 zonder de toekomstige generaties de mogelijkheden voor dezelfde behoeftes te ontnemen. Dit milieubeleidsplan geeft kaders voor beleid en laat de bevolking van Harderwijk en Hierden zien hoe de gemeente zich inzet om de lokale milieuproblemen op te lossen. Binnen de gemeentegrenzen bestaat een grote diversiteit in gebieden, met elk hun eigen kenmerken en functies. Bij ruimtelijke ontwikkeling streeft de gemeente naar een optimale kwaliteit van de leefomgeving. Door gebieden te onderscheiden wordt duidelijk welke milieukwaliteit gewenst is en of een ontwikkeling in het desbetreffende gebied past. Deze gebiedsgerichte benadering biedt ruimte om milieubeleid beter te laten aansluiten bij de dynamiek van ruimtelijke ontwikkelingen. Milieugebiedsvisie Routekaart naar een klimaatneutraal Harderwijk: De energieke stad In het milieubeleidsplan zijn voor verschillende delen van Harderwijk milieugebiedsvisies opgesteld. Door het opstellen van een milieugebiedsvisie komen de specifieke kwaliteiten, knelpunten, de milieubelasting en de milieuambities van het gebied in beeld. De milieugebiedsvisie waarin het plangebied zich bevindt is De energieke stad. Harderwijk heeft vele kansen om zich te profileren op het gebied van duurzaamheid en in het bijzonder duurzame energie. Vanwege die kansen stelt de gemeente zich binnen De energieke stad het volgende doel; In 2031 (Harderwijk 800 jaar) wordt binnen de gemeentegrenzen 45 % minder CO2 uitgestoten (referentiejaar 2010). Deze ambitie zal worden bereikt door in te zetten op: Energie besparing; Opwekken van duurzame energie; Compenseren (bijvoorbeeld door inkoop groene energie). Met het stellen van deze ambitie wil de gemeente in het bijzonder lokaal bijdragen aan de economische vitaliteit, leefbaarheid en identiteit van de gemeente. Het loont om te investeren in energiebesparende maatregelen vanwege lagere lasten en vanwege de toegevoegde waarde aan het investeringsobject. Maar het betekent ook dat het opwekken van energie geld oplevert, duurzame energie zal in de toekomst alleen maar waardevoller worden. Door nu te investeren in het opwekken van duurzame energie wordt de afhankelijkheid van stijgende energieprijzen en het opraken van fossiele brandstoffen in de toekomst beperkt. Het lokaal investeren van die opbrengsten of meedelen in revenuen draagt bij aan de vitaliteit en zelfvoorzienendheid van de gemeente. Daarnaast laat de gemeente met deze doelstelling zien dat zij haar principiële verantwoordelijkheid neemt ten aanzien van klimaatverandering. Let op! Duurzaamheid is nadrukkelijk meer dan alleen het besparen van energie of het treffen van milieumaatregelen (People-Profit-Planet). 46 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

47 Initiatiefnemer zal in de 2 de fase (de aanleg- en bouwtitels) de ambities van de gemeente verdisconteren in de plannen. Deelgebiedsvisie Zuidelijke Stadsrand Aan de zuidzijde van de Rijksweg A28 tussen de afslagen Harderwijk-zuid en Harderwijk/Lelystad is het deelgebied Zuidelijke stadsrand gelegen. Het plangebied van de VTB Boekhorstlaan is onderdeel van dit gebied. Voor dit deelgebied zijn er in het milieukwaliteitsplan milieukwaliteitseisen gesteld voor bodem, externe veiligheid, straling, geluid, klimaat, lucht en geur, waar bouwplannen aan moeten voldoen. Voor de Zuidelijke stadsrand gelden de volgende uitgangspunten: Bodem Bij bouwplannen moet rekening worden gehouden met bodemfuncties industrie, wonen en AW200. Bij de vestiging van bedrijven in verband met de poort van Harderwijk kunnen voorwaarden worden gesteld aan het soort bedrijven in verband met het risico van vervuiling. Ondergrondse HBO tanks moeten worden gesaneerd bij woningen Bij bodemonderzoek moet er altijd onderzoek worden gedaan naar mogelijke aanwezigheid van asbesthoudende materialen en een analyse worden uitgevoerd. Externe veiligheid Er moet bewust worden omgegaan met het uitbreiden van bestaande risicobronnen en het vestigen van nieuwe risicobronnen. Er moet ruimtelijke scheiding worden aangebracht tussen nieuwe (beperkt) kwetsbare functies ten opzichte van risicobronnen. Bij verhoging van het groepsrisico moet worden nagegaan welke stedenbouwkundige inrichting de gevolgen van calamiteiten kunnen beperken. Objecten met niet-zelfredzame personen en met hoge bezettingsgraad mogen niet in de buurt van risicobronnen worden gebracht. Straling Bij ruimtelijke ontwikkelingen mogen er geen gevoelige bestemmingen projecteren binnen de specifieke stralingszone. Geluid De strook tussen de A28 en de N302/Ceintuurbaan mogen niet worden bestemd voor geluidgevoelige bestemmingen. Er moet terughoudend worden omgegaan met het inplannen van geluidgevoelige bestemmingen in de gele zone rondom de N302. In de buurt van het NUON transformatorstation mogen geen geluidgevoelige bestemmingen worden geprojecteerd. In de omgeving van de schietbaan moet inzichtelijk worden gemaakt welke geluidbelastingen er zijn te verwachten. Een geluidcontourkaart moet dan onderdeel uitmaken van het onderzoek. 47 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

48 Klimaat Bij de Poort naar Harderwijk en kantoren/bedrijvenzone moeten eisen worden gesteld aan energiezuinigheid. Meerdere kantoren dienen energie nul te zijn. Carpoolplaats Boekhorstlaan moet optimaal worden ingericht als transferium door bijv. Oplaadpunten voor elektrisch vervoer, stalling voor auto s en fietsen. Lucht en geur Nieuwe scholen (basis, voortgezet of overig), kinderdagverblijven, bejaarden-, verzorgings- en/of verpleeghuizen worden niet binnen 50 meter vanaf de A28 en de N302 gebouwd. Hiervoor moeten zwaarwegende landschappelijke, stedenbouwkundige, verkeerskundige of vervoerskundige redenen zijn om dit binnen een contour te plaatsen. Conclusie Gezien het concept en programma, past de voorgenomen ontwikkeling binnen de gestelde eisen van de milieukwaliteitseisen deelgebied Zuidelijke Stadsrand. 4.2 Monumenten, archeologie en cultuurhistorie Monumenten Binnen het plangebied zijn geen Rijks-, Provinciale of gemeentelijke monumenten aanwezig Archeologie De gemeente Harderwijk heeft in april 2011 het Archeologiebeleid Harderwijk vastgesteld. In de beleidskaart Archeologie is aangeven wanneer bij nieuwe planontwikkelingen archeologisch vooronderzoek plaats dient te vinden. Het vigerend bestemmingsplan is het bestemmingsplan Tweelingstad, vastgesteld op 21 maart 1974 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Gelderland op 19 februari Dit vigerende bestemmingsplan bevat geen bepalingen omtrent archeologie. Ten aanzien van het direct aan het plangebied grenzende bestemmingsplan P-Veluwe is afgezien van het opnemen van een dubbelbestemming Waarde-Archeologie omdat de regionaal archeoloog na een terreinbezoek in 2010 heeft geconstateerd dat er al zoveel bodemroerende handelingen waren verricht dat een archeologisch onderzoek niet wenselijk werd geacht. Tevens reden om binnen dit plangebied geen dubbelbestemming op te nemen. Het plangebied heeft grotendeels een hoge tot middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Conform het archeologiebeleid, zie artikel 24 Instandhouding 48 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

49 van de Monumentenverordening 2011, zijn in het gebied met een hoge archeologische verwachting bodemingrepen met een omvang groter dan 100 m² en dieper dan 30 centimeter en in een gebied met een middelhoge archeologische verwachting bodemingrepen met een omvang groter dan 1000 m 2 en dieper dan 30 centimeter belast met een onderzoek plicht. In het voortraject van deze ontwikkeling is in opdracht van initiatiefnemer is door RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. in november en december 2015 een bureauen inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met geplande herontwikkeling van het plangebied. Op 4 februari 2016 heeft opdrachtnemer gerapporteerd. Zie Bijlage 2-Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek d.d '16 Met dit onderzoek is aangetoond waar er een kans is op het aantreffen van archeologische waarden en waar niet. Met het inventariserend booronderzoek is niet aangetoond of er daadwerkelijk archeologische waarden aanwezig zijn. Wel is aangegeven dat wanneer er in de bodem dieper dan 40 cm wordt geroerd er een aanvullend, karterend booronderzoek benodigd is. Momenteel wordt er een nader karterend booronderzoek uitgevoerd om te beoordelen of er archeologische waarden aanwezig zijn. Op basis van deze bevindingen zal de gemeente Harderwijk een selectiebesluit nemen Cultuurhistorie Ontwikkeling Op historisch kaartmateriaal uit de 19e eeuw is zichtbaar dat het plangebied destijds nog aan de rand van een uitgestrekt heideveld lag. De toenmalige grens van het agrarisch cultuurland werd in 1840 gevormd door het oostelijk deel van de huidige Boekhorstlaan en het verlengde daarvan langs de bosrand. Het plangebied bevat feitelijk dus een stuk oud en een stuk jong cultuurlandschap. Noordelijk van deze oude Boekhorstlaan lagen aangeplante percelen loofbos (hakhout) en omwalde bouwlandkampen, zuidelijk ervan de heide met een enkel perceel akkerland. De Boekhorstlaan bestond destijds al als heide pad en volgde het voornoemde tracé. Gaandeweg de 19e eeuw is zichtbaar dat de heidegebied verkleind wordt. Door de opkomst van alternatieven voor stalmest en daarmee voor het systeem van plaggenlandbouw kon de heide optimaal als cultuurland benut gaan worden. Het bos ten zuiden van de Boekhorstlaan dateert uit deze periode; in 1872 wordt het voor het eerst op een topografische kaart weergegeven. Ter plaatse van de huidige bebouwing werd in het midden van de 19e eeuw een bouwlandkamp aangelegd. Verder noordoostelijk bleef het gebied als heide in gebruik. 49 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

50 De geschetste situatie bleef tot in de 20e eeuw bestaan. In de eerste decennia van die eeuw werden de eerste boerderijtjes langs de Boekhorstlaan gebouwd, en werd de wegenstructuur in en rondom het plangebied aangepast. De Boekhorstlaan liep al in 1918 niet langer langs de bosrand naar het zuidwesten, maar boog door het bosperceel naar het zuidzuidwesten af. Door de aanleg van nieuwe paden werd het achterliggende gebied, zuidoostelijk van het plangebied, verder ontsloten. Het oude hakhoutbos aan de overzijde van de Boekhorstlaan werd tussen 1872 en 1918 gerooid. Na de Tweede Wereldoorlog zullen door de schaalvergroting in de landbouw de meeste agrarische bedrijven gestopt zijn. Daardoor heeft de vervanging van de oude bijgebouwen door nieuwe stallen hier niet plaatsgevonden. Inmiddels was in 1934 ook aan de overzijde van de Boekhorstweg bebouwing verrezen, in de vorm van een burgerwoonhuis. De aanleg van de A28, die bij Harderwijk in 1962 werd geopend, betekende een drastische verandering voor de gemeenschap aan de Boekhorstlaan. Het buurtje lag voortaan geïsoleerd, ingeklemd tussen de A28 en de Ceintuurbaan. De verbinding met de Strokelweg en de Zandlaan, waarmee de Boekhorstlaan één weg vormde, werd onderbroken. Tegelijk, moeten we constateren, werd het laatste stukje heide binnen het plangebied, in de noordoostelijke hoek, in cultuur gebracht en als akkerland in gebruik genomen. Planspecifiek De noordelijke helft van het plangebied kan als een kampontginning worden gekarakteriseerd, het zuidelijk deel als een jonge heideontginning. De grens tussen beide wordt gevormd door de zuidwest-noordoost-georiënteerde Boekhorstlaan en het westelijke verlengde daarvan, nu een pad langs de bosrand. De andere historisch relevante wegen zijn jonger, en deels inmiddels opgeheven. Langs de Boekhorstlaan bevindt zich een laanbeplanting met oude beuken, die zich naar het westen toe langs de afbuigende Boekhorstlaan voortzet. Langs de zuidoostzijde van de Boekhorstlaan bevindt zich een viertal boerderijen uit de eerste decennia van de 20e eeuw. Aan de noordwestzijde staat eveneens een vooroorlogs pand. Volgens informatie hebben de panden door ingrijpende verbouwingen veel van hun oorspronkelijke karakteristieken verloren. Geconstateerd kan worden dat de hoeveelheid vooroorlogse bijgebouwen aanzienlijk is. Dat zij nog bestaan is waarschijnlijk een gevolg van het feit dat de erven nooit onderhevig zijn geweest aan een toenemende schaalvergroting in de landbouw in de tweede helft van de 20e eeuw. Door de plotselinge afsnijding van het gebied begin jaren 60 heeft de tijd ten dele stilgestaan. De aanwezige klinkerbestrating, laanbeplanting en een enkele moestuin langs de weg geven dat historische beeld. 50 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

51 Indachtig het nieuwe programma en de locatie is onderzocht welke onderdelen gehandhaafd kunnen blijven. De toekomstige functies en activiteiten passen niet binnen de bestaande bebouwing. Voor de zipline adventures kan de bestaande woning hergebruikt worden. De overige bebouwing is te klein om te voorzien in voldoende ruimte. Ook het toekomstige gebruik vraagt een andere verkeersafwikkeling. Wel kan de bestaande laanstructuur van de boekhorstlaan gehandhaafd worden met aan weerzijden de bomen. Het inrichtingsplan zoekt aansluiting bij het Veluwse landschap zodat het beeld van het gebied als poort naar de Veluwe versterkt wordt. Asbestsanering Naast de afweging die is gemaakt voor cultuurhistorische waarden, speelt ook de aanwezigheid van asbest een rol. De initiatiefnemer wil de landschappelijke structuur van de Boekhorstlaan zoveel behouden en de karakteristieken nader accentueren. Het bosgebied (waardevol historisch groen) met de relicten van lanen in het bos en de aangrenzende houtsingel zullen in deze zin ook niet worden aangetast. De aanwezige opstallen vallen onder asbestrisico 2, mocht asbest verwijdert worden is de kans op opschaling naar asbestrisico 3 groot. Bij asbestrisico 2 is aangegeven in de asbestinventarisatie dat de asbest niet zonder beschadiging kan worden verwijdert. De volgende figuur 25 en 26 geven een indicatie van de staat van de gebouwen weer. Zoals te zien op de foto s is de staat van de opstallen niet in dergelijke goede staat van onderhoud. De golfplaten op de daken, de spouwmuren, buismaterialen en warmtebronnen die aanwezig zijn bevatten asbest. Daarnaast zijn er veel losse asbesthoudende materialen gevonden en zijn er asbestplaten tegen wanden aangetroffen. Bij verwijdering van de asbest zal in overblijfselen de staat van de opstallen dermate slecht zijn dat deze niet behouden kunnen worden. Voor een uitgebreidere onderbouwing van de staat van de opstallen is er een asbestinventarisatie te vinden op pagina 62 van dit document en bijlagen. 51 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

52 Figuur 25: Impressie staat opstallen Boekhorstlaan Figuur 26: Warmtebron die asbest bevat en asbest in spouwmuur 4.3 Flora en faunaonderzoek Algemeen De natuurwetgeving in Nederland kent twee sporen: de soorten- en de gebiedsbescherming. Hiervoor zijn twee wetten vigerend: de Flora- en faunawet en 52 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

53 de Natuurbeschermingswet In beide wetten zijn naast het nationaal natuurbeschermingsbeleid ook tal van internationale verdragen en richtlijnen verankerd, zoals de Vogel- en Habitatrichtlijn. Els & Linde B.V. heeft de effecten van de voorgenomen ontwikkeling op de aanwezige natuurwaarden beoordeeld door op 13 februari 2015 een Quick scan ecologie uit te voeren. Uit deze Quick scan is gebleken dat een afdoend onderzoek noodzakelijk was. Vervolgens is het afdoend onderzoek uitgevoerd om de effecten te bepalen omtrent de geplande ontwikkelingen. De volgende paragrafen gaan in op de analyse van de effecten omtrent gebiedsbescherming en soortbescherming Gebiedsbescherming Het plangebied Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000 of een natuurgebied. Het plangebied maakt verder ook geen deel uit van het Gelders Natuurnetwerk (GNN) of het Nationale Natuurnetwerk Nederland (NNN). Natuurbeschermingswet Het Natura2000 gebied Veluwe is op korte afstand van het plangebied gelegen. Hiervoor is onderzocht of het initiatief effecten kan hebben uit hoofde van de extra verkeersbewegingen die worden veroorzaakt door het initiatief op het nabijgelegen Natura 2000 gebied Veluwe. Extra verkeersbewegingen geven een toename van de stikstofdepositie. Om te berekenen of dit hiertoe sprake van is, is de toename van de stikstofdepositie berekend en beoordeeld of het leidt tot een vergunbare situatie. Dit is bepaald met de calculator van Aerius. Aerius geeft weer of er ruimte is voor ontwikkeling, door de concrete(re) inrichting van het gebied te toetsen en daarmee de effecten te beoordelen. Daarnaast kan er een PAS melding (Programma aanpak stikstof) worden gedaan, voor sommige situaties is deze zelfs verplicht opgenomen in de wet. Deze melding moet worden gedaan om te bepalen of de hoeveelheid stikstof geen negatieve effecten uitoefent op de aanwezige natuur. De inrichting: De inrichting betreft drie eetgelegenheden, een mobiliteitspunt en een inrichting ten behoeve van recreatie gericht op kinderen en volwassenen en op exploitatie van de Veluwe per fiets. Verder is besloten dat alle gebouwen een nulenergie doelstelling krijgen. Het buitengebied wordt definitief op een ecologisch duurzame manier ingericht. De beukenlaan op het terrein blijft, zoals eerder besloten en beschreven, behouden. De woningen zijn nul-energie nieuwbouwwoningen. Berekening Aerius: Door deze woningen toe te passen komt de stikstofdepositie aanzienlijk lager uit, dan in de oorspronkelijke berekeningen. Dit betekent dat de nieuwe situatie een betere en invulling geeft aan het plangebied. De berekeningen zijn gemaakt met de 53 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

54 calculator van Aerius. Deze calculator geeft aan dat er sprake is van een toename onder de norm van vergunningsplicht, dus er is geen vergunning nodig. Voor recreatieve ontwikkelingen is geen meldingsplicht opgenomen in de PAS. PAS melding In overleg met de provincie is besloten om zekerheidshalve toch een melding van het voornemen te doen, door deze melding kan zekerheid worden gegeven in of de nieuwe situatie daadwerkelijk leidt tot een stikstofdepositie die onder de vergunde norm blijft. De provincie heeft per bevestigd dat er toch een NB-wet vergunning nodig is. Deze aanvraag is ingediend en d.d bevestigd als ontvangen. Natuurnetwerk Nederland Het gebied wat is aangewezen als Natuurnetwerk ligt op relatief korte afstand van het plangebied. Dit gebied aangewezen als Natuurnetwerk, ligt aan de overzijde van de Centuurbaan. Het deel van het aangewezen gebied is echter grotendeels bebouwd en daarmee automatisch geëxclameerd. Slechts een uitloper van het aangewezen gebied ligt in de directe nabijheid. De Centuurbaan geldt echter als een afdoende buffer tegen de effecten vanuit het plangebied. Het gebied wat is aangewezen als Natuurnetwerk ligt op relatief korte afstand van het plangebied. Gelet op de aard en omgeving van het voornemen, is een kans op een effect op het Natuurnetwerk uitgesloten Soortbescherming Om na te gaan of het initiatief beschermde soorten zal (kunnen) verstoren is in februari 2015 een Quick Scan Ecologie uitgevoerd, hieruit bleek dat de aanwezigheid van vleermuizen en de huismus niet kan worden uitgesloten. Daaropvolgend is een afdoend onderzoek verricht conform de daartoe geldende protocollen. In het afdoend onderzoek zijn binnen het plangebied vaste verblijfplaatsen van vleermuizen (gewone dwergvleermuis) en de huismus aangetroffen. Voor het tegen gaan van effecten is mitigatie nodig in de vorm van het aanbieden van alternatieve huisvesting. Een ontheffing van de Flora en Faunawet is noodzakelijk. Door de ecoloog is geadviseerd om met een ecologisch werkprotocol te werken, waarin de specificaties van de mitigatie zijn opgenomen. Ecologisch werkprotocol Om effecten te voorkomen en het werk te begeleiden is een ecologisch werkprotocol opgesteld. De werkzaamheden betreffen sloop en nieuwbouw en herinrichting van 54 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

55 een gebied. Met de keuze voor een ecologisch verantwoorde inrichting en de ontwikkeling van nul-energie voor de nieuwbouw is ook duidelijk dat de compensatie voor de gewone dwergvleermuis en de huismus de enige beschermde soorten die zijn aangetroffen binnen het plangebied eenvoudig geïntegreerd kan worden in de ontwikkeling. Hooguit zijn tijdelijke maatregelen nodig voor verblijfplaatsen van de huismus en de gewone dwergvleermuis in de vorm van kasten. In de nieuwbouw zal in het kader van de ecologische duurzame ontwikkeling ruim voldoende verblijfplaatsen worden opgenomen. De geplande inrichting zoals te zien in bijlage 6 Landschappelijk inrichtingsplan, zal leiden tot een hogere biodiversiteit dan thans het geval is. Ontheffing flora en faunawet Een aanvraag voor de ontheffing van de flora en faunawet is ingediend. De aanvraag is d.d bevestigd als ontvangen. Voor een meer gedetailleerde onderbouwing van deze paragraaf zijn in de volgende bijlagen zijn de relevante onderzoeken te vinden: bijlage 3 QS ecologie d.d Bijlage 4 Ecologisch werkprotocol Harderwijk d.d '16 Bijlage 5 Afdoend Onderzoek d.d '16 Bijlage 6 Landschappelijk inrichtingsplan d.d '16 Bijlage 7 Aerius Calculator Berekeningen d.d ' Waterparagraaf en wateradvies Algemeen Sinds 1 november 2003 is voor alle ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. Het doel van de watertoets is waterbelangen evenwichtig mee te nemen in het planvormingsproces van Rijk, Provincies en gemeenten. Hiermee wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. De toets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Via de digitale watertoets is beoordeeld of en welke waterbelangen voor het plan relevant zijn Watertoets Op 4 september 2015 is door initiatiefnemer een watertoets doorlopen (dossier ). 55 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

56 Hieruit komt naar voren dat de beoogde ontwikkeling in de nabijheid van een transportleiding van het Waterschap Vallei en Veluwe zal plaatsvinden, nu deze transportleiding echter aan de overzijde van de Ceintuurbaan is gelegen en niet binnen het plangebied levert dit geen belemmering op. Zie figuur 27: Figuur 27: Transportleiding langs plangebied Uit de watertoets blijkt dat verder rekening gehouden moet worden met een aantal algemene aspecten Algemene aandachtspunten Vasthouden-bergen-afvoeren Een belangrijk principe is dat een deel van het hemelwater binnen het plangebied wordt vastgehouden en/of geborgen en dus niet direct afgevoerd wordt naar de riolering of het oppervlaktewater. Hiermee wordt bereikt dat de waterzuiveringsinstallatie beter functioneert, verdroging wordt tegen gegaan en piekafvoeren in het oppervlaktewater (met eventueel wateroverlast in benedenstrooms gelegen gebieden) wordt voorkomen. Bij lozing op oppervlaktewater zal hiervan een melding gedaan moeten worden bij het waterschap. Het hemelwater zal binnen het plangebied worden geïnfiltreerd door middel van wadi s. 56 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

57 Grondwaterneutraal bouwen Om grondwateroverlast te voorkomen adviseert het waterschap om boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) te ontwerpen. Dit betekent dat aspecten zoals ontwateringsdiepte en infiltratie van hemelwater, beschouwd worden ten opzichte van de GHG. Het structureel onttrekken / draineren van grondwater is geen duurzame oplossing en moet worden voorkomen. Het waterschap adviseert de initiatiefnemer dan ook om voorafgaand aan de ontwikkeling een goed beeld te krijgen van de heersende grondwaterstanden en GHG. Eventuele grondwateroverlast is in eerste instantie een zaak voor de betreffende perceeleigenaar. Het bouwplan (2 de fase) zal voor zover mogelijk op staal worden uitgevoerd, hierdoor worden grondroerende activiteiten voorkomen alsmede rekening gehouden met het advies boven de gemiddelde grondwaterstand te ontwerpen. Schoon houden scheiden schoon maken Om verontreiniging van bodem, grond- en/of oppervlaktewater te voorkomen is het van belang dat het afstromende hemelwater niet verontreinigd raakt. Dit kan door nadere eisen / randvoorwaarden te stellen aan bijvoorbeeld de toegepaste (bouw)materialen. Geen opmenging van huishoudelijk afvalwater en hemelwater Huishoudelijk afvalwater wordt geloosd op gemeentelijk rioolstelsel. Het vuilwater uit het gebied wordt momenteel afgevoerd via een beperkt stelsel en een klein drukrioolgemaal dat inprikt op de persleiding Garderen-RWZI Harderwijk. Gezien de wijziging van de functie (extensief wonen naar intensieve horeca) ligt het voor de hand dat de vuilwater (piek)productie uit het gebied fors toe zal gaan nemen. Tijdens uitwerking (2 e fase) zal in overleg met gemeente bepaald moeten worden of het bestaande rioolstelsel, als onderdeel van het project, aangepast moet worden (structuur, capaciteit en bedrijfszekerheid) Primair belang Omdat meer dan 1500 m2 verhard oppervlak extra wordt voorzien is in overleg met het Waterschap afgesproken dat het hemelwater ter plaatse zal worden verwerkt. Afstemming hierover zal met de gemeente plaatsvinden. Binnen het plangebied aan de zijde van de Ceintuurbaan zullen meerdere wadi s worden gerealiseerd. Hierdoor kan het hemelwater wat versneld wordt afgevoerd infiltreren in de bodem. 57 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

58 4.5 Milieuaspecten Bodemonderzoek Verkennend bodemonderzoek In opdracht van initiatiefnemer heeft Bodeminzicht uit Veghel een verkennend bodemonderzoek verricht. Op 30 september 2015 heeft opdrachtnemer zijn bevindingen gerapporteerd. Zie Bijlage 8 - Verkennend bodemonderzoek d.d '15 Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de richtlijnen zoals deze zijn opgesteld in NEN 5740 en NEN De NEN 5740 beschrijft de werkwijze voor het opstellen van een onderzoeksstrategie voor verkennend bodemonderzoek naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging. De NEN 5707 beschrijft de werkwijze voor het opstellen van een onderzoeksstrategie voor verkennend bodemonderzoek naar de aanwezigheid van asbest. Indien meer dan 50% puin (v/v) in de bodem wordt aangetroffen, is de NEN5897 van toepassing. De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd onder certificaat BRL SIKB Het doel van het onderzoek is het bepalen van de bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoek locatie. Het doel van het verkennend onderzoek asbest is vaststellen of de verdenking van bodemverontreiniging met asbest op de onderzoek locatie terecht is. NEN5740 (bodem) Op basis van het verrichte bodemonderzoek ter plaatse van de erven en wegen (niet geasfalteerd) binnen de onderzoek locatie conform de strategie heterogeen verdacht op stoffen uit het standaardpakket blijkt dat diverse, meest marginaal verhoogde gehaltes zijn aangetoond in boven- en ondergrond. De verhoogde gehaltes zijn gerelateerd aan de bijmenging van puin, baksteen, kolengruis en aardewerk en het gebruik van de erven door de jaren heen. De verhoogde gehaltes vormen geen aanleiding tot het verrichten van nader onderzoek. In het grondwater zijn verhoogde gehaltes aan zware metalen gemeten. De verhoogde gehaltes vormen geen aanleiding tot het verrichten van nader onderzoek. Ter plaatse van de onverdachte locatie, bestaande uit de carpoolplaats en het bosgebied, zijn verhoogde gehaltes 58 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

59 aan PAK (carpool) en PCB s (bos) aangetoond in de bovengrond. De hypothese onverdacht wordt verworpen. De gehaltes vormen echter geen aanleiding tot aanvullend onderzoek. NEN5707 (asbest) Op het asbestverdachte deel van de onderzoek locatie, bestaande uit de weg en erven, zijn diverse bouwwerken opgericht met asbesthoudende dakplaten. De staat van de aanwezige abc-daken is goed. Tijdens inspectie van maaiveld en gaten is asbestverdacht plaatmateriaal visueel waargenomen ter plaatse van inspectiegat 24. De uitgezeefde grond is separaat bemonsterd en geanalyseerd op asbestgehalte. Het totaal gewogen gehalte aan asbest bedraagt meer dan 50 mg/kg.d.s en is derhalve aanleiding tot het verrichten van nader onderzoek. In de overige inspectiegaten is geen asbestverdacht plaatmateriaal aangetroffen. Uit de analyses van zeven mengmonsters, samengesteld uit de meest verdachte bodemlagen, zijn geen of zeer lage gehaltes aan asbest aangetoond. De gehaltes vormen geen aanleiding tot het verrichten van nader onderzoek. Ter plaatse van het inspectiegat 24 aan de Boekhorstlaan 8 is een hoeveelheid asbest aangetoond dat aanleiding geeft tot het verrichten van een nader grondonderzoek. Nader bodemonderzoek (asbest) Naar aanleiding van het advies voortkomend uit het verkennend bodemonderzoek zal initiatiefnemer ter plaatse van inspectiegat 24 een nader bodemonderzoek laten verrichten in de 2 de fase Aanvullend bodemonderzoek Boekhorstlaan 2 In opdracht van initiatiefnemer heeft Bodeminzicht uit Veghel ter plaatse van de Boekhorstlaan 2 een aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd. Op 14 januari 2016 heeft opdrachtnemer zijn bevindingen gerapporteerd. Zie Bijlage 9 - Aanvullend bodemonderzoek Boekhorstlaan 2 d.d '16 Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de richtlijnen zoals deze zijn opgesteld in NEN 5740 en NEN De NEN 5740 beschrijft de werkwijze voor het opstellen van een onderzoeksstrategie voor verkennend bodemonderzoek naar de aanwezigheid 59 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

60 van bodemverontreiniging. De NEN 5707 beschrijft de werkwijze voor het opstellen van een onderzoeksstrategie voor verkennend bodemonderzoek naar de aanwezigheid van asbest. Indien meer dan 50% puin (v/v) in de bodem wordt aangetroffen, is de NEN5897 van toepassing. De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd onder certificaat BRL SIKB Het doel van het onderzoek is het bepalen van de bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoek locatie. NEN5740 (bodem) In de plaatselijk glas-, puin- en baksteen houdende bovengrond van de vaste bodem (MM14) zijn gehaltes aan zink, lood en PAK gemeten boven de achtergrondwaarden. De verhoogde gehaltes zijn gerelateerd aan de waargenomen bijmenging. In de zintuiglijk schone bovengrond van de vaste bodem (MM15) zijn gehaltes aan zink, lood, kwik en PAK gemeten boven de achtergrondwaarden. De overschrijdingen overschrijden de grens voor aanvullend bodemonderzoek niet en behoeft derhalve geen nader onderzoek. NEN5707 (asbest) Tijdens inspectie van maaiveld en gaten is asbestverdacht plaatmateriaal visueel waargenomen. Tegen de bebouwing staan op diverse plaatsen asbestverdachte golfplaten. Deze zijn niet analytisch onderzocht op asbest. De asbestverdachte fragmenten in de grindlaag zijn geanalyseerd per vindplaats op het gehalte aan asbest. Uit de analyse van het asbestverdachte verzamelmateriaal 65-avm en 71- avm blijkt dat het aangetroffen plaatmateriaal asbesthoudend is. In het geanalyseerde grond mengmonster mm9 is asbest aangetroffen (gewogen gehalte 7 mg/kg.d.s.) in een concentratie die geen aanleiding vormt voor nader onderzoek. In het geanalyseerde mengmonster van de grindlaag, waarin asbesthoudende golfplaten zijn aangetroffen, is een gewogen gehalte aan asbest gemeten van 360 mg/kg.d.s. De locatie is verdacht op aanwezigheid van asbest in de grindverharding en mogelijk onderliggende bodem in een concentratie boven 100 mg/kg.d.s.. De bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoek locatie vormt een belemmering voor de beoogde herbestemming. Een aanvullend- en nader asbest in bodemonderzoek is benodigd. In overleg met het bevoegd gezag is overeengekomen dat dit aanvullend- en nader onderzoek, voorafgaande aan de 2 de fase kan worden uitgevoerd. 60 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

61 4.5.3 Asfaltinventarisatie In opdracht van initiatiefnemer heeft RvB Infra Harderwijk B.V. een PAK bepaling op boorkernen uitgevoerd. Op 2 september 2015 heeft opdrachtnemer zijn bevindingen gerapporteerd. De Pak bepaling op boorkernen is door middel van de Indicatieve Pak-Marker & HPLC methode verricht. Zie Bijlage 10 - Asfaltinventarisatie d.d '15 Ter plaatse van Boekhorstlaan 10 is een PAK bepaling op boorkernen uitgevoerd. Dit om vast te stellen of de aanwezige asfaltverharding al dan niet teerhoudend is. De Omgevingsdienst Noord-Veluwe is gevraagd het onderzoek te beoordelen. Uit de resultaten van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat er geen gehalten boven de 75 mg/kg.ds is aangetoond en de niet geanalyseerde kernen met PAK marker voldoende zijn geclassificeerd als niet teerhoudend. Conclusie asfalt is niet teerhoudend. Dit komt overeen met de conclusie van onderzoek in Asbestinventarisatie opstallen Naast de eerder vermelde NEN5707 (asbest) inventarisaties, ziende op de eventuele aanwezigheid van asbest in de bodem, zijn ook de opstallen onderzocht op de aanwezigheid van asbesthoudende materialen. Het onderzoek Type A omvat de inventarisatie van direct waarneembare asbesthoudende of asbest besmette producten. Indien binnen dit onderzoek beperkingen opgenomen zijn m.b.t. het redelijk vermoeden van in de constructie verborgen asbest dat pas opgespoord kan worden na destructief onderzoek, is een aanvullend onderzoek (Type B) noodzakelijk wanneer er werkzaamheden gaan plaatsvinden aan deze beperkte onderdelen. Voor werkzaamheden aan de niet-beperkte onderdelen, of voor sanering van de in deze rapportage genoemde bronnen, is geen aanvullend onderzoek (Type B) noodzakelijk. Indien binnen dit onderzoek geen beperkingen bestaan m.b.t. het redelijk vermoeden van in de constructie verborgen asbest dat pas opgespoord kan worden na destructief onderzoek, of er gaan werkzaamheden plaatsvinden aan de nietbeperkte onderdelen, dan alleen is het Type A onderzoek voldoende voor het aanvragen van een omgevingsvergunning voor de in het rapport genoemde bouwwerken. 61 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

62 Het onderzoek Type B omvat de inventarisatie van het asbest na destructief onderzoek. Het onderzoek is een aanvullende inventarisatie van alle redelijk te vermoeden, niet direct waarneembare asbest bronnen die gerapporteerd zijn in het Type A onderzoek. Indien er in het Type A onderzoek geen beperkingen zijn aan het bouwdeel of bouwwerk, of er vinden alleen werkzaamheden plaats aan nietbeperkte onderdelen, dan is uitvoering van Type B niet noodzakelijk. Asbestinventarisatie Boekhorstlaan 1, 4, 6, 8 en 10 (opstallen) In opdracht van initiatiefnemer heeft AK Blom Asbest uit Oldebroek ter plaatse van de Boekhorstlaan 1, 4, 6, 8 en 10 een volledige asbestinventarisatie conform SC 540 Type A uitgevoerd. Op 15 september 2015 heeft opdrachtnemer zijn bevindingen gerapporteerd. Figuur 28: Bovenaanzicht van bungalow en schuren met asbest Zie Bijlage 11 Volledige Asbestinventarisatie conform SC 540 Type A d.d In opdracht van initiatiefnemer heeft AK Blom Asbest uit Oldebroek ter plaatse van de Boekhorstlaan een volledige asbestinventarisatie conform SC 540 Type A uitgevoerd. Op 22 februari 2016 heeft opdrachtnemer zijn bevindingen gerapporteerd. Asbestinventarisatie Boekhorstlaan bungalow en schuren (opstallen) Asbesthoudend golfplaatmateriaal, buismateriaal en plaatmateriaal (hecht gebonden en niet hecht gebonden Chrysoliet 10-15%) is zowel op de daken van de bungalow, in de schuren en op de schuren aangetroffen. Deze zijn gekit, geschroefd of geklemd. 62 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

63 Daarnaast zijn er in de bungalow warmtebronnen aangetroffen die door sanering wordt opgeschaald naar risicoklasse 3. Boekhorstlaan 1 Het pad ten westen van peilbuis 04 is niet onderzocht op asbest. Op basis van luchtfoto 1961 bestaat het vermoeden dat dit pad in verleden doorliep naar een voormalige boerderij ten noorden van dit perceel. In de asbestinventarisatierapportage is aan de noordwestzijde van dit perceel een erfafscheiding van asbestgolfplaten aangetroffen. Deze worden in het rapport bodemonderzoek niet genoemd. Gezien de staat en hoeveelheid platen, bestaat de kans dat ter plaatse ook asbest in de bodem aanwezig is. Het is aan te bevelen, eventueel na de verwijdering van deze platen, ook de bodem te onderzoeken. Boekhorstlaan 4 Het pad naar de Boekhorstlaan, ten westen van de woning, is niet onderzocht op asbest. Dit pad was in 1961 al aanwezig. Op het perceel zijn asbestdaken (zonder dakgoot) aanwezig. Er is geen asbestonderzoek gedaan nabij deze daken. Uit onderzoek in vergelijkbare situaties, is gebleken dat in de grond onder de dakrand verhoogde concentraties asbest kunnen voorkomen. Boekhorstlaan 6 Op basis van foto s in het asbestinventarisatierapport is er ten westen van de autostalling (ten noorden van boring 27) een verdenking op asbest in de bodem. Hier is geen onderzoek uitgevoerd. Het pad naar de Boekhorstlaan ten oosten van de woning is niet onderzocht op asbest. Op de luchtfoto van 1961 is dit pad aanwezig en breder. Boekhorstlaan 8 Bij de sanering in kader Sanering Asbestwegen Fase 3 (SANAS3) is op dit perceel een restverontreiniging achtergebleven. In het controlemonster ter plaatse is 3600 mg/kg.ds aangetoond. Deze restverontreiniging bevindt zich onder de verharding. In het onderzoek voorafgaand aan de sanering is geen onderzoek gedaan onder deze verharding. De omvang van deze restverontreiniging is niet bekend en kan ook nog ten oosten van de verharding aanwezig zijn. Aanbevolen wordt ook het onverharde gebied ten oosten van het asbest dak (zonder dakgoot) in het onderzoek te betrekken. 63 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

64 Figuur 29: Bovenaanzicht boerderij met asbest Boekhorstlaan 2 (De boerderij) In de boerderij is het materiaal hecht gebonden en niet hecht gebonden Chrysoliet 10-15% aangetroffen in de wanden, vloer en diverse warmtebronnen. Het hecht gebonden asbesthoudend plaatmateriaal zit zowel in de muren, onder de vloeren, achter vaste betimmeringen, in de schoorsteenkanalen en kan niet zonder beschadigingen zodanig worden verwijderd. Niet onderzocht zijn het perceel Boekhorstlaan 2 en de asfaltverharde aansluiting van de Boekhorstlaan naar de Ceintuurbaan. Deze locaties moeten alsnog onderzocht worden. Ten aanzien van de Boekhorstlaan 2 wordt geadviseerd grondig vooronderzoek te doen. Met name luchtfoto-onderzoek ten aanzien van voormalige gebouwen en verharding. Gezien de tijdsperiode dat de aansluiting is aangelegd wordt geadviseerd ook onderzoek te doen naar asbest in een eventueel aanwezige puinfundering. Zie Bijlage 12 Volledige Asbestinventarisatie conform SC 540 Type A d.d Geconcludeerd wordt dat: In, op en naast de onderzochte bouwwerken zijn asbesthoudende materialen aangetroffen. De hoeveelheden alsmede de risicoklassen voor verwijdering van deze materialen is vastgelegd in de bronomschrijvingen van dit rapport. Voorafgaand aan sloop van de aantal verdachte deellocaties die zijn aangetroffen voor bodemverontreiniging moet een aanvullend en nader asbest onderzoek type B uitgevoerd worden. Waarbij de in dit rapport genoemde beperkingen nader dienen te worden onderzocht. Dit nader onderzoek dient destructief te worden uitgevoerd. De rapportage van het B onderzoek geschiedt op een bijlage die bij dit rapport gevoegd kan worden. 64 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

65 Initiatiefnemer zal, nadat de 1 e fase is doorlopen een sloopmelding verrichten en de asbest laten verwijderen door een gecertificeerd bedrijf. Dit om verassingen ook tijdens de uitvoering van het project te voorkomen. Ten aanzien van de overige onderzochte stoffen, kan gesteld worden dat het uitgevoerde bodemonderzoek actueel is en de rapportage volledig is. Het onderzoek en de rapportage voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Met het onderzoek is geen noemenswaardige verontreiniging vastgesteld. Het uitvoeren van nader bodemonderzoek is niet nodig. Geconcludeerd wordt dat de bodemkwaliteit, met uitzondering van asbest, op de onderzochte locatie geschikt is voor het beoogde gebruik. Ten aanzien van de RO procedure vormen de uitkomsten van de asbestinventarisatie geen beperkende factor. Op basis van de aangeleverde rapporten is de conclusie dat sloop kan plaatsvinden als de aanwezige beperkingen opgeheven worden Akoestisch onderzoek nieuwe geluidgevoelige bestemmingen Algemeen De mate waarin het geluid, het (woon)milieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh). De kern van de wet is dat geluidsgevoelige objecten worden beschermd tegen geluidhinder uit de omgeving. In de Wgh worden de volgende objecten beschermd (artikel 1 Wgh): woningen; geluidsgevoelige terreinen (terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan categorale en academische ziekenhuizen, verpleeghuizen, woonwagenstandplaatsen); andere geluidsgevoelige gebouwen, waaronder onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen en verpleeghuizen die zijn aangegeven in artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder (Bgh): o o o o o verzorgingstehuizen; psychiatrische inrichtingen; medisch centra; poliklinieken; medische kleuterdagverblijven. 65 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

66 Het beschermen van deze geluidsgevoelige objecten gebeurt aan de hand van vastgestelde zoneringen. De belangrijkste geluidsbronnen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn: industrielawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai. Verder gaat deze wet onder meer ook in op geluidwerende voorzieningen en geluidbelastingkaarten en actieplannen. Industrielawaai In de nabijheid van het plangebied is geen (al dan niet gezoneerd) industrieterrein aanwezig, het gezoneerde industrieterrein Lorentz ligt op grote afstand van het plangebied. Weg- en railverkeerslawaai Ten noorden van het plangebied ligt de A28 en het spoortracé, eventueel railverkeerslawaai wordt volledig opgenomen in het wegverkeerslawaai van de A28 en de N302. Het wegverkeerslawaai over het plangebied is aanzienlijk, deze bedraagt > 68 db. Beoogde ontwikkeling In de beoogde ontwikkeling is er een overnachting in boomhutten en campers aangeboden. De boomhutten zijn bedoeld als trekkershutten waar mensen een nacht blijven, hetzelfde geldt voor de campers. Dit zijn dus geen geluidsgevoelige bestemmingen Onderzoek naar de luchtkwaliteit Wet luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de "Wet luchtkwaliteit" in werking getreden. Deze wet bestaat uit een wijziging van de Wet milieubeheer (invoering nieuwe titel 5.2 "luchtkwaliteitseisen") en de invoering van een aantal algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) en ministeriële regelingen. De "Wet luchtkwaliteit" voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Rijk, provincies en gemeenten werken in het NSL-programma samen aan maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren in gebieden waar de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden). Op basis van de wet kunnen ruimtelijk-economische initiatieven worden uitgevoerd als aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan: wettelijke grenswaarden worden niet overschreden, of; per saldo verbetert de luchtkwaliteit of blijft tenminste gelijk, of; het initiatief draagt "niet in betekenende mate" bij aan de luchtkwaliteit, of; het initiatief is opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). 66 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

67 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Het NSL is vanaf 1 augustus 2009 van kracht. Hierdoor zijn onder andere de uitvoeringsregels rond saldering verruimd en is de definitie van niet in betekenende mate verlegd naar 3% van de grenswaarde. Nu het NSL van kracht is kunnen aanzienlijk grotere projecten worden gerealiseerd zonder dat daarbij toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit aan de orde is. In artikel 4 van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) en de bijlagen van de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) is voor bepaalde categorieën van projecten met getalsmatige grenzen vastgesteld, dat deze niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze projecten mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Als belangrijkste gevallen kunnen worden aangegeven: kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlakte van niet meer dan m2 (bij één ontsluitingsweg) dan wel m2 (bij twee ontsluitingswegen met gelijkmatige verkeersverdeling); woningbouwlocaties met netto niet meer dan woningen (bij één ontsluitingsweg) dan wel woningen (bij twee ontsluitingswegen met gelijkmatige verkeersverdeling). De stand van zaken met betrekking tot het NSL en de resultaten voor de luchtkwaliteit wordt jaarlijks bijgehouden in de zogenaamde Monitoringstool. In de onderstaande figuur is weergegeven wat ter plaatse van het plan de achtergrondconcentratie is in het jaar 2014 (monitoringstool 2014). De resultaten voor 2015 zijn nog niet bekend. Concentraties Stikstofdioxide & Fijnstof (PM 10 en 2,5) De stand van zaken met betrekking tot de luchtkwaliteit wordt jaarlijks bijgehouden in de Atlas voor de leefomgeving. In de onderstaande figuur is weergegeven wat ter plaatse van het plan de achtergrondconcentraties zijn in het jaar Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

68 Figuur 30 Concentraties stikstofdioxide in 2014 in en nabij het plangebied (20-25 μm / m3) De uurgemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide van 200 microgram per m 3 wordt overschreden wanneer de concentraties gemiddeld op jaarbasis boven de 60 microgram per m 3 uitkomen. De concentraties in het plangebied bedragen maximaal 25 microgram per m 3, wat betekent dat ook aan de uurgemiddelde grenswaarde wordt voldaan. Figuur 31 Concentraties fijn stof (PM10) in 2014 in en nabij het plangebied (20-21 μm/m3 d.d. 23/08/2016) Naast een jaargemiddelde grenswaarde voor fijn stof is er ook een daggemiddelde grenswaarde van 50 microgram per m 3 van kracht, die per jaar 35 keer mag worden overschreden. Uit statistische vergelijkingen van TNO en het RIVM blijkt dat deze grenswaarde bij een concentratie van 31,3 microgram per m 3 vaker dan 35 keer wordt overschreden. 68 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

69 Aangezien de concentratie fijn stof ter hoogte van de beoogde ontwikkelingen maximaal 21 microgram per m 3 bedraagt, wordt ook aan deze daggemiddelde grenswaarde voldaan. Figuur 32 Concentraties fijn stof (PM2,50) in 2014 in en nabij het plangebied (13 14 μm/m3) Sinds 1 januari 2015 moet de luchtkwaliteit getoetst worden aan de grenswaarde voor PM 2,5. Dit komt voort uit het bepaalde in de Europese richtlijn (2008/50/EG) voor luchtkwaliteit. Een van de eisen uit deze richtlijn is de invoering van een grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie PM 2,5. Deze grenswaarde geldt naast de grenswaarden voor PM 10 en NO 2, 5 maar is pas vanaf 1 januari 2015 in werking. De grenswaarde bedraagt 25 μg/m³ (microgram per kubieke meter), bepaalt als jaargemiddelde concentratie. De concentraties in het plangebied bedragen maximaal 14 microgram per m 3, wat betekent dat aan de grenswaarde wordt voldaan. Berekening Ter onderbouwing van het NIBM heeft het Ministerie van I&M een tool in gebruik genaamd de NIBM-tool. Hiermee kan het effect van de verkeersaantrekkende werking van een plan worden berekend. Onderstaand is berekend wat het worst-case effect is van de verkeersaantrekkende werking van het initiatief. De gegevens van de verkeersaantrekkende werking zijn gebaseerd op het memo Verkeersintensiteiten en verkeersgeneratie bij visie stadsentree Boekhorstlaan van 6 september Uitgegaan wordt van 4700 motorvoertuigen per etmaal werkdaggemiddeld Zie Bijlage 13 Verkeersintensiteiten en verkeersgeneratie bij visie stadsentree Boekhorstlaan van 6 september Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

70 Worst-case berekening voor de bijdrage van het extra verkeer als gevolg van een plan op de luchtkwaliteit Extra verkeer als gevolg van het plan Extra voertuigbewegingen (weekdaggemiddelde) 3200 Aandeel vrachtverkeer 4,0% Maximale bijdrage extra verkeer NO2 in μg/m3 4,45 PM10 in μg/m3 0,71 Grens voor "Niet In Betekenende Mate" in μg/m3 1,2 Conclusie De bijdrage van het extra verkeer is mogelijk in betekenende mate; nader onderzoek noodzakelijk Figuur 33 NIBM tool Uit de berekening blijkt dat het plan mogelijk in betekende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Echter ligt de achtergrondconcentratie op maximaal 25 μg/m3. Inclusief de bijdrage van de verkeersaantrekkende werking van het plan zou daarmee de grenswaarde nog niet overschreden worden. Op grond van artikel 5.16 lid 1 onder a van de Wet milieubeheer kan worden geconcludeerd, dat er vanwege de luchtkwaliteit geen belemmeringen zijn voor de uitvoerbaarheid van het plan Onderzoek naar de externe veiligheid Toetsingskader externe veiligheid Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen); het transport van gevaarlijke stoffen (autowegen, buisleidingen, waterwegen en spoorwegen); het gebruik van luchthavens. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico's voor de burger door bovengenoemde activiteiten. Hiertoe zijn risico's gekwantificeerd, namelijk door middel van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. 70 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

71 Plaatsgebonden risico (PR) Het plaatsgebonden risico is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft. Een plaatsgebonden risico van 10-6 betekent dat omwonenden van bijvoorbeeld een LPG-tankstation op die plaats een kans van één op een miljoen hebben om als gevolg van een ramp te overlijden. Groepsrisico (GR) Dit is de kans dat een groep mensen overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Groepsrisico wordt niet uitgedrukt in een risicocontour maar in een FNcurve, waarbij het aantal slachtoffers wordt afgezet tegen de cumulatieve kans die ze als groep hebben om te overlijden. Het groepsrisico moet worden gezien als een maat voor maatschappelijke ontwrichting. Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Met het Bevi zijn risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. Het Bevi heeft tot doel zowel individuele burgers als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken verplicht het Bevi gemeenten en provincies bij besluitvorming in het kader van de Wet milieubeheer (Wm) en de Wet ruimtelijke ordening (Wro) afstand te houden tussen (beperkt) kwetsbare objecten en risicovolle bedrijven. Het Bevi regelt hoe gemeenten moeten omgaan met risico's voor mensen buiten een bedrijf als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in een bedrijf. Afstanden die aangehouden moeten worden, worden bepaald door het plaatsgebonden risico van een risicovolle activiteit. Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) De Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Crnvgs) is per 1 april 2015 vervangen door het Bevt. Het besluit is van toepassing op initiatieven die liggen binnen de invloedsgebieden van transportroutes met vervoer van gevaarlijke stoffen. Het besluit maakt gebruik van het zogeheten Basisnet voor de beoordeling van de risico's vanwege transport van gevaarlijke stoffen. Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) Het externe veiligheidsbeleid voor transport van gevaarlijke stoffen (hoge druk aardgasleidingen en K1, K2, K3 vloeistofleidingen) door buisleidingen is verwoord in het Besluit externe veiligheid buisleidingen. De normstelling is in lijn met het Bevi. In de verschillende besluiten en de circulaire is de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico opgenomen. Deze verantwoording houdt in dat iedere wijziging met 71 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

72 betrekking tot planologische keuzes moet worden onderbouwd en verantwoord door het bevoegd gezag. Dit geldt ook wanneer het resultaat onder de oriëntatiewaarde blijft. De verantwoordingsplicht van het groepsrisico houdt in dat, naast de rekenkundige hoogte van het GR tevens rekening gehouden dient te worden met een aantal kwalitatieve aspecten. Hiertoe behoren in het bijzonder de aspecten "zelfredzaamheid" en "bestrijdbaarheid". In artikel 13 lid 3 van het Bevi is vastgelegd dat de regionale brandweer in de gelegenheid gesteld moet worden om te adviseren. Dit advies gaat in op het groepsrisico en de mogelijke gevolgen van het plan wat betreft de mogelijkheden van risicovermindering en rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van de bevolking binnen het invloed gebied van de risicobron. Eenzelfde bepaling is ook opgenomen in artikel 12 lid 2 van het Bevb. Bij een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling dient te worden getoetst aan de externe veiligheidswet- en regelgeving. Voorliggend plan maakt niet de vestiging van een Bevi-inrichting, de realisatie van een route gevaarlijke stoffen of de aanleg van een buisleiding mogelijk. Beleidsvisie externe veiligheid In april 2014 is de Beleidsvisie externe veiligheid vastgesteld. Uitgangspunt van deze beleidsvisie is de toepassing van verschillende restrictieniveaus voor het al dan niet toestaan van risicovolle bedrijven op bedrijventerreinen. Elk bedrijventerrein is gekoppeld aan een restrictieniveau. Nieuwe risicobedrijven die onder het Bevi vallen worden dus niet per definitie uitgesloten, maar dit is wel als restrictieniveau opgenomen. Het oprichten van nieuwe risicovolle bedrijven buiten bedrijventerreinen wordt tevens niet per definitie uitgesloten, al moet wel rekening worden gehouden met een optimale ruimtelijke ordening en veiligheid. PGS 25 Aardgas (aflever)installaties voor motorvoertuigen De veiligheidsafstanden voor afleverstations voor aardgas onder hoge druk (CNG) staan beschreven in de PGS 25 Aardgas (aflever)installaties voor motorvoertuigen. In PGS 25 staat: "dat in de inrichting het aardgas niet anders mag worden opgeslagen dan in een bufferopslag. De bufferopslag bevindt zich op maximaal een afstand van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van maximaal 20 meter bij een waterinhoud van 5 tot 10 m 3. PR10-6 Waterstof De PR 10-6 contour voor waterstof bedraagt 30 meter rondom het afvulpunt van de opslaginstallatie en de tankinstallatie (afkomstig uit Ontwerpbesluit kwaliteit leefomgeving). 72 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

73 Het tankstation Het tankstation in de voorgenomen ontwikkeling zal geen LPG en LNG gaan verkopen, CNG en waterstof en overige vloeibare brandstoffen zoals benzine en diesels wel. Het tankstation valt daarom niet onder het regime van het BEVI, waardoor een kwantitatieve risicoanalyse achterwege kan blijven. Het tankstation moet wel voldoen aan de regels in het Activiteitenbesluit. Vulpunten voor bemande tankstations die niet voorzien in de aflevering van LPG hebben wat betreft de vloeibare brandstoffen als diesel en benzine geen veiligheidscontouren. Verantwoordingsplicht Bij veel ruimtelijke besluiten moet de hoogte van het groepsrisico verantwoord worden. Dit wordt de verantwoordingsplicht van het groepsrisico genoemd. Met het invullen van de verantwoordingsplicht wordt antwoord gegeven op de vraag in hoeverre externe veiligheidsrisico's in het plangebied worden geaccepteerd en welke maatregelen getroffen zijn om het risico zoveel mogelijk te beperken. Voor transport van gevaarlijke over weg, spoor en vaarweg geldt een verantwoordingsplicht als sprake is van een toename van het groepsrisico groter dan 10% of een overschrijding van de oriëntatiewaarde wordt berekend. Risicoanalyse Op verzoek heeft de initiatiefnemer het bureau SoundForceOne uit Deventer een risicoanalyse ten aanzien van het transport van gevaarlijke stoffen over de A28 en de N302, de hoge druk aardgas leidingen en het beoogde mobiliteitspunt verricht. Op 29 september 2016 heeft opdrachtnemer gerapporteerd. Zie Bijlage 14 - Risicoanalyse Externe Veiligheid d.d '16 Het plan gebied is gelegen binnen meerdere invloedsgebieden van risicobronnen die relevant zijn voor de ontwikkeling. Deze risicobronnen betreffen twee hoge druk aardgasleidingen, het transport van gevaarlijke stoffen over de provinciale weg (N302), de snelweg (A28) en de spoorlijn Zwolle-Amersfoort. Hiervoor is een kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd om het groepsrisico in de huidige en toekomstige situatie te bepalen. Daarnaast is door middel van een kwalitatieve beschrijving weergegeven wat de beste locatie is voor het nieuwe tankstation en een beperkte verantwoording voor het groepsrisico afgelegd voor de spoorlijn Zwolle- Amersfoort. 73 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

74 Figuur 34: uitsnede risicokaart A28 en N302 Plaatsgebonden risico Uit de berekeningen is gebleken dat conform het Basisnet geen PR 10-6 contour kan worden berekend vanwege het transport over A28 en de N302. Daarmee kan worden voldaan aan de grenswaarden. Het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Groepsrisico Er vindt ter plaatse van het plangebied in de huidige en in de toekomstige situatie geen overschrijding van de oriëntatiewaarde plaats als gevolg van de A28 en de N302. Ten opzichte van de huidige situatie neemt het groepsrisico met meer dan 10% toe. Vanwege de A28 is een PAG van toepassing. In beginsel dient binnen 30 meter van de weg geen bebouwing te worden gerealiseerd. Bebouwing die binnen deze contour gerealiseerd word dient te voldoen aan aanvullende eisen uit het Bouwbesluit Ten opzichte van de huidige situatie neemt het groepsrisico met meer dan 10% toe. Buisleidingen (aardgasleidingen) Plaatsgebonden risico Uit de berekeningen is gebleken dat de plaatsgebonden 10-6 risicocontouren voor de leidingdelen rondom het plangebied overal op de gasleidingen liggen (en dat er dus 74 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

75 feitelijk geen PR risicocontouren 10-6 zijn). Het plan voldoet daarmee aan de grensen de richtwaarden voor het plaatsgebonden risico. Het initiatief voldoet daarmee aan de grens- en de richtwaarden voor het plaatsgebonden risico. Groepsrisico Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de twee hoge druk aardgasleidingen. Het groepsrisico neemt als gevolg van de ontwikkeling toe maar ligt zowel in de huidige als in de toekomstige situatie lager dan de oriëntatiewaarde. In de huidige situatie ligt het groepsrisico lager dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. In de toekomstige situatie ligt het groepsrisico voor één buisleiding boven de 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Dit betekent dat op basis van artikel 14 van BEVB een volledige verantwoording nodig is en de veiligheidsregio om advies moet worden gevraagd in het kader van bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. Voor de genoemde buisleidingen is een bebouwingsvrije zone van 4 meter van toepassing. Voor de leidingdelen die binnen het plangebied liggen dient deze zone opgenomen te worden op de plankaart. Dit betekent dat op basis van artikel 14 van BEVB een volledige verantwoording nodig is en de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland om advies moet worden gevraagd in het kader van bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. Spoorlijn Zwolle - Amersfoort: Groepsrisico Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied groepsrisico van de spoorlijn Zwolle Amersfoort, op een afstand van ongeveer 550 meter. Gezien de ligging van de spoorlijn op meer dan 200 meter van het plangebied volstaat een beperkte verantwoording van het groepsrisico. Beperkte verantwoording groepsrisico in het kader van spoorlijn Zwolle Amersfoort Op basis van het Bevt dient voor een ruimtelijk besluit buiten de 200 meter vanaf de transportroute ingegaan te worden op: De mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp op die weg, spoorweg of dat binnenwater; De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen indien zich op die weg, spoorweg of dat binnenwater een ramp voordoet. Dit is alleen van toepassing op nog niet aanwezige (beperkt) kwetsbare objecten. Daarnaast stelt het Bevt dat de Veiligheidsregio in de gelegenheid gesteld moet worden om advies uit te kunnen brengen over de mogelijkheden van de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. 75 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

76 Uit de notitie VGR voor standaard externe veiligheidssituaties 1 blijkt dat wanneer een ruimtelijk besluit buiten de 200 meter zone van een transportroute ligt en het besluit geen objecten toestaat voor verminderd zelfredzame personen, er sprake is van een standaard externe veiligheidssituatie. Voor deze situaties wordt de onderstaande verantwoording van het groepsrisico gehanteerd. De Veiligheidsregio heeft bevestigd dat e.e.a. van toepassing is op het onderhavige besluit. Maatgevende scenario s De maatgevende scenario s voor de mogelijkheden voor de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid waarbij het plangebied binnen het invloedsgebied van brandbare gassen en toxische vloeistoffen/gassen ligt is een wolkbrandexplosie en een toxische wolk. Onderstaand is vanuit deze scenario s ingegaan op de mogelijkheden voor de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. De mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp Bij een calamiteit zal de brandweer zich inzetten om effecten ten gevolge van het incident te beperken of te voorkomen. Deze inzet zal voornamelijk plaatsvinden bij de bron. De brandweer richt zich dan niet direct op het bestrijden van effecten in of nabij het plangebied. Eventuele secundaire branden in het plangebied kunnen met behulp van de primaire bluswatervoorzieningen worden bestreden door de brandweer. De mogelijkheden voor bestrijdbaarheid worden daarom niet verder in beschouwing genomen. De mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen Bij een calamiteit is het belangrijk dat de aanwezigen in het plangebied worden geïnformeerd hoe te handelen bij een incident. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde waarschuwings- en alarmeringspalen (WAS-palen) of NL-alert. Bij een scenario waarin toxische stoffen vrijkomen, is het advies om te schuilen in een gebouw, waarvan ramen, deuren en ventilatie gesloten kunnen worden. Bij een wolkbrandexplosie scenario is het advies om te vluchten van de risicobron af. Tankstation Vulpunten voor bemande tankstations die niet voorzien in de aflevering van LPG hebben wat betreft de vloeibare brandstoffen als diesel en benzine geen veiligheidscontouren. De veiligheidsafstand voor afleverstations voor aardgas onder hoge druk bedraagt maximaal 20 meter voor kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. De PR 10-6 contour voor waterstof bedraagt 30 meter rondom het afvulpunt van de opslaginstallatie en de tankinstallatie (afkomstig uit Ontwerpbesluit kwaliteit leefomgeving). In het ontwerp van het plan zal rekening gehouden worden met deze contouren, zodat geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten binnen de contouren vallen. 76 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

77 Hogedruk aardgasleidingen Er dient rekening gehouden te worden met de belemmeringenstrook. Dit geldt voor buisleiding N , deze is namelijk gelegen binnen het plangebied. De belemmeringenstrook is 4 meter aan weerszijden van de aardgasleiding. Binnen deze 4 meter aan weerszijden van de buisleiding is bebouwing niet toegestaan. Geadviseerd wordt om de belemmeringenstrook weer te geven op de plankaart. Gezien de toename zal het groepsrisico volledig verantwoord moeten worden. Deze verantwoording, waar de Veiligheidsregio al om advies is gevraagd, dient nog opgesteld te worden. Initiatiefnemer is niet voornemens om te bouwen binnen 4 meter aan weerszijden van de buisleiding. Plasbrandaandachtsgebied Conform de regeling Basisnet heeft de A28 een plasbrandaandachtsgebied (PAG). Dit gebied heeft aan weerszijden van de A28 een grootte van 30 meter en dient bij voorkeur vrijgehouden te worden van bebouwing. Indien men binnen dit gebied bebouwing wil realiseren dient men bouwkundige eisen te stellen conform het Bouwbesluit 2012 (hfdst 2 afdeling 2.16 artikel 2.132). Aan weerszijden van de A28 zal de initiatiefnemer 30 meter vrijhouden van bebouwing. Conclusie Op basis van de hierboven genoemde overwegingen kan worden geconcludeerd dat er voldoende mogelijkheden voor de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid zijn. Dit betekent dat er geen nadere eisen aan het plan worden gesteld in het kader van het milieuaspect externe veiligheid. Wel wordt er voorgesteld om de gevolgen van calamiteiten te ondervangen door de aanleg van een ontsluiting. De juiste plek hiervoor moet wel worden gekozen in overleg met de VNOG, bijvoorbeeld vanaf de Ceintuurbaan, een zone of zoekgebied hiervoor kan worden aangegeven. De initiatiefnemer zal dit in overleg met de VNOG besluiten. Voor het plan dient een verantwoording te worden opgesteld Onderzoek naar de bedrijvigheid Milieuzonering is erop gericht om bij zowel de bestaande als nieuwe functies te voldoen aan het geldend (milieu)beschermingsniveau. Bij een onderzoek naar milieuzonering wordt gekeken naar samenhang tussen milieugevoeligheid en milieubelasting van bestaande en nieuwe functies. 77 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

78 Huidige situatie De functie wijzigt van een overwegend agrarisch en wonen functie in een ander functiegebruik. Het gebied wordt nu gekenmerkt door (voormalige) agrarische bebouwing en bos. Daarnaast zijn andere functies aanwezig zoals een zoutbunker, een carpoolplaats en een uitkijktoren. De functie van het grootste gedeelte van het gebied wijzigt. Binnen het gebied is het dan nodig om te kijken of functies elkaar niet bijten. Dit zal binnen het plangebied niet aan de orde zijn omdat er binnen het plangebied na ontwikkeling geen gevoelige functies zoals woningen meer aanwezig zullen zijn. Gevoelige objecten rondom het plangebied zijn de woningen ten noorden van de A28. Deze woningen liggen echter onder invloed van de A28. Deze snelweg heeft een dermate grote invloed op de woonwijken erachter, dat de ontwikkelingen in het plangebied waarschijnlijk geen bijdrage leveren aan hinder in deze woonwijken. Beoogde nieuwe functies Op hoofdlijnen worden de navolgende nieuwe functies beoogd: Leisure (o.a. Pedal Plaza, Zipline adventure, camperplaats en boomhutten en leisure room) Streekstation (boerderijproducten) Duurzaam mobiliteitspunt (tankstation met shop, wasboxen en boedelbaken autoverhuur) Horeca (twee complementaire fastfoodformules en familie restaurant) Pick up Point (PUP) Een toetsing aan de functies binnen het plangebied met de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering levert het volgende beeld op: SBIcode Geur (m) Stof (m) Geluid (m) 1 Carpoolplaats Overnachtingen 553, (Campers/caravan/boomhut) Pedal Plaza Duurzaam mobiliteitspunt Ziplines** 9321, Restaurants Informatiepunt natuurpartij Gevaar (m) Ziplines zijn niet in de richtafstandentabel van de VNG publicatie opgenomen. De Ziplines zijn beoordeeld op basis van twee activiteiten om een indicatie te geven van de richtafstanden. De richtafstanden voor geur, stof en gevaar zijn op basis van 78 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

79 advies van de ODNV genomen. Waarbij de ODNV in haar advies tevens heeft aangegeven dat de richtafstand voor geluid van 300 meter niet vergelijkbaar is met de richtafstand van 9321 recreatiecentra, vaste kermis. Daarom is voor geluid de richtafstand van kinderboerderij genomen op basis van een uitspraak van de Raad van State over een klimbos in Barneveld Gelderland. Op basis van de richtafstanden van de VNG bedrijven en milieuzonering 2009 publicatie en het inrichtingsplan is de volgende conclusie getrokken: De beoogde nieuwe functies leveren geen extra milieubelasting op ten opzichte van naburige bedrijven, woningen of gevoelige objecten (scholen, kinderdagverblijven, verpleeghuizen, et cetera). Daarvoor liggen de gevoelige objecten op te grote afstand. Omringende bedrijven Oostelijk van het plangebied ligt het Bouw & Infra Park (kantoor-, logies-, bijeenkomst en onderwijsfuncties in diverse gebouwen) gelegen aan de Ceintuurbaan 2, ten zuiden van het plangebied ligt Van de Valk (logiesfunctie) gelegen aan de Leuvenumseweg 7. Respectievelijk op ruim 100 en 200 meter van de rand van het plangebied gelegen. Overige functies als gezondheidszorg sport liggen op ruim 500 meter ten noorden van het plangebied De in de nabijheid van het plangebied gelegen bedrijven worden door onderhavig initiatief niet in hun bedrijfsvoering gehinderd. Omgekeerd wordt het initiatief niet gehinderd door deze bedrijven. Woningen en gevoelige bestemmingen Ten noorden van het plangebied ligt een woonwijk, tussen het plangebied en deze woonwijk loopt het tracé van de A28. De afstand tussen de rand van het plangebied en deze woningen is circa 100 meter. De nu nog aanwezige woningen binnen het plangebied zullen worden geamoveerd. De woonwijk ten noorden van het plangebied wordt niet gehinderd door onderhavig initiatief en er liggen geen gevoelige bestemmingen in de nabijheid van het plangebied Geur Bij ontwikkelingen waarbij (geur)emissies kunnen vrijkomen, dienen deze in beeld te worden gebracht. In voorkomende gevallen zal, overeenkomstig het Gelders geurbeleid, een geur reducerende techniek (BBT) moeten worden ingezet. 79 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

80 In onderhavig initiatief zit horeca opgenomen, hoewel deze horeca geuremissies kent hoeven geen extra maatregelen te worden getroffen naast die maatregelen die voortvloeien uit de horeca (exploitatie) vergunning. Noch de Wet geurhinder en veehouderij (agrarisch), noch de Nederlandse emissie richtlijn NER (industrieel) zijn van toepassing op onderhavig initiatief. 4.6 Kabels en leidingen Algemeen In opdracht van initiatiefnemer heeft RvB Engineering B.V. uit Harderwijk een zogeheten Klic-oriëntatiemelding aangevraagd op 1 september Aan de hand van de door Kadaster-Klic verstrekte gegevens zijn vervolgens alle belanghebbenden benaderd. De belanghebbenden zijn: Vitens, Gasunie, Liander, Rijkswaterstaat en CAI Harderwijk. Kabels Op 16 oktober 2015 heeft een overleg met alle belanghebbenden plaatsgevonden. Uit dit overleg is gebleken dat het initiatief geen conflicten oplevert met de huidige positie van deze kabels en leidingen. Wel dient er tijdens de voorbereiding en de uitvoering overleg plaats te vinden met de genoemde belanghebbenden. Omdat er werkzaamheden boven of nabij kabels en leidingen van deze organisaties worden uitgevoerd hebben de initiatiefnemer en de belanghebbenden afgesproken elkaar interactief op de hoogte te houden van de activiteiten en indien nodig nadere afspraken te maken. Zie Bijlage 15 Boekhorstlaan Kabels en Leidingen + legenda Leidingen Door en rond Harderwijk lopen vier aardgastransportleidingen, twee daarvan liggen op of langs het plangebied. De 914 mm / kpa buisleiding (rood) volgt van oost naar west de zuidkant van het A28 tracé en buigt via de zuidkant van de N302 af richting Drielanden. 80 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

81 De 318 mm / kpa buisleiding (blauw) volgt van oost naar west het spoortracé en buigt ter hoogte van het plangebied van de N302 (over het plangebied) af naar het zuiden. Figuur 35 ligging leidingentracés in en nabij plangebied Op beide leidingen is het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing, uit hoofde hiervan zijn de respectievelijke interventieafstanden 430 en 150 meter. Een en ander is in paragraaf uitgewerkt. Het initiatief voldoet aan de grens- en de richtwaarden voor het plaatsgebonden risico. Hoogspanningsleidingen Ten aanzien van hoogspanningsleidingen is het beleidskader omschreven in het Advies met betrekking tot hoogspanningsleidingen (Ministerie van VROM d.d. 5 oktober 2005). In dit advies wordt aangegeven dat een veiligheidszone, waarbinnen het jaargemiddeld magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla, in acht moet worden genomen. Ten oosten van het plangebied zijn twee hoogspanningsleidingen aanwezig, de dichtstbijzijnde is een 150KV leiding en de meest afgelegen een 50 KV leiding die op termijn zal worden opgewaardeerd naar 150KV. Op kunnen deze worden teruggevonden en kan worden bekeken hoeveel afstand (indicatief) dient te worden aangehouden in verband met de magneetveldzone. De 150KV leiding heeft als lijnnaam Harderwijk-Zeewolde en de 50KV leiding heeft als lijnnaam Harderwijk-Nunspeet beide zijn bij Liander in beheer. 81 Ontwerp ruimtelijke onderbouwing Veluwe Transferium Boekhorst

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

Concept ontwerp ruimtelijke onderbouwing

Concept ontwerp ruimtelijke onderbouwing Concept ontwerp ruimtelijke onderbouwing Boekhorstlaan 28 maart 2016 ter controle 1 titelblad PM 2 Inhoud Hoofdstuk 1: Inleiding... 5 1.1 Aanleiding en doel... 5 1.2 Afwijkingsprocedure... 5 1.2.1 Strijdigheid...

Nadere informatie

Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH)

Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) september 2009

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH September 2015 Quick scan Flora- en faunawet Kaatsweg 3 Roderesch Pagina 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Het

Nadere informatie

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking MEMO Betreft : Motivering ladder voor duurzame verstedelijking t.b.v. realisatie kinderdagverblijf Klant : J.P.M. Langelaan, Buitenbrinkweg 81, Ermelo Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Oktober 2016 Besluit

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Concept QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET RECONSTRUCTIE- LOCATIE HOOFDWEG TE OOSTVOORNE

Concept QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET RECONSTRUCTIE- LOCATIE HOOFDWEG TE OOSTVOORNE Concept QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET RECONSTRUCTIE- LOCATIE HOOFDWEG TE OOSTVOORNE Concept QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET RECONSTRUCTIE- LOCATIE HOOFDWEG TE OOSTVOORNE Rapport 2010.1123 juni 2010 In opdracht

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Duinkampen 21 te Paterswolde NL.IMRO.1730.ABDuinkamp21PW-0301 Status: concept - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld om

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Hunzeweg 96 De Groeve NL.IMRO.1730.ABHunzewg96-0301 - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het vervangen van een

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum Ruimtelijke onderbouwing behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum Initiatiefnemer: IJsvereniging Samenwerking Marum-Nuis Aanvraagnummer:

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking

Ladder voor duurzame verstedelijking Ladder voor duurzame verstedelijking Klik om de modelstijlen te bewerken Tweede niveau Derde niveau Vierde niveau Vijfde niveau Ladder voor duurzame verstedelijking 1. Waar komt het vandaan? 2. Wat is

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep projectnummer 17008 Opdrachtgever: Gemeente Haarlemmermeer Versienummer:

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a

Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de St. Sebastiaanskapelstraat 9a 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 3 1.1. Het project 3 2. Beschrijving huidige en

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 22 09 2015 definitief

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen Ruimtelijke onderbouwing Auteur E.C. Philips-Jackson MSc Verificatie ing. M. Pleijsier Versie 2 Bestand Document1 Graafsebaan 67, 5248 JT Rosmalen Postbus 37, 5240 AA Rosmalen Nederland Telefoon +31 (0)73

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak

Nadere informatie

Visie Boekhorstlaan. Stadsentree. Harderwijk VELUWE FUN PARK. io Veluwe Transferium Boekhorst bv. Adema ADEMA ARCHITECTEN DP-22-

Visie Boekhorstlaan. Stadsentree. Harderwijk VELUWE FUN PARK. io Veluwe Transferium Boekhorst bv. Adema ADEMA ARCHITECTEN DP-22- Visie Boekhorstlaan Stadsentree Harderwijk VELUWE FUN PARK io Veluwe Transferium Boekhorst bv Adema Architecten 15-03-2016 13004-61 DP-22-1 1.1 Aanleiding 1.2 Ambitie In de driehoek A28, Ceintuurbaan (N302)

Nadere informatie

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling *Z04630B9E6E* Registratienummer: Z -14-38204 / 39321 Ruimtelijke onderbouwing Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling Opgemaakt: 16 april 2015

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder

Nadere informatie

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Schelfhorst 24 Paterswolde NL.IMRO.1730.ABSchelfhorst24PW-0301 Status: ontwerp - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR EEN PERCEEL AAN DE PHILIPSLAAN TE ZALTBOMMEL

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR EEN PERCEEL AAN DE PHILIPSLAAN TE ZALTBOMMEL Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR EEN PERCEEL AAN DE PHILIPSLAAN TE ZALTBOMMEL Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR EEN PERCEEL AAN DE PHILIPSLAAN TE ZALTBOMMEL rapportnr. 2010.1186

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Bijlage 1 Wettelijk kader

Bijlage 1 Wettelijk kader Bijlage 1 Wettelijk kader Inleiding In deze bijlage worden de wettelijke kaders voor ecologische beoordelingen van ruimtelijke ingrepen en andere handelingen beschreven. In de natuurbeschermingswetgeving

Nadere informatie

Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET INBREIDINGSLOCATIE DM-TERREIN TE WAGENINGEN

Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET INBREIDINGSLOCATIE DM-TERREIN TE WAGENINGEN Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET INBREIDINGSLOCATIE DM-TERREIN TE WAGENINGEN Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET INBREIDINGSLOCATIE DM-TERREIN TE WAGENINGEN

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Kade 9 Zevenhoven Omgevingsvergunning diverse gebouwen, bouwwerken en strijdig gebruik Gemeente Nieuwkoop Lithoijenseijk 12 5396 NE lithoijen (oss) 0412-48 48 22 info@pasmaat.com

Nadere informatie

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,

Nadere informatie

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam VNG 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam Kerntaken provincies Duurzame ruimtelijke ontwikkeling (o.a. waterbeheer) Milieu, energie en klimaat Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden Regionale

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering. Plaatsing zonnepanelen Bokhoven, tegenover perceel Gravin Helenastraat 3 te Bokhoven

Ruimtelijke motivering. Plaatsing zonnepanelen Bokhoven, tegenover perceel Gravin Helenastraat 3 te Bokhoven Ruimtelijke motivering Plaatsing zonnepanelen Bokhoven, tegenover perceel Gravin Helenastraat 3 te Bokhoven September 2017 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De initiatiefnemer de heer Bomans is voornemens

Nadere informatie

OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 4 4 2016 definitief

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen. Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van bestemmingsplan ten behoeve van dagactiviteiten voor jong dementerenden op het perceel Griende Dyk 2 te Wirdum Zorggroep Noorderbreedte heeft een aanvraag

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Dorpsstraat 72 Zuidlaarderveen Nl.IMRO.1730.ABDorpsstra72Zdlv-0301 Status: ontwerp Versie: 0.0 - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

In deze brief informeren wij u over welke beslissing op de aanvraag is genomen.

In deze brief informeren wij u over welke beslissing op de aanvraag is genomen. Afschriften aan: betrokkene, BOR, GEO, brandweer. DATUM: ONS KENMERK: UW BRIEF VAN: UW KENMERK: ONDERWERP: W2016-0379 / 16h0013433 Aanvraag omgevingsvergunning uitgebreid Boekhorstlaan. Geachte, Op 20

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak Het Zuid 34 te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord 28 februari 2013 INHOUD 1 Beschrijving project en locatie...3 2 Planologisch kader...4 2.1 Vigerend

Nadere informatie

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea 2 Inhoudsopgave Ruimtelijke Onderbouwing 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1. Aanleiding en doel 1.2. Ligging plangebied 1.3. Geldend bestemmingsplan 1.4. Leeswijzer Hoofdstuk

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE Versie 2, d.d. 6 oktober 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker 1 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding

Nadere informatie

1.1 INLEIDING... 2 1.2 DOELSTELLINGEN VAN HET ONDERZOEK... 2 1.3 DE PLANNEN... 3 1.4 OPBOUW RAPPORT... 3 2.1 FLORA- EN FAUNAWET...

1.1 INLEIDING... 2 1.2 DOELSTELLINGEN VAN HET ONDERZOEK... 2 1.3 DE PLANNEN... 3 1.4 OPBOUW RAPPORT... 3 2.1 FLORA- EN FAUNAWET... INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 1.1 INLEIDING... 2 1.2 DOELSTELLINGEN VAN HET ONDERZOEK... 2 1.3 DE PLANNEN... 3 1.4 OPBOUW RAPPORT... 3 2 FLORA- EN FAUNAWET... 4 2.1 FLORA- EN FAUNAWET... 4 2.2 RODE LIJST...

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Brugstraat 73C Vinkel (uitbreiding visvijver Slothoeve) 1) Status

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Brugstraat 73C Vinkel (uitbreiding visvijver Slothoeve) 1) Status B&W-voorstel Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Brugstraat 73C Vinkel (uitbreiding visvijver Slothoeve) 1) Status De voorliggende ruimtelijke onderbouwing betreft een concept waarvoor een inspraakprocedure

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Tienelsweg 31 Zuidlaren NL.IMRO.1730.ABTienelsweg31Zdl-0301 Status: ontwerp - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor

Nadere informatie

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g X.X Eco lo gi e KADER Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een inventarisatie van natuurwaarden

Nadere informatie

Boekhorstlaan Stadsentree. Veluwe Fun Park

Boekhorstlaan Stadsentree. Veluwe Fun Park Boekhorstlaan Stadsentree Veluwe Fun Park Introductie Even voorstellen Veluwe Transferium Boekhorst B.V. Programma Aanleiding Leisure Locatie en de opgave Vervolg en vragen Afsluiting Aanleiding Structuurvisie

Nadere informatie

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende.

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende. Afz. Kerkstraat 2, 6095 BE Baexem College van Burgemeester en Wethouders van Deurne Postbus 3 5750 AA DEURNE Datum Betreft Ons kenmerk 4 februari 2014 Verzoek om omgevingsvergunning t.b.v. mantelzorg T19221.02.001/HAR

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning Ruimtelijke onderbouwing voor gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning 1 Ruimtelijke

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo Een goede ruimtelijke ordening Henry de Roo Afwijken bestemmingsplan (1) artikel 2.12, lid 1, a, sub 1 Wabo binnenplans afwijken artikel 2.12, lid 1, a, sub 2 Wabo de gevallen genoemd in artikel 4, Bijlage

Nadere informatie

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Seminar, Ladder voor duurzame verstedelijking: lessen uit de praktijk, 10 maart 2015 Willemien Croes Wat is de Ladder voor Provincie Zuid- Holland? Instrument

Nadere informatie

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand) Afbeelding.. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand). WET- EN REGELGEVING Rijksbeleid Archeologie Monumentenwet (Rijk, 988, gewijzigd 007) Het Verdrag van Malta werd in 99 ondertekend

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN Versie 2, d.d. 18 augustus 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker Inhoud 1.

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan" 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking Op

Nadere informatie

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP 1 INHOUDSOPGAVE Toelichting 3 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

bijlagen bij de Toelichting

bijlagen bij de Toelichting bijlagen bij de Toelichting 51 Bijlage 1 Hoge Duvekotsweg 8 Oostkapelle Rho adviseurs voor leefruimte 0717.20170873 52 Rho adviseurs voor leefruimte 0717.20170873 53 Bijlage 2 Wielemakersbaan

Nadere informatie

Nijmegen Kanaalhavens - 2 (Lichtmasten CTN)

Nijmegen Kanaalhavens - 2 (Lichtmasten CTN) Nijmegen Kanaalhavens - 2 (Lichtmasten CTN) Inhoudsopgave Ruimtelijke onderbouwing - 9 - Hoofdstuk 1 Inleiding - 9-1.1 Doel van het plan - 10 - Hoofdstuk 2 Sectoraal beleid - 11-2.1 Inleiding - 11-2.2

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema" 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking Op 18 december

Nadere informatie

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure) Notitie Contactpersoon Paul Lammers Datum 10 maart 2016 Kenmerk N002-1233768PTL-evp-V01-NL Watertoets Paleis t Loo Inleiding Eén van de milieuthema s die in het bestemmingsplan voor Paleis t Loo en het

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College, Bergs Advies B.V. Leveroyseweg 9a 6093 NE Heythuysen Telefoon (0475) 49 44 07 Fax (0475) 49 23 63 E-mail info@bergsadvies.nl Internet www.bergsadvies.nl BIC code: RABONL2U IBAN: NL76RABO0144217414 K.v.K.

Nadere informatie

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 De overkapping is zowel in strijd met

Nadere informatie

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33;

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33; Besluit Provinciale Staten van Utrecht; Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33; Gelezen het concept van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028

Nadere informatie

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Foarwei 190 te Kollumerzwaag Kadastrale kaart Foarwei 190 te Kollumerzwaag Verzoek om omgevingsvergunning met daarbij handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening voor het

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing uitbreiding Café de Peer

Ruimtelijke onderbouwing uitbreiding Café de Peer Ruimtelijke onderbouwing uitbreiding Café de Peer 2 3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Ligging plangebied 5 1.3 Geldend bestemmingsplan 6 1.4 Opzet ruimtelijke onderbouwing 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Realiseren bed&breakfast Abbekesdoel 93b te Bleskensgraaf

Ruimtelijke onderbouwing. Realiseren bed&breakfast Abbekesdoel 93b te Bleskensgraaf Ruimtelijke onderbouwing Realiseren bed&breakfast Abbekesdoel 93b te Bleskensgraaf april 2017 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Projectomschrijving 4 2. Beschrijving plangebied 5 2.1 Inleiding

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Project: Elburg inrichtingplan en onderbouwing Autobedrijf Wijnne in Doornspijk

Project: Elburg inrichtingplan en onderbouwing Autobedrijf Wijnne in Doornspijk B u r o H o o g s t r a a t K e r k p l e i n 5 8 1 2 1 B M O l s t T 0 5 7 0 5 6 3 0 8 3 Uitwerking Ladder voor duurzame verstedelijking Autobedrijf Wijnne Hoge Enk Opdrachtgever: Autobedrijf Wijnne Projectcode:

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10 TOELICHTING 1. Inleiding 4 2. Bestaande situatie 4 2.1 Plangebied 4 2.2 Vigerende bestemmingsplan 4 2.3 bestaande situatie 5 3. Gewenste ontwikkeling 5 4. Milieu 5 5. Planbeschrijving 8 6. Inspraak 8 7.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten

Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Locatiebeschrijving... 2 1.3.

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie