AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. handelend onder de naam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. handelend onder de naam"

Transcriptie

1 > Raad vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 10 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellant, wonend te handelend onder de naam tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 11 januari 2011 in zaak nr. 10/891 in het geding tussen: en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

2 /1/V augustus Procesverloop Bij besluit van 19 november 2009 heeft de minister Homan een boete opgelegd van ,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: de Wav). Bij besluit van 26 maart 2010 heeft de minister het daartegen door Homan gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 11 januari 2011, verzonden op 12 januari 2011, heeft de rechtbank het daartegen door Homan ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft Homan bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 21 februari 2011, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De minister heeft een verweerschrift ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 2 juli 2011, waar Homan, bijgestaan door B.J. de Vries, en de minister, vertegenwoordigd door mr. S.C. Lin, werkzaam bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Op dit geding is de Wav van toepassing zoals die wet luidde tot de inwerkingtreding van de wet van 25 juni 2009 (Stb. 2009, 265) op 1 juli Ingevolge artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 1, van de Wav wordt onder werkgever verstaan degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten. Ingevolge artikel 2, eerste lid, is het een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. Ingevolge artikel 18, eerste lid, voor zover thans van belang, wordt het niet naleven van artikel 2, eerste lid, als beboetbaar feit aangemerkt. Ingevolge artikel 19a, eerste lid, legt een daartoe door de minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar namens hem de boete op aan degene op wie de verplichtingen rusten welke voortvloeien uit deze wet, voor zover het niet naleven daarvan is aangeduid als een beboetbaar feit. Ingevolge het tweede lid gelden de ter zake van deze wet gestelde beboetbare feiten ten opzichte van elk persoon, met of ten aanzien van wie een beboetbaar feit is begaan. Ingevolge artikel 19d, eerste lid, voor zover thans van belang, is de hoogte van de boete, die voor een beboetbaar feit kan worden opgelegd, indien begaan door een natuurlijk persoon, gelijk aan de geldsom van ten hoogste ,00. Ingevolge het derde lid stelt de minister beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor de beboetbare feiten worden vastgesteld.

3 /1/V augustus 2011 Volgens artikel 1 van de Beleidsregels boeteoplegging Wav 2008 (hierna: de beleidsregels) worden bij de berekening van een boete, als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, van de Wav voor alle beboetbare feiten als uitgangspunt gehanteerd de normbedragen die zijn neergelegd in de 'Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Wav' {hierna: de Tarieflijst), die als bijlage bij de beleidsregels is gevoegd. Volgens artikel 2 wordt voor de werkgever als natuurlijk persoon bij een gedraging in strijd met artikel 2, eerste lid, van de Wav als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen boete 0,5 maal het boetenormbedrag gehanteerd. Volgens artikel 5 bestaat de totale bij een boetebeschikking op te leggen boete, ingeval er sprake is van meer beboetbare feiten, uit de som van de per beboetbaar feit berekende boetebedragen. Volgens de Tarieflijst is het boetenormbedrag voor overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav op 8.000,00 per persoon per beboetbaar feit gesteld Het door een inspecteur van de Arbeidsinspectie op ambtsbelofte opgemaakte boeterapport van 13 oktober 2009 houdt in dat uit onderzoek in de administratie bij op 30 juni 2009 is gebleken dat zes vreemdelingen van Chinese nationaliteit tussen 1 september 2008 en begin juni 2009 in de onderneming van arbeid hebben verricht als algemeen medewerker onderscheidenlijk afwasser, zonder dat de daarvoor vereiste tewerkstellingsvergunningen waren verleend Tussen partijen is niet in geschil dat Homan artikel 2, eerste lid, van de Wav heeft overtreden Homan betoogt dat de rechtbank ten onrechte in de door hem aangevoerde omstandigheden geen aanleiding voor matiging van de opgelegde boete heeft gezien. Hiertoe voert Homan aan dat hij, onder meer omdat hij recent is gestart met zijn horecaonderneming, onbekend is met het tewerkstellingsvergunningvereiste en dat de overtredingen de tewerkstelling van werkstudenten betrof. Bovendien, zo stelt Homan, is hij afgegaan op brieven van de hogeschool waar de vreemdelingen onderwijs genoten, waarin stond dat zij tien uur per week mochten werken. Voorts stelt Homan belastingen en premie te hebben afgedragen en de vreemdelingen een hoger loon te hebben betaald dan is vastgelegd in de CAO Horeca, zodat de overtredingen Homan geen financieel gewin hebben opgeleverd. Ook was volgens Homan geen sprake van opzet. Gelet hierop had de minister moeten volstaan met het geven van een waarschuwing dan wel een lagere boete, aldus Homan. Voorts voert Homan aan dat de inkomsten van de onderneming zo gering zijn, dat hij niet in staat is de opgelegde boete te dragen. Zijn benarde financiële positie vloeit voor een groot deel voort uit een hem overkomen zwaar ongeluk, waarvan hij nog steeds revalideert en dat tot gevolg heeft dat zijn moeder thans het merendeel van de werkzaamheden in de onderneming verricht.

4 /1/V augustus Het gaat bij het opleggen van een boete wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav om de aanwending van een bevoegdheid van de minister. De minister moet bij de aanwending van deze bevoegdheid de hoogte van de boete afstemmen op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Daarbij moet rekening worden gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. Ingevolge de verplichting hem opgelegd in artikel 19d, derde lid, van de Wav heeft de minister beleidsregels vastgesteld waarin de boetebedragen voor de overtredingen zijn vastgesteld. Deze beleidsregels zijn door de Afdeling als zodanig niet onredelijk bevonden (zie onder meer de uitspraak van 23 juni 2010 in zaak nr /1 A/6; Ook bij de toepassing van deze beleidsregels en de daarin vastgestelde boetebedragen dient de minister in elk voorkomend geval te beoordelen of die toepassing strookt met de hiervoor bedoelde eisen die aan de aanwending van de bevoegdheid tot het opleggen van een boete moeten worden gesteld. Indien dat niet het geval is, dient de boete, in aanvulling op of in afwijking van het beleid, zodanig te worden vastgesteld dat het bedrag daarvan passend en geboden is. De rechter toetst zonder terughoudendheid of het besluit van het bestuur met betrekking tot de boete voldoet aan deze eisen en dus leidt tot een evenredige sanctie Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 12 maart 2008 in zaak nr /1; wordt in situaties waarin sprake is van het volledig ontbreken van verwijtbaarheid van boeteoplegging afgezien. Hiertoe dient de werkgever aannemelijk te maken dat hij al hetgeen redelijkerwijs mogelijk was heeft gedaan om de overtreding te voorkomen. Een verminderde mate van verwijtbaarheid kan aanleiding geven de opgelegde boete te matigen Homan dient zich als ondernemer op de hoogte te stellen van de voor hem relevante wet- en regelgeving. Zijn onbekendheid met de Wav dan wel het tewerkstellingsvergunningvereiste ten tijde van de controle maakt niet dat de overtreding hem in verminderde mate kan worden verweten. Bovendien is op de verblijfsvergunningen van de vreemdelingen onder meer vermeld 'Arbeid niet toegestaan m.u.v. arbeid van bijkomstige aard. TWV vereist' en zijn in Homan's administratie verklaringen van voormelde hogeschool aangetroffen waarin is vermeld dat deze samen met de aanvraag werkvergunning verstuurd kunnen worden naar het Centrum Werk en Inkomen, zodat in ieder geval uit deze verklaringen blijkt dat Homan over tewerkstellingsvergunningen voor de vreemdelingen diende te beschikken. Dat Homan heeft voldaan aan verplichtingen die op grond van andere wetten op hem rusten, laat onverlet dat hij niet heeft voldaan aan de uit de Wav voor hem als werkgever voortvloeiende verplichtingen. Dat de overtredingen Homan geen financieel gewin hebben opgeleverd vormt voorts evenmin grond tot matiging van de opgelegde boete, reeds omdat deze omstandigheid geen afbreuk doet aan de ernst en de verwijtbaarheid van de overtreding en de met de Wav beoogde doelstellingen. Ook de omstandigheid dat Homan niet opzettelijk de Wav heeft overtreden, brengt

5 /1/V augustus 2011 op zichzelf niet met zich dat de boete dient te worden gematigd, nu voor overtreding van artikel 2, eerste lid, van dewav, opzet geen vereiste is. De Wav biedt geen grondslag voor het geven van een waarschuwing Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 29 oktober 2008 in zaak nr /1; bestaat geen reden tot matiging van de opgelegde boete over te gaan indien de beboete werkgever niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door de opgelegde boete onevenredig wordt getroffen. In de door Homan overgelegde financiële gegevens is onder meer vermeld dat hij over 2008 een positief resultaat had van ,00 en dat hij over 2009 een negatief resultaat had van ,00. Verder heeft Homan een betalingsregeling getroffen van 1.000,00 per maand waarvan hij reeds twaalf termijnen heeft voldaan. Dat de boeteoplegging tot faillissement leidt, zoals Homan ter zitting heeft gesteld, blijkt niet uit de door Homan overgelegde financiële gegevens. Voormelde financiële gegevens nopen niet tot het oordeel dat Homan onevenredig door de boete wordt getroffen. Dat de financiële positie van Homan voor een groot deel voortvloeit uit een zwaar ongeluk doet, hoe betreurenswaardig ook, hier niet aan af Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank terecht in de door Homan aangevoerde omstandigheden geen aanleiding voor matiging van de opgelegde boete gezien. Het betoog faalt Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

6 /1/V augustus Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. A.W.IVI. Bijloos en mr. M.A.A. Mondt-Schouten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.J.H. Cassé, ambtenaar van staat. w.g. Parkins-de Vin voorzitter w.g. Cassé ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 10 augustus Verzonden: 10 augustus 2011 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, mr. H.H.C. Visser

7 uitspraak AFSCHRIFT RECHTBANK LEEUWARDEN Sector bestuursrecht procedurenummer: AWB 10/891 uitspraak van de meervoudige kamer van 11 januari 2011 als bedoeld in afdeling van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen wonende te eiser, gemachtigde: mr. S.L.L. da Graçâ, werkzaam bij Koninklijke Horeca Nederland gevestigd te Woerden, en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. verweerder, gemachtigde: mr. E.F.Roskott, werkzaam bij verweerders ministerie. Procesverloop Bij brief van 26 maart 2010 heeft verweerder eiser mededeling gedaan van zijn besluit op bezwaar betreffende de toepassing van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: de Wav). Tegen dit besluit heeft eiser beroep aangetekend. De zaak is behandeld ter zitting van de rechtbank, gehouden op 30 november Eiser is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn moeder mevrouw Verweerder is verschenen bij gemachtigde. Motivering Feiten 1.1 Bij besluit van 19 november 2009 heeft verweerder eiser een boete opgelegd van wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav. Aan de boeteoplegging ligt een door de Arbeidsinspectie op ambtsbelofte opgemaakt boeterapport van 13 oktober 2009 ten grondslag. In het boeterapport staat vermeld dat eiser in zijn restaurant zes vreemdelingen van de Chinese nationaliteit (hierna: de vreemdelingen), die studeerden aan de hogeschool in, zonder tewerkstellingsvergunning werkzaamheden heeft laten verrichten bestaande uit arbeid als algemeen medewerker en afwasser. 1.2 Eiser heeft tegen de boeteoplegging bezwaar gemaakt, welk bezwaar door verweerder bij besluit van 26 maart 2010 ongegrond is verklaard. Geschil 2.1 Eiser heeft aangevoerd dat bij de totstandkoming van het primaire besluit in strijd is gehandeld met het zorgvuldigheidsbeginsel. Dit omdat eiser niet in de gelegenheid is gesteld

8 procedurenummer: AWB 10/891 datum uitspraak: 11 januari om te reageren op de door vreemdeling afgelegde verklaring, onder meer inhoudende dat eiser tegen hem gezegd heeft zorg te zullen dragen voor een tewerkstellingsvergunning. Eiser betwist uitdrukkelijk dat hij een dergelijke mededeling heeft gedaan. Eiser heeft verder aangevoerd dat hij bij overtreding van de Wav niet heeft gehandeld uit onwil, maar uit onwetendheid. Het is niet onbegrijpelijk dat eiser is afgegaan op de brieven van de onderwijsinstellingen waar de studenten ingeschreven stonden. Indien dergelijke onderwijsinstellingen, die veelvuldig van doen hebben met dit soort studenten, bij briefer geen mededeling van maken dat een tewerkstellingsvergunning noodzakelijk is ter zake van werkstudenten, is het niet onbegrijpelijk dat eiser niet onderzocht heeft of er wellicht toch tewerkstellingsvergunningen noodzakelijk waren om de studenten te werk te kunnen stellen. Eiser heeft er voorts op gewezen dat hij geen enkelfinancieelvoordeel heeft behaald met het op deze wijze tewerkstellen van de studenten. Tenslotte heeft eiser aangevoerd, dat hij in ernstigefinanciëleproblemen komt indien het boetebedrag wordt gehandhaafd. Dat een betalingsregeling tot stand is gekomen doet daaraan niet af. 2.2 Verweerder stelt zich op het standpunt dat er voor hem geen aanleiding is om te veronderstellen dat niet uitgegaan zou mogen worden van de door. afgelegde verklaring. Verder is niet gebleken dat eiser de maximale van hem te vérgen zorg heeft betracht om de overtredingen te voorkomen. Eiser heeft aan de brieven van de onderwijsinstellingen niet het gerechtvaardigde vertrouwen kunnen ontlenen dat geen tewerkstellingsvergunningen waren vereist. Daar komt bij dat uit de betreffende brieven naar het oordeel van verweerder duidelijk blijkt dat een aanvraag tewerkstellingsvergunning ingediend moest worden bij het Centrum voor Werk en Inkomen te Zoetermeer. Verweerder wijst er op dat eiser aan de hand van de aan hem getoonde verblijfsdocumenten had kunnen en moeten zien dat de vreemdelingen niet zonder tewerkstellingsvergunning mochten worden tewerkgesteld. Verweerder is van mening dat de overtredingen verweerder volledig te verwijten zijn en ziet in de aangevoerde financiële omstandigheden geenredenom tot matiging van de boete over te gaan. Het feit dat eiser geen financieel voordeel zou hebben behaald doet geen afbreuk aan de ernst en de verwijtbaarheid van de overtredingen en de met de Wav beoogde doelstellingen. Beoordeling van het geschil 3.1 Ingevolge artikel 1, eerste lid, aanhef, onderdeel b en onder 1, van de Wav, wordt onder werkgever verstaan degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander werk laat verrichten. Op grond van artikel 2, eerste lid, is het een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. Ingevolge artikel 18 wordt het niet naleven van artikel 2, eerste lid, als beboetbaar feit aangemerkt. Op grond van artikel 19a, eerste lid, legt een daartoe door de minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar namens hem de boete op aan degene op wie de verplichtingen rusten, welke voortvloeien uit de Wav, voor zover het niet naleven daarvan is aangeduid als een beboetbaar feit. Het tweede lid van artikel 19a bepaalt, dat de ter zake van de wet gestelde overtredingen gelden ten opzichte van elk persoon, met of ten aanzien van wie een beboetbaar feit is begaan. Ingevolge artikel 19d, derde lid, stelt de minister beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor de beboetbare feiten worden vastgesteld. Volgens artikel 1 van de Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2008 (hierna: de beleidsregels) worden bij de berekening van een boete, als bedoeld in artikel I9a, eerste lid, van de Wav voor alle beboetbare feiten als uitgangspunt gehanteerd de normbedragen die zijn neergelegd in de Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete

9 procedure nummer: AWB 10/891 datum uitspraak: 11 januari Wav (hierna: de tarieflijst), die als bijlage bij de beleidsregels is gevoegd. Volgens artikel 2 van de beleidsregels in samenhang met de tarieflijst is het boetenormbedrag voor overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav voor een werkgever als natuurlijk persoon vastgesteld op 4.000,00 per persoon, per beboetbaar feit. 3.2 Niet in geschil is dat de overtredingen ten aanzien waarvan de boete is opgelegd door eiser zijn begaan. Eiser stelt dat de overtredingen hem (deels) niet kunnen worden verweten. 3.3 Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hiema: de Afdeling) vloeit het volgende voort. Bij het opleggen van een boete wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav, gaat het om de aanwending van een bevoegdheid van de minister. De minister moet bij de aanwending van deze bevoegdheid de hoogte van de boete afstemmen op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Daarbij moet rekening worden gehouden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. Ook bij de toepassing van de beleidsregels en de daarin vastgestelde boetebedragen dient de minister in elk voorkomend geval te beoordelen of die toepassing strookt met de hiervoor bedoelde eisen die aan de aanwending van die bevoegdheid tot het opleggen van een boete moeten worden gesteld. Indien dat niet het geval is, dient de boete, in aanvulling op of in afwijking van het beleid, zodanig te worden vastgesteld dat het bedrag daarvan passend en geboden is. De rechter dient zonder terughoudendheid te toetsen of de door de minister in het concrete geval opgelegde boete in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel. Indien de rechter van oordeel is dat dit niet het geval is en hij op die grond het besluit vernietigt, neemt hij bij hetzelf bepalen van de boete de boetenormbedragen eveneens als uitgangspunt. 3.4 In situaties waarin sprake is van het volledig ontbreken van verwijtbaarheid dient van boeteoplegging te worden afgezien. Hiertoe dient de werkgever aannemelijk te maken dat hij al hetgeen redelijkerwijs mogelijk was om de overtreding te voorkomen heeft gedaan. Een verminderde mate van verwijtbaarheid kan aanleiding geven de opgelegde boete te matigen. 3.5 Naar het oordeel van de rechtbank is van een beperkte mate van verwijtbaarheid, dan wel het ontbreken daarvan, geen sprake. Voor zover eiser heeft betoogd dat hij mocht vertrouwen op informatie van de onderwijsinstellingen waar de vreemdelingen studeerden, faalt dit betoog reeds omdat het de eigen verantwoordelijkheid van een werkgever is om bij aanvang van de werkzaamheden na te gaan, of aan de voorschriften van de Wav wordt voldaan. Overigens valt uit de inhoud van de door de onderwijsinstellingen aan eiser verzonden brieven betreffende de vreemdelingen niet af te leiden dat een tewerkstellingsvergunning niet vereist zou zijn. In de brieven wordt enkel vermeld dat de arbeid de studievoortgang van de betreffende student naar verwachting niet zal belemmeren en dat de verklaring van de hogeschool samen met de aanvraag werkvergunning aan het Centrum voor Werk in Inkomen (CWI) te Zoetermeer verzonden kan worden. Voor zover er bij eiser desondanks onduidelijkheid bestond over het al dan niet noodzakelijk zijn van tewerkstellingsvergunningen, had hij daarover navraag kunnen doen bij het CWI. Die instelling is namelijk, anders dan de onderwijsinstellingen, verantwoordelijk voor de afgifte van tewerkstellingsvergunningen (vgl. de uitspraak van de Afdeling van 31 maart 2010 UN BL9663). 3.6 Dat eiser de Wav, naar hij stelt, niet bewust maar uit onwetendheid heeft overtreden, brengt niet mee dat de boete dient te worden gematigd, nu voor overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wav, opzet geen vereiste is (vgl. de uitspraak van de Afdeling van 29 juli 2009 LJNBJ4124). 3.7 Ten aanzien van de stelling van eiser dat hij geen financieel voordeel heeft behaald met het op deze wijze tewerkstellen van de studenten, overweegt de rechtbank dat dit geen omstandigheid is die de minster noopte tot matiging van de boete. Dat er geen financieel

10 procedurenummer: AWB 10/891 datum uitspraak: 11 januari voordeel behaald zou zijn met de overtredingen doet namelijk geen afbreuk aan de ernst en de verwijtbaarheid van de overtreding (vgl. de uitspraak van de Afdeling van 29 juli 2009 UNBJ4124). 3.8 De omstandigheid dat definanciëlesituatie van eiser niet rooskleurig is, is op zichzelf beschouwd, onvoldoende grond voor het oordeel dat de opgelegde boete dient te worden gematigd. Dat kan anders zijn indien eiser door de opgelegde boete onevenredig wordt getroffen en hierdoor het voortbestaan van de onderneming in gevaar komt. Uit de overgelegde stukken, noch uit hetgeen door eiser ter zitting naar voren is gebracht kan worden afgeleid dat daarvan sprake is. Weliswaar is aangevoerd dat de huidige financiële toestand van de onderneming, mede als gevolg van een ongeval dat eiser heeft gehad, zorgelijk te noemen is, maar niet gezegd kan worden dat deze situatie is ontstaan als gevolg van de opgelegde boete. Daar komt bij dat eiser met verweerder een betalingsregeling heeft getroffen, die inhoudt dat de boete in 24 maandelijkse termijnen kan worden betaald. 3.9 Tenslotte overweegt de rechtbank ten aanzien van de grond dat sprake is van strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel, omdat eiser niet in de gelegenheid zou zijn gesteld om te reageren op de uitlatingen van vreemdeling dat deze grond faalt bij gebrek aan feitelijke grondslag. Uit de zich bij de stukken bevindende brief met als onderwerp 'zienswijze', die door eiser op 15 november 2009 aan verweerder is verzonden, blijkt namelijk dat eiser inhoudelijk is ingegaan op de door afgelegde verklaring. Eiser is dus, anders dan is betoogd, wel degelijk in de gelegenheid geweest om te reageren op de door vreemdeling afgelegde verklaring Gelet op het bovenstaande komt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep van eiser ongegrond is. De rechtbank ziet geen aanleiding voor het uitspreken van een proceskostenveroordeling. Beslissing De rechtbank verklaart het beroep ongegrond Aldus gegeven door mr. E.M. Visser, voorzitter, en door mrs. C.H. de Groot en W.S. Sikkema, rechters, in tegenwoordigheid van B.M. van der Doef als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 januari <ri3h<j»^>^v^^jllaia^t- B.M. van der Doef Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak staat voor parijen hoger beroep open. Gelijke bevbkgdheid komt toe aan andere belanghebbenden, zulks behoudens het bepaalde in art. 6:13juncto 6:24 Awb. Indien u daarvan gebruik wenst te inaken dient u binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een brief (beroepschrift) alsmede een afschrift van deze uitspraak te zenden aan: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus EA Den Haag In het beroepschrift vermeldt u waarom u de uitspraak niet juist vindt. Afschrift aangetekend verzonden op: 4 o f AM?ni1 Voor kopie conform * Rechtbank Leeuwarden sector Bestuursrecht /4 (

11 BEROEPSCHRIFT RAAD VAN STATE INGEKOMEN 2 2 FEB 2011 ZAAKNR. ' Ü ^ AAN: BEHANDELD: DD: PAR: NEDERLAND Raad van State Afdeling Bestuursrechtspraak Postbus EA 's-gravenhage Geeft eerbiedig te kennen: De heer h.o.d.n. gevestigd en zaakdoende te te dezer zake domicilie kiezende te Woerden ten kantore van het Koninklijk Verbond van Ondernemers in het Horeca- en Aanverwante Bedrijf "Koninklijk Horeca Nederland", Postbus 566 te (3440 AN) Woerden, van wie mevrouw mr. S.L.L. da Graca, juriste aldaar, door hem a!s gemachtigde wordt gesteld, zulks met het recht van substitutie, 1. Bij besluit van 19 november 2009 heeft het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid, hierna: "het Ministerie", een boete opgelegd aan betreffende het overtreden van artikel 2 lid 1 van de Wet Arbeid Vreemdelingen (Wav). Tegen dit besluit heeft bezwaar aangetekend. Bij besluit van 26 maart 2010 heeft het Ministerie het bezwaar ongegrond verklaard. Tegen de beslissing op het bezwaar heeft beroep ingesteld bij de Rechtbank Leeuwarden, Sector Bestuursrecht. Dit beroep is op 30 november 2010 behandeld ter zitting. Bij uitspraak van 11 januari 2011 (verzenddatum 12 januari 2011) is het beroep van ongegrond verklaard en heeft de Rechtbank bepaald dat de rechtsgevolgen van het besluit in stand bleven. Als productie 1 bij dit beroepschrift treft u een kopie van de uitspraak aan. kan zich niet met deze beslissing verenigen en komt hiervan, tijdig, in hoger beroep. I meent dat de Rechtbank in redelijkheid en na afweging van alle betrokken belangen niet tot haar beslissing heeft kunnen komen. Aldus is de Rechtbank bij haar oordeel uitgegaan van een verkeerde voorstelling van zaken, zodat reeds om deze reden de uitspraak niet in stand kan blijven. Beroepsgronden Ten onrechte overweegt de Rechtbank dat geen sprake is van verminderde verwijtbaarheid aan de zijde van gelet op het feit dat: zelf navraag had moeten doen bij het CWI, indien er bij Doozo onduidelijkheid bestond over het al dan niet noodzakelijk zijn van tewerkstellingsvergunningen, aangezien het CWI verantwoordelijk is voor de afgifte van tewerkstellingsvergunningen. Koninklijke Horeca Nederland Postbus AN Woerden Pelmolenlaan GW Woerden T F info@khn.nl

12 Beroepschrift inzake Doozo / MSZW Pagina: 2 NEDERLAND 8. Echter, van de werkgever nu wordt verwacht op de hoogte te moeten zijn omtrent het feit dat er een tewerkstellingsvergunning aangevraagd had dienen te worden of dat zij in het andere geval het CWI had dienen te benaderen, gelet op het feit dat het CWI verantwoordelijk is terzake de uitgifte van tewerkstellingsvergunningen. 9. vraagt zich echter af hoe hij hiervan op de hoogte had kunnen zijn. heeft nooit eerder te maken gehad met het aanvragen van tewerkstellingsvergunningen. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat er vrij recent is gestart met het runnen van een horecaonderneming. Hem was een dergelijke verplichting niet bekend. Feitelijk ontbrak deze kennis bij en gelet op het karakter van de tewerkstelling - het betrof een tewerkstelling van werkstudenten - is er geen reden om die kennis desalniettemin aanwezig te achten. 10. Daarbij is het juist zo dat illegale tewerkstelling hard wordt aangepakt vanwege onder meer het feit dat dit concurrentievervalsend binnen een sector kan werken, waardoor de bedrijfsvoering van bonafide werkgevers wordt geschaad. Zoals reeds in het bezwaar- en beroepschrift naar voren is gekomen, heeft zich juist als een bonafide werkgever gedragen ten opzichte van de werkstudenten: alle belastingen c.q. premies zijn afgedragen. Tevens hebben de studenten een loon uitbetaald gekregen dat hoger ligt dan hetgeen waarop zij recht hebben conform de Horeca-CAO. is er financieel gezien dus niet beter op geworden en dat is ook niet zijn intentie geweest met het in dienst nemen van de werkstudenten. 11. Het bovenstaande houdt dan ook in dat indien het Ministerie van mening was dat inderdaad verplicht was om een tewerkstellingsvergunning voor de studenten aan te vragen, het Ministerie ook had kunnen volstaan met het geven van een waarschuwing of in het uiterste geval het opleggen van een lagere boete. benadrukt namelijk nogmaals uitdrukkelijk dat er nimmer sprake is geweest van kwade opzet om de geldende wetgeving te ontduiken. Sterker nog: indien op de hoogte geweest was van het feit dat er tewerkstellingsvergunningen voor de studenten aangevraagd hadden moeten worden, dan had dit onmiddellijk gedaan. 12. Doozo stelt zich dan ook op het standpunt dat er in het bestreden besluit niet is voldaan aan het evenredigheidsbeginsel ex artikel 3:4 lid 2 Awb. Er had volstaan * moeten worden met het geven van een waarschuwing of het opleggen van een lagere boete aan nu niet de intentie gehad had en heeft om de jj; wetgeving te ontduiken en tevens de belastingen c.q. premies heeft afgedragen. 13. Daarnaast heeft de Rechtbank ten onrechte overwogen en beslist dat door de opgelegde boete niet onevenredig is getroffen en dat het voortbestaan van de onderneming daardoor niet in gevaar komt. 14. is niet in staat de opgelegde boete te dragen. De inkomsten uit de gedreven onderneming zijn zodanig gering dat de boete voor hem onevenredig hoog is. Deze jjj benarde financiële omstandigheden zijn voor een groot deel te wijten aan het feit 2 dat de heer op 6 januari 2010 betrokken is geweest bij een zwaar ongeluk. Uit het jaarrapport van 2009 wordt een verlies waargenomen ter hoogte van ,-, terwijl er in 2008 nog sprake was van winst ter hoogte van ,-. o z $ S < o z cc Ui ce o z o

13 Beroepschrift inzake Doozo / MSZW Pagina: 3 NEDERLAND 15. De heer is nog steeds aan het revalideren en is ten gevolge van bovenbedoeld ongeluk voor een groot deel arbeidsongeschikt. Het merendeel van de werkzaamheden in wordt heden verricht door zijn moeder. CONCLUSIE 16. Het is op voormelde gronden dat U verzoekt dit hoger beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren en het besluit van 19 november 2009 te vernietigen, met veroordeling van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de kosten van het geding. Woerden, 21 februari 2011 Gemachtigde

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001320 200700456/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma Chinees Japans Specialiteitenrestaurant A., gevestigd

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2008 Datum publicatie 29-10-2008 Zaaknummer 200802872/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001323 200607474/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: A., wonend te Breda, appellant, tegen de uitspraak in zaak no. 05/5140

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011001 33/1/V6. Datum uitspraak: 20 april 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07000557 200606955/1. Datum uitspraak: 21 maart 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma A., gevestigd te Honselersdijk, appellante, tegen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam

Nadere informatie

Uitspraak /1/V6

Uitspraak /1/V6 Uitspraak 201704402/1/V6 Datum van uitspraak: woensdag 31 januari 2018 Tegen: de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Wet arbeid vreemdelingen ECLI:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 16-11-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102253/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201113051/1/V3. Datum uitspraak: 30 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX9815

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX9815 ECLI:NL:RBAMS:2012:BX9815 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 03-08-2012 Datum publicatie 10-10-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 11-6230 WAV Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 200904130/1 A/6. Datum uitspraak: 17 augustus 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109588/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108625/1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103219/1/V3. Datum uitspraak: 29 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201204533/1/V1. Datum uitspraak: 19 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs Raad van tate Afdeling bestuursrechtspraak INGEKOM»- N 0 4 APR. 2313 Raad van deljemeente Loon op Zand Postbus 7 5170 AA KAATSHEUVEL GEMEENTE LOON OP ZAND lllllllllllllllll 2013.05077 Afdeling: RO O VB:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 111 162/1/V3. Datum uitspraak: 28 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0116

ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0116 ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0116 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 28-11-2007 Datum publicatie 13-12-2007 Zaaknummer 07/2779 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2009 in zaak nr. 08/2225 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2009 in zaak nr. 08/2225 in het geding tussen: MigratieWeb ve12000534 LJN: BV7275 RAAD VAN STATE 200905593/1/V6. Datum uitspraak: 29 februari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellante], gevestigd te [plaats] (België),

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108397/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve06001069 200601961/1. Datum uitspraak: 2 augustus 2006 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: B., wonend te Heemstede, appellante, tegen de uitspraak in zaak no.

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201106641/1/V2. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110052/1 /V1. Datum uitspraak: 26 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Raad vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 31 mei 2010

Raad vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 31 mei 2010 Raad vanstate 201003769/1/V1. Datum uitspraak: 31 mei 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:88 van de Algemene

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201628/1/V3. Datum uitspraak: 4 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BH4676

ECLI:NL:RVS:2009:BH4676 ECLI:NL:RVS:2009:BH4676 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2009 Datum publicatie 04-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200809278/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Raad \ Afdeling bestuursrechtspraak vanstate

Raad \ Afdeling bestuursrechtspraak vanstate C o O.- O o O B O.1 O i O u O o O o O o O ft O :. O,-. C Raad \ Afdeling bestuursrechtspraak vanstate Raad van de gemeente Haarlem Postbus 511 2003 PB HAARLEM Datum Ons nummer Uw kenmerk 7 februari 2011

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200803598/1. Datum uitspraak: 20 augustus 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201107210/1/V1. Datum uitspraak: 21 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak 1 1 JUN 2015. Behandelend ambtenaar

Afdeling bestuursrechtspraak 1 1 JUN 2015. Behandelend ambtenaar Raad Afdeling bestuursrechtspraak Gemeente Waterland 1 1 JUN 2015 \m BIS Raad van de gemeente Waterland Postbus 1000 1140 BA MONNICKENDAM INGEKOMEN Datum Ons nummer Uw kenmerk 10 juni 2015 201409734/1/A1

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201206551/1/V3. Datum uitspraak: 5 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782

Nadere informatie

Algemene wet bestuursrecht 5:46 Wet arbeid vreemdelingen Wet arbeid vreemdelingen 2 Wet arbeid vreemdelingen 19d

Algemene wet bestuursrecht 5:46 Wet arbeid vreemdelingen Wet arbeid vreemdelingen 2 Wet arbeid vreemdelingen 19d ECLI:NL:RVS:2017:496 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 22-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201606127/1/V6 Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201003/1/V4. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak rnet toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108344/1 A/3. Datum uitspraak: 31 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201004895/1/V1. Datum uitspraak: 26 juli 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 2O11O9095/1/V1. Datum uitspraak: 20 januari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103712/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BL6253

ECLI:NL:RVS:2010:BL6253 ECLI:NL:RVS:2010:BL6253 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-03-2010 Datum publicatie 03-03-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200905308/1/V6 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:25827, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:25827, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2013:573 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-07-2013 Datum publicatie 31-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201211994/1/A3 Eerste

Nadere informatie

2015-05-06 Uitspraak RvSt noodzaakt aanpassing Arboboetebeleid & relatie 5.46 Awb

2015-05-06 Uitspraak RvSt noodzaakt aanpassing Arboboetebeleid & relatie 5.46 Awb Pagina 1 van 7 2015-05-06 Uitspraak RvSt noodzaakt aanpassing Arboboetebeleid & relatie 5.46 Awb ECLI:NL:RVS:2015:1421 http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rvs:2015:1421&keyword=ec

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110961/1/V1. Datum uitspraak: 13 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: * *' Raad vanstate 201207532/1/V3. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201102465/1/V3. Datum uitspraak: 21 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 4345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201201012/1/V3. Datum uitspraak: 21 februari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446 ECLI:NL:RVS:2009:BH8446 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-03-2009 Datum publicatie 27-03-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200901359/1/V3 Eerste

Nadere informatie

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 28 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 28 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201106154/1/V3. Datum uitspraak: 28 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 201474/1 A/4. Datum uitspraak: 23 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108965/1 /VI. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3387

ECLI:NL:RVS:2016:3387 ECLI:NL:RVS:2016:3387 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507118/1/A1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder. LJN: BA9368, Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 06/4958 Datum uitspraak: 12-06-2007 Datum publicatie: 11-07-2007 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011101 29/1/V.1. Datum uitspraak: 27 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel 070-4264288

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel 070-4264288 Raad vanstate Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: INGEK. - 8 MEI ZOU DOC NR.: Raad van de gemeente Sint-Oedenrode Postbus 44 5490 AA SINT OEDENRODE Datum Ons nummer Uw kenmerk 7 mei 2014 201 301 984/3/R3

Nadere informatie

het college van gedeputeerde staten van Zeeland.

het college van gedeputeerde staten van Zeeland. . Datum uitspraak: 5 augustus 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [appellant A], [appellant B], wonend te [woonplaats], [appellant C], wonend te [woonplaats], [appellant

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-06-2011 Datum publicatie 01-06-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201101191/1/H2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 08-02-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 06/8362 IB/PVV Belastingrecht

Nadere informatie