Gemeente Vleteren RUP Lokaal bedrijventerrein

Transcriptie

1 Bigaand bij het besluit van Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende de goedkeuring van het RUP Lokaal bedrijventerrein (gemeente Vleteren) baron ruzettelaan brugge tel (050) fax (050) Goedkeuringsbeslissing met ref.: RP/DEP/011/408, Brugge, 01/12/11 Voor de provinciegriffier (Get.) Hilaire Ost Voor eensluidend afschrift Namens de deputatie, Stephaan Barbery De adviseur Dienst ruimtelijke planning De Gouverneur-voorzitter, (Get.) Paul BREYNE Gemeente Vleteren RUP Lokaal bedrijventerrein plan_id: RUP_33041_214_00002_00001 september 2011

2 datum aanpassing fase algemeen directeur Geert Sanders oktober 2009 bespreking schetsontwerp bespreking voorontwerp plenaire vergadering bespreking aangepast voorontwerp naar aanleiding van de plenaire vergadering de plenaire vergadering aanpassingen naar aanleiding van de 2de plenaire vergadering voorlopige vaststelling gemeenteraad start openbaar onderzoek einde openbaar onderzoek aanpassingen naar aanleiding van het openbaar onderzoek coördinator cel ruimtelijke planning en mobiliteit David Vandecasteele ruimtelijk planner Jan De Moor

3 gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 16 september 2011 De Secretaris, De Burgemeester, zegel der gemeente

4

5 inhoud

6 toelichtingsnota 1 inleiding 2 1. beslissing tot opmaak motivering tot opmaak... 2 feitelijke ruimtelijke context 3 1. situering bestaande ruimtelijke structuur nederzettingstructuur natuurlijke structuur verkeersstructuur agrarische structuur landschappelijke structuur lijninfrastructuur... 6 juridische ruimtelijke structuur 7 1. juridisch kader gewestplan BPA s RUP s vogelrichtlijngebieden beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten inventaris bouwkundig erfgoed waterwingebied atlas der buurtwegen VHA, Vlaams hydrologische atlas rooilijnplan landinrichting ruilverkaveling verordeningen eigendomsstructuur andere... 10

7 2. vergunningen verkavelingsvergunning stedenbouwkundige vergunningen milieuvergunningen socio-economische vergunningen planningscontext op vlaams niveau RSV ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos studieopdracht betreffende de verbinding Ieper-Veurne (N8) op provinciaal niveau PRS op gemeentelijk niveau GRS gewenste structuur planopzet principes van duurzaamheid ontwerpend onderzoek configuratie concepten - planopzet verkeer groen ruimtegebruik uitleg planopbouw zonering toetsing watertoets algemeen watergerelateerde aspecten toetsing aan structuurplan trage wegentoets landbouwtoets... 32

8 5. passende beoordeling Vogelrichtlijngebied IJzervallei Effecten op te heffen voorschriften 34 ruimtebalans 34 register van planschade en planbaten planschade planbaten bestemmingswijzigings- en/of gebruikerscompenstaie beschermingsvoorschriften- en/of gebruikerscompesatie onteigeningsplan 36 planproces beslissing tot opmaak ontheffing plan-mer voorontwerp adviesprocedure plenaire vergadering besprekingen adviezen voorontwerp adviesprocedure plenaire vergadering besprekingen adviezen ontwerp voorlopige vaststelling openbaar onderzoek advies coro besprekingen adviezen/bezwaren en aanpassingen document definitieve vaststelling... 40

9 bijlagen 41 stedenbouwkundige voorschriften 1 algemene bepalingen 3 artikel 1: lokale bedrijvenzone 9 artikel 2: bufferzone 15 indicatieve aanduiding van hoofdontsluiting 17 indicatieve aanduiding van fiets- en voetgangersdoorsteek 19

10

11 toelichtingsnota

12 inleiding 1. beslissing tot opmaak Bij gemeenteraadsbeslissing van 30 juni 2008 werd de wvi aangesteld als ontwerper van het ruimtelijk uitvoeringsplan lokaal bedrijventerrein, kortweg RUP lokaal bedrijventerrein. Deze site is niet in overeenstemming met het PRS West-Vlaanderen en het RSV gezien deze locatie niet aansluit bij een kern of een bestaand bedrijventerrein. Bijgevolg wenst de gemeente een lokaal bedrijventerrein in te planten op de locatie die als tweede keuze naar voor kwam uit het locatie-onderzoek, nl. De Sceure. De wvi werd gevraagd om de opmaak van het RUP alsook het ontwikkelingsproces voor het lokaal bedrijventerrein uit te werken. 2. motivering tot opmaak Het onderhavig RUP wordt opgemaakt in functie van de uitvoering van de bindende bepalingen van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Vleteren. Het GRS Vleteren werd goedgekeurd door de Deputatie in zitting van 24 april In het bindend gedeelte (GRS, BD blz. 9) is de opmaak van een RUP voor een nieuw lokaal bedrijventerrein opgenomen. Uit het goedgekeurde GRS (richtinggevend deel, blz 24, punt ) blijkt dat er een behoefte is van 3,60 ha bruto-oppervlakte voor een nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein. Het goedgekeurde GRS bevat ook een locatie-onderzoek waarbij verschillende locaties werden afgewogen ten aanzien van elkaar op basis van verschillende criteria. Bij de goedkeuring van het GRS werd de site Tempelaere als locatie voor een nieuw lokaal bedrijventerrein uitgesloten. 2 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

13 feitelijke ruimtelijke context 1. situering Het plangebied is gesitueerd aan de noordwestelijke rand van de kern Oostvleteren. Het plangebied wordt begrensd door: in het noorden: beperkte bebouwing langsheen de gewestweg N8; in het oosten: de gewestweg N8; in het zuiden: het jeugdcentrum De Sceure en de Kerkebeek, een waterloop van derde categorie; in het westen: agrarisch gebied. Momenteel wordt het plangebied voor agrarische doeleinden gebruikt. kaart 1: algemene situering plangebied kaart 2: situering plangebied op topografische kaart kaart 3: situering plangebied op luchtfoto wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 3

14 2. bestaande ruimtelijke structuur 2.1. nederzettingstructuur De kern Oostvleteren situeert zich op de overgang van de polders naar de zandleemstreek, ten zuiden van de IJzervallei. De dorpskern heeft zich ontwikkeld ten oosten van de N8. De uitbouw van de kern gebeurde in oostelijke richting langsheen de verbindingsweg van Westvleteren naar Reninge. De dorpskern bestaat in hoofdzaak uit aaneengesloten bebouwing. Langs de N8 is er lintbebouwing aanwezig alsook langs de Westvleterenstraat. In de nabije omgeving van het plangebied bevindt zich het jeugdcentrum De Sceure. De Sceure wordt gekenmerkt door grootschalige bebouwing met een dorps karakter. kasseien verhard neerhof met bakstenen stoepen; vaalt te midden; XX a-nutsgebouwen U-vormig rond het erf opgesteld. Ten N., boerenhuis op lage terp. XXuitzicht, doch met oudere kern cf. benaming en site. Veurnestraat 3, Vleteren (West-Vlaanderen) Nr. 7. Voormalige herberg, gelegen aan de voormalige tramlijn Ieper-Veurne. Dubbelhuis van vier trav. en één bouwl. onder zadeldak (n/lstraat, Vlaamse pannen); voorzien van één houten dakkapel en drie dakvensters; één met windborden l. Rode baksteenbouw; gebruik van gele baksteen voor aflijnend tandlijstje, consoles en doorlopend puilijstje onder de vensters, en omlijstingen. Eén getoogde kelderopening. Getoogde muuropeningen. Licht verdiept in tudorboogomlijsting; vensters gevat in Brugse trav. Rechth. poort l. Aan de voor zijde van het plangebied grenzend aan de N8, is een tuinbowbedrijf gelegen. Voor het onroerend erfgoed wordt in de eerste plaats de Inventaris van het cultuurbezit in België - Bouwen door de eeuwen heen gebruikt. Volgend erfgoed - gelegen binnen het plangebied - is hierin opgenomen: Veurnestraat 15, Vleteren (West-Vlaanderen) Nr. 17. Naar het O.-georiënteerde villa, met Internationale stijlkenmerken n.o.v. architect Van den Abeele (?) Veurnestraat 24, Vleteren (West-Vlaanderen) Nr. 24. Z.g. Westhof.. Historische, oorspronkelijk omwalde hoeve met losse bestanddelen. Ten Z. en Z.W., rest van omwalling. Ten Z., erfoprit toegankelijk via hek, geflankeerd door twee linden; kleine bunker uit W.O. I ernaast. Ten O., deels met Veurnestraat zonder nummer, Vleteren (West- Vlaanderen) Ten Z.W., op molenberg gelegen, houten open staakmolen afkomstig uit Gijverinkhove. Gerestaureerd in 1973 door architect A. Degeyter (SintAndries, Brugge). Oorspronkelijk gesloten staakmolen; kap oorspronkelijk bedekt met eiken schaliën, thans van cederhout; gelaste roede; verdwenen kambuis Ten Z., dwarsschuurtje onder overstekend zadeldak (stro + Vlaamse pannen) op houten modillons. Stijl- en regelwerk met horizontale plankenbeschieting op bakstenen voeting. Rechth. schuurpoorten. Aanbouwseltje onder lessenaarsdak, tegen W.-gevel. kaart 4: bouwkundig erfgoed bron: vioe 4 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

15 2.2. natuurlijke structuur Binnen het plangebied van onderhavig RUP lokaal bedrijventerrein zijn geen biologisch waardevolle gebieden of elementen aanwezig. Ten zuiden van het plangebied en ten zuiden van de Kerkebeek ligt een gebied dat aangeduid is als een complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen. Dit gebied is een soortenarm permanent grasland (hp), met enkele bomenrijen (kb) en een veedrinkpoel (kn). Ten westen van het plangebied ligt de vallei van de Poperingevaart, waar diverse biologisch waardevolle percelen gelegen zijn en dat een faunistisch belangrijk gebied is (arcering) verkeersstructuur Het plangebied is gelegen aan de gewestweg N8. Palend aan het plangebied en deels opgenomen in het plangebied, ligt een toegangsweg ter ontsluiting van de achtergelegen landbouwzetel 2.4. agrarische structuur Volgens de landbouwtyperingskaart ligt het plangebied deels in agrarisch gebied met een zeer hoge waardering. Het andere deel (parkgebied volgens gewestplan) heeft een lage waardering en is opgenomen als niet agrarisch gebied. kaart 6: wegenkaart bron: Navtec, AGIV, 2008 kaart 7: landbouwtyperingskaart bron: AMINAL, 2004 kaart 5: biologische waarderingskaart bron: INBO, versie 2, 2007 wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 5

16 Binnen de GAS-kaart behoort het plangebied deels tot de gewenste agrarische structuur landschappelijke structuur Binnen het plangebied zijn er geen relictzones, ankerplaatsen, punt-en lijnrelicten, beschermde landschappen of stads- en dorpsezichten gelegen lijninfrastructuur Binnen het plangebied zijn geen (ondergrondse) leidingen aanwezig. Ten westen van het plangebied bevinden zich de ankerplaats IJzer tussen Frans-belgische grens en Elzendamme, Poperingsevaart, de relictzone IJzervallei, het traditionele landschap IJzervallei en het lijnrelicht de Poperingse vaart. kaart 8: GAS-kaart (gewenste agrarische structuur) bron: kaart 9: landschapsatlas bron: universiteit Gent - vakgroep geografie, RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

17 juridische ruimtelijke structuur 1. juridisch kader 1.1. gewestplan Het plangebied ligt overeenkomstig het gewestplan van Ieper-Poperinge (KB 14/08/1979). Volgens dit gewestplan is het plangebied deels bestemd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied; deels als parkgebied. De aansluitende gebieden zijn eveneens landschappelijk waardevol agrarisch gebied en parkgebied behalve ten noordoosten langsheen de N8 waar een woongebied met landelijk karakter is gelegen BPA s Binnen het plangebied zijn er geen BPA s aanwezig. In de omgeving zijn wel twee BPA s goedgekeurd. Het betreft: (1) BPA Hendrik Debergstraat (MB ) (2) BPA nr. 1 Centrum Noord ( ) 1.3. RUP s Grenzend aan het plangebied werden nog geen RUP s opgemaakt vogelrichtlijngebieden Ten oosten van het plangebied bevindt zich het vogelrichtlijngebied IJzervallei. kaart 11: BPA s bron: MVG - AROHM, 1999 kaart 12: vogelrichtlijngebieden bron: ANB, 2005 kaart 10: gewestplan bron: MVG - AROHM, 2002 wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 7

18 1.5. beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten Het plangebied en haar omgeving valt niet binnen een beschermd landschap of dorpsgezicht. In de omgeving bevindt zich wel een beschermd monument. Het betreft de Meestermolen (KB 22/12/1943). dorpsgezichten, gewijzigd bij decreet d.d In toepassing van art. 12/2 van ditzelfde decreet kan een sloopvergunning van het betreffende erfgoed slechts worden afgeleverd na een onroerend erfgoedtoets. Bovendien dient in toepassing van het B. Vl. R. d.d een stedenbouwkundige vergunning te worden aangevraagd voor de plaatsing van zonnepanelen. Anderzijds kunnen in toepassing van art. 10 van het B.Vl. R. d.d zonevreemde functiewijzigingen worden toegestaan en kan er in toepassing van het decreet d.d vrijstelling worden verleend voor de Energieprestatie-eisen en is er in toepassing van het B.Vl. R. d.d afwijkingsmogelijkheid van de 80%-regel (max. kostprijs van renovatie t.o.v. totale kost) bij renovatiewerken in het kader van sociale huisvesting atlas der buurtwegen Binnen het plangebied bevinden zich geen officiël e buurtwegen. Ten zuiden van het plangebied, aan de Kerkebeek is er op vandaag een wandel-, fiets- en ruiterpad aanwezig. Aan de noordelijke zijde van het plangebied bevindt zich de toegangsdreef naar het achterliggend landbouwbedrijf. kaart 13: beschermde monumenten bron: MVG-AROHM, inventaris bouwkundig erfgoed Bij Besluit van de administrateur-generaal d.d werd namens de Vlaamse Regering de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed vastgesteld, cf. de bepalingen van art. 12/1 van het Decreet van ter bescherming van monumenten, stads- en 1.7. waterwingebied Binnen het plangebied bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones. Het plangebied ligt in de beschermingszone van het oppervlaktewaterwingebied van de Blankaart. In de omgeving van het plangebied liggen waterlopen die moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnormen voor water bestemd voor drinkwaterproductie, namelijk de Kerkebeek en de Poperingevaart. De Boezingegracht moet voldoen aan de normen voor viswater. kaart 14: atlas der buurtwegen bron: provincie W.-Vl., RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

19 1.9. VHA, Vlaams hydrologische atlas Door het plangebied stroomt geen geklasseerde waterloop. Net ten zuiden van het plangebied stroomt de Kerkebeek (waterloop van 3 categorie in beheer van de Zuid-IJzerpolder), die uitmondt in de Poperingevaart. nl. A42 (waterbeheersingswerken op de Poperingevaart ter hoogte van de Kruisboomstraat in Vleteren) en A44 (bedijkingswerken langs de Poperingevaart in Vleteren ter hoogte van de Westvleterenstraat) rooilijnplan Het plangebied paalt aan de gewestweg N8, Ieper- Veurne. Hiervoor is een rooilijnenplan van toepassing. De rooilijn N8 ter plaatse is gerealiseerd. Een achteruitbouwzone van 8 meter is van toepassing landinrichting ruilverkaveling Het plangebied valt binnen de ruilverkaveling Reninge, uitgevoerd d.d. 09/06/ verordeningen Binnen het plangebied zijn er geen gemeentelijke verordeningen van toepassingen. De gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie en buffervoorzieningen, en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is van toepassing op het plangebied. kaart 15: Vlaams hydrologische atlas bron: Het plangebied behoort tot het bekken van de IJzer en het deelbekken van het Hoppeland. Het bekkenbeheerplan is definitief vastgesteld. Het deelbekkenbeheerplan is nog niet definitief vastgesteld. Het bekkenbeheerplan van de IJzer vermeldt twee lokaliseerbare acties op de Poperingevaart in Vleteren, kaart 16: rooilijnenplan bron: ministerie van openbare werken wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 9

20 1.13. eigendomsstructuur Binnen het plangebied is de huidige eigendomsstructuur hoofdzakelijk verdeeld tussen een beperkt aantal eigenaars. 2. vergunningen 2.1. verkavelingsvergunning Binnen het plangebied en aan de rand komen geen verkavelingsvergunningen voor stedenbouwkundige vergunningen Binnen het gebied komen er geen gebouwen voor. Grenzend aan het plangebied en de N8 is een tuinbouwbrijf gevestigd. Hiervoor werden de volgende vergunningen afgeleverd: voor het oprichten kweekbedrijf/serres en werkruimte d.d. 07/03/ ref. 8.11/33041/429.2 voor het bouwen van woning d.d.08/08/ ref. 8.11/33041/ milieuvergunningen niet van toepassing kaart 17: eigendomstructuur bron: gemeente Vleteren - kadaster 2.4. socio-economische vergunningen niet van toepassing andere In het plangebied en in de directe omgeving zijn volgende aspecten niet van toepassing; Ramsar habitatrichtlijngebied duinendecreetgebied VEN/IVON-gebied voorkooprecht 10 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

21 planningscontext 1. op vlaams niveau 1.1. RSV Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is vastgesteld door de Vlaamse regering op 23 september Het omvat een informatief, richtinggevend en bindend gedeelte. In het RSV wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling aangegeven voor vier structuurbepalende elementen en componenten op Vlaams niveau: stedelijke gebieden en stedelijke netwerken; elementen van het buitengebied; economische knooppunten; lijninfrastructuren. Het RSV vormt een kader voor de provinciale en gemeentelijke structuurplannen. Elementen uit het richtinggevend gedeelte en bindende bepalingen werken door op het provinciale en gemeentelijke niveau. De visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt op kernachtige wijze uitgedrukt in de metafoor Vlaanderen open en stedelijk. Concreet is het ruimtelijk beleid op Vlaams niveau gericht op: het versterken van stedelijke gebieden en netwerken door bundelen van functies en activiteiten; het behoud en de versterking van het buitengebied door bundeling van wonen en werken in de kernen van het buitengebied; het concentreren van economische activiteiten in economische knooppunten; het optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersstructuur en het verbeteren van het openbaar vervoer. Het RSV vormt een kader voor de provinciale en gemeentelijke structuurplannen. Elementen uit het richtinggevend gedeelte en bindende bepalingen werken door op het provinciale en gemeentelijke niveau. De gemeente Vleteren is gelegen in het buitengebied, meer bepaald in het groot aaneengesloten open ruimtegebied Westhoek. In de omgeving van de gemeente zijn vier stedelijke gebieden gelegen: Diksmuide, Ieper, Poperinge en Veurne. kaart 18: positionering Vleteren binnen het RSV bron: ruimtelijk structuurplan vlaanderen Het RSV wil het bestaande buitengebied behouden en waar mogelijk versterken. De belangrijkste doelstellingen voor het buitengebied zijn: het ontwikkelen van landbouw, natuur en bossen in goed gestructureerde gehelen, het afstemmen van ruimtelijk beleid en milieubeleid op basis van het fysisch systeem en het tegengaan van versnippering van de open ruimte door landbouw-, bosbouw-, woon- en werkfuncties zoveel mogelijk te bundelen ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos De afbakening van de agrarische, natuurlijke en de bosstructuur geeft uitvoering aan het RSV. Vooraf aan de opmaak van de uitvoeringsplannen werd een planningsproces opgestart waarbij er een gebiedsgerichte en geïntegreerde ruimtelijke visie op de natuurlijke én de agrarische structuur wordt uitgewerkt in overleg met de provincie en de gemeenten. Voor de buitengebiedregio Kust-Polders-Westhoek resulteerde dit in een verkenningsnota eind Deze nota was een eerste aanzet tot beleidsdoelstellingen en ruimtelijke concepten voor de open ruimte in deze regio. Op basis van reacties van gemeenten, provincies, administraties en belangengroepen werd een eindvoorstel opgemaakt (mei 2005) waarin een programma voor overleg en uitvoering werd opgesteld. Dit resulteerde in 2006 in een actie waarbij een aantal agrarische gebieden werden herbevestigd door de Vlaamse Regering op 31 maart wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 11

22 In de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos (regio Kust, Polders en westhoek) behoort Vleteren tot de volgende deelruimten: (D) IJzer-Handzamevallei en (E) Zandleemplateau van Poperinge-Ieper. Voor elke deelruimten zijn er ruimtelijke concepten van toepassing. Voor het plangebied is de visie binnen de IJzer-Handzamevallei van belang en gelden de volgende concepten: water als structurerend element in overstroombare graslande en moerassen met landbouw als nevengeschikte of ondergeschikte functie: het geheel van de IJzervallei als inundatiesysteem, de vallei van de Handzame en de valleien van Poperingse vaart, Kemmelbeek, Ieperlee en Martjesvaart-Sint-Jansbeek, aansluitend op de IJzervallei vormt een gaaf aaneengesloten valleilandschap gevormd door een overstromingsgebied met natuurrijke graslanden. in de IJzervallei en de benedenloop van de toestromende zijbeken wordt extensieve landbouw (met recreatief medegebruik) voorgesteld. In de IJzervallei stroomopwaarts van Fintele zal de landbouw een eerder natuurondersteunende en landschapsverzorgende taak opnemen. nieuwe landbouwbedrijven en uitbreiding van grondloze landbouwbedrijven zijn niet toegelaten. Voor bestaande grondgebonden landbouwbedrijven moeten voldoende bestaansmogelijkheden gegarandeerd worden. Landbouwgebruik dat afgestemd is op het valleisysteem wordt ondersteund. de ecologisch meest waardevolle elementen die voorkomen in de valleigebieden, zoals kleiputten met open waters en moerasvegetaties, moeten als natuurcomplex versterkt worden. de natte permanente graslanden met hun microreliëf, slotennetwerk en historisch waardevolle geometrische percelering bezitten een belangrijke ecologische kwaliteit van internationaal belang die gevrijwaard moet worden. Waar mogelijk worden akkers omgevormd naar grasland. Bebouwing in de winterbedding van de valleien is verboden. Ook de komgronden en de grote akker- en weidecomplexen op de linkeroever van de IJzer moeten bouwvrij gehouden. het zicht van op de valleiranden naar de vallei moet gevrijwaard worden. De aanwezige bomenrijen langs IJzer en Poperingse Vaart dienen behouden te blijven en zelfs hersteld om deze structurerende elementen te benadrukken in het landschap. Er zijn mogelijkheden voor de ontwikkeling van broekbos langs de IJzer. Bij de Nieuwe Stede zijn mogelijkheden voor bos- of natuurontwikkeling. Ook op de overgang van de IJzerbroeken naar het hoger gelegen gebied is bebossing van een beperkt aantal voormalige akkers en geëffende graslanden aan te bevelen om de zwakke bosstructuur te versterken. In de nabijheid van Diksmuide kunnen bijkomende bosstructuren een functie als randstedelijk groen opnemen. om de open-ruimtecorridor en de visuele relatie tussen de zandstreek en de zandleemstreek (tussen de Handzamevallei en de randhellingen van de Rug van Westrozebeke te behouden, wordt in deze zone geen bijkomend bos voorzien en wordt bijkomende bebouwing vermeden. de belangrijke ruimtelijk structuurbepalende waterverbindingen (de IJzer, het kanaal Plassendale-Nieuwpoort, het kanaal Veurne- Nieuwpoort, het kanaal Veurne-Duinkerken, de Lovaart, Kanaal Ieper-IJzer) bieden mogelijkheden voor recreatief medegebruik binnen de randvoorwaarden gesteld door het natuurbehoud. de waterlopen moeten kunnen blijven functioneren voor afwatering, bevloeiing en berging en worden waar mogelijk natuurtechnisch ingericht, zodat de oevervegetatie volop kansen krijgt. In de IJzervallei dienen randvoorwaarden geschapen te worden voor het vrijwaren van een goede waterkwaliteit, onder meer in functie van de drinkwaterproductie. de valleirand van zowel IJzer- als Handzamevallei is een markante terreinovergang die in het landschap duidelijk herkenbaar moet blijven of versterkt door kleine landschapselementen. De visuele relatie tussen de zandstreek en de zandleemstreek (tussen de Handzamevallei en randhellingen van de Rug van Westrozebeke) moet bewaard blijven. De typische dorpen en kasteelparken die op de polderrand liggen, hebben een cultuurhistorisch belang. Het architecturale en groene karakter dient als dusdanig geconserveerd te blijven. Dit concept is van toepassing op volgend gebied: vallei van de IJzer en de Poperingse Vaart. 12 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

23 wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 13

24 JJ HAG-kaart Op 3 juni 2005 besliste de Vlaamse Regering over een methodiek voor het herbevestigen van samenhangende agrarische gebieden. Voor deze gebieden kan een formele beleidsbeslissing op het niveau van de Vlaamse Regering genomen worden waarin het planningsproces voor landbouw, natuur en bos afgerond wordt én gesteld wordt dat er geen initiatieven op gewestelijk niveau voor bijkomende natuur of bosgebieden binnen deze agrarische gebieden genomen worden. Het bestaande gewestplan wordt voor deze gebieden op dit moment beschouwd als een voldoende juridischplanologische vertaling van de gewenste agrarische structuur. De bestaande regelgeving binnen deze gebieden blijft ongewijzigd. Planningsinitiatieven binnen deze gebieden zullen expliciet getoetst moeten worden aan hun impact op de agrarische structuur. en het bestaande landbouwgebruik, conform de beslissing van de Vlaamse Regering van 31 maart Op 31 maart 2006 keurde de Vlaamse Regering de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor een aantal belangrijke landbouwgebieden (HAG) in Kust-Polders-Westhoek goed. Het beleid dat de Vlaamse overheid binnen deze gebieden wenst te voeren is nader omschreven in een omzendbrief van de minister bevoegd voor ruimtelijke ordening (Omzendbrief RO/2005/01). Daarnaast hechtte de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan de acties omschreven in categorie I en II van het operationeel uitvoeringsprogramma. De Vlaamse regering nam tot slot akte van de acties in categorie III en IV en van de verwerking van de adviezen. Bij de herbevestiging van de agrarische gebieden (HAG) valt het plangebied niet binnen herbevestigd agrarisch gebied. kaart 19: uittreksel uit de HAG-kaart bron: MVG Aan de ruimtelijke visie is ook een actieprogramma gekoppeld. Voor het gebied IJzer-Handzamevallei houdt dit concreet het opstarten van specifiek onderzoek voorafgaand aan mogelijke uitvoeringsactie: IJzervallei stroomopwaarts van Eversam (van toepassing op concept 20.1): versterken van de IJzervallei als grote eenheid natuur. Bevestigen van Eversambos als bosgebied. gedetailleerd in kaart brengen landbouwgebruik en bedrijfszetels. Gevoeligheidsanalyse voor bestaande landbouwbedrijven in het gebied. Daarna opmaak eerste concreet afbakeningsvoorstel voor bespreking met betrokkenen. opmaak gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan na onderzoek naar de aanwezige natuurwaarden 14 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

25 1.3. studieopdracht betreffende de verbinding Ieper-Veurne (N8) Voor de verbindingsweg Ieper-Veurne (N8), geselecteerd in het PRS als secundaire weg type I, wordt door het Vlaams Gewest een studie opgemaakt. Momenteel ligt een eindrapport voor waarbij verschillende modellen ten opzichte van elkaar worden afgewogen: model 1: volledige doortrekking van de A19 volgens gewestplantracé; model 2: gedeeltelijke doortrekking van de A19 met afbuiging naar de N8 en ombouw van de rest van de N8; model 3: optimaliseren van de aansluiting van de A19 op de N38 om via de N38 en de N369, een doorsteek voorbij Boezinge tot aan de N8 voorbij Woesten, gebruik makend van de verder te optimaliseren N8 (incl. omleiding rond Hoogstade); model 4: optimaliseren van de N8 op het bestaande tracé, met aanleg van een omleiding rond Brielen (en eventueel Hoogstade); model 5: ombouw Reningstraat en bypass tot voorbij Woesten, omleiding rond Hoogstade. Het eindrapport omschrijft de gewenste ruimtelijke structuur en verkeersstructuur. De Vlaamse Regering heeft finaal voor het model 5 gekozen waarbij: een vloeiende aansluiting van de A19 op de N38 wordt voorzien, een nieuw knooppunt op de N38 vanwaar een nieuwe verbinding vertrekt die ongeveer het tracé van de Reningsestrat volgt om door te steken naar de N8 te noorden van de Woesten, een ombouw van de rest van de N8 een omleiding rond Hoogstade Momenteel wordt dit model uitgewerkt in een gewestelijk RUP en werd de project MER opgestart. 2. op provinciaal niveau 2.1. PRS Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) West- Vlaanderen is goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 6 maart De visie en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de provincie West-Vlaanderen sluit aan bij het RSV en geeft verdere invulling aan elementen die vragen om een samenhangend beleid over de gemeentelijke grenzen heen. De bindende bepalingen vormen het kader voor maatregelen waarmee de provincie de gewenste structuur wil realiseren. De visie van de provincie gaat uit van de ruimtelijke verscheidenheid van de verschillende regio s. De provincie kiest om deze ruimtelijke verscheidenheid te behouden en te versterken. Daarom worden voor structuurbepalende componenten op provinciaal niveau ontwikkelingsperspectieven toegekend die verschillend zijn naargelang het gebied waarin deze elementen gelegen zijn. De visie op provinciaal niveau over de verschillende deelstructuren wordt gebiedsgericht vertaald naar verschillende deelruimten. Per deelruimte worden voor specifieke elementen ontwikkelingsperspectieven en beleidsdoelstellingen geformuleerd. kaart 20: schematische weergave van de visie bron: Provinciaal Structuurplan West-Vlaanderen JJ Vleteren binnen het PRS West-Vlaanderen Binnen de gewenste nederzettingstructuur wordt de kern Oostvleteren aangeduid als bedrijfsondersteunend hoofddorp, de kern Woesten als herlokalisatiehoofddorp. Beide kernen hebben een ondersteunende rol voor wonen in het buitengebied en een lokale verzorgende rol. Wat de gewenste natuurlijke structuur betreft, heeft de provincie de taak de door het Vlaams Gewest aangeduide grote eenheden natuur (GEN), de grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO) en natuurverwevingsgebieden, in het PRS hypothetisch gebundeld in natuuraandachtzones, te verbinden met wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 15

26 natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. In Vleteren worden de IJzer-Handzamevallei en de omgeving van het Helleketelbos tot aan St.-Sixtusabdij geselecteerd als natuuraandachtszone. In Vleteren worden de volgende rivier- en beekvalleien geselecteerd als natuurverbindingsgebied: Heidebeek; Bernardsbeek; Vleter(en)beek-Poperingevaart. Er worden geen elementen van de ecologische structuur van bovenlokaal belang geselecteerd. Inzake de gewenste agrarische structuur behoort Vleteren tot een gebied gekenmerkt door grondgebonden agrarische activiteiten. Dit groot aaneengesloten gebied met grondgebonden landbouw moet behouden en versterkt worden. Inzake de gewenste structuur bedrijvigheid wordt de kern Oostvleteren als bedrijfsondersteunend hoofddorp. Op vlak van lokale bedrijvigheid bestaat de mogelijkheid een lokaal bedrijventerrein van maximaal 5 ha in Oostvleteren te voorzien. De grootte van een lokaal bedrijventerrein wordt gestaafd met een gemeentelijke behoeftestudie. De ruimtelijke ontwikkelingen worden vastgelegd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (zie punt 3.1.). Wat de gewenste structuur voor toerisme en recreatie betreft zijn delen van Vleteren gelegen in het toeristisch-recreatief netwerk IJzerstreek en/of Heuvelstreek. als een secundaire weg type I. Verbinden op bovenlokaal niveau primeert hier. Deze weg heeft ook nog een verzamelende functie, en noodzakelijkerwijs een toegangsverlenende functie. De N321 is geselecteerd als een secundaire weg type II. Op deze weg primeert de verzamelfunctie op bovenlokaal niveau voor verschillende vervoersmodi. In tweede instantie hebben zij een verbindende functie. Binnen de gewenste landschappelijke structuur staat het behoud en het versterken van de landschappelijke diversiteit en herkenbaarheid centraal. 3. op gemeentelijk niveau 3.1. GRS Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) werd door de Deputatie in zitting van 24 april 2008 goedgekeurd. De visie en elementen uit het goedgekeurd GRS Vleteren 1 die van belang zijn voor het voorliggend RUP worden hier opgesomd visie De gemeente Vleteren is gelegen op de grens van de zuidelijke IJzervlakte Land van Ieper met de IJzervallei, met een duidelijk wegennetwerk en de aanwezigheid van talrijke waterlopen. Vleteren wil een dynamische landbouwgemeente zijn waar het aangenaam is te wonen en werken, met zachte vormen van toerisme en recreatie. Er wordt gestreefd naar een gemeente waar het aangenaam wonen en werken is. Dit betekent een gemeente met een gedifferentieerd en kwalitatief aanbod aan woonmogelijkheden; ruimte voor nieuwe bedrijven, ruimtelijk goed geïntegreerd; verzorgde, levendige en toeristisch aantrekkelijke kernen. kaart 21: gewenste ruimtelijke structuur bron: GRS Vleteren Inzake de gewenste structuur voor verkeer en vervoer wordt de N8, van Veurne tot Ieper, aangeduid 1 GRS Vleteren, richtinggevend deel, blz. 7 & & RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

27 gewenste economische structuur JJ visie De gemeente streeft het behoud van de economische dynamiek na en wenst de aanwezige bedrijven en activiteiten maximale ontwikkelingskansen te geven, teneinde de tewerkstelling te behouden, en het lokaal ondernemerschap te ondersteunen door een voldoende aanbod aan (lokale) bedrijventerreinen. De huidige economische structuur is geconcentreerd in enkele bedrijventerreinen verspreid over het grondgebied. De gemeente wenst de verdere ontwikkeling van bedrijvigheid te concentreren aansluitend bij een kern of een bestaand bedrijventerrein. Vanuit de algemene visie komen de hoofddorpen Oostvleteren en Woesten hiervoor in aanmerking. De bruto-behoefte aan een lokaal bedrijventerrein voor de gemeente Vleteren werd aangetoond voor ongeveer 3,60 ha. Volgens de hogere beleidskaders kan er een lokaal bedrijventerrein voorzien worden in Woesten (enkel herlokalisatie van zonevreemde bedrijven uit Woesten) en een lokaal bedrijventerrein in Oostvleteren (zowel herlokalisatie als nieuwe bedrijven). De gemeente wenst een lokaal bedrijventerrein te realiseren ter hoogte van Tempelaere in samenwerking met de stad Lo-Reninge, om alzo tot een grensoverschrijdend lokaal bedrijventerrein te komen. Voor het lokaal bedrijventerrein dienen specifieke ruimtelijke randvoorwaarden te worden uitgewerkt, waarbij de aandacht zich toespitst op een efficiënt ruimtegebruik, een ruimtelijke differentiatie naar de aard en de omvang van de bedrijvigheid in functie van de omgeving, de landschappelijke inkleding en het milieuvriendelijk wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 17

28 karakter. Hetzelfde geldt voor de bedrijven buiten de bedrijventerreinen. JJ ruimtelijke vertaling Aangezien de gemeente Vleteren geen bedrijventerreinen volgens het gewestplan meer heeft, worden een aantal zoekzones ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van verschillende criteria. Vanuit het duurzaamheidsprincipe kiest de gemeente voor één lokaal bedrijventerrein voor zowel nieuwe bedrijven als te herlokaliseren zonevreemde bedrijven, meer bepaald in Oostvleteren.. De volgende locaties werden in het GRS onderzocht: zoekzone 1: De Sceure (Veurnestraat - Westvleterenstraat); zoekzone 2: Molenstraat; zoekzone 3: Woestenstraat (N8); zoekzone 4: Tempelaere (grens Lo-Reninge); zoekzone 5: Lamaire. De locaties worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van verschillende beoordelingscriteria. De beoordelingscriteria worden gegroepeerd in vier hoofdgroepen: mobiliteitsaspect (bereikbaarheid - ontsluiting); fysisch aspect (watergevoeligheid natuurwaarde landbouwwaarde); ruimtelijk aspect (compactheid landschapswaarde functievermenging clustering); economisch aspect (bestemming uitbreidingsmogelijkheden oppervlakte). De locatie aan de Woestenstraat (zoekzone 3) wordt niet weerhouden. De gemeente opteert binnen de visie in haar goedgekeurd structuurplan om toekomstige woonbehoeften op te vangen. Op vandaag is deze zoekzone 3 als woonuitbreidingsgebied bestemd. Volgend uit de afweging van de 5 potentiële zones werd op de eerste plaats voor een nieuw lokaal bedrijventerrein gekozen voor de locatie Tempelaere aan de grens met Lo-Reninge (grensoverschrijdend lokaal bedrijventerrein) aansluitend bij bestaande bedrijvigheid conform het RSV en het PRS West-Vlaanderen. Deze locatie werd verkozen omwille van: aansluitend bij bestaande lokale bedrijvigheid; goede bereikbaarheid en ontsluiting; beperkte impact op de landbouwstructuren; niet watergevoelige (droge) gronden; mogelijkheid tot betere landschappelijke inkleding van het reeds geaccidenteerde gebied. Op de tweede plaats wordt de Sceure gekozen als locatie voor een lokaal bedrijventerrein te ontwikkelen. De afwegingstabel uit het GRS is op de volgende bladzijde weergegeven. 18 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

29 beoordelingscriteria De Sceure (1) Molenstr (2) Woestenstr (3) Tempelaere (4) Lamaire (5) coëfficiënt algemeen specifiek waarde factor waarde factor waarde factor waarde factor waarde factor bereikbaarheid mobiliteit ontsluiting fysisch ruimtelijk economie watergevoeligheid natuurwaarde landbouwwaarde compactheid landschapswaarde functievermenging clustering bestemming oppervlakte totaalscore wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 19

30 gewenste toeristisch-recreatieve structuur Het plangebied is gelegen naast De Sceure. Binnen het GRS wordt onderstaande visie neergeschreven. JJ visie De provincie selecteert de IJzer en de Lovaart als toeristisch-recreatief lijnelement op provinciaal niveau. Vleteren behoort tot de landelijke netwerken van de IJzerstreek en de Heuvelstreek. Via lokale toeristische knooppunten en lijnelementen wenst Vleteren aan te sluiten op dit hoger netwerk. Het lokale netwerk verbindt de lokale toeristisch en recreatieve polen met elkaar. De gemeente wenst het aanbod aan sport- en recreatieve infrastructuur te versterken. De bestaande infrastructuur wordt bestendigd en een eventuele uitbreiding moet mogelijk zijn. In het bijzonder geldt dit voor de zonevreemde sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten. JJ ruimtelijke vertaling uitbreiding van het lokaal toeristisch-recreatief knooppunt De Sceure. Het jeugd- en onthaalcentrum heeft nood aan uitbreiding. Deze uitbreiding voorziet in het versterken en ondersteunen van de huidige activiteiten (onthaalcentrum jeugdcentrum).gelet op zijn ligging aansluitend bij de kern Oostvleteren, de sociaal-maatschappelijke betekenis van De Sceure, de uitbreiding in hoofdzaak buitensporten betreft waardoor de ruimtelijke en visuele impact eerder beperkt zal zijn, kan het centrum zijn activiteiten uitbreiden. Volgende randvoorwaarden worden geformuleerd: aansluitend bij bestaande locatie en de woonomgeving. landschappelijke inkleding van de activiteiten integratie van de schuttersclub gewenste structuur hoofddorp Oostvleteren Oostvleteren werd door de provincie geselecteerd als bedrijfsondersteunend hoofddorp. De kern Oostvleteren komt op lokaal vlak in aanmerking voor de uitbreiding van het woningaanbod en de uitbreiding van lokale bedrijvigheid. JJ ruimte voor wonen De kern Oostvleteren is volgens het PRS bedrijfsondersteunend voor wonen en werken, heeft een lokale verzorgende rol en kan voorzien in bijkomende woongelegenheden. Om naar de toekomst toe in de bijkomende woonbehoefte te voorzien, worden een aantal locaties geselecteerd. In eerste instantie wordt gezocht naar locaties voor wonen waar door middel van inbreiding het woningaanbod wordt uitgebreid. Via inbreiding kan binnen de kern Oostvleteren, tussen de Kasteelstraat en H. Debergstraat een aantal bijkomende bejaardenwoningen worden gerealiseerd. Naast deze verdichting van het woonweefsel vormt de verkaveling ten zuiden van de H. Debergstraat een uitbreiding van de bestaande woonruimte. Deze uitbreiding is een gedeeltelijke aansnijding van het woonuitbreidingsgebied en wordt op heden gerealiseerd. Op deze wijze wenst de gemeente een beleid van betaalbaar wonen te realiseren. Daarnaast wenst de gemeente ook reserveruimte voor het wonen te voorzien. Deze ruimte is een uitbreiding van de in ontwikkeling zijnde verkaveling aan de H. Debergstraat. Deze ruimte kan pas aangesneden worden na De behoefte hiervoor werd aangetoond in het informatief gedeelte. Op heden is dit volgens het gewestplan reeds bestemd als woonuitbreiding. JJ uitbreiding van De Sceure: ruimte voor sport en recreatie Bijkomende ruimte voor sport en recreatie wordt gezocht in aansluiting op het jeugd- en onthaalcentrum. Dit centrum heeft nood aan een uitbreiding die voorziet in het versterken en ondersteunen van de huidige activiteiten (onthaalcentrum jeugdcentrum). Hierbij wordt vooral gedacht aan infrastructuur voor de diverse sport- en recreatieactiviteiten die daar doorgaan. Tevens kan de zonevreemde schuttersclub geïntegreerd worden in deze uitbreiding. JJ ruimte voor lokaal bedrijventerrein Om in de toekomst in de bijkomende behoefte aan lokale bedrijventerreinen te voorzien, wenst de gemeente in de kern Oostvleteren een lokaal bedrijventerrein te ontwikkelen. De gemeente opteert voor de concentratie op één locatie ipv de spreiding over de kernen Woesten en Oostvleteren. De gemeente opteert na een ruimtelijke afweging voor een grensoverschrijdend lokaal bedrijventerrein aan Tempelaere (N8). De locatie sluit aan bij bestaande lokale bedrijventerreinen op het grondgebied van Lo-Reninge (conform het RSV en PRS) en enkele zonevreemde bedrijven. Daarenboven is het een versnipperd en reeds aangetast agrarisch gebied. De locatie is daarenboven goed ontsloten door haar ligging langs de N8, een secundaire weg. Belangrijk bij de uitbouw van het lokaal bedrijventerrein aan de N8 is de aandacht voor de landschappelijke inkleding van het bedrijventerrein en de ontsluiting naar de N8. 20 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

31 De gemeente wenst de bestaande bedrijven verweven met het wonen uitbreidingsmogelijkheden te geven, in relatie tot hun omgeving en de draagkracht van de omgeving. JJ inrichting van een kwalitatieve en verkeersveilige doortocht De N8 Ieper-Veurne ligt net langs het centrum van Oostvleteren. Door de verlinting langs de N8 ter hoogte van de kern, is de aanleg en de inrichting van het knooppunt met de N321 en de aanliggende ruimte niet aangepast aan haar omgeving. Het Vlaams Gewest heeft een streefbeeldenstudie uitgeschreven voor de N8, met daaronder de doortocht te Oostvleteren, om de verschillende mogelijkheden te onderzoeken bindende bepalingen selectie nieuw grensoverschrijdend lokaal bedrijventerrein ter hoogte van Tempelaere in Oostvleteren te nemen maatregelen en acties opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor een nieuw lokaal bedrijventerrein goedkeuringsbesluit GRS Het GRS Vleteren werd goedgekeurd op 24 april 2008 met uitsluiting van: de site Tempelaere als locatie voor een nieuw lokaal bedrijventerrein. Deze locatie is niet in overeenstemming met het PRS West-Vlaanderen en het RSV gezien deze locatie niet aansluit bij een kern of een bestaand bedrijventerrein. Bijgevolg wenst de gemeente een lokaal bedrijventerrein in te planten op de tweede keuze, de locatie De Sceure verfijning afweging zoeklocaties Naar aanleiding van de plenaire vergadering d.d. 28/10/2010 werd de afweging uit het GRS verder onderzocht en verfijnd. De verfijning vertrekt van de afwegingstabel uit het GRS en de gewenste ruimtelijke structuur (zie ). Aangezien de locatie Tempelaere uitgesloten werd bij goedkeuring, wordt deze niet verder onderzocht. Op basis van de gewenste visie inzake wonen wordt de locatie Woestenstraat eveneens niet weerhouden in dit verder onderzoek. De locatie Lamaire wordt niet weerhouden omwille van volgende redenen: de locatie is gelegen in gebied dat watergevoelig is en volgens de watertoetskaarten gelegen binnen overstromingsgevoelige gebied; op de locatie zijn volgens de biologische waarderingskaart complexen van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen alsook complexen van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen aanwezig zeer sterke landschappelijke impact gelet op haar solitaire ligging in de nabijheid van de IJzervallei. De resterende locaties zijn de locatie Molenstraat en de Sceure en worden onderzocht aan de hand van volgende criteria: mobiliteit; fysisch aspect; ruimtelijk aspect; economisch aspect. JJ locatie de Sceure mobiliteit Deze locatie wordt onmiddellijk onsloten op de N8, een secundaire weg type I die de verbinding vormt tussen Veurne en Ieper. Bijgevolg heeft deze locatie een goede ontsluiting en bereikbaarheid. fysisch aspect Het gebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. Op de biologische waarderingskaart zijn geen biologisch waardevolle gebieden of elementen aanwezig. In de omgeving zijn enkele complexen van minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen aanwezig. Volgens de landbouwtyperingskaart ligt deze locatie deels in agrarisch gebied met een zeer hoge waardering. Het andere deel (parkgebied volgens gewestplan) heeft een lage waardering en is opgenomen als niet agrarisch gebied. ruimtelijk aspect De locatie sluit aan bij de kern en is kernversterkend. Er is geen harde grens (waterloop,...) en een beperkte insnijding van het landschap. De locatie ligt aan de rand van de IJzervallei. De IJzervallei is opgenomen in de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos. De visie is beschreven onder 1.2). Gelet op de ligging aansluitend bij de kern, de afwezigheid van biologisch waardevolle elementen kan ge- wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 21

32 steld worden dat de natuurlijke structuur en de visie voor de IJzervallei niet in het gedrang komt. Vanuit landschappelijk oogpunt zal vanuit de IJzervallei het bedrijventerrein zichtbaar zijn wanneer geen maatregelen genomen worden. Het is wenselijk aandacht te besteden aan de landschappelijke inkleding van het bedrijventerrein. economisch aspect Het gebied is volgens het gewestplan bestemd als landschappelijk agrarisch waardevol gebied. Er is voldoende ruimte op de locatie voor de realisatie van de berekende behoefte uit het GRS. JJ locatie Molenstraat mobiliteit De locatie Molenstraat wordt ontsloten via een lokale weg type III en is op een 100 meter gelegen van de N8, een secundaire weg type I. De locatie is moeilijk ontsluitbaar op de N8 vanwege zijn smal profiel en de moeilijke aansluiting op de N8. fysisch aspect Het gebied is niet gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. Op de biologische waarderingskaart zijn geen biologisch waardevolle gebieden of elementen aanwezig op de locatie. In de nabije omgeving is er een complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen aanwezig.. ruimtelijk aspect De locatie sluit aan bij de kern en is kernversterkend. Er is geen harde grens (waterloop,...). De locatie is niet opgenomen binnen de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos (zie 2.1.). Vanuit landschappelijk oogpunt zal het bedrijventerrein zichtbaar zijn vanuit het lichtgolvend zandleemplateau en is het bijgevolg wenselijk aandacht te besteden aan de landschappelijke inkleding van het bedrijventerrein. economisch aspect Het gebied is bestemd als agrarisch gebied. Er is voldoende ruimte voor de realisatie van het bedrijventerrein. JJ besluit Uit de afweging concludeert de gemeente Vleteren dat de locatie De Sceure de meest geschikte is omwille van de volgende redenen: goede ontsluiting en bereikbaarheid aansluitend bij de kern beperkte impact op de landbouwstructuur Bij de ontwikkeling van deze locatie moet aandacht besteed worden aan de landschappelijke inkleding van het bedrijventerrein teneinde de landschappelijke impact te beperken relatie tot De Sceure De Sceure is een jeugd- en onthaalcentrum, gelegen in Oostvleteren langsheen de N8 en aan het kruispunt met de N321. Deze infrastructuur paalt ten zuiden aan het plangebied. Op de site van De Sceure is de volgende infrastructuur aanwezig:: een jeugd- en onthaalcentrum, twee speelweiden, paddock, graasweiden voor parden, tennisveld, een muitwip en een open wip. In het informatief gedeelte van het GRS werd aangetoond dat De Sceure nood heeft aan bijkomende ruimte, in het bijzonder voor de organisatie voor buitensporten in functie van haar takenpakket. Deze bijkomende ruimte wordt gezocht aansluitend bij het jeugd- en onthaalcentrum De Sceure. Hierbij wordt gekeken naar terreinen gelegen achter de huidige tennisvelden. Eind 2009 kende de Deputatie subsidies toe voor het voeren van een grondige haalbaarheidsstudie omtrent de toekomstmogelijkheden van de Sceure. Deze werd in de loop van 2010 uitgevoerd door het architectenbureau Room&Room. Deze studie resulteerde in de beslissing om de Sceure om te bouwen tot een multifunctionele zaal. Dit behelst onder meer de volgende functies: vergaderzaal, feestzaal, cafetaria, sport. Daarnaast zal ook de bibliotheek ondergebracht worden in de Sceure en wordt een toeristisch infopunt ingericht. De locatie wordt op de landbouwtyperingskaart aangeduid als een gebied met een hoge waardering voor landbouw. Ook de jeugdvereniging en de muziekschool zullen er een onderkomen krijgen. 22 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

33 De uitbating valt weg, waardoor de conciërgewoning dus een andere invulling krijgt en de beddencapaciteit wordt verminderd naar 60. De huidige ruimte, zowel binnen als buiten, laat dit allemaal toe. Eventuele uitbreiding naar de toekomst is (financieel) geen optie en op heden is er ook geen noodzaak. Wat zal uitgevoerd worden is een gefaseerde renovatie van de beschikbare ruimte, in eerste instantie op vlak van technieken, om zo alle toekomstige functies en gebruikers een kwaliteitsvol onderkomen te geven. In het licht van bovenstaande recente ontwikkelingen kan gesteld worden dat de uitbreiding zoals beschreven in het goedgekeurde GRS op vandaag niet meer van toepassing is. Deze recente ontwikkelingen ondersteunen de visie mbt de uitbouw van De Sceure als een toeristischrecreatief knooppunt. Om de ontwikkeling van De Sceure (rode lijn) op lange termijn niet te belemmeren is op de naastliggende luchtfoto in rode stippellijn aangegeven welke ruimte gereserveerd werd in het kader van de behoeften beschreven in het GRS. Hieruit blijkt dat de ontwikkeling van een lokaal bedrijventerrein naast De Sceure, de visie mbt de uitbouw van De Sceure als een toeristisch-recreatief knooppunt niet in de weg staat. wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 23

34 gewenste structuur planopzet Vanuit de bestaande ruimtelijke structuur en de juridisch en beleidsmatige context wordt voor het plangebied een gewenste structuur opgemaakt. 1. principes van duurzaamheid Op basis van het handboek duurzame kwaliteit voor bedrijventerreinen zullen een aantal van de duurzaamheidspincipes ifv het bedrijventerrein worden geïmplementeerd. Het betreft o.m. collectief gebruik van functies; stapelen van bedrijfsfuncties; intensief ruimtegebruik; aandacht voor beeldkwaliteit en bestaande structuur; beperken van hinder naar omliggende functies. 2. ontwerpend onderzoek 2.1. configuratie In deze paragraaf wordt de configuratie van het terrein nader onderzocht in drie scenario s. Dit onderzoek moet zoeken naar een configuratie waarbij het bedrijventerrein niet zo diep indringt in het landschap. Het eerste scenario (scenario 1) gaat er van uit dat het naastgelegen tuinbouwbedrijf behouden blijft op zijn huidige locatie en in zijn huidige configuratie. Dit is de configuratie die voorgelegd werd op de 1ste en 2de plenaire vergadering. scenario 1 In scenario 1 worden dus de perceelsgrenzen van het tuinbouwbedrijf behouden. Het lokaal bedrijventerrein plooit zich erom heen. Ten noorden van het bedrijventerrein dient de ontsluitingsweg voor het achterliggende landbouwbedrijf gevrijwaard te worden. De zwarte lijn op bovenstaande figuur heeft in dit scenario de uiterste grens weer van het bedrijventerrein. 24 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

35 In de twee volgende scenario s wordt op vraag van de provincie en RWO gezocht naar een aanpassing van de plancontour door een zo breed mogelijke strook rechtstreeks op de straat (N8) aan te sluiten in plaats van dieper in te dringen in het landschap. In het tweede scenario (scenario 2) worden de gronden van het tuinbouwbedrijf in hun huidige vorm geroteerd zodat er een bredere strook bedrijventerrein paalt aan de N8. De zwarte lijn op de figuur hiernaast is de uiterste grens van het bedrijventerrein volgens scenario 1. scenario 2 wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 25

36 Het derde en laatste scenario (scenario 3) ruilt eveneens zoals in scenrio 2 de gronden van het tuinbouwbedrijf, maar wordt de strook van het bedrijventerrein aan de straat op zijn maximaalst bepaald. Dit houdt concreet in dat de grens van het tuinbouwbedrijf in de breedte bepaald wordt door de grens van de bebouwde zone van het tuinbouwbedrijf zoals weergegeven door de rode onderbroken lijn op onderstaande luchtfoto De zwarte lijn op de figuur hiernaast is de uiterste grens van het bedrijventerrein volgens scenario 1. scenario 3 26 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

37 De verschillende scenario s worden beschreven en ten opzichte van elkaar afgewogen op basis van de volgende criteria: landschappelijke impact; ontsluitingsmogelijkheden; eigendomstructuur. JJ landschappelijke impact Voor alle drie de scenario s is er door de grootte van het bedrijventerrein (netto 3 ha) en de buffering een insnijding in het achterliggende landschap. De uiterste grens van het lokaal bedrijventerrein volgens scenario 1 werd overgebracht op de scenario s 1 en 2. Een rotatie van het perceel van het tuinbouwbedrijf zoals in scenario 2 levert geen betekeniswaardige vermindering op van de landschappelijk insnijding. Ze blijft zelfs gelijk. Wanneer we zoals in scenario 3 de strook lokaal bedrijventerrein aan de straatzijde (N8) zo breed mogelijk maken, is er eveneens geen vermindering van de diepte van insnijding in het landschap. Enkel in de breedte versmalt het bedrijventerrein ongeveer 40 meter ten opzichte van een totale breedte van 200 meter in scenario 1 en 2. Daarenboven zal het perceel van het tuinbouwbedrijf iets dieper insnijden op die plaats. JJ ontsluiting De ontsluiting van het bedrijventerrein gebeurt in de drie scenario s via een nieuw aan te leggen weg die op één punt aantakt op de N8. Het ontsluiten van bedrijven rechtstreeks op de N8 is niet toegestaan. Bedrijfspercelen op een lokaal bedrijventerrein hebben een gemiddelde diepte van 50 à 60 meter, rekening houdend met een gemiddelde perceelsgrootte van 2500 m². In alle drie de scenario s is er na het voorzien van de ontsluitingsweg voldoende ruimte voor deze configuratie van bedrijfspercelen. JJ eigendomstructuur In scenario 1 wordt de perceelsstructuur van het tuinbouwbedrijf gerespecteerd. In de scenario s 2 en 3 is een ruil noodzakelijk. Na overleg met de eigenaar van het tuinbouwbedrijf is gebleken dat ruil niet bespreekbaar is. JJ conclusie Op basis van de voorgaande bespreking kiest de gemeente voor scenario 1, en omwille van volgende redenen: noch in scenario 2, noch in scenario 3 wordt er door een andere configuratie tov scenario 1 een minder diepe insnijding in het landschap bewerkstelligd. vanuit de eigendomstructuur is de ruil van gronden tussen het tuinbouwbedrijf en het lokaal bedrijventerrein niet bespreekbaar voor het tuinbouwbedrijf; naar ontsluiting toe zijn er geen verschillen tussen de scenario s. Allen ontsluiten ze via één punt aan op de N8. wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 27

38 3. concepten - planopzet 3.1. verkeer Voor de ontsluiting wordt het lokaal bedrijventerrein ontsloten via één uitgerust knooppunt op de secundaire weg N8. één knooppunt ter hoogte van de N8; de ontsluiting van de bedrijven op het lokaal bedrijventerrein verloopt via de interne wegenis; geen rechtstreeks ontsluiting van bedrijven gelegen langs de N8. Bij de realisatie van het bedrijventerrein zal in overleg met de bevoegde diensten de aansluiting met de N8 bekeken worden. De inrichting van dit knooppunt zal afhankelijk zijn van de inrichting van de N8. Dit RUP laat alle mogelijkheden open. Er wordt vanuit het bedrijventerrein een doorsteek voorzien naar het wandel-, ruiter- en fietspad langsheen de Kerkebeek. Op deze wijze is er een ontsluiting voor toekomstige werknemers die met de fiets/te voet het bedrijventerrein wensen te bereiken. Op het bedrijventerrein dienen de bedrijven op hun perceel zelf in te staan voor het parkeren van wagens. Dit kan niet afgewenteld worden op het bedrijventerrein noch op de N8, de N321 en andere nabijgelegen wegen groen Bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein dient er aandacht te zijn voor de landschappelijke inkleding van het terrein in zijn omgeving. Er wordt een dichte buffer voorzien rondom het terrein. De buffer wordt ingericht voor een landschappelijke inkleding, een vorm van waterbeheersing is tevens mogelijk. De buffer is tevens gekoppeld aan de Kerkebeek. Enerzijds om een verbinding te realiseren met het fiets-, wandel- en ruiterpad. Anderzijds is er op deze wijze een functionele link met de Kerkebeek voor de afvoer van regenwater. Ter hoogte van de N8 betreft het een zichtlocatie en wordt aan de NO zijde van het terrein geen buffer voorzien. Deze locatie aan de N8 is tevens een geschikte locatie voor de inplanting van een bedrijfsverzamelgebouw. De projectontwikkelaar zal bij het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning voor de infrastructuur diverse werken laten uitvoeren zoals nivelleren, aanleggen infrastructuur,... Om te vermijden dat de pas aangelegde buffer hierdoor beschadigd wordt, is het wenselijk de buffer pas aan te leggen nadat de infrastructuurwerken zijn gerealiseerd ruimtegebruik Wat de percelering betreft wordt de oppervlakte van de percelen begrensd op 5000m². Uitzondering hierop is mogelijk in geval een bedrijfsverzamelgebouw, of voor hoekpercelen omwille van optimalisatie van de bedrijvenzone. De voorzijde van de gebouwen dienen zich te richten op de interne wegenis. De bedrijfswoning dient geïntegreerd te worden in het bedrijfsgebouw. Op het bedrijventerrein is het koppelen van twee of meerdere bedrijfsgebouwen toegestaan. 4. uitleg planopbouw zonering Het planopzet is vertaalt in een bestemmingsplan dat opgebouwd is uit twee bestemmingen: lokale bedrijvenzone; bufferzone. De interne wegenis is symbolisch ter indicatieve titel aangeduid alsook de fiets- en voetgangersverbinding. De figuur hiernaast geeft een mogelijk inrichting van het bedrijventerrein weer. 28 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

39 wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 29

40 toetsing 1. watertoets 1.1. algemeen De watertoets is een instrument van het integraal waterbeleid, zoals bepaald in het decreet van 18 januari 2003 betreffende het integraal waterbeleid. Art. 8 paragraaf 2 stelt o.m. dat de overheid bij het nemen van een beslissing (over een vergunning, een plan of een programma) rekening moet houden met de relevante door de Vlaamse regering vastgestelde waterbeheersplannen. Indien er nog geen waterbeheersplannen zijn vastgesteld door de Vlaamse regering, moet er eveneens rekening gehouden worden met art. 8, paragraaf 1 tweede lid. Bij twijfel dient advies gevraagd te worden aan de door de Vlaamse regering aangewezen instantie, de waterbeheerders. de kaart met erosiegevoelige gebieden en de winterbedkaart. Op de kaart met overstromingsgevoelige gebieden zijn geen effectief overstromingsgevoelige gebieden aangeduid voor wat betreft het plangebied. De vallei van de Kerkebeek ten zuiden van het plangebied is mogelijk overstromingsgevoelig. De valleien van de Boezingegracht en de Poperingevaart zijn effectief overstromingsgevoelig De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. Deze stroming kan worden beïnvloed of verstoord door ondergrondse constructies: tunnels, schachten, kelders, ondergrondse garages, damwanden, kwelschermen, e.d. De richtlijnen voor de watertoets houden rekening met een differentiatie van Vlaanderen in 3 types van gebieden, volgens hun graad van gevoeligheid voor grondwaterstroming. Onderstaande kaart situeert het plangebied t.o.v. de grondwaterstromingsgevoelige gebieden: Het uitvoeringsbesluit van 20 juli 2006 voor de toepassing van de watertoets trad in werking op 1 november Sinds die datum moeten overheden die beslissen over een vergunning, plan of programma die een schadelijk effect kunnen veroorzaken op het watersysteem, voorwaarden, herstel- of compensatiemaatregelen opleggen of de vergunning weigeren zodanig dat er geen schadelijke effecten optreden. kaart 22: overstromingsgevoelige gebieden bron: Vlaamse milieumaatschappij - afdeling water, 2006 De voor de watertoets relevante kaarten zijn geactualiseerd. Er bestaan 6 watertoetskaarten, met name de kaart met overstromingsgevoelige gebieden, de kaart met grondwaterstromingsgevoelige gebieden, de hellingenkaart, de kaart met infiltratiegevoelige bodems, kaart 23: grondwaterstromingsgevoeligheidskaart bron: Vlaamse milieumaatschappij - afdeling water, RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

41 Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Buiten het plangebied zijn de valleien van de Kerkebeek, de Boezingegracht en de Poperingevaart zeer gevoelig voor grondwaterstroming. (type 1). Type 2 - matig gevoelig: Indien er in type 2 gebieden een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5.0m en een horizontale lengte van meer dan 100 m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Het plangebied is op de hellingenkaart aangeduid als een gebied met overwegend hellingen <0,5% of gelegen tussen 0,5% en 5%. De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en waterafhankelijke natuur. De kaart met infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd afgeleid van de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden: de gebieden met de infiltratiegevoelige bodems (in bruin); de gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bodems (in wit). Deze watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebieden is richtinggevend voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe, zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzieningen. Deze kaart mag zeker niet ondoordacht worden gebruikt voor het voeren van een regionaal grondwaterbeleid. Het plangebied kan gecategoriseerd worden als infiltratiegevoelig gebied. kaart 24: hellingenkaart bron: Vlaamse milieumaatschappij - afdeling water, 2006 kaart 25: infiltratiegevoeligheidskaart bron: Vlaamse milieumaatschappij - afdeling water, 2006 wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 31

42 Op de erosiegevoeligheidskaart is het plangebied duidelijk beperkt erosiegevoelig. kaart 26: erosiegevoeligheidskaart bron: Vlaamse milieumaatschappij - afdeling water, 2006 Volgens de winterbedkaart behoort het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. Ten westen en ten oosten van het plangebied bevindt zich het winterbed van de IJzer watergerelateerde aspecten Zoals voorzien in het decreet op Integraal Waterbeheer werd het plangebied afgetoetst op de watergerelateerde aspecten. Hieronder wordt beschreven welke aspecten van het plan een effect kunnen hebben op het integrale water- en natuursysteem. realisatie van een lokale bedrijvenzone zal een verhoging van de verharde oppervlakte in het plangebied met zich meebrengen. Op basis van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening zal het hemelwater in eerste instantie nuttig gebruikt worden, geïnfiltreerd worden of in laatste instantie gebufferd en vertraagd afgevoerd worden. Bij concrete realisatie zal nagegaan worden wat de mogelijkheden zijn van infiltratie. Via stedenbouwkundige voorschriften worden de nadelige effecten op het waterbergend vermogen van het plangebied tot een minimum beperkt. voor de nog te ontwikkelen zone worden voorwaarden inzake waterhuishouding gekoppeld aan de realisatie ervan: het waterbergend vermogen van de zone mag door de inrichting van de zone niet verminderd worden. (zie voorschriften - algemene bepalingen); de mogelijkheid om in de bufferzone hemelwater te bufferen (zie voorschrift bufferzone); er worden maximale bebouwings-en/of bezetttinspercentage vastgelegd. 2. toetsing aan structuurplan De opmaak van het RUP lokaal bedrijventerrein is opgenomen in het actieprogramma van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) van Vleteren. De doelstellingen van het RUP (planopzet) zijn in overeenstemming met de gewenste ruimtelijke structuur zoals geformuleerd in het GRS. 3. trage wegentoets Op de atlas van de buurtwegen is er ten zuiden van het plangebied, ter hoogte van de Kerkebeek, een voetweg aangeduid. Binnen de verschillende inrichtingsvoorstellen werd de voetweg bij de ontwikkeling van het lokaal bedrijventerrein betrokken. Binnen onderhavig RUP wordt dit verankerd door een verbinding te leggen tussen de ontsluitingsinfrastrucuur van het plangebied en de voetweg. 4. landbouwtoets Het plangebied maakt geen deel uit van de door de Vlaamse regering vastgelegde Herbevestigde agrarische gebieden. Op de landbouwtyperingskaart krijgt het plangebied een hoge waardering. Op de kaart van de gewenste agrarische structuur (afdeling Land) behoort het hele plangebied tot de gebiedscategorie agrarisch gebied. Het plangebied is op heden in gebruik als landbouwgebied. Door de ontwikkeling van het lokaal bedrijventerrein worden drie landbouwers getroffen. 5. passende beoordeling Het plangebied paalt aan een speciale beschermingszone, nl. het vogelrichtlijngebied IJzervallei (biologisch waardevol en complex van waardevolle en zeer waardevolle elementen). Delen van de IJzervallei zijn aangeduid als ankerplaats en als relictzone. De vaststelling van het RUP en de daaruitvloeiende 32 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

43 5.1. Vogelrichtlijngebied IJzervallei Voor een SBZ-V 2 zijn een aantal zogeheten kwalificerende vogelsoorten te beschouwen als de criteria voor aanduiding. Voor het SBZ-V gebied IJzervallei baseren we ons op de gegevens van het geoloket van Agiv - thema Natura Broedende Bijlage I-soorten (met aantal broedgevallen zoals aangemeld in 1986): Bruine kiekendief (3-4); Niet-broedende Bijlage I-soorten (met aantallen zoals aangemeld in 1986): Aalscholver (200); Roerdomp (2-3); Wilde Zwaan (17); Klein Zwaan (70); Dwerggans; Brandgans (2000); Blauwe kiekendief (25); Visarend; Slechtvalk; Smelleken; Kwakkelhoning; Porseleinhoen; Kleine waterhoen; Goudplevier (15.000); Kemphaan (600); Zwarte stern (100); Velduil (15). Soorten die de internationale norm overschrijden (met aantallen zoals aangemeld in 1986): Brandgans: 2000 (norm: 500); Smient: (norm: 7.500); Slobeend: 800 (norm: 400); Goudplevier: (norm: ). Bijlage III-soorten De beoordeling dient ook te geschieden naar de zogenaamde Bijlage III-soorten van het gewijzigde natuurdecreet. Het betreft met name dier- en plantensoorten van communautair belang (Bijlage IV van de Habitatrichtlijn) die voorkomen in Vlaanderen. In het studiegebied gaat het om: diverse vleermuizensoorten; mogelijks de Kamsalamander Effecten Er is geen enkele overlapping met het vogelrichtlijngebied IJzervallei. De uitvoering van het plangebied brengt dus geen ecotoopinname binnen de beschermde gebieden met zich mee. Het plangebied sluit aan bij de kern Oostvleteren en ligt in de buurt van bestaande grootschalige activiteiten (De Sceure, handelszaak Lesage langsheen de N321...) en lintbebouwing langsheen de N8. Er kan dus verondersteld worden dat de uitvoering van onderhavig plangebied niet zal leiden tot een betekenisvolle verstoring ten aanzien van het vogelrichtlijngebied. Dit blijkt ook uit enkele milderende maatregelen die in het voorliggend plan zijn opgenomen zoals voorgesteld in de screeningsnota. In de stedenbouwkundige voorschriften wordt vastgelegd dat er geen milieubelastende bedrijven zich kunnen vestigen. Rond het bedrijventerrein wordt een bufferzone van 15 meter breed ingetekend uitgezonderd aan de noordoostkant van het plangebied. Voor de aanplantingen wordt gekozen voor streekeigen bomen en struiken. 2 SBZ-V: speciale beschermingszone - vogelrichtlijngebied wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 33

44 op te heffen voorschriften ruimtebalans Volgende voorschriften en bepalingen worden opgeheven na goedkeuring van onderhavig gemeentelijk RUP: de bepalingen van het gewestplan voor die percelen die gelegen zijn binnen het plangebied van onderhavig gemeentelijk RUP. Het betreft de bestemming volgens het gewestplan Ieper-Poperinge (KB 14/08/1979): agrarisch gebied met landschappelijk waardevol karakter en parkgebied Het RUP lokaal bedrijventerrein heeft een totate oppervlakte van ca. 3ha 84a 65ca bestemmingen voorzien in het RUP zonering oppervlakte in ha categorie gebiedsaanduiding bestemmingen voor inwerkingtreding van het RUP wonen bedrijvigheid landbouw overig groen reservaat en natuur lijninfrastructuur gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen recreatie ontginning en waterwinning bos artikel 1: lokale bedrijvenzone 03ha 04a 15ca bedrijvigheid x x artikel 2: bufferzone 00ha 80a 50ca bedrijvigheid x x 34 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

45 register van planschade en planbaten Het register van de planschade, planbaten en compensatievergoeding wordt opgemaakt zoals bedoeld in artikel , eerste lid, 7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De opname van percelen in dit register houdt dus niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden. 1. planschade In toepassing van art van de Codex R.O. kan onder bepaalde voorwaarden een planschadevergoeding worden toegekend indien op basis van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan een perceel niet in aanmerking komt voor het afleveren van een vergunning tot bouwen of verkavelen, waar dat de dag voor de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan wel het geval was. Binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan komen geen gebieden voor die aanleiding kunnen geven tot een planschadevergoeding. 2. planbaten In toepassing van art van de Codex R.O. is onder bepaalde voorwaarden een planbatenheffing verschuldigd indien een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan een in het art opgesomde bestemmingswijziging doorvoert, waardoor de ontwikkelingsmogelijkheden van de gronden verhogen. Deze heffing zal verschuldigd zijn bij een transactie of na het afleveren van een vergunning. Volgende gebieden binnen dit ruimtelijk uitvoeringsplan kunnen aanleiding geven tot dergelijke planbatenheffing: gebieden van de categorie bedrijvigheid. groen ---> bedrijvigheid: ca m² landbouw --->bedrijvigheid: ca m² kaart 27: planbaten bron: eigen verwerking 3. bestemmingswijzigings- en/ of gebruikerscompenstaie In toepassing van art van het decreet gronden pandenbeleid is onder bepaalde voorwaarden een compensatie van de kapitaalschade verschuldigd indien een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan een zone, die onder de bestemmingcategorie landbouw valt, omzet naar een zone, die onder de categorie reservaat en natuur, bos of overig groen valt. Ingevolge het decreet inzake gebruikerscompensatie is er in dezelfde gevallen gebruikerscompensatie verschuldigd, indien er geen andere compensatieregeling (compensatie van kapitaalschade, e.a.) van toepassing is. Binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan komen geen gebieden voor die aanleiding kunnen geven tot een bestemmingswijzigings- of gebruikerscompensatie. 4. beschermingsvoorschriftenen/of gebruikerscompesatie In toepassing van art van het decreet gronden pandenbeleid is onder bepaalde voorwaarden een compensatie van de kapitaalschade verschuldigd indien een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan op een zone, die onder de bestemmingcategorie landbouw valt, via een overdruk betreffende ecologisch belang, ecologische waarde, overstromingsgebied, reservaat, valleigebied of een (door de Vlaamse overheid aangewezen) vergelijkbare overdruk, meer beperkingen op het vlak van economische aanwending oplegt dan redelijker wijze moeten geduld worden. wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 35

46 Ingevolge het decreet inzake gebruikerscompensatie is er in dezelfde gevallen gebruikerscompensatie verschuldigd, indien er geen andere compensatieregeling (compensatie van kapitaalschade, e.a.) van toepassing is. Binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan komen geen gebieden voor die aanleiding kunnen geven tot een beschermingsvoorschriften- of gebruikerscompensatie onteigeningsplan Om de ontwikkeling en de ontsluiting van het bedrijventerrein te garanderen en juridisch te verankeren wordt een onteigeningsplan toegevoegd. Overwegende dat de gemeente Vleteren bij KB van gemachtigd werd als stichtende vennoot op te treden bij de oprichting van de West-Vlaamse Intercommunale voor Economische Expansie, Huisvestingsbeleid en Technische Bijstand (wvi), toen onder de benaming Westvlaamse Intercommunale voor Economische Expansie en Reconversie, en gelet op de oprichtingsakte van deze vennootschap dd waarbij de gemeente Vleteren als dusdanig is opgetreden, nadien herhaaldelijk gewijzigd en voor het laatst bij akte dd Overwegende dat het RUP als doel heeft het realiseren van een lokaal bedrijventerrein zoals bepaald in het goedgekeurd GRS Vleteren d.d. 24 april 2008, dat in dit GRS een behoefte is aangetoond dat de gemeente een ruimtevraag kent van 3,6 ha; dat er op heden geen aanbod aanwezig is op het grondgebied om invulling te geven aan deze ruimtevraag; dat de gemeente reeds geconfroteerd wordt met bedrijven op haar grondgebied die omwille van problemen van ruimtelijke en/of juridische aard verhuizen naar bedrijventerein in naburige gemeenten en steden en omdat er geen aanbod beschikbaar was op haar grondgebied; dat voorgaande duidelijk een vestigingsnood van bedrijven aantoont en dienvolgens de hoogdringendheid voor het ontwikkelen van het lokaal bedrijventerrein om te kunnen overgaan tot de verwerving van de in het onteigeningsplan begrepen gronden. Overwegende dat het richtinggevende gedeelte van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen het volgende stelt (blz. 450): De realisatie van bedrijventerreinen dient in handen te zijn van de overheid. Dit wordt noodzakelijk geacht omwille van: het realiseren van de differentiatie (= nood aan een groter aanbod om specifieke terreinen voor te behouden); het vergroten van een reversibel ruimtegebruik voor economische activiteiten; het vermijden van speculatie; het vermijden van ongewenste functiewijzigingen; een rationeler grondgebruik met bouwtechnische voorwaarden die extensief grondgebruik tegengaan; een betere fasering in de aansnijding van bedrijventerreinen; het beschikbaar houden van voldoende betaalbare percelen. Het bedrijventerrein wordt op een kwaliteitsvolle wijze in de omgeving ingepast, wat het profiel en het imago van het bedrijventerrein ondersteunt. Overwegende dat onderhavige procedure beoogt een lokaal bedrijventerrein in te richten in de omgeving van de N8 en aansluitend op de site van De Sceure te Vleteren, dat een globale aanpak inzake infrastructuur, buffering, waterbeheersing en landscaping noodzakelijk is; dat zulke globale aanpak niet mogelijk is wanneer de gronden niet door een overheid, blijkens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen belast met de realisatie van bedrijventerreinen en door art. 73, 2 van het begrotingsdecreet van aangewezen als overheid die door de Vlaamse regering gemachtigd kan worden om voor algemeen nut onroerende goederen te onteigenen voor het aanleggen van hun 36 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

47 toegangswegen en bijkomende infrastructuur, kunnen worden verworven; dat een globale aanpak en uitrusting niet mogelijk is, en in elk geval erg bemoeilijkt en vertraagd kan worden, in geval van versnippering van het eigendomsstatuut van het terrein; dat bovendien de particuliere eigenaars om speculatieve redenen kunnen opteren hun grond in portefeuille te houden waardoor het door het onderhavig RUP beoogde doel niet, of slechts met heel veel vertraging, kan worden gerealiseerd. Hiertoe wordt een onteigeningsplan toegevoegd aan onderhavig RUP omvattende de omlijning van een bedrijventerrein te Vleteren en met aanduiding van de ligging, de kadastrale gegevens, de aard en de oppervlakte van de door de wvi te onteigenen onroerend goederen. Overwegend dat vooraleer de vereiste uitrusting van het bestemde terrein te kunnen aanvatten, alle gronden dienen verworven te zijn, dat voormelde uitrusting op zich ook een tijdrovende aangelegenheid is, dewelke gelet op de hoger vermelde dringende vestigingsnood van de bedrijven, best zo snel mogelijk moet kunnen aangevat en gefinaliseerd worden. Overwegend dat het noodzakelijk is de in het plan begrepen onroerende goederen te verwerven teneinde de voorschriften en doelstellingen met betrekking tot het beheer en inrichting, zoals in de voorschriften van onderhavig het RUP omschreven, te kunnen realiseren en de bestemmingsindeling en -invulling te kunnen waarmaken door middel van een publieke ontwikkeling. Overwegende dat uit wat voorafgaat duidelijk blijkt dat het nodige moet gedaan worden om de dringende vestingsnood effectief te lenigen, hetgeen slechts mogelijk is wanneer de wvi in de mogelijkheid wordt gesteld om de gronden zonodig door gedwongen onteigening te verwerven. wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 37

48 planproces 1. beslissing tot opmaak Bij gemeenteraadsbeslissing van 30 juni 2008 werd de wvi aangesteld als ontwerper van het ruimtelijk uitvoeringsplan lokaal bedrijventerrein, kortweg RUP lokaal bedrijventerrein. 2. ontheffing plan-mer Voor dit RUP werd de vrijstelling aangevraagd en bekomen bij schrijven van 2 juni 2010 (zie bijlage). 3. voorontwerp adviesprocedure Het voorontwerp wordt voor advies overgemaakt aan onderstaande instanties: GECORO Vleteren; Departement Landbouw en Visserij; Agentschap voor Natuur en Bos; Agentschap Ondernemen; Dept. Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE); Vlaamse Milieumaatschappij; Agentschap Infrastructuur; Polderbestuur; Provincie West-Vlaanderen, de Bestendige Deputatie tav dienst Ruimtelijke Planning; Afdeling R-O, Ruimtelijke ordening, gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar; Dept. LNE, dienst veiligheidsrapportage plenaire vergadering Het plan werd besproken op een plenaire vergadering d.d. 23 oktober besprekingen adviezen Het verslag van de plenaire vergadering en de schriftelijke adviezen zijn terug te vinden in bijlage. Naar aanleiding van de plenaire vergadering werd het document op volgende punten aangepast aanvulling van de planningscontext met de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos; de studieopdracht betreffende verbinding Ieper-Veurne; aanvulling van het luik GRS in de planningscontext, in het bijzonder afwegingstabel uit het GRS, de gewenste toeristische-recreatieve infrastructuur, gewenste structuur hoofddorp Oostvleteren; extra motivering voor de locatie door middel van verdere verfijning van het locatie-onderzoek; uitwerking van de relatie met De Sceure en haar ontwikkelingsmogelijkheden; aanvulling waarom geen buffer wordt voorzien ten NO van het bedrijventerrein ter hoogte van de N8; aanvulling met een paragraaf passende beoordeling ; aanvulling van de motivering voor het onteigeningsplan; in de voorschriften: beperken van de uitzonderingen op de maximale kavelgrootte oppervlakte van 5000m², in casu beperken tot de hoekpercelen in geval van optimale benutting; verduidelijking bij het tijdstip van realisatie van de bufferzone 4. voorontwerp adviesprocedure Het voorontwerp wordt voor advies overgemaakt aan onderstaande instanties: GECORO Vleteren; Departement Landbouw en Visserij; Agentschap voor Natuur en Bos; Agentschap Ondernemen; Dept. Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE); Vlaamse Milieumaatschappij; Agentschap Infrastructuur; Polderbestuur; Provincie West-Vlaanderen, de Bestendige Deputatie tav dienst Ruimtelijke Planning; Afdeling R-O, Ruimtelijke ordening, gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar; Dept. LNE, dienst veiligheidsrapportage plenaire vergadering Het plan werd besproken op een plenaire vergadering d.d. 17 maart besprekingen adviezen Het verslag van de plenaire vergadering en de schriftelijke adviezen zijn terug te vinden in bijlage. Naar aanleiding van de plenaire vergadering over het voorontwerp 2 werd het document op de volgende punten aangeapst: toevoegen van parkgebied als op te heffen voorschrift ; verduidelijking van de voorgestelde configuratie aan de hand van een aantal scenario s waarbij een ruil met het naburig tuinbouwbedrijf dient bekeken 38 RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

49 te worden, ten einde de aansnijding van de open ruimte richting IJzervallei te beperken; verdere verduidelijking van de relatie met De Sceure en har ontwikkelingskansen; opnemen van een inrichtingsschets ten indicatieven titel; aanvulling van de motivering voor het onteigeningsplan; aanvullen van de watertoets met een conclusie ten aanzien van het planopzet; in de voorschriften: verduidelijking bij het tijdstip van realisatie van de bufferzone in de toelichtingsnota en de toelichtende kolom. Er werden ten slotte nog enkele aanpassingen doorgevoerd ter verduidelijking van de voorschriften. 5. ontwerp 5.1. voorlopige vaststelling Het ontwerp RUP werd voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van 18 april openbaar onderzoek Het ontwerp RUP heeft ter inzage gelegen van 9 mei 2011 tot 7 juli advies coro De adviezen en bezwaren geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek werden behandeld door de GE- CORO in zitting van 25 augustus besprekingen adviezen/ bezwaren en aanpassingen document Het college sluit zich aan bij het advies van de GE- CORO en heeft de volgende aanpassingen aan het document doorgevoerd: Gelet op de grootte (bruto 3,60 ha) en de configuratie van het terrein (rechthoekig) is de beperking van de uitzondering op de maximale perceelsoppervlakte te verantwoorden. De uitzondering voor de hoekpercelen in functie van een optimale invulling of benutting van de bedrijvenzone wordt geschrapt in de stedenbouwkundige voorschriften (artikel 1). De toegestane activiteiten, toelichtend opgesomd worden aldaar geschrapt. In de verordenende kolom wordt het volgende opgenomen: Ondermeer de volgende activiteiten worden toegestaan: productie, opslag en verwerking van goederen, productie, opslag en verwerking van goederen; productie van energie; onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten; transport- en distributieactiviteiten; groothandel. Daarnaast wordt toelichtend opgenomen dat voor de inplanting van grootschalige windturbines op vergunningsniveau de ruimtelijke afweging gemaakt dient te worden zoals omschreven in de geldende omzendbrieven. Voor de zichtlocatie werden geen specifieke voorschriften opgenomen omtrent het garanderen van een kwalitatieve uitstraling van de gebouwen op deze locatie opgenomen om de volgende redenen: de stedenbouwkundige voorschriften (blz , punt 2.8 & 2.9) formuleren reeds kwalitatieve eisen inzake vorm en voorkomen van de gebouwen en materiaalgebruik; daarenboven volgt de ontwikkelaar, wvi een beleid waarbij de kwaliteitseisen bij ieder bouwdossier wordt opgevolgd en bewaakt door individuele begeleiding van de bouwheer en advisering. Het advies van het agentschap wordt niet gevolgd. De drie scenario s zijn beschreven in de toelichtingsnota (blz ). Scenario 2 en 3 voorzien in een steeds breder wordende strook aan de straatzijde (N8) ten opzichte van scenario 1: van 59 m (scenario 1) naar resp. 115 m (scenario 2) en naar resp. 135 m (scenario 3). Er is dus wel degelijk onderzoek gedaan naar een configuratie met een zo breed mogelijk strook langs de straat (N8). Uit dit onderzoek blijkt duidelijk dat geen enkel scenario een minder diepe insnijding in het landschap bewerkstelligd zelfs niet wanneer een zo breed mogelijke strook voorzien wordt aan de straat (N8). De afweging gebeurt niet enkel op basis van ruimtelijke elementen, gelet op artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening die stelt dat bij een afweging rekening dient te worden gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. wvi september 11 RUP Lokaal bedrijventerrein 39

50 Ruimtelijk gezien is er geen enkele scenario die de insnijding in het landschap beperkt. Echter wordt in scenario 2 en 3 het tuinbouwbedrijf getroffen in haar economische activtiteit. In deze scenario s dient er een grondruil te gebeuren. Na overleg met de eigenaar is gebleken dat een ruil van gronden niet bespreekbaar is. Rekening houdend met artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening lijkt het ons verantwoord om scenario 1 te verkiezen gezien de beperkte sociaal-economische gevolgen voor het tuinbouwbedrijf definitieve vaststelling Het ruimtelijk uitvoeringsplan wordt definitief vastgesteld door de gemeenteraad van 16 september RUP lokaal bedrijventerrein september 11 wvi

51 bijlagen

52

53

54 1. Doelstelling van de vergadering baron ruzettelaan brugge T F E wvi@wvi. be opdracht dossiernummer datum uur plaats volgende vergadering verslaggeve bijlage(n) naam Franco Verschueren Joachim D eigens Joke Van Avermaet Leni Demarest Coene Katrien Stephan Mourisse Frans Masson Ludo Debuysere Marie-Annee Verlende Demeyer Lut Nele Vanderhaeghe Marie-Christine Parret Jan De Moor RUP lokaal bedrijventerrein /10/ uur Vleteren - Jan De Moor bijlage(n) p lena ire organisatiee functie AWV Provincie West-Vlaanderen Dienst Ruimtelijke Planning Agentschap Ruimtee en Erfgoed Brugge Agentschap Natuur en Bos Zuidijzerpolder Burgemeester Schepen Schepen Schepen Schepen Gemeentesecretariss Technische Dienst wvi - ontwerper Agentschap Ondernemen Departement LNE VMM Departement Landbouw en Visserij Departement LNE, dienst veiligheidsrapportage Provinciale Dienst Waterlopen verslag vergg adering aanwezig A verontschuldigd VO afwezig (zonder kennisgeving) AFW contactgegevens w e st-vlaamss e intercoo mmunale A VO AFW A A A A A A A A A A A A A... VO VO VO VO VO VO In toepassing van art van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wordt een plenaire vergadering over het gemeentelijk RUP Lokaal bedrijventerrein georganiseerd. De volgende besturen werden uitgenodigd: GECORO Vleteren; Departement Landbouw en Visserij; Agentschap voor Natuur en Bos; Agentschap Ondernemen; Dept. Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE); Vlaamse Milieumaatschappij; Agentschap Infrastructuur; Polderbestuur; Provincie West-Vlaanderen, de Bestendige Deputatie tav dienst Ruimtelijke Planning; Afdeling R-O, Ruimtelijke ordening, gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar; Dept. LNE, dienst veiligheidsrapportage. Provinciale dienst Waterlopen Een schriftelijk advies werd ontvangen van de volgende besturen (zie bijlagen): Departement Landbouw en Visserij; Agentschap voor Natuur en Bos; Agentschap Ondernemen; Dept. Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE); Vlaamse Milieumaatschappij; Agentschap Infrastructuur; Provincie West-Vlaanderen, de Bestendige Deputatie tav dienst Ruimtelijke Planning; Afdeling R-O, Ruimtelijke ordening, gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar; Dept. LNE, dienst veiligheidsrapportage, Provinciale dienst Waterlopen 2. Bespreking Burgemeester Mourisse verwelkomt iedereen voor de plenaire vergadering over het RUP lokaal bedrijventerrein. De Burgemeester hoopt op een constructieve vergadering, gezien de vraag naar een lokaal bedrijventerrein reeds lang leeft binnen de gemeente en hierop nu pas via het RUP een antwoord kan geboden worden. De bespreking start met het advies van de goedkeurende overheid, de provincie West-Vlaanderen. Het RUP is in overeenstemming met de bepalingen van het PRS West-Vlaanderen. De in het GRS vooropgestelde locatie Tempelaere werd niet weerhouden bij goedkeuring. De voorliggende locatie kwam als 2 de optie naar voor. De opmaak van een RUP voor een lokaal bedrijventerrein is opgenomen in het goedgekeurde GRS. Het RUP heeft uitvoering aan deze bepalingen. Het voorontwerp wordt door de Deputatie voorwaardelijk gunstig geadviseerd. De voorwaarden zijn: beperken van de uitzondering op de maximale kavelgrootte van 5000 m²; het onteigeningsplan motiveren vanuit de noodzaak en het algemeen nut. Het onteigeningsplan is deels gelegen in parkgebied. Dit wordt best aangevuld. De eerste voorwaarde heeft betrekking op het stedenbouwkundige voorschrift op blz 11. De uitzonderingsmogelijkheden, in het bijzonder punt 2 van de opsomming, kunnen aanleiding geven tot het huisvesten van bedrijven die eerder thuishoren op een regionaal bedrijventerrein. Het is derhalve wenselijk 2 / 5 RUP lokaal bedrijventerrein 28 oktober 2010 wvi

55 die uitzonderingsmogelijkheden te beperken. Een afwijking in functie van optimale configuratie is mogelijk, doch dient het best beperkt te blijven, tot bv. de hoekpercelen. Het onteigeningsplan is onvoldoende gemotiveerd. Een betere motivering vanuit de noodzaak en het algemeen nut is noodzakelijk. De gemeente en ontwerper kunnen instemmen met de voorwaarden en zullen de nodige aanpassingen aan het document doen. Ruimte en Erfgoed heeft een ongunstig advies in hoofdzaak vanwege de ligging van het plangebied binnen de afbakening van de natuur. De locatie Tempelaere werd niet weerhouden bij goedkeuring van het GRS. De 2 de keuze locatie De Sceure is echter niet opgenomen in de bindende bepalingen. De afweging van zoeklocaties dient dus gerelateerd te worden aan de ligging binnen de afbakening van natuurlijke structuur. Een bijkomende motivering dient opgenomen te worden in de toelichtingsnota. De gemeente is verbaasd dat de locatie ter discussie wordt gesteld. Tijdens de opmaak van het GRS en daarbij horende locatie onderzoek zijn dergelijk opmerkingen niet naar voren gekomen voor de locatie De Sceure. De ontwerper wijst er ook op dat er een beleidskader in het richtinggevend kader inzake lokale bedrijvigheid, die het locatie-onderzoek en beleid omvat, nog steeds geldig. Het is niet omdat de locatie Tempelaere uitgesloten werd bij goedkeuring, dat het richtinggevend kader vervalt. Het locatie-onderzoek vormt dan de basis. Daaruit blijkt dat de locatie De Sceure de meest geschikte locatie is na de locatie Tempelaere. Het verduidelijken van de relatie tot de afbakening van de natuurlijke structuur is geen probleem, het opnieuw in vraag stellen van de locatie aanvaardt de gemeente echter niet. Agentschap Natuur en Bos (ANB) heeft ook moeite met de voorgestelde locatie. De voorkeur gaat eerder uit naar een locatie aan de Woestenstraat. Gezien de gemeente daar eerder opteert voor een woonontwikkeling kan ANB zich vinden voor de locatie De Sceure, mits een goede landschappelijke inkleding en integratie. Het verlies aan parkgebied dient minimaal gecompenseerd te worden. Een kwalitatieve landschappelijke afwerking van het bedrijventerrein met streekeigen groen is wenselijk. ANB vraagt of de buffer kan verbreed worden tot 15 meter. De ontwerper duidt dat de oppervlakte parkgebied die ANB voorstelt minimaal te compenseren ongeveer m². Een bredere buffer kan enkel gerealiseerd worden langs de westzijde van het bedrijventerrein. Aan de noordzijde is een ontsluitingsweg voor een achterliggend landbouwbedrijf gelegen, langs de zuidzijde dient er ruimte gevrijwaard te worden voor de uitbreiding van De Sceure. Een volledige compensatie betekent een verdrievoudiging van de huidige voorziene oppervlakte voor buffer. De gemeente wil inspanningen doen voor een betere landschappelijke inkleding, echter niet ten koste van de netto-oppervlakte voor bedrijvigheid, zijnde 3,00 ha. De vorm van het bedrijventerrein is heel specifiek. Wat voor activiteiten zijn gevestigd op de gronden voor het bedrijventerrein? De gronden worden gebruikt door een tuinbouwbedrijf aldaar gelegen. Er wordt gevraagd te onderzoeken of door een herschikking (90 draaien) van het tuinbouwbedrijf de configuratie van het bedrijventerrein niet beter zou zijn, waardoor de insnijding beperkt wordt. ANB vraagt of het bestaande bedrijf Lamaire niet kan geherlokaliseerd worden naar het nieuwe bedrijventerrein. Er zal onderzocht worden of de configuratie van het bedrijventerrein geclusterd met het tuinbouwbedrijf langs de N8 nog kan aangepast worden. De ontwerper wijst erop dat de herlokalisatie van het bedrijf Lamaire geen bevoegdheid is van de gemeente. Het komt een hoger bestuursniveau (provincie of Vlaams gewest) toe om uitspraken te doen over de ontwikkelingsperspectieven van het bedrijf. Een herlokalisatie van het bedrijf Lamaire naar het nieuwe bedrijventerrein betekent tevens een volledige inname van het bedrijventerrein. Dit wenst de gemeente niet. De provincie stelt de locatie niet ter discussie, maar vraagt aan de gemeente en de ontwerper om de bijkomende motivering op te nemen, gelet op het standpunt van Ruimte en Erfgoed. De provincie doet de suggestie om een eventuele tweede plenaire vergadering te houden. Voor de provincie kan er ook steeds bilateraal overleg worden om bepaalde elementen in het dossier uit te klaren. Ruimte en Erfgoed is vragende partij voor een tweede plenaire vergadering. De gemeente en ontwerper zullen de bijkomende motvering betreffende de relatie tot de natuurlijke structuur opnemen in de toelichtingsnota. De vergadering vervolgt met de opmerkingen betreffende de stedenbouwkundige voorschriften en andere aandachtspunten. Volgens de provincie zou een inrichtingsschets van het bedrijventerrein, ten indicatieve titel, een duidelijke meerwaarde zijn voor het beoogde streefbeeld van het RUP/bedrijventerrein. Er zal een inrichtingsschets voor de bedrijvenzone toegevoegd worden. In de bestemmingsvoorschriften voor lokale bedrijvenzone worden best de toegestane activiteiten opgenomen in het verordenend gedeelte. De ontwerper verduidelijkt waarom de toegestane activiteiten in de toelichtend werden opgenomen. De laatste zin van de eerste alinea van het voorschriften dient wel geschrapt te worden, want brengt nu verwarring. De lijst van toegestane activiteiten wordt niet verordenend opgenomen. Hierdoor wordt vermeden dat een nieuw type activiteit, die niet onmiddellijk onder een bepaalde omschrijving van de toegestane activiteiten valt, wordt uitgesloten, zelfs indien het ruimtelijk verantwoord en aanvaardbaar zou zijn dit nieuw type activiteit in te planten op een lokale bedrijvenzone. Inzake de productie van energie is het duidelijk dat deze locatie niet geschikt is voor de inplanting van windturbines. De huidige locatie komt geenszins in aanmerking voor de inplanting van een windturbine. De voorschriften voor de buffer stellen dat de buffer dient aangelegd te worden in het plantseizoen na het beëindigen van de vergunde werken. Het is beter de aanleg ervan op te leggen tijdens het eerste plantseizoen volgend op het verkrijgen van de vergunning. ANB vraagt of deze buffer door de ontwikkelaar zal ingericht worden of door de bedrijven individueel? De buffer zal door de ontwikkelaar wvi, zelf ingericht worden. Inzake de digitale uitwisseling van RUP s werd niets ontvangen voor het desbetreffende dossier. De gemeente en ontwerper zullen dit nagaan en indien correct alsnog bezorgen aan de provincie (nvdr de digitale uitwisseling werd niet doorgegeven, de ontwerper zal dit met het versturen van het verslag rechtzetten). Ruimte en Erfgoed vraagt een verdere uitwerking van de visie rond de ontwikkeling van meerdere bedrijfsverzamelgebouwen. AWV heeft volgende opmerkingen bij het voorliggend plan de achteruitbouwzone van 8 meter is van toepassingen op de N8. De voorschriften op blz 11 dienen in die zin aangepast te worden. De ontsluiting is gelegen binnen de bebouwde kom, de kern wordt onnodig belast met zwaar verkeer Het is onduidelijk wat bedoeld wordt met ontsluiting gebeurt via één uitgerust knooppunt op de N8. Afhankelijk van de toekomstige inrichting van de doortocht is hier vanalles mogelijk. vermelden van de lopende studies rond N8 en het gemeentelijk mobiliteitsplan norm opleggen inzake het aantal parkeerplaatsen, verplichten om parkeerplaatsen te groeperen De ontwerper zal het voorschrift aanpassen inzake de achteruitbouwzone. Er zal tevens verduidelijkt worden hoe de ontsluiting op de N8 gezien wordt. Dit kan overgenomen worden uit de screeningsnota. De planningscontext zal verder aangevuld worden met de lopende studies. wvi 28 oktober 2010 RUP lokaal bedrijventerrein 3 / 5 4 / 5 RUP lokaal bedrijventerrein 28 oktober 2010 wvi

56 De ontwerper wijst erop dat het groeperen van parkeerplaatsen op niveau van het terrein niet wenselijk en realistisch is. De ervaring leert dat het terrein daarvoor te klein is. De provincie onderschrijft dit De voorschriften bieden echter wel de mogelijkheid dat bedrijven op hun terrein gezamenlijk parkeerplaatsen inrichten. Het Polderbestuur vraagt rekening te houden met de volgende elementen: voldoende ruimte voorzien voor het onderhoud van de Kerkebeek bij de inrichting van het bedrijventerrein aandacht te schenken aan de ontwatering van het gebied en het voorzien van de nodige buffering op het bedrijventerrein. De ontwikkelaar voorziet tijdens de ingenieursstudie van het bedrijventerrein de consultatie van het Polderbestuur. ANB merkt op dat het gebied paalt aan een vogelrichtlijngebied. Conform art 36 van het natuurdecreet zou een voortoets opgemaakt moeten worden zodat duidelijk is welke effecten dit heeft op het vogelrichtlijngebied Het is merkwaardig dat ANB hiervoor niet geraadpleegd werd in kader van het onderzoek tot milieueffectenrapportage. Tevens vraagt ANB bijzondere aandacht bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein voor de verontreiniging van de Boezingegracht via de Kerkebeek. De ontwerper wijst erop dat de lijst van adviserende besturen ikv het onderzoek tot milieueffectenrapportage door de cel Mer wordt aangeleverd. ANB werd niet opgenomen in deze lijst. De ontwerper zal de nodige elementen. De ontwerper overloopt de overige schriftelijke adviezen: Departement Landbouw en Visserij voorwaardelijk gunstig locatie ten zuiden van het centrum is mogelijks betere optie, vraagt verduidelijking ivm de afweging van de locaties. de ruimtebalans dient beter uitgewerkt te worden voorzien van bufferbekkens dienen in het plangebied zelf ingeplant te worden Agentschap Ondernemen heeft geen opmerkingen op voorliggend RUP. Dept. LNE, dienst veiligheidsrapportage laat weten dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden. VMM stelt niet bevoegd te zijn om voorliggend RUP te adviseren. Provinciale dienst waterlopen heeft geen opmerkingen op voorliggend RUP. Dept. LNE brengt gunstig advies uit mits enkele principes van duurzaamheid in voldoende mate te integreren. 3. Besluit De gemeente zal de documenten aanpassen naar aanleiding van deze plenaire vergadering. De gemeente beraadt zich nog over de vraag van Ruimte en Erfgoed voor een tweede plenaire vergadering. wvi 28 oktober 2010 RUP lokaal bedrijventerrein 5 / 5

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68 1. Doelstelling van de vergadering opdracht dossiernummer datum uur plaats volgende vergadering verslaggeve bijlage(n) naam Tom De Visschere Joke Van Avermaet Stephan Mourisse Frans Masson Ludo Debuysere Marie-Annee Verlende Demeyer Lut Nele Vanderhaeghe Marie-Christine Parret Jan De Moor RUP lokaal bedrijventerrein /03/ u30 Vleteren - Jan De Moor bijlage(n) organisatiee functie Provincie West-Vlaanderen Dienst Ruimtelijke Planning Agentschap Ruimtee en Erfgoed Brugge Burgemeester Schepen Schepen Schepen Schepen Gemeentesecretariss Diensthoofd Technische Dienst wvi - ontwerper GECORO Departement Landbouw en Visserij Agentschap Natuur en Bos Departement LNE VMM AWV Zuidijzerpolder Departement LNE, dienst veiligheidsrapportage Provinciale Dienst Waterlopen Agentschap Ondernemen p lena ire verslag vergg adering aanwezig A verontschuldigd VO afwezig (zonder kennisgeving) AFW contactgegevens A VO AFW A w e st-vlaamss e intercoo mmunale baron ruzettelaan brugge T F E wvi@wvi. be A A A A A A A A A... VO VO VO VO VO VO VO VO VO... AFW In toepassing van art van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wordt een plenaire vergadering over het gemeentelijk RUP Lokaal bedrijventerrein georganiseerd. De volgende besturen werden uitgenodigd: GECORO Vleteren; Departement Landbouw en Visserij; Agentschap voor Natuur en Bos; Agentschap Ondernemen; Dept. Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE); Vlaamse Milieumaatschappij; Agentschap Infrastructuur; Polderbestuur Zuidijzerpolder; Provincie West-Vlaanderen, de Bestendige Deputatie tav dienst Ruimtelijke Planning; Afdeling R-O, Ruimtelijke ordening, gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar; Dept. LNE, dienst veiligheidsrapportage. Provinciale dienst Waterlopen Een schriftelijk advies werd ontvangen van de volgende besturen (zie bijlagen): GECORO Departement Landbouw en Visserij; Agentschap voor Natuur en Bos; Dept. Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE); Vlaamse Milieumaatschappij; Agentschap Infrastructuur; Polderbestuur Zuidijzerpolder, Provincie West-Vlaanderen, de Bestendige Deputatie tav dienst Ruimtelijke Planning; Afdeling R-O, Ruimtelijke ordening, gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar; Dept. LNE, dienst veiligheidsrapportage, Provinciale dienst Waterlopen 2. Bespreking Burgemeester Mourisse verwelkomt iedereen voor de plenaire vergadering over het RUP lokaal bedrijventerrein. De bespreking start met het advies van de goedkeurende overheid, de provincie West-Vlaanderen. Het RUP is in overeenstemming met de bepalingen van het PRS West-Vlaanderen. Het advies is gunstig wat betreft de locatie en de grootte-orde van het bedrijventerrein. Wel zijn er nog aspecten inzake de configuratie en de ontwikkelingsmogelijkheden van De Sceure niet verder uitgewerkt zoals afgesproken en opgenomen in het tweede voorontwerp. Met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van De Sceure in relatie tot het lokaal bedrijventerrein is summiere informatie toegevoegd waaruit moeilijk kan afgeleid worden dat het voorliggend plan geen hypotheek legt op de ontwikkelingsperspectieven van De Sceure. De ontwerper wijst erop dat de ruimte op vandaag gereserveerd om de behoefte in te vullen aangeduid werd op de kaart blz 32 van de nota. De Burgemeester beaamt dat deze ruimte voldoende is voor de vraag die er was tijdens de opmaak van het GRS. De Burgemeester deelt mede dat er een masterplan is opgemaakt waaruit blijkt dat de gemeente vooral zal inzetten op het optimaal gebruik van de bestaande ruimtes en de herwaardering en renovatie van het bestaand gebouw, eerder dan buitenruimte aan te leggen voor bijkomede activiteiten ikv De Sceure. De provincie vraagt deze gegevens op te nemen en de visie op De Sceure te actualiseren in de voorliggende nota. 2 / 4 RUP lokaal bedrijventerrein 17 maart 2011 wvi

69 Wat betreft de configuratie van het terrein stelt de provincie dat een aantal scenario s dienen onderzocht te worden zodat het bedrijventerrein meer aansluit bij de N8 en minder insnijdt in het landschap. Dit kan door een herpositionering van het naastgelegen tuinbouwbedrijf. De ontwerper wijst erop dat bij een herpositionering de achterste contourgrens (westelijke grens) niet verschuift, dus heeft dit geen invloed op de insnijding van het landschap. De provincie wijst erop dat aan de landweg (noordelijke plancontour) op deze wijze wel opgeschoven kan worden De ontwerper beaamt dit maar betwijfelt of deze verschuiving een significante vermindering van de landschappelijke impact van het bedrijventerrein. Er ontbreekt een motivering waarom er geen buffering voorzien is in de NO hoek van het plan. De provincie vraagt dat de kwaliteit op de zichtlocatie afgedwongen wordt via de voorschriften, op heden is er niets voorzien. De ontwerper verwijst naar de zichtlocatie om geen buffer te voorzien. Daarnaast vraagt de provincie om de uitzonderingen op de maximale kavelgrootte van 5000m² te beperken, in het bijzonder betreft het de uitzondering omwille van optimale invulling van het terrein. Op heden kan dit aanleiding geven tot het huisvesten van bedrijven die eerder thuishoren op een regionaal bedrijventerrein. De ontwerper wijst erop dat tegemoet is gekomen aan deze opmerking geformuleerd tijdens de vorige plenaire vergadering door de uitzondering te beperken tot de hoekpercelen. De provincie vraagt om de toegestane activiteiten in het verordenend deel op te nemen. De ontwerper verwijst naar de vorige plenaire vergadering en het verslag. De lijst van toegestane activiteiten wordt niet verordenend opgenomen. Hierdoor wordt vermeden dat een nieuw type activiteit, die niet onmiddellijk onder een bepaalde omschrijving van de toegestane activiteiten valt, wordt uitgesloten, zelfs indien het ruimtelijk verantwoord en aanvaardbaar zou zijn dit nieuw type activiteit in te planten op een lokale bedrijvenzone. De provincie vraagt de ontwerper een voorbeeld van een type activiteit die niet zou passen binnen de lijst. De ontwerper stelt dat het gaat over nieuwe type activiteiten in de toekomst waarvan dus op vandaag geen voorbeelden kunnen gegeven worden. Inzake de productie van energie is het duidelijk dat deze locatie niet geschikt is voor de inplanting van windturbines. Zoals reeds vermeld op de vorige plenaire vergadering komt de huidige locatie geenszins in aanmerking voor de inplanting van een windturbine. De voorschriften voor de buffer stellen dat de buffer dient aangelegd te worden in het plantseizoen na het beëindigen van de vergunde werken. Het is beter de aanleg ervan op te leggen tijdens het eerste plantseizoen volgend op het verkrijgen van de vergunning. De ontwerper verwijst naar de toelichting bij dit voorschrift, de buffer wordt aangelegd na de beëindiging van de infrastructuurwerken. De provincie vraagt een juridisch afdwingbare voorwaarde. Zoals nu geformuleerd is deze te vrijblijvend. De ontwerper verwijst naar de toelichting en merkt op dat de wvi deze buffer zal realiseren vooraleer er de bedrijfsgronden worden verkocht. De wvi werkt al jaren op deze wijze. (Ruimte en Erfgoed vervoegt de vergadering). Ruimte en Erfgoed heeft geen problemen met de huidige locatie. De motivering zoals gevraagd op de eerste plenaire vergadering is opgenomen in het voorliggend document. De relatie met De Sceure wordt verder verduidelijkt. De vraag tot nader onderzoek van de ontsluiting- en configuratiemogelijkheden ontbreekt nog. De ontwerper verwijst naar het advies op heden van de provincie. De herpositionering van het tuinbouwbedrijf en de invloed ervan op de configuratie van het bedrijventerrein zal bekeken worden en aangevuld in het document. De vergadering vervolgt met de opmerkingen betreffende de stedenbouwkundige voorschriften en andere aandachtspunten. De definitie van bedrijfsverzamelgebouw bevat privaatrechterlijke elementen (huur/koop) die hier beter niet worden opgenomen (eerder voor verkoopsvoorschriften). Provincie stelt voor om de definitie te schrappen en in de voorschriften van zone 1 bij de toelichting te verduidelijken wat verstaan wordt onder bedrijfsverzamelgebouw. Bij de niet toegelaten activiteiten voor zone 1 is niet duidelijk waarom een uitzondering wordt toegestaan op het verbod tot bewerken en verwerking van slib en mest op het lokaal bedrijventerrein. De uitzondering (in geval van productie van energie) wordt best geschrapt. De gemeente gaat hiermee akkoord. Bij de inplanting van gebouwen (blz. 11) is koppeling van gebouwen mogelijk. De provincie vraagt of dit enkel het koppelen van 2 bedrijven betreft. De ontwerper stelt dat meerdere bedrijven kunnen koppelen, doch steeds na akkoord van de brandweer. De provincie vraagt die voorwaarde dan ook op te nemen. Met betrekking tot de opslag in de groenzones stelt de provincie de tekst afvalstoffen, grondstoffen en afgewerkte producten te schrappen. Nu zou bv. niet afgewerkte producten in de groenzone gestapeld kunnen worden. De provincie vraagt tevens normen op te nemen om de voorschriften inzake de parkeervoorzieningen te kunnen aftoetsen op vergunningenniveau. Voor de indicatieve aanduiding van de fiets- en voetgangersdoorsteek dient duidelijk te zijn welke breedte deze heeft. Slaat de 4 meter op de breedte van het pad en bijhorende vrije ruimte? En is het pad zelf slechts 2,5 meter breed? De ontwerper bevestigt dat de 2,5 meter de breedte van het fietspad is, de breedte van 4,5 meter bevat het fietspad en de bijhorende vrije ruimte. 3. Besluit De provincie staat er op dat de configuratie verder onderzocht wordt en mee opgenomen wordt in het document, en besproken wordt met de eigenaar. De Burgemeester vult aan dat voor de eerste plenaire vergadering reeds overleg is geweest met de eigenaars binnen het plangebied en het tuinbouwbedrijf. De eigenaar van het tuinbouwbedrijf wenste toen niet in te gaan op de ruil. De scenario s worden opgenomen in de nota maar er is geen sprake van dat dit opnieuw besproken wordt met de eigenaar. Het standpunt van de eigenaar is duidelijk. Voor de provincie kunnen de scenario s zeker op bilaterale wijze geadviseerd worden. De gemeente zal de documenten aanpassen naar aanleiding van deze plenaire vergadering en voorziet de voorlopige vaststelling door de gemeenteraad op 18 april wvi 17 maart 2011 RUP lokaal bedrijventerrein 3 / 4 4 / 4 RUP lokaal bedrijventerrein 17 maart 2011 wvi

70

71

72

73

74