Kit Wireless Light. Bedieningscentrale voor garagerolluiken. Toepassing. Technische gegevens. Bestelreferentie.

Transcriptie

1 Kit Wireless Light Bedieningscentrale voor garagerolluiken SAMENSTELLING VAN DE KIT 1x TV PRP 868 A08 Wandcentrale 1x TCSP 240 A08 Zender voor veiligheidsstrip 1x TPS-1102L Foto-elektrische cellen 2x TV TXP 868 A02 Handzenders 2 kanalen Toepassing Ontvanger voor wandmontage IP 54 met automatische veiligheidstest van de al dan niet draadloze foto-elektrische cel en veiligheidsstrip vóór elke sluiting. Wandcentrale met ingebouwde hulpverlichting (1 minuut vertragingstijd) en drukknoppen voor het openen / stoppen / sluiten. Geschikt voor de bediening van een buismotor met interne of externe eindeloopcontacten voor rolluiken met veiligheidsstrip. Automatisch aanleren van de looptijd van het luik. Manuele (met aanwezigheid), halfautomatisch of automatische (sluiting met vertraging) bediening. Mogelijkheid tot bediening van de motor met ingebouwde drukknoppen voor het openen / stoppen / sluiten, of met een externe drukknop met sequentiële werking voor het openen / stoppen / sluiten. Mogelijkheid tot radio-afstandsbediening met alle met TVLink compatibele zenders (afzonderlijke of sequentiële bediening voor het openen/sluiten), geheugen voor maximaal 41 zenders. Mogelijkheid tot aansluiting van een fotoelektrische cel. Mogelijkheid tot aansluiting van een zwaailicht of akoestische melder met activering tijdens het openen of sluiten. Mogelijkheid tot aansluiting van een bedraad magnetisch contact voor de uitschakeling van de veiligheidsstrip in de 5 laatste centimeters van het sluiten. Mogelijkheid tot bediening van de poort via het internet of wifi, met de MY-HAND interface. Technische gegevens Voeding 230 V AC 50 Hz, -15 %, +10 % Contacten Ontvangstfrequentie Spanning geleverd door de centrale 2 op 230 V AC vooraangesloten NO s voor de bediening van een motor van maximaal 350 W 1 op 230 V AC vooraangesloten NO voor de bediening van de hulpverlichting van maximaal 300 W 1 op 230 V AC vooraangesloten NO voor de bediening van een zwaailicht of akoestische melder van maximaal 60 W met activering gedurende het openen of sluiten 868,3 Mhz voor de draagbare zenders 2,4 Ghz voor de TCSP slaaf 24 V AC/80 ma voor de voeding van een foto-elektrische cel 12 V DC/30 ma voor de voeding van een detector met veiligheidsstrip Temperatuur bereik -20 tot +60 C Afmetingen 290 x 145 x 85 mm (TV PRP 868 A08) Wartel PG11 Bestelreferentie Wireless Light

2 Elektrische aansluiting Zone 230 V~ Zone laagspanning Aarde Voeding 230 V~ Motor Foto-elektrische cel Knipperlicht Hulpverlichting Veiligheidsstrip TD TB L N OPEN CLOSE +12 V NEG TX FTC FTC BRUIN GROEN WIT TD TB FC 1 Ingang hoofdvoeding 15 Ingang veiligheidsvoorziening FTC (contact NG) 2 Ingang motor 16 Ingang veiligheidsstrip (bruine draad) 3 Ingang algemene voeding 230 V~ (fase) 17 Ingang veiligheidsstrip (groene draad) 4 Ingang algemene voeding 230 V~ (nulleider) 18 Ingang veiligheidsstrip (witte draad) 5 Uitgang relaiscontact opening 19 Drukknop 6 Uitgang 230 V~ nulleider via zekering (gemeenschappelijke motor) 20 Ingang dynamische toets 7 Uitgang relaiscontact sluiting 21 Ingang blokkeertoets (contact NG) 8-9 Uitgang LP 230 V~ voor knipperlicht (60 W) 22 Drukknop Uitgang LC 230 V~ voor hulpverlichting (300 W) 23 Ingang magnetisch contact (contact NO) 12 Uitgang 12 V~ 80 ma voor foto-elektrische cel 24 Antenne-aarding 13 Drukknop- en veiligheidsvoorziening 25 Antenne (draad 8,5 cm) 14 Gemeenschappelijk FTC GEBRUIKSAANWIJZING 1. Installatie De stuureenheid voor rolluikbediening mag uitsluitend door een bevoegd vakman geïnstalleerd worden, in overeenstemming met de geldende normen op het gebied van het gemotoriseerde sluiten van rolluiken en hekken. Alle aansluitingen moeten voorzien zijn voor een hoofdvoeding op een eenfasige spanning van 230 V. Gebruik een gepaste schakelaar of stroomonderbreker om de verbinding met het net te verbreken. Gebruik afzonderlijke kabels voor de 230 V en de laagspanningsturing. De kabels moeten een voldoende doorsnede hebben en voorzien zijn voor gebruik buitenshuis. Ze moeten een isolatie volgens de geldende normen garanderen. De vereiste aardverbindingen moeten gescheiden blijven van het klemmenblok van de eenheid. Aangezien de centrale op de eerste plaats bedoeld is voor afstandsbediening met een radiosysteem, moeten alle beveiligingen, zoals de veiligheidsstrip, de foto-elektrische cel, de noodstop enz. conform zijn met de norm EN De ontvanger moet verticaal gemonteerd worden, met de wartel onderaan.

3 2. Bediening van het gemotoriseerde luik Men kan de centrale op 4 manieren bedienen: In de behuizing ingebouwde drukknoppen openen / stoppen / sluiten Drukknop openen / stoppen / sluiten op afstand (klemmen 19-20) Radio-afstandsbediening door elke met TVLink compatibele zender Afstandsbediening via wifi of het internet, met de MY-HAND interface 3. Beveiliging Er zijn 3 veiligheidsfuncties voorzien: Noodstop met drukknop NG of met een elektromechanische valstop, om het openen of sluiten te stoppen. Radiogestuurde slaafmodule type TCSP 240 A08 met foto-elektrische cellen met laag verbruik type TPS-S1102L, om de sluitbeweging te onderbreken en de poort weer te openen wanneer een obstakel wordt gedetecteerd (conform de norm EN13241). Een zelftest van de communicatie tussen de wandcentrale en de radioslaaf voor elke sluitbeweging van de poort. Als de zelftest om eender welke reden faalt, is alleen de manuele bediening met aanwezigheid toegelaten (de vinger moet op de zender blijven terwijl de poort sluit). 4. Dipswitch-functies voor de configuratie 4.1. DS1 DS1 = OFF: radiogestuurde veiligheidsstrip uitgeschakeld, gebruik van een bedrade veiligheidsstrip op klemmen 16, 17 en 18 DS1 = ON: radiogestuurde veiligheidsstrip ingeschakeld, gebruik van een TCSP radioslaaf Deze procedure moet binnen de 30 seconden na een reset van de centrale worden uitgevoerd (binnen de 30 seconden na het inschakelen van de netspanning). Plaats de dipswitch in de gewenste positie en sla de wijzigingen in het geheugen op door P1 gedurende 5 seconden ingedrukt te houden. De centrale geeft een reeks van 7 pieptonen als teken dat de veiligheidsstrip ingeschakeld is, of een reeks van 6 pieptonen als teken dat de veiligheidsstrip uitgeschakeld is DS2 en DS3 DS2 DS3 OFF OFF Manuele bediening (met aanwezigheid) van het openen en voor het sluiten. De poort beweegt alleen als men de drukknop ingedrukt houdt of de radiobediening blijft inschakelen. Elke onderbreking van de opdracht doet de beweging onmiddellijk stoppen. Als de opdracht langer duurt dan de looptijd, stopt de beweging. ON OFF Automatische werking voor het openen, manuele bediening (met aanwezigheid) voor het sluiten. OFF of ON ON Automatische werking van zowel het openen als het sluiten. 5. Memorisatie van de zenders voor radiobediening 5.1. Algemeen Het geheugen van de ontvanger kan maximaal 41 zenders opslaan. Elke zender kan op 3 verschillende manieren worden opgeslagen, ofwel met één kanaal voor sequentieel openen/stoppen/sluiten, ofwel met twee kanalen voor het openen en het sluiten, ofwel met een kanaal voor de bediening van de uitgang van de hulpverlichting (klemmen 10 en 11). De zendercode kan worden opgeslagen of gewist via de ontvanger (knop P1), of rechtstreeks met de zender (memorisatie) met behulp van de functie voor het kopiëren van een code, of van de functie voor het wissen van een code, met in de zender ingebouwde drukknop P3. De transmissie van de codes is van het type Rolling Code. Dit betekent dat de code bij elke transmissie verandert en dat alleen de ontvanger kan beoordelen of de verzonden code wel of niet voor hem bedoeld is. Deze transmissiemethode garandeert de grootste selectiviteit en onschendbaarheid van de code.

4 Als de MY-HAND interface wordt gebruikt, worden de virtuele zenders op dezelfde manier in het geheugen opgeslagen als voor de fysieke echte zenders Memorisatie van de zenders met dynamische functie (openen /stoppen / sluiten) Druk eenmaal op de toets P1 van de ontvanger en houd hem ingedrukt. De ontvanger geeft een doorlopende pieptoon als teken dat de programmeermodus gestart is. van de toetsen van de te programmeren zender. De ontvanger geeft een reeks onderbroken pieptonen als teken dat de code wordt opgeslagen Memorisatie van de zenders met twee kanalen Druk tweemaal op de toets P1 van de ontvanger en houd hem de tweede keer ingedrukt. De ontvanger geeft een doorlopende pieptoon als teken dat de programmeermodus gestart is. van de toetsen van de te programmeren zender. De ontvanger geeft een reeks onderbroken pieptonen als teken dat de code wordt opgeslagen. De memorisatie van een van twee kanalen leidt automatisch tot de memorisatie van het andere kanaal van hetzelfde paar (CH1 met CH2, CH3 met CH4). Bij een zender met drie kanalen, hebben de kanalen de volgende functies: CH5 (toets 1) = openen, CH6 (toets 2) = stoppen, CH7 (toets 3) = sluiten Memorisatie van een zender voor de bediening van de hulpverlichting Druk driemaal op de toets P1 van de ontvanger en houd hem de derde keer ingedrukt. De ontvanger geeft een doorlopende pieptoon als teken dat de programmeermodus gestart is. van de toetsen van de te programmeren zender. De ontvanger geeft een reeks onderbroken pieptonen als teken dat de code wordt opgeslagen. Het geprogrammeerde zenderkanaal zal als enige functie hebben de hulpverlichting in- en uitschakelen Een zender naar een nieuwe zender kopiëren Druk eenmaal op de toets P3 van de al geprogrammeerde zender. De ontvanger geeft gedurende ongeveer 5 seconden een doorlopende pieptoon. Druk tijdens de doorlopende pieptoon kort op een van de toetsen van de al geprogrammeerde zender. De trage doorlopende pieptoon stopt even en herbegint dan gedurende ongeveer 5 seconden. van de toetsen van de te programmeren nieuwe zender. Onderbroken pieptonen signaleren de memorisatie van de nieuwe zender Een zender wissen via de ontvanger Druk viermaal op de toets P1 van de ontvanger en houd hem de vierde keer ingedrukt. De ontvanger geeft een lange pieptoon met onderbrekingen. Druk tijdens de lange pieptoon met onderbrekingen kort op een van de toetsen van de zender. De ontvanger geeft een doorlopende pieptoon als teken dat de zender gewist is Een zender op afstand wissen (zonder toegang tot de ontvanger) Druk driemaal op de toets P3 van de zender. De ontvanger geeft gedurende ongeveer 5 seconden een trage pieptoon met onderbrekingen. Druk tijdens de lange pieptoon met onderbrekingen kort op een van de toetsen van de zender. De trage pieptoon met onderbrekingen stopt als teken dat de zender gewist is Het geheugen van de ontvanger volledig wissen Druk vijfmaal op de toets P1 van de ontvanger en houd hem de vijfde keer gedurende tien seconden ingedrukt. De ontvanger geeft een snelle pieptoon met onderbrekingen. Na 10 seconden geeft de ontvanger een doorlopende pieptoon als teken dat het geheugen volledig gewist is.

5 6. De tijden leren 6.1. Programmering van de vertraging van de inschakeling van de hulpverlichting Deze procedure moet binnen de 30 seconden na een reset van de centrale worden uitgevoerd (binnen de 30 seconden na het inschakelen van de netspanning). De programmering gebruikt een zender die al in het geheugen van de ontvanger opgeslagen is. Het is niet nodig dat deze zender de hulpverlichting bedient, een zender die voor het openen en sluiten van de poort gememoriseerd is, volstaat. De tijdvertraging voor het inschakelen van de hulpverlichting kan worden ingesteld van minimaal 1 minuut tot maximaal 12 uur. De standaard ingestelde waarde is 1 minuut. Ga als volgt te werk om deze waarde te wijzigen: Druk op de toets P3 van de zender en houd hem gedurende 5 seconden ingedrukt. De ontvanger geeft na 5 seconden een korte pieptoon. Laat de toets P3 van de zender los en druk hem vervolgens vijfmaal in. De ontvanger geeft bij elke druk een pieptoon. Laat P3 weer los en wacht 5 seconden. De ontvanger geeft drie korte pieptonen als teken dat de procedure gestart is. Druk opnieuw kort op toets P3 om de verlichting in te schakelen en de tijdvertraging te starten. Druk na de gewenste tijd opnieuw op de toets P3 van de zender, om de verlichting uit te schakelen en de nieuwe vertragingstijd op te slaan Leren van de sluitingstijd Deze procedure moet binnen de 30 seconden na een reset van de centrale worden uitgevoerd (binnen de 30 seconden na het inschakelen van de netspanning). De programmering gebruikt een zender die al op twee kanalen in het geheugen van de ontvanger opgeslagen is. Het leren van de sluitingstijd is niet nodig als men op klemmen 22 en 23 een magnetisch contact gebruikt om de veiligheidsstrip in de vijf laatste centimeters van het sluiten uit te schakelen. Als men de veiligheidsstrip uitschakelt, kan men de poort gebruiken op plaatsen waar de vloer niet volledig vlak is, of met bijzonder grote garagepoorten waarvan het centrale deel wat zou kunnen doorzakken. Ga als volgt te werk om de sluitingstijd te memoriseren: Het luik moet vooraf in de gesloten positie worden geplaatst. Druk op de toets P3 van de zender en houd hem gedurende 5 seconden ingedrukt. De ontvanger geeft na 5 seconden een korte pieptoon. Laat de toets P3 van de zender los en druk hem vervolgens tienmaal in. De ontvanger geeft bij elke druk een pieptoon. Laat P3 weer los en wacht 5 seconden. De ontvanger geeft een korte pieptoon als teken dat de procedure gestart is. Druk op de knop voor het openen van het luik en houd hem ingedrukt tot het luik volledig open is. Wanneer het luik open is, laat u de knop voor het openen los. De ontvanger geeft een korte pieptoon als teken dat de openingstijd opgeslagen is. Druk vervolgens op de zenderknop voor het sluiten van het luik en houd hem ingedrukt tot het luik volledig gesloten is. Wanneer het luik gesloten is, laat u de knop voor het sluiten los. De ontvanger geeft weer een korte pieptoon als teken dat de sluitingstijd opgeslagen is. De looptijden zijn correct opgeslagen, de ontvanger keert automatisch terug naar de normale werkingsmodus. 7. Geluidssignaal bij fouten (troubleshooting) De wandontvanger TV PRP 868 A08 kan geluidssignalen geven als er een probleem is. Het aantal pieptonen komt overeen met een specifi ek probleem, volgens de onderstaande tabel:

6 GELUIDSSIGNAAL PROBLEEM OPLOSSING 1 pieptoon, gevolgd 2 pieptonen, gevolgd 3 pieptonen, gevolgd 4 pieptonen, gevolgd 5 pieptonen, gevolgd 8 pieptonen, gevolgd Het magnetisch contact voor de uitschakeling van de veiligheidsstrip bij een ongelijkmatige vloer is te hoog geïnstalleerd. De motor is niet goed aangesloten. Fout van de foto-elektrische cel (klemmen 14 en 15): Fout van de TCSP radioslaaf Negatieve zelftest van de TCSP radioslaaf Fout van een eindcontact Verlaag het magnetische contact tot maximaal 5 cm boven de vloer. Sluit de motor correct aan. De draden voor het openen en het sluiten en de gemeenschappelijke draad van de motor moeten juist aangesloten zijn. Als een foto-elektrische cel aangesloten is, moet u controleren of haar uitgangscontact van het type normaal gesloten is. Als geen foto-elektrische cel aangesloten is, moet u controleren of klemmen 14 en 15 goed kortgesloten zijn. Controleer de batterijen en vervang ze indien nodig (door lithiumbatterijen 3,6 V ma). Controleer de batterijen en vervang ze indien nodig (door lithiumbatterijen 3,6 V ma). Als de batterijen nog goed zijn, verifi eert u de staat van de foto-elektrische cellen in het holle rubber en hun aansluiting op de slaafmodule. Controleer ook of het elektronische plaatje van de slaaf niet door vocht beschadigd is (slechte isolatie van de aansluiting van de behuizing). Aangezien de ontvanger uitgerust is met een systeem dat het verbruik detecteert van een 230 V AC motor op de relaisuitgangen voor het openen en het sluiten van het luik, kan hij een signaal geven als de eindcontacten slecht afgesteld zijn. Dit geluidssignaal impliceert dat men op klemmen 14 en 15 een magnetisch contact gebruikt en dat de looptijd van het luik geconfi gureerd is. Men moet de eindcontacten dus correct afstellen opdat ze de beweging van het luik niet te snel zouden stoppen. Opmerking Als de batterijen van de TCSP-slaaf leeg zijn of als het toestel defect is, kan men het luik nog altijd sluiten. Om evidente veiligheidsredenen kan men het echter alleen manueel sluiten, bij aanwezigheid, namelijk door de sluit-toets gedurende 5 seconden in te drukken en tijdens het sluiten ingedrukt te houden. 8. Functie van de beveiligingsingangen Ingang TB (klemmen 21 en 22): te gebruiken met een normaal gesloten drukknoop (noodstop) of een elektromechanische valstop. Als de ingang niet wordt gebruikt, moet men hem overbruggen. Ingang voor klassieke veiligheidsstrip (klemmen 16, 17 en 18): wordt niet met de Wireless Light-set gebruikt, aangezien de veiligheidsstrip radiogestuurd is. Sluit klemmen 16 en 17 aan voor een resistieve veiligheidsstrip 8 K2. Sluit de bruine draad aan op klem 16, de groene op klem 17 en de witte op klem 18 wanneer u een klassieke bedrade veiligheidsstrip gebruikt. Voor de Wireless Light-set moet een weerstand 8 K2 op klemmen 16 en 17 worden aangesloten (meegeleverd in de set en in de fabriek aangesloten). Ingang voor traditionele foto-elektrische cellen (klemmen 12, 13, 14 en 15): deze cellen zijn facultatief. Ze detecteren een obstakel nog voor de gevoelige rand van de veiligheidsstrip het obstakel raakt. Ze zijn links en rechts van het luik geplaatst en werken als een immateriële infrarode barrière. Ze zijn vooral aanbevolen voor de beveiliging van een luik van een collectieve parkeergarage. Als men dit type van foto-elektrische cellen niet gebruikt, moet men de klemmen 14 en 15 overbruggen. Ingang voor magnetisch contact (klemmen 23 en 22): deze ingang wordt gebruikt met een magnetisch contact van het type normaal open. Als geen magnetisch contact wordt gebruikt, mag men niets aansluiten op klemmen 22 en 23. B-6530 THUIN Route de Biesme 49 TEL FAX info@tempolec.be Wijzigingen voorbehouden Texte français sur demande af,