De invloed van persoonlijkheid bij organisatieveranderingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De invloed van persoonlijkheid bij organisatieveranderingen"

Transcriptie

1 De invloed van persoonlijkheid bij organisatieveranderingen The influence of personality in organizational change Een onderzoek naar de relatie tussen persoonskenmerken, attitude en veranderbereidheid bij een Lean verandertraject Peter Minnema Open Universiteit Nederland Faculteit Opleiding Begeleider/examinator Medebeoordelaar : Managementwetenschappen : Master of Science in Management : Dr. Ing. A. van Rheede : Dr. L. van Oortmerssen Drachten, maart 2017

2 Voorwoord en dankwoord Persoonlijk ben ik altijd gefascineerd geweest door het feit dat niet altijd alle veranderingen even makkelijk gaan en slagen. Dit is voor mij één van de belangrijkste redenen geweest om de master studie Change Management aan de Open Universiteit te gaan volgen. Tijdens mijn carrière heb ik verschillende situaties gezien waarin veranderingstrajecten zeer moeilijk verliepen en uiteindelijk mislukt zijn. Wat mij in eerste instantie opviel is dat het lijkt dat bepaalde personen meer weerstand vertonen ten opzichte van veranderingen dan andere personen. Ik heb met personen samengewerkt waarvan het leek dat zij tegen elke vorm van verandering waren. Daarnaast zijn er steeds meer bedrijven die persoonlijkheidstesten beschikbaar stellen voor hun medewerkers om hen te helpen het inzicht in henzelf te vergroten en elkaars gedrag beter te begrijpen, waardoor er effectiever en efficiënter gewerkt kan worden. Zelf heb ik ook een aantal van dit soort testen gedaan en bepaalde testen hadden voor mij zeker toegevoegde waarde doordat ik mij meer bewust werd door welke gekleurde bril ikzelf maar ook collega s naar de wereld c.q. organisatie kijken. Dit geeft meer inzicht hoe ikzelf behandeld wil worden maar ook hoe mijn collega s behandeld wensen te worden. In de veranderingssituaties zijn de resultaten van dit soort testen prima toe te passen met als gevolg dat de slagingskans van een veranderproces in bepaalde situaties kan toenemen. In de praktijk wordt dit principe ook al toegepast bij veranderinitiatieven. Door mijn ervaringen en het feit dat persoonlijkheidstesten in de praktijk bij organisaties gedurende veranderingsprocessen worden ingezet, heb ik besloten om in mijn afstudeeronderzoek het wetenschappelijke verband tussen persoonlijkheid en veranderbereidheid te gaan onderzoeken. Het is een lange weg geweest om mijn studie af te ronden. De mensen om mij heen, waar ik veel steun aan heb gehad, hebben veel geduld moeten hebben. Vooral mijn gezin, mijn vriendin en mijn kinderen, hebben het regelmatig moeten ontgelden. Regelmatig vroegen mijn kinderen aan mij: Je bent altijd maar aan het studeren, wanneer gaan we weer eens iets leuks doen met z n allen!. Ik wil vooral mijn gezin bedanken voor het geduld, maar ook begrip dat jullie hebben kunnen opbrengen om ruimte en tijd vrij te maken om mij te laten studeren. Daarnaast wil ik mijn leidinggevende bij Neopost bedanken voor het bieden van de gelegenheid om deze studie te kunnen doen. Wij hebben het er samen regelmatig over gehad, vooral over de vraag wanneer ik mijn studie eindelijk klaar zal hebben. Daarnaast wil ik mijn studiegenoot bedanken, we hebben vaak samen tot diep in de nacht gewerkt aan opdrachten en het schrijven van verslagen. Tot slot wil ik mijn begeleiders Taeke Tuinstra en Arjan van Rheede bedanken. Allebei bedankt voor het coachen, geven van kritische maar constructieve feedback! Ik heb veel aan jullie gehad! Alhoewel het een lange reis is geweest, zou ik het zo weer doen. Ik heb namelijk ontzettend veel van de studie opgestoken, kennis die ik nu bijna elke dag weer toepas. Ik kan de studie dan ook iedereen aanraden! Maar voor mij nu even wat anders. Want kids, ik heb goed nieuws: we hebben nu zeeën van tijd om leuke dingen met z n allen te gaan doen! 2

3 Abstract According to the literature 70 % of all change processes, including Lean implementations, fails. Changes can lead to uncertainty and stress because employees may have the feeling that they are not able to influence the change. This resistance can result in not want to change or even in slowing or eliminating the planned change. Resistance is often seen as something negative, which would not be good for the organization, while it should be seen as an opinion explaining why the change would not be good for the organization. Therefore it is better to speak of willingness to change so that there s more focus on the future and the human being behind the change. Willingness to change is determined by the attitude with respect to the desired behaviour, subjective norm and perceived behavioural control. According to the literature employees with a positive attitude regarding to the desired behaviour, are more willing to change. It also appears that the personality of the employee affects the attitude. People who have a high degree of openness, consciousness and agreeableness are more likely to form a positive attitude towards change. But also people with a high degree of openness, consciousness or extroversion are more likely to be willing to change. Personality traits are important to change management because change processes involve employees forming an opinion on the change under the influence of their personality. When forming an opinion people create a positive or negative attitude with respect to the change, which in turn has an impact on the willingness to change and the final behaviour. This study examined the relationship between personality, attitude and willingness to change by conducting a survey among 121 supply chain employees of a Dutch organisation during a Lean implementation project. The survey contained questions that are composed of existing questionnaires concerning personality (Big Five) and willingness to change (DINAMO). In this study a positive significant correlation is found between openness and consciousness and attitude but no significant correlation was found between agreeableness and attitude. This study also shows that there is a positive significant correlation between the attitude and willingness to change. In addition, there is a significant correlation found between openness and willingness to change, but this correlation was mediated by attitude. This means that people who are open to new things will not be immediately ready to change but they will rather form a positive attitude towards change. Once a positive attitude formed, they will be more willing to change and previously actively support the change process. In contrast to the literature, no significant correlations was found between consciousness, extroversion, and willingness to change. Where there is found a significant correlation between consciousness and attitude this was not the case between consciousness and willingness to change. After examining the answers of the questions about the need for the change we concluded that many respondents are worried about their jobs. The employees feel a sense of urgency to change making to remain their job possible. Therefore, they feel the need to change and to participate in the change process. This fact could very well be of great importance in addition to the personality traits for the formation of the attitude and willingness to change relative to the change. Depending on the context and the reason for the change employees with certain personal characteristics may be may not be appealed by the change so that they develop a positive or negative attitude and indirectly willingness to change. 3

4 Samenvatting Volgens de literatuur mislukt 70% van alle veranderingstrajecten, waaronder ook Lean implementatie trajecten. Lean is tegenwoordig een veel gehoorde kreet en veel organisaties zijn dan ook met Lean bezig of zijn bezig een Lean Management systeem te implementeren. Veranderingstrajecten hebben grote impact op medewerkers. Veranderingen kunnen leiden tot onzekerheid en stress doordat medewerkers het gevoel hebben geen invloed te hebben op de veranderplannen van de organisatie. Dit kan weerstand tot gevolg hebben dat zich uit in het niet mee willen veranderen, of zelfs in het vertragen of elimineren van de geplande verandering. Vaak wordt weerstand gezien als iets negatiefs wat niet goed zou zijn voor de organisatie, terwijl het juist gezien moet worden als een mening die aangeeft waarom een verandering niet goed zou zijn voor de organisatie. Daarom is het beter te spreken van veranderbereidheid waardoor er meer naar de toekomst en de mens achter de aanstaande veranderingen gekeken wordt. Veranderbereidheid wordt bepaald door attitude ten opzichte van het gewenste gedrag, subjective norm en perceived behavioural control. Zo blijkt uit de literatuur dat wanneer medewerkers een positieve attitude hebben ten opzichte van het gewenste gedrag men eerder bereid is te veranderen. Daarnaast blijkt dat de persoonlijkheid van de medewerker van invloed is op de attitude. Mensen die een hoge mate van openheid, nauwkeurigheid of vriendelijkheid hebben zullen eerder een positieve attitude vormen ten opzichte van de verandering. Maar daarnaast zullen volgens de literatuur medewerkers met een hoge mate van openheid, nauwkeurigheid of extraversie eerder bereid zijn te veranderen. Persoonlijkheidskenmerken zijn dus belangrijk voor verandermanagement aangezien veranderprocessen gaan om medewerkers die onder invloed van hun persoonlijkheid een mening vormen over het veranderingsproces. Bij het vormen van een mening ontstaat er een positieve of negatieve attitude ten opzichte van de verandering, wat vervolgens van invloed is op de veranderbereidheid en het uiteindelijke gedrag. Persoonlijkheid is voor een groot deel aangeboren en eenmaal volwassen niet meer verandert. Dit betekent dat bij veranderingsprocessen rekening gehouden zal moeten worden met al die medewerkers met elk hun eigen persoonlijkheid. In de literatuur is aan bovenstaande onderwerpen al de nodige aandacht besteed, maar er is nog steeds behoefte om meer onderzoek te doen naar de verbanden tussen persoonlijkheid, attitude en veranderbereidheid. De resultaten van veel van de onderzoeken zijn moeilijk te generaliseren. Daarnaast is er maar weinig kwalitatief onderzoek gedaan naar bovenstaande verbanden. Door volgens het sociaal constructivisme bovenstaande verbanden te onderzoeken zouden we beter kunnen begrijpen wat de interpretaties en de subjectieve betekenissen zijn die medewerkers geven aan een veranderingstraject. Hierdoor zouden we beter kunnen begrijpen waarom wel of niet veranderbereidheid ontstaat. In dit onderzoek is de relatie onderzocht tussen persoonlijkheid, attitude en veranderbereidheid. Het onderzoek is uitgevoerd onder supply chain medewerkers bij een organisatie die kantoormachines produceert. Door middel van een survey zijn de medewerkers gevraagd antwoord te geven op vragen die zijn samengesteld uit bestaande vragenlijsten met betrekking tot persoonlijkheid (Big Five) en veranderbereidheid (DINAMO). Uit het onderzoek blijkt er een positieve significante correlatie te zijn tussen openheid en attitude. Dit betekent dat medewerkers die openstaan voor nieuwe dingen eerder een positieve attitude vormen ten opzichte van de verandering. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat er een positieve significante 4

5 correlatie bestaat tussen nauwkeurigheid en attitude. Dit kan volgens de literatuur verklaard worden doordat mensen met een hoge mate van nauwkeurigheid plichtsgetrouw zijn en de neiging hebben strikt te houden aan doelstellingen en verplichtingen. Maar een andere verklaring zou de context van de verandering, die binnen de organisatie afspeelt, kunnen zijn. Want met Lean wordt een zo hoog mogelijke efficiency nagestreefd, worden verspillingen op de werkvloer geëlimineerd en wordt er volgens een standaard manier gewerkt. Deze maar ook andere specifieke elementen van Lean kunnen medewerkers met een hoge mate van nauwkeurigheid aanspreken waardoor deze medewerkers meer de positieve gevolgen zien voor het werk en daardoor een positieve attitude vertonen ten opzichte van het veranderingstraject. Verder is er geen significante correlatie gevonden tussen vriendelijkheid en attitude. Waar in de literatuur persoonlijkheidskenmerk vriendelijkheid geassocieerd wordt met geneigd tot samenwerken, meegaand en open staan voor de belangen en wensen van anderen, komt dit in dit onderzoek niet tot uiting in het hebben van een positievere attitude ten opzichte van de verandering. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat er een positieve significante correlatie bestaat tussen attitude en veranderbereidheid. Medewerkers die eenmaal een positieve attitude ten opzichte van de verandering hebben gevormd zullen eerder bereid zijn om ook daadwerkelijk te veranderen. Tevens is er een significante correlatie tussen openheid en veranderbereidheid maar deze correlatie bleek door attitude te worden gemedieerd. Dit betekent dat medewerkers die open staan voor nieuwe dingen niet direct bereid zullen zijn tot veranderen maar zullen wel eerder een positieve attitude vormen ten opzichte van de verandering. Eenmaal een positieve attitude gevormd zullen zij eerder bereid zijn te veranderen en eerder het veranderingsproces actief ondersteunen. Daarnaast zijn er in tegenstelling tot de literatuur geen significante correlaties gevonden tussen nauwkeurigheid, extraversie en veranderbereidheid. Waar wel een significante correlatie werd gevonden tussen nauwkeurigheid en attitude hebben we dat niet geconstateerd bij het verband tussen nauwkeurigheid en veranderbereidheid. Mensen met een hoge mate van extraversie zijn in het algemeen sociaal, warm, vrolijk, energierijk en assertief en ervaren vaak positieve emoties. En hebben daarnaast een hoger probleemoplossend vermogen en een hogere mate van positief denken. Hierdoor zouden volgens de literatuur medewerkers met een hoge mate van extraversie eerder bereidheid zijn te veranderen, maar is dit niet bevestigd in dit onderzoek. Het overgrote deel van de respondenten vindt het veranderingstraject noodzakelijk. De organisatie bevindt zich in een afnemende markt waardoor de organisatie op zoek moet naar een andere markt. Uit de beantwoording van vragen over de noodzaak van het veranderingstraject valt op te maken dat veel respondenten zich zorgen maakt om hun baan. De medewerkers voelen een sense of urgency om te gaan veranderen waardoor mogelijk hun baan blijft bestaan. Daardoor voelen zij de noodzaak om te gaan veranderen en mee te werken aan het veranderingsproces. Dit gegeven kon wel eens van groot belang zijn naast de persoonskenmerken voor de vorming van de attitude en de veranderbereidheid ten opzichte van het veranderingstraject. Mogelijk correleren, afhankelijk van de context en de reden van het veranderingsproces, de vijf persoonskenmerken op verschillende manieren met attitude (en indirect met veranderbereidheid). Afhankelijk van de context en van de reden van het veranderingstraject zal dit mogelijk medewerkers met bepaalde persoonskenmerken wel of niet aanspreken waardoor zij een positieve of negatieve attitude ontwikkelen. De resultaten van dit onderzoek zijn gevonden tijdens een 5

6 steekproef gehouden onder medewerkers van één organisatie. Verder wetenschappelijk onderzoek is nodig om te bepalen in hoeverre deze resultaten gegeneraliseerd kunnen worden en hoe bovenstaande verbanden met elkaar correleren. Daarnaast is dit ook belangrijk voor het management van organisaties om medewerkers met specifieke persoonlijkheden te selecteren voor het veranderteam die de organisatieverandering gaat begeleiden en het veranderplan af te stemmen op de context en de persoonskenmerken van de te veranderen medewerkers. 6

7 Inhoudsopgave Voorwoord en dankwoord... 2 Abstract... 3 Samenvatting Inleiding Aanleiding tot het onderzoek Relevantie Vraagstelling Het onderzoeksmodel Theoretisch kader Organisatieveranderingen Resultaten van Lean verandertrajecten Veranderbereidheid Attitude Invloed attitude op de veranderbereidheid Persoonlijkheid Definitie van Persoonlijkheid Relatie persoonlijkheid en de veranderbereidheid Relatie persoonlijkheid en de attitude Conclusie literatuuronderzoek Conceptueel model Methodologie Onderzoeksmethode Vragenlijst DINAMO vragenlijst Big Five vragenlijst Dataverzameling Respons Validiteit, betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid Resultaten Beschrijvende statistiek Correlatie analyse Regressie analyse van het verband tussen persoonlijkheid en attitude Regressie analyse van het verband tussen attitude en veranderbereidheid Regressie analyse van het verband tussen persoonlijkheid en veranderbereidheid Reacties medewerkers op het Lean veranderproces Conceptueel model met onderzoeksresultaten Conclusies, discussie en aanbevelingen Conclusies Discussie Aanbevelingen voor de praktijk Aanbevelingen voor verder onderzoek Literatuurverwijzingen Bijlagen Bijlage Bijlage

8 1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot het onderzoek Wereldwijde, economische en technische ontwikkelingen zorgen voor de benodigde veranderingen in organisaties (Cummings & Worley, 2009). Ook in Nederland hebben bijna alle organisaties te maken met veranderingen. De aanleiding kan liggen in omgevingsveranderingen, zoals een ander economisch klimaat, nieuwe overheidsmaatregelen of andere klanteisen. De reden voor verandering kan ook vanuit de organisatie zelf komen, denk aan de ambitie om milieuvriendelijk te produceren of nieuwe technologie optimaal te benutten (Boonstra J., 2008). Als organisaties willen overleven zullen ze zich moeten aanpassen aan de veranderende omgeving. Om deze reden is organisatieverandering onontkoombaar. Hoewel er verschillende soorten organisatieveranderingen bestaan, hebben de meeste veranderingen hetzelfde doel voor ogen; het verbeteren van de effectiviteit en efficiëntie van de organisatie (Metselaar, 1997). Daarnaast veranderen organisaties steeds vaker en sneller. En dat is belangrijk, want de snelheid en flexibiliteit waarmee organisaties zich kunnen aanpassen aan de als maar veranderende omgeving zijn bepalend voor hun concurrentiepositie en hun overleven (Guest, 2004). De veranderingen gaan zo snel dat een organisatieverandering tegenwoordig al lang niet meer de transitie van de ene stabiele situatie naar de andere is. Waarbij de veranderingen elkaar steeds vaker overlappen, de ene reorganisaties is nog niet afgerond, of de volgende staat alweer voor de deur. Het creëren van support en enthousiasme onder medewerkers, in plaats van enkel het bestrijden van weerstand, wordt daarom steeds belangrijker (Piderit, 2000). Het is duidelijk dat organisaties om verschillende redenen moeten veranderen en dat het management besluiten moet nemen, welke weg in te slaan en hoe de organisatie te veranderen. Maar hoe succesvol zijn organisaties in het veranderen van hun organisatie? Uit veel onderzoeken blijkt dat de slagingspercentages van organisatieveranderingen bijzonder laag is. Slagingspercentages liggen volgens verschillende onderzoeken (Smith, 2002) tussen de 20-30%. Nu zijn er in de laatste decennia onderzoeken gedaan naar de oorzaken van het mislukken van organisatieveranderingen en naar reacties van de medewerkers die de verandering ondergaan. Deze onderzoeken zijn voor een groot deel gedomineerd door een macro- of systeem georiënteerde focus (Judge, Thoresen, Pucik & Welbourne, 1999). Er is maar beperkt onderzoek gedaan naar een micro- of persoon georiënteerde focus. Vooral de studies met een psychologische focus in het onderzoeken van het proces van organisatorische verandering zijn zeer beperkt. Terwijl de acceptatie en support van individuele medewerkers met betrekking tot succesvolle organisatorische veranderingen zeer belangrijk is (Miller, Johnson, & Grau, 1997). Want veranderingen binnen organisaties worden immers geïnitieerd en uitgevoerd door individuen binnen de organisatie (Bartunek, 1984; Porras & Robertson, 1992; Oreg, Vakola, & Armenakis, 2011). Meerdere onderzoekers (Wanberg & Banas, 2000; Judge et al., 1999; Ravi Kumar & Kamalanabhan, 2005) roepen daarom niet alleen op meer onderzoek te doen met meer focus op persoonsniveau naar organisatorische veranderingen maar ook specifiek naar de relatie tussen de persoonlijke kenmerken van medewerkers en organisatorische veranderingen (Shah, Irani, & Sharif, 2017). Dit onderzoek zal zich daarom gaan richten op de relatie tussen persoonlijke kenmerken van medewerkers en organisatorische veranderingen. 8

9 Weerstand is een van de belangrijkste oorzaken van het mislukken van veranderingsinitiatieven (Bovey & Hede, 2001; Waldersee & Griffiths, 1996). De term weerstand geeft echter een negatief beeld aangezien weerstand een uiting is van betrokkenheid en de behoefte van de medewerkers om juist een positieve bijdrage te leveren aan het veranderproces (Fiorelli & Margolis, 1993). In die zin kan weerstand beter gezien worden als veranderbereidheid. Wanneer de medewerkers bereid zijn te veranderen zullen zij minder weerstand tonen en zullen zij eerder het gewenste gedrag laten zien (Goldstein, 1988). Individuele veranderbereidheid is een kritische succesfactor voor organisatorische veranderingen doordat organisaties alleen veranderen en handelen door hun eigen medewerkers, waarbij zelfs de meeste collectieve activiteiten een vermenging zijn van de activiteiten van alle individuele medewerkers (George & Jones, 2001). Nu is in de literatuur al de nodige aandacht besteed aan veranderbereidheid maar is daarin geen onderscheid aangebracht tussen de bereidheid van de individuele medewerkers en de bereidheid van de organisatie als geheel om te veranderen, wat een gebrek aan definities en conceptuele duidelijkheid geeft en zorgt voor verwarring voor zowel onderzoek en praktijk (Vakola, 2014). Het negeren van het individuele perspectief van veranderbereidheid zou leiden tot een onvolledige theoretische en empirische benadering van organisatie veranderingen (Vakola, 2014). Dit onderzoek zal zich daarom richten op de individuele weerstand of beter gezegd de individuele veranderbereidheid van medewerkers ten opzichte van organisatorische veranderingen. We kunnen vanuit verschillende invalshoeken naar deze weerstand (veranderbereidheid) kijken n.l. politieke, sociale en psychologische (Metselaar, Cozijnsen, & Van Delft, 2011). Vanuit psychologisch oogpunt streven mensen naar een bepaald evenwicht tussen stabiliteit en verandering. Teveel verandering kan leiden tot onzekerheid en onrust. Daarentegen leidt weinig verandering tot verveling. Wel geldt dat de ene persoon meer neigt naar een leven waarin zekerheid en rust een centrale plaats inneemt, terwijl een ander meer de voorkeur geeft aan onzekerheid en bewust spanning opzoekt. Deze verschillen zijn vaak terug te voeren op persoonskenmerken of ervaringen in het verleden waarin wel of geen succes is geboekt en zorgen ervoor dat reacties van medewerkers op veranderingen uiteenlopen (Metselaar et al., 2011). Het uiteindelijke gedrag wat medewerkers laten zien wordt niet alleen beïnvloed door wat er in hun omgeving gebeurt maar ook door de persoonlijke eigenschappen van de medewerkers (Plomp, 2010). In dit onderzoek zal onderzocht worden welk verband er te vinden is tussen persoonlijke eigenschappen en veranderbereidheid bij veranderingstrajecten. In 1991 introduceerde Ajzen (1991) de gepland gedrag theorie. Volgens dit model (Afbeelding 1) bepalen drie variabelen de intentie van een persoon om bepaald gedrag te vertonen. Deze variabelen zijn: de attitude van de persoon ten aanzien van het gedrag, de subjectieve norm ten aanzien van het gedrag, de controle die de persoon ervaart over het gedrag. Wanneer een persoon een positieve attitude heeft ten opzichte van het gewenste gedrag zal hij of zij eerder de intentie hebben om het gewenste gedrag te laten zien. Aangezien gepland gedrag gaat over het veranderen van bestaand gedrag in nieuw gewenst gedrag is dit model uitstekend te gebruiken om de veranderbereidheid te bepalen. 9

10 Afbeelding 1. Theorie van gepland gedrag. Herdrukt van The Theory of Planned Behavior, Ajzen,I., 1991, Organizational Behavior and Human Decision Process, 50, p182. In dit onderzoek zal gekeken worden of er een relatie bestaat tussen de persoonlijke kenmerken, de attitude en de veranderbereidheid van medewerkers tijdens een veranderingstraject. 1.2 Relevantie Zoals eerder aan de orde is geweest is er in de literatuur maar beperkt met een micro of persoon georiënteerde focus onderzoek gedaan naar de oorzaken van het falen van organisatorische veranderingen (Judge et al., 1999). Terwijl uit verschillende onderzoeken blijkt dat acceptie en support van de betrokken individuen belangrijk is om een verandertraject te doen slagen (Miller et al., 1997). Vanuit de wetenschap is er daarom behoefte om meer onderzoek te doen naar de relatie tussen individuen en de veranderbereidheid (Wanberg & Banas, 2000; Judge et al., 1999; Ravi Kumar & Kamalanabhan, 2005). Verder blijkt persoonlijkheid een grote invloed uit te oefenen op de attitude en de veranderbereidheid van medewerkers. In de literatuur is al aandacht besteed aan kwantitatieve studies naar de relatie tussen persoonlijkheid en organisatorische veranderingen, maar er is behoefte aan meer onderzoek aangezien resultaten uit eerdere onderzoeken niet representatief hoeven te zijn voor andere type organisaties (Ravi Kumar & Kamalanabhan, 2005). Het aantal kwalitatieve studies is daarentegen zeer beperkt (Smollan, Matheny, & Sayers, 2010). In de wetenschap wordt namelijk vaak gestreefd om grip te krijgen op complexe fenomenen door het uitvoeren van kwantitatieve studies en een model te ontwikkelen die deze fenomenen versimpelt en hanteerbaarder maakt. Hierbij worden schematisch relaties gelegd tussen bepaalde facetten. Het grote voordeel van een model is dat het de complexe materie overzichtelijk maakt (De Moor, 2005). Het grote nadeel van een model is dat het vaak een momentopname is en niet de flexibiliteit laat zien die de materie die het weergeeft vaak wel heeft. Volgens De Moor (2005) dekt een model nooit de hele lading en is het een reductie en dus een vereenvoudiging van de werkelijkheid. Een ander perspectief om naar de werkelijkheid te kijken wordt constructivisme genoemd. In het constructivisme is het juist noodzakelijk om subjectieve betekenissen te onderzoeken die achter acties van 10

11 medewerkers liggen om deze te begrijpen. Deze interpretaties en de betekenissen bepalen vervolgens de acties en kunnen vervolgens gezien worden als betekenisvol in de context van het constructivisme (Saunders, Lewis, & Thornhill, 2006). Door nu naast kwantitatief onderzoek ook de reacties van de medewerkers op het verandertraject te verzamelen wordt getracht deze subjectieve betekenissen bloot te leggen. Dit onderzoek zal zich richten op de relatie tussen persoonlijkheid, attitude en de veranderbereidheid van individuele medewerkers tijdens een verandertraject en zal kwantitatief van aard zijn. Het doel van dit onderzoek is om bestaande theorieën met betrekking tot de relatie tussen persoonlijkheid, attitude en veranderbereidheid te toetsen en de reacties van de medewerkers op het verandertraject te verzamelen. De context waarin onderzoek gedaan wordt is een Lean veranderingstraject bij een organisatie uit de machine-industrie in Nederland. Lean veranderingstrajecten zijn tegenwoordig populair bij organisaties. Veel organisaties starten of zijn bezig met een Lean project om de organisatie te verbeteren en/of bijvoorbeeld voor te bereiden op het bedienen van een nieuwe markt. Daarom heeft dit onderzoek ook een maatschappelijk relevantie daar het mogelijk meer relevante informatie en inzicht voor deze organisaties kan geven om ervoor te zorgen dat de slagingskans gaat stijgen. Welke voor-en nadelen zien de medewerkers, wat is volgens hen de noodzaak van veranderen en welke zorgen hebben zij? 1.3 Vraagstelling In dit onderzoek staan de reacties van de medewerkers naar aanleiding van een Lean veranderingstraject centraal. Hoe reageren medewerkers op het verandertraject? En wat vinden ze nu werkelijk van de plannen en initiatieven van het management? Daarnaast zal gekeken worden naar de persoonlijke kenmerken van de medewerkers en de relatie met de attitude en veranderbereidheid van dezelfde medewerkers. De centrale vraag van dit onderzoek is als volgt: Hoe reageren medewerkers op een veranderingstraject als Lean en wat is hierbij de invloed van persoonskenmerken op de attitude en de bereidheid tot veranderen van de betrokken medewerkers? De centrale vraag kan worden beantwoord aan de hand van de volgende deelvragen: 1. Wat is in de wetenschappelijke literatuur bekend over organisatieveranderingen en Lean verandertrajecten in het bijzonder? 2. Wat is er in de literatuur bekend over veranderbereidheid? 3. Wat is volgens de literatuur de invloed van de attitude op de veranderbereidheid? 4. Wat is volgens de literatuur de invloed van persoonlijkheid op de attitude en op de veranderbereidheid? 5. Hoe is volgens de literatuur persoonlijkheid en veranderbereidheid te meten? 6. Wat is de invloed van attitude op de veranderbereidheid? 7. Wat is de invloed van de persoonlijkheid op attitude en de veranderbereidheid? 8. Welke voor- en nadelen zien medewerkers in het Lean veranderingstraject? 11

12 1.4 Het onderzoeksmodel Het onderzoek zal gestart worden met een literatuurstudie binnen de gebieden van organisatieveranderingen, persoonlijkheid, veranderbereidheid en methoden en technieken van onderzoek. Afbeelding 2 toont een grafische weergave van het onderzoeksmodel. Na de literatuurstudie zal het conceptueel model opgesteld worden waarna vervolgens het empirische onderzoek uitgevoerd zal worden. Door middel van een survey zal de data verzameld worden en met behulp van SPSS zal de kwantitatieve data statistisch geanalyseerd worden. Door middel van correlatie, regressie, moderatie en mediatie analyse zullen de conclusies getrokken worden. De kwalitatieve data zal geanalyseerd, gecodeerd en gecategoriseerd worden, waarna de conclusies getrokken worden. Literatuuronderzoek Onderzoeksopzet Onderzoeksresultaat Conceptueel model Persoonlijkheid Organisatieveranderingen Veranderbereidheid Analyse van de resultaten Methoden en technieken van onderzoek ` Organisatie Conclusie Afbeelding 2 Het onderzoeksmodel 12

13 2 Theoretisch kader In het theoretisch kader worden vier onderwerpen besproken: organisatieveranderingen, veranderbereidheid, persoonlijkheid en attitude en de interacties tussen deze onderwerpen. In dit hoofdstuk zal ik dieper ingaan op de bestaande literatuur met betrekking tot bovenstaande onderwerpen om mijn onderzoeksvraag te beantwoorden en vorm te geven aan het empirische gedeelte van het onderzoek. 2.1 Organisatieveranderingen Uit veel onderzoeken blijkt dat de slagingspercentages van organisatieveranderingen bijzonder laag is. Slagingspercentages liggen volgens verschillende onderzoeken (Smith, 2002) tussen de 20-30%. Door 49 artikelen die organisaties vertegenwoordigen te onderzoeken concludeert Smith (2002) dat de slagingspercentages (Tabel 1) van organisatieveranderingen sterk afhankelijk is van het type verandering. De percentages die Smith vond variëren per type verandering van 29% (Cultuurverandering) tot 58% (Strategieverandering) (Smith, 2002). Tabel 1 Slagingspercentages per type verandering Type verandering Aantal studies Aantal organisaties Slagingspercentage Strategy deployment % Restructuring and Downsizing % Technology Change % Mixed Collection of Change Efforts % TQM-driven Change % Mergers and Acguisitions % Re-engineering and Process Design % Software Development and Installation % Business Expansion % Culture Change % Totaal % Noot. Herdrukt uit Success Rates for Different Types of Organizational Change door Smith M.,2002. Performance Improvement, 41, p.27 Nu zijn er in de laatste decennia onderzoeken gedaan naar de oorzaak voor het mislukken van organisatieveranderingen en naar reacties van de medewerkers die de verandering ondergaan. Het veld waar dit in wordt gedaan en de context is zeer breed. Oreg et al. (2011) hebben uiteindelijk besloten alle kwantitatieve empirische studies die gepubliceerd zijn in de journals Annual Review of Psychology en de Journal of Management te analyseren en een model te ontwikkelen die in het gehele speelveld van verandermanagementonderzoek wordt gedaan samen te vatten. Dit model (Afbeelding 3) geeft een mooi beeld van de verschillende contexten waarin onderzoek wordt gedaan in de veranderingsliteratuur. 13

14 Afbeelding 3. Model of Change Recipient Reactions to Organizational Change. Herdrukt uit Resistance to change: Developing an individual differences measure, door S. Oreg, 2003, Journal of Applied Psychology, 88 (4), p.6. Na 79 onderzoeken geanalyseerd te hebben komen zij tot een model waarbij er drie termen worden onderscheiden: antecedenten, expliciete reacties en verander consequenties. Voor de antecedenten worden de elementen pre-verandering (dat wat al aanwezig is voor de verandering, bijvoorbeeld change targets karakter, interne context) en verandering antecedenten (dat wat gebeurt tijdens de verandering, bijvoorbeeld het veranderingsproces, ontvangen voordeel of schade en inhoud van de verandering) onderscheiden. De antecedenten zijn de redenen voor de expliciete reacties van de verandering. Deze expliciete reacties kunnen affectief, cognitief en gedragskenmerkend van aard zijn. Vervolgens zorgen de antecedenten en de expliciete reacties voor de consequenties van de verandering wat vervolgens weer werk gerelateerd en persoonlijk van aard kan zijn Resultaten van Lean verandertrajecten Een van de organisatieveranderingen waar veel organisaties tegenwoordig mee bezig zijn is de implementatie van de Lean filosofie binnen hun organisatie (Alves, Dinis-Carvalho, Sousa, Moreira, & Lima, 2011). Verschillende studies (Deruytter & Feys, 2012; Ahrens, 2006; McGrath, 2007) wijzen uit dat het implementeren van Lean Manufacturing System (LMS) daadwerkelijk het bedrijfsresultaat kan verbeteren. Maar volgens een onderzoek uitgevoerd in Engeland hebben minder dan 10% van de organisaties die LMS implementeerden dit met succes gedaan (Bhasin & Burcher, 2006). Pedersen & Hunich (2011) geven aan dat tot 70% van de organisaties die Lean implementeerden hebben gefaald. En daarmee sluit het implementeren van LMS aan bij de klassieke veranderprocessen (Tabel 1) die net zo als de vele andere veranderprocessen in heel veel gevallen mislukken (Smith, 2002). 14

15 2.2 Veranderbereidheid Wanneer medewerkers persoonlijk worden geconfronteerd met een grote organisatorische verandering, gaan zij door een reactie proces. Dit proces wordt beschreven als uit vier fasen bestaande deelprocessen: aanvankelijke ontkenning, weerstand, verkenning en uiteindelijk commitment (Bovey & Hede, 2001). Veranderingen kunnen leiden tot onzekerheid en stress onder de medewerker, dit komt mede doordat medewerkers het gevoel hebben geen controle meer te hebben over de onzekere situatie. Zij geloven dat ze geen invloed hebben op de veranderplannen van de organisatie. Negatieve gevolgen zijn angst, psychologische belasting, hulpeloosheid en verminderde prestaties (Bordia, Hobman, Jones, Gallois, & Callan, 2004). Wanneer veranderingen onzekerheid en dubbelzinnigheid bij de medewerkers creëren, zal er zeer waarschijnlijk weerstand tot veranderen ontstaan. De ontstane weerstand is niet tegen de verandering zelf maar tegen de persoonlijke verliezen waarvan de medewerkers denken dat die zullen ontstaan met de verandering (McKenna, 2000). Weerstand voor verandering uit zich bij medewerkers in de neiging om niet mee te willen gaan met de veranderingen (Lines, 2004), of zelfs in het vertragen of elimineren van de geplande verandering (Greenberg & Baron, 2007). Weerstand en veranderbereidheid zijn nauw met elkaar verbonden en vertegenwoordigen een polariteit van twee polen van een continuüm (Coutsee, 1999). De definities weerstand en veranderbereidheid beschrijven dezelfde houding van medewerkers, echter weerstand benadert de houding negatief en veranderbereidheid vanuit een positief perspectief. Weerstand hoeft niet gezien te worden als tegenkrachten die de voortgang van veranderingen belemmeren. Weerstand moet juist gezien worden als een mening die aangeeft waarom een verandering niet goed zou zijn voor de organisatie. De sleutel tot succesvolle veranderingen ligt in het open staan voor en werken met de meningen van betrokkenen (Merron, 1993; Dent & Goldberg, 1999). Gebruik van het begrip weerstand tegen verandering resulteert in dat men te veel gericht is op wat niet werkt, waardoor weer extra weerstand ontstaat en weerstand kan worden versterkt (Goldstein, 1988). Door te praten over veranderbereidheid richten we ons op de toekomst en de mens achter de aanstaande veranderingen in plaats van het verleden en de organisatie achter de veranderingen. In 1991 introduceerde Ajzen (1991) de gepland gedrag theorie. Volgens dit model (Afbeelding 1) bepalen drie determinanten de intentie (oftewel veranderbereidheid) van een persoon om bepaald gedrag te vertonen. De eerste determinant is attitude towards the behaviour en wordt mede bepaald door de verwachte positieve en negatieve uitkomsten van het veranderingsproces. De tweede determinant is subjective norm, de normen ten aanzien van de verandering worden mede bepaald door de sociale groep en de attitude van anderen. 15

16 Afbeelding 4. Het model van Ajzen vertaald naar de praktijk van verandermanagement. Herdrukt uit Van Weerstand naar veranderbereidheid (p.66), door E. Metselaar, A. Cozijnsen en P. van Delft, 2011, Amstelveen: Holland Business Publications De derde en laatste determinant is perceived behavioural control en dit is de mate van controle die de persoon ervaart over het gedrag. Voelt de persoon zich in staat te voldoen aan het gewenste gedrag? Het model van Ajzen is door Metselaar et al. (2011) vertaald naar een meer praktisch op de organisatie gericht bruikbaar model. In dit model (afbeelding 4) wordt gesproken over willen veranderen, moeten veranderen en kunnen veranderen. Deze drie variabelen bepalen de veranderbereidheid van de persoon en vervolgens het gedrag en het resultaat. De mate waarin de medewerker wil veranderen wordt bepaald door de verwachte gevolgen van de verandering, emoties die de verandering oproepen, persoonlijke meerwaarde van de verandering voor de organisatie en de betrokkenheid van de medewerker bij het veranderproces. Collega s, leidinggevenden, directie en de Raad van Bestuur oefenen druk uit op de medewerker om te veranderen en bepalen hoe sterk hij of zij het gevoel heeft te moeten veranderen. Er kan tevens ook sprake zijn van externe druk of noodzaak te veranderen. De mate waarin de medewerker het gevoel heeft te moeten veranderen hangt dus af van interne en externe factoren. De derde variabele verwijst naar de mate waarin de medewerker in staat is te kunnen veranderen. De factoren die bepalen of de medewerker in staat is met succes te veranderen zijn: kennis en ervaring van de medewerker, kwaliteit van de aansturing van het veranderproces, kwaliteit van de informatievoorziening, verandervermogen van de organisatie, beheersbaarheid van het veranderproces, timing van het veranderproces en de complexiteit van het veranderproces. Het complete model omschrijft alle factoren die bepalen of de medewerker bereid is te veranderen en het veranderproces actief of passief zal ondersteunen. Praktisch betekent dit dat wanneer de medewerker bereid is te veranderen hij of zij tijd vrij maakt om de verandering in te voeren en collega s te overtuigen dat de verandering goed is voor hen en de organisatie. 2.3 Attitude Attitude kunnen we definiëren als: a learned, global evaluation of an object (person, place, or issue) that influences thought and action (Perloff, 2003, p. 39). Volgens Ajzen (1991) kunnen we twee soorten reacties onderscheiden om de attitude van een medewerker ten opzichte van een gebeurtenis te bepalen namelijk: cognitieve 16

17 en affectieve reacties. Cognitieve reacties reflecteren de percepties en informatie over de gebeurtenis. Deze reacties gaan over wat medewerkers weten en geloven over de gebeurtenis en welke attributen er bij zo n gebeurtenis zouden passen. Bij affectieve reacties associëren de medewerkers de gebeurtenis en de betekenis die men daar aan geeft met gevoelens en emoties. De cognitieve en affectieve reacties bepalen wat de houding van de medewerkers is ten opzichte van de gebeurtenis en daardoor ook de gedragsintentie Invloed attitude op de veranderbereidheid Sinds de introductie van Ajzen s model in 1991 is het model in een groot aantal publicaties besproken en heeft het z n waarde bewezen in het voorspellen, verklaren en veranderen van uiteenlopende soorten gedrag (Metselaar, Cozijnsen, & Van Delft, 2011). Uit onderzoek (Metselaar, 1997; Ajzen, 1991; Fretes de, 2006) is gebleken dat de attitude, subjective norms en perceived behavoir control een positieve relatie vertonen met veranderbereidheid. Bij een onderzoek uitgevoerd bij een Nederlands bedrijf is gebleken dat attitude veruit de meeste variantie verklaart van veranderbereidheid (Fretes de, 2006). Hieruit volgt de volgende hypothese: Hypothese 1: Attitude vertoont een positieve relatie met veranderbereidheid 2.4 Persoonlijkheid Veranderbereidheid wordt gedefinieerd als een attitude die wordt beïnvloed door de inhoud (wat wordt er veranderd), het veranderingsproces (hoe de verandering wordt geïmplementeerd), de context (onder welke omstandigheden de verandering wordt geïmplementeerd) en de individuele medewerkers (de persoonlijkheid van de medewerkers die de verandering ondergaan) (Holt, Armenakis, & Feild, 2007). Mensen hebben verschillende persoonlijkheden waardoor ze in hun neiging verschillen om weerstand te bieden of veranderingen te accepteren (Oreg, 2003). Maar voordat we dieper ingaan op de relatie persoonlijkheid en veranderbereidheid kijken we eerst hoe we persoonlijkheid kunnen definiëren Definitie van Persoonlijkheid Persoonlijkheid is een optelsom van de manieren waarop een individu reageert op en interacteert met anderen (Robbins & Judge, 2011). Het gaat hierbij om alle betrekkelijk constante (dat wil zeggen: typerende) kenmerken van de manier van reageren of handelen van individuen in allerlei verschillende situaties. Plomp (2010, p. 10) omschrijft persoonlijkheid als de speciale manier waarop iemand anders is dan andere mensen. Sommige persoonlijk eigenschappen zijn bij te sturen, maar er zijn grenzen aan de veranderbaarheid van mensen. Misschien is gedrag tot een zekere mate te veranderen, de persoonlijke drijfveren en affiniteiten zullen grotendeels het zelfde blijven. En juist dat onveranderlijke is persoonlijkheid (Plomp, 2010). 17

18 Afbeelding 5. Wie je bent: de biologische kern, de vaste en de veranderbare kenmerken. Herdrukt van Een kwestie van persoonlijkheid (p.11), door P. Plomp, 2010, p.11, Houten: Unieboek Het Spectrum Vanuit een psychologisch oogpunt bestaat de mens uit drie schillen getoond in Afbeelding 5: 1. de biologische kern, deze is niet te veranderen 2. de persoonlijkheid en aanleg, dit zijn kenmerken die bepaald zijn door de biologische kern en door ontwikkeling in de kinderjaren. Deze zijn niet meer te veranderen wanneer de persoon eenmaal volwassen is 3. de veranderbare vaardigheden, dit zijn de vaardigheden die in de loop van het leven veranderen. De onderliggende schillen (biologische kern, persoonlijkheid en aanleg) hebben hier een grote invloed op De aangeboren eigenschappen (biologische kern) bepalen voor meer dan 50% hoe iemands onveranderlijke persoonlijkheid zal worden (Plomp, 2010). Daarnaast, zoals we kunnen zien in Afbeelding 6, wordt hoe iemand zich gedraagt niet alleen beïnvloed door wie hij of zij is (de drie schillen), maar ook door wat er in de omgeving gebeurt. Afbeelding 6. Wat je doet: gedrag is maar voor een deel terug te voeren op persoonlijkheid. Herdrukt van Een kwestie van persoonlijkheid, door Plomp, P., 2010, p.12, Houten: Unieboek Het Spectrum 18

19 De omgeving heeft invloed op je vaardigheden; wij veranderen immers door alles wat ons overkomt. En de omgeving heeft invloed op het gedrag; mensen reageren op wat er met ze gebeurt (Plomp, 2010; Obers & Achterberg, 2009). Verder zijn er steeds sterker wordende aanwijzingen dat ook bepaalde persoonlijkheidskenmerken voor een belangrijk gedeelte door genetische en biologische variabelen worden bepaald (Archontaki, Lewis, & Bates, 2013; Bouchard Jr. & Loehlin, 2001). Ook blijkt dat op de manier hoe mensen informatie verwerken voor 80% bepaald wordt door erfelijke factoren. Dit betekent dat de manier hoe mensen informatie verwerken erfelijk bepaald is en bij de geboorte vastligt (Lensveldt-Mulders, 2000). Kort samengevat betekent dit dat het gedrag wat een individu laat zien wordt bepaald door o.a. zijn persoonlijkheid en de omgeving. Het individu wordt door zijn omgeving beïnvloed en zal zijn gedrag hierop aanpassen. Bepaalde persoonlijkheidskenmerken zijn aangeboren, er kan gesproken worden van bepaalde genetische en biologische voorkeuren hoe individuen reageren. Eenmaal volwassen zal de persoonlijkheid van een individu niet meer veranderen. Voor veranderingsprocessen is dit belangrijk aangezien dit kan betekenen dat medewerkers zich aanpassen aan de omgeving maar dat hun persoonlijkheid hierin een grote rol speelt en ook in het veranderingsproces kan gaan tegenwerken. Tijdens veranderingsprocessen zal hier rekening mee gehouden moeten worden. Dankzij onderzoek (Digman, 1990; Goldberg, 2014; Norman, 1963) is er in de psychologie een standaardtaxonomie ontstaat van persoonlijkheid. Persoonlijkheid kan beschreven worden met vijf basisstrekken die de Big Five worden genoemd: extraversie, vriendelijkheid, nauwkeurigheid, emotionele stabiliteit en openheid. - Extraversie - de mate waarin we op de voorgrond treden of meer de kat uit de boom kijken. Extraverte personen zijn sociale mensen die van gezelligheid houden en graag in gezelschap met anderen zijn. Ze zijn spraakzamer en actiever dan introverten. Verder zijn ze opgewekt van aard, houden van opwinding en spannende acties. - Vriendelijkheid - de mate waarin we mensgericht, attent of meer zakelijk en direct zijn. Personen die hoog scoren op deze factor zijn geneigd tot samenwerken, ze verplaatsen zich in de ander. Ze staan open voor de belangen en wensen en zijn begaan in het welzijn van de ander. Verder zijn ze hulpvaardig, bescheiden, vriendelijk en neigen naar milde oordelen over anderen. - Nauwkeurigheid - de mate waarin we flexibel of meer gedreven en opgeruimd zijn. Personen met een hoge mate van nauwkeurigheid zijn ambitieus, betrouwbaar en gewetensvol. Ze hebben een sterke wil, zijn doelgericht, vastbesloten en goed georganiseerd. - Emotioneel stabiliteit - de mate waarin we omgaan met stress, gevoelig zijn. Personen die laag scoren op deze factor zijn emotioneel stabiel, maken zich niet snel zorgen. Ze zijn ontspannen, weinig emotioneel en zijn tevreden met zichzelf. Ze hebben een gelijkmatig humeur en benaderen stresssituaties rustig en zonder gespannen opwinding. 19

20 - Openheid - de mate waarin we een academische, oorspronkelijke kijk op zaken hebben of meer praktisch zijn. Personen die hoog scoren op deze factor zijn nieuwsgierig en fantasievol ten aanzien van de innerlijke wereld en de buitenwereld. Ze conformeren zich niet aan de bestaande regels, schema s, gewoonten en uitgangspunten. (De Raad & Doddema-Winsemius, 2006; Van Zwieten & Gonnissen, 2010) Relatie persoonlijkheid en de veranderbereidheid Werknemers reageren op verschillende manieren op dezelfde veranderende situaties. Voordat werknemers zich kunnen aanpassen, moeten ze bereid zijn om zich aan te passen. De mate van aanpassing hangt sterk af van de mate waarin medewerkers zich open stellen voor nieuwe ervaringen en dus of een verandering positief kan zijn (van Dam, 2004; Vandendriessche, 2012). Persoonlijkheidskenmerk openheid verwijst naar het openstaan voor nieuwe ideeën en veranderingen. Volgens een onderzoek van Judge et al. (1999) gaan medewerkers met een hoge openheid beter om met veranderingen in de werkomgeving. In een ander onderzoek vond men ook een positieve relatie tussen openheid en veranderbereid maar ook een positieve relatie tussen nauwkeurigheid en veranderbereidheid (Caldwell & Liu, 2011). In een onderzoek op de Erasmus Universiteit in Rotterdam heeft Vos (2006) met behulp van het 5 Factor Model of Personality en een zelf ontwikkelde vragenlijst de rol van persoonlijkheid en emotie onderzocht op de weerstand tegen verandering. Uit dit onderzoek blijkt o.a. dat medewerkers met een hoge mate van extraversie minder negatieve emoties vertonen tegenover een organisatieverandering en daardoor minder weerstand zullen ontwikkelen tegen de verandering. Er werden in dit onderzoek geen relaties gevonden tussen de andere persoonlijkheidskenmerken (Openheid, nauwkeurigheid, vriendelijkheid en emotionele stabiliteit) en emoties. Hieruit volgen de volgende hypotheses: Hypothese 2: Persoonlijkheidskenmerk Openheid vertoont een positieve relatie met veranderbereidheid Hypothese 3: Persoonlijkheidskenmerk Nauwkeurigheid vertoont een positieve relatie met veranderbereidheid Hypothese 4: Persoonlijkheidskenmerk Extraversie vertoont een positieve relatie met veranderbereidheid Relatie persoonlijkheid en de attitude Volgens Lau & Woodman (1995) is de attitude van medewerkers ten opzichte van organisatieveranderingen afhankelijk van het individueel veranderschema. Zo n schema heeft een cognitieve structuur en bevat georganiseerde kennis over de attributen van de verandering en de relatie met andere veranderingen. Er is een significante relatie tussen de reactie van medewerkers op organisatieveranderingen en deze schema s. De ontwikkeling van zo n schema is gebaseerd op de individuele ervaringen en overtuigingen en wordt sterk beïnvloed door de persoonlijkheid van het individu (Lau & Woodman, 1995). Uit onderzoek van McCrae & Costa (1986) bleek dat er een positieve relatie bestaat tussen het persoonlijkheidskenmerk openheid en het effectief omgaan met 20

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effects of Locus of Control, Coping and the Mediation of Personal Initiative

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Ben ik Lid van de Groep? Ervaren inclusie als Moderator van de Relatie tussen Procedurele Rechtvaardigheid en Organizational Citizenship Behavior.

Ben ik Lid van de Groep? Ervaren inclusie als Moderator van de Relatie tussen Procedurele Rechtvaardigheid en Organizational Citizenship Behavior. Ben ik Lid van de Groep? Ervaren inclusie als Moderator van de Relatie tussen Procedurele Rechtvaardigheid en Organizational Citizenship Behavior. Do I belong to the Group? Experienced Inclusion as a Moderator

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname.

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname. De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational Commitment in de Periode na een Overname. The Relation Between Perceived Organizational Culture and Organizational Commitment After an Acquisition.

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

VERTROUWEN MET STIP IN TOP 3

VERTROUWEN MET STIP IN TOP 3 VERTROUWEN MET STIP IN TOP 3 VERTROUWEN EN SUCCESOL VERANDEREN De impact van vertrouwen op de veranderbereidheid van medewerkers is groot, volgens Erwin Metselaar, ontwikkelaar van het DINAMO-model voor

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te.

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te. De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te Stoppen The Influence of the Innovation Characteristics on the Intention of

Nadere informatie

Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment

Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment Turnover at the Police: the Role of Procedural and Interactional Justice and Commitment Inge E. F. Snyders

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Succesvol reorganiseren: hoe u zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers

Succesvol reorganiseren: hoe u zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Succesvol reorganiseren: hoe u zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Rijksorganisaties hebben te maken met veranderingen in de omgeving door nieuwe technologie, maatschappelijke ontwikkelingen

Nadere informatie

Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers

Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Succesvol reorganiseren Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Succesvol reorganiseren Rijksorganisaties hebben te maken met veranderingen

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinant Study in to Factors that Facilitate a Active Smoking-cessation

Nadere informatie

Determinanten van Career Decision Self-Efficacy. Determinants of Career Decision Self-Efficacy

Determinanten van Career Decision Self-Efficacy. Determinants of Career Decision Self-Efficacy Determinanten van Career Decision Self-Efficacy Determinants of Career Decision Self-Efficacy Irma M.Wilst-Blom Eerste begeleider : Dr. J.E.M.M. Syroit Tweede begeleider : Dr. W.J. Pouwelse Student : Mw.

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinants and Barriers of Providing Sexual Health Care to Cancer Patients by Oncology

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Evaluatieonderzoek naar de Effectiviteit van de Zomercursus Plezier op School bij Kinderen met Verschillende Mate van Angstig en Stemmingsverstoord Gedrag en/of Autistische Gedragskenmerken Effect Evaluation

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

smartops people analytics

smartops people analytics smartops people analytics Introductie De organisatie zoals we die kennen is aan het veranderen. Technologische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zorgen dat onze manier van werken verandert. Waar veel

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers. Werk in balans Een onderzoek naar de invloed van werktijden op werkthuisinterferentie en de gevolgen daarvan voor burnout en verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance A study of the

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Mijn masteronderzoek: wat en waarom? DIANA SCHAEFFER ELSINGA I GEMEENTE HEERENVEEN I

Mijn masteronderzoek: wat en waarom? DIANA SCHAEFFER ELSINGA I GEMEENTE HEERENVEEN I Mijn masteronderzoek: wat en waarom? DIANA SCHAEFFER ELSINGA I GEMEENTE HEERENVEEN I 19-11-2015 Opleiding MCC Organisatiegedrag, - cultuur en dynamiek Veranderingskundige en organisatieontwikkelingsvraagstukken

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K.

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K. Persoonlijkheid & Outplacement: Wat is de Rol van Core Self- Evaluation (CSE) op Werkhervatting na Ontslag? Personality & Outplacement: What is the Impact of Core Self- Evaluation (CSE) on Reemployment

Nadere informatie

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Bevlogenheid in de Context van het Voortgezet Onderwijs. Impact van Vermoeidheid, Leeftijd en Werkervaring

Bevlogenheid in de Context van het Voortgezet Onderwijs. Impact van Vermoeidheid, Leeftijd en Werkervaring Bevlogenheid in de Context van het Voortgezet Onderwijs Impact van Vermoeidheid, Leeftijd en Werkervaring Engagement in the Context of Secondary Education Impact of Fatigue, Age and Experience Wiel Frins

Nadere informatie

Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers

Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers Secrets and Personal Effectivity: The Moderating Influence

Nadere informatie

Academisch schrijven Inleiding

Academisch schrijven Inleiding - In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze Algemene inleiding van het werkstuk In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze To answer this question,

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything: Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

De Relatie tussen Autonomie, Pesten en Ervaren Gezondheid

De Relatie tussen Autonomie, Pesten en Ervaren Gezondheid De Relatie tussen Autonomie, Pesten en Ervaren Gezondheid The Relationship between Autonomy, Mobbing and Perceived Health Mariëtte Vester Eerste begeleider: mevrouw dr. T. Vollink Tweede begeleider: mevrouw

Nadere informatie

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Differences between Immigrant and Native Young Student Mothers

Nadere informatie