Bij de opening van de nieuwe school in 1956 werd een gedenksteen onthuld met de tekst: De vreze des Heren is het begin der wijsheid.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bij de opening van de nieuwe school in 1956 werd een gedenksteen onthuld met de tekst: De vreze des Heren is het begin der wijsheid."

Transcriptie

1 Voorwoord School met de Bijbel. Vol overtuiging werd deze naam gekozen. Het richtsnoer voor ons hele bestaan was en is het Woord van God. In de oude notulen boeken vind je daarvan de bewijzen. In allerlei bewoordingen en aanhalen van teksten wordt steeds getuigd van een diepe aan - en afhankelijkheid van de Bijbel. Zo schreef meester Dijksterhuis in 1904: Rehoboth - dat betekent - Hij heeft ruimte gemaakt ; daarmee aangevend dat de zegen van God rustte op het onderwijs aan de school. Bij de opening van de nieuwe school in 1956 werd een gedenksteen onthuld met de tekst: De vreze des Heren is het begin der wijsheid. Na een aanvankelijk aarzelende start van de oliebollenactie kwam deze na enkele jaren steeds beter op gang. In een gesprek met een van de vroege kopers werd dat aldus verklaard: Waar liefde woont gebiedt de Heer zijn zegen. De aan - en afhankelijkheid van de Bijbel is er nog steeds, de wijze waarop en de woorden waarmee dit wordt betuigd zijn in die honderd jaar veranderd. De taak van de school om het Evangelie door te geven blijft onverkort aanwezig, maar wel op een manier waarin ouders en kinderen van deze tijd zich kunnen herkennen, ouders en kinderen in een wereld die steeds ingewikkelder wordt. Een wereld die vraagt naar de kwaliteit van het onderwijs aan de school, die vraagt om invoering van informatie en communicatietechnologie, die vraagt om oog te hebben voor zorgleerlingen en het onderwijs daarop aan te passen. Bij het honderdjarig bestaan van Christelijk Onderwijs in Westerlee willen we een boekje opendoen over wat er is gebeurd en wat er wordt gedaan. Hoe het in de school toeging en waar we mee bezig zijn. Niet alle feiten konden worden vermeld, niet alle foto s worden opgenomen, het is immers geen jaarverslag. Het boek is eigenlijk een tussentijds verslag waarin met verwondering en dankbaarheid wordt teruggekeken en met groot vertrouwen een blik op de toekomst wordt gericht. Er is door een groot aantal mensen ontzettend veel werk verzet en op het moment dat ik dit schrijf moet er nog veel gebeuren om naast het samenstellen van het jubileumboek, de herdenking van het honderdjarig bestaan tot een groot feest te maken. Je kunt alleen maar waardering hebben voor het feit, dat zovelen bereid zijn, tijd en energie beschikbaar te stellen, dit feest onvergetelijk te maken. Daaruit blijkt, dat onze school een belangrijke plaats inneemt in onze gemeenschap. Zo was dit ook in het verleden zoals blijkt uit de verhalen en foto s in dit boek en het grote aantal bestellingen daarvan. Graag wil ik op deze plaats, nu al, iedereen bedanken voor alles wat hij of zij gedaan heeft om dit feest te doen slagen. Geert K. Prins

2 Inleiding Een boek schrijven over de school. Zeker bij een honderd jarig bestaan wordt dat idee meteen genoemd. Dat er belangstelling voor zou zijn, was al wel bekend. Het komt nog wel voor dat er gevraagd wordt naar het overzicht dat rond het 75 jarig bestaan was gemaakt. Bij het samenstellen van dit boek is allereerst gebruik gemaakt van de notulen van de bestuursvergaderingen. Vooral de eerste secretarissen geven een uitgebreide beschrijving van de beslissingen. Dat kon ook: het aantal agendapunten was vaak gering. De boekhouding kon op één bladzijde gedaan worden. Al lezende groeide mijn bewondering voor al die mensen, die zich inzetten om in Westerlee Christelijk onderwijs te krijgen en in stand te houden. Dat is zeker niet gemakkelijk geweest. Vooral als er grote beslissingen moesten worden genomen, leek het vaak erg tegen te zitten. En toch hielden zij vol. Zij stonden voor hun ideaal. En het lukte! Mensenwerk? Gesprekken met allerlei mensen, oud-leerlingen en -leerkrachten gaven een beeld van hun tijd en hun herinneringen. Zo kreeg de geschiedenis voor mij gestalte en besefte ik opeens, dat ik daarvan ook al een kwart aan de school ben. De verslagen uit die periode en de foto s die je dan weer onder ogen krijgt, deden heel wat herinneringen terug komen. Ik hoop, dat u met dit boek hetzelfde ervaart. Een school is niet een instituut van alleen maar de leerkrachten of alleen maar de leerlingen. Het is altijd een samenspel tussen allen die ermee te maken hebben. Zij beïnvloeden samen het leven daar binnen en brengen hun ervaringen uit de samenleving mee. In heel de geschiedenis proef je iets van de maatschappij, zoals die toen was. Mijn dank gaat uit, naar alle mensen die de mogelijkheid gaven dit boek samen te stellen. De gesprekken, bij hen thuis, voor de telefoon en op school waren zeer aangenaam. Dank ook aan allen die de moeite namen ons van foto s te voorzien en aan hen die probeerden de namen er bij te vinden. De mensen die meedachten en meelazen in de stukken en de teksten. En misschien moeten mijn gezinsleden de meeste dank hebben: zij accepteerden toch maar, dat ze een drietal vakanties en ettelijke zaterdagen geen beroep op me konden doen! Henk. Twiest

3 Het ontstaan van het Christelijk Onderwijs. Het begin van het onderwijs ontstond in de Middeleeuwen in en bij de kloosters en kerken. Het aantal mensen dat kon lezen en schrijven was zeer beperkt en bleef vaak beperkt tot kinderen van adellijke of welgestelde ouders. Het zal vast geen boeiende leerstof voor de kinderen zijn geweest: wat was er te lezen? De Bijbel in het Latijn en wetenschappelijke werken. Maar leesboeken voor kinderen? Die zouden nog lang op zich laten wachten. Na de Hervorming in 1571 veranderde alleen de rol van Katholieke Kerk. Nu was het niet meer de pastoor of de vicaris die onderwijs gaf, maar de schoolmeester. Verbonden aan de Hervormde Kerk, waarin hij ook zijn werk had als koster, voorzanger etc. Voor dit alles ontving hij dan een vergoeding. Vaak te weinig om van rond te komen, waardoor de schoolmeesters er wel andere baantjes bij moesten hebben. Het bijbrengen van de hoofdzaken van het Hervormde geloof was wel een van de belangrijkste doelen van het onderwijs, met daarbij ook het leren van de kerkelijke liederen. Lezen en schrijven kwamen eigenlijk op de tweede plaats. Er waren nogal wat schoolmeesters, die meer tijd besteedden aan hun bijbaan dan aan het onderwijs. De eerste onderwijswet van Zo rond 1800, de tijd van de Bataafse Republiek en de Franse overheersing, veranderde er nogal wat in de samenleving en in het onderwijs. Niet meer een maatschappij, waarin werd uitgegaan van een Hervormd geloof dat iedereen omvatte. De school moest rekening gaan houden met andere gezindten en langzamerhand zou het onderwijs steeds meer een neutraal karakter krijgen. De school kwam los van de Kerk, de financiën voor het salaris van de onderwijzer en het onderhoud van de school werden zo nodig aangevuld uit de gemeentelijke kas. De mogelijkheid om zelf een school te stichting bleef wel aanwezig, maar met toestemming van de overheid de Rooms Katholieke Kerk kreeg die toestemming nooit.. Om de school te betalen moest de stichting zelf maar voor geld zorgen. De Grondwet van De grondwet van 1848, de tijd van Thorbecke, stond naast het openbaar ook bijzonder onderwijs toe. Op papier leek het een mooi beginsel, maar de uitwerking zou veel problemen opleveren. Het openbaar onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der Regering. De inrichting van het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen, door de wet geregeld. Er wordt overal in het Rijk van overheidswege voldoend openbaar lager onderwijs gegeven. Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezigt der overheid, en bovendien, voor zoover het middelbaar en lager onderwijs betreft, behoudens het onderwijs naar de bekwaamheid en zedelijkheid des onderwijzers; het een en ander door de wet te regelen. De Koning doet van den staat der hooge-, middelbare en lagere scholen jaarlijks een uitvoerig verslag aan de Staten Generaal. In periodes dat er veel kritiek was op het regeringsbeleid rond het onderwijs, werd de eerste zin nogal eens veranderd in: Het onderwijs zal de regering aanhoudend een zorg zijn.. In 1855 werd voorgesteld om als doelstelling bij het openbaar onderwijs op te nemen bevordering van godsdienst en zedelijkheid. Iedere aanduiding van een specifiek Christelijk kenmerk bleef achterwege. Betekende dit, dat de Bijbel uit het onderwijs zou verdwijnen? De tegenstand uit de bevolking werd zo groot, dat de Koning weigerde de wet te ondertekenen en het kabinet trad af! De onderwijswet van Toch moest er een nieuwe wet komen en in 1857 werd aangenomen, dat de gemeenten de kosten van het openbaar onderwijs moesten dragen. Schoolgeld werd niet verplicht gesteld, maar de gemeenten mochten zelf beslissen of ze schoolgeld wilden heffen. Gemeenten mochten wel subsidie geven aan bijzondere scholen, maar die moesten dan toegankelijk zijn voor alle kinderen, zonder onderscheid van godsdienstige gezindte: de neutrale bijzondere scholen. Later werd het verschil tussen openbare en bijzondere scholen als volgt omschreven: Lagere scholen, waarvan de kosten geheel of gedeeltelijk door de gemeenten of het Rijk worden gedragen, zijn openbare, alle andere zijn bijzondere scholen.

4 Om het bijzonder onderwijs tegen te gaan, waren er gemeenten die helemaal geen schoolgeld gingen vragen. De bijzondere scholen konden dit niet doen; zij moesten hieruit juist hun kosten betalen. En toch ontstonden er Christelijke scholen. In onze regio waren er voor 1900 al Christelijke Scholen gesticht in Nieuwolda, Oostwold, Oude en Nieuwe Pekela, Veendam, Wildervank en Winschoten. In 1860 werd de Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs opgericht. Deze vereniging probeerde de stichting van Christelijke Scholen mogelijk te maken. Ook bij de stichting van onze school heeft deze vereniging financieel ondersteuning gegeven. Een eerste stap naar financiële gelijkstelling Het ministerie Mackay ( ) werd vooral een schoolwet ministerie. Aan de bijzondere scholen werd enige subsidie toegekend: het Rijk zou een gedeelte van de onderwijzerssalarissen betalen. De openbare scholen werden verplicht om toch schoolgeld te heffen. De schoolstrijders gingen met verdubbelde moed verder. In 1895 verscheen het Unie-rapport het rapport van de Unie, een school met den bijbel dat onder de leuze de vrije school voor heel de natie de bijzondere school tot regel, de openbare tot uitzondering wilde maken. Uit het belastinggeld zou ook het bijzonder onderwijs helemaal moeten worden betaald. Immers, belastingen waren toch bedoeld voor publieke taken? In 1905 werd besloten om de minimum jaarlonen voor de hoofden en de verplicht aangestelde onderwijzers voor rekening van het Rijk te laten komen. Het zou nog tot 1917 duren voor de Grondwet gewijzigd werd om een volledige gelijkstelling mogelijk te maken. Toen dat in 1920 dan ook geregeld was, nam het aantal Christelijke scholen snel toe. De eerste aanvrage van onze school om voor vergoeding in aanmerking te komen betrof: 15 banken, 1 kast en 4 lessenaars. Meteen na de aanvrage kwam er al antwoord van de inspectie: te duur. Uiteindelijk werd f 600,-- toegewezen. Kerkelijke veranderingen. In de loop van de 19 e eeuw veranderde de Hervormde Kerk in veel streken. Er was de verlichting in de theologie, waardoor veel kerken de vrijzinnige richting opgingen, met een afkeer van belijdenisdwang, een bijbels humanistische instelling, het accent meer op het leven dan op de leer gericht. Jezus Christus werd voorbeeld, niet de Zoon van God en geen Drieëenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest. Natuurlijk kwam er een weerslag op deze verandering. In 1834 verliet een eerste groep de Hervormde Kerk om na deze Afscheiding de Christelijk Gereformeerde Kerk te vormen. In 1886 verliet een tweede groep de Hervormde Kerk, met als voorman dr. Abraham Kuyper, om later samen met de Afgescheidenen de Gereformeerde Kerken te vormen. In deze meervoudsvorm werd aangegeven, dat ze waren ontstaan uit twee aparte groepen, ook wel als A en B aangeduid. Dat verklaart ook, waarom er in het verslag van meester Wildeboer geschreven wordt over Bedum (A en B)! De Hervormde Kerk zelf zou in de volgende tijd ook de nodige veranderingen ondergaan. Vanaf het begin van het ontstaan, waren in deze kerk alle richtingen vertegenwoordigd. Soms met grote botsingen, soms in een grote gezapigheid. De vrijzinnige richting werd vooral gesteund door de boeren en werd wel de grote kerk genoemd, terwijl als reactie daarop de Evangelisatie ontstond, vooral gesteund door middenstanders en landarbeiders, en die wel de kleine kerk werd genoemd. Vanuit Winschoten werd deze Evangelisatie via Heiligerlee ook in Westerlee gepropageerd, om later de grote kerk over te doen gaan tot de rechtzinnige richting. De jonge Gereformeerde Kerk ging in Westerlee voortvarend te werk. In 1897 officieel opgericht moest er gezorgd worden voor een gebouw, een predikant, een pastorie. En terwijl dat allemaal nog maar net gerealiseerd was, kwam al ter sprake de stichting van een Christelijke School! Verschillende mensen die zich inzetten voor de oprichting van de Gereformeerde Kerk en een functie in het kerkbestuur bekleedden, namen ook plaats in het bestuur van de nieuw op te richten school. Mogelijk dat de ruzie tussen H.A. van der Veen en meester Robertus (uitvoerig beschreven in het jubileum boek van de F.T. Venemaschool in Westerlee) over het niet verlaten van een woning van de Gereformeerde Kerk een en ander in een stroomversnelling heeft gebracht Ook binnen het bestuur van de school bleek Van der Veen later flink van leer te kunnen trekken! Het waren lang niet allemaal mensen, die zelf kinderen hadden om op deze school te plaatsen, die het eerste bestuur vormden. Nu vinden we het vreemd, dat iemand in het bestuur zit, die geen kinderen op de school heeft. Toen was het heel gewoon.

5 Het allereerste bestuur bestond uit: Ds. T. Jongbloed H.A. van der Veen B. Trenning M. Smid G. Westerman Kort overzicht van de geschiedenis der Schoolstichting te Westerlee. Aanleidende oorzaak tot de stichting van eene Christelijke School te Westerlee is geweest het feit, dat het Kerkgebouw der Ger. Gemeente te klein bleek te zijn, om alle hoorders te bevatten. Oorspronkelijk was daarom de bedoeling, indien mogelijk het Kerkgebouw in te richten voor schoollokaal en dan op de andere plaats een nieuw kerkgebouw te doen verrijzen. Voor het laatste doel werd door broeder H. Haan eene som van f 2000 toegezegd, dit geld, gevoegd bij de verkoopsom der kerk werd voldoende geacht om een grooter en doelmatiger kerkgebouw te verkrijgen. t Was dus toen zaak, te zien, of er middelen konden worden gevonden om te komen tot stichting en onderhouding van eene Christelijke school. Ds. T. Jongbloed, destijds predikant der Gereformeerde Gemeente, nodigde eenige broeders uit om met hem zitting te nemen in eene voorloopige Schoolcommissie, namelijk de broeders H.A. van der Veen, M. Smid, B. Trenning en G. Westerman. Namens deze commissie werd nu bij de ouders en belangstellenden een onderzoek ingesteld of men t jaarlijks onderhoud der school zou kunnen bekostigen. t Bleek toen, dat er voor ± 80 kinderen Christelijk onderwijs werd begeerd, voor wie schoolgeld zou worden betaald, afwisselende tusschen 5 ct tot 25 ct. per kind en per week. Bovendien beloofden belangstellenden jaarlijks een som van ruim f 300 voor een op te richten suppletiefonds ten bate van die kinderen, voor wie het volle schoolgeld niet kon worden betaald. De commissie oordeelde, dat dit alles voldoende was om met de zaak voort te varen. Immers het onderhoud behoefde nu geen vrees meer in te boezemen en middelen om de school te stichten zouden later ook wel worden gevonden hoopte men. Statuten werden ontworpen en goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 29 December 1900 No. 8 en openbaar gemaakt in de Staatscourant van 9 Januari 1901 No. 7. Nu eenmaal was besloten met de zaak voort te gaan moest de commissie ook zien voor hare te openen school een hoofdonderwijzer te krijgen. Een oproeping in de Standaard bracht een stroom van sollicitanten, goed geteld 43. Om uit deze allen een keuze te doen, werd besloten dat de Voorzitter van het Bestuur, Ds. Jongbloed, bijgestaan door een deskundige, den heer E. Ronner, hoofd der Chr. School te Winschoten, verschillende der liefhebbers zou opzoeken om hen te zien werken en dan naar bevind van zaken advies uit te brengen aan de mede-bestuurders. Aldus geschiedde. In een daarop volgende bestuursvergadering werd een 2 tal gevormd, bestaande uit de H.H. Van der Laan, onderwijzer te Middelstum en Dijksterhuis, onderwijzer te Rotterdam. Uit dat 2 tal werd later de heer A. Dijksterhuis met algemeene stemmen verkozen en aldus benoemd tot Hoofd der School. Inmiddels was er echter van zekere zijde een krachtige reactie ontwikkeld tegen de plannen van het Bestuur. Verschillende personen, die eerst sterk hadden gesympathiseerd met de School en hadden beloofd haar te steunen, trokken de een na den ander terug, ja, eenigen vonden er zelfs een geliefkoosd vermaak in, dat vuurtje van tegenstand aan te wakkeren tot zo n hoogte dat welhaast het Bestuur zoo goed als alleen kwam te staan, en ernstig de vraag overwoog: wat nu? En toch terug kòn en mòcht men niet meer: de benoemde hoofdonderwijzer had reeds ontslag gevraagd uit zijne betrekking te Rotterdam en het Bestuur oordeelde: Westerlee moet nu eene school hebben en anders krijgt het er nooit een. Indien de zaak maar eerst aan de rol was, zou de tegenstand wel langzaam terrein verliezen, hoopte en geloofde men. Eene vergadering op den 2 e Pinksternamiddag in de Kerk met bezwaarden, en waarbij ook de Hoofdonderwijzer tegenwoordig was, had geen ander resultaat, dan dat duidelijk bleek, dat sommigen leeuwen op den weg zagen of althans meenden te zien. Onder deze droeve en moedbenemende omstandigheden brak de 1 e Juli 1901 aan, de dag voor de opening der school bepaald. Met een bezwaard hart had het Bestuur die dag verbeid maar ook met de stille hope, dat de Here ten slotte zijn werk want dat was toch de school ruimte zou maken. 29 leerlingen en zeer, zeer weinig belangstellenden bij de opening tegenwoordig, het was anders wel in staat om het hart in de schoenen te doen zinken. Van opgewekte feestviering geen sprake; vrees voor de toekomst, droefheid over zooveel dat ontmoedigde, benevelden den blik om te zien de zegen des Heeren in het feit alleen reeds, dat de School er nu was.

6 De School was er dan nu en de toekomst heeft de vreeze beschaamd en de hope verlevendigd. Gaandeweg vermeerderde het aantal leerlingen, ook zij die eerst van verre hadden gestaan, omdat het toch nooit bestaan kon blijven zoo als zij dachten, kwamen schoorvoetend nader; de positie der school werd van dag tot dag sterker; de bede bij de opening: Uw werk, behoud dat in het leven, o God werd verhoord. De school was er, ja maar nog geen gebouw. De gastvrijheid van den Kerkeraad der Ger. Gemeente verschafte ons onderdak. Maar op den duur kon die toestand niet worden bestendigd. Doch alvorens aan verandering te denken, was er geld noodig. En hoe dat te krijgen? Reeds op de vergadering van het Schoolbestuur op 30 Aug maakte dat een onderwerp van bespreking uit. Er werd toen besloten circulaires te laten drukken als bede om hulp en die te zenden aan de gemeenten der 3 Noordelijke provincies. En zoo gingen onze beden om hulp, voorzien met aanbevelingen van den Schoolraad, en van den H.H. Magendans te Wagenborgen, Wirtz te Groningen en Ds. Oegema te Wildervank de wereld in. Behalve deze papieren bedelaars trokken namens het Bestuur nog de broeders Hensens, Westerman, Dijksterhuis, Jongbloed en Van der Veen den boer op. Ja, zelfs dames schaamden zich niet voor een wijle onze pleitbezorgsters te zijn bij de met aardsche goederen bedeelden, en keerden dan s avonds met rijke lading terug. Zoo groeide allengs het bouwkapitaaltje aan en kon men gaan spreken over plannen om dat geld te besteden. Den 14 Mei 1902 kwam in de vergadering van het Bestuur die zaak ter sprake. Het bleek nu, dat de meerderheid het oorspronkelijke plan om de Kerk in te richten voor school, geheel had laten varen. De districts schoolopziener had reeds vroeger als zijne meening te kennen gegeven, dat verschillende nogal ingrijpende veranderingen noodig waren om t kerkgebouw te doen beantwoorden aan de eischen der wet voor een School. Bezwaar van practischen aard, ook in verband met de zondagschool kwamen daarbij. Daarom heeft het Bestuur in zijne vergadering van 21 Juni 1902 gezegd: laat ons lever eene geheel nieuwe school bouwen. Weldra was met den Kerkeraad eene overeenkomst getroffen omtrent den afstand van de benoodigde grond; aan timmerman A. Brons werd opgedragen bestek een teekening te vervaardigen en den 28 Juli werd definitief aan Brons opgedragen het bouwen van een nieuw schoolgebouw voor de som van ± f Reeds 6 Oct kon het nieuwe gebouw in gebruik worden genomen met meer dan dubbel zooveel leerlingen als bij de opening, in tegenwoordigheid van Ds. Petersen als Districtsraad van Chr. Nat. Schoolonderwijs. Heel anders was nu de toon van toen., grooten en kleinen vierden blijde feest en met dank aan den Heere kon worden getuigd: Rehoboth: Hij heeft ons ruimte gemaakt. Kort daarna kwam van de Districts schoolopziener mededeeling dat het gebouw aan alle eischen der wet voldeed. Nog één werk wachtte t Bestuur nl. de zorg van een geschikte onderwijzerswoning. De bestaande woning aan de Kerk was zóó niet geschikt, daarover waren allen het eens. Doch vertimmering van t bestaande huis bleek bij onderzoek zoo kostbaar, dat t gansche bestuur er ten slotte de voorkeur aan gaf de oude woning te laten amoveeren (=afbreken) en een nieuwe onderwijzerswoning te laten bouwen, waartoe op de vergadering van 17 Feb werd besloten. Ook dit werk werd door timmerman Brons uitgevoerd voor f 965 en de nieuwe woning den 16 April 1903 door de Hoofdonderwijzer met zijne vrouw betrokken. 20 Sept. 1904, A. Dijksterhuis. Den 1 Juli 1901 werd de Chr. School geopend in de Kerk der Geref. Gemeente. Om de kerk daarvoor eenigszins bruikbaar te maken, moest een vertimmering aangebracht worden, die met banken, leermiddelen, enz. op ongeveer f 400 kwam. Nog geen jaar later begon echter de bouw van een school met 2 lokalen. Aannemer was eveneens de heer A. Brons, alhier voor f 1731,40, welke post later enigszins werd verhoogd door de levering van pomp, enz. Bovendien moest worden overgegaan tot verbouwing van de onderwijzerswoning (gehuurd van den Kerkeraad). Dit kostte f 965. Deze kosten moesten worden bestreden uit de opbrengst van collecten in en buiten de gemeente, o.a. ook te Appingedam, Bierum, Spijk, Ten Boer, O. en N. Pekela, Assen, Vries, enz. Andere gemeenten collecteerden in de kerk voor dit doel, o.a. Veendam, Wildervank, Winsum, Baflo, Bedum (A en B), Sappemeer, Midwolde, enz. Toen de opbrengst bij lange na niet voldoende was, sloot het Bestuur een leening groot f 800 à 5% van de Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs en van den heer F. Toren f 600 à 4%. Doordat de kosten van schoolbouw en de kosten van de school als inrichting van onderwijs niet zouden worden vermengd, ontstond er later (vooral na het vertrek van Ds. Jongbloed en van de penningmeester B. Trenning) eenige verwarring in t beheer der gelden, of liever in de regelmatige inboeking; t gevolg is geweest, dat het niet mogelijk is, een goed overzicht van de financien te verkrijgen van de oprichting der

7 school, maar dat moet worden begonnen met 1 Januari 1903 met een som van f 350,90 aan kas. Alle schuld was toen niet betaald. 21 Februari 1906, G. Wildeboer, Hoofd der School. De eerste school. Op 6 oktober 1902 kon dan de nieuwe school al in gebruik worden genomen, slechts twee en een halve maand nadat aannemer Brons de opdracht had gekregen. Gebouwd aan de Molenstraat, achter de Gereformeerde Kerk. De plaats waar later een nieuwe kleuterschool werd gebouwd. Een school met twee lokalen, waar naast meester Dijkhuizen juf Prummel les gaf. Na het teleurstellende begin met slechts 29 leerlingen, liep het aantal snel op. Al in 1905 was het aantal zo groot, dat 2 lokalen te weinig waren. Een lokaal erbij bouwen ging, inclusief 15 banken, f 1631,-- kosten. Kwam er meteen nog een vierde lokaal bij, dan werd de prijs f 500,-- hoger. Het bestuur besloot om dan maar meteen uit te breiden tot 4 lokalen. Er was wel een probleem. Waar kwam het geld vandaan? Opnieuw was Haan bereid geld te lenen. Andere leningen werden ook nog eens bekeken. Misschien konden er geldschieters gevonden worden tegen een lagere rente dan de 6% die op lopende leningen stond? Ook meester Wildeboer leende later flink wat geld aan de vereniging om de kosten van de rente te verminderen. De uitbreiding kwam er, maar dan was er het probleem om het gebouw en het terrein te onderhouden. Het plein was zo n jaarlijkse zorg. Geen tegels, maar wat dan? Sintels, grind, puin, allerlei materialen kwamen ter sprake. Het grootste probleem bleef: de kosten! Zodat er zelfs besloten werd om los grind langs de straat op te vegen en naar het plein te brengen. Een schoolgebouw uit het begin van deze eeuw was wel iets anders dan een gebouw uit onze tijd. Eerst twee lokalen, gescheiden van elkaar door houten schotten, die later veranderd werden met een schuifwand. De later bijgebouwde lokalen waren wel gescheiden door een muur. In het lokaal: een kachel. Tenminste, s winters. Ieder jaar werden de kachelpijpen van half april tot oktober uit de lokalen verwijderd. Wanneer we nu s morgens de school binnen komen is het al lekker warm als de temperatuur buiten laag is. Dat was vroeger wel even anders: eerst moest er iemand de kachels aansteken! Van de zolder werd turf naar beneden gegooid, in een turfbak. Dat betekende ook, dat elk jaar een voorraad turf de zolder opgedragen moest worden! Na een aantal jaren kwamen er andere brandstoffen bij: antraciet, cokes. Ieder jaar werden een paar leveranciers gevraagd een monster te sturen en een prijsopgave te doen. Wat een klus om steeds te bekijken wat in het gebruik het goedkoopste was. En dan was het nog oppassen. In 1922 stuurde een van de leveranciers een andere soort, dan het monster aangaf. Toen dit ontdekt werd, waren inmiddels al 9 van de 40 hl gelost. Die werden dan maar verdeeld tussen en betaald door school, kerk en voorzitter en een ander bedrijf mocht nieuwe leveren. Een koude winter betekende meer stoken en meer kosten. Dan kwam de volgende winter de opdracht zuinig aan te doen. In 1920 werden er zelfs vier thermometers gekocht om op brandstof te bezuinigen, omdat het voorgaande jaar meer dan anders was verstookt. Om de turf op de zolder te krijgen was er aan de buitenkant een houten trap. Toen die versleten was, werd er over gesproken een ijzeren trap van een fabriek over te nemen. Bij nader inzien werd dat toch te glad en dus te gevaarlijk gevonden. Zetten we op een rijtje wat er aan de orde kwam, dan krijgen we een idee van de problemen waar het bestuur tegenkwam: 1907: Een voorstel om de school vaker nat schoon te maken wordt niet aangenomen. De vloeren hebben er te veel van te lijden. 1909: De schoolopziener eist dat de banken worden aangepast voor handwerken. Bovendien moeten er afzonderlijke privaten komen voor jongens en meisjes. 1911: Er zit een slechte plek onder de kast van Wildeboer. Het mastiek boven de gang lekt door: koolteer erop. Misschien is dit nog het gevolg van het feit dat de schoorsteenkap er een paar jaar eerder af waaide. Er moet een nieuwe koperen pomp komen. 1912: Meester Wildeboer moet een nieuw kippenhok hebben. 1914: In het huis van meester Wildeboer wordt elektriciteit aangelegd. De lampen moet hij zelf betalen. 1919: De school is vies, een zwijnenstal wordt er gezegd. Maar: extra schoonmaken kost extra geld en dus blijft het zo. Alleen: de vloeren moeten toch maar een keer per maand geschrobd worden.

8 1919: Op de deuren van de privaten moeten sloten komen. Een van de kachels moet vervangen worden. Een nieuwe Salamander kost f 75,00. Nog maar even afwachten of er geen gebruikte ergens te koop komt. Elektriciteit moet nu ook maar in de school worden aangelegd : De privaten worden verplaatst naar grond van de kerk. Er moet dan wel een beerput bij komen. Langs het pad moet een hulzen hege komen (= een heg van hulst struiken). 1923: Meester Boonema is door de vloer gezakt. 1924: Het drinkwater is onderzocht en gelukkig niet schadelijk voor de gezondheid. 1936: Er wordt een waterleiding aangelegd naar de school en de woning van het hoofd. 1939: Er is toch wel een opvallend hoog waterverbruik. Is de meter stuk of moet de kraan aan de buitenmuur verwijderd worden? De eerste ouderavonden en ledenvergaderingen: Bij een vereniging hoort een jaarvergadering, om verantwoording aan de leden af te leggen over het gevoerde beleid. Ledenvergadering en wat we nu ouderavond noemen liepen in het begin wel erg door elkaar heen. Zozeer zelfs, dat het later werd aangegrepen om de benoeming van meester Dam tegen te gaan. Het bijhouden van wie wel of geen lid was verliep niet goed. Daarom werden vanaf 1920 beide vergaderingen maar gescheiden. Het oudste verslag is uit 1905, met als spreker de heer Wirtz, schoolopziener: De voorzitter belast zich voor de algemene vergadering met t bespreken van de zaal Diekema of Nieboer, waarbij hij namens het Bestuur de wenselijkheid zal uitspreken geen sterke drank te schenken. Entree 10 en 5 cent naar keuze. De heer Wirtz is spreker op de algemene vergadering. Hij herinnerde aan de stammen Ruben, Gad en half Manasse, toen het Oost Jordaanland was veroverd en verdeeld. Zij wilden toen rust nemen na de reis van 40 jaren. Maar Mozes drong hen door te strijden om ook het overige Palestina te veroveren. Iets dergelijks zien we in onze dagen op schoolgebied. Nu de Rijkssubsidie verdubbeld is, denken velen, dat het nu voldoende is, eigen school goed in te richten en overigens maar stil te zitten. Niet alzo. We zijn nog niet aan het einde van de schoolstrijd we hebben nog maar een gelukkig begin. Daarom dienen de besturen en de verenigingen wel te bedenken, wat hun nu wacht. Allereerst zorgen voor de eigen school wat leermiddelen betreft, maar ook wat de salarissen aangaat. De onderwijzer moeten leven voor de school en van de school. Dan wat het onderwijs betreft in de toekomst, de strijd wordt al gevaarlijker. Daarom moeten de toekomstige onderwijzers goed, zo goed mogelijk, worden opgeleid. En dat kan beter aan een Kweekschool, dan aan een normaalschool. Daarom dienen deze inrichtingen te worden gesteund. Met het oog op de toekomst dienen de scholen zich ook beter dan tot nog toe aaneen te sluiten, samen te werken, elkaar te steunen enz. met andere woorden, het schoolwezen moet beter georganiseerd worden. Niet elk jaar werd een spreker uitgenodigd. Ook leerkrachten en leden zorgden voor onderwerpen. Zoals in 1907, toen de vergroting van de school een feit was. Naar aanleiding van de bijbouw wees spreker, het hoofd der school, erop, dat dit kon genoemd worden, steen der trouwe, steen der hope, steen des vredes, steen des aanstoots. Van Anken sprak over de politieke schoolstrijd, Z. Kapinga met een bijdrage over: Samenwerking, er op wijzende dat ouders en onderwijzers moesten samenwerken om de beste vruchten van het onderwijs te krijgen. En G. Westerman wees de ouders er op, dat hun roeping niet was afgelopen, als de kinderen van school gingen, maar dat zij dan ook nog moesten toe zien, vooral wanner zij in dienst gingen bij vreemden. Of in 1908, toen B.B. de Grijs enkele ouders vermaande, die zich wel een wat scherp uitlieten over de leerplichtwet. Tijdens de rondvraag kwam het voorstel: Moet de drankkwestie eens besproken worden? Dit werd niet nodig geacht. De plaatselijke omstandigheden zijn niet dringend. Bovendien, is dit wel een taak voor de schoolvereniging? In 1909 was ds. Oosterheerd uit Midwolda de spreker. Dezelfde, waar later de Christelijke school in dat dorp naar genoemd werd. Als onderwerp voor zijn rede had spreker gekozen Spreuken 22: 6. Naar aanleiding van die tekst sprak hij 1 e over het voorwerp der opvoeding, het Kind: Er is tegenwoordig een ziekelijke overschatting van de waarde van het kind. Men spreekt van de eeuw van het kind, de majesteit van het kind enz. Daaraan moeten wij niet meedoen. Maar wij mogen daarom het kind ook niet onderschatten, want het moet worden een mens Gods, tot alle goede werk volmaaktelijk toegerust. Ten 2 e sprak hij over het doel der opvoeding. Men moet aan het kind leren de eerste beginselen, dus in de allereerste plaats de vreze des Heren, want die is het beginsel der wijsheid. Dat moet zoo eenvoudig en kinderlijk moegelijk geschieden, of zoo als Salomo zegt: naar de eis zijns wegs. In de 3 e

9 plaats sprak hij over de vrucht der opvoeding. In ons leven zien wij die vrucht niet altijd; soms schijnt het uitgestrooide zaad zelfs onvruchtbaar, maar dat mag ons niet weerhouden om aan onze kinderen een godvruchtige opvoeding te geven, als ziende het gebod en blind in de toekomst. En toch heeft God een vrucht beloofd; als hij oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken. Die vrucht komt wel laat, maar Gods woord spreekt ook van een vinden naar vele dagen. We zien die vrucht in de geschiedenis, waar ook blijkt, dat de genade wel geen erfgoed is, maar dat de Here toch in de regel in de lijn der geslachten werkt. Zulke vergaderingen begonnen toch wel wat van hun serieuze karakter te verliezen. In 1914 vond het bestuur dat de stemmingen voor bestuursleden vaak te grappig werden en daarom gingen ze toch eerst maar een soort voordracht maken. Toch moet het wel gezellig zijn geweest. Met koffie en koeken, pleverkoeken, sigaren voor de heren en later ook rumbonen voor de dames. Ondanks de distributie tijdens de Eerste Wereldoorlog lukte het om voor koffie te zorgen, dankzij de hulp van enkele bestuursleden! Contacten met de Kerken. Gesticht door leden van de Gereformeerde Kerk, ging de school vanaf het begin toch zijn eigen weg. Natuurlijk, er waren regelmatig contacten, vooral op zakelijk gebied. Maar het bestuur was niet gebonden aan het Kerkbestuur. De woning van het hoofd zat gebouwd aan de kerk en werd in het begin gehuurd van de kerk. In de slaapkamer was een nis gebouwd, waar de kansel ingeschoven kon worden. Het terrein was van de kerk gekocht en om het te vergroten, moest meer grond van de kerk bijgekocht worden. Brandstoffen werden samen ingekocht, waarbij de kerk ieder jaar een bedrag vergoedde aan de school. In 1915 werd er al over gesproken om de woning van het hoofd helemaal te kopen van de kerk, wat later ook gebeurde. Over de prijs is nog lang nagesproken, vooral toen er grotere tekorten optraden. Ook verenigingen maakten gebruik van de school. De zangvereniging repeteerde er bijvoorbeeld. Alleen, de banken konden er niet tegen, dat de leden er boven op gingen zitten. Omgekeerd maakte de school ook gebruik van ruimtes van de kerk voor bestuursvergaderingen, ouderavonden, ledenvergaderingen. Dat gaf problemen in Het bestuur had een aanbod van de Muziekvereniging om te komen spelen. Daar waren enkele mensen het niet mee eens. Trompetmuziek in de kerk, dat was ongehoord! Met de Hervormde Kerk is veel minder contact geweest. Van oudsher was die vooral verbonden geweest aan de openbare scholen, waar de godsdienstlessen werden gegeven door de Hervormde predikanten. Het schoolgeld en andere inkomsten. Vóór de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs in 1920, beperkte de overheid zich tot het betalen van een minimum salaris van de leerkrachten. Voldoende was dit natuurlijk lang niet voor een schoolbestuur. Het gebouw kostte geld, leermiddelen moesten betaald worden, brandstof was nodig. Om het bedrag aan te vullen werd schoolgeld gevraagd. Afhankelijk van het inkomen bedroeg dit tussen de 5 en de 25 cent per leerling per week. Voor wie dat niet kon opbrengen, was er vanaf het begin een suppletiefonds opgericht om het bedrag op te brengen. Al in 1906 werd het fonds opgeheven, omdat het overbodig bleek te zijn. Een nieuwe onderwijswet vroeg wel grotere uitgaven voor allerlei zaken, zodat meteen geprobeerd werd om dan wel het ledental te vergroten en daarmee meer inkomsten te krijgen. Een andere extra bron van inkomsten was de jaarlijkse Uniecollecte. De opbrengst was voor de school zelf! Een klein bedrag werd op vrijwillige basis aan de Unievereniging afgedragen, variërend van f 2,50 tot f 5,00 afhankelijk van de opbrengst. Na verloop van jaren daalden de inkomsten aanmerkelijk. De meisjes van de meisjesverenigingen die collecteerden, werden soms zo onvriendelijk behandeld, dat ze liever niet weer op pad gingen. Toen gingen de leerkrachten zelf maar collecteren, met hulp van de bestuursleden. En zie: de opbrengst steeg tot record hoogte! Vanaf 1908 hingen er busjes in de kerk om ook zo aan extra geld te komen. Subsidies werden gekregen van het Christelijk Nationaal Schoolonderwijs. Geld voor grote uitgaven als de bouw van de eerste school, de aankoop van de woning van het hoofd moest geleend worden. Het was in de jaren voor de oorlog normaal om dat bij een privé persoon te doen. Zowel uit Westerlee als ook uit Winschoten waren er personen die wel geld wilden lenen. Ook leden van de Schoolvereniging hielpen financieel: in 1932 zei de Boerenleenbank een lening op. Maar liefst f 7000,-- werd door Westerleeërs zelf geleend aan de school! Voor de resterende f 4000,-- werd een hypotheek genomen.

10 Vanaf 1923 werd het schoolgeld een vorm van belasting, die aan de gemeente moest worden afgedragen. In 1955 werd dit afgeschaft. De Uniecollecte wordt nu niet meer gebruikt voor de eigen school, maar gaat naar scholen in derde wereld landen. De Statuten. Statuten: de spelregels van de vereniging. Wanneer worden ze vooral geraadpleegd? Als er belangrijke beslissingen genomen moeten worden of als er problemen zijn. In 1916, bij het vertrek van meester Wildeboer, werd er voor het eerst naar verwezen. Toch was er eerder al wel aanleiding om ze eens te bekijken. Al in 1907: Bij de verkiezing van een bestuurslid scheen het, alsof de leden van Evangelische richting Winschoten wensten dat een hunner lid van het bestuur zou worden. Er werd over gesproken of het niet wenselijk was, ook van hen in het bestuur op te nemen. Voorlopig werd daarover geen besluit genomen. En zo bleef alles bij het oude en werd er niet meer naar gekeken. Tot er in 1920 opnieuw een groot probleem opdook: de oprichting van de school in Heiligerlee. Daarbij kwamen weer eens nieuwe statuten ter sprake kwamen, nu ook om beide scholen op elkaar af te stemmen. Ook nu kwamen er weer uiterste standpunten ter tafel. Secretaris Dik stelde heel duidelijk: De leus is steeds de school aan de ouders en niet voor een gedeelte der ouders. Daarmee kreeg hij praktisch iedereen mee in de komende veranderingen: van welke kerk moeten de leerkrachten lid zijn en in welke verhouding? Ook voor de bestuursleden werden zulke eisen opgesteld. De school in Heiligerlee ging dezelfde statuten in gebruik nemen, alleen werd daar de verhouding in Kerkelijke richting net andersom genomen. In Westerlee moest het hoofd Gereformeerd zijn, in Heiligerlee Hervormd. In Westerlee moest minstens de helft van het andere personeel Hervormd zijn, in Heiligerlee Gereformeerd. En van de bestuursleden moesten in Westerlee vier van de zeven Gereformeerd zijn en de andere drie Hervormd. In Heiligerlee weer net andersom. Tot 1979 zouden deze statuten gehandhaafd blijven. Veranderingen die in dat jaar werden voorgesteld, zorgden bij de oudere leden voor nogal wat onrust. Vooral het loslaten van de kerkelijke gebondenheid aan de hier bestaande richtingen werd als een groot bezwaar gezien. Na de eerste hectische ledenvergadering ebde het verzet al snel weg en werden de nieuwe statuten aangenomen. Voor het bestuur waren dit moeilijke jaren om alle veranderingen tot een goed einde te brengen. Het onderwijs In het begin werd er anders les gegeven dan we nu gewend zijn. Lezen, schrijven en rekenen waren na de Bijbelles de belangrijkste vakken, aangevuld met geschiedenis en aardrijkskunde. Voor de meisjes was er na de gewone schooluren het vak Nuttige handwerken, wat erg belangrijk werd gevonden. Niet voor niets heette het vak Nuttige handwerken. Juffrouw Dop was in 1923 ook eens bezig met Fraai handwerken en werd meteen op de vingers getikt. Nuttig moest het zijn! Kleding maken en repareren, dat was belangrijk! Omdat de juf dit onmogelijk alleen kon geven, werd er uit het dorp hulp gevraagd. Tegen een financiële beloning werd er iemand in dienst genomen om als hulpjuf te assisteren. Een speciale damescommissie werd benoemd, om regelmatig het werk te bekijken. Zo n groepje bestond bijvoorbeeld in 1920 uit mevr. Brinkman (echtgenote predikant), mej. Dam (echtgenote hoofd der school) en vrouw Dik (echtgenote van de secretaris). De sociale rangen en standen zijn hieruit duidelijk op te maken..van de benoemde hulpjuf werd wel geëist Hollands te praten en zich met jufvrouw te laten aanspreken. Deze handwerklessen werden na schooltijd gegeven, zelfs een tijd ook op zaterdag. Dat was zo gebruikelijk, dat er in 1922 een uitspraak van het ministerie werd uitgelokt, omdat de inspecteur tegen deze lestijden was en men er gewoon mee door wilde gaan. En: alles bleef zoals het was. Alleen in de wintermaanden werden de lessen korter gegeven om de kinderen die van ver kwamen ter wille te zijn. s Avonds was er, in de wintermaanden, de mogelijkheid om vervolgonderwijs te volgen voor kinderen die de lagere school verlaten hadden, zowel in de gewone vakken, als ook speciaal voor de meisjes in het handwerken. Wie de lessen gingen geven, moesten de leerkrachten zelf maar uitmaken. Het werd wel een probleem, toen juf Dop te kennen gaf te willen stoppen met deze handwerklessen. Het bestuur was het er niet mee eens, maar wat kon ze er tegen beginnen? Mocht er een nieuwe onderwijzeres moeten komen, dan moest dat maar in de akte van benoeming als verplichting worden opgenomen. Omdat de overheid alleen een minimumsalaris vergoedde voor de leerkrachten, moesten de leerlingen wel betalen voor deze herhalingslessen. In 1905 was dat 1 gulden per leerling voor de hele cursus, te voldoen bij vooruitbetaling. De belangstelling was wisselend. Het ene jaar waren er nauwelijks genoeg om de lessen te laten door gaan, terwijl er een ander jaar wel drie groepen gevormd konden worden. In latere

11 jaren wordt vermeld, dat wie vaker dan twee keer achter elkaar ontbreekt, geschorst wordt. Van een trouwe opkomst zal wel niet altijd sprake zijn geweest. Nog een specialiteit was het geven van Duits. Vanaf 1 april 1913 konden deze lessen gevolgd worden. Ook leerlingen van de openbare school konden zich voor deze cursus opgeven, maar er werd wel verwacht dat ze dan ook de hele cursus kwamen. Of er te weinig animo geweest is, is onbekend. In de notulenboeken wordt deze cursus daarna nooit meer genoemd. Over de leermiddelen vertellen de oude boeken weinig. Een kaart van Palestina, gewichten en een telraam zijn de eerste attributen die genoemd worden, al snel aangevuld met wandplaten voor Bijbelse Geschiedenis en een portret van H.M. Koningin Wilhelmina. Werken op papier? In 1916 moet het maar als het onderwijs het vraagt, maar t is wel duurder. En juffrouw Dop kan ook wel twee tekeningen op een blad laten maken in plaats van een (1922). Bij het verlaten van de school kregen de kinderen vanaf 1920 een getuigschrift, hetzelfde jaar dat ook een 7 e leerjaar werd ingevoerd en er de beroemde dierkundige platen werden aangeschaft, ondanks de vele kosten aan het gebouw zelf. Het inwendige mag niet opgeofferd worden aan het uitwendige, werd er in de vergadering gezegd. Twee jaar later blijken er onbreekbare leien uitgevonden te zijn. Met enig achterdocht werd dit bericht ontvangen. Toch maar eens proberen in een van de klassen, werd er besloten. Niet alles lag zo vast voorgeschreven als we nu kennen. De tijd van de zomervakantie werd in de loop van het voorjaar maar eens vastgesteld. Rekening houden met vakanties van de ouders? Niet nodig, vakantie was er voor hen vaak niet. Rekening moest er worden gehouden met landbouwverlof, de tijd dat de kinderen hielpen bij de oogst. Een nieuw schooljaar begon ook niet na de vakantie, maar meestal op 1 mei. In het begin ook wel op 1 april, maar toen de inentingen eens wat laat plaatsvonden, moest de school het nieuwe jaar een maand later beginnen. Zonder inentingsbriefje (pokkenbriefje) geen toelating op school. De gezondheid gaf wel vaker problemen: 1913: Veel ziektegevallen op school. Als een kind last van de keel krijgt, wordt aangeraden om meteen alle kinderen uit het gezin thuis te laten. 1920: Kinderen met een hoofdhuidziekte mogen geweigerd worden. Om de dokter te laten controleren is te duur. De leerkrachten moeten het maar goed in de gaten houden. Die moeten ook maar eens opletten welke kinderen met smerige handen op school komen. Een schoolarts? Vanaf 1937 bestond die mogelijkheid, maar men was ontzettend huiverig om andere instanties toe te laten en dus ging het niet door. In de tweede helft van de dertiger jaren, de crisistijd, waren er wel zorgen over de gezondheid van de kinderen. De gemeente vroeg, of er melk en klompen verstrekt moesten worden aan kinderen in slechte omstandigheden, of was er kleding en schoeisel nodig? Zijn er kinderen die aan ondervoeding lijden? Er waren geen kinderen die door zulke omstandigheden van school wegbleven, maar materiële hulp was zeker wenselijk, schreef het bestuur terug. In 1928 kwam er een nieuwigheidje de school binnen: een radio. Nu konden ook schoolradio programma s beluisterd worden. Twee jaar later, na kritiek van de inspecteur, werd toch maar voor elk lokaal een stoel aangeschaft. Het bestuur had dit lang tegen gehouden. Al jaren eerder was er om gevraagd, maar het idee dat een leerkracht tijdens de lessen op een stoel zat was zo ongewoon, dat het steeds geweigerd werd. Een katheder, dat hoorde in de klas. Naar een nieuwe spelling (1908) In het begin van deze eeuw was er nog geen duidelijk voorgeschreven spelling die de scholen moesten gebruiken. De overheid had nog geen woordenlijst uitgegeven, waarnaar gehandeld moest worden. De spelling was zo lastig, dat er veel stemmen opgingen om het gemakkelijker te maken. Zelfs verenigingen werden opgericht om een en ander voor elkaar te krijgen. Het bedrijfsleven moest een nieuwe spelling natuurlijk ook accepteren. Je zult maar van school komen en je krijgt te horen dat je niet aangenomen wordt, omdat je een verkeerde spelling hebt geleerd. De scholen zouden er mee moeten willen werken. En de boekjes zouden in de nieuwe spelling geschreven moeten worden. Wat dat betreft is er in al die jaren weinig veranderd: ook nu hebben we hetzelfde probleem net achter de rug. Onze school toonde zich zeer modern. Als een van de eersten uit de regio werd die vereenvoudigde spelling Kollewijn door meester Wildeboer ingevoerd. Met onverwacht gevolg. Ook de krant gaf een paar keer verslag van een vergadering waar over de spelling gesproken werd: Winschoter Courant, 20 juni 1908:

12 Op een vergadering van onderwijzers in Onstwedde spreekt de heer Kraak, hoofd ener school in Winschoten, over het taalonderwijs: Na erop gewezen te hebben dat aan den enen kant gehechtheid aan t oude en aan den andere kant gemakzucht vaak oorzaak is van het nieuwe niet te willen, zegt spreker dat taal is klank en schrijftaal eene afbeelding van klank. De Nederlandse taal is een moeielijk aan te leeren taal, enkel onze spreektaal is eenvoudig en burgerlijk, onze schrijftaal deftig en stijf. Een en ander wordt door voorbeelden aangetoond. Onze schrijftaal verschilt veel van de beschaafde spreektaal. De taalmethodes in ons land druischen tegen alle aanschouwelijkheid in. Er is echter verbetering te bespeuren. Van de heeren Scheepstra en Ligthart verschenen werkjes, waarin de omgangstaal meer op de voorgrond treedt. Ook bij de methode Van Strien is uitgegaan van het beginsel: Schrijf zooals ge het hoort, indien U niet anders is geleerd. Oorzaak van het vele fouten schrijven meent de spreker te moeten toeschrijven aan de moeilijkheid van onze spelling. Men hoort mens en schrijft mensch, men zegt schapewol en schrijft schapenwol, indien de wol wordt bedoeld van meer dan een schaap. Zal de bakker je een broodje met een krent geven, als ge een krentebol vraagt? De huisknecht van mevrouw moest ossevleesch halen van den slager en zei mevrouw, dat hij ossenvleesch had gehaald. Waarom ossenvleesch, vraagt mevrouw. Pieter antwoordt: Het vleesch van den eene os was bijna op en daarom moest ik er van een ander nog wat bij hebben. Hoe de geslachten in de wereld zijn gekomen is voor spreker niet duidelijk. Tenslotte dringt hij aan op vereenvoudiging van onze spelling. Deze dient meer in overeenstemming gebracht te worden met de spreektaal. Op 24 juni schrijft de krant, dat in Winschoten een vergadering is geweest van een Vereniging tot vereenvoudiging van onze Schrijftaal. Vanuit Winschoten de Victorie, had deze groep al laten weten. Spreker is de heer Wirtz, de schoolopziener. Ook hij is voorstander van een spelling die eenvoudiger is, en als er een paar dagen later een vergadering is van onderwijzers uit de omgeving van Winschoten, roemt hij.. de school in Westerlee. De krant schrijft: Naar aanleiding eener mededeling van den heer Districts Schoolopziener dat de school van den heer Wildeboer te Westerlee, waar de nieuwe spelling is ingevoerd, tegenwoordig minder fouten worden gemaakt dan vroeger, wordt door den heer Haijkens van Nieuw Beerta opgemerkt, dat hem zulks zeer verwondert. Meester Wildeboer had op 19 juni de gemeente al op de hoogte gesteld van de veranderingen die hij doorgevoerd had. Op 3 juli staat er in de krant: Westerlee. Zooals bekend is werd op de bijzondere school alhier de vereenvoudigde spelling ingevoerd. Dit schijnt niet te zijn naar het hart van B en W deezer gemeente, want dezer dagen werd hier een publicatie aangeplakt van dit college, waarin de ouders van de leerlingen der bijzondere school gewaarschuwd werden hun kinderen niet te laten onderwijzen in de vereenvoudigde spelling, omdat de kinderen daardoor later schade zouden ondervinden. Evenwel hebben B en W er niet veel plezier mee beleefd, want het plakkaat was spoedig weer verdwenen, naar men zegt door het ingrijpen van een hoogere autoriteit. Die hogere autoriteit blijkt de heer Wirtz te zijn, de districts-schoolopziener. Een tegenwerking van het schooltoezicht, noemt hij het optreden van B en W. In de gemeenteraad werden na dit gebeuren toch wel vragen gesteld aan het college. De burgemeester verklaarde: Toen men de leuze vernam Vanuit Winschoten de Victorie moest men veronderstellen dat onze Gemeente, als grenzende aan de Gemeente Winschoten, al zeer spoedig er mede in aanraking zou komen. Dit is ook werkelijk geschied. De kinderen van de Bijzonder School te Westerlee worden volgens het Kollewijnsche systeem onderwezen. De bevoegdheid van het D.B. is niet zoo groot, dat B en W dat konden beletten. Echter meenden B en W er de aandacht van de betrokken ouders op te moeten vestigen, dat nog niet gebleken was, dat de Regeering van Rijk, Provincie en Gemeenten de vereenvoudigde spelling dulden of dat dit het geval is bij de industrie, handel enz. B en W meenden tot die waarschuwing verplicht te zijn, omdat zij van oordeel waren, dat kinderen volgens de vereenvoudigde spelling onderwezen, later bij de beroepskeuze achter zouden staan bij andere kinderen, indien later mocht blijken, dat de vereenvoudigde spelling in het overige gedeelte van het Vaderland niet werd aangenomen. De Districts Schoolopziener was zoo welwillend ons er op te wijzen, dat de Regeering de vereenvoudigde spelling wel duldt en B en W gaven dan ook gehoor aan diens verzoek om de bedoelde waarschuwende bekendmaking in te trekken.

13 En de spelling? Ook andere hoofden van scholen in de gemeente wilden de nieuwe spelling. Die werd later dan ook vereenvoudigd op alle scholen! 1916: Een nieuw Hoofd der school. In mei 1916 vroeg meester Wildeboer ontslag. Nog voor een advertentie werd geplaatst, kwamen er al enkele reacties binnen. Meester Groen wilde wel hoofd worden. Het bestuur zag dat niet zo zitten. Er moest toch een advertentie geplaatst worden. Algemeen denkt men, dat hier de naäcte moet worden geëist. t Salaris wordt bepaald op f 50,- boven het minimum. t Hoofd zal verplicht zijn de administratie te voeren. De secretaris noteert: Ingekomen: 20 sollicitaties, met tal van getuigschriften. In verband met een verzoekschrift om Groen te benoemen, wordt ook gesproken over de mogelijke gevolgen, wanneer Groen gepasseerd wordt; vooral dit, dat de statuten niet nageleefd zijn, geeft veel zorg. Besloten wordt, hierover advies te vragen bij Mr. R. Koppe te Groningen. Het antwoord is duidelijk: Volgen mr. Koppe moet het bestuur benoemen; hij raadt aan de ledenlijst in orde te maken, dat er tenminste enigen zijn, die schriftelijk verklaren, met art. 1 van de statuten in te stemmen. Dan is het kwaad dat de voorstanders van Groen kunnen doen heel gering en de kans, dat ze het bestuur in moeilijkheden kunnen brengen heel klein. Bij de volgende bestuursvergadering was er al een vervolg op het probleem: Ingekomen zijn een schrijven van een der leden, waarin hij dreigt recht te zullen zoeken als Groen niet benoemd wordt, en een schrijven van Groen, waarin hij nogmaals zich in de gunst van het bestuur aanbeveelt. Beide worden voor kennisgeving aangenomen. Met algemene stemmen werd voorlopig tot hoofd benoemd de heer H. Dam. Als de hooiers van Friesland terug waren zou er een algemene vergadering bijeen geroepen worden om de leden te laten beslissen. Daar zou ook de kwestie van vertrouwen gesteld worden. Mocht het bestuur het vertrouwen niet hebben, dan zou het hele bestuur aftreden! Intussen zaten enkele voorstanders van meester Groen ook niet stil. Ze gingen handtekeningen verzamelen voor deze onderwijzer. Daar klopte toch iets niet mee. Het bestuur kreeg deze lijst aangeboden. En wat bleek: Uit getuigenissen van verschillende ondertekenaars van het verzoekschrift voor Groen blijkt, dat de handtekeningen voor het grootste deel onecht zijn, en voor een deel door misleiding en scheve voorstelling zijn verkregen. Het bestuur twijfelde of ze wel of geen algemene vergadering moest uitschrijven. Met 3 tegen 2 stemmen werd besloten toch te vergaderen. Dan komt aan het licht, hoe veel of weinig van de ondertekenaars met instemming en kennis van zaken tekenden; de toestand wordt zuiverder, bovendien zal het voor Dam aangenamer zijn als de toestand eerst zuiver wordt. Op die vergadering waren ongeveer 30 leden aanwezig. Het ging er stevig aan toe: De voorzitter deelt mee, dat door het Bestuur tot hoofd is benoemd de heer H. Dam te Stadskanaal. Maar omdat zekere personen daartegen bezwaar maakten en een aanbevelingslijst voor Groen hadden ingezonden, had het Bestuur deze vergadering belegd, om die personen gelegenheid te geven zich uit te spreken en tevens te vernemen, of alle ondertekenaars wel voldoende waren ingelicht, en of ze nog bij voortduring hun vertrouwen aan het Bestuur kunnen schenken. Het bestuur wenst niet tegen de wil van de vereniging in te gaan en laat dus de beslissing aan de vergadering over. Hierop ontstaat een zeer verwarde bespreking; hoofdzaak daarin was: Mag het bestuur een nieuw hoofd benoemen, zijn de aanwezigen wel lid van de vereniging, zijn de handtekeningen wel eerlijk verkregen en zijn de statuten nog wel te gebruiken? Als er gestemd wordt, blijken bijna alle aanwezigen het bestuur te steunen: 2 verlieten de vergadering en slechts 1 stemde tegen! Op 1 september 1916 werd afscheid genomen van meester Wildeboer, die in zijn toespraak aangaf met genoegen in Westerlee te hebben gewerkt. Had veel te danken, weinig te klagen. De heer Dijksterhuis uit Stadskanaal, het eerste hoofd van onze school, zou dan meester Dam installeren. Zijn rede was gebaseerd op Jes. 6: 2-10: Ruimt de stenen weg. In zijn toespraak noemde hij enige stenen : Slechte boeken en slechte kameraden. Spreker wijst op het grote gevaar van het lezen van slechte lectuur voor onze kinderen, vooral in deze tijd nu zoveel verkeerde boeken het licht zien. Ook hebben slechte kameraden een verbazende invloed op het kinderhart. Spreker waarschuwt dan ook om onze kinderen bij de straat te laten lopen, zonder te weten met wie ze daar omgaan. Als nog een andere steen des

14 aanstoots noemt spreker de kroeg en hoewel spreker als geheelonthouder ook een vijand van de kroeg is, bedoelt hij hier toch iets anders, namelijk een kinderkroeg of duidelijker een snoepwinkel. Hij geeft de ouders de raad om de kinderen nooit centen te geven om te snoepen. Meester Dam ging in zijn rede in op de inhoud van opvoeding en onderwijs: Het resultaat hangt meer van de persoon af die voor de klas staat, dan van de leerstof, maar toch doet ook het laatste zijn deel. En hoewel we ons ideaal wel niet ten volle zullen bereiken, toch zullen we trachten het steeds nader te komen en wat onderwijzer die zijn roeping verstaat, zal daarvoor zijn best niet doen. Meester Dam bleef tot Bij zijn laatste vergadering met het Bestuur werd toch nog even gememoreerd aan de problemen tijdens zijn benoeming. De penningmeester noemde, dat hij toen liever iemand anders had benoemd, niet om meester Dam persoonlijk maar om andere reden. De voorzitter zei zich wel enigszins in meester Dam vergist te hebben. Hij meende dat deze hoogmoedig was, maar heeft hem leren kennen als iemand die ook minder ontwikkelden ten hulpe wil staan. Aan sollicitanten geen gebrek, 31 brieven kwamen binnen. Daarbij ook van een al bekende onderwijzer: meester Eeuwema. Van verschillende kandidaten werden inlichtingen gevraagd, enkele werden bezocht en uiteindelijk werd meester Eeuwema met algemene stemmen benoemd. In oktober volgde de installatie. De inspecteur van het Chr. Nat. Schoolonderwijs ging nog even in op de gevoerde schoolstrijd. Wij willen niets bijzonders. Wij willen alleen de Bijbel op de school. De veranderde omstandigheden hadden er toe geleid, dat het bestuur ook Burgemeester en Wethouders uitnodigde en ook zij het woord voerden. En hoewel er grote problemen waren geweest met Heiligerlee, waren zij toch uitgenodigd. Het hoofd van de school daar, meester De Jong, had het toen al goed gezien: Reeds meer zijn reeds uit Westerlee vertrokken, die wel graag terug willen. t Schijnt, zegt spreker, dat Westerlee aantrekkingskracht heeft. Een daverend applaus klonk door de kerk! Met meester Eeuwema veranderde de sfeer op school toch wel wat. Bij een schoolbezoek van bestuursleden in 1928, merkte een van de nieuwe leden op, dat hij het vroegere militarisme miste. Waarop meester Eeuwema antwoordde, dat tegenwoordig Vrije orde werd toegepast. Ieder zijn eigen Aan het begin van elk schooljaar werd een overzicht gemaakt, wie van de winkeliers uit het dorp zou leveren. Wie kwamen in aanmerking? Alleen die winkeliers, die het Christelijk onderwijs een warm hart toe droegen! Zo kunnen we, vanaf 1925, bijvoorbeeld in de notulen lezen: Benoodigdheden van de nuttige handwerken word opgedragen aan Broeser manufacturen aan Beishuizen leermiddelen aan V.d. Laan benoodigdheden voor den schoonmaak aan dezelfde timmerwerk aan Dik verfwerk aan Hulzebos en Popkes ieder een gedeelte, naar goedvinden van het bestuur smidswerk zal later worden beslist Voor grote bouwkundige zaken komen we hetzelfde probleem tegen. Een aannemer werd niet gevraagd in te schrijven, omdat zijn kinderen niet naar de Christelijke school gingen. Hij zou wel willen, maar de meeste werken waren wel opdrachten van de boeren, en daarvan waren de meeste voor het openbaar onderwijs. Een andere aannemer werd eerst gepasseerd, omdat hij nog geen jaar lid was van de schoolvereniging. En daarvoor weinig voor de school gevoelend schrijft de secretaris.. Grensconflicten met Heiligerlee. In 1920 kwam ds. Brinkman met het voorstel dat ook Heiligerlee een Christelijke school moest hebben. Het idee zal niet van hem afkomstig zijn, want wat bleek: in Heiligerlee was men al met de voorbereidingen bezig. Dat had wel gevolgen voor Westerlee. Niet alle leerlingen kwamen uit het dorp Westerlee zelf, maar ook uit Heiligerlee bezochten kinderen onze school. Waar moest de grens tussen beide dorpen liggen? De bestuursleden van Heiligerlee vonden dat de Tranendallaan en Napels bij hun dorp hoorden, en de Westerleeërs natuurlijk dat het bij Westerlee hoorde en dat de spoorlijn de grens was. Daar kwam nog bij, dat de gemeente wel goedkoop een stuk grond wist voor de nieuw te bouwen school en een woning voor het hoofd: tussen beide dorpen in. En om een school te bouwen rekende het bestuur uit Heiligerlee op een flinke financiële hulp van de school uit Westerlee. Ettelijke vergaderingen werden er gehouden om uit de problemen te komen.

15 De grensconflicten konden niet opgelost worden. De ouders van deze straten moesten zelf maar beslissen naar welk dorp hun kinderen zouden gaan. Voor de Unie collecte zouden beide besturen samen collecteren. Aan geld kon het Westerleese bestuur ook niet bijdragen. De kas liet zo iets niet toe. Westerlee stond zelf voor grote kosten. Wel werden ideeën aangedragen: een collecte in het dorp, een bazaar. Uiteindelijk kwam er niet veel van terecht doordat de grensproblemen het overleg niet gemakkelijk maakten. De plaats van de school werd door Westerlee als erg ongelukkig gezien. Een school hoort in het dorp, niet er buiten. Uiteindelijk is de school in het dorp gebouwd, zoals we nu nog kunnen zien. En de grensconflicten hebben zich zelf uiteindelijk opgelost. Tijden veranderen: eind zeventiger jaren waren enkele ouders bereid, om hun kinderen enkele weken naar de school in Heiligerlee te laten gaan, om zo de kleuterschool daar te behouden. En inmiddels werken de scholen samen onder één bestuur. Naar school in de jaren 20, herinneringen van Geesie Grozema-Doedens, Gerrit Veldman, Kasper Westinga en Berend de Wal. Vergeleken met nu was het in onze jeugd heel anders. Na schooltijd was het beslist niet altijd spelen. Aanpakken thuis, dat moest vaak gebeuren. Of een beetje bijverdienen. Voor een dode mus kreeg je 2 cent, voor takkenbossen kreeg je bij de bakker wel 5 cent. Hij kon er de oven mee aansteken. Bakker Rozeboom gaf je vaak een stuk kantkoek. Heerlijk, als je aan het schaatsen was op de gracht. Of vlinten zoeken op het land. Van de boeren kreeg je dan ook een paar centen. Na de oogst was het aren en aardappels zoeken. Thuis werden de kippen en varkens er mee gevoerd. Kleine kinderen werden al meegenomen naar het aardappelland als er gerooid moest worden. De kinderen van de landarbeiders kregen 6 weken landbouwverlof om mee te helpen op het land. De anderen hadden dan twee weken vakantie. En als de bonen geplukt waren, kon je voor een dubbeltje een bonenmolentje huren voor een middag. s Avonds stonden de mensen vaak buiten bij elkaar om gezellig bij te praten. Het deed veel gemoedelijker en gezelliger aan dan nu. Ook het dorp was anders. De wegen waren allemaal onverhard, alleen de Hoofdweg had in het midden en verharding met grind. Om alle wagens daar in hetzelfde spoor te houden, lagen er balken langs de kanten waar ze tussen moesten blijven. Elkaar passeren was dan wel een probleem. In onze jeugd kwamen de eerste auto s in het dorp. Zo gauw we er een hoorden, gingen we naar de Hoofdweg om te kijken. Tijd genoeg om hem te zien, want in de uitlaat zal nog geen demper en het geluid klonk erg ver door. In het dorp waren minder huizen dan nu, maar wel meer kinderen. Sommige moesten een heel eind lopen voor ze bij school kwamen. Bij slecht weer, zoals sneeuw, waren zij meestal wel op school, terwijl kinderen van dichterbij dan wel eens verstek lieten gaan. In onze schooltijd was eerst meester Dam het hoofd van de school. Een streng meneertje, waar ieder respect voor had. Je moest het niet wagen om voor hem langs te lopen als de school inging. Hij maaide je dan in een keer achter zich langs. Meester Eeuwema was later een stuk gemoedelijker. Als het Adrillen markt was kreeg je bij hem wel vrij! Met meester Boonema kon je op zijn tijd wel eens lekker stoeien. De beide jufs verschilden zo ook van elkaar. Juf Dop was fel en pinnig, juf Niehof zachter. De afstand tussen ons en de leerkrachten was groot. Geen wonder dat er wel eens trucs bedacht werden om aan straffen te ontkomen. Uit het open raam verdwijnen, een beschermlaag achter in je broek aanbrengen. Dan moest je natuurlijk niet later merken dat je de klappen niet voelde, want dan was je dubbel de klos. We schreven in het begin met griffels op een lei. Later kwamen papier en potlood erbij, gevolgd door de kroontjespen. Tussen twee lokalen was een schuifdeur, die bij ouderavonden open was om iedereen een plek te geven. Op zo n avond was er altijd wel iemand die een stuk voordroeg. Vooral Cornelis Boven en Bertus Zuiderveen konden dat heel goed. Uit het hoofd leren moesten wij ook vaak. De Geloofsartikelen, de 10 Geboden, elke maandag een psalm en tegen Kerst nog hele Bijbelgedeeltes. Gezangen werden nauwelijks gezongen. Er werden wel liedboekjes voor gekocht, maar gebruikt werden ze zelden. Om de kachels te stoken werd er op de zolder van de school turf opgeslagen. Cokes lag in een schuurtje. In de pauze moesten een paar kinderen steeds een voorraadje halen. Buiten waren ook de privaten, de w.c. s. Je moest er vreselijk tegen op zien om er heen te moeten. Papier ontbrak vaak en ze waren ontzettend smerig. Om je handen te wassen was er buiten een pomp, maar s winters was die niet te gebruiken. Voor de meisjes waren de schooldagen langer dan voor de jongens. Na de gewone lestijden was er handwerkles! De beide jufs gaven de lessen, geholpen door een meisje of een vrouw uit het dorp. Alles moest met de hand gemaakt worden: sokken en verschillende patronen breien, merklappen maken, een

16 kussensloop en schortjes naaien, uitstukken van kleding. Alles wat een huisvrouw geacht werd te kunnen. Af en toe werden de werkstukken verkocht. Meestal aan de ouders zelf. Maar wie had er echt belang bij witte katoenen sokken? Een echt feest was het schoolfeest. We gingen dan in optocht met versierde wagens door het dorp, begeleid door ruiters. Daarna deden we allerlei spelletjes, zoals zaklopen, op het grasland van een van de boeren. In 1938, bij het 40 jarig jubileum van koningin Wilhelmina, werd het feest extra groot. Zelfs een tent werd geplaatst voor alle festiviteiten. Net als nu in de in de zomervakantie was het hele dorp erbij betrokken. Kwekeling met akte Hoe werd je juf of meester? Daarvoor bezocht je de Normaalschool, later werd dit de Kweekschool en in recentere tijd de Pedagogische Academie en nu de PABO. En wie afgestudeerd is, hoopt natuurlijk werk te vinden in het onderwijs. In de hele eeuw zijn er tijden geweest, dat er teveel leerkrachten waren. De overheid was daarvan vaak zelf de oorzaak. Moest er weer eens bezuinigd worden, dan was het onderwijs altijd als een van de eersten aan de beurt om de gevolgen te merken. Het aantal kinderen in de klas vergroten houdt meteen in dat er minder leerkrachten aan het werk kunnen. Wat dat betreft is er in de hele geschiedenis weinig veranderd. In de jaren voor de 1 e Wereldoorlog zocht een afgestudeerde onderwijzer(es) die geen werk kon vinden vaak een school in de buurt van zijn woonplaats om er als volontair te gaan werken. Zo kreeg je oefening in het vak en je kon bij sollicitaties verwijzen naar de school waar je ervaring had opgedaan. Eind dertiger jaren probeerde de overheid om mensen in het onderwijs te krijgen, door een korte stoomcursus aan te bieden. Het gevolg was, dat toen de 2 e Wereldoorlog uitbrak er meteen een teveel was. Pas afgestudeerde mensen die uit het leger terug kwamen, hadden al helemaal geen kans om een baan te vinden. Er zat dan niets anders op om of ander werk te zoeken, of om als vrijwilliger op een school werk te zoeken: als kwekeling met akte. Zo ook aan onze school, waar bijvoorbeeld juf D. Eeuwema, meester H. Daalman en meester M. Doedens in die periode een tijd aan onze school zo werkten: met de geweldige vergoeding van f 80,- en als de kas het kon lijden f 100,-. Per jaar! Wat deed zo iemand? Meindert Doedens: In het eerste jaar mocht ik bij meester Algera in de klas helpen. De sfeer was wel zo, dat ik voelde dat ik geduld werd. Hoogstens één keer per week mocht ik de Bijbelse vertelling doen. Soms mocht ik een schrijfvoorbeeld op het bord zetten en tijdens de lessen het werk van de kinderen bekijken. Het bord schoonmaken, dat mocht ik wel. Dat meester Algera liever zelf op het bord de schrijfvoorbeelden schreef was niet zo n wonder. Hij kon zelf prachtig schrijven en tekenen! Gymnastiek, een nieuw vak in het begin van de jaren veertig, mocht ik wel geven. Ook meester Algera gaf wel gym. Dat moest dan op het plein gebeuren, terwijl het bedekt was met grind en zand. Het gevolg was, dat er enorme stofwolken opstegen doordat alle voeten over de grond sleepten. En alles ging op commando. Bij meester Eeuwema kon je goed merken, dat hij in dienst was geweest. Het leek net een militaire training in het marcheren. Ook later, in een lokaal, was alles op commando. Later kreeg ik de zorg over de derde klas, naast het lokaal van meester Eeuwema. Toch telde je nooit echt mee. Als leerling of als kwekeling werd je behandeld, ook al was je afgestudeerd. Wat wel fijn was, dat was dat hij je nooit voor schut zette. Ik kon bijvoorbeeld niet goed zingen, meester Eeuwema wel. Als hij hoorde hoe dat bij mij in de klas klonk, zei hij er later wel iets van, maar altijd op een heel sympathieke manier. Ook als de inspecteur op bezoek kwam, voelde je het verschil. Hij bezocht alleen de benoemde leerkrachten. Een kwekeling met akte werd volkomen genegeerd. Zelf op onderwijs vergaderingen in Winschoten, met allemaal leerkrachten, telden we helemaal niet mee. Toch bleef ik het werk s morgens doen, om dan s middags maar te gaan studeren voor andere aktes, zoals Frans en Duits, in de hoop dat er ergens een baan vrij zou komen, wat uiteindelijk ook gebeurde. Via verschillende lagere scholen en het voortgezet onderwijs eindigde mijn carrière als leraar aan de Pedagogische Academie in Emmen Al heel gauw na het begin van de 2 e Wereldoorlog waren de gevolgen merkbaar. De distributie van producten gaf voor het handwerken de eerste problemen. In juni 1940 ging er al een brief naar de gemeente, hoe dit geregeld zou worden. De Schoolraad zei, dat de gemeente machtiging moest verlenen voor het aanschaffen van de materialen, de gemeente wilde wel, maar de materialen kwamen er niet. Brandstof? Aanmaakturf was in 1943 en in 1944 het grootste probleem. Doordat sommige ouders zelf

17 turven gaven, lukte het om les te blijven geven. In 1944 werd slechts 1 lokaal verwarmd. De jongste kinderen moesten dan maar in de winter s morgens les krijgen, de oudere s middags. Het verplaatsen van de herfstvakantie naar de tijd na Kerst scheelde ook weer twee weken stoken. De overheid had in 1941 het geven van gymlessen verplicht gesteld. Waar moest dit gebeuren? Bij goed weer buiten op een onverhard plein? Betegeld moest er worden. Aangevraagd bij de gemeente, in 1942 goedgekeurd, in 1943 was er nog niets gebeurd en opnieuw ging de aanvraag naar de gemeente en toen bleek dat er geen cement was en dus ook geen tegels. Dan maar proberen een stukje grasland te huren. Alles was beter dan de stofwolken van het plein. De tegels zouden er nooit komen... Nog een paar praktische problemen: wat te doen bij een aanval? Een kist met zand in de gang, om zonodig te blussen. Regelmatig oefenen in het wegduiken onder de banken. Zou het geholpen hebben? Geen ouderavonden in de wintermaanden, want er moest verduisterd worden. Later mocht er helemaal niet meer vergaderd worden, ook niet door het bestuur. Het ergst was de vraag van het Departement van Onderwijs in 1941: Zijn er Joodse kinderen op school? Het bestuur zat er flink mee. Joodse kinderen waren er niet, maar om onderscheid te maken? Met andere scholen werd overlegd wat te doen. Uiteindelijk werd erover gestemd. Doordat een van de bestuursleden verhinderd was, eindigde de stemming onbeslist. In een volgende voltallige vergadering opnieuw een stemming. Bang voor de mogelijke gevolgen werd met één stem meer voor opgave gekozen, maar er werd wel de volgende brief bijgedaan: Het bestuur van de vereniging tot Stichting en instandhouding van Scholen met den Bijbel te Westerlee, Gem. Scheemda, staande op het standpunt dat in Christus geen tegenstelling van ras gemaakt mag worden, kan dan ook niet anders dan onder de grootste geweten krenking antwoord geven op uw vraag of er Joodsche kinderen op de school aanwezig zijn. Onder protest deelt het bestuur mede, dat er geen Joodsche leerlingen op de bijzondere lagere School te Westerlee Gem. Scheemda gaan. Er kwam zelfs een reactie van het Departement: Niet het schoolbestuur maar de Joden zelf zijn verantwoordelijk voor schoolbezoek. Voor het gezin Eeuwema werd het spannend, toen in het voorjaar van 1944 mevrouw Schleurhols in opdracht van haar man, de dokter, kwam vertellen dat meester Eeuwema voor zijn gezondheid onmiddellijk rust nodig had. De boodschap was begrepen: meester vertrok. Zijn lidmaatschap van de ARP en allerlei verenigingen maakte hem verdacht en zijn naam kwam voor op een lijst van mensen, die de kans liepen gevangen genomen te worden. Gelukkig kon hij al na een paar weken terugkeren. Zijn werk werd in de tijd overgenomen door zijn latere schoonzoon, meester De Vries. Ondanks de moeilijke tijden, werden er toch veranderingen doorgevoerd. De rapporten deden hun intrede. Zonder cijfers nog, maar met een omschrijving van de resultaten. De schoolarts en de schooltandarts zouden de school ook gaan bezoeken, wel argwanend gevolgd door het bestuur, want men was erg bang voor inmenging van welke overheid dan ook. Er werd al voorzichtig gesproken over het oprichten van een kleuterschool en een nieuw gebouw voor de lagere school. Voor de toekomst bleef men optimistisch! Naar school in de jaren 40, herinneringen van Zwaantje Kiewiet-Boven, Jannie Brons-Veen, Jacob Brons, Jan Dieterman en Gerrit Hensens. Van het dorp waren allen de Hoofdweg en de Molenstraat verhard. De molen was nog in gebruik, waarbij de muur in de pauze vaker gebruikt werd dan de wc. Bikkershorn bestond uit twee lanen met een sloot ertussen, die best diep was. t Ol daipke werd het genoemd. We konden op de straat prima voetballen, want auto s reden er zelden. De Hoge Waaln waren ook een geliefde streek, soms om met pijl en boog ook op elkaar te schieten. Of voetballen, waarbij een klomp wel eens door een ruit vloog. En dan de katapult. Dat daarbij ook een winkelraam werd geraakt was niet de bedoeling. Het was wel oppassen dat je onderweg geen groep kinderen van de openbare school tegen kwam, want dan was het oorlog. Dat zelfde had je ook met kinderen van andere dorpen of streken. Ging je naar Meeden of Scheemda, dan was er diezelfde rivaliteit. Ieder voelde zich bij een of andere groep horend, en ieder ander was een vijand, waarop je met elkaar indruk moest maken. Zelfs fietskettingen werden als wapen gebruikt. Misschien kwam dit ook wel, doordat er verder niets te doen was. De schooltijden werden zelfs verzet, om de beide scholen maar niet tegelijk te laten beginnen en eindigen. Wat je wel kon doen, was om bijvoorbeeld onderweg naar school te proberen door de goot langs het tegelpad met je ijzeren kogel die van een vriendje te raken. Of om ermee op het plein te proberen wie er het dichtst mee bij een streep kon komen. Hoepelen was heel gewoon, of spelen met een tirreltoppe, of

18 tientellen. Een tikspel op het plein, waarbij de tikkers in het midden stonden. Bij het hek kon je proberen je los te trekken en als dat binnen tien tellen gebeurde, hoefde je geen tikker te zijn. Onze school was het gebouw aan de Molenstraat. De trap aan de buitenkant gaf toegang tot de zolder, waar de turf lag opgeslagen. Af en toe werd er een voorraadje door een stortkoker naar beneden gegooid, in een grote turfbak. Op een vaste datum kwam de kachel aan. Maar als het eerder al koud was, moest er eerst aan voorzitter Ufkes gevraagd worden of de kachel al wel aan mocht. s Morgens voor schooltijd werd de kachel al aangemaakt door de schoonmaakster. De school had wel vier lokalen, maar er werden in onze tijd maar drie gebruikt. Pas in 1949, toen de kleuterschool gesticht werd, kwam ook deze ruimte weer in gebruik. Voor hen werd een deel van het plein aan de achterkant met een hek gescheiden van de rest. De wc s waren buiten: houten zittingen met een ton eronder, gemetselde muren met deurtjes ervoor. Erachter was de vuilnisbak, waarin de asladen van de kachels werden leeggegooid. Onze juf in de laagste klassen was juf Dop. Ze kon soms heel pinnig en fel zijn, maar aan de andere kant ook heel lief voor ons. Het kon wel eens gebeuren, dat de kinderen die ver weg woonden, drijfnat door de regen bij school aankwamen. Dan riep juffrouw Dop hen binnen, om eerst bij de kachel de kleren te drogen. Voor linkshandige kinderen was het leren schrijven een ramp: het moest beslist met de rechterhand. Kon je het niet laten om toch je linkerhand te gebruiken, dan werd die vastgebonden. Vreselijk! De Nederlandse taal kon voor ons, die gewend waren Gronings te praten, wel eens voor moeilijkheden zorgen. Hoeveel knieën heb je? Wel 6 juf. Knienen waren wel bekend en kneien ook. Maar knieën? In de hogere klassen gaf juffrouw Dop de handwerklessen aan ons meisjes. Dat betekende een sok breien, een gat erin knippen en dan weer dicht mazen. Af en toe mochten we eens borduren. Toen juf later overleed, zijn we met de bus naar de begrafenis geweest. Voor ons was een busreis iets bijzonders, zodat het reisje meer op een gezellige schoolreis leek.. Een gewone schoolreis zoals we nu kennen, maakten wij maar zelden. We zijn een keer op de fiets naar de Reiderwolder Polder geweest, om de zee eens te zien: de Dollard. Dat moet in 1948 of 1949 zijn geweest. Of een keer naar een boot, die aangemeerd lag in het Winschoterdiep en Klein Artis heette. Het was ingericht als een dierentuintje en voor een dubbeltje entree mochten we het bekijken. Begin jaren 50 is er een reis gemaakt naar Schiphol. Om de bus vol te krijgen mochten ook oud leerlingen mee. Een andere schoolreis was er niet bij. We hebben niet allemaal dezelfde meesters gehad. Eerst was er meester Algera, die in Scheemda woonde. Hij kwam op de fiets, in oorlogstijd met houten hoepels om de wielen. Dat ratelde vreselijk. Na meester Algera kwam meester Ten Have. Die woonde in Winschoten. Daaraan heeft Gerrit nog speciale herinneringen. Op een zondagmiddag waren we in Winschoten en we kwamen ook langs het huis waar meester woonde. We konden het niet laten om te laten merken dat we er waren en we werden tot onze verrassing meteen uitgenodigd binnen te komen. Daar wachtte ons een nog grotere verrassing er was die nacht een baby geboren! Toen we onze belevenissen op school vertelden, moesten verschillende meisjes ook heel toevallig naar Winschoten. Allemaal op kraamvisite! Meester Ten Have speelde viool. Maar toen hij ons een liedje leerde Er kwam ene boer uit Zwitserland, kon die tekst niet door de beugel. De jongsten van ons groepje hebben meester Withaar nog gekend, die na meester Ten Have kwam. Die was ook wel muzikaal. Hij speelde ook viool en leidde hier een mondorgelclub en een kinderkoor. Met de jongensclub gingen we met hem op de fiets naar Zeegse, om te gaan kamperen. Vertellen kon hij ook goed. Allemaal hebben we in de hoogste klassen les gehad van meester Eeuwema. Een sportliefhebber was hij beslist niet. Als we gymnastiek kregen op vrijdagmiddag, op het plein of op het land van Bulder achter Derksema, moest dat wel door meester Algera of meester Ten Have worden gegeven. In een winter dat we konden schaatsen, was hij helemaal geen voorstander van een schaatswedstrijd. Er werd gezegd, dat meester Eeuwema in zijn kindertijd had meegemaakt dat een van de jongens na een wedstrijd bloed opgaf en dat hij daar enorm van geschrokken was. In de klas gebeurde het natuurlijk wel eens (vaak) dat we met een paar meisjes te veel kwebbelden. De berichten stromen weer binnen klonk het dan. Of De telex ratelt weer. Ook in het vervolgonderwijs hadden we al snel de naam Het nieuwsblad meegekregen. Als meester Eeuwema naar huis was om koffie te halen, of onder de les even weg moest, dan werd een van de jongens aangewezen om de orde te bewaren. Zo lang meester er niet was, kon je de anderen lekker bang maken door te dreigen straks tegen meester te zeggen dat hij vervelend was geweest. Maar als meester terug was, zei je natuurlijk altijd dat alles prima verlopen was. Haalde je op school wel wat uit en je kreeg straf, dan voelde je dat vaak aan den lijve. Een liniaal over je vingers, over een draai aan je oor waren heel normaal. En als je thuis ging klagen, kon je er nog wat bij krijgen ook. Zelst het er wel noar moakt hebben! Gerrit wist wel een manier om niet lang na te blijven. Toen ik even de kans kreeg, maakte ik dat

19 ik door het open raam buiten kwam! Alleen, de volgende dag moest ik wel weer naar school. Een prettig moment voor meester was altijd, als op vrijdag Tolie Beishuizen binnenkwam, de dochter van de penningmeester. Komt meester vanmiddag even langs? Dan werd het salaris uitbetaald.. In onze schooltijd kregen we ook al te maken met een nieuwe spelling. Dat betekende wel, dat we in veel boekjes letters moesten doorstrepen. Geld om nieuwe boekjes te kopen was er niet. Jaap en Gerdientje, Peerke en zijn kameraden zijn een paar boeken die we ons nog goed herinneren. En de spannende boeken die meester Eeuwema op de vrijdagmiddag voorlas. Hij had wel een voorkeur voor verhalen die zich in de Zuid Afrikaanse Boerenoorlog afspeelden, over het boerengezin Wessels. Tegen 11 november werd steevast voorgelezen Japies Sintmaarten. Een verhaal over een jongetje dat een biet stal om een lampion te maken. Wat velen van ons ook nooit meer verleren, zijn de rijtjes plaatsnamen die we moesten kunnen opdreunen. Niet alleen uit Nederland, maar ook uit Indonesië de eilanden bijvoorbeeld. En kinderen in Indië moesten dat omgekeerd ook met ons land doen. Soms werden we ingeschakeld voor ander werk dan leren. Als bij meester de kruisbessen rijp waren, moesten we ze onder schooltijd plukken, waarna ze bij meester in de weck belandden. Onze schooltijd was niet de gemakkelijkste tijd. De oorlogsjaren zaten er in. Met heel veel goudsbloemen in de tuinen. Met beschietingen van treinen ter hoogte van Heiligerlee en Scheemda. Dat betekende ook, dat we af en toe luchtalarm oefeningen hadden. Als meester floot moesten we onder de banken wegduiken. Of het geholpen zou hebben bij een echte aanval? Toen er eens in het speelkwartier bij een luchtgevecht een Engels toestel neerstortte in het veld, gingen er na schooltijd wel jongens op af. s Avonds ontdekten ouders, hoeveel munitie hun zonen wel bij zich hadden. Meester Eeuwema kwam die avond nog bij alle gezinnen langs, waar het vermoeden bestond dat ook daar munitie mee naar toe genomen was. Iedereen moest zijn schatten inleveren. Wat vonden we dat toen jammer, maar na de oorlog bleek wel dat het niet overdreven was: toen kwam er een jongen uit ons dorp om, doordat een meegenomen granaat ontplofte. Dat maakte diepe indruk op ons allemaal. Tegen de tijd dat de bevrijding naderde, moesten we toch al wel passende liedjes leren. Het Wilhelmus natuurlijk, maar ook Wien Neerlands bloed, en Waar de blanke top der duinen en We leven vrij, we leven blij. Om gezond te blijven, moesten we in die oorlogsjaren vitaminetabletjes slikken en na de oorlog kregen we op school eens per week een sinaasappel. Meester controleerde of je schil wel inleverde. Je zou hem eens mee naar huis kunnen nemen of weggooien. Schoolmelk was bij ons onbekend, doordat het bestuur het aan onze school niet nodig vond. De trap. Aan de buitenkant van de school zat een trap, om zo de turf op de zolder te brengen. Door een stortkoker moest er regelmatig een voorraadje naar beneden gegooid worden om de kachels aan te steken. De oudste jongens werden daartoe aangewezen. Dat liep voor een bijna heel slecht af: Jan Bolwijn: De zolder was zo slecht, dat ik er een keer doorzakte. Gelukkig net boven een balk, waar ik op bleef zitten. Daarna mocht ik alleen nog maar naar boven om turf te halen. De houten trap was vooral bij vochtig weer groen en glad. Toen ik er weer af wilde, liep ik een keer met de rug naar de treden toegekeerd naar beneden. Ik gleed bovenaan al uit en smakte over de rand van de trap naar beneden op het plein. Grote paniek! Ik moet flink om me heen getrapt hebben en meester Withaar zal dat wel gevoeld hebben. Op een ladder hebben ze me naar huis gedragen en ik weet nog dat ik daarna het geluid hoorde van de motorkar van mijn vader, waar hij anders het brood mee bezorgde. Nu ging hij de dokter uit Meeden halen. Vol gesmeerd met jodiumzalf moest ik in bed blijven, het hele lichaam geschaafd en gekneusd. Daar kwam ene boer... Daar kwam ene boer uit Zwitserland, kadee kadolleke keda, en die had enen ezel aan zijn hand, laberdie laberda laberdonia, en die had enen ezel aan zijn hand. Cecilia! Tot zo ver ging alles goed. Meester Ten Have probeerde zijn klas een nieuw lied te leren. De melodie lag gemakkelijk in het gehoor en al snel kon met de volgende coupletten worden doorgegaan. Dat waren er nogal wat. Het hele verhaal van de snijder, die voor de boer een kledingstuk moest maken. Helaas vond zijn vrouw dat het hem niet stond. Ge hebt een lijf gelijk een koe! Dat werd een behoorlijke ruzie, waarbij de snijder het onderspit dolf. Ze zetten de snijder op een witte geit en reden ermee naar de eeuwigheid

20 Dat laatste couplet gaf problemen! Godslasterlijk was toch zo n tekst, vond meester Eeuwema. Zelfs de kerkenraad werd erin gekend en het lied werd afgekeurd voor schoolgebruik. Tot op een NCRV-avond in Winschoten enkele koren optraden en...juist: Daar kwam ene boer uit Zwitserland! werd prachtig gezongen. Probleem opgelost, ook op school werd het weer in het repertoire opgenomen. De kleuterschool. In 1949 kregen de plannen voor een kleuterschool toch meer vorm. Een lokaal was er, het lege lokaal in de school. Een commissie werd aangesteld om de kleuterschool op te richten en om later het bestuur van de kleuterschool te zijn. Wettelijke regelingen waren er nog niet. Pas in 1955 kwam er een wet voor het Kleuteronderwijs. De eerste juf werd in het dorp gezocht. De opleiding op een kleuterkweek was ook nog zo nieuw, dat een juf nog helemaal geen akte daarvan hoefde te hebben. Pas na de benoeming werd er gestudeerd. Na juf Bakker kwam juf Harkema. Zo jong nog, dat toen het ministerie later een minimum leeftijd van 18 jaar invoerde, ze nog te jong was. Na een periode verlof om het diploma toch te halen, verwachtte ze weer aan de slag te kunnen. Het bestuur besliste anders. Het ministerie had geen vrijstelling van de leeftijdgrens verleend. De tijdelijke benoeming van juf Witter werd omgezet in een vaste benoeming en zij bleef. In het gebouw werden maar weinig veranderingen aangebracht. Meester Eeuwema vreesde al het geluid van de kleuters naast zich. Een deur moest dichtgemetseld worden om het geluid te temperen. Buiten moesten de kleuters een eigen gedeelte van het plein hebben. En met een minimum aan materialen moest de juf maar zien de kleuters bezig te houden. Na het vertrek van de lagere school naar een nieuw gebouw, bleven de kleuters in het oude achter. Geen optimale situatie in een afgekeurd gebouw. Pogingen om een nieuw gebouw te krijgen liepen op niets uit. De Gemeente Scheemda was in die tijd geen voorstander van Christelijk onderwijs en dat maakte het overleg met betrokken instanties er niet gemakkelijker op. Meester Eeuwema ging zelfs een keer de Gedeputeerde Staten toespreken om volledige financiële gelijkstelling met het openbaar onderwijs voor elkaar te krijgen. Het aantal leerlingen lag steeds net rond een kritische grens om de school in stand te houden. Zelfs de koningin werd aangeschreven over de onhoudbare situatie. Dat bracht meer duidelijkheid: twintig kinderen waren voldoende om een nieuwe school te bouwen! Toen, in de zomer van 1961, trok een windhoos langs Westerlee. De schuur van Ten Have moest het afleggen en ook de zijkant van de school kon de storm niet weerstaan. Nu moest er wel een nieuwe school komen, niet bij de lagere school aangebouwd, maar op de plaats van de oude. De kleuters moesten zolang les hebben in Jeugdhaven. In 1964 was het nieuwe gebouw klaar. Het moest het ook maar van een naam voorzien worden. Dat werd, heel toepasselijk, op voorstel van de heer Kor Wervelwind!

Inventaris van het archief van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs te Schipluiden

Inventaris van het archief van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs te Schipluiden Inventaris van het archief van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs te Schipluiden 567 (1896-1953) Samengesteld door Francisca de Vries Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme

Nadere informatie

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen Zondag 52 Zondag 52 gaat over de zesde bede. Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in der eeuwigheid. Amen. Lees de tekst

Nadere informatie

Lei en griffel: Kinderen schreven met een griffel op een lei. Soms leerden ze lezen met een ABC-boekje.

Lei en griffel: Kinderen schreven met een griffel op een lei. Soms leerden ze lezen met een ABC-boekje. Onderwijs Schooltje Lhee in het Openluchtmuseum Het schoolgebouwtje dat in het Openluchtmuseum staat, is een dorpsschooltje uit Lhee (Drenthe). De inwoners van Lhee hadden die speciaal gebouwd in de 18e

Nadere informatie

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT Wie zei: Het is mijn taak om dit land goed te besturen. Maar al die ministers moeten zich er niet mee bemoeien. 1. koning Willem I 2. koning Willem II 3. koning

Nadere informatie

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1 1 Korintiërs 12 : 27 kerk in deze (21 e ) eeuw een lastige combinatie? want juist in deze tijd hoor je veel mensen zeggen: ik geloof wel in God maar niet in de kerk kerk zijn lijkt niet meer van deze tijd

Nadere informatie

Voorwoord Met oprechte blijdschap schrijf ik het voorwoord voor dit boek. Ik ken Henk Rothuizen al vele jaren en heb hem zien opgroeien tot een man van God, met een bediening die verder reikt dan zijn

Nadere informatie

Vandaag is rood. Pinksteren 2014. Rood is al lang het rood niet meer Het rood van rode rozen De kleur van liefde van weleer Lijkt door de haat gekozen

Vandaag is rood. Pinksteren 2014. Rood is al lang het rood niet meer Het rood van rode rozen De kleur van liefde van weleer Lijkt door de haat gekozen Vandaag is rood. Pinksteren 2014 Rood is al lang het rood niet meer Het rood van rode rozen De kleur van liefde van weleer Lijkt door de haat gekozen Dat mooie rood was ooit voor mij Een kleur van passie

Nadere informatie

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? Les 5 - Redding Vier feiten die je moet kennen om het Evangelie goed te begrijpen In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? In

Nadere informatie

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8 [1] [2] [3] Johannes 3:16 1 Korintiёrs 1:9 Johannes 3:19 God wil met ons omgaan God wil met ons omgaan Zonde brengt scheiding [4] [5] [6] Romeinen 3:23 Marcus 10:45 Romeinen 5:8 Zonde brengt scheiding

Nadere informatie

Jezus, het licht van de wereld

Jezus, het licht van de wereld Jezus, het licht van de wereld Het evangelie naar Johannes 8: 1-30 1 Overzicht 1. De overspelige vrouw 2. Jezus als het Licht der wereld 3. Twistgesprekken met de Farizeeën 2 De overspelige vrouw Bijbeltekst

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I Preek Gemeente van Christus, De mooiste dingen in het leven kun je niet als erfernis wegschenken Let er maar eens op. De belangrijkste dingen zijn geen erfstuk. Zeker, je kunt mooie spulletjes erven. Of

Nadere informatie

AMBACHTSE VERTELLINGEN Nummer 24

AMBACHTSE VERTELLINGEN Nummer 24 AMBACHTSE VERTELLINGEN Nummer 24 Deze keer een bijzondere aflevering van Ambachtse vertellingen. We gaan uw aandacht nu niet vragen voor de Veersedijk maar voor een bijzondere plek aan de Kerkstraat. Uit

Nadere informatie

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Heilig Jaar van Barmhartigheid Heilig Jaar van Barmhartigheid van 8 december 2015 tot 20 november 2016 Paus Franciscus heeft alle mensen van de hele wereld uitgenodigd voor een heilig Jaar van Barmhartigheid. Dit hele jaar is er extra

Nadere informatie

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb hoofdstuk 8 Kernovertuigingen Kernovertuigingen zijn vaste gedachten en ideeën die we over onszelf hebben. Ze helpen ons te voorspellen wat er gaat gebeuren en te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.

Nadere informatie

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan. Geelzucht Toen ik 15 was, kreeg ik geelzucht. De ziekte begon in de herfst en duurde tot het voorjaar. Ik voelde me eerst steeds ellendiger worden. Maar in januari ging het beter. Mijn moeder zette een

Nadere informatie

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar Gemeente van de Heer Jezus Christus, Jongeren, ouderen, kinderen van God, Zoals ik voor de lezing al gezegd heb; het gaat vanmorgen niet over trouwen of getrouwd zijn, dat is alleen een voorbeeld verhaal.

Nadere informatie

STICHTING DE OPENBARING BELEIDSPLAN 2016-2017

STICHTING DE OPENBARING BELEIDSPLAN 2016-2017 STICHTING DE OPENBARING Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 55228801 BELEIDSPLAN 2016-2017 Contactgegevens STICHTING DE OPENBARING Website: www.stichtingdeopenbaring.nl Email: info@stichtingdeopenbaring.nl

Nadere informatie

21 februari 2016 ONLINE MET GOD. Voorganger: Ds.H.Bondt Begeleiding: Entheos / Els Cornelisse

21 februari 2016 ONLINE MET GOD. Voorganger: Ds.H.Bondt Begeleiding: Entheos / Els Cornelisse 21 februari 2016 ONLINE MET GOD. Voorganger: Ds.H.Bondt Begeleiding: Entheos / Els Cornelisse Votum en groet Ps. 65,1 (U luistert als wij bidden) De lofzang klinkt uit Sions zalen tot U met stil ontzag.

Nadere informatie

De Bijbel open 2013 47 (30-11)

De Bijbel open 2013 47 (30-11) 1 De Bijbel open 2013 47 (30-11) Zie, hij bidt. Dat lezen we in Hand. 9 over Paulus. Zie hij bidt., het wordt verteld na zijn bekering op de weg naar Damascus. En het wordt gezegd alsof het iets heel bijzonders

Nadere informatie

Maria, de moeder van Jezus

Maria, de moeder van Jezus Maria, de moeder van Jezus Kerstoverdenking Rotary 2014 1. Maria in de kerkgeschiedenis 2. Maria in de Bijbel 3. Boodschap 1. Wees gegroet Wees gegroet Maria, vol van genade. De Heer is met u. Gij zijt

Nadere informatie

Zondag 19 januari 2014. Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof

Zondag 19 januari 2014. Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof Zondag 19 januari 2014 Viering in de Week van Gebed voor de eenheid van de christenen Paulusgemeenschap en Protestantse Gemeente de Eshof Hoevelaken Thema: Is Christus dan verdeeld? (1 Kor. 1,13) 1 / 7

Nadere informatie

Voor de dienst: "Laat Het Zien" van Reni en Elisa Welkom Lied 216 ( Morning has broken ) Bemoediging en groet Gebed Lied 780 (naar Psalm 139) Psalm 23

Voor de dienst: Laat Het Zien van Reni en Elisa Welkom Lied 216 ( Morning has broken ) Bemoediging en groet Gebed Lied 780 (naar Psalm 139) Psalm 23 Voor de dienst: "Laat Het Zien" van Reni en Elisa Welkom Lied 216 ( Morning has broken ) Bemoediging en groet Gebed Lied 780 (naar Psalm 139) Psalm 23 1 Een psalm van David. De HEER is mijn herder, het

Nadere informatie

LES 6. Nu zie je Hem wel, nu zie je Hem niet.

LES 6. Nu zie je Hem wel, nu zie je Hem niet. LES Nu zie je Hem wel, Sabbat Doe Lees Lukas 4. 40 nu zie je Hem niet. Heb je weleens een moment gehad dat je het gevoel had dat God heel dicht bij je was? Misschien door een liedje, een bijbelvers, een

Nadere informatie

Helaas zijn christenen niet per definitie hartelijke en gastvrije mensen.

Helaas zijn christenen niet per definitie hartelijke en gastvrije mensen. Heb God lief zo goed als je kunt, en heb elkaar lief zoals Jezus ons liefhad. Het is niet niks, wat we net gelezen hebben. Eerst het verhaal van het volk Israel. Gevlucht uit Egypte, een lange vermoeiende

Nadere informatie

10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951.

10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951. 10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951. 5. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951. Lucas 15 Vertaling L. ten Kate

Nadere informatie

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID Romeinen 8: 13 Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. 14

Nadere informatie

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN Bijbel voor Kinderen presenteert DE RIJKE MAN, DE ARME MAN Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

Het koninkrijk van God vlakbij

Het koninkrijk van God vlakbij Het koninkrijk van God vlakbij Dit werkboek is van : Cellessen voor kinderen van 8-12 jaar Serie lessen voor kleine groepen; leeftijd 8-12 jaar Lessen zijn geschreven op basis van het boek Natuurlijk BOVENnatuurlijk

Nadere informatie

Rapport. Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen. Datum: 22 januari 2013. Rapportnummer: 2013/007

Rapport. Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen. Datum: 22 januari 2013. Rapportnummer: 2013/007 Rapport Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen Datum: 22 januari 2013 Rapportnummer: 2013/007 2 De klacht en de achtergronden De Nationale ombudsman ontving in het voorjaar van 2012

Nadere informatie

Bijbelstudie lessen voor 8-12 jaar

Bijbelstudie lessen voor 8-12 jaar Deze handleiding is van Bijbelstudie lessen voor 8-12 jaar Gebruikte Bijbelvertaling HET BOEK Lessen zijn oorspronkelijk geschreven als dagelijkse Bijbelstudie tijdens een GO KIDS zendingsreis naar Roemenië.

Nadere informatie

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus 138 Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de

Nadere informatie

Ananias & Saffira. Het leven van de eerste christengemeente, openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen.

Ananias & Saffira. Het leven van de eerste christengemeente, openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen. - 1 - Ananias & Saffira Het leven van de eerste christengemeente, zoals God zich daar openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen. Maar het waren niet enkel genezingen die onder hen plaats

Nadere informatie

WANNEER, GOD, WANNEER?

WANNEER, GOD, WANNEER? INHOUDSOPGAVE Deel 1 Wanneer, God, wanneer? Inleiding...................................................... 7 1. Timing en vertrouwen...................................... 8 2. De juiste tijd................................................

Nadere informatie

LEER HEM KENNEN 27 bewaarexemplaar. Wijkgemeente Ichthus Noordwijk. Ds. F. van Roest zondag 26 april

LEER HEM KENNEN 27 bewaarexemplaar. Wijkgemeente Ichthus Noordwijk. Ds. F. van Roest zondag 26 april LEER HEM KENNEN 27 bewaarexemplaar Wijkgemeente Ichthus Noordwijk 1 Ds. F. van Roest zondag 26 april Voeg U bij Hem, bij de levende stenen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen

Nadere informatie

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

Welke les moesten de Egyptenaren leren? De eerste vier plagen. Welke les moesten de Egyptenaren leren? Exodus 7:2-5 2 U moet alles wat Ik u gebieden zal tegen Aäron zeggen, en Aäron, uw broer, moet tot de farao spreken, dat hij de Israëlieten

Nadere informatie

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal Orde voor de viering van het heilig Avondmaal Prediking Geloofsbelijdenis Onderwijzing bij het Avondmaal De apostel Paulus beschrijft hoe onze Heer Jezus Christus het heilig Avondmaal heeft ingesteld:

Nadere informatie

Handreiking bij 40 DAGEN GEBED voor groep 4-8 van de basisschool

Handreiking bij 40 DAGEN GEBED voor groep 4-8 van de basisschool Handreiking bij 40 DAGEN GEBED voor groep 4-8 van de basisschool NAAM September 2009 In september en oktober 2009 was de Levend evangelie Gemeente bezig met het onderwerp 40 DAGEN GEBED. Om gemeente breed

Nadere informatie

Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7. ,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!.

Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7. ,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!. Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!. L. S. Het is velen in Holland wellicht bekend, hoe ik, eerst onlangs uit Zuid-Afrika teruggekeerd, den langen en b'!ngen

Nadere informatie

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116 LES 4 Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116 De boodschap God hoort en verhoort onze gebeden voor elkaar. Leertekst: Terwijl Petrus onder zware bewaking zat

Nadere informatie

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood?

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood? Jozefs broers bij de onderkoning. Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood? Genesis 42:1-2 1 Toen Jakob zag dat er koren in Egypte was, zei Jakob tegen zijn zonen: Waarom kijken jullie

Nadere informatie

Menze Fernandus van Houten

Menze Fernandus van Houten Liturgieboekje bij het afscheid van Menze Fernandus van Houten * Groningen, 10 februari 1931 Tolbert, 21 februari 2016 in een samenkomst op donderdag 25 februari 2016, om 11.00u in de Gereformeerde Kerk

Nadere informatie

De Bijbel open 2013 40 (12-10)

De Bijbel open 2013 40 (12-10) 1 De Bijbel open 2013 40 (12-10) Er was eens een man die de studeerkamer van een predikant binnenkwam. Hij keek om zich heen en zag al die boeken staan die je in een studeerkamer aantreft. Toen zei die

Nadere informatie

Nieuwsbrief Amigos. maart 2014 DE SAN JUAN DE FLORES

Nieuwsbrief Amigos. maart 2014 DE SAN JUAN DE FLORES Nieuwsbrief Amigos maart 2014 DE SAN JUAN DE FLORES Voorwoord Beste Amigos, Terwijl wij hier in Nederland al weer helemaal het gevoel krijgen in het voorjaar te zijn beland, hebben de bursalen in Guatemala

Nadere informatie

Drents Archief. Meisje met de hoepel. Groep 2 Speuren in het archief

Drents Archief. Meisje met de hoepel. Groep 2 Speuren in het archief Drents Archief Meisje met de hoepel Groep 2 Les 3 Speuren in het archief Les 3 Speuren in het archief Samenvatting van de les In het Drents Archief bevindt zich een kistje dat een dubbele bodem blijkt

Nadere informatie

Handreiking voor overdenking en gebed Ook te downloaden via www.navigatorboeken.nl onder downloads

Handreiking voor overdenking en gebed Ook te downloaden via www.navigatorboeken.nl onder downloads Handreiking voor overdenking en gebed Ook te downloaden via www.navigatorboeken.nl onder downloads Deze handleiding biedt een manier om na te denken over Het zwerversevangelie, voor één hoofdstuk tegelijk.

Nadere informatie

MENORAH BEELD VAN DE ZEVENVOUDIGE GEEST VAN GOD EXODUS 37 EXODUS 37:17-22

MENORAH BEELD VAN DE ZEVENVOUDIGE GEEST VAN GOD EXODUS 37 EXODUS 37:17-22 DE MENORAH BEELD VAN DE ZEVENVOUDIGE GEEST VAN GOD EXODUS 37 EXODUS 37:17-22 17. Hij maakte de kandelaar van louter goud; van gedreven werk maakte hij de kandelaar, het voetstuk zowel als de schacht, de

Nadere informatie

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie?

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie? Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie? Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. Genesis 20:1-12 1 Abraham

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON Bijbel voor Kinderen presenteert DE VERLOREN ZOON Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Ruth Klassen en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd door: Bible

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Het is altijd prettig als de Bijbel zelf aangeeft, hoe je iets moet lezen. Soms zijn er van die verhalen of gelijkenissen, waarvan ik bij een eerste

Nadere informatie

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel dingen

Nadere informatie

Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE. voor de morgendienst op zondag 2 september 2012. in deze dienst zal. Julia Brugge.

Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE. voor de morgendienst op zondag 2 september 2012. in deze dienst zal. Julia Brugge. Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE voor de morgendienst op zondag 2 september 2012 in deze dienst zal Julia Brugge gedoopt worden thema: Zoals klei in de hand van de pottenbakker Voorganger: ds. J.J.

Nadere informatie

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten De gelijkenis van de twee zonen Lees : Mattheüs 21:28-32 Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel

Nadere informatie

Liederen solozang Prijs: 7,= euro per stuk

Liederen solozang Prijs: 7,= euro per stuk Liederen solozang Prijs: 7,= euro per stuk GEWASSEN IN WATER Inhoud: Vanuit de dopeling gezien een statement dat hij in het watergraf alles wat oud is achter zich laat. Hij weet niet alles, kent nog niet

Nadere informatie

Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Gemeente van onze Here Jezus Christus, Gemeente van onze Here Jezus Christus, Echt gelukkig! Dat is het thema waar we vanochtend over na gaan denken. En misschien denkt u wel: Wat heeft dat thema nu met deze tekst te maken, Die gaat toch over

Nadere informatie

Hartelijk welkom in de kerk! Thema 3 Genade, fundament om op te leven

Hartelijk welkom in de kerk! Thema 3 Genade, fundament om op te leven Hartelijk welkom in de kerk! Thema 3 Genade, fundament om op te leven Mededelingen Wilt u aub uw mobiele telefoons uitzetten i.v.m. storing van de beeldopnames? Lied van de week Opwekking 412 Kom tot Mij

Nadere informatie

STATUTEN OUDERRAAD VAN BASISSCHOOL ST. ANTONIUS ASTEN HEUSDEN.

STATUTEN OUDERRAAD VAN BASISSCHOOL ST. ANTONIUS ASTEN HEUSDEN. STATUTEN OUDERRAAD VAN BASISSCHOOL ST. ANTONIUS ASTEN HEUSDEN. NAAM EN ZETEL Artikel 1. De Ouderraad draagt de naam Ouderraad van basisschool St. Antonius. De Ouderraad is gevestigd op Pastoor Arnoldstraat

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, We zijn er doorheen gegaan, Veertig dagen en nachten, Tijd van voorbereiding...

Nadere informatie

EVANGELIE. 25 ste zondag door het jaar. Bidden met het Evangelie. Bidden met dit Evangelie: zie achterzijde

EVANGELIE. 25 ste zondag door het jaar. Bidden met het Evangelie. Bidden met dit Evangelie: zie achterzijde Bidden met dit Evangelie: zie achterzijde EVNGELIE 25 ste zondag door het jaar I MTTHEÜ 20:1-16 n die tijd vertelde Jezus aan zijn leerlingen de volgende gelijkenis: Want met het koninkrijk der hemelen

Nadere informatie

Ik ben blij dat ik nu voor u lijd Ik ben blij dat ik voor mijn geloof mag lijden Ik ben blij dat ik mag lijden voor de Kerk van Jezus Christus

Ik ben blij dat ik nu voor u lijd Ik ben blij dat ik voor mijn geloof mag lijden Ik ben blij dat ik mag lijden voor de Kerk van Jezus Christus AVONDMAALSVIERING KONINGSKERK 13-09 - 2009 door ds. L. Krüger Schriftlezing: Koloss. 1: 24-29 (NBV) Ik ben blij dat ik nu voor u lijd Ik ben blij dat ik voor mijn geloof mag lijden Ik ben blij dat ik mag

Nadere informatie

Johannes 6,1-15 - We danken God, want Jezus zorgt voor ons

Johannes 6,1-15 - We danken God, want Jezus zorgt voor ons Johannes 6,1-15 - We danken God, want Jezus zorgt voor ons Dankdag voor gewas en arbeid Liturgie Voorzang LB 448,1.3.4 Stil gebed Votum Groet Zingen: Gez 146,1.2 Gebed Lezen: Johannes 6,1-15 Zingen: Ps

Nadere informatie

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest Basiscursus Christelijk geloof Module 1 Les 1: Les 2: Les 3: Les 4: Les 5: Les 6: Les 7: Les 8: God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus:

Nadere informatie

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven. Water Egypte In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven. Ik ga naar een restaurant in Nederland. Daar bestel ik een glas water. De ober vraagt

Nadere informatie

Concept d.d. 17 november Uitsluitend bestemd voor discussiedoeleinden

Concept d.d. 17 november Uitsluitend bestemd voor discussiedoeleinden 1 STATUTENWIJZIGING JURIDISCHE FACULTEIT DER AMSTERDAMSCHE STUDENTEN Heden, [*], verscheen voor mij, mr. Cornelia Holdinga, notaris te Amsterdam: [*]. De comparant verklaarde ter uitvoering van een besluit

Nadere informatie

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

De Romeinen. Wie waren de Romeinen? De Romeinen Wie waren de Romeinen? Lang voor de Romeinen naar ons land kwamen, woonden ze in een kleine staat rond de stad Rome. Vanaf 500 voor Christus begonnen de Romeinen met gebiedsuitbreiding. Als

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr

Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?eltins^ uil clr Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr OUüFiRiJJKI. i'fk/i.«^ 1 i 1 DOOR MEVROUW VLIELANDER HEIN COUPERUS. 'S-GRAVENHAGE, W. P. VAN STOCKUM & ZOON 1908 Prijs 25 cent. Een woord over eene

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Twee weken geleden zijn we begonnen met lezingen uit het Marcus-evangelie. Een bijzonder evangelie waarin de vraag centraal staat: wie is Jezus? Hoe

Nadere informatie

Bespreken Zondag 26 en 27

Bespreken Zondag 26 en 27 C2 1 De Heilige Doop 25 Bespreken Handelingen 2: 37-41 Wat was de uitwerking van de prediking van Petrus? (vers 37) Welke oproep en welke belofte wordt verbonden met de doop? (vers38) Voor wie is deze

Nadere informatie

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4). BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 4 Les 4 - Redding: Waarom is het voor ieder mens nodig om gered te worden? In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 1) De ongelovige

Nadere informatie

In de loop van de vele jaren dat ik in mijn bediening sta, constateerde

In de loop van de vele jaren dat ik in mijn bediening sta, constateerde INHOUDSOPGAVE Inleiding................................................... 5 1. Jezus en de doop........................................ 7 2. Het werk van de Heilige Geest.......................... 11

Nadere informatie

SAMEN DELEN. een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie

SAMEN DELEN. een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie SAMEN DELEN een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie INHOUD LESBRIEF 1. Introductie 2. De SAMEN DELEN Lesinhoud 3. De SAMEN DELEN Quizzz 4. Het SAMEN DELEN Diploma 5. De SAMEN DELEN Activiteiten

Nadere informatie

De tijd die ik nooit meer

De tijd die ik nooit meer De tijd die ik nooit meer vergeet Jan Smit uit eigen pen deel 3 De Stiep Educatief De tijd die ik nooit meer vergeet De schrijver die blij is dat hij iets kan lezen en schrijven, vertelt over zijn jeugd.

Nadere informatie

Rederlandschlndisde laatschappij

Rederlandschlndisde laatschappij J VAN-PE Rederlandschlndisde laatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. i:, o-i, Handel enz. JK ^f ",. 'T 4 STATUTEN VAN DE Rederlandsch-Indische Maatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. OGILVIE & Co. 1885.

Nadere informatie

Lees Zoek op Om over na te denken

Lees Zoek op Om over na te denken Welkom bij de Online Bijbelcursus van Praise De bijbelcursus is wat voor jou als je: 1. Als je wilt weten wat christenen geloven. 2. Als je meer wilt begrijpen van de bijbel. 3. Als je wilt groeien in

Nadere informatie

Gereformeerd onderwijs 2.0

Gereformeerd onderwijs 2.0 Gereformeerd onderwijs 2.0 Eindrapport werkgroep Toekomst gereformeerd onderwijs Noord-Nederland Opdrachtgever: bestuur Noorderbasis, bestuur GBS De Wierde, bestuur GBS Eben Haëzer, bestuur VGSO, bestuur

Nadere informatie

Uitleg voor kinderen die gevormd willen worden. Voordat je informatie krijgt over het vormsel zelf is het wel handig om te weten wat een symbool is:

Uitleg voor kinderen die gevormd willen worden. Voordat je informatie krijgt over het vormsel zelf is het wel handig om te weten wat een symbool is: Uitleg voor kinderen die gevormd willen worden. Voordat je informatie krijgt over het vormsel zelf is het wel handig om te weten wat een symbool is: Een symbool is iets wat je helpt herinneren of je in

Nadere informatie

Artikel 6 Lid van de vereniging kan zijn iedere natuurlijk persoon die instemt met het doel van de vereniging.

Artikel 6 Lid van de vereniging kan zijn iedere natuurlijk persoon die instemt met het doel van de vereniging. Statuten Zoals vastgesteld door het Congres bijeen op 16 december 1990 te Wageningen; waarna verleden in een akte houdende de oprichting van de vereniging, op 4 januari 1991 te Amsterdam; en voor het laatst

Nadere informatie

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1 2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1! " #$% & #& '$' '& + ()" *% $, $ -% 1 H. Jagersma en M. Vervenne, Inleiding in het Oude Testament, Kampen, 1992. J. Bowker, Het verhaal

Nadere informatie

In het voetspoor van...

In het voetspoor van... In het voetspoor van... Bijbelse figuren en hun levensgeheim voor jongeren van 2 en 3 jaar drs. M. van Campen Zevende druk Zoetermeer Inhoud. Timotheüs - op school bij God 7 2. Adam - een gevallen mens

Nadere informatie

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd 53 9 Vader Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd heeft. P Ik begin steeds beter te begrijpen dat het heel bijzonder is dat ik een kind van God, mijn

Nadere informatie

JEZUS IS MIJN SUPERHELD

JEZUS IS MIJN SUPERHELD JEZUS IS MIJN SUPERHELD NAAM Studielessen voor 8-12 jarigen Lessen zijn geschreven door Beryl Voorhoeve, Ilja Witte en Judith Maarsen Mei 2007Levend Evangelie Gemeente Gebruikte Bijbelvertaling HET BOEK

Nadere informatie

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2 Bladzijde negen, Bladzijde tien, Krijg ik het wel ooit te zien? Ander hoofdstuk, Nieuw begin.. Maar niets, Weer dicht, Het heeft geen zin. Dan probeer ik achterin dat dikke boek. Dat ik daar niet vaker

Nadere informatie

SVM Scholen voor Mauritanië

SVM Scholen voor Mauritanië SVM Scholen voor Mauritanië Nieuwsbrief Nr. 9-15 januari 2015 De toestand in Mauritanië Sinds de vorige nieuwsbrief (Nr. 8 van 14 mei 2013) is er weer heel wat gebeurd, zowel rond onze school als in Mauritanië

Nadere informatie

Apostolische rondzendbrief

Apostolische rondzendbrief oktober 9, 2011 Jaargang 1, nummer 1 Lieve mensen, Zo bent u een voorbeeld voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje geworden. Wij zijn nu al weer een tijdje hier in het zuiden van Griekenland, in de

Nadere informatie

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen vandaag wil ik dit gebod toepassen op het geloofsgesprek onderwerp van de gemeenteavond komende week onze overtuiging is dat zulke gesprekken hard nodig zijn voor de opbouw van onze gemeente tegelijk is

Nadere informatie

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht Lees : Mattheüs 18:21-35 Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was,heeft Hij gelijkenissen verteld

Nadere informatie

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

HC zd. 6 nr. 32. dia 1 HC zd. 6 nr. 32 wie Jezus wil kennen moet de verhalen over hem lezen beschreven door Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes terecht worden ze evangelisten genoemd ze beschrijven het evangelie ze vertellen

Nadere informatie

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1. De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.

Nadere informatie

Mc. 1: 1-11 PG te Sexbierum-Pietersbierum Sixtustsjerke 11 jan. 2015. Grote en kleine Geliefde van God - Gemeente van Christus,

Mc. 1: 1-11 PG te Sexbierum-Pietersbierum Sixtustsjerke 11 jan. 2015. Grote en kleine Geliefde van God - Gemeente van Christus, Mc. 1: 1-11 PG te Sexbierum-Pietersbierum Sixtustsjerke 11 jan. 2015 Ds. A.J.Wouda Grote en kleine Geliefde van God - Gemeente van Christus, Het weer is onrustig De wereld is onrustig En veel mensen, sommigen

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Ik weet niet of het u is opgevallen, maar het trof mij dat de lezingen van vandaag vol tegenstellingen zitten: het begint al bij Jesaja 41: mensen zijn

Nadere informatie

Hulpproject voor begeleiding van weeskinderen en andere kwetsbare kinderen. Jaarverslag 2009

Hulpproject voor begeleiding van weeskinderen en andere kwetsbare kinderen. Jaarverslag 2009 Hulpproject voor begeleiding van weeskinderen en andere kwetsbare kinderen Jaarverslag 2009 Naam project: hulp aan weeskinderen en andere kwetsbare kinderen Periode: januari-december 2009 Locatie: Gulele,

Nadere informatie

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen

Nadere informatie

Inhoud Slaapkamer 6 Opwarming 8 Een jaar later 10 Genoeg 12 Terrorist 14 Geheim 16 Olie 20 R.O.A. 23 Betty 26 Vertrouwen 29 Feiten 32 G.O.F. 35 Protest 38 Warm 42 Reuzenmachine 44 Een bewaker! 47 Terrorist?

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

Bijbelteksten Feest van Genade

Bijbelteksten Feest van Genade Week 1 Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U, o God. (Psalm 42:2) Mozes sloeg steeds buiten het kamp, op ruime afstand ervan, een tent op die hij de ontmoetingstent noemde.

Nadere informatie

Deze handreiking is van:

Deze handreiking is van: 9 lessen over het volgen van Jezus Deze handreiking is van: Deze cursus is geschreven Beryl Voorhoeve en opgemaakt door Judith Maarsen. Ten behoeve van de kinderstudiegroepen voor de bovenbouw Gebruikte

Nadere informatie