HANDHAVING IN HET MESTDECREET: EVALUATIE VAN DE IMPACT OP DE WATERVERONTREINIGING DOOR NITRAAT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HANDHAVING IN HET MESTDECREET: EVALUATIE VAN DE IMPACT OP DE WATERVERONTREINIGING DOOR NITRAAT"

Transcriptie

1 HANDHAVING IN HET MESTDECREET: EVALUATIE VAN DE IMPACT OP DE WATERVERONTREINIGING DOOR NITRAAT Matthieu Dekeyser Stamnummer: Promotor: Ir. Johan De Crop Copromotor: Prof. dr. Luc Lavrysen Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad Master of Science in de milieusanering en het milieubeheer Academiejaar:

2 Voorwoord Het schrijven van een masterproef vergt veel volharding, focus en toewijding, niet alleen van de masterstudent zelf, maar ook van de mensen die het eindwerk mee helpen verwezenlijken. Daarom wil ik dit voorwoord aanwenden om een aantal mensen te bedanken voor hun bijdrage aan deze masterproef. Eerst en vooral gaat mijn oprechte dank uit naar mijn promotor ir. Johan De Crop, hoofd van de dienst Handhaving van de Vlaamse Landmaatschappij. Hij heeft met zijn opmerkingen en bijsturingen het eindresultaat mee tot stand gebracht. Bovendien heeft hij als drukbezet diensthoofd steeds snel een antwoord gegeven op al mijn vragen. Verder wil ik ook de andere medewerkers van de VLM bedanken voor de samenwerking, met name Els, Tim, Robin en Koen. Daarnaast wil ik mijn promotor prof. Luc Lavrysen en tutor Carole Billiet bedanken voor het redactioneel verbeteren van mijn eindwerk. Tot slot verdienen nog een aantal belangrijke mensen uit mijn persoonlijke kring een dankwoord. Zij waren altijd bereid om hun gewaardeerde mening te geven over dit eindwerk en hebben zo het resultaat mee vormgegeven. Dit dankwoord gaat uit naar mijn ouders, mijn goede vriend Sam en niet in het minst naar mijn vriendin Karolien die mij op sublieme wijze mentaal heeft gesteund. I

3 Inhoudsopgave Inleiding Literatuurstudie Problematiek Situatie in Vlaanderen: milieudruk en resulterende waterkwaliteit Het Mestbeleid in Vlaanderen De Vlaamse Landmaatschappij Probleemstelling en doelen van het onderzoek... 8 Methodologie Data Definiëring van de regio s Analyses Resultaten Onderzoeksvraag 1: Evolutie van VODKA-MAP-meetpunten West Oost Onderzoeksvraag 2: Blijvende impact West Oost Onderzoeksvraag 3: Vergelijking VODKA-gebied vs. niet-vodka-gebied West Oost Onderzoeksvraag 4: Associatie tussen controledruk en overschrijdingen West Oost Discussie Conclusie Referenties II

4 Lijst van afkortingen CCVB: DG: MAP: NER: RWZI: SPSS Statistics: VLM: VMM: VODKA: Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting Directoraat-Generaal Mestactieprogramma Nutriëntenemissierechten Rioolwaterzuiveringsinstallatie Superior Performing Software Systems Statistics Vlaamse Landmaatschappij Vlaamse Milieumaatschappij Verantwoord Omgaan met Dierlijke mest, Kunstmest en Andere mest III

5 Samenvatting Deze masterproef evalueert de impact van de specifieke handhavingsacties genaamd de VODKAacties (Verantwoord Omgaan met Dierlijke Mest Kunstmest en Andere mest) in opdracht van de dienst Handhaving van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Deze evaluatie biedt de VLM een basis om de VODKA-acties van de komende jaren gerichter bijsturen en de effectiviteit ervan te verhogen. Er wordt nagegaan welke impact deze VODKA-acties hebben op de nitraatconcentraties in het oppervlaktewater en op het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm voor oppervlaktewater van 50 mg NO3 - /L. De analysen worden uitgevoerd voor specifieke selecties van meetpunten uit het MAP-meetnet van de Vlaamse Milieumaatschappij in de regio s West en Oost. Meer bepaald wordt de evolutie van de nitraatconcentraties, de cumulatieve distributie van het aantal overschrijdingen per winterjaar en het percentage overschrijdingen per winterjaar t.o.v. het aantal metingen descriptief geanalyseerd voor de periode juli 2011-juni Daarnaast wordt de mate van associatie bepaald tussen de controledruk per gemeente en het percentage overschrijdingen van de nitraatnorm per gemeente. De descriptieve analysen geven een verschillend resultaat voor regio West en Oost. In regio West wordt een dalende trend in het percentage overschrijdingen vastgesteld. In regio Oost daarentegen wordt een stijgende of stagnerende trend waargenomen. De lagere controledruk in regio Oost doet vermoeden dat het aantal controles per landbouwer een bepalende factor is in het percentage overschrijdingen. Echter, de lagere controledruk in regio Oost is gerechtvaardigd omdat het percentage overschrijdingen over het algemeen in regio Oost lager ligt dan in regio West. De analyse van de mate van associatie heeft geen significante resultaten opgeleverd en moet verder worden onderzocht. IV

6 Inleiding In deze inleiding wordt eerst het onderzoek gekaderd in zijn bredere context d.m.v. een literatuurstudie, daarna worden de probleemstelling en de doelen van deze masterproef gespecificeerd. 1.1 Literatuurstudie De volgende thema s komen in deze literatuurstudie aan bod: de problematiek van eutrofiëring, een schets van de huidige Vlaamse situatie inzake vermesting, het mestbeleid in Vlaanderen en de werking en activiteiten van de VLM Problematiek Eutrofiëring van oppervlaktewateren is de overmatige aanrijking van water met nutriënten (voornamelijk stikstof en fosfor) uit antropogene bronnen. Hierdoor verandert de trofische toestand van de oppervlaktewateren van oligotroof naar eutroof. Eén van de belangrijkste oorzaken van deze verschuiving naar een eutrofe toestand is de landbouw. Het opbrengen van te grote hoeveelheden dierlijke mest en kunstmeststoffen zorgt voor een overschrijding van de opnamecapaciteit van de gewassen. Hierdoor treedt er afspoeling op van nutriënten vanop landbouwgronden en uitspoeling van nitraten naar grond- en oppervlaktewater. Daarnaast treedt er ook vervluchtiging op van ammoniak uit opgeslagen meststoffen wat gedeeltelijk opnieuw depositeert en op die manier ook nutriëntenaanrijking genereert (na omzetting tot nitriet en verder nitraat). Bovenstaande processen maken deel uit van de stikstofcyclus die is weergegeven in figuur 1. Het is duidelijk dat de landbouwsector deze cyclus in sterke mate beïnvloedt. (Khan & Mohammad, 2014; Smith, Tilman & Nekola, 1999) Figuur 1. De stikstofcyclus (Overloop, 2011) 1

7 Het stijgende bevolkingsaantal zorgt wereldwijd voor een grote druk op de landbouw. Om aan de stijgende voedselvraag te beantwoorden, neemt de landbouw maatregelen om de gewasproductie te optimaliseren en te verhogen. Dit impliceert dat de aanrijking van nutriënten in het milieu door landbouwactiviteiten almaar toeneemt. Andere bronnen van aanrijking van nutriënten in het milieu zijn lozingen van huishoudelijk afvalwater, lozingen van industrieel afvalwater en atmosferische depositie van stikstof na verbranding van stikstofhoudende brandstoffen. (Carpenter et al., 1998; Khan & Mohammad, 2014) De verhoogde concentratie aan nutriënten heeft gevolgen zowel voor het milieu als voor de mens. In het algemeen daalt de kwaliteit van het oppervlaktewater en worden diverse (a)biotische componenten in aquatische ecosystemen aangetast. Er treden duidelijke veranderingen op in de planten en dierengemeenschappen met een verlies aan biodiversiteit tot gevolg (Callisto, Molozzi & Barbosa, 2014). Zo stimuleert de toename van de N- en P-concentraties de groei van bepaalde algen en macrophyten. Bij de afbraak van algen kan de zuurstofconcentratie sterk dalen. De conditie van hypoxie die hierdoor ontstaat, kan verminderde groei, verhinderde reproductie en sterfte bij vissen veroorzaken (Carpenter et al., 1998; Roberts et al. 2012). Bovendien wordt ook de bloei van enkele toxische algen bevorderd. Een voorbeeld van toxische algen zijn de cyanobacteriën die o.m. neurotoxines en hepatotoxines uitscheiden. Deze toxines kunnen een verhoogde mortaliteit bij o.m. vissen veroorzaken. (Dorgham, 2014) De aanwezigheid van verhoogde nutriëntenconcentraties heeft wel als voordeel dat bepaalde chemische stoffen van antropogene oorsprong beter biodegraderen. Voorbeelden hiervan zijn o.a. pesticiden, aromaten en petrochemicaliën. (Smith & Schindler, 2009) Naast deze milieueffecten kan eutrofiëring ook nefaste gevolgen hebben voor de mens. Het beperkt het gebruik van oppervlaktewateren door de mens voor bijvoorbeeld drinkwaterproductie, visserij, recreatie en industrieel gebruik. Dit heeft een negatieve impact op de economie. Daarnaast is de inname van te hoge nitraatconcentraties schadelijk voor de gezondheid van de mens. Zeker bij kinderen treedt het gevaar van methemoglobinemie op. Hierbij wordt nitraat gereduceerd tot nitriet in het spijsverteringsstelsel. Dit nitriet bindt vervolgens aan hemoglobine in het bloed dat op die manier minder beschikbaar is voor het transport van zuurstof in het bloed. (Carpenter et al., 1998; Khan & Mohammad, 2014; Smith & Schindler, 2009) Situatie in Vlaanderen: milieudruk en resulterende waterkwaliteit De intensivering in de landbouw heeft door een verhoogde input van nutriënten in het milieu gezorgd voor een hogere milieudruk in Vlaanderen (Overloop, 2011). In een recente evaluatie van de Europese Commissie (DG Environment, 2017) over de uitvoering van het Europese milieubeleid in België, staat de diffuse verontreiniging van het oppervlaktewater vermeld als één van de drie grootste uitdagingen in ons land. Voornamelijk in Vlaanderen stelt de Europese Commissie een verhoogde druk vast vanuit de landbouw omwille van de intensieve veeteelt. De evolutie van de veestapel vertoont zelfs nog steeds een stijgende trend. De laatste cijfers over de omvang van de veestapel dateren van Op dat moment waren er in Vlaanderen ongeveer 41,2 miljoen dieren, waarvan 33,4 miljoen pluimveedieren, 6,26 miljoen varkens, 1,33 miljoen runderen en 0,23 miljoen andere dieren 1. Omwille van het grote aantal dieren in vergelijking met de afzettingsmogelijkheden voor de dierlijke mest, kent Vlaanderen een mestoverschot van 9 miljoen kg N 2 (VLM, 2016). Toch is de mestbalans in Vlaanderen sinds 2007 in evenwicht. Dit betekent dat de totale hoeveelheid dierlijke mest die jaarlijks in Vlaanderen geproduceerd wordt in evenwicht is met de hoeveelheid mest die mag worden opgebracht op de landbouwgronden én de hoeveelheid dierlijke mest die verwerkt of geëxporteerd wordt. M.a.w., de mestbalans wordt in evenwicht gebracht door het wegwerken van het 1 Dit omvat konijnen, nertsen, geiten en schapen (Mestdecreet, 2006). 2 Dit cijfer is geldig voor het jaar 2015 en is gepubliceerd in het Mestrapport 2016 van de VLM. 2

8 mestoverschot via mestverwerking en export van mest. Op bedrijfsniveau zijn er echter nog steeds bedrijven in de land- en tuinbouwsector waarvan de individuele mestbalans niet in orde is of die de mest op onoordeelkundige wijze opbrengen op hun gronden. (VLM, 2016) Deze grote milieudruk vanuit de Vlaamse landbouw stelt dan ook grote uitdagingen voor het kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater. In het recentste Mestrapport van de Vlaamse Landmaatschappij wordt geconcludeerd dat de waterkwaliteit de laatste drie winterjaren (van 2013 t.e.m. 2016) stagneert. Uit het mestrapport van de VLM (2016) blijkt dat in het winterjaar (juli tot juni) nog steeds 20% van de meetplaatsen waar de nitraatconcentratie wordt opgevolgd, de nitraatnorm (zie verder) overschrijdt. Dit betekent een verbetering sinds het winterjaar , maar een stagnatie in vergelijking met de twee voorgaande winterjaren en Bovendien worden grote verschillen vastgesteld tussen verschillende regio s in Vlaanderen. Dit wordt geïllustreerd in figuur 2. Boven-Schelde Maas IJzer Leie Denderbekken Figuur 2. Overschrijdingen van de meetpunten in de winterjaren van 2013 t.e.m in Vlaanderen (VLM, 2016) In de rivierbekkens Boven-Schelde, IJzer, Leie, Maas hebben vele meetpunten een rode kleur, dit betekent dat deze meetpunten de afgelopen drie winterjaren de nitraatnorm hebben overschreden. Andere bekkens scoren dan weer heel goed zoals bijvoorbeeld het Denderbekken. De doelstelling van het beleid om dit percentage onder de 5% te brengen tegen 2018, ligt nog veraf. Om een verdere daling van de nitraatconcentraties te bewerkstelligen en de doelstellingen van het beleid te behalen, moet er verder actie worden ondernomen. (VLM, 2016) Hoe en met welke middelen de Vlaamse overheid dit urgente probleem aanpakt, wordt besproken in de volgende paragrafen Het Mestbeleid in Vlaanderen Het Vlaamse mestbeleid vindt zijn oorsprong in de Europese Nitraatrichtlijn (91/676/EEG). Hierin zijn een aantal verplichtingen opgenomen voor de lidstaten met als doel de verontreiniging met nitraat vanuit de landbouw te reduceren. Hierin is de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L voor grond- en oppervlaktewater vastgelegd. Dit is een drempelwaarde bedoeld ter bescherming van de volksgezondheid. De lidstaten worden verplicht om o.a. de oppervlakte- en grondwateren aanduiden die deze norm overschrijden of mogelijks kunnen overschrijden. De lidstaten moeten ook gebieden aanwijzen als kwetsbare zones water. Dit zijn de landbouwgronden gelegen in de afstroomgebieden 3

9 van die oppervlaktewateren met een risico op eutrofiëring. Een lidstaat heeft evenwel de keuze om zijn hele grondgebied aan te wijzen als kwetsbare zone water. Bovendien moeten de lidstaten een code van goede landbouwpraktijken opstellen waarin o.a. de periode en omstandigheden staan gedefinieerd waarin meststoffen idealiter worden opgebracht om uitspoeling te vermijden. Daarnaast hebben de lidstaten de verplichting om actieprogramma s op te maken waarin de maatregelen om de waterkwaliteitsdoelstellingen te bereiken, een bindend karakter hebben voor alle landbouwers gelegen in deze kwetsbare zones water. De Vlaamse overheid vervult deze laatste verplichting door het opstellen van de zogenaamde Mestactieprogramma s (MAP). Het eerste MAP trad in werking op 1 januari 1996 en betrof o.m. de aanduiding van de kwetsbare zones water en het opstellen van de code van goed landbouwpraktijken. (VLM, 2002) Meer dan twee decennia later zijn we aan het 5de MAP beland. In het 5 de MAP (voor de periode ) is de doelstelling vastgelegd om het percentage overschrijdingen van de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L in de MAP-meetpunten in het oppervlaktewater onder de 5% te brengen tegen het einde van het programma in (VLM, 2015a) Het beleid in dit MAP-5 is gericht op 4 pijlers. Dit betreft een meer gebiedsgerichte aanpak, de nadruk op oordeelkundige bemesting, een gerichte bedrijfsbenadering en het streven naar een betere naleving van het mestactieprogramma. De eerste pijler over een meer gebiedsgerichte aanpak betekent dat bepaalde gebieden in Vlaanderen worden aangeduid als focusgebieden waarin strengere normen en maatregelen gelden. Dit zijn gebieden waar de nitraatnorm voor oppervlaktewater van 50 mg NO3 - per liter wordt overschreden. Landbouwbedrijven in deze focusgebieden worden aangeduid als focusbedrijven en krijgen strengere maatregelen opgelegd t.o.v. niet-focusbedrijven. De focusbedrijven moeten o.m. een strengere uitrijregeling voor hun mest naleven en voldoen aan lagere nitraatresidudrempelwaarden 3. Ten tweede gelden bepaalde bemestingsnormen om een oordeelkundige bemesting te garanderen. Voor nitraat zijn deze bemestingsnormen in MAP-5 niet gewijzigd t.o.v. MAP-4. Ten derde hanteert de Vlaamse overheid een bedrijfsbenadering inzake het gebruik van de verschillende soorten meststoffen. Dit betekent dat het individuele bedrijf zelf kan beslissen welke mestsoorten het op zijn landbouwgronden toepast zolang het voldoet aan de bemestingsnormen per teelt- en bodemtype. Door middel van deze flexibiliteit wordt een efficiëntere inzet van de meststoffen nagestreefd. Tot slot richt het 5 de MAP zich op een betere naleving van de maatregelen uit het MAP om de doelstellingen inzake waterkwaliteit te behalen. Om een hogere nalevingsgraad te bereiken wordt er ingezet op specifieke begeleiding voor de individuele landbouwbedrijven door de dienst Bedrijfsadvies van de VLM en het Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting (CVBB). Bovendien legt de Mestbank zich meer toe op terreincontroles (zie verder). (VLM, 2015a; VLM, 2015b) De Vlaamse overheid legt het beleid omtrent de vermesting dat primair is uitgestippeld in de mestactieprogramma s, vast in het Mestdecreet 4. Op deze manier geeft de Vlaamse overheid uitvoering aan de Nitraatrichtlijn. De eerste versie dateert van 23 januari Voor de eerste keer werden toen normen opgelegd voor de maximaal toegelaten hoeveelheden bemesting per hectare en werden de uitrijperioden voor bemesting ingeperkt. Het Mestdecreet onderging sindsdien 2 grote wijzigingen, één in 2006 en één in In 2006 werd o.a. een algemene maximale bemestingsnorm van 170kg N/ha en werd het systeem van mestverwerkingscertificaten geïmplementeerd. Hierbij verwerft de landbouwer of mestverwerker mestverwerkingscertificaten van de Mestbank voor de hoeveelheid mest die ze verwerken. In 2015 kreeg het Mestdecreet een nieuwe grondige update naar aanleiding van het nieuwe MAP 5 waarbij bovenvermelde maatregelen in het decreet werden opgenomen. 3 Het nitraatresidu is de hoeveelheid nitraat die op het einde van het groeiseizoen in de landbouwgrond aanwezig is (VLM, 2016). In art. 14 van het Mestdecreet (2006) zijn drempelwaarden vastgesteld voor het nitraatresidu die niet mogen worden overschreden, dit met een onderscheid naar bodemtype, teelttype en het soort bedrijf (focusbedrijf of niet-focusbedrijf). 4 Decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen 4

10 Het Mestdecreet heeft als doel de huidige verontreiniging door nitraten en fosfaten te reduceren, verdere verontreiniging te verhinderen en bij te dragen aan de realisatie van een goede ecologische toestand van het water. Bovendien moet het decreet bijdragen aan een betere luchtkwaliteit door het beperken van emissies uit meststoffen. In het Mestdecreet is een hele lijst aan maatregelen, beperkingen en verplichtingen opgenomen om dit doel te verwezenlijken. Een eerste belangrijke maatregel in het kader van de nitraatrichtlijn is de aanduiding van heel het Vlaamse grondgebied als kwetsbare zone water. Daarnaast zijn alle Vlaamse wateren aangeduid als wateren die door verontreiniging (zouden kunnen) worden beïnvloed. Daarenboven legt het Mestdecreet beperkingen op omtrent de periode voor de bemesting van gronden, afhankelijk van het type mest en het type bodem. Zo is bijvoorbeeld het opbrengen van meststoffen van type 1 (champost, stalmest en traagwerkende meststof) verboden tussen 16 november en 15 januari en mag er na 31 augustus niet meer dan 50kg werkzame N/ha 5 worden opgebracht. In het decreet zijn ook specifieke bemestingsnormen voor stikstof opgelegd naast de algemene bemestingsnorm van 170kg werkzame N/ha. Deze specifieke bemestingsnormen zijn gedifferentieerd naar het bodemtype (zandgrond of niet-zandgrond) en naar de diverse teeltgroepen en teeltcombinaties. Bovenop de bemestingsnormen gelden ook nitraatresidudrempelwaarden. Ook deze waarden zijn verschillend naargelang het bodemtype en teelttype, de waarden zijn zoals vermeld strenger voor focusbedrijven. Daarnaast zijn er ook enkele verbodsbepalingen opgenomen in het decreet. Op steile hellingen, drassige of bevroren gronden en gronden in de nabijheid van waterlopen mogen landbouwers geen meststoffen opbrengen. (Mestdecreet, 2006) Landbouwers zijn verplicht om aangifte te doen bij de Mestbank van o.m. het aantal dieren op hun bedrijf, de hoeveelheid geproduceerde dierlijke mest, de hoeveelheid opgeslagen mest en het gebruik van kunstmest. Het decreet legt ook een mestverwerkingsplicht op. Landbouwers zijn namelijk verplicht om een bepaald percentage van het netto stikstofoverschot 6 te verwerken. Dit percentage is afhankelijk van de productiedruk van dierlijke mest in de gemeente van de landbouwer. Verder is de productie van dierlijke mest beperkt door de nutriëntenemissierechten (NER). De productie van dierlijke mest op een landbouwbedrijf is voor een bepaald jaar beperkt tot het aantal NER dat aan de landbouwer werd toegekend. (Mestdecreet, 2006) Ondanks dit rigoureus mestbeleid en de vele investeringen binnen de landbouwsector, bijvoorbeeld in emissiearme stallen en nutriëntenarme veevoeders, blijft het aantal MAP-meetpunten dat de nitraatnorm van 50 mg nitraat per liter overschrijdt, de laatste jaren stagneren op 20%. Bijkomende inspanningen zijn dus primordiaal om de doelstelling uit het 5 de MAP van maximaal 5% MAPmeetpunten met een overschrijding te bereiken tegen (VLM, 2016) De Vlaamse Landmaatschappij De VLM is een agentschap van de Vlaamse overheid dat werd opgericht in Het staat in voor het plattelandsbeleid, de inrichting van de open ruimte en de uitvoering en verdere uitwerking van het mestbeleid in Figuur 3. Logo van de VLM Vlaanderen. Om de schaarse open ruimte in Vlaanderen optimaal te benutten voert de VLM inrichtingsprojecten uit in samenwerking met gemeentebesturen, omwonenden en organisaties. Deze projecten hebben betrekking op o.m. natuurinrichting, landinrichting en ruilverkaveling. Daarnaast maakt de VLM ook beheersovereenkomsten op met landbouwers. Dit is een vrijwillige overeenkomst waarbij de landbouwer tegen een vergoeding 5 De hoeveelheid werkzame stikstof in een meststof is de hoeveelheid stikstof in een meststof die beschikbaar is voor het gewas. Dit is afhankelijk van de soort meststof, de manier waarop de mest wordt opgebracht op het land en het tijdstip van opbrengen. (VLM, 2015c) 6 Het stikstofoverschot is de hoeveelheid geproduceerde mest op een landbouwbedrijf verminderd met de hoeveelheid mest die voor het betreffende kalenderjaar mag worden opgebracht (art. 28, 1, 2, mestdecreet, 2006). 5

11 opdrachten uitvoert ter bevordering van de natuur en biodiversiteit op en rond zijn percelen. Voor de uitvoering van het mestbeleid zet de VLM in op 2 aspecten om duurzame landbouw te stimuleren en zo de waterkwaliteitsdoelstellingen uit de Nitraatrichtlijn te behalen. Enerzijds gebeurt dit door het verstrekken van bedrijfsadvies over het optimaal inzetten van de meststoffen. De landbouwers worden bijvoorbeeld geholpen bij het opmaken van een bemestingsplan, het beperken van het nitraatresidu en het inschatten van de stikstofmineralisatie. Anderzijds beoogt de VLM een zorgvuldige naleving van de mestwetgeving door het uitoefenen van controles op de landbouwbedrijven. (VLMa, 2017) Deze uitgebreide opdracht is verdeeld over de verschillende afdelingen van de VLM. De belangrijkste afdelingen zijn de afdeling Platteland en Mestbeleid, de afdeling Projectrealisatie en de afdeling Mestbank. De afdeling Mestbank is verder onderverdeeld in verschillende diensten en omvat o.a. de diensten Productie en Afzet, Bedrijfsdoorlichting en Handhaving. Het is de dienst Handhaving die de controles uitvoert op alle landbouwactiviteiten met een directe milieu-impact. Hierbij wordt een zekere strategie gehanteerd. De landbouwers worden bij vaststelling van een inbreuk niet onmiddellijk geverbaliseerd. De dienst Handhaving zet namelijk eerst in op informatie en sensibilisering van de landbouwers. Dreigt een landbouwer aan bepaalde verplichtingen te verzaken of de wetgeving met de voeten te treden, dan zal de Mestbankmedewerker de landbouwer daarover eerst verwittigen. Pas nadien wordt overgegaan tot sancties zoals administratieve geldboetes, of in het geval van grove overtredingen een proces-verbaal met eventuele strafrechtelijke vervolging. Deze strategie wordt zoveel mogelijk toegepast, echter bij het vaststellen van zware inbreuken wordt er wel onmiddellijk geverbaliseerd. (VLMa, 2017) De dienst Handhaving voert diverse soorten controles uit. Enerzijds verrichten de medewerkers terreincontroles op de bemestingspraktijk van de landbouwers. Dit betreft o.a. de controle op overbemesting, naleving van de uitrijregels, emissiearme mestopbrenging op het land, naleving van de vereiste afstand tot beken en rivieren. Daarnaast omvatten de terreincontroles ook het toezicht op de mesttransporten en mestverwerkingsinstallaties. Anderzijds voeren de medewerkers ook omgevingscontroles uit. Hierbij gaan de medewerkers van de VLM na waar er verlies van nutriënten kan optreden door een foutief geconstrueerde mestopslag. (VLM, 2016) Het efficiënt aanwenden van de middelen van de dienst Handhaving is belangrijk om het mestbeleid op een effectieve manier te ondersteunen. Daarom is deze dienst in het winterjaar gestart met de VODKA-acties. Dit letterwoord staat voor Verantwoord Omgaan met Dierlijke mest, Kunstmest en Andere mest. Deze acties omvatten twee complementaire activiteiten. Enerzijds worden de controles (zoals hiervoor beschreven) geconcentreerd in de meest kritieke gebieden. Dit zijn die gebieden waar de nitraatconcentraties de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L overschrijden. Het opvolgen van de nitraatconcentraties in de Vlaamse oppervlaktewateren gebeurt via het uitgebreide MAP-meetnet. Dit is een meetnet van verschillende meetpunten waar op regelmatige basis de nitraatconcentraties worden gemeten. Deze meetpunten zijn geselecteerd specifiek in functie van de opvolging van de oppervlaktewateren waar de landbouw een impact op heeft. De Vlaamse Milieumaatschappij baat dit MAP-meetnet uit sinds Het MAP-meetnet telt 760 meetpunten die moeten voldoen aan welbepaalde voorwaarden: Het stroomgebied kent voornamelijk een agrarische bestemming; Er vinden geen industriële lozingen plaats in het water dat bemonsterd wordt; De rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) van Aquafin lozen niet in het water; De impact van de geloosde stikstof in het huishoudelijk afvalwater is gering en kan worden berekend. (VLM,2016) Op het kaartje in figuur 4 zijn alle 760 meetpunten aangeduid waar de nitraatconcentraties worden opgevolgd. 6

12 Figuur 4. Overzichtskaart van de 760 meetpunten in het MAP-meetnet De VMM stelt de resultaten van de metingen ter beschikking van diverse organisaties in de landbouwsector en aan milieu- en natuurverenigingen. Daarnaast zijn deze meetresultaten van het MAP-meetnet ook publiek te consulteren op de website van de VMM. Bovendien vormen deze meetresultaten ook de basis voor verschillende overheidsrapporteringen zoals o.a. de rapportering voor de Nitraatrichtlijn, het jaarverslag van de VMM en het Mestrapport. Die MAP-meetpunten waar de nitraatnorm worden overschreden, worden gekwalificeerd als rode MAPmeetpunten. Het zijn deze meetpunten die de dienst Handhaving strikter opvolgt die in het kader van de VODKA-acties en worden benoemd tot VODKA-MAP-meetpunten. De VODKA-acties lopen elk winterjaar van 1 januari tot 30 juni. Tijdens deze periode worden in de gebieden rond de VODKA-MAPmeetpunten dus meer controles uitgevoerd dan elders. In voerde de VLM terreincontroles uit. Hiervan vonden controles plaats in VODKA-gebied, ofwel 56% van het totaal. Anderzijds is de dienst Bedrijfsadvies van de VLM sterker aanwezig in de gebieden rond de VODKA-MAPmeetpunten ter ondersteuning van de landbouwers. De dienst Bedrijfsadvies staat de landbouwers bij in het opzetten van een bemestingsstrategie om de nutriëntenopname door gewassen te maximaliseren en de nutriëntenverliezen te minimaliseren. (VLM, 2016) 7 De gegevens hebben betrekking op de periode 01/01/2016 tot 01/09/

13 1.2 Probleemstelling en doelen van het onderzoek De VLM heeft in een voorgaande evaluatie nagegaan wat het effect is van de VODKA-acties op het nitraatgehalte in voor dit project geselecteerde rivierbekkens. De focus van deze analyse lag specifiek op de meetpunten in de afstroomgebieden waar de terrein- en omgevingscontroles werden gehouden. De VLM heeft hierbij onderzocht hoe de concentratie aan nitraat en ook het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L in de VODKA-meetpunten evolueert over de tijd. Hierbij werd de evolutie van nitraatconcentraties en de normoverschrijdingen bekeken voor de periode vanaf het winterjaar (dus voor de start van de VODKA-acties) t.e.m. het winterjaar Daarnaast werd een vergelijking gemaakt van de evolutie van de normoverschrijdingen tussen de meetpunten binnen het VODKA-gebied en buiten het VODKA-gebied. Dit betreft enkel de rivierbekkens waarvan een aanzienlijk deel in zowel het VODKA-gebied 2014 als het VODKA-gebied van 2015 lag. Deze masterproef bouwt verder op de voorgaande evaluatie van de VLM door dezelfde analyses zoals hierboven beschreven uit te voeren voor het winterjaar Daarnaast wordt het effect van de VODKA-acties dieper onderzocht. Eerst wordt nagegaan of er een blijvende impact is van de VODKAacties in die VODKA-MAP-meetpunten die niet meer als meetpunt werden geselecteerd in het VODKAgebied 2015 t.o.v. het VODKA-gebied 2014 en in het VODKA-gebied 2016 t.o.v. het VODKA-gebied Vervolgens wordt een vergelijking gemaakt tussen de MAP-meetpunten binnen VODKA-gebied en buiten VODKA-gebied. Hierbij worden de gemeenten buiten VODKA-gebied gebruikt als referentiegebied. Hier vinden de VODKA-acties dus niet plaats en kunnen ze dus geen invloed uitoefenen op de betrokken MAP-meetpunten. Daarnaast wordt de impact van de VODKA-acties ingeschat door de mate van associatie na te gaan tussen enerzijds de controledruk rond de MAPmeetpunten en anderzijds het percentage overschrijdingen van de nitraatnorm. De verwachte impact van de VODKA-acties in de geselecteerde VODKA-meetpunten is een dalend nitraatgehalte. Dit betekent dat er een dalende trend wordt voorspeld in de nitraatconcentraties en het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L. Het beheersen van de aanrijking met nutriënten is cruciaal om een goede kwaliteit van het oppervlaktewater en de aanwezige ecosystemen te behalen en te behouden. Het beperken van de nutriënteninput is een effectieve maatregel om eutrofe oppervlaktewateren te saneren, ook al is het effect hiervan pas op de lange termijn zichtbaar en is het herstel naar een minder eutrofe toestand traag (Carpenter et al., 2009; Smith en Schindler, 2009). De verwachting is dan ook dat het effect van de VODKA-acties zich pas op de langere termijn manifesteert en dus dat er een vertraagd effect zichtbaar zal zijn in de data. Alle analyses worden uitgevoerd voor de VODKA-gebieden in de regio s West en Oost (cfr. methodologie voor een beschrijving van deze regio s). Dit onderzoek evalueert de effectiviteit van de VODKA-acties van de dienst Handhaving van de VLM om de nitraatverontreiniging in rivierbekkens veroorzaakt door de landbouw terug te dringen. Op basis van de evaluatie in deze masterproef kan de VLM zijn VODKA-acties voor de komende jaren bijsturen. Bovendien biedt deze evaluatie de mogelijkheid om toekomstige strategieën van het handhavingsbeleid te ontwikkelen. In deze masterproef wordt een antwoord gegeven op de volgende hoofdonderzoeksvraag: Wat is de impact van de VODKA-acties in het kader van het Handhavingsbeleid van de VLM op de nitraatconcentratie en het aantal overschrijdingen van de norm van 50 mg NO 3- /L in de MAPmeetpunten binnen de geselecteerde VODKA-gebieden? 8

14 Om deze hoofdonderzoeksvraag voldoende gegrond te kunnen beantwoorden, worden ook de volgende onderzoeksvragen gedefinieerd voor deze masterproef: 1. Hoe varieert de nitraatconcentratie en het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm van 50 mg NO 3- /L in de MAP-meetpunten van het VODKA-gebied 2016 in de periode vanaf het winterjaar t.e.m. het winterjaar ? 2. Hoe varieert de nitraatconcentratie en het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm van 50 mg NO 3- /L in die MAP-meetpunten die uit het VODKA-gebied van 2015 en 2016 zijn weggelaten t.o.v. het VODKA-gebied respectievelijk van 2014 en 2015 in de periode vanaf het winterjaar t.e.m. het winterjaar ? 3. Hoe varieert de nitraatconcentratie en het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm van 50 mg NO 3- /L in de MAP-meetpunten binnen het VODKA-gebied van 2014, 2015 en 2016 t.o.v. de MAPmeetpunten buiten het VODKA-gebied van 2014, 2015 en 2016 in de periode vanaf het winterjaar t.e.m. het winterjaar ? 4. In welke mate is de controledruk in deze MAP-meetpunten geassocieerd met het percentage overschrijdingen van de nitraatnorm van 50 mg NO 3- /L in de MAP-meetpunten van de VODKAgebieden 2014, 2015 en 2016? 9

15 Methodologie In de methodologie wordt toegelicht welke data in deze thesis worden gehanteerd, voor welke regio s in Vlaanderen de analyses worden uitgevoerd, welke meetpunten uit het MAP-meetnet van de VMM worden meegenomen in de verschillende analyses en welke analyses specifiek worden uitgevoerd. 2.1 Data De data in deze masterproef zijn afkomstig van de metingen in het MAP-meetnet die worden uitgevoerd door de Vlaamse Milieumaatschappij. Zoals hiervoor aangegeven voert de VMM metingen uit in de 760 meetpunten van dit meetnet. De dienst Handhaving van de VLM stelt deze data ter beschikking voor deze masterproef in de vorm van een excelbestand. In dit excelbestand zijn voor elke meting een aantal variabelen weergegeven. De variabelen die gebruikt worden in het kader deze thesis zijn meetplaatsnummer, VODKA-gebied , VODKA-gebied 2015, VODKA-gebied 2016, VODKA-MAPmeetpunten 2014, VODKA-MAP-meetpunten 2015, VODKA-MAP-meetpunten 2016, maand, winterjaar, resultaat, eenheid (mg NO3 - /L) en regio. De variabelen VODKA-gebieden 2014, 2015 en 2016 geven aan voor elk MAP-meetpunt of het in het VODKA-gebied van een bepaald winterjaar 9 ligt. De variabelen VODKA-MAP-meetpunten 2014, 2015 en 2016 geven aan of het MAP-meetpunt in het VODKA-gebied geselecteerd is voor de opvolging binnen de VODKA-acties in een bepaald winterjaar. De VODKA-gebieden en -meetpunten variëren namelijk van winterjaar tot winterjaar. In 2014 situeerden de VODKA-acties zich rond 22 kantel-map-meetpunten in 30 gemeenten. Een kantel-map-meetpunt is een MAP-meetpunt waar de nitraatnorm minimaal overschreden werd in de winterjaren of , maar waar in het winterjaar nog geen overschrijding was opgetekend aan het begin van de periode van de VODKA-acties (van 1 januari tot 30 juni). In 2015 besloeg het VODKA-gebied 50 gemeenten die om diverse redenen geselecteerd werden. Ofwel omdat ze in focusgebied gesitueerd zijn, ofwel omdat ze gelegen zijn in waterwingebieden. Daarnaast werden een aantal gemeenten geselecteerd omdat er een hoger gebruik van effluent of digestaat was vastgesteld of omdat er glastuinbouw aanwezig is. Binnen de geselecteerde gebieden vormden 48 rode MAP-meetpunten (omwille van een lichte normoverschrijding in winterjaar ) de focus van de acties. Deze 48 meetpunten werden niet actief begeleid door het CVBB en ondervonden geen invloed van nitraatrijk bronwater. Het VODKA-gebied 2016 omvatte 52 MAP-meetpunten in 33 gemeenten die de nitraatnorm in de voorgaande winterjaren ( en/of ) regelmatig of aanzienlijk hebben overschreden. (VLM, 2015b; VLM, 2016) Het aantal metingen per winterjaar varieert omdat de MAP-meetpunten niet standaard elke maand bemonsterd worden. Sommigen MAP-meetpunten worden bijvoorbeeld aangeduid als een slapend meetpunt wanneer een nitraatconcentratie van 40 mg/l gedurende 3 opeenvolgende winterjaren is overschreden. In dat geval wordt er slechts in 3 maanden per jaar een nitraatmeting uitgevoerd. Op figuur 5 zijn de VODKA-gebieden van de verschillende winterjaren aangeduid. De dienst Handhaving heeft daarnaast een excelbestand aangeleverd waarin voor elke gemeente het aantal uitgevoerde controles sinds 2013 is gesommeerd en hoeveel landbouwers er in elke gemeente actief zijn. 8 Het VODKA-gebied wordt gedefinieerd als het gebied waar de versterkte controles plaatsvinden en waar de dienst Bedrijfsadvies de landbouwers ondersteuning biedt. 9 Een winterjaar loopt van juni tot de maand juli van het volgende kalenderjaar. VODKA-gebied 2014 bijvoorbeeld staat voor het gebied waaronder de VODKA-acties vielen in het winterjaar Idem voor de VODKA-gebieden 2015 en

16 Figuur 5. Overzichtskaart van de VODKA-gebieden in de winterjaren , en Definiëring van de regio s De VLM heeft Vlaanderen voor de uitvoering van haar activiteiten in twee gebieden opgedeeld. Westen Oost-Vlaanderen vormen samen de regio West. De regio Oost omvat Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg. In deze masterproef wordt deze indeling weerhouden, maar wordt het aantal gemeenten beperkt tot de gemeenten binnen het VODKA-gebied en de omringende gemeenten. De omringende gemeenten worden meegenomen in de analyse bij onderzoeksvraag drie (vergelijking tussen VODKAgebied en niet-vodka-gebied). De kaart op figuur 6 geeft aan welke gemeenten in deze masterproef in de analysen worden meegenomen. Voor regio West zijn dit de gemeenten gelegen in West- en Oost- Vlaanderen die zijn ingekleurd in het groen. Dit gebied beslaat de volgende gemeenten: Aalter, Alveringem, Ardooie, Beernem, Brugge, Damme, Deinze, Dentergem, Diksmuide, Evergem, Harelbeke, Heuvelland, Hooglede, Houthulst, Ichtegem, Ieper, Izegem, Knesselare, Koekelare, Kortemark, Langemark- Poelkapelle, Ledegem, Lendelede, Lichtervelde, Lo-Reninge, Lovendegem, Maldegem, Menen, Meulebeke, Middelkerke, Moorslede, Nevele, Nieuwpoort, Oostkamp, Oostrozebeke, Pittem, Poperinge, Roeselare, Ruiselede, Staden, Tielt, Torhout, Veurne, Vleteren, Wervik, Wevelgem, Wielsbeke, Wingene, Zomergem en Zonnebeke. Voor regio Oost zijn dit de gemeenten in het noorden van de provincie Antwerpen, in Vlaams-Brabant en in Limburg zoals deze zijn aangeduid in het blauw op de kaart in figuur 6. Dit betreft de volgende gemeenten: Aarschot, Alken, Arendonk, Baarle-Hertog, Beerse, Bekkevoort, Bierbeek, Bilzen, Bocholt, Boortmeerbeek, Borgloon, Boutersem, Brecht, Bree, Diest, Duffel, Essen, Geetbets, Gingelom, Glabbeek, Halen, Hamont-Achel, Hasselt, Hechtel-Eksel, Heers, Herk-de-Stad, Hoegaarden, Hoeselt, Holsbeek, Hoogstraten, Houthalen-Helchteren, Kalmthout, Kapelle-op-den-Bos, Kinrooi, Kontich, Kortenaken, Kortessem, Landen, Lier, Linter, Lubbeek, Lummen, Maaseik, Malle, Mechelen, Merksplas, Neerpelt, Nieuwerkerken, Oud-Heverlee, Oud-Turnhout, Overpelt, Peer, Putte, Ravels, Riemst, Rijkevorsel, Rumst, Schilde, Sint-Katelijne-Waver, Sint-Truiden, Tielt-Winge, Tienen, Tongeren, Turnhout, Wellen, Willebroek, Wuustwezel, Zemst en Zoutleeuw. 11

17 Figuur 6. Overzichtskaart van regio's West en Oost De meest voorkomende landbouwactiviteit in de regio West is qua dierlijke productie rundvee en qua gewasproductie grassen en andere gewassen 10. In figuur 7 en 8 zijn voor de regio West de percentages van de verschillende soorten dierlijke productie en gewasproductie weergegeven. In de regio Oost komen naast runderbedrijven ook veel gemengde bedrijven voor. Dit zijn bedrijven waar één van de diersoorten niet meer dan 80% van de totale mestproductie van het bedrijf uitmaakt. De voornaamste soorten gewasproductie in Oost is grassen en andere gewassen. Figuur 9 en 10 geven de percentages weer van de verschillende soorten dierlijke productie en gewasproductie in de regio Oost. (VLM, 2017b) 1% 2% 4% 22% 47% rundvee varkens pluimvee paarden andere 30% 10% 36% gras maïs andere groenten 25% gemengd 25% Figuur 7. Dierlijke productie in regio West Figuur 8. Gewasproductie in regio West 4% rundvee 41% 38% varkens pluimvee paarden andere 35% 36% gras maïs andere groenten 1% 4% 4% 13% gemengde bedrijven 25% Figuur 9. Dierlijke productie in regio Oost Figuur 10. Gewasproductie in regio Oost 10 Bij de gewasproductie vallen onder de andere categorie o.m. graangewassen, bieten en aardappelen. De categorie andere bij de dierlijke productie staat voor de dieren konijnen, geiten, schapen en nertsen. 12

18 2.3 Analyses De aangeleverde data worden geanalyseerd m.b.v. Microsoft Excel en SPSS Statistics. Alle analysen die worden uitgevoerd om de 4 onderzoeksvragen te beantwoorden, evalueren de periode vanaf het winterjaar t.e.m. het winterjaar Het is relevant om te kiezen voor winterjaren i.p.v. kalenderjaren aangezien de winter de periode is waarin de grootste uit- en afspoeling van nitraten plaatsvindt. In de winterperiode worden er namelijk geen of minder gewassen op de landbouwgronden ingezaaid. De data van de twee winterjaren voorafgaand aan de start van de VODKA-acties en worden ook meegenomen in de analyses als referentiebasis om het effect van de acties te kunnen vaststellen. Voor de eerste drie onderzoeksvragen worden dezelfde descriptieve analysen verricht met telkens andere MAP-meetpunten in Microsoft Excel. Dit omvat de evolutie van de maximale nitraatconcentratie 11 per maand, de weergave van het cumulatief aantal overschrijdingen per winterjaar, en de distributie van het percentage overschrijdingen en het percentage nietoverschrijdingen per winterjaar. Bij het cumulatief aantal overschrijdingen worden alle overschrijdingen van de beschouwde meetpunten in een bepaald winterjaar gesommeerd. Bij de derde onderzoeksvraag wordt ook voor respectievelijk regio West en Oost de gemiddelde controledruk berekend in de drie VODKA-gebieden 2014, 2015 en De controledruk in een bepaalde gemeente wordt uitgedrukt als de verhouding tussen het aantal uitgevoerde controles per landbouwer in een bepaalde gemeente in een bepaald kalenderjaar en het aantal landbouwers in die gemeente. In dit aantal controles zitten meervoudige controles bij eenzelfde landbouwer vervat. Controles op percelen van een landbouwer die in een andere gemeente woonachtig is dan dat het perceel gelegen is, worden in beide gemeenten meegeteld. De MAP-meetpunten die worden onderzocht in de eerste drie onderzoeksvragen zijn de volgende: Onderzoeksvraag 1: De VODKA-MAP-meetpunten van het winterjaar (aantal 31) West (aantal 31) VODKA-gemeenten VODKA-MAP-meetpunten VODKA-gemeenten VODKA-MAP-meetpunten Ardooie Meulebeke Diksmuide Moorslede Oostrozebeke Heuvelland Pittem Houthulst Poperinge Roeselare Ieper Staden Kortemark Wervik Langemark- Poelkapelle Wingene Lichtervelde Zonnebeke Lo-Reninge Oost (aantal 21) VODKA-gemeenten VODKA-MAP-meetpunten VODKA-gemeenten VODKA-MAP-meetpunten Brecht Ravels Bree Rijkevorsel Hoogstraten Sint-Katelijne-Waver Kalmthout Wuustwezel Kinrooi Wanneer er meer dan één meting werd uitgevoerd in een MAP-meetpunt in een bepaalde maand, dan wordt de hoogst gemeten nitraatconcentratie gekozen van deze metingen. 13

19 Onderzoeksvraag 2: A. De VODKA-MAP-meetpunten die wel voor de VODKA-acties van het winterjaar geselecteerd werden maar niet meer voor de VODKA-acties in het winterjaar B. De VODKA-MAP-meetpunten die wel voor de VODKA-acties van het winterjaar geselecteerd werden maar niet meer voor de VODKA-acties in het winterjaar A. West (aantal 10) VODKA-gemeenten VODKA-MAP-meetpunten Heuvelland Ieper Langemark-Poelkapelle Lo-Reninge Poperinge Zonnebeke Oost (aantal 11) VODKA-gemeenten VODKA-MAP-meetpunten Herk-de-Stad Kortenaken Merksplas Rijkevorsel Sint-Truiden Tielt-Winge Wuustwezel B. West (aantal 18) VODKA-gemeenten VODKA-MAP-meetpunten Alveringem Beernem Dentergem Heuvelland Ieper Lo-Reninge Nevele Poperinge Vleteren Onderzoeksvraag 3: Enerzijds de VODKA-MAP-meetpunten die in alle drie de winterjaren , en geselecteerd werden voor de VODKA-acties en anderzijds de VODKA-MAP-meetpunten die in geen enkel van de drie winterjaren , en geselecteerd werden voor de VODKA-acties West Binnen VODKA-gebied (aantal 17) VODKA-gemeenten MAP-meetpunten Houthulst Langemark-Poelkapelle Tielt Zonnebeke Voor regio Oost zijn er 2 VODKA-MAP-meetpunten die binnen deze selectie vallen. Dit is te weinig om relevante uitspraken over te kunnen doen. Hiervoor worden dan ook geen analysen uitgevoerd. 14

20 Buiten VODKA-gebied (aantal 59) Gemeenten MAP-meetpunten Gemeenten MAP-meetpunten Brugge 7010 Menen Damme Middelkerke Nieuwpoort Harelbeke Oostkamp Ichtegem Torhout Knesselare Wevelgem Koekelare Wielsbeke Lendelede Zomergem Lovendegem Maldegem Oost Binnen VODKA-gebied (aantal 38) VODKA-gemeenten MAP-meetpunten VODKA-gemeenten MAP-meetpunten Brecht Rijkevorsel Hoogstraten Wuustwezel Merksplas Ravels Buiten VODKA-gebied (aantal 74) Gemeenten MAP-meetpunten Gemeenten MAP-meetpunten Aarschot Lummen Arendonk Maaseik Beerse Bilzen Malle Bocholt Neerpelt Boortmeerbeek Oud-Heverlee Diest Oud-Turnhout Overpelt Geetbets Putte Hasselt Riemst Hechtel-Eksel Rumst Hoegaarden Schilde Holsbeek Turnhout Kapelle-op-den-Bos Willebroek Kontich Zemst Lier Lubbeek Zoutleeuw

21 De vierde onderzoeksvraag wordt beantwoord d.m.v. een enkelvoudige lineaire regressie die wordt uitgevoerd in SPSS Statistics. Met deze analyse wordt de associatie onderzocht tussen enerzijds de controledruk per gemeente en anderzijds het percentage overschrijdingen van de nitraatnorm in dezelfde gemeente. Deze analyse wordt uitgevoerd per kalenderjaar i.p.v. per winterjaar. Aangezien er wordt verwacht dat het effect van de VODKA-acties pas meetbaar is op de langere termijn, wordt het percentage overschrijdingen van het volgende kalenderjaar opgenomen in de analyse. Dit betekent concreet dat de correlatie berekend wordt tussen de controledruk in het kalenderjaar 2014 in de gemeenten binnen het VODKA-gebied 2014 en het percentage overschrijdingen in de MAPmeetpunten van deze gemeenten in het kalenderjaar Vervolgens wordt de correlatie berekend tussen de controledruk in het kalenderjaar 2015 in de gemeenten binnen het VODKA-gebied 2015 en het percentage overschrijdingen in de MAP-meetpunten van deze gemeenten in het kalenderjaar De VODKA-MAP-meetpunten die in acht worden genomen, zijn de volgende: VODKA-gebied 2014 West (aantal 49) Oost (aantal 74) Gemeenten MAP-meetpunten Gemeenten MAP-meetpunten Heuvelland Alken Bekkevoort Brecht Houthulst Gingelom Langemark-Poelkapelle Glabbeek Herk-de-Stad Lo-Reninge Hoogstraten Poperinge Houthalen-Helchteren Ieper Tielt Linter Vleteren Merksplas Zonnebeke Nieuwerkerken Ravels Rijkevorsel Tielt-Winge Tienen Wellen Wuustwezel De gemeenten Baarle-Hertog, Kortenaken, Peer en Sint-Truiden van VODKA-gebied 2014 zijn niet opgenomen in de analyse omdat in deze gemeenten geen specifieke controles werden uitgevoerd in het kader van de VODKA-acties. 16

22 VODKA-gebied 2015 West (aantal 98) Oost (aantal 115) Gemeenten MAP-meetpunten Gemeenten MAP-meetpunten Aalter Alken Bekkevoort Alveringem Bierbeek Beernem Borgloon Boutersem Dentergem Brecht Diksmuide Duffel Gingelom Glabbeek Halen Heuvelland Heers Herk-de-Stad Houthulst Hoeselt Hoogstraten Ieper Kortenaken Langemark-Poelkapelle Kortessem Landen Lo-Reninge Linter Mechelen Merksplas Nevele Nieuwerkerken Ravels Poperinge Rijkevorsel Ruiselede Sint-Katelijne-Waver Tielt Vleteren Sint-Truiden Wervik Tielt-Winge Wingene Tienen Zonnebeke Tongeren Wellen Wuustwezel De gemeenten Baarle-Hertog, Deinze, Evergem en Veurne van VODKA-gebied 2015 zijn niet opgenomen in de analyse omdat in deze gemeenten geen specifieke controles werden uitgevoerd in het kader van de VODKA-acties. 17

23 Resultaten Hierna worden de resultaten van de hierboven beschreven analyses weergegeven voor de vier onderzoeksvragen en voor de twee regio s West en Oost. 3.1 Onderzoeksvraag 1: Evolutie van VODKA-MAP-meetpunten West De evolutie van de maximale nitraatconcentraties in de VODKA-MAP-meetpunten van het winterjaar in de regio West (figuur 11) vertoont een jaarlijks wederkerend patroon waarbij de nitraatconcentraties gedurende voornamelijk de wintermaanden hoger liggen dan tijdens de zomermaanden. De mediaan van alle meetpunten per maand overschrijdt 14 keer de norm van 50 mg NO3 - /L, dit gemiddeld 4 keer per winterjaar voor de start van de VODKA-acties en gemiddeld 2 keer per winterjaar na de start van de VODKA-acties. Buiten de wintermaanden vallen de pieken in de mediaan op van de zomermaanden juli 2012 en juni Daarnaast ligt de mate van de overschrijding vrij hoog zeker voor de start van de VODKA-acties in Er liggen gemiddeld 13,5 metingen per winterjaar boven een concentratie van 100 mg NO3 - /L t.o.v. gemiddeld 4 metingen per winterjaar na de start van de acties. Er bevinden zich drie metingen buiten het weergegeven bereik van de grafiek 13, nl. meetpunt in juli 2012 met een concentratie van 221,28 mg NO3 - /L, meetpunt in augustus 2012 met een concentratie van 358,47 NO3 - /L en meetpunt in augustus 2013 met een concentratie van 1283,43 NO3 - /L. Uit de weergave van de evolutie van het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm (figuur 12) blijkt dat het aantal overschrijdingen elk winterjaar in sterke mate toeneemt vanaf december. Vergelijken we de periode voor en na de start van de VODKA-acties in het winterjaar , dan zien we dat het aantal overschrijdingen in de periode na de start van de acties lager ligt. Bovendien daalt het aantal overschrijdingen winterjaar na winterjaar, behalve in Echter, uit figuur 13 blijkt dat het percentage overschrijdingen t.o.v. het aantal metingen in het het laagste is van alle winterjaren Oost Net als in de regio West liggen de nitraatconcentraties zoals weergegeven in figuur 14 hoger tijdens de winterperiode. De zomermaanden september 2014 en juni 2016 vormen hierop een uitzondering met een mediaan die boven de nitraatnorm uitkomt. De mediaan van alle meetpunten per maand overschrijdt in totaal 12 keer de nitraatnorm, gemiddeld 2 keer per winterjaar tijdens de periode voor de start van de VODKA-acties en gemiddeld 2,7 keer na de start van de VODKA-acties. De mate van overschrijding van de nitraatnorm ligt ook in de regio Oost hoog, dit zowel voor als na de start van de VODKA-acties. Voor de start zijn er gemiddeld 11,5 metingen per winterjaar boven een concentratie van 100 mg NO3 - /L. Na de start van de acties is dit gemiddeld 12,6 metingen per winterjaar boven de 100 mg NO3 - /L. Bij de cumulatie van het aantal overschrijdingen in figuur 15 is te zien dat in tegenstelling tot in regio West hier het aantal overschrijdingen schommelt van winterjaar tot winterjaar. Na het lage aantal overschrijdingen in het winterjaar stijgt het aantal overschrijdingen tot 65 in en zelfs tot 73 in Ook het percentage overschrijdingen in figuur 16 geeft aan dat sinds de start van de VODKA-acties dit percentage is toegenomen, tot 36% in het winterjaar Er wordt gekozen om het bereik van de y-as te beperken tot 200 mg NO 3 - /L om een duidelijk leesbare grafiek te bekomen. 18

24 Figuur 11. Evolutie van de maximale nitraatconcentraties in regio West De maximale nitraatconcentraties voor elk VODKA-MAP-meetpunt van het winterjaar zijn weergegeven voor de periode juli juni De rode lijn geeft de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L aan. De zwarte lijn geeft de evolutie weer van de gemiddelde nitraatconcentratie over alle meetpunten per maand. Figuur 12. Cumulatief aantal overschrijdingen van de nitraatnorm in regio West Voor elk winterjaar is het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm per maand gecumuleerd. Elke kleur stelt een winterjaar voor zoals aangegeven in de legende Figuur 13. Percentage overschrijdingen van de nitraatnorm in regio West Voor elk winterjaar is het percentage overschrijdingen t.o.v. het aantal metingen weergegeven d.m.v. een staafdiagram. 19

25 Figuur 14. Evolutie van de maximale nitraatconcentraties in regio Oost De maximale nitraatconcentraties voor elk VODKA-MAP-meetpunt van het winterjaar zijn weergegeven voor de periode juli 2011-juni De rode lijn geeft de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L aan. De zwarte lijn geeft de evolutie weer van de gemiddelde nitraatconcentratie over alle meetpunten per maand jul aug sep okt nov dec jan feb maa apr mei jun Figuur 15. Cumulatief aantal overschrijdingen van de nitraatnorm in regio Oost Voor elk winterjaar is het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm per maand gecumuleerd. Elke kleur stelt een winterjaar voor zoals aangegeven in de legende. Figuur 16. Percentage overschrijdingen van nitraatnorm in regio Oost Voor elk winterjaar is het percentage overschrijdingen t.o.v. het aantal metingen weergegeven d.m.v. een staafdiagram. 20

26 3.2 Onderzoeksvraag 2: Blijvende impact In deze analyse willen we nagaan of er een blijvende impact is van de VODKA-acties in een bepaald winterjaar op die MAP-meetpunten die in het daaropvolgende winterjaar niet meer in de selectie van VODKA-MAP-meetpunten waren opgenomen West De figuren 17, 18 en 19 geven de analysen weer voor de VODKA-MAP-meetpunten die in het winterjaar in de VODKA-acties zijn opgenomen maar niet meer in de acties van het winterjaar Alle meetpunten werden ook niet meer opgenomen in , behalve meetpunt De evolutie van de maximale nitraatconcentraties in figuur 17 toont dat er minder overschrijdingen zijn na de start van de VODKA-acties. Echter, het aantal overschrijdingen neemt toe in de winterjaren na het winterjaar Ook figuren 18 en 19 illustreren dat na het winterjaar waarin geen enkele overschrijding te noteren is, het aantal en het percentage overschrijdingen licht is toegenomen. tot 4% in en 3% in De mediaan van de nitraatconcentraties over alle meetpunten per maand overschrijdt de nitraatnorm slechts 2 keer in juli 2012 en in december De mate van overschrijding is voor deze selectie van VODKA-MAP-meetpunten beperkt met slechts 2 metingen boven de 100 mg NO3 - /L waarvan één meting wordt niet weergegeven op figuur 17. Dit is de meting in het meetpunt in juli 2011 met een concentratie van 222,16 mg NO3 - /L. De analysen voor de VODKA-MAP-meetpunten van de VODKA-acties in het winterjaar zijn opgenomen maar niet meer in de acties van het winterjaar , zijn afgebeeld in figuren 20, 21 en 22. Op de evolutie van de maximale nitraatconcentraties per maand in figuur 20 is te zien dat de mediaan de nitraatnorm 2 keer overschrijdt voor de start van de VODKA-acties en 2 keer na de start van de acties. Het aantal overschrijdingen dat de nitraatnorm sterk overschrijdt, is beperkt met gemiddeld 1,5 metingen per winterjaar voor de start van de acties en gemiddeld 1,3 metingen per winterjaar na de start van de acties die boven een concentratie van 100 mg NO3 - /L liggen. De cumulatie van het aantal overschrijdingen toont dat het aantal overschrijdingen in de winterjaren , en toeneemt vanaf december. In de winterjaren en neemt het aantal overschrijdingen reeds toe vanaf september. De percentages overschrijdingen t.o.v. het aantal metingen (figuur 22) schommelen over de winterjaren heen maar kennen een dalende trend van 30% in naar 15% in Toch is het percentage overschrijdingen in het winterjaar licht (met 2%) toegenomen t.o.v. het winterjaar Bovendien werden in nitraatconcentraties opgetekend boven 100 mg NO3 - /L (127 mg NO3 - /L (meetpunt ) en 169 mg NO3 - /L (meetpunt )). 21

27 Figuur 17. Evolutie van de maximale nitraatconcentraties De maximale nitraatconcentraties voor elk VODKA-MAP-meetpunt dat wel in in de VODKA-acties is opgenomen maar niet in meer in , is weergegeven voor de periode juli 2011-juni De rode lijn geeft de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L aan. De zwarte lijn geeft de evolutie weer van de gemiddelde nitraatconcentratie over alle meetpunten per maand. Figuur 18. Cumulatief aantal overschrijdingen van de nitraatnorm Voor elk winterjaar is het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm per maand gecumuleerd. Elke kleur stelt een winterjaar voor zoals aangegeven in de legende. Figuur 19. Percentage overschrijdingen van de nitraatnorm Voor elk winterjaar is het percentage overschrijdingen t.o.v. het aantal metingen weergegeven d.m.v. een staafdiagram. 22

28 Figuur 20. Evolutie van de maximale nitraatconcentraties De maximale nitraatconcentraties voor elk VODKA-MAP-meetpunt dat wel in in de VODKA-acties is opgenomen maar niet in meer in , is weergegeven voor de periode juli 2011-juni De rode lijn geeft de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L aan. De zwarte lijn geeft de evolutie weer van de gemiddelde nitraatconcentratie over alle meetpunten per maand. Figuur 21. Cumulatief aantal overschrijdingen van de nitraatnorm Voor elk winterjaar is het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm per maand gecumuleerd. Elke kleur stelt een winterjaar voor zoals aangegeven in de legende. Figuur 22. Percentage overschrijdingen van de nitraatnorm Voor elk winterjaar is het percentage overschrijdingen t.o.v. het aantal metingen weergegeven d.m.v. een staafdiagram. 23

29 3.2.2 Oost In figuren 23, 24 en 25 zijn de analysen weergegeven van de VODKA-MAP-meetpunten uit regio Oost die in het winterjaar zijn opgenomen in de VODKA-acties maar niet meer in de acties van Ook in zijn al deze meetpunten niet meer opgenomen in de selectie van VODKA-MAP-meetpunten. De mediaan, weergegeven in figuur 23, overschrijdt de nitraatnorm in geen enkele maand gedurende de beschouwde periode van juli 2011 t.e.m. juni De mate waarin de metingen de nitraatnorm overschrijden is ook in deze meetpunten beperkt. Slechts 2 metingen overschrijden een concentratie van 100 mg NO3 - /L voor de start van de VODKA-acties en 1 meting na de start van de acties. Op de grafiek met de cumulatie van het aantal overschrijdingen in figuur 24 is te zien dat aantal overschrijdingen in de beschouwde VODKA-MAP-meetpunten laag is. Ook de overschrijdingspercentages in figuur 25 zijn eerder laag. Na het winterjaar neemt dit percentage eerst toe in tot 4%, daarna neemt dit percentage af tot 1% in De verschillen blijven echter zeer beperkt. De selectie van de VODKA-MAP-meetpunten uit regio Oost die in het winterjaar zijn opgenomen in de VODKA-acties maar niet meer in de acties van , levert slechts 2 VODKA- MAP-meetpunten op, nl en Dit aantal is te gering om de analysen uit te voeren. 24

30 Figuur 23. Evolutie van de maximale nitraatconcentraties De maximale nitraatconcentraties voor elk VODKA-MAP-meetpunt dat wel in in de VODKA-acties is opgenomen maar niet in meer in , is weergegeven voor de periode juli 2011-juni De rode lijn geeft de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L aan. De zwarte lijn geeft de evolutie weer van de gemiddelde nitraatconcentratie over alle meetpunten per maand. Figuur 24. Cumulatief aantal overschrijdingen van de nitraatnorm Voor elk winterjaar is het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm per maand gecumuleerd. Elke kleur stelt een winterjaar voor zoals aangegeven in de legende. Figuur 25. Percentage overschrijdingen van de nitraatnorm Voor elk winterjaar is het percentage overschrijdingen t.o.v. het aantal metingen weergegeven d.m.v. een staafdiagram. 25

31 3.3 Onderzoeksvraag 3: Vergelijking VODKA-gebied vs. niet-vodka-gebied De vergelijkingsanalyse tussen de MAP-meetpunten in VODKA-gebied en de MAP-meetpunten buiten VODKA-gebied (i.e. in de omringende gemeenten van het VODKA-gebied) wordt uitgevoerd voor alle MAP-meetpunten die in alle winterjaren sinds de start van de VODKA-acties, altijd respectievelijk binnen en buiten het VODKA-gebied hebben gelegen West De evolutie van de maximale nitraatconcentraties binnen het VODKA-gebied voor regio West is weergegeven in figuur 26. De mediaan overschrijdt de nitraatnorm over alle winterjaren 9 keer, gemiddeld 3 keer voor en gemiddeld 1 keer per winterjaar na de start van de VODKA-acties. Er zijn 16 metingen met een concentratie boven de 100 mg NO3 - /L, gemiddeld 4,5 metingen per winterjaar voor de start van de VODKA-acties en 2,3 na de start van de acties. Buiten het weergegeven bereik van de grafiek liggen vier metingen, nl. meetpunt in juli 2011 met een concentratie van 222,16 mg NO3 - /L, meetpunt in juli 2012 met een concentratie van 221,28 mg NO3 - /L, meetpunt in juni 2013 met een concentratie van 208 mg NO3 - /L en meetpunt in april 2014 met een concentratie van 871,85 mg NO3 - /L. In figuur 27 wordt de evolutie van de maximale nitraatconcentraties in de MAP-meetpunten buiten het VODKA-gebied afgebeeld. De figuur toont dat de hoogte van overschrijdingen eerder gering is in vergelijking met de MAP-meetpunten binnen VODKA-gebied. De mediaan van de metingen buiten het VODKA-gebied overschrijdt geen enkele keer de nitraatnorm in de beschouwde periode. Voor de start van de VODKA-acties zijn er gemiddeld 4 metingen met een concentratie boven de 100 mg NO3 - /L. Na de start van de acties is dit slechts gemiddeld 0,3 metingen. Op figuur 28 ligt er 1 meting buiten het bereik van de grafiek. Dit is de meting in het meetpunt in april 2016 met een concentratie van 204,4 mg NO3 - /L. Bij het vergelijken van het cumulatief aantal overschrijdingen binnen en buiten het VODKA-gebied (figuren 28 en 29) is opnieuw te zien dat over het algemeen de overschrijdingen zowel binnen als buiten sterk toenemen vanaf de wintermaanden en meer specifiek vanaf de maand december. In beide gebieden zien we dat het aantal overschrijdingen in de 3 winterjaren na de start van de VODKA-acties lager ligt dan in de 2 beschouwde winterjaren voorheen. Er treedt echter een verschil op tussen beide gebieden in de laatste 2 winterjaren. Binnen VODKA-gebied daalt het aantal overschrijdingen in het winterjaar t.o.v. het winterjaar Buiten het VODKA-gebied stijgt het aantal overschrijdingen in deze laatste 2 winterjaren. Dit verschil wordt ook duidelijk in het percentage overschrijdingen t.o.v. het aantal metingen (figuren 30 en 31). In de laatste 2 winterjaren is er een daling in dit percentage van 24% naar 19% binnen VODKA-gebied. Buiten VODKA-gebied stijgt dit percentage van 8% naar 15% in dezelfde periode. Dit breekt de dalende trend van de voorgaande winterjaren en bovendien is 15% in het hoogste percentage over alle winterjaren. 26

32 Figuur 26. Evolutie van de maximale nitraatconcentraties in regio West binnen VODKA-gebied De maximale nitraatconcentraties voor elk MAP-meetpunt in de gemeenten die elk winterjaar ( , en ) zijn opgenomen in de VODKA-acties, is weergegeven voor de periode juli 2011-juni De rode lijn geeft de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L aan. De zwarte lijn geeft de evolutie weer van de gemiddelde nitraatconcentratie over alle meetpunten per maand. Figuur 27. Evolutie van de maximale nitraatconcentraties in regio West buiten VODKA-gebied De maximale nitraatconcentraties voor elk MAP-meetpunt in de gemeenten die geen enkel winterjaar ( , en ) zijn opgenomen in de VODKAacties, is weergegeven voor de periode juli 2011-juni De rode lijn geeft de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L aan. De zwarte lijn geeft de evolutie weer van de gemiddelde nitraatconcentratie over alle meetpunten per maand. 27

33 jul aug sep okt nov dec jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb maa apr mei jun Figuur 28. Cumulatief aantal overschrijdingen binnen VODKA-gebied Voor elk winterjaar is het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm per maand gecumuleerd. Elke kleur stelt een winterjaar voor zoals aangegeven in de legende. Figuur 29. Cumulatief aantal overschrijdingen buiten VODKA-gebied Voor elk winterjaar is het aantal overschrijdingen van de nitraatnorm per maand gecumuleerd. Elke kleur stelt een winterjaar voor zoals aangegeven in de legende. 100% 100% 90% 90% 80% 80% 70% 70% 60% 60% 50% 50% 40% 40% 30% 30% 20% 20% 10% 0% 31% 39% 29% 24% 19% % overschrijdingen % geen overschrijding 10% 0% 14% 13% 11% 8% 15% % overschrijdingen % geen overschrijding Figuur 30. Percentage overschrijdingen binnen VODKA-gebied Voor elk winterjaar is het percentage overschrijdingen t.o.v. het aantal metingen weergegeven d.m.v. een staafdiagram. Figuur 31. Percentage overschrijdingen van de nitraatnorm Voor elk winterjaar is het percentage overschrijdingen t.o.v. het aantal metingen weergegeven d.m.v. een staafdiagram. 28

34 3.3.2 Oost In figuur 32 is de evolutie weergegeven voor de MAP-meetpunten die elk winterjaar van t.e.m binnen het VODKA-gebied van regio Oost hebben gelegen. De mediaan overschrijdt de nitraatnorm licht, 2 keer voor de start van de VODKA-acties en 1 keer na de start van de acties. Op deze figuur is te zien dat de gemeten nitraatconcentraties de norm sterk overschrijden. Voor de start van de VODKA-acties is er gemiddeld 5 keer per winterjaar een waarde boven de 100 mg NO3 - /L, na de start van de acties is dit gemiddeld 3,7 keer per winterjaar. Buiten het weergegeven bereik van de grafiek liggen nog 2 metingen. Dit betreft een meting in meetpunt in oktober 2011 met een concentratie van 442,56 mg NO3-/L en een meting in meetpunt in juli 2012 met een concentratie van 882,12 mg NO3 - /L. Buiten het VODKA-gebied van regio Oost overschrijdt de mediaan geen enkele keer de nitraatnorm (figuur 33). Het aantal metingen boven de 100 mg NO3-/L daalt van gemiddeld 6 keer per winterjaar voor de start van de VODKA-acties naar gemiddeld 2,7 keer per winterjaar na de start van de acties. Drie metingen liggen niet in het weergegeven bereik van de grafiek. Dit betreft een meting in meetpunt in september 2012 met een concentratie van 256,68 mg NO3 - /L, een meting in meetpunt in januari 2013 met een concentratie van 212,43 mg NO3 - /L en een meting in meetpunt in juli 2014 met een concentratie van 358,47 mg NO3 - /L. De cumulatie van het aantal overschrijdingen in figuur 34 en het percentage overschrijdingen in figuur 35 tonen dat de MAP-meetpunten binnen en buiten het VODKA-gebied van regio Oost sterk uiteenlopen qua aantal overschrijdingen en qua trend over de winterjaren heen. Het aantal overschrijdingen ligt binnen VODKA-gebied hoger dan buiten VODKA-gebied. Alle metingen van alle winterjaren in beschouwing genomen, zijn er relatief bekeken dubbel zoveel overschrijdingen binnen VODKA-gebied (14%) als buiten VODKA-gebied (7%). Daarnaast is te zien dat het aantal overschrijdingen binnen VODKA-gebied toeneemt in de laatste winterjaren. Buiten VODKA-gebied daarentegen daalt het aantal overschrijdingen in de laatste winterjaren (met een stagnatie in ). De verschillen buiten VODKA-gebied zijn echter zeer beperkt. Binnen VODKA-gebied is te zien dat in de zomermaand juni 2016 het aantal overschrijdingen fors toeneemt. Het percentage overschrijdingen in figuren 36 en 37 bevestigen deze trends binnen en buiten VODKA-gebied. In alle winterjaren ligt het percentage overschrijdingen bovendien hoger binnen VODKA-gebied dan buiten VODKA-gebied. In tabel 1 wordt de controledruk weergegeven per VODKA-gebied voor de regio s West en Oost. Tabel 1. Overzicht van de gemiddelde controledruk VODKA-gebied Regio West 17% 14% 22% Oost 14% 11% 17% 29

35 Figuur 32. Evolutie van de maximale nitraatconcentraties in regio Oost binnen VODKA-gebied De maximale nitraatconcentraties voor elk MAP-meetpunt in de gemeenten die elk winterjaar ( , en ) zijn opgenomen in de VODKA-acties, is weergegeven voor de periode juli 2011-juni De rode lijn geeft de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L aan. De zwarte lijn geeft de evolutie weer van de gemiddelde nitraatconcentratie over alle meetpunten per maand. Figuur 33. Evolutie van de maximale nitraatconcentraties in regio Oost buiten VODKA-gebied De maximale nitraatconcentraties voor elk MAP-meetpunt in de gemeenten die geen enkel winterjaar ( , en ) zijn opgenomen in de VODKAacties, is weergegeven voor de periode juli 2011-juni De rode lijn geeft de nitraatnorm van 50 mg NO3 - /L aan. De zwarte lijn geeft de evolutie weer van de gemiddelde nitraatconcentratie over alle meetpunten per maand. 30

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch of mechanisch vermogen van

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch of mechanisch vermogen van

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch of mechanisch vermogen van

Nadere informatie

Deze bedragen zijn louter informatief en er kunnen geen rechten aan ontleend worden.

Deze bedragen zijn louter informatief en er kunnen geen rechten aan ontleend worden. Aalst 53 605,00 77 914,70 Aalter 38 882,50 18 001,32 Aarschot 42 413,00 27 885,00 Aartselaar 66 470,20 14 884,28 Alken 66 470,20 11 708,32 Alveringem 20 204,48 nvt Anderlecht 53 605,00 nvt Antwerpen 53

Nadere informatie

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem Actieprogramma 2015 2018 in uitvoering van de Nitraatrichtlijn Uitgangspunt van het 5 de Actieprogramma Bodemkwaliteit (organische stof)

Nadere informatie

MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015

MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015 MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015 Mestbeleid = 3 sporenbeleid 29/05/2015 2 Focus op oordeelkundige bemesting N Evenwichtsbemesting

Nadere informatie

Rapportering over 2017

Rapportering over 2017 Rapportering over 2017 Gemeente e AALST 4 5.782,00 942,00 4.840,00 0,00 5.782,00 4,919 25.824,75 AALTER 3 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,000 0,00 AARSCHOT 3 3.227,00 3.227,00 0,00 0,00 3.227,00 3,418 17.944,50

Nadere informatie

Rapportering over 2016

Rapportering over 2016 Rapportering over 2016 Gemeente natuur AALST 4 5.782,00 942,00 4.840,00 0,00 5.782,00 4,779 25.089,75 AALTER 3 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,000 0,00 AARSCHOT 3 3.234,00 3.234,00 0,00 0,00 3.234,00 3,355

Nadere informatie

verdeling contingent van 616 takenpakketten voor de jaren

verdeling contingent van 616 takenpakketten voor de jaren verdeling contingent van 616 voor de jaren 2014-2019 AALST 4 AALTER 3 AARSCHOT 3 AARTSELAAR 2 ALKEN 2 ANTWERPEN 12 ANZEGEM 2 ARDOOIE 2 ARENDONK 2 AS 2 ASSE 3 ASSENEDE 3 AVELGEM 2 BALEN 3 BEERNEM 2 BEERSE

Nadere informatie

nr. 403 van BERT MAERTENS datum: 29 februari 2016 aan LIESBETH HOMANS Integratie OCMW en gemeentebestuur - Decretale graden

nr. 403 van BERT MAERTENS datum: 29 februari 2016 aan LIESBETH HOMANS Integratie OCMW en gemeentebestuur - Decretale graden SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 403 van BERT MAERTENS datum: 29 februari 2016 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

Mestrapport over de mestproblematiek in Vlaanderen

Mestrapport over de mestproblematiek in Vlaanderen Mestrapport 2015 over de mestproblematiek in Vlaanderen Vernieuwde rapportering Sinds 2001: jaarlijks Voortgangsrapport over de mestproblematiek in Vlaanderen Wijziging rapporteringsvereisten Mestdecreet

Nadere informatie

nr. 711 van LYDIA PEETERS datum: 8 september 2016 aan LIESBETH HOMANS Integratie gemeente en OCMW - Stand van zaken

nr. 711 van LYDIA PEETERS datum: 8 september 2016 aan LIESBETH HOMANS Integratie gemeente en OCMW - Stand van zaken SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 711 van LYDIA PEETERS datum: 8 september 2016 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

VLM - acties rond de Heulebeek. Charline Vanneste Celhoofd Bedrijfsdoorlichting Mestbank Regio West

VLM - acties rond de Heulebeek. Charline Vanneste Celhoofd Bedrijfsdoorlichting Mestbank Regio West VLM - acties rond de Heulebeek Charline Vanneste Celhoofd Bedrijfsdoorlichting Mestbank Regio West Mestbank BA - HH Oppervlaktewater Grondwater Doelstellingen MAP5 - nitraat Maximum 5% van de MAPmeetpunten

Nadere informatie

Nitraatgehalte in de meetplaatsen van het MAP-meetnet

Nitraatgehalte in de meetplaatsen van het MAP-meetnet Nitraatgehalte in de meetplaatsen van het MAP-meetnet Indicatorgegevens Naam Definitie Meeteenheid Nitraatgehalte in de meetplaatsen van het MAP-meetnet (MAP = mest-actie-plan) Percentage meetplaatsen

Nadere informatie

Antwerpen

Antwerpen GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED ANTWOORD op vraag nr. 266 van 19 april 2017 van FRANCESCO VANDERJEUGD 1. Op dit ogenblik

Nadere informatie

Het mestdecreet Waar staan we er (voor)?

Het mestdecreet Waar staan we er (voor)? Het mestdecreet Waar staan we er (voor)? Tongeren, 25 januari 2011 Poperinge, 26 januari 2011 Bocholt, 27 januari 2011 Hoogstraten, 3 februari 2011 Oudenaarde, 8 februari 2011 Waarom? Huidige actieprogramma

Nadere informatie

Grafische sector vooral actief op as Brugge-Roeselare-Kortrijk

Grafische sector vooral actief op as Brugge-Roeselare-Kortrijk Grafische sector vooral actief op as Brugge-Roeselare-Kortrijk Jens Vannieuwenhuyse sociaaleconomisch beleid, WES De grafische sector is niet in elke West-Vlaamse regio even sterk aanwezig. Waar de concentratie

Nadere informatie

Code OCMW (NIS) Verhoogde Staatstoelage art in

Code OCMW (NIS) Verhoogde Staatstoelage art in Code OCMW (NIS) Gewest OCMW Verhoogde Staatstoelage art.60 7 2017 in 11001 Vlaanderen AARTSELAAR 15.848 11002 Vlaanderen ANTWERPEN 6.568.967 11004 Vlaanderen BOECHOUT 103.220 11005 Vlaanderen BOOM 287.646

Nadere informatie

Niscode Gemeente publicatie pl en verg reg in bs datum Aalst 27 okt Aalter 15 jul Aartselaar 23 okt Alken 14

Niscode Gemeente publicatie pl en verg reg in bs datum Aalst 27 okt Aalter 15 jul Aartselaar 23 okt Alken 14 Niscode Gemeente publicatie pl en verg reg in bs datum 41002 Aalst 27 okt 2010 44001 Aalter 15 jul 2010 11001 Aartselaar 23 okt 2009 73001 Alken 14 okt 2008 38002 Alveringem 19 feb 2016 11002 Antwerpen

Nadere informatie

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Het CVBB werkzaam in het kader van MAP 4 ten dienste van land- en tuinbouw Dirk Coomans, Algemeen coördinator Provinciale coördinatoren

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch

Nadere informatie

Begunstigde (gemeente of organisatie) Opmerking: aan deze bedragen kunnen geen rechten worden ontleend.

Begunstigde (gemeente of organisatie) Opmerking: aan deze bedragen kunnen geen rechten worden ontleend. Begunstigde (gemeente of organisatie) Toegezegde bedragen Gemeentelijk Cultuurbeleid 2014 (Vlaamse beleidsprioriteit: LCBVBP01) Aalst 146 671,85 Aalter 78 109,00 Aarschot 87 966,26 Aartselaar 85 323,99

Nadere informatie

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Het CVBB ten dienste van land- en tuinbouw Dirk Coomans, Algemeen coördinator Franky Coopman, Joris De Nies, Katleen Geerinckx,

Nadere informatie

2. Hoeveel schade werd aan het Rampenfonds aangegeven? Graag een opsplitsing per provincie en gemeente.

2. Hoeveel schade werd aan het Rampenfonds aangegeven? Graag een opsplitsing per provincie en gemeente. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 266 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 19 april 2017 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Rampenfonds

Nadere informatie

Aandeel plussubsidie (T3) T0 Totale subcap Aandeel niet IKT (T1) Aandeel IKT (T2) Aandeel zonder subsidie (T0)

Aandeel plussubsidie (T3) T0 Totale subcap Aandeel niet IKT (T1) Aandeel IKT (T2) Aandeel zonder subsidie (T0) T0 Totale subcap plus subcap ANTWERPEN ANTWERPEN 6.718 684 5.080 134 820 6.718 10,2% 75,6% 2,0% 12,2% 7.900 2.089 26,4% 3,0% 202 GENT GENT 4.703 787 3.341 64 511 4.703 16,7% 71,0% 1,4% 10,9% 3.179 719

Nadere informatie

T0 Totale subcap Aandeel niet IKT (T1) Aandeel IKT (T2) Aandeel plussubsidie (T3)

T0 Totale subcap Aandeel niet IKT (T1) Aandeel IKT (T2) Aandeel plussubsidie (T3) T0 Totale subcap niet IKT Hoeveel plaatsen T1 maximaal (tot Hoeveel plaatsen T2 maximaal (tot TERVUREN WEZEMBEEK-OPPEM 132 0 20 0 112 132 0,0% 15,2% 0,0% 84,8% < 60% < 40% > 0% T0 naar T1 of T0 naar T2

Nadere informatie

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Brugge 28/11/2013

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Brugge 28/11/2013 Analyse waterkwaliteit Infosessie intermediairs Brugge 28/11/2013 OPPERVLAKTEWATER 70 60 50 40 30 20 10 0 MAP 4: Doelstellingen oppervlaktewater % MAP meetpunten > 50 mg nitraat per liter Metingen MAP-meetnet

Nadere informatie

Overzicht gemeentelijke productiedruk

Overzicht gemeentelijke productiedruk GEMEENTE Netto productiedruk in kg per ha basispercentage verwerkingsplicht AALST 75 10 AALTER 337 20 AARSCHOT 48 10 AARTSELAAR 104 10 AFFLIGEM 62 10 ALKEN 126 10 ALVERINGEM 214 20 ANTWERPEN 44 10 ANZEGEM

Nadere informatie

In dit verhaal rijst ook de vraag naar de kwaliteit van het drinkwater.

In dit verhaal rijst ook de vraag naar de kwaliteit van het drinkwater. VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR Vraag nr. 690 van 23 mei 2008 van CHRISTIAN VAN EYKEN Saneringsbijdrage en drinkwaterkwaliteit

Nadere informatie

Kansarmoedecijfer 2016 (gemiddeld aantal 2014 tot 2016) Welke aanvragen mogelijk in 2018?

Kansarmoedecijfer 2016 (gemiddeld aantal 2014 tot 2016) Welke aanvragen mogelijk in 2018? potentiële SINT-NIKLAAS 1140 2005 865 1 21,5% 66,7% 19,6% T1 + T2 40 95 AALST 1347 2193 847 2 17,7% 73,3% 9,4% Enkel T1 232 BRUGGE 1796 2640 844 3 4,1% 87,9% 9,6% Enkel T1 556 MECHELEN 1668 2477 809 4

Nadere informatie

Relatiebeheerders Land- en Tuinbouw Provincie West Vlaanderen Gemeente Relatiebeheerder Adres

Relatiebeheerders Land- en Tuinbouw Provincie West Vlaanderen Gemeente Relatiebeheerder Adres Relatiebeheerders Land- en Tuinbouw Provincie West Vlaanderen Gemeente Relatiebeheerder Adres Alveringem ann.colle@kbc.be Tel: 015 51 93 20 Fax: 051 51 93 26 Alveringem ria.huyghe@kbc.be Tel: 058 31 03

Nadere informatie

Opgelet: in 2018 kan enkel een aanvraag ingediend worden in gemeenten die in het groen gemarkeerd zijn! Aandeel niet IKT (T0 en T1)

Opgelet: in 2018 kan enkel een aanvraag ingediend worden in gemeenten die in het groen gemarkeerd zijn! Aandeel niet IKT (T0 en T1) Aandeel IKT () BEKKEVOORT 47 85,4% 14,6% 1 4,3% 21 BEGIJNENDIJK 123 79,1% 20,9% 2 6,3% 54 HOEGAARDEN 79 78,5% 21,5% 3 6,7% 34 TERVUREN 313 78,3% 21,7% 4 0,9% 120 WEZEMBEEK-OPPEM 139 77,7% 22,3% 5 2,2%

Nadere informatie

Gemeentelijke productiedruk per gemeente

Gemeentelijke productiedruk per gemeente AALST 75 10 AALTER 369 30 AARSCHOT 48 10 AARTSELAAR 104 10 AFFLIGEM 62 10 ALKEN 126 10 ALVERINGEM 214 20 ANTWERPEN 44 10 ANZEGEM 178 20 ARDOOIE 474 30 ARENDONK 292 20 AS 130 10 ASSE 79 10 ASSENEDE 219

Nadere informatie

Mestbank - Krachtlijnen MAP5 ( )

Mestbank - Krachtlijnen MAP5 ( ) Toelichting Mestbank Ir. Charline Vanneste Celhoofd Bedrijfsdoorlichting Mestbank Regio West Mestbank - Krachtlijnen MAP5 (2015-2018) Doelstellingen voor nitraat en fosfaat - afbakening focusgebieden.

Nadere informatie

Gemeenten en inwoners per zorgregio kleine stad (60)

Gemeenten en inwoners per zorgregio kleine stad (60) Gemeenten en inwoners per zorgregio kleine stad (60) p60 gemeenten inwoners in 2015 per gemeente totaal inwoners per regio Aalst Aalst 83 709 Denderleeuw 19 556 Erpe-Mere 19 768 Haaltert 17 962 Lede 18

Nadere informatie

Terugblik op MAP5 24/01/2019

Terugblik op MAP5 24/01/2019 Terugblik op MAP5 Victoria Nelissen Studiedag Pitfruit 18/01/2019 Overzicht Situering MAP5 Doelstellingen Pijlers Oppervlaktewater: NO 3 Grondwater: NO 3 Oppervlaktewater: Orthofosfaat Focusgebied/Focusbedrijven

Nadere informatie

Uitgezuiverde Uitgezuiverde subcap Aandeel niet IKT (T1) ifv 40%

Uitgezuiverde Uitgezuiverde subcap Aandeel niet IKT (T1) ifv 40% Zorgregio Gemeente Totale capaciteit vraag Rangorde obv potentiële Uitgezuiverde subcap T1 Uitgezuiverde Uitgezuiverde subcap T2 subcap T3 T0 Totale subcap Aandeel Aandeel niet IKT IKT (T1) (T2+T3) Aandeel

Nadere informatie

Diensten voor het verhuur met bestuurder

Diensten voor het verhuur met bestuurder Provincie Antwerpen 356 978 260 3 10 - - 30 5 19 55 14 282 Aartselaar - - - - - - - - - - - 526 717 Antwerpen 71 345 176 - - - - 14-7 32 13 628 Arendonk 1 1 - - - - - - - - - 2 791 Baarle-Hertog - - -

Nadere informatie

2. Welk subsidiebedrag werd aan elk van deze erkende Huizen van het Kind toegekend?

2. Welk subsidiebedrag werd aan elk van deze erkende Huizen van het Kind toegekend? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 252 van LIES JANS datum: 15 januari 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Huizen van het kind - Subsidiëring Huizen van het Kind bundelt verschillende

Nadere informatie

gemeente Bevolking vr27 vr28 vr29 vr30 vr31 vr32 vr33 vr34 vr35 vr36 vr37 ANTWERPEN Aartselaar 14.

gemeente Bevolking vr27 vr28 vr29 vr30 vr31 vr32 vr33 vr34 vr35 vr36 vr37 ANTWERPEN Aartselaar 14. ANTWERPEN 1.781.904 257 656 257 3 10 0 0 27 0 33 48 Aartselaar 14.281 7 7 0 0 0 0 0 0 0 1 1 Antwerpen 502.604 50 165 207 0 0 0 0 5 0 13 15 Boechout 12.724 2 12 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Boom 17.166 3 6 0 0 0 0

Nadere informatie

Bijlage 2. De lijst van de gemeentelijke productiedruk, vermeld in artikel 3.1.3

Bijlage 2. De lijst van de gemeentelijke productiedruk, vermeld in artikel 3.1.3 Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van het Mestdecreet van 22 december 2006 en van diverse besluiten in uitvoering van het Mestdecreet van 22 december 2006 Bijlage 2 bij

Nadere informatie

De Ambrassade raadt de Vlaamse Regering aan actief op zoek te gaan naar mogelijke locaties om blinde vlekken zelf te ontsluiten.

De Ambrassade raadt de Vlaamse Regering aan actief op zoek te gaan naar mogelijke locaties om blinde vlekken zelf te ontsluiten. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1412 van TINE SOENS datum: 26 juni 2015 aan BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN Aanbod jeugdverblijven - Hiaten De

Nadere informatie

% inwoners met 30 ha binnen 1,6km. Inwoners met 30ha binnen 1,6km. Natuur 30 ha in m². m²natuur 30ha /inwoner. % natuur /opp

% inwoners met 30 ha binnen 1,6km. Inwoners met 30ha binnen 1,6km. Natuur 30 ha in m². m²natuur 30ha /inwoner. % natuur /opp Gemeente Inwoners met 30ha binnen 1,6km % inwoners met 30 ha binnen 1,6km Natuur in m² Natuur 30 ha in m² m² natuur /inwoner m²natuur 30ha /inwoner % natuur /opp % natuur 30 ha/opp Aalst 32478 43 10395523

Nadere informatie

in aanmerking voor subsidiëring (JA/NEE)

in aanmerking voor subsidiëring (JA/NEE) Bijlage. De lijst met de kinderarmoedebarometer van elke gemeente, de gemeenten die in aanmerking komen voor subsidiëring en de bedragen van de subsidie voor lokale kinderarmoedebestrijding per gemeente.

Nadere informatie

gemeente Damme gemeente De Haan gemeente Denderleeuw gemeente Dentergem gemeente De Panne gemeente De Pinte gemeente Dessel gemeente Destelbergen

gemeente Damme gemeente De Haan gemeente Denderleeuw gemeente Dentergem gemeente De Panne gemeente De Pinte gemeente Dessel gemeente Destelbergen Overzicht van de steden en gemeenten die een informatieveiligheidsconsulent hebben aangesteld en waarvoor de VTC een advies heeft gegeven. Stand 25 mei 2018 Steden en gemeenten waarvoor de VTC een advies

Nadere informatie

nr. 162 van ELS ROBEYNS datum: 28 februari 2018 aan GEERT BOURGEOIS Rampenfonds - Afhandeling schadedossiers

nr. 162 van ELS ROBEYNS datum: 28 februari 2018 aan GEERT BOURGEOIS Rampenfonds - Afhandeling schadedossiers SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 162 van ELS ROBEYNS datum: 28 februari 2018 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Rampenfonds

Nadere informatie

Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB januari 2012 december 2018 Marijke Dierickx en Dominique Van Haecke Projectpartners Financiering + 10 andere Vlaamse praktijkcentra

Nadere informatie

Sociale kavels. aandeel Vlabinvest-kavels gerealiseerd. op 31/12/2017. provincie. aandeel SHM gerealiseerd op 31/12/2017

Sociale kavels. aandeel Vlabinvest-kavels gerealiseerd. op 31/12/2017. provincie. aandeel SHM gerealiseerd op 31/12/2017 aandeel SHM gerealiseerd OOST-VLAANDEREN AALST 0 0 0 0 OOST-VLAANDEREN AALTER 0 0 0 0 VLAAMS-BRABANT AARSCHOT 0 0 0 0 ANTWERPEN AARTSELAAR 0 0 0 0 VLAAMS-BRABANT AFFLIGEM 0 0 0 0 LIMBURG ALKEN 17 0 0 17

Nadere informatie

Gemeenten en inwoners per zorgregio kleine stad (60)

Gemeenten en inwoners per zorgregio kleine stad (60) Gemeenten en inwoners per zorgregio kleine stad (60) zorgregio kleine stad gemeenten inwoners in 2015 per gemeente Aalst 83 709 Denderleeuw 19 556 totaal inwoners per regio 25% van de inwoners 50 % van

Nadere informatie

Bijlage 3: vergelijking tussen VGT 2012, 2014, 2016 en 2018

Bijlage 3: vergelijking tussen VGT 2012, 2014, 2016 en 2018 Bijlage 3: vergelijking tussen VGT 2012, 2014, 2016 en 2018 Provincie postcode gemeente Oost-Vlaanderen 9300 AALST 2b 1 1 1 Oost-Vlaanderen 9880 AALTER 2b 1 1 1 Vlaams-Brabant 3200 AARSCHOT 1 2a 2a 1 Antwerpen

Nadere informatie

Bijlage 3: vergelijking tussen VGT 2012, 2014 en 2016

Bijlage 3: vergelijking tussen VGT 2012, 2014 en 2016 Bijlage 3: vergelijking tussen VGT 2012, 2014 en 2016 Provincie postcode gemeente categorie VGT 2012 categorie VGT 2014 Oost-Vlaanderen 9300 AALST 2b 1 1 Oost-Vlaanderen 9880 AALTER 2b 1 1 Vlaams-Brabant

Nadere informatie

Wie is de rioolbeheerder in mijn gemeente? Deze lijst geeft per gemeente weer wie uw rioolbeheerder is. Situatie op: 04/08/2011. Gemeente.

Wie is de rioolbeheerder in mijn gemeente? Deze lijst geeft per gemeente weer wie uw rioolbeheerder is. Situatie op: 04/08/2011. Gemeente. Situatie op: 04/08/2011 Wie is de rioolbeheerder in mijn gemeente? Deze lijst geeft per gemeente weer wie uw rioolbeheerder is. Aalst Aalter Aarschot Aartselaar Affligem Alken Alveringem Antwerpen Anzegem

Nadere informatie

Opmerking: aan deze bedragen kunnen geen rechten worden ontleend. TREKKINGSRECHTEN LOKALE NETWERKEN ARMOEDE ( )

Opmerking: aan deze bedragen kunnen geen rechten worden ontleend. TREKKINGSRECHTEN LOKALE NETWERKEN ARMOEDE ( ) TREKKINGSRECHTEN LOKALE NETWERKEN ARMOEDE (2009-2013) POSTCODE GEMEENTE bedrag in 9300 AALST 21.506 9880 AALTER 3.349 3200 AARSCHOT 4.940 2630 AARTSELAAR 1.856 1790 AFFLIGEM 1.819 3570 ALKEN 1.675 8690

Nadere informatie

Vlaanderen (308) Antwerpen (70)

Vlaanderen (308) Antwerpen (70) Het totaal aantal Het aantal ingetrokken (art. 32bis van het decreet) Het aantal klachten over oneigenlijk Het aantal sancties voor oneigenlijk Het aantal van de daaraan verbonden Antwerpen (70) 85 263

Nadere informatie

Overzicht van de steden en gemeenten die een informatieveiligheidsconsulent hebben aangesteld en waarvoor de VTC een advies heeft gegeven

Overzicht van de steden en gemeenten die een informatieveiligheidsconsulent hebben aangesteld en waarvoor de VTC een advies heeft gegeven Overzicht van de steden en gemeenten die een informatieveiligheidsconsulent hebben aangesteld en waarvoor de VTC een advies heeft gegeven. Stand 22 juni 2017 Steden en gemeenten waarvoor de VTC een advies

Nadere informatie

Sociale huurwoningen gemeente

Sociale huurwoningen gemeente AALST 583 1322 1578 128 9 1715 179 21 57 257 650 AALTER 193 317 388 22 410 36 36 129 AARSCHOT 225 355 397 50 447 12 100 112 204 AARTSELAAR 143 3 46 21 67 15 9 24 88 AFFLIGEM 105 78 75 7 82 37 37 41 ALKEN

Nadere informatie

Organisatie & aanpak toebedelingsproces i.k.v. Vlaams Reservepakket bedrijventerreinen. Toelichting economische actoren

Organisatie & aanpak toebedelingsproces i.k.v. Vlaams Reservepakket bedrijventerreinen. Toelichting economische actoren Organisatie & aanpak toebedelingsproces i.k.v. Vlaams Reservepakket bedrijventerreinen Toelichting economische actoren 1 Uitgangspunten De provincie wil in samenwerking met de POM de beslissing van de

Nadere informatie

GEMEENTE (inw/km²) / GinwVL % bebo / G%bebOVL score open ruimte ALVERINGEM 0,115 0,204 0,319 LO-RENINGE 0,099 0,241 0,340 ZUIENKERKE 0,107 0,233

GEMEENTE (inw/km²) / GinwVL % bebo / G%bebOVL score open ruimte ALVERINGEM 0,115 0,204 0,319 LO-RENINGE 0,099 0,241 0,340 ZUIENKERKE 0,107 0,233 GEMEENTE (inw/km²) / GinwVL % bebo / G%bebOVL score open ruimte ALVERINGEM 0,115 0,204 0,319 LO-RENINGE 0,099 0,241 0,340 ZUIENKERKE 0,107 0,233 0,340 HERSTAPPE 0,110 0,276 0,386 HEUVELLAND 0,161 0,253

Nadere informatie

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN 2016 vs PROVINCIE WEST-VLAANDEREN

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN 2016 vs PROVINCIE WEST-VLAANDEREN BDO-BENCHMARK GEMEENTEN 2016 vs. 2015 PROVINCIE WEST-VLAANDEREN 1 INLEIDING Dit rapport toont u vrijblijvend enkele kerncijfers voor uw gemeente en de gemeenten binnen uw provincie. In totaal worden 6

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Sociale kavels provincie

Sociale kavels provincie Sociale kavels provincie postcode gemeente aandeel SHM gerealiseerd op 31/12/2016 aandeel lokaal bestuur gerealiseerd op 31/12/2016 aandeel Vlabinvest-kavels gerealiseerd op 31/12/2016 OOST-VLAANDEREN

Nadere informatie

1. Informatie per gemeente In onderstaande tabel wordt per gemeente weergegeven: - welke kaartbladen de gemeente bedekken; - wat de procentuele wolken

1. Informatie per gemeente In onderstaande tabel wordt per gemeente weergegeven: - welke kaartbladen de gemeente bedekken; - wat de procentuele wolken Stedelijk Groen 2002-2003 Bijkomende informatie per gemeente. 1. Informatie per gemeente In onderstaande tabel wordt per gemeente weergegeven: - welke kaartbladen de gemeente bedekken; - wat de procentuele

Nadere informatie

Sociale koopwoningen provincie

Sociale koopwoningen provincie koopwoningaanbod po MJP op KPT op projecten in uitvoering op in uitvoering op koopwoningaanbod op OOST-VLAANDEREN AALST 27 0 0 27 57 18 28 0 103 130 OOST-VLAANDEREN AALTER 9 0 0 9 0 0 0 0 0 9 VLAAMS-BRABANT

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Hasselt 2/12/2013

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Hasselt 2/12/2013 Analyse waterkwaliteit Infosessie intermediairs Hasselt 2/12/2013 Inhoud Resultaten waterkwaliteit Gebiedsgerichte analyse WATERKWALITEIT OPPERVLAKTEWATER Evolutie van het aantal MAP-meetplaatsen met minstens

Nadere informatie

Spreiding van de gezinszorg in Vlaanderen per gemeente in 2004

Spreiding van de gezinszorg in Vlaanderen per gemeente in 2004 Aalst 199.453 94,24 Aantal personeelsleden in VTE: 129,60 91,52 Gemeentelijke mantelzorgtoelage?: J 2,60 Familiehulp 44.286 22,20% Familiezorg Oost-Vl 18.620 9,34% Landelijke Thuiszorg 212 0,11% OCMW 82.936

Nadere informatie

31/12/ /12/2017. sociaal huuraanbod. op 31/12/2017. aandeel VWF gerealiseerd op. aandeel SVK in huur op 1/11/2017

31/12/ /12/2017. sociaal huuraanbod. op 31/12/2017. aandeel VWF gerealiseerd op. aandeel SVK in huur op 1/11/2017 gerealiseerd op totaal gerealiseerd sociaal op sociaal sociaal / BSO MJP op KTP op projecten in op totaal gepland sociaal / BSO OOST-VLAANDEREN 9300 AALST 583 1322 1514 0 113 24 6 1657 335 57,46% 248 111

Nadere informatie

1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven

1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven MAP V Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven Normen voor stikstofbemesting Normen voor fosforbemesting 1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven Gebieden waar de nitraatconcentraties in

Nadere informatie

Sociale koopwoningen provincie

Sociale koopwoningen provincie aandeel SHM gerealiseerd op gerealiseerd op koopwoningaanbod po MJP op KPT op projecten in uitvoering op uitvoering op koopwoningaanbod op OOST-VLAANDEREN AALST 27 0 0 27 57 18 28 0 103 130 OOST-VLAANDEREN

Nadere informatie

Sociale koopwoningen provincie

Sociale koopwoningen provincie Sociale koopwoningen provincie postcode gemeente aandeel SHM gerealiseerd op 31/12/2016 aandeel Vlabinvest-woningen gerealiseerd op 31/12/2016 aandeel lokaal bestuur gerealiseerd op 31/12/2016 totaal gerealiseerd

Nadere informatie

Studieavond Industriebloemkool 19 februari Bart Debussche

Studieavond Industriebloemkool 19 februari Bart Debussche Studieavond Industriebloemkool 19 februari 2019 Bart Debussche Inleiding Programma Actualiteiten Innovatie Proeftuinen droogte Verzamelaanvraag MAP6 Programma Actualiteiten Innovatie Proeftuinen droogte

Nadere informatie

Lijst van alle zorgregio's en gemeenten met capaciteit voorschoolse opvang

Lijst van alle zorgregio's en gemeenten met capaciteit voorschoolse opvang Lijst van alle zorgregio's en gemeenten met capaciteit voorschoolse opvang De aanbodcijfers voorschoolse dateren van 31/12/2009. In de berekening van het aantal plaatsen per zorgregio werden ook de principiële

Nadere informatie

Pagina 1 van 7. Bijlage I. Omslagwaarde per gemeente als vermeld in artikel 2, 2

Pagina 1 van 7. Bijlage I. Omslagwaarde per gemeente als vermeld in artikel 2, 2 Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van artikel 1 en 2 en de bijlagen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor

Nadere informatie

Pagina 1 van 7. Bijlage I. Omslagwaarde per gemeente als vermeld in artikel 2, 2

Pagina 1 van 7. Bijlage I. Omslagwaarde per gemeente als vermeld in artikel 2, 2 Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van de artikelen 1 en 2 en de bijlagen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels

Nadere informatie

Lijst projectzones per artikeljaar aanmaakproduct

Lijst projectzones per artikeljaar aanmaakproduct 2013 Aalst_1 41002_1 Aalst_2 41002_2 Aalst_3 41002_3 Alken 73001_0 Antwerpen_1 11002_1 Antwerpen_2 11002_2 Antwerpen_3 11002_3 Antwerpen_4 11002_4 Antwerpen_5 11002_5 Berlaar 12002_0 Bocholt 72003_0 Borgloon

Nadere informatie

Kinderen Eerst! Op weg naar een Huis van het Kind in Heist-op-den- Heist-op-den-Berg Mortsel Huis van het Kind Boechout Boechout

Kinderen Eerst! Op weg naar een Huis van het Kind in Heist-op-den- Heist-op-den-Berg Mortsel Huis van het Kind Boechout Boechout ANTWERPEN Antwerpen Huis van het Kind Zwijndrecht Zwijndrecht, Burcht Boom Huis van het Kind Aartselaar Aartselaar Brasschaat Huis van het Kind Essen Essen Brasschaat Huis van het Kind: De Pagadder Stabroek

Nadere informatie

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Het CVBB ten dienste van land- en tuinbouw Dirk Coomans, Algemeen coördinator Franky Coopman, Joris De Nies, Katleen Geerinckx,

Nadere informatie

2.1.7 Vervoergebieden Bevolking per vervoergebied

2.1.7 Vervoergebieden Bevolking per vervoergebied 2.1.7 Vervoergebieden 2.1.7.2 Bevolking per vervoergebied Bevolking Vervoergebieden Gemeenten Entiteit Limburg 908.626 1 47 Entiteit Oost-Vlaanderen 1.425.943 3 63 Entiteit Antwerpen 1.953.015 3 75 Entiteit

Nadere informatie

Gemeente

Gemeente Gemeente 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 AALST 1500 1500 1500 1500 1500 1500 944 944 AALTER 1400 1400 1400 1400 1400 1400 882 882 AARSCHOT 1500 1500 1500 1500 1500 1500 944,58 944,58 AARTSELAAR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP. Vlaamse Landmaatschappij

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP. Vlaamse Landmaatschappij MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Vlaamse Landmaatschappij Bekendmaking van de gegevens per gemeente zoals bepaald in artikel 9 van het besluit van 20 december 1995 tot uitvoering van artikelen 33

Nadere informatie

Schelle Niel Boom Aartselaar Rumst. Sint-Amands Puurs Willebroek. Antwerpen 9. Antwerpen 2020 Antwerpen Malle Schilde Wijnegem Zoersel Zandhoven

Schelle Niel Boom Aartselaar Rumst. Sint-Amands Puurs Willebroek. Antwerpen 9. Antwerpen 2020 Antwerpen Malle Schilde Wijnegem Zoersel Zandhoven Bijlage 1 bij het voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering van ( ) tot vaststelling van de regels voor het verlenen van een erkennings- of omzettingskalender en tot wijziging van de regels voor de voorafgaande

Nadere informatie

Aantal honden geregistreerd in Vlaanderen dd 10 april 2019

Aantal honden geregistreerd in Vlaanderen dd 10 april 2019 Provincie Aantal honden Antwerpen 382726 Limburg 237973 Oost-Vlaanderen 336777 Vlaams Brabant 262435 West-Vlaanderen 274583 Eindtotaal 1494494 Aalst Oost-Vlaanderen 19535 Aalter Oost-Vlaanderen 7013 Aarschot

Nadere informatie

Vraag nr. 65 van 19 oktober 2011 van ULLA WERBROUCK. Speelzones - Stand van zaken

Vraag nr. 65 van 19 oktober 2011 van ULLA WERBROUCK. Speelzones - Stand van zaken VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Vraag nr. 65 van 19 oktober 2011 van ULLA WERBROUCK Speelzones - Stand van zaken Omdat bossen en

Nadere informatie

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN vs PROVINCIE WEST-VLAANDEREN

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN vs PROVINCIE WEST-VLAANDEREN BDO-BENCHMARK GEMEENTEN 2017 vs. 2016 PROVINCIE WEST-VLAANDEREN 1 INLEIDING Dit rapport toont u vrijblijvend enkele kerncijfers voor uw gemeente en de gemeenten binnen uw provincie. In totaal worden 6

Nadere informatie

Gegevens bibliotheek beschikbaar vanaf. Gegevens werkjaar 2016 op kennisportaal?

Gegevens bibliotheek beschikbaar vanaf. Gegevens werkjaar 2016 op kennisportaal? Gemeente Bibliotheek Gegevens bibliotheek beschikbaar vanaf Gegevens werkjaar 2016 op kennisportaal? VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE MUNTPUNT 2006 X AALST OPENBARE BIBLIOTHEEK AALST 2006 AALTER OPENBARE

Nadere informatie

Gegevens bibliotheek beschikbaar vanaf. Gegevens werkjaar 2016 op kennisportaal?

Gegevens bibliotheek beschikbaar vanaf. Gegevens werkjaar 2016 op kennisportaal? Gemeente Bibliotheek Gegevens bibliotheek beschikbaar vanaf Gegevens werkjaar 2016 op kennisportaal? VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE MUNTPUNT 2006 X AALST OPENBARE BIBLIOTHEEK AALST 2006 X AALTER OPENBARE

Nadere informatie

Gegevens bibliotheek beschikbaar vanaf. Gegevens werkjaar 2016 op kennisportaal?

Gegevens bibliotheek beschikbaar vanaf. Gegevens werkjaar 2016 op kennisportaal? Gemeente Bibliotheek Gegevens bibliotheek beschikbaar vanaf Gegevens werkjaar 2016 op kennisportaal? VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE MUNTPUNT 2006 X AALST OPENBARE BIBLIOTHEEK AALST 2006 X AALTER OPENBARE

Nadere informatie

Bijlage 1. Werkingsgebieden als vermeld in artikel 1, 15. Schelle Niel Boom Aartselaar Rumst. Sint-Amands-Puurs Willebroek

Bijlage 1. Werkingsgebieden als vermeld in artikel 1, 15. Schelle Niel Boom Aartselaar Rumst. Sint-Amands-Puurs Willebroek Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van (datum) tot vaststelling van de regels voor het verlenen van een omzettingskalender aan pilootprojecten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

177 Zwevegem 105,7 003E20 22 50N48 45 31 100 ND

177 Zwevegem 105,7 003E20 22 50N48 45 31 100 ND Lijst van Vlaamse frequenties voor lokale radio Lokaliteit Frequentie Lengte Breedte Antennehoogte Vermogen Antennepatroon (MHz) (OL ' '' ) (NB ' '' ) (m) (Watt) (D/ND) 1 Aalst 90,0 004E03 00 50N57 00

Nadere informatie

Het varkensloket Scheldeweg Melle

Het varkensloket Scheldeweg Melle Het varkensloket Scheldeweg 68 9090 Melle 09 272 26 67 info@varkensloket.be Vraag: Ik ben landbouwer en de laatste jaren hebben wij het moeilijk door de crisis in de sector. Bovendien hebben wij boetes

Nadere informatie

Gemeente (inrichtende macht) 0,15 euro subsidie personeelssubsidie bibliotheek (status: uitbetaald) 2011 (status: uitbetaald)

Gemeente (inrichtende macht) 0,15 euro subsidie personeelssubsidie bibliotheek (status: uitbetaald) 2011 (status: uitbetaald) Gemeente (inrichtende macht) Forfaitaire 0,15 euro subsidie personeelssubsidie bibliotheek geïndexeerd geïndexeerd 2011 (status: uitbetaald) 2011 (status: uitbetaald) AALST 800 579,00 13 756,28 AALTER

Nadere informatie

STEDELIJK GROEN

STEDELIJK GROEN /// Rapport STEDELIJK GROEN 2002-2003 Bijkomende informatie per gemeente Versie /// 1.0 Publicatiedatum /// 12/05/2017 www.vlaanderen.be/informatievlaanderen Informatie Vlaanderen /// Datum aanmaak: 12/05/2017

Nadere informatie

SAMENSTELLING VAN DE CLUSTERS VLAANDEREN

SAMENSTELLING VAN DE CLUSTERS VLAANDEREN SAMENSTELLING VAN DE CLUSTERS VLAANDEREN SAMENSTELLING VAN DE CLUSTERS / WOONGEMEENTEN WOONGEMEENTEN CLUSTER V1 - Gemeenten in de stadsrand met hoge inkomens en vergrijzende bevolking HOVE KAPELLEN SCHILDE

Nadere informatie

December 2017 Gemeentelijke statistieken EPC-residentieel

December 2017 Gemeentelijke statistieken EPC-residentieel 1 GEMEENTE BESTEMMING WOONGEBOUW_TYPE Aantal epc Gemiddeld kengetal Mediaan kengetal Aalst Appartement 2.254 286,93 230,00 Collectief woongebouw GESLOTEN 34 292,24 241,00 HALF_OPEN 21 252,96 228,00 Eengezinswoning

Nadere informatie

Forfaitaire personeelssubsidie bibliotheek

Forfaitaire personeelssubsidie bibliotheek Gemeente (inrichtende macht) Forfaitaire personeelssubsidie bibliotheek geïndexeerd 0,15 eurosubsidie geïndexeerd 2007 (status: uitbetaald) 2007 (status: uitbetaald) AALST 740 139 0 AALTER 154 120 923

Nadere informatie

Bijlage 1: voortgangstoets gerealiseerd en gepland sociaal huuraanbod per gemeente

Bijlage 1: voortgangstoets gerealiseerd en gepland sociaal huuraanbod per gemeente Bijlage 1: voortgangstoets 2016 - gerealiseerd en gepland sociaal per OOST-VLAANDEREN 9300 AALST 583 1322 1657 335 57,46% 302 637 109,26% OOST-VLAANDEREN 9880 AALTER 138 172 252 80 57,97% 0 80 57,97% VLAAMS-BRABANT

Nadere informatie

Vraag nr. 5 van 1 oktober 2004 van de heer KRIS VAN DIJCK

Vraag nr. 5 van 1 oktober 2004 van de heer KRIS VAN DIJCK Vraag nr. 5 van 1 oktober 2004 van de heer KRIS VAN DIJCK Gemeenten Inspraak van de burgers Op 7 november 2003 stelde ik de voorganger van de minister, de heer Paul Van Grembergen, onderstaande schriftelijke

Nadere informatie

Belfius-indeling. Indeling van de gemeenten in zestien clusters op basis van een sociaaleconomische studie.

Belfius-indeling. Indeling van de gemeenten in zestien clusters op basis van een sociaaleconomische studie. Belfius-indeling Indeling van de gemeenten in zestien clusters op basis van een sociaaleconomische studie. Meer info: https://www.belfius.be/publicsocial/nl/expertise/studies/themas/sociaaleconomischetypologie/index.aspx

Nadere informatie