Handreiking Wet investeren in jongeren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handreiking Wet investeren in jongeren"

Transcriptie

1 Handreiking Wet investeren in jongeren Juni 2009 Deze publicatie is gemaakt door Stimulansz in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Stimulansz spreekt haar dank uit aan alle auteurs, co-auteurs en expertpanels, die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de publicatie. Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. Stimulansz kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Algemeen Verordeningen De verantwoordelijke gemeente Jongeren, gezin, alleenstaande (ouder) Woning 8 2. Het werkleeraanbod Het werkleeraanbod Wat is een werkleeraanbod Afbakening van de doelgroep Recht op werkleeraanbod Afstemmen werkleeraanbod Inhoud werkleeraanbod Plichten jongere De inkomensvoorziening De inkomensvoorziening Ambtshalve vaststelling inkomensvoorziening Vaststelling recht op inkomensvoorziening Normen inkomensvoorziening Toeslagen en kortingen Inkomen Vermogen Voorschot Betaling inkomensvoorziening Geen recht op inkomensvoorziening Plichten Terugvordering en verhaal Inwerkingtreding en overgangsrecht WWB 41 2

3 Inleiding Op 1 oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking. Doelstelling van deze wet is om jongeren te laten werken of leren, of een combinatie van beide. Hiermee wordt een duurzame en substantiële arbeidsparticipatie van jongeren bevorderd en verhoogd. Doelgroep De WIJ richt zich op jongeren van 18 tot 27 jaar. De WIJ staat ook open voor een bepaalde groep jongeren van 16 en 17 jaar. Het grootste deel van deze jongeren gaat naar school of werkt. Maar er is een deel van de jongeren dat niet meedoet aan de samenleving, dat aan de zijlijn staat. De WIJ richt zich juist op deze jongeren. De WIJ beoogt deze jongeren te activeren en de bijstandsafhankelijkheid tegen te gaan. Daarbij is volgens de wetgever arbeidsparticipatie van zeer groot belang. Arbeidsparticipatie beschermt jongeren tegen sociale problemen zoals armoede, sociale uitsluiting, criminaliteit, en integratieproblemen. De WIJ verplicht de gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een kleinere afstand tot de arbeidsmarkt. De gemeentelijke investering zal gericht zijn op zowel het laatste zetje dat de jongere nodig heeft naar reguliere arbeid, als op een langdurig traject als dat nodig is om een grote afstand tot de arbeidsmarkt te overbruggen. Werkleeraanbod Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Het werkleeraanbod is bestemd voor jongeren in de leeftijd van 16 tot 27 jaar. Het recht op een werkleeraanbod is meer dan een recht op een eenmalige voorziening. Het is zo nodig een recht op een reeks van voorzieningen met als doel duurzame arbeidsinschakeling van de jongere. Hoe lang de kortste weg daar naar toe is, verschilt per jongere. Maatwerk is geboden. Het werkleeraanbod kan daarom allerlei vormen hebben. Variërend van een echte baan, tot vakgerichte scholing of een combinatie van beide. Het werkleeraanbod richt zich op werknemersvaardigheden. Als het ondernemerschap een kansrijkere optie is, dan kan het werkleeraanbod zich ook daarop richten. Een werkleeraanbod kan ook bestaan uit voorzieningen die nodig worden geacht op weg naar arbeidsinschakeling, zoals een sollicitatietraining of cursus gericht op de ontwikkeling van werknemersvaardigheden. Bij het werkleeraanbod speelt het eigen vermogen en het inkomen en vermogen van een eventuele partner geen rol. Inkomensvoorziening Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren van jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Een inkomensvoorziening is alleen gegarandeerd in de situatie dat een werkleeraanbod: geen optie is wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds; onvoldoende inkomsten genereert; nog niet kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ. Paradigmawisseling De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een paradigmawisseling beoogd: is het uitgangspunt in de WWB een uitkering, mits in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt geen uitkering, tenzij. In de WIJ staat de duurzame arbeidsparticipatie van de jongere, en daarmee het werkleeraanbod voorop met als afgeleide een inkomensvoorziening. 3

4 Voorwaarden en inhoud inkomensvoorziening Aanvaardt de jongere het werkleeraanbod en is het inkomen ontoereikend, dan bestaat in beginsel recht op een inkomensvoorziening. Deze inkomensvoorziening volgt in grote lijnen de WWB voor wat betreft de voorwaarden die aan het recht zijn verbonden en de normering die geldt voor de hoogte van deze voorziening. Anders dan bij het werkleeraanbod wordt het recht op een inkomensvoorziening getoetst op het inkomen van beide partners samen en wordt ook het vermogen van beide partners getoetst op de vrijlating van een bescheiden vermogen, overeenkomstig de WWB. De inkomensvoorziening kent, net als de WWB, het systeem van normen, toeslagen en kortingen en het systeem van voorschotten tijdens de behandeling van de aanvraag. Binnen de inkomensvoorziening WIJ gelden terugvorderings- en verhaalsbepalingen die overeenkomen met de WWB. Uiteraard kent de WIJ ook een stelsel van rechten en plichten. De gemeente is verplicht een werkleeraanbod en eventueel een inkomensvoorziening aan te bieden, de jongere is daartegenover verplicht zich te houden aan diverse verplichtingen. Worden deze verplichtingen geschonden, dan kan het werkleeraanbod en de eventuele inkomensvoorziening ingetrokken worden. Bij minder ernstige schendingen die niet tot intrekking van het werkleeraanbod leiden, moet de inkomensvoorziening verlaagd worden. Verordeningen De WIJ schrijft voor dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt. Het gaat om: het werkleeraanbod; het verlagen van de inkomensvoorziening het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik de betrokkenheid van jongeren bij de uitvoering het verhogen en verlagen van de norm. WWB en jongeren Met de inwerkingtreding van de WIJ is de WWB voor wat betreft de algemene bijstand in beginsel afgesloten voor jongeren tot 27. Daartoe is de WWB op een aantal onderdelen aangepast. Hierop zijn drie uitzonderingen van toepassing: 1. Aan zelfstandigen van 18 jaar of ouder kan algemene bijstand worden verleend onder toepassing van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Hiertoe worden de jongerennormen van de WIJ van toepassing verklaard op de bijstandsverlening op grond van het Bbz Een jongere kan een beroep doen op artikel 16 van de WWB in (zeer) bijzondere gevallen. Dit artikel regelt dat personen die geen recht op bijstand hebben, wel bijstand ontvangen indien er sprake is van zeer dringende redenen. 3. Op grond van het overgangsrecht (artikel 86 WIJ) blijft de WWB van toepassing voor jongeren die op 30 september 2009 algemene bijstand ontvingen totdat de algemene bijstand wordt beëindigd, maar uiterlijk tot 1 juli Verder blijven alleenstaande ouders die jonger zijn dan 27 jaar en in een gemeente wonen die deelneemt aan het Experiment bevordering arbeidsinschakeling alleenstaand ouders tot uiterlijk 31 december 2010 onder de WWB vallen, mits zij op 30 september 2009 algemene bijstand ontvangen en deze vanaf die datum onafgebroken blijven ontvangen. Bekostiging De bekostiging van de WIJ is als volgt. Werkleeraanbod: uit het participatiebudget Inkomensvoorziening: uit het I-deel WWB Uitvoeringskosten via het gemeentefonds. 4

5 Aandachtspunt voor samenwerkingsverbanden Extra aandachtpunt bij samenwerkingverbanden vormt de bevoegdheidsvraag. Binnen samenwerkingverbanden zijn op basis van de gezamenlijke regeling een aantal gemeenteraad en/of college bevoegdheden van de verschillende aangesloten gemeenten overgedragen aan het samenwerkingverband. Vraag die het samenwerkingverband zich zal moeten stellen is of de bevoegdheden die voortvloeien uit de WIJ daar ook onder vallen. Een en ander is zeer afhankelijk van de in de gemeenschappelijke regeling opgenomen bevoegdheidsoverdracht. Daarin kunnen de overgedragen bevoegdheden dusdanig globaal zijn omschreven dat de WIJ daar ook onder kan worden gebracht. Dan is er verder geen probleem als het samenwerkingverband ook de WIJ wil gaan uitvoeren. Lastiger wordt het echter wanneer de overdrachtsbepaling van de gemeenschappelijke regeling vrij specifiek omschrijft welke bevoegdheden worden overgedragen. Bevoegdheden in het kader van de WIJ zullen dan niet zijn opgenomen, waardoor niet het samenwerkingverband, maar juist de afzonderlijke colleges en gemeenteraden de bevoegdheid hebben om de WIJ uit te voeren. Er vanuit gaande dat het wenselijk is dat de uitvoering dan toch zo snel mogelijk bij het samenwerkingverband terecht komt is het dan raadzaam om een wijzigingvoorstel in rooting te brengen waardoor ook de WIJ in de overdrachtsbepaling binnen de gemeenschappelijke regeling wordt opgenomen. Houd er echter rekening mee dat de wijziging van een gemeenschappelijke regeling de nodige tijd kan kosten en dat het in die zin voor de tussen liggende periode handig is wanneer alle afzonderlijke colleges in ieder geval de hen toekomende bevoegdheden in het kader van de WIJ aan het samenwerkingverband doormandateren, zodat het samenwerkingverband in ieder geval al namens de verbonden colleges tot uitvoering van de WIJ kan overgaan. 5

6 Deel 1 Algemeen 1.1 Verordeningen De WIJ schrijft voor dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt. Het gaat om regels met betrekking tot: 1. de inhoud van het werkleeraanbod (re-integratieverordening) 2. het verlagen van de inkomensvoorziening (afstemmingsverordening) 3. het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik (handhavingsverordening) 4. de betrokkenheid van jongeren bij de uitvoering (participatieverordening) 5. het verhogen en verlagen van de norm (toeslagenverordening). (Tussen haakjes de overeenkomstige WWB-verordeningen). 1.2 De verantwoordelijke gemeente Standaardprocedure en woonplaats Een aanvraag om werkleeraanbod moet bij UWV WERKbedrijf worden aangevraagd. UWV WERKbedrijf stuurt de aanvraag door naar de gemeente waarin de jongeren woont of verblijft. De woonplaats van de jongere wordt vastgesteld op grond van de artikelen 10, eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Het gaat om de gemeente waarin de persoon woont ( woonstede heeft ). Bij het ontbreken van een vaste woonplaats gaat het om het feitelijk verblijf Jongeren in inrichting Jongeren die in een inrichting verblijven, vragen niet bij het UWV WERKbedrijf aan, maar direct bij hun woongemeente. Bij verblijf in een inrichting is de wil van de persoon meestal gericht op terugkeer naar de eigenlijke woonplaats. Die gemeente is dan verantwoordelijk voor het aanbieden van een werkleeraanbod. Het is mogelijk dat de band met de oude woonplaats is beëindigd: er wordt geen woning aangehouden, de jongere wil ook niet terug naar die gemeente. In dat geval is de gemeente waarin de jongere feitelijk verblijft, de aangewezen gemeente Adresloze jongeren Jongeren zonder adres kunnen een aanvraag doen bij één van de centrumgemeenten die ook de aanvragen van adreslozen behandelen. Dat is geregeld in artikel 13, derde lid WIJ. Hierbij is aansluiting gezocht bij artikel 11 van het Besluit WWB 2007, waarin bijstandverlening aan adreslozen is geregeld. Het gaat om de volgende 43 centrumgemeenten: Alkmaar, Almelo, Almere, Amersfoort, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Assen, Bergen op Zoom, Breda, Delft, Den Bosch, Den Haag, Den Helder, Deventer, Doetinchem, Dordrecht, Ede, Eindhoven, Emmen, Enschede, Gouda, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hilversum, Hoorn, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Oss, Purmerend, Rotterdam, Spijkenisse, Tilburg, Utrecht, Venlo, Vlaardingen, Vlissingen, Zaanstad en Zwolle. Gemeenten die geen centrumgemeente zijn moeten zwervende daklozen die een werkleeraanbod willen aanvragen, doorverwijzen naar één van de centrumgemeenten. Het gaat om zwervende jongeren die geen adres hebben als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en waarvan het feitelijk verblijf niet kan worden vastgesteld. De zwervende jongere is vrij in de keuze van de centrumgemeente. Een centrumgemeente heeft dus geen regionale functie. De centrumgemeente waar de jongere de aanvraag indient, stelt voor deze jongere een briefadres ter beschikking. De jongere moet zich bij het GBA (bevolkingregister) op dit briefadres inschrijven. 6

7 Doorsturen aanvraag In artikel 16 van de WIJ is een regeling voor domiciliegeschillen opgenomen. Soms meent een gemeente dat zij niet bevoegd is om een aanvraag in behandeling te nemen. In dat geval zendt die gemeente de aanvraag door naar de gemeente die wel bevoegd is. De gemeente die via deze route een aanvraag ontvangt en ook meent niet bevoegd te zijn, is verplicht een domiciliegeschil aanhangig te maken. De gemeente heeft de keus tussen een gang naar de burgerlijke rechter of naar de Kroon op grond van artikel 136 van de Grondwet. Voor dit laatste is publiekrechtelijke arbitrage door de Kroon (Raad van State) in de Wet op de Raad van State opgenomen. Hangende een domiciliegeschil is de gemeente waar de belanghebbende werkelijk verblijft verplicht de aanvraag om een werkleeraanbod te beoordelen, inclusief het recht op een inkomensvoorziening. Daarmee wordt voorkomen dat de jongere buiten eigen toedoen de dupe wordt van de vertraging in de besluitvorming. De kosten van het werkleeraanbod en de inkomensvoorziening die bij wijze van taakwaarneming zijn gemaakt, worden na beslechting van het domiciliegeschil vergoed door de gemeente waarvan de taak is waargenomen. Daar het om taakwaarneming gaat staat het laatstgenoemde gemeente niet vrij de grondslag voor de inkomensvoorziening met terugwerkende kracht ten nadele van de jongere te brengen, ook niet als het lokale beleid afwijkt van het beleid van de andere gemeente. Uiteraard kan wel een herziening volgen met een datum in de toekomst. 1.3 Jongeren, gezin, alleenstaande (ouder) Jongere In artikel 2 van de WIJ staat wat onder een jongere wordt verstaan. Het gaat om de Nederlander die in Nederland woont en 16 jaar of ouder is, maar nog geen 27 jaar. Met een Nederlander wordt een rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling gelijkgesteld. De regels die hiervoor in het tweede en derde lid staan, zijn gelijk aan de regels die voor de WWB gelden. Het Besluit gelijkstelling vreemdelingen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK gaat vanaf de inwerkingtreding van de WIJ, 1 oktober 2009, ook voor de WIJ gelden Gelijkstelling niet gehuwden met gehuwden In artikel 3 WIJ staat in welke gevallen ongehuwden gelijk worden gesteld aan gehuwden. De bedoeling van deze bepaling is om ongehuwd samenwonenden op gelijke wijze te behandelen als gehuwden, indien hun feitelijke omstandigheden niet verschillen van die van gehuwden. Dit is het geval als de ongehuwd samenwonenden tevens een gezamenlijke huishouding voeren. In het derde en vierde lid wordt geregeld wanneer er sprake is van een gezamenlijke huishouding. Hiervoor is aansluiting gezocht bij de bestaande regels daarover in de WWB Alleenstaande (ouder), gezin en kind In artikel 4 WIJ staat wat onder alleenstaande, alleenstaande ouder, gezin en (ten laste komend) kind wordt verstaan. De inhoud van dit artikel komt vrijwel overeen met artikel 4 van de WWB. Het begrip kind wijkt op één onderdeel af van de WWB: in de WIJ is het pleegkind niet opgenomen in de definitie van het begrip kind. Hiervoor is gekozen in kader van deregulering. De verwachting is dat weinig jongeren een pleegkind zullen hebben. Toch valt dat niet uit te sluiten, omdat jongeren vanaf de leeftijd van 21 jaar pleegouder kunnen worden. Die leeftijdsgrens is opgenomen in artikel 2, eerste lid van de Regeling pleegzorg. Deze regeling berust mede op artikel 22, tweede lid van de Wet op de jeugdzorg. Op grond van artikel 17, eerste lid, WIJ kan in dat geval het werkleeraanbod afgestemd op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere. Ingeval er sprake is van een alleenstaande ouder die de volledige zorg heeft voor een ten laste komend pleegkind tot vijf jaar kan op grond van artikel 17, eerste lid een werkleeraanbod overeenkomstig artikel 17, vierde lid WIJ worden aangeboden. Het betreft in die gevallen om een werkleeraanbod gericht op scholing of een opleiding die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert. 7

8 Ook kan de gemeente een aangepast werkleeraanbod doen vanwege de omstandigheden en/of de zorgtaken van de jongere (tweede en derde lid van artikel 17 WIJ). Een aangepast werkleeraanbod op grond van artikel 17, eerste, tweede en derde lid, WIJ telt niet mee voor de ontheffingstermijn van 6 jaar, die in artikel 9a van de WWB is gesteld. Een aanbod dat op verzoek van de alleenstaande ouder bestaat uit scholing of opleiding op grond van artikel 17, vierde lid, WIJ telt wel mee voor die ontheffingstermijn in de WWB. 1.4 Woning In de WWB is een woonschip of woonwagen gelijkgesteld met een woning. Deze bepaling is niet in de WIJ opgenomen. Het begrip woning komt voor in de artikelen 3 (gezamenlijke huishouding), 32 (verlaging norm woonsituatie) en 49 (inlichtingplicht instanties) van de WIJ. Uit oogpunt van deregulering is de gelijkstelling niet in de WIJ opgenomen. Mocht daartoe aanleiding zijn, dan kunnen gemeenten in de handhavingsverordening en de toeslagenverordening opnemen dat onder woning tevens wordt verstaan een woonwagen of woonschip. 8

9 Deel 2 Het werkleeraanbod 2.1 Het werkleeraanbod De nieuwe benadering in het kader van deze wet houdt in dat jongeren geen aanvraag indienen voor een uitkering, maar wel voor een aanbod op het terrein van werken en leren. Het college is verantwoordelijk voor het doen van het werkleeraanbod. Hierbij baseert het college zich op de verordening die de gemeenteraad moet vaststellen. In deze verordening worden regels gesteld over de inhoud van het werkleeraanbod. Dit is vergelijkbaar met het vastleggen van de voorzieningen die het college kan aanbieden in het kader van de WWB in de re-integratieverordening. Verschillend is wel dat bij de WWB de burger een aanspraak heeft op een voorziening. In de verordening wordt deze aanspraak nader ingevuld. Bij de WIJ heeft de burger een recht op een voorziening, en laat de verordening zien waaruit dat recht kan bestaan. 2.2 Wat is een werkleeraanbod? Een werkleeraanbod bestaat uit het aanbieden van; algemeen geaccepteerde arbeid of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling (scholing, opleiding, sociale activering) of ondersteuning bij arbeidsinschakeling Dit betekent dat het aanbod in principe vrij breed kan zijn. Er zijn geen verdere eisen gesteld aan de vorm van het aanbod. Dit is een verantwoordelijkheid van het college. Uit de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede kamer blijkt dat dit ook een belangrijk argument is om de gemeente de plicht te geven een werkleeraanbod te doen. Juist de grote verscheidenheid van het aanbod moet het mogelijk maken om rekening houdend met maatwerk en de wensen van de jongere zelf altijd tot een aanbod te komen. Bijvoorbeeld in een periode van economische neergang. Ook zijn er nog een aantal sectoren met een arbeidstekort, zoals bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs. Juist omdat de beleidsruimte van gemeenten groot is bij de invulling van het werkleeraanbod is aanpassing op de lokale situatie en het organiseren van maatwerk goed mogelijk. Gemeenten hebben hier bij de uitvoering van de WWB ook al veel ervaring mee opgedaan. De uitdaging zit vooral in het feit dat de gemeenten een leveringsplicht hebben en daar alleen van kunnen afzien als de omstandigheden van de jongere daarom vraagt. 2.3 Afbakening van de doelgroep Rechthebbenden De WIJ is er in principe voor elke jongere van 16 tot 27 jaar die niet werkt of leert. Voor jongeren van 16 en 17 geldt als voorwaarde voor een recht op een werkleeraanbod dat ze niet naar school gaan en niet meer dan 16 uur per week werken. Daarnaast moet men aan de kwalificatieplicht hebben voldaan of er van zijn vrijgesteld. Voor jongeren van 18 tot 26 jaar geldt dat voor een recht op een werkleeraanbod een eventueel inkomen lager moet zijn dan hij op grond van de wet WIJ aan inkomensvoorziening zou kunnen ontvangen. Tevens kent de WIJ een vrijwillige deelname. Alleen jongeren die een beroep doen op de WIJ, hebben recht op een werkleeraanbod. Het is echter niet de bedoeling om een restrictief toelatingsbeleid te gaan voeren. Het is de bedoeling dat jongeren die niet werken of leren, maar ook niet spontaan een beroep doen op de WIJ door de gemeente via een outreachende aanpak hiertoe gestimuleerd worden. 9

10 Vanuit de participatiedoelstelling Iedereen doet mee kunnen initiatieven ontplooid worden om de doelgroep nietmelders te bereiken. Door samenvoeging van een aantal budgetten tot het participatiebudget bestaat de mogelijkheid voor gemeenten om gerichte initiatieven te financieren. Belangrijk in dit verband is dat voor inzet van middelen vanuit het participatiebudget een inschrijving bij het UWV WERKbedrijf niet noodzakelijk is. Ook via bestandsvergelijking kunnen gemeenten zicht krijgen op de groep niet melders. Hierbij is een rol weggelegd voor het Inlichtingenbureau, dat bestanden met gegevens van de Informatie Beheer Groep, UWV, gemeenten en GBA kan vergelijken. Voortrajecten gericht op het binnenhalen van jongeren in de WIJ zijn dus mogelijk. Dit is in belang van die jongeren zelf, maar ook in belang van de samenleving. Niet participeren betekent een toekomstig beroep op uitkeringen, geen bijdrage aan de economische ontwikkeling en een verzwaring van het leefbaarheidsvraagstuk in buurten en wijken. Hier past geen passieve opstelling van de kant van de gemeente Uitgesloten jongeren Bepaalde groepen jongeren worden in de Wet investeren in jongeren uitgesloten van het recht op een werkleeraanbod. Namelijk de jongere die a. uit s Rijks kas bekostigd onderwijs volgen. Uitzonderingen hierop zijn opleidingen gericht op maatschappelijk functioneren en sociale zelfredzaamheid, alsmede Nederlands als tweede taal niveau 1 en 2. b. rechtens hun vrijheid is ontnomen. Op grond van een Algemene Maatregel Van bestuur kan hierop nog uitzonderingen worden gemaakt c. militaire of vervangende dienstplicht vervult d. een overeenkomst heeft met zijn werkgever inzake onbetaald verlof en hierdoor geen arbeid verricht e. als zelfstandige op grond van artikel 78f WWB een beroep kan doen op het bijstandsbesluit zelfstandigen Kwalificatieplicht Alle leerlingen blijven volledig leerplichtig tot het einde van het schooljaar waarin ze zestien jaar worden. Na de beëindiging van de volledige leerplicht gaat de kwalificatieplicht gelden voor die jongeren die: nog geen 18 jaar zijn; nog geen startkwalificatie hebben behaald; de volledige leerplicht achter de rug hebben. Kwalificatieplicht betekent dat alle jongeren tot hun 18 e verjaardag een volledig onderwijsprogramma moeten volgen, gericht op het behalen van een startkwalificatie. Een startkwalificatie is het minimale onderwijsniveau om goed geschoold de arbeidsmarkt op te kunnen gaan en vervolgens een goede kans te maken op geschoold werk. Een startkwalificatie is minimaal een havo-, vwo- of mbo-2-diploma. De kwalificatieplicht hoeft niet te betekenen dat de jongeren van 16 of 17 jaar vijf dagen per week naar school moeten gaan. Het is ook mogelijk om met combinaties van leren en werken aan de kwalificatieplicht te voldoen, zoals de beroepsbegeleidende leerweg in het mbo. Vrijstelling kwalificatieplicht zeer moeilijk lerende kinderen en meervoudig gehandicapte kinderen jongeren in het praktijkonderwijs die in bezit zijn van een getuigschrift of schooldiploma. Zij kunnen een programma volgen dat past bij hun niveau. Jongeren die een individuele vrijstelling van de leerplichtambtenaar hebben gekregen omdat zij door lichamelijke of psychische redenen geen startkwalificatie zouden kunnen behalen. 10

11 Werkleeraanbod jarigen Een jongere van 16 of 17 jaar kan een werkleeraanbod ontvangen op grond van de wet WIJ als hij: 1. de startkwalificatie al heeft behaald; of 2. is vrijgesteld van de kwalificatieplicht. Een belangrijk verschil tussen de kwalificatieplicht en WIJ zit in de mate van vrijwilligheid. Daar waar de jongere de keus heeft om een beroep te doen op de WIJ, is hij verplicht aan de eisen van de kwalificatieplicht in de leerplichtwet te voldoen. Handhaving van de kwalificatieplicht is ten aanzien van die jongeren leidend. Het spreekt voor zich dat gemeenten er verstandig aan doen het aanbod vanuit de leerplichtwet en de WIJ goed op elkaar af te stemmen en in de uitvoering aansluiting te zoeken bij de leerplichtambtenaar, alsmede met het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC). Dit geldt zeker voor jongeren die vrijstelling krijgen van de kwalificatieplicht Gehandicapten en Wajong Jongeren met een handicap die geïndiceerd zijn voor de Wajong vallen niet onder de WIJ. Het UWV zal op grond van deze wet ondersteuning moeten bieden aan jongeren om de participatie naar werk te bevorderen. Jongeren die geen recht hebben op Wajong omdat ze bijvoorbeeld niet aan het leeftijdscriterium voldoen (de handicap is ingetreden voor het 17 de jaar of tijdens de studie voor het 30 ste jaar) vallen wel onder de WIJ. Van belang is dat het aanbod aansluit bij de (medische) mogelijkheden. Als een jongere niet in staat is enige vorm van activiteit te verrichten dan is de inkomensvoorziening gegarandeerd. Zie hiervoor hoofdstuk Recht op werkleeraanbod In de WIJ ontstaat een recht op een werkleeraanbod, zodra de jongere die tot de doelgroep behoort hier om vraagt en hij niet van rechtswege van dit aanbod is uitgesloten. Dit is een fundamentele andere positie dan gemeenten op grond van de WWB gewend zijn. In de WWB heeft de uitkeringsgerechtigde een aanspraak op een voorziening die hem ondersteunt om betaalde arbeid te verwerven, maar beslist het college of en zo ja wanneer deze voorziening wordt aangeboden. Dat betekent dat het college in de WIJ feitelijk een leveringsplicht van werken en leren heeft Aanvraag en vaststelling recht werkleeraanbod Een aanvraag voor een werkleeraanbod dient op grond van de Wet SUWI ingediend te worden bij het UWV WERKbedrijf. Na de overdracht van de aanvraag door het UWV WERKbedrijf, neemt het college de behandeling van de aanvraag over. Jongeren in een inrichting of adreslozen dienen de aanvraag, tenzij lokaal anders bepaald, rechtstreeks in te dienen bij het college. Na ontvangst van de aanvraag stelt het college het recht vast op een werkleeraanbod. In een rapportage worden de wensen van de jongere ten aanzien van het leerwerkaanbod vastgesteld, alsmede de wijze waarop bij de vaststelling van aard, omvang en plaats van dit aanbod rekening is gehouden. De vaststelling van het recht op een werkleeraanbod is een individuele toetsing, waarbij alleen naar het inkomen van de aanvrager wordt gekeken. Vermogen van de jongere en inkomen en vermogen van een eventuele partner spelen bij het werkleeraanbod geen rol. Wel hebben die invloed voor het recht op een inkomensvoorziening. Zie hiervoor de hoofdstukken 3.6 en Besluit op aanvraag Op het moment dat een rechthebbende jongere verzoekt om een werkleeraanbod zal het college hier binnen een redelijke termijn van in beginsel 8 weken een besluit op moeten nemen en een aanbod moeten doen. Dit aanbod wordt afgestemd op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere. De jongere wordt, schriftelijk of mondeling in de gelegenheid gesteld om zijn wensen omtrent het werkleeraanbod kenbaar te maken. 11

12 Aan het aanbod wordt, na besluitvorming, onmiddellijk uitvoering gegeven, tenzij de jongere door buiten hem om gelegen omstandigheden hier niet direct invulling aan kan geven. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn indien het werkleeraanbod bestaat uit scholing of opleiding die niet direct kan worden gestart. Uiterlijk twee maanden na besluitvorming dient het aanbod dan alsnog ten uitvoer te worden gebracht. Mocht het niet mogelijk zijn het werkleeraanbod binnen twee maanden ten uitvoer te brengen, dient het college voor die periode een ander werkleeraanbod aan te bieden. Voorkomen dient te worden dat de jongere een aantal maanden stilzit. In het besluit neemt ten minste een omschrijving op van de in het kader van het werkleeraanbod de te verrichten activiteiten naar: aard omvang plaats. Een gemotiveerde onderbouwing van het aanbod in de beschikking, zeker als wordt afgeweken van de wensen van de jongere is van belang voor het draagvlak van het aanbod. Aan het college is in principe geen extra tijd gegund invulling te geven aan het aanbod. Binnen de beslistermijn van 8 weken zal het aanbod vorm moeten krijgen en aansluitend direct in uitvoering genomen moeten worden. Alleen bijzondere omstandigheden van de jongere rechtvaardigen een uitgesteld aanbod. Hierbij wordt gedacht aan omstandigheden van sociale, geestelijke of lichamelijke aard. Dit uitstel van het aanbod heeft tot gevolg dat de jongere aanspraak kan maken op een inkomensvoorziening. De situatie kan voorkomen dat het college besluit dat de jongere recht heeft op een werkleeraanbod, maar hem geen aanbod wordt gedaan omdat het college over onvoldoende aanbod beschikt. Tegen dit besluit kan de jongere bezwaar en beroep indienen. In dat geval heeft de jongere gedurende de bezwaar- en beroepprocedure recht op een inkomensvoorziening, want in het besluit tot vaststelling van het recht op het werkleeraanbod is ambtshalve ook zijn recht op inkomensvoorziening vastgesteld. Aangezien de jongere geen werkleeraanbod heeft geweigerd, heeft hij recht op inkomensvoorziening (mits hij aan de overige voorwaarden van de inkomensvoorziening voldoet). Zie hiervoor paragraaf Afstemmen werkleeraanbod Afstemming omstandigheden Bij het vaststellen van het werkleeraanbod is een goede afstemming noodzakelijk op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere. De jongere dient ook in de gelegenheid te zijn de wensen over het aanbod schriftelijk of mondeling kenbaar te maken. Dit betekent niet dat het college verplicht is de wensen van de jongere ook op te volgen. Op een besluit van het college heeft de jongere het recht bezwaar en beroep aan te tekenen. De gemeente heeft de mogelijkheid om af te zien van een werkleeraanbod. Dit kan als het oordeel bestaat dat vanwege redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard van de jongere niet kan worden gevraagd dat hij uitvoering geeft aan het aanbod. De jongere heeft dan wel recht op een inkomensvoorziening. Zie hiervoor hoofdstuk 3. Het ligt voor de hand om, alvorens een dergelijk besluit te nemen, een goede medische en arbeidsdeskundige diagnose te laten plaatsvinden. De opgedane ervaringen met de inzet van mensen met structureel functionele beperkingen op de arbeidsmarkt laten zien dat een te snel afschrijven van mensen met een beperking niet nodig en daarom ongewenst is Zorgtaken en alleenstaande ouders Het hebben van zorgtaken kan worden aangemerkt als een reden van sociale aard. Als bijvoorbeeld door middel van het regelen van kinderopvang kan worden voorzien in de zorgtaak, kan de jongere een volledig werkleeraanbod krijgen. Parallel aan artikel 9a van de WWB is ook aan alleenstaande ouders met een kind tot 5 jaar de mogelijkheid wordt geboden een aanbod van algemeen geaccepteerde arbeid niet te accepteren. Deze ouders hebben de mogelijkheid een verzoek in te dienen het werkleeraanbod vorm te geven met scholing of opleiding. Zo wordt geïnvesteerd in het vergroten van de eigen kwalificaties voor toetreding tot de arbeidsmarkt. Als zou blijken dat dit de krachten of bekwaamheden van de jongere alleenstaande ouder te boven gaat, dan dient het aanbod gericht te zijn op een andere voorziening gericht op arbeidsinschakeling. 12

13 2.6 Inhoud werkleeraanbod Algemeen geaccepteerde arbeid: Een aanbod kan direct bestaan uit algemeen geaccepteerde arbeid (artikel 5 WIJ). Dit betekent dat er geen beperkende voorwaarden worden gesteld aan aard en omvang van het werk, noch op de aansluiting met opleiding en werkervaring. Wel dient er gekeken te worden naar de individuele mogelijkheden van de jongere in relatie tot gezondheid en belastbaarheid. Algemeen geaccepteerde arbeid strekt zich ook uit tot tijdelijk werk of seizoenarbeid. Geen algemeen geaccepteerde arbeid is: prostitutie werkzaamheden die gewetensbezwaren oproepen of ingaan tegen de integriteit van de persoon illegale arbeid arbeid beneden het minimumloon werk op grond van de wet sociale werkvoorziening. Dat houdt in tegenstelling tot de andere voorbeelden niet in dat een werkleeraanbod de jongere niet naar een SW dienstverband zou kunnen toeleiden. In de WIJ wordt algemeen geaccepteerde arbeid ook omschreven als arbeidsinschakeling waarbij geen beroep gedaan wordt op een voorziening op grond van art 7, eerste lid, onderdeel a van de WWB (artikel 6 van de WIJ). Hiermee wordt bedoeld dat algemeen geaccepteerde arbeid niet structureel door middel van een loonkostensubsidie kan worden gerealiseerd. Als er sprake is van een loonkostensubsidie dan dient dit als ondersteuning bij arbeidsinschakeling te worden gekwalificeerd. Aan het werkleeraanbod kunnen eisen gesteld kunnen worden. Naast het feit dat de jongere zijn wensen mag kenbaar maken en het voor het succes van het traject noodzakelijke draagvlak eisen stelt aan het aanbod, moet het aanbod ook leiden tot uitstroom naar duurzame arbeid (eventueel op termijn). Juist omdat de jongere geen uitkering aanvraagt, maar een werkleeraanbod, mag verwacht worden dat dit omgeven wordt met zekere eisen. De focus van gemeenten om een goed aanbod te hebben van algemeen geaccepteerde arbeid is van groot belang, omdat gelijktijdig met de invoering van de WIJ een besparing plaatsvindt op het I-deel. Aangenomen wordt dat door een goed aanbod minder jongeren een beroep hoeven te doen op een inkomensvoorziening. Hierbij is het verstandig om een gevarieerder aanbod te hebben dan alleen een Work First voorziening. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan het: afsluiten van goede werkgeversarrangementen Dit kan het beste vorm krijgen vanuit de werkgeversloketten op de werkpleinen en in afstemming met het UWV. aansluiting zoeken bij de convenanten die in het kader van het Actieplan Jeugdwerkloosheid met de regio s gesloten worden en bij het daarin aangekondigde Matching-offensief. maken van afspraken met uitzendorganisaties inzetten op arbeidstraining centra (ATC s) die door de private re-integratiemarkt zijn ontwikkeld Een voorziening gericht op arbeidsinschakeling Een aanbod kan ook bestaan uit een voorziening gericht op arbeidsinschakeling (artikel 5 van de WIJ). Primair wordt hiermee bedoeld arbeidsinschakeling gericht op algemeen geaccepteerde arbeid. Het college is vrij om aan het werkleeraanbod invulling te geven en kan dezelfde voorzieningen inzetten als in de WWB (met uitzondering van de participatieplaatsen). Naast scholing of een opleiding kan een werkleeraanbod bijvoorbeeld inhouden: stages, work first, begeleiding op de werkplek, inburgering, schuldhulpverening, werknemersvaardigheden en nazorg. Sociale activering kan bijvoorbeeld ingezet worden voor jongeren die nu of in de nabije toekomst de stap richting betaalde arbeid nog niet kunnen maken. Het college kan aan jongeren één of meerdere werkleeraanbiedingen doen met voorzieningen die vooralsnog zelfstandige participatie als tussendoel hebben. Het college zal periodiek in overleg met de jongere moeten bekijken wat voor vervolg er mogelijk is om de afstand tot de arbeidsmarkt verder te verkleinen. Duurzame arbeidsinschakeling blijft daarbij het einddoel. 13

14 Diagnose Een aanbod van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling zal wellicht in de meeste gevallen, anders dan bij het aanbod van algemeen geaccepteerde arbeid, samengaan met het verstrekken van een inkomensvoorziening. Het is dan ook van belang om het aanbod zo adequaat mogelijk te laten zijn, zodat het beroep op de inkomensvoorziening beperkt gehouden kan worden. Bepalend hiervoor is het stellen van een juiste diagnose. Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat een aanbod zonder goede diagnose de termijn waarin een beroep wordt gedaan op een inkomensvoorziening onnodig verlengt. In het recente RWI advies Diagnose bij re-integratie, Analyse en Aanbeveling wordt uitgebreid gerapporteerd over het nut van een goede, wetenschappelijke diagnose en het effect daarvan op de effectiviteit van de inzet van re-integratie. Ook een investering in het samenbrengen van expertise en mogelijkheden van verschillende partijen zoals UWV WERKbedrijf, gemeenten, onderwijs, RMC, GGZ en justitie in een jongerenloket is een stevige basis om tot een goede diagnose te komen. Gemeenten hebben natuurlijk op basis van een goede diagnose de mogelijkheid om voorzieningen in te kopen op de onderwijs of de re-integratiemarkt. Het verdient aanbeveling om de diagnose als onderzoek naar de arbeids- en leermogelijkheden van jongeren als een voorziening op te nemen in de verordening. Dit geeft de volgende voordelen: a. de diagnose kan dan als aanbod werkleertraject worden aangemerkt en b. de diagnose blijft hierdoor buiten de claimbeoordeling. Kosten van de diagnose kunnen zo ten laste van het participatiebudget worden gebracht en hoeven niet als uitvoeringskosten te worden aangemerkt Andere voorzieningen Gemeenten kunnen voor het doen van een werkleeraanbod ook gebruik maken van de eigen wettelijke mogelijkheden of aansluiting zoeken bij een aantal ontwikkelingen: Een paar voorbeelden: 1. Het verrichten van korte of langere perioden van onbeloonde additionele werkzaamheden, gekoppeld met gelijktijdige investering in scholing en begeleiding. Participatieplaatsen (art 10a WWB) behoren in het kader van de WIJ echter niet tot het re-integratieinstrumentarium. Bij jongeren zal de situatie waarin de afstand tot de arbeidsmarkt zo groot is dat die alleen door inzet van dit instrument is te overbruggen zich niet in die mate zal voordoen dat inzet van participatieplaatsen noodzakelijk is. 2. De leerwerkbaan: UWV WERKbedrijf gaat samen met het kenniscentrum voor het onderwijs Colo leerwerkbanen creëren voor schoolverlaters die langer dan 3 maanden thuis zitten. Aansluitend worden er afspraken gemaakt op doorstroom naar algemeen geaccepteerde arbeid. Ook oudere werknemers in de deeltijd-ww kunnen als coaches voor de jongeren worden ingezet en zo hun vakkennis overdragen. 3. Ontwikkelen van plusvoorzieningen voor kwetsbare jongeren. Hierbij kan gedacht worden aan een samenhangend aanbod op het terrein van onderwijs, zorg, hulpverlening, ondersteuning, justitie en werk. Een voorbeeld hiervan is de 24-uursvoorziening project Internaat, Veiligheid en Vakmanschap. 4. Extra inzet op het voorkomen van schooluitval en het stimuleren van langer doorleren. Naast het School- Ex programma uit het Actieplan Jeugdwerkloosheid kan een goede RMC functie en handhaving van de kwalificatieplicht voor jongeren van 16 en 17 het beroep op de WIJ beperken. 5. Het afsluiten van overeenkomsten met het contractonderwijs (particulier of via het ROC) met mogelijkheden van flexibele instroom. 6. Jongeren met plannen om zich te vestigen als zelfstandige kunnen gedurende 12 maanden een werkleeraanbod krijgen dat bestaat uit een voorbereidingsperiode op het bestaan als zelfstandige Vrijlating en premies In de WIJ is het uitgangspunt dat jongeren die kunnen werken en/of leren dit ook moeten doen en dat hier geen financiële incentive bij past. De inkomstenvrijlating zoals de WWB die kent, is in de WIJ niet van toepassing. Er kunnen wel premies of kostenvergoedingen voor vrijwilligerswerk worden verstrekt, maar als de jongere een inkomensvoorziening ontvangt, worden deze als inkomen in aanmerking genomen. 14

15 Hiermee wordt voorkomen dat er armoedevaleffecten ontstaan en scheve inkomensverhoudingen met jongeren die in hun eigen inkomen voorzien zonder een beroep te doen op de WIJ. Overigens kan een vrijwilligersvergoeding wel buiten aanmerking blijven als het daadwerkelijke gemaakte kosten (bv. reiskosten) betreft Ondersteuning bij arbeidsinschakeling Het inzetten van loonkostensubsidies is een goed middel om jongeren te ondersteunen bij de arbeidsinschakeling. In de toelichting op de wet is aangegeven dat er rekening mee wordt gehouden dat 25% van het totale aanbod gedaan zal worden in de vorm van een loonkostensubsidie, waardoor een beroep op een inkomensvoorziening niet nodig zal zijn. Echter, het doel van de subsidie moet er op gericht zijn om de jongere de stap te kunnen laten maken naar een duurzame vorm van algemeen geaccepteerde arbeid. Periodiek overleg met de werkgever is daarom van belang. Door intensief contact met werkgevers kunnen er aanvullend afspraken gemaakt worden over begeleiding, coachen, scholing en training van de jongeren. Hierdoor kan de periode met loonkostensubsidie zo kort mogelijk worden gehouden. In de praktijk blijkt dat jongeren zonder begeleiding snel weer kunnen uitvallen. Inzet van jobcoaches en het bieden van een goede nazorg kunnen dit voorkomen en er voor zorgen dat de gepleegde investeringen niet voor niets geweest zijn. 2.7 Plichten jongere In de beschikking moeten de verplichtingen van de jongere worden opgenomen. In de wet zijn deze verplichtingen in algemene zin geformuleerd. In de beschikking kunnen deze verplichtingen specifiek gemaakt worden en op de persoonlijke situatie van de jongere worden afgestemd. Naast de inlichtingenplicht zijn deze algemene verplichtingen: meewerken aan het opstellen van een plan ter arbeidsinschakeling, inclusief een onderzoek naar de mogelijkheden hiervan geen onredelijke eisen stellen die acceptatie van algemeen geaccepteerde arbeid in de weg staan meewerken aan behoud en bevorderen van de arbeidsbekwaamheid meewerken aan activiteiten of werkzaamheden gericht op arbeidsinschakeling opgedragen activiteiten of werkzaamheden naar beste vermogen verrichten op advies van een arts zich te onderwerpen aan een noodzakelijke behandeling van medische aard Intrekken of herzien aanbod Het niet voldoen aan verplichtingen kan leiden tot het intrekken of herzien van het werkleeraanbod. Als op grond van artikel 21 WIJ tot intrekking van het werkleeraanbod wordt overgegaan heeft dit gelijktijdig consequenties voor de inkomensvoorziening. De inkomensvoorziening wordt dan ook op grond van art. 42 lid 1f WIJ ingetrokken. Als echter op grond van een wijziging in de omstandigheden van de jongere op het terrein van krachten en bekwaamheden (niet verwijtbare redenen) het werkleeraanbod niet kan worden uitgevoerd, dan is het van belang het aanbod niet in te trekken, maar te herzien in een gewijzigd aanbod, zo nodig meer gericht op zorg en activering. Immers, intrekking van het aanbod leidt tot beëindiging van de inkomensvoorziening Opschorten van het werkleeraanbod Het recht op een werkleeraanbod wordt opgeschort als wordt vastgesteld dat het adres van de jongere, of van zijn partner of kind afwijkt van het adres zoals dat is vastgelegd in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Van deze opschorting wordt de jongere schriftelijk in kennis gesteld en in de gelegenheid gesteld de adresgegevens aan te passen. De opschorting wordt beëindigd met ingang van de dag waarop is vastgesteld dat de afwijking niet meer bestaat. 15

16 Het college ziet af van opschorting als : 1. de afwijking redelijker wijze geen gevolgen kan hebben voor het werkleeraanbod 2. de jongere van de afwijking redelijkerwijze geen verwijt gemaakt kan worden 3. daarvoor naar het oordeel van het college dringende redenen aanwezig zijn Nieuw aanbod Als het werkleeraanbod doorlopen is maar niet heeft geleid tot een inkomen waardoor een beroep op de WIJ niet meer noodzakelijk is, dient het college ambtshalve een nieuw aansluitend werkleeraanbod aan de jongere te doen Uitsluiting van het recht op werkleeraanbod Het college kan de jongere uit sluiten vanwege herhaaldelijke zeer ernstige en verwijtbare misdragingen richting het college. Deze uitsluiting moet binnen 1 maand worden heroverwogen. 16

17 Deel 3 De inkomensvoorziening 3.1 De inkomensvoorziening De wetgever heeft voor de benaming inkomensvoorziening gekozen om duidelijk te maken dat de systematiek afwijkt van de bijstandswet. Het gaat om een uitkering voor jongeren in het geval het werkleeraanbod niet voldoende inkomsten genereert of in het geval dat van de jongere niet gevergd kan worden dat hij uitvoering geeft aan een werkleeraanbod. De inkomensvoorziening is een afgeleide van het werkleeraanbod. Veel onderdelen komen rechtstreeks uit de WWB. Om redenen van deregulering wijkt de inkomensvoorziening op onderdelen af van de WWB. Dit onderdeel van de handreiking gaat in op de overeenkomsten en de verschillen met de WWB, te beginnen met de ambtshalve vaststelling. 3.2 Ambtshalve vaststelling inkomensvoorziening Het recht op de inkomensvoorziening wordt door de gemeente ambtshalve vastgesteld, gelijktijdig met de vaststelling van het recht op werkleeraanbod. Dat staat in artikel 25 WIJ. De jongere moet wel een aanvraag om een werkleeraanbod doen, maar geen aanvraag om een inkomensvoorziening. De bepaling dat het werkleeraanbod op aanvraag wordt vastgesteld, staat in artikel 14 van hoofdstuk 3 van de WIJ, dat uitsluitend betrekking heeft op het werkleeraanbod. De gemeente is verplicht om het recht op inkomensvoorziening gelijktijdig met het recht op werkleeraanbod vast te stellen (artikel 25 WIJ). Dat betekent dat de gemeente op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen 8 weken zowel het recht op een werkleeraanbod als het recht op de inkomensvoorziening moet vaststellen. Alleen als de gemeente niet tijdig een beslissing op de aanvraag voor een werkleeraanbod kan nemen, kan de termijn van 8 weken worden verlengd. Als de jongere niet, niet tijdig of niet naar behoren voldoet aan de informatieplicht voor vaststelling van het recht op de inkomensvoorziening, kan de behandeling van de aanvraag om een werkleeraanbod niet worden opgeschort. Wel kan in dat geval het recht op inkomensvoorziening worden opgeschort (artikel 40 WIJ). 3.3 Vaststelling recht op inkomensvoorziening Recht op een inkomensvoorziening bestaat als: de jongere 18 jaar of ouder is de jongere een aanvraag om een werkleeraanbod heeft ingediend de jongere ook recht op een werkleeraanbod heeft de jongere het werkleeraanbod heeft geaccepteerd het inkomen van de jongere (en dat van zijn partner samen) onder de van toepassing zijnde norm ligt, en zijn vermogen (en dat van zijn partner samen) onder de grens van de maximale vrijlating bescheiden vermogen WWB ligt. Dat staat in de artikelen 24, 25 en 42 WIJ jaar of ouder Voor bepaalde 16- en 17-jarigen is een werkleeraanbod mogelijk. Maar zij hebben geen recht op een inkomensvoorziening. Recht op inkomensvoorziening hebben alleen jongeren van 18 tot 27 jaar Recht op inkomensvoorziening in relatie tot recht op werkleeraanbod In artikel 24 WIJ staat, naast andere toelatingsbepalingen, dat recht op inkomensvoorziening bestaat als een aanvraag om een werkleeraanbod is ingediend. Het recht op inkomensvoorziening moet gelijktijdig met het recht op werkleeraanbod worden vastgesteld (de eerste ambtshalve de tweede op aanvraag). 17

18 In de algemene toelichting op de WIJ is in hoofdstuk 10 het volgende opgenomen over de relatie tussen het recht op werkleeraanbod en het recht op inkomensvoorziening: Met het oog op het voorkomen van uitkeringsafhankelijkheid is er een strikt verband gelegd tussen het werkleeraanbod en het recht op de inkomensvoorziening. Alleen als de jongere het werkleeraanbod heeft aanvaard én daaraan meewerkt én voor zover dit een inkomen genereert dat lager is dan de van toepassing zijnde norm en de jongere niet over een ander inkomen of vermogen beschikt, bestaat recht op de inkomensvoorziening. Op deze regel gelden de volgende uitzonderingen: 1. Tussen het moment waarop de jongere een werkleeraanbod aanvraagt en het moment dat de jongere het werkleeraanbod van de gemeente heeft gekregen en geaccepteerd zit meestal een periode van enkele weken. In deze tussenliggende periode heeft de jongere recht op de inkomensvoorziening, tenzij bij de aanvraag al duidelijk is dat de jongere geen recht heeft op inkomensvoorziening of indien de jongere onvoldoende gegevens overlegt of anderszins onvoldoende meewerkt (artikel 37 WIJ). 2. De gemeente doet geen werkleeraanbod omdat de lichamelijke, geestelijke of sociale aard van de jongere een belemmering vormen voor het kunnen aanvaarden van het werkleeraanbod. Die jongere heeft recht op de inkomensvoorziening als aan de overige voorwaarden is voldaan. Dit volgt uit de formulering van artikel 42. De inkomensvoorziening is namelijk niet mogelijk als: 1) de jongere het werkleeraanbod heeft geweigerd; 2) de jongere overduidelijk de verplichtingen, bedoeld in hoofdstuk 5, niet wil nakomen; en 3) het werkleeraanbod op grond van artikel 21 is ingetrokken. In deze opsomming staat dus niet dat geen recht op werkleeraanbod bestaat als gemeenten om persoonlijke redenen geen werkleeraanbod doen. Tenslotte biedt artikel 42, eerste lid, onderdeel f van de WIJ nog een aanknopingpunt. Daarin staat dat geen recht op inkomensvoorziening bestaat als het recht op werkleeraanbod op grond van artikel 21 is ingetrokken. Het is redelijk om deze bepaling door te trekken naar het niet toekennen van het werkleeraanbod. 3. De situatie kan voorkomen dat het college besluit dat de jongere recht heeft op een werkleeraanbod, maar dat hem geen aanbod kan worden gedaan omdat het college over onvoldoende aanbod beschikt. Tegen dit besluit kan de jongere bezwaar en beroep indienen. In dat geval heeft de jongere gedurende de bezwaaren beroepprocedure recht op een inkomensvoorziening, want in het besluit tot vaststelling van het recht op het werkleeraanbod is ambtshalve ook zijn recht op inkomensvoorziening vastgesteld. Aangezien de jongere geen werkleeraanbod heeft geweigerd, heeft hij recht op inkomensvoorziening (mits hij aan de overige voorwaarden van de inkomensvoorziening voldoet) Inkomenstoets In artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b staat dat voor de beoordeling van het recht op inkomensvoorziening het inkomen van de jongere wordt vergeleken met de van toepassing zijnde norm. Hierbij wordt ook verwezen naar de norm voor gehuwden. Dat betekent dat bij samenwonenden/gehuwden het inkomen van de partner die tevens recht heeft op de inkomensvoorziening in aanmerking moet worden genomen bij de vaststelling van het recht op inkomensvoorziening. Dit volgt uit artikel 7 (begrip inkomen) en 36, vierde lid van de WIJ. Hierin staat dat bij de gehuwdennorm het inkomen van beide partners in aanmerking wordt genomen. Ook als de partner geen recht heeft op de inkomensvoorziening wordt zijn of haar inkomen mede in aanmerking genomen, zie artikel 36, vijfde lid WIJ. Zie verder paragraaf Vermogenstoets Bij de beoordeling van het recht op inkomensvoorziening wordt ook de vermogenssituatie van de jongere beoordeeld. In artikel 24, eerste lid, aanhef en onderdeel a, staat namelijk dat de jongere alleen recht op een inkomensvoorziening heeft als hij geen in aanmerking te nemen vermogen heeft. Artikel 7 geeft aan dat voor de WIJ onder vermogen wordt verstaan het vermogen als bedoeld in artikel 34, eerste tot en met derde lid van de WWB. In het eerste lid van dat artikel staat dat het gaat om de bezittingen van de alleenstaande of het gezin, verminderd met de aanwezige schulden. Dit is dus ook van toepassing op de inkomensvoorziening WIJ. 18

Wet investeren in jongeren (WIJ) Het werkleeraanbod

Wet investeren in jongeren (WIJ) Het werkleeraanbod Wet investeren in jongeren (WIJ) Het werkleeraanbod Paradigmawisseling WWB (uitkering, mits): Recht op bijstandsuitkering Verplichtingen gericht op arbeidsinschakeling Niet nakomen verplichtingen> tijdelijke

Nadere informatie

Wet investeren in jongeren (WIJ) Workshop Geen bijstand, wel een voorziening

Wet investeren in jongeren (WIJ) Workshop Geen bijstand, wel een voorziening Wet investeren in jongeren (WIJ) Workshop Geen bijstand, wel een voorziening 1 donderdag 2 juli 2009 Geen bijstand, wel een voorziening Paradigmawisseling / Hoofdlijnen WIJ Relatie werkleeraanbod en inkomensvoorziening

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 170 WET INVESTEREN IN JONGEREN (WIJ)

Afdeling Samenleving Richtlijn 170 WET INVESTEREN IN JONGEREN (WIJ) Afdeling Samenleving Richtlijn 170 WET INVESTEREN IN JONGEREN (WIJ) Algemeen De Wet investeren in jongeren (WIJ) verplicht gemeenten om jongeren van 18 tot 27 jaar die zich melden voor een uitkering een

Nadere informatie

G e m e e n t e S l u i s

G e m e e n t e S l u i s Raadsvoorstel Pag. 1 Datum vergadering 24 september 2009 Nr. 8 Omschrijving agendapunt Portefeuillehouder Voorstel tot vaststelling van de Verordening tijdelijke regels Wet investeren in jongeren wethouder

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ; RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: 1e wijziging van de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010; CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR63088_1 11 oktober 2016 Re-integratieverordening 2010 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland Inhoudsopgave Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: Artikel 4: Artikel 5: Artikel 6: Artikel 7: Artikel 8: Artikel 8a: Artikel 9: Artikel

Nadere informatie

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van ; Gezien het advies van de Wmo-adviesraad d.d. gelet op de artikelen 8a, eerste

Nadere informatie

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Orionis Walcheren; Overwegende dat het wenselijk is beleid over

Nadere informatie

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012 RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012 Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 29 maart 2012, nummer R2012.0012 A, gepubliceerd 18 april 2012, in werking getreden met ingang van 19 april

Nadere informatie

Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009

Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009 Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heemskerk Officiële naam regeling Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009 Citeertitel

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oud-Beijerland Nr. 157294 14 september 2017 Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

Beleidskader behorende bij werkleer aanbod Wet investeren in jongeren

Beleidskader behorende bij werkleer aanbod Wet investeren in jongeren Beleidskader behorende bij werkleer aanbod Wet investeren in jongeren Inhoudsopgave beleidskader WIJ Inleiding: De Wet investeren in jongeren Verplichtingen Recht op Werkleeraanbod Het beleidskader Inhoud

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Re-integratieverordening wet werk en bijstand Gouda 2010

Re-integratieverordening wet werk en bijstand Gouda 2010 Bijlage 3 regeling nummer 11.1.7 Re-integratieverordening wet werk en bijstand Gouda 2010 vastgesteld 2009 bekendgemaakt 2009 inwerkingtreding 1 januari 2010 laatste wijziging - pagina 2 nr. 11.1.7 De

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Oldebroek; Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 kenmerk 98182 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; gelet op de artikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Gezien het voorstel inzake Gewijzigde WWB-verordeningen na aanscherping WWB (Gem. blad Afd. A 2012, no. );

Gezien het voorstel inzake Gewijzigde WWB-verordeningen na aanscherping WWB (Gem. blad Afd. A 2012, no. ); 2012, no. < no. > De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake Gewijzigde WWB-verordeningen na aanscherping WWB (Gem. blad Afd. A 2012, no. ); Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR26528_1. Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere

CVDR. Nr. CVDR26528_1. Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere CVDR Officiële uitgave van Almere. Nr. CVDR26528_1 12 december 2017 Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere Burgemeester en wethouders van Almere; Gelet op het bepaalde in artikel 8 van de Re-integratieverordening

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 april 2011;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 april 2011; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR105399_2 1 mei 2018 Re-integratieverordening Wwb, Ioaw, Ioaz DE RAAD VAN DE GEMEENTE GEMERT-BAKEL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 30

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 30 Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: 18-12-2014 nr. 30 Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad van Huizen in zijn vergadering van 11 december 2014 besloten

Nadere informatie

Toelichting. Artikelsgewijs

Toelichting. Artikelsgewijs Toelichting Algemeen Deze verordening regelt de ondersteuning die de gemeente biedt bij de arbeidsinschakeling van werklozen die horen tot de doelgroep. De opdracht om die ondersteuning te bieden is geregeld

Nadere informatie

Re-integratieverordening gemeente Harderwijk De raad van de gemeente Harderwijk,

Re-integratieverordening gemeente Harderwijk De raad van de gemeente Harderwijk, Re-integratieverordening gemeente Harderwijk 2009 De raad van de gemeente Harderwijk, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2009, nr. gelet op de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR80772_3. Participatieverordening Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

CVDR. Nr. CVDR80772_3. Participatieverordening Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN CVDR Officiële uitgave van Ooststellingwerf. Nr. CVDR80772_3 12 juni 2018 Participatieverordening 2010 De raad van de gemeente Ooststellingwerf;nr. B.4gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

2. Het college werkt bij de uitvoering van het eerste lid, onderdeel a, samen met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

2. Het college werkt bij de uitvoering van het eerste lid, onderdeel a, samen met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Artikel 7. Opdracht college 1. Het college: a. ondersteunt bij arbeidsinschakeling: 1. personen die algemene bijstand ontvangen, 2. personen als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De Raad van de gemeente Culemborg, gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 10 april 2012 gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 31 maart en 14 april 2009; gelet op artikel 7 en 8, lid 1 onderdeel a van de Wet werk en bijstand; besluit vast te

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet

Re-integratieverordening Participatiewet Re-integratieverordening Participatiewet 2015.1 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste

Nadere informatie

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018 Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Ameland 2018 De raad van de gemeente Ameland; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, jo. artikel 36 van de Participatiewet;

Nadere informatie

BELEIDSPLAN WERKLEERAANBOD

BELEIDSPLAN WERKLEERAANBOD BELEIDSPLAN WERKLEERAANBOD WET INVESTEREN IN JONGEREN GEMEENTE ASSEN DECEMBER 2009 Inleiding Het kabinet heeft als doel de arbeidsparticipatie substantieel te verhogen. Een van de maatregelen hiervoor

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 Artikel 1. Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: a) uitkeringsgerechtigden: personen die een uitkering ontvangen op grond van

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld. Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld. Artikel 1. Begrippen Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

ALGEMENE TOELICHTING VERORDENING TEGENPRESTATIE

ALGEMENE TOELICHTING VERORDENING TEGENPRESTATIE ALGEMENE TOELICHTING VERORDENING TEGENPRESTATIE Het college is bevoegd een uitkeringsgerechtigde te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, ook als die tegenprestatie niet direct samenhangt

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015

Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR358167_1 28 september 2018 Re-integratieverordening Participatiewet Deurne 2015 DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Onderwerp

RAADSVOORSTEL. Onderwerp RAADSVOORSTEL Onderwerp : Vaststelling diverse verordeningen in het kader van de Wet investeren in jongeren. Raadsvergadering : 21 oktober 2009 Politieke markt d.d.: 7 oktober 2009 Agendapunt : Portef.houder

Nadere informatie

Vergadering van : 16 februari 2010 Agendanummer : 9 Onderwerp : Verordeningen Wet investeren in jongeren. Programma : Zorgzaam Dantumadiel

Vergadering van : 16 februari 2010 Agendanummer : 9 Onderwerp : Verordeningen Wet investeren in jongeren. Programma : Zorgzaam Dantumadiel RAADSVOORSTEL Vergadering van : 16 februari 2010 Agendanummer : 9 Onderwerp : Verordeningen Wet investeren in jongeren. Programma : Zorgzaam Dantumadiel Voorstel Vaststellen vijf verordeningen op grond

Nadere informatie

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 -1.833.52 REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet : de WWB b. WWB:

Nadere informatie

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand CVDR Officiële uitgave van Epe. Nr. CVDR140715_1 4 juli 2017 Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand Raadsbesluit 2012 registratienummer: 2012-00428 DE RAAD DER GEMEENTE EPE gelezen het voorstel

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014; gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde

Nadere informatie

b e s l u i t : Het college kan een tegenprestatie opdragen voor zover die werkzaamheden:

b e s l u i t : Het college kan een tegenprestatie opdragen voor zover die werkzaamheden: De gemeenteraad Gooise Meren Gelezen het voorstel van 9348 gelet op artikel 7, lid 1 sub c, artikel 8a, lid 1 sub b en artikel 9 van de Participatiewet; gelet op artikel 35, lid e sub e en artikel 37 van

Nadere informatie

Toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Waterland 2015

Toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Waterland 2015 Toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Waterland 2015 Het college is bevoegd een belanghebbende te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, ook als die tegenprestatie

Nadere informatie

Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren Helmond 2010 Toelichting

Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren Helmond 2010 Toelichting Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren Helmond 2010 Toelichting De Wet investeren in jongeren en het werkleeraanbod Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp Datum 26 oktober 2012 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Venray 2013 Pagina 1 van 6 De raad van Venray, gelezen het advies van de Cliëntenraad WWB van 16 oktober 2012, gelezen

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld. Toelichting Algemeen Er is gekozen voor een algemene, globale verordening. Dit heeft te maken met de aard van de opdracht die de raad heeft gekregen, te weten het bij verordening regels stellen waarin

Nadere informatie

Verordening Re-integratie Participatiewet gemeente Oldebroek

Verordening Re-integratie Participatiewet gemeente Oldebroek Verordening Re-integratie Participatiewet gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. doelgroep: personen als bedoeld in artikel

Nadere informatie

vast te stellen de hierna volgende Verordening tegenprestatie Alkmaar 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

vast te stellen de hierna volgende Verordening tegenprestatie Alkmaar 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Alkmaar. Nr. 1818 8 januari 2015 Verordening tegenprestatie Alkmaar 2015 De raad van de gemeente Alkmaar; gelezen het voorstel de stuurgroep fusie; gelet op

Nadere informatie

BURGEMEESTER E WETHOUDERS VA ROERMO D, Overwegende dat;

BURGEMEESTER E WETHOUDERS VA ROERMO D, Overwegende dat; BURGEMEESTER E WETHOUDERS VA ROERMO D, Overwegende dat; het college het bevorderen van uitstroom van uitkeringsgerechtigden ten doel heeft gesteld in het kader van haar taken op grond van de Wet Werk en

Nadere informatie

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

De raad van de gemeente Schiermonnikoog, De raad van de gemeente Schiermonnikoog, Gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 35, eerste lid, onderdeel e van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Re-integratie verordening Gemeente Nieuwkoop 2014

Re-integratie verordening Gemeente Nieuwkoop 2014 CVDR Officiële uitgave van Nieuwkoop. Nr. CVDR321427_1 4 juli 2016 Re-integratie verordening Gemeente Nieuwkoop 2014 De gemeenteraad van de gemeente Nieuwkoop, gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 Wetstechnische informatie 1. Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Officiële naam regeling Verordening tegenprestatie participatiewet

Nadere informatie

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d.

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. De raad van de gemeente Echt-Susteren, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. Gelet op het bepaalde in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 De raad van de gemeente Tiel, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, Gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van

Nadere informatie

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heemskerk Officiële naam regeling Re-integratieverordening Wet werk en

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent participatie [Participatieverordening Lelystad 2018]

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent participatie [Participatieverordening Lelystad 2018] CVDR Officiële uitgave van Lelystad. Nr. CVDR610349_1 30 mei 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent participatie [Participatieverordening Lelystad 2018] Nummer:

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Definitieve versie 30-10-2014 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Montferland; Gelezen het

Nadere informatie

Bijlage: wijzigingen verordeningen / beleidsruimte

Bijlage: wijzigingen verordeningen / beleidsruimte Bijlage: wijzigingen verordeningen / beleidsruimte Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012 Regelt in welke situaties cliënten recht hebben op een toeslag op de normuitkering of een

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 De raad van de gemeente Castricum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober [nummer]; gelet op

Nadere informatie

Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren (WIJ)

Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren (WIJ) Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren (WIJ) November 2009 Afdeling Inwonerszaken De Raad van de gemeente Midden-Delfland; Gezien het advies van de Commissie Samenleving d.d. 13 januari

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet 2017

Re-integratieverordening Participatiewet 2017 Re-integratieverordening Participatiewet 2017 De raad van de gemeente Tiel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a,

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem;

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem; Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie 10-09-2014) De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op artikel

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 gemeente Midden-Drenthe

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 gemeente Midden-Drenthe De raad van de gemeente Midden-Drenthe; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 8a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Participatiewet, artikel 35

Nadere informatie

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen CVDR Officiële uitgave van Tholen. Nr. CVDR43763_1 20 maart 2018 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen De raad der gemeente Tholen; gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

besluit vast te stellen de Bijlage van de gemeente Wijchen bij de Verordening tegenprestatie

besluit vast te stellen de Bijlage van de gemeente Wijchen bij de Verordening tegenprestatie Het Algemeen Bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen (MGR), gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen van 6 januari 2015; gelet op artikel

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie naar vermogen Participatiewet, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015

Verordening tegenprestatie naar vermogen Participatiewet, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015 Verordening tegenprestatie naar vermogen Participatiewet, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015 De raad van de gemeente..; Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale

Nadere informatie

Gemeente Heerlen - Beleidsregel Tegenprestatie naar vermogen 2015

Gemeente Heerlen - Beleidsregel Tegenprestatie naar vermogen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerlen. Nr. 67375 23 juli 2015 Gemeente Heerlen - Beleidsregel Tegenprestatie naar vermogen 2015 Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015 nr. TB 15.5037761; gelet op artikel 8a,

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR601394_1. Participatieverordening Meierijstad Hoofdstuk 1 Algemeen

CVDR. Nr. CVDR601394_1. Participatieverordening Meierijstad Hoofdstuk 1 Algemeen CVDR Officiële uitgave van Meierijstad. Nr. CVDR601394_1 23 januari 2017 Participatieverordening Meierijstad 2017 De raad van de gemeente Meierijstad, gelezen het voorstel van de Stuurgroep fusie Meierijstad;

Nadere informatie

Gemeente BOARNSTERHIM

Gemeente BOARNSTERHIM Gemeente BOARNSTERHIM VERORDENING WERKLEERAANBOD WET INVESTEREN IN JONGEREN 2010 1 De raad van de gemeente Boarnsterhim, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van.. februari

Nadere informatie

Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Orionis Walcheren 2015

Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Orionis Walcheren 2015 Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Orionis Walcheren 2015 HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Tegenprestatie:

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerenveen. Nr. 82635 29 december 2014 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015 De raad van de gemeente Heerenveen;

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR31752_3 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per (Aanpassing artikel 8)

Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per (Aanpassing artikel 8) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haaren Nr. 52858 3 april 2017 Re-integratieverordening Participatiewet 2015 per 1-1-2017 (Aanpassing artikel 8) De raad van de gemeente Haaren; in zijn vergadering

Nadere informatie

De Verordening tegenprestatie Participatiewet IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015.;

De Verordening tegenprestatie Participatiewet IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015.; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Waddinxveen. Nr. 81579 24 december 2014 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015 De raad van de gemeente Waddinxveen gelezen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011, de raad van de gemeente Roosendaal, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011, gelet op artikel 8, eerste lid, onder a van de Wet werk en bijstand, gezien het advies van

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 ================================================================================== De raad van de gemeente (naam gemeente) ; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Vrijlating inkomsten uit arbeid en vrijlating kostenvergoeding vrijwilligerswerk Participatiewet, IOAW en IOAZ

Vrijlating inkomsten uit arbeid en vrijlating kostenvergoeding vrijwilligerswerk Participatiewet, IOAW en IOAZ Vrijlating inkomsten uit arbeid en vrijlating kostenvergoeding vrijwilligerswerk Participatiewet, IOAW en IOAZ Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal. gelet op de artikelen: 4:81 Algemene

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014 Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Harlingen Onderwerp: Participatiewet De raad van de gemeente Harlingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014 gelet op gelet

Nadere informatie

Premieverordening 2012

Premieverordening 2012 Premieverordening 2012 De raad van de gemeente Hengelo, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2012, gelet op de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015 De raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, gelet op artikel

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2010/16

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2010/16 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 2-2-2010 Nummer voorstel: 2010/16 Voor raadsvergadering d.d.: 16-02-2010 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie

5. De algemene inkomstenvrijlating wordt niet met terugwerkende kracht toegekend.

5. De algemene inkomstenvrijlating wordt niet met terugwerkende kracht toegekend. 5. De algemene inkomstenvrijlating wordt niet met terugwerkende kracht toegekend. 6. Het recht op de algemene inkomstenvrijlating bestaat één keer per periode van bijstandsverlening. De uitkeringsgerechtigde

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wet investeren in jongeren Verord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Wet investeren in jongeren Citeertitel Verordening

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 Wetstechnische informatie 1. Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Officiële naam regeling Verordening tegenprestatie participatiewet

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017 De raad van de gemeente Venray; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Participatiewet en artikel 35

Nadere informatie

re-integratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz 2012

re-integratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz 2012 CVDR Officiële uitgave van Enkhuizen. Nr. CVDR249885_1 3 oktober 2017 re-integratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz 2012 De raad van de gemeente Enkhuizen; Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester

Nadere informatie

Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013

Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013 CVDR Officiële uitgave van Lansingerland. Nr. CVDR327366_1 30 oktober 2018 Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen In

Nadere informatie

Beleidsregels activeringspremies gemeente Best. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen

Beleidsregels activeringspremies gemeente Best. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen Beleidsregels activeringspremies gemeente Best Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in

Nadere informatie

Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren

Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren. Nummer: 7a. De Raad van de gemeente Boxmeer; gezien het advies van de Adviescommissie sociale

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldenzaal 2015

Toelichting behorende bij de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldenzaal 2015 Toelichting behorende bij de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldenzaal 2015 (vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2014, nr. 498) Het college is bevoegd een belanghebbende

Nadere informatie

Den Haag, 17 mei 2000

Den Haag, 17 mei 2000 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 mei 2000 Hierbij leg ik aan uw Kamer over, conform artikel 10a, lid 6 van de Welzijnswet 1994, de tekst van de algemene maatregel

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015.

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015. Nummer: 337-20 Portefeuillehouder: drs. L. Bromet Onderwerp: Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015 De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Oegstgeest 2015 Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Oegstgeest 2015 De raad van de gemeente Oegstgeest, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Oegstgeest d.d., gelet op artikel

Nadere informatie

*Z C* Beslispunten 1. Aan u wordt voorgesteld de Reintegratieverordening Goeree-Overflakkee met ingang van 1 januari 2013 vast te stellen.

*Z C* Beslispunten 1. Aan u wordt voorgesteld de Reintegratieverordening Goeree-Overflakkee met ingang van 1 januari 2013 vast te stellen. Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus 1 3240 AA MIDDELHARNIS *Z010136663C* Registratienummer : Z -13-03423/417 Agendanummer : Portefeuillehouder :Ter behandeling bij Raadsvergadering : 21 maart opsteller

Nadere informatie

Nadere regels Re-integratieverordening 2015

Nadere regels Re-integratieverordening 2015 Nadere regels Re-integratieverordening 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel; overwegende dat het wenselijk is het beleid omtrent de re-integratievoorzieningen

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Verordening tegenprestatie Participatiewet Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september

Nadere informatie

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp Het college is bevoegd een belanghebbende te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 28-10-2014 nummer.; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en op artikel

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 gemeente Velsen

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 gemeente Velsen Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 gemeente Velsen Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen. 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet

Nadere informatie

gelet op artikel 36 en artikel 8 lid 2 van de Participatiewet en artikel 2 van de verordening individuele inkomenstoeslag Castricum 2015;

gelet op artikel 36 en artikel 8 lid 2 van de Participatiewet en artikel 2 van de verordening individuele inkomenstoeslag Castricum 2015; Beleidsregels Individuele inkomenstoeslag gemeente Castricum Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Castricum; gelet op artikel 36 en artikel 8 lid 2 van de Participatiewet en artikel

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR87103_1. Verordening werkleeraanbod WIJ. Algemene bepalingen

CVDR. Nr. CVDR87103_1. Verordening werkleeraanbod WIJ. Algemene bepalingen CVDR Officiële uitgave van Den Helder. Nr. CVDR87103_1 20 maart 2018 Verordening werkleeraanbod WIJ Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. De wet:

Nadere informatie