Fossielen van Cap Blanc Nez IX Weekdieren: Slakken (Gastropoda)
|
|
- Erik de Veen
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Fossielen van Cap Blanc Nez IX Weekdieren: Slakken (Gastropoda) Victor Strijbos V. Strijbos, Broeseinderdijk 144, B-3910 Neerpelt, België. Van de circa recente soorten weekdieren behoren de meeste - zo'n tot de klasse Gastropoda. De gastropoden of buikpotigen, beter bekend als slakken, zijn dan ook de bekendste weekdieren. Ze komen vrijwel overal voor en leven zowel in zout als zoet water als op het land. De meeste slakken hebben een dorsale spiraalvormige schelp, het slakkenhuis, maar er zijn ook veel naaktslakken. De vormvariaties bij gastropoden zijn bijzonder groot: van glibberige naaktslakken in allerlei vormen en kleuren tot dieren met indrukwekkende schelpen die prachtig versierd zijn met stekels en andere ornamenten. Als fossiel vinden we meestal alleen schelpen of fragmenten daarvan, plus steenkernen en afdrukken. Evolutie van de Gastropoda Mariene Gastropoda kwamen al voor in het Vroeg-Cambrium. Ze zullen zich hebben ontwikkeld uit andere weekdieren met een eenvoudige, napvormige schelp. Een andere klasse van de weekdieren, de Monoplacophora (met het recente geslacht Neopilina), bezit nog steeds de basisvorm van deze 'oermollusken' (afb. 1). De Gastropoda ontwikkelden vanuit deze vorm een duidelijke kop en een grote voet. De meeste zijn voorzien van een schelp die evolueerde tot een asymmetrische, spiraalvormige schelp. De belangrijkste verandering was de torsie: het draaien van de ingewandszak van 180 graden ten opzichte van de kop en de voet. Deze wijziging staat volledig los van de spiralisering van de schelp. Niet alle Gastropoda bezitten een schelp of een gewonden schelp, maar wel hebben ze alle een gedraaid lichaam. Bij fossielen zien wij daar niets meer van. Morfologie Weke delen Aangezien deze nooit als fossiel wordt gevonden, volgt hier een beperkte beschrijving. Kenmerkend voor de gastropoden zijn de kop met mond en zintuigen en de grote voet met kruipfunctie, de ingewanden en de mantel. Het voornaamste kenmerk van Gastropoden is echter de torsie (afb. 3), welke plaatsvindt in het larvale stadium. De oorspronkelijk aan de achterzij- de liggende mantelholte, de kieuwen, het hart en de anus, worden daarbij naar de voorzijde verplaatst en komen vlak boven de kop te liggen. Bij gevaar kan het dier dan eerst de kop en later de voet in de schelp terugtrekken. De schelp De meeste gastropoden hebben een conische, spiraalvormige schelp, die meestal rechtsgewonden is (afb. 2). De schelp is een afscheidingsproduct van de mantel en bestaat - evenals bij andere weekdieren - uit drie lagen: het periostracum, ostracum en hypostracum [zie aflevering VIII (Weekdieren: Tweekleppigen) in Grondboor & Hamer 53 (2), p. 42]. De schelp heeft een beschermende functie. Het weke dier kan zich volledig in zijn huis terugtrekken en sommige soorten kunnen de toegang afsluiten met een deksel of operculum. Vanuit de top van de schelp of apex vormen zich steeds grotere windingen rond een centrale as, de columella. De schelp heeft één opening (mondopening of apertuur) en één holte; er zijn dus geen kamers zoals bij inktvisachtigen. In het centrum van de windingen bevindt zich soms een holte; dit is de navel of umbilicus. Aangroei van de schelp vindt plaats rond de mondopening. Er zijn verschillende vormen van mondopeningen: ovaal tot rond en niet onderbroken (holostoom), met een uitsnijding of kanaalvormig uitsteeksel aan de onderzijde (siphonostoom) of met een insnijding in de mondrand aan de buitenzijde (sinus). Uit de vorm van de schelp kan men meestal afleiden waar het dier geleefd heeft. Een lage, brede schelp is geschikt voor het kruipen op verticale oppervlakten of in de branding. Hoge en smalle schelpen en schelpen met uitsteeksels zijn ideaal voor het leven op zachte bodems. Voorkomen en levenswijze De verspreiding is enorm, we kunnen slakken bijna overal tegenkomen, van de diepzee tot in onze eigen tuin. Wat hun voeding betreft kunnen wij onderscheid maken tussen herbivoren, carnivoren, aas- en afvaleters, filtervoeders en zelfs parasieten. Het voedsel wordt opgenomen via de mond, waarin zich een kauwapparaat bevindt, bestaande Afb. 1. De basisvorm van de Monoplacophora, welke verwant zijn aan de voorouders van de Gastropoda. Afb. 2. Schelpkenmerken: 1 top of apex, 2 winding, 3 columella of spil, 4 mondrand, 5 mondopening of apertuur, 6 siphokanaal, 7 sutuur of naad, 8 operculum. Naar Dorit et al., gewijzigd. Grondboor & Hamer nr
2 Afb. 3. Schematische voorstelling van de torsie. Links: vóór de torsie (voorloper van de Gastropoda), rechts: na de torsie (Gastropoda). 1 kop, 2 mondopening, 3 slokdarm, 4 maag, 5 pericard met o.a. het hart, 6 mantelholte, 7 anus, 8 kieuw, 9 aorta, 10 schelp, 11 voet. Naar Dorit et al, gewijzigd. uit hoornachtige tandjes (mondrasp of radula). Sommige soorten, zoals die van het geslacht Conus, bezitten een gifklier voor verlamming van hun prooi. Het gif van bepaalde soorten kan ook voor de mens dodelijk zijn. Er zijn soorten die gaten boren in schelpen van andere weekdieren om zo de weke delen te kunnen nuttigen. Vaak kunnen we op het strand schelpen vinden met gaatjes, geboord door tepelhorens (Natica). Dit zogenaamde boren is eigenlijk te vergelijken met wat de borende sponzen (Clionidae) toepassen: het afscheiden van een bepaald zuur [zie aflevering VI (Sponzen) in Grondboor & Hamer 52 (2), p. 40]. Uit de eieren komen larven die tot het plankton behoren en veliger-larven worden genoemd. Deze larven produ ceren al een schelp van minieme afmetingen die protoconch wordt genoemd. Bij puntgave schelpen is deze nog te zien op de top. De vorm en de positie ervan verschillen vaak sterk van de later gevormde schelp. Om een asymmetrische, gewonden schelp te kunnen vormen, groeit het dier aan de ene zijde sneller dan aan de andere zijde. De slakken groeien bij tussenpozen. Hoe de groei is verlopen, is vaak te zien aan groeilijnen op de schelp. Aan het einde van de groeifase kunnen stekels of andere ornamenten ontstaan. De schelpen van volwassen exemplaren vertonen meestal een verdikking of uitgroeiingen aan de mondopening. Veruit de meeste slakken zijn van gescheiden geslacht, bepaalde soorten zijn hermafrodiet. Sommige veranderen tijdens hun leven van sexe, bijvoorbeeld het muiltje (Crepidula fornicata). Indeling van de Gastropoda De indeling in subklassen en ordes is vooral gebaseerd op de inwendige bouw, de vorm van de radula en de ligging van de kieuwen en andere organen. Omdat de weke delen niet als fossiel bewaard zijn, zullen we de indeling in de drie subklassen summier beschrijven. Subklasse Prosobranchia of voorkieuwigen Deze groep is het oudst en omvat o.a. de Archaeogastropoden, waartoe bijvoorbeeld de recente schaalhoorns (Patella) behoren. Meestal hebben ze een spiraalvormige schelp en een operculum. De mantelholte ligt vooraan, met één of twee kieuwen vóór het hart. De Afb. 4a. Naticopsina gaultina, vc 152,1 = 48, d = 50 mm, fosfaatkern. p5, Formatie van Saint Pd. Afb. 4b. Naticopsina gaultina, vc052,1 = 38, d = 40 mm, fosfaatkern met parelmoer. p5, Formatie van Saint Pd. meeste leven in zee, de andere in zoet water of op het land, hoewel dit laatste zeldzaam is. Bekende recente vertegenwoordigers zijn de moerasslak (Viviparus), de kauri (Cypraea) en de wulk (Buccinum). De geslachten zijn gescheiden. De meeste fossiele gastropoden behoren tot deze subklasse die ongeveer soorten telt, onderverdeeld in drie ordes. Afb. 5. Perissoptera parkinsoni, vc248,1= 35, d=17 mm, fosfaatkern met pyriet. p5, Formatie van Saint Pd. Afb. 6. Anchura carinata, vc294,1 = 40, d= 16 mm, fosfaatkern. p5, Formatie Afb. 7. Perissoptera parkinsoni. De gepyritiseerde top is aangetast en zal op korte termijn verdwijnen. 112 Grondboor & Hamer nr
3 soorten, onderverdeeld in vier ordes. Afb. 8. Astele conoideum, vc236,1= 15, d= 15 mm, fosfaatkern met parelmoer. p5, Formatie Afb. 10b. Nog te determineren, vc234,1= 19, d = 17 mm; vc240,1= 12, d = 9 mm. p5, Formatie Subklasse Pulmonata of longslakken Bij deze zijn de kieuwen verdwenen en is de mantelholte veranderd in een long. Ze komen voor in zoet water (zoals de poelslak Lymnaea en de posthoornslak Planorbis) of op het land (zoals de wegslak Arion en de wijngaardslak Helix). De dieren zijn hermafrodiet. De schelp (indien aanwezig) is meestal goed ontwikkeld en spiraalvormig. Er zijn ongeveer soorten. De fossiele gastropoden van Cap Blanc Nez behoren alle tot de Prosobranchia. De indeling van deze subklasse in drie ordes is eveneens gebaseerd op de kenmerken van de weke delen, die bij fossielen niet waar te nemen zijn. Kenmerken bij determinatie Afb. 9. Nummocalcar cirroide, vc307,1 = 20, d = 41 mm, fosfaatkern. p5, Formatie van Saint Pö Afb. 11a. Nog te determineren.. Lijkt op Buccinum sp., vc249,1 = 40, d = 24 mm, fosfaatkern. p5, Formatie Fossiele gastropoden kan men slechts determineren op uiterlijke kenmerken van de schelp. We letten vooral op de vorm van de schelp, de soort winding, de diepte van de sutuur, de aanwezigheid van een navel, de vorm van de mondopening, de aanwezigheid van een sipho, de kenmerken van de mondrand en het voorkomen van ribben of andere structuren op de windingen. Van de meeste fossiele gastropoden vinden wij alleen steenkernen. De schelp, die grotendeels uit aragoniet bestond, is meestal verdwenen. Van eventuele stekels en andere structuren op de buitenzijde van de schelp is daarmee ook niets te bekennen. Soms is de parelmoerlaag van het hypostracum op de steenkern bewaard gebleven. Voorkomen van Gastropoda te Cap Blanc Nez De meeste fossiele gastropoden worden in de kleilagen van het Albien gevonden. Het aantal soorten neemt af vanaf de eerste afzettingen van het Onder- Cenomanien. In de zogenoemde tourtia (Formatie van Strouanne) is vooral het geslacht Leptomaria goed vertegenwoordigd. In de daaropvolgende afzettingen van de Formatie van Strouanne behoren de gastropoden tot de zeldzame vondsten. Er zijn mij geen vondsten bekend uit de daaropvolgende formaties. Afb. 10a. Nog te determineren kleine exemplaren, afmetingen eerste exemplaar 1 = 9, d= 5 mm, de laatste 1= 16, d =7 mm. De vier laatste zijn zeer waarschijnlijk juveniele exemplaren van Perissoptera parkinsoni. p5, Formatie Subklasse Opisthobranchia of achterkieuwigen Schelp (indien aanwezig) en mantelholte gereduceerd. Na de torsie heeft deze subklasse een detorsie onder Afb. 11b. Nog te determineren. vc246,1 = 35, d = 22 mm, fosfaatkern met parelmoer. p5, Formatie gaan, waardoor de kieuw weer achter het hart kwam te liggen. De geslachten zijn niet gescheiden: de dieren zijn hermafrodiet. Vrijwel altijd marien, ongeveer Het Albien, Formatie van Saint Pö De volgende fossielen komen allemaal uit de p5 en p6. In de p5 is meestal de parelmoerlaag nog aanwezig. De meest voorkomende en vrij grote gastropode is Naticopsina gaultina (afb. 4). Het is deze soort die gaten in de schelpen van soortgenoten boort, een rasechte rover. Een tweede frequent voorkomende soort is het torenslakje Perissoptera parkinsoni (afb. 5). Een soort die hierop lijkt, maar in een wat slankere uitvoering, is Anchura carinata (afb. 6). Grondboor & Hamer nr
4 Beide behoren tot de familie Aporrhaidae en zijn aan de mondrand voorzien van waaiervormige lob met uitsteeksels. Er worden veel fragmenten gevonden van de Aporrhaidae; vooral de top ontbreekt dikwijls. De oorzaak is meestal dat de top gepyritiseerd is en vervolgens is afgebroken of uiteengevallen door verwering (afb. 7). De volgende is de kegelvormige Astele conoideum (afb. 8), die niet vaak compleet wordt gevonden. De windingen breken gemakkelijk en de top ontbreekt dikwijls. Wat frequenter voorkomend is de vrij lage Nummocalcar cirroide (afb. 9). Ook bij deze breekt vooral de laatste winding gemakkelijk. Dit zijn zo ongeveer de meest voorkomende gastropoden in het Albien. Daarnaast heb ik enkele exemplaren gevonden die moeilijk te determineren zijn. De meeste zijn erg klein en meestal heb ik maar één exemplaar gevonden (afb. 10). Onlangs heb ik twee steenkernen gevonden die veel gelijkenis vertonen met de wulk (Buccinum) (afb. 11a,b en c). Ze lijken ook enigszins op een grote Perissoptera, maar er zijn geen sporen van een waaiervormig uitsteeksel en vooral de laatste winding is zeer groot. In de bovenste laag van het Albien, vlak boven de p6, komen we in grijze mergelachtige klei. Hierin vinden we de eerste Pleurotomariidae. De meeste vondsten komen uit de daaropvolgende lagen met glauconiethoudende mergel. Onder-Cenomanien, Formatie van Strouanne In deze formatie, die ook wel tourtia wordt genoemd, is de familie Pleurotomariidae goed vertegenwoordigd. We vinden vooral Leptomaria's. Leptomaria gibbsi \s kegelvormig (afb. 12), L plana bezit een lagere kegelvorm met ronde, licht ruitvormige windingen (afb. 13) en een derde soort, L granulifera (afb. 14), heeft rondere windingen en is bijna vlak. De determinatie van de gevonden Leptomaria's heeft plaatsgevonden op basis van steenkernen. De kleur van de fosfaatkernen gaat over naar lichtgrijs en bruin. Deze fossielen breken nogal vlug en het is geraden het fossiel niet volledig los te kappen. Het nodige prepareren doen we thuis. Vrij grote exemplaren van L gibbsi kunnen hier gevonden worden. De wat hoger gelegen afzetting is meer krijtachtig en bevat minder glauconiet. Gastropoden worden hier zeldzamer en zijn lichtbruin gekleurd. Hier heb ik een vrij grote slak gevonden, die ik voorlopig gedetermineerd heb als Bathrotomaria sp. (afb. 15). Onder-Cenomanien, Formatie van Petit Blanc Nez In de eerste krijtlagen zonder glauconiet heb ik een Bathrotomaria brongniartiana (afb. 16) gevonden in een wat verdrukte toestand. In de daarop volgende CenomanienenTuronien-afzettingen heb ik geen fossiele gastropoden meer gevonden. Beschrijving van de gevonden fossielen Familie Naticidae Naticopsina gaultina (d'orbigny), afb. 4. Middelgroot, bol en licht kegelvormig, windingen op doorsnede ovaal, diepe sutuur, de schaal is glad, bij parelmoerexemplaren zijn lamellaire groeilijnen aanwezig, navel aanwezig. Mondopening ovaal en holostoom; de laatste winding is opvallend groot. Diameter 2,5 tot 5 cm. [Fisher (1980), p. 222.] Familie Aporrhaidae Perissoptera parkinsoni (Mantell), afb. 5. Torenvormig met ronde windingen, diepe sutuur, geen navel. Mondopening ovaal, langgerekt en siphonostoom, mondrand aan de buitenzijde vleugelachtig verbreed en voorzien van uitsteeksels; lang siphokanaal. Het uitstekende deel van de mondrand en het lange siphokanaal zijn zelden bewaard gebleven. Hoogte ca. 4 cm. [Fisher (1980), p. 224.] Anchura carinata (Mantell), afb. 6. Lijkt op Perissoptera parkinsoni, maar is veel slanker, en heeft smallere windingen. Hoogte ca. 4 cm. [Fisher (1980), p. 222.] Diversen, afb. 10. Hieronder bevinden zich enige zeer kleine gastropoden, gevonden in de p5. Waarschijnlijk zijn het juveniele exemplaren, o.a. van Perissoptera. Er zijn ook duidelijk andere soorten bij, maar hierover ontbreken mij gegevens. Nog te determineren, afb. 11a, b en c. De schelp toont veel gelijkenis met een recente wulk (Buccinum). De torenvormige schelp is meer gedrongen dan bij Perissoptera en de laatste winding is zeer groot. De schelp is glad, met diepe sutuur. Het parelmoer-exemplaar heeft spiraalrichels en lamellaire groeilijnen op de laatste omgang (afb. 11c); de binnenzijde van de mondrand is verdikt (eelt of callus). Mondopening ovaal met klein siphokanaal. Er zijn geen sporen van een waaiervormig uitstekende mondrand. De mondopeningen van de exemplaren van fig. 11a en 11b zijn niet identiek. De diameter is 2 tot 2,5 cm. Familie Trochidae Astele conoideum (Fitton), afb. 8. Klein en kegelvormig, met aan de bovenzijde toegespitste, vlakke windingen; de windingen zijn op doorsnede ruitvormig. Sutuur aansluitend, navel aanwezig, de schaalopening is ruitvormig en holostoom. Diameter ca. 1,5 cm. [Fisher (1980), p. 218.]. Afb. 11c. Hetzelfde exemplaar, vc246, detail met de lamellaire groeilijnen. Afb. 12. Leptomaria gibbsi, vc222,1 = 22, d = 47 mm fosfaatkern. Formatie van Strouanne. Afb. 13. Leptomaria plana, vc233,1=18, d = 32 mm, fosfaatkern. Formatie van Strouanne. Familie Euomphalidae Nummocalcar cirroide (Brongniart), afb. 9. Licht kegelvormig, bolle windingen met een richel op de buitenzijde, diepe sutuur en grote navel. Mondopening iets ruitvormig en holostoom; axiale ribben zijn vooral op de laatste winding goed waar te nemen. Diameter 2,5 tot 4 cm. [Fisher (1980), p. 218.] Familie Pleurotomariidae Leptomaria gibbsi (Sowerby), afb. 12 Kegelvormig, op doorsnede ruitvormige, aan de bovenzijde licht toegespitste windingen en ondiepe sutuur. Mondopening ruitvormig. Bij de Pleurotomariidae wordt de buitenzijde van de mondrand gekenmerkt door een diepe insnijding (sinus). Dit kenmerk ontbreekt helaas bij het afgebeelde exemplaar, waarvan de laatste winding niet compleet is. Diameter 2,5 tot 5 cm. [Fisher (1980), p. 218.] Leptomaria plana (Munster), afb. 13 Als L. gibbsi, echter minder kegelvormig. De windingen zijn iets ronder, mondopening licht ruitvormig. Ook bij 114 Grondboor & Hamer nr
5 dit exemplaar ontbreekt de sinus. Diameter 2,5 tot 3 cm. [Kaever (1987), p. 205.] Leptomaria granulifera (Munster), afb. 14. Lijkt op L plana, maar is nog minder kegelvormig tot bijna vlak. De windingen zijn op doorsnede rond, evenals de mondopening. Ook bij dit exemplaar is de mondrand beschadigd, waardoor de sinus ontbreekt. Diameter 2,5 tot 3 cm. [Kaever (1987), p. 205.] Knight, R.L., Benthic palaeoecology of the Gault Clay Formation (Mid- and basal Upper Albian) of the western Anglo-Paris Basin, Proc. Geol. Ass. 108: Owen E. & A.B. Smith, Fossils of the Chalk. London (Palaeontological Association), 306 pp. Robaszynski, F. & F Amédro, The Cretaceous of the Boulonnais (France) and a comparison with the Cretaceous of Kent (U.K.), Proc. Geol. Ass. 97 (2): Stemvers-van Bemmel, J. (red.), De Boulonnais. Gea 16 (1). Bathrotomaria brongniartiana (d'orbigny), afb.15. Het gevonden exemplaar is verdrukt, waardoor het op een ammoniet lijkt. Licht kegelvormig; ellipsvormige brede windingen met richel op de buitenzijde, grote navel, ondiepe sutuur. Mondopening ellipsvormig met twee randen. Er is geen sinus waar te nemen, wel een lichte ribbel in de lengterichting op de bovenzijde van de laatste omgang. Diameter 7 cm. [Fisher (1980), p. 258.] Bathrotomaria sp., afb. 16. Kegelvormig, ronde windingen, diepe sutuur, vlakke basis met grote navel. Mondopening vermoedelijk rond (niet uitgeprepareerd). De mondrand heeft aan de buitenzijde duidelijk een ribbel en vermoedelijk een sinus. Diameter: 5 cm. Afb. 14. Leptomaria granulifera, vc195,1 = 12, d= 34 mm, fosfaatkern. Formatie van Strouanne. Literatuur Amédro, F, La lithostratigraphie et les biofaces. Ann. Soc. Géol. Nord 2: Buisonjé, RH. de, Paleontologie van de ongewervelden, Gea 26 (1). Colleté, C. & R Destombes, Les fossiles de l'albien de TAube.Troves (Association Géologique Auboise), 99 pp. Cox, L., British Mesozoic Fossils, London, British Museum (Natural History), 193 pp. Afb. 15. Bathrotomaria brongniartiana, vc174,1=15, d = 68 mm, steenkern. Formatie van Petit Blanc Nez. Delattre, C, Region du Nord. Flandres Artois, Boulonnais, Picardie. Guides Géologiques Regionaux. Paris (Masson), 175 pp. Diggelen, J. van, Gastropoden. Cursus Gea, 35 pp. Dorit, R.L, W.F.Walker & R.D. Barnes, Zoology. Florida, (Saunders College Publishing), 1009 pp. Fisher, J.C., Fossiles de France et des regions limitrophes. Guides Géologiques Regionaux. Paris (Masson), 444 pp. Geys, J.F., De Geschiedenis van het Leven - deel 1 - Precambrium en Cambrium. Antwerpen (Publ. Belg. Ver. voor Paleontologie nr. 6), 143 pp. Kaever, M., K. Oekentorp & P. Siegfried, Fossilien Westfalens,Teil 1: Invertebraten der Kreide. Munster (Forsch. Geol. Palaont. Munster), 364 pp. Afb. 16. Bathrotomaria sp., vc230,1 = 38, d = 50 mm, fosfaatkern. Bovenste laag, Formatie van Strouanne. Grondboor & Hamer nr
Fossielen van Cap Blanc Nez VIII
Fossielen van Cap Blanc Nez VIII Weekdieren: Tweekleppigen Victor Strijbos V. Strijbos, Broeseinderdijk 144, B-3910 Neerpelt, België. Op de geleedpotigen na vormen de weekdieren of Mollusca de omvangrijkste
Fossielen van Cap Blanc Nez VII
Fossielen van Cap Blanc Nez VII Brachiopoden Victor Strijbos Brachiopoden of armpotigen zijn solitaire, bodembewonende zeedieren met een tweekleppige schaal. De meeste hechten zich met een steel vast aan
Fossielen van Cap Blanc Nez II
Fossielen van Cap Blanc Nez II Vuursteen en coprolieten Victor Strijbos In de vorige aflevering van Grondboor & Hamer heeft u kennis kunnen maken met de fossiele schaaldieren van Cap Blanc Nez. Misschien
-35- Deze met meer of minder. door al of niet gereduceerde. ondersoorten worden onderscheiden; Courtagnon voor ogen, afgeheeld door.
35 Rimella fissurella (Linné, 1767) nader Bekeken * A.W. Burger. Voor wie wel eens eoceen materiaal heeft verzameld in het Bekken van Parijs, behoeft deze zeer algemene nauwelijks introductie. soort, welke
Fossielen van Cap Blanc Nez I
Fossielen van Cap Blanc Nez I (Pas de Calais, Frankrijk) Schaaldieren (Crustacea) Victor Strijbos Cap Blanc Nez, gelegen aan de Franse Kanaalkust tussen Wissant en Calais, is populair als vindplaats van
De fossiele schelpen van de Nederlandse kust II. Determinatiesleutel voor Patellogastropoda en Vetigastropoda-I (april 2011).
De fossiele schelpen van de Nederlandse kust II. Determinatiesleutel voor Patellogastropoda en Vetigastropoda-I (april 2011). Frank P. Wesselingh & Ronald Pouwer NCB Naturalis, Postbus 9517, 2300 RA Leiden,
informatie: schelpen - slakken
informatie: schelpen - slakken Er leven tientallen soorten slakken op het wad en op de bodem van de Noordzee. Hun huisjes vind je vaak als schelpen op het strand. Er zijn slakjes die vooral grazend door
Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.
Beschrijving schaal van Oegstgeest Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Figure 2: Onderaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. De schaal heeft een diameter van 21 centimeter
. plaat 4:1. . plaat 1-4. Gittenberger et al In: Nederlandse Fauna 2: 11-20
2 Hoofdstuk 2 bouw van mollusken Van de zeven klassen die samen het fylum Mollusca (Weekdieren) vormen, komen er slechts twee, de slakken (Gas tropo da) en de mossels of tweekleppigen (Bivalvia), in dit
Opmerking voor de docent. Dieren determineren. Werkwijze
Opmerking voor de docent. Verspreid door het lokaal ongeveer 30 dieren met een nummer en de naam van de soort. Gebruik preparaten, opgezette dieren eventueel platen. Vermeld eventueel bij het dier enkele
Werkblad slootdiertjes
Werkblad slootdiertjes Hoe groot is het dier? Hoeveel poten heeft het dier? Hoe ziet de achterkant van het dier eruit? Zit er bij de kop rode franje? Heeft het dier een schelp? Hoe heet het dier? 0, 4,
Galerij van de Evolutie
Galerij van de Evolutie Werkblad Niveau 3 RODE DRAAD 1) De galerij van de evolutie leidt je in 6 hoofdstukken van het prille leven tot de huidige tijd. Uiteraard beperkt evolutie zich niet tot deze 6 periodes
een spreekbeurt door Xanten Vandenberge (13 jaar) maart 2013
een spreekbeurt door Xanten Vandenberge (13 jaar) maart 2013 Inleiding De groep van de mollusken Weke dieren zonder ruggengraat, maar met een kalkachtig slakkenhuisje = weekdieren; Na de insecten de grootste
Nijmegen, anders bekeken (2).
Nijmegen, anders bekeken (2). De van Welderenstraat, wie kent hem niet? Dé straat voor bijzondere winkeltjes, dé straat voor verrassingen en ook een straat die haar 19de eeuwse uitbreidings- bouwsfeer
De hamieten van de Boulonnais
De hamieten van de Boulonnais door dr. J. van Diggelen Welke fossielenverzamelaar kent ze niet: de opvallende "schroefjes" uit de kleibanken op het strand van de Boulonnais? Zelden vind je ze compleet;
8,7. Samenvatting door L. 580 woorden 5 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie. hoofdstuk 1. biologie. is de leer van het leven
Samenvatting door L. 580 woorden 5 maart 2016 8,7 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie hoofdstuk 1 biologie is de leer van het leven een levend wezen word bij biologie een
De mantel van de weekdieren ontstaan, ontwikkeling en functie
De mantel van de weekdieren ontstaan, ontwikkeling en functie Tekeningen Leo Man in 't Veld J. Berkhout De mantel is het orgaan dat de schelp produceert. Het is de buitenste laag lichaamscellen, zoals
overzicht en vermelding van twee nieuwe soorten
overzicht en vermelding van twee nieuwe soorten De familie GLYCYMERIDIDAE in West-Afrika - uitsluitend het genus Glycymeris; - zeer moeilijke familie; - 30 tot 90 mm; - gelijkkleppig, meestal symmetrisch
Fossielen uit Cadzand
Fossielen uit Cadzand In juli / augustus 2009 is op het strand van Cadzand (tussen het Zwin en Cadzand bad) actief naar fossielen gezocht. Figuur 3: Het visueel afzoeken van de kustlijn Figuur 1: De ligging
( ) Borysthenia naticina (Menke, 1845)
hoofdstuk 10 gastropoda: pluimdragers - valvatidae FAMILIE VALVATIDAE PLUIMDRAGERS De pluimdragers, onmiskenbaar als ze voortkruipen met hun opvallende veervormige kieuw, zijn goed te herkennen aan de
Informatie: zoetwaterdiertjes
Informatie: zoetwaterdiertjes In het zoete water wonen heel veel diertjes. Ze zien er best schattig uit, maar pas op! Leven in een sloot is heerl gevaarlijk. Kijk maar eens naar dit diertje. Het is de
Verzorging van de Afrikaanse reuzenslak
Verzorging van de Afrikaanse reuzenslak De Afrikaanse reuzenslak (Achatina fulica) komt komt van nature in Afrika voor. De slak heeft een puntig gedraaid huisje. Dat huisje kan bruin zijn, beige, geelachtig,
Opdracht 1 De Tijdlijn
590 miljoen Opdracht 1 De Tijdlijn Kleurpotloden Door het werk van geologen is veel duidelijk geworden over planten en dieren die vroeger leefden. Om het overzichtelijk te maken werden ze ingedeeld in
Vissoorten Aal Herkenning: Verspreiding: Voedsel: Lengte afgebeelde vis: Lengte tot circa: Snoek Herkenning: Verspreiding: Voedsel:
Vissoorten Aal Herkenning: Het lichaam is slangachtig van vorm. De borstvinnen bevinden zich direct achter de kop. Op het achterste deel van het lichaam is, zowel onder als boven, een vinzoom aanwezig
Dieren (deel 2) Indeling dierenrijk. Cursus Natuur-in-zicht. 2 hoofdgroepen: GEWERVELDEN. * In deze cursus ligt de nadruk op de gewervelden 15/09/2011
Dieren (deel 2) Cursus Natuur-in-zicht 1 Indeling dierenrijk 2 hoofdgroepen: ONGEWERVELDEN GEWERVELDEN * In deze cursus ligt de nadruk op de gewervelden Dieren 2 Cursus Natuur-in-zicht 2 1 enkele ongewervelden
DE CLANCULUS SOORTEN VAN DE MIDDELLANDSE ZEE.
DE CLANCULUS SOORTEN VAN DE MIDDELLANDSE ZEE. Foto's B. Entrop; tekeningen van de schrijver. door J.C.A. EIKENBOOM Het gen us Clanculus, van Montfort uit 1810, omvat een groep tot de familie der Trochidae
Evolutie: De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
Evolutie: De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen. Evolutietheorie: Vanaf de 18 de eeuw. Het is niet te bewijzen, maar er zijn genoeg argumenten die
De NO-Atlantische en Mediterrane GLYCYMERIDIDAEsoorten
De NO-Atlantische en Mediterrane GLYCYMERIDIDAEsoorten 6 endemische soorten en 1 exoot: * NO Atlantische Oceaan: G. glycymeris * Middellandse Zee: Glycymeris bimaculata; G. inflata; G. nummaria; G. pilosa;
fossielen en evolutie
fossielen en evolutie determinatietabel fossiele kiezen van Pleistocene landzoogdieren uit Nederland handleiding tabel waarvoor is deze tabel bedoeld? Met deze tabel kan je fossiele kiezen van een aantal
resten van Bos primigenius (= Oeros) en Bison priscus priscus). Deze wetenschap berust voornamelijk op (fig. 1). (=Steppewisent) Inleiding
Enige aantekeningen bij de determinatie van fossiele resten van Bos primigenius (= Oeros) en Bison priscus (=Steppewisent) Door Henk Hiddingh Inleiding In bovenpleistocene rivierafzettingen worden op diverse
Wissant - ammonieten: het geslacht Euhoplites
Wissant - ammonieten: het geslacht Euhoplites door Nico Taverne Dit verhaal is geschreven met als uitgangspunt het determineren van ammonieten uit het geslacht Euhoplites, één van de meest voorkomende
Beestige bundel van: 1
Beestige bundel van: 1 2 Ordening van organismen organisme = een levend wezen, iets wat leeft. Er zijn meer dan anderhalf miljoen soorten organismen. Om een overzicht te krijgen worden deze organismen
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei Beste natuurliefhebber/-ster,
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een zomerse dag met vrij veel zon en weinig wind. Dat laatste vind ik prettig, maar wat betreft de temperatuur ben
De trilobieten van de Formatie van Hanonet (grens Eifeliaan/Givetiaan), Belgische Ardennen
De trilobieten van de Formatie van Hanonet (grens Eifeliaan/Givetiaan), Belgische Ardennen Allart van Viersen c/o Natuurhistorisch Museum Maastricht De Bosquetplein 6-7, 6211 KJ Maastricht, Nederland e-mail:
Fossiles de Segonzac. Geologie
Fossiles de Segonzac Geologie De streek rond Segonzac is beroemd om zijn Cognac en Pineau des Charentes maar is geologisch gezien ook een interessant gebied vanwege zijn kalksteenafzettingen uit het Boven
Opdrachten Oevergroep
Opdrachten Oevergroep Ho, stop! Voordat jullie met de schepnetjes naar het water rennen, eerst even dit! De Waal is de drukst bevaren rivier van Europa en door haar bedding stromen miljoenen liters water
Gebrüik en slijtage van de raduia bij het Muiltje
Gebrüik en slijtage van de raduia bij het Muiltje Crepidula fornafica (L, 1758) door Dr. Gotthard Richter, zeegeologisch en zeebiologisch onderzoekings instituut "Senckenberg", Wilhelmshaven. Vertaling:
Enkele restanten van het reptiel Placodus uit de Winterswijkse Muschelkalk
Grondboor pag.175 Oldenzaal en Hamer 6 1978 179 6 fig. december 1978 Enkele restanten van het reptiel Placodus uit de Winterswijkse Muschelkalk H.W. Oosterink SUMMARY Mention of some fossil remainders
LEREN CLASSIFICEREN. Classificatie van ongewervelde dieren. Werkblad Niveau 3
LEREN CLASSIFICEREN Classificatie van ongewervelde dieren Werkblad Niveau 3 In de tentoonstellingszalen van het museum krijg je een overweldigend beeld van de grote verscheidenheid aan dieren. Op basis
Werkstuk Biologie Vissen uit de Noordzee
Werkstuk Biologie Vissen uit de Noordzee Werkstuk door een scholier 1335 woorden 5 juni 2005 6 116 keer beoordeeld Vak Biologie INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDING HOOFDSTUK 2 PLATVISSEN HOOFDSTUK 3 RONDVISSEN
Overzicht van de Mesozoische en Cenozoische Nautiloidea door Dr. J. van Diggelen
CJQ3 juni 1994, vol. 27, nr. 2, pag. 45-76 driemaandelijks tijdschrift van de Stichting Geologische Aktiviteiten voor belangstellenden in de geologie en mineralogie ISSN 0167-4692 Inhoud: Overzicht van
De Heikikker De Heikikker
De Heikikker Brabant Water beheert 2200 hectare grond waarvan 1500 hectare natuurgebied. Hiermee zijn wij een van de grootgrondbezitters in Noord-Brabant. In deze natuurgebieden liggen ook de waterwingebieden
BOUW EN CONSTRUCTIE VAN DE GASTROPODENSCHELP. door J. BERKHOUT. Tekeningen van de schrijver, foto' s Bob Entrop.
BOUW EN CONSTRUCTIE VAN DE GASTROPODENSCHELP door J. BERKHOUT. Tekeningen van de schrijver, foto' s Bob Entrop. Naar conservatieve sc hatting zijn er minstens 30.000 soorten marine gastropoden die schelpen
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 10 oktober Beste natuurliefhebber/-ster,
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 10 oktober 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, De weersverwachting voor dinsdag stemde niet optimistisch. Ik hield er zelfs rekening mee dat de excursie niet door zou
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april Beste natuurliefhebber/-ster,
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was donderdag de 20 ste een stuk aangenamer dan de dinsdag ervoor en dus koerste ik al fietsend weer richting De
Inhoud. Inleiding blz. 3. Wat is een fossiel? blz. 4. Hoe fossielen ontstaan blz. 5. Fossielen van zacht weefsel blz. 6. Zeedieren blz.
Door: Oscar Zuethoff Groep 6b - Meneer Jos & Ingrid Februari 2008 Inhoud Inleiding blz. 3 Wat is een fossiel? blz. 4 Hoe fossielen ontstaan blz. 5 Fossielen van zacht weefsel blz. 6 Zeedieren blz. 7 De
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 oktober Beste natuurliefhebber/-ster
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 oktober 2016 Beste natuurliefhebber/-ster Het was een prachtige dag en ik was graag ook na de excursie nog een paar uurtjes op de tuin gebleven, maar dat zat er
flamingo Klasse vogels
flamingo Klasse vogels Orde flamingoachtigen In ZOO en Planckendael vind je drie verschillende flamingosoorten: (Planckendael) Dwergflamingo (Planckendael) (ZOO) Dwergflamingo Familie flamingo s flamingo
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 mei 2016. Beste natuurliefhebber/-ster,
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 mei 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een heel aangename dag, maar er was minder te zien dan ik had gehoopt/verwacht. Twee dagen eerder waren we in de Hortus
Spaarpot met geheim slot
9.7 Benodigd gereedschap: Figuurzaag Decoupeerzaag Schrijf-/tekenpotlood Liniaal Houtlijm ø ø0 Schuurpapier Werkplaatsvijl Boortjes Verstekzaag Geodriehoek Let op! Opitec bouwpakketten zijn na afbouw geen
Handleiding : Plaatsen van een draadafsluiting met bovenbuis
Handleiding : Plaatsen van een draadafsluiting met bovenbuis Proficiat met de aankoop van uw draadafsluiting bij DRAADMAGAZIJN. In de volgende stappen wordt uitvoerig uitgelegd hoe uw de draadafsluiting
STAM VAN DE SPONSEN (Porifera)
STAM VAN DE SPONSEN (Porifera) Voorkomen: Sponsen leven uitsluitend in het water, hoofdzakelijk in zee. Ze leiden een vastzittend bestaan. Ze zijn opgebouwd uit een groot aantal cellen die in een netwerk
Bijlage bij het Correspondentieblad van de Nederlandse Malacologische Vereniging. INFORMATIEBLADEN, No Redactie: H.J.
Bijlage bij het Correspondentieblad van de Nederlandse Malacologische Vereniging INFORMATIEBLADEN, No. 7 1982 Redactie: H.J. Hopman HET ONTSTAAN VAN DE SPIRAALBOUW BIJ DE MOLLUSCA door J. Berkhout SAMENVATTING
HET HERKENNEN VAN GROTE MEEUWEN (DEEL 3)
HET HERKENNEN VAN GROTE MEEUWEN (DEEL 3) Bram Rijksen In de vorige twee delen is ingegaan op de specifieke leeftijdskenmerken van de zeemeeuw, en op welke wijze het verschijnsel rui kan helpen bij het
Evolutie. Basisstof 4 thema 5
Evolutie Basisstof 4 thema 5 Wat is evolutie? Planten en dieren zijn in de loop van een hele lange tijd stapje voor stapje ontstaan door het proces dat we evolutie noemen. Een zwaar bestaan eerste verschijnsel:
M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N
MONTAGE-INSTRUCTIES DEUREN Inhoudsopgave Inleiding. Inleiding. Voorbereiding voor montage. Waterpas zetten. Vlakke deuren en paneeldeuren Deuren monteren Deuren stellen Paneeldeurrand verstellen Paneeldeuren
Eindexamen biologie vmbo gl/tl II
REPTIELEN INFORMATIE 1 VERSCHILLENDE GROEPEN In de afbeelding hieronder staan vier soorten reptielen afgebeeld. Elke soort behoort tot een bepaalde groep van de reptielen: dier 1 behoort tot de krokodillen,
HET HERKENNEN VAN GROTE MEEUWEN (DEEL 4)
HET HERKENNEN VAN GROTE MEEUWEN (DEEL 4) Bram Rijksen In de voorgaande delen is ingegaan op specifieke leeftijdskenmerken en het verschijnsel rui bij grote meeuwen. In het derde deel is aangegeven hoe
fotogids landslakken van Nederland
fotogids landslakken van Nederland Inspirerende literatuur voor Nederlandse landslakken 1 Inleiding In navolging en geïnspireerd door de fotogids zweefvliegen door André van Soolingen treft u hierbij het
1.a) Begin met het vastschroeven van de zijkappen, op zowel de muurprofiel als op de goot.
. Montage handleiding In deze handleiding staat stap voor stap omschreven hoe u een veranda zelf kunt opbouwen. Indien er vragen of opmerkingen zijn, neem dan contact op met één van onze medewerkers. +316
Onderzoek van de drakenfiguur
Onderzoek van de drakenfiguur Voordat een begin gemaakt werd met de behandeling en de restauratie van de loden drakenfiguur zijn eerst alle zichtbare gegevens fotografisch vastgelegd. Om details goed te
Handleiding : Plaatsen van een draadafsluiting met bovenbuis en betonplaat
Handleiding : Plaatsen van een draadafsluiting met bovenbuis en betonplaat Proficiat met de aankoop van uw draadafsluiting bij DRAADMAGAZIJN. In de volgende stappen wordt uitvoerig uitgelegd hoe uw de
Inhoudsopgave. Oriëntatie Herkennen van diersoorten en rassen Voeren van dieren Huisvesten van dieren...
Inhoudsopgave Oriëntatie... 7 1. Herkennen van diersoorten en rassen...8 1.1 Ordenen van dieren...8 1.2 Diersoorten en rassen...10 1.3 Keuze diersoorten met behulp van raskenmerken...13 1.4 Het fokken
Hoofdstuk 1: Veldkenmerken en voorkomen 3. Hoofdstuk 2: Voedsel en vijanden 4. Hoofdstuk 3: Voortplanting en verwanten 6
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Literatuurlijst 1 Inleiding 2 Hoofdstuk 1: Veldkenmerken en voorkomen 3 Hoofdstuk 2: Voedsel en vijanden 4 Hoofdstuk 3: Voortplanting en verwanten 6 Hoofdstuk 4: Verzorging
van de Griekse eilanden
Praktische gids voor schelpenzoekers schelpen van de Griekse eilanden Met extra informatie over vindplaatsen op Lesbos Jan Jan Veltkamp Veltkamp en en Sylvia Silvia van van Leeuwen Leeuwen 2 Colofon auteurs
Snijpracticum Pijlinktvis
Snijpracticum Pijlinktvis Voedselvergaring, Vertering & Groei Deze practicumhandleiding is gemaakt door Henk-Jan Hoving, post-doc onderzoeker bij GEOMAR in Kiel (Duitsland) en Deniz Haydar, vakdidacticus
Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC
MONTAGEHANDLEIDING BELANGRIJKE INFORMATIE Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC Lees de hele handleiding aandachtig. Als de hierin vermelde instructies niet worden opgevolgd, is
RiddeRbuRcht van karton
1. Voor dit kasteel werd een doos met de afmetingen 29x26x23 2. 3. 4. Van een gewone kartonnen doos kan men met een beetje vaardigheid en geduld een mooi kasteel knutselen. cm gebruikt. Eerst werd de doos
96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN
96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN Grondboor en Hamer, jrg. 43, no. 5/6, p. 225-227, 3 fig., november 1989 AFZETTINGEN VAN RIJN EN MAAS IN LIMBURG W.M. Felder* In de loop van het Mioceen, 10 tot 7 miljoenn
Antwoorden Biologie Thema 5
Antwoorden Biologie Thema 5 Antwoorden door een scholier 697 woorden 9 juni 2003 6,8 323 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 Opdracht 1 1. Het fenotype zijn de zichtbare
Een grape van Hafnerwaar. Hafner werd grotendeels geproduceerd in Keulen.
Servies uit de periode 1400 tot 1600 uit de waterput de families Reintgen Ophaevens of Gerrit ten Holler of Jacob Armtzen. s-heerenberg Kellenstraat. 51 52 30.38 N 6 C14 39.38 O Hoogte Nap. 18 m Een Hafnerwaar.
DEVERSPREIDINGVANZOETWATER-ENLANDSLAKKEN (GASTROPODA) IN HETDELTAGEBIED VOORDEAFSLUITINGEN
DEVERSPREIDINGVANZOETWATER-ENLANDSLAKKEN (GASTROPODA) IN HETDELTAGEBIED VOORDEAFSLUITINGEN en DEVERSPREIDINGVAN SLAKKEN (GASTROPODA)IN HETZOUTEENBRAKKEWATER VANHETDELTAGEBIED VOOR DEAFSLUITINGEN door H.
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 25-26 september 2008 - Wim Giesen, 2 oktober 2008 25-26 september is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek Zuid),
Mollusca (weekdieren) Voorbeelden Articulata:
Voorbeelden Articulata: Leptaena sp., afb. 34 Midden-Ordovicium tot Devoon Dit genus heeft een bolle, convexe steelklep, maar een holle, concave armklep. In het jeugdstadium zijn beide kleppen bijna vlak,
Ecologie voedselweb van zoetwater
Ecologie voedselweb van zoetwater Inleiding: In een voedselweb worden de relaties tussen organismen duidelijk. In alle voedselketens en dus ook een voedselweb start de reeks / basis met een groen organisme.
Profielen van het Mallegat en geologische profielen aan de Pr. Hendrikkade in Katwijk D. Parlevliet, D. van der Kooy, mei 2003
Profielen van het Mallegat en geologische profielen aan de Pr. Hendrikkade in Katwijk D. Parlevliet, D. van der Kooy, mei 2003 Een bouwput tussen de Pr. Hendrikkade en de Tramstraat doorsneed het voormalige
Merkwaardige vuursteenknollen en graafgangen uit het Boven Krijt van Zuid-Limburg
Grondboor en Hamer 1 5 1980 pag. 142 154 loafb. Oldenzaal, oktober 1980 Merkwaardige vuursteenknollen en graafgangen uit het Boven Krijt van Zuid-Limburg W.M. Felder Tijdens detailopnamen van het kalksteenpakket,
Het tekenen van schroefdraad
1. Algemeen a) Wat is schroefdraad? chroefdraad is... windingen op een as of in een boring. Je kan het als het ware vergelijken met een touw die men spiraalsgewijs rond een as draait (zie figuren a, b,
De indeling van het dierenrijk zie je hieronder in de mindmaps van Brent, Guus en Febe!
Deze krant is het overzicht van het dierenrijk zoals we het in klas 6 zagen. Ze werd gemaakt naar aanleiding van de tentoonstelling en de uitstap naar het natuurhistorisch museum van Doornik! De indeling
Fence VERTICAAL HARDE BODEM VERTICAAL ZACHTE BODEM R1A D1K R1A D1L D1A D1B. F... Foam tape C xM8. F... Foam tape C ,2x12.
Type Onderdeel aantal Lengte MM Type Onderdeel aantal Lengte MM P1 1 1800 P1 1 1800 P3 1 1800 A3 1 1710 S 1 30 A2 2 30 A3 1 1710 A8 2 40 A2 2 30 A4K L=185 6 185 A8 2 40 A4L L=205 2 195 A4 L=185 6 185 B1
Montagehandleiding terrasoverkappingen
Montagehandleiding terrasoverkappingen Benodigde gereedschappen Hamer Rolmaat Waterpas Winkelhaak Stanleymes Stap 1: Indien breedte inkorten Stap 2: Indien breedte inkorten Stap 3: Indien breedte inkorten
Fence HORIZONTAAL HARDE ONDERGROND HORIZONTAAL ZACHTE ONDERGROND. 2 5,2x12 D2K D2A D2L D2B C12 C16 C12 C16. F... Foam tape. F... Foam tape.
Type onderdeel aantal Lengte MM Type onderdeel aantal Lengte MM P1 1 1800 P1 1 1800 P3 1 1800 P3 1 1800 S 1 30 A1 4 30 A1 4 30 A6 2 1720 A6 2 1720 D2K 12 175 D2A 12 175 D2L 2 245 D2B 2 245 PL 4 33 PL 4
Keverslakken, een klasse apart J. Goud
Keverslakken, een klasse apart J. Goud Afb. 1 Een Acanthochiton-soort in zijn milieu aan de Bretonse kust. Foto B. Entrop. INLEIDING Wanneer wij mensen van succes spreken dan is dat meestal in verband
Nederlandse bomen herkennen een eenvoudige handleiding v0.4 J Holtman
Nederlandse bomen herkennen een eenvoudige handleiding v0.4 J Holtman Met deze eenvoudige handleiding kun je ongeveer 25+ bekende Nederlandse bomen herkennen. Bomen herkennen is een specialisme. Deze korte
De evolutionaire geschiedenis van parasitaire slakken en hun gastheer koralen in de Indo-Pacific. Nederlandse inleiding en samenvatting
De evolutionaire geschiedenis van parasitaire slakken en hun gastheer koralen in de Indo-Pacific Nederlandse inleiding en samenvatting 13 Nederlandse inleiding en samenvatting In en om Indonesië, waar
Montage van de zijspan carrosserie.
F. Montage van de zijspan carrosserie. Opmerking: indien de bovenschaal nog gespoten/geschilderd moet worden, is het meestal handiger om dit eerst te (laten) doen voordat er verdere montagewerkzaamheden
WERKGROEP GEOLOGIE, DETERMINATIEBIJEENKOMST 25 NOV 2005: KLEINE TWEEKLEPPIGEN VAN DE ZEEUWSE STRANDEN EN ZEEGATEN.
WERKGROEP GEOLOGIE, DETERMINATIEBIJEENKOMST 25 NOV 2005: KLEINE TWEEKLEPPIGEN VAN DE ZEEUWSE STRANDEN EN ZEEGATEN. Presentatie: George Simons en Harry Raad --------------------------------------------------------------
FOSSIELEN IN HET VAALSER GROENZAND door
^eraadpleegde literatuur 1. van Regteren Altena, CO., 1937. Bijdrage tot de kennis der fossiele, subfossiele en recente mollusken, die op de Nederlandse stranden aanspoelen, en hunner verspreiding. Diss.
Dit boomblauwtje fladderde er lustig op los en liet zich moeilijk fotograferen, maar ook hier geldt De aanhouder wint.
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 9 augustus 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Regelmatig wordt het weer iets anders dan de deskundigen hadden verwacht. Maar dit keer kregen ze toch gelijk. In de
Eindexamen biologie pilot vwo I
Nonnetjes Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee kun je veel schelpen vinden van nonnetjes. Voor schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in zoveel kleuren voorkomen: van rood, oranje
Plattegrond type C1 en C3 (hoek)
Plattegrond type C1 en C3 (hoek) 10 11 5400 begane grond 10000 totale woonoppervlakte 127,2 m 2 woon/eetgedeelte 36,5 m 2 met openslaande deuren naar achtertuin trapkast berging in voortuin van de woning
Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin
Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin Inleiding De toestemming van het bestuur van het Dienstencentrum maakte het
Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden
Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding
De bouwonderdelen bij dit nummer
De bouwonderdelen bij dit nummer Bij deze aflevering ontvangt u houten latten voor de verschansingen en onderdelen voor het dekbeslag. Gevormde houten onderdelen 0 roosterelementen, 33 mm lang rondhout
Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen.
Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. november 2010 nummer 8 Gallen Vorig jaar is er een nieuwe druk verschenen van het Gallenboek. Dit is een boek, waarin alle Nederlandse gallen staan,
BIJLAGE: Proeven met graveren en eroderen van de cortex van vuursteen.
1 oktober 2013 BIJLAGE: Proeven met graveren en eroderen van de cortex van vuursteen. 1. Samenvatting en conclusies t.a.v. de proeven. Aanleiding voor het onderzoek is het ontbreken van krassen in langsrichting