Overt - Covert Narcisme en Relationele Vaardigheden: Verschillen tussen een forensisch-klinische groep en de. normale populatie
|
|
- Nelly Irena Lemmens
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tilburg University, School of Social and Behavioral Sciences Overt - Covert Narcisme en Relationele Vaardigheden: Verschillen tussen een forensisch-klinische groep en de normale populatie Bachelorscriptie Naam: Melanie Schoonus Studentnummer: Studierichting: Eerste begeleider: Tweede begeleider: Datum van afronding: Aantal woorden: Psychologie Psychologie en Gezondheid Prof. Dr. S. Bogaerts drs. Michael Bosch Mei
2 SAMENVATTING Voor deze bachelorscriptie is er onderzoek gedaan naar overt (openlijk) en covert (gesloten) narcisme binnen een forensisch-klinische groep en de normale populatie. Hierbij is gekeken of er een onderscheid gemaakt kan worden tussen overt en covert narcisme tussen de groep delinquenten en de controlegroep. Ook is er gekeken of er een verschil is in de relationele vaardigheden tussen beide groepen. Met behulp van matching zijn er door beide groepen meerdere vragenlijsten ingevuld. Deze gegevens zijn geanalyseerd en vergeleken. Uit dit thesisonderzoek is gebleken dat de klinische groep meer covert narcisme trekken vertoont dan de controle groep. Ook is gevonden dat er in de controlegroep meer overt narcisme voorkomt dan in de controle groep. Verder is gevonden dat de klinische groep in het algemeen niet slechter scoort op relationele capaciteiten dan de controlegroep. Wanneer men kijkt naar de verschillende groepen binnen de klinische groep wordt gevonden dat zedendelinquenten niet significant lager scoren op relationele capaciteiten dan de controlegroep en dat ook geweldsdelinquenten niet significant lager scoren op relationele capaciteiten dan de controlegroep. Gezien dit onderzoek met een relatief kleine groep participanten is gedaan en het matchen van personen uit de forensische groep met personen uit de normale populatie lastig was zal verder onderzoek naar dit onderwerp nog meer duidelijkheid en inzicht kunnen bieden. Keywords: Overt narcisme, Covert narcisme, Relationele Capaciteiten, zedendelinquenten, geweldsdelinquenten, psychopathie (1)
3 Abstract This thesis researched the relationship between overt and covert narcissism between a clinical group with sexual offenders and aggressive delinquents and a control group. Additionally, it has been studied whether there would be differences between the clinical group and the control group on the factor of relational capacities. The clinical group included 76 sexual offenders and 62 aggressive delinquents, all male. The control group included 216 male participants that were found by snowball sampling and matching. Multiple questionnaires has been filled in to gain the results. Results that were found were that in the clinical group there was found significantly more covert narcissism than in the control group. In the control group we ve found significantly more overt narcissism. The results of the second research question about differences in relational capacities between the clinical group and the control group weren t significant. There was no significant difference in relational capacities between the group with sexual offenders and the control group, nor between the group aggressive delinquents and the control group. There were also no significant differences between the sexual offenders and the aggressive delinquents on relational capacities. Due to the fact that this research has been conducted with a small group of participants and the matching procedure was very difficult to proceed further research will be necessary to find more results and answers. Keywords: Overt narcissism, Covert narcissism, relational capacities, sexual offenders, aggressive delinquents, psychopathy (2)
4 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING... 1 INHOUDSOPGAVE... 3 INLEIDING... 4 METHODE... 7 RESULTATEN DISCUSSIE LITERATUURLIJST (3)
5 INLEIDING Mensen krijgen al snel een stempel opgedrukt. Dit kan zowel positief als negatief zijn. Echter is wel duidelijk dat dit altijd gevolgen heeft voor hoe men naar deze persoon kijkt. Dit gebeurt net als bij iedereen ook bij mensen die een delict hebben gepleegd. Vaak is in het nieuws te horen dat wanneer iemand opgepakt is en er psychologisch onderzoek gedaan wordt er sprake is van een narcistische persoonlijkheid of narcistische trekken. De narcistische persoonlijkheidsstoornis wordt gedefinieerd in de DSM-IV(American Psychiatric Association, 1994) als een persoonlijkheidsstoornis die wordt gekenmerkt door een overdreven gevoel van eigenwaarde, een sterke behoefte aan bewondering en een laag inlevingsvermogen. De stoornis kan worden gezien als de pathologische vorm van narcisme (APA, 1994). Narcisme is een vorm van gedrag dat gekenmerkt wordt door een obsessie met de persoon zelf, egoïsme, dominantie, anderen afstoten, zichzelf opblazen, ambitie en gebrek aan inlevingsvermogen en valt onder de cluster B persoonlijkheidsstoornissen (DSM-IV, 1994). Niet iedereen heeft in dezelfde mate narcistische persoonlijkheidstrekken of laat deze op een duidelijke manier aan de buitenwereld zien. Sinds narcisme door Gabbard (1994) op een continue schaal geplaatst is, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen overt narcisme aan het ene uiterste van deze schaal en covert narcisme aan het andere uiterste (Wink, 1991). Mensen met overt narcisme uiten dit duidelijk en openlijk naar de buitenwereld. Zij willen graag in de belangstelling staan en doen er alles aan om dat ook daadwerkelijk te zijn zonder na te denken over eventuele gevolgen voor anderen. Daarnaast zijn ze ondanks dat ze graag in de belangstelling willen staan ook niet gevoelig voor de mening van anderen (Ra, Cha, Hyun & Bae, 2013). Als mensen een bedreiging voor hun eigen status zijn zullen overt narcisten deze mensen naar beneden halen zodat zij zichzelf weer hoger op de ladder kunnen zetten. Een overt narcist zal geen empathie naar anderen (4)
6 tonen en zal bij problemen ook altijd een externe factor als oorzaak geven (Habel, Kühn, Salloum, Devos, H., & Schneider, 2002; Wink, 1991). Covert narcisten gedragen zich anders dan overt narcisten. Hoewel covert narcisten ook zekere narcistische gevoelens en gedachten hebben, zullen zij deze niet zo snel aan de buitenwereld tonen. Zij zouden wat meer op de achtergrond blijven en zichzelf niet zo snel op de voorgrond zetten. Ze zullen zich mede hierdoor ook kwetsbaarder opstellen en zoeken hun zelfwaardering ook meer uit de beoordeling van anderen. Een covert narcist zal meer geïnteresseerd zijn in zijn medemens en kan zich beter inleven in andere mensen dan mensen met overt narcistische trekken. Door zijn lagere gevoel van eigenwaarde zal hij ook moeite hebben met het aangaan van intieme relaties. Dit laatste probleem komt ook voor bij overt narcisten, maar dan met de reden dat zij zichzelf beter vinden dan anderen en niemand goed genoeg vinden (Wink, 1991). Al met al zullen narcisten in het algemeen, ongeacht of het een overte of coverte vorm is, moeite hebben met het aangaan van relaties. Deze relationele capaciteiten zoals bijvoorbeeld een sociaal netwerk opbouwen en onderhouden zijn juist van belang bij het aanpakken van persoonlijke problemen, al helemaal in het geval van mensen met stoornissen als narcisme (Gabbard, 1994; Pomp et. al., 2010; Ra, Cha, Hyun & Bae, 2013; Rose, 2002). Echter door deze stoornis zullen ze geen of geen groot sociaal netwerk hebben wat vooruitgang bemoeilijkt. Dit gegeven wordt ook bevestigd door het onderzoek van Rohmann, Neumann, Herner en Bierhoff (2012), waarin naar voren komt dat mensen met overt narcisme weinig sociale relaties aangaan omdat ze zichzelf als beter waarderen en een onafhankelijke positie toedelen. Coverte narcisten daarentegen vertonen volgens dit onderzoek vooral angst om deze relaties aan te gaan omdat ze niet zeker zijn van zichzelf. Vaak kan worden aangetoond dat delinquenten een persoonlijkheidstoornis hebben of zelf in hun jeugd te maken hebben gehad met geweld of andere delicten (Bogaerts, 2011). Hierbij moet men dan denken aan verwaarlozing of mishandeling. In sommige gevallen leidt dit tot intimiderend, gewelddadig en delinquent gedrag in de volwassenheid (Godbout, (5)
7 Dutton, Lesier et. al, 2009). Daarnaast blijkt dat er een verband is tussen cluster B persoonlijkheidsstoornissen van de DSM waar onder andere antisociaal gedrag, narcisme, borderline, theatrale persoonlijkheidsstoornis (APA, 1994) en geweldsdelicten onder vallen. (Bogaerts & Spreen, 2011; Hemphälä & Hodgins, 2014; Lobos-Wild, 1993; Stone, 2009). Narcisme en andere persoonlijkheidsstoornissen zijn vaak en breed onderzocht binnen groepen personen die verschillende soorten delicten hebben gepleegd. In deze forensischklinische groepen is vooral onderzoek gedaan naar persoonlijkheidsstoornissen uit cluster B. Vaak is er zoals hierboven beschreven sprake van weinig inlevingsvermogen en empathie en zijn de sociale vaardigheden zwak in deze klinische groep. Zo is gebleken uit een onderzoek van Marshall (1994) dat mensen die seksuele delicten plegen minder intimiteit met anderen kennen en dat tegelijk in deze groep narcisme ook vaker voorkomt in verhouding tot de normale populatie. Dit gegeven wordt ook bevestigd in de studie van Bogaerts et. al. (2004). Wat wel opvalt als er gekeken wordt naar alle testresultaten, is dat er weinig vergelijkingen worden gemaakt met de normale populatie; de meeste onderzoeken worden binnen de forensisch-klinische groep gedaan. Het is dus niet altijd goed mogelijk om een vergelijking te maken en op deze manier te kijken of er sprake is van grote verschillen in bijvoorbeeld narcistische persoonlijkheidstrekken en of dit ook daadwerkelijk een mogelijke oorzaak kan zijn voor het verschil in gedrag. Daarom wordt in het onderzoek wat we gaan doen de klinische groep op verschillende punten vergeleken met de normale populatie. Dit onderzoek heeft tot doel een vergelijking te maken tussen een forensisch-klinische groep en een groep uit de normale populatie wat betreft overt en covert narcisme. Daarnaast wordt ook nog gekeken naar het verschil in relationele vaardigheden ( relational capacities ) tussen de klinische groep en de controlegroep. Er wordt eerst gekeken of er verschillen zijn tussen overt en covert narcisme tussen de klinisch-forensische groep en de controle groep. Komt de ene vorm vaker voor in de klinisch-forensische groep of zijn er geen verschillen? Ook wordt er gekeken of er tussen deze twee groepen een verschil is in relationele (6)
8 capaciteiten. Er wordt verondersteld dat er meer sprake zal zijn van overt narcisme in de klinische groep dan in de controlegroep en meer sprake zal zijn van covert narcisme in de controlegroep dan in de klinische groep. Daarnaast wordt verondersteld dat de klinische groep slechter zal scoren op de relationele capaciteiten dimensie dan de controle groep. METHODE Proefpersonen De forensische groep bestaat uit 138 delinquenten, waarvan 76 zedendelinquenten en 62 geweldsdelinquenten. Deze groep bestaat volledig uit mannen. De groep zedendelinquenten heeft een gemiddelde leeftijd van M = (SD= 13.12, range jaar). Het gemiddelde opleidingsniveau binnen deze groep is HVO en de meeste respondenten ontvangen een uitkering anders dan WW of AOW. Daarnaast zijn de meeste respondenten alleenstaand zonder kinderen. De meeste respondenten hebben een Nederlandse etniciteit. De groep geweldsdelinquenten heeft een gemiddelde leeftijd van M = (SD= 9.59, range jaar). Het gemiddelde opleidingsniveau binnen deze groep is LBO en de meeste respondenten ontvangen een AOW uitkering of een andere vorm van een uitkering. De meeste respondenten zijn alleenstaand met kinderen. In de groep geweldsdelinquenten hebben de meeste respondenten een Nederlandse etniciteit. Deze twee groepen forensisch psychiatrische patiënten zijn geworven in het poliklinisch forensisch psychiatrisch centrum het Dok in Breda, Rotterdam en Dordrecht. De controle groep bestaat uit 216 personen, allen zijn mannelijk. De gemiddelde leeftijd is M = (SD= 15.55, range jaar). Het gemiddelde opleidingsniveau is MBO en de meeste respondenten ontvangen inkomsten uit de VUT. De meeste respondenten zijn alleenstaand met kinderen en ook in deze groep is Nederlandse etniciteit het meest voorkomend. De controlegroep is samengesteld door gebruik te maken van snowball sampling waarbij aan respondenten is gevraagd of zij nog mogelijke proefpersonen kennen (7)
9 die deel zouden kunnen en willen nemen aan het onderzoek. De controlegroep is daarnaast ook samengesteld met behulp van matching. Elke proefpersoon is gematched met iemand uit de forensische groep. Er is waar mogelijk gematched op leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, sociale status en burgerlijke staat. De mannen zijn in vier leeftijdscategorieën ingedeeld: jaar, jaar, jaar en 50 jaar en/of ouder. De proefpersonen zijn door de onderzoekers benaderd en hebben vrijwillig deelgenomen aan dit onderzoek. Gezien niet voor elke klinische respondent een goede match gevonden kon worden is er besloten dat er aan minimaal twee matchingcriteria voldaan moest worden. Meetinstrumenten Er is gebruik gemaakt van een biografische vragenlijst met alle benodigde gegevens om het matchen te controleren. De gegevens die hierbij gevraagd zijn omvatten leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, sociale status, inkomen, burgelijke staat ouders tijdens jeugd en eigen burgerlijke staat. Daarnaast werd de vraag gesteld of men wel eens voor een delict was veroordeeld en of men in de afgelopen drie jaar in behandeling is geweest omwille van psychische klachten. De gebruikte vragenlijsten zijn samen als pakket aangeboden aan de respondenten. Gezien de verzamelde data voor verschillende onderzoeken gebruikt is zal niet alle data gebruikt worden voor deze thesis. Één van dee gebruikte vragenlijsten voor dit onderzoek is de Severity Indices of Personality Problems Short Form (SIPP-SF versie 2006) zelfrapportagelijst. Deze vragenlijst omvat 60 items die worden opgedeeld in vijf domeinen voor kerncomponenten van al dan niet goed persoonlijkheids-functioneren: Zelfbeheersing (self control), Gemoedsgesteldheid (indentity integration), Relationele Vaardigheden (relational capacities), Sociale Harmonie (social concordance) en Verantwoordelijkheid (responsibility) (Verheul et al., 2008). Een lage score op de SIPP-SF betekent een hoge score op psychopathologie. Verdere psychometrische gegevens zijn momenteel nog niet te vinden. De tweede vragenlijst die voor dit onderzoek is gebruikt is de Nederlandse Narcisme (8)
10 Schaal (NNS, Ettema & Zondag, 2002) gebruikt. De vragenlijst bestaat uit 35 items waarbij op een 7-punts Likertschaal antwoord wordt gegeven. In deze Likertschaal staat 1 voor Dat is zeker niet het geval tot 7 dat is zeker het geval (Ettema & Zondag, 2002). Met deze schaal kunnen verschillende dimensies van narcisme onderscheiden worden en gekoppeld worden aan persoonlijkheidstrekken. De dimensies die worden gemeten zijn centrifugaal (overeenkomend met overt narcisme), centripetaal (overeenkomend met covert narcisme) en isolatie (gedeeltelijk overeenkomend voor zowel overt als covert narcisme). De eerste twee dimensies hebben betrekking op de relatie tussen de persoon en anderen, isolatie heeft betrekking op de moeite die iemand moet doen om een relatie aan te gaan en wordt in dit onderzoek niet meegnomen. Betrouwbaarheidscoëfficiënten van de eerste twee schalen zijn respectievelijk.82 en.71. Procedure Voorafgaand aan het onderzoek kregen de proefpersonen uitgelegd wat de bedoeling was en wat er van hun werd verwacht. Ook was er een informed consentformulier als voorblad gebruikt waarop de proefpersonen toestemming geven voor het onderzoek door dit formulier te tekenen. De proefpersonen kregen alle tijd om deze vragenlijsten in te vullen. Voor de controlegroep geldt dat zij dit mochten doen in een omgeving die voor hun prettig was. De forensische groep vulde de vragenlijsten in tijdens de consultatie op het Dok. Aan het einde van een sessie met een psycholoog of stagaire werd gevraagd of zij vrijwillig wilden participeren aan het onderzoek. Zij kregen ongeveer 25 minuten aan het einde van de sessie om de vragenlijsten in te vullen en in te leveren. Na afronding van de vragenlijsten hadden de proefpersonen een envelop waar zij hun vragenlijsten in konden stoppen en dichtgeplakt terug konden geven aan de onderzoeker. Na verzameling van alle vragenlijsten zijn deze blind doorgegeven aan andere onderzoekers zodat niemand vragenlijsten in SPSS in moest voeren van iemand uit zijn of haar directe omgeving. (9)
11 Statische Analyse Na verzameling van alle vragenlijsten zijn deze ingevoerd in SPSS, versie De significantie is bepaald op p< In de statistische analyse wordt er vanuit gegaan dat er in de forensische groep meer overt narcisme dan covert narcisme voorkomt dan in de controle groep. De afhankelijke variabele is de groep tot welke de respondent behoort (zeden/geweld/controle) en de onafhankelijke variabele zijn de centripetaal-, centrifugaal- en isolatieschaal uit de NNS. Daarnaast wordt er vanuit gegaan dat de relationele capaciteiten in de forensische groep minder zijn dan in de controlegroep. Hierbij is Relationele Vaardigheden de afhankelijke variabele en de groep tot welke iemand behoort de onafhankelijke variabele. Om de eerste onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden moeten de somscores geconstrueerd worden per vragenlijst en per modaliteit om te bepalen in welke mate er sprake is van overt en covert narcisme. Daarna moeten er gemiddelden berekend worden en deze moeten met behulp van independent sample T-toetsen vergeleken worden met elkaar. Voor de tweede onderzoeksvraag moet er gekeken worden of er een relatie is tussen de subschaal Relational Capacities van de SIPP-sf en de conditie waarin de proefpersoon zit (zeden, geweld of controle). Dit doen we met behulp van een One-Way Anova waarbij de relationele capaciteiten de afhankelijke variabele is en de groep tot wie iemand behoort (zedendelinquenten, geweldsdelinquenten of controlegroep) de onafhankelijke variabele. Ook wordt er een Bonferroni post-hoc analyse uitgevoerd. RESULTATEN Verdeling Narcisme tussen klinische en controlegroep Met behulp van de independent sample T-toetsen is er in dit onderzoek een significant verschil gevonden tussen de klinische groep en de controle groep als men kijkt op de centripetale schaal (covert narcisme) ( t(344)= -1.85; p=.033). Door deze significantie kan echter gesteld worden dat in de klinische groep de respondenten meer covert narcistische (10)
12 trekken vertonen dan de controle groep. Op de centrifugale schaal (overt narcisme) wordt ook een significant verschil gevonden (t(346)= 4.61; p<.001) tussen de klinische en de controle groep. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de controle groep meer overt narcistische trekken vertoont dan de klinische groep. Verschillen Relationele capaciteiten tussen de klinische en de controlegroep Wanneer gekeken wordt naar de verschillen tussen de klinische en de controlegroep voor relationele capaciteiten vind men geen significante verschillen. Tussen de groepen samengenomen wordt geen significant verschil gevonden (F(2)= 1.804, p=.166). Wanneer wordt gekeken naar verschillen tussen de drie groepen onderling, namelijk zedendelinquenten, geweldsdelinquenten en de controlesubjecten, worden ook geen significante verschillen gevonden. Zo vindt men als er wordt gekeken naar verschillen tussen de groep zedendelinquenten en geweldsdelinquenten een p-waarde van p=.18. Als er wordt gekeken naar verschillen tussen zedendelinquenten en de controlegroep wordt er een p- waarde van p=.640 gevonden en tussen geweldsdelinquenten en de controlegroep een p- waarde van p=.84. Ook de Bonferroni post hoc-toetsen geven geen significante resultaten. Tussen de groep zedendelinquenten en geweldsdelinquenten wordt een mean difference van Mverschil= 17.28, p=.18 gevonden. Tussen de zedendelinquenten en de controlegroep wordt een mean difference van Mverschil = 8.91, p=.640 gevonden. Wanneer wordt gekeken naar verschillen tussen de geweldsdelinquenten en de controlegroep wordt een mean difference van Mverschil= -8.97, p=.84 gevonden. Met deze gevonden waarden kan men met gegronde zekerheid zeggen dat er geen verschillen in relationele vaardigheden zijn tussen de drie verschillende groepen. De hypothese dat de klinische groep lager zou scoren op relationele vaardigheden kan naar aanleiding van dit onderzoek worden verworpen. (11)
13 Discussie Dit onderzoek had als doel te onderzoeken of er verschillen waren in de narcistische dynamiek (overt/covert) tussen een klinische groep en een controlegroep. Dit onderzoek draagt bij aan meer wetenschappelijke kennis over het onderwerp, wat van belang kan zijn voor verdere behandeling of omgang met deze klinische groep. De onderzoekspopulaties zijn zedendelinquenten, huiselijk geweld delinquenten en een controlegroep met nietdelinquenten. Er is gekeken hoe narcisme verdeeld was onder deze groepen door narcisme te meten met de NNS (Ettema & Zondag, 2002). Hieruit is gebleken dat de klinische groep meer covert narcistische trekken heeft dan de controlegroep en dat de controlegroep meer overt narcistische trekken heeft dan de klinische groep. Hiermee wordt de veronderstelde hypothese dat de groep met delinquenten meer overt narcistische trekken zou hebben verworpen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er in de klinische groep wellicht beter aangevoeld werd wat er van de respondenten verwacht werd. De gebruikte lijsten zijn grotendeels gebaseerd op zelfreflectie, wat tot scheve resultaten kan leiden als dit op de verkeerde manier geïnterpreteerd wordt. Wanneer men verwacht dat op een vraag 1 het juiste antwoord zijn kan de respondent bewust een ander antwoord invullen om zo een gewenst resultaat te verkrijgen. Anderzijds zou een verklaring kunnen zijn dat er wel degelijk meer overt narcisme voorkomt in de controle groep maar dat dit op een andere manier geuit wordt dan in de klinische groep. Het kan zijn dat er meerdere psychopathologische problemen zijn naast narcisme bij de klinische groep waardoor het narcisme zich op een andere manier uit. De tweede onderzoeksvraag betrof verschillen in relationele vaardigheden tussen de klinische groep en de controlegroep. De hypothese was dat de klinische groep minder relationele vaardigheden zou hebben dan de controlegroep. De resultaten van de testen geven echter aan dat er geen significante verschillen zijn tussen de groep delinquenten (zeden- en geweldsdelinquenten samengenomen). Met de gevonden resultaten kan de hypothese worden verworpen. Dit resultaat is onverwacht, zeker als men kijkt naar resultaten uit eerdere (12)
14 onderzoeken. In onderzoeken van Hemphälä & Hodgins (2014), Lobos-Wild (1993) en Stone (2009) wordt gevonden dat narcisme samenhangt met delinquent gedrag; iets waarbij men verwacht dat er verminderde relationele capaciteiten zijn gezien de aard van de gepleegde delicten. Het resultaat dat zedendelinquenten niet minder relationeel bekwaam zijn dan de controlegroep is minstens merkwaardig te noemen, gezien uit eerder onderzoek van Marshall (1994) en Bogaerts et. al. (2004) is gebleken dat zedendelinquenten verminderde intimiteit met anderen kennen. Men zou dan kunnen veronderstellen dat deze groep dan ook lager zou scoren op relationele vaardigheden dan de controlegroep.wellicht kan ook hier sprake zijn van het sociaal wenselijk invullen van de vragenlijsten alsmede een samenhang met andere aspecten of vormen van psychopathie. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat er een samenhang is tussen narcisme en andere persoonlijkheidsstoornissen uit cluster B (Ronningstam, 1999; APA, 2000; Paulhus & Williams, 2002). Gezien dit onderzoek deze relaties niet heeft onderzocht zou aanvullend onderzoek wellicht meer duidelijkheid kunnen bieden. Sterke punten van dit onderzoek zijn onder andere het feit dat de klinische groep van zeden- en geweldsdelinquenten verzameld is in verschillende instellingen verspreid over het land. Hierdoor is de kans op beïnvloeding om al dan niet mee te doen of om elkaar in te lichten over de inhoud van de vragenlijsten kleiner waardoor de resultaten objectiever kunnen zijn. Ook het matchen kan deels gezien worden als sterk punt. Door de controlegroep op zoveel mogelijk punten te willen vergelijken en matchen met de klinische groep wordt voor een optimale vergelijking gezorgd. Net als bij andere onderzoeken had ook dit onderzoek enkele zwakke punten. Nog voor er onderzoek plaats kon vinden bij de controlegroep werd tegen enkele problemen aangelopen. Door het gedetailleerde matchen was het lastig om geschikte respondenten te vinden. In een vervolgonderzoek zou het wellicht beter lukken als op minder punten gematched zou worden, zodat er sneller meer respondenten gevonden kunnen worden. Dit is (13)
15 ook een reden waarom er in dit onderzoek al genoegen is genomen met minimaal twee matchende criteria van de lijst. Mocht er wel aan alle matchingcriteria moeten worden voldaan is het wellicht mogelijk via bijvoorbeeld een internetoproep mensen de biografische lijst al in te laten vullen om zo perfecte matches te vinden. Daarnaast had de controlegroep de volledige vrijheid om een setting en tijdspanne te kiezen waarin de vragenlijsten ingevuld konden worden. Wellicht kan dit van invloed zijn op de resultaten omdat mensen minder geconcentreerd zijn tijdens het invullen (bijvoorbeeld door een televisie die aanstaat op de achtergrond). Wellicht is het daarom verstandig om een standaardsetting voor alle respondenten te creeëren door ze bijvoorbeeld naar de universiteit te laten komen. Hierdoor wordt alles voor elke respondent gestandaardiseerd wat de betrouwbaarheid van het onderzoek ook weer ten goede komt. Verder onderzoek Gezien de controlerespondenten gekozen zijn op matching en er in de klinische groep geen vrouwen zaten, is er nog geen onderzoek bij vrouwen gedaan. Voor een verder onderzoek zou het interessant kunnen zijn om ook vrouwelijke delinquenten te onderzoeken zodat ook bij vrouwen meer duidelijk wordt over de verschillende vormen van narcisme. Mogelijk komen daar andere resultaten uit waardoor er mogelijkheden ontstaan tot verbetering van behandelings- en omgangsvormen met deze groep personen. Daarnaast is in dit onderzoek alleen gekeken naar mensen die veroordeeld zijn tot TBS na het plegen van een zedendelict of een huiselijk gewelddelict. Deze gegevens zijn vergeleken met de controlegroep. Wellicht is het ook interessant om te kijken naar mensen die TBS opgelegd hebben gekregen na het plegen van andere soorten delicten, om te kijken of daar dezelfde resultaten uitkomen. Op deze manier gaat het wellicht mogelijk zijn om profielen op te stellen van verschillende soorten delict-plegers als bijvoorbeeld blijkt dat een zedendelinquent meer overt narcistische trekken vertoont dan iemand die bijvoorbeeld meerdere moorden heeft gepleegd. (14)
16 Wanneer er gekeken wordt naar de bovengenoemde zaken kan er geconcludeerd worden dat er al veel onderzoek gedaan is naar narcisme maar dat er ook nog veel onderzocht kan worden. Meer onderzoek kan weer een ander licht schijnen op dit onderwerp en wellicht meer dingen verduidelijken. LITERATUURLIJST American Psychiatric Association. (1994). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (4th ed., text rev.). doi: /appi.books American Psychiatric Association (2000). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: DSM-IV-TR (4th ed.). Washington, DC: American Psychiatric Association. Bogaerts, S., Vervaeke, G., & Goethals, J. (2004). A Comparison of Relational Attitude and Personality Disorders in the Explanation of Child Molestation. Sex Abuse: A Journal of Research and Treatment, 14, doi: / Bogaerts, S., & Spreen, M. (2011). Persoonlijkheidspathologie, slachtofferschap vóór het 18e levensjaar, huiselijk geweld en delict informatie in een klinische groep terbeschikkinggestelden. (factsheet). Retrieved from: Ettema, J.H.M., & Zondag, H.J. (2002). De Nederlandse Narcisme Schaal (NNS). Psychodiagnostisch gereedschap. De Psycholoog, 37, Gabbard, G.O. (1994). Transference and countertransference in the treatment of narcissistic patient. Disorders of Narcissism: Diagnostic, Clinical, and Empirical Implications. America Psychiatric Press, Inc.: Washington. Godbout, N., Dutton, D.G., Lussier, Y., & Sabourin, S., (2009). Early exposure to violence, domestic violence, attachment representations, and marital adjustment. Personal Relationships, 16, (15)
17 Habel, U., Kühn, E., Salloum, J. B., Devos, H., & Schneider, F. (2002). Emotional processing in psychopathic personality. Aggressive Behavior, 28(5), doi: /ab Hemphälä, M., & Hodgins, S. (2014). Do psychopathic traits assessed in mid-adolescence predict mental health, psychosocial, and anti-social, including criminal outcomes, over the subsequent 5 years? Canadian Journal of Psychiatry, 59, Levenson, M. R., Kiehl, K. A., & Fitzpatrick, C. M. (1995). Assessing psychopathic attributes in a noninstituionalized population. Journal of Personality and Social Psychology, 68, Lobos-Wild, R. (1993). Delinquenz als Ausdruck des Narzissmus- und Borderline-Leidens. Institutionelle und einzeltherapeutische Behandlungselemente. Psyche, 47, Luteijn, F., Starren, J. & Van Dijk, H. (1985). Eerste herziene NPV handleiding. Lisse: Swets & Zeitlinger. Lynam, D. R. (2002). Psychopathy from the perspective of the five-factor model. In P. T. Costa & T. A. Widiger (Eds.), Personality disorders and the five-factor model of personality (2nd ed., pp ). Washington, DC: American Psychological Association. Marshall, W. L. (1994). Pauvreté des liens d attachment et déficiences dans les rapports in times chez les agresseurs sexuels. Criminologie, 27, Miller, J. D., Gaughan, E. T., & Pryor, L. R. (2008). The Levenson Self-Report Psychopathy Scale: An examination of the personality traits and disorders associated with the LSRP factors. Assessment, 15(4), doi: / Paulhus, D. L, & Williams, K. M. (2002). The Dark Triad of personality: Narcissism, Machiavellianism, and psychopathy. Journal of Research in Personality, 36, (16)
18 Pomp, L., Spreen, M., Bogaerts, S., & Völker, B. (2010). The role of personal social networks in risk assessment and management for forensic psychiatric patients. Journal of Forensic Psychological Practice, 10(4), Ra, Y. S., Cha, S. Y., Hyun, M. H., & Bae, S. M. (2013). The mediating effects of attribution styles on the relationship between overt-covert narcissism and forgiveness. Social Behavior and Personality: an international journal, 41(6), Rohmann, E., Neumann, E., Herner, M.J., & Bierhoff, H.W. (2012). Grandiose and Vulnera ble Narcissism. Self-Construal, Attachment, and Love in Romantic Relationships. European Psychologist, 17(4), DOI: / /a Ronningstam, E. (1999). Narcissistic personality disorder. In T. Millon, P. Blaney, & R. D. Davis (Eds.), Oxford Textbook of Psychopathology, Oxford, NY: Oxford University Press. Rose, P. (2002). The happy and unhappy faces of narcissism. Personality and Individual Dif ferences, 33, Stone, M. H. (2009). Narcissism and criminality. Psychiatric Annals, 39, doi: / Uzieblo, K., Verschuere, B., Jelicic, M., Rossi, G., Maesschalck, C., & Crombez, G. (2006). Authorized Dutch translation of the 'Psychopathic Personality Inventory-Revised'. (Available from PAR Psychological Assessment Resources, Inc., Lutz, Florida). Verheul, R., Andrea, H., Berghout, C. C., Dolan, C., Busschbach, J. J. V., van der Kroft, P. J. A., Bateman, A. W., & Fonagy, Peter (2008). Severity Indices of Personality Problems (SIPP-118): Development, Factor Structure, Reliability, and Validity. Psychological Assessment, 20(1), Wink, P. (1991). Two faces of narcissism. Journal of Personality and Social Psychology, 61, (17)
De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieDe relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.
De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment
Nadere informatieRobin Huiskes (ANR: )
De relatie tussen zelfcontrole en narcisme en de verschillen tussen zeden- en geweldsdelinquenten en de normale populatie wat betreft de mate van overt en covert narcisme. Robin Huiskes (ANR: 208551) Bachelor
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieZelfcontrole, Relationele Capaciteiten en Antisociale Persoonlijkheid
Yoshi van den Heuvel (ANR:274651) Bachelorthesis Forensische Psychologie Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Eerste begeleider: Prof. Dr. Stefan Bogaerts Tweede begeleider: drs. Michael Bosch
Nadere informatieExecutief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression
Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:
Nadere informatieDe Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering
De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieHet Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive
Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive
Nadere informatieDe Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited
Nadere informatieDe causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie
Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal
Nadere informatieDiagnostiek van Persoonlijkheidsstoornissen. De Relatie tussen. Persoonlijkheidskenmerken en de. Kernfactoren van (Mal)Adaptief Functioneren
Diagnostiek van Persoonlijkheidsstoornissen De Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en de Kernfactoren van (Mal)Adaptief Functioneren bij Patiënten met Persoonlijkheidsstoornissen Diagnostics of Personality
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatievan Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw
De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieLinkedIn Profiles and personality
LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieThe relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-
Nadere informatieDe Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving
De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness
Nadere informatieRelatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Nadere informatieKnelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch
Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress
Nadere informatieOuderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Nadere informatieVerschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.
Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Differences in Personality Traits and Personality Structure between Groups of Eating Disorder
Nadere informatieHet verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method
Nadere informatieRunning head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD
1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatiePrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen
Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of
Nadere informatieMentaal Weerbaar Blauw
Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.
Nadere informatieDe Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Nadere informatieDe Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen
Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of
Nadere informatieVerschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents
Nadere informatieWat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Nadere informatieSekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Nadere informatieBehandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel
Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:
Nadere informatieVerbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking
2015 Verbanden tussen Coping-Strategieën en Psychologische en Somatische Klachten binnen de Algemene Bevolking Master Scriptie Klinische Psychologie Rachel Perez y Menendez Verbanden tussen Coping-Strategieën
Nadere informatiebij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven
Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form
Nadere informatieModererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal
Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between
Nadere informatieDe Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Nadere informatiede Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality
De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit
Nadere informatieHet Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping
Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit
Nadere informatieHet Belang van Covert Narcisme bij Delinquent Gedrag en Psychopathie
Het Belang van Covert Narcisme bij Delinquent Gedrag en Psychopathie En de rol van antisociale persoonlijkheidskenmerken Manon Coensen Tilburg University Masterthesis Begeleider: Prof. Dr. Stefan Bogaerts
Nadere informatieDANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1
DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit
Nadere informatiePsychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef
Psychopathie: Geslachtsverschillen en Comorbiditeit met Persoonlijkheidsgerelateerde Kenmerken in een Niet-Klinische Steekproef Master Thesis Forensische Psychologie 2013-2014 Departement Psychologie en
Nadere informatieDe Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs
De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout
Nadere informatieDe Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.
De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieGOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out
GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out
Nadere informatieSeverity Indices for Personality Problems (SIPP-118 en SIPP-SF) Laura Weekers & Annelies Laurenssen Trimbos Instituut, 3 februari 2016
Severity Indices for Personality Problems (SIPP-118 en SIPP-SF) Laura Weekers & Annelies Laurenssen Trimbos Instituut, 3 februari 2016 Inhoud Theoretische achtergrond Ontwikkeling SIPP Domeinen en facetten
Nadere informatieBISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen
Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.
Nadere informatieInvloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten
Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast
Nadere informatieHet verschil tussen overt en covert narcisme in relatie tot antisociaal gedrag
Het verschil tussen overt en covert narcisme in relatie tot antisociaal gedrag Jolieke van Welie (ANR: 292897) Bachelor s thesis Forensische psychologie Tilburg School of Social and Behanvioral Sciences
Nadere informatie(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological
Nadere informatieDe Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.
Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects
Nadere informatieType Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
Nadere informatieRunning head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op
Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open
Nadere informatieRunning head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatieInhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation
Nadere informatieInvloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Nadere informatieDe Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support
Nadere informatieDe Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
Nadere informatieHet Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
Nadere informatieDe intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis
De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis Een empirische studie Treatment outcome in personality disordered forensic patients An empirical study ( with a summary
Nadere informatieRunning head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN
Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural
Nadere informatieDe Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence
Nadere informatiePsychopathie. Puck de Ruijter. Begeleid door Frida van der Veeken en Mirthe Noteborn. Bachelor thesis Psychologie en Gezondheid
De Samenhang tussen Narcisme en Psychopathie en het Effect van Zelfcontrole en Extraversie, met Onderscheidende Variabele: Overt en Covert Narcisme en Primaire en Secundaire Psychopathie Puck de Ruijter
Nadere informatieInvloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieEffecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Nadere informatiePesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary
Nadere informatieVormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?
Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a
Nadere informatieSTIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer
STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of
Nadere informatieRelatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.
Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie
Nadere informatieDe Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking
Kenmerken van ADHD en de Theory of Mind 1 De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking The Influence of Characteristics of ADHD on Theory
Nadere informatieDe Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen
De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider
Nadere informatiePsychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)
Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede
Nadere informatieUit tabel 3 valt af te lezen dat de correlaties zoals gevonden in het huidige onderzoek sterk overeenkomen met de resultaten uit eerder onderzoek
Uit tabel 3 valt af te lezen dat de correlaties zoals gevonden in het huidige onderzoek sterk overeenkomen met de resultaten uit eerder onderzoek (dat hoofdzakelijk onder de algemene bevolking is uitgevoerd).
Nadere informatieDe Relatie tussen Intimiteit en Seksualiteit en de Modererende Rol van Sekse en. Anita Jansen-Breukelman
De Relatie tussen Intimiteit en Seksualiteit en de Modererende Rol van Sekse en Relatietevredenheid The Relationship between Intimacy and Sexuality and the Moderating Role of Gender and Relationship Satisfaction
Nadere informatieGeheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers
Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers Secrets and Personal Effectivity: The Moderating Influence
Nadere informatieHechting en Psychose: Attachment and Psychosis:
Hechting en Psychose: Bieden Hechtingskenmerken een Verklaring voor het Optreden van Psychotische Symptomen? Attachment and Psychosis: Can Attachment Characteristics Account for the Presence of Psychotic
Nadere informatieDe functionaliteit van narcisme: het effect van narcisme op het hebben van een betaalde baan en de. hoogte van opleiding.
De functionaliteit van narcisme: het effect van narcisme op het hebben van een betaalde baan en de hoogte van opleiding. Britt Sillekens (ANR: 525956) Bachelor thesis Forensische psychologie Departement
Nadere informatieDe Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats
De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants
Nadere informatieDe relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style
De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.
Nadere informatieVerklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of
Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:
Nadere informatieRelatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability
Running head: EIGENWAARDE, MOTIVATIE EN EMPLOYABILITY 1 Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability Inge
Nadere informatiePSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING
PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING M.E.Slaats-Gels 836470258 Dr. M. J. Cima-Knijff Eerste scriptiebegeleider Prof. Dr. L. Lechner Tweede scriptiebegeleider Open Universiteit
Nadere informatieVerwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en
Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en verbondenheid en de hechtingsstijl in een volwassenen populatie. Interrelationships
Nadere informatieDe relatie tussen Zelfwaardering, Externe Attributie en Psychotische symptomen.
De relatie tussen Zelfwaardering, Externe Attributie en Psychotische symptomen. The association between Self-esteem, External Attribution and Psychotic symptoms. Mike van Kempen 851084784 Begeleider 1:
Nadere informatieDe narcistische dynamiek bij mannen en vrouwen in relatie met cluster B en C gerelateerde persoonlijkheidskenmerken
De narcistische dynamiek bij mannen en vrouwen in relatie met cluster B en C gerelateerde persoonlijkheidskenmerken Masterthesis Forensische Psychologie Departement Psychologie en Gezondheid, specialisatie
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatieBullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?
Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole
Nadere informatieStress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch
Stress en Psychose 59 Noord Stress and Psychosis 59 North A.N.M. Busch Prevalentie van Subklinische Psychotische Symptomen en de Associatie Met Stress en Sekse bij Noorse Psychologie Studenten Prevalence
Nadere informatieDe Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht
De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:
Nadere informatieRunning head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders
Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress
Nadere informatieVerloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment
Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment Turnover at the Police: the Role of Procedural and Interactional Justice and Commitment Inge E. F. Snyders
Nadere informatieHet Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen
REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172
Nadere informatie