WAARDEN, NORMEN EN MEDIA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WAARDEN, NORMEN EN MEDIA"

Transcriptie

1 Staatkundig Gereformeerde Partij WAARDEN, NORMEN EN MEDIA De visie van de SGP op de rol van de overheid in de waardenen normenoverdracht via de media...al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, ai wat rein is, al wat lieflijk is, al wat wel luidt (...), bedenk dat." (naar Filippenzen 4 vers 8) SGP 929 r 2007

2 Inhoud: 1. Maatschappelijke en politieke onrust 2. Schade aan individu en samenleving 3. Bestaand beleid 4. Kritische vragen rondom het beleid en het debat daarover 5. Europese en globale bepalingen 6. Nationale bepalingen 7. Wat kan een overheid doen? 8. Plan van aanpak 9. Bronvermelding Bijlage: Teksten van relevante internationale en nationale bepalingen Geert Schipaanboord Den Haag, september 2007

3 1. Maatschappelijke en politieke onrust De invloed van massamedia is in de loop van de twintigste eeuw enorm toegenomen. Radio, televisie en internet deden hun intrede en veroverden een onmiskenbaar grote plaats in de samenleving. In dezelfde tijdsperiode ontwikkelde Nederland zich van een redelijk homogene samenleving, gestempeld door christelijke waarden en normen, tot een zeer diverse samenleving met een geringe plaats voor het christelijke gedachtegoed. De media zijn een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling van waarden en normen door jongeren. Het is daarom bepaald niet om het even wélke waarden en normen worden overgedragen. We zijn er van overtuigd dat de overheid een taak heeft in het bevorderen van de publieke gerechtigheid en het bewaken van de publieke ruimte. Daarom plaatst de grote invloed van de media de overheid voor belangrijke vragen. Regelmatig vinden er discussies plaats over verwerpelijke uitingen in de media. Ook tijdens het kabinet Balkenende-II kwam dit probleem regelmatig aan de orde. De premier zette de waarden en normen - discussie zelf op de agenda en debatteerde daarover met de Kamer. Meer specifiek was er aandacht voor de uitwassen van de straatcultuur. Daarin speelden de videoclips op de muziekzenders MTV en TM F een belangrijke rol. Dit resulteerde onder meer in het instellen van de commissie Jeugd, geweld en media, die met het rapport 'Wijzer kijken' kwam. De zorg in de Kamer rond de uitwassen op de muziekzenders werd breed gedeeld. Niet alleen door de christelijke partijen, maar ook bijvoorbeeld door de Partij van de Arbeid. Woordvoerder Dijsselbloem gaf aan dat de overheid weer moest gaan moraliseren. Een duidelijke trendbreuk in de opstelling van deze partij. Terwijl de analyses er niet om logen, waren de voorgestelde maatregelen minder stevig. De angst voor 'censuur' en 'betutteling' bleek erg groot. Merkwaardig genoeg was het geen probleem om morele oordelen te vellen over de uitwassen, maar wel om morele daadkracht te tonen er daadwerkelijk iets aan te doen. De tactiek van een meerderheid in de Kamer was vooral via een maatschappelijke discussie de druk zo hoog op te voeren dat de muziekzenders zelf een verandering in gang zouden zetten. Uiteraard is de problematiek rondom waarden, normen en media breder dan de discussie rondom de schadelijke videoclips. Vaak gaat het alleen om schadelijke effecten voor jongeren, maar vaak is de algemene eerbaarheid in het geding. Deze discussie is wel illustratief voor de manier waarop de discussie in Nederland gevoerd wordt. In deze notitie staat vooral televisie centraal en in mindere mate internet. Ondanks de integratie tussen verschillende media blijft het gezamenlijk kijken van bepaalde uitzendingen op de bekende zenders onverminderd populair. De opkomst van internet laat des te meer zien hoe belangrijk het is om de 'vraagkant' in de gaten te houden. Voor onderwijs en opvoeding ligt er een voorname taak in het 'mediawijs' maken van jongeren. In deze nota staat de volgende vraag centraal: 1

4 Welke verantwoordelijkheid heeft de overheid ten aanzien van de inhoud van uitingen in de media? Hoe dient ze deze verantwoordelijkheid concreet gestalte te geven, met name ten aanzien de overdracht van waarden en normen? Allereerst zal ingegaan worden op de ernst van het probleem, door middel van een verkenning naar de verschillende onderzoeken over het verband tussen media-uitingen en ongewenst gedrag. In paragraaf drie zal het bestaande beleid worden uitgewerkt. Vervolgens zullen in paragraaf vier kritische vragen bij het huidige beleid worden gesteld. In de twee daarop volgende paragrafen worden de juridische aspecten in internationaal en nationaal opzicht behandeld. In paragraaf zeven staan de dilemma's centraal bij een mogelijke oplossing. Ten slotte volgt in paragraaf acht een plan van aanpak. 2

5 2. Schade aan individu en samenleving De opkomst van het medium televisie is niet de opkomst van het zoveelste medium in een rij, maar het ontstaan voor een totaal fenomeen. Omdat de communicatie vooral via het beeld verloopt, is televisie een laagdrempelig medium. Voor boeken geldt dat kinderen niet snel grijpen naar volwassenenboeken waar een complexe problematiek aan de orde komt, vanwege het te moeilijke taalgebruik. Voor televisie geldt dat veel minder, zodat kinderen veelvuldig in aanraking komen met programma's die eigenlijk voor volwassenen bestemd zijn en alleen volwassenen goed 'aan kunnen'. Van de zes categorieën schadelijke uitingen die de Kijkwijzer telt (zie paragraaf drie), heeft geweld de meest eenduidige negatieve consequentie. Deze categorieën worden één voor één behandeld. 1 Geweld is helaas niet weg te denken in televisieprogramma's en films. In video- en computergames kunnen kinderen voor de grap zelfs onschuldige mensen vermoorden. De gedachte dat de schadelijkheid van geweld in de media niet is aangetoond, is een 'duidelijke misinterpretatie van het onderzoek'. 2 Of geweld daadwerkelijk kwaad kan, hangt van een aantal dingen af. 3 De negatieve invloed van geweld neemt toe als: - De frequentie van gewelddadige acties stijgt. - Geweld op een realistische en expliciete manier wordt getoond. - Geweld relativerend en met humor wordt gepresenteerd - Geweld in de plot wordt gerechtvaardigd. - De dader als een bewonderenswaardige held wordt afgebeeld. - De dader niet afdoende wordt gestraft. - De dader wordt beloond voor het gebruik van geweld. - Slachtoffer geen pijn of schade heeft. Nog korter gezegd, het gaat om de hoeveelheid (1) sensationeel (2), willekeurig (3) en ongestraft (4) geweld. De combinatie tussen ontspannend en chips etend op de bank zitten en de dagelijkse stroom van geweld is funest. Hoogleraar kind & media Patti Valkenburg heeft in 1997 berekend dat een gemiddeld kind in Nederland tot twaalf jaar negentigduizend geweldacties en zesduizend televisiemoorden heeft gezien. Blijkbaar lukt het niet om kinderen af te schermen van mediageweld. Dat komt allereerst door het vele geweld in de speciaal voor kinderen gemaakte animatiefilms, die soms net zo gewelddadig zijn als films voor volwassenen. Ook zien kinderen vroeg in de avond vaak vooraankondigingen van gewelddadige films. En veel jongeren hebben een eigen televisie waar ze programma's kijken die niet voor hen bestemd zijn. 1 Gebaseerd op P. Nikken, Kind en media. Weet wat ze zien (Amsterdam 2002) en P.M. Valkenburg, Beeldschermkinderen. Theorieën over kind en media (Amsterdam 2002). 2 Valkenburg, Beeldschermkinderen, Zoals genoemd in: Mediageweld verpest uw kinderen, Elsevier

6 In een gewelddadige gezinsomgeving is het effect nog eens extra sterk. Daar leren kinderen dat 'geweld werkt' en 'geweld niet erg is, omdat vader het ook gebruikt. Ook angstaanjagende situaties kunnen schadelijke gevolgen hebben, bijvoorbeeld doordat de angst van de hoofdpersoon de jeugdige kijker stuipen op het lijf jaagt. Jongere kijkers kunnen nog geen onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid (en die grens is vaak ook vaag). Ze hebben nog niet het mechanisme ontwikkeld om emotioneel af te haken wanneer iets dichtbij komt en worden daarom sneller angstig. De schadelijkheid van seksualiteit is dat jongeren een onwenselijk idee vormen over de inhoud van seksualiteit. Primaire reacties maken de dienst uit en begrippen als zelfbeheersing en trouw zijn niet echt aanwezig. Voor discriminatie, drugs- en alcoholgebruik en grof taalgebruik geldt dat er een mogelijk risico is op imitatie. Voor de SGP komt daar nog iets bij. Gemeten naar Bijbelse waarden en normen zijn vele uitingen ons een doorn in het oog. Deze waarden staan niet tegenover de punten van zorg (Geweld, angstaanjagende situaties, seksualiteit, discriminatie, drugs- en alcoholgebruik en grof taalgebruik) die de overheid heeft. We zijn er van overtuigd dat de Bijbelse waarden het welzijn en het behoud van de gehele samenleving op het oog hebben. Wel erkennen we dat op de punten geweld, seksualiteit en grof taalgebruik het maatschappelijk aanvaardbare vaak niet is wat de SGP aanvaardbaar vindt. Tegelijkertijd zien we dat er in de samenleving veel breder verzet is tegen de 'ranzigheid' die elke dag in de media tot ons komt. Daarom zal deze notitie zowel voorzien in voorstellen die op brede steun kunnen rekenen als voorstellen die veel verder gaan en een daadwerkelijke terugdringing van schadelijke invloeden realiseren. 4

7 3. Bestaand beleid Het huidige overheidsbeleid valt te karakteriseren met de term 'zelfregulering'. De basis van dat beleid is gelegd in de notitie 'Niet voor alle leeftijden: audiovisuele media en de bescherming van jeugdigen' uit Dat resulteerde in de oprichting van het NICAM (Nederlands Instituut voor classificatie van Audiovisuele Media) in 1999 en het aannemen door het parlement van een gewijzigde Mediawet in Het doel van dit wetsvoorstel was de bescherming van jeugdigen tegen voor hen schadelijk audiovisueel beeldmateriaal. Vier achterliggende oorzaken werden genoemd om tot deze wijziging te komen: 5 - de snelle ontwikkeling en verbreiding van audiovisuele media: - de toename van voor jeugdigen schadelijk beeldmateriaal; - veranderingen in de gezins- en arbeidsstructuur die het risico van ongewilde confrontatie van jeugdigen met ongeschikt beeldmateriaal verhogen; - de gegroeide consensus in de wetenschap dat geweld in de media schadelijk kan zijn voor jeugdigen. Er is gekozen voor een samenhangende benadering van alle relevante audiovisuele middelen. Bij het indienen van dit wetsvoorstel is nadrukkelijk aangegeven dat de overheid met behulp van een juridisch vangnet de grenzen van de zelfregulering af dient te bakenen (zie verder paragraaf 'Juridische barrières en mogelijkheden'). Het NICAM geeft gestalte aan deze zelfregulering door het hanteren van een Kijkwijzer. De Kijkwijzer is ingevoerd in de bioscopen, de televisieomroepen en de videobranche. Die Kijkwijzerclassificatie komt tot stand door het invullen van een vragenlijst. De Kijkwijzer kent drie leeftijdscategorieen: jonger dan 6, jonger dan 12 en jonger dan 16. De keuze voor deze leeftijden is gebaseerd op inzichten over de ontwikkeling van kinderen, bijvoorbeeld rondom het onderscheiden van fictie en realiteit. Bovendien kent de Kijkwijzer een aantal inhoudscoderingen: Geweld, angstaanjagende situaties, seksualiteit, discriminatie, drugs- en alcoholgebruik en grof taalgebruik. In de evaluatie van het NICAM door het kabinet, in de brief van 21 november 2003, spreekt het zich in positieve zin uit over het functioneren van het NICAM. Wel stelt het kabinet (relatief kleine) verbeteringen voor. Men pleit onder andere voor meer systematische kwaliteitsbewaking, meer betrekken van ouders bij het NICAM en een grotere rol voor de onafhankelijke klachtencommissie. In aanloop naar de bespreking van deze evaluatie in de Kamer, ontstond in de media een flinke hype over de Kijkwijzer. Na een kritisch artikel in 4 Kamerstukken II, ,25 266, nr Memorie van toelichting wijziging Mediawet, Kamerstukken II, , 26841, nr. 3. 5

8 de Volkskrant 6, berichtten verschillende media over onjuiste Kijkwijzer kwalificaties. Ook vanuit andere hoek, vooral vanuit de ouderorganisatie OUDERS & COO, kwam stevige kritiek. In een nota pleitten zij voor coregulering in plaats van zelfregulering. 7 Het in hun oog falende systeem van zelfregulering wordt veroorzaakt door het gebrek aan invloed door ouders. De zelfregulering door de branche dient aangevuld te worden met een publieke autoriteit, een media-expertisecentrum. De bespreking van de evaluatie in de Kamer leidde tot verschillende aanpassingen van de systematiek van de Kijkwijzer. Zo is ingevoerd dat het Commissariaat van de Media jaarlijks een rapport uitbrengt over de betrouwbaarheid en de nauwkeurigheid van de classificaties. Verder is de klachtenprocedure verkort en de mogelijkheid tot een spoedprocedure opgenomen. In april 2004 kwam het NICAM met een nieuw coderingsformulier. Mede door de hype uit januari komt er een extra vraag over seksueel georiënteerd taalgebruik en de combinatie tussen seks en geweld. Het algemene debat over waarden en normen ging ondertussen ook door. In maart 2004 kwam het kabinet met een reactie op het WRR-rapport 'Waarden, normen en de last van het gedrag' 8. In algemene termen komt het spanningsveld tussen vrijheid van meningsuiting en schadelijke uitingen aan de orde. Het kabinet onderschrijft het belang van waardepluriformiteit en de nadruk op eigen verantwoordelijkheid in de samenleving. Wanneer het gaat om de taak van de overheid komt het kabinet met een waslijst aan initiatieven. Één daarvan is het 'Voorkomen schadelijk mediaaanbod voor jeugd'. In de toelichting van dit ambitieuze streven wordt slechts het belang van zelfregulering nog eens onderstreept en stelt men een commissie in. Het kabinet belooft dat deze commissie, die later de commissie 'Jeugd, geweld en media' zal heten, in oktober 2004 zal rapporteren. In het Kamerdebat over het WRR-rapport en de kabinetsreactie, stelde het CDA de verantwoordelijkheid van de media aan de orde. Dit naar aanleiding van de rellen in de Graafse Wijk in Den Bosch en de relatie met het televisieprogramma 'Probleemwijken' van SBS6. In een speciale brief geeft staatssecretaris van der Laan aan dat het kabinet in gesprek gaat met de media om hen te wijzen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Verder onderstreept ze de programmatische autonomie en de versterking van zelfregulering door het kabinet. Eén van de regelmatig terugkerende thema's is het opzetten van een media-expertisecentrum. Dit is een plan van de vier ouderorganisaties binnen het onderwijs om zo de ouders meer grip op de bescherming van jeugdigen te geven. Het CDA-kamerlid Atsma heeft tijdens de begrotingsbehandeling van OCW in november 2005 een motie ingediend om te komen tot 6 'U bekijkt het maar', Volkskrant, zaterdag 10 januari Kijkwijzer en de bescherming van jeugdigen in de media. Geen zelfregulering maar co-regulering in een eigen mediaorganisatie, OUDERS & COO, februari Kamerstukken II, , 29454, nr. 2. 6

9 zo'n centrum. Ondanks dat deze motie door een Kamermeerderheid is aangenomen, is het kabinet niet van plan om te komen tot zo'n centrum. Daarin liggen vooral financiële motieven ten grondslag. Het kabinet zet in op verbetering van de bestaande (wat ons betreft versnipperde) initiatieven. In diezelfde maand volgde het rapport 'Wijzer Kijken' van de commissie Jeugd, geweld en media. Centrale begrippen zijn 'schadelijkheid', 'geschiktheid' en 'kennisbevordering'. De commissie is overwegend positief over de manier waarop het NICAM haar kerntaak, het aangeven van schadelijkheid, vormgeeft. Wel pleit de commissie voor blijvende overheidsbemoeienis in de vorm van financiële steun, zodat het NICAM geen speelbal wordt van de producenten. Naast wat organisatorische voorstellen pleit de commissie voor de invoering van een extra leeftijdscategorie van negen jaar. Wat betreft geschiktheid pleit de commissie voor nader onderzoek naar de haalbaarheid van een systeem met geschiktheidinformatie onder verantwoordelijkheid van het NICAM. Men stelt op basis van gehouden hoorzittingen dat dit in een behoefte voorziet. Ook de kennisbevordering is voor verbetering vatbaar, zo stelt de commissie. De huidige informatievoorziening is te gefragmentariseerd. Men pleit voor het gebruiken van de huidige structuren. De aanbevelingen zijn grotendeels overgenomen door het kabinet. Extra aandacht besteedde van der Laan aan de muziekclips. Die clips hadden de afgelopen maanden veel aandacht gekregen in het publieke debat. 9 Ze stelt vast dat het systeem van zelfregulering werkt, omdat het aantal klachten erg laag is. Het is overigens niet sterk om het succes van het systeem zelfregulering af te meten aan een instrument dat uit zelfregulering voorvloeit, namelijk de klachtenprocedure. De staatssecretaris laat wel ruimte om te komen tot 'herdefiniëring van grenzen met betrekking tot seks en geweld in muziekclips'. Die herdefiniëring dient tot stand te komen via een maatschappelijke discussie. Ook is de Wetenschapscommissie van het NICAM naar het aanscherpen van criteria rondom de man/vrouw verhouding. Op het punt van het verstrekken van geschiktheidinformatie benadrukt de staatssecretaris dat dat een taak van de branche zelf is. Het voorkomen van schade ziet ze als een wezenlijke verantwoordelijkheid van de overheid. In de plenaire behandeling van het algemeen overleg 'Jeugd, geweld en media' op 12 september 2006 worden drie moties aangenomen die van de regering verlangen meer werk te maken van de bescherming van jeugdigen. In de motie Atsma c.s. 10 wordt opgeroepen een plan van aanpak te ontwikkelen om schadelijke invloeden via internet aan te pakken. In de motie Slob c.s. 11 wordt opgeroepen meer werk te maken van media- 9 De discussie ontstond na het opiniestuk van PvdA-kamerleden Jeroen Dijsselbloem en Martijn van Dam in de Volkskrant, 'Niet bang zijn voor staatsbemoeienis met de opvoeding', Volkskrant 5 november Vergaderstukken II, , 29326, nr. 9 " Idem, nr

10 educatie, in combinatie met een op te zetten media-expertisecentrum. De motie Van der Vlies c.s. 12 draait om het ontwikkelen van een systeem voor geschiktheidinformatie, daarover later meer. In het regeerakkoord van het kabinet Balkenende-IV is de afspraak opgenomen om media-aanbieders te stimuleren een gedragscode op te stellen voor veilig media-aanbod. Het beleidsprogramma maakt duidelijk dat dit in het verlengde moet worden gezien van de Kijkwijzer. Ook is in het regeerakkoord vastgelegd dat er een media-expertisecentrum komt. 12 Idem, nr

11 4. Kritische vragen rondom het beleid en het debat daarover Jongeren en volwassenen Het debat over waarden- en normenoverdracht in de media gaat vrijwel uitsluitend over jongeren. Tot op zekere hoogte is de aandacht voor jongeren terecht. Geweld en seksualiteit, vooral in visuele media, hebben een grote impact op hun ontwikkeling. De beïnvloeding van jongeren door de media heeft brede aandacht, getuige de Rechten van het Kind, Europese en Nederlandse regelgeving. Op basis van wetenschappelijke resultaten kan onomstotelijk worden vastgesteld dat bepaalde uitingen negatieve gevolgen hebben voor jongeren. De bijna exclusieve aandacht voor jongeren komt voort uit de gedachte dat volwassenen in het geheel zelf verantwoordelijk zijn voor hun kijkgedrag. Inderdaad zijn volwassenen, in tegenstelling tot jongeren, volledig aansprakelijk op hun eigen verantwoordelijkheid. 'Bescherming' van volwassenen is daarom ook geen juiste term. In principe ligt de nadruk daarom bij jongeren. Dat betekent echter niet dat een overheid niet zou moeten streven naar het ontwikkelen van algemene normen op het gebied van bijvoorbeeld eerbaarheid. Voor een aantal programma's is het zeer de vraag of die wenselijk zijn voor de samenleving als geheel. Of het concrete geval van vloeken bijvoorbeeld, wat veelvuldig voorkomt in de media. Daarom gaat deze notitie niet exclusief over schadelijkheid en geschiktheid van mediauitingen voor jongeren. We pleiten dan ook voor een aanscherping van artikel 240 van het Wetboek van Strafrecht. Anders dan artikel 240a gaat dit artikel niet alleen over jongeren tot de zestien jaar, maar legt ze algemene normen aan. Angst voor censuur en betutteling Politici die verder willen gaan dan het oproepen tot een maatschappelijke discussie en het nemen van ieders verantwoordelijkheid, krijgen al snel het verwijt voor 'censuur' te zijn of 'betuttelend' bezig te zijn. Wanneer deze twee termen vallen, lijkt elke discussie op basis van argumenten verder uitgesloten. Op grond van de Mediawet is inderdaad zo dat de staatssecretaris uiteindelijk niet gaat over de inhoud van de programmering. Dat betekent echter niet dat de politiek geen inhoudelijke uitspraken zou mogen doen, zeker niet wanneer er sprake is van mogelijke of ernstige schade aan jeugdigen. De wetgever heeft een verantwoordelijkheid ten opzichte van de publieke ruimte en daarmee ook ten opzichte van de media. Dat geldt vooral voor de publieke omroep die grotendeels door de staat bekostigd wordt. Een deel van de Kamer gebruikt de begrippen censuur en betutteling om de afkeer van morele oordelen aan te geven. Illustratief is in dit verband een interruptie van Halsema (GroenLinks) richting Verhagen (CDA). Dit vond plaats tijdens een debat over waarden en normen, waarin Verhagen zijn afkeer uitsprak over de serie 'Probleemwijken' van SBS6. Nadat Ver- 9

12 hagen zijn afkeer uitsprak over de rol van de media in het ontstaan van rellen in de Graafsewijk, reageerde Halsema: 'U moraliseert de media. U wilt de media een bepaalde richting in duwen. U past geen censuur toe, dat ben ik direct met u eens, maar u moraliseert wel. Dat beperkt. Dan stuurt u de media een bepaalde richting op'. 13 Wij delen deze afkeer van morele oordelen uiteraard niet, en pleiten juist voor meer moreel leiderschap in de politiek. De media zijn van grote invloed in onze samenleving en dragen dagelijks bepaalde waarden en normen uit. Veel opvoeders maken zich zorgen daarover. Het is de taak van de politiek om hen niet in de kou te laten staan en op te treden wanneer dat nodig is. Het is praktisch gezien onhaalbaar en grondwettelijk gezien onjuist om alles van te voren te keuren. Dat verwijt kan ons niet gemaakt worden. Het andere uiterste, alleen aanzwengelen van het maatschappelijke debat, is absoluut ontoereikend. Dat veronderstelt namelijk dat alle partijen hun verantwoordelijkheid zien en daadwerkelijk actie willen ondernemen. Dat betwijfelen wij. 14 Tussen die twee uitersten zijn allerlei maatregelen denkbaar, die onzes inziens veel te weinig voor het voetlicht komen. Daarin wil deze nota voorzien. Het principe van zelfregulering Zoals al eerder aangegeven is zelfregulering het leidende principe in de bescherming van minderjarigen voor audiovisuele diensten. Zelfregulering is niet onomstreden, omdat daarmee 'de slager zijn eigen vlees keurt'. Dat is zeker geen theoretisch bezwaar, omdat er grote belangen op het spel staan. De kwalificatie 'schadelijk onder 12 jaar' of 'schadelijk onder 16 jaar' betekent dat een programma niet voor uur respectievelijk uur mag worden uitgezonden. Dat heeft grote consequenties voor bijvoorbeeld reclamegelden. Dat betekent niet dat we terugwillen naar de oude Filmkeuring. Allereerst omdat zelfregulering zo geworteld is dat het terugdraaien daarvan niet haalbaar is. In praktische zin is zelfregulering beter uitvoerbaar. Bovendien is zelfregulering veel breder toepasbaar dan de oude Filmkeuring. Door de financiering van het NICAM door de overheid, die in ieder geval nog doorloopt tot 2008, heeft de overheid een vinger in de pap bij dit orgaan. Daarom wordt ook wel gesproken van geconditioneerde zelfregulering. In een recent rapport van de Europese commissie wordt nog eens aangegeven dat deze gematigde vorm van zelfregulering het meest in de lijn is van de Europese richtlijn 'Televisie zonder grenzen'. Zelfregulering alleen is onvoldoende om gestalte te geven aan de overheidstaak op het gebied van waarden en normen. In de notitie 'Niet voor alle leeftijden' die aan de keuze voor zelfregulering ten grondslag ligt, wordt gesuggereerd dat zelfregulering de oplossing is om schade aan 13 Kamerstukken II, , 29454, nr. 73, blz Denk bijvoorbeeld aan een woordvoerder van Talpa die de ophef over de Gouden Kooi dankbaar aangreep voor de promotie van zijn programma en de vergroting van de kijkcijfers. Ook zijn er programmamakers die vol trots vertellen dat zij allerlei taboe's aan het doorbreken zijn, terwijl ze zich niet realiseren dat er een taboe is op het vaststellen van heldere wettelijke kaders. 10

13 jeugdigen te beperken. De overheid zou binnen de wettelijke grenzen veel meer kunnen doen om pleiten wel voor een stevige rol van de overheid en de ouders. Co-regulering is in dat verband de beste benaming. In de paragraaf'plan van aanpak' meer daarover. 11

14 5. Europese en globale bepalingen In de bescherming van jeugdigen en in het beheren van het publieke domein is een belangrijke rol weggelegd voor de overheid. In het rapport 'Wijzer kijken' wordt de rol van de overheid aangegeven als 'wetgever, bestuurder, subsidiegever, initiator en katalysator'. Eerst een verkenning van de verschillende bepalingen, waarvan de tekst is opgenomen in bijlage 1. Rechten van het Kind De rechten van het Kind, verbonden aan het VN-lidmaatschap, geven duidelijk aan dat de overheid de taak heeft het kind 'te verzekeren van de bescherming en zorg die nodig zijn voor zijn of haar welzijn'. Daarbij dient rekening gehouden te worden met rechten en plichten van de ouders. Deze verantwoordelijkheid van de overheid krijgt verder gestalte in de bepaling in art. 17 e waarin de staten opgeroepen worden 'passende richtlijnen voor de bescherming van het kind tegen informatie en materiaal die schadelijk zijn voor zijn of haar welzijn' Nuancering op deze zorgplicht is de al eerder aangegeven primaire verantwoordelijkheid van ouders. Bovendien is in artikel 13 expliciet geregeld dat ook een kind het recht heeft op vrijheid van meningsuiting. Samenvattend, een overheid dient kinderen te beschermen, zonder dat daarbij onnodig informatie wordt onthouden. De plaats van Europa in het denken over waarden, normen en media is onmiskenbaar. Allereerst is er het algemene kader van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM), in het bijzonder artikel 10. Dit artikel kan rechtstreeks door de Nederlandse rechter worden toegepast. In lid 1 van dit artikel wordt de vrijheid van meningsuiting gewaarborgd. In lid 2 wordt dit nader ingekleurd door te wijzen op 'de plichten en verantwoordelijkheden' die dat met zich meebrengt. Over die plichten en verantwoordelijkheden wordt gewaakt door de overheid die restricties kan opleggen die 'bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn'. Uit de arresten van het Europese hof blijkt dat het 'noodzakelijk zijn in een democratische samenleving' vaak het beslissende beoordelingscriterium is. Dit wordt zeer restrictief ten aanzien van overheidsinmenging uitgelegd. 15 Ook de invloed van Europa op specifieke terreinen van het mediabeleid is sterk toegenomen. De oorspronkelijk terughoudende opstelling ten aanzien van de cultuursector werd in de jaren negentig verruild voor een steviger vinger in de pap. Dat de Gemeenschap meer dan louter economische doelen nastreefde, werd vooral duidelijk in het verdrag van Maastricht en het verdrag van Amsterdam. In de wetgeving t.a.v. de mediasector zie je dat aanvankelijk economisch getinte ambities bredere gevolgen hebben. 15 P. Larouche, e.a., Een schets van het Europese mediabeleid. Studie voor het WRR-project media (Den Haag 2005)

15 De zeggenschap over audiovisuele diensten is een uitwerking van de vier vrijheden van goederen, diensten, personen en kapitaal. De bepalingen over mededinging hebben gevolgen voor de audiovisuele omroepen. Een belangrijk onderscheid in Europese wet- en regelgeving is die tussen 'content' (inhoud) en netwerk of distributie. Op het gebied van netwerk geldt al een horizontale aanpak, waarbij geprobeerd wordt technologieneutraal beleid te voeren. Daarbij is niet langer het medium, maar het einddoel, de functie, belangrijk. Dit heeft automatisch tot gevolg dat de wetgeving een stuk algemener en flexibeler wordt. Wat betreft 'content' is de wetgeving lang uitgegaan van de verschillende media, maar ook daar komt verandering in. Die verandering krijgt vooral gestalte in de herziening van de richtlijn Televisie zonder Grenzen. 16 Televisie zonder grenzen De TZG-richtlijn speelt een centrale rol in de regulering van de media door de overheid. De richtlijn is opgesteld in 1989, herzien in 1997 en is op dit moment opnieuw onderwerp van beraadslagingen. Het is in toenemende mate problematisch dat deze richtlijn technologie-afhankelijk is. De vooronderstelling dat er een gelimiteerd aantal kanalen zijn voor radio en televisie, is steeds meer achterhaald. Daarom is deze richtlijn ook het voorwerp van beraadslagingen. Het ziet er naar uit dat co- en zelfregulering steeds meer richtinggevend zullen worden om effectief te kunnen handhaven, omdat het zich snel kan aanpassen aan de technologische vooruitgang. 17 Lidstaten gaan hier in toenemende mate toe over, maar kiezen wel voor een 'stok-achter-de-deur' om de vrijblijvendheid weg te nemen. Een belangrijk kenmerk in de nationale wetgeving, het verschil tussen 'ernstige schade' en 'schade' (zie verder 'Nationale bepalingen'), is afkomstig uit de TZG-richtlijn. In artikel 22 lid 1 wordt lidstaten opgedragen passende maatregelen te nemen om programma's te voorkomen die ernstige schade aanrichten. In lid 2 wordt in geval van schade worden diezelfde maatregelen voorgeschreven, 'tenzij door de keuze van het tijdstip van de uitzending of door technische maatregelen wordt gewaarborgd dat minderjarigen in het zendgebied de uitzendingen normalerwijze niet zullen zien of beluisteren.' Lid 3 bepaald vervolgens: 'indien dergelijke programma's ongecodeerd worden uitgezonden, zorgen de lidstaten er bovendien voor dat zij worden voorafgegaan door een akoestische waarschuwing of dat zij gedurende de gehele uitzending herkenbaar zijn aan een visueel symbool.' Lid 3 wordt in de huidige situatie niet verwerkelijkt. Van akoestische waarschuwingen is geen sprake en de Kijkwijzerkwalificatie is slechts de eerste seconden van een uitzending zichtbaar. " Larouche, Een schets van hel Europese mediabeleid, Ibidem,

16 6. Nationale bepalingen Artikel 7 van de grondwet In artikel 7 van de grondwet wordt voorafgaand toezicht op de inhoud van radio- of televisie-uitzendingen verboden. Dit in de volksmond geheten 'censuurverbod' speelt een belangrijke rol in debatten over het steviger aanpakken van ongewenste media-uitingen. Het opzetten van een klachtensysteem waarin vooraf vastgestelde normen achteraf getoetst worden, wordt niet in dit artikel verboden. Vanwege de snelle technologische ontwikkelingen liggen er voorstellen van de commissie-fransen om de formulering van artikel 7 in de grondwet techniekonafhankelijker te maken. Daar staan wij niet negatief tegenover. 18 In de herziening dient de discussie over de reikwijdte van de overheidsbemoeienis bij het tegengaan van schadelijke uitingen worden meegenomen. Mediawet Een fundamenteel onderscheid in de bescherming van jeugdigen zoals geregeld in artikel 52d van de Mediawet, is 'ernstige schade' en 'schade'. Een duidelijk handvat om te bepalen welke vorm van geweld onder welke categorie valt, ontbreekt. Dat is merkwaardig gezien de grote consequenties die indeling heeft. Wel zijn er enkele misstanden die in ieder geval onder ernstige schade vallen, bijvoorbeeld wanneer het gaat om ontuchtige handelingen of bij bepaalde vormen van extreme porno samengaand met hard geweld. 19 Het toezicht hierop berust bij het Commissariaat voor de Media. In het geval van uitingen die 'schade kunnen toebrengen' berust het toezicht bij een door de minister erkende instelling, in dit geval het NICAM. De manier waarop die organisatie werkt, is vastgelegd in artikel 53. Ook wettelijk geregeld is dat omroepen die zich aansluiten bij het NI- CAM en zaken uitzenden die 'schade kunnen toebrengen' zich houden aan de uitzendtijden die daarbij passen. Artikel 52d en artikel 53 vormen het wettelijke kader voor de zelfregulering. Artikel 53 geeft de classificatiecriteria waaraan de verschillende omroepinstellingen zich dienen te houden. Naast de bestaande criteria is er de opdracht om criteria te ontwikkelen om te beoordelen of 'op andere gronden volgens algemeen geldende opvattingen producten niet geschikt zin voor vertoning aan bepaalde categorieën personen jonger dan zestien jaar'. Er is niet voor gekozen een aansluitingsplicht in te stellen. Dat botst juridisch gezien met zelfregulering. Wanneer een omroep zich niet aansluit, valt die omroep in zijn geheel onder het toezicht van het Commissariaat voor de Media. Het strafrechtelijke vangnet wat bij deze bepalingen past, is artikel 240a van het WvS. 18 J.W. van Berkum, e.a., Vrijheid in gebondenheid, over grondrechten in het digitale tijdperk, Uitgave Guido de Brès-stichting, nr. 35. " Zoals ondermeer blijkt uit Kamervragen van de Kamerleden Rouvoet en Slob van 10 april 2003, vergaderjaar , nr

17 Artikel 240a Wetboek van Strafrecht In dit strafrechtelijke vangnet wordt het verstrekken, aanbieden of vertonen van een afbeelding, voorwerp of gegevensdrager waarvan de vertoning schadelijk te achten is voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar strafbaar gesteld. Het vertonen van televisieprogramma's valt niet onder de werking van dit artikel. Deze wet leidt vooral een slapend bestaan, vervolging op grond van dit wetsartikel is niet bekend. Dat is curieus gezien de argumentatie in de Memorie van toelichting bij de wijziging van de Mediawet in Daarin staat: 'De overheid dient te voorzien in een juridisch vangnet waar het zelfregulerende vermogen van het systeem zijn grenzen bereikt. Dat is vooral van belang aan het einde van de distributieketen, d.w.z. daar waar jeugdigen feitelijk geconfronteerd kunnen worden met schadelijk beeldmateriaal. Dit vangnet bestaat uit artikel 240a Wetboek van Strafrecht in aangepaste vorm en het inkaderen van de zelfregulering in de Mediawet (zie bovenstaande).' 21 Daarin wordt de toevoeging van 'gegevensdrager' en het introduceren van een zwaardere straf geïntroduceerd als één van de waarborgen tegen de nadelen van zelfregulering. Wanneer vervolgens blijkt dat deze wet een slapend bestaan lijkt en geen prioriteit heeft bij openbaar ministerie en politie, is de invoering van zelfregulering niet helemaal zuiver verlopen. We pleiten er dan ook voor dit wetsartikel te verbreden tot televisie. 20 Kamerstukken H, ,26841, nr Kamerstukken II, ,26841, nr. 3,

18 7. Wat kan een overheid doen? Naast de juridische vragen wat een overheid kan doen aan onwenselijke media-invloeden, is er ook de principiële afweging. De vraag of een bepaalde media-uiting onwenselijk is, hangt af van de waarden en normen die je aanhangt. De grens tussen het toelaatbare en het niet-toelaatbare ligt niet voor iedereen op dezelfde plaats. Toch is dat niet het hele verhaal. Allereerst heeft de overheid vanwege internationale en Europese verdragen de plicht minderjarigen te beschermen. De gedachte is dat een norm betreffende schadelijkheid tot stand kan komen op basis van wetenschappelijke inzichten, los van overtuiging. Wanneer het om geweld gaat, is inderdaad in vele onderzoeken aangetoond dat het veelvuldig zien van geweld ook gewelddadig gedrag uitlokt. Voor de meeste andere Kijkwijzerkwalificaties is het wetenschappelijke bewijs minder omvangrijk, maar steunt het op een brede maatschappelijke consensus over onwenselijkheid voor minderjarigen van discriminatie, grof taalgebruik, seks en angst. Het kabinet heeft te kennen gegeven een principieel verschil te zien tussen schadelijkheid en geschiktheid. In de evaluatie van de systematiek van zelfregulering schrijft het kabinet: 'De beoordeling van schadelijkheid is gebaseerd op bestaande wetenschappelijke inzichten. Het voorkomen van schade rekent het kabinet ook tot een wezenlijke verantwoordelijkheid van de overheid'. (...) De Kijkwijzer geeft door het gekozen systeem meer informatie dan strikt nodig is om schade te voorkomen. (...) Vanuit de optiek van de overheid is echter het geven van adviezen over geschiktheid geen doel van het stelsel maar een prettige bijkomstigheid. Indien de overheid maatregelen treft die beogen burgers over de geschiktheid van audiovisuele producten voor te lichten, overschrijdt zij de grenzen van haar taak en bevoegdheid.' 22 Het kabinet maakt ten onrechte een scherp onderscheid tussen een objectief schadelijkheidscriterium en een subjectief geschiktheidscriterium. In de praktijk lopen beiden al door elkaar heen in de systematiek van de Kijkwijzer. Alleen op het gebied van geweld en angst zijn veel studies verschenen die de schadelijke gevolgen voor jeugdigen hard aantonen. Wat betreft de andere criteria is er al een oordeel van maatschappelijke ongewenstheid in meegenomen. Bovendien blijkt uit het rapport 'Wijzer Kijken' dat er ook een grote behoefte bestaat onder ouders naar geschiktheidsinformatie. Dat signaal moet de politiek oppakken. Op dit moment is er binnen het NICAM een werkgroep bezig die zich gaat buigen over de mogelijkheden voor een systeem dat geschiktheidsinformatie geeft. 23 Onderwijs en media 22 Kamerstukken II, , 29326, nr. 1, Dit standpunt heeft concreet geleid tot de motie van der Vlies c.s., Kamerstukken II, , 29326, nr

19 De Kijkwijzer veronderstelt dat ouders goed omgaan met hun verantwoordelijkheid om hun kinderen 'mediawijs' te maken. In een substantieel aantal gevallen hebben ouders nauwelijks inzicht in het gedrag van hun kinderen. Dat plaatst een overheid voor vragen rondom opvoedingsondersteuning, de vergroting van weerbaarheid van jongeren en dergelijke. Dat ligt buiten het bestek van deze notitie. De overheid zou wel een rol kunnen spelen in het verder ontwikkelen van media-educatie. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat jongeren ondoordacht omgaan met vooral nieuwe media. Er is een belangrijke rol weggelegd voor scholen om jongeren te leren verstandig om te gaan met media. In het plan van aanpak meer hierover. 17

20 8. Plan van aanpak In dit onderdeel komt de SGP-fractie met een plan van aanpak. In dit plan staan aan de ene kant voorstellen die de bestaande structuren verstevigen (zoals versterking van de Kijkwijzer) en anderzijds plannen die veel verder gaan en nieuwe structuren in het leven roepen. Daar is bewust voor gekozen. Voorstellen worden alleen uitgevoerd als ze een meerderheid krijgen. Daarom zijn er een aantal voorstellen (die voorzien in versterking van zelfregulering) waarvan de kans redelijk groot is dat er brede politieke steun voor is. Dat zijn bovendien vaak voorstellen die door veel meer partijen als waardevol worden geacht. Anderzijds mag het zoeken naar meerderheden ons er niet van weerhouden met veel ambitieuzere voorstellen te komen. Die voorstellen houden in dat de SGP-fractie er van overtuigd is dat, gezien de vele excessen, de politiek normen zou moeten opstellen over de inhoud van de programmering. We realiseren ons dat dat fundamentele wetswijzigingen en een andere manier van denken vraagt. * Versterking Kijkwijzer We doen de volgende voorstellen: - Laat een Kijkwijzerkwalificatie tijdens de gehele uitzending in de hoek van het scherm zichtbaar zijn. - Verplicht kranten om in de uitzendschema's de kwalificatie op te nemen. - Zorg ervoor dat ouders een veel nadrukkelijkere plaats krijgen binnen het NICAM. De professionals die er nu zitten, doen uitspraken over de schadelijkheid van uitingen. Ouders kunnen ook aangeven of iets ongewenst is. - Geschiktheid moet een nadrukkelijke rol in Kijkwijzerkwalificaties krijgen. - Laat het NICAM ook positieve uitspraken doen, waarin ze bepaalde programma's aanraden vanwege afwezigheid van geweld en seks. In deze voorstellen verschuift de zelfregulering naar co-regulering (een initiatief van branche én overheid). Binnen de wettelijke bepalingen is dat mogelijk. Het is erg belangrijk dat de overheid blijft meebetalen aan dit initiatief, zodat ze een drukmiddel heeft om gewenste veranderingen door te voeren. Hiermee wordt de klassieke tegenwerping tegen dit systeem, 'de slager keurt zijn eigen vlees', minder relevant. * Code voor goed mediagebruik In de Kamer is inmiddels brede steun voor een code voor goed mediagebruik. Wij ondersteunen dit pleidooi. Net als bij de Kijkwijzer is hier geen sprake van een daadwerkelijke afname van de hoeveelheid schadelijke uitingen. Het enige resultaat is 'labeling' van gewenste uitingen. Een dergelijke code is voor de SGP-fractie daarom niet de oplossing voor alle problemen. Op dit dossier is iedere stap een belangrijke, dus we zullen een pleidooi voor een dergelijke code zeker ondersteunen. 18

21 * Mediawijs maken van kinderen Media spelen een belangrijke rol in het dagelijks leven, zeker van jongeren. De waarden- en normenoverdracht die tijdens de opvoeding plaatsvindt, geschiedt nadrukkelijk ook in de media. Het kijkgedrag van kinderen is allereerst een verantwoordelijkheid van de opvoeders. Daar moeten ze steeds op aangesproken worden De overheid moet niet in de valkuil trappen die verantwoordelijkheid over te nemen. Wel moet de overheid zich inzetten de positie van ouders te versterken. En wanneer blijkt dat ouders die verantwoordelijkheid niet nemen, dient de overheid ook in actie te komen. De nadruk in deze notitie ligt op het medium televisie. Voor dat medium geldt dat overheidstoezicht goed te realiseren is. Wanneer het gaat om schadelijke uitingen via bijvoorbeeld internet, is het nauwelijks te doen een adequate bescherming van overheidswege in te vullen. Voor die nieuwe media geldt daarom des te meer dat het aankomt op een goed gebruik door burgers. Zeker waar het gaat om nieuwe media is het belangrijk de positie van onderwijs te versterken en er op scholen meer aandacht aan te besteden. Dus ook het onderwijs kan veel betekenen in het leren omgaan door jongeren met de media. De term 'mediawijsheid' wordt in dat verband veel gebruikt. In de afgelopen periode heeft het kabinet haar visie op mediawijsheid het licht doen zien. 24 Deze notitie zegt vooral dat we veel meer moeten denken vanuit kansen dan vanuit bedreigingen. Dat is niet de lijn van de SGP-fractie. Ook wij zien de kansen die de media biedt. Wanneer het echter gaat om jongeren en media blijkt vaak dat ze zelf uiterst inventief zijn om nieuwe mogelijkheden op te sporen. Tegelijkertijd blijkt dat ze de grote risico's over het hoofd zien. Al met al is er sprake van een tamelijk naïeve notitie. Op het terrein van onderwijs en opvoeding stellen we voor: - Integreer het thema media-educatie in het lesprogramma. Stel docenten aan die daar speciaal voor geschoold zijn. Dit deel van het onderwijs dient niet allereerst een loflied te zijn op de onbegrensde mogelijkheden van de media, maar dient een realistisch beeld te schetsen met nadrukkelijk aandacht voor de risico's. - Ondersteun media-educatie in het onderwijs met een landelijk centrum, een media-expertisecentrum. Dit instituut heeft een sleutelfunctie in het domein 'waarden, normen en media'. Het centrum houdt zich bezig met goede en recente methodes om het vak mediaeducatie vorm te geven. Het heeft verder een adviserende functie richting ouders. Alle bestaande initiatieven die door de overheid gefinancierd worden op dit terrein, kunnen samengevoegd worden in een dergelijk centrum. De huidige versnippering wordt op die manier beëindigd. Van- 24 Ministerie van OCW, Media-wijsheid: burgerschap in een informatiemaatschappij, 9 oktober

22 uit de sector is al een aanzet gegeven voor zo'n instituut, het Jeugd en Media centrum. 25 Dit initiatief verdient een krachtig impuls. * Repressief optreden Actief overheidsingrijpen is iets wat voor de SGP-fractie een onlosmakelijk onderdeel is van een goede aanpak van geweld en seks in de media. Op een dergelijk ingrijpen rust een taboe. In het debat in de Kamer wordt vaak gesteld dat dit wettelijk onmogelijk is, maar uiteindelijk zit het vast op de politieke wil om morele oordelen te vellen en stevig in te grijpen. De SGP pleit wel voor het vaststellen van heldere normen, die aangereikt worden in de Bijbel en gesteund worden door de publieke verontwaardiging over excessen in de media. Een belangrijke reden om het wettelijke traject te volgen is dat de Nederlandse overheid te weinig handen en voeten geeft aan internationale bepalingen rondom de bescherming van kinderen tegen schadelijke uitingen. We stellen het volgende voor: - Veel meer onderzoek naar en ontwikkeling van blokkeringtechnieken voor televisie en internet. - Verder dient er een stevig klachtensysteem opgezet te worden waarin ouders kunnen klagen over geweld, seksualiteit en schuttingtaal. Vooraf vastgestelde normen kunnen zo worden getoetst. Het Commissariaat voor de Media dient dat te handhaven en zou de mogelijkheid moeten krijgen forse boetes uit te delen. Zo worden omroepen financieel genekt wanneer ze ongewenste programma's uitzenden. Als ultieme sanctie moet het mogelijk zijn programma's van de buis te halen. De Verenigde Staten leveren wat dat betreft een aansprekend voorbeeld. Daar is een ouderorganisatie, de Parents Television Council, die zich continu bezig houdt met ongewenste media-uitingen. Medewerkers van die organisatie zijn dag in dag uit bezig met het bekijken van al de vertoonde uitzendingen. Bij overtreding van de door het Congres vastgestelde normen wordt een klacht ingediend bij het Amerikaanse equivalent van het Commissariaat voor de Media. De angst voor dit invloedrijke instituut is groot. Dit is een aansprekend voorbeeld van het effectief bundelen van ongenoegen van ouders over ongewenste media-uitingen. - Aanscherping van artikel 240 van het Wetboek van Strafrecht. Daarin wordt de verspreiding van afbeeldingen of voorwerpen die aanstotelijk zijn voor de eerbaarheid verboden. Dit dient ook toegepast te worden op media. Deze aanscherping doet recht aan onze overtuiging dat sommige media-uitingen in het algemeen ongewenst zijn, ook voor volwassenen. - Artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht ook van toepassing verklaren voor televisie. Bovendien dient dit artikel een hogere prioriteit te krijgen bij het openbaar ministerie. 25 vyww.ieugdenmedia.nl. Zie vooral het visiedocument: 20

23 9. Belangrijkste bronnen - Berkum. J.W van., e.a., Vrijheid in gebondenheid, over grondrechten in het digitale tijdperk, Uitgave Guido de Brès-stichting, nr Dijsselbloem en van Dam, 'Niet bang zijn voor staatsbemoeienis met de opvoeding', Volkskrant,5 november Dijsselbloem en van Dam, 'Het respect moet weer terug op televisie', Trouw, 11 oktober Elsevier, 'Mediageweld verpest uw kinderen', Justitiële verkenningen, Film- en videogeweld, (Den Haag 1997). - Kamerstukken (zie notenapparaat). - Kuitenbrouwer, U bekijkt het maar', Volkskrant, 10 januari Larouche, P., e.a., Een schets van het Europese mediabeleid. Studie voor het WRR-project media (Den Haag 2005). - Nikken, P., Kind en media. Weet wat ze zien (Amsterdam 2002) - OCW, Kabinetsreactie op rapport "Wijzer Kijken" van de commissie Jeugd, Geweld en Media, 2 juni OCW, Mediawijsheid: burgerschap in een informatiemaatschappij, 9 oktober OUDERS & COO, Kijkwijzer en de bescherming van jeugdigen in de media. Geen zelfregulering maar co-regulering in een eigen mediaorganisatie, februari Trouw, '2,4 miljoen boete op een woord. Media in de VS', 22 augustus Stoel, A.L van der., e.a., Wijzer Kijken. Advies commissie Jeugd, Geweld en Media, november Valkenburg, P.M., Beeldschermkinderen. Theorieën over kind en media (Amsterdam 2002). 21

24 Bijlage: Relevante passages in wet- en regelgeving * Verdrag inzake de rechten van het kind Artikel 3 lid 2 De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of haar welzijn, rekening houdend met de rechten en plichten van zijn of haar ouders, wettige voogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk voor het kind zijn, en nemen hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen, art. 13 lid 1 Het kind heeft het recht op vrijheid van meningsuiting; dit recht omvat mede de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook te vergaren, te ontvangen en door te geven, ongeacht landsgrenzen, hetzij mondeling, hetzij in geschreven of gedrukte vorm, in de vorm van kunst, of met behulp van andere media naar zijn of haar keuze, art. 17 De staten die partij zijn, erkennen de belangrijke functie van de massamedia en waarborgen dat het kind toegang heeft tot informatie en materiaal uit een verscheidenheid van nationale en internationale bronnen, in het bijzonder informatie en materiaal gericht op het bevorderen van zijn of haar sociale, psychische en morele welzijn en zijn of haar lichamelijke en geestelijke gezondheid. Hiertoe dienen de Staten die partij zijn: (...) e. de ontwikkeling aan te moedigen van passende richtlijnen voor de bescherming van het kind tegen informatie en materiaal die schadelijk zijn voor zijn of haar welzijn, indachtig de bepalingen van de artikelen 13 en 18. * Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) Artikel Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. Dit artikel belet Staten niet radio-omroep, bioscoop- of televisieondernemingen te onderwerpen aan een systeem van vergunningen. 2. Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen. * Richtlijn Grensoverschrijdende televisie Artikel De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat in de televisieuitzendingen van de onder hun bevoegdheid vallende omroeporganisaties geen programma's voorkomen die de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen ernstig zouden kunnen aantasten, met name programma's waarin pornografische scènes of beelden van nodeloos geweld voorkomen. 2. De in lid 1 bedoelde maatregelen gelden eveneens voor andere programma's die schade kunnen toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen, tenzij door de keuze van het tijdstip van de uitzending of door technische maatregelen wordt gewaarborgd dat minderjarigen in het zendgebied de uitzendingen normalerwijze niet zullen zien of beluisteren. 3. Indien dergelijke programma's ongecodeerd worden uitgezonden, zorgen de lidstaten er bovendien voor dat zij worden voorafgegaan door een akoestische waarschuwing of dat zij gedurende de gehele uitzending herkenbaar zijn aan een visueel symbool. 22

25 * Grondwet Artikel 7 1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. 2. De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending. 3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden. 4. De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame. * Mediawet Artikel 52d 1. Het televisieprogramma van een instelling die zendtijd heeft verkregen bevat geen programma-onderdelen die de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar ernstige schade zouden kunnen toebrengen. 2. Het televisieprogramma van een instelling die zendtijd heeft verkregen mag slechts programma-onderdelen bevatten die schade kunnen toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar, indien die instelling is aangesloten bij een door Onze Minister erkende organisatie als bedoeld in artikel 53, eerste lid, en ter zake gebonden is aan de regels en het toezicht daarop van die erkende organisatie met betrekking tot het uitzenden van de hiervoor bedoelde programma-onderdelen. De instelling die zendtijd heeft verkregen en die is aangesloten toont dit aan door middel van een aan het Commissariaat voor de Media over te leggen schriftelijke verklaring van de erkende organisatie. Artikel Onze Minister kan een organisatie erkennen die voorziet in regelingen omtrent classificatie en het uitzenden van programma-onderdelen als bedoeld in artikel 52d, tweede lid, en het toezicht daarop. De regelingen hebben in ieder geval betrekking op: a. criteria voor de classificatie van programma-onderdelen, waaronder in ieder geval de mate waarin: 1. angst wordt opgewekt; 2. brutaliserend geweld wordt vertoond of gerechtvaardigd; 3. het gebruik van drugs aantrekkelijk wordt voorgesteld of vergoelijkt; 4. sprake is van pornografie; 5. op andere gronden volgens algemeen geldende opvattingen producten niet geschikt zijn voor vertoning aan bepaalde categorieën personen jonger dan zestien jaar; b. de uitzendtijdstippen van de hiervoor bedoelde programma-onderdelen; c. de wijze waarop de uitzending van deze programma-onderdelen wordt voorafgegaan door of is voorzien van symbolen of waarschuwingen. 2. Aan een erkenning kunnen voorschriften worden verbonden. Van een beschikking tot erkenning wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. 3. Een organisatie komt slechts voor erkenning in aanmerking indien: a. onafhankelijk toezicht door de organisatie op de naleving van de regelingen, bedoeld in het eerste lid, is gewaarborgd; b. voorzien is in voldoende betrokkenheid van belanghebbenden, waaronder in ieder geval vertegenwoordigers uit de consumentensfeer, instellingen die zendtijd hebben verkregen, deskundigen op het gebied van de audiovisuele media en producenten van audiovisuele media; 64 c. de financiële positie van de organisatie een adequate uitvoering van de werkzaamheden waarborgt. 23

26 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de eisen bedoeld in het derde lid en kunnen andere eisen ten aanzien van de erkenning worden gesteld. 5. Onze Minister trekt een erkenning in indien de organisatie niet meer voldoet aan de bij of krachtens het eerste of derde lid gestelde eisen. Onze Minister kan voorts een erkenning intrekken indien de organisatie niet voldoet aan de in het tweede lid bedoelde voorschriften of de in het vierde lid bedoelde nadere en andere eisen. Van een beschikking tot intrekking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. 6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen het eerste tot en met vierde lid en artikel 52d, tweede lid, buiten werking worden gesteld en kunnen regels worden gesteld omtrent het uitzenden van programma-onderdelen als bedoeld in artikel 52d, tweede lid, voor zover dat noodzakelijk is voor een juiste en tijdige uitvoering van artikel 22 van de Europese richtlijn. 7. Na de plaatsing in het Staatsblad van een krachtens het zesde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt een voorstel van wet tot regeling van het betrokken onderwerp zo spoedig mogelijk bij de Staten-Generaal ingediend. Wordt het voorstel tot wet verheven, dan wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van die wet. 8. De voordracht voor een krachtens het zesde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overlegd. Art. 71g Mediawet verklaart art. 52d en 53 van toepassing op commerciële omroepinstellingen. * Wetboek van Strafrecht Artikel 240a Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die een afbeelding, een voorwerp of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, verstrekt, aanbiedt of vertoont aan een minderjarige van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze jonger is dan zestien jaar. 24

Datum 24 september 2010 Betreft Vragen van de leden Van Dam en Peters over het overdag afsluiten van uitzendinggemist.nl

Datum 24 september 2010 Betreft Vragen van de leden Van Dam en Peters over het overdag afsluiten van uitzendinggemist.nl a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Klachtnummer: 160204.02 Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) in verband met de klacht van xxxx, wonende te xxxx, hierna

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Klachtnummer: 150707.01 Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) xxx, wonende te xxx, hierna te noemen: klaagster tegen xxx,

Nadere informatie

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan.

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan. Nr. WJZ/877024(6633) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en

Nadere informatie

Juridisch kader. Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten (11 december 2007)

Juridisch kader. Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten (11 december 2007) Audiovisuele mediadiensten & bescherming van minderjarigen Situering juridisch kader Vlaamse Gemeenschap en toezicht Vlaamse Regulator voor de Media Juridisch kader Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Datum 14 september 2009 Betreft Stand van zaken rond gedragscode media

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Datum 14 september 2009 Betreft Stand van zaken rond gedragscode media a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) inzake de klacht van xxx, wonende te xxx, hierna te noemen: klager tegen xxx, gevestigd

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. 19 november 2008 MLB/M/78419. Televisiereclame voor sekslijnen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. 19 november 2008 MLB/M/78419. Televisiereclame voor sekslijnen De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Den Haag Ons kenmerk 19 november 2008 MLB/M/78419 Onderwerp Televisiereclame voor sekslijnen Enkele commerciële televisiezenders

Nadere informatie

Thema. Jeugd en invloed van de media. A. Slob en Z.J. Westland

Thema. Jeugd en invloed van de media. A. Slob en Z.J. Westland Thema Jeugd en invloed van de media A. Slob en Z.J. Westland Het is alweer even geleden dat een groepsverkrachting in Rotterdam het begin betekende van een heftige discussie over de mogelijk schadelijke

Nadere informatie

UNICEF België vraagt...

UNICEF België vraagt... 1 Lijfstraffen voor zijn verboden in 55 landen, waaronder een groot deel uit de Raad vernederende of degraderende behandelingen tegen op alle niveaus (familie, school, CD&V wilt reeds een lange tijd het

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Recht en Criminaliteit in cyberspace

EUROPEES PARLEMENT. Recht en Criminaliteit in cyberspace EUROPEES PARLEMENT TIJDELIJKE COMMISSIE ECHELON-INTERCEPTIESYSTEEM SECRETARIAAT MEDEDELING TEN BEHOEVE VAN DE LEDEN De leden treffen als aanhangsel een document aan met de titel Recht en Criminaliteit

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Klachtnummer: 160204.01 Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) in verband met de klacht van xxxx, wonende te xxxx, hierna

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Klachtnummer: 130228.03 Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) In de zaak van: Mevrouw XXX, wonende te XXX, hierna te noemen:

Nadere informatie

logoocw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 8 juli 2004 MLB/M/2004/27.616

logoocw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 8 juli 2004 MLB/M/2004/27.616 logoocw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 8 juli 2004 MLB/M/2004/27.616 Onderwerp Beantwoording vragen AO 18 februari 2004 inzake

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) inzake de klacht van de xxxx, hierna te noemen: klager tegen xxxx, exploitant van de

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Wetgeving sector staats- en bestuursrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH

Nadere informatie

KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN

KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN ZAAK VAN C.F. t. NV MEDIA AD INFINITUM (dossier nr. 2014/144) BESLISSING nr. 2014/027 11 juni 2014 C.F. t. VITAYA 1 In de zaak van C.F. tegen

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 20.1.2014 2014/2006(INI) ONTWERPVERSLAG over evaluatie van de rechtspleging met betrekking tot het strafrecht

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Klachtnummer: 151022.01 Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) xxx, wonende te xxx, hierna te noemen: klaagster tegen xxx,

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Klachtnummer: 130921.01 Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) In de zaak van: mevrouw XXXX, wonende te XXXX, hierna te noemen:

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26574/2012006262 Betreft: Beslissing op bezwaar tegen de vaststelling toezichtskosten 2011 NostalgieNet b.v. Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 9 december

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon Vertrouwelijk/Aangetekend Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 F 070 8888 501

Nadere informatie

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 11 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Datum 22 december 2017 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 349 Instelling van een gedeeltelijk verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs, het openbaar vervoer, overheidsgebouwen

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) inzake de klacht van XXXX hierna te noemen: klaagster tegen XXXX, exploitant van de

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31 De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum : Nijkerk, 2 november 2015 Betreft : Actieplan lokale rekenkamers Telefoon : 033-2473435 E-mail : info@nvrr.nl

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet ADVIES Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet Oktober 2014 1 Inleiding Een ieder heeft het recht op een eerlijk proces. Of het nu in een strafzaak of in een civiele zaak

Nadere informatie

Gentle agreement over de handhaving van de integriteit van de politiek

Gentle agreement over de handhaving van de integriteit van de politiek Gentle agreement over de handhaving van de integriteit van de politiek Een vrijwillige overeenkomst van raadsleden en raadsfracties over wat te doen bij vermeende integriteitschendingen. januari 2014 Dit

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) inzake de klacht van xxxx, wonende te xxxx, hierna te noemen: klager tegen xxxx, exploitant

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 344 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking

Nadere informatie

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging.

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging. > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Migratiebeleid Asiel, Opvang en Terugkeer Schedeldoekshaven 200 2511

Nadere informatie

9 Europese regelgevende agentschappen

9 Europese regelgevende agentschappen 9 Europese regelgevende agentschappen Bij de uitvoering van Europese regelgeving spelen in toenemende mate Europese regelgevende agentschappen een belangrijke rol. Het gaat daarbij om organen die los staan

Nadere informatie

Advies over betaalde boodschappen van politieke (kandidaat-) mandatarissen

Advies over betaalde boodschappen van politieke (kandidaat-) mandatarissen Advies Sectorraad Media 22 maart 2018 Advies over betaalde boodschappen van politieke (kandidaat-) mandatarissen Inleiding Naar aanleiding van de provinciale en gemeentelijke verkiezingen in oktober 2018

Nadere informatie

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving α Ministerie van Justitie Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 511 Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Nr. 16 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 19 maart 2015 De vaste commissie

Nadere informatie

KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN

KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN ZAAK KURT LAMBRECHTS t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEP (dossier nr. 2009/0497) BESLISSING nr. 2010/006 19 januari 2010 KURT LAMBRECHTS

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-generaal Veiligheid Programma Bestuurlijke Aanpak Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Datum 20 december 2013 Betreft Antwoorden op vragen van het lid Klaver over belangenverstrengeling hoogleraren financiële sector

Datum 20 december 2013 Betreft Antwoorden op vragen van het lid Klaver over belangenverstrengeling hoogleraren financiële sector >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Onderzoek en Wetenschapsbeleid IPC 4100 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Daarnaast zijn er in de MR s nog meer artikelen terug te vinden die in deze

SCHOTELANTENNES. Daarnaast zijn er in de MR s nog meer artikelen terug te vinden die in deze SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN

KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN KAMER VOOR ONPARTIJDIGHEID EN BESCHERMING VAN MINDERJARIGEN ZAAK VAN VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE BESLISSING nr. 2010/043 28 september 2010 VRM t. NV VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 32 317 JBZ-Raad JY VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 mei 2019 De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad

Nadere informatie

Besluitenlijst vorige vergaderingen

Besluitenlijst vorige vergaderingen Den Haag, 12 september 2016 Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Volgcommissie(s): EU i.v.m. agendapunt 17, 18 EZ i.v.m. agendapunt 11 OCW i.v.m. agendapunt 17 WR i.v.m.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 841 Wijziging van de Mediawet en van het Wetboek van Strafrecht, alsmede intrekking van de Wet op de filmvertoningen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po?

Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po? Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po? Tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van OCW is er relatief weinig gesproken over het primair onderwijs. Wel kwamen voor het po belangrijke

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 264 Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met het toekomstbestendig maken van de publieke mediadienst AF VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Klachtnummer: 150713.01 Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) In de zaak van: xxx, wonende te xxx, hierna te noemen: de klaagster

Nadere informatie

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake ADVIES inzake Voorstel van wet van het Tweede-Kamerlid Halsema, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Een liberale visie op gezondheidszorg 11 2.1 Het individu als ultieme waarde 11 2.2 Gezondheidszorg in een liberale rechtsstaat 14 2.3 Kortom: een liberale visie op gezondheidszorg

Nadere informatie

2011D56821 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2011D56821 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 20D5682 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over het

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa hd Mevr. mr. J.H. Dekkers (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa hd Mevr. mr. J.H. Dekkers (035) AANGETEKEND TROS t.a.v. het bestuur Postbus 28450 1202 LL HILVERSUM Datum Onderwerp 30 januari 2004 Sanctievoornemen Te Land ter Zee en in de Lucht Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 29 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 29 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres: Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Ratificatie VN-verdrag 2006a

Ratificatie VN-verdrag 2006a Ratificatie VN-verdrag 2006a Op 13 december 2006 hebben de Verenigde Naties het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap aangenomen. Op 30 maart 2007 ondertekende Nederland dit Verdrag.

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Prof. dr. Nico van Eijk

Prof. dr. Nico van Eijk In opdracht van het ministerie van OCW is door prof. dr. Wim Voermans een advies uitgebracht getiteld Informatieverplichtingen & transparantie kosten programmering publieke omroep. Het advies is gebaseerd

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z08639 Datum 27 mei 2015

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Examen VWO 2012. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examen VWO 2012. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage Examen VWO 2012 tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage Dit examen bestaat uit 19 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 48 punten

Nadere informatie

Onderdelen van uw plan die al mogelijk zijn Uw plan bevat een aantal onderdelen waar u ook zonder experimenteerruimte mee aan de slag kunt.

Onderdelen van uw plan die al mogelijk zijn Uw plan bevat een aantal onderdelen waar u ook zonder experimenteerruimte mee aan de slag kunt. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Primair Onderwijs IPC 2400 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 20 december 2013 Betreft Reactie 'Onderwijsvernieuwing,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 841 Wijziging van de Mediawet en van het Wetboek van Strafrecht, alsmede intrekking van de Wet op de filmvertoningen A ADVIES RAAD VAN STATE

Nadere informatie

Een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig media-aanbod dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle lagen van de bevolking.

Een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig media-aanbod dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle lagen van de bevolking. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag.. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Media en Creatieve Industrie IPC 3400 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Antwoorden Kamervragen over illegaal draagmoederschap Turfmarkt

Nadere informatie

Vaststellingsovereenkomsten in de zorg. Utrecht, juni 2016

Vaststellingsovereenkomsten in de zorg. Utrecht, juni 2016 Vaststellingsovereenkomsten in de zorg Utrecht, juni 2016 1 Inhoud 1 Inhoud... 3 2 Samenvatting... 5 3 Wanneer belemmeren vaststellingsovereenkomsten transparantie en openheid?... 6 3.1 Wat is een zwijgcontract?...

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Persoonsgebondenbudget Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Mevrouw Bergkamp (D66): Voorzitter. Eigen regie en keuzevrijheid voor de zorg en ondersteuning die je nodig hebt, zijn

Nadere informatie

Privacyreglement. ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp

Privacyreglement. ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp Privacyreglement ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp 1 Vastgesteld MT Altra 11 november 2016 INHOUDSOPGAVE Algemene bepalingen 1. Begripsbepalingen 2. Reikwijdte Rechtmatige verwerking persoonsgegevens 3. Doel

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMENE TOELICHTING 1. Samenvatting De wet van 1 september 1920 die aan minderjarigen beneden de 16 jaar de toegang tot de bioscoopzalen ontzegt, is verouderd. Met het samenwerkingsakkoord

Nadere informatie

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet. Werkafspraken tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (inspectie), de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Keuringsraad Openbare Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) over de wijze van samenwerking

Nadere informatie

VLAAMSE RAAD VOOR RECLAME EN SPONSORING OP RADIO EN TELEVISIE. Advies nr. 1997/04 dd. 13/10/1997

VLAAMSE RAAD VOOR RECLAME EN SPONSORING OP RADIO EN TELEVISIE. Advies nr. 1997/04 dd. 13/10/1997 VLAAMSE RAAD VOOR RECLAME EN SPONSORING OP RADIO EN TELEVISIE Advies nr. 1997/04 dd. 13/10/1997 Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, inzonderheid

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examen VMBO-GL en TL 2006 Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Proeftoets E2 havo

Proeftoets E2 havo Proeftoets E2 havo 5 2016 1. Een verdachte kan te maken krijgen met een aantal personen en instanties. Wat is de juiste volgorde? A. 1. de politie 2. de rechter 3. de officier van justitie. B. 1. de officier

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN GEZAMEIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN "1. De vandaag vastgestelde verordening betreffende de uitvoering van de mededingingsregels

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) Klachtnummer: 150703.01 Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) De heer xxx, wonende te xxx, hierna te noemen: klager tegen

Nadere informatie

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011 Introductie Dit onderzoek vindt plaats in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Met de resultaten wil het bureau het kabinet en de politiek in het algemeen informeren over zorgen en wensen

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal

R e g i s t r a t i e k a m e r. Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal R e g i s t r a t i e k a m e r Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal..'s-Gravenhage, 2 november 1998.. Onderwerp Wetsvoorstel onderwijsnummer

Nadere informatie

Beschikking op ontheffingsverzoek

Beschikking op ontheffingsverzoek Beschikking op ontheffingsverzoek Kenmerk: 15637\2009000994 Betreft: ontheffingsverzoek Europese quota Film 1, Film 1.2 en Film 1.3 alsmede Film 1 Action Beschikking van het Commissariaat voor de Media

Nadere informatie

Reactie van de Brancheorganisaties Zorg (BoZ) op de consultatie Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Reactie van de Brancheorganisaties Zorg (BoZ) op de consultatie Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) Reactie van de Brancheorganisaties Zorg (BoZ) op de consultatie Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) ActiZ, GGZ Nederland, NFU, NVZ en VGN, verenigd in de BoZ, hebben met belangstelling

Nadere informatie

CONVENANT Bescherming van minderjarigen tegen schadelijk beeldmateriaal door overheid en bedrijfsleven

CONVENANT Bescherming van minderjarigen tegen schadelijk beeldmateriaal door overheid en bedrijfsleven CONVENANT Bescherming van minderjarigen tegen schadelijk beeldmateriaal door overheid en bedrijfsleven Ministerie van Justitie Blokker Groep Entertainment Retail Groep (Videoland en MovieMax) Free Recordshop

Nadere informatie