Werken in de detailhandel. Goederen komen binnen

Transcriptie

1 Werken in de detailhandel Goederen komen binnen Serienummer DigiCode: Voor het activeren van de DigiCode kijk op pagina 11 van dit boek. Te activeren tot:

2

3 NIVEAU 2 Werken in de detailhandel Goederen komen binnen

4 Colofon Uitgeverij: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: L. Kroes, R. van Midde Redactie: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie: R. van Midde Vormgeving: IDwerk, Meppel Drukwerk: Zalsman, Zwolle Midde, R. van Ambitie.info Werken in de detailhandel, goederen komen binnen ISBN: NUR: 164 Trefwoord: detailhandel Copyright 2011 Uitgeverij Edu'Actief b.v. Meppel Postbus KB Meppel Tel.: Fax: info@edu-actief.nl Internet: Tweede druk/eerste oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

5 Inhoud 5 Voorwoord 9 Hoofdstuk 1 De detailhandel Inleiding Wat is detailhandel? Bedrijfskolom Taak van de detailhandel Beroepen in de detailhandel Assortiment Branches Distributievormen Winkels naar grootte Goederen Winkelverkoop Verkoopsystemen Niet-winkelverkoop Het nieuwe winkelen 49 Hoofdstuk 2 Werknemer in de detailhandel Inleiding Werkgevers en werknemers Arbeidsvoorwaarden Cao Proeftijd Overleg Arbowet Werktijd en rusttijd Huisregels Beroepshouding Bedrijfskleding 71

6 6 Hoofdstuk 3 Lossen Inleiding Verpakking Moment van lossen Controle De vrachtbrief De pakbon Nog meer papier Magazijnen Opslagmethoden Transportmiddelen Veiligheid en gezondheid Digitale excursie 114 Begrippen 119 Index 131

7 7

8 8

9 Voorwoord 9 TIP 1! Lees dit eerst voor je begint te bladeren en te lezen in dit boek! Voor wie is de methode bedoeld? Voor je ligt een boek dat hoort bij de methode Ambitie.info. Ambitie.info is de methode voor zes detailhandelsopleidingen op niveau 2, 3 en 4. Deze zes opleidingen vallen onder de vier kwalificatiedossiers Verkoper, Verkoopspecialist, Manager Handel en Ondernemer detailhandel. De zes opleidingen zijn: Verkoper detailhandel (niveau 2) Verkoopspecialist detailhandel (niveau 3) Eerste verkoper (niveau 3) Afdelingsmanager (niveau 4) Filiaalmanager (niveau 4) Ondernemer detailhandel (niveau 4). Kwalificatiedossier Om jou op te leiden tot een goede verkoper zijn er eisen. Deze staan in een zogenaamd kwalificatiedossier. In dit kwalificatiedossier kom je ook kerntaken tegen. Kerntaken zijn de belangrijkste taken die in een beroep voorkomen. Om deze kerntaken goed onder de knie te krijgen, moet je werkprocessen uitvoeren en competenties ontwikkelen. Werkprocessen zijn eigenlijk werkzaamheden die je iedere dag uitvoert. Om dat goed te kunnen doen, moet je allerlei kwaliteiten ontwikkelen, zoals samenwerken, luisteren, initiatief nemen, vakkennis opdoen en omgaan met stress. Dat noem je competenties. De boeken en de inhoud van de website van de methode Ambitie.info zullen je helpen om deze kwaliteiten te ontwikkelen.

10 10 Hoe werkt de methode? Voor de opleiding Verkoper detailhandel heb je vier boeken nodig. Dit zijn de boeken: Werken in de winkel, de goederen komen binnen, De winkel verzorgen, Verkopen niveau 2 en Afrekenen en brug naar niveau 3. In deze boeken wordt belangrijke basistheorie uitgelegd. Bovendien geven we voortdurend met behulp van voorbeelden aan waarom de theorie belangrijk is voor werknemers in de detailhandel. In de eerste drie boeken van opleiding Verkoper detailhandel vind je ook de opdrachten die je moet maken. De opdrachten bij het boek Afrekenen en brug naar niveau 3 staan op de website. Op de website vind je in het Opdrachtenmagazijn de opdrachten van het boek Verkopen niveau 2 en het boek Afrekenen en brug naar niveau 3 en extra bronmateriaal onder Bronnen. Op de website staan ook begrippenlijsten. Deze website kun je bereiken via Het Opdrachtenmagazijn In het Opdrachtenmagazijn vind je voor de boeken Verkopen niveau 2 en Afrekenen en brug naar niveau 3 inzichtopdrachten, cases, opdrachten waarvoor je in actie moet komen en Euro-

11 miljonairs kennisquizzen. Deze zijn onderverdeeld per opleiding en kerntaak en per boek en hoofdstuk. Je kunt op verschillende manieren met het Opdrachtenmagazijn werken. Je kunt bijvoorbeeld eerst een hoofdstuk uit je boek afronden en in het Opdrachtenmagazijn de bijbehorende opdrachten bij dit hoofdstuk gaan maken. Maar je kunt ook beginnen met de opdrachten en het bronnenboek erbij pakken als je extra informatie nodig hebt. Door middel van de zoekoptie aan de linkerkant van het scherm kun je de juiste opdrachten gemakkelijk terugvinden. Het zogenaamde zoeken, selecteren en filteren van opdrachten. De opdracht kun je van de website downloaden en in Word maken. Daarna kun je de opdracht uitprinten of opslaan. Voordat je begint met het maken van de opdrachten, moet je dit even overleggen met je docent. Hij zal je vertellen hoe je precies met de opdrachten aan de slag moet. 11 TIP 2! Lees in de Helpfunctie op de website goed na hoe alles precies werkt. Het is eenvoudig, maar lees het wel eerst even. Bronnen Extra hulpmiddelen bij de opdrachten en links naar interessante websites kun je vinden onder het kopje Bronnen. Bij sommige opdrachten of activiteiten uit het opdrachtenmagazijn heb je hulpmiddelen nodig. Dit kan een filmpje zijn, een geluidsfragment of een link naar een website. Deze hulpmiddelen staan onder het kopje Bronnen. Deze kun je door middel van de zoekoptie aan de linkerkant ook weer makkelijk terugvinden. Daarnaast staan er ook per opleiding en kerntaak hyperlinks naar websites en links naar leuke ondersteunende filmpjes op YouTube. Deze staan niet direct in verband met een opdracht, maar zijn wel leuk en interessant om te bekijken op het moment dat je met een bepaald hoofdstuk bezig bent. Inloggen Bij Ambitie.info hoort een DigiCode-licentie die toegang geeft tot de website Op deze website vind je opdrachten, bronnen en filmpjes. Je moet de DigiCode-licentie eerst activeren. Ga naar digicode.edu-actief.nl. Op deze pagina staan vier lege vakken. Vul hier de DigiCode-licentie in die je bij dit product hebt gekregen. De DigiCode-licentie bestaat uit 4 maal 6 tekens en is niet hoofdlettergevoelig. Klik op de knop Activeren en volg de verdere instructies op de website. Met behulp van je gebruikersnaam en wachtwoord kun je inloggen op Voer je gebruikersnaam en wachtwoord rechtsboven op de website in. Vervolgens krijg je toegang tot het Opdrachtenmagazijn en de Bronnen. Je gebruikersnaam en wachtwoord zijn na het activeren van de DigiCode twaalf maanden geldig op Veel succes!

12 12

13 hoofdstuk De detailhandel 1

14 Inleiding Jij wordt opgeleid voor de detailhandel. Je wilt straks aan de slag in een winkel, bij een webshop of misschien denk je erover om op de markt te gaan werken. Ook dat is namelijk detailhandel. Op heel veel scholen ga je al snel de praktijk in. Dan is het wel handig om iets meer te weten over de omgeving waarin je terechtkomt Wat is detailhandel? Detailhandel is de verkoop van goederen (artikelen) aan particulieren (consumenten). De drie belangrijkste detailhandelsvormen zijn winkelverkoop, ambulante handel (zoals markten) en internetverkoop. Geschiedenis Heel vroeger was er helemaal geen detailhandel. De mensen kochten geen producten, maar zorgden daar zelf voor. Later ontstond er ruilhandel. Je ruilde dan jouw producten tegen andere producten. Daar zaten wel nadelen aan. Stel dat jij visser bent en je wilt een koe kopen. Een glas melk is tenslotte ook lekker. Hoeveel vissen moet je dan geven voor een koe? En hoelang kun je dezelfde vissen gebruiken om mee te handelen? Op een gegeven moment zijn vissen bedorven. En dan zijn ze niets meer waard. Om de problemen met ruilhandel op te lossen kwam er geld als betaalmiddel. Geld gebruik je dus eigenlijk ook om te ruilen. Maar geld bederft niet en je weet precies hoeveel het waard is. Tegenwoordig ga je naar een winkel of naar een webshop. Je betaalt daar met euro s. Soms met munten en bankbiljetten, maar steeds vaker doe je dat digitaal. Je pint, gebruikt ideal of PayPal. 1.2 Bedrijfskolom Detailhandel is dus de verkoop van goederen aan particulieren. Er moet veel gebeuren voordat een klant een product kan kopen: De producent maakt de producten. De handel verdeelt de producten. De klant koopt en gebruikt de producten.

15 In de bedrijfskolom kun je precies zien hoe dat gaat. In de bedrijfskolom staan alle personen en organisaties die betrokken zijn bij de productie, de verdeling en de verkoop van goederen. Van producent tot consument. Let op! De consument zelf hoort niet bij de bedrijfskolom. Het gaat namelijk om alle stappen die een product doormaakt, voordat het bij de klant is. Goederen verdelen De verdeling van goederen noem je distributie. Bij de distributie worden de goederen in steeds kleinere hoeveelheden verdeeld. De oerproducent is de eerste schakel van de bedrijfskolom. Vaak gaat het hier om grondstoffen voor een fabriek. De fabriek produceert grote hoeveelheden en levert deze aan de groothandel. De groothandel verzamelt goederen van verschillende producenten. De groothandel verdeelt de producten in nog kleinere hoeveelheden over de detailhandel. De consument kan het product daar per stuk kopen. 15 Oerproducent Fabriek Groothandel Detailhandel Goederen Geld Informatie Goederenstroom De klant vindt het heel normaal dat de artikelen die hij wil hebben in de winkel te koop zijn. Maar voordat die artikelen in de winkel liggen, zijn ze al een lange weg gegaan. De weg die een product aflegt, vanaf de productie van de grondstof (het basismateriaal) tot aan de aanschaf door de consument, noem je de goederenstroom. De goederenstroom loopt van boven naar beneden door de bedrijfskolom. De producent maakt het artikel dat daarna via de schakels van de bedrijfskolom naar de winkel gaat. Geldstroom De winkel verkoopt het artikel aan de klant. De klant betaalt de winkelier voor het artikel. De winkelier heeft voor de artikelen de inkoopprijs betaald aan de leverancier. De goederenstroom van een pakje sinaasappelsap.

16 De leverancier heeft de artikelen ingekocht bij de producent. De geldstroom loopt dus van beneden naar boven door de bedrijfskolom. 16 Informatiestroom De informatiestroom loopt in twee richtingen. De productinformatie loopt van boven naar beneden. Hierbij gaat het om het overdragen van kennis over het artikel. Die informatie komt uiteindelijk bij de consument terecht. Ook acties die de verkoop moeten stimuleren (zoals reclame) lopen van boven naar beneden door de bedrijfskolom. De tweede informatiestroom loopt van beneden naar boven. Van de klant naar de producent. De producent wil graag meer weten over de wensen en behoeften van de klant: de vraag uit de markt. De producent verzamelt dus informatie over de markt. OPDRACHT 1 a. Wat bedoelen we met het begrip detailhandel? b. Welke drie vormen kent de detailhandel? c. Heb jij wel eens aan ruilhandel gedaan? Zo ja, hoe dan? d. Wat bedoelen we met ideal? e. Wat bedoelen we met PayPal? OPDRACHT 2 De detailhandel is een stukje van de bedrijfskolom. a. Leg in je eigen woorden uit wat een bedrijfskolom is. b. Waarom hoort de consument niet bij de bedrijfskolom?

17 c. Maak een bedrijfskolom voor potten jam. De supermarkt hebben we al voor je ingevuld. 17 supermarkt 1.3 Taak van de detailhandel Je gaat in de detailhandel werken. Dat is een populaire baan want er werken in Nederland nog andere mensen in een winkel, webshop of op de markt. Maar waar dient de detailhandel eigenlijk voor? Wat is de functie of taak van de detailhandel? Er zijn drie detailhandelsfuncties. Die hebben te maken met: distributie = het verdelen van producten commercie = geld verdienen, het maken van winst de maatschappij = werk geven en ontspanning bieden. Distributie Een fabrikant levert goederen aan de groothandel. De groothandel is de leverancier van de detaillist. Bij de detaillist koopt de consument het artikel. Groothandel. Winkel. Als je de fabrikant, de groothandelaar en de detaillist met elkaar vergelijkt, zie je dat er grote verschillen zijn. Die verschillen kunnen problemen opleveren voor de klant. In de bedrijfskolom worden de problemen opgelost. Hoe dat gebeurt, lees je hierna:

18 Verschillen in de hoeveelheid goederen Voorbeeld: jij kunt naar een fabriek gaan om een spijkerbroek te kopen. Maar de fabriek maakt wel tweeduizend spijkerbroeken van hetzelfde merk per dag. De groothandel koopt er bij de fabriek tweehonderd in. De detaillist koopt er twintig van de groothandel voor zijn winkel, webshop of marktkraam. En jij hebt maar één broek nodig. 18 Verschillen in de plaats van verkoop van de goederen Voorbeeld: jij kunt wel naar een fabriek gaan om een spijkerbroek te kopen, maar dan moet je eerst een vliegticket naar China kopen. Fabrieken over de hele wereld maken spijkerbroeken. De groothandel haalt spijkerbroeken uit verschillende landen. De detaillist haalt de spijkerbroeken weer bij de groothandel. Zijn verkooppunt zit bij jou in de buurt of hij levert aan huis. Verschillen in tijd Voorbeeld: het is mooi weer, de zon schijnt. Jij gaat op zoek naar een zomerbroek. Je kunt naar de fabriek gaan, maar die heeft ze nu niet. De fabriek maakt zomerbroeken in de winter. De groothandel koopt aan het eind van de winter de zomerbroeken in. De detailhandel koopt aan het begin van de zomer de broeken van de groothandel. Jij moet dus bij de winkel, de webshop of bij de ambulante handel zijn. Verschillen in kennis over goederen Voorbeeld: jij kunt naar een fabriek gaan om een spijkerbroek te kopen. In die fabriek weten ze alles over hun eigen merk, maar niets over andere merken. De groothandel laat zich door alle fabrikanten voorlichten. De detaillist wordt weer voorgelicht door de groothandel. En jij krijgt alle informatie die je nodig hebt van de detaillist. Verschillen in de kwaliteit van de goederen Voorbeeld: jij kunt naar een fabriek gaan om een spijkerbroek te kopen, maar daar hebben ze maar één merk. Soms ook maar van één kwaliteit en jij wilt kunnen kiezen. De fabriek maakt dus één merk spijkerbroek, de groothandel koopt bij verschillende fabrieken verschillende merken, de detaillist koopt bij de groothandel broeken van verschillende merken en kwaliteiten en jij kiest daar uiteindelijk precies de broek die je hebben wilt. Commercie Een belangrijk doel van iedere onderneming is het maken van winst. Daarvoor moet een ondernemer in de detailhandel artikelen verkopen. Verkopen en het maken van winst zijn de kern van de commerciële functie. Dat lijkt eenvoudig, maar er komt veel bij kijken. Zo moet je ervoor zorgen dat klanten uit verschillende artikelen kunnen kiezen. Ook heb je verkopers nodig die de klant informatie kunnen geven. Met acties als twee halen één betalen probeert de ondernemer meer geld te verdienen. Hij biedt ook service: je mag als klant artikelen ruilen of de artikelen worden thuisbezorgd. De maatschappij Het midden- en kleinbedrijf is de motor van onze economie. Dat betekent dat de detailhandel dus ook iets bijdraagt aan de samenleving. De detailhandel biedt: werkgelegenheid

19 Als er veel mensen in de detailhandel werken, dan is er minder werkloosheid en zijn er minder uitkeringen nodig. inkomsten Over alle verkopen rekent de overheid belasting. Hierdoor komt er meer geld in de schatkist. recreatie De klant winkelt graag als vrijetijdsbesteding en voor de ontspanning. De klant wil funshoppen, gezellig winkelen als vrijetijdsbesteding dus. OPDRACHT 3 a. Welke drie detailhandelsfuncties zijn er? 19 b. Lees de volgende voorbeelden. Om welke functie van de detailhandel gaat het hier? Schrijf het op. Bij een webwinkel zijn twintig truien geleverd. Bij een schoenenwinkel krijg je bij een nieuw paar schoenen een bijpassende riem cadeau. Bij Intratuin kun je ook een kopje koffie drinken. Bij de supermarkt hangt een briefje bij de deur met de tekst: Collega gezocht! Bij Jumbo kun je met vrienden gezellig een avondje komen koken om vervolgens samen op te eten wat je hebt gemaakt. Bij de dierenwinkel kan de verkoper je precies vertellen welk visvoer je nodig hebt. c. Goederen worden verdeeld op drie momenten. Als de groothandel iets koopt, als de detailhandel iets koopt en als de consument iets koopt. Zet de zinnen op de juiste plaats in de tabel. Ingekocht aan het eind van de winter Duizenden spijkerbroeken Haalt informatie bij de groothandel Een zomerbroek nodig Haalt spijkerbroeken uit de hele wereld Een paar merken, veel maten, veel kleuren Tweehonderd spijkerbroeken Koopt spijkerbroeken bij de winkel in de buurt Krijgt informatie van de detaillist

20 Veel merken, een paar maten, enkele kleuren Ingekocht aan het begin van de zomer Groothandel Detailhandel Consument Hoeveelheid Eén spijkerbroek nodig 20 Plaats Koopt spijkerbroeken bij verschillende groothandels Tijd Een zomerbroek nodig Kennis Laat zich voorlichten door de fabrikanten Kwaliteit 1 merk, 1 maat, 1 kleur 1.4 Beroepen in de detailhandel In de detailhandel kun je verschillende beroepen tegenkomen. We kennen vijf hoofdberoepen:

21 Beroep Foto Omschrijving Aankomend verkoopmedewerker (AVM) Goederen ontvangen en verwerken en helpen bij de verkoop zijn de kerntaken van een AVM. De aankomend verkoopmedewerker (AVM) of winkelassistent is vooral bezig met de artikelen in de winkel. Hij zorgt ervoor dat de voorraad in de winkel altijd is aangevuld en dat de presentatie van de artikelen er netjes uitziet. De AVM moet de winkel ook schoonhouden. En als hij in de winkel aan het werk is, moet hij steeds op de klanten letten. Als een klant vragen heeft, mag een AVM helpen. Weet hij het antwoord niet, dan moet hij ervoor zorgen dat de klant door een collega wordt geholpen. 21 Verkoper Ook presentaties bijhouden en de winkel schoonhouden is een taak van de verkoper. De verkoper heeft vooral contact met de klant: bij het voeren van het verkoopgesprek, maar ook bij het afrekenen van artikelen. De klant deskundig adviseren en klachten afhandelen en oplossen, zijn de belangrijkste taken van de verkoper. Want een klant die vriendelijk en goed wordt geholpen, kan een vaste klant worden. Verkoopspecialist De verkoopspecialist controleert de verkopers bij hun werk: verkoopgesprekken voeren, de kassa bedienen, artikelen presenteren en de winkel schoonhouden. Een verkoopspecialist is een verkoper die heel veel weet van de branche. Hij organiseert de werkzaamheden in de winkel door het werk te plannen en te verdelen onder de medewerkers. De verkoopspecialist heeft ook contact met de klant. Hij voert verkoopgesprekken, behandelt klachten en bedient de kassa.

22 Beroep Foto Omschrijving 22 Manager handel De manager handel geeft leiding. Er zijn verschillende beroepen die bij de titel manager handel horen. Zo kennen we de afdelingsmanager, de filiaalmanager en de vestigingsmanager groothandel. Een manager heeft een leidinggevende functie. Hij leidt een afdeling (in een hele grote winkel), een filiaal of misschien wel een aantal kleine vestigingen. Ondernemer detailhandel Ook een ondernemer geeft leiding, alleen dan in zijn eigen zaak. Een ondernemer detailhandel is de eigenaar van één of meer detailhandelsbedrijven. Bij de start daarvan hebben de meeste ondernemers detailhandel een ondernemingsplan geschreven met daarin alle gegevens die van belang kunnen zijn. Om de onderneming succesvol te maken formuleert hij onder andere het commerciële, financiële en personeelsbeleid. De ondernemer detailhandel werkt meestal ook zelf in de zaak. OPDRACHT 4 a. Welke vijf hoofdberoepen zijn er in de detailhandel? b. Wie verdient het meest denk je? c. Waarom denk je dat?

23 Zet de antwoorden op de volgende twee vragen in de tabel. d. Voor welke functie word jij nu opgeleid? e. Welke werkzaamheden moet je dan doen? Ik word opgeleid voor: Dan doe ik onder andere deze drie werkzaamheden: OPDRACHT 5 De detailhandelstest Ga op internet naar: Je vindt de detailhandelstest bij de bronnen. Print de uitslag. Klik met de rechtermuisknop in het scherm van de test en kies voor afdrukken. Schrijf hieronder het antwoord van de test. 1.5 Assortiment Alle artikelen die een winkel verkoopt, noem je met een mooi woord: het assortiment. Opbouw assortiment Het assortiment kan opgebouwd zijn uit: assortimentsgroepen, artikelgroepen, artikelen en artikelvariëteiten.

24 Assortiment Assortimentsgroep Assortimentsgroep Artikelgroep Artikelgroep Artikel Artikel Artikel Artikel 24 Artikelvariëteit Artikelvariëteit Artikelvariëteit Artikelvariëteit Artikelvariëteit Artikelvariëteit Artikelvariëteit Artikelvariëteit We leggen het uit met behulp van een voorbeeld. Denk aan een winkel als BCC, Expert, Mediamarkt of Scheer en Foppen. Assortiment Assortimentsgroepen Artikelgroepen in de assortimentsgroep bruingoed Elektronica voor de consument Bruingoed (televisies en dergelijke), witgoed (wasmachines en dergelijke) en grijsgoed (computers en dergelijke) Geluidsapparatuur, televisies, Blu-rayspelers, harddiskrecorders enzovoort Artikelen binnen de artikelgroep televisies Lcd-ledtelevisies Artikelvariëteit De Philips-kleurentelevisie BBKTV-2300x in antracietgrijs Verschillende assortimenten Assortimenten verschillen op twee manieren van elkaar: 1. Een assortiment kan breed of smal zijn. Bij een breed assortiment zijn er veel verschillende artikelgroepen. Een kledingzaak met een breed assortiment verkoopt bijvoorbeeld jassen, pakken, overhemden, sokken enzovoort. Bij een smal assortiment zijn er weinig verschillende artikelgroepen. Een kledingzaak met een smal assortiment verkoopt bijvoorbeeld alleen spijkerbroeken. 2. Een assortiment kan diep of ondiep zijn. Dit heeft te maken met het aantal artikelen dat binnen een artikelgroep wordt aangeboden. Een kledingzaak met een ondiep assortiment heeft niet zo veel verschillende soorten jassen, pakken, overhemden en sokken. Een kledingzaak met een diep assortiment verkoopt heel veel verschillende soorten broeken.

25 25 Breder en ondieper assortiment. Smaller en dieper assortiment. Daarnaast maken we een onderscheid tussen kernassortiment en randassortiment. Tot het kernassortiment behoren die artikelen die de consument zeker verwacht in de winkel. Deze artikelen zijn gezichtsbepalend voor de winkel. In een schoenenwinkel verwacht de klant uiteraard schoenen. Die behoren dan ook tot het kernassortiment van deze winkel. Naast schoenen verkoop je in een schoenenwinkel meestal ook nog andere artikelen zoals verzorgingsartikelen (sprays, schoenpoets), veters en schoenlepels. Deze artikelen behoren tot het randassortiment van de winkel. OPDRACHT 6 a. Schrijf in je eigen woorden op wat we bedoelen met een breed assortiment. b. Schrijf in je eigen woorden op wat we bedoelen met een smal assortiment. c. Schrijf in je eigen woorden op wat we bedoelen met een ondiep assortiment.

26 d. Schrijf in je eigen woorden op wat we bedoelen met een diep assortiment. 26 e. Schrijf in je eigen woorden op wat we bedoelen met het kernassortiment. f. Schrijf in je eigen woorden op wat we bedoelen met het randassortiment. g. Is het assortiment van een supermarkt breed, smal, diep of ondiep? Het assortiment van een supermarkt is en h. Is het assortiment van De Kaasspecialist breed, smal, diep of ondiep? Het assortiment van De Kaasspecialist is en i. Welk assortiment is volgens jou dieper, dat van de supermarkt of van De Kaasspecialist? Ik denk dat het assortiment van dieper is. j. Waarom denk je dat? k. Beschrijf het assortiment van jouw leerbedrijf met de woorden breed, smal, diep of ondiep. Het assortiment van mijn leerbedrijf is en

27 l. Beschrijf het kernassortiment en het randassortiment van jouw leerbedrijf. Het kernassortiment van mijn leerbedrijf bestaat uit Het randassortiment van mijn leerbedrijf bestaat uit 27

28 28 m. Hoe ziet jouw leerbedrijf er eigenlijk uit? Maak een plattegrond van jouw winkel. Schrijf op de plattegrond hoe de winkel is ingedeeld.