BIJLAGE 11. ARBITRAGEREGLEMENT ALFAPORT ANTWERPEN

Transcriptie

1 BIJLAGE 11. ARBITRAGEREGLEMENT ALFAPORT ANTWERPEN Toelichting Het Arbitragecentrum voor de Haven van Antwerpen werd in september 1985 opgericht op initiatief van de Algemene Beroepsvereniging voor het Antwerpse Stouwerij- en Havenbedrijf, de Antwerpse Scheepvaartvereniging, de Belgische Redersvereniging, de Kamer van Koophandel en Nijverheid van Antwerpen-Waasland, de Unie van Agenten van Rijnrederijen Antwerpen, de Unie der Continentale Vaart, het Koninklijk Verbond der Beheerders van Goederenstromen en de Verenging voor Expeditie, Logistiek en Goederenbelangen van Antwerpen. Voordien was het zo dat in de haven een zestal scheidsrechterlijke commissies bestonden, elk met een aparte structuur, apart beheerd en met een specifieke bevoegdheid op bepaalde deelgebieden, zoals de Voorwaarden 1951, de waakkosten, de behandeling van granen en zaden, enz. Alhoewel deze commissies voortreffelijk werk hebben geleverd, verwachten de oprichtende verenigingen van de samenbundeling in één enkel arbitragecentrum toch heel wat voordelen. Het centrum beschikt over een uitgebreide lijst yen scheidsrechters, allen vooraanstaanden uit het Antwerpse havenbedrijfsleven en met een specifieke deskundigheid op ten minste één van de bevoegdheidsgebieden van de verschillende Kamers waaruit het arbitragecentrum bestaat. Het centrum stelt zich voornamelijk tot doel aan de havenbedrijven en hun cliéntèle een snelle, deskundige en goedkope mogelijkheid aan te bieden om hun eventuele betwistingen te beslechten. Men garandeert een gemotiveerde uitspraak uiterlijk drie maanden na de indiening van volledige dossiers. Bijkomende inlichtingen i.v.m. dit arbitrage centrum kunnen bekomen worden hij het AGHA-secretariaat, Brouwersvliet 33/8, te 2000 Antwerpen tel Statuten Artikel 1. De Algemene Beroepsverenigingen voor het Antwerpse Stouwerij- en Havenbedrijf, de Antwerpse Scheepvaartvereniging, de Belgische Redersvereniging, de Groepering der Nijverheidszeevaartagenten, de Kamer van Koophandel en Nijverheid van Antwerpen- Waasland, de Unie van Agenten van Rijnrederijen Antwerpen, de Unie der Continentale Vaart, het Verbond der Behandelaars van Goederen, en de Vereniging der Expediteurs van Antwerpen, richten gezamenlijk een Arbitragecentrum voor de Haven van Antwerpen op, dat bevoegd is voor de behandeling van alle geschillen die uit de activiteit van hun Intersentia 1

2 leden aan de haven voortvloeien, zowel wat hun onderlinge relaties aangaat als in verband met hun verhoudingen t.o.v. derden. Het arbitragecentrum bestaat uit de volgende scheidsrechterlijke Kamers: de Kamer voor toepassing van goederenbehandelingstarieven en -voorwaarden; de Kamer voor toepassing der Antwerpse Voorwaarden 1951; de Kamer voor toepassing van het Reglement inzake vrij verblijf van inkomende goederen op kaai; de Kamer voor geschillen voortvloeiend uit de ondertekening van borgbrieven, uitgezonderd deze voor niet-kwantitatieve clausules; de Kamer voor geschillen voortvloeiend uit de ondertekening van charter partjes of booking notes; de Kamer voor maritieme en commerciële samenwerking. De hogervermelde verenigingen kunnen na gemeenschappelijk overleg, overgaan tot de oprichting van andere Kamers. Zij kunnen eveneens in een procedure in kortgeding voorzien. Artikel 2. Het arbitragecentrum wordt beheerd door de oprichtende verenigingen die hiertoe elk een afgevaardigde aanduiden. Deze vormen de raad van bestuur, die beslist bij eenvoudige meerderheid van stemmen. De bestuurders die rechtstreeks bij een zaak betrokken zijn, onthouden zich bij de stemming. De griffie wordt waargenomen door Agha. De raad van bestuur duidt met eenvoudige meerderheid van stemmen een voorzitter aan. De leden van de raad van bestuur komen voor deze functie niet in aanmerking. Artikel 3. Op voorstel van de oprichtende verenigingen stelt de raad van bestuur voor elke der in artikel 1 genoemde Kamers, een lijst van minimum 7 scheidsrechters samen. De scheidsrechterslijsten worden opgenomen in een reglement van inwendige orde. Artikel 4. Komen slechts als scheidsrechters in aanmerking, personen: die niet veroordeeld werden in België of in het buitenland, door een in kracht van gewijsde gegane gerechtelijke beslissing, voor één der overtredingen bedoeld in Boek II, titel III, hoofdstukken 1 tot V, en titel IX, hoofdstukken I en II van het Strafwetboek; die een leidende functie waarnemen in een Antwerps haven- of handelsbedrijf; die volledig vertrouwd zijn met ten minste één van de bevoegdheidsgebieden der in artikel 1 vermelde Kamers. Artikel 5. Een overeenkomst tot arbitrage dient te zijn vervat in een door partijen ondertekend geschrift, of in andere hen bindende stukken, waarin zij blijk hebben gegeven van hun wil om het geschil aan arbitrage te onderwerpen. 2 Intersentia

3 Artikel 6. De partijen die een geschil ter beslechting aan het arbitragecentrum wensen voor te leggen, dienen daartoe een formulier tot arbitrage volgens model in bijlage in bij de griffie. Uiterlijk 6 weken na de indiening van dit formulier moeten alle partijen een volledig dossier aan de griffie overmaken, dat bestaat uit een gedetailleerde uiteenzetting waarin worden vermeld: de aard, het onderwerp en de omstandigheden van het geschil; de ingeroepen argumenten en verweermiddelen; de gestelde aanspraken, alsmede uit alle ter zake dienende documenten en bescheiden. De partijen moeten elkaar afschrift van hun uiteenzetting toesturen. De aanvraag tot scheidsrechterlijk geding schorst elke wettelijke of conventionele verjaringstermijn. Artikel 7. Wat de aanstelling van scheidsrechters voor de beslechting van een geschil betreft bestaan volgende mogelijkheden: Partijen kunnen uit de lijst der scheidsrechters van de bevoegde Kamer, hetzij bij onderlinge overeenkomst één enkele, hetzij elk één of meer scheidsrechters aanduiden. Zij kunnen ook ieder één der oprichtende verenigingen, of het arbitragecentrum, met de aanstelling van één of meer scheidsrechters gelasten. Indien op die manier een even aantal scheidsrechters wordt aangeduid, dan zullen deze op hun beurt uit de lijst een scheidsrechter kiezen, die als voorzitter zal fungeren. Van elke beslissing die in dit verband wordt getroffen moet de griffie op de hoogte worden gehouden. Bij gebrek aan overeenkomst over de aanstelling van de bijkomende scheidsrechter, zal deze volgens een vaste beurtrol door de griffie worden aangeduid. De raad van beheer kan, in het reglement van inwendige orde, voor bepaalde in Art. 1 genoemde Kamers één of meerdere van deze mogelijkheden weerhouden c.q. uitsluiten. Artikel 8. In geen geval mag een scheidsrechter aangeduid worden die een functie bekleedt in één der in het geschil betrokken bedrijven. Artikel 9. De scheidsrechters zijn vrij verkozen rechters. Bij het uitvoeren van hun opdracht zijn ze van alle niet volstrekt bindende rechts- vormen vrijgesteld, en dienen zij een uitspraak te doen uitsluitend op basis van de schriftelijke bundels en uiteenzettingen der partijen vermeld in Art. 5 en 6. In zover zij het nuttig achten hebben zij het recht bijkomende schriftelijke inlichtingen te vragen of de partijen mondeling te horen. De beraadslagingen zijn geheim en de scheidsrechters dienen dit geheim tegenover iedereen te eerbiedigen. De scheidsrechters zijn, noch individueel, noch collegiaal, aansprakelijk voor de gevolgen van hun beslissingen. Intersentia 3

4 Artikel 10. De uitspraken worden gedaan bij eenvoudige meerderheid van stemmen uiterlijk drie maanden na indiening van de volledige dossiers, in naam van het Arbitragecentrum voor de Haven van Antwerpen, in laatste instantie, zonder hoger beroep, noch verbreking, noch burgerlijk rekwest, noch enig ander rechtsmiddel, uitgezonderd de gevallen voorzien in artikel 1704 van de Wet van 14 juli Indien er omstandigheden aanwezig zijn, waardoor het geschil niet binnen drie maanden kan beslecht worden, kunnen partijen schriftelijk overeenkomen dat een bijkomende termijn wordt toegestaan. Artikel 11. De uitspraak wordt met redenen omkleed op schrift gesteld en door de scheidsrechter ondertekend. De voorzitter van het scheidsgerecht geeft van de uitspraak kennis aan elke partij door haar een exemplaar toe te sturen. Voor zover partijen daartoe geen ontlasting hebben gegeven, legt hij het origineel neer ter griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg en geeft van de nederlegging kennis aan de partijen. Daarmee eindigt de opdracht der scheidsrechters. Artikel 12. De raad van bestuur zal, in het reglement van inwendige orde, voor elke Kamer een barema der kosten vaststellen gesteund op vaste griffiekosten en veranderlijke erelonen der scheidsrechters. De kosten van het geding, die door de scheidsrechters op grond van dit barema worden vastgesteld, vallen ten laste van de verliezende partijen, tenzij de scheidsrechters er anders over beschikken. Artikel 13 De partijen zijn ertoe verplicht de uitspraak onverwijld uit te voeren. Overeenkomstig artikel 1710 van voormelde Wet van 4 juli 1972, kan de uitspraak op verzoekschrift van de belanghebbende partij(en), door de voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg uitvoerbaar worden verklaard. Artikel 14. Het arbitragecentrum heeft het recht de scheidsrechterlijke uitspraken, zonder vermelding van de namen van de betrokken partijen en van de scheidsrechters te publiceren, Artikel 15. Voor alle niet uitdrukkelijk in deze standregelen voorziene gevallen wordt verwezen naar bovengenoemde Wet van 4 juli Reglement van inwendige orde Artikel 1. In toepassing van artikel 3 van de standregelen werden scheidsrechterslijsten voor de in Art 1 genoemde Kamers samengesteld. Deze lijsten kunnen bekomen worden op het AGHA-secretariaat. 4 Intersentia

5 Artikel 2. De krachtens Art. 2 van de standregelen door de oprichtende verenigingen aangeduide afgevaardigden in de raad van bestuur, kunnen zich, indien zij een bepaalde vergadering niet kunnen bijwonen, mits voorafgaandelijk mededeling aan en akkoord van de voorzitter, door een plaatsvervanger laten vertegenwoordigen. Deze kan in hun naam deelnemen aan de besprekingen en desgevallend zijn stem uitbrengen. Artikel 3. De leden van de raad van bestuur en hun eventuele plaatsvervangers onthouden zich van elke inmenging in de beoordeling van geschillen die aan het arbitragecentrum worden voorgelegd. Artikel 4. In toepassing van Art 7 van de standregelen wordt vastgesteld dat voor de aanduiding van scheidsrechters voor de Kamer voor toepassing der Antwerpse Voorwaarden 1951 uitsluitend het arbitragecentrum bevoegd is. In elk geschil dat aan deze Kamer wordt voorgelegd duidt het arbitragecentrum twee scheidsrechters uit de lijst voorgesteld door de Antwerpse Scheepvaartvereniging en twee scheidsrechters uit de lijsten voorgesteld door de beroepsverenigingen die de goederen en of binnenscheepvaartbelangen vertegenwoordigen. Deze zullen op hun beurt uit de lijsten één scheidsrechter kiezen die als voorzitter zal fungeren, Indien zij hierover geen akkoord kunnen bereiken, zal de voorzitter eveneens door het arbitragecentrum worden aangeduid. Artikel 5. In toepassing van Art. 12 van de standregelen worden de vaste griffiekosten vastgesteld op 125 per geding, vermeerderd met de werkelijke administratieonkosten frankeringen, fotokopies, etc. De erelonen van de scheidsrechters worden vastgesteld als volgt: voor geschillen waarbij het totaal van de vorderingen niet hoger is dan 2.500: : 250 met een maximum van 125 per scheidsrechter; voor geschillen waarbij het totaal van de vorderingen begrepen is tussen en 6.200: 375 met een maximum van 187,5 per scheidsrechter; voor geschillen waarbij het totaal van de vorderingen begrepen is tussen en : 500 met een maximum van 250 per scheidsrechter; voor geschillen waarbij het totaal van de vorderingen begrepen is tussen en : 620 met een maximum van 250 per scheidsrechter voor geschillen waarbij het totaal van de vorderingen hoger is den : 745 met een maximum van 250 per scheidsrechter. De in een bepaald geval aangestelde scheidsrechters kunnen het hun, volgens dit barema, toekomende ereloon weigeren. Artikel 6. De ingevolge Art. 7 door de griffie op te stellen vaste beurtrol omvat in alfabetische volgorde alle scheidsrechters die op de lijsten van de in Art. 1 genoemde Kamers voorkomen, Intersentia 5

6 Indien op basis van deze beurtrol een bijkomende scheidsrechter wordt aangesteld, dient deze aanstelling door de raad ven bestuur te worden bekrachtigd. Artikel 7. Dit reglement van inwendige orde werd door de raad van bestuur goedgekeurd tijdens zijn zitting van 19 juni Intersentia