Hydrobiologische waarnemingen In Friesland
|
|
- Dries van der Horst
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De ontwikkeling van dit gebied als vogelgebied wordt nu in eerste instantie al ongunstig beïnvloed door straten-aanleg en het daarmee verdwijnen van de rust en De eerste gedachtenassociatie, die door de woorden "Friese meren" bij de meeste mensen wordt opgeroepen is een zeilboot. En terecht, de Friese meren lenen zich bijzonder voor deze bij uitstek Nederlandse sport. Uitgebreide watervlakten. omgeven door brede rietkragen, hier en daar onderbroken door steenglooiingen of afslagl'anden op de meest aan de golfslag blootgestelde oevers. geen waterplanten. wat wil men meer. Voor de natuurbescherming valt er dan ook weinig te doen; de oeverbegroeiingen herbergen geen bijzondere planten en er broeden slechts Koeten en Riethennetjes. Niettemin zijn de meren hydrobiologisch bijzonder belangwekkend. vanwege de rijke waterfauna langs de oevers. Meer bekend zijn de uitgestrekte moerasgebieden in het zuiden en midden van de provincie. De plantengroei en vogelwereld hiervan zijn reeds goed onderzocht. althans van de door ons bezochte, door "It F ryske Gea" beheerde terreinen, Princehof en Lindevallei. Wat betreft de hydrobiologie zijn ook deze terreinen vrijwel terra incognita. Gedurende onze excursies, welke wij sinds 1953 in Friesland hebben ondernomen. hielden we ons hoofdzakelijk bezig met de macroscopische waterfauna met uitzondering van de insekten, en verzamelden talrijke gegevens hierover. De tweede van ons inventariseerde bovendien de Grote Wielen bij Leeuwarden. een ogende broedge1egenheid. We kunnen dan ook verwachten, dat de voge1populatie hier spoedig zal afnemen. Hydrobiologische waarnemingen In Friesland c. DEN HARTOG en A. S. TULP. schijnlijk arm gebied, doch hydrobiologisch met grote rijkdommen gezegend. In dit artikel willen wij onze merkwaardigste vondsten bespreken. Het betreft niet uiltsluitend zeldzaamheden; ook voor min of meer gewone soorten, welke in Friesland een opvallende verspreiding hebben, of welke door hun levenswijze interessant zijn, zullen we Uw aandacht vragen. Alvorens hiertoe over te gaan, zullen wij enige woorden wijden aan de voornaamste factor. die verantwoordelijk is voor het huidige verspreidingsbee1d van de waterfauna in Friesland: het zoutgehalte van het water. Sinds de afsluiting van de Zuiderzee en de verzoeting van het IJsselmeer, is ook de zolljttoestand van de Friese wateren grondig gewijzigd. Aan de hand van enige zoutkaartjes (fig. 2) zullen we een beeld geven van deze veranderingen. Vom de afsluiting van de Zuiderzee was het zoutgehalte van de Friese boezemwateren veel hoger dan thans (fig. 2 boven). De 300 mg Cl'/l-grens, die wij als cie zoetwatergrens beschouwen, verliep toen aanmerkelijk oos,telijker dan tegenwoordig, ongeveer van de Leyen (halverwege tussen Bergum en Drachten) over Akkrum tot westelijk van Heerenveen. Rond Harlingen, Stavoren en de Lauwerszee. waar zout water bij het schutten naar binnen kwam, was het Cl'-gehalte van het boezemwater meer dan 4000 mg/l. Het grootste deel van het noorden en westen van Friesland had a-oligohalien water.
2 ) t1~'d,/ : 1~,; 'D~ L'tUEN (, "'~'~--"""-'\\ \'Z...1 : \\ / \ \ \ \, / / "--"'-",,.-;,..", / '..,',/1 '.# ',. "",.." :'--" Fig. 1. Overzicht van de provincie Friesland. d.w.z. water met een Cl'~geha1te van 1600~3000 mg/1. Het oostelijk deel van het merengebied was,b~oligohalien (300~ 1600 mg Cl'/1. Na de afsluiting van de Zuiderzee ver~ anderde deze toestand binnen enkele jaren (fig. 2 midden). Bij Stavoren kwam voort~ aan geen zout meer binnen. doch het zoete IJsselmeerwater. Alle zoutgrenzen werden in noordwestelijke richting terug,gedrongen. De zoetwatergrens liep in 1942 van Buitenpost. via Veenwouden, Grouw. Sneek. IJlst. het Slotermeer naar Lemmer. terwijl zich alleen nog in de buurt van Harlingen een klein gebied met een salini~ teit van meer dan 4000 mg Cl'/1 bevond. Het a~oligohaliene gebied beperkte zich nog maar tot een strook langs de Wadden~ zeekust. van Zurig tot de Lauwerszee. Na 1947 begon men met het doorspuien van de Friese boezemwateren. Bij Tacozijl werd zoet wa,ter ingelaten. terwijl het zoute water bij Harlingen en de Dokkumer Nieuwe Zijlen wer:d geloosd. Het gevolg hiervan was een nog sterkere verzoeting (fig. 2 onder). Echt a~oligohalien water IlO
3 komt nu nog slechts plaatselijk in Noord~ \Vest~Friesland voor, terwijl de zoetwater~ grens tegenwoordig van Kollum, rond het veengebied naar Leeuwarden en vandaar naar Sneek verloopt. Zuidelijker worden door de Provinciale Waterstaat geen monsters meer genomen, daar in deze streek geen zoutwaterbezwaren meer wor~ den ondervonden. Het zoutgehalte van de boezemwateren is echter niet constant, maar vertoont niet~ periodieke schommelingen. In de zomer worden in het algemeen de hoogste waar~ den gemeten, in de herfst en winter de laagste. Hoe groot de schommelingen zijn is in hoge mate afhankelijk van de hoeveelheid neerslag en de verdeling hiervan over het jaar. Merkwaardig is de invloed van het afvalwater der zuivelfabrieken op de chloriniteit van het water; het veroor~ zaakt een merkbare verhoging van het zoutgehalte. Bovendien vormen deze fa~ brieken, tezamen met de rioolwaterlozingen der grotere woonkernen de voornaamste bronnen van vervuiling der Friese wateren. De waterverontreiniging is er evenwel nog niet verontrustend, en de meren, die wij hebben bezocht, droegen hiervan geen sporen, uitgezonderd een klein gedeelte van de zuidoever van 'het Tjeukemeer bij Gieterse Brug, waar een zuivelfabriek haar afvalwater loost. Het is begrijpelijk, dat de fauna van de Friese boezemwateren zich aanzienlijk heeft gewijzigd. Hoewel wij hierover geen litteratuurgegevens heibben gevonden, is het plausibel, dat voor de afsluiting van de Zuiderzee in Friesland een brakwaterfauna voorkwam. Deze werd door Otto & Wielinga (1933) voor de omgeving van Harlingen beschreven. Zoetwaterorganismen leefden vooral in de wateren van de hoger gelegen zandgronden in het oosten en zuidoosten van de provincie, en bevolk~ ten tezamen met de meest euryhaliene brakwaterorganismen het oligohaliene ge~ bied. Ge-durende de verzoeting drong de zoetwaterfauna naar het noorden en het westen bv. de vlokreeft Gammarus pulex en de pissebedden Asellus aquaticus en A. meridianus, ten koste van de brakwater~ fauna, waarvan sommige vertegenwoordigers, als de poliep Cordylophora caspia, de vlokreeft Gammarus duebeni en het aasgarnaaltje Neomysis vulgaris in het wete water nog steeds met succes stand~ houden. Behalve vanuit het oosten en zuid~ oosten drongen ook nieuwe immigranten de Friese wateren via het Ijsselmeer binnen, bv. de Phrygische muts Ancylus fluljiatilis, de bloedzuiger T rocheta by~ kowskii en de strandvlo Orchestia cavi~ mana. Ondanks al deze ingrijpende ver~ anderingen in de waterhuishouding, zijn er geen duidelijke aanwijzingen, dat het bio~ logisch evenwicht in de Friese wateren is verbroken. De algenf10ra en de fauna van de diverse meren vertonen onderling geen grote verschillen, en kunnen gezamenlijk gekarakteriseerd worden. Zo vinden we langs alle oevers op de steenglooiingen en houten beschoeiingen dezelfde zonering van de algen~ en dieren~ gemeenschappen (fig. 3). Beneden de gemiddelde waterlijn komt het CIadophoretum glomeratae lacustre voor, een associatie verspreid langs de oevers van oligohaliene meren en mesotrofe en eutrofe zoete wateren, waarin het groene boompjeswier Cladophora glomerata do~ mineert en begeleid wordt door fijnere algen, als Ulothrix zonata en Stigeocloni~ um tenue. Vanwege de troebelheid van het water, veroorzaakt door enorme hoeveel~ heden zwevende d.eeltjes, daalt deze associatie in Friesland zelden dieper dan 25 cm beneden de waterlijn af, in het heldere Ijsselmeer gaat ze soms tot 1 meter III
4 diepte. Vlak boven de waterlijn komt een smalle gordel voor, waarin de rode draadalg Bangia atropurpurea en het groenwier Ulothrix tenerrima tezamen voorkomen, het Bangieto~Ulotricetum tenerrimae. Op de meest geëxponeerde plaatsen, waar een aanzienlijke waterbeweging voorkomt, domineert Bangia, bv. aan de Fluessen, het Heegermeer, het Sneekermeer, het Tjeukemeer, en overal langs het IJsselmeer. In de kleinere plassen ontbreekt Bangia meestal, doch daar domineert Ulo~ thrix tenerrima. De verticale breedte van de zone bedraagt langs de Friese wateren 5-20 cm, langs het Ijsselmeer wel 50 cm. Hierboven volgt een heterogene zone, waarin mosse:n en het wier Rhizoclonium riparium domineren, elders bepalen evenwel lichenen als Xanthoria parietina en Caloplaca-soorten het vegetatieaspect. Deze zone werd in het Noord-Zuidhollandse plassengebied be-studeerd door Barkman (1947), die er verscheidene eenheden in onderscheidde. De zone beneden de Cladophora-gemeenschap wordt gedomineerd door kolonies van sessiele dieren. In het bijzonder spelen het mosdiertje Plumatella fungosa en de poliep Cordylophora caspia een belangrijke rol, ni~t alleen op stenen en hout, maar ook op rietstengels. Deze laatste zijn vaak met een dikke korst bedekt. Ook de sponzen Ephydatia fluljiatilisen Euspongilla lacustris ende driehoeksmossel Dreissena polymorpha zijn vaak enorm talrijk. Minder opvallend, doch niettemin frequent voorkomend zijn de zoetwaterpoliepen Hydra ljulgaris attenuata en Pelmatohydra oli~ gactis, vooral op jonge rietstengels. De Cladophora-gordel en de zone van sessiele dieren zijn rijk aan allerhande benthische waterorganismen, die niet alleen op, maar ook onder de stenen leven: slakken, bloedzuigers, platwormen, vlokreeften, pisse-..' "-: 1941 ". 1953,, '.I Fig. 2. De zouttoestand der Friese wateren in 1924, 1942 en De zoutgehalten zijn aangegeljen in mg Cl'/1. 1I2
5 beiden, oligochaete wormen, insekten en hun larven. De poelen en plassen van moerasgebieden, als Princehof, Lindevallei, de omgeving van Veenwouden en de Oude Fonejacht bij Wartena, bieden weer and.ere sub~ straten voor de waterdieren. De onderzijde van de waterlelie~ en plompebladeren en de bladoksels van de Krabbescheren (fig. 5) zijn ware dierenparken. Wij vinden er grotendeels dezelfde soorten als langs de meeroevers maar dan in geheel andere massaverhoudingen, doch ook andere dieren, die wij niet of hoogst zelden langs de meeroevers vonden, treden tussen de waterplanten vaak in grote hoeveelheden op. Dat geldt wel in de eerste plaats voor de waterinsekten, maar ook voor het post~ horentje Planorbis corneus, M yxas gluti~ nosa en de levendbarende moerasslak Viviparus uiuiparus, voor de platwormen Bothromesostoma personatum en Bdellocephala punctata, en voor de zoetwaterpoliep Chlorohydra viridissima. Het voert ons te ver hierover uit te wei~ den. Daarom zullen wij nu overgaan tot de behandeling van de in onze ogen meest interessante diersoorten. PLATHELMINTHEN ~ PLATWORMEN. M icl'ostomum lineare (O. F. M üller), fig. 6a. Deze om zijn levenswijze zeer interessante Rhabdocoel, behoort tot de kleine cate~ gorie van dieren, welke zonder gevaar Hydra's consumeren. De dieren zijn maxi~ maal 1;/z mm lang en daarom uiterst moei~ lijk te vinden. Zij vergemakkelijken het zoeken echter van tijd tot tijd door het vormen van kettingen waardoor dikwijls een gezamenlijke lengte van 1 cm bereikt wordt. Zo'n ketting maakt de indruk van een klein, traag kruipend, geelbruin wormpje. De dieren zijn min of meer door~ schijnend, zodat het darmkanaal goed zichtbaar is. Ze hebben twee aan weerszijden van de kop gelegen, rode ogen. Dz voortplanting geschiedt geslachtelijk of door deling. In het laatste geval ontstaan de genoemde kettingen, welke uit maxi~ maal 15~ 16 exemplaren kunnen bestaan alvorens ze geheel of gedeeltelijk uiteenvallen. Als voedsel dient Hydra, waarvan de penetranten (netelcellen) onbeschadigd in het ectoderm worden opgeslagen en daar~ in gemakkelijk zichtbaar zijn. Bij de,door ons gevonden exemplaren konden de penetranten van Hydra uulgaris worden aangetoond, welke nog niets van hun werking verloren bleken te hebben. Von Graff (1882) vermeldt evenwel als voedsel uitsluitend Cyclops, Cypris en Daphnia. De gevonden exemplaren of kettingen leefden allen tussen en onder stenen. waar zich een min of meer dun modderig laagje gevormd héljd tussen de hydrorhizae van de poliep Cordylophora caspia en de byssusdraden van het driehoeksmosseitje Dreissena polymorpha. Meestal was op deze stenen eveneens het voedseldier Hydra uulgaris te vinden. De Man (1875) vermeldde tot dusver als enige "dezen schoonen worm uit Nederland, van Leiden. Hier kunnen wij een vindplaats in Friesland aan toevoegen. nl. de Grote Wielen bij Leeuwarden. waar op één plek regelmatig enkele exemplaren gevonden werden. Bothromesostoma personatum (0. Schmidt), fig. 6b. Dit is een kleine rhabdocoele platworm, welke zeer gemakkelijk is te herkennen, doch in het werk van Redeke (1948) niet wordt vermeld. Ze is evemvel al lang uit
6 ~~J =BANGIA ULOTHRIX ASSOCIATIE ~ =CLADOPHORA-ASSOCIATIE $ = CORDYL OPHORA CASPIA -4 = DRE I SSENA POLYMORPHA Fig. 3. De zonering langs de meeroeljers. BOlJen de waterlijn bepaalt de Bangia Ulothrix-gemeenschap het aspect, beneden de waterlijn oljerheerst Cladophora glomerata. Onder de stenen, en waar te weinig licht voor de wieren doordringt, leeft een coenose ljan Cordylophora caspia en Dreissena polymorpha. ons land bekend, want De Man (1875) kende haar al van Leiden, Zoeterwoude en Voorschoten. Ten gerieve van andere hydrobiologen volgt hier een korte beschrijving. Lichaam spoelvormig, kop afgerond. staart in een spitse punt uitgetrokken. Grootste 'breedte voor het midden. Rugzijde gewelfd, buikzijde vlak. Kleur blauwzwart tot aonkerbruin, bij de kop met twee' opvallende. weinig gepigmenteerde. langwerpige oogvelden. De ogen zelf meestal niet zichtbaar. Lengte tot 7 mmo grootste breedte ~_1/3 X de lengte. De diertjes werden in grote hoeveelheden waargenomen in de vegetaties van de Krabbescheer (Stratiotes aloides), waar ze dikwijls aan de oppervlakte zwemmen. Bij het zwemmen bereiken ze naar verhouding behoorlijke snelheden. Ook op waterplanten,glijden ze vlugger voort dan de triciade platwormen. Op 15 mei 1958 vonden we diverse exemplaren in de Lindevallei bij Wolvega in stilstaand water tussen de Krabbescheren. Zeer talrijk waren ze op 14 juni 1958 in het Princehof bij Eernewoude, waar we in een uitgestrekt krabbescheerveld honderden exemplaren zagen rondzwemmen. In september 1958 werden ze vervolgens waargenomen in een sloot langs de weg tussen Boornbergum en Beets, ook weer op Stratiotes en aan het wateroppervlak zwemmend. Hoewel de diertjes overdag een grote activiteit ontplooien, gaan ze pas in het donker over tot sexuele handelingen. Zij drukken dan de buikvlakken tegen elkaar in een scheef gekruiste houding. Als ze aan het wateroppervlak tot de paring overgaan, nemen ze een andere stand in. De kophelften van de beide dieren blijven dan met de buikzijde aan het wateroppervlak, terwijl de achterlijven loodrecht in het water hangen. Zij drukken slechts de geslachtsorganen tegen elkaar, de penis wordt niet ingebracht. Volgens de litteratuur zouden de dieren twee soorten eieren leggen. "4
7 Fig. 4. De geëxponeerde steenbeschoeiing langs het Sneekermeer. Vindplaats van Trocheta bykowskii en Gammarus duebeni. Foto Tulp. parthenogenetische subitaaneieren en bevruchte "Dauereier". In de platte schotels, waarin we de dieren wekenlang in leven hielden, werden noch de paring, noch de eieren waargenomen. Niettemin verkregen we talrijke jonge exemplaren. welke slechts in grootte van de ouder-diertjes verschilden. Ov er 't tijdsverloop tussen het leggen van.de eieren en het uitkomen worden in de litteratuur geen gegevens vermeld. Dugesia tigrina (Girard), fig. 6c. Deze Amerikaanse immigrant, welke nu al op diverse plaatsen op het Europese conti-
8 nent is ingeburgerd, werd door ons op vijf plaatsen in Friesland gevonden. Ongetwijfeld is het een nieuwe soort voor de Nederlandse fauna. Het diertje is zeer karakteristiek en met geen andere platworm te verwarren, hetgeen moge blijken uit de volgende beschrijving: Kop driehoekig, snuit spits, zijlobben duidelijk afgetekend, tamelijk spits, op en neer beweegbaar. Ogen 2, aan de mediane rand van relatief grote ongekleurde velden, op één lijn met of iets voor de toppen van de zijlobben, zeer dicht bijeen (ca. 1/10 X de maximale kopbreedte ). Auriculairzintuigen klein. elliptisch tot niervormig, in de zijlobben gelegen. Kleur grauw, door talrijke zeer kleine pigmentkorreltjes; vlekkerig door min of meer langwerpig uitgetrokken zwarte punten en eveneens langwerpige kleurloze plekken. Rand van de zijlobben ongekleurd. Ventrale zijde wit. Lengte 7-14 mm, breedte 1-1 ~ mmo Voortplanting door deling. De vindplaatsen zijn de Grote Wielen bij Leeuwarden, het Sneekermeer bij Terhorne (Zoute Poel), de Oudegaaster Brekken bij Oudega, een inham van de Fluessen bij Gaastmeer en de zuidoever van de Fluessen bij Elahuizen. De soort toont er een sterke voorkeur voor tegen de golfslag beschutte plaatsen. Daar leeft ze op en onder steenblokken en oude bakstenen, welke niet of spaarzaam met diatomeeën zijn begroeid. Op meer geëxponeerde plaatsen wordt ze slechts op steentjes in de rietzoom gevonden. De dieren leven van oligochaete wormen en verdronken insekten. Voor meer ge- Fig. 5. Een zeer beschutte hoek in het Princehof, dichtgegroeid met Stratiotes aloides. Vindplaats (Jan Bothromesostoma personatum. Foto Den Hartog. 116
9 l detailleerde gegevens wordt verwezen naar het artikel van de eerste van ons over deze soort (Den Har-tog, 1959). Bdellocephala punctata (Pallas), hg. 6d. Redeke (1948) maakt in zijn "Hydro~ biologie van Nederland" geen melding van het voorkomen van de platworm Bdelloce~ phala punctata, Dat wil echter geenszins zeggen, dat deze soort bij ons een zeld~ zaamheid is; integendeel, ze is naar onze ervaring in het Hafdistrict tamelijk alge~ meen. Dat is des te opmerkelijker, daar ze in de rest van Europa slechts sporadisch voorkomt. De worm,is 3-4 cm lang, nogal plomp van vorm, donker gepigmenteerd met hier en daar verspreide zwarte vlekken. De vorm van het dier herinnert aan een jeneverkruik, maar dan met ge~ golfde randen. De kop is afgeknot, doch aan beide zijden gelobd. Direct achter de lobben liggen de kleine ogen. Van Oye (1938) noemt Bdellocephala een "moddervorm", die,,leeft in stilstaand water, met een ph boven 7.0 vnj. in groote water~ loopen". Indel"daad vonden wij de plat~ worm alleen in eutrofe, zwak alkalisch reagerende wateren, maar in de modder vonden we haar bij uitzondering. Daarentegen was het een der meest frequente soorten in de bladoksels van Stratiotes~ rozetten; ook op andere waterplanten vonden we haar terug. De vondsten werden gedaan in grote en kleine rustige watertjes. In wateren met flinke golfslag vonden we geen enkel exemplaar. Slechts éénmaal verzamelde de eerste van ons Bdellocephala bij het stenen keren in de Botsholse plas onder Abcoude. In Friesland is ze algemeen. We vonden haar in de Grote en de Kleine Wielen bij Leeuwarden, in het gebied om V een~ wouden en Roodkerk, bij Miedum, in de Oude Fonejacht bij Wartena. in de sloot~ jes bij Terhorne, in het Princehof bij Eernewoude en in de Lindevallei bij Wolvega. HIRUDINEA - BLOEDZUIGERS. H emiclepsis marginata (0. F. M üller), fig. 7a, De bloedzuiger H emiclepsis marginata is een goed voorbeeld van een wijd verspreide, doch altijd schaarse soort. Op een excursie vinden we meestal maar een of twee exemplaren per vindplaats. We kunnen de soort aantreffen op de meest uiteenlopende plaatsen. De meeste exemplaren werden verzameld aan de buitenzijde van de bladoksels van Krabbescheren; in de bladoksels vonden we ze nooit. Ook op stenen langs tamelijk sterk aan de golfsla,g blootgestelde oevers wer~ den bij herhaling exemplaren gevonden. Dat hangt ongetwijfeld samen met de levenswijze. H emiclepsis parasiteert op vissen en amfibieën, doch in onze aquaria hebben we haar nooit aan de maaltijd gezien. Door vissen worden de bloed~ zuiger-s her~ en derwaarts gevoerd en het is dus voor deze parasieten bittere noodzaak, eurytoop te zijn. Het vindplaatsennet is in Friesland opvallend -dicht. We vonden haar in de Stratiotes-vegetaties van de Kleine Wielen bij Leeuwarden, de Oude Fonejacht bij Wartena, de Lindevallei bij Wolvega en de slootjes bij Terhorne en Miedum. Lan'gs oevers. op stenen en in de rietkraag. werd ze verzameld in de Grote Wielen bij Leeuwarden, in de Galamadammen, het verbindingswater tussen Morra en Flues~ sen, i,n het Tjeukemeer bij Vierhuister~ brug en in het Heegermeer bij het gehucht Indijk (Woudsend). Vergelijken we dit met de vondsten van de eerste van ons in het Vechtplassengebied, dan zien we dat "7
10 Deze bloedzuiger lijkt door zijn vorm, zijn wrattige uiterlijk en zijn dorsale kleurpatroon bedriegelijk veel op een Glossiphonia, waarmee hij dan ook gemakkelijk kan worden verward. Haementeria beschikt evenwel over een fraai kenmerk. Miidden over de rug loopt een afwisselend donker-licht geblokte streep, als een spoorlijn op een landkaart. De kleur van het dier is variabel. De middenstreep is licht bruingeel en donkerbruin tot zwart geblokt, terwijl de rest van de rug bruin is in tal van tinten met groenachtige en roodachtige vlekjes, welke het patroon verlevendigen. Over de rug lopen zeven rijen wratten, waarvan de middelste rij in de geblokte lijn ligt. Bij een drooggemaakt dier zijn de wratjes fraai te zien. Met Helobdella stagnalis is het de enige Nederlandse bloedzuigersoort met twee ogen. Ze wordt tot 4 cm lang. Haementaria valt in het Middellandse Zeegebied bij voorkeur schildpadden lastig. De tweede van ons vond in Turkije meermalen wel tot tien exemplaren op één schildpad. Op welk dier ze in Nederland parasiteert is niet bekend; vermoedelijk zuigt ze hier bloed bij kikkers en watervogels. Nadat ze in 1947 voor het eerst door Dresscher en Engel voor Nederland werd opgegeven, is ze op verscheidene plaatsen in ons land gevonden, meestal een of twee exemplaren per vindplaats. In elk geval is ze nog immer hoogst zeldzaam. In de Friese wateren troffen we haar verdaar Hemiclepsis veel schaarser is. Ofschoon de eerste van ons daar veel excursies hield. slaagde hij er niet in het voorkomen van deze bloedzuiger in meer dan drie terreinen vast te stellen. H aementeria costata (0. F. M üller), fig. 7b. scheidene malen aan. In de Oude Fonejacht bij Wartena werd ze gevonden aan de buitenzijde van een krabbescheerrozet, in een Stratiotes-veld; hetzelfde geldt voor de vondst tussen Nijetrijne en de Scheene, bij de grens van Overijssel. In het Tjeukemeer en en Grote Wielen werd ze verzameld op verspreide baksteentjes in zeer ondiep water in de rietzoom, op laatst genoemde plaats zelfs enige malen achtereen. Trocheta bykowskii Gedroyc. Deze bloedzuiger is pas heel laat in ons land ontdekt. Dresscher & Engel (1955) hebben haar het eerst voor ons land opgegeven. Later vermeldden Den Hartog & Van Rossum ( 1957) een aantal nieuwe vindplaatsen in het gebied der benedenrivieren. Inmiddels is gebleken, dat Trocheta in ons land een veel grotere verspreiding heeft dan aanvankelijk werd verondersteld. Ook in Friesland werd ze gevonden. Zij is daar ongetwijfeld' na de afsluiting van de Zuiderzee gearriveerd. Ofschoon ze de meest zouttolerante van onze zoetwaterbloedzuigers is, is het niet waar- b Fig. 6. a. Microstomum lineare; naar Von Gra[f, b. Bothromesostoma personaturn. Orig. Tulp, c. Dugesia tigrina; naar Den Hartog, d. Bdellocephala punctata. Orig. Tulp.
11 schijnlijk, dat ze al voor die tijd in de Zui,cierzee voorkwam, zeker niet in het noordelijk gedeelte. Langs de Friese zuidkust bed~oeg het CI/-gehalte toen als regel 8~100/ 00 ; slechts in perioden van grote waterafvoeren van de Gelderse IJssel daalde de chloriniteit soms tot 3~4 / 00' In een dergelijk brak milieu kan Trocheta niet permanent leven. Na de afsluiting verminderde het zoutgehalte zeer sterk en werden gunstige vestigingskansen voor deze soort geschapen. En vestiging bleef dan ook niet uit. De immigratie had vermoedelijk plaats vanuit twee centra: Utrechtse Vecht en Gelderse IJssel. Gedurende onze excuries langs de Friese IJsselmeerkust vonden we de soort tussen Mirns en Laaxum. op zavelige bodem onder een oude emmer, in een wild van riet en ruwe biezen met ondergroei van het wier Vaucheria dichotoma, en onder grote stenen in het zandstrand van Molkwerurn. Het IJsselmeer werd een nieuw verspreidingscentrum, van waaruit Trocheta hier en daar in de boezemwateren van het binnendijks gelegen gebied kon doordringen. In Friesland slaag-de ze er in de Fig. 7. a. Hemiclepsis marginata, b. Haementeria costata, c. Piscicola geometra. Orig. Tulp. b c grootste meren te bereiken. Langs de oever van het Sneekermeer en het Tjeukemeer komen ze veel voor onder stenen boven de gemiddelde waterlijn, ingegraven in de zand- of zavelbodem. Zij schijnt venige oevers te vermijden. Eveneens vonden we nergens Trocheta langs glooiingen met dubbele steenmantei. noch onder stenen. die op dichte massa's plantewortels rusten. Bij waterstandsverhogingen verlaten de dieren hun woonplaatsen niet. Ofschoon ze goed kunnen zwemmen, werd dit in het vdd door ons slechts zelden waargenomen. Piscicola geometra (L.), fig. 7c. De Visbloedzuiger is in ons land geen algemeen dier. Plaatselijk kan ze in grote hoeveelheden worden gevonden doch meestal betreffen de vondsten één of enkele individuën. In tegenstelling tot H emiclepsis marginata, die zowel in stilstaand als in bewogen water wordt aangetroffen, heeft Piscicola een sterke voorkeur voor zuurstofrijk, sterk bewogen water. We vinden haar vooral aan de buitenzijde van rietkragen langs grote plassen, waar veel golfslag voorkomt, en op in het water liggende stenen langs de oevers. Ook in het stromende water van de Zuidlimburgse beken komt ze voor. Slechts bij uitzondering werd de Visbloedzuiger in de dichte vegetaties van Krabbescheer in stille bochten aangetroffen. Piscicola parasiteert op allerhande vissen. We hebben ze gezien op karpers. In het aquarium werden Drie- en Negendoornige stekelbaarsjes door jonge. pas uit de eicocons gekropen bloedzuigertjes voortdurend lastig gevallen. De stekeltjes vonden evenwel in de levendige, als spanrupsjes over de waterplanten kruipende diertjes, een welkome aanvulling van hun dieet; in enkele dagen waren alle kwelgeestjes geconsumeerd. Piscicola is een
12 goede zwemmer: bij herhaling vonden we haar zwemmend, soms honderden meters van de oever. In Friesland 'hebben we haar slechts in drie plassen gevangen: in de Grote Wielen bij Leeuwarden is ze tamelijk algemeen in de rietzoom. In het Tjeukemeer bij Vierhuisterbrug en in de Fluessen bij Nijega vonden we slechts enkele exemplaren op aan de golfslag geëxponeerde stenen. Ongetwijfeld komt ze ook in andere grote plassen voor maar tot dusver zochten we daar zonder succes. (wordt ljervolgd) Vragen en korte mededelingen Over de paring van padden (Bufo hufo 1.). Woensdag 9 april 1952 Kemperberg (Schaarsbergen). Gisteravond hoorde ik op verschillende plaatsen bij Kemperberg rondspringende padden. toen ik door het bos liep. Vanmorgen om 10 uur zag ik wel een zestig dieren rondzwemmen in een klein poeltje met betonnen bodem. welke bedekt is met een laag rottend blad, Het bevindt zich vlak aan de weg. Vele dieren waren reeds in copula l ): de kleinere mannetjes zaten met hun poten om de hals van de wijfjs geklemd, op haar rug. De gepaarde dieren bleven meestal voortdurend op de bodem. Ze bewogen zich bijna niet en kwamen al1~~n boven om lucht te happen. Het initiatief hiervoor moest natuurlijk uitgaan van de wijfjes. Wanneer het wijfje haar neusgaten aan de oppervlakte b,acht kon het mannetje dit ook doen. Even later zakten ze dan weer weg naar de bodem. Wat opviel was het grote overschot aan mannetjes. Deze zwommen zacht kekkend rond. met de kop boven het wateroppervlak. Zo dreven er wel twintig rond. Ze trachtten een wijfje van achteren te benaderen en kropen dan snel op haar rug. Merkwaardig was dat ze ook vaak elkaar besprongen. Het mannetje liet zich dan over de kop van de geslachtsgenoot weer in het water zakken. Soms zwom het andere mannetje dit dier weer sne'l achterna. waarna natuurlijk weer hetzelfde gebeurde. Wanneer het mannetje het ongeluk had niet goed op het wijfje terecht, te komen waren er direct vele concurrenten. Zo dreef er wel een paar uur een groot kluwen van één wijfje met een zestal man- 1) Over dit onderwerp is een zeer uitvoerige studie verschenen (J. Eibl~Eibesfeldt: Ein Beitrag ZUl' Paarungsbiologie der Erdkräte. Behaviour vol. II 1950). netjes rond. waarvan elk vergeefs trachtte een goede plaats te bemachtigen. 's-avonds om 9 uur. dus ongeveer een uur na zonsondergang. waren ze nog druk in de weer. De intensiteit van de gedragingen was nog hetzelfde als overdag. Ook nu klonk het hoge en zachte gekek. Deze roep bestond maar uit één klank. Overal tussen de bladeren rond het vijvertje ritselde het van rondspringende dieren. Eénmaal hoorde ik ook zo'n dier roepen. Overdag zag ik helemaal geen padden op het land. Eerst 's avonds schijnen ze te voorschijn te komen, wanneer de temperatuur lager is en ze niet zoveel kans meer hebben om uit te drogen. In die tijd komen ze dus op de paringsplaats af. 's Nachts om 12 uur gingen de paringen nog steeds door. Ook waren er toen veel rondzwemmende en rondspringende exemplaren. De temperatuur is de laatste dagen sterk gestegen. Donderdag 10 april Kemperberg: Vandaag weer de gehele dag paringen etc. Vrijdag 11 april Kemperberg: Bij zonsopgang ging ik direct naar het vijvertje kijken. waar de padden gisteren en eergisteren paarden. Het was er veel rustiger. Ik zag maar een paar exemplaren in copula. Verder twee "kluwens" en enkele rondzwemmende mannetjes. Overdag zag ik deze niet meer. Vanmorgen merkte ik een verkeerde plaatsing op van een mannetje. Hij zat. nadat een ander mannetje vergeefs had getracht in copula te komen, op de buik van een wijfje. In deze stand kon het wijfje natuurlijk nooit boven komen om lucht te happen. 's Avonds lag ze dan ook. dood op haar rug. de pootjes uitgespreid. Zaterdag 12 april Kemperberg. Gisteravond nog wel rondspringende padden bij het vijvertje. De copulaties zijn echter definitief afgelopen. Deventer. J. KLEINHOUT. 120
De Heikikker De Heikikker
De Heikikker Brabant Water beheert 2200 hectare grond waarvan 1500 hectare natuurgebied. Hiermee zijn wij een van de grootgrondbezitters in Noord-Brabant. In deze natuurgebieden liggen ook de waterwingebieden
Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.
Page 1 of 35 Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting Uitgevoerd door: Laboratorium Specialist in vijverwaterkwaliteit Page
Opdrachten Oevergroep
Opdrachten Oevergroep Ho, stop! Voordat jullie met de schepnetjes naar het water rennen, eerst even dit! De Waal is de drukst bevaren rivier van Europa en door haar bedding stromen miljoenen liters water
Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord
Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied
Ecologie voedselweb van zoetwater
Ecologie voedselweb van zoetwater Inleiding: In een voedselweb worden de relaties tussen organismen duidelijk. In alle voedselketens en dus ook een voedselweb start de reeks / basis met een groen organisme.
Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info
Eend Inleiding Ik hou mijn werkstuk over eenden omdat ik het leuke dieren vind en ik wil er wat over leren. Dit wil ik er over weten: Wat doen eenden de hele dag? Wat eten eenden? Wat voor soorten eenden
Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht
Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht Op zaterdag 28 mei 2011 is er vanuit RAVON Utrecht een excursie georganiseerd naar het Kombos te Maarsbergen. Het doel van de excursie was om deelnemers
Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad
Chemisch wateronderzoek 1 water leeft 2 Abio Chemisch wateronderzoek 2 Chemisch wateronderzoek 3 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren
Werkblad slootdiertjes
Werkblad slootdiertjes Hoe groot is het dier? Hoeveel poten heeft het dier? Hoe ziet de achterkant van het dier eruit? Zit er bij de kop rode franje? Heeft het dier een schelp? Hoe heet het dier? 0, 4,
Informatie: zoetwaterdiertjes
Informatie: zoetwaterdiertjes In het zoete water wonen heel veel diertjes. Ze zien er best schattig uit, maar pas op! Leven in een sloot is heerl gevaarlijk. Kijk maar eens naar dit diertje. Het is de
Kreeftachtigen hebben meestal kleine ogen, waar ze maar weinig mee zien. Ze kunnen wel bijzonder goed ruiken.
Kreeftachtigen Er zijn veel verschillende soorten kreeftachtigen. Van ieder soort leven er vaak zeer grote aantallen in zee. Kreeftachtigen zijn bijvoorbeeld de roeipootkreeftjes, de zeepissebedden en
Vissoorten Aal Herkenning: Verspreiding: Voedsel: Lengte afgebeelde vis: Lengte tot circa: Snoek Herkenning: Verspreiding: Voedsel:
Vissoorten Aal Herkenning: Het lichaam is slangachtig van vorm. De borstvinnen bevinden zich direct achter de kop. Op het achterste deel van het lichaam is, zowel onder als boven, een vinzoom aanwezig
Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5
Een hoort erbij! Over dieren uit een ei groepen 3-5 1. Een ei hoort erbij Veel dieren leggen eieren: vogels en vissen. Maar ook insecten leggen kleine eitjes. Uit dat eitje komt een klein diertje. Dat
ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT
ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied
SPREEKBEURT NEONTETRA
SPREEKBEURT NEONTETRA l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE NEONTETRA BIJ
SPREEKBEURT MAANVIS VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n
SPREEKBEURT MAANVIS l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE MAANVIS BIJ ELKAAR
ANTWOORDBLADEN WATEREXCURSIE. 1 Tekenblad bij Opdracht 1. Naam van de school: Naam van de sloot of de straat langs de sloot: Jullie namen:
ANTWOORDBLADEN WATEREXCURSIE 1 Tekenblad bij Opdracht 1 Naam van de school: Naam van de sloot of de straat langs de sloot: Jullie namen: Water antwoord- en rapportbladen 2015 1 2 VERONTREINIGING 2a Zet
Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012
Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild Couwenhoven 7221 3703 HW Zeist wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, april 2009
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 27-30 april 2009 - Wim Giesen, Paul Giesen & Kris Giesen, 4 mei 2009 27-30 april 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord
Praktijkopdrachten groep 7/8.
Praktijkopdrachten groep 7/8. 1 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Opdrachten bij de water excursie 3 Hoe ziet de plas eruit?...3 Planten in het water en op de oever.3 Voorbeelden van planten in om de poel
In de troebele sloot kunnen daarentegen geen boten varen en deze zal dus, volgens ons, veel minder vervuild zijn.
Verslag door een scholier 1793 woorden 30 mei 2017 7,4 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Helderheid en waterdieren Namen: Rosa van den Hoeven, Laila Vogel en Aryanne Abma Klas: G3A
SPREEKBEURT Vissengroep Cichliden
SPREEKBEURT Vissengroep Cichliden l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE VISSENGROEP
LANGENHOLTE: TOPNATUUR
LANGENHOLTE: TOPNATUUR ROUTE 18 km 20 19 Een prachtige fietstocht langs de uiterwaarden van de Vecht en 'Buitenlanden Langenholten', een nat en ruig natuurgebied waar in het voorjaar wilde kievietsbloemen
Waterlanders : op weg met Sam de salamander. Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander.
Waterlanders : op weg met Sam de salamander Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander. 1 De kamsalamander... Hallo, Ik ben Sam, de salamander met
Kikkers. Inleiding. Kikkers bij ons in de buurt
Kikkers Inleiding Vandaag wil ik jullie graag iets meer vertellen over de kikker. Iedereen van jullie kent wel de kikker, misschien woont er wel ergens één in jullie tuin? Zoals in onze tuin, daar woont
SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD REPTIELEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE
SPREEKBEURT BETTA VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n
SPREEKBEURT BETTA l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE BETTA BIJ ELKAAR
Een leefgebied voor de rugstreeppad
Een leefgebied voor de rugstreeppad Landschapsbeheer Flevoland 1 De rugstreeppad in de Noordoostpolder Op zwoele avonden klinkt in het Noordoostpolder vanuit poelen en sloten de luidruchtige roep van de
SETL dag verslag 11/01/2015. Meer info: www.projectbaselinebelgium.be www.projectbaseline.org http://pbdashboard.apphb.com www.facebook.
Meer info: www.projectbaselinebelgium.be www.projectbaseline.org http://pbdashboard.apphb.com www.facebook.com/muisbroek De SETL dag viel samen met de Nieuwjaarsduik van GUE-BE. We hadden een massaal aantal
VOORTPLANTING VAN DE VLEKKENPYTHON (LIASIS. Dr. R. Ross, Institute for Herpetological Research, Box 2227, Stanford, California
VOORTPLANTING VAN DE VLEKKENPYTHON (LIASIS CHILDRENI) 1J! EEN TERRARIUM. Door: Dr. R. Ross, Institute for Herpetological Research, Box 2227, Stanford, California 94305, U.S.A. Inhoud: Inleiding - Het houden
Hydrobiologische waarnemingen in Friesland (slot)
bruiken als slaapplaats, maar allengs wor~ den de omzwervingen uitg,ebre,id, de familieband wordt losser 'en,de jonge val~ ken zullen in augustus ongemerkt ver~ dwijnen. De oude Torenvalken zullen elkaar
SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD
SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n REPTIELEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE
De Groenzoom Struweelvogels
De Groenzoom Struweelvogels 1 Inhoudsopgave Zanglijster Struweelvogels - Zanglijster 3 - Roodborsttapuit 4 - Kneu 5 - Blauwborst 6 - Patrijs 7 - Rietzanger 8 Zanglijster - Lichte borst met pijlpuntige
Altolamprologus calvus. Geschreven door: Lubbito
Altolamprologus calvus Geschreven door: Lubbito 1. Inleiding 1.1 Aanleiding tot het schrijven van het artikel Aangezien ik veel informatie van dit forum afhaal, heb ik besloten een artikel toe te voegen,
SPREEKBEURT GUPPY VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT GUPPY VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE GUPPY BIJ ELKAAR
SPREEKBEURT ZWAARDDRAGER
SPREEKBEURT ZWAARDDRAGER l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE ZWAARDDRAGER
Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten
Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten Auteur: Bart Specken 2016 Zeer goed Deze klasse onderscheidt zich van alle andere klassen doordat hier waterplanten in voorkomen die kenmerkend zijn
1250-1330 1340-1440 1450-1650 1660-1700
Nederlandse Hangoor Dwerg Het land van oorsprong is Nederland. Is in Nederland erkend in 1964 Puntenschaal Groep 6.Hangoren. Pos. Onderdeel Punten 1 Gewicht 10 2 Type, bouw en stelling 20 3 Pels en pelsconditie
Werkblad Waterrapport 1 - Kleur van het water
Werkblad Waterrapport - Kleur van het water Water in sloten, plassen, meren en rivieren kan allerlei verschillende kleuren hebben door de stoffen die erin opgelost zijn. Meestal betekent helder en lichtgekleurd
Nieuwsbrief 21 van RAVON Afdeling Utrecht Juli 2016
Nieuwsbrief 21 van RAVON Afdeling Utrecht Juli 2016 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers
SPREEKBEURT Vissengroep Harnasmeervallen
SPREEKBEURT Vissengroep Harnasmeervallen l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER
in de s sloten & plassen
tad in de s sloten & plassen 2 De kringloop van het water Ü Een regendruppel vertelt: 3 Sloten De Bourgoyen-Ossemeersen zijn een meersengebied met vele sloten. Deze werden lang geleden gegraven om het
SPREEKBEURT Chinese vuurbuiksalamander
SPREEKBEURT Chinese vuurbuiksalamander l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n REPTIELEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER
De Noordzee HET ONTSTAAN
De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een prima dag. In de loop van de dag werd het warmer, een beetje benauwd zelfs en wat mij betreft had er iets
Veldwerkhandleiding Meetnet Boomkikker Meetnet Kamsalamander. Larvendeterminatie
Veldwerkhandleiding Meetnet Boomkikker Meetnet Kamsalamander Larvendeterminatie 1 Inhoudsopgave 1 Introductie... 2 2 Determinatie... 3 2.1 Kamsalamander... 3 2.2 Kleine Watersalamander en Vinpootsalamander...
WORD EEN ECHTE bomenkenner!
WORD EEN ECHTE bomenkenner! In dit boek kun je bladeren van loofbomen plakken die je vindt tijdens je wandelingen in het bos of het park. Maar voor je een echte bomenkenner kunt worden, moet je nog een
WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek
Chemisch wateronderzoek 1 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren en waterplanten. Biologisch leven in het water is afhankelijk van
inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon
Kleine beestjes inhoud. De mier 2. De teek 4. De regenworm 5 4. De pissebed 6 5. De hoofdluis 7 6. De vlieg 8 7. De mug 9 8. De vlo 0 9. Filmpje Pluskaarten 2 Colofon 4 Bronnen en foto s 5 . De mier Een
SPREEKBEURT SUMATRAAN
SPREEKBEURT SUMATRAAN l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE SUMATRAAN BIJ
Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld
Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld Jan Katsman, januari 2018 Libellenmonitoring 2017 in het Leersumse Veld. Het gebied Hert Leersumse Veld is eigendom van en wordt beheerd door Staatsbosbeheer.
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april Beste natuurliefhebber/-ster,
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was donderdag de 20 ste een stuk aangenamer dan de dinsdag ervoor en dus koerste ik al fietsend weer richting De
Een project van het IVN Veldhoven / Vessem voorjaar 2009
Een project van het IVN Veldhoven / Vessem voorjaar 2009 Doelgroep: groepen 4 t/m 8 Plaats: een goed bereikbare plek aan stilstaand of stromend water (zie kaartje). Doel: Ontdekken dat er zich een interessante
Geelwangschildpad. Trachemys scripta troosti. www.licg.nl. Serie reptielen
Serie reptielen Geelwangschildpad Trachemys scripta troosti Geelwangschildpadden zijn erg populair als huisdier. Deze koudbloedige dieren worden vaak gekocht wanneer ze nog klein zijn. Ze kunnen echter
Vuursalamander. Vuursalamander
Vuursalamander Trouw aan huis Met een lengte tot wel 25 cm is de vuursalamander vrij opvallend. Als vuursalamanders kleiner waren geweest, vielen ze nog steeds op door hun zwart met felgele of knaloranje
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei Beste natuurliefhebber/-ster,
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 16 mei 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een zomerse dag met vrij veel zon en weinig wind. Dat laatste vind ik prettig, maar wat betreft de temperatuur ben
Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6
Naam:_ KIKKERS _ De kikker is een amfibie. Er zijn veel soorten kikkers op de wereld. In Nederland zie je de bruine en de groene kikker het meest. De groene kikkers zijn graag veel in het water, de bruine
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009 - Wim Giesen, Kris Giesen & Wouter Suykerbuyk, 7 juli 2009 29 juni-3 juli 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen
Hoofdstuk 1: Veldkenmerken en voorkomen 3. Hoofdstuk 2: Voedsel en vijanden 4. Hoofdstuk 3: Voortplanting en verwanten 6
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Literatuurlijst 1 Inleiding 2 Hoofdstuk 1: Veldkenmerken en voorkomen 3 Hoofdstuk 2: Voedsel en vijanden 4 Hoofdstuk 3: Voortplanting en verwanten 6 Hoofdstuk 4: Verzorging
Bepaling van de biotische index van zoetwater
1 Inleiding Bepaling van de biotische index van zoetwater Op basis van het voorkomen van ongewervelden of aan de hand van de aanwezige planktonorganismen kan stilstaand of stromend water in vier kwaliteitsklassen
Bepaling van de biotische index van zoetwater
1 Inleiding Bepaling van de biotische index van zoetwater Op basis van het voorkomen van ongewervelden of aan de hand van de aanwezige planktonorganismen kan stilstaand of stromend water in vier kwaliteitsklassen
Gewone pad. Teksten en foto s overgenomen van de Hylawerkgroep van Natuurpunt
Gewone pad De gewone pad (Bufo bufo) is een vrij groot en zwaar gebouwd dier. De mannetjes meten 5 tot 7 cm en de vrouwtjes worden nog iets groter, tot 12 cm. De rug is beige, lichtbruin, grijsbruin of
Libellen herkennen. Weidebeekjuffer Vrouwtjes zijn metaalglanzend groen, de mannetjes zijn blauw. Ze leven langs beken en rivieren (stromend water).
1 Libellen herkennen In Nederland leven 71 soorten libellen. Veel daarvan zijn zeldzaam en zul je niet snel tegenkomen. Zo n 25 soorten kun je wel in de stad tegenkomen. Van deze libellen bespreken we
8IBLIOTH - MS-C Lfv,fc LKi-OLDtKS WERKDOCUMENT Abw februari
, s 8IBLIOTH - RIJK J J MS-C Lfv,fc LKi-OLDtKS WERKDOCUMENT GEDEELTELIJKE WATERPLANTENKARTERING IN HET VELUWEMEER, JULI 1981 door J. Diender 148 r 1982-52 Abw februari m \fa\ MINISTERIE VAN VERKEER EN
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 18 juli Beste natuurliefhebber/-ster,
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 18 juli 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was weer een heel aardige dag en ik heb met plezier bijna een volledige werkdag doorgebracht op de tuinen van De Wiershoeck
Het overzicht: Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016.
Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016. In het westelijke deel van het Nieuwediep kwamen in vier vakken Krabbenscheer V, voor in fraaie velden, die een leef-
Krabbenscheer en Groene glazenmaker in de gemeente Borger-Odoorn;
Krabbenscheer en Groene glazenmaker in de gemeente Borger-Odoorn; 2010-2016. Op diverse plaatsen binnen de gemeente Borger-Odoorn zijn velden Krabbenscheer aangetroffen met daarbij populaties Groene glazenmaker.
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 10 oktober Beste natuurliefhebber/-ster,
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 10 oktober 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, De weersverwachting voor dinsdag stemde niet optimistisch. Ik hield er zelfs rekening mee dat de excursie niet door zou
3,7. Praktische-opdracht door een scholier 1235 woorden 12 januari keer beoordeeld. Inleiding
Praktische-opdracht door een scholier 1235 woorden 12 januari 2003 3,7 67 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding We gaan het gedrag van muizen onderzoeken. Dit is naar aanleiding van iemand die beweert:
Helder water door quaggamossel
Helder water door quaggamossel Kansen en risico s Een nieuwe mosselsoort, de quaggamossel, heeft zich in een deel van de Rijnlandse wateren kunnen vestigen. De mossel filtert algen en zwevend stof uit
De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015 vervolg. Dit is het vervolg op het eerste deel van mijn verslag.
De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015 vervolg Beste natuurliefhebber/- ster, Dit is het vervolg op het eerste deel van mijn verslag. Een week geleden zag ik alleen nog maar
Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein
Natuurzones T58-Boschkens Goirle-Tilburg Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein Natuurzones T58-Boschkens Natuurwaarden versterkt rond surfplas, woonwijk en bedrijventerrein
Een kreeft in de klas
Een kreeft in de klas Leerdagboek van:... Een kreeft in de klas Wat doet de kreeft? Kijk een poosje heel nauwkeurig naar de kreeft. Schrijf heel nauwkeurig op wat de kreeft doet en hoe hij dat doet. Doe
Chaetostoma cf. thomsoni - Bulldog pleco. Geschreven door: Sonja (Pasody)
Chaetostoma cf. thomsoni - Bulldog pleco Geschreven door: Sonja (Pasody) Wetenschappelijke naam: Chaetostoma CF. thomsoni. Afwisselende Namen: Rubber Lip Plecostomus, Bulldog Plecostomus, Rubber neus Plecostomus.
Zoogdiervereniging VZZ
Zoogdiervereniging VZZ Zoogdiervereniging VZZ Meervleermuizen in Fryslân: kennisontwikkeling voor soortbescherming A&Wrapport 748 Meervleermuizen in Fryslân: kennisontwikkeling voor soortbescherming
Flamingo. infoblad. Phoenicopterus ruber
infoblad Flamingo Phoenicopterus ruber Je kent ze vast wel, die mooie grote knalroze vogels die je heel vaak ziet lopen door het water van binnenwateren en zoutpannen. Als je bijvoorbeeld bij Jan Kok komt
SPREEKBEURT DISCUSVIS
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT DISCUSVIS VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE DISCUSVIS BIJ
SPREEKBEURT SLUIERSTAARTGOUDVIS
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT SLUIERSTAARTGOUDVIS VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE SLUIERSTAARTGOUDVIS
Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna
Inhoud Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inleiding Proef 1. Algemene bepalingen. Proef 2. Bepaling waterkwaliteit met behulp van kleine waterdieren (makrofauna). Verzameltabel voor alle resultaten.
inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.
Leven onder water inhoud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 4 3. Vissen 5 4. Kwallen 7 5. Zoogdieren 8 6. Schaaldieren 9 7. Stekelhuidigen 10 8. Zeewier 11 9. Weekdieren 12 10. Filmpje 13 Pluskaarten
( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:
( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL: GROEP:.. BOOM IN DE HERFST waarneemvel 1 WAT IS DE NAAM VAN JULLIE BOOM?.. 1. KRUIS AAN WAT JE ZIET AAN JULLIE TAK Nog groene bladeren Gekleurde bladeren Kale takken Vruchten
Welke uilen en roofvogels zijn dat?
. Welke uilen en roofvogels zijn dat? De vogels zijn volgens de kleurcode onderverdeeld in de volgende groepen: Uilen 10 Valken 30 Overige roofvogels 46 Extra: Vliegsilhouet van de belangrijkste soorten
BUURTVERENIGING "NIEUWE MEER" 20 JAAR!
BUURTVERENIGING "NIEUWE MEER" 20 JAAR! Redactie: Arien van Steenderen Anneke Eikelenboom Anouchka Bonnema Jan Snoep Eindredactie: Koos Bonnema Tekstverwerking: Sylvia Frenks-Fritscheck Omslag: Arien van
Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012
Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012 R.J.S. Terlouw. bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2012-10. Ouderkerk aan den IJssel, 30 december 2012 Versie : Definitief. Auteur
Corydoras trilineatus. Geschreven door: colisa lalia
Corydoras trilineatus Geschreven door: colisa lalia 1. Inleiding 1.1 Aanleiding tot het schrijven van het artikel Ik heb deze vis nu al 4 jaar en zag dat er hier nog geen artikel was over deze vis, dus
De woestijn. Uitgestrekt, droog en heet!
De woestijn Uitgestrekt, droog en heet! Bij een woestijn denken we vaak vooral aan zand, zand en nog eens zand. Maar er zijn ook heel andere woestijnen op aarde. Er zijn bijvoorbeeld ook kleiwoestijnen,
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE AXOLOTL BIJ
Inleiding In het najaar worden de dagen steeds korter en de nachten steeds langer. Kun je je voorstellen dat je in de maand november naar bed gaat?
Inleiding In het najaar worden de dagen steeds korter en de nachten steeds langer. Kun je je voorstellen dat je in de maand november naar bed gaat? Je valt in een diepe slaap en wordt in maart pas weer
Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd
Gebruiksaanwijzing leerdagboek Miniatuur Een kreeft in de klas Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd Aanwijzingen Schrijf- en tekenruimte
Lopen er beesten op het water? De sloot in al haar lagen
L E E S T E K S T Lopen er beesten op het water? De sloot in al haar lagen Sloten zijn meestal geen natuurlijke waterwegen, maar worden door de mens gegraven omdat er vaak problemen zijn om het overtollige
informatie: schelpen - slakken
informatie: schelpen - slakken Er leven tientallen soorten slakken op het wad en op de bodem van de Noordzee. Hun huisjes vind je vaak als schelpen op het strand. Er zijn slakjes die vooral grazend door
Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.
5 Lastige woorden Blad Zand en klei Heide Een lage plant met paarse bloemen. Voedingsstoffen Voedsel dat planten nodig hebben om te groeien. Boomgaard Een stuk land met fruitbomen. Greppel Een kleine droge
ONDERZOEK NAAR DE WATERVLEERMUIS IN DE OPSTALLEN VAN HET: SIEGERPARK. Projectnummer : 30.06.03 Datum : 07 juni 2010
ONDERZOEK NAAR DE WATERVLEERMUIS IN DE OPSTALLEN VAN HET: SIEGERPARK Projectnummer : 30.06.03 Datum : 07 juni 2010 Onderzoek naar de Watervleermuis 1 Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN 1.1 Watervleermuis algemeen
SPREEKBEURT BRUINE ANOLIS
SPREEKBEURT BRUINE ANOLIS l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n REPTIELEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE BRUINE
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, maart 2010
Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 23-25 maart 2010 - Wim Giesen, Kris Giesen, Paul Giesen & Wouter Suykerbuyk, 29 maart 2010 23-25 maart 2010 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op
Bestrijding van de. muskusrat
Bestrijding van de muskusrat SIGNALEMENTEN plat Onbehaard Zwart 25 cm Staart Stompe kop waar oren nauwelijks zichtbaar zijn Zwemt met zijn hele rug naar boven Water Donkerbruine bontvacht Actief 60 Zwemborstels
Bijlage VMBO-GL en TL
Bijlage VMBO-GL en TL 2012 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. GT-0191-a-12-2-b Lepelaars - informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 38 tot en
SPREEKBEURT VUURSTAARTLABEO
SPREEKBEURT VUURSTAARTLABEO l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE VUURSTAARTLABEO
SPEURTOCHT THEMA BUSH. voor groep 8 / brugklas VO
SPEURTOCHT THEMA BUSH voor groep 8 / brugklas VO Deze Bush-speurtocht bevat open en meerkeuze vragen. Bij de meerkeuze vragen is steeds één antwoord goed. Denk er ook aan, dat je de paden niet mag verlaten.