Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) Uitvoering, praktijk en procedures voor trainingsinstituten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) Uitvoering, praktijk en procedures voor trainingsinstituten"

Transcriptie

1 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) Uitvoering, praktijk en procedures voor trainingsinstituten Versie 1.2 Datum 30 september 2014 Status Definitief

2 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) Colofon ILT Scheepvaart Weena 723 Rotterdam Pagina 2 van 15

3 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) Colofon 2 Inleiding 4 1 Aanvullingen op IaT nr Aanvullingen onderdelen IaT nr Hoogspanningstraining NSI guideline on High Voltage course according to STCW Computer Based Training (CBT) Instroom eisen voor deelnemers Instroomeis: Medische geschiktheid Instroomeis: Kennis en kunde Trainingen met voorgeschreven instroomeisen Training met indirecte instroomeisen Trainingen zonder instroomeisen Trainingen visserij sector Basis veiligheidstraining vissersvaartuigen 9 2 Uitvoeringsafspraken Bestendigde afspraken Tijdig aanvragen vernieuwing erkenning Lesplan Basisveiligheid praktijkomstandigheden Nieuwe afspraken Hoeveelheid deelnemers Proces rondom het aanvragen van erkenning Communicatie met de ILT Verzending aanvragen Lopende aanvragen Vragen over uitvoering Wet zeevarenden 12 3 Vrijblijvende aanwijzingen en informatie IMO publicaties Richtlijnen voor navigatie gerelateerde symbolen, termen en afkortingen Innovatie Simulator gebruik Lifeboat simulator Gebruik simulator in het reguliere onderwijs OCW opleidingsinstituten 14 Bijlage A IMO SN.1/Circ.243/Rev.1 15 Pagina 3 van 15

4 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) Inleiding Voor u ligt de tweede Informatie aan Trainingsinstituten (IaT). Deze IaT nr.2 bevat voor een deel aanvullingen op de eerder gepubliceerde IaT nr.1. Daarnaast bevat de IaT nr.2 aanwijzingen en informatie die gebruikt kunnen worden om de kwaliteit van trainingen verder te verhogen. Pagina 4 van 15

5 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) 1 Aanvullingen op IaT nr Aanvullingen onderdelen IaT nr.1 Naar aanleiding van vragen uit het veld wordt in deze IaT nr.2 aanvullende informatie verstrekt Hoogspanningstraining In aanvulling op de hardware eisen uit IaT nr.1, vindt u hieronder in deze IaT nr.2 een nader invulling van het normenkader voor de Hoogspanningstraining NSI guideline on High Voltage course according to STCW 2010 The course is aimed at (chief) engineers who do not comply with the Manila amendments of the STCW. The duration of the course will depend on the background and prior knowledge and experience of course participants. However, NSI is of the opinion that it is unlikely that the stated objectives can be achieved in less than 40 hours instruction overall. Assessments should be designed to establish a candidate s competence by activity in a practical situation. It may also include appropriate oral questioning or a paper exam to establish that a candidate has knowledge, understanding and proficiency of the relevant principles and procedures that cannot be readily inferred from practical demonstration. Candidates may be expected to study for the following day, completed homework may be part of the assessment. Course outline: 1 Revisits the fundamentals of electricity 1.1 Voltage, current and power 1.2 Active, reactive and apparent power 1.3 Resistive, inductive and capacitive load 1.4 Generators and motors, working principles 1.5 Power management systems 2 Familiarizes with high voltage equipment on ships 2.1 Motivation of HV choice, installed power, cable diameters, shortcircuit power, switchgear size 2.2 Cables, connections, insulation media, corona 2.3 Switching theory, circuit breaker, contactor, earthing switch, fuse 2.4 Switchboard construction 2.5 Transformers 2.6 Generator and motor protection 3 Safety aspects of high voltage systems 3.1 Grounding, neutral handling, IT and TN systems 3.2 Dangers of electricity, current time/path, body resistance Pagina 5 van 15

6 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) 3.3 Arc and arc blast, electromagnetic forces, metal-clad switchgear 3.4 PPE, HRC categories, arc flash labels 4 Describes the status of rules, regulations and guidelines 4.1 International: IMO, SOLAS, ISM, STCW 4.2 NGO: Classification societies, IACS, IEC, ISO 4.3 National / local regulations 4.4 Ships operation manuals, company regulations 5 Identifies fault levels and introduces switching plans 5.1 Fault levels, discrimination, selectivity 5.2 Define safe working procedures: vital five (NEN3840), 7 steps that save lives 5.3 Hazardous areas, permit to work system, Lock Out/ Tag Out procedures 5.4 Produce and carry out a switching program 6 Explains maintenance procedures 6.1 Maintenance systems 6.2 Insulation measurement: PI, DAR, DD 6.3 Selection of measuring equipment, performing measurements Computer Based Training (CBT) Ten aanzien van het ontwikkelen van Computer Based Training (CBT) wil de Inspectie wijzen op de beleidsregel Zeevaartbemanning. Deze beleidsregel vermeldt IMO publicatie STCW.7/Circ.13 - ISSUES TO BE CONSIDERED WHEN INTEGRATING COMPUTER-BASED TECHNOLOGIES INTO THE TRAINING AND ASSESSMENT OF SEAFARERS als basis voor het ontwikkelen van CBT s. 1.2 Instroom eisen voor deelnemers Met enige regelmaat krijgt de Inspectie vragen of een persoon wel of niet mag deelnemen aan een training. De vraag valt dan vaak uiteen in twee verschillende gebieden. Soms heeft de vraag betrekking op medische geschiktheid van deelnemers, in andere gevallen gaat het over instroomeisen ten aanzien van kennis, ervaring 1 of leeftijd. De Inspectie gaat er ook vanuit dat het trainingsinstituut deelnemers wijst op de mogelijkheden en onmogelijkheden van de uitgereikte certificaten in relatie tot de bruikbaarheid van het certificaat binnen de mogelijkheden van de Wet zeevarenden. Indien er niet aan de instroomeisen kan worden voldaan betekent dit niet 1 De Wet zeevarenden bevat een definitie van ervaring, ervaring opgedaan in een alternatieve functie zoals opgenomen in de Regeling zeevarenden valt ook onder deze definitie Pagina 6 van 15

7 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) dat men niet deel kan nemen aan de training, het betekent dat er geen bekwaamheidsbewijs (STCW certificaat) afgegeven kan worden Instroomeis: Medische geschiktheid In de Wet zeevarenden zijn er geen medische instroomeisen vastgelegd. De Inspectie is van mening dat de verantwoordelijkheid voor de deelnemer bij het trainingsinstituut ligt. Wel wijst de Inspectie erop dat het uitreiken van een STCW waardig certificaat inhoudt dat dit certificaat ook daadwerkelijk gebruikt gaat worden voor de invulling van een functie waar zo n certificaat vereist is dan wel gebruikt gaat worden ten behoeve van het verkrijgen van een vaarbevoegdheidsbewijs of bekwaamheidsbewijs. Voor deze situatie is de Inspectie van mening dat het uitreiken van een STCW waardig certificaat alleen kan plaats vinden aan personen die voldoen aan de in de Wet zeevarenden opgenomen medische geschiktheid eisen, die op hun beurt gebaseerd zijn op Voorschrift I-9 van de STCW 1978 Conventie, zoals gewijzigd Instroomeis: Kennis en kunde In een beperkt aantal gevallen is er sprake van een voorgeschreven instroomeis. In een aantal andere gevallen valt er op indirecte wijze wel een gewenste, maar niet verplichte instroomeis, waar te nemen. Daarnaast zijn er nog trainingen waarin geen sprake is van enige vorm van instroomeis Trainingen met voorgeschreven instroomeisen Training reddingmiddelen o Leeftijd minimum leeftijd 18 jaar o Diensttijd 12 maanden ervaring of 6 maanden ervaring en in het bezit van een geldig certificaat basisveiligheid 2 Training bekwaamheid in het gebruik van snelle hulpverleningsboten o Kennis certificaat reddingmiddelen Training scheepsbeveiligingsfunctionaris o Diensttijd 12 maanden ervaring Training basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen o Kennis geldig certificaat basisveiligheid Training basis ladingbehandeling gastankschepen o Kennis geldig certificaat basisveiligheid Training ladingbehandeling olietankschepen voor gevorderden o Kennis voldoen aan de kenniseisen behorende bij de training basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen 3 o Ervaring 4 3 maanden of 1 maand onder bepaalde condities 2 De STCW Annex spreekt over approved course zonder specificatie, de ILT legt dit uit dat hier de training basis veiligheid bedoeld wordt 3 De kennis hoeft niet perse aantoonbaar te zijn via het certificaat basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen 4 Geen voorwaarde voor uitgifte van het certificaat, wel een voorwaarde voor de uitgifte, door Kiwa Register BV, van het bekwaamheidsbewijs Pagina 7 van 15

8 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) Training ladingbehandeling chemicaliëntankschepen voor gevorderden o Kennis - voldoen aan de kenniseisen behorende bij de training basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen 5 o Ervaring 6 3 maanden of 1 maand onder bepaalde condities Training ladingbehandeling gastankschepen voor gevorderden o Kennis voldoen aan de kenniseisen behorende bij de training basis ladingbehandeling gastankschepen 7 o Ervaring 8 3 maanden of 1 maand onder bepaalde condities Training met indirecte instroomeisen Training medische eerste hulp aan boord o Kennis geldig certificaat basisveiligheid Training medische zorg aan boord o Kennis geldig certificaat medische eerste hulp aan boord Training wetgeving en openbaar gezag o Kennis niet-nederlands vaarbevoegdheidsbewijs als kapitein Training brandbestrijding voor gevorderden o Kennis geldig certificaat basisveiligheid Training radarnavigator management level o Kennis certificaat radarnavigator operational level Training scheepsmanagement-n o Kennis Nederlands vaarbevoegdheidsbewijs 1 ste stuurman 3000 GT of alle schepen Training scheepsmanagement-w o Kennis - Nederlands vaarbevoegdheidsbewijs 2 de werktuigkundige 3000 kw of alle vermogens Training aanvulling-n voor reizen nabij de internationale kust o Kennis Nederlands vaarbevoegdheidsbewijs 1 ste stuurman op reizen nabij de kust Training aanvulling-w voor reizen nabij de internationale kust o Kennis Nederlands vaarbevoegdheidsbewijs 2 de werktuigkundige op reizen nabij de kust 5 De kennis hoeft niet perse aantoonbaar te zijn via het certificaat basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen 6 Geen voorwaarde voor uitgifte van het certificaat, wel een voorwaarde voor de uitgifte, door Kiwa Register BV, van het bekwaamheidsbewijs 7 De kennis hoeft niet perse aantoonbaar te zijn via het certificaat basis ladingbehandeling gastankschepen 8 Geen voorwaarde voor uitgifte van het certificaat, wel een voorwaarde voor de uitgifte, door Kiwa Register BV, van het bekwaamheidsbewijs Pagina 8 van 15

9 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) Training stoomvoortstuwing o Kennis Nederlands vaarbevoegdheidsbewijs werktuigkundige of Nederlands kennisbewijs scheepswerktuigkundige Training gasturbinevoortstuwing o Kennis Nederlands vaarbevoegdheidsbewijs werktuigkundige of Nederlands kennisbewijs scheepswerktuigkundige Training ECDIS o Kennis Vaarbevoegdheidsbewijs stuurman Training hoogspanning o Kennis Vaarbevoegdheidsbewijs werktuigkundige Trainingen zonder instroomeisen Training basisveiligheid Training crisisbeheersing en menselijk gedrag Training passagiersveiligheid, ladingveiligheid en waterdichtheid van de scheepsromp Training bewustwording scheepsbeveiliging Training uitvoering beveiligingstaken 1.3 Trainingen visserij sector In tegenstelling tot IaT nr.1 bevat deze IaT nr.2 enkele onderwerpen die alleen betrekking hebben op de trainingen voor de visserijsector Basis veiligheidstraining vissersvaartuigen In de praktijk blijkt er verwarring te bestaan over de training basis veiligheid en de training basis veiligheidstraining vissersvaartuigen. De aanname die gedaan wordt is dat dit dezelfde trainingen zijn. Dat is niet het geval. Grofweg zitten de verschillen in de wettelijke kaders die van toepassing zijn. Een voorbeeld hiervan zijn de verschillen tussen het SOLAS Verdrag en het Torremolinos Protocol. Daarnaast dient de training basis veiligheid vissersvaartuigen specifiek op vissersvaartuigen toegesneden veiligheidselementen te bevatten. Trainingsinstituten die erkende trainingen aan de visserijsector aanbieden worden er op gewezen dat voor beide type trainingen er een erkenning van de Inspectie nodig is. De erkenning op één van de trainingen kan niet gebruikt worden voor de andere training. Pagina 9 van 15

10 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) 2 Uitvoeringsafspraken In 2010 is er door de Inspectie aan de leden van de WTI, Rood boven Groen, Arbode Maritiem en de Enkhuizer Zeevaartschool een brief verzonden met een aantal werkafspraken. De werkafspraken in deze brief zijn ten gevolge van voortschrijdend inzicht toe aan herziening. De Informatie aan Trainingsinstituten (IaT) zal de plaats innemen van deze brief. In deze IaT nr.2 wordt een deel van de werkafspraken opnieuw bestendigd en er zijn enkele nieuwe toegevoegd. 2.1 Bestendigde afspraken Onderstaande uitvoeringsafspraken worden met deze IaT nr.2 bestendigd Tijdig aanvragen vernieuwing erkenning Indien een trainingsinstituut een erkende training wil blijven geven, dient tenminste zes maanden voor het verlopen van de betreffende erkenning een aanvraag voor vernieuwing naar de Inspectie opgestuurd te worden. Aangezien een erkenningsprocedure enkele maanden in beslag kan nemen, bijvoorbeeld omdat niet altijd trainingen gedraaid worden, zal op deze wijze de nieuwe erkenning naadloos aan kunnen sluiten op de verlopen erkenning. De "verjaardagsdatum" van de erkenning blijft dan ongewijzigd Lesplan Het lesplan welke ingevolge artikel 2, derde lid, onderdeel d, van de Erkenningsregeling opleidingen zeevaartbemanning ingediend moet worden dient tenminste de elementen te bevatten welke in het voorbeeld lesplan, gepubliceerd op de website van de Inspectie, zijn opgenomen Basisveiligheid praktijkomstandigheden Ten behoeve van het aanleren van en demonstreren van een aantal competenties voor de training basisveiligheid gelden de volgende praktijkomstandigheden: Springhoogte bij sprong met overlevingspak en reddinggordel, ongeacht zwembad of buitenwater, bedraagt tenminste 2,5 meter; Het minimum aantal opblaasbare reddinggordels dat tijdens een training basisveiligheid gebruikt dient te worden door de cursisten is gelijk aan 10% van het aantal kandidaten met een minimum van 2 stuks; De minimale hoogte welke met een overlevingspak en reddinggordel geklommen dient te worden bedraagt 3 meter. 2.2 Nieuwe afspraken Onderstaande werkafspraken worden met IaT nr.2 toegevoegd aan de bestaande uitvoeringsafspraken. Pagina 10 van 15

11 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) Hoeveelheid deelnemers Er is geen voorgeschreven norm over het aantal deelnemers aan een training of over het aantal deelnemers in relatie tot het aantal instructeurs of docenten. De Inspectie vraagt wel aandacht voor dit punt omdat de aangetroffen verschillen fors zijn. De Inspectie beraad zich om op dit punt een richtnorm per training op te stellen. Indien er voor een training gebruik gemaakt moet worden van een simulator (o.a. ECDIS, Radarnavigator), dan is de beschikbare simulator capaciteit in grote mate bepalend voor het maximum aantal cursisten. 2.3 Proces rondom het aanvragen van erkenning Het opstarten van een aanvraag via het aanvraagformulier is van cruciaal belang om tot erkenning van een training te komen. De Inspectie beschouwt de erkenning van een training als een proces van vergunningverlening en is in die zin volledig vergelijkbaar met het proces van vergunningverlening voor scheepsspecifieke certificaten zoals een bemanningscertificaat of een Nationaal Veiligheids Certificaat (voorheen Certificaat van Deugdelijkheid). In dit verband wordt u er op gewezen dat een aanvraag bij voorkeur kompleet wordt ingediend maar dat een onvolledige aanvraag, mits vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier, wel in behandeling wordt genomen en als startpunt wordt genomen om het proces van erkenning op te starten. Zonder een officieel geregistreerde aanvraag kan en zal de Inspectie op geen enkele wijze een aanvang kunnen maken met het proces van erkennen van een training Communicatie met de ILT In verband met een herschikking taken binnen de afdeling vergunningverlening zeevaart zijn er enkele wijzigingen in adressen die in gebruik zijn. Hieronder worden de verschillende adressen opgesomd inclusief een toelichting waarvoor deze gebruikt kunnen worden. Daarnaast vraagt de Inspectie aandacht voor enige etiquette. Het komt veelvuldig voor dat een een verzameling is van veel verschillende onderwerpen die vaak ook een groot aantal berichten bevat (zgn. string). Tussen deze berichten zitten vaak vragen of opmerkingen die van belang zijn. Bovendien dekt de in het onderwerpveld vermelde onderwerpen vaak niet of slechts gedeeltelijk de inhoud van e- mail. Om de communicatie per overzichtelijk te houden en vertraging in beantwoording te voorkomen is het dringende verzoek om de s te voorzien van een onderwerp wat daadwerkelijk verband houdt met de inhoud van de en de inhoud van de overzichtelijk te houden Verzending aanvragen Het adres waar de aanvraag en de bijbehorende documentatie naar toe verzonden moeten worden is gewijzigd. Alle aanvragen, voor alle objecten die onder het toezicht van ILT/Scheepvaart Zeevaart vallen, Pagina 11 van 15

12 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) dienen te worden verzonden naar dit adres. Het aanvraagformulier vermeldt het volgende adres: Lopende aanvragen Vragen over in behandeling genomen aanvragen, alsmede algemene vragen in het kader van STCW trainingen dienen te worden gesteld via: Vragen over uitvoering Wet zeevarenden Vragen over hoe de Inspectie de Wet zeevarenden uitvoert ten aanzien van trainingen dienen te worden gesteld via het Meld- en Informatiecentrum (MIC). Het MIC is te benaderen via het vragenformulier op de ILT website. Pagina 12 van 15

13 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) 3 Vrijblijvende aanwijzingen en informatie 3.1 IMO publicaties De IMO heeft een aantal richtlijnen gepubliceerd die van invloed kunnen zijn op de inhoud van trainingen. Het betreft hier aanbevelingen die niet zijn opgenomen in Nederlands wetgeving of beleidsregels Richtlijnen voor navigatie gerelateerde symbolen, termen en afkortingen In IMO publicatie SN.1/Circ.243/Rev.1 van 23 mei 2014 geeft de IMO aanwijzingen voor het gebruik van symbolen, termen en afkorting voor het gebruik bij navigatie werkzaamheden, navigatie systemen en navigatie apparatuur. Deze publicatie vindt u in de bijlagen. 3.2 Innovatie Het beleid van de Inspectie op de inzet van nieuwe technologieën is sinds een groot aantal jaren gericht op het aantonen van het bereiken van het gelijkwaardige niveau dat hoort bij conventionele middelen door de aanvrager. Dit beleid wordt zowel gevoerd op scheepsconstructies, scheepsuitrustingsstukken maar is ook van toepassing op trainingen en de binnen deze training gebruikte apparatuur Simulator gebruik De laatste versie van de simulatorleidraad is te vinden op de ILT website Lifeboat simulator Het Canadese bedrijf Virtual Marine Technology heeft een simulator ontwikkeld gericht op het nabootsen van het strijken/vallen en manoeuvreren met een vrije val sloep. Trainingsinstituten onder toezicht van Transport Canada en de USGC hebben dit type simulator in gebruik genomen Gebruik simulator in het reguliere onderwijs Het gebruik van simulators om een deel van de voorgeschreven stagetijd in te vullen wordt reeds voor langere tijd toegepast binnen het Nederlandse reguliere zeevaartonderwijs. De daarvoor gebruikte equivalent regeling was echter volledig geschreven op de onderwijssituatie van dat moment waarbij er slechts nog sprake was van geïntegreerde opleidingen. In de praktijk werd de equivalent regeling voor de opleiding maritiem officier, stuurman en scheepswerktuigkundige toegepast. De oude equivalent regeling blijf van toepassing op de stage van de maritiem officier en stuurman, voor de scheepswerktuigkundige is een nieuwe equivalent regeling opgesteld door DGB. DGB zal nog met een verklaring en uitleg komen over hoe beide equivalent regelingen gebruikt dienen te worden binnen het reguliere onderwijs. Pagina 13 van 15

14 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) 3.3 OCW opleidingsinstituten Er zijn vragen aan de Inspectie gesteld over de status van erkende trainingen in relatie tot de kennisbewijzen vanuit MBO en HBO opleidingsinstituten. Daarnaast is de Inspectie geconfronteerd met opleidingsinstituten die niet op de hoogte zijn van de eisen ten aanzien van de door de ILT erkende trainingen en de afgifte van kennisbewijzen. De voormalige Zeevaartbemanningswet blonk niet uit in duidelijkheid op het punt van erkende trainingen in relatie tot de kennisbewijzen en vervolgens de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs. In reactie daarop is vanaf 2008 in de kwalificatiedossiers voor zeevaart en zeevisvaart opleidingen opgenomen dat er een aantal trainingen voorzien dienen te zijn van een ILT erkenning. De HBO opleidingsinstituten hebben aangegeven deze lijn uit het kwalificatiedossier te volgen. Met de inwerkingtreding van de Wet zeevarenden afgelopen 3 de mei is duidelijker vastgelegd welke documenten er nodig zijn om in het bezit te komen van een vaarbevoegdheidsbewijs. De certificaten afkomstig van erkende trainingen worden als losse onderdelen opgesomd in de artikelen die de afgifte van vaarbevoegdheden regelt. De artikelen zijn hier te raadplegen: Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart Pagina 14 van 15

15 Informatie aan Trainingsinstituten (IaT nr.2) Bijlage A IMO SN.1/Circ.243/Rev.1 Pagina 15 van 15

16 E 4 ALBERT EMBANKMENT LONDON SE1 7SR Telephone: +44 (0) Fax: +44 (0) SN.1/Circ.243/Rev.1 23 May 2014 AMENDED GUIDELINES FOR THE PRESENTATION OF NAVIGATIONAL-RELATED SYMBOLS, TERMS AND ABBREVIATIONS 1 The Maritime Safety Committee, at its seventy-ninth session (December 2004), approved Guidelines for the presentation of navigational-related symbols, terms and abbreviations (SN/Circ.243) prepared by the Sub-Committee on Safety of Navigation (NAV), at its fiftieth session (July 2004) and encouraged their use for all shipborne navigational systems and equipment. 2 The Maritime Safety Committee, at its eighty-fifth session (26 November to 5 December 2008), approved the amendment to the Guidelines for the presentation of navigation-related symbols, terms and abbreviations (SN.1/Circ.243/Add.1) regarding an addition to table 3 of the appendix to annex 1 of the Guidelines for the presentation of navigation-related symbols, terms and abbreviations (SN/Circ.243), introducing a new symbol for AIS Search and Rescue Transmitter (AIS-SART) prepared by the Sub-Committee on Safety of Navigation (NAV), at its fifty-fourth session (July 2008). 3 The Sub-Committee on Safety of Navigation (NAV), at its fifty-ninth session (2 to 6 September 2013), agreed on improved symbols for portrayal of AIS Aids to Navigation (AIS AtoN) in annexed new tables 4.1, 4.2 and 4.3 for the replacement of existing symbols for AIS-based AtoN in existing table 4 of annex 1 of the Guidelines for the presentation of navigation-related symbols, terms and abbreviations (SN/Circ.243). 4 The Maritime Safety Committee, at its ninety-third session (14 to 23 May 2014), concurred with the Sub-Committee's views, and approved the amended Guidelines for the presentation of navigation-related symbols, terms and abbreviations, as set out in the annex. 5 Member Governments are invited to bring the amended Guidelines for the presentation of navigation-related symbols, terms and abbreviations to the attention of all parties concerned. 6 This circular revokes SN/Circ.243 and SN.1/Circ.243/Add.1. ***

17

18 SN.1/Circ.243/Rev.1 Annex 1, page 1 ANNEX 1 GUIDELINES FOR THE PRESENTATION OF NAVIGATION-RELATED SYMBOLS 1 Purpose The purpose of these annexed Guidelines is to provide guidance on the appropriate use of navigation-related symbols to achieve a harmonized and consistent presentation. 2 Scope The use of these Guidelines will ensure that the symbols used for the display of navigation-related information on all shipborne navigational systems and equipment are presented in a consistent and uniform manner. 3 Application These Guidelines apply to all shipborne navigational systems and equipment. The symbols listed in the appendix should be used for the display of navigation-related information to promote consistency in the symbol presentation on navigational equipment. The symbols listed in the appendix should replace symbols which are currently contained in existing performance standards. Where a standard symbol is not available, another symbol may be used, but this symbol should not conflict with the symbols listed in the appendix.

19 SN.1/Circ.243/Rev.1 Annex 1, page 2 APPENDIX NAVIGATION-RELATED SYMBOLS Table 1: Own Ship Symbols Topic Symbol Description Own ship Double circle, located at own ship's reference position. Use of this symbol is optional, if own ship position is shown by the combination of Heading Line and Beam Line. Own Ship True scale outline Own Ship Radar Antenna Position True scale outline located relative to own ship's reference position, oriented along own ship's heading. Used on small ranges/large scales. Cross, located on a true scale outline of the ship at the Physical location of the radar antenna that is the current source of displayed radar video. Own Ship Heading line Solid line thinner than the speed vector line style, drawn to the bearing ring or of fixed length, if the bearing ring is not displayed. Origin is at own ship's reference point. Own Ship Beam line Solid line of fixed length; optionally length variable by operator. Midpoint at own ship's reference point. Own Ship Speed vector Dashed line short dashes with spaces approximately twice the line width of heading line. Time increments between the origin and endpoint may optionally be marked along the vector using short intersecting lines. To indicate Water/Ground stabilization optionally one arrowhead for water stabilization and two arrowheads for ground stabilization may be added. Own Ship Path prediction A curved vector may be provided as a path predictor. Own Ship Past Track Thick line for primary source. Thin line for secondary source. Optional time marks are allowed.

20 SN.1/Circ.243/Rev.1 Annex 1, page 3 Table 2: Tracked Radar Target Symbols Topic Symbol Description Tracked Target including Dangerous Target Target in Acquisition State Solid filled or unfilled circle located at target position. The course and speed vector should be displayed as dashed line, with short dashes with spaces approximately twice the line width. Optionally, time increments, may be marked along the vector. For a "Dangerous Target", bold, red (on colour display) solid circle with course and speed vector, flashing until acknowledged. Circle segments in the acquired target state. For automatic acquisition, bold circle segments, flashing and red (on colour display) until acknowledged. Lost Target Bold lines across the circle, flashing until acknowledged. Selected Target A square indicated by its corners centred around the target symbol. Target Past Positions Dots, equally spaced by time. Tracked Reference Target R Large R adjacent to designated tracked target. Multiple reference targets should be marked as R1, R2, R3, etc.

21 SN.1/Circ.243/Rev.1 Annex 1, page 4 Table 3: AIS Target Symbols Topic Symbol Description AIS Target (sleeping) Activated AIS Target Including Dangerous Target AIS Target True Scale Outline An isosceles, acute-angled triangle should be used. The triangle should be oriented by heading, or COG if heading missing. The reported position should be located at centre and half the height of the triangle. The symbol of the sleeping target should be smaller than that of the activated target. An isosceles, acute-angled triangle should be used. The triangle should be oriented by heading, or COG if heading missing. The reported position should be located at centre and half the height of the triangle. The COG/SOG vector should be displayed as a dashed line with short dashes with spaces approximately twice the line width. Optionally, time increments may be marked along the vector. The heading should be displayed as a solid line thinner than speed vector line style, length twice of the length of the triangle symbol. Origin of the heading line is the apex of the triangle. The turn should be indicated by a flag of fixed length added to the heading line. A path predictor may be provided as curved vector. For a "Dangerous AIS Target", bold, red (on colour display) solid triangle with course and speed vector, flashing until acknowledged. A true scale outline may be added to the triangle symbol. It should be: Located relative to reported position and according to reported position offsets, beam and length. Oriented along target's heading. Used on low ranges/large scales. Selected target A square indicated by its corners should be drawn around the activated target symbol. Lost target Triangle with bold solid cross. The triangle should be oriented per last known value. The cross should have a fixed orientation. The symbol should flash until acknowledged. The target should be displayed without vector, heading and rate of turn indication. Target Past Positions Dots, equally spaced by time. AIS Search and Rescue Transmitter (AIS-SART) A circle containing a cross drawn with solid lines.

22 SN.1/Circ.243/Rev.1 Annex 1, page 5 Table 4: Other Symbols Topic Symbol Description Monitored Route Dashed bold line, waypoints (WPT) as circles. Planned or Alternate Route Dotted line, WPT as circles. Trial Manoeuvre Large T on screen. Simulation Mode S Large S on screen. Cursor Crosshair (two alternatives, one with open centre). Range Rings Solid circles. Variable Range Markers (VRM) Circle. Additional VRM should be distinguishable from the primary VRM. Electronic Bearing Lines (EBL) Dashed line. Additional EBL should be distinguishable from the primary EBL. Acquisition/ Activation Area Solid line boundary for an area. Event Mark Rectangle with diagonal line, clarified by added text (e.g. "MOB" for man overboard cases).

23 SN.1/Circ.243/Rev.1 Annex 1, page 6 Table 4.1: Improved symbols for portrayal of AIS Aids to Navigation (AIS AtoN) Type of AIS AtoN (Type of code in AIS msg. 21) Portrayal when indication of type is not selected Default, type not specified (0) Reference point (1) Light, without sectors (5) Light, with sectors (6) Leading Light Front (7) Leading Light Rear (8) Fixed structure offshore/obstruction (3) Light Vessel/LANBY/Rigs (31) Symbol (Physical) Symbol (Virtual) Description Solid diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Note: Applicable only for Physical AIS AtoN Physical: Solid diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Virtual: Dotted diamond with cross hair centred at reported position Solid diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Note: Fixed structure offshore/obstruction and Light Vessel/LANBY/Rigs versions are not applicable for Virtual AIS AtoN Racon (2) Solid diamond with double circle of black inner circle on the top of diamond Note: Racon version is not applicable for Virtual AIS AtoN Emergency Wreck Mark (4) Beacon, Cardinal N (9) Floating, Cardinal Mark N (20) Beacon, Cardinal E (10) Floating, Cardinal Mark E (21) Physical: Solid diamond with cross on the top of diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Virtual: Dotted diamond with cross hair centred at reported position and cross on the top of diamond Physical: Solid diamond with 2 triangles, one above the other, point upward, on top of diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Virtual: Dotted diamond with cross hair centred at reported position and 2 triangles, one above the other, points upward, on the top of diamond Physical: Solid diamond with 2 triangles, one above the other, base to base, on the top of diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Virtual: Dotted diamond with cross hair centred at reported position and 2 triangles, one above the other, base to base, on the top of diamond

24 SN.1/Circ.243/Rev.1 Annex 1, page 7 Type of AIS AtoN (Type of code in AIS msg. 21) Beacon, Cardinal S (11) Floating, Cardinal Mark S (22) Beacon, Cardinal W (12) Floating, Cardinal Mark W (23) Beacon, Port hand (13) Beacon, Preferred Channel Port hand (15) Port hand Mark (24) Preferred Channel Port hand (26) Beacon, Starboard hand (14) Beacon, Preferred Channel Starboard hand (16) Starboard hand Mark (25) Preferred Channel Starboard hand (27) Beacon, Isolated danger (17) Isolated danger (28) Beacon, Safe Beacon, Safe water (18) Safe Water (29) Beacon, Special mark (19) Special Mark (30) Symbol (Physical) Symbol (Virtual) Description Physical: Solid diamond with 2 triangles, one above the other, point downward, on the top of diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Virtual: Dotted diamond with cross hair centred at reported position and 2 triangles, one above the other, points downward, on the top of diamond Physical: Solid diamond with 2 triangles, one above the other, point to point, on the top of diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Virtual: Dotted diamond with cross hair centred at reported position and 2 triangles, one above the other, point to point, on the top of diamond Physical: Solid diamond with rectangle, short side up, on the top of diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Virtual: Dotted diamond with cross hair centred at reported position and rectangle, short side up, on the top of diamond Physical: Solid diamond with triangle, points upward, on the top of diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Virtual: Dotted diamond with cross hair centred at reported position and triangle, points upward, on the top of diamond Physical: Solid diamond with 2 circles, one above the other, on the top of diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Virtual: Dotted diamond with cross hair centred at reported position and 2 circles, one above the other, on the top of diamond Physical: Solid diamond with circle on the top of diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Virtual: Dotted diamond with cross hair centred at reported position and circle on the top of diamond Physical: Solid diamond with bold outlined "X" on the top of diamond (Shown with chart symbol. Chart symbol not required for radar.) Virtual: Dotted diamond with cross hair centred at reported position and bold outlined "X" on the top of diamond

25 SN.1/Circ.243/Rev.1 Annex 1, page 8 Table 4.2 Portrayal of AIS AtoN indicating off position or failure Type of failure condition AIS AtoN indicating to be in Off Position AIS AtoN indicating Lights failure Symbol (Physical) Description Failure is indicated using yellow caution colour for the basic diamond part of the symbol with cross hair centred at reported position and for text "Off Posn" in top of the Physical AIS AtoN. Note: Physical AIS AtoN indicates realtime EPFS position of drifting AtoN (obstacle). Failure is indicated using yellow caution colour with text "Unlit" in top of the Physical AIS AtoN. AIS AtoN indicating Racon failure Failure is indicated using yellow caution colour with text "Racon err" in top of the Physical AIS AtoN Table 4.3 Portrayal of AIS AtoN indicating the absence of a charted Physical AtoN Type of failure condition AIS AtoN indicating the absence of a charted Physical AtoN Symbol (Virtual) Description The absence of a charted AtoN is indicated using yellow caution colour for both the basic diamond part of the symbol and for text "Missing". The basic diamond part is always empty without symbol of the type of the AtoN. Note: This case is communicated as a combined state of "Virtual" and "off position". Type of absent AtoN can be determined be the underlying charted object, or selecting the Virtual AIS AtoN Object. ***

Nacontrole in de oncologie. Doelen onderscheiden, inhoud onderbouwen

Nacontrole in de oncologie. Doelen onderscheiden, inhoud onderbouwen Nacontrole in de oncologie Doelen onderscheiden, inhoud onderbouwen Gezondheidsraad Health Council of the Netherlands Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp : Aanbieding advies

Nadere informatie

Eindverslag commissie Müller December 2003

Eindverslag commissie Müller December 2003 Eindverslag commissie Müller December 2003 1 Eindverslag commissie Müller Opdracht: Vaststellen van de Aansprakelijkheid en Verantwoordelijkheid van de Certifying Staff binnen KLM Engineering & Maintenance

Nadere informatie

Gebruik en effecten van NL-Alert:

Gebruik en effecten van NL-Alert: Gebruik en effecten van NL-Alert: WODC-project 2215 Eindrapportage 1 april 2014 Auteurs: Dr. J.M. Gutteling (Universiteit Twente), projectleider Prof Dr. J. Kerstholt (Universiteit Twente en TNO) Dr. T.

Nadere informatie

Inzet Communicatie bij Crowd Management en Crowd Control

Inzet Communicatie bij Crowd Management en Crowd Control Inzet Communicatie bij Crowd Management en Crowd Control Auteurs: Dr. ir. Peter W. de Vries Dr. Mirjam Galetzka Dr. Jan M. Gutteling De auteurs zijn verbonden aan de Universiteit Twente, faculteit Gedragswetenschappen.

Nadere informatie

Selection of Research Data

Selection of Research Data Selection of Research Data Guidelines for appraising and selecting research data Heiko Tjalsma Data Archiving and Networked Services (DANS) Jeroen Rombouts 3TU.Datacentrum DANS Studies in Digital Archiving

Nadere informatie

Blootstelling aan elektromagnetische velden (0 Hz - 10 MHz)

Blootstelling aan elektromagnetische velden (0 Hz - 10 MHz) Blootstelling aan elektromagnetische velden (0 Hz - 10 MHz) Aanbiedingsbrief Blootstelling aan elektromagnetische velden (0 Hz - 10 MHz) aan: de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en

Nadere informatie

NL - Instructie- en gebruikershandleiding UK - Installation and User manual

NL - Instructie- en gebruikershandleiding UK - Installation and User manual NL - Instructie- en gebruikershandleiding UK - Installation and User manual 0310 211 Innovation has a name. Inhoudsopgave / Table of contents NL Deze handleiding bestaat uit 2 talen. 1 - NL 2 - UK Handleiding

Nadere informatie

Jonge beginnende automobilisten, hun ongevalsrisico en maatregelen om dit terug te dringen

Jonge beginnende automobilisten, hun ongevalsrisico en maatregelen om dit terug te dringen Jonge beginnende automobilisten, hun ongevalsrisico en maatregelen om dit terug te dringen Drs. W.P. Vlakveld R-2005-3 Jonge beginnende automobilisten, hun ongevalsrisico en maatregelen om dit terug te

Nadere informatie

rwftcwrjm*$ nmmt TO \*c^f

rwftcwrjm*$ nmmt TO \*c^f mar rwftcwrjm*$ nmmt TO \*c^f nabeschouwing over df? verdieping van defoegangsgeul naar refterdam naar TO voat december 1981 "augustus 199$ WMMWk RIJKSWATERSTAAT Directie Noordzee Bibliotheek en Documentatie

Nadere informatie

Arborisico s in ondergrondse bouwwerken

Arborisico s in ondergrondse bouwwerken Arborisico s in ondergrondse bouwwerken Onderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verricht door TNO november 2003 Colofon Titel Arborisico s in ondergrondse bouwwerken

Nadere informatie

Pilots ProKid Signaleringsinstrument 12- geëvalueerd. Manja Abraham Wendy Buysse Lotte Loef Bram van Dijk

Pilots ProKid Signaleringsinstrument 12- geëvalueerd. Manja Abraham Wendy Buysse Lotte Loef Bram van Dijk Pilots ProKid Signaleringsinstrument 12- geëvalueerd Manja Abraham Wendy Buysse Lotte Loef Bram van Dijk Pilots ProKid Signaleringsinstrument 12- geëvalueerd Amsterdam, 31 mei 2011 Manja Abraham Wendy

Nadere informatie

BENUTTING VAN OCTROOIEN

BENUTTING VAN OCTROOIEN BENUTTING VAN OCTROOIEN OP RESULTATEN VAN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK ADVIES benutting VAN OCTROOIEN OP RESULTATEN VAN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK voetregel 1 2014 Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Nadere informatie

Accountant, wat heb je te vertellen? Vragen en antwoorden in de AVA s 2013

Accountant, wat heb je te vertellen? Vragen en antwoorden in de AVA s 2013 Accountant, wat heb je te vertellen? Vragen en antwoorden in de AVA s 2013 Inleiding De scontrole van de jaarrekening vormt een van de hoekstenen van een goed systeem van Corporate Governance 1. Aandeelhouders

Nadere informatie

Informatie met betrekking tot de verplichting tot uitrusting met Inland AIS-apparaten, Inland ECDIS-apparaten

Informatie met betrekking tot de verplichting tot uitrusting met Inland AIS-apparaten, Inland ECDIS-apparaten Informatie met betrekking tot de verplichting tot uitrusting met Inland AIS-apparaten, Inland ECDIS-apparaten of daarmee vergelijkbare visualiseringssystemen Inleiding De CCR heeft een verplichting tot

Nadere informatie

Preconceptiezorg: voor een goed begin

Preconceptiezorg: voor een goed begin Preconceptiezorg: voor een goed begin Gezondheidsraad Health Council of the Netherlands Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp : Aanbieding advies Preconceptiezorg: voor een goed

Nadere informatie

DAKLOOS NA HUISUITZETTING igor van laere en matty de wit

DAKLOOS NA HUISUITZETTING igor van laere en matty de wit DAKLOOS NA HUISUITZETTING igor van laere en matty de wit DAKLOOS NA HUISUITZETTING Dakloos na huisuitzetting INHOUD Samenvatting 3 Summary 13 Three research questions 23 Conclusions and recommendations

Nadere informatie

The Making of... the city marketing of Amsterdam Het ontstaan van de city marketing van Amsterdam

The Making of... the city marketing of Amsterdam Het ontstaan van de city marketing van Amsterdam The Making of... the city marketing of Amsterdam Het ontstaan van de city marketing van Amsterdam I amsterdam Het ontstaan van de city marketing van Amsterdam 1 Inhoudsopgave contents Voorwoord Foreword

Nadere informatie

Autismespectrumstoornissen: een leven lang anders

Autismespectrumstoornissen: een leven lang anders Autismespectrumstoornissen: een leven lang anders Gezondheidsraad Health Council of the Netherlands Aan de minister voor Jeugd en Gezin Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de staatssecretaris

Nadere informatie

Gezondheidsraad. Next generation sequencing in diagnostiek

Gezondheidsraad. Next generation sequencing in diagnostiek Gezondheidsraad Next generation sequencing in diagnostiek 2015/01 Gezondheidsraad Next generation sequencing in diagnostiek Gezondheidsraad H e a l t h C o u n c i l o f t h e N e t h e r l a n d s Aan

Nadere informatie

Meer groei dan vergroening. Mogelijke gevolgen GLB 2014-2020 voor melkveehouders en akkerbouwers

Meer groei dan vergroening. Mogelijke gevolgen GLB 2014-2020 voor melkveehouders en akkerbouwers Meer groei dan vergroening Mogelijke gevolgen GLB 2014-2020 voor melkveehouders en akkerbouwers Maart 2011 Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen UR in opdracht van en gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

rekenonderwijs op de basisschool advies analyse en sleutels tot verbetering

rekenonderwijs op de basisschool advies analyse en sleutels tot verbetering rekenonderwijs op de basisschool analyse en sleutels tot verbetering advies rekenonderwijs op de basisschool voetregel 1 Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Postbus 19121, 1000 GC Amsterdam

Nadere informatie

J.D. van Klaveren, M.Y. Noordam, P.E. Boon, G. van Donkersgoed, B.C. Ossendorp 1, M.T.M. van Raaij 1 en J.G. van der Roest

J.D. van Klaveren, M.Y. Noordam, P.E. Boon, G. van Donkersgoed, B.C. Ossendorp 1, M.T.M. van Raaij 1 en J.G. van der Roest Tussenevaluatie Nota Duurzame Gewasbescherming Deelrapport Voedselveiligheid Trends in normoverschrijdingen, overschrijdingen van de acute referentiewaarde en gesommeerde blootstelling Jacob van Klaveren,

Nadere informatie

Maurice Harteveld Bigness Is All in the Mind Bigness Viewed in Terms of Public Space

Maurice Harteveld Bigness Is All in the Mind Bigness Viewed in Terms of Public Space 114 B I G N E S S IS ALL IN THE M I N D Maurice Harteveld Bigness Is All in the Mind Bigness Viewed in Terms of Public Space There are some who glorify the state or quality of bigness. This seems to be

Nadere informatie

Visum voor kort verblijf in Nederland. Short stay visa for the Netherlands

Visum voor kort verblijf in Nederland. Short stay visa for the Netherlands Visum voor kort verblijf in Nederland Short stay visa for the Netherlands Inhoudsopgave 1. Waarom deze brochure? 4 2. Voor wie is deze brochure bedoeld? 4 3. Wat is een visum kort verblijf? 4 4. Algemene

Nadere informatie

GOKKEN IN KAART Tweede meting aard en omvang kansspelen in Nederland

GOKKEN IN KAART Tweede meting aard en omvang kansspelen in Nederland GOKKEN IN KAART Tweede meting aard en omvang kansspelen in Nederland December 2011 INTRAVAL Groningen-Rotterdam COLOFON 2011 WODC, ministerie van Veiligheid en Justitie. Auteursrechten voorbehouden. INTRAVAL

Nadere informatie

Natuur en gezondheid. Invloed van natuur op sociaal, psychisch en lichamelijk welbevinden

Natuur en gezondheid. Invloed van natuur op sociaal, psychisch en lichamelijk welbevinden 7 Natuur en gezondheid Invloed van natuur op sociaal, psychisch en lichamelijk welbevinden Deel 1 van een tweeluik: Verkenning van de stand der wetenschap Gezondheidsraad Health Council of the Netherlands

Nadere informatie

Jeugdwerk leert je wat

Jeugdwerk leert je wat Jeugdwerk leert je wat Themadossier rond het erkennen van niet-formele leerervaringen. Voorstelling van drie Europese instrumenten om ervaringen en competenties uit het jeugdwerk zichtbaar te maken. Een

Nadere informatie

The Power of the Object

The Power of the Object The Power of the Object How do museums deal with contested historical issues? How do you exhibit causes, effects and concepts by means of objects? These are just two of the key issues facing contemporary

Nadere informatie

Nieuw ondernemerschap in herstel

Nieuw ondernemerschap in herstel Nieuw ondernemerschap in herstel Global Entrepreneurship Monitor 2004 Nederland Jolanda Hessels Niels Bosma Sander Wennekers Zoetermeer, mei 2005 ISBN: 90-371-0949-7 Bestelnummer: A200502 Prijs: 40,- Dit

Nadere informatie

Een nieuw fundament. Borging van publieke belangen op de woningmarkt

Een nieuw fundament. Borging van publieke belangen op de woningmarkt Een nieuw fundament. Borging van publieke belangen op de woningmarkt Amsterdam, mei 2006 In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Een nieuw fundament. Borging van publieke belangen op de woningmarkt

Nadere informatie