ZOOGDIERINVENTARISATIE KOP VAN SCHOUWEN
|
|
- Klaas de Smet
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ZOOGDIERINVENTARISATIE KOP VAN SCHOUWEN Verslag van twee kampen gehouden in het najaar van 2004 Oktober 2004, Veldwerkgroep VZZ en Zoogdier Werkgroep Zeeland Mededeling 72 van de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming (VZZ)
2 ZOOGDIERINVENTARISATIE KOP VAN SCHOUWEN Verslag van twee kampen gehouden in het najaar van 2004 auteur: J.P. Bekker Mededeling 72 van de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming (VZZ) ISBN ISSNN de verbeterde oplage Veere, oktober
3 Inhoud 1. Inleiding 2. Materiaal en methoden 2.1. Gebruikte valtypen 2.2. Beschrijving vallocaties en raaien 2.3. Overige waarnemingsmethoden 2.4. Weersomstandigheden 2.5. Deelnemers 2.6. Uitvoering onderzoek 3. Resultaten 3.1. Totaal overzicht 3.2. De locaties 3.3. Overige waarnemingen 3.4. De soorten 4. Conclusies en aanbevelingen 5. Literatuur Bijlage 2
4 1. Inleiding ZOOGDIERINVENTARISATIE KOP VAN SCHOUWEN De kop van Schouwen bestaat uit een natuurgebied met een grote diversiteit aan natuurwaarden: oude en nieuwe duinen, het Bos van Westenschouwen, de Zeepe duinen met diverse natte duinvalleitjes, het slotbos van Haamstede en vroongronden. Dit geheel wordt van Westenschouwen, Burgh, Haamstede en Renesse door een praktisch continue, veelal ook recreatieve, bebouwing aan de oostkant omsloten. De bebouwing van Nieuw-Haamstede dringt zich in dit natuurgebied tot aan de vuurtoren. Dit hele gebied is habitatrichtlijngebied en wordt in hoofdzaak beheerd door Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en particuliere eigenaren. In het zuiden vormt de Oosterschelde de grens; met de inlagen en karrevelden van de Westenschouwsche Inlaag en die van de Koudekerksche Inlaag. Deze beide inlagen vallen eveneens onder habitatrichtlijngebied. De hierboven genoemde gebieden vormen het onderhavige onderzoeksgebied. In 1960 werd voor het laatst een waterspitsmuis gevangen bij de Wester Doodskist bij Renesse, kilometerhok (pers. med. Vincent van Laar). Hoewel er sindsdien in het kader van noordse woelmuisonderzoek, geregeld is geïnventariseerd, is er sindsdien geen waterspitsmuis meer vastgesteld. Gericht uitzetten van vallen in natte of vochtige duingebieden zou de soort wellicht kunnen aantonen. De afgelopen jaren was het bij braakbalonderzoek opvallend dat er een toenemend percentage dwergspitsmuizen in het westelijk deel van Schouwen-Duiveland werd vastgesteld. Dit onderzoek zou ook kunnen vaststellen in welke mate de dwergspitsmuis is verspreid over de kop van Schouwen. In 1994 werd voor het eerst een rosse woelmuis gevangen. Pas in 1999 werden de eerste rosse woelmuis resten in braakballen aangetroffen en wel tot aan 2002 steeds van één plaats. Dit onderzoek zou ook kunnen vaststellen in welke mate de rosse woelmuis verder is verspreid over de kop van Schouwen. Vanuit vorige inventarisaties is bekend dat de noordse woelmuis op diverse plaatsen op de Kop van Schouwen voorkomt: Het Zeepe, Oosterenban van Schouwen en de Koudekerksche Inlaag. In het Watergat zijn er geen exemplaren gevonden. Daarnaast zijn er geen gegevens bekend van de Westenschouwsche Inlaag, het gebied ten westen van Burghsluis en het gebied ten noordoosten van de Koudekerksche Inlaag (Bergers e.a., 1998). De vraag is in hoeverre de deelpopulaties op de diverse plekken nog steeds aanwezig zijn dan wel zich op andere plekken hebben uitgebreid, maar ook of deze deelpopulaties kerngebieden dan wel satellietgebieden zijn. Ook bestaan er aanwijzingen vanuit braakbalonderzoek dat de noordse woelmuis over een groot gedeelte van de kop van Schouwen voorkomt. Vandaar dat het zinvol is ook enkele andere locaties te bemonsteren op deze zoogdiersoort. Met de medewerking van de gebiedsbeheerders, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de gebroeders Moolenburgh werden twee zoogdierinventarisatie kampen gehouden in de weekenden van en september De organisatie berustte bij de Veldwerkgroep VZZ en de Zoogdier Werkgroep Zeeland. Ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in de artikelen 9, 10 en 11 van de Flora- en faunawet, is verleend onder nummer FF/75A/2003/150 kenmerk DW/
5 2. Materiaal en methoden 2.1. Gebruikte valtypen Het inventariseren van kleine zoogdieren met vallen wordt vooral verricht met zogenaamde livetraps of inloopvallen van het type Longworth; dit zijn vallen waarin kleine zoogdieren levend gevangen worden en na onderzoek, weer vrijgelaten worden. Als lokaas werd gebruik gemaakt van een mengsel van pindakaas en havermout en verder met appel en peen. Het aantal vangsten kan sterk worden opgevoerd door, voorafgaand aan het werkelijke vangen, de vallen (gevuld met lokaas) enkele dagen niet op scherp te zetten: de zogenaamde prebaitperiode. Voor een beschrijving van het gebruikte valtype wordt hier verwezen naar Bekker & Mostert, De vallen tijdens het onderhavige onderzoek werden uitgezet in raaien van meest tien punten op rij met een onderlinge afstand van ca. tien passen van elkaar. Op elke geselecteerde locatie werd een raai uitgezet op de dijk halverwege de vegetatie aan de zeezijde zowel als de landzijde en, zo mogelijk in de berm langs de dijk. De gevangen kleine zoogdieren worden na vaststelling van de soort, weer vrijgelaten op de plaats van de vangst. Tijdens het eerste weekend werden de gevangen dieren gemerkt door vachtknippen of strepen met een permanent marker. Uit de terugvangsten bleek dit niet een succes: er werd slechts een enkel dier teruggevangen met een merkstreep, terwijl de vachtknipjes goed zichtbaar bleven. Tijdens het tweede weekend werd om die reden de permanent marker niet meer gebruikt; overigens werden in dat weekend alleen de noordse woelmuizen gemerkt (met vachtknip) en ook gewogen. Naast de inloopvallen werden rond het kamphuis enkele mollenvallen ingegraven Beschrijving vallocaties en raaien weekend 17 t/m 19-9 weekend 24 t/m 26-9 nr. raai X Y aantal nr. raai X Y aantal 1 pitrusveld vliegveld strandweg zeepe C duinkades zeepe D vuurtoren inlaag KKM vliegveld karreveld KKO zeepe A inlaag KKO zeepe B duinhoeve duinriet inlaag WSch W duinhoeveplas inlaag WSch O oude hoeve / inlaag KKW eendenkooi vallei /7 30 totaal 200 totaal 205 Tabel 1. Vallocaties per kilometerhokken (met Amersfoort-coördinaten) met aantallen gebruikte Longworthvallen in september
6 De locatie Pitrus (1) lag verdeeld over twee elzenmeet veldjes. Overigens was dit veld betrekkelijk recent gemaaid. De belangrijkste plant in de boomlaag is els en in de struiklaag braam. In de kruidlaag zijn te vinden pitrus, witbol, brede stekelvaren, duinriet en brandnetel. De vallen rij, met de nummers stonden opgesteld op de vegetatiegrens rondom de beide elzenmeet bosjes. De locatie Strandweg (2) bestaat uit een ruig vergrast duin gebied met één vochtig putje. De belangrijkste planten in de struiklaag zijn braam, duindoorn, vogelkers en vuilboom. In de kruidlaag zijn te vinden brede stekelvaren, duinriet en gras. De vallen rij, met de nummers stonden voor de helft opgesteld op de vegetatiegrens en voor de tweede helft dwars door het duinrietveld en door het vochtige putje. De locatie Duinkades (3) bestaat uit twee ruige kades met gemaaide stroken hier tussen in. De belangrijkste planten in de boomlaag zijn populieren en zeedennen terwijl in de struiklaag duindoorn domineert. In de kruidlaag zijn te vinden, duinriet vijfvinger kruid, grote brand netel en ridderzuring. De vallen rij, met de nummers stond halverwege de voet en de kruin van de kade. De locatie vuurtoren (4) lag in een ruige duinvegetatie. De belangrijkste planten in de struiklaag zijn wilde liguster, vogelkers, duindoorn, en meidoorn. In de kruidlaag zijn te vinden smalle stekelvaren, duinriet, kruiskruid, grote brandnetel, bitterzoet, hondsdraf en diverse grassen. De vallen rij, met de nummers / , stonden voor de helft opgesteld op de vegetatiegrens en voor de tweede helft langs een oud raster. De vallen rij op de locatie vliegveld A (5) was uitgezet langs een loos raster aan de duinzijde van het vliegveld; de nummers van deze raai waren De belangrijkste plantensoort in de kruidlaag was gras en pitrus. Ook dit veld was betrekkelijk recent gemaaid. De locatie Zeepe A (6) vormt samen met de overige locaties in het Zeepe uit vuilboom, berk, braam en hondsroos in de boomlaag. In de kruidlaag groeiden pitrus, duinriet, stekelvaren, glidkruid, waternavel en wolfspoot. De vallen rij, met de nummers liep in de lengterichting van de vallei. De locatie Zeepe B (7) vormt samen met de overige locaties in het Zeepe uit vochtige duinvalleitjes. De belangrijkste planten in de struiklaag zijn vuilboom, wilg en braam. In de kruidlaag zijn te vinden pitrus, waternavel, kale jonker, veenwortel, wolfspoot, wilgenroosje, wederik en witbol. De vallen rij, met de nummers liep in de lengterichting van de vallei. De locatie inlaag Westenschouwen West (8) ligt direct achter de duinvoet en vormt de overgang naar het achtergelegen karrenveld. De belangrijkste plantensoorten in de boomlaag is kruipwilg en in de struiklaag duindoorn. De belangrijkste plantensoorten in de kruidlaag zijn riet, duinriet, koninginnekruid, zeebies, zeerus, zeeaster en zeekraal. Als bijzonderheid kan nog worden toegevoegd dat de overheersende westenwind een voortdurend depot van stuifzand afzet. De vallen rij, met de nummers liep recht door het riet, parallel aan de duinen met een kleine uitbochting naar een plas. De locatie inlaag Westenschouwen Oost (9) ligt aan de andere kant van de oprit naar de Oosterschelde kering. De belangrijkste plantensoorten in de kruidlaag zijn rood zwenkgras (in een dichte zode), riet en op de open plekken zeeaster en zeebies. De vallen rij, met de nummers liep langs het raster, de vegetatiegrens riet rood zwenkras en langs een zeebies veldje. 5
7 Fig. 1. Kop van Schouwen met de ligging van de raaien 1 tot en met 10 (weekend september) en 11 tot en met 20 (weekend september). 6
8 De locatie inlaag Koudekerke West (10) bestaat uit een zilt grasland op een klei bodem met een stuk brak water. De belangrijkste plantensoorten in de kruidlaag zijn rood zwenkgras, zeesla en melkkruid. De korte vallen rij, met de nummers liep langs het water. De locatie vliegveld B (11) bestond uit de ruigte aan de zijde van het vliegveld. De belangrijkste plantensoorten in de struiklaag zijn vogelkers, braam, vuurdoorn, duindoorn en veenwortel. De belangrijkste plantensoorten in de kruidlaag zijn duinriet en stekelvaren. De vallen rij, met de nummers liep voor de helft op de scheiding van de kruidlaag - struiklaag en voor de tweede helft langs een oud prikkeldraad raster (elke 2 de paal); de laatste twee vallen stonden op de grens van de scheiding van de kruidlaag - struiklaag. De locatie Zeepe C (12) vormt samen met de overige locaties in het Zeepe uit vochtige duinvalleitjes. De belangrijkste plant in de struiklaag is wilg. In de kruidlaag zijn te vinden pitrus, waternavel, watermunt, wolfspoot en zilverschoon. De vallen rij, met de nummers liep in de lengterichting van de vallei; bij het einde van de kenmerkende vegetatie van de vallei werden nog twee vallen geplaatst in het naastgelegen duinvalleitje. De locatie Zeepe D (13) vormt samen met de overige locaties in het Zeepe uit vochtige duinvalleitjes. De belangrijkste plant in de struiklaag is wilg. In de kruidlaag zijn te vinden pitrus, waternavel, watermunt, wolfspoot en zilverschoon. De vallen rij, met de nummers liep in een hoek van 70 graden rondom het water in de vallei. De locatie in Koudekerke inlaag midden (14) bij de Plompe toren bestaat uit een extensief beweide inlaag; de vallenlijn, met de nummers , liep langs de kade, die de inlaag in tweeën deelt, en waren zo dicht mogelijk bij de voet van deze kade geplaatst tussen riet of gras. Er was een enkele duindoorn in de struiklaag; de overige plantensoorten bestonden uit gras, riet, brandnetel en dichter bij de (grond)waterspiegel zulte en zeekraal. Het karreveld van locatie Koudekerke Oost (15) bestaat uit een veld dat gedomineerd wordt door roodzwenkgras dat aldaar een dikke zode vormt. Verdere plantensoorten in de kruidlaag zijn zeeaster en zeekraal. De vallen, met de nummers en , stonden voor een gedeelte langs een raster en voor de rest op de grens van roodzwenkgras en de slikgedeelten van het karreveld. De volgende locatie in de Koudekerke inlaag Oost (16) ligt als een driehoek ingeklemd tussen het karreveld van de vorige locatie (15) een gemaaide dijk en een door schapen beweide dijk. Op een geringe zandige verhoging groeit struikgewas van duindoorn. De dominante plantensoort bestaat uit riet; verder waren in de kruidlaag te vinden harig wilgenroosje en bitterzoet. De vallen, met de nummers , stonden voor een gedeelte langs het raster en voor de rest in het riet. De locatie Duinhoeve duinriet (17) bestaat uit een vlak terrein met, zoals de naam aangeeft, duinriet als overheersende plant in de kruidlaag. Verder is er rankende helmbloem, vlasbekje en wolfspoot. In de struiklaag staat er braam, appel, kruipwilg, boswilg, sporkehout, meidoorn, wilde roos en kamperfoelie, alle in een schaarse opslag. De vallenrij, met de nummers , stond opgesteld in een rechte lijn, halverwege een greppel kruisend. De Duinhoeve plas (18) is een vochtige raai met zachte berk in de boomlaag en meidoorn, kruipwilg, wilde liguster, duindoorn en grauwe wilg in de struiklaag. In de kruidlaag staat voornamelijk pitrus en paddenmos. De vallen, met de nummers / , stonden langs een slingerend, grotendeels plasdras pad. 7
9 De locatie Oude hoeve (19) bestaat uit een rietveld met de dijk van de duininlaag. Behalve enkele wilgen in de boomlaag, naast het riet, staan er in de struiklaag grauwe wilg, appel en wilde liguster. Verder groeit in de kruidlaag akkerdistel, pitrus, wederik, duinriet en bitterzoet. De vallen, met de nummers , stonden langs het riet en om de twee paaltjes van het raster langs de inlaagdijk. De eendenkooi vallei (20) is een wat grotere laaggelegen vallei met kruipwilg, duinriet, puntmos en schaarser paddenrus, pitrus en riet. In de struiklaag is er verder grauwe wilg, duindoorn en, meer beperkt, meidoorn en Amerikaanse vogelkers. Aan de noordzijde is de vallei afgegrensd met struweel en aan de oostkant door het geboomte van de eendenkooi; aan de zuid en westzijde gaat de vallei over in laag duinterrein. Grote gedeelten van de vallei waren plasdras tot hier en daar enkelhoog. De vallen, met de nummers , waren langs de randen opgesteld Overige waarnemingsmethoden Naast het inventariseren in het veld met behulp van vallen kunnen zoogdieren worden waargenomen door zichtwaarneming, als verkeersslachtoffer, door middel van bewoningssporen en met keutels. Voor vleermuizen is het daarnaast nog mogelijk om met de batdetector de zoogdiersoort vast te stellen; het bezoeken van kerkzolders kan voor vleermuizen leiden tot zichtwaarnemingen of vaststellen van keutels Weersomstandigheden Fig. 2. Gegevens van de hoeveelheid neerslag en maximum, gemiddelde en minimum temperatuur te Vlissingen tijdens de prebaitperiode tot en met het einde van de vangperiode in augustus 2004; schaalaanduiding links neerslag (in mm) en rechts temperatuur in graden Celsius (bron: Klimatologische Dienst KNMI). De weersomstandigheden van 13 tot en met 26 september 2004 waren verschillend: de eerste week piekten de temperaturen tot maximaal 20 graden. Het tweede gedeelte vielen alle 8
10 temperatuursindices gemiddeld enkele graden terug. Op 13 september viel er veel regen in korte tijd terwijl er van 22 september tot en met 25 september geregeld veel neerslag viel. In de tussentijd vielen er op 18 en 20 september enkele buien. De wind waaide de eerste week voornamelijk uit het zuidzuidwesten met een kracht van 3 tot 4 Beaufort en een uitloper naar 6 Beaufort. De tweede week draaide de wind naar het noorden en bleef voornamelijk uit het westen doorstaan, eveneens met een kracht van 3 tot 4 Beaufort en een uitloper naar 6 Beaufort (fig. 2) Deelnemers In verband met de beperkte ruimte van het onderkomen was het absolute maximum per keer 15 personen. Een aantal afzeggingen, voor zowel het eerste als voor het tweede weekend bracht het aantal deelnemers op 12 resp 10 personen. Jan Boshamer deed het eerste weekend mee vanaf 18 september; Rudy van der Kuil deed het tweede weekend mee vanaf 25 september. deelnemers september deelnemers september Dick Bekker Jan Piet Bekker Jan Piet Bekker Lucien Calle Jan Boshamer Gijs Ende van der Jan Alewijn Dijkhuizen Flavia Geiger Rob Koelman Nanning-Jan Honingh Kees Kraker de Albin Hunia Peter Linden van der Kees Kraker de Piet Reest van der Rudy Kuil van der Bas Reest van der Kees Mostert Eric Thomassen Bart Noort Jeroen Willemsen Gerard Zuylen van Tabel 2. De deelnemers van de VWG ZWZ kampjes in september Uitvoering onderzoek Tijdens beide weekenden zijn een aantal raaien eerder weggehaald dan oorspronkelijk was gepland. Dit betrof de raai op inlaag Koudekerke West (10) in verband met de aanwezigheid van koeien bij en rond de vallen (10 vallen weggehaald tijdens controle 3). De controle 3 op de locatie vliegveld A (5) kon niet worden uitgevoerd in verband met de aanwezigheid van het zweefvliegtuig trekinstallatie apparaat; de vallen werden bij controle 4 gecontroleerd en toen direct ingehaald. Ook de raai op locatie vliegveld B (11) werd tijdens controle 2 verwijderd met het oog op zweefvliegtuig activiteiten. Rekening houdend met deze eerder weggehaalde vallen en de toch nog op safe staande vallen was het totaal aantal valnachten tijdens beide weekenden 713 en het totaal aantal gecontroleerde vallen
11 3. Resultaten 3.1. Totaal overzicht In tabel 3 staat het totaal overzicht van de vangsten gedurende de beide weekenden. In het eerste weekend werden 318 vangsten van kleine zoogdieren gedaan en in het tweede weekend 308 exemplaren. Daarnaast werden drie slakken en een pad als niet-zoogdieren bemachtigd. Tijdens het eerste weekend gingen 13 en tijdens het tweede weekend gingen 24 vallen dicht zonder dat een (zoog)dier werd gevangen; regen of het stoten tegen een val kan de oorzaak zijn. De vangsten van de soorten worden kort besproken in paragraaf 3.5. De soorten. Tijdens de twee valnachten en de vijf controleronden en was het vangpercentage resp en In geen van de mollenvallen werden mollen gevangen. bosspitsmuis dwergspitsmuis huisspitsmuis rosse woelmuis Pitrusveld (1) Strandweg (2) Duinkades (3) Vuurtoren (4) Vliegveld A (5) Zeepe A (6) Zeepe B (7) Inlaag WSchW (8) Inlaag WSchO (9) Inlaag KKW (10) subtotaal weekend Vliegveld B (11) [1] Zeepe C (12) Zeepe D (13) Inlaag KKM (14) Karreveld KKO (15) Inlaag KKO (16) 2 1 [1] Duinhoeve DR (17) Duinhoeve Plas (18) Oudehoeve riet (19) OH Eendenkooi (20) subtotaal weekend totaal generaal veldmuis noordse woelmuis bosmuis dwergmuis totaal zoogdieren slak pad loos Tabel 3. Overzicht van de aantallen gevangen kleine zoogdieren, inclusief hervangsten, tijdens de beide kampweekenden; de tussen [ ] geplaatste cijfers zijn niet meegeteld in de vangsttotalen, maar wel in de waarnemingen per raai (zie ook 3.2. doodvangsten). 10
12 3.2. Doodvangsten Tijdens de beide onderzoeken zijn 31 kleine zoogdiersoorten dood in de vallen aangetroffen. Dit betekent op het totale aantal van 626 vangsten een doodvangst percentage van bijna vijf (4,79%). De bosspitsmuis vormt met 21 exemplaren de top, direct gevolgd door de dwergspitsmuis met 7 stuks. Eén noordse woelmuis bleek tijdens de prebait periode dood te zijn gegaan in een toch op scherp staande val en de andere overleed tijdens de weegprocedure. Ook bleek een rosse woelmuis dood bij de valcontrole (tabel 4). soort aantal bosspitsmuis 21 dwergspitsmuis 7 noordse woelmuis 1 rosse woelmuis 1 totaal 30 Tabel 4. Aantal doodvangsten tijdens de beide weekenden. Van de doodvangsten werden gewicht, lichaamslengte, staartlengte en de lengte van de achtervoet bepaald. Voor de bosspitsmuis is 6.9 ( ) gram het gemiddelde gewicht, de gemiddelde lichaamslengte, staartlengte en achtervoet lengte bedroeg resp (51 65) mm, 41.9 (38 48) mm en 12.8 (12 14) mm. De gewichtsverdeling van de dood bemachtigde bosspitsmuizen staat vermeld in fig.3. Tijdens het scherpstellen op 24 september werd een bosspitsmuis dood gevonden in het openstaande tunneltje; het exemplaar was in staat van ontbinding en niet verzameld < >8 Figuur 3. Verdeling van gewichtsklassen per gram van de dood bemachtigde bosspitsmuizen (n = 21). Voor de dwergspitsmuis was 3.1 ( ) gram het gemiddelde gewicht, de gemiddelde lichaamslengte, staartlengte en achtervoet lengte bedroeg resp (40 55) mm, 37.1 (33 40) mm en 9.9 (9 10) mm. Van de rosse woelmuis was het gewicht 20.5 gram, de lichaamslengte, staartlengte en achtervoet lengte bedroeg resp. 75 mm, 44 mm en 16 mm. Voor de noordse woelmuis was het gewicht 38.5 resp gram, de gemiddelde lichaamslengte, staartlengte, achtervoetlengte en oorlengte bedroeg resp. 112 en 112 mm, 44 en 48 mm, 18 en 19 mm, 12 en 10 mm. 11
13 3.3. Vleermuizen ZOOGDIERINVENTARISATIE KOP VAN SCHOUWEN Tijdens het tweede weekend werd aandacht besteed aan het bezoeken van drie kerken en op zaterdag 25 september werden deze, voorzover mogelijk, bezocht. In de Nederlands Hervormde Kerk te Renesse werden geen vleermuizen of keutels aangetroffen. Er was wel een kleine opening te zien, waar vleermuizen in theorie naar binnen konden gaan. Een aantal jaren gelden zijn alle bomen (iepen) rondom het kerkgebouw gerooid en inmiddels vervangen door andere bomen. In de Nederlands Hervormde Kerk te Haamstede werden heel veel kleine keutels gevonden in de grote kerkhal van het dwarskruis. Dit gedeelte is momenteel in restauratie, zodat moeilijk is in te schatten of de keutels vers waren. Er werden ook keutels gevonden op de steigerdelen, zodat aangenomen mag worden dat er nog steeds vleermuizen aanwezig zijn. Op de gerestaureerde zolders werden alleen keutels gevonden op het einde van het lange kruis. Gevreesd moet worden dat de zolder hermetisch zal worden afgesloten, indien geen actie wordt ondernomen naar SCEZ en kerkbestuur. Voor de Nederlands Hervormde Kerk te Burgh werd geen toestemming verkregen van het kerkbestuur om de kerkzolder te inventariseren Overige waarnemingen De meeste van de overige waarnemingen waren zichtwaarnemingen, vooral van haas, damhert en konijn. Van de bewoningssporen spant de mol de kroon. Voorspelbaar zijn ook de batdetector waarnemingen van de verschillende vleermuizen. Verkeersslachtoffers werden steeds vanuit de auto wargenomen, terwijl de sporen en de keutels steeds gevonden werden lopend in het veld. Door het grote stempel die de vallencontroles zetten op de tijdsbesteding tijdens de weekenden, zijn de meeste overige waarnemingen gedaan op weg naar en bij de valcontroles. In de bijlage staat de volledige lijst. rest batdetector bewoningsspoor verkeersslacht. spoor/keutels zicht bruine rat bunzing 1 damhert 8 1 dwergmuis 1 egel 2 1 gewone dwergvleermuis 1 gewone grootoorvleermuis 1 haas konijn 10 laatvlieger 1 mol 7 ree 3 1 ruige dwergvleermuis 1 vos 2 Tabel 4. Overzicht van de overige waarnemingen tijdens de beide weekenden. 12
14 3.5. De soorten ZOOGDIERINVENTARISATIE KOP VAN SCHOUWEN De bosspitsmuis (Sorex araneus) is 53 keer gevangen op 15 van de 20 raaien; in één van de raaien werd een dood exemplaar gevonden. De soort werd vastgesteld in 13 van de 14 onderzochte kilometerhokken. Figuur 4 a en b. Vangsten van bosspitsmuis (a) en dwergspitsmuis (b) per kilometerhok; zwarte stip: soort vastgesteld, witte stip: soort niet vastgesteld. De dwergspitsmuis (Sorex minutus) is 16 keer gevangen op 6 van de 20 raaien. De soort werd vastgesteld in 6 van de 14 onderzochte kilometerhokken. De huisspitsmuis (Crocidura russula) is 5 keer gevangen op 1 van de 20 raaien. De soort werd vastgesteld in 1 van de 14 onderzochte kilometerhokken. Figuur 5 a en b. Vangsten van huisspitsmuis (a) en rosse woelmuis (b) per kilometerhok; zwarte stip: soort vastgesteld, witte stip: soort niet vastgesteld. De rosse woelmuis (Clethrionomys glareolus) is 51 keer gevangen op 5 van de 20 raaien. De soort werd vastgesteld in 4 van de 14 onderzochte kilometerhokken. 13
15 De veldmuis (Microtus arvalis) is 75 keer gevangen op 7 van de 20 raaien. De soort werd vastgesteld in 6 van de 14 onderzochte kilometerhokken. Figuur 6 a en b. Vangsten van veldmuis (a) en noordse woelmuis (b) per kilometerhok; zwarte stip: soort vastgesteld, witte stip: soort niet vastgesteld. De noordse woelmuis (Microtus oeconomus) is 127 keer gevangen op 10 van de 20 raaien. De soort werd vastgesteld in 9 van de 14 onderzochte kilometerhokken. Tijdens het tweede weekend is van de voor het eerst gevangen noordse woelmuizen het gewicht bepaald (fig. 7). De figuur vertoont een (ongelijk) twee-toppige verdeling die scheef naar rechts is verdeeld. Dit wijst op het bestaan van tenminste twee generaties: de subadulten en de adulte generatie <20 >=20-<25 >=25-<30 >=30-<35 >=35-<40 >=40-<45 >=45 Figuur 7. Verdeling van gewichtsklassen per vijf gram van de gevangen noordse woelmuizen (n = 53). De verdeling van de aantallen gevangen noordse woelmuizen per raai (tabel 3) vertonen een grote variatie. Opvallend is dat de gewichtsklasse van de adulte dieren vooral voorkomt in de raaien met grote aantallen vangsten (de raaien 20, 9, 16 en, in mindere mate 7). Deze raaien zouden kerngebieden genoemd kunnen worden; de overige satellietgebieden. 14
16 De bosmuis (Apodemus sylvaticus) is 275 keer gevangen op 18 van de 20 raaien. De soort werd vastgesteld in 13 van de 14 onderzochte kilometerhokken. Figuur 8 a en b. Vangsten van bosmuis (a) en dwergmuis (b) per kilometerhok; zwarte stip: soort vastgesteld, witte stip: soort niet vastgesteld. De dwergmuis (Micromys minutus) is 11 keer gevangen op 6 van de 20 raaien. De soort werd vastgesteld in 4 van de 14 onderzochte kilometerhokken. 15
17 4. Conclusies en aanbevelingen Het onderzoek naar kleine zoogdieren op de kop van Schouwen is uitgevoerd op 20 locaties in 14 kilometerhokken. Met 626 vangsten van kleine zoogdieren tijdens twee weekenden is dit een goed resultaat. Opvallend is geweest het grote aantal dwergspitsmuizen (16); in vergelijking met andere soortgelijke onderzoeken is dit veel te noemen. De rosse woelmuis heeft zich definitief gevestigd op Schouwen-Duiveland: uit dit onderzoek blijkt zijn aanwezigheid in 4 kilometerhokken. De noordse woelmuis is 127 keer gevangen op 10 van de 20 raaien. De soort werd vastgesteld in 10 van de 14 onderzochte kilometerhokken. Tijdens dit onderzoek bleek opnieuw het ontbreken van de waterspitsmuis. Inventariseren van de overige, vooral natte, kilometerhokken in de kop van Schouwen is een logische aanbeveling. Het gaat daarbij om het vaststellen van zowel de waterspitsmuis als de noordse woelmuis. Te denken valt hierbij aan de Zouten en Zoeten Haard (km hok , , , ), Wester Doodskist en Watergat (41 417), het moeras aan de noordkant van de Verklikkerduinen (39 416, ) en Het Zeepe (39 413, ). 5. Literatuur Bekker, J.P. & K. Mostert, Muizen en ratten in de delta; een inventarisatie van de twintigste eeuw Archief van het Koninklijk Zeeuwsch Genotschap der Wetenschappen Bergers, P.J.M., B. van den Boogaard, D.P.E.M. Frissen & W. Nieuwenhuizen, De noordse woelmuis in het Deltagebied: richtlijnen voor beheer en inrichting. IBN-rapport 364 Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek, Wageningen
18 Bijlage ZOOGDIERINVENTARISATIE KOP VAN SCHOUWEN Tabel met overige waarnemingen datum X Y soort nadere plaatsduiding aantal waarneming haas vliegveld 1 zicht haas Zeepe 1 zicht ree Zeepe 1 zicht bruine rat bruine rat 1 voetvondst haas dode haas 1 verkeerssl haas haas 1 zicht laatvlieger rond kampgebouw 1-2 batdetector gewone dwergvleermuisrond kampgebouw 3-5 batdetector mol elzemeetveldjes hoop ruige dwergvleermuis rond kampgebouw 1 batdetector grootoorvleermuis rond kampgebouw 1 batdetector egel rond kampgebouw 1 zicht mol rond kampgebouw ja hoop bruine rat rond kampgebouw ja keutels ree rond kampgebouw 2 zicht egel WP 62 Zeepe keutels egel 1 zicht bruine rat 1 verkeerssl konijn 1 zicht konijn 3 zicht dwergmuis tussen val nest bunzing val 799 keutels konijn val zicht mol bij 838 hoop haas val 654 schedel ree val 848 keutels damhert strandweg 2 zicht haas zicht haas zicht haas T-splitsing ronde huis 1 zicht ree WP 62 Zeepe 1 zicht egel WP 62 Zeepe keutels haas Oolesweg 1 zicht damhert Zeepe C 2 zicht haas Koude kerkse inlaag Midden 1 zicht damhert duinhoeve plas 7 zicht damhert Oude hoeve spoor/keutels konijn 1 zicht konijn 3 zicht konijn 3 zicht konijn 1 zicht konijn 1 zicht 17
19 damhert duinhoeve duinriet 5 zicht haas begin duinhoevepad 1 zicht vos Oude hoeve keutels vos zeepe prenten haas Koude kerkse inlaag Midden 4 zicht haas 2 zicht konijn 9 zicht damhert 4 zicht damhert 1 zicht haas 1 zicht damhert zicht mol hoop mol hoop konijn 5 zicht haas 2 zicht damhert 4 zicht mol hoop mol hoop 18
ZOOGDIERONDERZOEK ROND WILHELMINADORP
ZOOGDIERONDERZOEK ROND WILHELMINADORP VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP IN SAMENWERKING MET DE ZOOGDIERWERKGROEP ZEELAND VAN 28 TOT EN MET 30 OKTOBER 2005 J.P. Bekker Figuren & foto s: Jan Piet Bekker
Nadere informatieMUIZENWEEKEND IJSSELVALLEI
MUIZENWEEKEND IJSSELVALLEI VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP -4 SEPTEMBER 008 Rapportnummer 009.04 Maart 009 Uitgave van de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming Veldwerkgroep MUIZENWEEKEND
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014
Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014 D.L. Bekker September 2014 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland
Nadere informatieMUIZENWEEKEND KORTENHOEFSE PLASSEN
MUIZENWEEKEND KORTENHOEFSE PLASSEN VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP BIJ FORT KIJKUIT 2-4 NOVEMBER 2007 Rapportnummer 2010.30 September 2010 Uitgave van de Zoogdiervereniging Veldwerkgroep MUIZENWEEKEND
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009
Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 November 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland
Nadere informatieKNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne De Scheelhoek, vallen uitzetten foto Kees Rosmolen verslag 49 Muizenonderzoek De Scheelhoek Natuurmonumenten augustus 2011 Jan Alewijn Dijkhuizen foto s Kees Rosmolen en
Nadere informatieKNNV Zoogdierwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne Dwergmuis foto Jan Alewijn verslag 83 Muizen onderzoek 2017 Schor Oostvoorne Grote Vlak Duinen van Oostvoorne Derryvliet Holle Mare Waalhoek Idylle Historyland Grasweg Jan
Nadere informatieWaterspitsmuisonderzoek provincie Groningen 2010
Waterspitsmuisonderzoek provincie Groningen 2010 De Tjamme, Westerwoldsche Aa, Zuidlaardermeeroost en Onnerpolder D.L. Bekker November 2010 Rapport van de Zoogdiervereniging Met medewerking van Staatsbosbeheer
Nadere informatieInventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011
Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Oktober 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Rapport nr.: 2011.33
Nadere informatieZOOGDIERONDERZOEK KANAALZONE ZEEUWS-VLAANDEREN
ZOOGDIERONDERZOEK KANAALZONE ZEEUWS-VLAANDEREN VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP IN SAMENWERKING MET DE ZOOGDIERWERKGROEP ZEELAND VAN 13 TOT EN MET 15 OKTOBER 2006 J.P. Bekker Foto s: Jan Alewijn Dijkhuizen
Nadere informatieMUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009
MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN 2009 Guido Lek & Harold Steendam november 2009 Inleiding In het kader van de nieuwe zoogdierenatlas van Nederland zijn diverse onderzoeken opgestart om zoogdieren in
Nadere informatieKNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Twee bosmuizen in 1 val foto Karel Adriaanse verslag 50 Muizenonderzoek De Ommeloop De Kleine Beer Zuid-Hollands Landschap november 2011 Jan Alewijn Dijkhuizen foto s Kees
Nadere informatieKleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek
ZOOGDIER 1997 8 (4) 15 Kleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek Piet+J.M. Bergers Onderzoek naar kleine zoogdieren gebeurt in Nederland meer en meer. De steeds ruimere
Nadere informatieZOOGDIERONDERZOEK IN ORANJEZON OP WALCHEREN EN DE INLAGEN VAN NOORD-BEVELAND
ZOOGDIERONDERZOEK IN ORANJEZON OP WALCHEREN EN DE INLAGEN VAN NOORD-BEVELAND VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP IN SAMENWERKING MET DE ZOOGDIERWERKGROEP ZEELAND VAN 5 TOT EN MET 7 OKTOBER 2007 J.P. Bekker
Nadere informatieZOOGDIERINVENTARISATIE SINT PHILIPSLAND EN THOLEN
ZOOGDIERINVENTARISATIE SINT PHILIPSLAND EN THOLEN Februari 2003, Zoogdier Werkgroep Zeeland en Veldwerkgroep VZZ Mededeling 68 van de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming (VZZ) 1 2 ZOOGDIERINVENTARISATIE
Nadere informatieMUIZENWEEKEND midden en zuidwest Drenthe
MUIZENWEEKEND midden en zuidwest Drenthe Verslag van een veldwerkgroepkamp 10-12 september 2010 Rapportnummer 2011.1 Januari 2011 Uitgave van de Zoogdiervereniging - Veldwerkgroep en Zoogdieratlas Drenthe
Nadere informatieKNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Noordse woelmuis foto Kees Rosmolen verslag 43 Muizenonderzoek Groene Strand - Oostvoorne juli 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen inleiding De zoogdierwerkgroep van de KNNV afdeling
Nadere informatieMuizenonderzoek. Oldenzaalsestraat 53, Denekamp. Rapportagenummer: november 2010
Muizenonderzoek Oldenzaalsestraat 53, Denekamp Rapportagenummer: 1011.01 15 november 2010 De Eik 40 7608 ES Almelo Tel: 0646111651 www.myotis.nl KvK: 51091224 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Onderzoekslocatie...
Nadere informatieWerkatlas verspreiding zoogdieren in Zuid-Holland 2000-2008
Werkatlas verspreiding zoogdieren in Zuid-Holland 2000-2008 K. Mostert en J. Willemsen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland Delft, 1 december 2008 Werkatlas verspreiding zoogdieren in Zuid-Holland
Nadere informatieWitteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer
Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: WBMU1310 Datum: 03-12-2013 Projectgebied: Gemaallocatie Monnickendam Onderwerp: Inventarisatie
Nadere informatie5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding
5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5.1 Inleiding Vanuit de praktijk komen veel vragen over de optimale breedte en structuur
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van grote bosmuis bij Ter Apel 2014
Onderzoek naar het voorkomen van grote bosmuis bij Ter Apel 2014 D.L. Bekker Augustus 2014 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van Antea Group Onderzoek naar het voorkomen van
Nadere informatieZOOGDIERONDERZOEK VAN WITTE UURHOKKEN IN ZEEUWS- VLAANDEREN
ZOOGDIERONDERZOEK VAN WITTE UURHOKKEN IN ZEEUWS- VLAANDEREN VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP IN SAMENWERKING MET DE ZOOGDIERWERKGROEP ZEELAND VAN 3 TOT EN MET 5 OKTOBER 2008 J.P. Bekker Foto s: Jan Piet
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in Polder de Gagel en de Molenpolder
Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in Polder R.M. Koelman April 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van de Provincie Utrecht, afdeling Groen Onderzoek naar het voorkomen
Nadere informatieSterfte onder bosspitsmuizen als gevolg van onderzoek met inloopvallen
Sterfte onder bosspitsmuizen als gevolg van onderzoek met inloopvallen Juni 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging Sterfte onder bosspitsmuizen als gevolg van onderzoek met inloopvallen Rapport nr.: 2009.022
Nadere informatieVervolgonderzoek Noordse woelmuis op HABO-terrein Hogezoom Renesse
Vervolgonderzoek Noordse woelmuis op HABO-terrein Hogezoom Renesse SANDVICENSIS Ecologisch adviesbureau Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Vervolgonderzoek Noordse woelmuis op HABO-terrein Hogezoom Renesse
Nadere informatieKNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Ger, Harry en Jan Alewijn in het Vogelvlak foto Kees Rosmolen verslag 45 Muizenonderzoek Klein Profijt Vogelvlak - Duinen van Oostvoorne 27 augustus 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in relatie tot het project Zuiderklip
Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in relatie tot R.M. Koelman April 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van de Provincie Noord-Brabant Onderzoek naar het voorkomen
Nadere informatieFlora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld
Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van muizen en spitsmuizen in de terreinen van Golf & Country Club Noord-Nederland in 2016
Onderzoek naar het voorkomen van muizen en spitsmuizen in de terreinen van Golf & Country Club Noord-Nederland in 2016 Detail 2.0 Faunistisch Onderzoek Rapport van Detail 2.0 - Faunistisch Onderzoek In
Nadere informatieOnderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in de Jan Durkspolder, Wolwarren, Lytse Mear en Wester Sanning in 2007
Onderzoek naar het voorkomen van de noordse woelmuis in de Jan Durkspolder, Wolwarren, Lytse Mear en Wester Sanning in 2007 R.M. Koelman & J.R. Regelink September 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieOnderzoek naar het belang van de Nieuwe Stadse Zeedijk bij Stad aan t Haringvliet voor de noordse woelmuis
Onderzoek naar het belang van de Nieuwe Stadse Zeedijk bij Stad aan t Haringvliet voor de noordse woelmuis R.M. Koelman Augustus 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van DHV Adviesgroep
Nadere informatieInventarisatie waterspitsmuis Poels- en Fluttersbeek 2011 D.L. Bekker & S. Westra
Inventarisatie waterspitsmuis Poels- en Fluttersbeek 2011 D.L. Bekker & S. Westra Augustus 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Inventarisatie waterspitsmuis
Nadere informatieHerfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 25-27 oktober 2013. Schouwen-Zuidwest Voorkomen van Noordse woelmuis in inlagen en duinen
Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 25-27 oktober 2013 Schouwen-Zuidwest Voorkomen van Noordse woelmuis in inlagen en duinen Zoogdierwerkgroep Zeeland Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 25-27 oktober
Nadere informatieVLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008
VLEERMUIZEN ONDERZOEK MOLSHOEK HELLEVOETSLUIS 2008 K. Mostert & E. Thomassen Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland In opdracht van gemeente Hellevoetsluis 1 INHOUD Inleiding... 3 Gebiedsbeschrijving...
Nadere informatieOnderzoek naar het belang van de Buitenhavendijk te Middelharnis voor de noordse woelmuis
Onderzoek naar het belang van de Buitenhavendijk te Middelharnis voor de noordse woelmuis R.M. Koelman Augustus 2008 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van DHV Adviesgroep Water, Natuur
Nadere informatieHerfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 4-7 oktober 2018 West Zeeuws-Vlaanderen
Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 4-7 oktober 2018 West Zeeuws-Vlaanderen Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 4-7 oktober 2018 West Zeeuws-Vlaanderen Rapportage: Pepijn Calle December 2018 Gebiedsbeschrijving
Nadere informatieZoogdierwaarnemingen. in en om Wijchen 2004-2010
Zoogdierwaarnemingen in en om Wijchen 2004-2010 Hans Hollander, 2010 Hans Hollander Oudelaan 2005 6605 SC Wijchen 024-6412564 pubben01@planet.nl Overige publicaties: 1 Hollander, H., 2005. Broedvogelinventarisatie
Nadere informatieMUIZEN ONDERZOEK ZOEKSESTRAAT SCHIJF 2012
MUIZEN ONDERZOEK ZOEKSESTRAAT SCHIJF 2012 ZOOGDIERENWERKGROEP KNNV ROOSENDAAL Zoogdierenwerkgroep KNNV afdeling Roosendaal: Bernadet Adriaenssens Linda van Meer Colinda van Oosterhout Wim Stoop Joke Stoop
Nadere informatieInventarisatie grote bosmuis Drenthe & Groningen 2013
Inventarisatie grote bosmuis Drenthe & Groningen 2013 D.L. Bekker December 2013 Rapport van de Zoogdiervereniging Inventarisatie grote bosmuis Drenthe & Groningen 2013 D.L. Bekker Rapport nr.: 2013.35
Nadere informatieBos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer
Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer B Grauwe els 40% B Zwarte els 10% K Grassen (Henna, Witbol, Raaigras) 30% K Braam 30% K Koninginnekruid 10% K Grote brandnetel 10% K Moerasspirea 4% K Gewone
Nadere informatieKNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne
KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Muizen onderzoek als educatief middel foto Mariëtte verslag 46 Muizenonderzoek Oever Oude Maas Spijkenisse september 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen Inleiding In 2009 heeft
Nadere informatieKleine zoogdierinventarisatie van de Vechtstreek. kleine zoogdierinventarisatie van de Vechtstreek 1
Kleine zoogdierinventarisatie van de Vechtstreek kleine zoogdierinventarisatie van de Vechtstreek 1 De Veenderij, vangplek van de melanistische dwergmuis, foto Jan Buys. 2 kleine zoogdierinventarisatie
Nadere informatieZoogdieronderzoek Vuurtoreneiland bij Durgerdam
Zoogdieronderzoek Vuurtoreneiland bij Durgerdam R.M. Koelman Maart 2010 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Staatsbosbeheer regio West Zoogdieronderzoek Vuurtoreneiland bij Durgerdam R.M.
Nadere informatieJohan de Wittlaan 2 te Woerden
Johan de Wittlaan 2 te Woerden Actualisatie ecologisch onderzoek V. Nederpel R. de Beer 2012 Opdrachtgever Bolton Ontwikkeling Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Bovendijk 35-G
Nadere informatieBegripsbepalingen wet: Wet natuurbescherming. Hoofdstuk X. Vrijstelling soortenbescherming ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer
Begripsbepalingen wet: Wet natuurbescherming. Hoofdstuk X. Vrijstelling soortenbescherming ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer Artikel 1 aanwijzing vrijgestelde soorten 1. De bevoegdheid om
Nadere informatieTerreinbeheer en de noordse woelmuis in het Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel. Rapportage 2003-2009.
Terreinbeheer en de noordse woelmuis in het Natura 2000-gebied Duinen en Lage Land Texel. Rapportage 2003-2009. Dick Bekker, Rob Koelman & Jasja Dekker Rapport nr. 2010.62 juli 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieNatuurtoets Kop Zuidas
Natuurtoets Kop Zuidas Planteam Groen, ecologie, stedelijke Recreatie en Water Maart 2009 Inhoud Samenvatting... 3 Inleiding... 3 Eerder onderzoek... 3 Begrenzing plangebied... 4 Beschrijving van het gebied...
Nadere informatieRapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren
Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...
Nadere informatieDe noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart
De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart Notitie met betrekking tot de te verwachten effecten op de noordse woelmuis en de waterspitsmuis door de aanleg van natuurvriendelijke
Nadere informatieInventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport
Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport A&W-rapport 996 Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport 1 2 A&W-rapport 996 Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport 3 4 A&W-rapport 996 Inventarisatie
Nadere informatieOnderzoek Waterspitsmuis fietspad Groningen-Winsum
Onderzoek Waterspitsmuis fietspad Groningen-Winsum Datum 7 november 2016 Auteur Ing. M.W. Bokje In opdracht van Provincie Groningen, Mevr. U. Nauta Projectnummer P16078 1 Aanleiding en vraagstelling Tussen
Nadere informatie... ... ... :::J :::J. ... r:::: 1/1 ... :E QJ. laser. ..c QJ.0
, C' :;:::, I ~gentschap laser 1lJ,..., :> ~ 1/1 1/1...... >... r:::: 1/1 r::::... :E..c.0... :::J :::J... llj 2 ~~ :::J 0.0 '"'0 r:::: llj...j '\ \_l Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat
Nadere informatieDhr. E. Wesseling Medewerker Flora- & Faunawet Dienst Regelingen Tel.: 0800-2233322 Fax: 070-37 86 139 Naar aanleiding van verlengingsverzoek Flora- en faunawet voor het project 'Bloemstraat fase 4 en
Nadere informatieBureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode
Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van
Nadere informatieNotitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor
Nadere informaties QJ laser '> QJ VI VI
._ Agentschap LASER,. S:::;,.1'0' '- '> QJ VI._ -QJ VI '- QJ > c: VI QJ c: '- s QJ QJ.J: QJ..0 '- ::J ::J ṟo Z ~' ::J 0..0 "'0 c: ro...j Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Directie Zeeland
Nadere informatieNotitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist
Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist Datum: 14-09-2016 Auteur: A.H. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Documentnummer: AHT/2016/NOT14.09 Versie: D1 1 Inleiding 1.1
Nadere informatieZoogdieronderzoek Monnickendam
Zoogdieronderzoek Monnickendam Beoordeling van de volledigheid van het zoogdieronderzoek in het plangebied voor een nieuw gemaal bij Monnickendam R.M. Koelman; maart 2014 Notitie Zoogdiervereniging N2014006
Nadere informatieBOVENKAKEN. Opening tussen snijtand en kiezen Geen opening tussen snijtand en kiezen. vleermuis. roofdier Meer dan 4 tanden achter hoektand
BOVENKAKEN Opening tussen snijtand en kiezen Geen opening tussen snijtand en kiezen Kleine stiftand achter elke snijtand, snijtanden gegroefd, 6 kiezen Snijtand niet gegroefd, minder dan 6 kiezen Geen
Nadere informatieQuick scan ecologie. terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg Tuitjenhorn. 21 februari 2018
Quick scan ecologie terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg Tuitjenhorn 21 februari 2018 1 Quick scan ecologie terrein hoek Bladstraat Bogtmanweg te Tuitjenhorn Auteur Opdrachtgever Foto omslag Philippine Brouwer-Stam,
Nadere informatieLutra, vol. 32, 1989 DE ROSSE WOELMUIS CLETHRIONOMYS GLAREOLUS OP TERSCHELLING. door W.J.R. DE WIJS
Lutra, vol. 32, 1989 53 DE ROSSE WOELMUIS CLETHRIONOMYS GLAREOLUS OP TERSCHELLING door W.J.R. DE WIJS 1. Inleiding Zoogdierkundig bezien behoren de Waddeneilanden tot de beter bekende delen van ons land.
Nadere informatieFlora- en fauna-inspectie locatie Heerweg-Berkenstraat te Blitterswijck door: ir. H. Hovens en ir. G. Hovens in opdracht van: Venterra
Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 Faunaconsult BTW nr: NL819024831B01 Venterra t.a.v. Sander van Lier Postbus 618 5900 AP, Venlo Belfeld, 12 februari
Nadere informatieQUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR HET PROJECT NIEUWBOUW MORTIERE MIDDELBURG, FASE 4c3 QUICKSCAN
QUICKSCAN TEN BEHOEVE VAN DE FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR HET PROJECT NIEUWBOUW MORTIERE MIDDELBURG FASE 4c3 1 QUICKSCAN TEN BEHOEVE VAN DE FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR HET
Nadere informatieDetectie van noordse woelmuis: inloopvallen of edna?
Detectie van noordse woelmuis: inloopvallen of edna? Maurice La Haye, Ontwikkeld in samenwerking met SpyGen & RAVON Foto: Erik Korsten Detectie van noordse woelmuis Klassiek: inloopvallen Voordelen: leuk
Nadere informatieNotitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats
Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Best T.a.v. dhr. P. van den Broek Raadhuisplein 1 Postbus 50 5680 AB Best Datum: 2 april
Nadere informatieQuickscan flora en fauna Grasveld Venneperweg 827 Nieuw-Vennep
Quickscan flora en fauna Grasveld Venneperweg 827 Nieuw-Vennep Een verkenning naar de ecologische waarden Cluster Ruimtelijke Ontwikkeling Team BVRM Datum 15 februari 2017 HOOFDSTUK 1: Inleiding Per 1
Nadere informatieNatuurwaardenonderzoek eiland Koudenhoorn (Warmond)
Natuurwaardenonderzoek eiland Koudenhoorn (Warmond) Wesley Overman & Dick Bekker 2 december 2010 2010.033 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Arcadis Nederland BV Natuurwaardenonderzoek
Nadere informatieMuizenweekend Nationale Park Weerribben-Wieden
Muizenweekend Nationale Park Weerribben-Wieden Verslag van een veldwerkgroepkamp Weerribben-Wieden 24-25-26 september 2010 Rapportnummer 2010.53 November 2010 Uitgave van de Zoogdiervereniging Veldwerkgroep
Nadere informatieEindrapport VELDONDERZOEK KLEINE MARTERS IN DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT
Eindrapport VELDONDERZOEK KLEINE MARTERS IN DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT Eindrapport VELDONDERZOEK KLEINE MARTERS IN DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT rapportnr. 2017.2494 juni 2017 In opdracht van: Gemeente Oosterhout
Nadere informatieMemo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps)
Memo nummer 1 datum 10 februari 2014 aan Ron Vleugels Gemeente Maastricht van Luc Koks Antea Group Ton Steegh kopie project Sporthal Geusselt-stadion projectnummer 265234 betreft Toetsing natuurwetgeving
Nadere informatieQuick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen
Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen T. Ursinus Scanopy 12.144 concept november 2012 foto omslag Els
Nadere informatieNotitie aanvullend onderzoek BIC te Eindhoven
Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Gemeente Eindhoven t.a.v. I. Schouten Postbus 90150 5600 RB Eindhoven Datum: 26 oktober 2015 Behandeld
Nadere informatieAanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern
Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Toetsing in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 08-11-2008 Auteur: A.H. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Kenmerk: vlm2008/10
Nadere informatieWaarnemingen. AIC te Castricum
7 AIC te Castricum Waarnemingen Op het braakliggend terrein grenzend aan de Beverwijkerstraatweg is de vegetatie nauwelijks ontwikkeld. Oude restanten van een fundering zijn nog zichtbaar. Overal ligt
Nadere informatieOnderzoek naar aanwezigheid noordse woelmuis en waterspitsmuizen aan het Spui, te Voorne-Putten
Onderzoek naar aanwezigheid noordse woelmuis en waterspitsmuizen aan het Spui, te Voorne-Putten Ing. W.G. Overman Ir. R.H. Witte van den Bosch Datum: 12 januari 2010 Rapport: 2009.057 van de Zoogdiervereniging
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. Het voorkomen van vleermuizen, amfibieën en vissen in het gebied van de stedelijke uitbreidingslocatie te Elst. 1 INLEIDING...
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 2 METHODE... 3 2.1 VLEERMUIZEN... 3 2.2 AMFIBIEËN... 3 2.3 VISSEN... 3 3 RESULTAAT... 4 3.1 VLEERMUIZEN... 4 3.2 AMFIBIEËN... 4 3.3 VISSEN... 4 4 CONCLUSIE... 5 LITERATUUR...
Nadere informatieQUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM
QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:
Nadere informatie1' \2-c>~ ~ IO'('U. ~'s CS~~O_ V. fzdq,-v-o. ().e-.~~~.;a
,I.- Dijkverzwaringstraject Onderdeel "Levendbarende De Val, Zierikzee hagedis, Galgepoldertje" CS~~O_ V ().e-.~~~.;a \2-c>~ ~ IO'('U ~'s fzdq,-v-o Aangepast voorstel Stichting Landschapsbeheer Zeeland
Nadere informatieWaterspitsmuizen in de gemeente Utrecht
Waterspitsmuizen in de gemeente Utrecht Verslag van een inventarisatie in oktober 2011 D.E.H. Wansink Waterspitsmuizen in de gemeente Utrecht Verslag van een inventarisatie in oktober 2011 D.E.H. Wansink
Nadere informatieFlora en fauna inventarisatie langs de N247 t.b.v. de aanleg van een fietspad
Flora en fauna inventarisatie langs de N247 t.b.v. de aanleg van een fietspad Naleving van de Flora- en Faunawet fietspad Definitief Grontmij AquaSense Amsterdam, 20 april 2009 Verantwoording Titel : Flora
Nadere informatieOnderzoek naar de relatie beheer - woelmuizen - blauwe kiekendieven en velduilen op Texel
Onderzoek naar de relatie beheer - woelmuizen - blauwe kiekendieven en velduilen op Texel D.L. Bekker Februari 2007 Rapport van de Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van Vogelbescherming Nederland Onderzoek
Nadere informatieEcologica BV Rondven PX Maarheeze. Quickscan beschermde flora en fauna Landgoed de Klokkenberg te Breda
Ecologica BV Rondven 22 6026 PX Maarheeze 0495-46 20 70 0495-46 20 79 info@ecologica.eu www.ecologica.eu Landgoed de Klokkenberg BV T.a.v. R. Schul Postbus 4886 4803 EW Breda Bijlage 44 bij besluit Z2018-001757-V1
Nadere informatieAanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen
Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 30-08-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/30.08 Versie:
Nadere informatieWat is essentaksterfte?
Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig
Nadere informatieOeverplanten in Lelystad
Oeverplanten in Lelystad Inleiding Lelystad is rijk aan water. Binnen de bebouwde kom is een blauwe dooradering aanwezig van talloze wateren. Om de waterbergingscapaciteit te vergroten en de leefomgeving
Nadere informatieHerfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland
Herfstkamp Braakman 207 Herfstkamp Braakman 207 rapportage: Kees de Kraker Omslag: Figuur (boven). Ruige dwergvleermuis uit kast nabij locatie Braakman 5 (Figuur 3). Foto: Herman de Jongh Figuur 2 (onder).
Nadere informatieHerfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 5-7 oktober 2012. Philipsdam & Noordse woelmuis
Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 5-7 oktober 2012 Philipsdam & Noordse woelmuis Zoogdierwerkgroep Zeeland Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 5-7 oktober 2012 Philipsdam & Noordse woelmuis rapportage
Nadere informatieFaunaconsult. Flora- en fauna-inspectie Maaijkantsestraat te Ulicoten door: ir. Hans Hovens, Faunaconsult in opdracht van: H.
Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 BTW nr: NL819024831B01 Faunaconsult H. van Gennip Laan Ten Boomen 49 5715 AA Lierop Flora- en fauna-inspectie Maaijkantsestraat
Nadere informatieNotitie Ontwikkeling TBT en aanwezigheid van de das
Notitie Ontwikkeling TBT en aanwezigheid van de das Vliegveld Twente, Enschede Projectnummer: 6629 Datum: 21-2-2017 Opgesteld: Gerard Lubbers Inleiding De gebiedsregisseur Area Development Twente (ADT)
Nadere informatieEcologische monitoring
Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,
Nadere informatieOevers 2x maaien Oever 2
Oevers 2x maaien Oever 2 De vegetatie is rijk aan diverse soorten kruiden, zoals kattenstaart, grote waterweegbree en zwanebloem en behoort tot het Watertorkruidverbond (Oenanthion aquaticae). De vegetatie
Nadere informatieMuizenonderzoek Oostvaardersplassen 2010
Muizenonderzoek Oostvaardersplassen 2010 C. Achterberg D.L. Bekker J.B.M. Thissen Rapportnummer 2010.58 juli 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Staatsbosbeheer C. Achterberg D.L. Bekker
Nadere informatieVleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen
Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 10-10-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/10.10 Versie: Definitief
Nadere informatieQuickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede
Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer
Nadere informatiememo datum: 22 juli 2011
memo aan: van: Buro SRO Laneco datum: 22 juli 2011 betreft: 1 Inleiding Aan de Koterweg te Barneveld is de sloop van een voormalig kruisgebouw voorgenomen. In de plaats hiervan worden 17 zorgappartementen
Nadere informatieMUIZENWEEKEND DRENTSE AA
MUIZENWEEKEND DRENTSE AA VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP 12-14 juni 2009 Rapportnummer 2010.31 September 2010 Uitgave van de Zoogdiervereniging Veldwerkgroep MUIZENWEEKEND DRENTSE AA VERSLAG VAN EEN
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 36 jrg5
SLOBKOUSNIEUWS 36 jrg5 Voila de kop is eraf. Onze eerste wandeling van het najaar was nog wel hoofdzakelijk aan plantjes gewijd. Op vraag van de afdeling Hechtel-Eksel gingen we namelijk eens rondneuzen
Nadere informatieVerspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012
Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012 D.L. Bekker & H. Hollander Rapport nummer 2013.10 mei 2013 Rapport van de Zoogdiervereniging in opdracht van de Gegevensautoriteit Natuur Rapport
Nadere informatieAMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON
AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON juni 2007 In
Nadere informatie