ECLI:NL:HR:2017:884. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:338, Gevolgd

Transcriptie

1 ECLI:NL:HR:2017:884 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/02154 Formele relaties Rechtsgebied Bijzondere kmerk Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:338, Gevolgd Strafrecht Cassatie Mshandel door e prostituee uit Bulgarije actief te bader, e paspoort e vliegticket voor haar te regel, e oppas voor haar kind te regel met haar naar Nederland te reiz teinde haar in Nederland tot prostitutie te brg. Bewijsklacht t.a.v. uitbuiting bij aanwerv medem. Art. 273f.1 onder 3 Sr. HR herhaalt relevante overweging uit ECLI:NL:HR:2016:857 inhoudde dat uitbuiting moet word aangemerkt als e impliciet bestanddeel van art. 273f.1 onder 3 Sr. Oordeel Hof dat de bewezverklaarde gedraging aanwerv medem zijn begaan onder omstandighed waarbij uitbuiting kan word verondersteld, geeft niet blijk van e onjuiste rechtsopvatting is evmin onbegrijpelijk. Wetsverwijzing Vindplaats Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafrecht 273 Rechtspraak.nl SR-Updates.nl NBSTRAF 2017/215 NJB 2017/1193 RvdW 2017/611 Uitspraak 16 mei 2017 Strafkamer nr. S 16/02154 MD/DFL Hoge Raad der Nederland Arrest op het beroep in cassatie teg e arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuward, zittingsplaats Leeuward, van 14 april 2016, nummer 21/ , in de strafzaak teg:

2 [verdachte], gebor te [geboorteplaats] op [geboortedatum] Geding in cassatie Het beroep is ingesteld door de verdachte. Nams deze heeft D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp, bij schriftuur e middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Geraal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. 2 Beoordeling van het middel 2.1. Het middel klaagt dat de bewezverklaring van het sub 3 tlastegelegde niet uit de gebezigde bewijsvoering kan word afgeleid. Het voert daartoe onder meer aan dat uit de bewijsvoering niet kan word afgeleid dat de bewezverklaarde gedraging "aanwerv" "medem" zijn begaan onder omstandighed waarbij uitbuiting kan word verondersteld T laste van de verdachte is overekomstig de tlastelegging bewezverklaard, dat: "hij in de periode van 1 januari 2010 tot met 20 februari 2010 te Groning, /of elders in Nederland in Bulgarije sub 1. - e vrouw ( [slachtoffer] ) door e of meer feitelijkhed, door misbruik van uit feitelijke omstandighed voortvloeid overwicht door misbruik van e kwetsbare positie heeft geworv, vervoerd overgebracht, met het oogmerk van uitbuiting van [slachtoffer], sub 3. - e vrouw ( [slachtoffer] ) heeft aangeworv meegom met het oogmerk die vrouw in e ander land ertoe te brg zich beschikbaar te stell tot het verricht van seksuele handeling teg betaling. sub 4. - e vrouw ( [slachtoffer] ) met de onder sub 1 goemde middel heeft bewog zich beschikbaar te stell tot het verricht van dist sub 6. - opzettelijk voordeel heeft getrokk uit de uitbuiting van e vrouw ( [slachtoffer] ) sub 9. - e vrouw ( [slachtoffer] ) met de onder sub 1 goemde middel heeft bewog hem verdachte te bevoordel uit de opbrgst van de seksuele handeling van [slachtoffer] met e derde, immers heeft verdachte, - teg [slachtoffer] gezegd dat ze in Nederland in de prostitutie zou werk of ze wel besefte in wat voor problem zij zich bevond - e oppas voor het kind van [slachtoffer] gezocht hiermee e afspraak gemaakt de kost voor de oppas betaald e contract lat opstell door e advocaat waarin was geregeld dat het kind van [slachtoffer] aan e oppas zou word toevertrouwd heeft verdachte deze kost betaald - e paspoort e vliegticket voor [slachtoffer] geregeld betaald - [slachtoffer] in het vliegtuig meegom naar Nederland - teg [slachtoffer] gezegd dat ze pas haar ming mag uit als ze geld gaat verdi hierbij [slachtoffer] stevig bij de kaak gepakt teg [slachtoffer] gezegd dat hij haar neus zou afbijt

3 - e kamer voor [slachtoffer] geregeld waar zij zich kon prostituer - kleding voor [slachtoffer] uitgezocht die ze moest drag als ze zich prostitueerde deze kleding betaald - condooms voor [slachtoffer] gekocht - regels voor [slachtoffer] opgesteld inhoudde dat ze moest staan in de vitrine waar ze zich prostitueerde vrolijk kijk niet met andere meisjes mocht prat hoeveel ze moest vrag per klant dat ze kort moest douch - [slachtoffer] aan de har getrokk /of geduwd /of uitgeschold - teg [slachtoffer] gezegd dat ze ondanks e bloeding toch moest werk gebruikte sponsjes moest gebruik - in aanwezigheid van [slachtoffer] e mes met de punt in de vloerbedekking gegooid - [slachtoffer] lange werkdag lat mak (van 12 uur of meer) - telks al het door [slachtoffer] verdide geld aan hem, verdachte lat afstaan (zulks terwijl de afspraak was dat hij de helft zou krijg) - teg [slachtoffer] gezegd dat ze hem geld schuldig was voor alles wat hij aan haar had uitgegev - telks [slachtoffer] gecontroleerd als zij aan het werk was moest zij binn 10 second de telefoon opnem - zich door [slachtoffer] lat pijp waarbij hij haar hoofd naar zijn pis duwde - terwijl [slachtoffer] de Nederlandse taal niet of onvoldode beheerste onbekd was in Nederland met de Nederlandse regels wett gewoont gebruik niemand in Nederland kde aldus bewerkstelligd dat [slachtoffer] van hem/h afhankelijk was." Deze bewezverklaring steunt onder meer op de volgde bewijsmiddel: "E proces-verbaal verhoor getuige d.d. 23 februari 2010, opgom op p. 906 e.v. in voornoemd dossier, inhoudde de verklaring van [slachtoffer] Ik leerde [verdachte] kn op 28 december [verdachte] was erg opdringerig. Hij heeft teg mij gezegd dat hij wilde dat ik in het appartemt ging lev sam met [betrokke 1]. Ik wist wat zijn bedoeling war. Het was mij duidelijk wat hij van mij wilde dat ik voor hem ging werk. Dit werk is prostitutie. Na e 3-tal dag bracht [verdachte] ter sprake dat ik naar Nederland zou gaan om te werk. Hij zei: "Kom bij mij werk om te wet, waarom jij dit werk doet!", Hij vroeg mij of ik wist in wat voor e problem ik mij bevond (in wat voor e puree ik mij bevond), besef jij dit, vroeg hij mij. Hij had al kler voor mij gekocht. Ik kon niet weiger om naar Nederland te gaan. De red om te weiger is dat hij e stoel kapot getrapt heeft in bijzijn van mijn kindje. Dit was nog voor het vertrek. Ik krijg vijftig proct. Dit hadd we in Sliv afgesprok. [verdachte] heeft via internet e oppas gevond die heeft het afgesprok. Hij besloot alles. Hij vond de oppas in Sofia ook regelde hij de vergoeding. Hij kwam op e avond zei mij dat wij de spull zoud pakk naar Sofia zoud gaan om e dag later, de overmorg naar Amsterdam te gaan, om daar te won. Eerst wilde hij voor 10 dag in Bulgarije blijv maar opes week hij daarvan af. Het was ge voorstel dat ik daar zou gaan werk; hij zei DAT ik daar ging werk. Hij had kler voor mij mijn kindje gekocht ding voor mij gedaan had ik "NEE" gezegd dan had ik weer moet verhuiz. Van Sliv naar Sofia ging we met e auto. We ging eerst naar de vrouwelijke oppas die [verdachte] geregeld had. De oppas nam we mee naar e advocaat om e contract op te stell, te ondertek, dat ik mijn kind aan haar toevertrouwde. [verdachte] was

4 zuwachtig opvliegerig. [verdachte] wilde op e gegev momt onderbrek dat het contract tot de helft opgesteld werd maar de advocaat stelde dat het om e kindje ging dat dit niet te onderbrek was dat het contract verder opgesteld moest word. Mijn kindje, [betrokke 1], is ondeugd. Mijn kindje speelde raakte alles aan. Op e bepaald momt kwam [verdachte] de kamer van de advocaat uit. [verdachte] pakte mijn kindje bij de blouse op borsthoogte draaide krachtig met zijn vuist hieraan schudde het kindje he weer sprak met zijn tand op elkaar dat mijn kindje moest zwijg. Op dat momt kreeg ik spijt dat ik met [verdachte] mee was gegaan. [verdachte] heeft de advocaat betaald, het was 40 leva. Ik zag dat hij het betaalde aan de advocaat. [verdachte] heeft de betaling van de oppas geregeld, dat was 900 Leva, emalig. Verder moest er maandelijks 400 EURO betaald word. Plus 100 LEVA (opmerking= 50 Euro) die war bedoeld voor de dagelijkse kost zoals luiers medicijn. [verdachte] heeft de tickets geregeld. Hij heeft ze betaald." E proces-verbaal verhoor van verdachte door de rechter-commissaris d.d. 18 september 2012, opgom in voornoemd dossier inhoudde de verklaring van [verdachte] Bij de politie heb ik verklaard dat ik met [slachtoffer] naar Nederland b gekom. In december 2009 hebb we knis met elkaar gemaakt. [slachtoffer] werkte als prostituee in Sliv bij de markt. We zijn eind januari 2010 naar Nederland vertrokk. Ik wist van [slachtoffer] 's omstandighed, voordat we naar Nederland vertrokk. Ik wist dat zij e man had, waar zij e kind mee had. Haar man zat in de gevangis. Ook dat zij e slechte relatie had met haar vader moeder. Via internet b ik aan e oppas voor het kind van [slachtoffer] gekom. Ik heb mijn auto verkocht om aan geld te kom om naar Nederland te reiz. De Bulgaarse taal sprek we, maar Nederlands niet. Ik [slachtoffer] kond ge Nederlands. E proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 2 december 2011, opgom op p. 212 e.v. in voornoemd dossier inhoudde de verklaring van [verdachte] [slachtoffer] had e kindje van iemand die in de gevangis zat haar kindje verbleef in de auto van haar pooier terwijl zij aan het prostituer was. Ik heb to e man aangesprok met de bijnaam [A] of hij wist waar ze woonde. Ik heb haar daar opgehaald we zijn sam koffie gaan drink in e café. In het café vertelde ze dat ze vaak ruzies had met haar vader moeder omdat ze al e idee hadd waarmee zij bezig was. De verhuurder had teg haar gezegd dat ze de woning moest verlat. Zij vertelde ook dat de elektriciteit was afgeslot dat haar ouders war vertrokk naar e dorp haar hadd achtergelat in de koude woning. Ik heb [betrokke 2] gebeld. Ik heb hem ontmoet hij legde me uit hoe ik naar Groning kon reiz van hem kreeg ik e telefoonnummer van e meisje. Dit meisje zou mij kunn help met het regel van papier voor [slachtoffer] om te kunn werk in de prostitutie in Groning. Ik heb mijn auto verkocht. Met het geld heb ik de vliegtickets de oppas betaald." Het door het Hof in zoverre bevestigde vonnis van de Rechtbank houdt t aanzi van de bewezverklaring voorts, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgde in: "De aangifte wordt met betrekking tot belangrijke feit ondersteund door de verklaring van verdachte. Verdachte heeft in zijn verklaring de aangifte op belangrijke onderdel bevestigd, te wet dat hij aangeefster kort voor vertrek naar Groning in Sliv, Bulgarije heeft ontmoet terwijl zij daar onder zeer moeilijke economische sociale omstandighed leefde trachtte in het levsonderhoud van haar haar zoontje te voorzi door middel van prostitutie. Verdachte heeft aangeefster op actieve wijze baderd, is e relatie met haar aangegaan met haar gaan samwon. Kort daarop

5 heeft verdachte zijn voornom kbaar gemaakt om met aangeefster naar Nederland te vertrekk zodat zij hier te lande in de prostitutie kon werk. Verdachte heeft informatie ingewonn over de formele vereist die voor e prostituee uit Bulgarije nodig zijn om in Nederland te kunn werk. Verdachte heeft via internet e oppas gezocht gevond om het zoontje van [slachtoffer] onder te brg zodat zij in de gelegheid werd gesteld om in Nederland in de prostitutie te werk. Verdachte heeft de kost van de oppas betaald als ige het contact met de oppas onderhoud. Voorts heeft verdachte e paspoort vliegtickets geregeld betaald. Verdachte aangeefster zijn sam naar Nederland gereisd, hetge naast de verklaring van aangeefster ook blijkt uit de passagierslijst van de vlucht Sofia-Amsterdam op 19 januari Verdachte heeft vervolgs in Nederland contact gezocht met [betrokke 3] voor bijstand bij het regel van formaliteit het tolk. De aangifte wordt daarnaast ondersteund door de getuigverklaring van [betrokke 4], de moeder van aangeefster. [betrokke 4] bevestigt de verklaring van aangeefster t aanzi van de armoedige moeilijke omstandighed waarin aangeefster in Bulgarije verkeerde. Voorts wordt de aangifte ondersteund door de verklaring van [betrokke 3]. [betrokke 3] heeft verklaard dat zij door verdachte via internet is baderd om als oppas te funger voor het zoontje van aangeefster zolang zij in Nederland zat. Uit haar verklaring leidt de rechtbank af dat verdachte daarin e initiërde bepalde rol heeft gespeeld, dat hij de oppas heeft gezocht baderd via internet, dat hij de inhoud van de afsprak heeft bepaald dat hij de oppas heeft betaald het contact met haar heeft onderhoud. De dwingde rol van verdachte wordt bevestigd door de verklaring van [betrokke 5]. [betrokke 5], die ook werkzaam was in de prostitutie in het raam tegover het raam in de "Nieuwe Straat" waar aangeefster werkte, heeft bevestigd dat aangeefster e aantal ker e bloeding heeft gehad dat zij dan doorwerkte. Ook heeft [betrokke 5] waargom dat aangeefster voortdurd stond, ge stoel had in de kamer zelfs bleef staan als er ge klant war. Deze verklaring ondersteunt de aangifte op dit onderdeel. Voorts heeft [betrokke 5] gezi dat aangeefster bang was ge et had had zij de indruk dat aangeefster in de gat gehoud werd. tlastegelegde sub 1 De rechtbank acht wettig overtuigd bewez dat verdachte jegs aangeefster gebruik heeft gemaakt van dwangmiddel. Verdachte heeft daarbij gebruik gemaakt van feitelijkhed, door voor haar zoontje e oppas te zoek te regel, deze te betal met haar contact te onderhoud. Aangeefster had alle via verdachte contact met de oppas over hoe het met haar kind ging. Verdachte heeft daardoor aangeefster in e afhankelijke positie geplaatst. Verdachte heeft misbruik gemaakt van uit feitelijke omstandighed voortvloeid overwicht. Aangeefster kwam immers uit Bulgarije waar zij onder zeer moeilijke omstandighed leefde. Verdachte was op de hoogte van de moeilijke leefsituatie van aangeefster. Aangeefster beschikte niet over eig financiële middel to zij als prostituee ging werk in e voor haar onbekd land met voor haar onbekde regels gewoont, waarbij zij bovdi de taal niet sprak. Daardoor kwam aangeefster in e situatie terecht die niet gelijk is aan de omstandighed waarin e mondige prostituee in Nederland pleegt te verker. Daarbij moest aangeefster, in strijd met de afsprak, al haar verdist aan verdachte afdrag. Voorts heeft verdachte misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van aangeefster, gelet op voornoemde omstandighed nu hij in e positie van overwicht verkeerde t opzichte van aangeefster. Verdachte wist welke person hij moest bader voor informatie over het werk door aangeefster in Nederland. Verdachte was ook dege die over de financiële middel beschikte om de oppas, het paspoort de reis te regel. Bovdi was hij

6 eerder in Nederland geweest. Door het gebruik van deze dwangmiddel is aangeefster in e uitbuitingssituatie beland. Verdachte heeft de werktijd bepaald die aangeefster moest mak. Hij heeft aangeefster lange werkdag lat mak waarop aangeefster soms 12 uur of meer moest werk heeft aangeefster al het door haar verdide geld aan hem lat afstaan. Verdachte wilde dat aangeefster ook doorwerkte terwijl zij last had van vaginale bloeding. Aangeefster moest van hem sponsjes gebruik, die ook al eerder door e ander war gebruikt. Verdachte bepaalde verder dat aangeefster voortdurd moest staan in de vitrine dat zij niet met ander meisjes mocht prat. Nu verdachte gebruik heeft gemaakt van voornoemde ongeoorloofde middel is voor e bewez verklaring niet van belang dat aangeefster heeft ingestemd met het werk in de prostitutie. tlastegelegde sub 3 Verdachte heeft aangeefster aangeworv meegom, door haar actief te bader, voor aangeefster e paspoort e vliegticket te regel te betal, door e oppas te regel te betal met haar naar Nederland te reiz, teinde aangeefster in e ander land, te wet Nederland, tot prostitutie te brg. De stelling van de raadsman dat aan e bewezverklaring in de weg staat dat aangeefster al in de prostitutie zat to zij naar Nederland werd vervoerd zij dus niet tot prostitutie is gebracht, wordt door de rechtbank verworp. Reeds het e ander vanuit Bulgarije naar Nederland brg om als prostituee te werk, houdt in het medem van die ander met het oogmerk die ander in e ander land ertoe te brg zich beschikbaar te stell voor de prostitutie. Hierbij is het niet van belang of de betrokk vrouw, op het momt dat ze op vorbedoelde wijze wordt meegom, al in de seksindustrie werkzaam is of was, of er mee instemt om in e ander land te werk. tlastegelegde sub 4 Verdachte heeft aangeefster met de hiervoor onder sub 1 goemde dwangmiddel bewog om zich in Nederland beschikbaar te stell voor de prostitutie. Verdachte heeft immers, nadat hij aangeefster als prostituee in voor verdachte duidelijk kbare miserabele omstandighed in Bulgarije heeft ontmoet, haar actief baderd om met hem e relatie aan te gaan. Verdachte heeft zich gedrag als de vrid van aangeefster, hij kocht et kleding voor aangeefster verschafte haar haar zoontje onderdak. Bij aangeefster werd daardoor de indruk gewekt dat verdachte haar werkelijk uit haar miserabele positie wilde help. Na ige tijd deelde verdachte aangeefster mede dat zij in Nederland in de prostitutie zou gaan werk, regelde de reis de reisbescheid e oppas waardoor hij aangeefster heeft bewog om naar Nederland te gaan in de prostitutie te gaan werk." Het bewezverklaarde is gekwalificeerd als "mshandel" Art 273f, eerste lid aanhef onder 3º, Sr waarop de tlastelegging is toegesned, luidde t tijde van de tlastegelegde periode: "1. Als schuldig aan mshandel wordt met gevangisstraf van t hoogste acht jar of geldboete van de vijfde categorie gestraft: 3 dege die e ander aanwerft, medeemt of ontvoert met het oogmerk die ander in e ander land ertoe te brg zich beschikbaar te stell tot het verricht van seksuele handeling met of voor e derde teg betaling; " In zijn arrest van 17 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:857, NJ 2016/314 heeft de Hoge Raad overwog dat de in art. 273f, eerste lid aanhef onder 3, Sr omschrev gedraging

7 eerst dan als 'mshandel' kunn word bestraft indi uit de bewijsvoering volgt dat voldaan is aan de voorwaarde dat zij zijn begaan onder omstandighed waarbij uitbuiting kan word verondersteld omdat 'uitbuiting' moet word aangemerkt als e impliciet bestanddeel van art. 273f, eerste lid aanhef onder 3º, Sr In de bestred uitspraak ligt als oordeel van het Hof beslot dat de bewezverklaarde gedraging "aanwerv" "medem" zijn begaan onder omstandighed waarbij uitbuiting kan word verondersteld. Dat oordeel geeft niet blijk van e onjuiste rechtsopvatting is evmin onbegrijpelijk Het middel faalt in zoverre Ook voor het overige kan het middel niet tot cassatie leid. Dit behoeft, gezi art. 81, eerste lid, RO, ge nadere motivering nu het middel in zoverre niet noopt tot beantwoording van rechtsvrag in het belang van de rechtseheid of de rechtsontwikkeling. 3 Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep. Dit arrest is gewez door de als vicepresidt W.A.M. van Schdel als voorzitter, de raadsher Y. Buruma A.L.J. van Stri, in bijzijn van de waarnemd griffier A.C. t Klooster, uitgesprok ter opbare terechtzitting van 16 mei 2017.