Word eens wakker! &4 4 Voorspel. r œ. & œ. œ œ œ. œ. œ œ. Œ Œ r œ. & œ œ Ó œ œ œ. œ œ œ œ. & œ Œ. œ œ œ. Ó r. œ œ. œ œ. œ œ Œ. & œ œ. A m/g G.

Transcriptie

1 maart 2008 tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Word eens wakker! &4 4 Voorspel Ó r. D.. A m/g G Œ CoupletC & Hé vo - gel, hé, wordt eens wak - ker, jij. De C &. G C/g G G C/g G r r win - ter mocht je sla - pen.maar dat is voor - bij. Het A m &. G/b Œ Œ r. len - te -zon -ne-tje komt op. Schijnt vro - lijk op je blo - te C F & Œ r kop. Schijnt op je D. sna - vel en je snuit. En A m/g G Am/g G wij doen, wij doen, A m/g G C & Ó. wij doen on - ze dik - ke jas - sen uit.

2 Word eens wakker! 1 Hé vogel, hé, word eens wakker, jij. De winter mocht je slapen. Maar dat is voorbij. Het lentezonnetje komt op. Schijnt vrolijk op je blote kop. Schijnt op je snavel en je snuit. En wij doen, wij doen, wij doen onze dikke jassen uit. tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof 2 Hé egel, hé, word eens wakker, jij. De winter mocht je slapen. Maar dat is voorbij. Het lentezonnetje komt op. Schijnt vrolijk op je blote kop. Schijnt op je stekels en je snuit. En wij doen, wij doen, wij doen onze dikke laarzen uit. 3 Hé vlinder, hé, word eens wakker, jij. De winter mocht je slapen. Maar dat is voorbij. Het lentezonnetje komt op. Schijnt vrolijk op je blote kop. Schijnt op je vleugels en je snuit. En wij doen, wij doen, wij doen onze dikke broeken uit. Illustratie: Hans Meijer

3 Egeltje Smak Marian van Gog Janine en mama zijn in de bibliotheek. Zoek maar een leuk boek uit, zegt mama. Janine gaat op haar knieën voor de boekenkast zitten met haar hoofd een beetje schuin, want dan kan ze goed zien waar elk boek over gaat. Hé, kijk. Daar staat een boek over een egel. Janine pakt het uit de kast en rent ermee naar mama. Kijk eens! roept ze. Mama bekijkt het boek. Wat leuk! zegt ze, want ze weet wel waarom Janine juist dit boek heeft uitgekozen. In de herfst, dus vóórdat het winter werd, zat er vaak een egel in de tuin. Janine en mama zetten dan een schoteltje water voor hem neer. Om te drinken. En om te eten, mocht Janine kattenbrokjes neerleggen of wat muesli. Het egeltje begon er meteen gulzig van te snoepen en hij smakte daarbij zo hard dat Janine hem lachend: Egeltje Smak noemde. Nu ze het boekje over de egel ziet, moet ze weer aan hem denken. Thuis kruipt Janine meteen met haar boek op de bank. Waar is Egeltje Smak nou? vraagt ze. Dat heb ik toch al verteld, zegt mama. Hij slaapt, want in de winter slapen alle egels. Oh ja, denkt Janine. Dat heeft mama inderdaad verteld. Maar Janine kan nog steeds niet begrijpen dat een egel de héle winter slaapt. Wat een slaapkop zeg! De hele winter, stel je voor! Elke dag dat Janine naar school ging en met vriendinnetjes speelde, lag die slome egel te snurken. Moet hij dan niet eten of drinken? vraagt ze. Nee, zegt mama geduldig. Want ook dat heeft ze al honderd keer verteld. Een egel eet in de herfst heel erg veel. Hij eet zoveel, dat hij de hele winter geen trek meer heeft. En dat is maar goed ook. Want wat eet een egel ook alweer? Eh.. Janine denkt even na. Maar dan weet ze het weer. Hij eet mugjes en slakken en wormen. Vies hoor. Ze haalt haar neus op. Een egel smult ervan, zegt mama. Maar in de winter zijn er geen muggen en slakken en wormen. Dus de egel kan dan geen eten vinden. Gelukkig slaapt hij en heeft hij geen honger. Janine kijkt naar buiten. Het zonnetje schijnt en het is mooi weer. Is het nu nog winter? vraagt ze. Een beetje, zegt mama. Maar het voorjaar begint ook al een beetje. Dus dan worden de egels wakker, zegt Janine. Ja, zegt mama. Het zal nu niet lang meer duren voor de egels weer wakker zijn. Janine pakt haar jas en gaat de tuin in. Egeltje Smak is vast al wakker, denkt ze. En dan zit hij misschien wel ergens verscholen in de tuin. Voorzichtig kijkt ze onder alle planten en struiken. Egel! Egeltje Smak! roept ze. Maar nergens is de egel te bekennen. Janine zoekt de hele middag. Net zolang tot mama roept: We gaan eten! Teleurgesteld gaat Janine naar binnen. De egel slaapt nog steeds, moppert ze. Misschien is hij wel wakker, maar is hij naar een andere tuin gegaan, zegt mama. Maar dat gelooft Janine niet. Na het eten wil Janine weer naar buiten. Maar mama zegt: Nee zeg. Het is nog geen zomer! Het wordt al schemerig buiten. Morgen mag je weer buitenspelen, maar vandaag niet meer. Janine gaat voor het raam staan. Somber kijkt ze de tuin in. Op het gras zit één of ander beest. Een vogel, denkt ze, maar ze kan het niet goed zien. Hij rent over het gras.

4 Nee maar...! Het is geen vogel! Mam! De egel! gilt ze heel hard. Mama komt ook bij het raam staan. Alsjemenou...! zegt ze. Je hebt gelijk. Daar is hij weer. Vlug, zegt Janine en ze rent naar de keuken. Daar pakt ze een schoteltje uit de kast en dat houdt ze onder de kraan. Maar ze doet het zo vlug dat het water er aan alle kanten overheen spat. Kijk je uit! roept mama. Dan pakt Janine de zak met kattenbrokjes. Ze pakt nog een schoteltje uit de kast en schudt er brokjes op. Ze wil het zo snel doen, dat de brokjes er overheen vliegen en op de grond vallen. Pas nou op! roept mama, een beetje bozig. Mama en Janine trekken hun jas aan. Janine pakt het schoteltje met brokjes en mama neemt het schoteltje met water mee. Zachtjes hoor, zegt mama. Anders schrikt de egel. Op hun tenen sluipen ze naar buiten. Maar de egel is nergens meer te zien. Hè, wat jammer, zegt mama. Misschien was het Egeltje Smak niet, zegt Janine teleurgesteld. Misschien was het een andere egel. Want Egeltje Smak zou wel op het eten zijn blijven wachten. Mama haalt haar schouders op. We zetten de schoteltjes gewoon neer, dan komt hij vast wel weer terug, zegt ze. Ze zetten de schoteltjes op de rand van het gras. Dan kun je ze vanuit de kamer goed zien. Daarna gaan ze weer naar binnen toe. Janine wil meteen naar het raam lopen, maar mama houdt haar tegen. Eerst de keuken opruimen! zegt ze streng. Janine veegt de brokjes van de vloer en met de vaatdoek maakt ze het aanrecht droog. Maar nog voor ze klaar is, roept mama vanuit de kamer: Janine, kom gauw! Janine rent vlug naar het raam. In de tuin, bij de schoteltjes, zit de egel weer. Eerst drinkt hij van het water. Dan beweegt hij met zijn snoetje naar het schoteltje met kattenbrokjes en hij begint te eten. Smak, smak, smak... klinkt het luid. Mama lacht en Janine kijkt heel tevreden. Het is Egeltje Smak, zegt ze. Hij is weer terug in de tuin. Versje Marian van Gog Complimentjes Dag egel met je stekels. Ik vind ze heel speciaal. De mijne hebben knopjes en zijn van roestvrij staal. Dag egel met je stekels. Ik vind ze reuze fraai. De mijne maken kleren Maar verder zijn ze saai. Dag egel met je stekels. Ze zijn zo mooi en echt. Wanneer de mijne buigen krijg ik ze nooit meer recht. De egel maakt een buiging en zegt: Ik dank u zeer. Dag aardig speldenkussen. Ik zie je morgen weer.

5 Extra - Word eens wakker! en Egeltje Smak Samen praten Het liedje en het verhaaltje gaan over dieren die de hele winter slapen. Je ziet ze in de winter niet. Welke dieren houden een winterslaap? (Vleermuis, muis, marmot, mol, egel, eekhoorn, das, pad, beer, schilpad, slang.) Wanneer worden ze wakker? Hoe weten ze dat het weer lente is? Lentehoek Richt een lentehoek in. Maak de hoek door bijvoorbeeld wat zand op plastic op de grond te leggen, de wanden blauw te schilderen (behang) en een zon op te hangen (karton). Wat moet er in de lentehoek komen? De kinderen gaan het zelf ontdekken. Maak samen een wandeling door de tuin en omgeving en kijk wat er in de natuur te zien is (narcissen, vogels, insecten). Maak foto s tijdens de wandeling, zodat de kinderen het later allemaal nog eens rustig kunnen bekijken. Of laat kinderen thuis in de tuin kijken wat daar groeit en leeft en laat ze ook op weg naar school goed op planten en dieren letten. Alles wat de kinderen zien, maken ze na, zodat de hoek steeds voller wordt. Dat namaken kan op verschillende manieren: tekenen/schilderen of knutselen met kosteloos materiaal. Ze kunnen ook foto s uitprinten en opplakken. Schrijf bij elke foto de naam van het dier en misschien wat bijzonderheden (komt uit winterslaap, eet insecten, leeft in een nest/hol, enzovoort). Zoek bij de planten en dieren boekjes of informatie op internet en leg alles in de lentehoek. Vul de hoek gedurende de lenteweken regelmatig aan en bekijk samen wat er allemaal is bijgekomen. Laat de kinderen ook buiten goed opletten en maak als dat kan geregeld samen een wandeling om de veranderingen in de natuur te volgen.

6 - Hans Meijer