Reflection en brooding als subtypes van rumineren: een herziening van de Ruminative Response Scale
|
|
- Leo van der Ven
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Gedragstherapie 2009, Reflection en brooding als subtypes van rumineren: een herziening van de Ruminative Response Scale Filip Raes 1, Hanne Schoofs 1, Dorien Hoes 1, Dirk Hermans 1 Filip Van Den Eede 2 & Erik Franck 2 samenvatting De validiteit en betrouwbaarheid van de Nederlandstalige versie van de herziene Ruminative Response Scale (RRS; Treynor, Gonzalez, & Nolen- Hoeksema, 2003) werd onderzocht. De RRS werd voorgelegd aan drie proefgroepen: een groep studenten (n = 432), een steekproef uit de algemene bevolking met onderscheid naar voorgeschiedenis van depressie (n = 394) en een klinisch depressieve groep op een ambulante psychiatrische dienst (n = 28). Uit de resultaten blijkt dat de herziene RRS een bevredigende betrouwbaarheid en validiteit vertoont. Voor elk van de drie proefgroepen worden tevens de gemiddelde scores en standaarddeviaties gerapporteerd. Deze herziene versie RRS laat toe, in tegenstelling tot zijn voorganger, een onderscheid te maken tussen twee subcomponenten van ruminatie: brooding en reflection. inleiding Begin jaren 90 ontwikkelden Nolen-Hoeksema en collega s (Nolen-Hoeksema & Morrow, 1991) de Ruminative Response Scale (RRS) als zelfrapportage instrument om depressief rumineren te meten. Depressief rumineren verwijst naar het repetitief stilstaan bij de eigen depressieve gevoelens, en de mogelijke oorzaken en implicaties ervan (bijv. Waarom voel ik me zo neerslachtig? Waar is het allemaal misgelopen? Zal ik m n werk nog wel naar behoren kunnen uitvoeren?). Zowel correlationeel als experimenteel onderzoek heeft veelvuldig aangetoond dat rumineren over neerslachtige/depressieve gevoe- 1 Departement Psychologie, Katholieke Universiteit Leuven Centrum voor Leerpsychologie en Experimentele Psychopathologie Department Psychologie K.U.Leuven, Tiensestraat bus 3712, 3000 Leuven, België filip.raes@psy.kuleuven.be 2 Dienst Psychiatrie Universitair Ziekenhuis Antwerpen Dit onderzoek werd gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO), project G
2 206 Raes et al.: herziene ruminative response scale lens zowel subklinisch als klinisch er voor zorgt dat zulke gevoelens langer blijven aanhouden en/of zelfs nog versterkt worden (zie Nolen-Hoeksema, 2004; Thomsen, 2006; Watkins, 2008, voor recente overzichten). Onderzoekers beschouwen rumineren dan ook als een belangrijke cognitieve kwetsbaarheidsfactor voor depressie en depressieve terugval. De meest gebruikte maat binnen dit onderzoeksdomein was en is nog steeds de RRS van Nolen- Hoeksema en collega s. In 2003 rapporteerden medewerkers van Nolen-Hoeksema dat ze aanwijzingen hadden dat rumineren geen unidimensionaal construct is, maar veeleer bestaat uit verschillende componenten (Treynor, Gonzalez, & Nolen- Hoeksema, 2003). Ze kwamen hiertoe nadat ze 12 items die te veel overlap vertoonden met negatief (depressief) affect uit de 22-item schaal verwijderden en vervolgens een exploratorische factoranalyse uitvoerden op de resterende 10 items. Die analyse leverde evidentie voor twee onderscheiden factoren, welke de auteurs als reflection en brooding benoemden, elk bestaande uit vijf items. The items on the reflection factor suggest a purposeful turning inward to engage in cognitive problem solving to alleviate one s depressive symptoms (Treynor et al., 2003, p. 256). Voorbeelditems uit de reflection schaal zijn: Ik analyseer recente gebeurtenissen om te proberen te begrijpen waarom ik neerslachtig/depressief ben, en Ik analyseer mijn persoonlijkheid om te proberen te begrijpen waarom ik neerslachtig/depressief ben. In contrast, the items on the brooding factor reflect a passive comparison of one s current situation with some unachieved standard (Treynor et al., 2003, p. 256). Voorbeeld items hier zijn: Ik denk na over een recente gebeurtenis, waar ik dan van wens dat het beter was verlopen, Ik denk Waarom kan ik de dingen niet beter aan?. Naast het feit dat reflection en brooding als twee onderscheiden factoren uit de analyses naar voren kwamen, bleek dat reflection op lange termijn samenging met minder depressieve klachten, terwijl brooding net een voorspeller was van een toename in depressieve klachten (Treynor et al., 2003). Dit laatste deed de auteurs besluiten dat reflection mogelijk een relatief adaptieve ruminatiecomponent is, daar waar brooding een meer maladaptieve subcomponent van ruminatie zou kunnen uitmaken. Voor dit laatste werd in vervolgonderzoek bijkomende steun gevonden (bijv. Burwell & Shirk, 2007; Crane, Barnhofer, & Williams, 2007; Joormann, Dkane, & Gotlib, 2006; voor een overzicht, zie Schoofs, Hermans, & Raes, 2009), al suggereert een recente studie dat reflection ook minder gunstige effecten kan hebben (Surrence, Miranda, Marroquin & Chan, 2009). De RRS werd ook naar het Nederlands vertaald. In 2003 rapporteerden we reeds over de psychometrische eigenschappen van de Nederlandstalige RRS (Raes, Hermans, & Eelen, 2003). Toen we, naar aanleiding van de bevindingen van Treynor et al. (2003), de brooding en reflection aspecten onderzochten, stuitten we echter op een probleem (Raes & Hermans, 2008). In onze 22-item Nederlandse RRS vonden we slechts 3 van de 5 brooding items terug die deel
3 Gedragstherapie 2009, uit maakten van Treynor et al. s (2003) 22-item RRS. Bij nadere inspectie bleek onze RRS en die van Treynor et al. (2003) 18 items gemeenschappelijk te hebben en vier niet gelijke items (waaronder dus twee brooding items in de Treynor et al. versie). We contacteerden toen onmiddellijk Nolen-Hoeksema om dit uit te klaren. Wat bleek? Nolen-Hoeksema had midden jaren 90 een 22-item RRS verspreid onder onderzoekers (waaronder wij). Echter, in later onderzoek ging ze verder met een licht gewijzigde RRS, welke ook uit 22 items bestond, maar die in vier items verschilt van de eerste. Nolen-Hoeksema verontschuldigde zich voor de verwarring die dit mogelijk veroorzaakt heeft. Het valt echter te betreuren dat ze dit nooit eerder duidelijk communiceerde in haar wetenschappelijke publicaties. We sluiten het immers niet uit dat heel wat onderzoekers studies verrichtten naar reflection en brooding, waarbij twee van vijf brooding items niet de correcte items zijn. We hebben dan ook onmiddellijk de vier items die niet in de eerste RRS zaten, en waaronder dus twee brooding items, extra vertaald en toegevoegd aan de eerste RRS (Raes & Hermans, 2007). De Nederlandstalige versie waarover we nu beschikken, bevat alle 22 items van de herziene RRS, en laat dus toe de reflection én brooding component te meten. In dit stuk willen we kort rapporteren over de psychometrische eigenschappen van die herziene RRS, die kosteloos kan bekomen worden bij de eerste auteur: filip.raes@psy.kuleuven.be (zie ook de Appendix bij dit artikel). We voorzien hier tevens voorlopige normgegevens. We gebruiken daarvoor data verzameld in drie proefgroepen: een groep eerstejaars psychologiestudenten, een steekproef uit de algemene bevolking, en een klinische proefgroep. resultaten Proefgroep 1 Deelnemers in deze groep zijn 432 eerstejaars psychologiestudenten (340 vrouwen) aan de Katholieke Universiteit Leuven en de Lessius Hogeschool Antwerpen. De gemiddelde leeftijd was 18.4 jaar (SD = 1.4; range =16 38). Ze verleenden hun medewerking in het kader van een verplicht studie onderdeel. Naast de RRS werden nog een aantal andere instrumenten afgenomen ter validering van de RRS en haar veronderstelde subschalen (reflection en brooding), waaronder de Beck Depression Inventory II (BDI II; Beck, Steer, & Brown, 1996; Van der Does, 2002). Voor meer details over de resultaten van dit onderzoek, verwijzen we naar Schoofs, Hermans en Raes (2009; Studie 1). Confirmatorische Factor Analyses (CFA) op de 10 RRS items die geen confounding overlap vertonen met negatief of depressief affect (zie hoger), leverden empirische steun voor de twee ruminatiefactoren reflection en brooding. Tot nog toe was het tweefactormodel van de RRS (met reflection en brooding) niet eerder getoetst via CFA. De interne consistentie voor de RRS totaalscore (22 items) was hoog (.90), en die voor de twee subschalen (telkens 5 items)
4 208 Raes et al.: herziene ruminative response scale voldoende:.78 en.75 (voor respectievelijk brooding en reflection). Andere descriptieve gegevens, zoals de gemiddelde scores en standaarddeviaties worden weergegeven in Tabel 1. Scores op brooding en reflection zijn matig gecorreleerd (.42). Correlationele analyses met ander maten, waaronder de BDI-II, sluiten aan bij het idee dat vooral brooding het maladaptieve stuk van ruminatie uitmaakt. De correlatie tussen brooding en depressie (BDI-II) is beduidend en significant hoger dan die voor reflection scores (.55 vs..24). Inderdaad, wanneer reflection en brooding beide als predictoren van de BDI-II worden opgenomen, blijkt enkel brooding een significante voorspeller te zijn. Bovendien werd dit patroon ook prospectief gerepliceerd in een tweede studie mét controle voor baseline BDI-II scores (zie Schoofs, Hermans, & Raes, 2009; Studie 2). In die tweede studie werd overigens opnieuw factoranalytische (CFA) steun gevonden voor de twee subschalen reflection en brooding. Proefgroep 2 Steekproef 2 bestaat uit 394 deelnemers, waaronder 267 vrouwen, die via uitgenodigd werden (sneeuwbalprocedure) om online de RRS (enkel de vijf brooding en vijf reflection items) in te vullen. De gemiddelde leeftijd van deze steekproef uit de algemene bevolking was 29.5 jaar (SD = 12.6; range = 16 74). Allen namen deel op vrijwillige basis. Naast de RRS vulden de deelnemers ook de Major Depression Questionnaire in (MDQ; Van der Does, Barnhofer, & Williams, 2003). De MDQ is een zelfrapportage instrument dat de aanwezigheid van huidige en voorgaande depressieve episodes nagaat en bestaat uit een reeks vragen die opgesteld werden in overeenstemming met de DSM-IV criteria (APA, 1994). Uit voorgaand onderzoek blijkt de MDQ een hoge consistentie te vertonen met SCID interviews (zie Williams, Van der Does, Barnhofer, Crane, & Segal, 2008). Interne consistentie voor de reflectie en brooding subschalen was respectievelijk.74 en.75, en de scores op beide schalen correleerden matig (.49). Descriptieve gegevens worden verder opgelijst in Tabel 1. Op basis van de scores op de MDQ werd de hele proefgroep opgedeeld in een groep huidig depressieven (n=27), voorheen depressieven (n=81; niet momenteel depressief), en nooit depressieven (n=286; noch nu noch eerder depressief). Brooding en reflection scores zijn het hoogst voor de huidig depressieven, gevolgd door de voorheen depressieven en, tenslotte, de nooit depressieven. De verschillen tussen de drie groepen zijn, zowel voor brooding als reflection, significant (Hochberg s GT2 post-hoc procedure). Proefgroep 3 Steekproef 3 bestaat uit 28 patiënten die voldoen aan de DSM-IV criteria voor Majeure Depressieve Stoornis (APA, 1994) en ambulante therapie volgen op de Dienst Psychiatrie van het UZ Antwerpen. De gemiddelde leeftijd bedraagt 45.9 jaar (SD = 12.2; range = 20 76), en de sample bestaat uit 7 mannen en 21 vrou-
5 Gedragstherapie 2009, wen. Allen namen deel op vrijwillige basis. Naast de RRS werd ook de 17-item versie van Hamilton Rating Scale for Depression afgenomen (HRSD; Hamilton 1967; Evers et al., 1992). De gemiddelde score op de 17-item HRSD bedroeg 20.0 (SD = 4.6; range = 9 26), hetgeen aangeeft dat het hier gemiddeld genomen gaat om een matig depressieve groep. Descriptieve gegevens voor de RRS en de twee subschalen worden weergegeven in Tabel 1. De waardes voor deze derde, klinisch depressieve groep sluiten erg aan bij de waardes gemeten bij de huidig depressieve groep uit de tweede proefgroep. Tabel 1. Overzicht van de belangrijkste descriptieve gegevens per proefgroep Proefgroep 1 Proefgroep 2 Proefgroep 3 Aantal deelnemers Omschrijving studenten p sychologie online c ommunity ambulant k linisch Geslachtratio: m/v 92/ /267 7/21 Leeftijd: M (SD; bereik) 18.4 (1.4; 16 38) 29.5 (12.6; 16 74)* 45.9 (12.4; 20 76) RRS totaalscore: M 40.8 (10.8; 22 75) 58.5 (11.2; 37 80) (SD; bereik)** Reflection: M (SD; bereik) 8.6 (2.8; 5 20) 8.8 (2.9; 5 19) 10.5 (3.0; 6 15) Huidige depressie (n=27) 11.3 (3.8; 5 18) Voorheen depressief 9.6 (3.1; 5 19) (n=81) Nooit depressief (n=286) 8.3 (2.5; 5 18) Brooding: M (SD; bereik) 10.1 (3.1; 5 20) 10.0 (3.0; 5 20) 15.0 (2.7; 10 20) Huidige depressie (n=27) 14.0 (2.9; 7 20) Voorheen depressief 11.0 (3.0; 5 17) (n=81) Nooit depressief (n=286) 9.3 (2.7; 5 18) * Leeftijdsgegevens ontbreken voor een deelnemer; ** Het betreft hier de totaalscore over alle 22 items. discussie Depressief rumineren, of repetitief en op een onproductieve wijze stilstaan bij neerslachtige gevoelens, krijgt terecht heel wat aandacht van zowel onderzoekers als clinici. De afgelopen twee decennia is er dan ook bijzonder veel onderzoek verricht naar rumineren. De resultaten van al dat onderzoek suggereren duidelijk dat rumineren een kwetsbaarheidsfactor is voor depressie (zie Nolen- Hoeksema, 2004; Thomsen, 2006; Watkins, 2008, voor recente overzichten). Het mag dan ook niet verrassend zijn dat heel wat behandelprogramma s zich
6 210 Raes et al.: herziene ruminative response scale specifiek (of minstens gedeeltelijk) richten op het aanpakken en reduceren van rumineren. Enkele voorbeelden zijn Mindfulness-Based Cognitive Therapy (MBCT; Segal, Williams, & Teasdale, 2002), Behavioral Activation (BA; zie Kanter, Busch, & Rusch, 2009), en Rumination-focused Cognitive Behaviour Therapy (RFCBT; Watkins et al., 2007). Het meest gebruikte zelfrapportage instrument om depressief rumineren te meten is Susan Nolen-Hoeksema s Ruminative Response Scale (RRS; Nolen-Hoeksema & Morrow, 1991). Deze schaal bestaat ook sinds 2003 in het Nederlands (Raes et al., 2003). Recent gebruiken Nolen-Hoeksema en collega s een licht gewijzigde versie van de RRS die toelaat twee onderscheiden vormen van rumineren te meten ( reflection en brooding ), los van ruminatie items die mogelijk te veel overlap vertonen met negatief/depressief affect (Treynor et al., 2003). Die herziene RRS, slechts in enkele items verschillend van de eerdere versie, was nog niet in het Nederlands beschikbaar. In dit stuk rapporteerden we over de eerste psychometrische bevindingen met die nieuwe RRS. Uit de resultaten in drie proefgroepen blijkt vooreerst dat er inderdaad evidentie is voor een twee-factormodel met reflection en brooding als te onderscheiden factoren met bijhorende subschalen (elk bestaande uit 5 items). Daarnaast vinden we tevens steun voor de idee dat vooral de brooding vorm van ruminatie het meest maladaptieve aspect van ruminatie vertegenwoordigt (in vergelijk met de reflection vorm) (zie o.a. Treynor et al., 2003). Zowel validiteit (convergent, divergent, discriminatief en predictief) als betrouwbaarheid (interne consistentie) van de herziene RRS en de twee subschalen blijken gunstig. Normgegevens, in de vorm van gemiddeldes en standaarddeviaties, werden tevens gerapporteerd voor een studentenpopulatie, een steekproef uit de algemene bevolking (met onderscheid naar huidige en verleden diagnostische status wat betreft depressie), en een klinische groep (ambulant). Voor een meer gedetailleerd overzicht van de resultaten in de eerste proefgroep verwijzen we naar Schoofs, Hermans en Raes (2009). De psychometrische eigenschappen van de herziene RRS zijn met andere woorden vergelijkbaar met die van de eerdere versie (zie Raes et al., 2003). Alvast één belangrijk voordeel van de herziene versie is dat die toelaat een onderscheid te maken tussen twee aspecten of subcomponenten van ruminatie (onafhankelijk van mood-confounded items ): reflection en brooding. Bij deze twee aspecten is het vooral de brooding vorm van rumineren die het meeste aandacht verdient aangezien onderzoek laat zien dat vooral brooding een maladaptief aspect uitmaakt van rumineren. Hiermee willen we niet gezegd hebben dat de reflection vorm een adaptieve ruminatievorm is. Neen, als we al het onderzoek samenleggen dat gevoerd werd naar beide vormen is het verantwoord te stellen dat het reflectieve rumineren (vaak) relatief minder maladatief is, maar daarom nog niet (steeds) noodzakelijk adaptief. Toekomstig onderzoek zal dit verder moeten uitklaren.
7 Gedragstherapie 2009, summary Reflection and brooding as subcomponents of rumination: a revision of the Ruminative Response Scale The validity and reliability of the Dutch version of the revised Ruminative Response Scale (RRS; Treynor, Gonzalez, & Nolen-Hoeksema, 2003) were investigated. The RRS was administered in three samples: a student sample (n = 432), a community sample with specification of depression history (n = 394) and a clinically depressed group on an ambulatory psychiatric unit (n = 28). Results show that the revised RRS has satisfactory reliability and validity. Mean scores and standard deviations for all three samples are reported as well. The revised RRS allows differentiating between two rumination subcomponents: brooding and reflection. Keywords: rumination, depression, questionnaire, psychometric properties literatuur American Psychiatric Association (1994). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (4 th Ed) (DSM-IV). Washington, DC: APA. Beck, A.T., Steer, R.A., & Brown, G.K. (1996). Beck Depression Inventory (BDI II) Manual. The psychological Corporation: San Antonio, Texas, U.S.A. Burwell, R.A., & Shirk, S.R. (2007). Subtypes of rumination in adolescence: Association between brooding, reflection, depressive symptoms and coping. Journal of Clinical Child and Adolescent Psychology, 36, Evers, A., Van Vliet-Mulder, J.C., & Ter Laak, J. (1992). Documentatie van test en testresearch in Nederland. Commissie Testaangelegenheden Nederland, Nederlands Instituut van Psychologen, Van Gorcum, Asse. Hamilton, M. (1967). Development of a rating scale for primary depressive illness. British Journal of Social and Clinical Psychology, 6, Joormann, J., Dkane, M., & Gotlib, I.H. (2006). Adaptive and maladaptive components of rumination? Behavior Therapy, 37, Kanter, J.W., Busch, A.M., & Rusch, L.C. (2009). Behavioral Activation: The CBT distinctive features series. London: Routledge. Nolen-Hoeksema, S. (2004). The response style theory. In C. Papageorgiou & A. Wells (Eds.), Depressive rumination: Nature, theory and treatment (pp ). West Sussex, UK: Wiley. Nolen-Hoeksema, S. & Morrow, J. (1991). A prospective study of depression and posttraumatic stress symptoms after a natural disaster: The 1989 Loma Prieta Earthquake. Journal of Personality and Social Psychology, 61, Nolen-Hoeksema, S., Wisco, B.E. & Lyubomirsky, S. (2008). Rethinking rumination. Perspectives on Psychological Science, 3, Raes, F., & Hermans, D. (2007). De herziene versie van de Nederlandstalige Ruminative Response Scale. Niet-gepubliseerd instrument. Raes, F. & Hermans, D (2008). On the mediating role of subtypes of rumination in the relationship between childhood emotional abuse and depressed mood: Brooding versus reflection. Depression and Anxiety, 25,
8 212 Raes et al.: herziene ruminative response scale Raes, F., Hermans, D., & Eelen, P. (2003). De Nederlandstalige versie van de Ruminative Response Scale (RRS-NL) en de Rumination on Sadness Scale (RSS-NL). [The Dutch version of the Ruminative Response Scale (RRS-NL) and the Rumination on Sadness Scale (RRS-NL)].Gedragstherapie, 36, Segal, Z.V., Williams, J.M.G., & Teasdale, J.D. (2002). Mindfulness-based cognitive therapy for depression: A new approach for preventing relapse. New York: Guilford Press. Schoofs, H., Hermans, D., & Raes, F. (2009). Brooding en reflection as subtypes of rumination: Evidence from confirmatory factor analysis in nonclinical samples using the Dutch ruminative response scale. Manuscript aangeboden ter publicatie. Surrence, K., Miranda, R., Marroquin, B.M., & Chan, S. (2009). Brooding and reflective rumination among suicide attempters: Cognitive vulnerability to suicidal ideation. Behaviour Research and Therapy, 47, Thomsen, D.K. (2006). The association between rumination and negative affect: A review. Cognition and Emotion, 20, Treynor, W., Gonzalez, R., & Nolen-Hoeksema, S. (2003). Rumination reconsidered: A psychometric analysis. Cognitive Therapy and Research, 27, Van der Does, A.J.W. (2002). Handleiding bij de Nederlandse bewerking van de BDI-II. San Antonio, TX / Lisse, the Netherlands: The Psychological Corporation / Swets test Publishers. Van der Does, A.J.W., Barnhofer, T., & Williams, J.M.G. (2003). The Major Depression Questionnaire (MDQ). Watkins, E. (2008). Constructive and unconstructive repetitive thought. Psychological Bulletin, 134, Watkins, E., Scott, J., Wingrove, J., Rimes, K., Bathurst, N., Steiner, H. et al. (2007). Rumination-focused cognitive behaviour therapy for residual depression: A case series. Behaviour Research and Therapy, 45, Williams, J.M.G., Van der Does, A.J.W., Barnhofer, T., Crane, C., & Segal, Z.V. (2008). Cognitive reactivity, suicidal ideation and future fluency: Investigating a differential activation theory of suicidality. Cognitive Therapy and Research, 32,
9 Gedragstherapie 2009, Appendix RRS-NL Ruminative Response Scale (Ontwikkeld door Susan Nolen-Hoeksema) (Geautoriseerde Nederlandse vertaling: Filip Raes & Dirk Hermans, 2007) Naam: Leeftijd: Geslacht: M / V Mensen denken en doen heel wat verschillende dingen wanneer ze droevig zijn, zich triest, neerslachtig of depressief voelen. Gelieve elk van de onderstaande uitspraken te lezen en aan te geven of je bijna nooit, soms, vaak, of bijna altijd datgene denkt of doet wat in elke uitspraak staat beschreven, wanneer je droevig bent, je neerslachtig of depressief voelt. Gelieve aan te geven wat je dan doorgaans doet, niet wat je denkt dat je zou moeten doen. 1. Ik denk na over hoe alleen ik me voel. 2. Ik denk Ik zal niet in staat zijn mijn werk te doen omdat ik me zo slecht voel. 3. Ik denk na over de vermoeidheid en de pijn die ik voel. 4. Ik denk na over hoe moeilijk het is me te concentreren. 5. Ik denk na over hoe passief en ongemotiveerd ik me voel. 6. Ik analyseer recente gebeurtenissen om te proberen te begrijpen waarom ik neerslachtig/depressief ben. 7. Ik denk na over hoe ik niets meer lijk te voelen. 8. Ik denk Waarom kom ik maar niet op gang? 9. Ik denk Waarom reageer ik altijd op deze manier? 10. Ik ga alleen weg en denk na over waarom ik me zo voel. 11. Ik schrijf op waar ik aan zit te d enken en analyseer dat. 12. Ik denk na over een recente gebeurtenis, waar ik dan van wens dat het beter was verlopen. bijna nooit soms vaak bijna altijd
10 214 Raes et al.: herziene ruminative response scale bijna nooit soms vaak bijna altijd 13. Ik denk Waarom heb ik problemen die andere mensen niet hebben? 14. Ik denk na over hoe droevig ik me voel. 15. Ik denk na over al mijn tekortkomingen, mislukkingen, fouten, en vergissingen. 16. Ik denk na over hoe ik geen zin heb om ook maar iets te doen. 17. Ik analyseer mijn persoonlijkheid om te proberen te begrijpen waarom ik neerslachtig/depressief ben. 18. Ik ga ergens in m n eentje naartoe om na te denken over mijn gevoelens. 19. Ik denk na over hoe boos ik ben op mezelf. 20. Ik luister naar droevige muziek. 21. Ik zonder mezelf af en denk na over de redenen waarom ik me droevig voel. 22. Ik probeer mezelf te begrijpen door me te richten op mijn neerslachtige/ depressieve gevoelens. 23. Ik denk Ik zal niet in staat zijn mijn werk te doen als ik hier niet uit geraak. 24. Ik denk Wat doe ik toch om dit te verdienen? 25. Ik denk Ik zal niet in staat zijn me te concentreren als ik me zo blijf voelen. 26. Ik denk Waarom kan ik de dingen niet beter aan? Items 1 t/m 22 = originele 22-item RRS (Nolen-Hoeksema & Morrow, 1991) Items 1, 3 t/m 19, en 23 t/m 26 = recentere 22-item RRS (Treynor, Gonzalez, & Nolen-Hoeksema, 2003) Reflection = Items 6, 10, 11, 17, en 18; Brooding = Items 9, 12, 13, 24, en 26
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)
Nadere informatieMindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht
Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,
Nadere informatiePsychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)
Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede
Nadere informatieHeeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?
Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieDe Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Nadere informatieHet verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method
Nadere informatieZimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie
DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal
Nadere informatieRunning head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op
Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open
Nadere informatieBijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel
Nadere informatieHet effect van de verschillende vormen van zelffocus op depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen
Het effect van de verschillende vormen van zelffocus op depressieve stemming en het vermogen om sociale problemen op te lossen Naam: Aukje den Blanken Studentnummer: 5870259 Vak: Bachelorthese Product:
Nadere informatieCognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met
Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van
Nadere informatieValidatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners
Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric
Nadere informatieOuderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Nadere informatieVergelijking MMPI-2 met MMPI-2-Restructured Form (RF) Voor As-I. Pathologie Binnen de Testdiagnostiek
Vergelijking MMPI-2 met 1 Vergelijking MMPI-2 met MMPI-2-Restructured Form (RF) Voor As-I Pathologie Binnen de Testdiagnostiek Comparison between MMPI-2 and MMPI-2-Restructured Form (RF) for Axis-I Pathology
Nadere informatieNo part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)
Nadere informatieWat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Nadere informatieAuteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie
MAJOR DEPRESSION INVENTORY (MDI) Bech, P., Rasmussen, N.A., Olsen, R., Noerholm, V., & Abildgaard, W. (2001). The sensitivity and specificity of the Major Depression Inventory, using the Present State
Nadere informatieDe Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited
Nadere informatieKwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing
Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:
Nadere informatieDe Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering
De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent
Nadere informatieDe Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieKinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.
Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic
Nadere informatiede Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality
De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit
Nadere informatiePatient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)
Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieGedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran
Gedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran Marcus Huibers, Latif Moradveisi, Fritz Renner, Modabber Arasteh & Arnoud Arntz Department of Clinical Psychological
Nadere informatieThe relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-
Nadere informatieDe Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving
De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness
Nadere informatieRunning head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie
Nadere informatieDenkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij. Jongeren met Externaliserende Problematiek in. Residentiële Behandelcentra
DENKSTIJL, RESPONSSTIJL EN COMORBIDITEIT BIJ JONGEREN 1 Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij Jongeren met Externaliserende Problematiek in Residentiële Behandelcentra Thinking Style, Response Style
Nadere informatieIk voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:
Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression
Nadere informatieInvloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy
Nadere informatieAnne Berg William W. Hale Universiteit Utrecht
NON-VERBAAL GEDRAG EN BEHANDELUITKOMST BIJ ADOLESCENTEN MET INTERNALISERENDE PROBLEMEN Anne Berg William W. Hale Universiteit Utrecht ACHTERGROND ZonMw-programma Effectief werken in de jeugdsector Gebrek
Nadere informatieTrain uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt
Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie Marie-Anne Vanderhasselt Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R., Namur, V., Lotufo, P.A., Bensenor, Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R.,
Nadere informatieNo part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)
Nadere informatieScreening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg
Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit
Nadere informatieVormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?
Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a
Nadere informatieverschillen tussen mannen en vrouwen
Cognitieve emotie regulatie en depressie: verschillen tussen mannen en vrouwen Bachelorthesis Klinische Gezondheidspsychologie Departement Psychologie en Geestelijke Gezondheid, Universiteit van Tilburg
Nadere informatieCHAPTER 7. Samenvatting
CHAPTER 7 Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) De interacties die depressieve patiënten hebben met anderen, in het algemeen, en de interacties van depressieve patiënten met hun partner, in het
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieNo part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)
Nadere informatieDe Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen
De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider
Nadere informatieMINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden
MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self
Nadere informatieOnbezorgdvliegen SVL- vragenlijst
Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Om uw deelname zo goed mogelijk voor te bereiden en uw kans op een succesvolle deelname te vergroten vinden wij het belangrijk om te weten of u iets heeft meegemaakt dat
Nadere informatieStress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch
Stress en Psychose 59 Noord Stress and Psychosis 59 North A.N.M. Busch Prevalentie van Subklinische Psychotische Symptomen en de Associatie Met Stress en Sekse bij Noorse Psychologie Studenten Prevalence
Nadere informatieDe Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.
De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatiePiekeren over je depressie: Wanneer stilstaan bij je depressie eigenlijk achteruitgaan betekent
Piekeren over je depressie: Wanneer stilstaan bij je depressie eigenlijk achteruitgaan betekent Prof. dr. Filip Raes Departement Psychologie, K.U.Leuven Forum 2010 Manisch-Depressief? Zo gek nog niet!
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Utrechtse Coping Lijst (UCL) November 2012 Review: 1. A. Lueb 2. M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking
Nadere informatieTherapeutische waarde van specifieke persoonlijke herinneringen. Prof. dr. Filip Raes KU Leuven
Therapeutische waarde van specifieke persoonlijke herinneringen Prof. dr. Filip Raes KU Leuven Antwerpen Het verhaal, met en zonder woorden 17.03.2017 waarover zal ik het hebben? belang van specifieke
Nadere informatieExecutief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression
Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:
Nadere informatieUit tabel 3 valt af te lezen dat de correlaties zoals gevonden in het huidige onderzoek sterk overeenkomen met de resultaten uit eerder onderzoek
Uit tabel 3 valt af te lezen dat de correlaties zoals gevonden in het huidige onderzoek sterk overeenkomen met de resultaten uit eerder onderzoek (dat hoofdzakelijk onder de algemene bevolking is uitgevoerd).
Nadere informatieCOMPULSIEF KOOPGEDRAG
COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie De criteria Antecedenten en consequenties Comorbiditeit en prevalentie Diagnostiek en behandeling Onderzoek Lessius
Nadere informatieSamenvatting Tussen januari 2002 en december 2005 is er een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kosten-effectiviteit van gezins cognitieve gedra
139 Samenvatting Tussen januari 2002 en december 2005 is er een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kosten-effectiviteit van gezins cognitieve gedragstherapie en individuele of kind cognitieve gedragstherapie
Nadere informatieInvloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten
Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast
Nadere informatieS1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid
S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Drs. Maud De Venter Drs. Jela Illegems Prof. dr. Filip Van Den Eede S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Chronische vermoeidheid:
Nadere informatieNo part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)
Nadere informatieKorte bijdrage Life events bij patiënten in de acute dienst van achttien RIAGG s
Korte bijdrage Life events bij patiënten in de acute dienst van achttien RIAGG s door B. van der Goot, R.A. van der Pol en V.M. Vladár Rivero Samenvatting In mei 1990 vond een onderzoek plaats naar de
Nadere informatieWelke Rol speelt Rumineren bij het Oplossen van Sociale Problemen bij. Depressie en wat zijn de Behandelmogelijkheden?
Welke Rol speelt Rumineren bij het Oplossen van Sociale Problemen bij Depressie en wat zijn de Behandelmogelijkheden? Naam: Dewi de Wit Studentnummer: 10001527 Begeleiding: Corine Dijk 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieFive Facet Mindfulness Questionnaire (FFMQ)
Five Facet Mindfulness Questionnaire (FFMQ) Hieronder staan verschillende uitspraken. Geef voor elke uitspraak aan hoe vaak deze voor u in het algemeen is door het juiste hokje aan te kruisen. Nooit of
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, Overig, ongespecificeerd
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Beck Depression Inventory (BDI) 10 januari 2012 review: E Swinkels-Meewisse invoer: E van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking
Nadere informatieDe Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht
De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen
Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten Prof. Dr. Bas van Alphen Inhoud Temporele stabiliteit Leeftijdsneutraliteit DSM-5 Behandelperspectief Klinische implicaties Casuïstiek Uitgangspunten!
Nadere informatieMultidimensional Fatigue Inventory
Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Smets E.M.A., Garssen B., Bonke B., Dehaes J.C.J.M. (1995) The Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Psychometric properties of an instrument to asses fatigue.
Nadere informatieStress, neuroticism, bias towards negative emotions, positive and. negatief affect als voorspellers van (sub)klinische depressie
Stress, neuroticisme, bias towards negative emotions, positief en negatief affect als voorspellers van (sub)klinische depressie Stress, neuroticism, bias towards negative emotions, positive and negative
Nadere informatieSaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)
Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en
Nadere informatiePijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)
Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Pijncoping Inventarisatielijst (PCI) September 2013 Review: 1. I. Spelthann 2: MJH Jungen Invoer: ML Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft
Nadere informatieCOMPULSIEF KOOPGEDRAG
COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS Valkeneers, G. (in press). Compulsief koopgedrag. Een verkennend onderzoek met een nieuwe vragenlijst. Verslaving. *** 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie
Nadere informatieFive Facet Mindfulness Questionnaire Short Form (FFMQ-SF)
Five Facet Mindfulness Questionnaire Short Form (FFMQ-SF) Hieronder staan verschillende uitspraken. Geef voor elke uitspraak aan hoe vaak deze voor u in het algemeen is door het juiste hokje aan te kruisen.
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatieDiagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie
Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie Willemijn Scholten NEDKAD 2015 Stelling In de DSM 6 zullen angst en depressie één stoornis zijn Achtergrond Waxing and waning
Nadere informatiePesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary
Nadere informatieRunning head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD
1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational
Nadere informatieBehandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel
Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:
Nadere informatieDe Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven
De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van Leven The Effects of the Kanker Nazorg Wijzer on Psychological Distress and Quality of Life Miranda H. de Haan Eerste
Nadere informatie(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological
Nadere informatieRumineren bij depressie, of: hoe stilstaan bij depressie eigenlijk achteruitgaan is
Rumineren bij depressie, of: hoe stilstaan bij depressie eigenlijk achteruitgaan is Filip Raes 1, Dirk Hermans 2 en Paul Eelen 2 samenvatting Rumineren heeft een negatieve invloed op een depressieve gemoedstoestand.
Nadere informatieEmotioneel Redeneren bij Depressie In hoeverre speelt emotioneel redeneren een rol bij het instandhouden van depressieve klachten?
Emotioneel Redeneren bij Depressie In hoeverre speelt emotioneel redeneren een rol bij het instandhouden van depressieve klachten? Floor Schoenmakers Bachelorthese 2016 Studentnummer: 10587829 Universiteit
Nadere informatieRunning head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN
Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural
Nadere informatieHet Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen
REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172
Nadere informatieZwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1. Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c
Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1 Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c a Poli +, psychiatrie + verstandelijke beperking, Ir. Driessenstraat 94-G, 2312 KZ, Leiden b Cordaan, Postbus
Nadere informatieVroeginterventie via het internet voor depressie en angst
Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent
Nadere informatieDe relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.
De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment
Nadere informatieEmotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid
Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.
Nadere informatieMaster Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach.
1 Master Thesis Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models Using an Item Response Approach. Burnout onder Beginnende Nederlandse Verpleegkundigen: een Vergelijking van Theoretische
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatiePrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen
Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of
Nadere informatieDe Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria
De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieSchrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD
Schrik om het hart! Center of Research on Psychology in Somatic diseases Promotoren: Peter de Jonge, PhD Johan Denollet, PhD Dr. Annelieke Roest Anxiety and Depression In Coronary Heart Disease: Annelieke
Nadere informatieDiagnostiek van Persoonlijkheidsstoornissen. De Relatie tussen. Persoonlijkheidskenmerken en de. Kernfactoren van (Mal)Adaptief Functioneren
Diagnostiek van Persoonlijkheidsstoornissen De Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en de Kernfactoren van (Mal)Adaptief Functioneren bij Patiënten met Persoonlijkheidsstoornissen Diagnostics of Personality
Nadere informatieBISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen
Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.
Nadere informatieDANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1
DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,
Nadere informatie